energymag the energy manager magazine
Informatieperiodiek | Nederlandstalige uitgave | september - oktober - november 2008 | nr 11 | www.energymag.be
6,50 €
# 11
MARKET
Focus
Essent gaat de elektriciteit van T-Power verkopen aan Tessenderlo
MANAGEMENT
Fotovoltaïsche zonne-energie Het moment om te investeren!
DOSSIER
Green building
De groene kantoren zullen zich moeten bewijzen op de markt
De Code de l’ Environnement
Een nieuwe internationale benchmark
Aeropolis II
Passieve kantoren aan 18 euro per m2!
EFFICIENCY
Afgiftekantoor: Brussel X - Agrément nr P601043
Industrie
Chaudfontaine investeert in een geothermische installatie uniek in haar soort
TECHNOLOGY
Warmtekrachtkoppeling
De Groep Lamaire valoriseert organisch afval
RENEWABLE
Biowanze
Het meesterstuk op de Belgische markt van biobrandstoffen
01 cover N11 nl.indd 1
COVER STORY
Daniël Termont, de sterke man van de gemeenten De armworsteling tussen Publigas en GDF Suez draait uit in het voordeel van de gemeenten
3/11/08 17:33:44
Connect emission-free power to the grid? ABB is helping construct the world’s largest offshore wind farm. Using our eco-friendly transmission technology, this 400-megawatt plant is expected to avoid 1.5 million tons of CO 2 emissions per year and improve the reliability of the power grid. It’s just one of the ways that we, as the biggest supplier of electrical products and services for the wind industry, can use renewable power sources to help combat climate change. www.abb.be
ABB adv EnergyMag okt 08.indd 1
Naturally.
15-10-2008 09:51:32
évooraf
energymag the energy manager magazine
Informatieperiodiek | Nederlandstalige
uitgave | september - oktober
- november 2008 | n 11 | www.energymag.be
6,50 €
# 11
Energymag, the energy manager magazine In Site bvba J. Coosemansstraat 107 B-1030 BRUSSEL Tel: +32 (0)2 737 91 19 Fax: +32 (0)2 735 30 97 Zaakvoerder: Jean-François MARCHAND
MARKET
Focus
Essent gaat de elektriciteit van T-Power verkopen aan Tessenderlo
MANAGEMENT
Fotovoltaïsche zonne-energie
Het moment om te investeren!
DOSSIER
Green building
De groene kantoren zullen zich moeten bewijzen op de markt
De Code de l’ Environnement
Een nieuwe internationale
Aeropolis II
Passieve kantoren aan 18
benchmark
euro per m !
EFFICIENCY
Industrie
Chaudfontaine investeert in een geothermische installatie uniek in haar soort
TECHNOLOGY
Warmtekrachtkoppeling
De Groep Lamaire valoriseert organisch afval
RENEWABLE
Biowanze
Het meesterstuk op de Belgische markt van biobrandstoffen
REDACTIE
Energymag Coosemansstraat 107 1030 Brussel E-mail: redaction@energymag.be Tel: +32 (0)2 737.91.19 Fax: +32 (0)2 735 30 97
COVER STORY
Daniël Termont, de sterke man van de gemeenten
De armworsteling tussen Publigas en GDF Suez draait uit in het voordeel van de gemeenten
Hoofdredacteur: Jean-François MARCHAND (jfmarchand@energymag.be) Adjunkt hoofdredacteur : Sylvie WALRAEVENS (swalraevens@energymag.be) Redactiesecretaris: Jean HINS (jhins@energymag.be) Journalisten en medewerkers: Ismaël DAOUD, DATATRA, DYOD, Els JONCKHEERE, Harold SCHUITEN, Charles SCHWEIZER, Alfons VANBERGEN, François VILLERS Stuur uw perscommuniqués naar redaction@energymag.be
PRODUCTIE
Verantwoordelijke: Jean HINS (jhins@energymag.be) Lay-out: Florence DEMOLIN (fdemolin@energymag.be) Fotogravure: Lithotec Drukker: Kliemo
RECLAMEREGIE
Verantwoordelijke: Pascale Bataille Media Selling Place pascale@mediaselling.be Tél. +32 (0)2 241 55 55 Fax +32 (0)2 241 55 33
ABONNEMENTEN (1 jaar = 6 nummers)
Contactpersoon: Jean HINS (abonnements@energymag.be) Een abonnement kan op elk ogenblik starten. Geef uw naam en adres op aan de dienst abonnementen of download ons abonnementsformulier op www.energymag.be/abonnement.html. Abonnementen in België: 33 € Abonnementen in het buitenland: 58 € (EU) Betaling per overschrijving op nr. 310-1223352-74 Om u te abonneren, een adreswijziging of elk probleem in verband met het abonnement door te geven abonnements@energymag.be Tel +32 (0)2 737 91 11 Fax +32 (0)2 735 30 97 Verspreiding per abonnement en doelgerichte mailing. 20.000 ex - een Nederlandstalige uitgave + een Franstalige uitgave. Er bestaat ook een Franstalige uitgave. Gelieve ons te verwittigen als u liever de Franstalige editie ontvangt. Verantwoordelijke uitgever: Jean-François MARCHAND, Coosemansstraat 107, B-1030 BRUSSEL Foto cover: Daniël Termont, Burgemeester van Gent en Voorzitter van Publigas Foto: www.dyod.be lishing communication & pub
in s it e
Alle teksten zijn auteursrechterlijk beschermd. Alle advertenties vallen onder de verantwoordelijkheid van de auteurs ervan. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of gepubliceerd door middel van druk, fotokopie, microfilm, magnetische dragers, zonder de voorafgaande toestemming van de uitgever.
Naar een gebrek aan financiële brandstof
In een recente discussie met de CFO van de groep Altran (16.000 consultants wereldwijd), gaf deze een gedetailleerd relaas van de penibele uren die volgden op het hoogtepunt van de financiële crisis. Zoals zovele industriële bedrijven financiert de groep zich op korte termijn op de obligatiemarkt. In enkele dagen tijd stonden Altran en andere bedrijven genoteerd op de Parijse beurs voor een tekort van verschillende miljarden euro in obligaties van drie maanden die geherfinancierd moesten worden bij uitverkochte banken. Dit alleen maar om de impact te illustreren die de crisis reeds gehad heeft op de bedrijven en de angsten die heel wat CFO’s hebben moeten doorstaan. Het probleem is dat de horizon van de financieringen op lange termijn niet minder somber is, aldus onze gesprekspartner. Deze situatie zou ons ongerust moeten maken voor de toekomst van de Belgische elektriciteitsmarkt, waarvan we weten dat het vermogen gevaarlijk ontoereikend is. Hoe zullen ontwikkelaars als Air Energy of Aspiravi grote off-shore windmolenparken van verschillende honderden miljoen euro kunnen financieren? Zullen de projecten van centrales met een gecombineerde cyclus aangekondigd door Nuon of door SPE-Luminus nog het daglicht zien, aan het voorziene ritme? Welke impact zal de financiële crisis uiteindelijk hebben op de investeringen in de Belgische productiecapaciteit? De volgende maanden zullen zonder twijfel cruciaal zijn en in deze context zal al wat het investeringsklimaat voor elektrische infrastructuur nog een beetje verzwakt de zaken alleen nog maar bemoeilijken. Zo moeten we ook ons hart vasthouden voor de plafonnering van de elektriciteitsprijzen, die federaal minister van Energie, Paul Magnette, eist. De Federatie van industriële grootverbruikers (Febeliec) wijst erop dat een dergelijke blokkering van de prijzen het investeringsklimaat zou schaden. Voeg daar het kapitaaltekort aan toe en we kunnen niet anders dan Febeliec gelijk geven. In haar voorstellen als alternatief voor een blokkering van de prijzen (zie artikel) haalt Febeliec het model van Exeltium aan, een consortium dat in Frankrijk opgericht werd door de industriële grootverbruikers. Dit consortium heeft vorig jaar een langetermijncontract voor een bedrag van 13 miljard euro gesloten met EDF, dat aan zijn leden een beschermd tarief verzekert dat constant is en lager dan 40 euro per megawattuur in plaats van de onzekere marktprijs die momenteel dichtbij de 100 euro zit. Exeltium heeft een tijdje de blokkering van dit akkoord gevreesd door de Europese overheid wegens anticoncurrentie-praktijk, maar daar was niets van aan. Vandaag is het echter de financiële crisis die het consortium in gevaar brengt, of toch afremt. Het consortium slaagt er niet in zijn lening van 3,7 miljard euro af te ronden. En nochtans telt het zeven grote industriële wereldgroepen onder zijn leden. Om maar te zeggen dat vele energieprojecten het risico lopen er slecht aan toe te zijn in de maanden die komen. Jean-François Marchand
nr11 energymag | 3
03 Edito nl.indd 3
3/11/08 17:40:57
Hoe voorzien we in de groeiende nood aan energie zonder het milieu schade toe te brengen?
Het antwoord van Siemens: efficiĂŤnt energiebeheer. Onze innovaties zorgen voor een efficiĂŤnte opwekking en verdeling van energie en verlagen de CO2-uitstoot. Afgelopen jaar hielpen we onze klanten om hun CO2-emissies terug te dringen met maar liefst 114 miljoen ton. Onze uitgebreide portfolio omvat oplossingen voor vrijwel elk milieugebonden domein zoals de productie, distributie en verbruik van energie in gebouwen, verlichting, transport en de industrie, maar ook milieutechnologieĂŤn zoals waterzuivering en controle van de luchtkwaliteit. Wil je meer weten over onze oplossingen voor het leefmilieu? Kom ons bezoeken tijdens Energy Forum op 13 en 14 november in Brussels Expo, Hal 10. www.siemens.be
Answers for the environment.
grz_a_1-1_windraeder_E.indd 3
20/10/2008 17:06:22
> DOSSIER GREEN BUILDINGS DE GROENE KANTOREN ZULLEN ZICH MOETEN BEWIJZEN OP DE MARKT
De nieuwe energiecertificaten die binnenkort van kracht zullen zijn leggen de bouwpromotoren hogere constructiekosten op. Nu rijst de vraag naar de afschrijving van deze groene gebouwen op de huurmarkt.
INHOUD MARKET
EFFICIENCY
6 COVER STORY
36 BUILDINGS
Interview Daniël Termont: Publigas haalt alle slagen thuis
Aeropolis II: passiefkantoren aan 18 € per m2!
11 ACTOREN
40 INDUSTRY
12 KORT 15 TRENDS
Aardolie op het kruispunt van wegen 19 FOCUS
Essent gaat de elektriciteit van T-Power verkopen aan Tessenderlo
Chaudfontaine investeert in een unieke geothermische installatie
> Fotovoltaïsche zonne-energie Het moment om te investeren! > De economie van de fotovoltaïsche technologie: Vergelijking per gewest
fotovoltaïsche zonne-energie de hoogte inschieten
TECHNOLOGY 44 COGENERATION
De groep Lamaire valoriseert organisch afval
MANAGEMENT 20 SOLAR POWER
> 20 De overheidssteun doet de
RENEWABLE 48 BIOFUELS
> 40 De bron van Chaudfontaine om energie te produceren
Biowanze: het meesterstuk op de Belgische markt van de biobrandstoffen
27 DOSSIER GREEN BUILDINGS > de groene gebouwen zullen zich moeten bewijzen op de markt
> 44 Wanneer aardappelen elektriciteit produceren
> de Code de l’Environnement, nieuwe internationale benchmark
> 48 Wereldpremière: biowanze 10% hernieuwbaar dankzij een innovatieve biomassawarmtekrachtkoppeling
nr11 energymag | 5
05 SOMMAIRE nl.indd 5
3/11/08 17:56:07
market | cover story
Interview Daniël Termont
Publigas haalt alle slagen thuis Distrigas, Fluxys, Zeebrugge…Drie dossiers met weerhaken waarin de gemeentelijke holding Publigas de laatste maanden zijn volle gewicht heeft laten gelden. De aangekondigde armworsteling tussen de Belgische gemeenten en GDF Suez heeft wel degelijk plaats gevonden. En voor één keer keerde het tij in het voordeel van de Belgen. Een gesprek met de voorzitter, Daniël Termont,
© www.dyod.be
de man in het middelpunt van de onderhandeling.
Bent u tevreden over het resultaat van de onderhandelingen met GDF Suez in verband met het aandeelhouderschap van Fluxys en de controle over Zeebrugge? Bij dit soort onderhandelingen is de uitkomst uiteraard steeds een compromis. We hebben moeten ingeven dat GDF Suez 60% eigenaar werd van de LNG-terminal van Fluxys in Zeebrugge. Maar daar staat tegenover dat Publigas eind 2009 meerderheidsaandeelhouder wordt van Fluxys, waardoor alle gas infrastructuur in publieke handen komt. Bovendien wordt de terminal volledig strategisch beheerd door de Raad van Bestuur van Fluxys.
De dagelijkse leiding bestaat uit de supervisie van het onderhoud, de contracten en alle commerciële aspecten. Maar er is meer. In 2010 zal de algemene vergadering van Fluxys een evaluatie uitvoeren van twee vragen: of er geen discriminatie plaatsvond door misbruik van de terminal door Suez of een andere partner, en of er voldoende geïnvesteerd werd in het onderhoud van de Fluxys-terminal, een eis die opgelegd werd door Europa. Indien GDF Suez tekort zou schieten, worden ze uit de boot gezet. Het laatste evaluatiecriterium is de vraag of het corporate government voldoende garanties biedt.
U heeft veel aandacht besteed aan de concurrentiegaranties. Wil dit zeggen dat u een manipulatie van de markt verwachtte door de beheerder van de terminal? Het is onze taak als publieke overheid erover te waken dat één gasleverancier de markt niet manipuleert. Ik geef een –weliswaar volledig fictief– voorbeeld: stel dat GDF Suez een groot schip dat gas komt leveren in Zeebrugge de toelating zou weigeren om te lossen ‘wegens technische redenen’ en ondertussen zijn eigen gas zou verkopen aan een betere prijs, dan zouden we in een uiterst schadelijk scenario verzeild geraken. Als verschillende partijen hun gas aanbieden op hetzelfde moment, kan de beheerder van de installatie de markt beheersen. Juist om dergelijke situaties te vermijden is het zo belangrijk dat een neutrale partij, de overheid, de controle houdt. In juli heeft u ermee gedreigd uw mandaat als voorzitter van Publigas in de ring te gooien omwille van het akkoord dat op dat moment op tafel lag. Waarom? Begin juli hadden we geen enkele garantie dat Fluxys International in Fluxys zou worden opgenomen. Meer nog: een rapport wees zelfs een ander richting uit. Er was bovendien geen enkel akkoord; wij zouden levenslang aan GDF Suez vastgekluisterd zijn zonder enige vorm van evaluatie. Beide punten, de consolidatie en de evaluatie,
6 | energymag nr11
06-13 Market nl.indd 6
3/11/08 22:07:44
cover story | market
Een theaterstuk in drie bedrijven Eerste bedrijf – de overdracht van Distrigas
waren er wel op 9 juli. Dat is het verschil. Door één week op onze strepen te staan hebben wij meer dan zeven miljoen euro uitgespaard voor de publieke overheden. Dat was alvast de moeite! Heeft de dreiging van GDF Suez om zich uit Zeebrugge terug te trekken gewogen op de onderhandelingen? Eerlijk gezegd was ik totaal niet onder de indruk van de dreiging van GDF Suez om zich terug te trekken uit Zeebrugge. Wat konden ze in de schaal werpen? Zij zijn maar een bescheiden klant op de terminal, goed voor een vijfde van de totale omzet. Bovendien hebben ze een contract lopen van twintig jaar. En tenslotte: welke andere keuze hebben ze? Ik zal u nog meer zeggen: eigenlijk was het zelfs niet slecht geweest als GDF Suez Zeebrugge had verlaten, want er is meer dan voldoende vraag om hun tweeëntwintig slots op de terminal in te nemen. Dat blijkt uit een grote marktenquête uitgevoerd door Fluxys. En als GDF Suez niet in de Terminal investeert? Onmogelijk! Ze zijn het verplicht aan Europa, dat beslist heeft dat Fluxys het aandeel van GDF Suez kan opkopen als ze hun engagementen niet nakomen. U ziet het, wij zijn volkomen gedekt. Hoe bent u tot dit resultaat gekomen? Heel eenvoudig: als er geen akkoord kwam, was dat nog altijd in ons
Het eerste bedrijf stond in het teken van de overdracht van Distrigas. Ter opfrissing: de Europese Commissie had de afstand van het aandeel van Suez (57,24%) in Distrigas voorgeschreven als voorwaarde voor de fusie met GDF. Op 29 mei laatstleden is Suez met de Italiaanse petroleumreus ENI overeen gekomen om hem dat aandeel over te laten voor 2,7 miljard euro. Publigas, de tweede grootste aandeelhouder van Distrigas met 31,5 % van de aandelen en met een recht op voorkoop op het aandeel van Suez, had bijzonder sterke garanties geëist om van dat voorrecht af te zien. Daarmee oefende Publigas een enorme druk uit op ENI en eiste het meteen een plaats op aan de onderhandelingstafel. Op 30 juli werd een aandelersakkoord tussen ENI en Publigas bekrachtigd. Om af te zien van zijn voorkooprecht heeft Publigas een bestuursplan bekomen dat bepaalt dat de publieke holding en de strategische besluitvorming over het bestuur van Distrigas aan elkaar gelinkt worden. En dat gaat behoorlijk ver: dividendenpolitiek, investeringsplan, grootschalige bevoorradingsplannen, jaarrekeningen…, allemaal zaken die voortaan de instemming van Publigas moeten krijgen. Beide partijen behouden zich ook het recht voor van wederzijdse voorkoop op hun respectieve aandelen. Ondanks zijn minderheidspositie, heeft Publigas zich eveneens verzekerd van beslissingsmacht binnen Distrigas, meer dan in het Suez-tijdperk. “Dankzij de komst van ENI zal Publigas meer te zeggen hebben in Distrigas”, zei Daniël Termont daarop. “En de groep zal ook een grotere slagkracht hebben.” Een nauwelijks verhullende opmerking met betrekking tot de situatie onder Suez. Merken we nog op dat de Commissie zonet de koop van Distrigas door ENI heeft goedgekeurd.
Tweede bedrijf – de overdracht van SPE-Luminus
Als voorwaarde voor de fusie met Suez heeft de Europese Commissie aan Gaz de France de overdracht opgelegd van de 25,5% die de Franse gasleverancier in SPE-Luminus bezat, de tweede elektriciteitsproducent van het land. Aanvankelijk had GDF zijn aandeel overgelaten aan zijn landgenoot EDF. Maar een tegenvaller voor de Franse elektriciteitsreus was dat het Britse Centrica zijn recht op voorkoop op de aandelen van GDF heeft doen gelden. Hoewel de gemeenten, voor 49% aandeelhouders van SPE via de Spebel, in dat dossier geen recht van spreken hadden, zijn ze niet inactief gebleven. Zoals men kan lezen in het interview met Daniël Termont, heeft Publigas ervoor gezorgd dat de gasbevoorradingscontracten van SPE-Luminus met zijn nieuwe ‘partner’ ENI veilig gesteld werden. SPE-Luminus zal voortaan een beetje onafhankelijker zijn van zijn belangrijkste concurrent om zijn toekomstige ontwikkeling te kunnen uitstippelen. Valt nu nog te zien wie uiteindelijk SPE zal overnemen. De geruchtenmolen doet vermoeden dat EDF weer op het voorplan zou kunnen verschijnen in een ruilhandel met Centrica als gevolg van diens overname van de elektriciteitsleverancier British Energy.
Derde bedrijf – de onderhandeling over Fluxys/Zeebrugge
Om de fusie van GDF Suez goed te keuren, had de Europese Commissie geëist dat Suez zich zou ontdoen van een deel van zijn Fluxysaandelen (57,25%) en zou terugvallen op een participatie van 45% in de Belgische gasnetwerkbeheerder. Suez had aanvankelijk een overlatingsakkoord gesloten met het Britse investeringsfonds Ecofin Limited, maar Publigas, dat over een voorkooprecht beschikte op die aandelen, wilde dat laten gelden. De inzet van de onderhandelingen: de gasterminal van Zeebrugge, waarvan Suez eigenaar wilde blijven en waarvan Publigas de controle wilde behouden. De hub van Zeebrugge is namelijk erg strategisch: hij controleert de aanvoer van vloeibaar aardgas (LNG) per methaanschip, een essentiële bron van bevoorrading. Een eerste akkoord is begin juli afgesprongen doordat Daniël Termont vond dat er onvoldoende garanties waren. Na een hele zomer strijd te hebben gevoerd, zijn de partijen eind augustus tot een overeenkomst gekomen. Publigas heeft zijn voorkooprecht uitgeoefend op de 12,5% van het kapitaal van Fluxys die overgelaten waren door Suez, zodat het op het gelijke voet met Suez kwam in Fluxys (45%). Maar het akkoord gaat maar in vanaf 2010 en Publigas zal dan de controle over Fluxys krijgen door zijn meerderheidsaandeel van 51,28% . Aan het eind van de operatie zal de overheidsholding over de meerderheid van de zetels beschikken in de raad van bestuur van Fluxys en zal het het voorzitterschap van de groep opnemen in 2010. De terminal waarom de hele onderhandeling draait, zal in een nieuwe eenheid opgenomen worden, Fluxys International, waarvan het kapitaal in handen zal zijn van GDF Suez tot een bedrag van 60% terwijl Fluxys er het dagelijks beheer van zal waarnemen. Een evaluatie van het partnerschap is voorzien in 2010 en zal enkele kritische punten van het akkoord onder de loep nemen: de vrijheid van verkeer in de methaanhaven, de investeringen voor verdere ontwikkelingen en het corporate governance van Fluxys International. nr11 energymag | 7
06-13 Market nl.indd 7
3/11/08 22:07:44
market | cover story
voordeel, want Fluxys blijft voor de meerderheid in onze handen. Niet wij, maar GDF Suez stond onder grote druk. Zonder akkoord waren zij de terminal én Fluxys kwijt. GDF Suez heeft uiteindelijk zijn fiat gegeven hoewel zij de meerderheid van de bestuurders hebben - omdat er een aandeelhoudersakkoord was. Een spanning tussen de aandeelhouders en de bestuurders zou de positie van België in het gedrang hebben gebracht. U heeft het gewicht van Publigas laten gelden in de drie dossiers, SPE, Distrigas en Fluxys. Was er een akkoord onder tafel om een betere ontwikkeling te garanderen voor SPE? Ik denk meer bepaald aan de beveiliging van zijn gasbevoorrading? Het enige alternatief voor de toekomst zijn de STEG-centrales. Een akkoord met ENI laat ons toe om de toekomstige gasbevoorrading van ons land mee te beheren. Niet onbelangrijk, want in geval van schaarste kunnen wij hierdoor onze invloed aanwenden bij de gasleveranciers. Daarom zijn we samen met Distrigas aan tafel gegaan; wij willen kost wat kost onze poot in Distrigas behouden. Dat verklaart ook waarom ik persoonlijk heb aangedrongen op een nieuw langdurig contract met SPE: om garanties te hebben, weliswaar steeds binnen een wettelijk kader en rekening houdend met de marktvoorwaarden. Ik mag zeggen dat ik de discussies gekalmeerd heb. Wat het Distrigas-dossier betreft, in welke zin is het akkoord dat gesloten werd met ENI gunstig voor de concurrentiepositie van de Belgische markt? Het akkoord met ENI over de gasbevoorrading is een opsteker, want het schept kansen voor Distrigas. Als er zich morgen een probleem voordoet in Rusland of Georgië, kunnen wij terugvallen op ENI. ENI is immers de grootste gashandelaar van Europa, die over negen of tien gasbronnen
beschikt, in Noorwegen, Egypte enz. Distrigas komt door het akkoord terecht in een groep van specialisten en dat levert een veel grotere zeker heid voor ons land. Wat zijn de volgende stappen voor de publieke overheden in verband met de gasmarkt? Wij moeten absoluut tot transparantere structuren komen. De gemeentelijke overheden zijn te versnipperd. De gasdistributie wordt vandaag verzekerd door acht gemengde en enkele zuivere intercommunales. Moeten we Publigas samenvoegen met Publi T? Een piste om over na te denken. Zeker is dat we meer centralisatie of fusies moeten realiseren. De remmende factor zijn de mandaten die op het spel staan. Het landschap is bijzonder ingewikkeld geworden. Dit wordt wellicht iets voor de volgende verkiezingen. Levert de herverdeling van de kaarten door de fusie van GDF Suez vandaag meer concurrentie op? Dat weet ik niet, ik heb geen glazen bol. Wat ik wel weet is dat we vandaag een stap dichter staan bij een liberalisering. Maar we hebben nog steeds geen zekerheid dat we nu echt drie of vier spelers hebben op de elektriciteitsmarkt. ENI zal dé centrale speler worden voor gasvoorziening, maar zij zijn niet geïnteresseerd in elektriciteitsproductie. Er is met ENI dus geen derde speler in het elektriciteitslandschap gekomen. GDF Suez en SPE voeren het hoge woord. Het duurt nog wel even voor we in België van een echte liberalisering kunnen spreken. De overheid laat na om beslissingen te nemen, te kiezen tussen ecologie en economie, en zo de omgevingsvoorwaarden voor een vrije markt te creëren. Er is nog steeds geen absoluut aantal elektriciteitscentrales bepaald, laat staan een plan waar die zouden moeten komen. Vele internationale groepen willen in België bouwen. Alleen al in Gent heb ik reeds vier kandidaten ontmoet die in de Gentse
haven willen investeren in bijkomende centrales. De federale en gewestelijke overheden moeten de weg vrij maken. Persoonlijk ben ik een voorstander van alternatieve energiebronnen om op termijn een leefbare wereld te garanderen. Maar dan moeten we werk maken van onze ruimtelijke ordening en bepalen waar windmolens, zonnepanelen enz. geplaatst mogen worden. Hoe beoordeelt u de houding van de Belgische autoriteiten in de energiekwestie? Ik stel me erg kritisch op tegenover de overheidspolitiek. Neem nu het debat rond kernenergie. Vandaag hebben we absoluut geen waterdichte garantie dat we in staat zijn te evolueren naar een 100% veilige technologie. Daarom moet onze afhankelijkheid van kernenergie afgebouwd worden. Maar men moet natuurlijk voldoende alternatieven hebben en daarom hou ik een hevig pleidooi voor grote investeringen in onderzoek. Pas wanneer we met de natuurelementen voldoende energie kunnen opwekken, zijn we niet langer afhankelijk van de schaarse grondstoffen. Vandaag hebben we in België twee nieuwe centrales nodig, naar mijn mening gascentrales, om de huidige energiebehoefte te dekken. Het wordt tijd dat de federale en gewestelijke overheden keuzes maken. Tienjarenplannen volstaan, verder hoeft men niet te kijken. Als we nog vijf jaar aanmodderen, zullen de Amerikaanse scenario’s ook ons deel worden. p Gesprek opgetekend door Jean-François Marchand en Sylvie Walraevens
8 | energymag nr11
06-13 Market nl.indd 8
3/11/08 22:07:44
Make the most of your energy Als wereldspecialist in energiebeheer helpt Schneider Electric u het beste en het meeste uit uw energie te halen. Wij bieden geïntegreerde oplossingen aan om energie
betrouwbaarder, veiliger, efficiënter en productiever te maken op de residentiële markt, in de gebouwen, in de industrie, de energie en de infrastructuur en voor gegevenscentra en netwerken. Elke dag opnieuw levert Schneider Electric het bewijs dat economische, ecologische en maatschappelijke belangen verenigen geen onmogelijke opgave is.
Schneider Electric nv/sa Tel.: 32(0)2 373 77 11 be-info@be.schneider-electric.com www.schneider-electric.be
DEF CORPORATE_NL.indd 1
08-07-2008 11:28:47
www.warmred.be
NIEUWE OPLOSSINGEN NIEUWE PARTNERSHIPS
13 & 14 Nov. 2008 Energy Forum is hét jaarlijkse trefpunt voor de Belgische energiebranche, 100% gericht op beslissers en energiemanagers uit de industrie en uit de tertiaire en de overheidssector. Vragen over energie-efficiëntie? Zelf energie opwekken? Uw CO 2-uitstoot verminderen? Kostenreductie? Renewables? Op Energy Forum vindt u het antwoord. Een 100% business-evenement dat de troeven combineert van een vakbeurs en die van een topforum. Meer dan 60 exposanten, drie forums (industrie, gebouw, overheid) en een 90-tal conferenties waaronder een twintigtal casestudies die door Belgische en buitenlandse topexperts uit de doeken worden gedaan. Een must voor al wie de beslissingen neemt over het energiebeleid.
w w w. ener gy -for um .be
INDUSTRIE R IE RIE GEBOU GEBOUW UW OVERHEID ED EID exhibition
– conferences
&
thematic
sessions
– speeddating
Organisatie:
Info exposanten & partnerships Tel : +32 (0)2 741 61 61 - E-mail : contact@energy-forum.be
ENERGY Forum_NL.indd 1
7/05/08 11:34:35
actoren | market
Biomassaproject voor Shanks
© Solvay
De Amerikaanse firma Intrinergy, lid van de Europese groep Shanks, heeft een financieringsovereenkomst van 34 miljoen euro afgesloten met de Duitse bank NORD/LB voor de bouw van een warmtekrachtcentrale op biomassa. De nodige vergunningen zijn al afgeleverd. Dit project beoogt de bouw van een warmtekrachtcentrale en een fabriek voor de productie van houtpellets in een nieuwe industriezone in Vlaanderen. De centrale, aangedreven door de hernieuwbare biomassa geleverd door Foronex, een plaatselijk filiaal van Shanks, zal tot 12 MWth en 5 MWe produceren. De stoom en een deel van de elektriciteit zullen de nodige energie leveren voor de naastgelegen productieketen van houtpellets die 50.000 ton per jaar zal produceren.
Een warmtekrachtcentrale op biomassa voor Solvay Solvay gaat op zijn chloorproductiesite in Tavaux (Frankrijk) een warmtekrachtcentrale op biomassa bouwen. Deze centrale met een vermogen van 30 MW zal 30 ton stoom per uur produceren en zo voorzien in 15% van de energiebehoefte van de site en naar verwacht wordt ook de CO2-uitstoot met 20% beperken. Deze centrale, een investering van 67 miljoen euro, zal gebouwd en beheerd worden door Dalkia, terwijl de elektriciteit zal doorverkocht worden aan EDF. De helft van de biomassa die verbruikt wordt in de centrale zal bestaan uit recyclageproducten en de andere helft uit gekapte takken afkomstig van de bestaande bosontginning. Solvay zal bovendien nog eens 55 miljoen euro investeren om het energieverbruik op de site te beperken. Op het programma staat de vervanging van de kwikelektrolyseeenheid door een nieuwe membraaneenheid die minder energie verbruikt.
Electrabel wil twee windturbineparken in de Noordzee bouwen Electrabel, GDF Suez en Jan De Nul, een bagger- en opspuitingsgroep, hebben bij de CREG concessieaanvragen ingediend voor de bouw van twee windturbineparken in de Noordzee. Het eerste project, Blue4Power I, zou op 60 km voor de kust gebouwd worden, in de zone ten noorden van de Bligh Bank. Volgens Electrabel zou dit het grootste offshore windturbinepark van België worden. Blue4Power II, het tweede park, zou 20 km verder zuidwaarts komen te liggen, tussen de Bligh Bank en de Bank zonder Naam. “Als de concessies worden toegekend, zullen de eerste windturbines vanaf 2012 beginnen te draaien”, verduidelijkt de energiereus, die hiermee bevestigt zijn hernieuwbare productiecapaciteit verder te willen uitbreiden.
zal 2,5 TWh produceren bestemd voor de Belgische markt.
Saint-Gobain investeert in zonne-energie De Franse glasproducent Saint-Gobain heeft in Duitsland, in samenwerking met Shell, een fabriek geopend voor de productie van zonnepanelen. Deze fabriek, waarin 65 miljoen euro geïnvesteerd werd, zou 165.000 modules per jaar moeten kunnen produceren. Beide partners hebben al plannen om een tweede, soortgelijke fabriek te openen. Saint-Gobain wil van deze sector een volwaardig vakgebied van de groep maken en mikt op een omzet van 2 miljard euro binnen vijf jaar.
Nuon bijna klaar voor de centrale in Seneffe
Thenergo heeft plannen met jatropha
Nuon is begonnen met de voorbereidingen voor een STEG-centrale van 400 MW op de site in Seneffe. De aannemer die de voorbereidende werkzaamheden zal uitvoeren werd net gekozen. Nuon wil tegen 2009 over de nodige vergunningen beschikken om van start te kunnen gaan met de bouw van de centrale. Met dit project in Seneffe, en de bouw van een groot windturbinepark in de haven van Antwerpen, breidt Nuon zijn productiecapaciteit in België verder uit.
Thenergo, producent van hernieuwbare energie, heeft drie kapitaalsverhogingen doorgevoerd waardoor het aandeel van de voormalige aandeelhouders van Leysen verhoogt tot 21,7 %. Thenergo is gevestigd in Antwerpen en gespecialiseerd in de ontwikkeling en uitbating van hernieuwbare energieprojecten, met gebruik van biogas, aardgas, plantaardige olie, houtafval en secundaire brandstoffen afkomstig uit afval (biomassa). Leysen, een firma van de groep Thenergo, onderzoekt de mogelijkheden van jatropha als hernieuwbare energiebron. Thenergo wil hier een biobrandstof uit winnen die gebruikt zal worden om de Greenpower-centrale, een warmtekrachteenheid in Merksplas, aan te drijven.
GDF Suez neemt Econergy International over GDF Suez maakt de overname bekend, voor een bedrag van ongeveer 50 miljoen euro, van Econergy International, een bedrijf gespecialiseerd in hernieuwbare energieprojecten dat voornamelijk actief is in Latijns-Amerika en Noord-Amerika. Dirk Beeuwsaert, CEO van GDF Suez Energy International zegt: “Econergy International past perfect binnen onze internationale portefeuille en zal die mooi vervolledigen. De onderneming beheert een waaier van interessante activa op het vlak van hernieuwbare energie, zoals windturbines en kleine waterkrachtunits, op markten waar GDF Suez al aanwezig is of zich wil vestigen. Met Econergy International breidt GDF Suez ook zijn knowhow uit C02-emissierechten en hernieuwbare energie.”
Enel neemt aandeel van 80 % in Marcinelle Energie De Italiaanse elektriciteitsproducent Enel heeft 80 % van het kapitaal van de firma Marcinelle Energie overgekocht van staalfabrikant Duferco. Marcinelle Energie gaat op de site van Carsid in Charleroi een elektriciteitscentrale bouwen met een vermogen van 420 MW. Bedrag van de transactie: 32 miljoen euro. Duferco had dit project al voorgesteld in het kader van zijn plannen om te diversifiëren. De werkzaamheden, gestart in juli, zouden in 2011 voltooid moeten zijn en zijn goed voor een totale investering van 290 miljoen euro. De site
A&S Energie gaat 170.000 ton hout verwerken om elektriciteit te produceren Biomassaprojecten doen het goed. De firma A&S Energie, ontstaan uit een samenwerking tussen Aspiravi en Spano, is onlangs begonnen met de bouw van een biomassacentrale naast de site van Spano in het West-Vlaamse Oostrozebeke. A&S Energie gaat 170.000 ton niet-recycleerbaar houtafval per jaar verwerken. De opstart van de centrale (€ 90 miljoen) is voorzien voor 2010. De installatie zal een elektrisch vermogen van 24,6 MW hebben en een jaarlijkse netto energieproductie van 175 GWh opleveren.
EDF versterkt positie in gassector EDF heeft aangekondigd een ‘meerderheidsaandeel’ te zullen verwerven in gasvelden in de Britse Noordzee voor een bedrag van 335 miljoen euro. EDF heeft hierover een akkoord ondertekend met ATP Oil & Gas UK, filiaal van de Amerikaanse petroleummaatschappij ATP Oil & Gas Corporation (ATPG), dat 80% van zijn aandelen in gasactiva in de Britse Noordzee zal verkopen aan EDF. Deze velden produceren naar schatting een volume van 3 miljard kubieke meter.
nr11 energymag | 11
06-13 Market nl.indd 11
3/11/08 22:07:45
kort [biomassa]
[ focus ]
Uitwerpselen van Nederlandse kippen brengen elektriciteit voort
Neen aan een blokkering van de prijzen, ja aan een sterke reguleerder De elektriciteitsprijzen plafonneren, zoals Paul Magnette,
© Digital Vision
federaal minister van energie het steevast wil, is dat een goed idee? De grote verbruikers in België vrezen net het omgekeerde.
[off-shore]
© OpenHydro
Na de windturbines, de waterturbines
EDF lanceert de bouw van een pilootproject voor een waterkrachteenheid die elektriciteit produceert uit de energie van de getijdenstromen. Langs de Côtes d’Armor (Frankrijk) zullen door het Ierse bedrijf OpenHydro vier tot tien waterturbines met een totale capaciteit van 2 tot 4 MW geïnstalleerd worden. Het grote voordeel van deze technologie is de voorspelbaarheid van de productie. Modellen kunnen immers met precisie de kinetische energie voorspellen van de getijden op een bepaalde plaats. Minder gemakkelijk is de toegankelijkheid van onderzeese turbines voor onderhouds- of herstelwerken. Maar het productiepotentieel is hoog en EDF schat dat Frankrijk per jaar tot 10 miljoen MWh zou kunnen produceren.
© Shutterstock
Nederland heeft de eerste Europese elektrische biomassacentrale in werking gezet die op kippenuitwerpselen draait. Om een vermogen van 36,5 MW te kunnen verzekeren zal de centrale van Moerdijk, in het zuiden van Nederland, zowat 440.000 ton uitwerpselen per jaar ophalen bij 630 uitbatingen. De jaarlijkse elektriciteitsproductie zou meer dan 270 miljoen kWh bedragen. Het methaan dat vrijkomt uit het organisch afval wordt verbrand om stroom te maken en de restfractie worden omgezet in meststof. De Nederlandse groep Delta had tien jaar nodig om dit project op punt te stellen.
Op vraag van de minister van Klimaat en Energie heeft de CREG (het federaal organisme voor de regulering van de elektriciteits- en aardgasmarkt in België) de evolutie van gas- en elektriciteitsprijzen bestudeerd tussen juli 2003 en april 2008. Het hoeft niet te verbazen dat de vastgestelde prijsstijgingen enorm zijn. Op de vijf jaar die bestudeerd werden is de elektriciteitsprijs met 35 à 55% omhoog gegaan en die van gas met 50 à 90%. Het vervolg op dit rapport is gekend: de spectaculaire uitlating van Paul Magnette over een overgangsplafonnering van de elektriciteitsprijzen, de duik van de beurskoersen van de Europese energiereuzen, GDF op kop, en de woedende reactie van deze laatste, die ermee dreigde zich te wenden tot de Raad van State. Maar is dat een goed idee? Nee, volgens Febeliec, de Belgische federatie van de industriële grootverbruikers van energie. Zij wijst erop dat in 2008 de elektriciteitsprijzen ook voor de bedrijven opgelaaid zijn (+40%) en dat de toestand stilaan onhoudbaar wordt, maar ze beschouwt een blokkering van de prijzen als ongepast. Ze wijst erop dat de hoge prijzen gepaard gaan met een
elektriciteitstekort, wat ons land benadeelt ten opzichte van onze buren. Een blokkering van de prijzen en een stopzetting van de concurrentie en de investeringen zullen het productietekort alleen maar accentueren, de prijzen nog verder de hoogte injagen en vooral het investeringsklimaat voor nieuwe productie-eenheden schaden. Febeliec toont aan dat het daarentegen hoog tijd is dat de reguleerder vooral de prijsvorming controleert en overgangsmaatregelen treft, ook voor de industriële bedrijven, om de gevolgen van de hoge prijzen het hoofd te kunnen bieden. Andere Europese landen hebben reeds reguleringsmaatregelen getroffen. Febeliec haalt met name het voorbeeld aan van Frankrijk, waar de grootverbruikers zich hebben gegroepeerd in Exceltium, een consortium voor gezamenlijke productie en aankoop, en waar de overheid vorig jaar het systeem TARTAM (Tarif Retour au Marché) heeft ingevoerd. De gebruikers kunnen voor een lager tarief dan de marktprijs kiezen. Dat tarief kan ook aangeboden worden door de nieuwe spelers op de markt, want die genieten een compensatie van een fonds dat gevoed wordt door de hoge winsten van EDF. Door dit te doen hamert Febeliec tweemaal de nagel in de hoge winsten van het nucleaire monopolie “die enkel maar in het voordeel spelen van de bestaande producenten”. Ze eist ook een ‘nucleaire’ tax die de heffingen en lasten die de elektriciteit zwaar belasten zou vervangen. Volgens Febeliec zou men het effect van een dergelijke maatregel op de marktprijzen kunnen bewerkstelligen door aan de reguleerder de mogelijkheid te geven om de prijszetting door de dominante spelers te volgen en de regels te vermenigvuldigen in het voordeel van een transparantere markt.
12 | energymag nr11
06-13 Market nl.indd 12
3/11/08 22:07:48
Nederland en Noorwegen verbonden! NorNed, de langste onderwaterhoogspanningskabel ter wereld (580 km) is zonet in dienst genomen. Met een maximale capaciteit van 700 MW verbindt de kabel het Noorse distributienet met dat van Nederland. Deze verbinding heeft tot doel om de elektriciteitsbevoorrading van beide landen betrouwbaarder te maken en om de prijsschommelingen en de CO2-uitstoot in te perken. De Noorse elektriciteit is immers bijna volledig hydraulisch en een lagere neerslag dan normaal kan gevolgen hebben voor de bevoorrading van het net, terwijl de Nederlandse energie door thermische centrales op fossiele brandstoffen opgewekt wordt. Die zouden een hoger rendement kunnen halen door van de hydraulische hulpbron gebruik te maken, wat volgens schattingen de CO2-uitstoot met 1,7 miljoen ton per jaar zou doen afnemen. De verbinding zal op termijn ook positieve effecten hebben voor de Belgische markt door de koppeling van de Belgische en Hollandse elektriciteitsmarkten.
Europa ziet toekomst in brandstofcellen en waterstof De Europese Unie en de Europese industrie hebben hun project bekendgemaakt om van brandstofcellen en waterstof een van de nieuwe strategische spitstechnologieën te maken in het domein van de energie. De Europese Commissie, de Industrie en de Europese onderzoeksmilieus die samen het publiek-private partnerschap van dit gemeenschappelijk technologisch initiatief vormen, zullen samen over een periode van zes jaar bijna een miljard euro investeren in het onderzoek, de technologische ontwikkeling en de bewijsvoering voor brandstofcellen en waterstof. Bedoeling is om vóór 2020 een massamarkt te ontwikkelen voor deze beloftevolle technologieën.
Een gemeenschappelijk platform voor een geïntegreerde elektriciteitsmarkt De beheerders van de Belgische, Franse, Nederlandse, Duitse en Luxemburgse elektriciteitstransportnetten hebben de oprichting van de CASC-CWE (Capacity Allocation Service Company for the Central West-European Electricity market) aangekondigd, een gemeenschappelijk grensoverschrijdend dienstenbedrijf. De CASC-CWE wordt voorgesteld als een ‘nieuwe stap naar de integratie van de vijf elektriciteitsmarkten in de elektriciteitsmarkt van CentraalWest-Europa’. Het is belast met de lancering en functionering van de veilingprijzen die verbonden zijn met de jaarlijkse en maandelijkse toekenningen van de elektriciteitstransportcapaciteit aan de gemeenschappelijke grenzen tussen de vijf landen, en dit aan de hand van genormaliseerde systemen en regels. “Het be-
Uw energie maakt Uw energie maakt belgique | market het het u u gemakkelijk gemakkelijk !!
tt !!
RealEsteel vereenvoudigt de B2BRealEsteel vereenvoudigt de B2Benergiefactuur op basis van energiefactuur basis van betrouwbare enop juridisch betrouwbare en juridisch onbetwistbare metingen. onbetwistbare metingen. data te Naast u klaar-voor-gebruik Naast u klaar-voor-gebruik data te garanderen integreert RealEsteel garanderen integreert eveneens een globale RealEsteel eveneens een globale energieboekhouding. energieboekhouding.
-B -B
drijf zal grensoverschrijdende uitwisselingen van elektriciteit vergemakkelijken voor alle spelers op de markt, vooral de Centraal-WestEuropese elektriciteitsmarkt. Dit initiatief zal de vlotheid van uitwisselingen en de concurrentie binnen de vijf landen versterken”, verklaarde Corné Meeuwis, Chief Executive Officer van de CASC-CWE. De eerste veilingen zullen eind november plaatsvinden.
Kyotoprotocol: De EU is goed op weg Volgens de voorspellingen is de Europese Unie goed op weg om haar objectieven voor uitstootreductie te halen die door het Kyotoprotocol worden voorgeschreven. Elk jaar publiceert de Commissie een evaluatierapport van de gemaakte voortgang inzake emissiereductie van zijn lidstaten. Blijkt dat het er voor de meeste naar uitziet “dat ze hun engagementen om de uitstoot te beperken of terug te dringen zullen kunnen respecteren”, zegt de Commissie. Zo zullen de EU-15 hun objectief van 8% reductie bereiken met de beleidsopties en maatregelen die ze reeds toepassen, met inbegrip van de aankopen van uitstootkredieten. Bijkomende maatregelen die in talrijke lidstaten onderzocht worden zouden de uitstoot met nog eens 3,3% moeten verminderen, wat de EU-15 zou toelaten zijn doelstelling te overtreffen.
Naar een Europees netwerk om CO2 op te vangen
De Europese Commissie lanceert een aanbesteding om een netwerk van projecten op poten te zetten om CO2 op te vangen en te stokkeren (Carbon dioxide Capture and Storage, CCS) in Europa. De weerhouden kandidaat zal de Commissie moeten helpen om het netwerk te organiseren zodat de bedrijven informatie en ervaringen kunnen uitwisselen uit grote projecten waarin het gebruik van de CCS-technologieën gedemonstreerd worden, en waarin de kosten geoptimaliseerd worden door collectieve acties.
gen gevin raad gen e in h v c e g is rid che raaedn ju h c is hn ch-juridois ssing • Tec is tie plo sinsgingen lo ••THeecrhfancturra p o ie t d a ctu ekhouding ••HEenrefargiebo ou ieboekh • Energ
Total investeert in R&D voor industriële methodes die minder energie verslinden. De petroleumgroep gaat in vijf jaar tijd 100 M EUR investeren in R&D voor energie-efficiëntie van industriële processen. Deze fondsen zullen meer bepaald dienen om het onderzoek van kmo’s aan te zwengelen die innovatieve oplossingen ontwikkelen in domeinen als warmtewinning op lage temperatuur, cogeneratie, ventilatie, verwarming, scheiding van vloeistoffen en pomptechnieken. Total zal als eerste van de vruchten van deze onderzoeken kunnen profiteren om zijn eigen processen aan te passen. Maar in een context van uitputting en hoge prijzen van de fossiele energieën wil de petroleumreus zijn klanten ook helpen om hun productiemethodes te doen evolueren.
Sedert 25 jaar bij de grote Sedert 25 jaar bij de grote elektriciteitsoperatoren. elektriciteitsoperatoren.
www.steel-sa.com www.steel-sa.com (+32)10 24 11 11 (+32)10 24 11 11
nr11 energymag | 13
06-13 Market nl.indd 13
3/11/08 22:07:49
et etle le
n n
energy TrenDS
energy
TRENDS
O V E R Z I C H T V O O R J U L I - S E P T E M B E R 2 0 0 8 - V O O R U I T Z I C H T E N V O O R 4 E K W A R TA A L 2 0 0 8
Marktfocus
Olie op een tweesprong uit opkomende economieën, zoals China en India, zal blijven toenemen, zij het aan een lager groeipercentage. Aan de andere kant is de financiering van nieuwe olieprojecten nu moeilijker dan ooit geworden. De kosten van een nieuwe productie zijn niet op één lijn te stellen met de daling van de olieprijzen en er zijn niet veel nieuwe reservoirs klaar voor de bevoorrading van de markt. Daarom lijkt het erop dat de aanbodbeperkingen nu belangrijker zijn dan een waarschijnlijke daling van het verbruik in de VS en Europa ten gevolge van de economische achteruitgang.
© Shutterstock
Deze fundamentele sterkte in de energiemarkten zou speculanten ertoe kunnen aanzetten op hun stappen terug te keren. Maar de regels van het spel zullen niet meer dezelfde zijn. Ongerust door recordprijzen en volatiliteit, heeft het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden een wetsvoorstel goedgekeurd dat de Commodity Futures Trading Commission in staat stelt om positielimieten te bepalen voor de grote olie-futurescontracten en voor gelijkaardige contracten verhandeld in niet genoteerde fondsen. De gegevens van de Commissie tonen aan dat de totale nettopositie à la hausse van speculanten in ruwe-olie-futures daalde met 12 % tijdens de laatste drie maanden.
Olieprijzen zijn gedaald van recordhoogtes omdat speculanten het vertrouwen verloren in deze sector, die slechts enkele maanden geleden nochtans zo beloftevol was. Verminderde liquiditeit, de sterkte van de dollar en het hele slechte economische klimaat heeft de prijzen onder druk gezet en doen dalen. Hoofdinvesteerders liquideerden hun speculatieve posities in hun spoed naar cash toen de financiële crisis duidelijk werd. Nochtans toont de relatieve sterkte van de olie-
prijzen in vergelijking met andere grondstoffen en voorraden, zelfs nadat belangrijke speculanten zich terugtrokken uit de grondstoffensector, aan dat de sterke vraag en de tekorten in het aanbod de belangrijkste drijfveren vormen voor de tendens op middellange en lange termijn. Het aanbod in bedwang De vertraging van de wereldeconomie kan natuurlijk een invloed hebben op het mondiale verbruik van grondstoffen. Maar de vraag
Goldman Sachs en Morgan Stanley, twee van de grootste investeerders in de energiemarkten, hebben besloten om hun status van investeringsbank te veranderen in die van commerciële bank, om zo te voldoen aan de striktere regelgeving door de Amerikaanse Fed als onderdeel van het plan om de financiële sector terug gezond te maken. Deze nieuwe overeenkomst zal voor hen echter geen belemmering vormen om actief te zijn op de energiemarkten, aangezien sommige andere commerciële banken, JP Morgan Chase bijvoorbeeld, er al enige tijd aanwezig zijn. De volatiliteit intomen Over het algemeen is het duidelijk dat de Amerikaanse overheid probeert om de volatiliteit van de markt af te remmen door het speculatieve kapitaal te verminderen. Maar kan ze slagen in haar opzet tegen een massa speculanten die verhaaltjes verkocht kregen over een aandelenbranche die hoge opbrengsten bood en die
14 | energymag nr11
14-18 MARKET Trends nl.indd 14
3/11/08 19:11:48
energy TRENDS
S Prijs van Brent: tendensen op korte/middellange/lange termijn 200
100
0
-100
01-juil.-88 01-janv.-89 01-juil.-89 01-janv.-90 01-juil.-90 01-janv.-91 01-juil.-91 01-janv.-92 01-juil.-92 01-janv.-93 01-juil.-93 01-janv.-94 01-juil.-94 01-janv.-95 01-juil.-95 01-janv.-96 01-juil.-96 01-janv.-97 01-juil.-97 01-janv.-98 01-juil.-98 01-janv.-99 01-juil.-99 01-janv.-00 01-juil.-00 01-janv.-01 01-juil.-01 01-janv.-02 01-juil.-02 01-janv.-03 01-juil.-03 01-janv.-04 01-juil.-04 01-janv.-05 01-juil.-05 01-janv.-06 01-juil.-06 01-janv.-07 01-juil.-07 01-janv.-08 01-juil.-08 01-janv.-09 01-juil.-09 01-janv.-10 01-juil.-10 01-janv.-11 01-juil.-11 01-janv.-12 01-juil.-12
-200
p Brent crude p Long term trend (since 1988) p Medium term trend (since 1998) p Short term trend (since 2003)
deze beloften misschien niet vergeten zijn? Het is nog steeds moeilijk te geloven dat de energiemarkten in staat zijn om terug te keren naar het principe van vraag en aanbod als belangrijkste waardestuwers. Andere stemmen die gehoord werden, zeggen dat als de economische recessie, die de vraag doet dalen en de liquiditeit beperkt, wereldwijd blijft aanhouden, olie zou kunnen dalen tot minder dan 50 USD/ vat. De crisis die vorig jaar begon ten gevolge van riskante leningen in de Amerikaanse woningenmarkt, werd door vele analisten vergeleken met de Grote Depressie van de jaren 1930 en werd verwacht te verergeren tot een depressie.
in de markt zou kunnen herstellen en de financiële markten heractiveren. Ten tweede heeft de OPEC bewezen zeer efficiënt te zijn in het terugdringen van het aanbod wanneer de marktprijzen niet passend waren voor de olieproducerende landen. Ten derde wordt Rusland steeds actiever, en haalt het nauwe banden aan met de OPEC-landen, waaronder Venezuela, de meest hartstochtelijke LatijnsAmerikaanse tegenstander van de VS. Rusland is bereid om het aanbod te beperken indien de economische teruggang de vraag aanzienlijk zou verlagen.
Maar het scenario van olie tegen minder dan 50 USD/vat is onwaarschijnlijk op korte termijn. Ten eerste is er de enorme bailout van 700 miljard USD goedgekeurd door de Amerikaanse overheid in een poging om de Amerikaanse geldmarkten te deblokkeren door de meest giftige activa van de bankrekeningen te verwijderen, wat het vertrouwen
Ondanks de hoge nervositeit, onzekerheid en volatiliteit verwachten we nog steeds dat de olieprijs in de nabije toekomst zal stabiliseren. Het is echter niet duidelijk welke weg de olieprijs zal volgen. Er zijn ten minste drie opties: • Als de recessie van de wereldeconomie blijft voortduren en de vraag afneemt, dan kan olie terugkeren naar de trend op lange termijn
Drie mogelijke evoluties
(sinds 1988) en de komende jaren verhandeld worden aan 60 USD/vat - 70 USD/vat; • Indien de oplossingen voorgesteld door de Amerikaanse overheid en het economische beleid van de EU efficiënt blijken en de nodige impulsen leveren aan de financiële markten, terwijl de groei van de energievraag van China en India blijft vertragen, dan zal olie zeer waarschijnlijk op het huidige niveau blijven en in de nabije toekomst verhogen tot 110 USD/ vat, wat overeenkomt met de trend op middellange termijn (sinds 1998); • Maar als de wereldwijde financiële markten herstellen en de Chinese economie een nieuwe vitaliteit vindt en daardoor de vraag naar energie zal stijgen, dan zullen we zien dat de prijzen de komende jaren omhoog zullen schieten tot boven de 150 USD/vat, wat vergelijkbaar is met de trend op korte termijn (sinds 2003). Wij geloven niet dat iemand bereid is een zware weddenschap aan te gaan op een van de drie bovenstaande scenario’s. nr11 energymag | 15
14-18 MARKET Trends nl.indd 15
3/11/08 19:11:49
energy trends
39 35 31
8
08
10 /
01 /
8
/0
09
01 /
8
/0
08
01 /
8
/0
07
01 /
8
/0
06
01 /
8
/0
01 /
05
8
/0
04
01 /
8
/0
/0
01 /
03
08
Dit verschil is moeilijk te verklaren, 27 gezien het feit dat de gassystemen goed aangevuld waren en dat er geen 23 belangrijke tekorten waren in Europa. Wanneer men het ongewoon zachte weer van het afgelopen jaar in overweging neemt en de verwachtingen van UK Gas Cal09 (pondered to Continental gas een kouder seizoen in 2009, wordt het standards) beeld wat duidelijker. Toch zijn er volContinental gas Cal09 (TTF) doende redenen om een korte adempauze te verwachten – tenminste wanneer men het laatste rapport van de National Grid in overweging neemt, dat weergeeft dat Groot-Brittannië meer dan voldoende gas heeft voor deze winter. Positief nieuws komt er uit het oosten, waar Oekraïne en Rusland een oplossing gevonden hebben voor hun langdurige geschil betreffende de gasprijzen, aan de hand van een akkoord om over te schakelen op marktprijzen binnen de drie jaar. Dit zou de Europeanen, die vreesden voor leveringsproblemen van Russisch gas dat getransporteerd wordt doorheen Oekraïne, moeten geruststellen. 01 /
In vergelijking met olie, dat lijkt te worden ondersteund door een vrij goed evenwicht tussen vraag en aanbod, is de prijs van aardgas enigszins overdreven. Men zou verwachten dat de gasprijzen tijdens het volgende kwartaal dalen met maximaal 15 % als er niets fundamenteels gebeurt op de energiemarkten.
43
02
Bevredigende opslagniveaus, in combinatie met pessimistische signalen van de oliemarkt en een verminderde vraag als gevolg van de economische groeivertraging kunnen de prijzen naar beneden halen.
47
01 /
Perspectieven op de aardgasmarkt
01 /
AARDGAS
Continentale gasprijs Cal2008 (TTF) en overeenkomstig UK gas, samengestelde prijs (Zeebrugge) in EUR/MWh
De Europese aardgasprijzen hebben de achteruitgang van de olieprijzen niet geheel gevolgd. In het begin van het jaar, toen olie werd verkocht aan 98 USD/vat (66,5 EUR/vat), bedroeg de prijs van aardgas 26 EUR/vat. Tegen eind september, toen de olie opnieuw onder de 100 USD/vat was gezakt, werd aardgas echter nog steeds verhandeld tegen minimaal 35 EUR/vat. Aardgas is er dus 40 % op vooruit gegaan, terwijl olie tot dusver 5 % verloor dit jaar.
p
p
Rusland verkoopt tegenwoordig gas aan Europa aan recordprijzen van boven de 500 USD/ vat per 1000 kubieke meter en Europa hangt voor ongeveer een kwart van zijn gas af van Rusland.
Evolutie van energieaandelen vergeleken met het begin van het jaar, in % 0,9 0,8 0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0 -0,1
10 /0 8 01 /
/0 8 01 /0 9
/0 8 08 01 /
/0 8 01 /0 7
/0 8 01 /0 6
/0 8 01 /0 5
/0 8 01 /0 4
/0 8 01 /0 3
/0 8 01 /0 2
01 /
01 /0 8
-0,2
p Brent oil p NYMEX oil p Electricity France p Electricity Germany Cal 2009 bsld p Electricity Belgium Cal 2009 bsld p Electricity Netherlands Cal 2009 bsld p CO2 Phase II for 2008 p UK Gas Cal09 p Continental Gas Cal2009
16 | energymag nr11
14-18 MARKET Trends nl.indd 16
3/11/08 19:11:49
energy TRENDS
Belgische, Nederlandse, Franse en Duitse elektriciteitscontracten voor het komende jaar, in EUR/MWh
ELEKTRICITEIT
100 95
Perspectieven op de elektriciteitsmarkt
85 80 75 70 65 60
01 /0 1/ 08 01 /0 2/ 08 01 /0 3/ 08 01 /0 4/ 08 01 /0 5/ 08 01 /0 6/ 08 01 /0 7/ 08 01 /0 8/ 08 01 /0 9/ 08 01 /1 0/ 08
55
p France Cal 2009 bsld p Germany Cal 2009 bsld p Netherlands Cal 2009 bsld p Belgium Cal 2009 bsld
08 01 /1 0/ 08
08
9/ 01 /0
08
8/ 01 /0
08
7/
6/
01 /0
08 5/
01 /0
08 4/
01 /0
08 3/
01 /0
08 2/
01 /0 1/
8/
01 /0
01 /0
7/ 01 /0
6/ 01 /0
5/ 01 /0
4/ 01 /0
3/ 01 /0
2/ 01 /0
01 /0 1/
08
55 9/ 08 01 /1 0/ 08
55 08
65
08
65
08
75
08
75
08
85
08
85
08
95
01 /0
105
95
p Cal 10 Spark Spread France p Cal 10 Spark Spread Germany
Belgische futures, kalenderjaren, in EUR/MWh
01 /0
Franse en Duitse theoretische nettowinst van elektriciteitscen105 trales voor het komende jaar
08
Er moet een reden voor opluchting bestaan op de elektriciteitsmarkten. Gezien de hoge spark spread, die de essentie weergeeft van de relatie tussen de aardgasprijzen en elektriciteitsprijzen (de theoretische nettowinst van een gasgestookte elektriciteitscentrale, zijnde de verkoop van een elektriciteitseenheid min de aankoop van de brandstof die nodig is om deze eenheid te produceren), wordt het duidelijk dat de elektriciteitsprijzen moeten dalen met bijna 10 % in Frankrijk als de aardgasprijzen op de huidige niveaus blijven. Bovendien, zoals we hierboven al vermeldden, zouden we verwachten dat aardgas terrein verliest tijdens het volgende kwartaal, wat zich zou vertalen in een algemene daling van de elektriciteitsprijzen.
90
p Belgium 2009 p Belgium 2010 p Belgium 2011
De Europese elektriciteitsprijzen kelderden niet toen de olie daalde onder de 100 USD/ vat. De vraag naar kalendercontracten is nog steeds hoog omdat veel consumenten bang zijn om te kopen op een groeiende markt en dit nu trachten te doen, nu de energie in een zwakkere periode lijkt te zijn beland. Nochtans wordt de liquiditeit beperkt door de financiële crisis, waardoor investeerders steeds voorzichtiger worden. In overeenstemming met de economische crisis in de VS, is de rol van Amerikaanse banken op de Europese elektriciteitsbeurzen afgenomen. De handel door Lehman Brothers op de Duitse EEX bijvoorbeeld, werd onmiddellijk geschorst nadat deze op 15 september werd geklasseerd als beschermd door de faillissementaanvraag. Desalniettemin proberen energiebeurzen de handel te stimuleren. EEX wordt momenteel gefusioneerd met het Franse Powernext, met als doel een reus te creëren die een derde van de Europese vraag moet dekken. Het feit dat de helft van het jaarlijks verkochte volume van EEX, 9000 TW/h, momenteel van eigenaar verandert, maakt de rol van speculatieve fondsen nu reeds belangrijk. Rekening houdend met de hoge elektriciteitsprijzen in vergelijking met olie, zou men zich kunnen afvragen hoeveel van het huidige niveau bestaat uit speculatie. Terwijl olie gezakt is onder het niveau dat in het begin van het jaar werd geregistreerd, steeg het Cal09 bsld contract met wel 30 % in Duitsland en Nederland, met 38 % in België en met 43 % in Frankrijk tot begin oktober. Het verschil tussen de Franse en Duitse elektriciteitsprijzen groeide voortdurend sinds januari en bereikte eind september een recordverschil van 8,8 %. De nucleaire leveringssituatie in Frankrijk blijft krap in het vooruitzicht van het winterseizoen - bijna een kwart van de capaciteit is er offline. nr11 energymag | 17
14-18 MARKET Trends nl.indd 17
3/11/08 19:11:49
energy trends
Perspectieven op de oliemarkt De voorspellingen werden ook naar beneden aangepast. Deutsche Bank zei te verwachten dat olie in 2009 op een gemiddelde van 92,5 USD/vat zou komen in vergelijking met 112 USD/vat dit jaar. De bank zei dat de vraag naar olie wordt beïnvloedt door hoge prijzen en een slechte economische omgeving. Ondanks de inspanningen van de Amerikaanse overheid verwachten we dat de speculatie hoog zal blijven. Vergeleken met de aandelenmarkten heeft energie tot nu toe goed gepresteerd. Olie verloor slechts 5 % dit jaar, terwijl de US Dow Jones en de British FTSE beiden met meer dan 20 % gedaald zijn. Ondanks het feit dat investeerders hun posities op de oliemarkten verlaagden, lijkt de vraag nog steeds voldoende hoog om hoge prijzen in stand te houden. Het lijkt dus redelijk om te verwachten dat olie dit jaar zal eindigen op 100 USD/vat.
Prijs van Brent olie en Brent premium in vergelijking met 150 NYMEX olie, in USD/vat
16
140
14
130
12
120
10
110
8
100
6
90
4
80
2
70
0
60
-2
p
p
Brent crude NYMEX crude Tijdens de laatste maanden was olie exNYMEX crude Premium to Brent in USD/bbl treem koersgevoelig. Op 22 september steeg de NYMEX olieprijs met 15,7 % tijdens één enkele handelssessie om uiteindelijk de volgende dag te eindigen op 12 %. Dit was de grootste ééndagssprong in de geschiedenis, die extreme nervositeit op de markt onthulde.
p
Sommige marktregulerende instanties reageerden op de recente gebeurtenissen door te stellen dat, ondanks het feit dat speculatie een belangrijk deel uitmaakt van het prijsvormingsproces, overdreven handel de prijzen onjuist voorstelt en dat dit moet worden gestopt. De Amerikaanse overheid heeft sindsdien enkele stappen ondernomen om buitensporige speculatie op de energiemarkt te elimineren, inclusief positielimieten op belangrijke oliecontracten en meer controle op vrijstellingen voor hedgers (handelaren op de termijnmarkt). Tegen eind september was de olie gezakt tot onder de 100 USD/vat ten gevolge van problemen die verband hielden met werkgelegenheidsgegevens van de VS en de dalende vraag naar benzine.
08
8
/0
10 /
01 /
8
09
01 /
8
/0
08
01 /
8
/0
/0
07
01 /
06
8
p
01 /
8
/0
05
01 /
8
/0
04
01 /
/0
/0
03
01 /
02
01 /
01 /
01 /
8
De prijs van koolstofemissierechten CO2 certificaat voor Fase I is nog steeds laag in vergelijking met (Cal2008) en Fase II (Cal2009), in eerdere verwachtingen, maar het niEUR/ton veau is hoog genoeg om druk uit te oe32 fenen op de energieprijzen. Ondanks het feit dat milieubeschermers zeggen 30 dat de economische vertraging de stijgende uitstoot van koolstof in Eu28 ropa niet zal afremmen, ondernemen 26 handelaren niet al te veel stappen. Als gevolg daarvan blijven de prijzen van 24 de emissierechten schommelen tus22 sen 24 en 26 EUR/ton en dit sinds bijna twee maanden. Voor het ogenblik is 20 er een gebrek aan interesse om nuts18 belangen te kopen en handelaren zijn voorzichtig met het oog op de symptomen van de Amerikaanse financiële crisis. Analisten zeiden dit jaar een tePhase I I for 2008 Phase II for 2009 kort te verwachten van ten minste 100 miljoen ton koolstofemissierechten en de vraag zou nog toenemen, als mocht blijken dat dit realistisch is. Het Verenigd Koninkrijk informeerde dat haar eerste veiling van emissies in november aanzienlijk minder zou bedragen dan de 23 miljoen ton zoals eerst wat optimistisch werd voorspeld. Ondanks de verwachting op korte termijn van stijgende CO2-prijzen in Europa, is er nieuws dat de creatie van een mondiale emissiehandel lijkt aan te moedigen. Tien staten in het noordoosten van de VS zijn bezig met de lancering van ‘s lands eerste capand-trade emissiemarkt, terwijl de Australische regering bevestigde dat ze de lancering van een soortgelijke markt, gepland voor 2010, niet zal uitstellen. 08
KOOLSTOF
Olie aan 150 USD/vat is uitgesteld voor onbepaalde tijd. Dat is de mening die wordt gedeeld door de deelnemers aan de grondstoffenmarkt in het midden van de herfst. Brent olie is sinds 3 juli inderdaad gedaald met meer dan een derde, toen de afsluitingswaarde een record van 146,08 USD/vat bereikte. Velen dachten dat dit het begin was van een ongeziene opwelling en voorspelden verdere stijgingen, ondanks het feit dat marktanalisten aangaven dat een groot deel hiervan te wijten was aan pure speculatie. En ze hadden ongelijk. De ongeziene opwelling veranderde in een onverwachte val. Investeerders lieten de energiemarkt links liggen naarmate de dollar sterker werd en de financiële omgevingen aftakelden.
01 /0 1/ 08 01 /0 2/ 08 01 /0 3/ 08 01 /0 4/ 08 01 /0 5/ 08 01 /0 6/ 08 01 /0 7/ 08 01 /0 8/ 08 01 /0 9/ 08 01 /1 0/ 08
OLIE
p
Deze bijdrage kwam tot stand met de medewerking van Siemat Energy. 18 | energymag nr11
14-18 MARKET Trends nl.indd 18
3/11/08 19:11:49
market | focus
T-Power
Essent gaat de elektriciteit van T-Power verkopen aan Tessenderlo Om in zijn elektriciteitsbehoeften te voorzien, heeft Tessenderlo Chemie met twee partners T-Power opgericht. Hij wordt daarmee de belangrijkste onafhankelijke producent van het land. De productie van zijn stoom- en gasturbines, 420 MW, wordt opgekocht door Essent, die op die manier zijn positie op Belgische bodem versterkt. De Vlaamse groep Tessenderlo Chemie is een grote energieverbruiker. Om minder afhankelijk te worden van de markt en om van concurrentiëlere tarieven te kunnen genieten, besliste de onderneming in 2005 haar eigen elektriciteitscentrale op gas te bouwen. Een groot project, want met haar vermogen van 420 MW is deze installatie goed voor ongeveer 3 % van de totale productiecapaciteit van het land. Intussen beschikt Tessenderlo over alle vergunningen en de inwerkingstelling van de centrale is gepland voor juni 2011. In augustus laatstleden ondertekende de onderneming een overeenkomst met de Nederlandse elektriciteitsmaatschappij Essent voor de doorverkoop van de geproduceerde megawatts aan de markt. Maar laat ons bij de start beginnen. Tessenderlo Chemie bouwde in 2006 op het terrein van zijn Belgische vestiging een elektrolyse-eenheid die enorm veel elektriciteit verbruikt. Op dat moment ontstond het idee om een eigen centrale te bouwen om een continue bevoorrading te waarborgen en “door ter plaatse te produceren vermijden we ook de transportkosten over het netwerk”, legt Kathleen Iweins, woordvoerster van Tessenderlo Chemie, ons uit. “De prijs per megawatt wordt daardoor veel interessanter dan de marktprijs.” Voor de afwikkeling van het project heeft de industriereus een constructie opgezet met twee partners voor de creatie van wat de grootste IPP (independant power producer) van België zal worden. De grootste onafhankelijke producent T-Power, de onderneming die werd opgericht om de centrale te bouwen en te beheren, zal werken als een echte privéoperator die van geen enkele leverancier afhangt. Deze joint-venture bestaat naast Tessenderlo Chemie nog uit het Zwitserse Advanced Power, dat hoofdzakelijk deelnames in elektriciteitscentrales in Europa ontwikkelt, behoudt en beheert, en Siemens Project Ventures, dat investeert in infrastructuurprojecten. De drie partners hebben gelijke delen in hun bezit. De totaalprijs van de operatie werd niet vrijgegeven. Maar over het algemeen mag er voor dit type centrale toch gerekend worden op een miljoen euro per geïnstalleerde MW. “Onze behoeften schommelen rond de 150 MW”, vertelt Kathleen Iweins, “maar een centrale van die grootte zou niet
rendabel geweest zijn. We achtten het dan ook beter om een grotere centrale te bouwen en een akkoord voor de terugname van elektriciteit te sluiten met een leverancier.” Midden augustus werd er een contract ondertekend met Essent Trading dat enerzijds voorziet in de levering van aardgas tegen een concurrerende prijs. Anderzijds koopt Essent de volledige elektriciteitsproductie op, maar geeft ze het equivalent van 150 MW terug aan Tessenderlo voor diens werking. Het contract gaat van start zodra de centrale in werking treedt, normaal gezien midden 2011. Het werd afgesloten voor vijftien jaar met een mogelijke verlenging van vijf jaar. Een mooie kans voor Essent “Dit contract zal ons helpen minder afhankelijk te worden van de grote spelers die ons elektriciteit leveren, en het zal ons in staat stellen concurrentiëlere prijzen te bieden”, verklaart Erwin Van Laethem, CEO van Essent België. Dat is alvast een van zijn stokpaardjes. Essent, dat in België aanwezig is sinds de vrijmaking van de energiemarkten – in 2003 in Vlaanderen, in 2007 in Wallonië en Brussel – streeft ernaar zijn eigen productiefaciliteiten te ontwikkelen om minder afhankelijk te worden van de aankoop van energie bij de historische operatoren. “We zijn continu op zoek naar terreinen waarop een elektriciteitscentrale gebouwd zou kunnen worden”, vervolgt Erwin Van Laethem. “Een gegevensbank van alle terreinen die geschikt zijn voor een dergelijk project, dat ontbreekt nog.” Momenteel levert Essent in België aan 250.000 klanten, met tussen 350.000 en 400.000 verbindingen. Dit cijfer vertegenwoordigt een marktaandeel van 10 % in Wallonië en 2 % in Vlaanderen. In 2011, wanneer het project in werking treedt, zal de onderneming beschikken over een eigen capaciteit van meer dan 500 MW, want naast twee derden van de productie van T-Power heeft ze ook een gascentrale in gebruik genomen van 135 MW op de site van de chemische groep Ineos in Antwerpen. En voor haar groene energie heeft ze een contract ondertekend met Air Energy, voor de aankoop van de elektriciteit die deze firma produceert in haar park van 11 windmolens in Mettet, dat begin dit jaar van start is gegaan. p F.V.
nr11 energymag | 19
19 Market Focus nl.indd 19
3/11/08 16:33:12
management | SOLAR POWER
Fotovoltaïsche zonne-energie
Dit is het moment om te investeren!
De technologische verbeteringen en de ontwikkeling van hulpmiddelen hebben de fotovoltaïsche zonne-energie eindelijk aantrekkelijk gemaakt, in Wallonië zowel als in Vlaanderen. Verschillende spelers hebben zich op de markt gestort met originele aanbiedingen voor financiering en exploitatie. In november vorig jaar ontmoetten Gérard Mestrallet, de topman van GDF Suez, en Christophe de Margerie, zijn tegenhanger bij de aardoliegroep Total, elkaar in Tienen, bij de onderneming Photovoltech, die fotovoltaïsche cellen produceert. De twee groepen hebben beide elk de helft van de aandelen in handen van deze jonge Vlaams-Brabantse onderneming. Dat deze twee giganten in de Parijse Cac 40 de stap hebben gezet, was vooral om publiekelijk hun interesse te tonen voor deze tech-
nologie om groene elektriciteit te produceren, waarvan de wereld al heel lang hoge verwachtingen had, maar die tot nu toe geen doorslaggevende resultaten kon bieden. Total heeft in één moeite door zijn intentie bekendgemaakt dat het zijn activiteiten stroomopwaarts van deze tak verder wil ontplooien, tot aan de transformatie van silicium. En GDF Suez heeft de wens geuit zo snel mogelijk megawatts te kunnen beginnen produceren met deze oneindige bron van energie. De rijpheid van zonne-energie Het was al een tijdje duidelijk dat zonne-energie stilaan het stadium van de volwassenheid bereikte. In Wallonië, dat in dit domein een stevige achterstand heeft op Vlaanderen, werd het echte startsein gegeven begin dit jaar, toen de Waalse overheid het Solwatt-plan introduceerde. Een programma dat in de eerste plaats bedoeld is om particulieren te helpen zonnepanelen op hun dak te installe-
ren. Het voorziet in een sterke subsidiëring van groene certificaten (7 per geproduceerde megawatt) voor installaties van minder dan 10 kWp. Sindsdien weten ze bij de Cwape, de gewestelijke regulator, niet meer waar hun hoofd staat, want ze kunnen de toevloed van dossiers nauwelijks bijhouden. Na een relatief trage start ontvangt ze nu wekelijks een honderdtal aanvragen. In 2007 belandden er slechts 28 op haar bureau. Eind 2007 telde men in totaal 36 zonne-installaties, met een gecumuleerd vermogen van 128 kWp. Het noordelijke deel van het land evolueert sneller. Aangezien de groene certificaten er duidelijk interessanter waren (450 € per MWh) werd er al veel geïnvesteerd. Het Vlaams Gewest schat dat het in 2008 25.000 groene certificaten zal toegekend hebben… terwijl het in het begin van het jaar was uitgegaan van 9.500 groene certificaten. “Eind 2007 werd er 14,6 MWp geïnstalleerd in Vlaanderen, berekent Jo Neyens, hoofd van Bel PV, de sectorfederatie voor producenten van fotovoltaïsche cellen. “Voor het eind van het jaar zouden we nog op 55 MW moeten komen.” Het gaat dus bijzonder snel, en wat de situatie nog specialer maakt is dat de helft van de nieuwe megawatts afkomstig is van kleine privé-installaties die niet meer dan 2 à 3 kWp produceren.
20 | energymag nr11
20-24 Solaire nl.indd 20
3/11/08 16:31:21
SOLAR POWER | management
De Duitse locomotief Op wereldvlak is het enthousiasme even groot. Hoewel er nog geen cijfers beschikbaar zijn voor 2008, toont de balans voor 2007, opgemaakt door Eur’Observer, voor het voorbije jaar al een stijging van 57% voor de geïnstalleerde MWp. In 2007 werd voor 1.541,7 MW fotovoltaïsch vermogen geproduceerd, tot een totale productiecapaciteit van 4.689,5 Mwc. Een mooie vooruitgang, die echter niet kan verbergen dat zonne-energie nog steeds slechts goed is voor 0,8% van de hernieuwbare energie op wereldvlak. En als Duitsland niet de rol van superlocomotief op zich had genomen – op zijn eentje had het land eind 2007, met 3.850 MWp, 80% van de Europese zonneenergie in handen – had de situatie er nog een stuk slechter uitgezien. Er zijn verschillende verklaringen waarom de investeringen in zonne-energie tot nu toe zo zwak waren. Ten eerste evolueerde de technologie niet bijster snel, wat ertoe leidt dat de installaties tot op heden nog steeds niet rendabel zouden zijn zonder subsidies. Vervolgens waren er problemen bij de behandeling van silicium, waardoor deze essentiële grondstof voor de productie van fotocellen zeldzaam is geworden. Dat blokkeerde de productie en houdt de prijzen nu nog steeds bijzonder hoog. “Maar hoe het ook zij, we moeten toch ook vaststellen dat de evolutie van de investeringen in fotovoltaïsche cellen nog steeds gekoppeld is aan de evolutie van de aardolieprijzen. Als de prijs per vat aardolie de lucht inschiet, wordt er meer geïnvesteerd in zonneenergie”, benadrukt Charles-Henri Bourgois van het bureau Orchard Consulting. Volgens zijn schattingen is het momenteel geen probleem meer om cellen of panelen te vinden. “Er zou momenteel zelfs een overschot in de productie zijn, nu Spanje zijn projecten heeft afgebouwd”, merkt hij op. “We gaan zelfs in de richting van een prijsdaling.” Wat de innovatie betreft, gaat de consultant ervan uit dat de technologische verbeteringen op middellange termijn het elektrische rendement van de cellen aanzienlijk zullen verbeteren.
“Een paneel biedt momenteel een gemiddeld rendement van 10%, dat in het beste geval naar 20 % kan gaan”, vervolgt Charles-Henri Bourgois. “Maar gezien de staat van de onderzoeken in de laboratoria kunnen we verwachten dat we binnen enkele jaren panelen zullen hebben met een rendement van 40 %.” Op de daken mikken De zon biedt een onuitputtelijke bron van energie. Er wordt geschat dat de zon 5.000 tot 10.000 keer meer energie naar de aarde stuurt dan we op de hele planeet jaarlijks nodig hebben. Het is dus waarschijnlijk dat de energie die wordt opgevangen uit zonnestralen op termijn belangrijker zal worden dan om het even welke hernieuwbare technologie. Maar er blijft het probleem dat ze hier bij ons moeilijker op te vangen is. Omdat hier minder zon is dan in Spanje of Portugal, maar ook omdat het hier door de grote bewoningsdichtheid niet echt mogelijk is om echte zonneenergieparken aan te leggen, zoals we in sommige landen zien. We zullen het dus slim moeten spelen, door partnerschappen te sluiten met eigenaars van grote oppervlakken die beschikbaar zijn voor de installatie van zonnepanelen bijvoorbeeld. Het is alvast met dit doel dat de kleine Luikse leverancier van groene elektriciteit Lampiris een overeenkomst heeft gesloten met
de Waalse constructiefirma Thomas & Piron. Het idee is fotovoltaïsche cellen te plaatsen op kijkwoningen, om de toekomstige eigenaars aan te zetten die ook op hun dak te installeren. Ze zullen dan een overeenkomst sluiten met Lampiris voor de terugname van overtollige elektriciteit en voor groene certificaten. Anderen hebben het model al naar een grotere schaal getild. De Gentse onderneming Enfinity is zich eveneens bewust van de grote mogelijkheden van het gebruik van dakoppervlakken, en stelt ondernemingen in Vlaanderen voor hun dak te huren om er zonnepanelen op te installeren. Vervolgens biedt ze hen aan deze groene energie te kopen tegen een concurrerende prijs. “Het is een interessant model, want
Internationale vakbeurs voor zonne-energie in de Benelux Gent - België
www.intersolution.be nr11 energymag | 21
20-24 Solaire nl.indd 21
3/11/08 16:31:22
management | SOLAR POWER
Vergelijking per gewest De volgende tabel(1) vergelijkt per gewest de situatie voor een installatie van 50 kWp opgezet door een groot bedrijf. De berekeningen houden rekening met een investeringskost van 4.500 €/kWp, met een zonneproductiefactor van 850 kWh/kWp, met een afnemend rendement van de installatie (0,5% per jaar na 5 jaar), met de verzekerings- en onderhoudskosten (met inbegrip van de vervanging van de frequentieomvormer na 15 jaar), met de afschrijvingen en een belasting van 33,99%. De productie wordt zelf gebruikt en bereInstallatie 50 kWp (Groot bedrijf) Bruto financiële kost Premie Fiscale aftrekbaarheid Investeringssteun Netto investering Inkomsten in groene certificaten Elektriciteitsbesparing Winst per afschrijving Belasting van de premies, steunmaatregelen & GC) Verzekering & onderhoud Winst na 30 jaar Rendabel in minder dan Interne winstmarge
Vlaanderen -223.248€ 6.697€ 10.244€ -€ -206.307€ 371.284€ 208.656€ 75.882€
Brussel (2)
kend aan 0,11€/kWh met een prijsverhoging van de elektriciteit van 3% per jaar. De Waalse en Brusselse groene certificaten hebben een waarde van 90 €/GC. De situatie voor een kleinere installatie gerealiseerd door een kmo geeft vergelijkbare resultaten, met een iets snellere terugverdientijd. In Vlaanderen daarentegen nemen de inkomsten toe naarmate de installatie groter wordt, en ook de terugverdientijd stabiliseert rond 12 jaar, terwijl die in Brussel en Wallonië net langer wordt.
Brussel (3)
Wallonië
-223.248€ -223.248€ 89.299€ 89.299€ 10.244€ 10.244€ 44.650€ -79.055€ -23.705€ 152.165€ 152.165€ 208.656€ 208.656€ 75.882€ 75.882€
-223.248€ -€ 10.244€ (4) 44.650€ -168.354€ 247.888€ 208.656€ 75.882€
(1) Voor deze resultaten hebben we gebruik gemaakt van het rekenblad Photovoltacalc dat ontwikkeld werd door Benoit Spies van Leefmilieu Brussel. U kan dit rekenblad downloaden op onze website www. energymag.be. Een specifieke versie voor het Brussels Gewest is ook beschikbaar op de website van Leefmilieu Brussel (www.ibgebim.be). Deze laatste houdt echter geen rekening met de specifieke investeringssteun (zie punt 2). (2) Situatie voor een industriële installatie. Vanaf 2009 zullen de FV-projecten ook profiteren van de premie voor zonne-energie van 3€/kWp als investeringssteun in het Brussels Gewest (20% van de investering). De hulp is beperkt tot industriële bedrijven (dienstensector uitgesloten). (3)
-128.476€
-97.250€
-82.074€
-99.433€
-105.424€ 215.615€ 12 jaar 7,64%
-105.424€ 154.974€ 8 jaar 10,78%
-105.424€ 25.500€ 10 jaar 7,01%
-105.424€ 159.215€ 11 jaar 7,15%
Situatie voor een dienstenbedrijf.
Ruwe schatting van de steun. De steun is geplafonneerd tot de meerkost van de investering ten opzichte van een referentiecentrale min de opbrengst gerealiseerd in de eerste vijf jaren. De aanvraag van de steunberekening moet ingediend worden bij de Waalse administratie. (4)
DE PREMIES EN SUBSIDIES VOOR BEDRIJVEN Waals Gewest Investeringssteun (wet van de economische groei)
- 40% van de investering, van toepassing op kmo’s, max 1.000.000€ op 4 jaar - 20% van de investering, van toepassing op grote bedrijven, max 2.000.000€ op 4 jaar
Fiscale aftrekbaarheid (federaal)
Fiscale aftrekbaarheid van 13,5% van een fotovoltaïsche investering
Groene certificaten (GC)
7 GC/ 1000 geproduceerde kWh, voor de eerste 5 kWp + 5 GC/1000 kWh voor de 5 volgende kWp + 4 GC/1000 kWh toegekend onder bepaalde voorwaarden tussen 10 et 250 kWp + 1 GC/1000 kWh Groene certificaten toegekend voor 15 jaar Terugkoop door de Cwape aan de gegarandeerde prijs van 65€/GC of verkoop op de markt van de GC aan de marktprijs (+/- 90€/GC)
Brussels Gewest Energiepremie
3€/geïnstalleerde Wp, tot een maximum van 40% van de installatiekost (min 25000 euro)
Specifieke investeringssteun
20% van de investering (min 6.200 €). Toepasselijk op fotovoltaïsche investering vanaf 2009 voor de industriebedrijven (dienstensector uitgesloten)
Fiscale aftrekbaarheid (federaal)
Fiscale aftrekbaarheid van 13,5% van een photovoltaïsche investering
Groene certificaten (GC)
7,24 GC /1000 geproduceerde kWh, voor de eerste 20m2 + 5,45 GC /1000 kWh voor de volgende 40m2 + 3,63 GC /1000 kWh boven de 60m2 Groene certificaten toegekend voor 10 jaar Terugkoop door Elia aan de gegarandeerde prijs van 150€/MWh of verkoop aan een elektriciteitsleverancier aan de marktprijs (± 90 €/GC)
Vlaams Gewest Milieupremie
20% voor de grote bedrijven en 40% voor de kmo’s, max. 30% van de betreffende kost
Fiscale aftrekbaarheid (federaal)
Fiscale aftrekbaarheid van 13,5% van een fotovoltaïsche investering
Groene certificaten (GC)
4450€/1000 geproduceerde kWh gedurende 20 jaar
22 | energymag nr11
20-24 Solaire nl.indd 22
3/11/08 16:31:22
SOLaR POWeR | management
Zelf investeren of via een derde investeerder?
Vlaanderen blijft het meest vrijgevig Hoewel de Vlaamse regering een zeer bescheiden investeringssteun biedt in vergelijking met de andere gewesten (3% voor de grote bedrijven en 6% voor de kmo’s), zorgen de groene certificaten (450 €/MWh), die gegarandeerd worden voor 20 jaar, ervoor dat Vlaanderen het meest genereuze gewest is wat betreft overheidssteun die toegekend wordt over de hele duur van de investering: 388.225 € tegenover 302.782 € in Wallonië et 296.358 € in Brussel voor een industrieel bedrijf en 251.708 € voor een dienstenbedrijf. Overheidssteun voor fotovoltaïsche investering 400.000 € 350.000 € 300.000 € 250.000 € 200.000 €
Groene certificaten
150.000 €
De eerste optie levert mogelijk een hoge ontvangsten op, maar het bedrijf moet het risico nemen en heel wat middelen vrijmaken voor een investering die niet tot zijn core business behoort. Bij de andere formule moet men geen cent neertellen en geen enkel risico nemen, maar de ontvangsten zijn beperkt. De twee formules leveren een verschil op met een factor die gaat van 1 tot 4: op 20 jaar brengt het viermaal zoveel op om zelf te investeren , met een intern winstpercentage (vóór belasting) dicht bij de 10% . Dit gaat om een vergelijking van beide formules voor een grote installatie van 180 kWp met een jaarlijkse productie van 840.000 kWh waarvan 155.000 kWh voor eigen gebruik en waarvan het overschot terugverkocht wordt aan het net. De berekening houdt rekening met een jaarlijkse stijging van de elektriciteitsprijzen van 4% per jaar, met de inflatie en de indexering, met de investeringskost van 4.500 ¤/kWp, met een groen certificaat van 450 ¤/MWh en met een milieupremie van 3% (steunmaatregelen toegepast in Vlaanderen).
Fiscale aftrekbaarheid
100.000 €
Eigen investering
Derde investeerder
Investering
750.000 ¤ net (na belastingaftrek voor investeringen en milieupremie, ofwel ongeveer 8% van het investeringsbedrag)
0 ¤ (investering door de derde investeerder)
Terugverdientijd van de investering
8 à 9 jaar
Niet van toepassing
Winst na 20 jaar
Groene Certificaten: 1.150.000 ¤ Vermeden kosten: 188.300 ¤
Vermeden kosten: 550.000 ¤ Huurinkomsten: 65.600 ¤
Netto winst
950.000 ¤
254.000 ¤
Investeringssteun
50.000 €
Premies
0€
Brussel (diensten)
Brussel (industrie)
Wallonië Vlaanderen
De netto investering is het laagst in Brussel In het Brussels Gewest is de netto investering het voordeligst dankzij de cumul van de investeringssteunmaatregelen en de genereuze premie van 3€/Wp. Voor eenzelfde installatie van 50kWp zal de netto investering in Brussel 79.005 € bedragen tegenover 168.354 € in Wallonië en 206.306 € in Vlaanderen. De andere gewesten compenseren dit met hun groene certificaten. Netto financiële investering 250.000 €
200.000 €
150.000 €
100.000 €
50.000 €
0€
Brussel (diensten)
Brussel (industrie)
Wallonië
Vlaanderen
Verzekerde netto voordelen ongeacht het gewest Het is geen verrassing dat Vlaanderen de grootste voordelen biedt over de hele duur van de investering: 215.615 € op 30 jaar (IRR van 7,64%, terugverdientijd van 12 jaar). Wallonië komt op de tweede plaats met 159.215€ voordelen (IRR van 7,16% en een terugverdientijd van 11 jaar). Brussel volgt op de voet met 154.975€ voor een industrieel bedrijf (IRR van 10,78%, terugverdientijd van 8 jaar) en daalt tot 125.025€ voor een dienstenbedrijf (IRR van 7,01%, terugverdientijd van 10 jaar). Gecumuleerde ontvangsten over 30 jaar (per gewest)
300.000€
225.000€
150.000€
75.000€
0€
-75.000€
Een formule van derde investeerder die de gemeenten verleidt Eind 2007 ging de gemeente Edegem een contract aan met de derde investeerder Enfinity voor de plaatsing van 1.100 m2 zonnepanelen op het dak van de gemeentelijke sporthal voor een totaal geïnstalleerd vermogen van 40 kWp. In 2006 liep het verbruik van het gebouw immers op tot 125.984 kWh, goed voor een factuur van 17,000 ¤ rekening houdend met een leveringskost van 0,135 ¤/kWh. De FV-installatie zou ongeveer 30.000 kWh/jaar moeten leveren, een hoeveelheid energie die volledig zelf gebruikt zal worden. Het contract is er een van derde investeerder: de gemeente ontvangt elk jaar een huurinkomst van 15 ¤/kWp, hetzij 600 ¤/jaar. Ze profiteert ook van een kost voor de terugkoop van groene geproduceerde elektriciteit die lager ligt dan haar leveringskost: 0,90 ¤/kWh. De 30.000 kWh die jaarlijks geproduceerd worden, zullen haar 2.700 ¤ kosten in plaats van 4.050 ¤/jaar. In totaal bespaart de gemeente 1.950 ¤/jaar met gesloten beurs.
-150.000€
-225.000€
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
pWallonië p Vlaanderen pBrussel (industrie) pBrussel (diensten)
20-24 Solaire nl.indd 23
nr11 energymag | 23
3/11/08 16:31:26
management | SOLAR POWER
veel bedrijven willen hun investeringscapaciteit liever houden voor projecten die in rechtstreeks verband staan met hun activiteit, veeleer dan voor zonnepanelen”, meent Charles-Henri Bourgois. Enkele ondernemingen die over grote oppervlakken beschikken, zoals McBride (onderhoudsproducten) te Ieper of Eurogifts (relatiegeschenken) te Wervik, hebben al een dergelijk contract ondertekend. McBride verhuurt 8.500 m2 dak waarop Enfinity bijna 7.300 panelen heeft geïnstalleerd die 1 miljoen kWh per jaar leveren. Eurogifts verhuurt 780 m2 dak, goed voor een productie van 100.000 kWh per jaar (676 panelen). Anderen hebben er dan weer voor gekozen zelf eigenaar te blijven van de installatie. Dat is bijvoorbeeld het geval voor Reynaers Aluminium. De fabrikant van metalen ramen heeft op zijn nieuwe opslagplaats in Duffel het wellicht grootste fotovoltaïsche project op een dak in België geïnstalleerd. In cijfers: 3.000 zonnepanelen op een dakoppervlak van 16.000 m2. Deze installatie kan 500.000 kWh per jaar produceren, ofwel de jaarlijkse consumptie van 166 gezinnen. De onderneming vertelt er nog bij dat een steenkoolcentrale met hetzelf-
de vermogen jaarlijks 280 ton CO2 in de atmosfeer zou gepompt hebben. In tegenstelling tot het Enfinity-model heeft Reynaers de installatie vooral gebouwd om de behoeften van de opslagplaats te dekken. In het weekend wordt de elektriciteit teruggestuurd naar het elektriciteitsnet. En behalve dat de onderneming nu beschikt over groene elektriciteit die overeenstemt met haar waarden, vermijdt ze op die manier ook de transportkosten voor elektriciteit, waardoor haar energie goedkoper wordt. “Een project financieren met eigen kapitaal geeft een rendement op de investering van 10 à 11 % per jaar”, preciseert Charles-Henri Bourgois. Zon voor twee De Belgische dochteronderneming van de Nederlandse groep Nuon heeft zich als elektriciteitsleverancier ook in het segment van de fotovoltaïsche zonne-energie gepositioneerd. “Wij kunnen optreden op verschillende manieren”, legt Serge Baudhuin, business development manager, uit. De eerste manier beperkt zich tot de aankoop van de geproduceerde elektriciteit en groene
certificaten, met aansluitend de eventuele aanvullende verkoop van elektriciteit. Als we nog een stap verder gaan, kunnen we ook onze diensten aanbieden als onderzoeksbureau, door onze klanten te adviseren over de keuze van de uitrusting, of kunnen we ons zelfs positioneren als beheerder van de installatie. In dat geval moeten wij de productie inschatten, maar ook het onderhoud en de herstellingen verzorgen.” Het is zo’n type overeenkomst dat Nuon heeft onderhandeld met Warehouse De Pauw, een investeringsmaatschappij met vast kapitaal, voor de installatie van panelen op de daken van zijn toekomstige logistieke magazijnen (zie kaderstuk). Er gebeuren dus zowel betalingen voor de aankoop en verkoop van elektriciteit als voor de bijdragen voor de gepresteerde diensten. Kortom, de interesse voor zonneenergie is overduidelijk, vooral wanneer er ook aanzienlijke subsidies mee gemoeid zijn, zoals in Vlaanderen. Maar door de complexiteit van de ontwikkeling moet er gezocht worden naar originele oplossingen. Natuurlijk altijd in het kader van winwinovereenkomsten. p François Villers
WDP en Nuon op hetzelfde dak De sicafi Warehouse De Pauw is gespecialiseerd in de bouw en verhuur van logistieke magazijnen. Ze beschikt daardoor over een aanzienlijk dakoppervlak, dat ze in het vervolg wil laten renderen door het uit te rusten met zonnepanelen. En dat is zeker geen symbolische actie. Bij de inhuldiging van het eerste magazijn met zonnepanelen, in mei laatstleden in Grimbergen, kondigde voorzitter Mark Duyck aan dat ze tegen juni 2009 een capaciteit willen bereiken van 10 MWp. Een investering van 45 miljoen euro voor 100.000 m2 panelen, ofwel 20 voetbalterreinen. De eerste installatie, in Grimbergen, op een gloednieuw magazijn dat verhuurd wordt aan Caterpillar, heeft een capaciteit van 590 kilowatt, maar zou op middellange termijn 1 MWp moeten halen. Er volgen nog andere in Genk, Boom en Willebroek. Voorlopig wil WDP zich beperken tot het Vlaams Gewest, waar de groene certificaten voor grote installaties voordeliger zijn dan in Wallonië. Om deze doelstelling te bereiken heeft WDP ook een overeenkomst gesloten met de Belgische dochteronderneming van de Nederlandse elektriciteitsmaatschappij Nuon. “We beheren de installatie en kopen de overtollige MW over”, verklaart Serge Baudhuin, hoofd ontwikkeling van Nuon. “Maar wij kopen de panelen niet, we adviseren enkel onze partner in de keuze die ons het beste lijkt.” Naast de diverse financiële aspecten van dit contract biedt dit systeem de Nederlandse operator ook de kans groene elektriciteit mee te pikken op Belgisch grondgebied, waardoor hij iets minder afhankelijk wordt van de aankoop van elektriciteit bij zijn historische leveranciers. 24 | energymag nr11
20-24 Solaire nl.indd 24
3/11/08 16:31:28
“Duurzame energie geeft een nieuwe dimensie aan mijn onderneming.” Duurzame energie van een betrouwbare aanbieder. Dát is de energie van Essent. Uw energie. En daarom kunt u rekenen op een scherp aanbod, prima service en de nieuwste energie. Duurzaam betekent meer dan alleen maar denken aan het milieu. Duurzaam betekent ook een duurzame omgang met de klant. Persoonlijk, goed bereikbaar en servicegericht. Bij Essent maken we werk van uw energie.
Essent. Uw nieuwe energie.
Voor meer informatie, bel 03 270 68 40 of surf naar www.essent.be/zakelijk.
Essent Groen: hernieuwbare energiebronnen: 100 %, kwalitatieve warmtekrachtinstallaties: 0 %, fossiele brandstoffen: 0 %, nucleaire centrales: 0 %, oorsprong onbekend: 0 %
1407006-EnergyMag 210x297.indd 1
10-10-2008 12:07:34
26-08-2008
19:12
Pagina 1
Image of the Zenith building in Brussels - architects: SCAU (Macary & Delamain) / CERAU - visualisation: Codic Group
ad_VK_energymag_08
VK ENGINEERING Building Services
Avenue Clemenceaulaan 87 B - 1070 Bruxelles Brussel +32 2 414 07 77 +32 2 414 04 98 E vke-bs-bxl@vkgroup.be W www.vkgroup.be T F
WE MAKE YOUR BUILDINGS WORK
ALWAYS LOOKING FOR GREAT PEOPLE www.vkgroup.be/jobs
© ART & BUILD Architect-Montois Partners / credit : S. Brison / Axioma
GreeN BUiLdiNGs | dossier
Groene gebouwen moeten zich nog bewijzen op de markt Groene gebouwen zijn niet echt talrijk op de markt, zeker niet in België, waar de projectontwikkelaars de kat nog wat uit de boom kijken. Maar de belangstelling voor groen groeit, daarvan getuigt de Covent Garden, een bureaucomplex van 74.000 m2 op het Rogierplein in Brussel. Covent Garden werd ontworpen door het architectenbureau Art&Build en is het eerste gebouw van dit type in België dat uitgerust is met een biologisch zuiveringsstation waardoor een deel van het gebruikte water op autonome wijze gerecupereerd wordt voor de sanitaire voorzieningen.
27-35 DOSSIER nl.indd 27
nr11 energymag | 27
3/11/08 18:26:46
dossier | GreeN BUiLdiNGs
De voorbije jaren heeft het concept van de duur-
Het huidige momentum is een scharnierpunt in de groene bouwsector. Ter herinnering, de bouwvergunningen moeten sinds juli aan minimale energieprestatievereisten voldoen. De Brusselse normen, die het strengst zijn, leggen het certificaat E90 op, gevolgd door E75 vanaf 2011. Volgens vastgoedmakelaar Richard Ellis zal de vernieuwing van het gebouwenbestand vanaf 2013 makkelijk elk jaar vierhonderd- à vijfhonderdduizend vierkante meter groene gecertificeerde kantoren vragen. Wat de energiezuinige kantoren of passiefkantoren betreft, variëren de vooruitzichten tussen vijfendertig- en veertigduizend vierkante meter. En voor een renovatie boven de duizend vierkante meter is eveneens een certificering vereist. De trend naar een betere energie-efficiëntie in gebouwen is dus onomkeerbaar. De benchmark die gecreëerd is dankzij de kwaliteitslabels zet de investeerders er al toe aan hogere eisen te stellen, waardoor ook de investeringen hoger worden. “Sommige projectontwikkelaars eisen een E-60-certificering, om te voorkomen dat het gebouw al te snel zou verouderen. Aangezien huurcontracten over 3 tot 9 jaar lopen, is het belangrijk een certificering te voorzien die die duur overschrijdt”, constateert Kim Verdonck, onderzoeksspecialiste bij Richard Ellis.
zame kantoorgebouwen een aantal eigenaars-verhuurders kunnen overtuigen. Maar die pionierstijd hebben we nu wel achter de rug. De nieuwe energiecertificaten die binnenkort van kracht worden, leggen de projectontwikkelaars hogere constructiekosten op. Daardoor komt nu de kwestie van de afschrijving van deze groene gebouwen op de huurmarkt aan de orde. Door de aarzeling van de huurders is het succes van de financiële vergelijking immers nog niet bewezen. Ook de vooruitzichten voor de toekomst zijn onduidelijk, want de schamele groene kantoren op de markt bieden geen enkel referentiepunt. Voeg daarbij nog de onzekerheden als gevolg van de moeizame economische context,
De Priva Campus, ontworpen door Priva, de Hollandse specialist in automatisering van gebouwen, wordt het eerste CO2-neutrale kantoorgebouw in Europa.
© Priva
de hoge energieprijzen en de hoge bouwkosten.
Op het eerste gezicht veelbelovende vooruitzichten… De toekomst van de groene kantoren lijkt gewaarborgd. En toch! De investeerders maken zich zorgen. Zullen de huurders volgen? Dat is de vraag die de ongerustheid het best samenvat. De constructie van duurzame gebouwen brengt een hoge initiële meerkost met zich mee… die doorgerekend zal worden in de huurprijzen. Maar niets wijst erop dat de huurders bereid zullen zijn veel hogere huurprijzen te aanvaarden. In 2007 waren de grote bedrij-
28 | energymag nr11
27-35 DOSSIER nl.indd 28
3/11/08 18:26:58
GreeN BUiLdiNGs | dossier
ven, vooral om imagoredenen, nog de grootste drijfkracht achter de groene beweging. Een op vijf verklaarde toen op zoek te zijn naar innovatieve groene kantoren in het segment van de oppervlakten groter dan 15.000 m2, klinkt het bij Richard Ellis. Maar de hogere huurprijzen van groene gebouwen konden de meeste bedrijven niet bekoren. Drie vierde van de ondervraagde bedrijven/ huurders wees elke prijsverhoging af. De grote meerderheid van de rest zou slechts een stijging van maximaal 5 % aanvaarden. In die omstandigheden is het moeilijk de soms aanzienlijke initiele meerkosten af te schrijven. Sinds 2007 is de situatie echter in de goede richting geëvolueerd. Vroeger wist de grote meerderheid van de bedrijven niets over de energiecertificering van gebouwen. Inmiddels voelen ze zich echter meer betrokken. Door de naderende omzetting van de Europese normen en de stijging van de energieprijzen kunnen ze ook moeilijk anders. Of die verandering als positief of negatief zal worden gezien, dat moet nog blijken. “Het is momenteel nog onmogelijk 250 euro huur te vragen voor een groen gebouw, tegenover 200 voor een vergelijkbaar niet-gecertificeerd gebouw. Zelfs een stijging met 4 % is al ondenkbaar in de huidige conjunctuur.” De mening van het BIM staat daar lijnrecht tegenover: “De houding van de huurders is aan het veranderen. In 2007 stemde reeds 20 % van de huurders er telefonisch mee in meer te betalen. Dat is enorm! En dat is zeker voldoende om de vraag naar nieuwe kantoren te verzadigen”, meent Antoine Crahay, expert bij het BIM. Sommige investeerders menen dat de markt op korte termijn sterk zal veranderen. In 2007 waren de 39 gebouwen, woningen inbegrepen, die meedongen naar de titel van voorbeeldgebouw in totaal goed voor 128.000 m2. “Dat vertegenwoordigt al een vijfde van de Brusselse markt”, schat Crahay. En hij bevestigt
de MeNiNG VAN de eXPerTs Michel Baugniet Development Manager, Fortis Real Estate Fortis gaat elk jaar verder met zijn gebouwen. Van de installatie van driedubbele ramen tot de installatie van warmtepompen. Nu de energieprijzen zo hoog zijn, wordt ook die grens opgetrokken en verbetert de energiebalans. We leveren grote inspanningen om onze impact op het milieu te verbeteren. Maar ik stel wel vast dat het energiecriterium nog niet als belangrijk wordt beschouwd bij de verhuurders. De factoren die echt van belang zijn, blijven nog steeds de ligging, het openbaar vervoer, de aanwezigheid van valse vloeren voor de bekabeling, de parkeerruimte, de airconditioning en het aantal werkposten. Bedrijven zijn bereid meer te betalen voor een gunstige ligging, niet voor passiefconstructie. Voor de verhuurders-eigenaars is de bouw van groene kantoren echter wel de toekomst. We merken dat het aantal eigenaars-bewoners steeds verder terugloopt. Dat is niet de tendens op de markt. Daar is de terugtrekking van de Belgische staat en van het Vlaamse Gewest het beste bewijs van. Maar niets is zeker. Er zou een ommezwaai kunnen komen. Voor de verhuring blijf ik over het algemeen twijfelen: een energiebesparing van 4 euro per m2 per jaar voor een initiële extra investering van 200 euro per m 2 is een onhoudbare financiële vergelijking.
het: de vastgoedmakelaars die het huidige gebouwenbestand beheren, wakkeren het concept bij de huurders aan. De ontwikkelaars volgen de beweging al. Met alle respect, het is door het huidige gebrekkige aanbod dat er nog maar weinig groene huurders zijn. Niet zichtbaar genoeg, dat is ook in Frankrijk het probleem Is geen risico’s nemen in dit geval het grootste risico?, vraagt de Amerikaanse schrijfster Erica Jong zich af. De evolutie op de markt van de groene gebouwen blijft moeilijk te voorspellen. De economische situatie en het gebrek aan financiële referenties hebben daar veel mee te maken. “Het is een sprong in het duister. Er zijn nog maar heel weinig gebouwen van dit type op de markt. In het gebouwenbestand dat wij beheren, voor het grootste deel in Brussel, zit er geen enkel”, wordt ons uitgelegd bij Richard Ellis. Hetzelfde liedje weerklinkt in Frankrijk bij de vastgoedanalist IPD: “Er is geen voorgeschiedenis, we kunnen het nog niet van op een af-
stand bekijken”, getuigt Philippe Fixel, de coördinator van de afdeling klanten. Onder de vijfhonderd bedrijven die het regelmatig onderzoekt, telt IPD geen enkel gebouw dat het label Haute Qualité Environnementale (HQE) draagt. Een verrassend feit: de adviesonderneming Jones Lang Lasalle kondigde in juli de opmars van de groene gebouwen aan. In de regio Parijs zouden er in 2008 nog twaalf HQE-gecertificeerde gebouwen moeten bijkomen, in 2009 21 en in 2010 35. Maar de onderneming verbergt niet dat ook zij zich vragen stelt, meer in het bijzonder over het evenwicht dat moet worden gevonden tussen de meerkosten van de huur en de energiebesparingen. Lasalle heeft het duidelijk moeilijk het potentieel van deze gebouwen te beoordelen vanwege het gebrek aan tastbare voorbeelden. Dit gebrek aan betrouwbare informatie leidt op zijn beurt tot een voorzichtige houding. “Met uitzondering van Axa zien de vastgoedbedrijven in Frankrijk het als een bijkomende verplichting, maar ze volgen de beweging uit angst dat ze nr11 energymag | 29
27-35 DOSSIER nl.indd 29
3/11/08 18:26:59
© Architecte : Ingenhoven Architekten Düsseldorf
ingehaald zullen worden”, observeert men bij IPD. Ook in België “zijn de investeerders niet onverdeeld enthousiast”, klinkt het ferme understatement van Louis de Halleux, partner bij Fidentia Real Estate, die eigenaar is van het Solarisgebouw.
Concreet betekent dit dat enkele tientallen hooggecertificeerde gebouwen de markt helemaal kunnen veranderen”, meent Louis de Halleux. Deze opinie wordt ook gedeeld door Dexia Real Estate. Volgens Eric Gobert blijft de huidige markt moeilijk en het kantorenoverschot hoog. Tien procent van het Duurzaamheid tegenover het bestand van Brusselse kantoren staat kantorenoverschot leeg. Maar volgens hem zullen nieuDe krachten op de markt blijven dus we aangepaste gebouwen van hoge zoals ze zijn, zegt Fidentia: “elk jaar kwaliteit afnemers blijven vinden. “De worden in Brussel enkele honderd- nieuwe kantoren die geen huurders duizenden vierkante meters gehuurd. vinden, bieden geen groene meerwaarden. Het is geen toeval dat de ontwikkelaar Herpain zijn Solaris-project nog tijdens de bouw “vergroend” heeft. Het vastgoedoverschot is vooral in de tweede kring rond Brussel hoog”, voegt Antoine Crahay toe. Is duurzaamheid een goede manier om te vechten tegen leegstand? Fidentia is er alvast van overtuigd. En de groep steekt zijn pessimisme voor gebouwen die in de toekomst niet de meest strikte normen volgen, niet onder stoelen of banken: “Binnen vijf à Atria als warmte-absorzes jaar zullen ze geen beerders, een techniek die huurders meer vinden. meer en meer ingang vindt. Hier het nieuwe gebouw Als bedrijven de keuze van de BEI (72.000 m2) in krijgen tussen twee geLuxemburg.
© Herpain Urbis
Twee voorbeelden van de meest vernieuwende projecten in opbouw in Brussel: de Solaris d’Herpain Urbis (13.700 m2) en de Van Volxem (20.000 m2) van JCX Immo. De inzet: een optimale oriëntatie, een goede budgetbeheersing, zonnebescherming, geothermische verwarming en airconditioning. Deze twee gebouwen zouden een gemiddeld energieverbruik moeten halen dat de helft lager ligt dan bij een klassiek gebouw.
© ART & BUILD Architect
dossier | GreeN BUiLdiNGs
bouwen tegen dezelfde prijs, zullen ze vanzelfsprekend voor het groenste gebouw kiezen”. Louis de Halleux tracht echter wel realistisch te blijven: “We weten dat op de huurmarkt de klanten nooit meer of veel meer zullen betalen. De duurzaamheid van een gebouw is niet voldoende om de marktgrenzen te overschrijden. En men kan het zich niet veroorloven de hoogste normen te hanteren, want dat is onbetaalbaar. De financiële vergelijking moet gelijk blijven”. In de regio Parijs begint stilaan een huurmarkt voor groene kantoren te groeien. Aangezien de huurprijzen daar altijd hoog zijn, is de af te schrijven initiële meerkost er in verhouding lager. Fidentia observeert bovendien ook geen enkele stijging van de huurprijzen. De huurders betalen nog steeds de gewone marktprijzen. Hebben de investeerders eieren voor hun geld gekozen? De prijs blijft het grootste struikelblok Volgens Fortis blijven de gewoonten van de huurders onverzettelijk. “Bij de onderhandelingen kijken de bedrijven in de eerste plaats naar het huurbedrag. Energiekosten en andere kosten worden pas later overwogen. Dat verklaart waarom het zo moeilijk is hen te overtuigen”, stelt Michel Baugniet vast, die het betreurt dat de huurder zo weinig rekening houdt met het energieaspect: “Het is nog geen argument dat het verschil kan maken. Zelfs als de totaalprijs gelijk blijft als men de energiebesparingen meerekent, kan dit
30 | energymag nr11
27-35 DOSSIER nl.indd 30
3/11/08 18:27:27
nauwelijks overtuigen”. AOS Belgium voelt de laatste 12 à 15 maanden echter een lichte verbetering. De huurders lijken stilaan echt gevoelig te worden voor duurzaamheid. “Maar tussen gevoeligheid en de reële bereidheid om hier ook een financiële inspanning voor te doen, gaapt er nog een grote kloof”, merkt Lionel Andries, marketing manager, op. AOS verwacht niet dat dit binnen het jaar zal veranderen, dat zal nog wel vijf of zelfs zes jaar duren. De bedrijven zullen zich eerst bewust moeten worden van het totaalplaatje, meent het consultancybedrijf IPD, dat een van de grootste gegevensbanken in Europa voor vastgoedprestaties beheert. De groep constateert bij de bedrijven een duidelijk gebrek aan rapportering over hun energieverbruik. “De huurders hebben vaak geen enkel idee hoeveel ze verbruiken. Van de 500 ondervraagde bedrijven kon minder dan de helft de informatie meteen reproduceren”, verklaart Philippe Fixel. Als de huurder geen idee heeft van zijn kosten, is het dan ook bijzonder moeilijk hem met dit argument te overtuigen. De kwestie van de groene kantoren loopt gelijk op met de kwestie van het energiebeleid bij bedrijven. “Te veel bedrijven voeren geen enkel energiebeleid. Kijk maar eens hoeveel kantoren ‘s nacht verlicht worden”, zegt Andries.
©: ART & BUILD Architect
© Herpain Urbis
GreeN BUiLdiNGs | dossier
De geothermische warmtepomp wordt stilaan een referentie in de nieuwe immobiliënprojecten. Hier de nieuwe sociale zetel van Arcelor Mittal in Luik die profiteert van de freatische laag van de Maas als hernieuwbare energiebron. Maar zij zijn niet de enige: het gebouw Solaris d’Herpain Urbis en het gebouw Van Volxem van JCX Immo of de Priva Campus van Priva nemen ook hun toevlucht tot de geothermische warmtepomp voor verwarming en verluchting.
Louis de Halleux Managing Director, Findentia Real Estate We moeten ophouden met ons alleen op het energieaspect te concentreren. Amerikaanse studies hebben uitgewezen dat de sociale waarde van een gebouw het welzijn, het comfort en de productiviteit sterk beïnvloedt. Ook het uitzicht van de leefplek, de mobiliteit en de anti-inbraaksystemen zijn belangrijk. De energie is maar een van de vele aspecten. Dat is een lovenswaardige benadering, die echter onvoldoende blijft. We zien momenteel dat bedrijven vrijwillig streven naar certificering. Dat geldt zowel voor de bouwplaatsen en de duurzaamheid van het gebouw als voor de omschakelingsmogelijkheden. De hoogte van de valse plafonds bijvoorbeeld. Als die te laag zijn, loopt men het risico dat in de toekomst alles gesloopt moet worden. We houden ook al van bij het ontwerp rekening met een eventuele omschakeling van kantoren naar woningen in de toekomst. We voorzien bijvoorbeeld ruimte voor liften en leidingen. Ook het gebruik van ecologische materialen is belangrijk. Onze investeringsvennootschap Fidentia Green Building zal zich in de toekomst voor zijn gebouwen op drie aspecten richten: een gereglementeerde energiecertificering, een vrijwillige certificering van het type Valideo en een milieubeheerproces naar het voorbeeld van de ISO 14001-norm. Momenteel bestaat er geen enkel gebouw op de markt dat alle drie de elementen bevat.
nr11 energymag | 31
27-35 DOSSIER nl.indd 31
3/11/08 18:27:31
© Priva
Drie voorbeelden van groene gebouwen bij onze buren: de Priva Campus in Nederland, het nieuwe gebouw van de Raad van Europa in Straatsburg (25.000 m2) en de nieuwe zetel van de Europese Investeringsbank in Luxemburg (72.000 m2).
© ART & BUILD Architect / credit : A. Zielonka
dossier | GreeN BUiLdiNGs
In de tertiaire sector is energiebesparing niet altijd even evident. Voor veel bedrijven betekenen die kosten immers maar een kleine druppel in een oceaan van andere kosten. “Het blijft moeilijk een energiebesparing van 4 euro per m2 te promoten, met een daling van de consumptie met 30 %, als de algemene kosten oplopen tot 50 euro per m2. De huurprijs varieert in Brussel tussen de 150 en 300 euro per m2. De jaarlijkse energiebesparing bedraagt dan amper 2 % van het huurbedrag”, analyseert
Michel Baugniet. Er heerst nog veel verwarring De EPB-norm laat alvast een glimp zien van de mogelijke duurzaamheid van gebouwen. “De energiecertificering voor gebouwen zal op korte termijn een enorme impact hebben op de transparantie van de markt”, analyseert Louis de Halleux. Maar momenteel blijft de realiteit nog erg genuanceerd. “Greenwashing” blijft actueel. Daarvan getuigen bepaalde borden die langs de lanen
De cluster die mikt op de passiefbouw in de tertiaire sector Het project BTP 100 van de cluster 2020 van het Waals gewest is op zijn minst ambitieus te noemen: het wil passiefkantoren bouwen… tegen minder dan 1.000 euro per m2! Om deze krachttoer te doen slagen heeft de aannemer Thomas & Piron verschillende partners verenigd, waaronder A2M, CSTC, UCL, Luwoge Consulting (een Duitse dochteronderneming van BASF), Dethier en Axima. Hij wil zich op een vooruitstrevende manier op deze nieuwe markt werpen. In september huldigde hij zijn eerste passiefkantoor in de Ardennen in, het hoofdkantoor van Investsud te Marche-en-Famenne. Een pilootproject dat diende als test. “In Marche bleven we nog ver verwijderd van onze prijsdoelstelling. We waren nog 15 à 20 % te duur ten opzichte van wat we willen bereiken tegen eind 2009”, legt Thomas Dandoy, ingenieur bij de onderneming, uit. De beheersing van de kosten is inderdaad de belangrijkste uitdaging van het onderzoek dat gefinancierd wordt door de cluster. De juiste procedés identificeren, de gepaste constructiestandaarden definiëren, de juiste partners vinden, kortom, een oplossing vinden voor de ambitieuze financiële vergelijking, daarin schuilt de uitdaging van dit project. Concreet heeft het Waals Gewest zich bereid verklaard vijfhonderdduizend euro subsidies toe te kennen, op de achthonderdduizend euro die het onderzoek in totaal zal kosten. Het onderzoek zal zes maanden tot een jaar duren, en gaat van start in januari 2009. De ingenieur vertrouwde ons echter alvast enkele van hun belangrijkste denkpistes toe: “We hebben heel wat vragen op te lossen. Misschien zijn er in de passiefbouw marges om de onderzoekskosten te verlagen, of om de façade-elementen rechtstreeks in de fabriek samen te stellen. Maar zelfs die voorgefabriceerde elementen zijn misschien niet het economische wondermiddel dat we zoeken. We gaan het hele koelingssysteem opnieuw uitdenken, en alle ingewikkelde elementen eruit verwijderen”. Van zodra de onderzoeksfase is afgerond, wil Thomas & Pyron zich op de markt gooien. De onderneming richt zich op vijf- à zesduizend vierkante meter bestellingen per jaar vanaf eind 2009. Die ambitie blijft dus bescheiden, maar het gaat hier om een première voor een groep die vooral gespecialiseerd is in de bouw van woningen (100.000 vierkante meter per jaar). In de verre toekomst is dit dus een nieuw nichesegment voor de onderneming. De onderneming wil zich richten op kantoorgebouwen van 1.000 à 3.000 m2 die op een voordelige manier de verouderende overheidsgebouwen (scholen, administraties…) vervangen.
prijken, zoals “19.000 m2 duurzame sereniteit”. Sommige ontwikkelaars gaan ook verder dan de energienormen. Zo moedigt men bij Fidentia een levenscyclus- en socialewaardenanalyse aan, die het energieaspect omvat maar nog verder gaat. “De kosten worden hierin beschouwd als een extraatje. We moeten verder gaan dan alleen maar het energieverbruik van het gebouw.” Volgens de groep is het belangrijk te kijken naar de volledige milieu-impact van het gebouw: de constructie, het verbruik, de aanpassing en de ontmanteling. De onderneming streeft naar de Valideonorm die uitkomt in september, evenals een ISO 14001-certificering. Deze certificering voor milieubeheer behaalde Cofinimmo al in augustus laatstleden. Deze is van toepassing voor alle drie zijn administratieve vestigingen, een première voor België. Het BIM werkt daarnaast ook aan een eigen duurzaamheidsnorm voor de Brusselse agglomeratie, waarin ook rekening zal worden gehouden met het energieverbruik van gebouwen. De norm zal echter pas over 3 à 4 jaar klaar zijn. “Onze norm zal vermoedelijk sterke gelijkenissen vertonen met de Duitse en Zwitserse normen, naar het voorbeeld van Minergie +”, verklaart Antoine Crahay. Dat is niet toevallig. Het energieaspect voor deze algemene certificering vereist de basispassiefnorm, met een jaarlijks verbruik van 15 kWh/ m2. Daarmee wordt het onmogelijk een of ander minder bindend aspect te bevoordelen ten koste van het energieaspect. In Frankrijk biedt het label HQE de ontwikkelaars de kans drie van
32 | energymag nr11
27-35 DOSSIER nl.indd 32
3/11/08 18:27:38
de twaalf bestaande milieucriteria te kiezen. “In Parijs zien we groene gebouwen verschijnen naar het voorbeeld van die van Bouygues, met een hogere energieconsumptie dan de normen op de markt”, constateert Philippe Fixel. Met zoveel verschillende interpretaties blijft de verwarring natuurlijk groot: “Er bestaan nog te veel normen. De markt heeft duidelijkheid nodig”, analyseert Kim Verdonck. Groene kantoren voor iedereen? De hoge energiecertificeringen zijn echter niet voor alle bedrijven geschikt. “De meeste huurders eisen een gegarandeerde maximumtemperatuur van 25 graden. Om het even op welk moment, ook in juli of tijdens een hittegolf. En dat wordt echt beschouwd als een basisvereiste”, bevestigt Dirk Slabbinck, managing director van het bedrijf VK Engineering. De hoogst gecertificeerde groene gebouwen beantwoorden echter niet aan die vereisten. Ze zijn ontworpen om deze verplichtingen het hele jaar door te respecteren… met uitzondering van 5% van de uren. Een duur van 120 uur ten opzichte van een jaarlijks gebruik van 2.400 uur. “Sommige bedrijven draaien in de zomer op volle toeren, en tot laat’’s avonds. Je kunt niet verwachten dat het personeel een hele week in juli om 15 uur naar huis gaat omdat er een hittegolf woedt. Voor de Europese Commissie of voor consultancybedrijven is dat gewoonweg ondenkbaar”, denkt Baugniet. Deze bedrijven hebben ook
hun rekening gemaakt. Ze willen geen kostbare werkuren verliezen. Hun standpunt ten opzichte van passiefkantoren is het volgende: is, op het gebied van de productiviteit, een risico van 1 % werkuren boven de 28 graden (buiten de hittegolf) en 5 % boven de 25 graden een besparing van 4 euro per m2 waard? En wie garandeert me dit financieel? Het is natuurlijk mogelijk om ook in een passiefkantoor een volledige temperatuurregeling te verkrijgen. “De initiële meerkost is echter fenomenaal: 10 à 15 % meer in het beste geval”, verzekert ons Benoit Quevrin, ingenieur bij Plate-forme Maison Passive. Passiefbouw heeft nog wel een aantal meer subtiele voordelen: zo garanderen de passiefnormen bijvoorbeeld een hoger comfort, wat op zijn beurt een invloed heeft op de algemene productiviteit (zie dossier Aeropolis, pagina x). Maar dat blijft toch grotendeels een subjectief voordeel. Er bestaat geen consensus over dit onderwerp, en dat betekent dat er meteen heel wat potentiële klanten voor de ontwikkelaars afvallen. “Een verhuurgebouw bouwen voor 5 % van de markt is niet levensvatbaar”, vindt Michel Baugniet. Een andere moeilijkheid ligt in het gebrek aan waarborg voor de huurder dat hij werkelijk zal kunnen besparen op de kosten. “Er bestaat momenteel geen enkel type contract dat een effectieve verlaging van de energiekosten voor de huurder garandeert. Maar de bedrijven tekenen soms huurcontracten voor negen jaar!”
Eric Gobert Senior Advisor, Dexia Real Estate Nog maar heel recent, een paar maanden, komt er interesse vanuit de hoek van de ontwikkelaars. De eerste kantoorgebouwen met passiefconstructie worden nog maar drie jaar bestudeerd. Maar de situatie evolueert bijzonder snel. Voor mij is het duidelijk: wie vandaag niet mee op de trein springt, zal over twee of drie jaar in moeilijkheden komen. Tenzij er een onwaarschijnlijk gebrek aan kantoorruimte ontstaat, zullen hun gebouwen op de markt moeten concurreren met betere gebouwen. De klanten zoeken vernieuwende gebouwen. Een intelligente ontwikkelaar heeft er alle belang bij vooruit te lopen op de EPB-normen. Er moet echter ook een inspanning geleverd worden om dit te verklaren aan de huurders: de ontwikkelaar levert de inspanning om een performanter gebouw neer te zetten, dat daardoor zonder twijfel duurder is. In ruil daarvoor betaalt de huurder een hogere huurprijs, die hij kan recupereren door de lagere energiekosten en onderhoudskosten. En vergeten we ook niet het positieve imago dat dit de gebruiker verschaft. Maar we mogen groene gebouwen vooral niet gelijkstellen aan duur vastgoed. We moeten erop inzetten dat in een periode van crisis enkel de beste gebouwen zullen standhouden. Er zullen binnenkort ook veel zaken veranderen. De bekwaamheid van de architecten zal verbeteren. De energieprijzen zullen naar alle waarschijnlijkheid blijven stijgen. De rivaliteit tussen de verschillende ontwikkelaars zal voor concurrentie zorgen. Er zullen meer financiële referenties verschijnen. En de voorbeeldfunctie van de pioniers zal een nog grotere impact hebben.
© Dexia
© ART & BUILD Architect / credit : A. Zielonka
© Architect : Ingenhoven Architekten Düsseldorf
GreeN BUiLdiNGs | dossier
Aeropolis II, dat ontworpen werd door Dexia Real Estate, is het eerste grootschalige passiefproject in België: 7.200 m2 met passiefstandaard.
nr11 energymag | 33
27-35 DOSSIER nl.indd 33
3/11/08 18:27:42
dossier | GREEN BUILDINGS
Benchmarking
De Code de l’Environnement, een nieuwe internationale benchmark LEED in de Verenigde Staten, BREEAM in het Verenigd Koninkrijk, HQE in Frankrijk enz: de milieucertificeringen in de vastgoedsector schieten de laatste jaren als paddenstoelen uit de grond. Maar door de diversiteit van nationale certificaten is vergelijken op internationale schaal bijzonder moeilijk of zelfs onmogelijk. Met de Code de l’environnement tracht het consortium dat IPD, Barclays, Veritas en CB Richard Ellis verenigt, het begin van een oplossing te bieden. Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad, maar het instrument is eindelijk klaar. Achter de Code de l’environnement, die in juli geïntroduceerd werd in Frankrijk, steekt heel wat denkwerk. De inzet: de methodologie definiëren waarmee de milieukenmerken van een gebouw gemeten worden. “Momenteel bestaan de certificeringen uit specifieke en complementaire ideeën. Bijvoorbeeld: de evaluatie van nieuwe gebouwen ten opzichte van het bestaande bestand, het energieverbruik in vergelijking met de CO2uitstoot. Maar hoewel de methodes uiteenlopen, hebben ze ook heel wat elementen met elkaar gemeen: de hoeveelheid verbruikte energie, het gedeelte hernieuwbare energie, de waterconsumptie,…”, legde Eric Parisot, manager bij Bureau Veritas, in juli uit. De partnerbedrijven van de Code hebben dus nagedacht over gemeenschappelijke definities en terminologieën op basis van gegevensbanken. Het staat iedereen vrij daarna zijn eigen conclusies te
Energieverbruik:
327
kWh / m2 SUBL
158 gebouwen
trekken. De Code presenteert zich dus als een classificatiehulpmiddel of een beoordelingsmethode, maar in geen geval als een certificeringsmethode. Het wil niet concurreren met de bestaande nationale labels (HQE, LEED, BREEAM,…). Voor IPD, dat gespecialiseerd is in het verzamelen van informatie over vastgoedprestaties, spreekt het voordeel voor zich. Het aspect “technische en milieuefficiëntie” dat hiermee werd aangepakt, biedt een aanvulling op de algemene evaluatie van het operationele vastgoed dat nog vijf andere aspecten omvat. De code heeft nauwkeurig de kwantitatieve indicatoren gedefinieerd die betrokken zijn bij de productie van afval en het verbruik van water, energie en koolzuurgassen. Zo wordt bijvoorbeeld de hoeveelheid uitgestoten CO2, en niet koolstof, gemeten met de verhouding gram/kWh. En dit varieert nog naargelang het land en het jaar! Logisch: de benchmark beslaat de CO2-uitstoot die vrijkomt bij de productie van elektriciteit
Belang van IPD in UK:
402
kWh / m2 NIA
Verschil: +23%
in de centrale. Ook de nationale energiekeuzes worden hierin dus meegerekend. In Frankrijk worden de verhoudingen berekend volgens de methode “Bilan Carbone” van het ADEME. De eerste resultaten Uit de eerste milieubalans van het IPD op de kantoren, uitgegeven in 2007, hadden interessante lessen kunnen worden getrokken. Zo zijn de prestaties van de Franse kantoren bijvoorbeeld niet verbeterd. In 2006, op 178 kantoorgebouwen in Frankrijk, bedroeg het gemiddelde primaire energieverbruik 690 kWh (66 kg CO2-equivalent/m2 voor het bruikbare bruto huuroppervlak), tegenover een energiefactuur van 327 kWh door de privégebruiker. Dit verschil, waarbij het ene cijfer bijna het dubbele is van het andere, kan verklaard worden door het enorme energieverbruik van kantoren. Er is dus 2,58 kWh primaire energie nodig om een kWh elektriciteit te produceren. Conclusie: in Frankrijk kunnen de energieprestatie en de uitstoot van koolzuurgas van de kantoren respectievelijk geklasseerd worden in de schijven H en F, of zeer zwak en zwak. In een sterk genucleariseerde economie, die sterk gelijkt op België, vindt een zeer gunstige steekproef van kantoren van goede kwaliteit (8/10 op het schema van de C.I.B.E) geen gratie in de ogen van de nieuwe Code de l’environnement. En bovendien omvat deze benchmark geen rapportering van andere broeikasgassen dan CO2, noch van
CO2-uitstoot:
38
Kg eq CO2 / m2 SUBL
158 gebouwen
34 | energymag nr11
27-35 DOSSIER nl.indd 34
3/11/08 18:27:42
uitstoot in verband met het transport of van uitstoot die vrijkomt bij de constructie van het gebouw. Momenteel bestaat deze code de l’environnement enkel voor Frankrijk en Engeland. Een deel van haar evaluatiemethode wordt echter al gebruikt als basis voor de “Global Green Rating”. Dit label, dat eveneens ontwikkeld werd door Bureau Veritas in samenwerking met AEW Europe, Axa Reim, GE Real Estate Europe en ING Real Estate, zal eind van dit jaar geïntroduceerd worden. Het pilootproject vindt plaats in Frankrijk, Duitsland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. Dit is wel een certificering, hetzij een waardering van het gebouw gegarandeerd door een onafhankelijke auditeur. Zo zullen bedrijven in het beste geval in de toekomst twee mogelijkheden hebben om de ecologische impact van hun vastgoed te evalueren en te vergelijken op internationale schaal. Enerzijds kan de Code de l’Environnement makkelijk geïntegreerd worden in de algemene evaluatie van een groot bestaand vastgoedbestand. Zijn kwantitatieve toepassing berust niettemin op geen enkele externe controle. Anderzijds is er de Global Green Rating certificering, die meer kwalitatief is opgevat en die steunt op een audit. Zij omvat ook milieuaspecten die verbonden zijn aan het transport en de gezondheid. Maar haar algemene reikwijdte is veel beperkter. Inderdaad, de vastgoedbeheerders zullen hier nog een hele kluif aan hebben… Ha.S
Het nieuwe gebouw van de EIB (72.000 m2) in Luxemburg is het eerste bouwproject in continentaal Europa dat gecertificeerd is met de “Building Research Establishment Environmental Assessment Method” (BREEAM). Het nieuwe gebouw van de EIB kreeg de vermelding ‘zeer goed’ voor zijn energieconcept dat gebaseerd is op een budget double peau, atria die dienst doen als warmte-absorbeerders, de thermische activering van de primaire structuur van het gebouw en een ver doorgedreven natuurlijke verluchting.
Vooruitzichten Het is wel duidelijk, van de kant van de huurder mogen we nog niet meteen een radicale omschakeling verwachten. Volgens Fortis hebben de groene kantoren hun deugdelijkheid op de markt nog niet bewezen. “Ik ben er nog steeds niet zeker van dat Fidentia verwacht Solaris werkelijk te verhuren. Wij slagen er alvast niet in. Misschien dat over een jaar of twee een bedrijf toch toehapt om imagoredenen.” Er blijven nog heel wat onzekerheden over: zal een plotselinge stijging van de energieprijzen de situatie kunnen veranderen? De kostprijs van elektriciteit is tussen 2003 en 2006 met 18 % gestegen. En hoe zal het vastgoedaanbod evolueren? Nog een andere kwestie zijn de bouwprijzen. Als ze algemeen stijgen, zullen ze de neiging hebben af te nemen in bepaalde sectoren zoals de passiefbouw. “De prijs van het driedubbel glas was vier jaar geleden al gelijk aan de prijs van dubbel glas. De aannemers hebben ook steeds meer in de pap te brokken. We gebruiken massaal pregefabriceerde elementen”, verklaart Benoit Quevrin. “Tegenwoordig zijn we in staat het energieverbruik met 30 % te verlagen zonder meerkost. We moeten enkel onze constructietechnieken aanpassen”, vult Antoine de Crahay aan. Zelfs passiefbouw kost in sommige gevallen geen eurocent meer. Zo ging
© Architect : Ingenhoven Architekten Düsseldorf
GreeN BUiLdiNGs | dossier
het bijvoorbeeld bij de passiefrenovatie van de kantoren van Cit Blaton. De initiële investeringen kunnen naargelang het geval zo veel mogelijk beperkt worden. Maar het gaat vaak nog om constructies voor derden. “De markt van de groene gebouwen zal zich nog lang voornamelijk toespitsen op gebouwen voor verkoop, en minder op die voor de verhuur”, voorspelt Kim Verdonck. Deze mening deelt het BIM echter niet: “We zullen binnenkort zien dat de markt zichzelf in evenwicht trekt. In 2009 zullen alle gebouwen een certificering moeten krijgen. Iedereen zal het verbruik van elk gebouw in Brussel kennen. Men zal zich steeds meer bewust worden van deze thematiek. En het zal niet goed zijn voor het imago van een bedrijf als het zich in de laagste klasse bevindt”, denkt Antoine Crahay. Ook bij Fidentia Real Estate denkt men dat op middellange termijn de energiecertificering een invloed zal hebben op de onderhandelingsprincipes. De onderneming kan al profiteren van de mediabelangstelling voor zijn verhuurprojecten. Multinationals nemen spontaan contact op met de onderneming voor de constructie van hun Europese vestigingen. Het blijft alleen nog af te wachten of deze vrijwillige ontwikkeling de onverschillige huurmarkt zal kunnen beroeren. Harold Schuiten
nr11 energymag | 35
27-35 DOSSIER nl.indd 35
3/11/08 18:27:44
EFFICIENCY | BUILDINGS
Aeropolis II
Passieve kantoren 2 voor 18 euro per m ! Een passiefkantoor voor 18 euro per bruto m2 meer dan voor een gewoon gebouw, dat is mogelijk. Zelfs zonder premies. De democratisering van passiefkantoren komt op gang. We vroegen het Eric Gobert die, nu Aeropolis volledig afgerond is, ons iets meer wil vertellen over de constructieprijzen. Die zijn de laatste jaren immers aanzienlijk gestegen. Maar het is net daar dat de truc ligt: “Wanneer je de stijging van de constructieprijzen bekijkt, valt één ding onmiddellijk op: in verhouding wint de passiefbouw enorm! Daar moeten we op inspelen”, legt de manager van Dexia Real Estate uit. Het is Gobert opgevallen dat de kosten voor de technische gedeelten even snel stijgen als die voor de ruwbouw. De constructie van een passiefkantoor zou hiervan kunnen profiteren, aangezien de technologie er potentieel “low-tech” of goedkoop is, al naargelang het geval. Het passiefconcept van Aeropolis behoefde immers geen koelgroepen, kilometers omhul-
sels, valse plafonds, enzovoorts. De warmte en de koude worden overdag en ‘s nachts opgeslagen in het beton van de vloer en de plafonds. De warmte en de frisheid worden vervolgens uitgestraald door de materialen, dankzij hun thermische inertie. Het procedé is zo oud als de wereld. In augustus 2009 zal het procedé worden toegepast op een kantoorgebouw van 7.000 m2 op vijf verdiepingen, het grootste passiefkantoorproject in België. In 2007 heeft het al de titel van voorbeeldgebouw toegewezen gekregen van het BIM. Technieken die niet veel kosten Momenteel heeft de certificering van het passiefhuis-platform nog geen equivalent voor kantoren. Naar het schijnt werkt het BIM actief aan een
equivalent. Het onderzoeksbureau Cenergie heeft voor de vereiste energieconsumptie analoog gewerkt, dat wil zeggen een maximum van 15 kW per m2 per jaar. Om de uitdaging aan te gaan, heeft Cenergie gekozen voor een aanpak op vele fronten. Eerst en vooral bestreed het bureau het verlies gekoppeld aan de luchtindringing en andere thermische bruggen. Het kantoor is bedekt met een waterdichte façade die ideaal is om de warmte binnen te houden tijdens de koude perioden. De façadefabrikant Kyotech, met zijn dochteronderneming Belgométal, stelde voor dit project zijn onderzoeksteams ter beschikking. Zij hebben voordelige voorgefabriceerde houten façademodules ontwikkeld. Andere systemen vervolledigen het plaatje. Zo wordt de nieuwe lucht verwarmd door een aardewarmtewisselaar, die iets inspringt ten opzichte van de straat. Deze recupereert de warmte die in de winter in de grond wordt opgeslagen. Aan de andere kant houdt een recuperator met een wiel de calorieën van
36 | energymag nr11
36-39 Aeropolis nl.indd 36
3/11/08 21:33:38
BUILDINGS | EFFICIENCY
© Dexia
Een “passieve” meerkost van minder dan 2% voor Aeropolis II
de afgevoerde lucht tegen. En tussen die twee wordt de warme lucht onder de valse vloer gestuwd, die de warmte naar boven uitstraalt. Op die manier wordt het passiefkantoor ook minder afhankelijk van de zon en dus van zijn ligging, een groot verschil met passiefhuizen. Dankzij dit procedé kunnen de ramen bijna eenvormig worden georiënteerd. Een bescheiden condensatieverwarmingsketel van hoogstens 140 kW kan de rest van de verwarming van die 7.400 m2 kantoor verzorgen. De simulaties die uitgevoerd zijn dankzij de software van Capsol en EnergyPlus tonen dat de verwarmingsbehoeften slechts 5 kWh per m2 en per jaar bedragen. De afkoeling, de sleutel tot succes De zaken worden echter wel wat complexer voor de afkoeling. De grote uitdaging voor passiefwoningen is ze te verwarmen in de winter. Bij een kantoor is het echter belangrijk de inzittenden ook te kunnen afkoelen. De elektronica, de verlichting en de concentratie van medewerkers
Ten opzichte van een klassiek gebouw jaagt het budget van een passiefgebouw (drievoudige beglazing, zonneregeling, verhoogde isolatie) de kosten van de ruwbouw de hoogte in. Maar dat wordt grotendeels gecompenseerd door een lagere kost voor de technische uitrusting (geen airco, aanvullende ketel voor de verwarming). In het geval van Aeropolis II bedraagt de meerkost slechts 159.000 ¤ voor een gebouw waarvan het uiteindelijke budget 11 miljoen ¤ zal bedragen. Dit is dus 1,45% van de totale factuur. Een “ passieve investering “ die snel zal opbrengen dankzij de jaarlijkse energiebesparing van 32.000 ¤ (terugverdientijd van 5 jaar). Uiteindelijk zou het energieverbruik niet hoger mogen oplopen dan 2¤/ bruto m2 per jaar tegenover 5,6¤/bruto m2 per jaar voor hetzelfde gebouw ontworpen volgens de klassieke methode.
zorgen immers al voor het grootste deel van de verwarming van de ruimten. Dat is een voordeel in de winter, maar wordt in de lente en de zomer al gauw een hoofdbreker. Het is dus zaak de aanvoer van interne warmte, die in de winter zo gewaardeerd wordt, in de zomer zoveel mogelijk te beperken. De meest logische maatregel bestaat erin hoogrendementslampen te gebruiken. Deze verwarmen bijna niet en verbruiken weinig elektriciteit. Reguleringssondes en aanwezigheidsdetectoren voltooien de inrichting. De beperkte raamoppervlakte en vooral een externe mobiele zonnebescherming vermin-
Vergelijking passieve vs. klassieke kosten 4.000.000 € 3.500.000 € 3.000.000 € 2.500.000 € 2.863.000 € 2.000.000 € 3.161.000 €
1.500.000 € 1.000.000 € 500.000 €
826.000 €
0€ 369.000 €
Passief gebouw
Klassiek gebouw Ruwbouw
Techniek
Raming van het energieverbruik (€/jaar) 0€
12.500 €
25.000 €
37.500 €
50.000 €
17.534 €
49.407 €
Passief gebouw
Klassiek gebouw
deren ook de impact van de zonneschijn. Aangezien dit alles nog niet volstond, moesten we ook voor een passief afkoelingssysteem zorgen. De aardewarmtewisselaar zorgde er al voor dat de inkomende lucht met 5 à 10 graden werd afgekoeld. De temperatuur in de aarde blijft immers het hele jaar lang relatief stabiel. Maar het essentiële punt ligt in de ventilatie ‘s nachts. Een extractiegroep zuigt de frisse avondlucht naar binnen in de kantoorruimten via gemotoriseerde opengaande panelen op de façades. Deze lucht verfrist meteen het betonnen plafond dat deze frisheid zal “uitstralen” tijdens de dag. Aan het nr11 energymag | 37
36-39 Aeropolis nl.indd 37
3/11/08 21:33:42
EFFICIENCY | BUILDINGS
Het energieconcept Drievoudige beglazing Luchtdichttheid
Binnenfaçade met admenden akoestich hout
Hoge isolatie
WINTER
“Passiefhuis” standaard
25°C
ZOMER OVERDAG
Passieve luchtregeling
20°
)
18°C
ZOMER ‘S NACHT Nachtverluchting
15°C
Luchttoevoer
einde van het circuit wordt de lucht afgevoerd via het dak. De koeling van de plaatselijke server gebeurt echter niet met dit passieve concept. Hier vormt een kleine actieve ventilator een uitzondering op de regel. Zeer moduleerbare bureaus Een andere grote moeilijkheid die de ingenieurs moesten oplossen, lag in de modulariteit van de gevraagde ruimten. Aeropolis II herbergt vijf vzw’s gekoppeld aan de groep Arco, een aandeelhouder van Dexia. “Doordat het gebouw bezet wordt door verschillende groepen, vroeg dit een zeer complexe regeling, per niveau maar ook per zone”, legt Lionel Wau-
Automatische nachtopening
ters, ingenieur bij het onderzoeksbureau Cenergie, uit. Wat alledaags lijkt in een conventioneel gebouw, is dat veel minder in een passief gebouw. Om dit probleem op te lossen, hebben de ingenieurs een gecentraliseerde beheertechniek toegepast, gekoppeld aan sondes. Concreet wordt de verlichting, maar ook de aan- en afvoer van lucht, om de negentig centimeter geïnstalleerd. Het kantoor garandeert zo een aangepaste regeling voor elke ruimte, waardoor de afscheiding met tussenschotten kan gevarieerd worden zonder een van de technische elementen te moeten wijzigen. Het passief kantoor kan zich op die manier aanpassen aan de
wisselende behoeften van de kmo’s inzake werkoppervlakken. Alles bij elkaar voorziet Lionel Wauters een meerkost van 159.000 EUR (18,2 EUR/ bruto m2) op een initieel totaal van 11 miljoen EUR (1.250 EUR/bruto m2). De energiebesparingen zouden zo elk jaar oplopen tot 32.000 € (3,6 €/ bruto m2) voor jaarlijkse energiekosten (gas voor verwarming en elektriciteit voor verlichting, verluchting en koeling) van 17.530€, hetzij een kleine 2€/ bruto m2! En Lionel Wauters baseert zijn vergelijking dan nog op die van een nieuw gebouw waarvan het energieverbruik 5,6 euro/bruto m2 zou zijn, ver weg dus van de 12,8 euro gemiddeld die we in België zien… “Dank-
38 | energymag nr11
36-39 Aeropolis nl.indd 38
3/11/08 21:33:43
BUILDINGS | EFFICIENCY
Parkingverluchting
24°C
Warmte wisselaar met wiel
0°C
10°C
Canadese put
5°C
Parkingverluchting
15°C
18°C Extractie ventilator in het dak
Canadese put
25°C
Het gebouw Aeroplois II is voornamelijk voor kantoren bestemd en opgedeeld in zes bovengrondse niveaus (7.400 m2) en twee parking- en archiefniveaus ondergronds. De omvang maakt van dit gebouw het eerste grootschalige passiefproject in België. Het ontwerp werd bestudeerd vanuit een logische denkwijze, eerst de lasten van de warmte verminderen en vervolgens de nog overtollige warmte uitschakelen met een passief koelingsysteem. Wat de verwarming betreft wordt het gebouw dankzij een klein vermogen aan eigen verwarming met passiefstandaard enkel maar verwarmd door middel van de ventilatielucht. De inkomende lucht wordt op natuurlijke wijze opgewarmd in een Canadese put die gekoppeld is aan een warmtewisselaar met wiel. Een hulpverwarmingsketel van 140 kW vult aan bij grote koude. Voor de verkoeling combineert de strategie de Canadese put en de night cooling. De ventilatielucht wordt zo bij grote warmte afgekoeld in de Canadese put. Een nachtventilatie kan ook de betonstructuur afkoelen (geen vals plafond) die overdag koude “uitstraalt”.
zij de energiebesparingen tegen de huidige hoge energieprijzen zou de terugbetalingstijd vijf jaar bedragen. Maar de energiekosten stijgen nog veel sneller dan de constructiekosten. De afschrijvingsperiode zal dus veeleer dalen. En de prijzen zullen wellicht nog verder stijgen.”
© Dexia
Harold Schuiten * Om een vergelijking te kunnen maken voor een bouwbudget dat over het algemeen uitgedrukt wordt in bruto vierkante meter (hier 1.250€/bruto m2), hebben de gedetailleerde cijfers betrekking op de opgemeten bruto oppervlakte , hetzij de bovengrondse oppervlakte + de ondergrondse oppervlakte geschat op 50%. Dit levert voor de Aeropolis II een opgemeten bruto oppervlakte op van 8.750 m2 (bovengronds: 7.400 m2 - ondergronds: 2.700 m2). De netto oppervlakte bedraagt 6.000 m2.
nr11 energymag | 39
36-39 Aeropolis nl.indd 39
3/11/08 21:33:46
EFFICIENCY | INDUSTRY
Warmterecuperatie
Chaudfontaine investeert in unieke geothermische installatie In zes jaar tijd is Chaudfontaine erin geslaagd zijn energieverbruik terug te dringen met bijna 43%. Een record in de sector, dat op het krediet mag worden geschreven van Coca-Cola, dat het bedrijf sinds 2003 in handen heeft. Maar het merk van mineraalwater struikelde steeds over één grote hindernis: de afkoeling van het bronwater, het enige warme natuurlijke mineraalwater in België, dat aan 37 °C aan de oppervlakte komt. Vandaag is de oplossing in werking: dankzij een geothermische installatie, uniek in haar soort, kan de bron op natuurlijke wijze afgekoeld worden terwijl de verwarming van de productielokalen gevoed wordt. De installatie, die onlangs werd ingehuldigd, vermindert het verbruik van de site met 50%, of het equivalent van 5.500 ton CO2 per jaar. Moeilijk om beter te doen dan dit!
40 | energymag nr11
40-42 Chaudfontaine nl.indd 40
3/11/08 18:42:27
© Charles Schweizer
INDUSTRY | EFFICIENCY
Chaudfontaine is één van de drie In eerste instantie hebben we ons en energie verbruiken. productie-eenheden van Coca-Cola verder op energiebesparing gecon- Uiteindelijk hebben al in België. Daar waar de productie centreerd, wat noodzakelijkerwijze deze ingrepen ertoe van limonades en fruitsappen tot met een reductie van de CO2-uitstoot geleid dat we in een 2003 zo’n 50 % van haar activitei- gepaard ging. Want de enige uitstoot tijdspanne van zes jaar ten uitmaakte, concentreert ze zich waarvoor we verantwoordelijk zijn, is onze energieconsumpsinds de overname door de Ameri- deze die van het verbranden van fos- tie en CO2-uitstoot met kaanse multinational nog uitsluitend siele brandstoffen afkomstig is.” Zo niet minder dan 43 % hebben kunnen op het bottelen van plat en bruisend onderging de fabriek van Chaudfon- reduceren.” mineraalwater. Dankzij de uitste- taine in de periode 2003-2007 een kende kwaliteit van haar producten, ware ‘groene’ metamorfose. Het dak Laatste hindernis overwonnen alsook de grondige vernieuwing van van de productiehal werd gereno- Toch was Chaudfontaine nog niet helehaar imago, is Chaudfontaine het veerd en van grote glazen koepels maal tevreden met dit (toch wel schitsterkst groeiende A-merk binnen het voorzien, waardoor een natuurlijke terende) resultaat. Want er bleef één Belgische watersegment. Sinds de lichtinval werd gecreëerd. Tevens energetische kostenpost over waarovername is het aantal liter water werden alle lichten door spaarlam- voor maar geen oplossing werd gevondat wordt gebotteld met maar liefst pen vervangen en werd de vloer in den: de koeling van het bronwater. “En 35% gestegen. De producten worden lichtgrijs geschilderd. Ook werd het precies dit is het grootste gebruikspunt voornamelijk in België verkocht, de machinepark van de fabriek volle- binnen onze fabriek,” vertelt JeanLouis Cornet. “Omdat het bronrest gaat naar Nederland en Frankrijk. Vandaag werken er “In een tijdspanne van zes jaar kon- water op een diepte van 1.600 meter doorheen het bekken op de site in Chaudfontaine den we onze energieconsumptie en reist, komt het aan een tem196 personeelsleden. CO2-uitstoot met 43 % reduceren. Toch peratuur van 37°C naar boven. waren we niet helemaal tevreden met Om te vermijden dat er bij het Energiereductie als toppridit resultaat. Want er bleef één ener- bottelen in PET-flessen krimporiteit getische kostenpost over waarvoor vorming zou optreden en om de In 2001 besloot het toenmalige management van Chaudfon- maar geen oplossing werd gevonden: kwaliteit van het water op mide koeling van het bronwater.” crobiologisch vlak te bewaren taine dat energie bespa– zowel in glas als PET -, werd ren een topprioriteit moest worden. Production Site Director, dig vernieuwd met state-of-the art de temperatuur ervan door middel van Jean-Louis Cornet, vertelt: “Omdat installaties die niet alleen een per- ijswater op 15°C gebracht. Maar deze daarvoor echter geen grote budget- fecte voedselhygiëne garanderen, manier van werken kostte veel energie. ten werden vrijgemaakt, startten we maar ook energetisch het onderste Jarenlang probeerden we de warmte met het opsporen en verhelpen van uit de kan halen. Jean-Louis Cornet van ons bronwater te valoriseren, lekken, alsook een optimalisatie van vervolgt: “Om tot een perfect rende- maar helaas bleven onze inspanninde processen. Maar toen Coca-Cola ment te komen, hebben we sommige gen zonder succes. Want de hele tijd ons overnam, veranderde de situatie. systemen wel zelf moeten ontwer- waren we oplossingen in de verkeerde Zorg voor het milieu werd immers één pen. Zo draaiden de vorige wasin- richting aan het zoeken: we wilden van de pijlers van het beleid. Sinds- stallaties voor flessen constant op de warmte immers via waterpompen dien wordt jaarlijks een bepaalde tar- volle toeren. Onze ingenieurs slaag- of alternatieven in energie omzetten. get vooropgesteld en krijgen we de den er echter in om een systeem te Maar het kostenplaatje daarvan was nodige fondsen ter beschikking: de ontwikkelen waarbij de machines op dermate hoog dat geen enkele van de laatste vijf jaar investeerde Coca-Co- verschillende frequenties werken, bestudeerde projecten haalbare kaart la al vijftig miljoen euro in onze site. waardoor ze de helft minder water was. Uiteindelijk kwam er vorig jaar
Om energie te besparen, werd het dak met lichtkoepels uitgerust.
Coca-Cola naar een piek in 2007 In 2007 hebben de drie productie-eenheden van Coca Cola in België (Chaudfontaine, Gent en Antwerpen) 484 miljoen MJ energie verbruikt voor de productie van 894 miljoen liter producten. Het gemiddelde energieverbruik evolueerde naar 0,54 MJ per liter, of een daling van 8,5% tegenover 2006. nr11 energymag | 41
40-42 Chaudfontaine nl.indd 41
3/11/08 18:42:31
EFFICIENCY | INDUSTRY
En wat brengt de toekomst? Ondanks het feit dat Chaudfontaine inzake energiebesparing nu al erg ver is gegaan, denkt de onderneming dat het nog beter kan. Momenteel is ze immers nog andere projecten aan het onderzoeken. Jean-Louis Cornet: “Eén van onze denkpistes is het hergebruik van de warmte die de compressoren voor hogedruktoepassingen – bijvoorbeeld het blazen van de PET-flessen
flessen terechtkomen, gebruiken we ook voor het wassen en schoonmaken bronwater,” aldus Jean-Louis Cornet. “Maar dankzij deze inspanningen hebben we het waterverbruik op een jaar tijd per afgevulde liter met 15 % doen dalen. En het is de bedoeling dat we de waterconsumptie nog verder naar beneden halen. Want hoewel we nu over voldoende bronwater beschikken om onze capaciteit te verdrievoudigen, willen we om milieuredenen toch zoveel mogelijk verkwisting tegengaan.” Ook op het vlak van afval wordt naarstig naar verbeteringen gezocht. In dit kader lanceerde Chaudfontaine onlangs nieuwe PET-flessen die minder wegen
iemand van de onderhoudsdienst met het lumineuze idee op de proppen om de warmte voor de koeling zelf toe te passen. En na wat brainstorming kwamen we tot de conclusie dat dit op een vrij goedkope manier realiseerbaar was: door het warme water doorheen een spiraalsysteem – een soort van radiator – te sturen, zouden de calorieën in de atmosfeer ontsnappen, waardoor het water automatisch koeler zou worden. Uiteindelijk slaagden we erin om dit idee in een werkend systeem om te zetten, met als resultaat dat ons water in de zomer op natuurlijke wijze Dankzij de geothermische installatie kon de waterproducent haar tot ± 22°C en in de winter tot 15 à 16°C belangrijkste energetische kostenpost minimaliseren. afkoelt. Hierdoor kunnen we de toepassing van ijswater met 90 % beper- – genereren.” Toch ziet het ernaar en zich door hun design goed laten saken, wat een onmiddellijke positieve uit dat Chaudfontaine op energetisch mendrukken na gebruik. En momenteel weerslag op onze energieconsumptie vlak bijna het onderste uit de kan heeft wordt druk gewerkt aan een plan om heeft. Maar tijdens de ontwikkeling gehaald. Vandaar dat ze zich in de het bronwaterbassin te beschermen. van dit systeem ontdekten we dat we komende jaren vooral op andere do- Jean-Louis Cornet verduidelijkt: “Omnog een stapje verder konden gaan. meinen binnen milieuzorg zal concen- dat het water een weg van 7,5 kilometer op een diepte van 1.600 In plaats van de calorieën ‘s “Le projet de géothermie a généré meter aflegt – een parcours winters in de atmosfeer te la11% d’économies d’énergie dat zestig jaar duurt! -, omvat ten ontsnappen, leiden we ze supplémentaires, grâce à quoi het geen nitraten, pesticiden, via een pijpleiding naar een nous avons réduit de moitié vluchtige stoffen enz. Zeker ventilator die ze vervolgens in vergelijking met de buitenin de productieruimte blaast. nos consommations d’énergie landse warme bronnen, heeft Hierdoor behalen we een sur base 2001, soit une réduction het water van Chaudfontaine binnentemperatuur van 21°C, de 5.500 tonnes de CO2 par an.” hierdoor een extreem hoge waardoor we geen extra verwarming meer hoeven te voorzien. treren. Zo verving ze al haar interne kwaliteit. Maar om deze uitzonderlijke Uiteindelijk zorgt het totale project heftrucks door nieuwe types die op eigenschappen ook op lange termijn voor een extra 11 % energiebesparing, gas of elektriciteit werken. Ook op het te waarborgen, dienen we nu alle midwaardoor we ten opzichte van 2001 nu vlak van rationeel waterbeheer wer- delen aan te wenden om het bassin ongeveer de helft minder verbruiken den acties ondernomen: het vermijden te beschermen. Vandaag zijn we dan en onze CO2-uitstoot met 5.500 ton per van lekken, een aanzienlijke reductie ook bezig met de ontwikkeling van een jaar is afgenomen!” Aan de ontwikke- van het waterverbruik bij het reinigen unieke aanpak. Hierover kan ik moling, bouw en installatie van deze geo- van de glazen flessen, de toepassing menteel niet meer details geven, maar thermische installatie hangt een prijs- van reinigingsslangen met een kleinere volgend jaar hoort u er zeker meer kaartje van 180.000 euro. Het is evident diameter,… “Aangezien we willen ver- over!” te veronderstellen dat vele anderen mijden dat er vreemde residuen in de p Els Jonckheere
© Charles Schweizer
Sinds de overname door Coca-Cola werden alle productielijnen vernieuwd met ultrahygiënische en energiezuinige systemen.
© Charles Schweizer
het voorbeeld van Chaudfontaine zullen volgen. Maar dit zullen geen Belgische waterproducenten zijn, gezien alle andere bronnen in ons land koud water leveren…
42 | energymag nr11
40-42 Chaudfontaine nl.indd 42
3/11/08 18:42:36
MEER ZICHT en GRIP op uw ENERGIEKOSTEN
energym ag energymag the energy ma nager magazin e
Tweema
andelijks
nieuwsm
agazine
| Nederlan dstalige uitgave | augu ug stus - septemb er - okto
ber 2007
| n r 7 | www .energym
ag.be
COVERS TORY
the energy manager magazine
zine | Nederlandstalige uitgave
Tweemaandelijks nieuwsmaga
6,50 €
België fabriek hteeeft de eers rste te zonder u r wereldd itsttoot
| november - december
mag.be r - januari 2008 | n 8 | www.energy
6,50 €
Patrick Co llig mag tevred non, CEO van Vol het eerste en zijn: de Gents vo Europa Truck, e vestiging CO -vrije 2 automobi is elbedrijf ter werel MARKET d
Emissies
Vlaandere n en Wallo richting nië stom Kyoto en gelijk op, Energiem arkt Aardgas is troef
energymag MANAGE
MENT
Meting & ene
rgiebeheer En als u nu privaat distrieens overschak elde op butienet? Word PNB een !
DOSSIER
LIBERALI
Derde rich
SERING
En nu ruimt tlijn regulering e voor concurren tie! En voor !
Vooruitz icht
en De fusie tussen Suez Belgische en GdF herte ener
the energy manager magazine
Unbundling gielandschap or not? Brus
kent het
sel is voor
de splits nieuwsmagazine | Tweemaandelijks ing EFFICIEN CY
Nederlandstalige uitgave | maart - april
r - mei 2008 | n 9 | www.energymag.be
6,50 €
Industrië
Zelfs bij le koeling de vaak beter beste koelinstal laties kan ! het
TECHNOL
MARKET
elgië België Aspo Be ter ter nter Interv Interv Inter Interview
Afgiftekantoo
r: Brusse
lX
OGY
deur! dde kkoii staat voor de deur! Peakoil Peakoil
Extra-isoler end glas
Energiebe
sparing
RENEWA
via het raam
COVER STORY
BLE
Aardwar mte Binn
MANAGEMENT
diing etrading Energietra Energietrad Energie Ene Energi
anpaak van aanpak aan sche aanp egische tegische te strategische Naar een stra rgierisico’s energierisico energierisico’s
Windmolens SPE-Luminus:: voeden wee spoorwegnet! de nummer twe che ch op de Belgische hulltt onthhu energiemarktt ont s es zijn ambiti
COVERSTORY
enkort 45MW thermisch de stree k van Berg vermogen en-Borina in ge?
DOSSIER
iteit traliteit utralite Koolstofneuutral Koolstofne
ss greening busine bu to business ie tot compensatie Van compensat
ie nsatie compens compe comp compensat Vrijwilligee com Vrijwillig
01 cover
els gels! egels! egels zijn rregels! Regels R
N7 nl.indd .
eid sbeleid tsbelei itsbeleid Neutraliteit Neutral Neutralite
iteit lstofneutralliteit ols ko kkoolstofneutra Tien sleutels om van uw Tien m cces te maken succes een su
1
o Fortis For Fo
20 2007 ssin 2007 all sinds aal o Kooolstofneutr Koolstofneutra Koolstofne K
t act mac imact dankzij n Climact lager o een L30% Lo 22Logic 2Lo 2Logi O2Lo O CO2Logic CO2Lo CO CO2L C De kostprijs van elektriciteit orbeelden voorbeelden de vo oede ooe goede e ggo wee wee we Twee Tw Twe windmolens? Luc Lallemand, afgevaardigd EFFICIENCY bestuurder van Infrabel, bewijst het. illee ireiil Mireille Mirei M
Afgiftekantoor: Brussel X
v aann doen voor O kkan MO KM eenn KMO eeen a ee Wat W
MARKET
Overdracht Distrigaz
(of meer)! uEen driegangenmenu us, uminnus, E-Lum SPE-Lumi r van SP Interview EDF Belgium Luc Sterckx, gedelegeerd bestuurde t op de gasmarkt! sklimaat doorbraak stevige Eengsklimaa nvessterring investerin nstiger in een gunstiger Vóór de grote verovering? roept op tot het scheppen van
het milieu
TECHNOLOGY
aeert: evvae G Gev Geva Gevae Geev -Gevae -Geva aa-Gevae fa-Gev fa gfa-Gev gfa-Geva ggfa-Ge Agfa-Gevae Agfa Agf Agfa-Gev Ag
dem ntt van nndemen nd endem endement eendemen en end een rrendement ett een K met KK WKK W r or recor reco record!
MANAGEMENT
Private elektriciteitsnetwerken
102% Een 102%.
: 2/0 16:21:07 16/12/07
Opgelet voor rechtsonzekerheid!
01 cover N8 nl.indd 1
Zuinige windmolens
Windmolens worden steeds interessanter!
DOSSIER
HET MAGAZINE VOOR DE ENERGIEMANAGER
Energymonitoring
Van meting tot lager verbruik
Software pakket
Vergelijkend van de beste oplossingen
Meetstations
Thermisch of elektrisch, met of zonder draad, meten is de boodschap!
Meting en verificatie
De complexiteit van het meten van “negawatts”
EFFICIENCY
Afgiftekantoor: Brussel X
McDonald’s: Zeven actiepunten leiden tot meer dan 10% minder energieverbruik 2 Miroirs: VRF doorheen 60 000m !
Les
TECHNOLOGY
Variabel Koelmiddeldebiet Wanneer de airco het voor het zeggen heeft
energymag
7/05/08 13:09:22
the energy manager magazine
Abonneer u 6 nummers - 33 € Blijf op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen in de energiemarkt, verneem alles over energieoplossingen en verwante diensten.
t t t Stuur een fax naar 32 2 735 30 97 of schrijf naar In Site BVBA, J. Coosemansstraat, 107 B-1030 Brussel 28 annonce EnergyMag nl 08 def.indd 1
ABONNEM ENTSAANBIEDING
01 cover N9 nl.indd 1
PJA, ik wil van deze aanbieding profiteren. Ik neem een jaarabonnement op
Energymag en betaal slechts 33 €* voor de eerste zes nummers van dit blad. Ik schrijf 33 € over op rekening 310-1223352-74 van In Site BVBA met vermelding ABO ENERGYMAG en ik vul de bon in. Mijn abonnement gaat in na ontvangst van de betaling.
Bedrijf ............................................................................................................. Voornaam ........................................................................................PDhr PMevr Naam .............................................................................................................. Functie ............................................................................................................ E-mail .............................................................................................................. Adres ............................................................................................................... ....................................................................................................................... Tel .............................................................. Fax ............................................. PIk wens een factuur te ontvangen. Mijn BTW-nummer is: ......................................... * Aanbieding geldig in België. Tarief EU: 58 €. De Abonnementendienst is bereikbaar van maandag tot vrijdag, tussen 10u00 en 12u00 op +32 2 737 91 11, fax: +32 2 735 30 97, e-mail: abonnement@energymag.be Volgens de huidige wet heeft u recht op correctie en inzage in uw persoonsgegevens.
9/09/08 16:47:09
technology | cogeneration
Lamaire Groep valoriseert organisch afval
Of hoe met ‘slechte patatjes’ energie wordt gemaakt… Sinds kort wordt er op de site van de Lamaire Groep in Vleteren met ‘slechte patatjes’ en andere organische stromen energie geproduceerd. Samen met Thenergo richtte de aardappelspecialist immers de firma Valmass op die er een biogasreactor bouwde en deze nu ook exploiteert. Bedoeling van het project bestaat er niet alleen in de organische stroom van Lamaire te valoriseren, maar ook zich als onafhankelijke leverancier van groene stroom te positioneren. Beide initiatiefnemers maken zich sterk dat Valmass energie voor zo’n 3.500 gezinnen zal kunnen
© Charles Schweizer
opwekken…
44 | energymag nr11
44-47 Lamaire nl.indd 44
3/11/08 17:13:03
© Charles Schweizer
© Charles Schweizer
cogeneration | technology
Samenwerking leidt tot nieuw bedrijf Uiteindelijk beslisten beide partijen om op de Lamaire-site in Vleteren gezamenlijk een biogasreactor te bouwen die jaarlijks 12 à 13.000 MWu elektriciteit opbrengt (het equivalent De biogasreactor bestaat uit een anaerobe installatie met een inhoud van van het energieverbruik van zo’n 3.500 5.500 m3, wat goed is voor een productie van 800 m3 biogas per uur. gezinnen). “Van de elektriciteit die Mits opslag in een droge ruimte met oplossing vond. “Per toeval kwamen we produceren zal de Lamaire Groep voldoende verluchting en een tempe- we in 2006 met Thenergo in contact,” zelf slechts tien procent gebruiken”, ratuur van 8 °C zijn aardappelen lang vertelt Bart Lamaire. “Al snel besef- vertelt Bart Lamaire. “Toch kozen houdbaar. Maar niet alle exemplaren ten we dat deze firma de knowhow we bewust voor een dergelijke grote die moeder natuur schenkt, zijn voor had waarnaar we op zoek waren. capaciteit. Want deze laat ons toe al menselijke cononze nevenstromen “Uiteindelijk beslisten we om een sumptie geschikt. te verwerken en tot biogasreactor te bouwen die jaarlijks 12 Bart Lamaire, Maeen stabiel proces à 13.000 MWu elektriciteit zal opbrengen. naging Director van te komen. Om ons de Lamaire Groep: Daarvan zal de Lamaire Groep zelf slechts tien partnership naar de “De aardappelen procent gebruiken. Toch kozen we bewust voor buitenwereld duidedie niet door onze een dergelijk grote capaciteit. Want deze laat lijk te maken, beslokwaliteitscontrole ten we een nieuwe ons toe al onze nevenstromen te verwerken en vennootschap op geraken, werden tot een stabiel proces te komen.” tot voor kort in te richten: Valmass veevoeder verwerkt. Maar deze af- Van slechte patatjes groene energie N.V.” Davy Ringoot, Chief Technology nemersmarkt is heel wisselvallig. En maken: het is niet alleen een renda- Officer van Thenergo, verduidelijkt: omdat het ook een gevoelige markt bel proces, maar het past ook perfect “Eigenlijk is dat de manier waarop inzake voedselveiligheid is, kan het binnen onze bedrijfsfilosofie die een we altijd werken. Intussen hebben geringste incident bij andere toeleve- milieuvriendelijke activiteit prioritair we zo’n 24 groene projecten lopen, ranciers onze eigen activiteiten ne- stelt.” verspreid over de meest uiteenlogatief beïnvloeden. Bovendien ging Wie is Lamaire Groep? het om een pure verliespost: de prijs die we ervoor kregen, dekte zelfs de De geschiedenis van de Lamaire Groep begon in 1966 toen José Lamaire besloot om de schoolbanken vaartransportkost naar de veevoederwel te zeggen en zich op commissieverkoop toe te leggen. Hij startte met de handel in stro, maar besefte al producenten niet. Vandaar dat we snel dat hij daarmee geen fortuin zou maken. Geboren en getogen in het land van aardappelen, besloot hij al tien jaar geleden begonnen uit te dan maar om zijn geluk in deze sector te beproeven. En dat bleek een schot in de roos te zijn. Want mede kijken naar alternatieve bestemmindoor de opkomst van grootwarenhuizen en industriële aardappelverwerkers in die tijd, kon hij zijn activiteiten al snel in een onderneming onderbrengen. Vandaag behoort de Lamaire Groep met een capaciteit van gen voor dit product. Meer nog: we 300.000 ton per jaar tot de grootste Europese handelsbedrijven in aardappelen. De belangrijkste toelevegingen op zoek naar een manier om ranciers zijn boeren uit West-Vlaanderen en Noord-Frankrijk, maar daarnaast importeert ze aardappelen uit er een valoriseerbare nevenstroom alle windstreken. Zo’n tachtig procent van haar capaciteit wordt naar het buitenland geëxporteerd: Europa, van te maken.” Hiermee startte de maar ook Rusland, Afrika, Azië en Zuid-Amerika. Naar welke landen precies, varieert van jaar tot jaar: Lamaire Groep met een ware kruisLamaire verkoopt haar aardappelen immers vooral aan contreien waar de oogsten tegenvallen. Vandaag tocht. Want het was pas na een hele is de groep nog steeds een honderd procent familiale onderneming. In 2000 nam Bart Lamaire de afdeling resem studies, brainstormsessies aardappelhandel (vestiging in Vleteren + twee verkoopskantoren in Spanje en Frankrijk) over. Onder de en besprekingen dat de aardappelgroep ressorteren er ook nog enkele andere dochter- en zusterbedrijven, die in handen van zijn zussen en broer zijn. specialist uiteindelijk de geschikte nr11 energymag | 45
44-47 Lamaire nl.indd 45
3/11/08 17:13:08
© Charles Schweizer
technology | cogeneration
Nadat het biogas is gewassen, wordt het door twee gasmotoren van elk 836 kW in elektriciteit omgezet.
pende sectoren. Het oprichten van joint-ventures is de meest logische aanpak om ze allemaal werk- en beheerbaar te houden, alsook toe te laten dat alle partners hun kennis kunnen inbrengen. Vooral dat laatste is belangrijk, want enkel mits een efficiënte krachtenbundeling hebben dergelijke projecten voldoende kans op slagen. Met alternatieve brandstoffen groene energie produceren is immers een complexe aangelegenheid. Er moet biomassa worden gezocht, vervoerd en gelost, de juiste hoeveelheden moeten met de juiste kwaliteit op het gewenste moment beschikbaar zijn, enz. Het produceren van biogas en het opwerken van het digestaat vraagt dan weer spe-
cifieke biologische en technische kennis. ‘Last but not least’ moet de geproduceerde stroom op de vrije elektriciteitsmarkt worden verhandeld. Dit alles vraagt dus specialisten op diverse vlakken, waardoor samenwerking en partnerships een logische oplossing zijn.” Een blik op de installatie De biogasreactor bestaat uit een anaerobe installatie waarin allerlei organisch materiaal (aardappelen en dergelijke) wordt vergist. Deze heeft een diameter van 23 meter en een hoogte van dertien meter. De inhoud bedraagt 5.500 m3, wat goed is voor een productie van 800 m3 biogas per uur. Bart Lamaire: “De biomassa
Wie is Thenergo? Thenergo werd in 2002 als Energo opgericht door diverse aandeelhouders die een toekomst in de, toen pas vrijgemaakte, energiemarkt zagen. In de daaropvolgende drie jaren realiseerde het bedrijf een drietal eigen warmtekrachtkoppeling (WKK) projecten. In 2006 werd Theolia (Franse specialist in hernieuwbare energie) partner, waarna de firma in Thenergo werd omgedoopt en naar de beurs stapte. Op die manier kreeg de WKK-specialist een financiële injectie waarmee ze een groeispurt kon inzetten. Vandaag beschikt ze over 24 operationele WKK-centrales, stelt ze 190 personeelsleden tewerk en haalt ze een zakencijfer van 36 miljoen euro over de eerste helft van 2008. De firma kiest er bewust voor om enkel met alternatieve brandstoffen (zoals biogas, bio-olie, hout- en organisch afval) elektriciteit en warmte op te wekken. Verder streeft ze ernaar om de hele energieketen zelf in handen te houden: van de brandstoffen, tot de verkoop van energie onder de vorm van warmte en elektriciteit. Thenergo is actief in diverse Europese landen, waardoor ze minder afhankelijk is van lokale regelgevingen.
wordt door middel van een hamermolen verkleind en met water vermengd, om vervolgens naar de vergistingsinstallatie te worden verpompt. We voorzagen tevens een invoersysteem voor de meer vloeibare stromen, zoals gestoomde aardappelschillen en puree. Deze worden in silo’s opgeslagen om dan zonder tussenbewerking naar de reactor te worden verpompt.” Davy Ringoot vervolgt: “De vergistinginstallatie is een zuurstofvrije ruimte die continu op 55°C wordt gehouden. Dit zijn immers de ideale condities om de aanwezige bacteriën te activeren. In een gemiddelde tijdspanne van 25 dagen zorgen zij ervoor dat het organische materiaal tot biogas wordt afgebroken. Dit wordt dan gewassen om bepaalde schadelijke componenten te verwijderen, waarna het door twee gasmotoren van elk 836 kW in elektriciteit wordt omgezet. Daarvan wordt een deel aangewend voor de installatie zelf en intern gebruik bij Lamaire. De rest van de stroom wordt op het net gezet en door de werkmaatschappij Valmass verkocht.” Bij het ontwerp van deze biogasinstallatie werd op energetisch vlak het onderste uit de kan gehaald. Zo wordt het koelwater van de motorblokken – dat een temperatuur van 90°C heeft – onder meer gebruikt om de reactor op te warmen. Uit de uitlaatgassen van de gasmotoren wordt de stoom gerecupereerd die vervolgens wordt gebruikt om het residu te drogen, dat tenslotte tot poeder wordt vermalen. Deze niet-vergiste restanten bezitten alle mineralen van de aardappelen en groenten, waardoor ze uitermate geschikt zijn om als bodemverbeteraar in te zetten. De dunne fractie – het water dat uit het vergistingsproces resulteert – wordt gezuiverd en kan als waswater bij Lamaire worden gebruikt.
46 | energymag nr11
44-47 Lamaire nl.indd 46
3/11/08 17:13:14
cogeneration | technology
Gericht op de toekomst testo 880
Thermische camera Meerdere vliegen in één klap Aan de bouw van deze biogasreactor, die sinds deze zomer operationeel is, hangt een prijskaartje van 9,4 miljoen euro. Dankzij de vrij grote elektriciteitsopbrengst en de warmtekracht/ groene certificaten wordt het proces rendabel. Wat het project nu precies voor de Lamaire Groep oplevert, valt
1 2 3
© Charles Schweizer
Bij industriëel preventief onderhoud
Het residu wordt gedroogd en wordt dan als bodemverbeteraar gebruikt.
moeilijk te berekenen. Bart Lamaire: “Natuurlijk hangt er aan onze energie nu een goedkoper prijskaartje. Maar dat heeft op zich weinig met de biogasreactor te maken, maar wel met het feit dat de elektriciteit op onze site wordt gemaakt en ze dus niet meer moet worden getransporteerd. Daarnaast kunnen we ons organisch afval nu aan Valmass verkopen. Toch is de echte financiële opbrengst maar miniem. Dat was eigenlijk ook niet de bedoeling. Veel belangrijker is dat we onze nevenstroom hebben kunnen valoriseren en dat we tegelijkertijd ook ons steentje op het vlak van milieuzorg bijdragen. Bovendien geven we onze klanten en leveranciers de mogelijkheid om ook hun organisch afval te valoriseren, wat natuurlijk een aanzienlijke toegevoegde waarde in onze dienstverlening betekent.” p Els Jonckheere
Bij procescontrole, de kwaliteitsgarantie van een product,R&D
Bij controle van elektrische, elektronische en mechanische componenten
Nieuw adres ! testo NV
Industrielaan 19 1740 Ternat tel. 02/582 03 61 fax 02/582 62 13 info@testo.be www.testo.be/testo880 nr11 energymag | 47
44-47 Lamaire nl.indd 47
3/11/08 17:13:18
renewable | BIOFUELS
Biowanze
De hoeksteen van de Belgische biobrandstoffenmarkt In december is het zover: Biowanze zal zijn eerste liters ethanol uit tarwe en uit bieten produceren. Dankzij een warmtekrachtkoppelinginstallatie die uniek is voor Europa, zal het ambitieuze project van de Duitse suikergroep Südzucker een bijzonder gunstige CO2balans kunnen voorleggen. Het is een grijze dag, eind augustus. André Antoine, Waals minister van Energie, gaat opnieuw aan de slag en zijn eerste bezoek na de vakantieperiode is aan de Biowanze-site. Deze toekomstige bio-ethanolfabriek is nog volop in opbouw, maar de silo’s, die al trots naar de hemel reiken, wijzen erop dat de werken op hun einde lopen. De fabriek zou in december haar activiteiten moeten starten. Antoine is er op bezoek voor de plechtige inhuldiging van de stoomketel, die enkele dagen geleden al een eerste reeks tests heeft doorstaan. Achter dit maaswerk van balken en leidingen schuilt een uniek procedé voor de productie van energie. Biowanze zet bieten en tarwe om in bio-ethanol. En het zijn de zemelen, het omhulsel van het tarwegraan, die dienen als brandstof voor dit nieuwe type biomassacentrale, dat een rendement biedt van bijna 90 %. De stoomketel is het
hart van het proces van Biowanze. In de woorden van minister Antoine: “hij scheidt het kaf van het koren tussen agrobrandstoffen en biobrandstoffen”. Volgens de projectcoördinatoren zorgt de toekomstige Waalse fabriek voor een totale vermindering van de CO2-uitstoot met 70 % ten opzichte van een klassieke brandstof. Een argument dat alle huidige tegenstand tegen biobrandstoffen onder tafel veegt. Volgetankt met groene certificaten De installatie van een bijzonder vernieuwende warmtekrachtkoppelingcentrale was voor het Waalse Gewest het doorslaggevende argument om het project te ondersteunen met een belangrijke subsidie in de vorm van groene certificaten. De fabriek zal zijn aantal groene certificaten zien verdubbelen tot 20 MW vermogen, een bonus die geschat wordt op
Südzucker, Europese bio-ethanolgigant Biowanze is een 100 %-dochteronderneming van de Duitse onderneming CropEnergies. Het bedrijf is sinds 2006 beursgenoteerd en voor 70,6 % in handen van Südzucker, de grootste Europese suikergroep, die ook de Tiense Raffinaderij bezit waarvan de suikerfabriek van Wanze afhankelijk is. CropEnergies, waarbij Crop staat voor ‘Creative Regeneration Of Power’, wil zo snel mogelijk de leider in de Europese productie van bio-ethanol worden door een miljoen m3 te bereiken. Momenteel controleert het bedrijf uit Mannheim drie productiecentra. Südzucker Bioethanol te Zeitz in Duitsland, dat 360.000 m3 mag leveren, Bioenergy Loon-Plage te Duinkerke in Frankrijk, goed voor 100.000 m3, en tot slot Biowanze, dat in de komende maanden eindelijk operationeel zal worden. In het boekjaar 2007 verwezenlijkte CropEnergies een omzet van 186,8 miljoen euro, een stijging met 27 %.
120.000 certificaten, voor een eenheid die er 300.000 per jaar zou moeten verzamelen. Een goede manier om deze biomassacentrale, die 60 miljoen euro kostte, snel rendabel te maken. De eenheid voor de productie van bio-ethanol, die gevestigd is op de site van de raffinaderij van Wanze, wordt voor 100 % gefinancierd door de Duitse onderneming CropEnergies, die zelf een dochteronderneming is van de Duitse suikergroep Südzucker, eigenaar van de Tiense Raffinaderij. De investering voor deze eenheid bedroeg 245 miljoen euro. Er kan 300.000 ton brandstof mee geproduceerd worden. De fabriek werkt op basis van bietensiroop, die via een pijplijn vanuit de dichtbijgelegen raffinaderij wordt aangevoerd, en op basis van tarwe. In totaal zal ze jaarlijks 400.000 ton bieten en 800.000 ton tarwe verwerken. In een eerste fase worden hiermee 120 nieuwe directe jobs gecreëerd. Na Alco in Gent en Syral in Aalst is Biowanze de derde en meest recente eenheid voor de productie van bioethanol op Belgische bodem. Vier andere eenheden produceren biodiesel op basis van koolzaad en soja, wat het aantal fabrieken die biobrandstoffen kunnen leveren aan de Belgische markt op zeven brengt. De bouw van Biowanze werd met enige vertraging opgestart, doordat de coördinatoren
48 | energymag nr11
48-50 Biowanze nl.indd 48
3/11/08 16:35:29
© BioWanze
BIOFUELS | renewable
hebben gewacht tot ze wisten welke quota hen werden toegekend. De productiekostprijs voor biobrandstoffen blijft echter nog steeds hoger dan die voor fossiele brandstoffen. Om biobrandstoffen toch aantrekkelijk te maken voor de aardoliemaatschappijen en ervoor te zorgen dat ze deze mengen met hun traditionele brandstoffen, heeft de federale overheid bepaalde hoeveelheden biodiesel en bio-ethanol vrijgesteld van belastingen. Vervolgens heeft ze de quota verdeeld onder de verschillende producenten. De maatregelen die genomen werden in december 2006, blijven zes jaar geldig: bio-ethanol is vrijgesteld van belastingen tot een volume van 250.000 m3, biodiesel tot 380.000 m3. De aardoliemaatschappijen overtuigen De beslissingnemers van CropEnergies hadden geëist dat ze ten minste de helft van de beschikbare quota voor bio-ethanol zouden krijgen vooraleer ze zich in een project van dergelijke grote omvang zouden storten. En ze hebben effectief een quota verkregen van 125.000 m3 voorbehouden aan de Belgische markt. Maar vandaag zijn de bestuurders ongerust over het gebrek aan interesse voor biobrandstoffen bij de aardoliemaatschappijen. “We hebben voor België nog geen enkel con-
De productie van biobrandstoffen in België Zeven productiesites delen de markt van de biobrandstoffen op Belgische bodem. 4 voor biodiesel (ter vervanging van diesel) en 3 voor bio-ethanol (ter vervanging van benzine).
Quota voor gedefiscaliseerde productie (in m3) 200000
150000
100000
50000
0
Néochim Proviron
Bioro
Biodiesel Omdat hun investeringen minder groot waren, zijn de biodieselleveranciers als eerste van start gegaan. Er zijn er vier: Néochim, Bioro, Proviron en Oleon. Néochim, te Feluy, is een dochteronderneming van de Italiaanse chemiegroep Spiga Nord. Het is met zijn productie gestart in 2007 en beschikt over een quota van 108.000 m3. Bioro heeft zijn fabriek in de Gentse haven ingehuldigd in maart van dit jaar. De onderneming is een joint venture tussen de Britse aardoliegroep Cargill, de Belgische graanverbouwer Vanden Avenne en de Biodiesel Holding. Het bedrijf mag 165.000 m3 biodiesel produceren. Proviron is een Belgische familiegroep die gecontroleerd wordt door de familie Michiels. Het beschikt in Oostende over een biodieseleenheid die in werking is getreden in maart 2007, en die een quota heeft toegekend gekregen van 43.000 m3. Oleon te Ertvelde was een van de allereerste spelers op de Belgische markt van de biobrandstoffen. De eenheid (voormalig Oleofina), in handen van de Antwerpse holding Ackerman & Van Haaren, beschikt over een quota van 64.000 m3.
Oleon BioWanze Alco Bio
Syral
Bio-ethanol Voor bio-ethanol zijn de rechtstreekse concurrenten van Biowanze Alco Bio Fuel in Gent en Syral in Aalst. Alco Bio fuel is een dochteronderneming van de Belgische groep Alco, een pionier op het gebied van ethanol voor voertuigen. Ze is al twintig jaar bezig in de trading van deze brandstof en heeft een belangrijke positie verworven in Brazilië. Alco Bio Fuel, dat werd ingehuldigd in juni, beschikt over een belastingvrij quota van 90.600 m3. Syral in Aalst beschikt over een bio-ethanolquota van 32.000 m3. De productie-eenheid, die ingehuldigd werd in het begin van de zomer, is geïntegreerd in een grotere productie-eenheid die derivaten van glucose maakt op basis van tarwe. Deze oude fabriek van Amylum (Tate & Lyle) werd gekocht door de Rijsselse suikergroep Tereos, een collectief van 14.000 landbouwers dat beter bekend is onder het merk Beghin-Say. Tereos overweegt zijn ethanoldochteronderneming op de beurs te introduceren.
nr11 energymag | 49
48-50 Biowanze nl.indd 49
3/11/08 16:35:33
renewable | BIOFUELS
p Ismaël Daoud
p François Villers
© BioWanze
Een fabriek ontwikkelen voor de productie van 100% duurzame en autonome bio-ethanol. Dat was de opzet van de ontwerpers van de Biowanze-fabriek die momenteel in aanbouw is. Dat doel is uiteindelijk bereikt dankzij een nieuwe technologie voor biomassawarmtekrachtkoppeling. Een wereldpremière. Enige toelichting is op zijn plaats. Biowanze zal eind 2008 bio-ethanol produceren op basis van tarwemeel. De productie van meel uit tarwezaden genereert echter een bijproduct, namelijk zemelen (omhulsel van het zaad). Tarwezemelen hebben een verwarmingsvermogen dat kan worden gebruikt voor de productie van energie. Tot nu toe werden zemelen altijd samen met andere biomassaproducten (stro, hout,…) verbrand. Biowanze ging de uitdaging aan om uitsluitend zemelen te verbranden, bij voorkeur in een hogedrukstoomketel (10890 MW primaire) om de nodige elektriciteit (19 MWe) en warmte (78 MWth) voor het productieproces te genereren. En dat is een internationale innovatie. Biowanze opteerde voor een tegendrukstoomturbine, met aftapping bij gemiddelde druk, in plaats van een condensatiestoomturbine. Die keuze wordt gerechtvaardigd door de constante behoefte aan stoom maar ook door de bedoeling om een zo hoog mogelijk rendement te verkrijgen: 90%. Uitzonderlijk! Het gaat om een uiterst aantrekkelijke technologie. Ze maakt het mogelijk lokaal gebruik te maken van een CO2-vrij bijproduct in plaats van aardgas (251 kg CO2/MWh) en elektriciteit (456 kg CO2/MWh). Zo zorgt de bio-ethanol van de Biowanze-fabriek voor een CO2-besparing van 70% in vergelijking met benzine. Terwijl een ‘klassieke’ bio-ethanolfabriek slechts een CO2-besparing van ongeveer 35% mogelijk maakt. De warmtekrachtkoppeling van Biowanze zal 8.000 uur per jaar werken en op die manier 152 GWh elektriciteit per jaar produceren en 624 GWh volledig CO2-vrije stoom. Zonder die biomassawarmtekrachtkoppeling zou de bio-ethanolfabriek 69.000 ton CO2 hebben uitstoten voor de elektriciteit die aangekocht werd via het elektriciteitsnet en 168.000 ton CO2 voor het aardgasverbruik om dezelfde hoeveelheid stoom te produceren. Ter vergelijking, er moet nog 218 kg CO2 per inwoner van Wallonië bespaard worden om tegen 2008 de Kyoto-norm te halen. De leveranciers van dergelijke biomassawarmtekrachtkoppelingen van de nieuwe generatie zijn eerder dun gezaaid op de internationale markt. Babcok Wilcox Völund (USA) leverde de biomassaketel terwijl Siemens de stoomturbine installeerde. De bouwwerken werden binnen de afgesproken termijnen uitgevoerd, onder het aandachtig toeziend oog van het engineeringbureau De Smet Engineering. Op het ogenblik dat wij dit schrijven, bevindt de warmtekrachtkoppeling zich in de fase van de voorlopige oplevering. Binnen een jaar zal de werking en de rentabiliteit van deze internationale innovatie pas echt beoordeeld kunnen worden …
tract ondertekend”, betreurt Thomas Hubbuch, CEO van de Tiense Raffinaderij en voorzitter van Biowanze, tijdens het bezoek van André Antoine aan de bouwplaats. Hij suggereerde tegelijk ook het idee om boetes op te leggen aan de distributeurs van koolwaterstoffen die weigeren biobrandstoffen met hun producten te mengen, volgens hetzelfde principe als de verplichting dat elektriciteitsleveranciers een bepaald quota aan groene certificaten moeten kunnen voorleggen op straffe van een financiële sanctie. Hij kreeg enkele dagen later lik op stuk: Total België kondigde aan dat het tot 7 % ethanol zou toevoegen aan haar klassieke brandstof in het volledige Belgische netwerk. “De aardoliemaatschappijen zijn niet tegen biobrandstoffen”, verklaart Miguel del Marmol, CEO van Total Belgium. Maar we kunnen geen ethanol aankopen bij Biowanze vooraleer we zijn productie hebben kunnen testen.” Daarnaast is intussen ook gebleken dat de quota van ethanol te ruim zijn in verhouding tot de werkelijke consumptie van benzine, wat de commerciële situatie wel eens kan bemoeilijken. Biowanze hoopt zijn eerste liters in december te kunnen produceren. Eerst op basis van bieten, daarna op basis van tarwe. Voor het zover is zal het bedrijf ongetwijfeld voldoende tijd hebben gehad om de nationale distributeurs te overtuigen een benzine-ethanolcocktail uit te testen. Maar door de sterkte van de groep CropEnergies kan Biowanze er ook op rekenen dat het een gedeelte van de productie kan afvloeien naar naburige markten.
Wereldpremière
Biowanze 100% duurzaam dankzij innovatieve biomassawarmtekrachtkoppeling
50 | energymag nr11
48-50 Biowanze nl.indd 50
3/11/08 16:35:39
04 Honeywell nl.indd 1
23/07/08 11:00:47
GALERIA
96%* van de klanten van EDF Belgium is tevreden over hun elektriciteitsleverancier. Wedden dat we onze klanten minstens even tevreden kunnen maken met de levering van aardgas? Onze klanten zijn zeer tevreden over de commerciële relatie met hun expert van EDF Belgium. Ze zijn ook bijzonder enthousiast over de efficiëntie van onze klantendienst. De reden? EDF Belgium levert energie exclusief aan ondernemingen. Wij kennen onze business. Win aan energie.
iteitsgas- of elektric n ee el sn ag ra eming V van uw ondern .be t aa m p o te er off ales w.edfbelgium-s • Surf naar ww 8** 32 • Bel 02/221 0
Win aan energie. * Telefonisch onderzoek uitgevoerd in april 2007 door BizXsell bij een aselecte steekproef van 90 ondernemingen. Het volledige onderzoek is beschikbaar op eenvoudige vraag op nr. 070 35 21 21. ** Van maandag tot vrijdag van 9u00 tot 18u00
297x210_PM_BeToBe2_NL.indd 1
7/3/08 3:26:30 PM