energymag the energy manager magazine
Tweemaandelijks nieuwsmagazine | Nederlandstalige uitgave | maart - april 2006 | nr 1 | www.energymag.be
6,50 €
COVER STORY
ASZ Aalst verbruikt nu 30,6% minder René Jungbluth (SBT) “Een toonbeeld van geoptimaliseerde energieregeling” MARKET Fusie Suez-GDF: een goede of slechte zaak? Aankoop van energie: een nieuw vak DOSSIER BUILDING TECHNOLOGY Energiebesparend bouwen en renoveren: hoe rendabel zijn REG-investeringen? Nieuwbouw: 30% energiebesparing is toch wel het minste Renovatie: Enkele € zorgt voor heel wat winst MANAGEMENT Energiemanagement: overschakelen op Energy Management Systems Machines: elektronische snelheidsvariatie TECHNOLOGY
De CosmoPolis lamp en de Mini Milewide armatuur : een ware technologische revolutie in stadsverlichting die het energieverbruik en zodoende de uitstoot van CO2 aanzienlijk verlaagt, en tegelijk zorgt voor een prettige sfeer ‘s nachts.
sense and simplicity
www.lighting.philips.be
C1 C4 coverPhnl.indd 1 2006.0013 Adv. Cosmo.indd 1
17-01-2006 11:09:38
Afgiftekantoor: Brussel X
CosmoPolis, voor een sfeervolle stadsomgeving
Cogeneratie: een oplossing voor elke industriële toepassing Lighting: de nieuwste technologie van Philips voor straatverlichting Zonnewering: 5°C minder met luxafoil glasfolies RENEWABLE Zonne-energie: focus op de sector
24/03/06 19:42:00
Hoe beschermt u zich tegen grillige energieprijzen ?
Ontdek de nieuwe technieken die GfE ontwikkeld heeft om u te beschermen tegen de volatiliteit van de energieprijzen. Bel ons op 056/60.04.04 of surf naar www.gfe-em.com
ENERGY MANAGEMENT
BELGIUM
•
FRANCE
•
I TA LY
•
THE NETHERLANDS
international energy consultants •
GERMANY
•
CZECH REPUBLIC
Energymag, the energy manager magazine In Site pvba J. Coosemansstraat 107 B-1030 BRUSSEL Tel: +32 (0)2 737 91 19 Fax: +32 (0)2 735 30 97 Zaakvoerder: Jean-François MARCHAND
REDACTIE Energymag Coosemansstraat 107 1030 Brussel E-mail: redaction@energymag.be Tel: +32 (0)2 737.91.19 Fax: +32 (0)2 735 30 97
évooraf
Hoofdredacteur: Jean-François MARCHAND (jfmarchand@ energymag.be) Redactiesecretaris: Jean HINS (jhins@energymag.be) Journalisten en medewerkers: Jean CECH, Ismaël DAOUD, Marijcke IMANDT, Daniel LABOURS, Aldo LAUFER, Didier SEGHIN, Alfons VANBERGEN, Peter VANSINA, Laurent VANSTEENSTEL, Philipe VERNIN. Stuur uw perscommuniqués naar redaction@energymag.be
PRODUCTIE Verantwoordelijke: Jean HINS (jhins@energymag.be) Lay-out: Florence DEMOLIN (fdemolin@energymag.be) Fotogravure: Lithotec Drukker: Kliemo
RECLAMEREGIE Verantwoordelijke: Daniel LABOURS (dlabours@energymag.be) Tel: +32 (0)2 737.91.16 Fax: +32 (0)2 735 30 97
ABONNEMENTEN (1 jaar = 6 nummers) Contactpersoon: Jean HINS (abonnements@energymag.be) Een abonnement kan op elk ogenblik starten. Geef uw naam en adres op aan de dienst abonnementen of download ons abonnementsformulier op www.energymag.be/abonnement.html. Abonnementen in België: 33 € Abonnementen in het buitenland: 58 € (EU) Betaling per overschrijving op nr. 310-1223352-74 Om u te abonneren, een adreswijziging door te geven of elk probleem in verband met het abonnement abonnements@energymag.be Tel +32 (0)2 737 91 11 Fax +32 (0)2 735 30 97 Verspreiding per abonnement en doelgerichte mailing. 10.000 ex - een Franstalige uitgave + een Nederlandstalige uitgave. Er bestaat ook een Franstalige uitgave. Gelieve ons te verwittigen als u liever de Franstalige editie ontvangt. Verantwoordelijke uitgever: Jean-François MARCHAND, Coosemansstraat 107, B-1030 BRUSSEL Foto cover: René JUNGBLUTH, Vice President Siemens Building Technologies & Pascal DE RAS, Maintenance Manager ASZ Aalst. Foto van Aldo LAUFER.
De prijzengekte: wat doen we ermee? De laatste maanden is er een soort van prijzengekte op de energiemarkt losgebarsten. Veel organisaties geven zelfs meer uit aan energie en fluïdumproductiekosten dan aan lonen. De energie-uitgaven zijn in de industrie opgelopen tot 15 à 50% van de productiekost. En zo gaat het maar door. De verwachting was nochtans dat stroom en gas goedkoper zouden worden na de vrijmaking van de markt, maar daar hebben we nog niet veel van gezien. In werkelijkheid is de energiemarkt door de om zich heen grijpende globalisering zeer gevoelig geworden voor het evenwicht tussen vraag en aanbod. Wat we vandaag zien gebeuren is dat de wereldvraag fors toeneemt (2 à 3%), terwijl het productieoverschot beperkt (3 à 4%) is. Het evenwicht wordt zo nog verder uitgehold. In zo’n precaire situatie gaat de markt bij het minste of geringste reageren, bijvoorbeeld een uitzonderlijk strenge winter in Rusland Kortom, wie op een prijsdaling gehoopt had, zal teleurgesteld zijn. De laatste 15 jaar zijn de energieprijzen in ons land zelfs nog sneller gestegen dan de inflatie. Alles wijst erop dat deze trend zich zal doorzetten.We kunnen wel een kruis maken over goedkope energie, en voor lang. Dit brengt ons naar de reden van het nieuwe blad dat u nu in handen houdt: energie vraagt om management. Op alle niveaus. Dat er veel werk aan de winkel is, mag duidelijk wezen. Energie is immers overal. In industriële procédés, in ons thermisch comfort, op de wegen, in de productieprocessen… De woorden die u de komende maanden dus het vaakst zult lezen zijn efficiëntie en prestatie. Het gaat erom dat we met zijn allen energie-effectiever moeten produceren, maar ook moeten we de CO2-uitstoot die bij onze activiteiten vrijkomt, beteugelen. Anders gezegd, we moeten de druk op het milieu zo laag mogelijk zien houden. Gelukkig levert de markt zelf de remedies voor haar excessen. Het aanbod aan producten met betere energie-efficiëntie en prestaties blijft maar groeien. Om de haverklap dienen zich nieuwe technologieën aan die nog beter zijn. Ook de dienstverlening komt op gang. Energie-efficiëntie is thans een winstgevende nering geworden. Hoe hoger de energieprijs klimt, hoe groter de diversiteit en de rentabiliteit van het aanbod dat de beweging volgt. En precies daarover zal Energymag u op de hoogte houden.
lishing communication & pub
in s it e
Alle teksten zijn auteursrechterlijk beschermd. Alle advertenties vallen onder de verantwoordelijkheid van de auteurs ervan. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of gepubliceerd door middel van druk, fotokopie, microfilm, magnetische dragers, zonder de voorafgaande toestemming van de uitgever.
Jean-François Marchand nr1 energymag | 3
03 Edito nl.indd 3
24/03/06 20:01:28
04 Honeywell nl.indd 1
23/07/08 11:00:47
> 20 DOSSIER BUILDING TECHNOLOGIES Energiebesparend bouwen en renoveren: Hoe rendabel zijn uw REG-investeringen? Nu de richtlijn op de energieprestaties van gebouwen ingegaan is, heeft het BIM alle mogelijke maatregelen om energie-efficiënt te bouwen en te verbouwen doorgelicht in een gedetailleerde studie.
INHOUD MARKET
EFFICIENCY
6 ZWARE TIJDEN
28 HEALTH SECTOR
Fusie Suez-GDF: een goede of slechte zaak?
ASZ Aalst: een winst van 30,6%, dankzij gebouwregeling
7 ACTOREN
33 OFFICES
8 EUROPA
Sint-Michielswarande: ING, de ecodynamische tweesterrenbank
10 BELGIË
VITO: originele oplossingen MARKET 12 TRENDS
> 33 ING : de ecodynamische tweesterrenbank
TECHNOLOGY 36 COGENERATION
Energy markets: tous les 2 mois, l’évolution des marchés
Warmtekrachtkoppeling: elke industriële toepassing heeft haar eigen technologie
14 FOCUS
39 SOLARFILMS
Aankoop & beheer van energie: en vak dat zich ontwikkelt en complexer wordt
> 18 Variabele snelheid maakt een besparing mogelijk tot 50%
Luxafoil: uw wapen tegen het broeikaseffect 40 LIGHTING
Stadsverlichting: het geld ligt op straat MANAGEMENT
43 NEW PRODUCTS
16 ENERGY MONITORING
Energiebeheer: schakel in een hogere versnelling!
RENEWABLE
18 PROCESS
44 SOLAR
Regeling van pompen, ventilators of compressors: ETR verbetert uw rendement gemiddeld met 25%
Zonne-energie: die genereuze zon
20 DOSSIER BUILDING > Energiebesparend bouwen en renoveren: hoe rendabel zijn uw REG-investeringen? > Nieuwbouw: 30% energiebesparing is toch wel het minste > Renovatie: enkele € meer zorgt voor heel wat winst
46 SUBSIDIES
USEFUL Energieprestatie: vergeet uw premie niet
> 40 Stadsverlichting: het geld ligt op straat
49 AGENDA 50 ENERGY PARTNERS
nr1 energymag | 5
05 Sommaire nl.indd 5
27/03/06 9:50:37
ZWARE TIJDEN
Fusie Suez-GDF:
een goede of slechte zaak? Op het ogenblik dat we dit schrijven, weet niemand wat er zal gebeuren met het fusieproject Suez-Gaz de France. Eén ding is zeker, het plan uitgebroed in Parijse salons zal in de loop van de volgende weken wel af te rekenen krijgen met enkele strubbelingen. De volgende week kondigt zich aan als cruciaal voor GDF, Suez en het Italiaanse Enel. De drie energiegroepen moeten immers langs bij Neelie Kroes, de Europese commissaris voor de concurrentie, om te praten over het controversiële huwelijk van Suez en GDF. De beslissing van Enel om al dan niet een openbaar overnamebod te doen op Suez kan er van afhangen. Net als de uiteindelijke zin van de fusie, als die plaatsvindt.
en voor het land, het is verrassend om Jean-François Cirelli, PDG van GDF, te horen bevestigen dat de fusie de concurrentie zal aanzwengelen. Op Franse en Europese schaal ongetwijfeld, maar op Belgische schaal is dat een ander verhaal. Met 90% van de Belgische gas- en elektriciteitsmarkt in handen van de twee groepen, kan er slechts één besluit worden genomen: dit is een monopolie.
Afstand in zicht Vervalste concurrentie Suez en GDF zullen zich moeten verantwoorden bij de Commissie. Inzet: aantonen dat het huwelijk de concurrentie niet vervalst. Suez is op dit ogenblik de vijfde Europese elektriciteitsproducent. In de gassector komt hij op de zesde plaats in de wereld, en GDF staat op de derde plaats. De fusie zou ze op de eerste plaats brengen in de sector en de plaats versterken van Suez in de sector van vloeibaar aardgas. Bovendien zou de nieuwe groep een stevige positie hebben in de elektriciteitssector. Niemand ontkent het belang van deze fusie op industrieel vlak. Volgens heel wat waarnemers is die fusie zinvol en biedt het beide actoren de mogelijkheid om zich te versterken met het oog op de evoluties van de energiemarkt die neigt naar de integratie van de activiteiten gas en elektriciteit. Hoe zit het met die markt en vooral dan met de Belgische markt? Etienne Davignon kan dan wel zeggen dat de fusie goed is voor Electrabel
Het is wonderlijk dat deze vraag zich stelt ter gelegenheid van dit fusieproject. Het is immers duidelijk dat Suez, met meerderheidsparticipaties in Electrabel (91% van de elektriciteitsproductie en 67,76% van de -distributie), Distrigaz (80% van de gasmarkt), Elia en Fluxys (respectievelijk beheerders van netwerken voor hoogspanning en gas), al een sleutelpositie in de energiesector innam in ons land. Een teken dat de liberalisering van de markt verre van afgelopen is. De fusie zoals die wordt voorgesteld, geeft de controle van de energiebevoorrading definitief op, vermits die de facto onder de voogdij van de Franse regering komt, de meerderheidsaandeelhouder in GDF. Het einde van alle concurrentie in België. Eerst liet de regering horen dat ze genoegen zou nemen met een afstand van de 25,1% die GDF heeft in het Luikse SPE (10% van de elektriciteitsproductie en 20% van de distributie), de enige echte concurrent van Electrabel in ons land. We hebben moeten wachten op het rapport van de Commissie voor de
Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) om een wat gespierder discours te horen. Tegenover de “grenscorrecties” gesuggereerd door Gérard Mestrallet op een vergadering in de Wetstraat 16, stelt de Belgische wetgever een wel erg drastisch regime. Afgezien van de verkoop van SPE door GDF, beveelt ze niet min of niet meer dan de afstand aan door Suez van haar aandelen in Distrigaz, Fluxys en Elia, evenals een deel van de nuclaire activa van Electrabel. Ongepast? Niet echt. Het rapport lijkt voor nogal wat drukte te hebben gezorgd en de Belgische regering is wat radicaler.
Gazprom in België? “Als we van de Commissie verkrijgen dat SPE wordt afgestaan, is dat slechts een minimum”, bevestigt Minister van Energie Marc Verwilghen, na een vergadering met Europees commissaris Neelie Kroes. Guy Verhofstadt slaat de nagel nog wat dieper in door, vanaf nu tot het ogenblik dat de Europese overheid een verdict velt eind juni, duidelijke concessies te eisen van Suez op de Belgische markt die “minstens drie grote concurrenten” moet tellen. En wie komt daar tevoorschijn als één van de drie concurrenten? De Russische reus Gazprom zou interesse tonen voor de Belgische markt, meer bepaald voor “de bevoorrading, opslag in vloeibaar gas en de hub van Zeebrugge”, met andere woorden voor Distrigaz en Fluxys. De fusie Suez-GDF zal, als ze doorgaat, twee bedrijven verenigen die meer ruimte willen geven aan vloeibaar aardgas en de combinatie elektriciteit/gas. Door die nieuwe groep af te sluiten van nucleaire centrales, Elia, Distrigaz en in het bijzonder van Fluxys, wordt het belang van de fusie ingeperkt. Het spel is nog lang niet gespeeld voor Suez-GDF. België speelt de rol van pretbederver met rede en de EU ziet in dit geval de gelegenheid om de nadruk te leggen op de liberalisering van de markt. Blijft de laatste vraag: wat doet Enel? pJean-François Marchand
6 | energymag nr1
06-11 Market Breves nl.indd 6
24/03/06 20:41:19
© Alain PIEROT
ACTOREN
Centrale van BASF ingehuldigd op 28 april De elektriciteitscentrale met gecombineerde gas/stoom-cyclus (400 MW) gebouwd door Siemens Power Generation op de site van BASF te Antwerpen zal officieel worden ingehuldigd op 28 april. Het einde van een uiterst belangrijk project (230 miljoen €) voor Siemens dat de centrale sleutel-op-de-deur leverde binnen de afgesproken termijn. “We zijn fier dat we dit project tot een goed einde hebben gebracht. Een complexe elektriciteitscentrale bouwen en integreren in een bestaande chemische productie-eenheid zonder het productieproces te onderbreken, is een grote uitdaging die zeer strikte eisen oplegt aan alle betrokkenen”, verklaarde Ingo Paul, Verkoopdirecteur van PG voor Europa. Klant is het bedrijf Zandvliet Power, een joint venture van RWE Power, Essen en Electrabel.
JOHNSON CONTROLS NEEMT YORK OVER
MACHIELS IMPORTEERT GROENE CERTIFICATEN
York International Corporation, leverancier van HVAC&R toestellen en diensten met een jaarlijkse omzet van bijna 5 miljard dollar, maakt voortaan deel uit van de Controls Group, de afdeling van Johnson Controls die een omzet realiseert van bijna 6 miljard dollar. Met deze overname verstevigt Johnson Controls zijn internationale positie en wordt zo de wereldleider inzake diensten voor gebouwenbeheer.
De Groep Machiels, gevestigd in Vlaanderen, is één van de eerste Belgische bedrijven die deelneemt aan het Clean Development Mechanism (CDM) binnen het kader van het Kyotoprotocol. Het bedrijf kreeg onlangs groen licht van de Verenigde Naties voor de realisatie van twee investeringsprojecten in Chili.
UMICORE & SOLVAY IN JOINT VENTURE Umicore et Solvay koppelen hun knowhow en creëren SolviCore, een bedrijf voor de ontwikkeling, productie en commercialisering van technologieën bestemd voor brandstofcellen. Beide Europese groepen hebben de ambitie een hoofdrol te spelen op de markt van brandstofcellen door samen membraan-elektrodenassemblages te ontwikkelen, de reactor waarin waterstof reageert met zuurstof om elektriciteit te produceren. Het bedrijf is gevestigd te Hanau, de belangrijkste O&O-site van Umicore in Duitsland en begint haar activiteiten op 1 juli.
Het Duitse RWE verkoopt elektriciteit op het net Een première voor Europa: RWE heeft eind januari 300 megawatt geveild op internet, in “pakjes” van minstens 10 MW. In het totaal hebben 200 MW (49,4 miljoen €) een koper gevonden bij professionele klanten (plaatselijke nutsbedrijven, industrie, energiehandelaars…). Die zullen hun elektriciteit kunnen gebruiken wanneer ze dat willen tussen 2007 en 2009, “alsof ze zelf een elektriciteitscentrale zouden hebben”, noteert RWE in zijn communiqué. De elektriciteit van deze virtuele centrale zal in werkelijkheid van een site van de groep komen. Zelfs als de kopers geen tweede tranche van 100 MW (te verbruiken tussen 2010 en 2012) wilden kopen, toont dit “experiment” aan dat de ongerustheid onder de professionele consumenten toeneemt betreffende de verzekerde bevoorrading op middellange termijn.
CONTRACT TUSSEN CARREFOUR EN SCHNEIDER Carrefour en Schneider Electric hebben een contract voor gewaarborgde energieprestaties ondertekend. Een première voor Frankrijk. Het doel is om het energieverbruik in de winkels met 10 à 15 % te verminderen. Schneider Electric waarborgt deze besparingsdoeleinden. Carrefour verbindt er zich van haar kant toe om de noodzakelijke investeringen te doen, zich uit te rusten met materiaal, de werken te realiseren en om deze handelswijze in de winkels te begeleiden. Het technisch karakter van deze optimalisering zet Carrefour ertoe aan om 15 hypermarkten te testen voor het jaar 2005 en deze inrichting zal vervolgens gefaseerd worden ontwikkeld per winkelgrootte. Het volledige park hypermarkten vertegenwoordigt een potentiële energiebesparing van 113 GWh, hetzij een vierde van het elektriciteitsverbruik van de stad Parijs.
CEGELEC GEZWICHT? DALKIA VERWARMT AFGEVAARDIGDEN Onlangs werd het contract verlengd met de dochter voor energieservices van Veolia Environnement, Dalkia, voor het technisch beheer van het vastgoedpark van het Europees Parlement. Dat park strekt zich uit over 400.000 m2 en omvat onder meer de kantoren van de 732 Europese gekozenen. De overeenkomst heeft een duur van 5 jaar en vertegenwoordigt een omzet van 25 miljoen euro.
De exclusieve onderhandelingen met LBO France voor de overname van de groep Cegelec zouden afgerond moeten zijn op het ogenblik dat u dit leest. Volgens AFP, dat een bron citeert “dicht bij het dossier”, zou LBO France 1,1 miljard euro hebben geboden aan de huidige aandeelhouders, de Britse investeringsmaatschappij Charterhouse Development Capital en het Franse CDC Entreprises Capital (ten belope van 45% elk). Deze som omvat de door Cegelec samengetrokken schuld om de eerste LBO te financieren.
FUSIE VAN DESKUNDIGHEID Group Air Cooling Services nv (Wilrijk) heeft 49% verworven in Egemin ECS nv en Egemin ECS BV. Sinds een aantal jaren heeft Egemin, met zijn ECS-activiteit (Electrical Contrasting Services), projecten gekozen waarbij de kennis van laag- en hoogspanning, domotica, computernetwerken, de automatisering van gebouwen en veiligheid een optimale toegevoegde waarde kunnen bieden. De combinatie van deze deskundigheid met die op het vlak van HVAC van de Group Air Cooling Services zal het mogelijk maken om residentiële, tertiaire en industriële projecten aan te pakken, zowel op het niveau van de concepten, als van ontwerpen, dienstverlening en het beheer van lokalen.
nr1 energymag | 7
06-11 Market Breves nl.indd 7
24/03/06 20:41:55
in het kort [ WINDKRACHT ]
Windmolen op een HLM Voor de eerste keer in Frankrijk wordt een horizontale windmolen geïnstalleerd op het dak van een gebouw van HLM in EquihenPlage, in de buurt van Calais. Deze manier om energie te produceren kreeg de naam “stadswindmolen” en zou een zeker succes moeten kennen. De molen wordt door het Nederlandse Windwall geproduceerd en bestaat uit twee gebogen rotorbladen van 5 m lang die een asynchrone generator aandrijven van 6 kW. De jaarlijkse productie wordt geschat op 8 à 10.000 kWh. Het enige nadeel van het systeem is dat het niet naar de wind kan worden gedraaid, wat een daling van de geproduceerde energie kan betekenen van 20 à 50%, afhankelijk van de site. Op dit ogenblik bestaan er nog maar een vijftigtal stadswindmolens in de wereld. Dat kunnen klassieke windmolens zijn, maar ook windmolens met een verticale as die beter bestand zijn tegen variaties, zonder dat ze een inrichting nodig hebben om ze naar de wind te draaien. [ WARMTEKRACHTKOPPELING ]
Olifantsgras In Staffordshire, in het midden van Engeland, zal binnenkort een elektriciteitscentrale verrijzen die werkt op gras. Kostprijs: 9,425 miljoen euro. Ongeveer 170 landbouwers zullen zorgen voor de voeding van deze centrale. Deze heeft een vermogen van 2 MW en zal elektriciteit leveren aan 2000 gezinnen. De brandstof die zal worden gebruikt is olifantsgras of Prachtriet, een gewas dat oorspronkelijk uit Afrika komt. Deze brandstof kan worden gebruikt als voeding voor een kleine eenheid voor warmtekrachtkoppeling zodat warmte en elektriciteit worden geproduceerd. De centrale zal 8 000 uur per jaar werken en bespaart een ton CO2 per uur. Groot-Brittannië dat 3% van de broeikasgassen voortbrengt voor amper 1% van de wereldbevolking, heeft zich voorgenomen om deze emissie met 60% te verminderen tegen 2050.
[ O&O ]
Revolutie in de koeltechniek Binnen het kader van de Swiss Technology Award, heeft het federale energiebureau (Office fédéral de l’énergie OFEN) dit jaar de speciale Energieprijs toegekend aan de Ingenieursschool van het Canton de Vaud voor haar magnetische koeler die bruikbaar is bij kamertemperatuur. Deze Zwitserse uitvinding heeft een groot potentieel en kan de volgende jaren een revolutie ontketenen in de koeltechniek. Het magnetisch koelen werd in 1881 ontwikkeld en wordt sinds de jaren ‘30 gebruikt in de fysica met lage temperaturen. Dankzij nieuwe ontwikkelingen in de materialenwetenschap is het nu mogelijk om deze technologie bij kamertemperatuur toe te passen. De grote innovatie van het bekroonde project bestaat erin dat de chloorhoudende koelmiddelen worden vervangen door water of lucht. Deze technologie ziet volledig af van het gebruik van kunstmatige koelmiddelen die verantwoordelijk zijn voor de aantasting van de ozonlaag en gebruikt een veel eenvoudiger systeem met een lagere productiekost. De koeler die werd ontwikkeld door de Vaudois kan heel goed de conventionele systemen vervangen zoals die te vinden zijn in koelkasten, airconditioners voor gebouwen of voertuigen, industriële koelinstallaties en warmtepompen.
[ PRIMAIRE ENERGIE ]
Terug naar kolen Volgens een bericht van de Financial Times wijzen de verwachtingen van Alstom, Siemens en General Electric er op dat in de loop van de volgende jaren kolen zullen terugkomen als de meest geliefde brandstof van elektriciteitsproducenten. Verschillende factoren verklaren die heropleving. Volgens Jean-Pascal Bouillon, woordvoeder van Electrabel, “blijft de prijs van kolen stabieler dan die van gas. Op een bepaald moment klom die kolenprijs met 50 %, maar nu staat hij praktisch op hetzelfde niveau als twee jaar geleden. In diezelfde periode is de gasprijs verdubbeld”. Die terugkeer van kolen zou ook kunnen worden verklaard door de angst voor een te grote energieafhankelijkheid ten opzichte van de gasproducerende landen, zoals onlangs nog bleek uit het conflict tussen Rusland en Oekraïne. Het grootste ongemak blijft de 50 % bijkomende CO2-emissie per MW die het gebruik van kolen veroorzaakt, zelfs nu de technologische evolutie het thermisch rendement en de milieuefficiëntie in de loop der jaren aanzienlijk verbeterden.
Kunststof, een bron van besparingen? De vereniging van Europese kunststoffenproducenten, PlasticsEurope, heeft zijn steun toegezegd aan de oproep van de Europese Commissie voor een versterking van de inspanningen inzake energie-efficiëntie. Energieoptimalisatie is ook één van de aandachtspunten van PlasticsEurope. In de automobiel- en in de verpakkingssector zorgt het gebruik van lichtere kunststoffen er bijvoorbeeld voor dat brandstof wordt bespaard. In de sectoren bouw en openbare werken verminderen ze de verwarmingskosten aanzienlijk dankzij de isolatie. PlasticsEurope benadrukt dat het gebruik van kunststoffen aanzienlijke energiebesparingen kan opleveren. Zo zorgt 100kg kunststof in de auto voor een daling van het Europees benzineverbruik met ongeveer 12 ton per jaar en voor een daling van de CO2 -emissie met ongeveer 30 miljoen ton. Kunststoffen leveren ook energiebesparingen en lagere CO2- emissies op in woningen: ze kunnen het verbruik van huisbrandolie laten dalen van 20 naar 3 liter per m2 per jaar. De vereniging voegt eraan toe dat niet recyclebare kunststoffen een belangrijke rol kunnen spelen als alternatieve bron voor herwinbare energie. Hun verwarmingswaarde is minstens gelijk aan die van kolen en zorgt voor minder vervuilende emissies.
8 | energymag nr1
06-11 Market Breves nl.indd 8
24/03/06 20:42:20
EUROPA
De Commissie heeft haar nieuwe groenboek gepubliceerd dat het debat opent over de “duurzame, concurrerende en zekere“ energiebevoorrading in Europa. Het doel: de energieafhankelijkheid van de EU verminderen. Als er niets gebeurt zal de import over 20 à 30 jaar oplopen tot 70%. Er worden zes prioritaire domeinen geïdentificeerd, te beginnen met de ontwikkeling van een gemeenschappelijk Europees beleid om de bevoorrading te verzekeren. De EU wil ook de integratie van de interne energiemarkten tegen 2007 voltooien en de concurrentiekracht ervan verzekeren door de oprichting van een netwerk op Europese schaal, geregeld door een Europese operator. Het is geen verrassing dat de weg van energieefficiëntie wordt bevestigd met een doelstelling van een daling met 20% van het verbruik tegen 2020. De EU wil Europa ook naar de wereldtop loodsen in de sector van technologieën en procédés met hoog energierendement en lage CO2-emissie. Verder roept de tekst op om de primaire energiebronnen te diversifiëren en de hernieuwbare energie te stimuleren zodat die 21% bedraagt tegen 2010.
Alternatieve brandstoffen voor transport Om de veiligheid van de energiebevoorrading te verbeteren en de emissie van broeikasgassen te verminderen, heeft de EU als doel gesteld dat 20% van de traditionele brandstoffen (benzine en diesel) voor de wegtransportsector tegen 2020 moeten vervangen zijn door alternatieve brandstoffen. Er zijn drie oplossingen die als veelbelovend worden beschouwd: biobrandstof, aardgas en waterstof.
© EC/ Georges Boulougouris
Een nieuw Groenboek over energie
TERUG NAAR KERNENERGIE? Volgens de voorzitter van de Europese Commissie, José Manuel Durao Barroso, moet de Europese Unie alternatieven ontwikkelen voor fossiele energie om in haar behoefte te voorzien, zonder daarvoor kernenergie uit te sluiten. “De Europese Unie”, zegt hij, “heeft nood aan een meer gecoördineerd energiebeleid dat steunt op de diversificatie van de bronnen, op veiligheid en dat gericht is op de lange termijn. Wij denken een antwoord te vinden door een efficiënter gebruik en de ontwikkeling van milieuvriendelijke alternatieven (…) Geen enkele optie mag worden uitgesloten, zelfs kernenergie niet”, voegde hij eraan toe. Net voordien had ook de Europese Commissaris voor Economische en monetaire Zaken, Joaquin Almunia, gesteld dat de heropstart van de kernenergie niet overwegen gelijk staat met “zelfmoord”, gezien de energieafhankelijkheid van de Europese Unie.
GOEDKEURING VAN DE RICHTLIJN BETREFFENDE ENERGIE-EFFICIËNTIE De richtlijn met betrekking tot de energie-efficiëntie bij eindgebruik en energiediensten werd aangenomen in december 2005. Daarin staat dat de Lidstaten nationale actieplannen moeten opzetten om tijdens de negen volgende jaren een besparing van 1% per jaar van het uiteindelijke energieverbruik te realiseren. De besparingen moeten zowel in de privésector als in de openbare sector gebeuren door middel van een reeks maatregelen gericht op het toenemend gebruik van energiediensten met hoge energie-efficiëntie voor verlichting, verwarming, de productie van warm water, ventilatie en transport. Ze moeten ook mogelijk maken om de penetratie in de markt van producten met hoge energie-efficiëntie te versterken en criteria van energie-efficiëntie integreren bij het toekennen van openbare aanbestedingen. De tekst voorziet gemeenschappelijke definities en nieuwe systemen van certificering voor de leveranciers van energiediensten, een betere informatie van de consument en een verbetering van de opnemingen en facturering.
ONDERZOEK NAAR HERNIEUWBARE ENERGIE: NOG EEN INSPANNING In een rapport getiteld “Hernieuwbare Energie: prioriteiten voor Onderzoek en Ontwikkeling”, beveelt het International Energy Agency (IEA) aan om de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling naar hernieuwbare energie op te trekken. Volgens Claude Mandil, uitvoerend directeur van het IEA, vertegenwoordigen de inspanningen die de lidstaten leveren inzake windkracht, zonne-energie, geothermie en hydro-elektriciteit minder dan 8% van hun totale onderzoeksbudget voor de energiesector. Volgens het rapport zouden ze hun uitgaven voor onderzoek naar hernieuwbare energie hebben verhoogd net na de eerste oliecrisis in de jaren 70. Na een piek in 1980 waren de budgetten tegen 1987 echter met twee derde gezakt ten opzichte van het niveau in 1980 en sindsdien zijn ze stabiel gebleven.
NIEUWE RICHTLIJN VOOR VOORSCHAKELAPPARATUUR Europa wil haar energieverbruik verminderen en in die optiek elimineert de richtlijn 2000/55/ CE progressief de voorschakelapparatuur voor de fluorescentielampen die het meeste energie verbruiken en de verlichtingsarmaturen waarin ze zijn geplaatst. Na de uitsluiting in 2001 van de grootste “energievreters” van energieklasse “D”, is het sinds 21 november laatstleden verboden om ferromagnetische voorschakelapparatuur met merk “C” te verkopen en uiteraard, de verlichtingsarmaturen die ermee zijn uitgerust (Cfr. artikels 2, 3 en 5 van decreet nr. 2001/1131 van 28 november 2001), om zo plaats te maken voor producten met een betere energie-efficiëntie. De voorschakelapparatuur die nog wel is toegestaan is te herkennen aan de merktekens volgens de 5 verbruiksklassen: B2, B1, A3, A2, A1. De mogelijke energiebesparing loopt op tot 60% in vergelijking met het energieverbruik van ferromagnetische voorschakelapparatuur.
nr1 energymag | 9
06-11 Market Breves nl.indd 9
24/03/06 20:42:33
in het kort [ BIOMASSA ]
Electrawinds bouwt eerste biomassacentrale in Vlaanderen Electrawinds, de grootste producent van groene energie in Vlaanderen heeft zopas een stedenbouwkundige vergunning gekregen voor de bouw van een biomassacentrale nabij Oostende, waar bijna 200.000 ton afval zal worden gebruikt voor de productie van elektriciteit. In samenwerking met Vyncke zal Electrawinds drie centrales bouwen die met elkaar verbonden zijn. De voorziene investering bedraagt 50 à 60 miljoen euro en zal een vijftigtal banen opleveren. [ WINDKRACHT ]
Twee windmolens te Puurs Enkele weken geleden heeft Aspiravi in Puurs langs de A12 de installatie van haar 46ste en 47ste windturbines afgerond. Beide windmolens staan op een betonnen sokkel van 70 ton en reiken 140 meter hoog. Ze bieden beide een capaciteit van 2 MW, wat moet volstaan voor het elektriciteitsverbruik van zo’n 2.250 gezinnen of ongeveer 7.200.000 kWh per jaar. De investering voor het totale project bedroeg 5 miljoen ¤.
[ WARMTEKRACHTKOPPELING ]
Een houtcentrale te Gedinne De gemeente Gedinne krijgt er binnenkort een centrale voor warmtekrachtkoppeling bij. Het gemeentebestuur heeft net de bedrijven aangewezen die de centrale mogen bouwen. Die zal bestaan uit vier modules: de opslagtank voor het hout, een gasgenerator, de gaswasser en het stroomaggregaat van de warmtekrachtkoppeling. De werking op vol vermogen gedurende 4500 uur per jaar zal 1350 MWh elektriciteit opleveren, wat volstaat voor het verbruik van 450 gezinnen. De vrijgekomen warmte zal even groot zijn als die bij de verbranding van 275 000 liter stookolie. Het houtverbruik zal jaarlijks zo’n 1100 ton droog hout bedragen.
PORTRET
VITO: originele oplossingen Vito is gespecialiseerd in originele producten en technieken voor energiebeheer en past die toe op het terrein. Aan de basis liggen het behoud van het leefmilieu en duurzame ontwikkeling. Een ontmoeting. U zoekt een onafhankelijke onderzoeksorganisatie actief in, onder meer, het domein van de energie? De zowat 500 medewerkers van Vito geven advies en bieden praktische oplossingen aan privé-bedrijven en gewestelijke, federale en Europese overheden. In de energiesector zijn de belangrijkste activiteiten het gebruik van waterstof en brandstofcellen, de ondergrondse opslag van koude en warmte en besparingen bij de voertuigenvloot.
Speerpunt Waterstof en brandstofcellen vormen de speerpunten van Vito. Waterstof dat wordt geproduceerd met behulp van hernieuwbare energiebronnen (wind, zon, water, biomassa) kan worden omgezet in elektriciteit, dankzij brandstofcellen en dat zonder schadelijke emissie of excessief geluid. Vito werkt samen met fabrikanten om hun producten te optimaliseren, voornamelijk met als doel de productiekost te verminderen. Beter nog, in samenwerking met industriële partners ontwikkelt het systemen waarbij brandstofcellen zijn geintegreerd en vindt het nieuwe componenten en procédés uit. Zo hebben de onderzoekers CelSense ontwikkeld, een goedkoop en efficiënt systeem voor het meten van de spanning in brandstofcellen. Door interne knowhow te koppelen aan de meest moderne uitrustingen, kan deze organisatie de toepassing van zijn originele ideeën testen.
Er zit muziek in de grond Ondergrondse opslag van koude en warmte vormt een duurzame energietechniek die onder meer toepassingen vindt in de bouwsector. In de zomer wordt de overtollige warmte in de
grond opgeslagen (afkoeling), om in koudere periodes te worden gerecupereerd als hulp voor de verwarming van het gebouw. Vito coördineert en leidt deze projecten in nauwe samenwerking met ingenieursbureaus, van de haalbaarheidsanalyse tot en met de realisatie en opvolging van het project. Om de geschikte dimensie te bepalen van dergelijke installaties beschikt Vito over een uniek meetvoertuig dat de bodemkenmerken peilt. Op dit ogenblik worden deze energietechnieken gebruikt in de verzorgings- en gezondheidssector.
Energieadvies Betrouwbare metingen zorgen ervoor dat men een precies idee kan krijgen en beslissingen kan nemen met kennis van zaken. Vito heeft veel ervaring verworven in dit domein. Om te bepalen of een oplossing economisch en technisch haalbaar is, kunnen specifieke tests en simulaties worden uitgevoerd in het thermotechnisch laboratorium.
Vlootbeheer Maar daar blijft het niet bij. Vito analyseert ook de milieuprestatie van wagenparken, stelt verbeteringen voor en steunt de doorvoering daarvan. Zijn knowhow heeft voornamelijk betrekking op energieopslag, hybride motoren en gegevenscommunicatie. De stad Gent is er zo in geslaagd om aanzienlijk te besparen op de werkingskost van haar voertuigen. Vito beperkt zich niet tot de tussenkomst bij het beheer, maar heeft waardevolle ervaring opgedaan die van nut kan zijn voor bussen, vrachtwagens en terreinvoertuigen. Zo heeft Vito er bijvoorbeeld voor gepleit dat Luxbus, het Luxemburgse transportbedrijf, opnieuw zou opteren voor hybride autobussen. Onderzoek, analyse, advies en toepassing… Bij elke etappe van een proces gericht op een beter energiebeheer kan de ervaring van Vito waardevol zijn voor iedereen die op zoek is naar een onafhankelijke organisatie.
10 | energymag nr1
06-11 Market Breves nl.indd 10
24/03/06 20:43:10
BELGIË
Volgens het onderzoek van het ICEDD naar het potentieel van warmtekrachtkoppeling in het Waalse en Brusselse Gewest is het economisch “rendabel” om het huidig geïnstalleerd elektriciteitsvermogen te verdubbelen, wat neerkomt op 430 MWé (waarvan 110 MWé voor het Brussels Gewest). Onder rendabel moet men begrijpen dat de eenheden voor warmtekrachtkoppeling een return on investment hebben van minder dan 3 jaar in de industrie en minder dan 5 jaar in de dienstensector. Van alle vestigingen waarvan het ICEDD het energieverbruik kent, kunnen bijna 1350 nog een rendabele warmtekrachtkoppeling installeren en meestal zijn dat bovendien de grootste energieverbruikers. Het concretiseren van dit programma impliceert een investering van zo’n 300 miljoen €, maar de betrokken vestigingen kunnen een jaarlijkse totale nettowinst realiseren van 150 miljoen €. Bovendien kunnen ze zo - als alle installaties op aardgas werken - enkel voor Wallonië alleen al de uitstoot vermijden van 414 000 ton CO2 per jaar, of het equivalent van 0,75% van de emissie van 1990.
Cijfer van de maand
7% der
min energie 7% minder energie per hectoliter bier In zijn laatste milieurapport noteert brouwer Inbev dat hij in drie jaar tijd de energie verbruikt per geproduceerde hectoliter bier met 7% heeft verminderd. Een van de grootste consumenten van het land toont zo zijn engagement inzake energie-efficiëntie, een essentieel element om de kosten te doen dalen. Inbev zakte zo naar 74,7 miljoen Gigajoule in 2004 tegenover 75,3 miljoen in 2002. De energiebevoorrading bestaat voornamelijk uit elektriciteit van het net en in mindere mate uit stoom en warmte. Het bedrijf produceert ook elektriciteit, stoom en warmte in eigen installaties, voornamelijk op basis van aardgas. Inbev voert het aandeel van de hernieuwbare energie ook steeds verder op, met inbegrip van biogas en bio-olie,ook al gebeurt dat nog in de marge.
VOLVO GENT KIEST VOOR GROENE ELEKTRICITEIT
NIEUWE LEVERANCIER VOOR ELEKTRICITEIT IN VLAANDEREN
De directie van Volvo heeft besloten om van haar Gentse fabriek Volvo Europa Truck het eerste bedrijf in België te maken zonder CO2emissie. Volvo heeft aangekondigd dat het volledig wil overstappen op groene energie door 50% van de behoefte te produceren met drie windturbines. De rest van de energie wordt geleverd door Electrabel via een biomassacentrale. Een aankondiging die de Vlaamse regering ziet als een goedkeuring van haar energiebeleid. Deze beslissing volgt op een bezoek van minister-president Yves Leterme aan de bedrijfszetel in september laatstleden.
De VREG heeft op 17 januari 2006 een vergunning voor het leveren van elektriciteit via het Vlaamse distributienet toegekend aan Echte Energie België, met maatschappelijke zetel Esperantolaan 10, 8400 Oostende. Echte Energie België is hiermee op dit ogenblik het twintigste bedrijf dat een leveringsvergunning heeft om elektriciteit te leveren via het distributienet in Vlaanderen. Echte Energie België is een leverancier die hernieuwbare energie aanbiedt aan haar afnemers.
5 MILJOEN € VOOR ENERGIE-EFFICIËNTE GEBOUWEN © Photographer lars ardarve
Warmtekrachtkoppeling: doorzetten
SECTORALE OVEREENKOMSTEN: EEN EERSTE BALANS De laatste jaren werden meerdere sectorale overeenkomsten afgesloten tussen de Waalse regering en de voornaamste industriële sectoren om de energie-efficiëntie te verbeteren en de gasemissie die aanleiding geeft tot het broeikaseffect te verminderen. Bij het opmaken van de balans tot 2004 lijkt het er sterk op dat de doelstellingen gehaald worden. Voor alle betrokken sectoren samen is de index van energie-efficiëntie verbeterd met 8,25% in verhouding tot het referentiejaar (1999-2000). Dat resultaat moet worden vergeleken met de doelstelling voor verbetering te behalen tegen 2010-2012, die is bepaald op 11,1%. De index voor de gasemissie met broeikaseffect is verbeterd met 9,5% (vastgelegde doelstelling: 11,7%).
De Waalse minister voor Energie heeft besloten om het eerste mobiliserend programma inzake O&O Energie van het marshallplan te wijden aan het thema van de energie-efficiëntie van gebouwen. Binnen het kader van het marshallplan voor Wallonië zal dit programma prioriteit geven aan onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten en zelfs aan demonstraties die het dichtst bij de markt staan en berusten op partnerships tussen universiteiten, hogescholen, collectieve onderzoekscentra en bedrijven.
MEER DAN 700 PV-INSTALLATIES ERKEND Het aantal PV-installaties in Vlaanderen dat in aanmerking komt voor groenestroomcertificaten stijgt voor het eerst boven 700. De meeste van deze installaties hebben een piekvermogen van 1 à 2 kW, overeenkomend met een oppervlakte van 10 à 20 m2. Naar verwachting zal de aanpassing van het steunmechanisme vanaf begin 2006 (minder investeringssteun, gecompenseerd door een hogere productiesteun met een certificaatwaarde van 450 €) leiden tot een geringere toename van het aantal installaties. De eenheidsgrootte per installatie zal anderzijds wel toenemen.
7 MILJOEN € VOOR HET MIP De ministers Moerman en Peeters hebben de start gegeven voor het Milieu-Innovatie-Platform (MIP). Dat platform moet de ontwikkeling van efficiënte milieu- en energietechnologieen in Vlaanderen stimuleren. Het is een sector die een sleutelrol speelt in de economische ontwikkeling in Europa, maar ook in de hele wereld. Voor de periode 2006-2009 heeft de Vlaamse regering een budget voorzien van 7 miljoen €.
© S.O.L.I.D. / ESTIF
nr1 energymag | 11
06-11 Market Breves nl.indd 11
24/03/06 20:43:16
energy markets
MARKET | TRENDS
Overview january 2005 - february 2006. Outlook for march 2006. Olie Evolutie van de oliemarkten: Gedurende de laatste 14 maanden heeft de grote vraag van opkomende groeilanden (China en India) de prijs van alle grondstoffen doen stijgen. Bovendien is de olieproductie in Irak ver beneden het vooroorlogse peil en is het land nog altijd uiterst onstabiel. Andere geopolitieke problemen die hebben bijgedragen tot het hoog houden van de prijzen: de onophoudelijke aanvallen van de rebellen in Nigeria en het nucleaire geschil met Iran. Vooruitzichten voor de oliemarkten: Spot prices for Brent oil, 2005-2006 De olieprijzen kunnen blijven dalen dankzij de stijging van de voorraden in de U.S.A. waardoor de bezorgdheid betreffende de malaise in Nigeria en een mogelijke onderbreking van de Iraanse export afneemt. De markt is echter afwachtend. Iran lijkt een akkoord te hebben afgesloten met Rusland betreffen de verrijking van uranium. Op 6 maart vergaderde het IAEA om te beslissen over eventuele sancties voor Iran.
Gas Evolutie van de gasmarkten: Gas is een vervangproduct voor zware olie voor de productie van elektriciteit, dus zijn de gasprijzen sterk verbonden aan de olieprijzen. De prijzen voor het Europese gas zijn erg instabiel sinds ze afhangen van de Britse prijs (UK). Die laatste kan klimmen als de temperaturen lager zijn dan het seizoensgemiddelde. Bovendien kende Rusland, dat 40% van het Europese gas levert, eind 2005 en begin 2006 leveringsproblemen. Zodra dat probleem was opgelost begin februari, zijn de prijzen weer gezakt.
Gas prices at Zeebrugge, 2005-2006: one month,
one year ahead Vooruitzichten voor de gasmarkten: Traditioneel dalen de prijzen in de lente. Als het Verenigd Koninkrijk en Rusland (de grootste verbruiker en exporteur) niet krijgen af te rekenen met koudefronten, zou die dalende trend moeten bevestigd worden.
Elektriciteit Evolutie van de elektriciteitsmarkten: Sinds de zomer van 2005 heeft de toegenomen instabiliteit op de olie- en gasmarkten alle contracten de hoogte in gestuwd. De meeste elektriciteitscontracten zijn gebaseerd op de prijs van Brent, en stijgen dus mee. Vooruitzichten voor de elektriciteitsmarkten: Men verwacht dat de prijzen op dat niveau behouden blijven, volgens de instabiliteit van Brent en de gasprijzen. Belgian electricity prices 2005-2006: one month ahead, one year ahead
Kolen Evolutie van de kolenmarkten: De markt is officieel gestart op 1 januari 2005. Omwille van een gebrek aan liquiditeit en de intrede van nieuwe deelnemers (veel bedrijven kregen gratis certificaten van de regering), zijn de prijzen van de eerste maand niet relevant. Een periode van droogte in Zuid-Europa tijdens de zomer van 2005 en de stijgende gasprijzen van de herfst tot nu, hebben bijgedragen tot een prijsstijging van meer dan 300%. De prijzen zijn zeer afhankelijk van het verschil tussen de koers voor kolen en die voor gas en heel gevoelig voor elke wijziging van de Europese richtlijnen terzake die steeds verder worden ontwikkeld.
Carbon prices March 2005-February 2006 for Q2 2006
Vooruitzichten voor de kolenmarkten: De prijzen worden voornamelijk bepaald door de gasprijs in het Verenigd Koninkrijk en de elektriciteitsprijs in Duitsland, waar vooral kolen worden gebruikt voor de productie ervan. Elke wetgevende wijziging op Europees niveau (EU) kan bovendien de instabiliteit van de markt doen toenemen.
12 | energymag nr1
12-13 GFE nl.indd 12
24/03/06 20:40:11
TRENDS | MARKET
Market focus Is de vrijmaking van de markt de reden dat de elektriciteitsprijs overal in Europa de neiging heeft te stijgen? Gedurende de laatste 14 maanden zijn de elektriciteitsprijzen in heel Europa gestegen. Tussen januari 2005 en februari 2006 zijn ze praktisch verdubbeld.
Spot prices for Brent oil, February 2006
Prices at Zeebrugge, February 2006: one month, one year ahead
Belgian Electricity prices Jan-February 2006: March 06 Call-07, Call-08
De belangrijkste factor die de elektriciteitsprijs beïnvloedt is de koers van de Brent, die ook al verdubbeld is in diezelfde periode, van 30 $/barrel tot 60-65 $/barrel. De Brent zou dus aan de oorsprong liggen van deze prijsstijging. Is dat wel zo? Petroleum draagt slechts minimaal bij tot de productie van elektriciteit in de 4 betrokken landen. Afgezien van Nederland, waar de elektriciteitsproductie bijna voor 100% gebaseerd is op aardgas (waarvan de prijs direct gekoppeld is aan die van de olie), wordt in België 60% van de elektriciteit opgewekt door kernenergie. In Frankrijk is dat 85% en in Duitsland 35% (de rest wordt voornamelijk geproduceerd op basis van kolen waarvan de prijs constant is gebleven rond de 60 $/ton). De prijs van de nucleaire brandstof is inderdaad verdubbeld (de U308 steeg van 21 tot 38 $), maar die leidt maar tot een stijging van de productiekosten van maximum 3 à 4% (!) (in een kerncentrale komen de kosten voornamelijk van de oorspronkelijke investering, het onderhoud en de opwerking van het Electricity prices in Europe, 2005-2006: Belgium, nucleair afval). Toch is The Netherlands, France, Germany er een zekere prijzenconvergentie (zie grafiek rechts), maar naar boven toe: de prijzen in Frankrijk hebben die van de Belgische markt ingehaald en nu weerspiegelen ze elkaar. Wat moeten we daaruit onthouden? Dat de financiële managers niet meer naar hun energiefactuur kunnen kijken als een Electricity prices in Europe, February 2006: vaste kost. En morgen Belgium, The Netherlands, France, Germany nog minder. De energierisico’s moeten vandaag de dag dynamisch worden beheerd, zoals dat al heel lang geval is voor wisselkoersrisico’s. Jammer genoeg is een dergelijke taak veel gecompliceerder en kan die niet door een bank worden uitgevoerd. Hoe tewerk gaan? Op korte termijn is het van groot belang te beslissen welk(e) elektriciteitscontract(en) wordt/worden gekocht en wanneer. Op middellange termijn heeft de onderneming er alle belang bij om een bevoorradingsstrategie te kiezen die op 6 punten kan worden gedefinieerd: 1) een risicoprofiel definiëren 2) de verwachte returns bepalen in functie van het risicoprofiel 3) een risicogrens en de begeleidende procedures vastleggen 4) zijn energieportefeuille actief beheren 5) de backoffice en de risicocontrole integreren 6) zijn portefeuille laten evolueren. Op lange termijn zal noodzakelijk zijn om de wijze van elektriciteitsproductie aan te passen (bijvoorbeeld, overstappen van petroleumgas op aardgas).
Carbon prices February 2006 for Q2 2006
ENERGY MANAGEMENT
Deze indicatorbladzijden en de commentaar werden gerealiseerd in samenwerking met GfE Energy Management.
nr1 energymag | 13
12-13 GFE nl.indd 13
24/03/06 20:40:18
MARKET | FOCUS
Aankoop & beheer van energie
Een vak dat zich ontwikkelt en complexer wordt Door de tientallen jaren monopolie zijn we het vergeten: ook over de energieprijs wordt onderhandeld, net zoals dat het geval is voor elk ander product. Met dit verschil dat het een vak apart is geworden dat zich verder heeft ontwikkeld sinds de vrijmaking van de markt: adviseur inzake aankoop en beheer van energie.
Omdat ze zo vaak hebben gehoord dat het de personeelskosten zijn die de financiën van een bedrijf loodzwaar belasten, zijn de bazen lange tijd vergeten dat ze ook aanzienlijk kunnen besparen op andere posten, zoals op de energieprijs, voornamelijk die voor elektriciteit en gas. Het beheer van de energiekosten is een belangrijk element voor de competitiviteit. Prijsstijging Het doel van elke vrijmaking van een markt in de zin van een echte concurrentie tussen verschillende operators, is de prijs van het product of de dienst te laten dalen. Het minste wat we kunnen schrijven is dat, wat de energie betreft, het doel niet bereikt is. In het begin hebben sommigen nog gebruik kunnen maken
van uitzonderlijke voorwaarden - tijdelijk weliswaar - die de nieuwe leveranciers moesten toestaan om een plaatsje te veroveren op de Belgische markt. Omwille van conjuncturele en structurele redenen zijn de prijzen voor elektriciteit in iets meer dan een jaar aanzienlijk gestegen, terwijl die voor gas stabieler zijn gebleven (zie onze rubriek Indicatoren). Elke actor heeft zijn winstmarge genomen, de droogte zorgde voor een lager rendement van de hydro-elektrische productie, de politieke overheden zegden niet duidelijk of ze wilden verdergaan op de ingeslagen weg van de sluiting van de kerncentrales… Kortom, heel wat factoren hebben een rol gespeeld op de elektriciteitsmarkt en niets laat vermoeden dat het in de toekomst anders zal zijn. Ook
op het vlak van gas ontstaat er enige ongerustheid bij de bazen over de effecten van de fusie van Suez met Gaz de France op de prijzen de volgende maanden. Reden temeer om stevig te onderhandelen, niet enkel over de prijs van de elektriciteit en het gas, maar ook over de bijkomende diensten die worden aangeboden door de operators. Financiële markt De meeste “in aanmerking komende” professionele klanten hebben zich afgevraagd hoe ze hun weg nog konden vinden op die nieuwe markt, toen ze de brief ontvingen waarin hen werd meegedeeld dat ze voortaan mochten kiezen uit meerdere leveranciers. Door de prijsoffertes te vergelijken? Dat is een kortetermijnvisie. De meeste bedrijven zijn trouwens om te beginnen bij hun vertrouwde leverancier gebleven, ontmoedigd door de complexiteit van de tarieven die hen werden beloofd. De energiemarkt is trouwens voornamelijk een financiële markt geworden. Men kan vandaag elektriciteit kopen die pas over twee jaar wordt geleverd om gebruik te maken van een aanbieding of om te anticiperen op zijn behoefte. Kortom, men moet beschikken over verregaande deskundigheid om te weten wanneer het juiste moment is om te kopen bij de juiste leverancier. Er zijn bedrijven die er zich in hebben gespecialiseerd. Zelfs de historische leverancier Electrabel heeft een tradingactiviteit ontwikkeld om zijn klanten energie aan te bieden tegen de beste prijzen. Een financiële markt die per definitie volatiel en instabiel is, zorgt ervoor dat een grote verbruiker er alle belang bij heeft om de risico’s te beperken door energie te laten leveren door verschillende operators en door op verschillende momenten te kopen, naargelang de diverse criteria inzake dekking en veiligheid van de bevoorrading. Verbruikprofiel De kostprijs van energie bestaat uit de prijs van het product (elektriciteit of gas),
14 | energymag nr1
14-15 Deregulation nl.indd 14
24/03/06 20:53:46
FOCUS | MARKET de prijs van het transport, de prijs voor de distributie en de gewestelijke en federale belastingen. Enkel de eerste van deze vier elementen is volledig vrijgemaakt en bijgevolg kan enkel daarover worden onderhandeld, wat overeenkomt met 30 à 40 % van de totale prijs. De uiteindelijke prijs betaald door de consument in een vrijgemaakte markt wordt bepaald door verschillende parameters. Uiteraard is er het volume, het profiel (daluren/uren van hoog tarief, regelmatigheid van afname, verbruikspieken per kwartier…), maar ook het ogenblik van de aankoop en de lokalisatie. Een klant in Antwerpen betaalt niet evenveel als een klant in Luik. Het onderhandelen over de prijs was slechts een eerste stap. De energieadviseurs stellen voor om elke factuur grondig uit te kammen om te zien om de bepalingen van de overeenkomst werden nageleefd de transportkosten correct werden doorberekend, of de belastingen juist werden berekend… Er gebeuren nogal wat vergissingen. Energieaudit Een goede onderhandeling begint met een precieze analyse van het verbruik
van de onderneming, om de vinger te leggen op alle factoren die de factuur de hoogte in stuwen en om op basis daarvan te onderhandelen over de leveringsovereenkomst. Een goede prijs bekomen, getuigt van de
Energy pooling
|
capaciteit van de aankoopdienst of de consultant om bekwaam te onderhandelen. Toch mag men niet vergeten dat de beste prijs die is, die men niet betaalt door het besparen van energie. p Didier Seghin
Eendracht maakt macht
Een van de meest efficiënte argumenten om een voordelige prijs te verkrijgen, bestaat uit het spelen op volume. Hoe meer men afneemt, hoe groter de korting. Dat is een nadeel voor de KMO’s die niet in de hoogste klasse spelen. Vandaar het idee om aankoopgroepen te vormen die meerdere KMO’s en KMI uit verschillende sectoren groepeert en zo een eenvormig front vormen ten opzichte van de leveranciers. De Kamers van Koophandel van Luik en Verviers in Wallonië waren de eersten om een dergelijke aankoopgroep op te richten en bevestigen dat ze een korting van 7,8 % kregen voor de elektriciteit en van 10 % voor het gas ten gunste van de bedrijven van de streek die zijn aangesloten. Als deskundige gemandateerd om te onderhandelen werd gekozen voor een bedrijf uit Thimister: Siemat Energy. Het systeem is slechts rendabel vanaf een zekere consumptiedrempel - die in dit geval werd vastgelegd op 150 MWh/jaar voor elektriciteit en op 600 Mwh/jaar voor gas - om de kostprijs van de diensten van de deskundige af te schrijven. Aan het einde van de onderhandelingen, ondertekent elke onderneming apart een individueel contract met de leverancier. Vermits de verbruiksprofielen van een bouwbedrijf en een onderneming uit de levensmiddelenindustrie verschillen, zou het niet correct zijn dat ze allemaal hetzelfde tarief betalen. Om het duidelijk te stellen, de globale korting wordt verdeeld tussen de bedrijven van de inkooporganisatie. Een ander voordeel is dat de baas van een KMO niet altijd zin en tijd heeft om zich met dergelijke onderhandelingen bezig te houden en op deze manier kan bogen op een gemandateerde deskundige die, als enige gesprekpartner, in staat is om snelle beslissingen te nemen inzake de aankoop van energie.
(Projectleider Energy Pooling) “Het originele aan het concept “Energy Pooling” is de vermindering van de energiekosten voor bedrijven door tegelijkertijd in te grijpen op de prijs voor levering en verbruik van energie. Het project, gestart in de CCI van Luik - Verviers, is nu uitgebreid tot alle Waalse Kamers van Koophandel.”
nr1 energymag | 15
14-15 Deregulation nl.indd 15
24/03/06 20:54:54
MANAGEMENT | ENERGY MONITORING
Energiebeheer
Schakel in een hogere versnelling! Nog niet zo lang geleden hield een bedrijf als Belgacom haar energieboekhouding bij in een Excelblad. Met een energierekening van zo’n 25 miljoen € per jaar kan dat belachelijk lijken. Toch moeten we er niet om lachen. Heel wat bedrijven en organisaties zitten nog in dat stadium of zijn zelfs nog niet zover.
U wilt uw energiefactuur snel en sterk verminderen? Wis uw spreadsheet en stap over op EMS (Energy Management Systems). Deze oplossingen voor energiebeheer zijn vandaag de dag al even betaalbaar als efficiënt. Snel rendabel, ook. Een kijk op
Meten om te optimaliseren Slechts weinig bedrijven hebben een globaal en automatisch energiebeheer geïnstalleerd. Toch kan de energiefactuur met 5 à 15% worden verminderd, gewoon door een boekhouding bij te houden van de energie en fluïdum. Het controleren van het reële verbruik en tegelijkertijd het definiëren van de gebruiksniveaus zijn hefbomen om de kosten te laten zakken. Weten waar, wanneer, hoe en hoeveel energie wordt verbruikt, is de basis om in te grijpen en het verbruik te optimaliseren. Anderzijds heeft de vrijmaking van de markt een nieuwe dimensie toegevoegd: om een betere prijs los te krijgen van een energieleverancier moet u uw verbruiksprofiel kennen en beheersen. Voor dat beheer zijn precieze en steeds terugkerende gegevens noodzakelijk. Bovendien moet in real time worden ingespeeld op dalingen en stijgingen van het verbruik. EMS zijn beheersoplossingen voor energie en fluïdum en beantwoorden aan deze dubbele behoefte. Nu is er ook een betaalbar evolutief aanbod, aangepast aan het
de inzet en de marktspelers. budget van de bedrijven, ook die met een meer bescheiden omvang. Bovendien zijn ze snel afgeschreven dankzij de gerealiseerde besparingen. Energy Management Systems Kort gezegd, doet EMS een beroep op digitale apparatuur voor de verwerving van metingen (bijvoorbeeld een intelligente deelmeter) die voor de gelegenheid op de verbruikssites zijn geïnstalleerd of er doorlopend aanwezig zijn. Die gegevens worden doorgestuurd naar een programma dat zorgt voor de verwerking ervan. Naargelang het uitrustings- of automatiseringsniveau van een site kan dit type oplossing gevoed worden met de informatie aanwezig in de supervisieprogramma’s of het GTB (Gecentraliseerd Technisch Beheer). In het tegengestelde geval kan het systeem direct informatie inwinnen bij de meters of submeters door middel van
Te onthouden v De plaatsing van een EMS (Energy Management System) maakt een energiebesparing mogelijk van 5 à 15%. v De keuze van een oplossing hangt af van diverse criteria: beheer van één of meerdere energiebronnen/fluïdum, op één of meerdere sites, voor de dienstensector of de industrie? Maar ook van uw intern deskundigheidsniveau. De optie huren/service kan geschikter zijn. v De drie gewesten geven subsidies ten belope van 50% voor het plaatsen van dergelijke hulpmiddelen (energieboekhouding). Twee voorwaarden: voldoen aan een bestek en kiezen voor een EMS (gewoon de gegevens van energieverbruik compileren geldt niet als een energieboekhouding waarvoor subsidies gegeven worden).
afstandsmeting. Het gebruiken van autonome systemen voor de verwerving van gegevens biedt ook de gelegenheid om de tellingen, de metingen (temperaturen, debiet, enz…) en de werkingstoestanden van de machines (werking/stilstand) te recupereren, ook op afgezonderde plaatsen. Op die manier krijgt men een dynamische gegevensbank die zal worden gebruikt om statistieken, verslagen en balansen op te stellen die noodzakelijk zijn voor het nemen van beslissingen en corrigerende acties. Daartoe beschikken de beheersystemen over specifieke analysefuncties, waaronder het beheer van de contracten en facturen, de visualisatie van de tellingen in de vorm van curven, met glijdend gemiddelde, enz. Ook kruisanalyses en vergelijkende analyses, de berekening van de verbruiksratio’s in verhouding tot invloedrijke factoren (oppervlak, volume, aantal werknemers, aantal gebruikers, geproduceerde hoeveelheden, enz.) horen daarbij. Via websites zijn periodieke verslagen beschikbaar binnen het kader van een selectieve informatiedistributie. Alarmsignalen bij afwijkingen worden met e-mail, met een gesproken bericht of per sms doorgestuurd. Analyses kunnen vooraf worden geconfigureerd of online worden gecreëerd zodat die stipt kunnen gebeuren. Kortom, er zijn heel wat functies mogelijk. We willen hier geen uitgebreide lijst opgeven, maar gewoon het belang onderstrepen van het hulpmiddel voor de verantwoordelijken belast met
18 | energymag nr1
16-17 Compta nl.indd 18
24/03/06 20:37:01
ENERGY MONITORING | MANAGEMENT
© Aldo Laufer
Een energiebeheersysteem kopen of huren?
de optimalisering van het verbruik of de deskundigen die de onderneming moeten adviseren.
“Alles hangt af van uw interne resources”, legt Tanguy Detroz van Dapesco uit. Als u het moeilijk hebt om de mogelijkheden voor de optimalisering van uw energieaankopen te omschrijven, om uw verbruik te beheren of te verminderen, is huren beter. De meeste marktspelers bieden inderdaad een dienstenformule aan in de vorm van een maandabonnement. Zo kunnen klanten tegen een aantrekkelijke prijs genieten van een energiebeheersysteem en de bijhorende diensten. In dit geval brengt de dienstenleverancier het systeem onder op een beveiligde website en hij zorgt voor alles: de inzameling van de tellingen en subtellingen van een site of een groep sites, de analyse van de gegevens van elk meetpunt door doorgewinterde deskundigen, de uitgifte van gedetailleerde verslagen vergezeld van tips voor het optimaliseren. Het voordeel: u beheerst de kost en uw contract is beperkt in de tijd met de mogelijkheid om het op te zeggen. “Deze optie voldoet aan de verwachtingen van heel wat klanten die niet de deskundigheid en vereiste resources hebben voor het opstellen van een energiebeheerplan. Ook een voordeel is dat er geen zware investering noodzakelijk is en er geen onderhoudskosten zijn”, gaat Tanguy Detroz verder. Daar staat tegenover dat u kunt opteren voor aankoop als u beschikt over de reeds gedigitaliseerde installaties en de geschikte deskundigheid. Op dat ogenblik beheert u uw systeem met behoud van de mogelijkheid om regelmatig een beroep te doen op externe deskundigen.
en om het energieverbruik te beheren en zo de vraag te controleren. Bovendien controleert het netwerk de kwaliteit van de energie (meer bepaald de harmoniDe verwachte winst schen, in het bijzonder de onderspanHet doel is duidelijk: winsten genereren ning) om zo de efficiëntie en betrouw(directe en indirecte) en een analytisch baarheid van de uitrusting te verbeteren beheer van het verbruik (nieuwe facop fabrieksschaal”, verklaart Jan Van de turering, kosBergh, Energy tenverdeling “In twee jaar tijd is Delhaize Manager bij per centrum) Le Lion erin geslaagd om Inbev. Resulrealiseren. De het verbruiksvolume (kWh) taat? Door het besparingen optimaliseren met 6% te verminderen nemen diverse van deze provormen aan: de dankzij het actief monitoren cessen heeft installaties corbrouwer in van de verkooppunten.” de rect dimensiodrie jaar tijd neren in functie van het verbruiksprofiel, de energie nodig voor het brouwen van de leverancierscontracten optimaliseren een hectoliter bier met 7% verminderd. evenals de productie van fluïdum of het Nog een voorbeeld: de groep Delhaize. verbruik ervan, de energie-efficiëntie van Tussen 1996 en 2003 steeg het energiede installaties verbeteren, het energieverbruik (kWh) jaarlijks met 3 à 5%. In beheer centraliseren, enz. Het is precies 2004 stabiliseerde het op het niveau van om die besparingen te identificeren en te 2003. In 2005 zakte het met 3%. Een dakwantificeren dat een EMS belangrijk is. ling van bijna 6% in drie jaar, terwijl het Nadien volgen de corrigerende acties. De aantal actieve warenhuizen in die periresultaten lonen! De Leuvense brouwer ode is toegenomen. Aan de basis van dit Inbev Belgium koos voor het systeem ION resultaat: de implementatie van de EMIS van de wereldleider Power Measurevan Dapesco. ment. “Dankzij het ION-netwerk konden wij alle kosten vergelijken, de uitgaven De marktspelers? per afdeling nagaan en de facturen van Er bestaan diverse systemen en formuonze energieleveranciers controleren. les naast elkaar. Voor gebouwen bieden de meeste grote marktspelers van Voor elke afdeling konden we belastingsautomatisering een eigen programma profielen creëren om het gebruik van de aan. Bij Siemens heet het EMC (Energy ene maand met de andere te vergelijken
Monitoring & Controlling) bij Honeywell is het Energy Manager, Power Logic bij Schneider en sinds kort ION door de overname vorig jaar van Power Measurement. Ze kunnen worden gekoppeld met GTB en sommige programma’s zijn beschikbaar in ASP huurversie (zie kaderstuk). Er zijn ook plaatselijke en gespecialiseerde medespelers op deze markt. Te beginnen met het Kortrijkse bedrijf Energy ICT dat met zijn EIS-aanbod ongetwijfeld het verst gevorderd is in dit domein. Nieuwer op de markt is het Leuvense Dapesco, dat ook een aanzienlijk succes kent met zijn EMIS-aanbod dat gericht is op meerdere sites en prestigieuze klanten zoals Delhaize of de Groep Accor. Voor de industriële sector is er EPS Coach van Econotec & Knowlt, waarvan het Waals Gewest de rechten heeft verworven om het beschikbaar te stellen van de plaatselijke industriëlen. Er zijn ook nog andere medespelers op de markt, zoals de leveranciers van diverse technieken en diensten. We vermelden Axima Services, aandeelhouder in gelijke delen met de groep TPF in ABES Engineering. Die laatste, specialist inzake afstandsmeting van energie, gebruikt het programma van ICT Energy en heeft een volledig dienstenaanbod, met inbegrip van installatie, opvolging, expertise en beveiligde server. Het bedrijf heeft momenteel een honderdtal permanente klanten. p Jean-François Marchand nr1 energymag | 19
16-17 Compta nl.indd 19
24/03/06 20:37:08
MANAGEMENT | PROCESS
Regeling van pompen, ventilators of compressors
ETR verbetert uw rendement gemiddeld met 25% Maak de juiste keuze om uw pompen, ventilators of compressors te regelen: vergeet de regelkleppen en recirculatielijnen en kies voor de ETR (Elektronische Toerentalregelaar), een efficiënte oplossing die haar deugdelijkheid heeft bewezen. U kunt er uw elektriciteitsverbruik aanzienlijk mee intomen en de return on investment bedraagt vaak minder dan twee jaar. © Fabricom GTI 2006
Te onthouden Elektronische toerentalregelaars (ETR) gebruiken diverse technologieën naargelang het type elektrische motor waaraan ze worden gekoppeld en maken het mogelijk om de snelheid of het koppel van die motoren te controleren en te besturen, ongeacht de belasting. Die bieden het voordeel, onder meer, dat ze grote energiewinsten opleveren en soepel zijn in het gebruik. Het programma Sinasave van Siemens stelt u in staat om in enkele muisklikken de potentiële besparing te evalueren evenals de return on investment die u kunt realiseren met toerentalregeling in de procesindustrie (zie ons artikel op pagina 42).
“Bent u het type dat remt terwijl u het gaspedaal blijft indrukken?” Met die boutade toont Pierre Fabeck, Commercial Manager bij Fabricom GTI een realiteit aan: in de industrie worden de meeste installaties voor de transfer van vloeistoffen waarvoor een aanpassing van het debiet vereist is, nog geregeld volgens het principe van het kleppenstelsel door hydraulische of elektromechanische systemen die een instelbaar drukverlies veroorzaken, terwijl de machines die ze voeden (pompen, ventilators, compressors) worden aangedreven door elektrische motoren die tegen een constante snelheid draaien en een teveel aan debiet of druk produceren in vergelijking met wat werkelijk noodzakelijk is. Anders gezegd, om het debiet te verminderen, sluit men af, maar de motor blijft op volle toeren draaien. Men mag niet vergeten dat elk drukverlies in een hydraulische kring waarin een vloeistof stroomt een verspilling van vermogen veroorzaakt dat proportioneel is met het product van het debiet door de drukdaling. Het is duidelijk dat zoiets leidt tot verspilling van elektrische energie. Zo is 15 à 20% van het elektrisch vermogen verbruikt in de industrie toe te schrijven aan draaiende machines (compressors, pompen,
blaasinrichtingen, ventilators ,…). Het optimaliseren van deze post verdient dus zeker enige aandacht. Elektronische toerentalregelaar Deze verspilling kan worden vermeden door de motor te voeden via een elektronische toerentalregelaar (ETR) die de snelheid op elk ogenblik aanpast aan het gewenste werkingspunt (debiet-druk).
Het vermogen vereist om een pomp of een ventilator aan te drijven, is proportioneel met de snelheid tot de derde macht (vermogen 3), dus elke vermindering daarvan resulteert automatisch in een aanzienlijk lager elektriciteitsverbruik. Zo maakt een vermindering van de werkingssnelheid met 20% een daling van het verbruikte vermogen mogelijk met 49%. Kortom, de winst kan aanzienlijk zijn (zie tabellen).
80% winst op een koellijn In een fabriek waar PVC-buizen worden vervaardigd, zorgt een systeem van pompen en een reduceerventiel voor de toevoer naar een koellijn van de buizen nadat ze gevormd zijn in een extruder. Het verbruik van de installatie bedraagt ongeveer 422.000 kWh/jaar. De sterk fluctuerende vraag naar koelwater maakt het mogelijk om heel wat energie te besparen. De regeling van de koeling wordt verzekerd door een driewegkraan waarmee het toevoerdebiet van het koud water kan worden aangepast aan de behoefte. Ook de ontspanner zorgt voor heel wat verliezen. De aanpassing van het debiet van de pompen via het gebruik van toerentalregelaars maakt het mogelijk om beide energieverslindende elementen te doen verdwijnen. De gevoerde audit toont aan dat ook het vermogen van de pompen naar onder toe kan worden herzien. Naargelang de variatie van het belastingsprofiel en de kenmerkende curven van de nieuwe voorgestelde pompen, is een winst haalbaar van de orde van 350.000 kWh/jaar. Dat betekent dus een besparing van 80 % voor een totale investering die op amper een jaar is teruggewonnen! Zelfs als een deel van de gerealiseerde besparingen toe te schrijven zijn aan de te groot gedimensioneerde kranen, maakt de regeling ervan door het aanpassen van hun werkingssnelheden een energiebesparing mogelijk die op zich de investering al rechtvaardigt. (Energieaudit uitgevoerd door Denorme Energy System)
18 | energymag nr1
18-19 VEV nl.indd 18
24/03/06 20:34:56
PROCESS | MANAGEMENT
De winst kan oplopen tot 50% per machine. “De variabele snelheid is, samen met de optimalisering van de verlichting en de warmtekrachtkoppeling (gecombineerde productie van warmte en elektriciteit), ĂŠĂŠn van de belangrijkste domeinen waar potentiĂŤle energiewinsten in de industrie mogelijk zijnâ€?, bevestigt Pierre Fabeck, Commercial Manager bij Fabricom GTI. Sinds kort heeft deze dochter van de Groep Suez een speciďŹ ek aanbod ontwikkeld voor de industriesector om onder meer aanzienlijk te besparen op de energie verbruikt door draaiende machines, in het bijzonder door de expertise ontwikkeld inzake aandrijvingen met variabele snelheid. “Een geĂŻntegreerd onderhoud gekoppeld aan de invoering van variabele snelheid maakt een besparing mogelijk tot 50% op de Š Fabricom GTI 2006 totale exploitatiekosten van bepaalde machinesâ€?, stelt Pierre Fabeck. “Wanneer u weet dat het machinepark gemiddeld 10 Ă 20% verbruikt van de totale elektriciteit van de sites, heeft u al een idee van het enorme potentieel van dit systeem voor de marktâ€?. Pierre Fabeck, Commercial Manager BU Industry van Fabricom GTI van de aangedreven machine. De prestaties van de machines uitgerust met toerentalregelaars passen zich immers optimaal aan het door het proces opgelegde exploitatiesysteem aan. Vaak is dat trouwens het belangrijkste doel van industriĂŤlen die er ook een middel in zien om de procescontrole betrouwbaarder te maken en het aantal onderbrekingen te verminderen (minder onderhoud van de mechanische onderdelen). Aandrijfsystemen met variabele snelheid kunnen in feite de productiviteit doen toenemen, de kwaliteit van het product en de procescontrole verbeteren, de energiefactuur en de onderhoudskosten doen dalen en de periodes van beschikbaarheid verlengen. Advies vragen Blijft het feit dat het niet eenvoudig is. De moeilijkheden die men ondervindt bij het aanpassen van een ETR aan een bestaande machine, tonen aan dat dit een behoorlijke dosis expertise vergt. De motoren en aandrijfsystemen met variabele snelheid moeten compatibel zijn. De regelprocessen moeten bovendien aangepast zijn. Een gedetailleerde evaluatie van het type aangedreven belasting (profiel van belasting in de tijd) en de reĂŤle vermogensbehoefte door een specialist (pompen, ventilatie, enz.) is ook onmisbaar. De oorspronkelijk geĂŻnstalleerde motoren zijn immers vaak te groot gedimensioneerd. Als het procĂŠdĂŠ ondertussen geĂŤvolueerd is, is het bovendien mogelijk dat het vereiste vermogen verminderd is. Allemaal elementen waarmee rekening moet worden gehouden, net zoals met de kostprijs voor de toepassing die aanzienlijk kan variĂŤren naargelang het geval. p Alfons Vanbergen
De onderstaande cijfers tonen de energiebesparing aan die men kan realiseren door een mechanische regeling van het debiet in te ruilen voor een elektronische toerentalregeling. De onderstaande ďŹ guur houdt rekening met de belastingsverliezen en de wrijving die moet overwonnen en die de totale energetische efďŹ ciĂŤntie vermindert.
Fecf[d [d l[dj_bWj_[ J^[eh[j_iY^[ Ykhl[d
L;HCE=;D
De frequentie variĂŤren, varieert de snelheid In de praktijk varieert een ETR de frequentie van de elektrische spanning geleverd aan een wisselstroommotor. De snelheid van de motor is gekoppeld aan de frequentie van de geleverde elektrische voeding en dus leidt de verandering van de frequentie direct tot een proportionele verandering van de motorsnelheid. De ETR biedt dus de mogelijkheid om het vermogen dat wordt geleverd aan een procĂŠdĂŠ precies te controleren en vervangt zo de mechanische of hydraulische regelingen die normaal worden gebruikt om het teveel aan energie op te vangen. Een pomp, een ventilator, een compressor van deze inrichting is dus een ideale methode om de kenmerken debiet-druk te wijzigen en toch een goed rendement te behouden van het totale werkingsbereik
[ Wat zegt de expert? ]
'&& /& .& -& ,& +& *& )& (& '&
=[Yedjheb[[hZ[ ped[
C[Y^Wd_iY^[ Yedjheb[ lWd ^[j l[hce][d
;d[h]_[# X[ifWh_d] 9edjheb[ lWd ^[j l[hce][d Zeeh je[h[djWb# h[][bWWh
?;J
:;8
&
'&
(&
)&
*&
+& ,& :;8?;J
Fecf[d [d l[dj_bWj_[ H[†b[ Ykhl[d
L;HCE=;D
Centrifugaalpompen, ventilators en windmachines aangedreven door een elektrische motor zijn voorbeelden van de meest voorkomende besparingsmogelijkheden. De meeste van deze toestellen werken gedurende langere perioden met een lagere belasting in verhouding tot hun nominaal werkpunt, tegen een beperkt debiet of worden verminderd door smoren. De haalbare besparingen kunnen makkelijk worden berekend, maar vergen een goede kennis van het procĂŠdĂŠ en de huidige en toekomstige werkingsprofielen, met andere woorden het aantal werkuren en de verschillende graden van belasting van de betrokken motor. Volgens specialisten bedraagt de winst op het elektriciteitsverbruik 10 Ă 50%, met een gemiddelde waarde die wordt geschat op 25%. Dat is zeker niet te verwaarlozen. Afgezien van de verkregen energiebesparing door het afschaffen van de verliezen toe te schrijven aan het kleppenstelsel en de smoororganen, laat het gebruik van de variabele snelheid ook toe om de machines beter uit te kiezen, met een werkpunt dat dicht ligt bij het punt van hun maximaal rendement (Best Efficiency Point) . De machines werken zo met een beter intrinsiek rendement. Dat maakt dat we eigenlijk kunnen zeggen dat men met de ETR twee keer wint! Als men ook rekening houdt met andere mogelijke winst, zoals de vermindering van de onderhoudskosten, de langere levensduur van de uitrustingen, de optimalisatie van de overeenkomsten voor de levering van energie en de verbetering van de regelkwaliteit, bedraagt de tijd waarop de investering wordt teruggewonnen vaak minder dan twee Ă drie jaar.
'&& /& .& -& ,& +& *& )& (& '&
-&
.&
=[Yedjheb[[hZ[ ped[
C[Y^Wd_iY^[ Yedjheb[ lWd ^[j l[hce][d ;J
:;8?
/& '&&
9edjheb[ lWd ^[j l[hce][d Zeeh je[h[djWb# h[][bWWh
;d[h]_[# X[ifWh_d]
:hkal[hb_[p[d [d mh_`l_d][d
&
'&
(&
)&
*&
+& ,& :;8?;J
-&
.&
/& '&&
nr1 energymag | 19
18-19 VEV nl.indd 19
24/03/06 20:35:49
DOSSIER | BUILDING
Energiebesparend bouwen en renoveren
Š foto M. Thonon, met de toestemming van n.v. Berlaymont 2000
Hoe rendabel zijn uw REG-
20 | energymag nr1
20-26 dossier nl.indd 20
24/03/06 20:31:50
BUILDING | DOSSIER
investeringen? Een nieuw gebouw optrekken dat 30% beter presteert op energievlak is goedkoper en rendabeler dan een klassieke oplossing die vandaag de dag in trek is. Men kan dezelfde energieprestatie bereiken bij de renovatie van een bestaand gebouw mits relatief beperkte bijkomende investeringen. Dat is het besluit van een uitgebreide technisch-economische studie die de KUL en het ingenieursbureau 3E uitvoerden voor rekening van het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM). Nu de Europese richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen in voege treedt, werpt deze studie een heel nieuw licht op de middelen die daartoe kunnen worden aangewend. Een goudmijn van informatie voor iedereen die wil bouwen of verbouwen in het Brussels gewest of elders. En voor iedereen die wilt voldoen aan de nieuwe normen opgelegd door de richtlijn.
In Europa nemen kantoren 40% van het energieverbruik van de dienstensector voor hun rekening: dat is meer dan voor de industrie of voor het transport. Dat is veel. Dat is te veel. Vaak zijn er heel wat mogelijkheden om energie te besparen in deze sector. Meestal tegen een lage kostprijs, bovendien. De technologische vooruitgang gekoppeld aan relatief eenvoudige maatregelen, kunnen voor heel de Europese Unie samen een energiebesparing opleveren tot 20%. Die vaststelling heeft geleid tot de uitwerking van de Europese richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen die van toepassing is sinds 1 januari van dit jaar.
Nieuwe normen Het hoofdsbestanddeel van deze richtlijn is de instelling van nieuwe normen van vereisten voor energieprestaties van gebouwen. Elk nieuw bouwwerk moet voortaan voldoen aan een minimale prestatienorm. Voor de renovatie van gebouwen van meer dan 1000m2 moeten globale energiebesparende werken worden uitgevoerd. Deze normen versterken de reeds bestaande technische reglementeringen inzake thermische isolatie, of vervangen ze. Daarvoor hebben ze een meer globale benadering. Ze houden immers niet enkel
rekening met de thermische isolatie van het gebouw, maar ook met het geheel van de andere parameters die verband houden met hun energieverbruik en binnenklimaat: de kwaliteit van de oriëntatie, de prestatie van het ventilatiesysteem, het rendement van de installaties, het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, enz. Er zijn ook nog twee andere verplichtingen voorzien: de afgifte van een certificaat van energieprestatie voor de volledige overdracht of huur van een gebouw (vanaf juli 2006 voor de overdrachten, 2007 voor de verhuurde) en de regelmatige inspectie van de verwarmingsketels en klimaatregelingen. Een te respecteren E-peil In België moeten de Gewesten, bevoegd voor energie, de eisen van deze richtlijn omzetten in hun wetgevingen. Tot op heden zet enkel Vlaanderen die regels om in regionaal recht Het nieuwe Vlaamse decreet betreffende de energieprestatie van gebouwen en het binnenklimaat van 7 mei 2004, aangevuld door het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005, creëert het wettelijk kader voor de verwerking van de richtlijn. Beide teksten versterken de eisen in verband met thermische isolatie nog en leggen het gebruik op van een nieuwe parameter voor energieprestatie: het E-peil. Dat houdt rekening met de isolatiegraad, de zonne- en interne winst en de prestaties van de installaties (verwarming, warm sanitair water, ventilatie, koeling, verlichting, …). In Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt ook gewerkt aan de omzetting van de richtlijn. In navolging van het Vlaams Gewest moet men zich verwachten aan strengere eisen inzake thermische isolatie en de instelling van een minimaal niveau van energieprestatie (E-peil).
nr1 energymag | 21
20-26 dossier nl.indd 21
24/03/06 20:32:36
DOSSIER | BUILDING
De prioriteiten volgens de studie van het BIM In orde van belangrijkheid \ \ \ Verlichting / / / Breng een uitstekende verlichtingsinstallatie aan (armaturen, lampen en voorschakelapparatuur met hoog rendement) met daglichtsturing en aanwezigheidsdetectie. Het verbruik van de verlichtingstoestellen (en van andere elektrische toestellen in het gebouw) wordt vaak dubbel geteld omdat de warmtewinst in de zomer moet worden afgekoeld.
\ \ \ Isolatie / / / Zorg voor voldoende isolatie en kies het juiste glas. Superisolerend en zonwerend glas is vaak de enige juiste keuze. Bij nieuwbouw moet worden gestreefd naar isolatiegraden K30 tot K40, bij renovatie liggen de optima 10 à 20 punten hoger.
©
\ \ \ Verwarming / / / Een goede luchtdichtheid en een performante ketel, inclusief frequentiegestuurde pompen en stooklijnregeling zijn een must. Warmtekrachtkoppeling kan worden overwogen als de klant zijn eigen elektriciteitsproductie zelf gebruikt, maar deze optie is vanuit milieustandpunt enkel te verdedigen indien het een kwalitatieve warmtekrachtkoppeling betreft.
Hulpmiddel om de investeringen te evalueren Bouwen en renoveren zal dus voortaan de globale energiedimensie van het gebouw impliceren. De vraag die zich nu stelt voor elke bouwheer is, welk type investering moet worden gekozen om te voldoen aan het vereiste niveau. Wat zijn de beste opties, hoeveel kosten ze, hoe zit het met hun rentabiliteit en terugverdientijd? Het instrument om dat alles te kunnen evalueren is nu eindelijk beschikbaar. En het is opmerkelijk. Op vraag van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Brussels Instituut van Milieubeheer hebben de KUL en het
\ \ \ Ventilatie / / / Indien een mechanische ventilatie (pulsie en extractie) wordt geplaatst, kiest men best meteen voor een warmteterugwinning met een hoog rendement en frequentiegestuurde ventilatoren. Een goed uitgevoerde natuurlijke ventilatie of extractie benadert vaak meer het economisch optimum.
ingenieursbureau 3E een uitgebreid technisch-economisch onderzoek gevoerd waarin duizenden maatregelen voor energiebesparing werden geanalyseerd en gesimuleerd in de sector van dienstengebouwen (kantoren, ziekenhuizen, scholen en winkels) in het Brussels Gewest. Het doel: de combinaties van maatregelen evalueren, zowel voor nieuwbouw als voor renovatie, die de meeste energie besparen, de beste verhouding kostprijs/rentabiliteit hebben, de gunstigste indeling van deze investeringen, de omvang van de totale investering en het ogenblik waarop deze investering is teruggewonnen.
Meer hierover? De studie “Technisch-economische analyse van de rendabiliteit van energiebesparende investeringen” (september 2005) werd gerealiseerd door 3E en het departement Bouwfysica van de KUL op vraag van Évelyne Huytebroeck, Brusselse minister van Leefmilieu, Energie en Waterbeleid en haar administratie, Het Brussels Instituut voor Milieubeheer. U vindt alle gewenste inlichtingen over deze studie op de website: www.ibgebim.be.
nois elau ne D Céli
Over welke maatregelen gaat het? Eerst en vooral maatregelen die betrekking hebben op met de mantel van het gebouw, voornamelijk gericht op tussenkomsten in isolatie voor dak, gevel, vloeren en ramen. Verder de maatregelen in verband met de technische installaties, zoals de diverse verwarmings- en koelsystemen, inrichtingen voor de productie van sanitair warm water, voor ventilatie en airconditioning, warmtekrachtkoppeling en de productie van energie door middel van fotovoltaïsche cellen. De onderzoekers zijn vertrokken van de technieken en materialen die momenteel beschikbaar zijn (en van de kostprijs ervan). Op basis van economische, energetische en ecologische criteria hebben ze tienduizenden combinaties van verschillende maatregelen gesimuleerd. Ze hebben die toegepast op vier representatieve reële situaties van het Brusselse kantorenpark: de bouw van een klein en groot kantoorgebouw en de renovatie van een klein en groot kantoorgebouw. Voor elk referentiegebouw werden zo
22 | energymag nr1
20-26 dossier nl.indd 22
24/03/06 20:32:40
BUILDING | DOSSIER
\ \ \ Koelen / / / Voor gebouwen met luchtkoeling zijn reversibele warmtepompen vaak een goede oplossing, waarvoor bij voorkeur grondwater wordt gebruikt als warmtebron.
\ \ \ Zonne-energie / / / Zonnecollectoren, fotovoltaïsche cellen en een meer doorgedreven isolatie zijn maatregelen om het verbruik nog verder te doen dalen onder het economisch optimum. Zonder financiële steunmaatregelen overschrijdt de terugverdientijd van deze investeringen vaak de gebruiksduur van het gebouw.
de combinaties die de grootste energiebesparingen opleverden geïdentificeerd en werden tevens de meerkost en economische rentabiliteit ervan berekend. Die laatste werd gemeten op basis van de klassieke indicatoren: bijkomende investeringen, dynamische terugverdientijd van de investering, netto actuele waarde en intern rentabiliteitsgehalte. Voor de berekeningen werden drie scenario’s (status quo, gemiddelde groei, sterke groei) gebruikt om de prijsevolutie te simuleren (zie kaderstuk). Wel is het zo dat deze vrijwillig op conservatieve wijze werden vastgelegd. Tot slot, om compleet te zijn, hoewel de studie voornamelijk gericht is op kantoorgebouwen (de grootste consumenten van de dienstensector), werden ook andere categorieën van dienstengebouwen op aangepaste wijze bestudeerd. Zo werd een beperkte analyse uitgevoerd voor de nieuwbouw van een winkel, een school en een ziekenhuis, alsook voor de renovatie van een winkel, een school en een rusthuis.
Conclusies overduidelijk De conclusies? Overduidelijk! De studie toont immers aan dat het energieverbruik in een kantoorgebouw met 30% kan afnemen, zonder de minste meerkost in het geval van nieuwbouwprojecten! Met bijkomende, relatief beperkte, investeringen, is datzelfde percentage makkelijk haalbaar voor renovatie. Als men rekent dat in 2005 de energieprijzen reeds lang het meest pessimistische scenario in deze studie hebben overtroffen (toename van de energieprijs met 3,2% en 4,3% per jaar), is de reële economische rentabiliteit nog veel groter! Uiteraard heeft elke bouwheer of promotor die moet voldoen aan de vereisten van de richtlijn betreffende de energieprestatie er alle belang bij om de resultaten van deze studie in detail te analyseren. De analyses zijn immers bruikbaar voor het volledige park van dienstgebouwen in het Brussels Gewest en daarbuiten. Ondanks het feit dat elk gebouw zijn eigen kenmerken heeft, komen uit de studie een aantal fundamentele inlichtingen naar voor om de economische rentabiliteit van een bouw- of renovatieproject grotendeels te bepalen. Doelstellingen bepalen en missers vermijden Tot slot heeft de studie nog een ander voordeel: de mogelijkheid om het gewenste prestatieniveau te bepalen dat men wil bereiken en er de meest geschikte maatregelen uit af te leiden evenals de vereiste meerinvestering en de rentabiliteit ervan. Laatste voordeel en niet het onbelangrijkste: het in perspectief plaatsen van de slechte keuzen inzake energie-investering. De simulaties tonen aan dat bepaalde investeringscombinaties een terugverdientijd hebben van heel wat langer dan 100 jaar en waarvoor de energiebesparing kleiner is dan de beste resultaten. Met andere woorden, een foute keuze (en dat gebeurt niet zelden) kan catastrofale gevolgen hebben voor de economische rentabiliteit van het project. Het is maar goed dat men dat weet en er zich tegen beschermt. p Alfons Vanbergen
WELKE INDICATOR OM DE INVESTERINGEN TE EVALUEREN? De terugverdientijd alleen betekent niet zoveel in het geval van grote investeringen. De onderliggende hypothese is dat de energieprijs stijgt om de inflatie bij te houden. Het is beter om de totale actuele kost (TAK) of de internal rate of return (IRR) te gebruiken. Die houden rekening met scenario’s waarbij de energieprijzen stijgen. Dat zijn de aanbevolen indicatoren. Hierna staat wat uitleg over de verschillende indicatoren die worden gebruikt in de studie van het BIM. Dynamische terugverdientijd (DTV) Tegenover de eenvoudige terugverdientijd, stelt de studie de dynamische terugverdientijd: alle uitgaven en inkomsten uit besparingen worden herberekend in functie van de toestand op het ogenblik van de investering. Hiervoor wordt de “actualisatievoet” gebruikt. Vereenvoudigd kan men stellen dat de actualisatievoet overeenkomt met de gewenste jaarlijkse netto-opbrengst van geïnvesteerd kapitaal (uitgedrukt in %) Internal Rate of Return (IRR) De IRR is de actualisatievoet waarbij de investering nog net rendabel is. Hoe hoger de IRR, hoe rendabeler de investering. Als de IRR van een energiebesparende investering hoger is dan de rentevoet op bijvoorbeeld een langlopende belegging, dan is het rendabeler of te investeren. Netto Actuele Waarde (NAW) De NAW is de som van de investeringen en energiekosten gedurende de periode waarin het gebouw wordt gebruikt. In de studie hebben de onderzoekers gekozen voor een periode van 40 jaar. Dat is de gemiddelde duur tussen twee ingrijpende aanpassingen van het gebouw (bijv.: nieuwbouw en renovatie). De TAK (totale actuele kost) houdt rekening met herinvesteringen, de inflatie, mogelijke energieprijsstijgingen en de actualisatie van toekomstige uitgaven. Totale actuele kost (TAK) De totale actuele kost (TAK) is een indicator vergelijkbaar met de NAW, maar die wordt berekend op basis van de totale jaarkost in plaats van op het bedrag van de meerinvestering en de besparingen. Deze indicator is de beste om een evaluatie te maken van verschillende investeringsmogelijkheden.
Scenario van energieprijzen Basis: prijzen van 2004 Scenario: olie, gas/elektriciteit Laag: +0% +0% Middelmatig: + 1,9 % + 2,1 % Hoog: + 3,2 % + 4,3 % v Trends: prijsstijging van de energiecomponent per jaar. De “energiecomponent” is het tarief zonder kosten voor aansluiting en abonnement, transport- en distributiekosten, heffingen en toelagen.
nr1 energymag | 23
20-26 dossier nl.indd 23
24/03/06 20:33:00
DOSSIER | BUILDING
Nieuwbouw
30% energiebesparing is toch wel het minste Kan men goedkoper en energiezuiniger bouwen dan tegenwoordig de standaard is? Zeker, bevestigt de studie van het BIM. In het geval van kantoorgebouwen wordt de laagste totale actuele kost bereikt voor een combinatie van investeringen die een energiebesparing opleveren van 30%. Neem twee referentiegebouwen: rechts, een klein kantoorgebouw (4 verdiepingen - 2000 m2) zonder airconditioning, links een groot gebouw (8 verdiepingen - 15.000 m2) met airconditioning. Beide gebouwen bieden een isolatieniveau van respectievelijk K55 en K40, normen die volledig in overeenstemming zijn met de huidige isolatievereisten voor nieuwe gebouwen.
In principe niets op aan te merken! Op basis van dergelijke projecten hebben de bouwheren en architecten de zekerheid dat ze een bouwwerk neerzetten met een optimale energieprestatie. Niets is minder waar! Beter doen is niet moeilijk! Uit de analyse van duizenden combinaties van bouwkundige en technische
De analyseresultaten voor beide referentiegebouwen
20% 0% 30%
40%
1400 1300 1200 1100 1000 900 800 700 600
Overinvestering €/m²
Referentie (E123)
Referentie (E103)
Goede verlichting (E95)
Condensatieketel (E81)
Goede verlichting (E98)
Lage temperatuur radiatoren (E73)
Regeling verlichting (E75)
Isolatieniveau K42 of warmtepomp (E69)
Isolatieniveau K37 + lage temperatuur radiator
50%
1700 1600 1500
Condensatieketel (E93)
40%
Stooklijnregeling (E87)
60%
Regeling verlichting (E84)
80%
Isolatieniveau K 30 (E80)
100%
Warmtepomp water/water (E67)
120%
Manuele buitenzonwering (E50) Ventilatie met warmteherwinning HR (E52)
Totale Actuele Kost
140%
Grondwater + koelplafonds Vaste buitenzonwering (E64)
160%
Fotovoltaïsche cellen (E41)
1900 1800
Isolatieniveau K 29 + fotovoltaïsche cellen (E49) Ventilatie met warmteherwinning HR (E51)
180%
Isolatieniveau K 30 (E36)
2000 Warmtepomp water/water (E38)
200%
500 400 300 200 100 0 -100
60%
70%
80%
90%
100%
110%
Totaal verbruik primaire energie Kantoor 2
Referentie
Kantoor 1
Kantoor 2
Kantoor 1
De curves van de totale kosten en de meerinvesteringen in functie van de cumulatieve investeringsmaatregelen. Deze laatste zijn opgenomen in de exacte volgorde en geven precies de meerinvesteringen en de daaruit voortvloeiende besparingen aan. Deze resultaten mogen worden veralgemeend voor het volledige Brusselse kantorenpark. Voor elk bouwproject moeten echter steeds de meest geschikte maatregelen per specifiek geval worden geanalyseerd.
maatregelen om energie te besparen waarvoor de KUL en 3E een model hebben opgesteld, blijkt duidelijk uit de studie van het BIM dat nog heel wat energiewinsten kunnen worden gerealiseerd in beide referentiegebouwen: tot 60% minder totaalverbruik van primaire energie. Niet verwonderlijk: het is makkelijk denkbaar dat een betere isolatie en gebruik van efficiëntere technologieën op het vlak van energie de prestaties nog kunnen verbeteren. Wat minder vanzelfsprekend is, is dat de talloze varianten op deze combinaties op energievlak ook leiden tot een totale actuele kost die veel minder hoog ligt, zoals duidelijk wordt in de grafiek hiernaast. Met andere woorden, het gebouw verbruikt niet alleen minder, maar is ook goedkoper in het gebruik en dat ondanks de noodzakelijke bijkomende investeringen. U kunt kiezen uit heel wat investeringsmogelijkheden om dat doel te bereiken. Beter nog: in het geval van het grootste kantoorgebouw verzekeren meerdere combinaties van maatregelen zowel een betere energieprestatie als een minder hoge totale actuele kost, dat alles voor een oorspronkelijke investering die ook al lager is dan in het geval van de klassieke opties. Kortom, men kan beter en goedkoper bouwen, zowel voor het gebruik als wat de oorspronkelijke investering betreft. Voorrang voor verlichting en verwarming Verlichting en verwarming zijn de twee sleutelmaatregelen om een energiezuinig nieuw gebouw met een hoge economische rentabiliteit neer te zetten. Een energie-efficiëntere verlichting met aanwezigheidsdetectie doet het elektriciteitsverbruik direct en indirect dalen (minder koeling nodig). In het grote gebouw maakt deze interventie het mogelijk om een kleiner koelsysteem te voorzien, wat de investering
24 | energymag nr1
20-26 dossier nl.indd 24
24/03/06 20:33:13
BUILDING | DOSSIER
Klein kantoor zonder airconditioning De minimale totale actuele kost (TAK) wordt gerealiseerd voor een energiebesparing van ±30% in verhouding tot de referentie. De minimale TAK wordt gerealiseerd met een K37 en een E64, een zonwerende beglazing, een binnenzonwering, een natuurlijke ventilatie, een condensatieketel met optimaal afgestelde overgedimensioneerde radiatoren en een energiezuinige verlichting met aanwezigheidsdetectie (en eventueel met daglichtsturing). De bijkomende investering voor deze TAK bedraagt ongeveer 37 ¤ per m2 verwarmde vloeroppervlakte De maximale besparing bedraagt ongeveer 60%.
van de uiteindelijke bouwkost naar beneden haalt. Dan de verwarming. Voor een klein kantoorgebouw volstaat een condensatieketel (gas of stookolie) met radiatoren (en gecombineerd met een klokthermostaat, thermostatische kranen, frequentiegestuurde circulatiepomp en een stooklijnregeling). Voor het grote kantoorgebouw zijn een condensatieketel (op gas of met stookolie) gekoppeld aan ventilatorluchtkoelers (voor de koeling en de verwarming) de beste keuze. In het kleine gebouw levert een combinatie van deze twee maatregelen al gauw een energiebesparing op van 20%. Deze interventies gaan inderdaad gepaard met een meerkost van €11/m2 verwarmde vloeroppervlakte, maar deze bijkomende investering is na vijf jaar al teruggewonnen (zie kaderstuk)! In het geval van het grote kantoorgebouw leveren beide maatregelen een energiebesparing op van 30% voor een investering per m2 verwarmde vloeroppervlakte die €21 lager ligt. De eigenaar boekt dus al winst, nog vóór hij zijn gebouw in gebruik neemt! Het onderste uit de kan Het kan echter nog beter! De isolatiegraad van het gebouw kan nog systematisch worden verbeterd. De referentiekantoren kunnen worden uitgerust met zonwerend en superisolerend glas. Dat is trouwens vaak de beste energiekeuze, zeker als het glasoppervlak zeer groot is. Nog steeds voor onze referentiegebouwen bestaan er ook verbeteringsmogelijkheden op het niveau van de geveldelen zonder glas en ook het dak en de vloer kunnen beter worden geïsoleerd. In het algemeen is het in het geval van een nieuwbouw goed om naar een isolatiegraad van K30 à K40 te streven om de beste economische resultaten te halen. Vanaf een E-peil lager dan E65 is een buitenzonwering nodig, ook als reeds een
zonwerende beglazing werd geplaatst! Het E-peil kan ook nog aanzienlijk naar beneden. De installatie van een koeler die werkt op grondwater in combinatie met koelplafonds én een verwarming met optimaal afgestelde overgedimensioneerde radiatoren of een ander lage temperatuur systeem is een prima keuze. In het geval van een mechanische ventilatie is het essentieel dat een systeem van warmteherwinning wordt geïnstalleerd, bij voorkeur gekoppeld aan een warmtewisselaar met hoog rendement. Als een mechanische ventilatie niet noodzakelijk is, volstaat een goed uitgekiende natuurlijke ventilatie om een laag energieniveau te halen (K29-E57). E50 haalbaar Het laagste energieverbruik (rond E50) wordt gerealiseerd in goed geïsoleerde gebouwen (K30) waar warmteherwinning wordt gecombineerd met alle vermelde interventies. Voor dergelijke gebouwen komt energieopwekking met fotovoltaïsche cellen in aanmerking. De energiezuinigste varianten hebben echter terugverdientijden die veel hoger liggen dan 30 jaar op basis van de energieprijzen waarmee rekening werd gehouden in de studie. Die tijd kan wat worden ingekort dankzij de diverse premies die worden toegestaan voor milieuvriendelijke technologieën. Zonder rekening te houden met een (waarschijnlijk?) grotere prijsstijging van energie dan die waarmee rekening werd gehouden in het meest pessimistische scenario in deze studie. p Alfons Vanbergen
Referentiegebouw: kantoor 1 » Oppervlakte: 2.000 m2 - 4 verdiepingen » Isolatie: K55 (plat dak, spouwmuren en vloer zijn geïsoleerd) » Klassieke dubbele beglazing met aluminiumprofielen die thermisch zijn onderbroken - zonwering aan de binnenzijde » HR+ gasketel met radiatoren » Geen airconditioning » Natuurlijke ventilatie » Verlichting: 15% halogeenlampen en 85% fluorescentielampen » E-peil: 105 Economische resultaten* Energieverbruik
Meerkost (¤/m2)
DTVT (jaar)
IRR (%)
TAK (%)
100% -10% -20% -30% -40% -50%
Referentie 8 11 30 50 95
5 5 10 15 +20
22 27 13 9 5
100 95 90 90 90 95
* Scenario met hoge energieprijzen
Groot kantoor met airconditioning De minimale totale actuele kost (TAK) wordt gerealiseerd voor een energiebesparing van ± 34% in verhouding tot de referentie. Dit wordt gerealiseerd met een K35 en een E81, een zonwerende beglazing, een binnenzonwering, een mechanische extractieventilatie, een condensatieketel met regeling door verwarmingscurve, een compressiekoelsysteem en ventilatorluchtkoelers om te verwarmen en te koelen, een energiezuinige verlichting met aanwezigheidsdetectie (en eventueel daglichtsturing). De bijkomende investering voor deze TAK is negatief in vergelijking met de referentie (- 13 ¤ per m2 verwarmde vloeroppervlakte). De maximale besparing bedraagt ongeveer 57%. Referentiegebouw: kantoor 2 » Oppervlakte: 15.000 m2 - 8 verdiepingen » Isolatie: K40 (plat dak, spouwmuren en vloer zijn geïsoleerd) » Klassieke dubbele beglazing met aluminiumprofielen die thermisch zijn onderbroken - zonwering aan de binnenzijde » HR+ gasketel + ventilatorluchtkoelers » Compressor (voor de ventilatorluchtkoelers) » Ventilatie: mechanische extractie » Verlichting: 15% halogeenlampen en 85% fluorescentielampen » E-peil: 123 Economische resultaten* Energieverbruik
Meerkost. (¤/m2)
DTVT (jaar)
IRR (%)
TAK (%)
100% -10% -20% -30% -40% -50%
Referentie -12 -21 -17 -2 100
+20
6
100 97 86 82 81 95
* Scenario met hoge energieprijzen
nr1 energymag | 25
20-26 dossier nl.indd 25
24/03/06 20:33:20
DOSSIER | BUILDING
Klein kantoor zonder airconditioning De minimale totale actuele kost (TAK) wordt gerealiseerd voor een energiebesparing van ± 55% in verhouding tot de referentie (renovatie). De minimale TAK wordt gerealiseerd met een K41 en een E72, zonwerende beglazing, natuurlijke ventilatie, een condensatieketel met overgedimensioneerde radiatoren met optimale regeling en een energiezuinige verlichting met aanwezigheidsdetectie (en eventueel met daglichtsturing). De bijkomende investering voor deze optimale TAK bedraagt ongeveer 104 ¤ per m2 verwarmde vloeroppervlakte. De maximale besparing bedraagt ongeveer 70%. Referentiegebouw: kantoor 3 » Oppervlakte: 3 500 m2 - 5 verdiepingen » Isolatie: K83 (hellend dak, vloeren en volle muren niet geïsoleerd) » Enkele beglazing in houten profielen - Geen zonwering » Geen airconditioning of ventilatie » Oude gasketel en radiatoren » Verlichting: 15% halogeenlampen, 85% fluorescentielampen » E-peil: 190 Economische resultaten* Energieverbruik
Meerkost (¤/m2)
TRI (jaar)
IRR (%)
TAK (%)
100% -10% -20% -30% -40% -50%
Referentie 57 65 73 85 95
+20 +20 +20 +20 +20
0 0 5 6 7
100 112 106 98 92 87
* Scenario met hoge energieprijzen
Groot kantoor met airconditioning De minimale totale actuele kost (TAK) wordt gerealiseerd voor een energiebesparing van +/- 54% in verhouding tot de referentie (renovatie). De minimale TAK wordt gerealiseerd met een K59 en een E92, zonwerende beglazing, mechanische extractieventilatie, een condensatieketel met stooklijnregeling, een compressiekoelsysteem met ventilatorluchtkoelers om te verwarmen en te koelen, een energiezuinige verlichting met aanwezigheidsdetectie en daglichtsturing. De bijkomende investering voor deze TAK bedraagt ongeveer 200 ¤ per m2 verwarmde vloeroppervlakte. De maximale besparing bedraagt ongeveer 72%. Referentiegebouw: kantoor 4 » Oppervlakte: 20.000 m2 - 11 verdiepingen » Isolatie: K79 (plat dak, vloeren en gevelpanelen amper of niet geïsoleerd) » Klassieke dubbele beglazing met aluminiumprofielen die niet thermisch onderbroken zijn. Zonwering is wel aanwezig. » Oude gasketel - luchtverwarming » Oude mechanische ventilatie, airconditioning » Verlichting: 15% halogeenlampen en 85% fluorescentielampen » E-peil: 206 Economische resultaten* Energieverbruik
Meerkost. (¤/m2)
TRI (jaar)
IRR (%)
TAK (%)
100% -10% -20% -30% -40% -50%
Referentie 150 160 170 174 190
+20 +20 +20 +20 +20
0 0 0 0 0
100 135 125 120 110 107
* Scenario met hoge energieprijzen
Renovatie
Enkele € meer zorgt voor heel wat winst Door de dimensie energie te integreren in een geplande renovatie kan de energiebesparing oplopen tot 55% voor een redelijke meerinvestering ten opzichte van een basisrenovatie. Renovatie is een geval apart. Kantoorgebouwen worden immers zelden in hun geheel gerenoveerd met als doel de energieprestatie te verbeteren. Dergelijke renovatie is trouwens zelden rendabel als er geen grote renovatiewerken nodig zijn aan het gebouw verbonden met de levensduur ervan. Daar staat tegenover dat in het geval die grote werken noodzakelijk zijn (asbestverwijdering, wijziging van bestemming, de vervanging van versleten installaties, enz.), de bouwheer er alle belang bij heeft om de meest slimme en rendabele energiebesparende maatregelen te integreren. Het potentieel klimt tot een vermindering van 55% zoals wordt aangetoond in een studie van het BIM. Kleine meerkost, grote besparingen Daarin worden opnieuw twee gebouwen van verschillende grootte vergeleken: een klein gebouw (3500 m2 - 5 verdiepingen) zonder airconditioning en een groter gebouw (20.000 m2 - 11 verdiepingen) mét airconditioning. Voor het kleine kantoorgebouw zorgt een combinatie van maatregelen al gauw voor een vermindering van 30% van het totale primaire energieverbruik voor een investeringskost van 16€/m2. Dat resultaat wordt behaald door een betere isolatiegraad (K72), de plaatsing van een condensatieketel (+thermostatische kranen + frequentiegestuurde en stooklijnregeling), een verbetering van de luchtdichtheid en zorgen voor een natuurlijke ventilatie evenals
de vervanging van TL-lampen door TL5lampen met elektronische voorschakelapparatuur. Door ook superisolerende zonwerende beglazing te voorzien en de vervanging van de halogeenverlichting door compacte fluorescentielampen wordt dit resultaat nog beter. De energiebesparing bedraagt dan 55%, weliswaar voor een kostprijs van 95€ per verwarmde m2. Die bijkomende investering is echter beperkt tot 40€/m2 in vergelijking met een gewone renovatie die geen rekening houdt met energiebesparing. Een aanvaardbare meerkost als men weet dat de totale actuele kosten minder hoog zijn dan met het pakket maatregelen om een besparing van 30% op te leveren. 54% besparingen voor 50 €/verwarmde m2 Voor het grote kantoorcomplex zorgt een reeks maatregelen (zie kaderstuk) voor een optimale besparing (de laagste totale actuele kost) met een vermindering van 54% van het energieverbruik. Dat geheel van maatregelen vergt een investering van 200 €/m2 verwarmde vloeroppervlakte, maar de bijkomende investering ten opzichte van een renovatie die geen rekening houdt met de energie is eerder beperkt en bedraagt ongeveer 50 €/m2. Besluit: ongeacht het gebouw, is een energiegerichte renovatie economisch rendabel en zijn zeer hoge scores van energieprestaties mogelijk. p Alfons Vanbergen
26 | energymag nr1
20-26 dossier nl.indd 26
24/03/06 20:33:23
EFFICIENCY | HEALTH SECTOR
ASZ Aalst
Š Aldo Laufer
Een winst van 30,6%, dankzij gebouwregeling
28 | energymag nr1
28-30 ASZ Alost nl.indd 28
24/03/06 20:26:13
HEALTH SECTOR | EFFICIENCY
Men vergeet het vaak, maar gebouwregeling is het eerste punt waarop men kan ingrijpen om het energieverbruik te verminderen. Een optie die niets of bijna niets kost. Het ASZ Aalst levert het bewijs, want een optimalisering van de regeling heeft een eerste besparing opgeleverd van 30,6%. De regeling heeft een grote invloed op het energieverbruik van een gebouw. Op de jaarlijkse brandstoffactuur is een verschil merkbaar van 25% tussen een goed en een slecht afgestelde installatie. De reden van dit verschil? Vaak het gebrek aan goede regelapparatuur, maar dat is niet alles. Het gebouw, een levend organisme De uitbating van een gebouw evolueert in de tijd. Tussen de oplevering van de uitrustingen, de ingebruikneming ervan en het gebruik ervan, zijn er tal van factoren die de gebruiksomstandigheden en dus ook de prestatie van de gebouwregeling beïnvloeden. Zo ook in het ASZ Aalst. De laatste jaren is de activiteit van het ziekenhuis sterk toegenomen en is de energiebehoefte mee gestegen. Toch is het aantal m2 gelijk gebleven. Het is dus niet zozeer de uitbreiding van de ruimten, dan wel de activiteiten van het ziekenhuis die het hogere verbruik veroorzaken. In alle ziekenhuiszalen zijn er computers en nieuwe medische technologieën gekomen die warmte genereren. Op de dienst radiologie zijn vijf werkstations vandaag de dag normaal! Gevolg: niet enkel een groter elektriciteitsverbruik, maar ook de behoefte om de warmte te regelen. “We hebben dus een koelsysteem moeten installeren om het thermisch comfort te verzekeren”, legt Pascal De Ras, onderhoudsverantwoordelijke van het ziekenhuis ons uit. Warmte en koude optimaliseren De complexiteit van de installaties is toegenomen en tegelijkertijd vergt ook hun exploitatie meer deskundigheid. De gelijktijdige vraag van warmte en koude in een gebouw optimaliseren is niet makkelijk, zeker voor kleine teams.
Het team van Pascal de Ras, telt bijvoorbeeld amper 6 personen voor het onderhoud en de technische exploitatie van een gebouw van toch 40.000 m2. De invoering van GTB (gecentraliseerd technisch beheer) in de gebouwen heeft het beheer van de exploitatie sterk doen toenemen en de processen vereenvoudigd. Dat is het geval van het ASZ Aalst dat zijn installaties stuurt met het programma DESIGO van Siemens. Ondanks een goed ontwikkeld GTB, blijft de optimalisering van de gebouwregeling toch een zaak voor deskundigen. Zeker als men de energiekost wil doen dalen. Een zekerheid die Pascal De Ras ertoe heeft aangezet om een beroep te doen op Siemens Building Technologies om een energieaudit van het ziekenhuis uit te voeren. Met een duidelijk doel: de aanwezige werktuigen beter benutten. “Heel wat auditbedrijven stellen
de bestaande installatie in vraag, wat niet realistisch is, nu we de dimensies pas hebben aangepast”, zegt hij met spijt. Zijn keuze voor Siemens is gebaseerd op de expertise van de operator betreffende de exploitatie van de regelsystemen die het ontwerpt, vanuit het oogpunt van het thermisch comfort en de energieprestatie. Maar ook omdat de audit direct gekoppeld is aan technische mogelijkheden van de bestaande installatie, “wat het mogelijk maakt om snel in te grijpen daar waar dat het meest rendabel is”. Acties & directe return De methodologie voorgesteld door Siemens is origineel omwille van de combinatie van diensten en technologieën die hetzelfde doel hebben: de verhouding kosten/comfort optimaliseren. Zo omvat de opdracht (10 dagen
Het potentieel van de besparingen in het ASZ Aalst Energie (kWh)
Winst
CO2 (ton)
255.000 760.000 33.000
22.000 56.000 2.000
166 340 16
Vervanging raamkozijnen Isolatie van de luchtleidingen (verwarming) per m/jaar Isolatie van de luchtleidingen (airco) per m/jaar
1.330.000 1.150 560
58.520 50,6 50
400 0,35 0,42
TOTALE BESPARINGEN
2.379.710
138.620
923
Maatregelen direct verbonden met de regulering Optimalisering van de geconditioneerde lucht Betere temperatuurcontrole - Hoofdgebouw Betere temperatuurcontrole - Polikliniek
Te onthouden v Een geoptimaliseerde regeling verbetert het thermisch comfort en vermindert de energiefactuur. In dit voorbeeld tot 30,6%. v Geen performante regeling van het gebouw zonder een goed GTB (Gecentraliseerd Technisch Beheer). v Men kan enkel regelen wat men meet. De controle en het monitoren van energie is absoluut noodzakelijk. v De regeling van het gebouw gebeurt vaak door de onderneming die voor het onderhoud zorgt of door de installateur. In de overeenkomsten zouden clausules inzake begeleiding moeten worden opgenomen.
Andere maatregelen op termijn
De energieaudit van Siemens heeft duidelijk gemaakt dat een potentiële winst kan worden gerealiseerd van 8% op het energieverbruik van de campus van Aalst door eenvoudige maatregelen om de gebouwregeling te optimaliseren en die de energetische omvang van het gebouw niet in vraag stellen. Voor het ziekenhuis is dat een eerste fase, andere investeringen zullen volgen in de toekomst, zoals het implementeren van een eenheid voor warmtekrachtkoppeling. nr1 energymag | 29
28-30 ASZ Alost nl.indd 29
24/03/06 20:27:09
EFFICIENCY | HEALTH SECTOR in het totaal) drie luiken: de eigenlijke audit, de controle en monitoring van het energieverbruik en de bijstand ter plaatse. De audit werd gerealiseerd in december 2004. Een technicus inzake regeling en een energeticus hebben de gegevens geanalyseerd die naar voren kwamen uit het GTB, maar ook van het gebouw en het ontwerp ervan. Het doel? De problemen gekoppeld aan de regeling te identificeren. Op fysisch niveau is het grootste probleem de ouderdom van de raamkozijnen van het hoofdgebouw, een aanzienlijke bron van warmteverlies. Siemens becijfert de potentiële winst van de vervanging van de kozijnen op 1.330.000 kWh/jaar. Een etappe die op termijn noodzakelijk zal zijn om de warmtebelasting van het gebouw te verminderen. In afwachting identificeert en becijfert de audit meerdere posten waar de regulatie meteen kan worden verbeterd. Aan de tweede fase wordt een gedetailleerd actieplan gekoppeld: de installatie van EMC-software, een Web-platform dat werkt in ASP voor het monitoren van de energie. Al deze maatregelen worden in een model gegoten in het GTB - dat is de fase van de bijstand ter plaatse - waarvan de
impact op het verbruik direct wordt opgevolgd via EMC. Volgens de technische mogelijkheden van de installaties, wordt gezocht naar de beste oplossing om een zo hoog mogelijk globaal rendement te verkrijgen. De resultaten zijn uiteindelijk onherroepelijk: na zeven maanden wordt een vermindering van het verbruik bereikt van 30,6% voor de polikliniek. Wie doet beter? pJean-François Marchand
De resultaten (Polikliniek ASZ Aalst - periode mei-nov 2005) Mei-November 2005
Gerealiseerde besparingen
498 362
Totaal (kWh)
341 962
Elektriciteitsverbruik (kWh)
156 400
Warmteverbruik (kWh)
0
85 556
190 000
120 573
206 133
30,6%
26%
35,3%
380 000
570 000
760 000
De eerste inspanningen voor het optimaliseren gebeurden in de polikliniek. Het resultaat spreekt voor zich: een winst van 30,6% op het energieverbruik tijdens de periode mei-november 2005 in vergelijking met een vroegere referentie! Hieruit blijkt het belang van een benadering die thermisch comfort combineert met de energetische prestaties van de regeling.
De belangrijkste aangebrachte correcties Geconditioneerde lucht „ Intelligent beheer van pompen en kleppen
Compressor „ Regeling van de hoogste COP om het rendement van de compressor van verse lucht te verbeteren.
Verlichting „ Controle van de vermogensbelasting van de lampen in bepaalde delen van het gebouw in functie van de lichtintensiteit.
Ventilatie „ Regeling van de verversing van de geventileerde lucht in functie van het CO2-gehalte in de zones buiten de kliniek (gangen, vergaderzalen, enz.) „ Nachtventilatie in de zones buiten de kliniek
Normalisatie van de temperaturen „ Standaardisering van de werkingstemperaturen in functie van het vastgesteld gebruik (de werkingstemperatuur met 1° laten dalen levert een besparing op tot 6%).
Sanitair water
30 | energymag nr1
28-30 ASZ Alost nl.indd 30
© ASZ Alost
„ Voortgezette controle van de druk van de pomp in functie van de reële vraag.
24/03/06 20:27:48
Strategic Procurement > Market intelligence > Contractonderhandeling > Factuurcontrole > Groepsaankopen > Portfolio management > Energiebeheerssystemen > Energieaudits > Haalbaarheidsstudies groene energie en WKK > …. SIEMAT ENERGY begeleidt u in al deze materies. Méér dan 300 klanten in privé- en openbare sector gaven ons reeds hun vertrouwen.
Wanneer u ?
Guldenboomplein 1, B-9300 Aalst | Tel.: +32 (0)53 41 35 47 | Fax: +32 (0)53 41 35 59 | info@siematenergy.com | www.siematenergy.com
NL-Siemat-AnnonceA4.indd 1
20/03/2006 15:27:32
Louis F. Storz, senior vice president, Nuclear Operations, PSEG, spreekt over Dale Carnegie Training®
Culture change: “Dale Carnegie Training speelde een belangrijke rol in de ombuiging van onze organisatie van een negatieve, weinig productieve werkomgeving tot een organisatie die haar objectieven bereikt.”
Empowerment: “Medewerkers bereiken doelstellingen die ervoor als onmogelijk werden beschouwd.”
Teamwork: “Dale Carnegie Training creëert een open sfeer waardoor teamwork wordt gestimuleerd en waardoor de leidinggevenden meer zelf-vertrouwen ontwikkelden.”
Self-confidence: “Ik zag Dale Carnegie Training het zelfvertrouwen van onze medewerkers in grote mate versterken. Mede hierdoor kon de gewenste verandering gerealiseerd worden.”
Dale Carnegie België & Luxemburg Open of in-company opleidingen, coaching en op maat oplossingen. Inlichtingen: dct-info@dcbenelux.com +32 (0)2 725 25 46 www.dcbenelux.com www.dalecarnegie.com
The only sustainable competitive advantage is the quality and leadership of your people.
DCT PSEG NL.indd 1
Breakthrough to Success with the new Dale Carnegie Course® 24/03/06 12:55:23
OFFICES | EFFICIENCY
Sint-Michielswarande
ING, de ecodynamische tweesterrenbank De zetel van ING, de Sint-Michielswarande, is het meest imposante gebouw van de bank in België. Eind 2004 kreeg het bedrijf een tweede ster van het label ecodynamische onderneming, uitgereikt door het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM). Een
“Binnen het Facility Management departement hebben we drie milieuverantwoordelijken” vertelt Lemmers, Directeur Real Estate Works & Maintenance, meteen. “Eén per regio, waarvan André Marie Belleflamme voor het Brussels Gewest”. Zo weten we meteen waar we aan toe zijn. De bank is zich wel degelijk bewust van haar impact op het leefmilieu. En ja, ze wil haar energieprestatie verbeteren. Cost containment Sinds enkele jaren investeert de dienst Facility Management van ING in een mechanisme voor de controle van de energiekosten. Op lokaal vlak worden regelmatig audits en thermische balansen opgemaakt van de gebouwen en in-
stallaties om de uitrustingen ter plaatse te optimaliseren en de investeringen voor vernieuwing te kaderen. Tegelijkertijd ontwikkelt de dienst een energieboekhouding om beter in te grijpen daar waar de actie het efficiëntst blijkt. Op termijn wordt gestreefd naar het permanent monitoren van het volledige vastgoedpark dat bijna 1160 gebouwen omvat in heel het land. Op internationaal vlak heeft Jacques Lemmers een reflectiegroep over energie bestuurd met deelnemers uit acht verschillende landen. “Oorspronkelijk lag cost containment aan de basis. Het doel was door een internationale benchmarking van het betrokken vastgoedpark, de domeinen te bepalen waar besparingen mogelijk waren en om te kijken op
erkenning van de inspanningen inzake leefmilieu en energiebeheer. Een blik op het programma uitgewerkt door Jacques Lemmers en André-Marie
© L. van Steensel
Belleflamme.
nr1 energymag | 33
33-35 ING nl.indd 33
24/03/06 20:21:53
EFFICIENCY | OFFICES
© L. van Steensel
ratuur op de werkvloer en in de kantoren waar de werkposten met flatscreens werden uitgerust. “De schermen en verlichtingsarmaturen waarvan sprake geven minder warmte af, wat leidt tot een vermindering van de kosten voor klimaatregeling die bovenop de directe besparingen voor elektriciteitsverbruik komt”, legt André-Marie Belleflamme uit. Deze actie past binnen de context van het programma “Greenlight” van de Europese Commissie, waarbij de bank is aangesloten. “Met een efficiënte relighting wordt makkelijk een winst gehaald van 50%”, merkt André-Marie Belleflamme op. Een winstpercentage waarmee de investering kan worden afgeschreven. Overigens bedraagt die investering evenveel of zelfs minder dan bij een vervanging door identieke materialen. “Hoewel de stukprijs hoger is, zorgt de betere prestatie van spaarlampen ervoor dat er minder lichtpunten nodig zijn op een werkvloer voor een zelfde of zelfs een betere lichtkwaliteit”. Binnen het kader van een geplande renovatie is relighting dus zeker zinvol. Dat is nu trouwens het systematische beleid van ING voor al haar gebouwen. Meer algemeen kan men stellen dat de bank voordeel haalt uit haar interventies op elektrische installaties en liften om de versleten uitrustingen te vervangen door materiaal van de nieuwste generatie dat minder energie verbruikt. Zij investeert bracht. Blijft dat de verkregen kortingen ook jaarlijks in de modernisering van de grotendeels worden tenietgedaan door klimaatregeling, met name in de twee de fiscale druk veroorzaakt door de vrijcentrale zetels (Sint-Michielswarande making van de markt. Een vaststelling en Marnix te Brussel) die samen zowat die de noodzaak van de vermindering 50% vertegenwoordigen van het energievan verbruik groter maakt. verbruik van het volledige vastgoedpark van de Belgische groep. Al deze maatreFluwelen revolutie gelen, met daar bovenop de initiatieven Jacques Lemmers verhult niet dat de die worden genomen inzake mobiliteit, bank op dit vlak geen revolutie wil ontafvalverwerking en ontsmettingswerken ketenen, maar wel een constante voor(verwijderen van asbest) werden in okuitgang van de mogelijke verbeteringen, tober 2004 beloond met een tweede ster rekening houdend met de renovatie- en van het label “ecodynamische onderneonderhoudsproming” voor gramma’s van de “We hebben gemerkt dat van het de SMW, uitinstallaties en de gereikt door energieverbruik 78% voor reke- het Brussels gebouwen. Een fluwelen revolu- ning komt van elektriciteit en 15 I n s t i t u u t tie dus, gericht à 18% voor rekening van gas en voor Milieuop projecten die beheer. De verkocht kunnen stookolie, terwijl andere energie- Marnix-site worden of die bronnen marginaal zijn.(…)” heeft troupassen binnen wens één het kader van voorziene renovaties. In ster van hetzelfde label. Het label wordt de loop van de laatste jaren heeft de toegekend voor een periode van 3 jaar bank de lijn van de eerder gelanceerde door een externe jury representatief voor grote initiatieven doorgetrokken. Te bede socio-economische elementen van ginnen met de progressieve installatie het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. van spaarlampen met voorschakelappapJean-François Marchand
zijn fier op hun twee sterren van het label “ecodynamische onderneming” toegekend aan de Sint-Michielswarande (zetel ING) door het Brussels Instituut voor Leefmilieu (BIM). Ze bekronen de inspanningen die de bank heeft geleverd voor een betere energie- en milieuprestatie van het gebouw. De tweede Brusselse vestiging van ING, Marnix, kreeg trouwens een eerste ster.
welke wijze dat kon. In realiteit verschilt ons vastgoedpark van land tot land en binnen de gewesten echter te veel. Het is dus niet erg realistisch om een globaal energieplan te ontwerpen op het niveau van de groep”. Toch werden de grote trends vastgesteld. “We hebben gemerkt dat van het energieverbruik 78% voor rekening komt van elektriciteit en 15 à 18% voor rekening van gas en stookolie, terwijl andere energiebronnen marginaal zijn. We hebben dus besloten om in eerste instantie op de elektriciteit in te spelen”. Hoe? Op het vlak van de tarieven, natuurlijk, maar ook op dat van het verbruik. Door te gaan praten met de verschillende elektriciteitsleveranciers in België werd volgens Jacques Lemmers een aanzienlijke besparing gerealiseerd op het vlak van de tarieven. De bank heeft het grootste deel van haar portefeuille bij Electrabel gehouden tegen een stevig onderhandelde prijs. Zonder het kritieke punt van de verzekerde levering uit het oog te verliezen. Normaal voor een bank. Meer nog voor de Sint-Michielswarande waar het tweede grootste informaticacentrum van Europa van de groep is onderge34 | energymag nr1
33-35 ING nl.indd 34
24/03/06 20:22:29
OFFICES | EFFICIENCY
Drie interventiedomeinen voor een betere energieprestatie
De situatie Het gebouw van de SMW (Sint-Michielswarande) dateert van 1977. De aanwezige verlichtingsarmaturen waren nog die geïnstalleerd tijdens de bouw. Voornamelijk TL’D-armaturen van 58W met conventionele ferromagnetische voorschakelapparatuur (15W) voor een totaalvermogen van 73W en een verlichtingsniveau van 500 Lux. Er werd geen enkele regelaar van de belasting geïnstalleerd. De verlichting is één van de grootste verbruiksposten.
De oplossingen • Spaarlampen in de dienstzones (gangen, hallen, restaurant…) en verkeerszones. 1300 verlichtingsarmaturen werden vervangen. Het verbruikte vermogen daalde met 80%. • Relighting (verlichtingsapparaten, optica en
voorschakelapparatuur) van verschillende zones (werkvloeren, kantoren, parkeerterreinen). Vervanging van 2563 TL’D van 73W (58W verlichtingsniveau en 15W magnetische ballast) door 1863 TL5 van 54W (49W verlichtingsniveau en 5W elektronische voorschakelweerstanden). Het verbruikte vermogen daalde met 50%. • De uitrusting van de elektrische borden met programmeerbare automaten voor de automatische regeling van de verlichting van de werkvloeren (3 modi 5%, 50% en 100% naargelang het tijdsbestek). Beheer van de vermogens & de verlichtingstijden van het parkeerterrein via het GTB. • Gedeeltelijk dimmen door lichtsensor (werkvloeren en aparte kantoren). Verwittiging van de verlichting door naderingsdetectors (sanitair, aparte kantoren en vergaderzalen).
© L. van Steensel
Verlichting Spaarlampen, relighting en bediening De gemeten winst • Een daling met 62% van het verlichtingsvermogen (266 KW tot 101 KW). Enkel voor de 6de verdieping wordt de winst al geraamd op 214.000 kWh/jaar, waarvan 154.000 kWh op verlichting en 60.000 kWh/jaar op de productie van koude (minder geproduceerde warmte, dus minder klimaatregeling). Op het niveau van de parkeerterreinen bedraagt de geschatte besparing 48.672 kWh/jaar (-29%). • De relighting vergt geen enkele bijkomende investering! Hij kost zelfs 5% minder dan de vervanging door identieke verlichtingsarmaturen (minder armaturen vereist voor een gelijkwaardig Lux-niveau). • Geen enkel verlies van lichtcomfort. Integendeel, het wordt ervaren als beter omdat de verlichting gelijkmatiger is en minder verblindend.
HVAC Meer souplesse om de regeling van het gebouw te optimaliseren De situatie De Michielswarande (SMW) is een uniek gebouw: de thermische isolatie is zodanig dat er het hele jaar door geen verwarming nodig is. Afgezien van de hydraulische convectors met warm water langs de ramen (de koudefronten breken), is er geen verwarming. De convectors worden gevoed vanaf de warmtepomp. Wel zijn er indrukwekkende ventilatiegroepen (met een capaciteit van 760.000 m3/h in het totaal), waaronder de grootste van ons land, de KO4 (520.000 m3/h). De productie van koude en de ventilatie vertegenwoordigen bijna 46% van het elektriciteitsverbruik van het gebouw.
De oplossingen • Opsplitsing van de stuwgroep KO4 in drie afzon-
derlijke eenheden voor een selectievere regeling. • Frequentieregelaars op de ventilators voor een gecontroleerde regeling van het debiet van de pulsiegroepen. • Vervanging van de pneumatische ontspanningsdozen door elektrisch bestuurde dozen om de weerstandsverliezen te beperken. • Installatie van warmtepompen die de door de condensators van de koelgroepen geproduceerde warmte recupereren voor de voeding van de hydraulische convectors met warm water en de voorverwarming van de groepen voor luchtbehandeling. • Installatie van ventilatorluchtkoelers in de opleidingszalen, bestuurd door het GTB in functie van de vraag. • Besturing van de klimaatregeling van de werk-
vloeren via GTB. Automatische stop om 17h30. • Werking in modus Free-Cooling zodra het weer het toelaat
De gemeten winst • Winst niet meetbaar gezien de sterke uitbreiding van de activiteiten van de bank. De SMW is het 2de grootste Europees informaticacentrum van de groep. De informaticazaal neemt 50% van het verbruik voor klimaatregeling voor zijn rekening (24h/24). • Een globale renovatie van de klimaatregeling van het gebouw is voorzien. Doel: een betere prestatie verzekeren (controle van de pulsie/extractiesnelheden, vermindering van de drukverliezen, vermindering van de stijging van de luchttemperatuur aan de ventilatoren) en een grotere souplesse van de regeling.
Elektrische apparatuur Het verbruik verminderen waar mogelijk De situatie Samen met de verlichting vormen de elektrische installaties de grootste verbruikspost van het gebouw. En dus ook de eerste om op in te grijpen, na de verlichting. Momenteel probeert men erachter te komen wat de grootste verbruiksposten zijn, onder meer door een systeem met elektriciteitsborden per functie.
Oplossingen • Renovatie van de liften. Plaatsing van frequen-
(100% van de geïnstalleerde basis).
tieregelaars op wisselstroommotoren en van frequentieteller op de gelijkstroommachines. Tien liften en goederenliften werden gerenoveerd. • Vervanging van de computerschermen door vlakke low energy schermen. In het totaal werden 4000 schermen vervangen
De gemeten winst Vermindering met 25 à 30% van het elektriciteitsverbruik van de liften. De investering in flatscreens wordt direct rendabel gemaakt door de globale winst geschat op 90% (besparing van 40 watt per scherm en minder calorieëntoevoer). nr1 energymag | 35
33-35 ING nl.indd 35
24/03/06 20:23:12
TECHNOLOGY | COGENERATION
Warmtekrachtkoppeling
Elke industriële toepassing heeft haar eigen technologie Een stijgende energiefactuur zet aan tot het zoeken naar “rendabele” oplossingen voor een rationeel energieverbruik of om energie op intelligente wijze te produceren, zoals door warmtekrachtkoppeling, bijvoorbeeld. Er zijn tal van erg diverse industriële toepassingen. De technieken voor warmtekrachtkoppeling zijn al even gevarieerd en talrijk. Een overzicht van de mogelijkheden.
De GAS-motor (1 250 kWé) geïnstalleerd bij Lutosa (Leuzeen-Hainaut) door Electrabel heeft slechts een uitstoot van 7,5 % in vergelijking met een klassieke installatie. © COGENSUD.
Winst te danken aan de groene certificaten (volgens de Gewesten)
Technologieën
Vlaams Gewest
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Waals Gewest
¤/MWh elektriciteit
¤/MWh elektriciteit
¤/MWh elektriciteit
Oliemotor ......................................................................... 30 ....................................0 ...................................16 Aardgasmotor/turbine ..................................................... 33 ...................................45 ..................................26 Stoomturbine ................................................................... 36 ...................................50 ..................................30 Warmtekrachtkoppeling biomassa (dual-fuel)................ 126 .................................128 .................................92 Wind/Water/Fotovoltaïsch .............................................. 113 .................................127 .................................92 Biomassa (productie van biogas/plantaardige olie) ....113/143 ......................... 184/183.............................138 Biomassa (hout/uitlaatgas)..........................................122/146 ......................... 253/292.............................184 Energie is een gewestelijke bevoegdheid geworden, maar de tarieven en het hoogspanningstransport blijven een federale bevoegdheid. België telt vier Energieministers en dus vier regelgevers op de energiemarkt: de Federale Staat en de drie Gewesten. Elk van hen heeft een systeem van groene certificaten en/of certificaten voor warmtekrachtkoppeling ingesteld. Het federale niveau geeft enkel groene certificaten voor windmolens in zee. De Gewesten steunen verscheidene soorten warmtekrachtkoppeling, maar op verschillende wijze. De onderstaande tabel illustreert de winst die de groene certificaten opleveren voor eenzelfde warmtekrachtkoppeling in Vlaanderen, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Wallonië.
Heel wat industrieën nemen elektriciteit af van het distributiebedrijf en produceren warmte (warm water, stoom of warme lucht) in een stookplaats. Vanuit energieoogpunt, maar ook op economisch vlak, is het echter interessanter om gelijktijdig elektriciteit en warmte te produceren. Concreet gaat het over het herwinnen van de warmte die met de bestaande technologieën voor elektriciteitsproductie (stroomaggregaat en stoom- of gasturbines) verloren gaat. Dat gaat dankzij twee warmtewisselaars, één geplaatst op de uitlaatgassen, de andere op de koeling van het motorblok. Deze gecombineerde productie, warmtekrachtkoppeling genaamd, verspreidt zich in de hele industrie. De capaciteit verdubbelen De suikerproducenten waren de eersten, zo’n honderd jaar geleden, om zich uit te rusten met eenheden voor warmtekrachtkoppeling. Daarbij werd voornamelijk gekozen voor stoomturbines, maar ook wel voor gasturbines. De Tiense Raffinaderij past in die traditie: ze heeft net een gasturbine van 5 MWé geïnstalleerd in Longchamps. De papierindustrie en die van de papierpasta zijn niet achtergebleven. Warmtekrachtkoppeling verzekert bijna de helft van de wereldbehoeften aan warmte en elektriciteit van de sector! De productie door warmtekrachtkoppeling blijft maar toenemen. We vermelden de warmtekrachtkoppeling in de sectoren van de chemie en de petrochemie, de staalindustrie, de voedingsmiddelenindustrie, de houtverwerkingsindustrie… Vóór het toekennen van de groene certificaten in 2002, werden alle mogelijke systemen voor warmtekrachtkoppeling geïnstalleerd die op rendabele manier konden werken. Ze totaliseerden een vermogen van ongeveer 1.400 MWé voor heel België, of 5 % van het totale elektriciteitsverbruik. Het mechanisme van de groene certificaten beoogt de verdubbeling van dat percentage door de elektriciteitsproducenten met een lage CO2 -uitstoot te belonen (een winst van 456 kg CO2 is een groen certificaat waard van 92 €). Dat systeem heeft er al toe geleid dat de rentabiliteit werd uitgebreid tot kleinere installaties voor warmtekracht-
36 | energymag nr1
36-38 Cogeneration nl.indd 36
24/03/06 20:48:08
COGENERATION | TECHNOLOGY Welke technologie voor welk rendement Er bestaan drie technologieën van warmtekrachtkoppeling : - Interne verbrandingsmotoren: kleine en middelgrote vermogens - Gasturbine: middelgrote en grote vermogens - Stoomketel en tegendrukturbine: middelgrote en grote vermogens De vergelijkende tabel hieronder toont de orde van grootte van de technische en milieuprestaties van deze uitrustingen en een evaluatie van de investeringskost. koppeling en tot installaties die worden gevoed met vernieuwbare brandstoffen. Biomassa in volle ontwikkeling Lutosa, een producent van diepvriesproducten, beschikt sinds 2002 over twee motoren van 1 250 kWé met biogas, in partnerschap met Electrabel. Het water van de fabricage en de modder worden omgezet in biomassa via een eenheid voor de productie van biogas. Dat biogas wordt vervolgens voor de volle 100% geïnjecteerd in een motor die elektriciteit, warm water (op de afkoeling van het motorblok) en stoom (op de uitlaatgassen) produceert. Deze installatie geeft slechts 64 kg CO2 af voor elke geproduceerde MWhé, of 7,5 % van de 854 kg CO2 uitgestoten door een elektriciteitscentrale met een gecombineerd systeem van stoom- en gasturbines (SGT) en een hoogrendementsketel! Andere technologie: warmtekrachtkoppeling op basis van hout is niet meer voorbehouden voor grote elektriciteitsvermogens, zoals die van 30 MWé van Burgo Ardennes te Virton. Dat blijkt uit de recente installatie van Recybois te Virton waar de houtketel en de stoomturbine 3 MWé produceren en die van Renogen te Amel die de BIOpower-eenheid (houtketel en stoomturbine die 3.3 MWé produceert) bestuurt van Wartsila.
MOTOREN
AARDGAS
Elektrisch vermogen Elektrisch rendement Thermisch vermogen Thermisch rendement NOx (mg/Nm3) CO (mg/Nm3) Afmetingen (Lxbxh)
5 à 6.900 kWé 23 à 46% 12 à 7.200 kWth 56 à 49% 75 à 650 150 à 650 1 x 0,7 x 1 à 12 x 3 x 4,6 m 0,5 à 105 t 400 à 2.600
Gewicht Investering (¤/kWé) TURBINES Elektrisch vermogen Elektrisch rendement Thermisch vermogen Thermisch rendement NOx CO Afmetingen (Lxbxh) Gewicht Investering (¤/kWé)
BIOGAS 14 à 6.900 kWé 26 à 46% 30 à 7.200 kWth 58 à 49% 150 à 500 300 à 1.000 1,5 x 1 x 1,5 à 12 x 3 x 4,6 m 0,8 à 105 t 450 à 2.900
AARDGAS
STOOKOLIE 5 à 5.100 kWé 30 à 46% 10 à 5.100 kWth 59 à 44% 250 à 500 300 à 650 1 x 0,7 x 1 à 11 x 2,6 x 4,2 m 0,5 à 87 t 250 à 2.400
STOOM
30 à 44.000 kWé 26 à 42% 70 à 42.000 kWth 60 à 40% 5 ppm … 80 mg/Nm3 10 ppm … 50 mg/Nm3 1,5 x 0,8 x 2 à 20 x 15 x 11 m 0,4 à 235 t 500 à 2.300
200 à 50.000 kWé 10 à 37% 70 à 70.000 kWth 69 à 50%
}
In functie van de brandstof, het type stoomketel, …
De toekomstige technologieën… Kleine vermogens En er zijn nóg kleinere technologieën beschikbaar. Séco-bois te Mariembourg en Radermecker te Battice hebben allebei in samenwerking met Electrabel geopteerd voor de omzetting van hout in synthetisch gas dat vervolgens wordt geïnjecteerd in twee Mercedes-motoren van 300 kWé elk. De warmte van de motoren wordt vervolgens gebruikt voor de werking
Stoom produceren op basis van een motor voor warmtekrachtkoppeling is mogelijk dankzij de uitlaatgassen tegen 500°C die door een ketel van Clayton komen (Lutosa - Electrabel).
Er zijn nog andere technologieën die de belangstelling kunnen wegdragen van industriëlen. De microturbines van enkele tientallen kWé (Capstone, Turbec, Elliott Bowman…) hebben nog geen plaatsje gevonden in België, hoewel ze al beschikbaar zijn. De vuilnisbelt van Isnes, beheerd door SPAQue (Société publique d’aide à la qualité de l’environnement - openbaar bedrijf voor hulp betreffende de kwaliteit van het leefmilieu) heeft er twee van 30 kWé op biogas. Het voordeel? Verbeterde betrouwbaarheid en makkelijker onderhoud dan die van motoren. De organische Rankine-cyclus (ORC) staat voor de deur met heel wat troeven. Een organische vloeistof gebruiken in de plaats van water maakt het mogelijk om de temperatuur van de “warmtebron” te beperken. Zo verbetert
het rendement en wordt de turbine minder belast (lagere rotatiesnelheid, bijvoorbeeld). Turboden levert dit type technologie met laag en middelgroot vermogen. In Italië is het al goed ingeburgerd. De Stirling-motor of de motor met externe verbranding zou nog indruk kunnen maken op industrieën met een laag elektriciteitsverbruik (Solo 161 van 9 kWé). Een heliumcyclus van 150 bar wordt verwarmd met een warmtebron om dan een zuiger te “duwen”. De compressie gebeurt tijdens de compressieslag van de zuiger die voldoende is afgekoeld en de koude bron kan worden gebruikt voor de verwarming van het gebouw. De externe verbranding is geluidarm en perfect beheerst. De uitstoot van vervuilende stoffen (NOx en CO) wordt aanzienlijk verminderd. De brandstofcel, voorbehouden voor kleine elektrische vermogens, zou zich binnen korte tijd een weg moeten banen door de doolhof van technologieën. Het onderzoek om de betrouwbaarheid en de levensduur te verbeteren van de gevoelige onderdelen is op goede weg.
© COGENSUD.
nr1 energymag | 37
36-38 Cogeneration nl.indd 37
24/03/06 20:48:31
TECHNOLOGY | COGENERATION
De site Longchamp van de Tiense Raffinaderij
De nieuwe gasturbine van 5 MWé: een verstandige aankoop Een nieuwe turbine? “Niet echt”, zegt Joseph Poiret, Field Manager van de Tiense Raffinaderij “we hebben haar tweedehands gekocht van Cristal Union dat haar in 1996 had geïnstalleerd op de site van Eclaron in Frankrijk.” Deze Solar Taurus 60 gasturbine van 5 MWé werd volledig in orde gebracht door Caterpillar in Gosselies “om de teller op nul te kunnen zetten en zo een werkingsduur te garanderen van 30 000 uur”, legt de ingenieur uit. Omdat het bietenseizoen ongeveer 95 dagen per jaar duurt (of 2 280 uur), is de werking van de gasturbine gewaarborgd voor de volgende dertien jaar!
De grote troef van warmtekrachtkoppeling is de productie ter plaatse van de elektriciteit nodig voor de goede werking van de fabriek: “Wij zijn onafhankelijk geworden van het elektriciteitsnet. Onze warmtekrachtkoppeling werkt parallel met het elektriciteitsnet en wij moduleren het elektrisch vermogen om geen elektriciteit te moeten kopen. Soms gebeurt het zelfs dat we een overschot kunnen verkopen.” Als het elektriciteitsnet defect geraakt, dan “werkt de warmtekrachtkoppeling probleemloos alleenstaand, om terug parallel te werken met het elektriciteitsnet zodra dat hersteld is”, verzekert hij. De Tiense Raffinaderij Groep is tevreden over zijn partner Turbomach die voor de installatie en het onderhoud zorgt en wil binnenkort andere projecten van warmtekrachtkoppeling concretiseren. Om de traditie verder te zetten, maar ook om zich te positioneren in het domein van de energieoplossingen. Een manier om beter opgewassen te zijn tegen de onzekerheden van de energiebevoorrading. “Maar”, zegt Joseph Poiret nog, “wij hopen dat de fusie tussen Gaz de France en de Groep Suez niet leidt tot hogere aardgasprijzen!
© L. van Steensel
“Wij waren gewoon aan een stoomturbine, deze gasturbine is dan ook een première voor onze Groep. De toekomst is echter aan de warmtekrachtkoppeling. Dat is de richting die we moeten uitgaan”, stelt Joseph Poiret. De huidige context is immers gunstig voor de ontwikkeling van alternatieve energie, meer bepaald voor de koppeling van warmte en elektriciteit: “De voedingsmiddelenindustrie ondertekende in 2001 sectorale overeenkomsten met de Waalse Regering”, legt hij uit. Deze overeenkomsten voorzien dat als de ondernemingen projecten realiseren waardoor het energieverbruik en de uitstoot van CO2 vermindert en wanneer de terugverdientijd minder dan 5 jaar bedraagt, de Waalse Regering zich ertoe verbindt om geen nieuwe belastingen te heffen op energie, om energieaudits te subsidiëren en om voldoende CO2quota’s toe te staan. “Op de site Longchamp heeft ons bedrijf zich ertoe verbonden om het energieverbruik te verminderen met 11 % en om de CO2-uitstoot met 37 % te laten dalen tegen 2012”, zegt Joseph Poiret. Een doel dat gedeeltelijk op rendabele wijze kan behaald worden met warmtekrachtkoppeling.
“Voor deze investering van 5 600 000 €, alles inbegrepen, hebben wij geen financiële tegemoetkoming gekregen. Toch is het project rendabel dankzij het financiële duwtje in de rug door de groene certificaten”, vertelt hij overtuigd. “Wij halen een terugverdientijd van minder dan 4 jaar.” Dit eerste werkingsjaar (2005) was overtuigend, “ondanks het feit dat we verrast waren door de schommelingen van de elektriciteitsproductie afhankelijk van de buitentemperatuur”, nuanceert hij. “Omdat oktober warmer was dan gewoonlijk, was onze elektriciteitsproductie lager dan voorzien.” Een eigenaardigheidje van gasturbines… Een temperatuurstijging van 10°C van de buitenlucht impliceert een grotere drukkracht voor de verbranding en leidt tot een val van 7% van het geproduceerd elektrisch vermogen.
van de droogkamers voor het hout. Zelfs de stoommotor is terug van weggeweest! Dankzij de Beschutte Werkplaats Le Saupont. De installatie van 225 kWé, besteld in maart 2005, bevindt zich in de opstartfase. De ketel is aangepast voor de verbranding van een mengsel van 60 % plankjes, 30 % zaagsel en 10 % schors, wat precies overeenstemt met de afval bij de fabricage van de transportpallets bij Le Saupont. De warmteherwinning maakt het voortaan mogelijk om de pallets te laten drogen. Dat beantwoordt aan de nieuwe regelgeving die de warmtebehandeling van het hout verplicht maakt. Op het vlak van plantaardige oliën en dierlijke vetten dragen de groene certificaten bij tot een sterke toename van de toepassingen: de Margarinerie Aigremont te Awirs installeerde in 2004 een motor van 750 kWé die uitsluitend werkt met dit type groene brandstof (olie of vet). De warmte dient voor de fabricage van boter en margarine. Het slachthuis Seva te Moeskroen bouwde een installatie voor warmtekrachtkoppeling die dierlijke vetten gebruikt afkomstig van de eigen productie. Een ideetje om op voort te bouwen… Talloze toepassingen De toepassingen voor het direct drogen (met uitlaatgassen van turbines of motoren) beginnen op te komen. Of het nu is om gips, vermalen stenen (zoals Victor Meyer te Malmédy) of fosfaten te drogen. Het belangrijkste is om alle energie te valoriseren die in de uitlaatgassen zit en de elektriciteit te produceren die noodzakelijk is voor de werking van de fabriek, zonder zijn toevlucht te moeten nemen tot de klassieke brander. Ondanks het feit dat stookolie meer CO2 uitstoot dan aardgas volgens de CWaPE (Commission wallonne pour l’énergie Waalse energiecommissie), kunnen groene certificaten ook worden toegekend voor warmtekrachtkoppeling op basis van deze brandstof. Op voorwaarde wel dat ze niet zijn aangesloten op aardgas en een zeer goed energierendement hebben door warmtekrachtkoppeling. Dat is het (unieke) geval van het slachthuis Detry Frères te Aubel dat Volvo dieselmotoren gebruikt. De toepassingen zijn zo divers dat industriëlen altijd wel een systeem voor warmtekrachtkoppeling vinden dat geschikt is voor hen. Deze technologieën verdienen het opnieuw te worden bestudeerd: ze passen in de maatregelen ten gunste van alternatieve energiewinning. p Ismaël Daoud Warmtekrachtkoppeling facilitator van het Waals Gewest
38 | energymag nr1
36-38 Cogeneration nl.indd 38
24/03/06 20:48:51
SOLARFILMS | TECHNOLOGY
Luxafoil
Uw wapen tegen het broeikaseffect Luxafoil Clear Vision is een nieuwe generatie zonnewerende folie die 93% van de zonne-energie weerkaatst en de binnentemperaturen gemiddeld met 5 à 7° C vermindert. Thermisch comfort én energiebesparing troef!
© Luxafoil
Zomer én winter.
Uw gebouw is uitgerust met airconditioning en toch is het er warm in de zomer. Te warm! De klachten stapelen zich op en de energiefactuur loopt op. Dat is een probleem waar heel wat facility managers zoals Patrick Cornélis van Landbouwkrediet mee te kampen facility Het broeikaseffect De nieuwe zetel van het Landbouwkrediet te Anderlecht (10.000 m2) werd ingehuldigd in 1998. Er werd intensief gebruik gemaakt van de moderne glasarchitectuur, in die mate zelfs dat bijna 2/3de van de gevels uit glas bestaat. Ondanks de technische evolutie van de beglazing, blijft het vermogen om zonnestralen te weerkaat-
sen zwak. Normale ruiten weerkaatsen maximaal 14% van de zonne-energie. In ons klimaat hebben de meeste ruiten bovendien een isolerende functie en moeten ze de warmte in de winter binnen houden. Het vervelende daaraan is dat die warmte ook in de zomer binnen blijft. Ze wordt geabsorbeerd door muren, vloeren en meubels. Een oververhitting die leidt tot een broeikaseffect dat de temperaturen doet stijgen. Gevolg: in de zomer werkt de airconditioning regelmatig in overdrive, “en zelfs dag en nacht”, geeft Patrick Cornélis toe. “Noch de stores aan de binnenkant van de ramen, noch de wijzigingen aangebracht aan de koelbatterijen van de ventilatie-installatie
hebben een bevredigend resultaat opgeleverd”, voegt hij eraan toe. Het nieuwste technologische snufje De oplossing? De zonne-energie via de ruiten verminderen vóór zij in het gebouw komt. Dat is wat de zonnewerende folie doet. Luxafoil Clear Vision blijkt op dit ogenblik één van de beste te zijn. Deze gemetalliseerde folie wordt ontwikkeld door een bedrijf uit SintNiklaas en is het nieuwste technologische snufje. Het bestaat uit diverse lagen gelamineerd polyester van hoge kwaliteit die wordt gefabriceerd dankzij een ultramoderne verstuivingstechnologie, waarbij gebruik wordt gemaakt van een metaalmengsel (nikkel, zilver, titaan…). Uiteindelijk combineert de folie een grote optische transparantie en een maximale weerkaatsing van de zonnewarmte van 93%, wat het product uniek maakt op de markt. De ontwerper, Luc Michiels, kondigt een gemiddelde temperatuurverlaging aan van 5 à 7°C en een energiebesparing van 20 à 25% voor gebouwen uitge-
rust met een koelsysteem. En hij bewijst dit ook! Na de installatie van 2.200m2 Luxafoil bij het Landbouwkrediet is de temperatuur van het gebouw met 5,6°C gedaald en de energiekost op jaarbasis met 21%. Dat alles voor een investering van 94.000 € (de prijs schommelt tussen 45 en 50 €/m2 afhankelijk van het te bekleden oppervlak en de toegankelijkheid ervan) wat in minder dan 3 jaar rendabel moet zijn. Zomer én winter Het gebruik van zonnefolie is ook een alternatief voor de installatie van een systeem voor airconditioning in een gebouw dat er niet mee is uitgerust. Een oplossing die werd gekozen door de Zeevaartschool van Antwerpen en waaraan de voorkeur moet worden gegeven als afkoeling niet echt een noodzaak of geschikt is. Een andere troef is dat de folie de isolerende eigenschappen van de ruiten verbetert en de warmteverliezen in de winter doet afnemen. Dat doet de verwarmingskosten aanzienlijk afnemen, tot 16% in de beste gevallen. p Jean-François Marchand
Te onthouden v In de zomer Zonnefolies verminderen de binnentemperatuur (van 5 à 7°C voor de Luxafoil Clear Vision) en leveren aanzienlijke besparingen op voor de productie van geconditioneerde lucht. In sommige gevallen vormen ze een efficiënt alternatief voor de installatie van een airconditioning. v In de winter Ze verbeteren de isolatie van de beglazing en verminderen de warmteverliezen wat, in functie van de omvang van de oppervlakken met glas, een besparing op stookkosten oplevert van 8 à 16%.
Daling met 22% van de energiekosten van de Diamant Building kosten (elektr. + stookolie)
gerealiseerde besparingen
81 781 ¤ 27 149¤
2004 (mei-okt.)
33%
169 496 ¤
2004 (12 maanden)
0¤
55 000 ¤
110 000 ¤
165 000 ¤
36 531¤
22%
220 000 ¤
Luxafoil is efficiënt! In 2004 daalden de energiekosten van de Diamond Building te Brussel, zetel van de federatie Agoria, met 22% in vergelijking met 2003. De daling is nog spectaculairder (33%) als men enkel de meest zonnige periodes neemt tussen mei en oktober. Er is minstens 3 jaar nodig om de investering van 110.000¤ (3000 m2 geplaatste folie) te laten renderen. nr1 energymag | 39
39 luxafoil nl.indd 39
25/03/06 16:43:46
TECHNOLOGY | LIGHTING
Stadsverlichting:
het geld ligt op straat Als sommige onderzoeken mogen geloofd worden, dan zou de modernisering van de stadsverlichting in Europa kunnen vertaald worden in een verlaging met 3,5 miljoen ton van de CO2-uitstoot in de atmosfeer én een besparing van bijna 700 miljoen € voor de openbare overheden die er nu voor opdraaien. Cijfers waar we zeker eens bij moeten stilstaan.
/ / / / / / / / / / / EUP-richtlijn
Europese steden en wegen worden meestal nog verlicht door infrastructuren met technologische concepten die dateren uit de jaren ‘60. Langs een derde van de snelwegen op het Oude Continent staan uitrustingen met kwikdamplampen die weliswaar goedkoop zijn, maar niet zo efficiënt in termen van lichtrendement en die bovendien nogal wat energie verbruiken. Om de vervanging van die zowat 35 miljoen lampen te stimuleren, vestigen grote fabrikanten, zoals Philips Lighting, tegenwoordig de aandacht van de plaatselijke overheden op het potentieel van de nieuwe technologieën voor stadsverlichting die vandaag de dag worden aangeboden, en dat niet enkel op financieel vlak, maar ook op dat van het leefmilieu.
(Energy Using Products)
Veelvoudige besparingen Openbare verlichting kan niet rekenen op al te veel belangstelling, toch vervult het diverse taken. Het zorgt voor comfort en veiligheid voor de weggebruikers en geeft het stadslandschap een eigen karakter. Stadsverlichting geeft een geruststellend gevoel aan de voorbijgangers in de straten, maar mag de bewoners die in de onmiddellijke omgeving wonen niet storen. Om al deze verschillende punten te verzoenen en bovendien de nieuwe vereisten na te leven inzake rationeel energieverbruik, heeft Philips Lighting CosmoPolis ontwikkeld. Een nieuwe generatie lampen en elektronische voorschakelapparatuur die grote efficiëntie inzake energieverbruik en optica combineren met een doorgedreven miniaturisatie.
///////////////////////////
De inspanningen van de Europese Unie om te strijden tegen de klimaatverandering worden gericht op de verbetering van het energierendement, een domein waar de milieuvoordelen ook kunnen vertaald worden in economische voordelen voor heel Europa.
Volgens die EUP-richtlijn zullen de producten die een vermindering van de CO2-uitstoot beogen de volgende jaren: > het verkoopvolume moeten verhogen tot 200.000 eenheden per jaar binnen de EU > een aanzienlijk milieueffect moeten hebben binnen de EU > aanzienlijke mogelijkheden moeten bieden om de milieueffecten te verminderen zonder tot hoge kosten te leiden > voorzien moeten zijn van een uitgebreid gamma milieuprestaties en een equivalente functie
Dat is onder meer het geval voor de straatverlichting, een sector die de EU als een van de belangrijkste doelen ziet binnen het kader van de nieuwe wetgeving op het ecologisch concept van energieverbruikende producten (kaderrichtlijn bekend onder de naam Energy Using Products - EUP). Deze richtlijn werd gepubliceerd in juli 2005 en trad in voege op 11 augustus van datzelfde jaar en beoogt de regeling van het ontwerp van producten die grote hoeveelheden energie verbruiken, om het best mogelijke energierendement te bekomen, los van andere vereisten, zoals de milieueffecten. De 25 lidstaten van de EU hebben twee jaar om deze richtlijn om te zetten in hun nationale wetgeving.
Door zich op deze criteria te baseren heeft de Commissie al veertien groepen energieverbruikende producten gedefinieerd, waaronder de stadsverlichting. De eerste stap naar het analyseren van de wijze waarop de producten onderworpen zijn aan de toepassingsmaatregelen van de EUP-richtlijn bestaat uit een vooronderzoek van elke productengroep om de mogelijke verschillende methoden te visualiseren ter verbetering van de milieuprestaties van het product. De Europese Commissie heeft een oproep gelanceerd om vooronderzoeken in te dienen en de nationale regeringen, ook betrokken partij bij deze activiteit, moeten de Commissie hun specifieke aanbevelingen doorgeven betreffende de 14 prioritaire productcategorieën.
© Philips
De analyse van de openbare verlichting zal worden voorbereid door verlichtings- en milieudeskundigen in samenwerking met de experts van de betrokken industrieën. De informatie die zo wordt ingezameld, zal de Europese Commissie in staat stellen om de volgende etappes voor te bereiden van de procedure voor de ontwikkeling van toepassingsmaatregelen tot aan de publicatie ervan. Dat alles betekent dat naarmate 2008 nadert, nieuwe normen verplicht zullen worden om het verwachte energierendement te behalen en te voldoen aan andere vereisten. Bijgevolg moeten de lokale overheden er rekening mee houden op het ogenblik dat ze keuzes maken voor de vervanging of bij de aankoop van nieuwe openbare verlichtingssystemen.
40 | energymag n°1
40-41 lighting nl.indd 40
24/03/06 20:14:47
LIGHTING | TECHNOLOGY
© Philips
lichtflux (lumen) en voor de CosmoGold is dat 16.000 h en een behoud van 90%. Ook interessant is dat om de verwachte besparing nog te verbeteren, het mogelijk is om de CosmoPolis-systemen te koppelen aan een dimmer die de vermindering van de lichtstraal verzekert tot 25% voor de CosmoGold en tot 50% voor de CosmoPolis. Heel wat mogelijkheden dus om de distributie van licht heel precies aan te passen aan de werkelijke behoefte op elk uur van elk punt op het lichtnet.
Met de CosmoGold, die een functionele lichtstraal verspreidt van 2.000°K van 65 of 140 W en de CosmoWhite, die een witte lichtstraal produceert die schommelt tussen 2.600 en 2.850°K van 60 en 140 W (*), biedt het gamma CosmoPolis energiebesparingen die kunnen oplopen tot 10% in vergelijking met hogedruknatriumlampen (SON), 30% in vergelijking met de Master Colour lampen en, nóg indrukwekkender, tot 150% in vergelijking met hogedrukkwiklampen (HPL). Deze cijfers zijn al heel goed, maar moeten nog worden vermeerderd dankzij het optisch concept van de CosmoPolis-systemen. De nieuwe elektronische voorschakel-
apparatuur CosmoPolis zorgt voor een stijging van het algemeen rendement van het systeem dat toeneemt van 83 tot 92% en de betere positie van de brander van elke lamp, gekoppeld aan het optisch systeem CosmoR, begunstigt een veel homogenere dekking van de verlichte zone. De ruimte tussen verlichtingsarmaturen kan zo met 10% worden vergroot, zodat er minder nodig zijn voor eenzelfde afstand, zonder dat qua verlichtingsefficiëntie iets wordt ingeboet.
Intelligent systeem De ComoPolis-lampen zijn bijna 65% compacter dan hun evenknieën HPL en SON, en behouden bovendien hun prestaties uitstekend CO2-uitstoot op lange terper jaar en per km straatverlichting mijn. Volgens metingen die Tussenruimte 25 m (29m bij CosmoWhite) 10000 im, 042 kg CO2 kw/h Philips uitvoerde, wordt de Cosmo White Metal Halide gekenmerkt (CDO-TT) door een High Pressure Sodium l e v e n s d u ur (SON) van 3 jaar of Metal Halide 12.000 u met (Cosmo White) uiteindelijk een Mercury Vapour behoud van 80 % van de
Proefproject De CosmoWhite en CosmoGold lampen overtuigen niet enkel op papier, maar ook op het terrein. Welke stad anders dan Turnhout, waar de zetel van Philips Lighting is gevestigd, zou beter geschikt zijn voor een proefproject om de kwaliteiten van de CosmoPolis-systemen te tonen? Binnen het kader van een programma voor stadsverfraaiing dat 5 jaar geleden startte op haar initiatief, heeft Philips Lighting een richtinggevend schema voorgesteld om nieuwe verlichting te introduceren die de mooiste monumenten van de stad in de schijnwerpers zou plaatsen. Zo komt het dat het kasteel van Turnhout, waar nu een rechtbank is gevestigd, zijn QL in© ductielampen van Ph ilip s Verlichten in de toekomst? 85W verlichting in de omgeving heeft In december 2005 was de stad Ede, in het ingeruild tegen centrum van Nederland, de eerste stad CosmoWhite-lamter wereld om te kiezen voor openbare verlichtingspalen met LED-technologie. pen van 60W. De De LED-technologie is rijk aan creatieve installatie ervan mogelijkheden, heeft een levensduur van vergde slechts meer dan 12 jaar, of 50.000 u verlichting en een kleine wijzidat houdt de onderhoudskosten laag. Hoewel ging vooraf aan de technologie vandaag nogal duur is, kan de verlichtingshet morgen best een alternatief zijn voor armaturen van stadsverlichting. Schréder die al Philips Lighting houdt de markt goed in het geplaatst waren oog en biedt dan ook al heel wat LED-producen leverde dus ten aan, waaronder de Equinox, de oplossing een besparing op waar Ede voor heeft gekozen. van 42% voor het verbruik en tegelijkertijd, door een gevoelige toename van het rendement, is de lichtflux van 6.000 naar 6.900 lumen gestegen. Het spreekt voor zich dat rekening moet worden gehouden met de prijs voor de omschakeling naar deze nieuwe systemen bij de berekening van de rentabiliteit, maar, volgens Philips Lighting, is de return on investment zeker haalbaar in 8 jaar. p Daniel Labours (*) De lampen CosmoWhite en CosmoGold 90 W zullen beschikbaar zijn in de tweede helft van 2006, terwijl de CosmoWhite 35 W eind 2006 verkrijgbaar zal zijn.
n°1 energymag | 41
40-41 lighting nl.indd 41
24/03/06 20:14:58
TECHNOLOGY | NEW PRODUCTS
[ HVAC ]
Laureaat Interclima: het adiabatisch koelsysteem DFCV-AD De beurs Interclima reikte onlangs de innovatietrofeeën uit die in het teken stonden van de energieprestatie. In de categorie product of systeem voor tertiaire gebouwen is de laureaat het adiabatisch koelsysteem met optimale sanitaire veiligheid DFCV-AD van Balticare SAS. Dit koelsysteem is een Dry Cooler uitgerust met batterijen in V en een bijkomende uitrusting van adiabatische voorkoeling. Deze voorkoeling gebeurt zonder de vorming van aerosols en/of druppeltjes. De lucht wordt immers vooraf eenvoudig adiabatisch gekoeld voor de uitwisseling op een droge batterij. Bij de meest extreme temperaturen wordt zonder bijkomende pomp een waterdistributie vanaf de top van het toestel gevoerd met behulp van de zwaartekracht. Deze distributie van lucht zonder luchtflux zorgt voor een volledige bevochtiging van de bevochtigingsmedia. De lucht wordt door de media gestuurd en wordt op die manier sterk bevochtigd, wat de temperatuur ervan terugbrengt tot een niveau dat slechts 2 à 3°C hoger ligt dan dat van de bol. Deze zeer grote temperatuurdaling van de koellucht (tot 8°C in normale werkingsomstandigheden) leidt tot een aanzienlijke toename van de droge koelcapaciteit. Bijgevolg is het energieverbruik om de warmte af te voeren sterk verminderd in vergelijking met een conventionele droge koeling. www.baltimoreaircoil.be
[ COMPRESSORS ]
GA Plus: een nieuwe reeks high performance compressors met gesmeerde schroef. Atlas Copco zet de weg van vernieuwing verder van zijn gamma compressors met gesmeerde schroef door de uitbreiding van het GA Plus gamma dat nu vermogens heeft van 30 kW tot 90 kW tegen vaste of variabele snelheid voor een productie van perslucht tegen 7, 8, 10 of 13 bar. Deze nieuwe modellen cumuleren een geheel van verbeteringen op het vlak van de energie, te beginnen met de motors EFF1 met hoog rendement. Een hoger luchtdebiet en een lager energieverbruik worden onder meer verkregen door de introductie van een nieuwe geoptimaliseerde schroef. Een nieuw model van
waterafscheider is in de uiteindelijke koeler geïntegreerd. Standaard is een elektronische aftapkraan voorzien, waardoor elk verlies van perslucht wordt vermeden bij de evacuatie van de condens. Het drukverlies door deze combinatie is opmerkelijk laag, vergeleken met de klassieke systemen, wat alweer energiewinst oplevert. Tot slot vereenvoudigt het unieke concept van de drijfwerkkast het aandrijfsysteem en vermindert het energieverbruik. Alle modellen zijn bestand tegen een maximale omgevingstemperatuur van 46 °C en zijn dus bestand tegen extreme omstandigheden zonder verlies van prestaties. www.atlascopco.be
[ HVAC ]
De DVM Heat Recovery warmt en koelt tegelijkertijd Samsung lanceert een nieuw systeem voor airconditioning met warmteherwinning voor middelgrote en grote gebouwen. De DVM HR (Heat Recovery) is niet alleen erg flexibel, maar doet ook het energieverbruik dalen tot 20 % in vergelijking met de bestaande DVMsystemen. Met de Heat Recovery kan de klant kiezen tussen koelen en warmen en dat op het niveau van elk binnentoestel. Het systeem recupereert de warmte van de gekoelde kamers en verdeelt die in de kamers die op dat ogenblik warmte vragen. Resultaat: een optimaal comfort, natuurlijk, maar ook een bijkomende energiebesparing. De Heat Recovery maakt het ook mogelijk om de warmte van het lokaal met de servers of de vergaderzaal, die anders naar buiten zou worden afgevoerd, efficiënt te hergebruiken, bijvoorbeeld voor de verwarming van een kantoor. Op een externe eenheid kunnen maximum 14 binnentoestellen worden aangesloten. Elke binneneenheid bepaalt zelf het noodzakelijke koel- of verwarmingsniveau. Het externe toestel, met een vermogen van 28 kW voor koeling en van 31,5 kW voor verwarming, past zich automatisch aan de instelling aan en levert de vereiste capaciteit met grote precisie. De DVM-systemen van Samsung zijn standaard uitgerust met naar keuze een individuele infraroodbediening (IR) of met een waste bediening aan de wand bevestigd. Het is ook mogelijk om op de binneneenheid een individuele weekthermostaat te voorzien, of centrale bedieningspanelen of een computerbesturing. Hotels kunnen het systeem bovendien koppelen aan een sleutel met elektronische kaart. www.samsung-airco.be
[ TOERENTALREGELAAR ]
Altivar 61, de nieuwste afstandsbestuurde toerentalregelaar De nieuwste afstandsbestuurde toerentalregelaar, de Altivar 61, is een frequentieomzetter voor asynchrone draaistroommotors van 0,75 kW tot 630 kW. Hij is geschikt voor de meest courante toepassingen inzake het vloeistoffenbeheer in gebouwen van de industrie en de dienstensector (ventilatie, klimaatregeling en pompen). De Altivar 61 maakt het mogelijk om de exploitatiekosten van gebouwen te verminderen door het energieverbruik te optimaliseren en het comfort van de gebruiker te verbeteren. Hij is eenvoudig aan te wenden, en voldoet aan alle vereisten van klimaatregelingsdeskundigen en ingenieurs in de hydraulica (regeling, bescherming, communicatie, plaatselijke exploitatie of op afstand,…). Vooral de besturingsoverdracht voor de motor maakt een nog kleiner energieverbruik mogelijk: kwadratische overdracht 2 of 5 punten, of overdracht energiebesparing ‘Nold’. Met die laatste past de bediening met vectorcontrole de bekrachtigingsstroom aan in functie van de toepassingsbelasting (kenmerk van kwadratisch koppel). De toerentalregelaar Altivar 61 bespaart niet enkel energie, maar heeft ook andere eigenschappen die bijdragen tot milieubehoud: vermindering van de geluidsoverlast (aeroliet geluid, waterslagen), selectieve afvalbehandeling, bannen van gevaarlijke substanties. www.schneiderelectric.com
[ LIGHTING ]
e-box: tot 40% energiebesparing SME Benelux, een jong bedrijf actief in de distributie van ecologische energieproducten, lanceert de e-box, een elektrisch regelmechanisme dat het elektriciteitsverbruik kan inperken tot 40% en de onderhoudskosten kan optimaliseren in het domein van de verlichting. Deze prestatie wordt verkregen door een krachtig regelmechanisme gerealiseerd door het systeem gecombineerd met een verlaging van de stroomresonanties van het net. De regeling van het vermogen omvat bovendien een vermindering van de werkingstemperaturen van het volledige verlichtingssysteem, wat de slijtage vermindert en de levensduur dus proportioneel vergroot. De e-box werkt ook als filter tegen netstoringen, wat de
42 | energymag nr1
42-43 Techno breves nl.indd 42
24/03/06 20:11:53
NEW PRODUCTS | TECHNOLOGY
typische uitval van ontladingslampen en hun voorschakelapparatuur vermindert. Hierdoor vermindert hij de gewone onderhoudskosten van de installaties en de recyclagekosten tot 50%. Het systeem kan worden toegepast op ontladingslichtbronnen zoals: fluorescentie-, natriumdamp-, kwikdamp-, metaaljodide- en halogeenlampen. Het is geschikt voor het beheer van lichtinstallaties voor binnen en buiten die stroom gebruiken van 3A tot 400 A. Het biedt verschillende besparingsniveaus om zich aan te passen aan elk type van behoefte in termen van besparing/prestaties, en dit ongeacht de gebruikte verlichtingsarmatuur. Eens geïnstalleerd, afgesteld voor het gebruik en getest, is er geen enkel onderhoud meer voor nodig. Het toestel heeft een levensduur van ongeveer 25 jaar of 200.000 uur. De e-box kan even goed in stadsverlichting worden gebruikt als in de tertiaire sector, overal dus waar verlichting een aanzienlijk energieverbruik veroorzaakt.
[ ELEKTRISCHE AANDRIJVINGEN ]
Bereken de potentiële energiebesparing met Sinasave Dankzij het programma Sinasave van Siemens Automation and Drives is het voortaan mogelijk om op eenvoudige wijze de potentiële energiebesparing te berekenen, opgeleverd door de elektrische aandrijvingen in de procesindustrie. Dit hulpmiddel berekent de energiebesparing die het gebruik van frequentieomzetters in regelsystemen mogelijk maken dankzij een variabele snelheid of van motoren met hoog energierendement in toepassingen met constante snelheid. Hij analyseert niet
investering mogelijk maakt. Die wordt vaak in amper enkele maanden terugverdiend. Het programma kan gratis worden gedownload. www.siemens.de/energiesparprogramm
[ STOOM ]
enkel elke individuele aandrijving, maar ook de volledige aandrijving. Voor de aandrijvingen met constante snelheid berekent het programma de energiebesparingen en de afschrijving die de overschakeling op motors met hoog energierendement van een hogere klasse impliceren. In geval van gebruik van frequentieomzetters voor het regelen van een bestaand systeem door een variabele snelheid, volstaat het om de kenmerkende gegevens en parameters van de installatie in te voeren, bijvoorbeeld het debiet en de afvoerhoogte van de pompen of nog het massadebiet en het totale drukverschil van de ventilators. Dankzij de gegevens over de werkperiodes en de werkingsduur en de dagelijkse en jaarlijkse debietprofielen, kan het programma de energiebesparing berekenen geboden door een aangepast aandrijfsysteem. Afgezien van de eigenlijke energiebesparing biedt Sinasave ook andere mogelijkheden om de kosten te drukken, bijvoorbeeld door de vermogensfactor bij werking in snelheidsregeling te verbeteren of door de mechanische controle bij werking in gesloten kring op te heffen. Bovendien bepaalt Sinasave de afschrijvingsduur van de investering. De globale investering, met de inkoopkost, de planning, de engineering, de integratie en de start van de installatie wordt geëvalueerd in verhouding tot de totale besparingen die de
Steamstar: bereken uw stoomverliezen online Met het Internetplatform SteamStar biedt Armstrong International een innoverende oplossing om de efficiëntie van stoominstallaties te optimaliseren en uw kosten te verminderen. Dankzij een methodologie goedgekeurd door het Technisch Comité van de UNO laat dit platform u online de reële stoom-, brandstof- en CO2-verliezen berekenen van alle types defecte aftapkranen van elk merk. De gedetailleerde verslagen en diagnoses geleverd door dit unieke analyseprogramma zorgen ervoor dat de gebruikers makkelijk de oplossingen kunnen kiezen om hun installatie te optimaliseren. Zo worden niet enkel de financiële kosten gedrukt die aan deze foutieve werking zijn gekoppeld, maar ze verminderen ook de negatieve effecten ervan op het leefmilieu, wat de duurzame ontwikkeling ten goede komt. De inschrijvingskosten bedragen 250 €. De inschrijving gebeurt in één keer. SteamStar kan vervolgens ook onbeperkt worden gebruikt zonder kosten. www.steamstar.be
PRODUCT IN ACTION Het Atomium tooit zich (ook) met ramen met hoge energieperformance Bekleed met een nieuwe schitterende bekleding van roestvrij staal opende het Atomium op 14 februari laatstleden opnieuw de deuren na werken die 20 maanden duurden. Een renovatie het monument waardig: buitengewoon, stoutmoedig en innoverend. Onder de actoren die de uitdaging aangingen bevond zich het glasbedrijf Glaverbel dat heeft bijgedragen tot de renovatie van twee ruimten in het Atomium, in het bijzonder de “wafel”, het paviljoen rond de onderste centrale bol die dient als steun en als ingang tot het geheel van de 9 bollen, en het “paviljoen”, een nieuwe onafhankelijke ruimte voor de ticketverkoop dicht bij het monument. Om te beantwoorden aan de renovatiedoelstellingen die de voorkeur gaven aan het glanzen van de inox (de
nieuwe huid van het Atomium is van roestvrij staal) en de milieuzorg waaraan de vzw die de site beheert veel belang hecht, heeft architectenbureau Conix in het verticale deel van de wafel geopteerd voor Thermobel Starlite N, een superisolerende beglazing. Die combineert drie functies: een thermische isolatie zorgt voor meer energiebesparing dankzij de superisolerende laag (waarde U = 1.3), inbraakwerend glas dankzij afstandhouders in PVB en transparante esthetiek dankzij een hoge lichtdoorlating (73%) en een zeer lage reflectie (12%). Voor het dak werd gekozen voor de gelaagde veiligheids-
beglazing Sunergy omwille van de transparantie en de controle van de zon met hoge performance (51%). Deze nieuwe generatie isolerende beglazing omvat glas met een laag die het energieverlies via enkel glas tot vijf keer vermindert.
nr1 energymag | 43
42-43 Techno breves nl.indd 43
24/03/06 20:13:14
RENEWABLE | SOLAR De cijfers zijn bekend (ook al hebben ze vooral betrekking op orde van grootte). Men gaat ervan uit dat de - quasi onuitputtelijke - zonne-energie die op aarde kan worden gevaloriseerd op wereldschaal overeenstemt met bijna tien keer onze huidige energie-uitgaven in de wereld. Als we dat terugbrengen tot België, kan men stellen dat in het algemeen, een horizontaal oppervlak van een vierkante meter per jaar een energiehoeveelheid van zo’n 1000 kWh ontvangt, wat het equivalent is van 100 liter stookolie. Reken zelf maar even uit: maar even uit: dat betekent voor ons land 2.600 miljoen ton aardolie-equivalent (TAE) gratis ter beschikking, hetzij bijna vijftig keer ons nationaal energieverbruik (bron: Apere). Maar laat ons terug met de voeten op de grond komen. Die energie moet worden gevaloriseerd en precies daar wringt het schoentje. Zodanig zelfs dat we niet meer kunnen spreken van gratis.
Zonne-energie
Die genereuze zon In tegenstelling tot wat men zou kunnen denken, is het niet in die streken op onze planeet met de meeste zon waar de veelbelovende markt van de zonne-energie het verst gevorderd is. De industriële logica (en beleid) heeft zijn eigen wetten. De Top 10 van de fabrikanten FOTOVOLTAÏSCH (wereld) Onderneming
THERMISCH (Europa) Marktaandeel
Onderneming
Productie/verkoop m2
Sharp
27,1%
GREENoneTEC
242.000
Kyocera
8,8%
Viessmann
115.000*
BP Solar
7,1%
FOCO S.A.
110.000
Mitsubishi élec.
6,3
Sonnekraft
100.000
Q-Cells
6,3%
Buderus
95.000*
Shell Solar
6,0%
Sunstrip
85.000
Sanyo
5,4%
Wagner
85.000
Isofoton
4,4%
Thermomax
50.000*
RWE
3,7%
Ritter Solar
40.000
Deutsche Cell
2,3%
Clipsol
12.000
Bron: EurObserve’ER
© Wagner & Co / ESTIF
Warmte rendeert We kunnen grosso modo kiezen uit twee manieren om zonne-energie te valoriseren: warmte (thermische zonne-energie) en elektriciteit (fotovoltaïsche zonne-energie). De vorm die het tot op heden heeft gehaald omdat de formule eenvoudig is en het meest rendabel, is de exploitatie van de zonnewarmte. Voor gebouwen gebeurt dat via een passief zonnewarmtesysteem of biotechnologische architectuur, met andere woorden door de valorisatie van de natuurlijke zonne-energie door een slimme oriëntatie van het gebouw, een uitstekende isolatie, een goede luchtdichtheid en een mechanische ventilatie met efficiënte lucht-lucht warmtewisselaar. Vervolgens kan men verder gaan en een zonneboiler (warmtecollector) op het dak of de gevel installeren. Men kan stellen dat deze uitrustingen nu tot wasdom zijn gekomen en dat hun rendement ongeveer 50% van de behoefte aan warm water kan dekken, of meer in het geval van een aanvullende verwarming. Dat heeft de overheden van de drie gewesten er enkele jaren geleden toe aangezet om overheidshulp te voorzien zodat par-
* Gegevens 2003
© Ritter Solar / ESTIF
© VELUX / ESTIF
© Conergy AG / ESTIF
44 | energymag nr1
44-45 solaire nl.indd 44
24/03/06 20:08:02
SOLAR | RENEWABLE ticulieren en de dienstensector ertoe worden aangespoord om zonnecollectoren te kopen (zie kaderstuk). Elektriciteit op zoek naar rendement De tweede formule bestaat erin de productie van elektriciteit door het foto-elektrisch effect te benutten (hier wordt het licht gevaloriseerd en niet meer de warmte) door de fotovoltaïsche cellen in de goed georiënteerde beschermende panelen in serie te koppelen. Het rendement is dan drie keer lager (van ongeveer maximaal 16%, maar in een laboratorium bereikt men bijna 40%) in vergelijking met de thermische zonne-energie. Kortom, we kunnen stellen dat met ongeveer 10 m2 een vermogen van 1 kW-piek kan worden bekomen (jaarlijkse productie van ongeveer 800 kWh). Afgezien van het rendement zijn de twee grootste obstakels hier de prijs en het intermitterend karakter van de energiebron. In vergelijking met fossiele brandstoffen zal de geproduceerde energie vier tot tien keer (!) duurder zijn (met de huidige stand van de technologie). Dat is één van de redenen waarom de fotovoltaïsche energie tot op heden amper werd aangemoedigd bij ons. Groene certificaten snellen te hulp Het tij keert. Sinds 1 januari krijgt u in Vlaanderen, afgezien van federale en gewestelijke steun, voor elke schijf van 1000 kWh, fotovoltaïsch geproduceerd, een groen certificaat ter waarde van 450 €, gewaarborgd gedurende 20 jaar! Het zou dan ook best eens kunnen zijn dat vanaf nu heel wat toepassingen zullen ontstaan in Vlaanderen, meer bepaald in de logistieke sector die enkele duizenden hectaren daken telt die kunnen worden uitgerust met zonnepanelen. Vergelijk dat met de 150 € die in Wallonië wordt aangeboden voor dezelfde certificaten en het is duidelijk dat een andere weg wordt gevolgd! Het is wel zo dat, in tegenstelling tot het Waals Gewest waar een producent van fotovoltaïsche zonnepanelen (Droben) nog maar pas gestart is met de productie, Vlaanderen al sinds 2001
beschikt over een industrieel stevige productie-eenheid van fotovoltaïsche cellen en panelen in volle groei: Photovoltech (join venture Total, Electrabel, Soltech en IMEC, de Vlaamse parel van het onderzoek op micro-elektronisch domein). Industrieel beleid Een industrieel beleid is natuurlijk belangrijk en verklaart ook grotendeels de toppositie inzake zonne-energie die wordt ingenomen door landen waar de zon niet zo vaak schijnt zoals Japan (618 MWc geproduceerd in 2004), Duitsland (363 MWc) en Oostenrijk (1.679 MWth). Het mag duidelijk zijn dat de graad van bezonning in Japan niet de doorslag heeft gegeven bij de beslissing van het land van de Rijzende Zon om vanaf de jaren ‘70 het fotovoltaïsche netwerk een nieuwe dynamiek te geven door O&O-programma’s op dat vlak stevig financieel te steunen en door particulieren die voor deze energiebron kiezen ruim te subsidiëren. Uiteraard was de Japanse industriële aanwezigheid in de markten van de elektronica en microprocessors belangrijker. Die produceren immers siliciumafval en dat is de belangrijkste grondstof voor de fabrikanten van fotovoltaïsche cellen. Ook van doorslaggevend belang was de sterke energetische afhankelijkheid van het land. Resultaat: de helft (48%) van de zonnemodules die vandaag de dag in de wereld worden geproduceerd, worden in Japan gefabriceerd. Desondanks zijn er nog heel wat mogelijkheden. In het domein van de zonnecollectors is er nog aanzienlijk wat potentieel om te exploiteren via nieuwe technologieën die grotendeels nog moeten worden uitgevonden en ontwikkeld. Het volstaat om de namen te overlopen van de nationale en wereldgroepen die op deze technologische pistes actief zijn om te begrijpen dat het niet aan de aandacht van de grootste bedrijven ontsnapt is … p Jean Cech *De piek Watt (pW) is het elektrisch vermogen van een fotovoltaïsche zonnecel in optimale omstandigheden (zonnestraling van 1.000 W/m², junctietemperatuur van 25°C, optimale belasting)
Twee technologische pistes, duizend mogelijkheden Thermische zonne-energie
Q Principe Op de schaal van een woning is het systeem eenvoudig: een vloeibaar warmtetransportmedium opgewarmd door de zonnestralen, stroomt in collectors met glas op het dak of aan de gevel. De warmte wordt afgegeven aan een boiler of aan een tegen lage temperatuur verwarmde vloer. Eventueel kan gezorgd worden voor een aanvulling van het warm water of de verwarming, of - een veelbelovende piste - de productie van koude voor de klimaatregeling. Het systeem is perfect te exploiteren, ook voor bepaalde gebouwen uit de dienstensector die veel warm water verbruiken (rusthuizen, ziekenhuizen, zwembaden,…) of voor verwerking (voedingsmiddelenindustrie).
Q Markt 1.693.004 m2 geïnstalleerd in Europa in 2004, of het equivalent van 1.185 MWth.
Q Basisuitrusting Sensor, kring voor warmteoverdracht, opslagtank, regeling en koppeling met het toevoersysteem.
Q Pistes van technologische ontwikkeling Integratie in de architectuur, gecombineerde systemen verwarming sanitair water, regeling en meting, thermische en chemische opslag, thermisch fotovoltaïsche combinaties, warmtesensoren hoge temperatuur (koude, ontzilting), zonnekoeling.
Q Andere beoogde toepassingen Thermodynamische zonnecentrales.
Fotovoltaïsche zonne-energie
Q Principe Het fotovoltaïsch effect produceert een gelijkstroom van 0,6V. Meestal gebruikt men halfgeleiders op basis van silicium dat wordt gehaald in de informatica-industrie om de kostprijs te drukken. Overal in de wereld gebeurt er echter steeds meer onderzoek naar de ontwikkeling van alternatieve technologieën, meer bepaald nanotechnologie, biotechnologie en de technologie van de dunne films. Tot op heden beperkt het lage prestatieniveau van de cellen en opslagproblemen van elektriciteit het aantal vooral industriële toepassingen tot kleine uitrustingen (rekenmachientjes, draagbare computers, openbare telefoons,….) en bepaald huishoudelijk gebruik.
Q Markt 410,5 MWc geïnstalleerd in 2004. Jaarlijkse groei in de wereld: sinds tien jaar 35,5%!
Q Basisuitrusting Zonnecellen in netwerk, steun voor bescherming, ondulator, batterijen.
Q Pistes van technologische ontwikkeling Meer weten Nuttige informatiebronnen specifiek voor België: v www.apere.org voor informatie met betrekking tot geëxploiteerde technologieën. v www.belsolar.org voor inlichtingen over diverse actoren op de Belgische markt. v www.emis.vito.be voor specifieke inlichtingen over Vlaams Gewest v energie.wallonie.be voor het Waals Gewest v www.ibgebim.be voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest © S.O.L.I.D. / Austria Solar
Vermindering van de kostprijs voor fabricage en verbetering van het rendement van de cellen met kristallijn silicium, technologie van de dunne films, zonnedakpannen, cellen op organisch substraat, architecturale integratie van de sensors, conversiesystemen (ondulator) en voor aansluiting op netwerk, opslagsystemen (batterijen), hybride systemen met andere energiebronnen.
Q Andere beoogde toepassingen Zonnecentrales, zonnetorens, satellieten met zonnecollectors, productie van waterstof,… nr1 energymag | 45
44-45 solaire nl.indd 45
24/03/06 20:09:57
USEFUL | SUBSIDIES
Energieprestatie:
vergeet uw premie niet In navolging van de twee andere gewesten heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een programma van energiepremies uitgewerkt dat in februari werd geüpdatet. Een snelle blik op de meest voorkomende hulp om de energieprestaties van de Brusselse gebouwen te verbeteren. Bovenop de federale en Europese hulp, bieden ook de gewesten financiële stimuli ter ondersteuning van de inspanningen voor een meer rationeel energieverbruik. Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestaat dit premieprogramma, gerealiseerd op initiatief van Minister voor Leefmilieu en Energie Evelyne Huytebroeck, vandaag uit twee luiken, één voor de collectieve woning en één voor de diensten- en industriesector. Het tweede luik van het nieuwe programma dat werd gewijzigd in februari laatstleden, combineert nu de regionale Brureba-subsidies die in 2005 werden ingesteld met de premies toegestaan binnen het kader van de openbare dienstverleningsopdracht voor rationeel energieverbruik van de intercommunale Sibelga. Zo worden de stappen gesteund voor alternatieve en innoverende ontwerpen van nieuwe gebouwen evenals de
stappen voor een goed energiebeheer in bestaande gebouwen: boekhouding, audit, analyse van het elektriciteitsverbruik, haalbaarheidsstudie voor een bepaalde investering, evenals diverse types investeringen die de energieprestatie begunstigen. Wie kan er gebruik van maken? In het geval van de tertiaire en industriële sector zijn deze premies beschikbaar voor de openbare sector in Brussel, niet-commerciële organisaties, ondernemingen en zelfstandigen, evenals de federaties die een activiteitensector vertegenwoordigen. Voor de collectieve woning zijn ze meer bepaald ten gunste van openbare vastgoedmaatschappijen, gemeentelijke grondregieën, de OCMW’s, de sociale vastgoedmaatschappijen en de medeeigendom van gebouwen, ongeacht ze rechtspersoonlijkheid hebben of niet.
Facilitatoren Energie Om de aanvragers te helpen, stelt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gratis een facilitator ter beschikking. Dat is een onafhankelijke expert die niet enkel op alle vragen inzake rationeel energieverbruik een antwoord weet, maar die ook geval per geval zal wijzen op de meest rendabele manieren van rationeel energieverbruik voor het/de betrokken gebouw/en. › Collectieve woning: Jonathan Fronhoffs Tel. 0800/85 775 - E-mail facilitateur.logement.collectif@ibgebim.be › Tertiaire en industriële sector: Xavier Meersseman Tel. 0800/85.775 - E-mail facilitateur.logement.collectif@ibgebim.be › Brussels Instituut voor Milieubeheer www.ibgebim.be - info@ibgebim.be
Voor beide luiken moeten de eigenaars van de gebouwen die er gebruik van maken uiteraard hun exploitatiezetel, maatschappelijke zetel, hoofdvestiging of directiezetel of administratieve zetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben. Hoe de premies verkrijgen? Naargelang het type premie en in functie van de bestemming van het gebouw zijn verschillende procedures van toepassing. De tekst gewijd aan de tertiaire en industriële sector splitst de indiening van de premieaanvragen op tussen onderzoek en audits enerzijds en investeringen (energieboekhouding, gebruik van hernieuwbare energiebronnen, warmtekrachtkoppeling of werken en investeringen die de energieprestatie verbeteren) anderzijds. Wat de collectieve woning betreft, is een eerste procedure van kracht voor onderzoeken en audits, investeringen van het type performante gasverwarming, regeling, thermische of fotovoltaïsche zonnepanelen, dakisolatie en frequentiesturingen. Een tweede procedure is van toepassing voor de energieboekhouding en de warmtekrachtkoppeling. Merk op dat alle vragen bestemd voor collectieve woningen moeten worden ingediend vóór 1 januari 2007 voor ingrepen en werken met factuurdatum na 31 december 2005. Voor de tertiaire en industriële sector moet de aanvraag worden ingediend ten laatste binnen de 6 maanden die volgen op de realisatie van het onderzoek of de audit, en voorafgaand aan de bestelling van de werken, die pas plaats mogen hebben na kennisgeving van de beslissing om de gevraagde premie toe te staan. Los van de sector waartoe het gebouw behoort en ongeacht de gevraagde premie, moeten alle dossiers met aanvragen worden ingediend bij het Brussels Instituut voor Milieubeheer, Afdeling Energie, Gulledelle 100 te 1200 Brussel. p Daniel Labours
46 | energymag nr1
46-48 Subsides nl.indd 46
24/03/06 20:07:23
SUBSIDIES | USEFUL
Tertiaire en industriële sector TUSSENKOMST
TECHNISCHE VEREISTEN
HOOGTE
BEPERKINGEN
I- ONDERZOEKEN Energieaudit
› het gebouw dat de audit ondergaat, moet toebehoren aan de aanvrager › de audit moet worden gerealiseerd door een onafhankelijke auditor › de audit moet conform een specifiek bestek zijn
50%
› de audit moet conform een specifiek bestek zijn › de audit moet diverse elementen omvatten, zoals een beschrijving van de bestaande installaties, een verbruiksbalans, een lijst met afwijkingen, voorstellen voor besparingsmaatregelen, rendementssimulaties, een evaluatie van de tijd nodig voor return on investment…
50%
begrensd tot 2.500 €
› de audit moet conform een specifiek bestek zijn › de audit moet diverse elementen omvatten, zoals een beschrijving van de bestaande installaties, een verbruiksbalans, een lijst met afwijkingen, voorstellen voor besparingsmaatregelen, rendementssimulaties, een evaluatie van de tijd nodig voor return on investment… › binnen is noodverlichting uitgesloten, voor buiten wordt enkel geen rekening gehouden met de verkeerswegen voor gemotoriseerde voertuigen
50%
begrensd tot 1.500 € per gebouw
Analyse van het elektriciteitsverbruik
› moet de registratie omvatten van de elektriciteitsleveringen gedurende minstens 2 weken, de uitgifte van het auditrapport en de aanduiding van de belangrijkste mogelijkheden voor energiebesparing › de audit moet worden gerealiseerd door een onafhankelijk organisme
50%
begrensd tot 1.000 €
Haalbaarheidsonderzoek
› de audit moet worden gerealiseerd door een onafhankelijke auditor › de audit moet conform een specifiek bestek zijn › het gebouw dat de audit ondergaat, moet toebehoren aan de aanvrager
50%
› › › › ›
50%
Audit HVAC
Audit verlichting
Energieontwerp van een nieuw gebouw
het gebouw moet door de aanvrager gepland zijn het onderzoek moet gebeuren voor het aanvragen van de bouwvergunning het onderzoek moet het voorwerp zijn van een volledige opdracht de audit moet worden gerealiseerd door een onafhankelijk bureau het onderzoek moet beantwoorden aan een specifiek bestek
II - INVESTERINGEN Energieboekhouding
Warmtekrachtkoppeling
Investeringswerken
Acties van een beroepsfederatie ten voordele van de energieprestatie
› het systeem moet in een gebouw worden geïnstalleerd dat toebehoort aan de aanvrager › het systeem moet beantwoorden aan een specifiek bestek › de werken moeten worden gerealiseerd door een geregistreerde aannemer › het betreffende gebouw moet toebehoren aan de aanvrager › de investering moet in aanmerking komen volgens de premiebepalingen › de aanvraag moet vergezeld gaan van een onderzoek naar de maatvoering › de warmtekrachtkoppeling moet van goede kwaliteit zijn (*) › de warmtepomp moet een inversie van het klimaatregelsysteem mogelijk maken › het systeem voor de verwarming van het water met zonnepanelen moet gedurende minstens 2 jaar een opvolgsysteem voor de prestaties omvatten › het investeringsbedrag moet minstens gelijk zijn aan 2.500 € BTW inb. › de werken moeten worden gerealiseerd door een geregistreerde aannemer › het gebouw moet minstens 10 jaar oud zijn › het gebouw moet door de aanvrager bewoond zijn worden aanvaard: › de installatie van een warmtekring › de thermische isolatie van de wanden van het gebouw › de vervanging of verbetering van de verwarming › de vervanging of verbetering van de verlichting › de optimalisering van de werking van de verlichting › de optimalisering van de roterende elektrische uitrustingen › de optimalisering van de ventilatie- of koelsystemen › indienen van een ontwerp dat voldoet aan de doelstellingen van het subsidiemechanisme
50% 20% voor een kwalitatieve warmtekrachtkoppeling 30% voor het gebruik van hernieuwbare energiebronnen
20%
100%
(*) die de gecombineerde productie van warmte en elektriciteit mogelijk maakt met een besparing van CO2 van minstens 5% in vergelijking met een klassieke installatie De premies kunnen worden gecumuleerd, maar hun totaalbedrag mag niet groter zijn dan 100.000 € per gebrouw over een periode van 3 jaar De lijst van de geregistreerde aannemers kan worden verkregen of geraadpleegd in de kantoren van de directe belastingen of de BTW de toegestane premie kan worden gecumuleerd met elke andere subsidie met betrekking tot hetzelfde voorwerp, ten belope van 100%
46-48 Subsides nl.indd 47
n°1 nr1energymag energymag| |47 47
24/03/06 20:07:28
USEFUL | SUBSIDIES
Collectieve woning TUSSENKOMST
TECHNISCHE VEREISTEN
HOOGTE
BEPERKINGEN
I- ONDERZOEKEN Energieaudit
Audit HVAC
› de audit moet betrekking hebben op het volledige gebouw › de audit moet worden gerealiseerd door een onafhankelijke auditor › de audit moet beantwoorden aan een specifiek bestek
50%
› de audit moet conform een specifiek bestek zijn › de audit moet diverse elementen omvatten, zoals een beschrijving van de bestaande installaties, een verbruiksbalans, een lijst met afwijkingen, voorstellen voor besparingsmaatregelen, rendementssimulaties, een evaluatie van de tijd nodig voor return on investment…
50%
Haalbaarheidsonderzoek › de audit moet worden gerealiseerd door een onafhankelijke auditor › de audit moet beantwoorden aan een specifiek bestek Energieontwerp van een nieuw gebouw
begrensd tot 2.500 €
50%
› het gebouw moet door de aanvrager gepland zijn › het onderzoek moet gebeuren voor het aanvragen van de bouwvergunning › het onderzoek moet het voorwerp zijn van een volledige opdracht › de audit moet worden gerealiseerd door een onafhankelijk bureau › het onderzoek moet beantwoorden aan een specifiek bestek
50%
› het systeem moet in een gebouw worden geïnstalleerd dat toebehoort aan de aanvrager › het systeem moet beantwoorden aan een specifiek bestek › de werken moeten worden gerealiseerd door een geregistreerde aannemer
50%
› het betreffende gebouw moet toebehoren aan de aanvrager › de investering moet in aanmerking komen volgens de premiebepalingen › de aanvraag moet vergezeld gaan van een onderzoek naar de maatvoering › de warmtekrachtkoppeling moet van goede kwaliteit zijn (*) › de werken moeten worden gerealiseerd door een geregistreerde aannemer
20%
II - INVESTERINGEN Energieboekhouding
Warmtekrachtkoppeling
Zonneboiler
Fotovoltaïsch systeem
Performante gasverwarming
› de unieke toewijzing aan een zwembad komt niet in aanmerking › de werken moeten worden gerealiseerd door een geregistreerde aannemer › de begunstigde van de subsidies moeten een eigendomstitel, een geregistreerd huurcontract, het vruchtgebruik, rechten van opstal of een erfpacht van het gebouw bezitten
minimum 35%
begrensd tot 10.617 €
› kristallijnmodellen, norm IEC 61215, minimaal rendement 12% › fijne modellen, norm IEC 61646, minimaal rendement 7% › minimaal rendement voor de transformators van 88% voor de autonome systemen en 91% voor de systemen gekoppeld aan een kring › buiging tussen 0 en 70° van de vaste captors › het systeem moet gedimensioneerd zijn naar de noden van het gebouw › de werken moeten worden gerealiseerd door een geregistreerde aannemer
30%
begrensd tot 1.750 € per woning
› de condensatieketel moet het label CE HR-Top dragen › de gasgeiser mag geen waakvlam hebben, moet beschikken over een modulerende vlam en moet voorzien zijn van dubbele flux (trekgat) › de werken moeten worden gerealiseerd door een geregistreerde aannemer
maximum 10.000 €
Thermisch regelmecha- › de werken moeten betrekking hebben op het hele gebouw nisme van de verwarming › de werken moeten worden gerealiseerd door een geregistreerde aannemer Dakisolatie
› de thermische weerstandscoëfficiënt R van de isolatie moet groter zijn dan of gelijk aan 3 m2K/W › de woningen moeten aangesloten zijn op de aardgaskring › de werken moeten worden gerealiseerd door een geregistreerde aannemer
Frequentiesturing › de gerealiseerde beparing moet minstens 10% bedragen op compressor, ventilatie › de frequentiesturing moet het CE-merk dragen en pomp
30%
begrensd tot 1.000 € per stookplaats
50%
50%
begrensd tot 5.000 € per onderstation
(*) die de gecombineerde productie van warmte en elektriciteit mogelijk maakt met een besparing van CO2 van minstens 5% in vergelijking met een klassieke installatie De premies kunnen worden gecumuleerd, maar hun totaalbedrag mag niet groter zijn dan 100.000 € per gebrouw over een periode van 3 jaar De lijst van de geregistreerde aannemers kan worden verkregen of geraadpleegd in de kantoren van de directe belastingen of de BTW
48 | energymag nr1
46-48 Subsides nl.indd 48
24/03/06 20:07:30
AGENDA
AVRIL p APRIL
www.cefortec.be
u 6/4, Brussel Lezing Dunne, reflecterende isolatielagen
u 12/5, Bruxelles Séminaire URE en industries
www.atic.be
www.ageco-group.com
u 18/4, Boom Studiedag Magnetisch gelagerde centrifugaalcompressor
u 15/5, Gardsten (S) Séminaire Solar housing renovation project in Gardsten, Sweden
www.vik.be
www.bsch.org
u 18/4, Antwerpen Opleiding Elektriciteit in de automatisatie
u 18/5, Wommelgem Studiedag Zonneënergie
www.vik.be
www.vik.be
u 20/4, Mons Séminaire URE en industries
u 18/5, Mol Studiedag Stoom
www.ageco-group.com
www.energik.be
u 20/4, Oostende Opleiding Ventilatietechniek
u 24/5, Antwerpen Opleiding HVAC
www.syntrawest.be
www.vik.be
u 20/4, Wommelgem Studiedag Lampen, relighting, foutanalyse
u 25/5, Libramont Séminaire Comment faire baisser la facture énergétique de votre entreprise?
www.vik.be
u 21/4, Antwerpen Infodagen Klimatisatie van Gebouwen www.vik.be
u 24 - 28/4, Douai (F) et Courtrai Formation Cours de base cogénération (Français) www.cogenvlaanderen.be
u 25/4, Namur Séminaire URE en industries www.ageco-group.com
u 25 april, Antwerpen Opleiding Regenwater en zonne-energie www.vik.be
u 27/4, Liège Séminaire URE en industries www.ageco-group.com
www.ccilb.be
u 29/5, Bruxelles Séminaire La gestion rationnelle de l’énergie - une compétence du Responsable Energie
www.syntrawest.be
u 10, 17, 24 & 31/5, Liège Formation Utilisation rationnelle de l’Energie
www.fair-pr.com
u 24 - 25/4, Hannover (D) Fair Energy Technologies - Hannover Fair 2006 www.energy-hannover.com.
u 24 - 28/4, Hannover (D) Fair Factory Automation www.hannovermesse.de
u 27 april, Vicenza (I) Conference Solarexpo www.solarexpo.com
u 9 - 11/5, Brussels Conference European Energy and Fuels event of 2006 www.worldfuelsconferences. com/2005eventeu.html
http://hartenergyconferences.com
u 7/6, Crieff (S) Fair Hidroenergia 2006 www.esha.be
u 15 - 17/6, Paris (F) Fair Salon des Energies renouvelables www.energie-ren.com/2006/
19/8, Florence (I) Congress World Renewable Energy Congress IX and Exhibition http://www.wrenuk.co.uk
u 4 - 8/9, Dresde (D) Conference 21st European Photovoltaic Solar Energy Conference & Exhibition www.photovoltaic-conference.com/
u 12 - 14/9, Brussels Conference 2006 European Renewable Energy Policy Conference
www.otti.de
www.ifest.be
www.ccilb.be
www.march2006.com
u 30 & 31/5, Louvain-La-Neuve Table ronde Les biocarburants tracent leur chemin 2e table ronde
u 16 - 18/5, Lyon (F) Fair Lumiville (Public Lighting)
www.valbiom.be
JUIN p JUNI u 14/6, België Congres Energik-congres u 20/6, Libramont Séminaire La gestion du froid dans l’entreprise
u 10/5, Oostend Opleiding zonne-energieprojecten
u 24 - 28/4, Hannover (D) Fair Group Exhibit Hydrogen + Fuel Cells
u 30/5, Libramont Séminaire Installer une cogénération dans mon entreprise
www.ibgebim.be
u 05/5, Antwerpen Opleiding Aandrijvingen
www.vik.be
www.messefrankfurt.com
u 30/5 to 1/6, Brussels Conference 2006 Transport Energy & Fuels Conference
www.erec-renewables.org/
www.energik.be
u 8/5, Antwerpen Opleiding Werken met stoom
u 23 - 27/4, Francfurt (D) Fair Light+Building
u 11/5, Aix-en-Provence (F) Conference 3rd european PV-hybrid and minigrid conference
MAI p MEI
www.vik.be
Conferences, fairs, exhibitions
u 15 - 19/5, Birmingham (UK) Fair Automation & Robotics
www.equipville.com
u 16 - 19/5, Hamburg (D) Fair WindEnergy 2006 - International Trade Fair www.hamburg-messe.de/
u 16 - 19/5, Munchen (D) Fair Automatica
u 10 - 13/10, Gent Fair IFEST u 12 - 14/10, Liège Salon BEST www.bestenvironnement.be
u 18 - 20/10, Antwerpen Fair Pumps & Valves 2006 www.pumps-valves.com
u 23 - 24/11, Brussels Fair Brussels Innova www.cpexpo.com
u 5 - 8 /12, Paris (France) Fair SCS Automation & Control www.scs-automation.com
www.messe-muenchen.de
SEPTEMBRE p SEPTEMBER
u 31/5, Jönköping (S) Technology Transfer Day Bioenergy, Waste Management and Recycling 2006
u 4 - 8/9, Douai (F) et Courtrai Opleiding Basic course Cogeneration
NOVEMBRE p NOVEMBER
DECEMBRE p DECEMBER
u September, Brussel Studiedag WKK in vlaanderen
u 10/11, Elewijt Opleiding Subsidies en heffingen op milieuen energievlak
u 6 - 7/12, Charleroi Forum Energie et environnement
www.cogenvlaanderen.be
www.kluwer.be
www.ccilb.be
www.cogenvlaanderen.be
www.elmia.se
www.charleroiexpo.be
nr1 energymag | 49
49 Agenda nl.indd 49
24/03/06 20:51:13
energy partners
VITO Uw innovatiepartner VITO voert in opdracht van kmo's, grote bedrijven en overheid onderzoek uit in de domeinen leefmilieu, energie en materialen.
Contact: Tel + 32 14 33 55 53 Fax + 32 14 33 55 99 vito@vito.be
www.vito.be
Uw boodschap u 6 x per jaar u vierkleuren-
druk u dit formaat (H: 80 mm x B: 55 mm)
U wenst meer informatie? U wilt reserveren? tel: +32 2 737 91 16 mail: dlabours@energymag.be fax: +32 2 735 30 97
Bestelbon
© U bent fabrikant, leverancier, installateur van energieproducten? Leverancier van diensten? Ingenieursbureau? U wenst geen al te groot reclamebudget te besteden? Dan is de rubriek ENERGY PARTNERS iets voor u.
t t t
Fax deze bestelbon alstublieft naar 50 | energymag n°1 het nummer 02 735 30 97
50 Energy Partners nl.indd 50
5 + 1 INLASSING GRATIS* Keuze
Formaat Prijs ( ¤ excl. BTW) 1 x 1 blok (80 x 55 mm) ........1.250 2 x 1 blok (80 x 110 mm) .......2.500 * Eén inlassing per nummer gedurende 6 opeenvolgende nummers.
Onderneming ....................................................................................... Contact ................................................................................. PM
PV
Functie ............................................................................................... E-mail ................................................................................................. Adres .................................................................................................. ............................................................................................ Tel ................................................... Fax ............................................ BTW ....................................................................................................
Stempel van de onderneming
Datum en handtekening
24/03/06 20:06:12
1391_M_BFM_A4_NL_WILL
2/22/06
3:07 PM
Page 1
“BFM, typisch een radio die naar de ondernemers luistert”
Business radio 100% info.
Olivier Willocx, Bestuurder Directeur generaal KHNB Info & partnership : christian.miroir@bfm.be www.bfm.be
CosmoPolis, voor een sfeervolle stadsomgeving De CosmoPolis lamp en de Mini Milewide armatuur : een ware technologische revolutie in stadsverlichting die het energieverbruik en zodoende de uitstoot van CO2 aanzienlijk verlaagt, en tegelijk zorgt voor een prettige sfeer ‘s nachts.
sense and simplicity
www.lighting.philips.be
2006.0013 Ph Adv. Cosmo.indd 1
17-01-2006 11:09:38