Energymag 2 nl

Page 1

energymag the energy manager magazine

Tweemaandelijks nieuwsmagazine | nederlandstalige uitgave | mei - juni 2006 | nr 2 | www.energymag.be

6,50 €

MARKET

Trading Belpex: Klaar voor een ménage à trois!

Portret ELIA, de douanier van het hoogspanningsnet

DOSSIER VERLICHTING

Relighting heeft een schitterende toekomst. Beter en goedkoper verlichten dankzij relighting

De verlichtingskosten beheren Een overzicht van de beschikbare oplossingen

Publieke verlichting In publieke verlichting telt de totale kost

MANAGEMENT

Energy Buying De bevoorrading verzekeren tegen de beste prijs

Energieprestatie Naar gebouwen met positieve energie

EFFICIENCY

EHSAL 40% minder gas en meer comfort

Janssen Pharmaceutica Best Practices over de hele lijn

COVER STORY

Eén centrale van 4MW voor BASF Antwerpen

Afgiftekantoor: Brussel X

TECHNOLOGY

ClimaDeck Thermisch actieve vloerelementen bij Floréac

Electrabel werkt samen met zijn concurrent RWE Power

Warmtekrachtkoppeling De kleine warmtekrachtkoppeling komt opzetten

1 cover C1 nl.indd 1

20/06/06 10:59:32


Hoe beschermt u zich tegen grillige energieprijzen ?

Ontdek de nieuwe technieken die GfE ontwikkeld heeft om u te beschermen tegen de volatiliteit van de energieprijzen. Bel ons op 056/60.04.04 of surf naar www.gfe-em.com

ENERGY MANAGEMENT

BELGIUM

FRANCE

I TA LY

THE NETHERLANDS

international energy consultants •

GERMANY

CZECH REPUBLIC


Energymag, the energy manager magazine In Site pvba J. Coosemansstraat 107 B-1030 BRUSSEL Tel: +32 (0)2 737 91 19 Fax: +32 (0)2 735 30 97 Zaakvoerder: Jean-François MARCHAND

REDACTIE Energymag Coosemansstraat 107 1030 Brussel E-mail: redaction@energymag.be Tel: +32 (0)2 737.91.19 Fax: +32 (0)2 735 30 97

évooraf

Hoofdredacteur: Jean-François MARCHAND (jfmarchand@ energymag.be) Redactiesecretaris: Jean HINS (jhins@energymag.be) Journalisten en medewerkers: Jean CECH, Ismaël DAOUD, Koen MORTELMANS, Didier SEGHIN, Alfons VANBERGEN, Philippe VAN DEN ABEELE, Peter VANSINA, Philippe VERNIN, Laurent VANSTEENSTEL. Stuur uw perscommuniqués naar redaction@energymag.be

PRODUCTIE Verantwoordelijke: Jean HINS (jhins@energymag.be) Lay-out: Florence DEMOLIN (fdemolin@energymag.be) Fotogravure: Lithotec Drukker: Kliemo

RECLAMEREGIE Verantwoordelijke: Jean-François MARCHAND (jfmarchand@ energymag.be) Tel: +32 (0)2 737.91.19 Fax: +32 (0)2 735 30 97

ABONNEMENTEN (1 jaar = 6 nummers) Contactpersoon: Jean HINS (abonnements@energymag.be) Een abonnement kan op elk ogenblik starten. Geef uw naam en adres op aan de dienst abonnementen of download ons abonnementsformulier op www.energymag.be/abonnement. html. Abonnementen in België: 33 € Abonnementen in het buitenland: 58 € (EU) Betaling per overschrijving op nr. 310-1223352-74 Om u te abonneren, een adreswijziging door te geven of elk probleem in verband met het abonnement abonnements@energymag.be Tel +32 (0)2 737 91 11 Fax +32 (0)2 735 30 97 Verspreiding per abonnement en doelgerichte mailing. 10.000 ex - een Franstalige uitgave + een Nederlandstalige uitgave. Er bestaat ook een Franstalige uitgave. Gelieve ons te verwittigen als u liever de Franstalige editie ontvangt. Verantwoordelijke uitgever: Jean-François MARCHAND, Coosemansstraat 107, B-1030 BRUSSEL Foto cover: Matthias HARTUNG (RWE Power), Jean-Pierre Hansen (ELECTRABEL), John DEJAEGER (BASF ANTWERPEN), Johannes LAMBERTZ (RWE Power), Michel VERHEUGE (SIEMENS BELGIUM), Foto van Laurent VAN STEENSTEL. lishing communication & pub

in s it e

Alle teksten zijn auteursrechterlijk beschermd. Alle advertenties vallen onder de verantwoordelijkheid van de auteurs ervan. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of gepubliceerd door middel van druk, fotokopie, microfilm, magnetische dragers, zonder de voorafgaande toestemming van de uitgever.

De weg van de toekomst We hebben heel wat blijken van sympathie en aanmoedigingen mogen ontvangen van onze lezers na het verschijnen van het eerste nummer van Energymag. Onnodig u te zeggen dat we daar trots op zijn en er u dankbaar voor zijn. Een plaats opeisen met een thema dat zo strategisch is geworden in het leven van de ondernemingen als energie, is niet makkelijk voor een nieuwkomer. We hopen dat we voldoen aan uw verwachtingen. In ieder geval zullen we naar u luisteren om beter te worden. Uw reacties, in welke zin dan ook, zijn welkom op het redactieadres. Trots zijn we ook op het feit dat Energymag vanaf dit nummer de mediapartner van de Belgische afdeling van de International Facility Management Association (IFMA) is geworden voor energiekwesties. De activiteiten van de IFMA kennen een aanhoudende groei naarmate de ontwikkeling van Facility Management op wereldschaal verder gaat en groepeert ruimschoots tweeduizend spelers in België. Met onze confrater Profacility zetten wij ons bij de vereniging in om te helpen bij de verspreiding van de best practices op het domein van het energiebeheer van gebouwen. Op het ogenblik van de inwerkingtreding van de richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen is dat niet overbodig, zoals is gebleken uit een recente workshop georganiseerd door de IFMA en de onderhoudsvereniging BEMAS. Nu we het toch over de EPBD-richtlijn hebben, kunnen wij u ook het partnerschap aankondigen van Energymag met Eco building Performance, de eerste Europese beurs gewijd aan de energieprestatie van gebouwen. De manifestatie zal dit jaar plaatsvinden in Paris Expo op 8 en 9 november. Binnen dit kader organiseren wij samen met de IFMA een groepsreis naar de beurs. Een goede manier om professionele belangen te verzoenen met collegialiteit. De details van dit initiatief zult u kunnen lezen in ons septembernummer. Laat ons tot slot ook de industrie niet vergeten. Meer nog dan anderen, staan industriëlen onder zware druk, enerzijds door de stijgende prijzen van energie en grondstoffen en anderzijds door milieuaspecten. Er moet nog heel wat gebeuren voor een betere energie-efficiëntie in tal van fabrieken en werkplaatsen, maar we stellen wel vast dat de grote industriëlen een lengte voorsprong hebben. Ze nemen hun toekomst op energieke wijze in de hand, zoals John Dejaeger, CEO van BASF Antwerpen aantoont. Dat is het onderwerp van onze coverstory. Daarin wordt de weg van de toekomst uitgestippeld: die van een performante en efficiënte gedecentraliseerde energieproductie zowel op economisch vlak als wat leefmilieu betreft. We kunnen er enkel blij mee zijn.

Jean-François Marchand nr 2 energymag | 3

3 Edito nl.indd 3

20/06/06 11:14:23


04 Honeywell nl.indd 1

23/07/08 11:00:47


COVER STORY Eén centrale van 400 MW voor BASF Antwerpen Een top alliance voor een unieke realisatie in België: een centrale met gasstoomturbine van 400 MW geïnstalleerd op de site van BASF Antwerpen. Van links naar rechts: Matthias Hartung (RWE Power), Jean-Pierre Hansen (Electrabel), John Dejaeger (BASF Antwerpen), Johannes Lambertz (RWE Power), Michel Verheuge (Siemens België).

INHOUD MARKET

EFFICIENCY

6 COVER STORY

32 DIENSTEN

Verzekerde bevoorrading Grote industriëlen nemen de zaak in handen

EHSAL Dilbeek 40% minder gas en meer comfort

9 ACTOREN

Janssen Pharmaceutica Rationeel en Milieubewust Energiebeheer

10 EUROPA

> 6 The chemical Company komt met zwaar geschut in Antwerpen

36 INDUSTRY

12 BELGIE

Focus: Groene elektriciteit op het kruispunt der wegen 14 PORTRET

Transport: ELIA, de douanier van het hoogspanningsnet

TECHNOLOGY 38 WARMTEKRACHTKOPPELING

42 BUILDING

Energy markets: de marktevolutie om de 2 maanden

ClimaDeck Thermisch actieve vloerelementen bij Floréac

Belpex: Klaar voor een ménage à trois! (of meer, indien gegadigden)

44 NEW PRODUCTS

RENEWABLE MANAGEMENT 20 ENERGY BUYING

Knauf Insulation De bevoorrading verzekeren tegen de beste prijs 22 BUIDLING

Energieprestatie Naar gebouwen met positieve energie 24 DOSSIER VERLICHTING

> Relighting heeft een schitterende toekomst. Beter en goedkoper verlichten dankzij relighting > De verlichtingskosten beheren Een overzicht van de beschikbare oplossingen > Publieke verlichting In publieke verlichting telt de totale kost

5 Sommaire nl.indd 5

energie

De kleine warmtekrachtkoppeling komt opzetten

16 TRENDS

18 TRADING

> 22 Naar gebouwen met positieve

> 32 Ehsal Dilbeek

46 BIOBRANDSTOF

Op het spoor van biogasbrandstof USEFUL 48 SUBSIDIES

Een overzicht van premies in Vlaanderen 50 AGENDA

> 36 Janssen Pharmaceutica

51 ENERGY PARTNERS

n°2 energymag | 5 > 46 Op het spoor van biogasbrandstof 20/06/06 11:03:55


MARKET | COVER STORY

Verzekerde bevoorrading

© L. van Steensel

Grote industriëlen nemen de zaak in handen

Op het ogenblik dat Febeliec (Federatie van de Belgische grote industriele energieverbruikers) meer concurrentie vraagt op de energiemarkten, gaan de grote industriëlen over tot actie. Eerste stoere speler die de spelregels bepaalt: BASF Antwerpen, dat zijn strategisch partnerschap met Zandvliet Power pas officieel heeft bekrachtigd. In het vooruitzicht: een GST-centrale van 400 MW geïnstalleerd op zijn site.

opening op 21 april laatstleden. Het toont aan dat er langzaam, heel aarzelend een concurrentie begint te ontstaan in ons land. De cijfers zorgen voor ongerustheid! Met 3% van het volledige elektriciteitsverbruik heeft BASF Antwerpen de titel van grootste verbruiker van het land. Een potentieel dat heel wat hebzucht opwekt. In dit geval is het echter BASF dat de touwtjes in handen houdt. Het bedrijf heeft niet gewacht op de liberalisering van de elektriciteits- en gasmarkt om zich ongerust te maken over zijn afhankelijkheid en zijn energetische concurrentiepositie. BASF staat bovenaan de lijst van de groten uit de chemie. Het bedrijf voert een actief beleid dat het verbruik van de eigen productie wil verminderen en zich tegelijkertijd wil verzekeren van een stabiele en concurrentiële bevoorrading. Overal in de wereld ontwikkelt “The Chemical Company” op zijn belangrijkste sites het concept van “Verbund”, geïntegreerde strategische partnerships die elk van zijn productie-eenheden bevoorraden met energie en stoom. In Ludwigshafen en op vijf geïntegreerde sites in de wereld heeft BASF moderne centrales voor warmtekrachtkoppeling geïnstalleerd in navolging van die, pas ingehuldigd in Zandvliet. Hiermee rondt BASF zijn bouwwerken af en zet het een stap verder in de richting van de realisatie van de globale milieudoelstellingen die ze in 2003 vrijwillig opstelden.

5% van de productiecapaciteit Acht jaar! BASF Antwerpen heeft acht jaar moeten wachten om tot dit resultaat te komen: een “strategisch” partnerschap met Electrabel en het Duitse RWE Power (jaja, u leest het goed!) om de komende jaren zeker te zijn van een energiebevoorrading tegen een goede prijs. Maar ook om zijn milieudoelstellingen te halen. Achter de centrale van Zandvliet Power, het consortium bestaande uit Electrabel en RWE, gaat een hele symboliek schuil. In meer dan één betekenis!

De concurrentie speelt (een beetje) Om te beginnen is er de aard zelf van de aandeelhouders van het consortium: twee concurrenten die voor de gelegenheid de handen in elkaar slaan, gekunsteld gedwongen aan de ene kant, verstandig opportunistisch aan de andere kant. Een première in de kleine wereld van de Europese elektriciteitsbedrijven! Zeker voor Electrabel, zoals Jean-Pierre Hansen, Afgevaardigd Bestuurder van Electrabel en de nummer twee van de Groupe Suez, zelf erkende bij de officiële

Dat is het andere symbool van Zandvliet Power: deze centrale van 400 MW voor gecombineerde elektriciteits- en warmteproductie is op dit ogenblik de grootste centrale voor warmtekrachtkoppeling in België (zie kaderstuk), een moderne productie-eenheid die zowel inzake productie en uitstoot als inzake kosten bijzonder efficiënt is. Een realisatie waarop John Dejaeger, CEO van BASF Antwerpen terecht heel fier is. Volgens de woordvoerder van Electrabel moet men bijna tien jaar terug in

6 | energymag nr 2

6-13 Market nl.indd 6

19/06/06 18:41:50


© BASF

COVER STORY | MARKET

BASF ANTWERPEN

de tijd gaan voor de ontwikkeling van een dergelijke installatie in ons land. Zandvliet Power vertegenwoordigt op zich 5% van de huidige capaciteit van elektriciteitsproductie in Vlaanderen. Een capaciteit die volledig zal worden gebruikt door BASF voor zijn behoefte aan elektriciteit en stoom! Volgens Kris Peeters, Minister van energie, draagt de centrale voor 10% bij tot de doelstelling van de Vlaamse regering inzake “duurzame” ontwikkeling van elektriciteit op basis van warmtekrachtkoppeling. Vlaanderen wil dat tegen 2010 zeker 25% van de elektriciteit afkomstig is van eigen bronnen, en daarvan “moet minstens 6% worden gegenereerd door hernieuwbare energiebronnen en 19% door warmtekrachtkoppeling”, bevestigt Kris Peeters. De investering van Zandvliet vertegenwoordigt reeds 10% van die doelstelling, hetzij 1,9% van het deel warmtekrachtkoppeling. Dat zegt iets over de omvang van het project met een investering die navenant is: 230 miljoen €. Een mooie zaak, ook voor Siemens dat gedurende 12 jaar zal instaan voor het onderhoud.

De verzekerde bevoorrading op het spel Zandvliet Power is echter ook symptomatisch voor de vragen die de grote industriëlen en energetici zich stellen

in verband met de verzekerde bevoorrading. Vragen die aan bod kwamen in de vorm van een waarschuwing aan de overheden in de inhuldigingsspeeches van zowel John Dejaeger als JeanPierre Hansen. Het land en uitgebreider, Europa, krijgt af te rekenen met de uitputting van de capaciteitsreserves voor de productie van elektriciteit. Sinds ons land het pad van de kernenergie heeft verlaten, werden slechts weinig nieuwe productie-eenheden opgestart. De vraag blijft echter groeien. Resultaat: op vijftien jaar zijn we overgegaan van het statuut van exporteur van elektriciteit naar dat van importeur. “Ten belope van 10% van ons verbruik”, bevestigt Kris Peeters. “De nieuwe centrale van Zandvliet biedt een, weliswaar gedeeltelijk, antwoord op dit probleem”, zegt hij. Ondertussen blijft Jean-Pierre Hansen er maar op hameren: de deregulering gevolgd door een hele stoet van onzekerheden speelt niet in het voordeel van investeringen in nieuwe productie-eenheden, a fortiori voor het opbouwen van reserves. BASF Antwerpen, dat bijna een miljard euro investeert tussen nu en 2008, laat van zijn kant bij monde van John Dejaeger weten dat stabiliteit en competitiviteit noodzakelijk zijn om de verankering van de activiteiten in ons land te verzekeren. Wie zegt minder capaciteit, zegt meer instabiliteit, zowel wat betreft de prijzen

als de bevoorrading. Voor John Dejaeger en zijn collega’s van de VOKA is de beste positie voor het land dat men er terug een elektriciteitsexporteur van kan maken. Kwestie van ons te beschermen tegen toekomstige risico’s van onderbrekingen in de bevoorrading waar niemand vandaag de dag nog aan twijfelt. Bovendien moet worden gepleit voor een gewestelijk en federaal beleid dat aangepast is aan deze doelstelling. Een bericht dat niet onverschillig laat. Ook bij de energetici, want het is juist dat de prijsstijging de elektro-intensieve bedrijven onder druk zet. Zoals RWE opmerkt in een communiqué, is het in het belang van de partijen dat de grote consumenten in de stijging van de energiekosten en het ontbreken van duidelijkheid op lange termijn argumenten vinden om hun productiesites te verhuizen naar veiligere streken. Kortom, iedereen heeft er belang bij dat de competitiviteit realiteit wordt. Dat zet de grote industriëlen ertoe aan om partnerschappen op lange termijn aan te knopen met hun leveranciers.

BASF Antwerpen NV werd in 1964 opgericht als volle dochter van BASF Aktiengesellschaft. In 40 jaar is het bedrijf het grootste geïntegreerd chemisch productiecomplex van België geworden. Op zijn site van Zandvliet (600 ha!) staan momenteel meer dan 50 productie-installaties die onder meer chemische - basis- en gespecialiseerde - producten, kunststoffen, polyamide, minerale meststoffen en anorganische producten vervaardigen. Het bedrijf telt 3.507 medewerkers en haalde in 2005 een omzet van 4.733 miljoen EUR.

Het concept “Verbund” krijgt navolging Het concept “Verbund” dat staat voor een plaatselijke bevoorrading op eigen initiatief door BASF krijgt zowat overal in Europa en bij ons navolging. Het chemische bedrijf Ineos laat momenteel in

Electrabel, de GST-kampioen Jean-Pierre Hansen, de afgevaardigd bestuurder van Electrabel mist niet vaak een trein. Dat blijkt uit de feiten: de historische operator heeft op enkele jaren tijd een waardevolle ervaring opgebouwd op het vlak van de installatie en de exploitatie van gasstoomturbines die rendement verzoenen met milieukwaliteit. Een argument dat in zijn voordeel lijkt te spelen in vergelijking met zijn concurrent-partner RWE voor wie het een eerste ervaring is in dit domein. In tegenstelling tot Electrabel dat afgezien van die in Zandvliet, binnenkort in Europa een klein tiental centrales op basis van gasstoomturbines zal bedienen: te Voghera (569 MW, operationeel), Torrevaldaliga (569 MW, operationeel) en Roselectra (385 MW - in opbouw) in Italië, te Römerbrücke (41 MW) in Duitsland, te Castelnou (800 MW, operationeel) en Morata de Tajuña (1200 MW, overeenkomsten ondertekend) in Spanje, te Amercoeur (420 MW, gepland) in Frankrijk, te Flevo (twee eenheden van 400 MW in onderzoek) in Nederland. U had het niet gemerkt? Electrabel is een Europees bedrijf geworden!

© Siemens

nr 2 energymag | 7

6-13 Market nl.indd 7

19/06/06 18:42:01


MARKET | COVER STORY

Cijfer van de maand

Emis Emissie verminderd met verm 1000% 1000 In 20 ja jaar heeft BASF Antwerpen zijn Antwerp vervuilen vervuilende emissie met bijna 10 1000% verminderd van 4 gram in 1985 tot 0,4 g gr. per kilo product. Een record.

Zandvliet Power en BASF: de grootste warmtekrachtkoppeling van België. hebben standaardtechnologie voorgesteld die elders in de wereld haar nut al had bewezen om zo de werking maximaal te garanderen” voegt hij eraan toe. “De centrale voor warmtekrachtkoppeling bestaat uit één gasturbine SGT5-4000 F (nvdr: vroeger bekend onder de naam V94.3A2) die een elektrisch vermogen ontwikkelt van 264 MWé. De uitlaatgassen van deze turbine, bij een temperatuur van 585°C, dienen om hogedrukstoom te produceren (130 bar) die dan wordt opgeslagen in een stoomturbine met 3 verdiepingen (130 bar, 30 bar en 4 bar) waarbij een elektrisch vermogen wordt toegevoegd van 138 MWé. Er gebeurt geen enkele naverbranding van de uitlaatgassen en het elektrisch rendement werd geoptimaliseerd.” Het effect van het koppelen van elektriciteits- en warmteopwekking wordt verkregen door stoom af te tappen tegen gemiddelde druk voor de variabele behoefte van de BASF-fabriek. “Om 150 t/h af te tappen”, het equivalent van 120 MW warmte, “daalt het elektrisch rendement tot 51.2 % voor een thermisch rendement van 17 %. De rest wordt gecondenseerd in de koeltoren”, preciseert hij. In vergelijking met de netwerken voor de gescheiden productie van elektriciteit en warmte, levert deze warmtekrachtkoppeling een aardgasbesparing op van 11.5 %. Een energiebesparing die goed wordt gecompenseerd door de “warmtekrachtkoppeling certificaten” toegekend door de Vlaamse Regering. Trouwens, “de installatie voldoet reeds aan de normen inzake de uitstoot van NOx en CO van het Vlarem, die toch bekend staan als vrij streng”, bevestigt hij. Welke rentabiliteit mag worden verwacht? “Dat moet worden gevraagd aan Zandvliet Power”, grapt Didier Ollevier, “maar in ieder geval positief en dat voor alle partijen.” verklapt hij. Een mooi voorbeeld van een project voor warmtekrachtkoppeling, hoewel dergelijke projecten hier in België niet talrijk kunnen worden opgezet gezien het lage aantal “zeer” grote stoom- en elektriciteitsverbruikers zoals BASF. Gelukkig dat het gamma van de eenheden voor warmtekrachtkoppeling die worden aangeboden reeds begint aan 4,5 MW. © Alain PIEROT

partnerschap met Essent Energy een centrale voor warmtekrachtkoppeling van 130 MW bouwen op zijn site te Zwijndrecht. Ook in dit geval kaapte de Energiedivisie van Siemens het contract weg. Een GST-centrale van 800 MW - het dubbel van die in Zandvliet! - is voorzien bij Arcelor te Gent. De staalfabrikant is reeds tot daden overgegaan met Gaz de France te Duinkerke, waar een thermische centrale van 790 MW die vorig jaar in gebruik werd genomen, elektriciteit produceert door de verbranding van zowel aardgas als hoogovengas afkomstig van de staalfabriek Sollac, een dochteronderneming van Arcelor. Een deel van de productie voedt de 400.000 bewoners, terwijl een ander deel door de fabriek wordt gebruikt voor de eigen behoefte. Het procédé biedt zo de mogelijkheid om het equivalent van 1,2 miljoen ton broeikasgassen te besparen. Nog recenter kondigde Tessenderlo Chemie van zijn kant aan dat het een stoomgasturbine wil bouwen van 400 MW terwijl Electrabel een centrale voor warmtekrachtkoppeling van 60 MW heeft gebouwd bij papiermaker Stora Enso. Bij Volvo Europa Truck te Gent heeft alweer Electrabel drie windmolens geïnstalleerd die 50% van de elektrische behoefte van de fabriek zullen leveren. Een investering van 10 miljoen €. Het rijtje partnerschappen gaat verder met Nuon dat tegen 2008 wel 500 miljoen euro wil investeren in de bouw van drie centrales voor warmtekrachtkoppeling (met een totale capaciteit van 700 MW, waarvan 220 reeds voorzien bij petroleumbedrijf BRC). Kortom, er komt schot in de zaak. p Jean-François MARCHAND

Een warmtekrachtkoppeling die lijkt op een echte elektriciteitscentrale van het type hoogrendement gasstoomturbine “van 402 MWé bruto voor een elektrisch rendement van 56.4 %”, preciseert Didier Ollevier, Projects Manager bij Siemens, “waarvan 0 à 300 ton/uur stoom van 19 bar tegen 240°C wordt afgetapt voor de warmtebehoefte van de BASFfabriek te Antwerpen”. Een uniek project in België, “door Siemens gebouwd in een recordtijd van 25 maanden, met inbegrip van de 6 maanden tijdens dewelke proeven werden gedaan”, onderstreept de ingenieur. Elke maand wordt effectief gerekend als men een investering van 230 miljoen euro wil rentabiliseren… Aan de basis lag een tender van BASF aan diverse elektriciteitsleveranciers om stoom tegen de beste prijs te krijgen. De oplossing die naar voor kwam was die van warmtekrachtkoppeling. “De bestelling werd doorgegeven in augustus 2002 aan het consortium Zandvliet Power”, voor 50% in handen van Electrabel en voor 50% eigendom van RWE, “en de grootste warmtekrachtkoppeling van België heeft de eerste tonnen stoom en de eerste commerciële elektronen geleverd op 14 augustus 2005, zoals oorspronkelijk voorzien”, stelt Didier Ollevier. “Dankzij de precieze organisatie van Siemens, leverancier van deze sleutel-op-de-deur centrale, werd noch het budget, noch de planning overschreden”. De ingrediënten voor een goede bouwplaats? “Een goede samenwerking tussen de Belgische en Duitse ploegen en een precieze verdeling van de verantwoordelijkheden” vertelt de ingenieur. Binnenkort wordt het eerste kaarsje uitgeblazen voor een zorgeloze werking, “afgezien van een probleem bij het inschakelen van de stoomturbine dat snel werd hersteld”, geeft Didier Ollevier toe. “Wij

p I. Da.

8 | energymag nr 2

6-13 Market nl.indd 8

19/06/06 18:42:13


ACTOREN | MARKET

Schneider wordt een speler inzake Building Automation Schneider Electric breidt zijn activiteiten uit met het technisch beheer van gebouwen. Daarvoor werd de dienstverlening van eerder overgenomen bedrijven, gebundeld. De Franse groep wil zo een hoofdrol spelen op de markt van de Building Automation, dankzij de expertise waarover ze vanaf nu beschikt op het vlak van regeling en gestuurde processen van HVAC, het technisch beheer van gebouwen en veiligheidssystemen. Deze nieuwe expertise vormt een aanvulling op haar erkende knowhow inzake elektriciteitsdistributie en is het resultaat van de recente overnames waarvan de oplossingen nu volledig in het aanbod zijn geintegreerd. We vermelden in dit verband het Zweedse TAC (technisch beheer van gebouwen), het Amerikaanse Andover (toegangscontrole en videobewaking) en het Engelse Satchwell (HVAC engineering). De laatste overname tot op heden: het Duitse Merten, de specialist van intelligente laagspanningsoplossingen voor gebouwen.

EDF Belgium groeit met 44% In 2005 heeft het elektriciteitsvolume dat EDF Belgium in België verkocht de 1,5 TWh (1,5 miljard kWh) overschreden. Een vooruitgang met 44% in vergelijking met 2004, een jaar waarin een groei werd opgetekend van 35%. Het aantal beleverde sites is in diezelfde periode verdrievoudigd, onder meer dankzij het aanbod aan de KMO’s (15% van de portefeuille). Met een marktaandeel van 1,6% - tegen 90,6% voor de historische operators - komt EDF Belgium, de enige leverancier die voor 100% op bedrijven is gericht, aan het hoofd van de “nieuwkomers” op de Belgische markt. EDF Belgium produceert ook elektriciteit in ons land via zijn deelname voor 50% in de kerncentrale van Tihange 1.

Virgin Express rust toestellen uit met brandstofbespaarders Virgin Express is de eerste luchtvaartmaatschappij ter wereld die winglets gaat installeren op haar Boeing 737-300. De lowcost carrier heeft tot deze grote investering besloten omdat de verticale verlenging van de vleugels het kerosineverbruik aanzienlijk inperken. Een investering die moet zijn afgeschreven in 2,5 jaar.

AMEC SPIE GAAT OVER IN ANDERE HANDEN De Britse groep Amec heeft op 22 mei zijn dochter Amec Spie overgelaten aan het Franse investeringsfonds PAI Partners. Het bedrag van de operatie beloopt 1,04 miljard euro. De operatie zou moeten worden afgerond in de loop van het derde trimester. Amec Spie is aanwezig in de elektrische, mechanische en HVAC engineering, energie, communicatienetwerken en railinfrastructuren en behaalde in 2004 een nettowinst van 115,7 miljoen euro met een effectief van 23.000 werknemers op het Europese vasteland. Amec Spie Belgium, dat net een multitechnieken contract heeft kunnen afsluiten in de chemische sector (Syngenta Chemicals), is ook betrokken bij deze overgang.

CARRIER EN SPE VERHOGEN PRIJZEN De specialist van de klimaatregeling en de koeling kondigt een prijsstijging aan van 5 % op het volledige commerciële aanbod van HVAC vanaf 22 mei. De reden? De recordstijging van de koperprijs sinds het begin van dit jaar. Deze prijsverhoging zal gevolgen hebben in Europa, het Midden-Oosten en Afrika. De nummer 2 van de Belgische elektriciteitsmarkt (met een marktaandeel van 10%), SPE-Luminus, voornaamste concurrent van Electrabel dus, is van zijn kant ook gedwongen om zijn prijzen aan te passen omwille van de “belangrijke prijsstijgingen van petroleum en gas op de internationale markten”. Het bedrijf schrijft een verlies van 15 miljoen € voor 2005 toe aan het feit dat het quasi geen nucleaire productie heeft in tegenstelling tot Electrabel en af te rekenen krijgt met een sterke stijging van de productiekosten. Gevolg: een tariefstijging met gemiddeld 7% voor de elektriciteit en met 3,6% voor het gas. Vandaag zijn SPE en Luminus tot één structuur geïntegreerd.

HANSSEN OVERGENOMEN DOOR SUZLON ENERGY Indische industriëlen zijn behoorlijk actief in ons land. De producent van tandwielvertragers Hanssen Transmissions Int. NV is zopas overgenomen door Suzlon Energy Limited, een Indische groep die in Azië de sterkste groei kent en die gespecialiseerd is in windenergie. De operatie ter waarde van 465 miljoen €, werd op 17 maart van dit jaar geofficialiseerd. Met deze overname bevestigt Suzlon Energy zijn ambitie om een wereldfabrikant te worden van windturbines. “Deze overname stelt ons in staat om de technologie van de tandwielkasten te integreren in de

ontwikkeling van onze windturbines” verklaarde Tulsi R. Tanti, voorzitter van de raad van bestuur van Suzlon Energy. Het bedrijf dat volgens Suzlon zal worden beheerd als een zelfstandige entiteit, zal de groep de mogelijkheid bieden om zijn activiteiten op de Aziatische markt nog sterker te ontwikkelen. Matts Lundgren, de CEO van Hanssen Transmissions, verheugt zich van zijn kant op deze overname en zegt dat die “het vertrouwen van Suzlon bevestigt in de toekomstgerichte ontwikkeling van het bedrijf”. Hanssen beschikt over twee fabrieken in België en stelt 1.200 mensen tewerk.

HONEYWELL KRIJGT DE FROST & SULLIVAN AWARD Op 21 maart laatstleden kreeg Honeywell de Industry Innovation & Advancement Award 2006 van de consultant Frost & Sullivan voor zijn leadership op het vlak van energiediensten aan bedrijven. Honeywell wordt zo beloond als energy services company (ESCOs) die de benchmarks van expertise bepaalt op het vlak van diensten gericht op het verminderen van het energieverbruik en aanverwante kosten. Het bedrijf wordt ook beloond voor de ontwikkeling, in de marge van de prestatiecontracten, van financieringsformules van het type derde investeerder voor tal van projecten in de meest diverse sectoren. Een formule die ook bij ons wordt toegepast, zoals u kunt lezen op pagina 32.

HET DUITSE LINDE SPRINGT OVER AIR LIQUIDE HEEN Air Liquide verliest de eerste plaats in de wereld in de sector industriegassen ten voordele van de Duitse groep Linde. Die laatste heeft zijn Britse concurrent BOC overgenomen voor ongeveer 12 miljard euro. BOC is aanwezig in Azië-Pacific, Afrika en China. Linde daarentegen is gevestigd op het Europese vasteland en in Latijns Amerika.

EEN MINI-ZONNECENTRALE VOOR BELPOWER Belpower, de energieafdeling van de groep Reibel, heeft pas een mini-zonnecentrale in het OostVlaamse Kaprijke geplaatst. Hij is gemonteerd op het dak van een gebouw van de gemeente en zal een theoretisch vermogen leveren van 29.559 kWh. Een bescheiden capaciteit, maar de operatie is wel erg origineel: het betreft een partnerschap tussen de openbare en de private sector dat de productie van groene elektriciteit wil ontwikkelen door gebruik te maken van de zon. Belpower financiert inderdaad de operatie en de gemeente Kaprijke doet niets anders dan de ruimte aan het bedrijf verhuren. Belpower wordt zo een producent van elektriciteit die hij aan het net zal verkopen. Het bedrijf wil 3 à 5 dergelijke stations plaatsen vóór het einde van het jaar, voornamelijk in Vlaanderen waar het “groene certificaat” voor de productie van elektriciteit op basis van de zon 450 € bedraagt, tegenover 95 € in Wallonië en 140 € te Brussel.

nr 2 energymag | 9

6-13 Market nl.indd 9

19/06/06 18:42:41


kort [ OFFICE ] Kantooruitrusting als mikpunt De Europese Commissie onderhandelt momenteel over een nieuw akkoord met de Verenigde Staten betreffende het Energy Star-programma dat in 2001 werd opgestart om de energetische efficiëntie van kantooruitrustingen te promoten: computers, schermen, fotokopieertoestellen, printers, faxtoestellen… Het doel is om te vermijden dat commerciële belemmeringen een obstakel vormen voor de gemeenschappelijke wil om in te grijpen op deze post die steeds meer energie verbruikt (5% van het elektriciteitsverbruik in Europa), zowel op het niveau van de ondernemingen, als op dat van de privé-personen… Het akkoord zou moeten uitmonden in het aannemen van ambitieuzere gemeenschappelijke normen en een etikettering die de aankoopverantwoordelijken kan aansporen tot het kiezen van uitrustingen die beter presteren op energievlak.

[ O&O ]

[ FOCUS ]

Kernenergie verhoogt de druk Alle professionals van de energiesector hebben de aanhoudende wil kunnen vaststellen om het dossier van de kernenergie terug op tafel te brengen. In ons vorig nummer hadden we het er al over in verband met de verklaring van voorzitter Barraso. En de beweging wordt groter. De twintigste verjaardag van de Tsjernobyl-ramp, de manoeuvres van Iran of de kwestie van het ingraven van laag radioactief afval in het noorden van het land, alles is koren op de kernenergiemolen. In de media vindt men alle gebruikelijke argumenten pro en contra. Als we de recente politieke mededelingen mogen geloven (zie de recente verklaringen van Tony Blair) en de industriële aankondigingen van projecten of nucleaire programma’s, hebben de eersten (voorlopig?) de wind in de zeilen. We zien het in Finland met het eerste bouwproject voor een centrale van de derde generatie (EPR), idem in Frankrijk met een ontwerp voor een EPR-reactor in Flamanville (Manche), in Japan waar vijf nieuwe kerncentrales zijn gepland tegen 2010, in China waar 40 centrales zijn voorzien, in India waar 15 eenheden werden geprogrammeerd… Overal in Europa, van Portugal tot Noorwegen via Nederland, Italië, Duitsland en Groot-Brittannië laaien de debatten op. Het leidt tot een steekspel waarbij het (niet altijd) rustig aan toe gaat, zoals blijkt uit het laatstgenoemde land waar het parlement wordt gespleten door een met vitriool geschreven rapport dat resoluut tegen de heropstart van de kernenergie is met de titel “Keeping the lights on: nuclear, renewa-

bles and climate”. Onder de titel “Low-Carbon Diet without Nukes in France”, een andere studie van mei laatstleden, levert het Amerikaans onderzoeksinstituut Institute for Energy and Environmental Resarch (IEER) er nog een bijdrage aan toe en veegt alle argumenten van de voorstanders van tafel. Het legt de nadruk op de fabelachtige kosten verbonden aan de beveiliging, de realisatie en inmiddels de ontmanteling van de nutteloze centrales. Tegelijkertijd - is het wel toeval? - kondigt men aan dat de grondstof van kernenergie, de fameuze gele taart (uraniumoxyde) recordprijzen bereikt die bijna 6 keer hoger liggen dan die van 2000 en dat de langetermijncontracten voortaan worden onderhandeld tegen hogere tarieven dan tijdens de crisis van 1978! Er wordt zelfs gezegd dat men bijna van schaarste kan spreken. Op dit ogenblik zijn er 441 nucleaire reactors in gebruik in de wereld en ze verzekeren 16% van de elektriciteitsproductie wereldwijd.

Een productieve vertrager Een Brits bedrijf heeft na twaalf jaar onderzoek een vertrager ontwikkeld die energie produceert. Middels een inrichting bestaande uit drie mobiele plaatjes, kan deze nieuwe uitrusting, een soort “elektrokinetische hellende rijstrook”, gebruik maken van de doorgang van voertuigen om door hun gewicht op te slaan, tussen 5 en 20 kW elektriciteit te genereren. Talloze tests uitgevoerd in reële situaties, hebben aangetoond dat het systeem niet gevaarlijk is en dat het efficiënt is en zonder akoestische nadelen voor de omgeving. Tweehonderd gemeenten hebben al belangstelling laten blijken voor deze nieuwe formule die verkeersveiligheid combineert met energiebeheer.

[ PROSPECTIVE ] Elektriciens bang voor grote stap Een sprong in het onbekende, als we de 8ste editie mogen geloven van het onderzoek dat PricewaterhouseCoopers heeft uitgegeven onder de titel “The Big Leap” en waarin werd gepeild naar hoe wordt gedacht over de sector van de elektrische energie. 116 bedrijfsleiders van de 98 grootste ondernemingen van de sector in 43 landen (Europa, Amerika, Azië-Stille Oceaan, Afrika en Midden-Oosten) hebben hun gedachten toevertrouwd aan de mensen van het onderzoeksbureau. Uiteraard is het klimaat niet echt optimistisch en sereen. Een meerderheid verwacht diepgaande veranderingen in de loop van de volgende jaren. Waar ze vooral voor vrezen, is een aantal onbekende elementen die voornamelijk voortkomen uit bevoorradingsproblemen en uit strategieën om de klimaatveranderingen en de achteruitgang van het leefmilieu te bestrijden. Wat het laatste punt betreft, vreest men dat de technische en strategische oplossingen een beetje te laat komen. En dus dat een aantal moeilijkheden zal toenemen, zoals het risico op black-out. Een relatief nieuwe bezorgdheid binnen het kader van dit onderzoek dat met regelmatige tussenpozen door PWC wordt uitgevoerd. The Big Leap: Utilities global survey 2006 April 2006 - 64 pagina’s - In het Engels - www.pwc.fr

10 | energymag nr 2

6-13 Market nl.indd 10

19/06/06 18:42:43


EUROPE | MARKET

Een ruit die zonne-energie opvangt Shimizu Corp. en Sharp hebben gezamenlijk een ruit ontwikkeld die overdag zonne-energie opslaat onder vorm van elektriciteit en’s nachts licht afgeeft. Deze ruit die 60 x 10 x 1,6cm meet, is transparant. Zij is nochtans over de hele oppervlakte bedekt met een 2 micron dikke siliciumlaag en 320 LED’s (lichtgevende dioden) die een wit/blauwachtig licht afgeven. Met deze ruit kan 7% van de zonne-energie worden omgezet in elektriciteit (vergelijkbaar met het klassieke rendement van fotovoltaïsche cellen op basis van silicium). Zij kan ’s nachts ongeveer 4,6 uur aan één stuk door licht afgeven. Toepassing: kantoren en winkels.

Stijging van energieprijzen tast winst aan Terwijl de energiegroepen haasje over springen aan de top van de beste financiële resultaten (saldo Suez gestegen met 48,1% in 2005), moeten andere afzien. De reden? De hoge energieprijs, natuurlijk. Zo heeft Dow Chemical, de grootste chemiegroep ter wereld, op 27 april laatstleden een daling van haar winst tijdens het eerste trimester aangekondigd van 10%, toe te schrijven aan de stijgende energiekosten en grondstofprijzen die de stevige resultaten in de kunststoffensector weggevaagd. Dow heeft gepreciseerd dat deze kosten 800 miljoen dollar meer bedroegen dan in de overeenstemmende periode in 2005. Om dezelfde redenen heeft DuPont, de nummer twee van de sector, vorige week een winstdaling gepubliceerd van 18%.

Cijfer van de maand

Dow Chemical

-10%

ZUID-EUROPA HEEFT SCHITTERENDE PLANNEN MET DE ZON Het Iberisch schiereiland lijkt wel gebeten door zonne-energie. Vooral Spanje heeft zopas enkele belangrijke opties genomen op dat vlak. De nieuwe “technische bouwcode” die de Spaanse regering heeft aangenomen, legt het gebruik van zonneboilers op voor alle nieuwe gebouwen (zonne-energie moet in de toekomst 30 à 70% dekken van de behoefte aan warm water), evenals fotovoltaïsche zonnecellen om een minimum te dekken van de energiebehoefte ervan. De privé-sector blijft niet achter, want de grootste Spaanse bank (SCH) en BP Solar hebben een investering aangekondigd van 160 miljoen euro voor de installatie van niet minder dan 278 fotovoltaïsche zonne-installaties met een gecumuleerde capaciteit van 18 à 25 MW. Om er zeker van te zijn dat deze inspanningen in verband met zonne-energie niet onopgemerkt blijven, gaat Spanje beginnen aan de bouw van de hoogste zonnetoren van Europa: een glazen structuur van 750 meter hoog en een oppervlak van 350 hectare die zal werken als een warmtecollector. Ze zal de turbines voeden die een elektrisch vermogen zullen genereren van 40 MW. Budget: 240 miljoen €. Portugal van zijn kant kondigt de bouw aan van een reusachtige zonnecentrale op 200 kilometer van Lissabon. De centrale zal niet minder dan 52.000 fotovoltaïsche modules bevatten en zal een productiecapaciteit hebben van 11 MW! Opdrachtgevers: GE Energy Financial Services, PowerLight Corporation en Catavento Lda

ENERGIE-EFFICIËNTIE: EEN CERTIFICAAT VOOR DE PRODUCTEN VOOR AUTOMATISERING, REGELING EN HET TB VAN GEBOUWEN Ter gelegenheid van de Beurs Light & Building, heeft eu.bac (Europese vereniging van speerpuntbedrijven in het domein van automatisering, regeling en TBG) officieel laten weten dat het mechanisme via hetwelk fabrikanten van regelsystemen en automatiseerinrichtingen voor gebouwen hun producten kunnen laten certificeren, operationeel is. De certificaten, door onafhankelijke laboratoria toegekend voor 5 jaar - het Engelse ASTA-BEAB, het Duitse WSPCert en het Franse CSTB - hebben tot doel de professionals (economisten, ingenieursbureaus, bouwheren en uitbaters) te verzekeren dat de producten en automatise-

ringssystemen voor gebouwen de richtlijnen en de Europese normen naleven inzake energie-efficiëntie van gebouwen. Het certificeren zal vanaf november 2006 beginnen.

www.eubac.org

EEN WEBSITE VOOR DE RICHTLIJN ENERGIEPRESTATIE VAN GEBOUWEN. Met de steun van de Europese Commissie werd een website gemaakt voor de Richtlijn Energieprestatie van Gebouwen (EPBD Buildings Platform). Deze site biedt bezoekers nieuwsbrieven aan, gespecialiseerde papers over het onderwerp, databanken met publicaties, normen, software én er is een vragenafdeling met betrekking tot de richtlijn Energieprestaties. www.buildingsplatform.org

GAZPROM WEEFT ZIJN WEB IN EUROPA Gazprom gaat zijn aandeel in het consortium Wingas Gmbh verhogen tot 50% min één tegenover de huidige 35% om de Duitse gezinnen beter van aardgas te voorzien. Het bedrijf gaat trouwens in samenwerking met BASF (Duitsland) de gemengde onderneming Wingas Europa creëren en zo zijn gas direct verkopen aan andere Europese consumenten. Al sinds lang zoekt Gazprom een mogelijkheid om de markt van het oude continent te penetreren via toenaderingen of overnames, die telkens weer leiden tot ongerustheid en protest van de regeringen die aan het bewind zijn. Er is immers niet enkel gas en olie, Gazprom wil ook gaan diversifiëren in de richting van elektriciteit door aandeelhouder te worden van centrales in Europa.

SIEMENS KIEST VOOR KOLENVERGASSING De afdeling Siemens Power Generation heeft recent de kolenvergassingsactiviteiten overgenomen van de Zwitserse groep Sustec. Siemens breidt zo zijn aanbod uit naar geïntegreerde vergassingscentrales voor kolen, de toekomstoplossing voor de milieuvriendelijke elektriciteitsproductie op basis van kolen. De mogelijkheid om met een goed rendement elektriciteit, waterstof, chemische producten of andere combinaties te produceren, zonder luchtvervuiling en mits de potentiele eliminatie van broeikasgassen, maakt van vergassing één van de meest veelbelovende technologieën voor de toekomst. Om de ontwikkeling en de proeffasen van deze nieuwe technologie te versnellen, plant Siemens de bouw van een centrale voor kolenvergassing van 1000 MW te Spreetal (Duitsland). Wordt vervolgd.

nr 2 energymag | 11

6-13 Market nl.indd 11

19/06/06 18:42:59


kort [ INVESTMENT ] Hulp bij Energie-investeringen, een nuttige circulaire In maart 2004 bepaalde de publicatie van het decreet Kubla met betrekking tot de stimulansen bestemd voor de bevordering van de leefmilieubescherming en het duurzaam energiegebruik de spelregels voor hulp bij “groene” investeringen in het Waalse Gewest. Een regering later, in december 2004, verfijnt het Besluit Marcourt het werk en compliceert de interpretatie van de richtlijnen, toegepast voor de berekening van de hulp toegekend aan bedrijven die willen investeren in een duurzaam energiebeheer. De Waalse Administratie voor de Energie (DGTRE) heeft, met de hulp van de Cwape, een interpreterende circulaire opgesteld die de zaken in verband met “Energiehulp” wat moet verduidelijken op het terrein. Op het ogenblik dat wij dit schrijven, werd het document nog niet formeel goedgekeurd door de Minister, maar het zou kandidaat-investeerders toch al kunnen helpen bij het voorbereiden van hun dossiers. Info: m.schippers@mrw.wallonie.be

[ NOORD - ZUID ] Belgische regeling voor biobrandstoffen Communautaire herrie begin mei omwille van een wetsontwerp over de biobrandstoffen dat werd aangenomen door de Kamercommissie. Enkele wijzigingen op het laatste ogenblik boorden het Waalse project van BioWanze de facto de grond in. De Waalse ministers Lutgen (leefmilieu), Antoine (energie) en Marcourt (economie) waren woedend. Didier Reynders werd gesommeerd een eerbare uitweg te vinden en hij toverde een typisch Belgische oplossing uit zijn hoed. Het nieuwe project dat eind mei werd ingediend voorziet, zoals gepland, dat er twee Europese tenders worden gelanceerd, één voor bio-ethanol en een andere voor biodiesel. Voor elk van de producten kunnen minimum 2 en maximum 4 producenten worden weerhouden. Het volume toegekend aan een producent mag niet hoger zijn dan 75 %. Om de Waalse projecten (te Wanze en te Feluy) een kans te geven, werd eenvoudig besloten om de hoeveelheden te verhogen waarvoor de tenders zullen worden gelanceerd. Voor bio-ethanol gaat men van 192 naar 250 miljoen liter. Probleem opgelost.

[ FOCUS ]

Groene elektriciteit op het kruispunt der wegen Verbijstering en verwarring midden mei in het Naamse tijdens een overzicht van de stand van zaken van het systeem van de groene certificaten (GC) voor de professionals van de productie van groene elektriciteit. De grafiek voorgesteld door de Cwape, de Waalse regulator, toont voor 2007 een groot onevenwicht tussen de vooruitzichten van toegekende (de verwachte productie van groene elektriciteit) en de terug te geven groene certificaten (op grond van de quota’s van groene productie). Het verschil tussen de eerste en de tweede werd geschat op enkele honderdduizenden GC. Voor de professionals van de sector is dat zoveel als zeggen dat het bemoedigend evenwicht tussen aanbod en vraag dat tot dan de overhand had en de waarde van het GC deed oplopen tot ongeveer 92 €, sterk in gevaar wordt gebracht met als gevolg de instorting van de markt van de GC. De grootste oorzaak is de overrompeling van de markt van “groene” elektriciteitsproductie door een reeks grote projecten die op kruissnelheid zijn gekomen, zoals de centrale van Les Awirs (Electrabel, biomassa 80 MW). Het gevolg is een vloed van GC in het vooruitzicht, terwijl de quota voor groene productie opgelegd aan de leveranciers in 2007, nog slechts 7% zal bedragen (min de enkele procenten korting toegestaan aan de grote Waalse consumenten die akkoorden hebben ondertekend per bedrijfstak). De verschillende maatregelen die de Waalse Regering pas heeft genomen voor de periode 2008-2012 zullen pas in 2008 operationeel zijn. Daarbij onder meer het buiten beschouwing laten van de reeds afgeschreven grote - historische - installaties (bio-

massaproductie van meer dan 20 MW). Een beslissing waarmee de eerste geviseerde, Electrabel, zeker niet blij is. Het bedrijf laat duidelijk verstaan dat onder deze voorwaarden de toekomstige projecten voor conversie naar biomassaproductie - type Awirs - wel eens verloren zouden kunnen gaan en dat zelfs de centrale van Les Awirs zelf in vraag kan worden gesteld! Op dit ogenblik zorgt die centrale op haar eentje voor een vierde van de productie van de groene certificaten. In ieder geval zal de komende periode zeer waarschijnlijk nogal turbulent zijn, vermits het marktevenwicht nog verder kan worden verstoord door de start van het project Südzucker voor de productie van bio-ethanol te Wanze (BioWanze), voor zover dat het erin slaagt zich te doen gelden tijdens de Europese tender. Of door de inwerkingtreding van de off-shore windmolenprojecten zoals dat van C-Power dat op zich alleen al kan betekenen dat er één of twee miljoen groene certificaten per jaar op de markt worden gebracht! De nieuwe Waalse maatregelen voorzien uiteraard een voorwaardelijke erkenning van de groene certificaten afkomstig van het federale niveau of de andere gewesten, maar de beslissing zal niet zonder politieke gevolgen blijven. Natuurlijk heeft de Waalse Regering er ook geen belang bij dat het verstoorde evenwicht op de markt van de GC tal van “groene” producenten hun toevlucht doen nemen tot de productiehulp die hen gedurende 120 maanden (of ten minste in functie van de meerkost) een minimum aankoopprijs garandeert van 65 € per groen certificaat… op kosten van de belastingbetaler.

[ MARKT ] Febeliec vraagt meer concurrentie De federatie van grote industriële energieverbruikers (Febeliec) vraagt meer concurrentie (en transparantie) op de elektriciteitsmarkt. De Belgische markt blijft “sterk geconcentreerd en verticaal geïntegreerd en de prijsmechanismen blijven duister. Hetzelfde geldt trouwens voor de aardgasmarkt; de interacties tussen beide markten nemen trouwens steeds toe”, stelt het communiqué van Febeliec. De federatie vraagt een volledige scheiding tussen de gereguleerde activiteiten en de activiteiten die aan concurrentie onderhevig zijn in de gas- en elektriciteitssector. “De groep Suez moet zich, net als elke andere producent en leverancier, volledig en zo snel mogelijk ontdoen van zijn aandelen in Elia en Fluxys. Dit geldt tevens voor de beheerders van de distributienetten”. Febeliec vraagt ook een beperking van de perverse effecten van het beleid inzake klimaat en leefmilieu op de elektriciteitsprijzen (o.a. de uitwisseling van emissierechten en “windfall profits”, kosten voor hernieuwbare energie en warmtekrachtkoppeling). Tot slot vraagt Febeliec de Belgische (en Europese) overheden om een “strategische, coherente, geïntegreerde en geharmoniseerde visie te ontwikkelen van het energiebeleid om de ontwikkeling te verzekeren van de energie-intensieve industrie in Europa en in ons land”.

12 | energymag nr 2

6-13 Market nl.indd 12

19/06/06 18:43:07


BELGIE | MARKET

Emissierechten

VLAAMS ENERGIELANDSCHAP

De Vlaamse Regering keurde op 31 maart het voorstel van Vlaams Toewijzingsplan CO2 emissierechten 2008-2012 goed. Dit is een eerste, belangrijke stap voor de betrokken ondernemingen om in de tweede handelsperiode (2008-2012) van het Protocol van Kyoto actief emissierechten te kunnen verhandelen. Het toewijzingsplan bepaalt enerzijds hoeveel emissierechten voor de uitstoot van het broeikasgas CO2 er tijdens de tweede handelsperiode (2008-2012) verdeeld worden tussen de deelnemende sectoren en bedrijven, en anderzijds de wijze waarop deze emissierechten aan elke individuele bedrijfsinstallatie worden toegewezen. In Vlaanderen zullen in de periode 2008-2012 ongeveer een tweehonderdtal energieintensieve bedrijfsvestigingen uit diverse sectoren zoals chemie, staal, voeding, textiel, petroleum, metaalverwerking, glas, papier, hout en baksteen, deelnemen aan het emissierechtensysteem.

Op 1 april 2006 is het Vlaams Energieagentschap van start gegaan. Het neemt alle taken op het gebied van energie over van de voormalige Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie (ANRE) van het Vlaams ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Het agentschap werd ingedeeld in het nieuwe Vlaams Ministerie van Leefmilieu, Natuur en Energie. Deze nieuwe structuur kadert in de BBB reorganisatie van de Vlaamse overheid. Alle bestaande (e-mail)adressen en telefoonnummers van de medewerkers van het Vlaams Energieagentschap blijven voorlopig behouden.

Brainstormen over energieprestatiecertificaat De Europese richtlijn 2002/91/EC verplicht de EU-lidstaten een energieprestatiecertificaat voor gebouwen in te voeren. Het VITO (Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek) voert momenteel een studieopdracht uit naar de mogelijkheden en de beperkingen van een dergelijk certificaat. In het kader daarvan organiseerde het samen met IFMA (International Facility Management Association) en BEMAS (Belgian Maintenance Association) in Elewijt een gesprekavond. Er kwamen heel wat vragen uit de praktijk naar voor. De conclusies worden in de studie opgenomen. In Vlaanderen is het energieprestatiecertificaat al verplicht bij nieuw vergunde gebouwen, in 2008 ook voor alle publieke gebouwen en bij de verkoop van woongebouwen en tegen 2009 bij de verkoop van niet-woongebouwen en de verhuur van woongebouwen. Brussel en Wallonië toonden wel belangstelling voor de Vlaamse regeling, maar dit impliceert niet noodzakelijk dat hun uiteindelijke reglementering een kopie van de Vlaamse zal zijn.

EPB-DECREET De Vlaamse regering wil grondige wijzigingen aanbrengen aan het EPB-decreet van 7 mei 2004 en het EPB-besluit van 11 maart 2005, de regelgeving betreffende energieprestaties en binnenklimaat van gebouwen. De wijzigingen beogen een verbetering van de praktische implementeerbaarheid van de regeling. Het voorontwerp van decreet heft het bestaande EPB-decreet op en vervangt het volledig omdat “de door te voeren aanpassingen verplichten tot een wijziging van quasi alle artikelen van het Energieprestatiedecreet“. Een van de vele wijzigingen is dat documenten betreffende EPB (startverklaring en EPB-aangifte) niet meer bij de gemeenten moeten worden ingediend maar bij de administratie, het Vlaams Energie Agentschap, met een automatische verwerking in de energieprestatiedatabank. Gemeenten moeten op het gebied van EPB enkel aan de energieprestatiedatabank een lijst bezorgen van de afgeleverde vergunningen. Zij moeten verder geen EPB-documenten meer bijhouden. In zijn advies hierover stelt de SERV onder meer het geen goede zaak te vinden dat volgens de nieuwe tekst de bouwheren tot na de ingebruikname van het gebouw geen enkel signaal van de overheid krijgen dat het gebouw met de voorziene maatregelen al dan niet aan de EPB-eisen voldoet. Enkel na het afwerken van het gebouw krijgt de bouwheer van de overheid te horen of zijn gebouw voldoet aan de EPB-eisen. Voldoet het gebouw niet, dan moet de bouwheer zonder meer een boete betalen. Volgens de SERV moet de bouwheer in een vroeg stadium, namelijk op een moment dat de plannen nog bijgesteld kunnen worden, meer garanties krijgen dat zijn gebouw aan de EPB-eisen zal voldoen.

BRANDSTOFCELLEN E-Vision en VITO kondigden op 13 april de start aan van een strategische samenwerking rond ontwikkeling en commercialisatie van alkalische brandstofcelsystemen. Op basis van 30 jaar Vlaamse technologieontwikkeling heeft

E-Vision de laatste stap gezet naar marktrijpe brandstofcelsystemen. Tot op heden is E-Vision de enige producent in Europa die bedrijfsklare alkalische brandstofcelsystemen op de markt kan brengen. De alkalische brandstofceltechnologie biedt een aantal voordelen, zoals bijvoorbeeld kostprijs en rendement, ten opzichte van de beter bekende zure technologie. VITO heeft als onderzoeks- en ontwikkelingscentrum een grote kennis in huis op het vlak van energietechnologie in het algemeen en van brandstofceltechnologie in het bijzonder. Daarnaast heeft VITO specifieke knowhow ontwikkeld rond systeemintegratie van brandstofcelsystemen. Het doel van deze samenwerking is om de bestaande systemen verder te optimaliseren en de alkalische brandstofceltechnologie wereldwijd te introduceren. De strategische samenwerking creëert een hoogtechnologisch platform voor de commercialisering van Vlaamse technologie in een internationaal kader. De partners zullen op korte termijn met een aantal demonstratieprojecten starten.

NIEUWE LEVERANCIER VOOR ELEKTRICITEIT Op 14 maart kreeg E.ON Sales & Trading een licentie van de VREG: “Aan E.ON Sales & Trading GmbH met maatschappelijke zetel Karlstrasse 68, 80335 München, wordt een leveringsvergunning toegekend voor de levering van elektriciteit via het distributienet aan in aanmerking komende afnemers in het Vlaamse Gewest.” E.ON Benelux (en haar Belgische dochter E.ON Belgium) en E.ON Sales & Trading bedienen verschillende klantensegmenten, verklaart ons de spreker van het bedrijf. E.ON Sales & Trading bedient uitsluitend grote klanten, met focus op de energieintensieve branches en paneuropees werkende bedrijven, maar ook gemeentelijke of regionale distributeurs. In de hele Benelux-markt werken E.ON Sales & Trading en E.ON Benelux nauw samen. Omwille van de verschillende klantensegmenten waren er wel twee afzonderlijke licenties nodig.

EEN UNIEKE NETWERKBEHEERDER IN VLAANDEREN Sinds 1 april 2006 wordt het beheer van het netwerk voor elektriciteits- en gasdistributie in Vlaanderen verzekerd door Eandis, dat de enige operator wordt. Het bedrijf dat opkomt voor de distributie-intercommunales (Gaselwest, Imewo, Intergem, Sibelgas, Iverlek, Iveka, Igao et Imea) omvat Gedis (de vroegere operator van de intercommunales), Electrabel Netten Vlaanderen en het platform Indexis (meten). Een hergroepering die wat meer duidelijkheid brengt op de markt. Vergelijkbare projecten worden onderzocht op Brussels en Waals niveau.

nr 2 energymag | 13

6-13 Market nl.indd 13

19/06/06 18:43:21


MARKET | PORTRET

Transport

ELIA, de douanier van het hoogspanningsnet Het gebeurt niet vaak dat een nieuw bedrijf amper enkele maanden na de oprichting ervan het volledige transport moet verzorgen van een in deze tijden uiterst vitale energiebron van een land zoals elektriciteit. Bovendien moet die onderneming regels aanvaarden die tot dan absoluut ongebruikelijk waren en voortaan nauwgezet worden gecontroleerd.

ze via hun toegangspunten al evenveel virtuele grensposten geworden voor nieuwkomers op de vrijgemaakte markt. En iedereen weet welke rol de douanerechten kunnen spelen in een concurrentieel systeem. Vandaar de eis van de EU van een boekhoudkundige scheiding (richtlijn van 1996) en nadien de juridische scheiding (richtlijn van 2003) tussen de activiteiten productie, transport en levering van elektriciteit (unbundling). Enkele omzettingen van richtlijnen later, midden 2001, werd de oprichtingsakte van het nieuwe bedrijf Elia getekend, om te voldoen aan deze vereiste. Het officialiseert in zekere zin de scheiding der machten tussen producenten/leveranciers en het beheer van het transportnet. In september 2002 werd Elia System Operator door de regering aangewezen als enige beheerder van het elektriciteitsnet (GRT) voor België. De aandelen zijn voor 30% in handen van Publi-T, een holding van Belgische gemeenten, en voor 70% in handen van de twee historische producenten (64% voor Electrabel, 6% voor SPE). Behalve in gespecialiseerde kringen werd er nooit veel gesproken over het hoogspanningstransport in België. Als er geen elektriciteitsmasten en hoogspanningslijnen waren die duidelijk zichtbaar zijn, zou dit een business zijn waar de gewone sterveling nooit over gehoord zou hebben. Er was een liberalisering van de elektriciteitsmarkt nodig opdat het transport van elektriciteit niet enkel een essentiële, maar ook een strategische activiteit zou worden.

Een activiteit in het centrum van een energiesysteem dat een copernicaanse wending ondergaat. Scheiding der machten Met de opening van de markt, veranderden de netwerken voor het elektriciteitstransport bruusk van statuut. Van eenvoudige overbrengers ten dienste van de historische operatoren (in België was dat Electrabel) die er meestal eigenaar van waren, zijn

Een “facilitator” onder controle Het nieuwe bedrijf staat vanaf het begin aan het hoofd van een netwerk van meer dan 8000 km lijnen. Dat omvat alle infrastructuur van het Belgische netwerk van 150 tot 380 kV en bijna 94% van het netwerk van 30 à 70 kV. Opdracht: het onderhoud en de ontwikkeling ervan verzekeren, de toegang tot het net op “eenvoudige, objectieve en transparante manier” toestaan, de aansluiting voorzien van elektrische installaties

14 | energymag nr 2

14-15 Elia nl.indd 14

19/06/06 18:22:58


PORTRET | MARKET

bestemd voor het inbrengen en afnemen van elektriciteit, 24h/24 het evenwicht verzekeren tussen verbruik en elektriciteitsproductie… Met als bonus een functie van “marktfacilitator”: wat zoveel is als zeggen dat het nieuwe bedrijf niet alleen zijn monopolie niet mag gebruiken om de toegang voor andere spelers op de markt af te sluiten, maar dat het ook wordt verzocht alles in het werk te stellen om hun taak te vergemakkelijken. Om daarover te waken is er de “politieagent” CREG (Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas). Tijdens de eerste jaren na de vrijmaking van de markt bleek al dat die waakzaamheid niet overbodig was. Of men nu wil of niet, de invloed van de historische operator blijft immers een realiteit waaraan men zich moet aanpassen, en dat geldt zeker met betrekking tot Elia. Het hele systeem dat werd opgezet draagt immers de stempel van Electrabel dat de oprichting ervan van A tot Z heeft “geïnspireerd” en begeleid. Het is ook al niet verbazingwekkend dat bij de twaalfhonderd medewerkers die het basisteam uitmaken van Elia de cultuur van de historische operator doorschemert. Wel is het zo dat Electrabel omwille van de regels van Corporate Governance, nog slechts beschikt over 3 mandaten van de 12 in de raad van bestuur. De beursgang in 2005 van 40% van het kapitaal van Elia heeft het belang van de reus Suez op het net aanzienlijk verminderd (vandaag nog 27,45%). Nieuw vak Blijft dat het landschap aanzienlijk veranderd is sinds de vrijmaking van de markt. De nieuwe netbeheerder moet een bijna totaal nieuw vak uitoefenen. Hij moet nieuwe contracten definiëren (en uitproberen) aangepast aan de nieuwe commerciële omstandigheden, de modules voor de berekening van de rentabiliteit herzien, nieuwe marktmechanismen ontwikkelen, nieuwe technische verplichtingen aanvaarden (onder meer door de snelle vermenig-

vuldiging van nieuwe gedecentraliseerde productie-eenheden), nieuwe internationale partnerships uitdenken,… Dat alles op een streng gereguleerde markt waar transparantie wordt gezien als een kardinale deugd. We zijn hier ver verwijderd van de werking van een overheidsmonopolie, die onzichtbare verticaal geïntegreerde monopo-

listische sector met “all in” contracten. Voor een jong bedrijf is een makkelijker begin mogelijk. De “douanier” van de hoogspanning heeft heel wat werk voor de boeg. p Jean Cech

Kust Energie Netwerk

Elia klaar voor de toekomstige offshore windmolenparken De specialist van elektrische bekabeling, Nexans Benelux, heeft enkele weken geleden de laatste hand gelegd aan het KEN-project (Kust Energie Netwerk): een ondergronds hoogspanningsnet van 150 KV dat Koksijde met Slijkens verbindt, een traject van bijna 33 km langs de Belgische kust. Het betreft de laatste grote realisatie van Elia dat zo zijn net afwerkt tussen twee grote hoogspanningsknopen in het Noorden van het land, aan de kant van Frankrijk en Nederland. Een investering van 60 miljoen ¤ die wordt gerechtvaardigd door de behoeften aan koppeling, maar ook en vooral die vooruitloopt op de opname van de productie van de toekomstige offshore windmolenparken in de Noordzee. Men spreekt van een capaciteit van 900 MW op termijn voor de verschillende projecten waarvoor momenteel wordt gediscussieerd over de concessies voor de kust. Het meest gevorderde project is dat van C-Power dat de bouw van zijn windmolens zou moeten beginnen in september van dit jaar. C-Power voorziet van nu tot 2010 de bouw van in het totaal een zestigtal windmolens met een capaciteit van 216 à 300 MW, naargelang de gekozen turbines, op de “Thornton Bank”, een zandbank op een dertigtal kilometer van Zeebrugge. C-Power II zal ongeveer 500 à 600 miljoen ¤ kosten en wordt geleid door de Vlaamse intercommunale Interelectra en het Waalse Socofe. Met een jaarlijkse productie van 710 GWh tot 1000 GWh zal het echter op zijn eentje instaan voor een derde van de opgelegde productie van hernieuwbare energie, waaraan ons land moet voldoen voor 2010. Een tweede project dat ook al ver gevorderd is, is dat van het consortium Eldepasco, opgericht door Electrawinds, Aspiravi en Colruyt. Hier wordt de komende weken ministerieel groen licht verwacht. Ambitie: dertig windmolens oprichten op een zandbank naast de Bligh Bank, de “Bank zonder naam” met een capaciteit van 150 MW en een jaarlijkse productie geschat op 500 GWh. Het derde project is het meest ambitieuze en ook het meest recente. Belwind, een initiatief van het geprivatiseerde Nederlandse bedrijf Econcern, heeft pas een aanvraag ingediend bij de Creg voor een domeinconcessie. Doel: de bouw op de Bligh Bank van een park van zesenzestig windmolens van 5 MW elk, of een vermogen van 330 MW, evenveel als de productie van een elektriciteitscentrale op gas. De investering wordt ook hier geraamd op meer dan een half miljard euro. p Jean-François Marchand

Windmolens aan de kust Consortium

Partners

Ligging

Aant. windmolens

Vermogen

C-Power

Interelectra, Socofe, EDF, Secotech Finance, DEME

Thornton Bank

60

300 MW

Eldepasco

Electrawinds, Aspiravi, Colruyt, Depret

Bank “Zonder Naam”

30

150 MW

Belwind

Econcern

Bligh Bank

66

330 MW nr 2 energymag | 15

14-15 Elia nl.indd 15

19/06/06 18:23:14


MARKET | TRENDS

Overview for April-May 2006 Outlook for June-July 2006 Evolutie van de oliemarkten Gedurende de laatste 30 dagen is de geopolitieke situatie stabiel geweest. De problemen met Iran, Nigeria en Irak duren verder, maar verslechteren niet. Er wordt verwacht dat de OPEC op de vergadering van 1 juni zal beslissen om het olievolume op hetzelfde peil te houden. De gasvoorraden in de VS zorgen niet voor ongerustheid en tal van hedge funds hebben de druk weggenomen van de lange posities (niet enkel voor olie, maar ook voor goud, koper en andere grondstoffen) waarin ze verkeerden sinds het begin van het jaar. Anderzijds blijven geopolitieke risico’s bestaan en de voorspellingen voor het orkaanseizoen zijn niet positief.

$ / barrel

OLIE

Spot prices for Brent oil, 2005-2006

Vooruitzichten voor de oliemarkten De OPEC levert reeds een inspanning door zijn quota’s niet te verlagen. Er is een ondergrens voor een daling, maar duidelijk geen bovengrens voor een prijsstijging.

Evolutie en vooruitzichten voor de gasmarkt De gangmaker voor de prijzen is de VK-markt die afhankelijker wordt van het vasteland door de ontplooiing van zijn faciliteiten. Er zal meer gas worden geleverd door LPG cargo’s uit Noord-Afrika, maar de onzekerheid over de leveringen uit Rusland is een negatieve factor voor de contracten van de volgende winter.

Eur / Mwh

GAS

Gas prices at Zeebrugge, 2005-2006: one month ahead, one year ahead

Evolutie van de elektriciteitsmarkten Gedurende de laatste 40 dagen werden de prijsschommelingen volledig bepaald door de daling van de prijzen voor of koolstofkredieten (zie onder), met tamelijk stabiele olieprijzen. De elektriciteitsprijzen zijn gedaald, maar herpakken zich snel tot de vorige niveaus. Vooruitzichten voor de elektriciteitsmarkten Er is nog steeds een stijgende trend naar een prijs van 64-68 euro/MWh tegen het einde van het jaar.

Eur / Mwh

ELEKTRICITEIT

Belgian electricity prices 2005-2006: call-07, call-08 contracts for next winter.

Evolutie van de kolenmarkten Sinds eind april is de markt erg volatiel omwille van een onverwacht surplus in het totale bedrag voor 2005 van verschillende landen van de EU, waaronder Frankrijk. Na een daling van 70% op een week, voorspelden diverse analisten zelfs het einde van de markt. Nadien werden de prijzen teruggedrongen tot 20 euro/ton omdat het overschot in Duitsland lager was dan verwacht en door een stevig deficit in het Verenigd Koninkrijk. Toch had die marktschok vooral een invloed op de certificaten voor de eerste periode. De prijsdaling voor certificaten na 2008 (jaar +2 in de grafieken) was niet zo dramatisch.

Eur / TON

KOLEN

Carbon prices March 2005-May 2006

Vooruitzichten voor de kolenmarkten Ondanks een schok van 70% is de markt verre van dood. De contracten voor 2007 zijn 35% gezakt tot 19 euro (voorspeld als stabiel) en de contracten voor 2008 zijn gedaald met 20% tot 24 euro (voorspeld als stijgend).

16 | energymag nr 2

16-17 GFE nl.indd 16

19/06/06 18:20:59


TRENDS | MARKET

MARKET FOCUS

Spot prices for Brent oil, May 2006

Eur / TON

$ / barrel

De crash van de kolenmarkt, hoe kunnen elektriciteitsverbruikers zich indekken tegen dergelijke gebeurtenissen?

Carbon prices April-May 2006

Eur / Mwh

Elektriciteitsverbruikers verlangen steeds voorspellingen. De typische vraag is: “Ik moet elektriciteit kopen voor 2007, doe ik dat nu of wacht ik nog? Zal de prijs stijgen of niet? Is de prijs die mijn leverancier mij bood gunstig of niet?” Zij vragen wat economisten een voorspellingshorizon noemen. Maar wat met de risicovoorspelling, dat wat economisten volatiliteitsvoorspelling noemen? Hier betreden we het domein van risicobeheer, een domein dat steeds meer tot de normale gang van zaken behoort in de elektriciteitsmarkten: financiële markten zijn er al langer mee vertrouwd.

Eur / Mwh

Gas prices at Zeebrugge, May 2006: one month, one year ahead

Belgian Electricity prices April-May 2006 Call-07, Call-08

De vraag is: Moet de consument zich systematisch beschermen tegen risico’s? Volstaat een contract met vaste prijs of moet worden gekozen voor een contract met een aanpasmogelijkheid? Heeft de consument een contract met een optie nodig en hoe kan hij de eerlijke waarde daarvan bepalen? Als de markt stabiel is, of wanneer die een constante opwaartse of neerwaartse trend volgt, heeft hij dat waarschijnlijk niet nodig. In het geval van een schok kan het echter heel nuttig zijn om zich tegen risico’s in te dekken. De grote prijsdaling van kolencertificaten van eind april zijn daar een typisch voorbeeld van. Niemand kon die voorspellen. Integendeel, de meeste spelers op de markt verwachtten een prijsstijging ten gevolge van een globaal deficit voor koolstofkredieten. Precies het tegenovergestelde gebeurde. De markt eindigde in chaos en zakte in elkaar met meer dan 65%. De redenen waren echter absoluut rationeel: elke dag was er een ander land dat een rapport publiceerde over zijn uitgevers van koolstofkredieten voor 2005 en de balans vertoonde altijd een overschot…Nederland, Frankrijk, Zweden, Estland, Finland, … allemaal een overschot. Enkel Spanje had een klein tekort. Gegevens van Duitsland, het VK en Polen moesten nog komen, maar iedereen verwachtte een overschot voor al die landen en dus een global overschot in de EU en het einde van de markt met een nulwaarde voor de certificaten.

Eur / TON

Gelukkig was er een klein overschot in Duitsland en kende het VK een tekort, zodat de markt opleefde. Nu is de markt slechts 30% onder de niveaus van voor de schok. De elektriciteitsprijzen daalden natuurlijk en stegen deze week terug tot hun niveau van voor de schok. Een voorbeeld van een erg gevaarlijke gebeurtenis voor elektriciteitsverbruikers: gedurende de maand mei was de volatiliteit erg hoog en de prijzen instabiel. Een gevoelige marktoperator zou echter voorzichtig moeten zijn, ziende dat de prijzen voor de certificaten 100% zijn gestegen op zes maanden tijd, wat de elektriciteitsprijzen ook de hoogte in drijft.

Carbon prices April-May 2006

De elektriciteitsverbruiker kan, en moet zichzelf beschermen tegen onverwachte gebeurtenissen. De voorbije volatiliteit van de prijzen analyseren is de enige manier om dat te doen. De prijs van het contract wordt dan aangepast door een factor die is gekoppeld aan dergelijke volatiliteit (in financieel jargon, “het risico zal worden weggewist”). Kwantificeren hoe veel moet worden betaald om dergelijk risico te elimineren is het domein van risicobeheer en moet gebeuren door specialisten.

Deze bijdrage kwam tot stand met de medewerking van GfE Energy Management.

ENERGY MANAGEMENT

nr 2 energymag | 17

16-17 GFE nl.indd 17

19/06/06 18:21:04


MARKET | TRADING

Belpex

Klaar voor een ménage à trois! (of meer, indien gegadigden) Tegen eind dit jaar zouden de eerste transacties moeten gebeuren van de day-ahead markt op de Belgische

elektriciteits-

beurs Belpex. Die wordt samen met zijn Nederlandse (APX) en Franse (Powernext) alter ego’s georganiseerd. Een wereldpremière. Het idee ontstond al tijdens de eerste dagen van de vrijmaking van de elektriciteitsmarkt. Een beurs creëren voor de aankoop- en verkooptransacties van energie op een bepaalde dag met fysieke levering op het Belgische elektriciteitsnet de volgende dag (dayahead markt). Rekening houdend met de verwarring die is ontstaan (en nog zal ontstaan!) op de elektriciteitsmarkten, was deze stap wel noodzakelijk voor de commerciële coherentie. Heel wat landen hebben deze stap trouwens al gezet. Strategische informatie Eerste doelstelling: een halt toeroepen aan de dispersie van de commerciële informatie die het resultaat is van de vermenigvuldiging van nieuwe spelers op de markt. Strategische informatie waarover de historische operator uiteraard beschikte vermits hij de enige was, maar die met de intrede van nieu-

we spelers steeds moeilijker te bevatten is. “Een van de doelstellingen van het creëren van een beurs is de globale economische efficiëntie van de koop en verkoop van elektriciteit te verbeteren door de voorkeur te geven aan een dekking van de vraag met de grootste toegevoegde waarde door een productie tegen de laagste prijs, en dat volledig anoniem voor de deelnemers” legt Philippe Halain uit die bij Belpex de technische en economische aspecten van het project coördineert. Een systeem van prijzenreferentie Tweede grote belang van de formule: een referentiesysteem creëren van de marktprijzen (market clearing price) voor elk van de vierentwintig uren van de volgende dag. Kwestie van “de dingen voelen bewegen” op deze uiterst volatiele markt en een transparant economisch signaal leveren dat bijvoorbeeld nuttig kan zijn bij de vaststelling van de prijzen bij het onderhandelen van de koop-verkoopcontracten op lange termijn (OTC). Of om de grote elektro-intensieve industriële ondernemingen de mogelijkheid te bieden om hun verbruiksschema’s dagelijks aan te

passen (bijvoorbeeld, specifieke installaties of procédés stoppen) naargelang de day-ahead marktprijs. Producenten kunnen op hun beurt hun productie, aankoop of import van elektriciteit efficiënter plannen in functie van de effectieve vraag en de differentiële productiekosten. Op die manier worden op zeer korte termijn tekorten of overschotten gecompenseerd. De formule is dus nuttig voor beide partijen. Maar België is een klein land en niet alle voorwaarden om deze beurs te creëren waren aanwezig. Het risico was bijvoorbeeld groot dat een Belgisch-belgische beurs wat liquiditeiten tekort zou komen om het gewenste transparante effect te genereren. Vandaar het idee van een koppeling met de bestaande beurzen in twee buurlanden waarmee België is verbonden: Nederland en Frankrijk. Daar zetten we een stap in het onbekende, want tot op heden is een dergelijke koppeling nooit gebeurd in dezelfde startomstandigheden. Ze opent zeker de mogelijkheid voor de Belgische operator om te genieten van de ervaring van zijn buren, maar ze voegt ook de complexiteit toe van het vereiste proces

[ Wat zegt de expert ? ] De komst van Belpex is goed nieuws! De oprichting van een energiebeurs voor uitwisselingen op korte termijn (spotmarkt), reeds voorzien in de Belgische federale regelgeving sinds begin 2003, is de ontbrekende schakel binnen het kader van een Belgische markt die open staat voor de concurrentie. Het feit dat Elia de consultant bij Proenergie. referentieoperator is voor deze markt, is een waarborg voor de goede werking ervan. Blijft dat de huidige concentratie van productiemiddelen de transparantie en soepelheid van deze markt kan beperken. Voor de industrie en de grootverbruikers in het algemeen zal Belpex een nuttige prijzenreferentie zijn. Op dit ogenblik bevinden enkel Endex en APX zich in die functie en dat is niet ideaal. Belpex vormt trouwens een uitstekende gelegenheid voor de diversificatie van de markten van de verkoop van energie geproduceerd door nieuwe operators en producenten (meer bepaald groene elektriciteit). De komst van Belpex is dus goed nieuws!

18 | energymag nr 2

18-19 Belpex nl.indd 18

19/06/06 18:23:53


TRADING | MARKET

om de praktische regels voor het gebruik van het hoogspanningsnet in drie landen en de regels op de drie beurzen te harmoniseren. Dat moet gebeuren zonder de globale veiligheid van het elektrisch systeem in elk land op de helling te zetten in geval van opstopping aan de grenzen. De creatie van een energiebeurs is dan wel geen echte nieuwigheid, toch moet men in staat zijn om de operators een elektronisch platform bieden dat is aangepast aan een vervangbaar product zoals elektriciteit en bovendien moet dat platform vanaf de start betrouwbaar en performant is. Niet makkelijk. Facilitator ja, beursoperator, ook… Een ander delicaat aspect van het project is op wettelijk niveau gesitueerd. We bevinden ons op een gereguleerde markt en de initiatiefnemer van de operatie, Elia, beheerder van het Belgische transportnet, mag niet eender wat doen. Het is hem momenteel verboden om elektriciteit te kopen en te verkopen,

dat is immers de grondslag van de liberalisering zoals die gewenst was door Europa. Het bedrijf speelt zijn rol als marktfacilitator goed, maar zijn tussenkomst als beursoperator (Elia beschikt over 60% van de aandelen van Belpex) vergt het formeel akkoord van de wetgever. Dat is ondertussen gebeurd (onder voorwaarden) met het K.B. van 20 oktober 2005. Blijft nog de goedkeuring van de regulatoren in de drie betrokken landen over een geheel van mechanismen die moeten worden voorzien of moeten worden gewijzigd. Een dergelijk project doet heel wat vragen rijzen. Bijvoorbeeld over de toekenningsmechanismen van transportcapaciteiten aan de grenzen. Of over de vooruitzichten van de uitbreiding van het systeem naar andere partners/landen, zoals wanneer tegen 2007 de kabel (NordNed) die wordt aangelegd tussen Nederland en Noorwegen de verbinding met NoordEuropa zal verbreden… Antwoorden tegen september…

b Hoe werkt het? De werking van Belpex zal amper verschillen van die van een klassieke spotmarkt, zoals wij die al kennen voor aardgas en ruwe petroleum. De deelnemers geregistreerd op Belpex (producenten, traders, groothandelaars,…er wordt wel degelijk op de groothandelsmarkt gewerkt) introduceren bijna 24u op 24 en 365 dagen per jaar hun koop-verkoop aanbod voor een bepaald uur de volgende dag (day-ahead). Elke ochtend om 11h00 wordt het orderboek afgesloten. Dan begint de “fixing”: waar de curven van levering en vraag elkaar snijden, bepalen de beheerders van de beurs de marktprijzen en de volumes die mogen worden uitgewisseld voor elk uur van de volgende dag (24 waarden). De “cleared” aanbieders worden geïnformeerd dat hun aanbod werd aanvaard, zodat zij de aangekondigde levering of afname moeten verzekeren op het specifieke uur (de financiële reglementen van de uitwisselingen worden gegarandeerd door een centrale tegenpartij of clearinginstituut). De gegroepeerde informatie is in real time beschikbaar op de site van Belpex. >>> Meer te weten: www.belpex.be

p Jean Cech

nr 2 energymag | 19

18-19 Belpex nl.indd 19

19/06/06 18:24:09


MANAGEMENT | ENERGY BUYING

Knauf Insulation

De bevoorrading verzekeren tegen de beste prijs ming die isolatie produceert voor gebouwen…Op voorwaarde dat slim wordt onderhandeld over de aankoop van gas en elektriciteit en zelfs aanzienlijke energiebesparingen worden gerealiseerd. De schoenmakers dragen niet altijd de slechtste schoenen.

De onophoudelijk stijgende energieprijs is de beste stimulans om gebouwen te isoleren, zeker als dat ook wordt aangemoedigd met fiscale aftrekken voor particulieren en bedrijven. Dit discours werd ons al eens voorgeschoteld in de jaren zeventig na de eerste twee olieschokken. Na een verslapping van twee decennia, is het nu weer brandend actueel geworden. De fabriek Knauf Insulation te Visé produceert glaswol en kan de toekomst dus met een roze bril tegemoet kijken. Ja, maar! De productie van glas is een procédé dat uiterst veel energie vergt: het zand moet worden verhit tot meer dan 1200° in smeltovens om te worden omgevormd tot glas. Gevolg: als de verkoop stijgt, volgen de productie en het verbruik dezelfde curve. De fabriek van Visé verbruikt zo meer dan 250 giga gas en elektriciteit per jaar. Een energiepost die steeds zwaarder weegt in de kostprijs van het product. Dat heeft Knauf er in 2001 toe aangespoord om de zaken in de hand te nemen. Gegroepeerde aankopen Eerste acties: de aankopen groeperen en een beroep doen op een specialist in energietrading, in dit geval Siemat Energy. “Het voordeel van te werken met een bedrijf zoals Siemat was in de eerste plaats begrijpen hoe de energiemarkt werkt” legt André Ska, European Sourcing Director bij Knauf Insulation, uit. “Het is een uiterst volatiele markt en dus is het belangrijk voor mij om te weten wie de spelers zijn en welke parameters een invloed hebben op de

evolutie van de kostprijs.” André Ska is bevoegd voor de aankoop van grondstoffen voor de Division Isolation, en voor de aankoop van energie die kan worden geglobaliseerd op het niveau van de groep Knauf in België, tenminste als er internationale leveranciers bestaan die de verschillende sites kunnen bedienen. De andere betrokken vestigingen in België zijn voornamelijk Knauf Engis, een productie-eenheid van gipsbepleistering en Isolava, een fabriek in Wielsbeke waar gipsplaten worden vervaardigd. “We zijn ertoe gekomen om de aankopen te groeperen buiten een businessunit om en zo zwaarder te wegen op de markt.” Een aankooppool vormen op het niveau van

een groep met meerdere sites is geen nieuw idee. Blijft dat men het nog in de praktijk moet kunnen brengen, meer bepaald wat betreft de definitie van de verbruiksprofielen en de bevoorradingsstrategieën. Ook op dat vlak kan de inbreng van de externe consultant doorslaggevend zijn. In diezelfde orde van ideeën kunnen koopgroepen worden georganiseerd die meerdere bedrijven groeperen uit diverse sectoren. Eendracht maakt macht en dergelijke initiatieven werden dan ook onlangs in België ontwikkeld. “Bij Knauf laten we het idee dat we op een dag toetreden tot een grotere kooppool om nóg betere prijzen te krijgen, niet varen” stelt André Ska. “Dat is ook de rol van Siemat dat ons moet helpen om dit type van synergie te realiseren.” Koopcontracten In kranten en op Internet kan men allerlei soorten indicatoren raadplegen over de prijsevolutie van de belangrijkste energiebronnen, misschien zelfs te veel en ook al niet altijd eensluidend. “Werken met een bedrijf dat ons regelmatig gestructureerde en gesynthetiseerde informatie doorgeeft over

© D. Seghin

De stijging van de energieprijzen is een zegen voor een onderne-

20 | energymag nr 2

20-21 Knauf nl.indd 20

19/06/06 18:24:35


ENERGY BUYING | MANAGEMENT

Welke liberalisatie? De vrijmaking van de energiemarkt, voorlopig nog maar gedeeltelijk in Wallonië en Brussel, was voor scherpzinnige consumenten het moment om hun bevoorradingscontracten op intelligente wijze te onderhandelen. In welke mate? “We hebben te maken met een zogenaamde geliberaliseerde markt die, jammer genoeg, wordt gedomineerd door uiterst belangrijke spelers die bovendien de neiging vertonen zich te groeperen. Onze positie als aankoper is dus relatief zwak, ondanks het verbruiksvolume dat we vertegenwoordigen. Als u gas wenst en er zijn slechts twee spelers op de markt en slechts één van de twee geeft u een prijs op en de andere niet omdat hij zogezegd niet de capaciteit heeft om u te bevoorraden… dan kan ik niet anders dan vinden dat de concurrentie sterk is verminderd” stelt André Ska vast. Ook de verzekerde bevoorrading baart hem zorgen. Wie geeft hem ongelijk? De gebeurtenissen rond Gazprom zetten niet aan tot optimisme. “Als we kijken naar

waar de gaslagen liggen van waaruit het Belgisch verbruik wordt gevoed, hangen wij af van landen waarvan de economische stabiliteit en commerciële praktijken niet altijd geruststellend zijn: Algerije, Katar, Rusland…Vandaar misschien wel het nut om het debat over kernenergie opnieuw te openen.” Ingrijpen op het proces De beste aankoopverantwoordelijke van de wereld is niet in staat om de oliekoers te beïnvloeden en precies die beïnvloedt de prijs van alle energie en grondstoffen en producten zoals kunststoffen. Knauf heeft dus ook nagedacht over de energiebesparing in zijn productieprocédés. Er werd zelfs een energieverantwoordelijke aangesteld om dit te doen. Glas wordt gemaakt door zand te laten smelten, maar Knauf gebruikt tegenwoordig steeds meer “glasafval”, breukglas, afkomstig van fabrieken voor vlak glas of flessen. Het voordeel is dubbel: enerzijds is er minder energie nodig om het glas opnieuw te laten smelten dan om het te maken op basis van zand, en anderzijds draagt Knauf bij tot de recyclage van glasproducten. Het glas dat wordt gerecupereerd in de glasbollen daarentegen zou teveel werk vergen om de onzuiverheden te elimineren. De ecologische balans zou niet positief zijn. De fabriek grijpt ook in op de recyclage van de energie die vrijkomt via de ovens om bepaalde elementen van de productiecyclus voor te verwarmen, ongeacht of dit nu stoffen of installaties zijn. Tot slot is energie niet enkel het proces, maar ook de logistiek en meer in het bijzonder het transport. Glaswol is vooral lucht. In de vrachtwagen neemt het product veel plaats in vergeleken met zijn marktwaarde. De ingenieurs werken dan ook voortdurend aan de compactheid van het product. Resultaat: in tien jaar tijd is de lading van een vrachtwagen gestegen van 2,5 ton tot 5 ton. Dat is de vrucht van het werken aan de kwaliteit van de vezel zodat die niet breekt wanneer men ze samendrukt en bij het uitpakken haar vorm terugkrijgt dankzij haar elasticiteit. Hét bewijs dat ingrijpen op de energetische efficiëntie een globale zaak is. p Didier SEGHIN

© D. Seghin

deze markt is uiterst waardevol” gaat André Ska verder. “Siemat helpt ons bovendien bij de contractuele en kooptechnieken. Op de energiemarkt kan het interessant zijn om af te wijken van de klassieke aankoopwijze en enkele contracten op lange termijn af te sluiten of om te opteren voor contracten gebaseerd op indexen of nog contracten die prijsschommelingen tijdens de duur van de overeenkomst toepast in functie van bepaalde parameters. Een laatste punt dat me bij deze samenwerking interesseert, is het vermogen om te kunnen rekenen op mensen die ons begeleiden bij deze contracten.” Het volstaat niet om een papier te tekenen en te zeggen dat men enkele jaren rust heeft. Wanneer het contract er is, moet men op het juiste moment reageren, soms heronderhandelen, kortom een echte aankoopstrategie ontwikkelen om te kunnen profiteren van de volatiliteit van de prijzen. Als de koers een inzinking vertoont, moet de prijs naar onder toe worden herzien. “Met zo’n fluctuerende markt moet men zich eigenlijk beschermen tegen prijsstijgingen en een zekere flexibiliteit vertonen bij de aankoop en toch de lange termijn verzekerd hebben.”

Enkele tips

b Zorg voor een energierekening Maak een balans op van uw behoeften in functie van het verbruik en het vermogen van uw materiaal. Het is inderdaad belangrijk om een contract te ondertekenen dat zo dicht mogelijk bij uw verbruik ligt.

b Onderzoek alle clausules U moet zeker zijn van alle nuances die de contracten met de leveranciers kunnen bevatten: transport, aansluiting op het net en vooral, de straffen die resulteren uit een overschrijding van het vermogen. Het best is zich door een gespecialiseerde consultant te laten bijstaan.

b Volg de evolutie van de koers De energiemarkten zijn uiterst volatiel. De werking van de markten op de belangrijkste energiebeurzen begrijpen is essentieel. Improviseren op dit vlak loont zelden.

b Onderhandel contracten op middellange termijn Gezien de aanzienlijke en herhaalde stijgingen van de energiekoers, is het op dit ogenblik beter om contracten af te sluiten op middellange termijn (3 jaar). Ondanks het feit dat leveranciers tot op heden de voorkeur geven aan kortere perioden, bij gebrek aan een goede kijk op de marktevolutie.

b Onderhandel met meerdere leveranciers Het is niet verboden om meerdere leveranciers te nemen voor dezelfde site. De ene kan “blokken” leveren (vast verbruik) en de andere levert genoeg om de “schommelingen” (het variabele deel van het verbruik) op te vangen. In werkelijkheid kiezen slechts enkele sites met groot verbruik voor deze oplossing.

b Onderhandel in groep Het is niet verboden dat meerdere klanten die daartoe in aanmerking komen zich groeperen om als groep met de leveranciers te onderhandelen over de tarieven. Ook heeft een onderneming met meerdere sites de mogelijkheid om een globale offerte te vragen voor de levering van elektriciteit.

nr 2 energymag | 21

20-21 Knauf nl.indd 21

19/06/06 18:25:13


MANAGEMENT | BUILDING

Energieprestatie

Naar gebouwen met positieve energie Stilaan ontstaat er een groeiende bewustwording inzake energie en leefmilieu. Dat blijkt uit het toenemend aantal concrete voorbeelden in ons land uit de bouwsector, zowel bij nieuwbouw als bij renovatie. Een eerste stap naar het gebouw met positieve energie.

Het is geen toekomstmuziek meer. Het is vandaag de dag mogelijk om gebouwen met positieve energie op te trekken. Gebouwen die niet enkel minder energie verbruiken, maar er bovendien meer produceren dan ze nodig hebben. Deze bouwwerken combineren een uiterst performante enveloppe met het gecombineerd gebruik van hernieuwbare energie en de beste intelligente regeltechnologie. In de komende jaren zullen ze zorgen voor een echte technologische breuk. Technologische breuk De energieverbruikende gebouwen van vroeger zullen worden vervangen door de energieproducerende gebouwen van

morgen. Vandaag is het nog belangrijk om het energieverbruik te verbeteren, een domein waarin heel wat vooruitgang wordt geboekt, maar toch wordt het nu tijd om bouwwerken te ontwerpen die energie produceren en wel in die mate dat ze in hun eigen behoefte kunnen voorzien. Overal ter wereld, zijn er tal van ervaringen: het onderzoek gaat met rasse schreven vooruit, van het “3 liter huis” dat BASF in Duitsland opzette tot de passieve woningen. In Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk staan steeds meer gebouwen met een uiterst performante enveloppe. De Duitse passieve huizen hebben maar heel weinig verwarming nodig (<15 kWh/m2/jaar). Ze zijn vaak uitgerust met een aeraulisch ver-

warmingssysteem, waarvan de generator een monolithisch blok is dat de functies van ventilatie, verwarming en de productie van sanitair warmwater verzekert door de combinatie van warmtewisselaars, een warmtepomp en zonnecollectors. Voor kantoorgebouwen zit het onderzoek ook al op het goede spoor. In de Verenigde Staten stelt de ploeg van professor Volker Hartkopf van de Carnegie Mellon University het concept van “Building As a Power Plant” op punt. Een programma dat verder gaat dan uitrustingen en materialen en zich interesseert voor het structurele en architecturale concept van het gebouw. Met andere woorden: hoe tertiaire gebouwen ontwerpen die beantwoorden aan de beheersvereisten en de energiekosten minimaliseren of zelfs meer energie produceren dan ze verbruiken. Alle grote namen van de automatisering en de klimaatregeling zijn bij het programma betrokken. Uit dit en uit andere programma’s ontstaan tal van innoverende technieken en er zullen er nog ontstaan. Diverse innovaties Het ontwerp van gebouwen zal verregaand evolueren. De enveloppe, een echte derde huid, zal progressief zijn oorspronkelijke functie als bescherming tegen buiten aanvullen met een nieuwe functie: die van het produceren van energie. Dat zal gebeuren door het rationeel gebruik van de plaatselijke omgeving (bioklimatologische architectuur, natuurlijk licht, optimalisering van aandeel zonne-energie, verbetering isolatie…) en de integratie van innoverende technieken zoals zonnepanelen, fotovoltaïsche panelen, micro-windmolens, lichtgeleiders, materiaal met fase-overgang en andere piëzo-elektrische membranen aan de gevel. We zullen ook in staat zijn om stalen elementen met ingebouwde zonnecellen of bouwelementen te gebruiken of de structuurelementen van het gebouw zullen zelf elektriciteit produceren, via het lijstwerk of het dak. Ook de glazen delen zullen zonne-energie in elektriciteit kunnen omzetten. Er duiken andere intelligente materialen op die in staat zijn om zich aan de

22 | energymag nr 2

22-23 Building nl.indd 22

19/06/06 18:21:59


HET KOPPEL ZONNE-ENERGIE EN WARMTEOPSLAG ONDER DE GROND BIJ FOREM INITIALIS Dit gebouw in Mons wordt gebruikt voor de opleidingen van het Waalse Forem in verband met leefmilieu. Er wordt geëxperimenteerd met een techniek die zonne-energie, opgevangen aan de gevels, in de grond opslaat, meteen onder de funderingsplaat. Doel: een energieonafhankelijke verwarming.

Free cooling en warmteherwinning Het administratief gebouw doet een beroep op een ventilatie met dubbele flux en warmteherwinning (voorverwarming sanitaire lucht via een warmtewisselaar met platen) en het concept free cooling. De warmtepomp dient ook om het gebouw via de vloeren te koelen in de zomer.

Verwarmde vloer De zonnecollectors gekoppeld aan de opslag van warmte en aan de warmtepomp, dienen om het administratieve gebouw te verwarmen en te koelen via de vloer. In functie van de verwarmingsbehoefte en het temperatuurverschil tussen de kring van de sensors en die van de opslag, regelt het systeem automatisch de flux: voeding van de verwarmingskring rechtstreeks via een warmtewisselaar of via de warmtepomp; opslag van de overtollige energie of omgekeerd, afname van de voorraad in het geval van te weinig warmteproductie.

Warmtepomp Dit is de zwarte doos van het gebouw, bestaande uit de warmtepomp, warmtewisselaars en buffervaten. Ze verzekert het beheer van de warmteflux tussen de zonnecollectors, de opslag in de grond, de verwarmende vloeren en de boiler. Opslag van warmte De overtollige warmte wordt meteen opgeslagen onder de funderingsplaat van beide werkplaatsen, in een buizennet van polyethyleen gegoten in een geïsoleerde vloer van mager beton.

Zonnecollectors Het gebouw is uitgerust met een dubbele enveloppe bestaande uit een honingraatpaneel van polycarbonaat waaronder de zonnecollectors zijn aangebracht: 150 m2 koperen buisjes met daarin een glycolwatermengsel. Ze zijn opgesteld op de zuidwestelijke en zuidoostelijke gevels en produceren voldoende energie voor de verwarming en de opslag van de warmte omdat de enveloppe van polycarbonaat zorgt voor een broeikaseffect. Klimaatgevel Het atrium dat de werkplaatsen en de leslokalen verbindt, bestaat uit een gordijngevel met zonwerende beglazing. Deze klimaatgevel wordt aangevuld met een koelbassin en een systeem van mechanische ventilatie. In de zomer pompen de roosters van de lage ventilatie frisse lucht naar het bassin. In het tussenseizoen wordt de voorverwarmde lucht in het atrium in de werkplaatsen gepompt om de energiebehoefte van deze lokalen te verkleinen.

warmte en de koude aan te passen en die warmte en koude op kunnen slaan, naargelang de periode van het jaar. Het gaat hoofdzakelijk om glas en beton, zoals u kunt lezen op pagina 42 van deze uitgave. Op het vlak van de luchtbehandelingstechniek volgen de innovaties zich op in zowat alle domeinen. De warmtepompen, lange tijd onderschat, komen volop opzetten. Er zijn er nu veel en er zijn diverse types geschikt voor de verwarming en de productie van warm sanitair water. De combinatie ervan met zonne-energiesystemen en houtketels, meer bepaald die met automatische toevoer, verspreiden zich snel. De kleine warmtekrachtkoppeling, in het bijzonder voor de tertiaire sector, neemt ook aan belang toe (meer hierover op pagina 32). Om te ventileren, te verwarmen en te koelen kan men vandaag de dag

22-23 Building nl.indd 23

niet voorbij de ventilatiesystemen met dubbele flux met warmtewisselaar. Verder wordt er momenteel een industrieel aanbod ontwikkeld voor de installatie van de provinciaalse putten, een techniek die de lucht koelt of verwarmt door uitwisseling met de grond. Geen gebrek aan technische oplossingen, dus. Ook in België Landen als Duitsland staan ver voor, maar ook in België ontwikkelen zich steeds meer initiatieven, zoals blijkt uit de recente renovatie van het Brusselse herenhuis waar de zetel van de EREC (European Renewable Energy Council) is ondergebracht. Deze renovatie werd gepatroneerd door prins Laurent en is niet zonder betekenis. Zij toont aan dat vandaag de dag, bij ons, een weliswaar klein kantoorgebouw (40 personen) kan

worden gerenoveerd met als doel kiezen voor 100% hernieuwbare energie. Het gebouw doet een beroep op het allerbeste inzake isolatie en hernieuwbare energie: zonne-energie, zonnecel, houtketel, aardwarmte, opslag van warmte, warmtepomp, absorptiemachine. Het resultaat: geen gas, noch stookolie in een gebouw dat quasi autonoom is op energievlak, dat produceert wat het verbruikt en aanvult met hernieuwbare energie (houtketel). De meerkost? Amper 15% in vergelijking met een klassieke renovatie. De toekomstige maatschappelijke zetel van CIT Blaton zal in de herfst van 2007 het eerste passieve gebouw in het Brussels Gewest zijn. Het kost slechts 10% meer dan een klassiek gebouw van dezelfde grootte, voor een return van minder dan 10 jaar. Daar mag al eens over worden nagedacht. p Jean-François Marchand

nr 2 energymag | 23

19/06/06 18:22:08


DOSSIER | LIGHTING

Verlichting

Relighting heeft een schitterende toekomst.

Verlichting is een geliefd thema van programma’s gericht op een efficiënter energiebeheer. Reden daarvoor is de belangrijke plaats die het inneemt op de energiebalans en -factuur van gebouwen (ongeveer 30% van de energiefacturen van handelsgebouwen) en gemeenten. Met rendementen die kunnen oplopen tot een energiebesparing van 70% hebben de nieuwe verlichtingstechnologieën een spectaculaire sprong gemaakt op het vlak van energie-efficiëntie. Ze zijn ook aanzienlijk efficiënter op het vlak van visueel comfort, veiligheid en welzijn op het werk. Beter en goedkoper verlichten is vandaag de dag dus mogelijk. Twee factoren die de relighting en de nieuwe verlichtingstechnologieën een mooie toekomst beloven. 24 | energymag nr 2

24-30 Dossier nl.indd 24

20/06/06 11:26:12


LIGHTING | DOSSIER

De grote lijnen van relighting Een splinternieuw administratief gebouw, dat in 2004 in Hasselt in gebruik werd genomen, werd amper een jaar later weer onder handen genomen. Dit keer voor een relighting! Achter die vreemde term relighting gaat een concept schuil: de complete of gedeeltelijke renovatie van de verlichting van een gebouw (industrieel of tertiair) om ze te verbeteren, vaak op twee vlakken: de kwaliteit van de verlichting en de energetische efficiëntie. Dit reëel voorbeeld toont aan wie het wil horen dat een gebouw, ook al is het nieuw, slecht en duur kan worden verlicht. En dat investeren in nieuwe verlichtingstechnologieën die beter presteren niet enkel meer een kwestie van milieuverantwoordelijkheid is, maar ook van economisch belang! Op een ogenblik dat de productiviteitswinsten worden gemeten in enkele tienden van een percent, dat de winsten post per post worden gemaakt, dat de elektriciteitsprijs pijlsnel klimt, wordt de verlichting verbeteren een optie die elke beheerder moet gaan onderzoeken. Cost killing, maar… Volgens Laborelec, het grootste laboratorium voor technische tests in ons land, maakt de nieuwe generatie verlichtingstoestellen spectaculaire besparingen mogelijk. Een relighting kan drie tot vijf keer de oorspronkelijke investering opbrengen met een terugverdientijd die vaak lager ligt dan 5 jaar. In de beste configuraties (lampen, verlichtingstoestellen, voorschakelapparatuur en goed presterende beheersystemen) dalen de kosten tot wel 70%. Verleidelijke vooruitzichten die nog worden versterkt door het feit dat een dergelijke operatie ook het lichtcomfort verbetert en een positieve invloed uitoefent op de veiligheid, de productiviteit en het welzijn op het werk. Blijft het gegeven dat een

relighting nog slechts zelden geldt als een prioriteit. Waarom? Een onderzoek van UK Energy Saving geeft daarvoor een verklaring: de tamelijk hoge kostprijs van de nieuwe uitrustingen wordt niet gezien in verhouding tot de globale winst. Met andere woorden, weinig beslissers hebben de globale kosten in het hoofd zitten, de fameuze Total Cost of Ownership. Dat is een vergissing op het ogenblik dat die uiterst competitief is. En dat morgen ongetwijfeld nog meer het geval zal zijn. Een voorbeeld. In de industrie bedraagt de totale kost voor een kwikdamplamp van 125W - de meest verspreide oplossing vandaag - 53,33€. Vergelijk dat met de 33€ voor een hogedruknatriumlamp van 70W, de aanbevolen oplossing (zie grafiek). Ondanks de lagere aankoopprijs, is de kwikdamplamp duurder in het gebruik, moet ze vaker worden vervangen en verbruikt ze meer energie. Door dit type lamp aan te houden, ontzegt men zich 20€ gemiddelde besparing per lamp. Een voorbeeld dat men kan veralgemenen. Voor een gelijke hoeveelheid licht, zijn producten of oplossingen die goedkoper zijn in aankoop vaak het minst economisch in het gebruik.

Twee oplossingen: de complete of de gedeeltelijke renovatie. In het eerste geval vervangt men het volledige systeem (lamp, verlichtingsapparaat, voorschakelapparatuur en bedieningswijze), in het tweede worden enkel de energievretende onderdelen vervangen. De volledige vervanging van de installatie is duurder, maar daarom niet altijd minder rendabel. Deze oplossing biedt de mogelijkheid om de keuze van de meest gepaste toestellen en technologieën uit te breiden en keuzen te maken die het best zijn aangepast aan ieders noden. In het tweede geval gaat het om het vervangen van slecht presterende onderdelen in de bestaande verlichtingstoestellen. Er bestaat inderdaad een heel assortiment lampen en accessoires om de bestaande verlichtingsinstallaties te rationaliseren, wat in tal van gevallen de mogelijkheid biedt om ze te optimaliseren zonder daarvoor over te gaan tot de complete vervanging. De eerste optie zal vaak bestaan uit relamping, waarbij enkel de lampen worden vervangen door lampen van de nieuwe generatie met een beter rendement en een langere levensduur. Dat is een minimumvereiste. Vervolgens kan men kiezen voor de optimalisatie van het eigenlijke verlichtingstoestel, door de lichtverstrooiers en reflectors te vervangen door optieken met een beter rendement en een lagere luminantie. Vandaag de dag zijn er zeer eenvoudige oplossingen op de markt die op de TL-lampen kunnen worden geklikt. Het logisch vervolg is de vervanging van de traditionele voorschakelapparatuur door apparaten die minder verbruiken. Tot slot is er de Retrolux T5, een ingenieus systeem van Duitse makelij dat het mogelijk maakt om op eenvoudige wijze T5-lampen met ingebouwde elektronische voorschakelapparatuur te plaatsen in T12- verlichtingstoestellen. Dat is de keuze waarvoor de VUB te Brussel heeft geopteerd voor de gangen en ondergrondse parkeerterreinen van de campus. Een oplossing die heeft geleid tot een vermindering van het elektriciteitsverbruik én de onderhoudskosten met bijna de helft (33.456 € per jaar tegenover 62.179 € voordien).

Total cost of owner ship Hogedruknatriumlamp van 70W

Inkoop

Kwikdamplamp van 125W

Elektriciteit + onderhoud

De producten of oplossingen die het goedkoopst zijn in aankoop, zijn vaak de duurste in gebruik. Daarom is het belangrijk om bij een relighting de globale installatiekosten van de verlichting te evalueren, waarbij de investering gemiddeld amper 10% vertegenwoordigt en de kosten voor het verbruik, het onderhoud en de maintenance 90%.

nr 2 energymag | 25

24-30 Dossier nl.indd 25

20/06/06 11:28:56


DOSSIER | LIGHTING

Volgens Groen Licht Vlaanderen is ongeveer een vijfde van het elektriciteitsverbruik in Vlaanderen bestemd voor verlichting. In de dienstensector is dat zelfs 40% van het totale energieverbruik van het land. Een gemiddelde rendementsverbetering met 1% van de bestaande installaties in deze sector, betekent een jaarlijkse besparing van 6 miljoen Ð op het vlak van elektriciteitsverbruik. Als men weet dat de beste verlichtingstechnologieën die vandaag de dag beschikbaar zijn verbeteringen mogelijk maken tot 70%, is het duidelijk hoeveel winst kan worden behaald door relighting.

90% werkingskosten We zeggen het nog maar eens: verlichting verbruikt elektriciteit! U bent er zich misschien niet van bewust, maar 90% van de verlichtingskost is toe te schrijven aan het gebruik (elektriciteitsverbruik, onderhoudskosten en maintenance), de kosten voor aankoop en installatie vertegenwoordigen slechts een tiende van de totale kostprijs. De recente technologische ontwikkelingen op het vlak van verlichting hebben de energie-efficiëntie van de beschikbare systemen en hun levensduur aanzienlijk doen toenemen. De fluorescentielampen met hoog rendement, diameter 26 (T8) of 16 mm (T5), bieden hoge energierendementen en een verlengde levensduur: van 10.000 tot 16.000 uur. De lampen hoeven dus niet zo vaak te worden vervangen en bijgevolg daalt de kost voor maintenance. Het gebruik van elektronische voorschakelweerstanden, wat vandaag nog zelden voorkomt (10%

van de verlichtingstoestellen), biedt een betere lichtefficiëntie in vergelijking met de klassieke ferromagnetische voorschakelweerstanden en dat voor een lager verbruik. Ze verhogen bovendien de levensduur van de lampen met 50%. Afhankelijk van de gekozen voorschakelapparatuur kunnen ze ook nog worden aangepast aan de automatische beheersystemen voor de verlichting: controle van de hoeveelheid licht uitgestraald naargelang de toevoer van daglicht of eenvoudige inrichting voor aanwezigheidsdetectie. In vergelijking met een standaard ferromagnetische voorschakelweerstand kunnen deze systemen tot 50% besparen op het verbruik. Ook de eigenlijke verlichtingstoestellen (armaturen en reflectors) hebben aanzienlijk vooruitgang geboekt. Een direct verlichtingsapparaat met hoog rendement (ten minste groter dan 0,6) straalt op het werkvlak een grotere lichtflux per lamp dan een verlichtings-

toestel met laag rendement. Men kan er dus minder van installeren voor een gelijkaardig verlichtingsniveau. Kortom, er zijn tal van oplossingen die leiden tot een betere exploitatiekost en er komen er steeds meer bij. Daar komt nog bij dat de benadering als globale kost niet beperkt is tot criteria met betrekking tot de producten. Een verlaging van het geïnstalleerd vermogen voor een equivalente of betere kwaliteit - wat meestal het doel is van relighting - heeft positieve gevolgen voor het contract met de elektriciteitsleverancier. Verlichtingstoestellen en voorschakelapparatuur die minder opwarmen, verminderen de klimaatregelingskosten in een proportie van 30% als het klimaat in het gebouw het hele jaar door wordt geregeld. Een betere verlichting zorgt voor betere werkomstandigheden. Allemaal elementen die maken dat men met relighting op alle posten wint: energiefactuur, onderhoud en productiviteit.

GEMEENTEHUIS VAN ANDERLECHT Relighting levert 63% besparingen op Het gemeentehuis van Anderlecht trok de juiste kaart bij de relighting: de renovatie van de verlichting zal een besparing opleveren van 260.000 €. Een onverhoopte budgettaire “inkomstenbron“ voor de gemeente.

VOOR 12 plafondlampen met 3 TL-lampen met een totaalvermogen van 1.908 W

Zoals tal van openbare gebouwen in ons land, had het gemeentehuis van Anderlecht een oude verlichtingsinstallatie. Afgezien van het gebrek aan comfort (onvoldoende of te veel verlichting, verblinding, flikkeringen, vaal licht,…), kon de energetische inefficiëntie van de bestaande installatie tellen: 22,3 watt vermogen per m2! Een veelvraat. Op initiatief van Philippe Debry, Schepen van Gemeente-infrastructuren, heeft de gemeente begin dit jaar de volledige installatie gerenoveerd. Er werd een budget van 80.000 € vrijgemaakt en geïnvesteerd in verlichtingstoestellen van de derde generatie, voornamelijk T5 uitgerust met elektronische voorschakelweerstanden. Het resultaat spreekt voor zich: het geïnstalleerd vermogen daalde met 63% en zakte met de nieuwe installatie van 22,3 W per m2 tot 8,3 W per m2. Enkel de energiebesparing geraamd door het ingenieursbureau loopt op tot meer dan 13.500 EUR per jaar. De investeringskost werd trouwens met 15.000 EUR verminderd omwille van de premie verkregen bij Sibelga. “Dankzij de besparingen zal de investering na 6 jaar zijn terugverdiend. Wetende dat de levensduur van de nieuwe installatie minstens 25 jaar bedraagt, is er een welkome bonus te verwachten“, vertelt Philippe Debry enthousiast. Opgeteld komt men inderdaad tot 260.000 € die niet wordt uitgegeven en dus vrijkomt in het budget. Een bedrag dat kan tellen voor een gemeente, zelfs voor een gemeente met de omvang van Anderlecht. “Deze relighting kende een groot succes“, zegt Philippe Debry. “Zowel bij de gebruikers van het gebouw omdat het de kwaliteit van hun werkplek verbetert, als bij onze financiële dienst die kijkt naar het grote potentieel aan besparingen“. Gesterkt door deze ervaring, plant de gemeente dit jaar andere relighting-acties daar waar er een groot potentieel is.

NA RENOVATIE 6 hangarmaturen met 1 T5-lamp met een totaalvermogen van 360 W, dus 80% minder vermogen.

26 | energymag nr 2

24-30 Dossier nl.indd 26

20/06/06 11:29:55


LIGHTING | DOSSIER

Industriële verlichting

Terugverdientijd of gecumuleerde cashflow? “Te veel beslissers richten zich op de terugverdientijd als investeringscriterium“, zegt een consultant in relighting. Als gevolg daarvan kiezen zij voor oplossingen met de kortste returntijd en dus gaan zij liever investeren. Korter wil echter niet altijd zeggen rendabeler. Een goed presterende verlichtingsinstallatie genereert besparingen gedurende de volledige levensduur van de investering die vaak langer is dan 15 jaar. Er moet dus evenveel waarde worden gehecht aan het cumuleren van de cashflow als aan de huidige nettowaarde. Financiers en bankiers kennen deze begrippen goed: ze bepalen de waardecreatie die de investering genereert en de recources die het oplevert. Als dan toch wordt gekozen voor relighting, dan maar best zorgen

Oplossingen geschikt voor kleine gebouwen… In gebouwen lager dan acht meter bestaat de meest eenvoudige oplossing uit de vervanging van de traditionele fluorescentielampen door fluorescentielampen met hoog rendement die een levensduur hebben van 10.000 uur in plaats van 5.000 uur en die een grotere lichtflux hebben (1350 lumen tegenover 1150 voor een buis van 18W). Het is juist dat ze duurder zijn in aankoop, maar bij complete renovatie van de installatie is het bedrag van de oorspronkelijke investering kleiner dan 10%, rekening houdend met het kleiner aantal buizen die nodig zijn. Deze buizen presteren nóg beter als ze worden gevoed door elektronische voorschakelweerstanden: directe ontsteking, onderdrukking van stroboscopische effecten en toename met 20% van de lichtefficiëntie. De inkoopprijs van deze nieuwe uitrustingen heeft de verspreiding ervan afgeremd. De meerprijs wordt echter gecompenseerd door een levensduur die 50% langer is en een elektriciteitsverbruik dat 20 à 30% lager is. Tot slot kan voorschakelapparatuur in real time een aanpassing van het verlichtingsniveau doorvoeren, in functie van het aanwezige natuurlijk licht. en voor grote gebouwen In hoge gebouwen (meer dan acht meter), zijn hogedruk natriumlampen te verkiezen boven kwikdamplampen omwille van hun lichtefficiëntie (100 lumen per watt tegenover 50) en hun levensduur die nog langer is (tot 18.000 uur tegenover maximum 12.000). Bovendien zijn inductielampen, dankzij hun uitzonderlijke lange levensduur (60.000 uur), bijzonder geschikt voor situaties waarbij de vervanging van de lamp de onderhoudskosten verhoogt, bijvoorbeeld als een onderbreking van het productieproces vereist is.

Optie A gecumuleerde cashflow Returntijd

jaren

cashflow

voor het hoogst mogelijke financiële rendement. In het voorbeeld hiernaast biedt optie A een return on investment van 3 jaar tegenover 5 voor optie B. Op het eerste gezicht zou men geneigd zijn de eerste optie te kiezen. Een vergissing die men cash betaalt: optie B is verreweg de meest rendabele. Ze genereert niet enkel meer cashflow, maar de actuele nettowaarde is ook hoger. Als u enkel naar de terugverdientijd kijkt, zou u wel eens forse besparingen kunnen mislopen. Dat hoeft helemaal niet omdat velen tegenwoordig bereid zijn dat te financieren. Zowel fabrikanten als dienstverleners hebben immers leasingcontracten opgesteld die de verdeling voorzien van de gerealiseerde besparingen gedurende de gehele looptijd van de investering of een deel ervan. Een formule die onlangs het douanedepot van Antwerpen in staat heeft gesteld om zijn relighting te financieren om te voldoen aan de nieuwe Europese normen. De komende zes jaar zal de openbare instelling de gerealiseerde besparing (bijna 42%) reserveren voor de firma die de werken uitvoerde en op die manier worden de kosten van deze werken betaald! Dankzij deze realisatie is het douanedepot van Antwerpen het eerste federale gebouw in België met het Europese “Greenlight“ label. p Alfons Vanbergen

Investering............................ 15.000 ¤ Jaarlijkse besparing .............. 5.000 ¤ Terugverdientijd .................... 3 ans Actuele nettowaarde (5%) ..... 37.600 ¤

Optie B gecumuleerde cashflow Returntijd

jaren

cashflow

Dienstensector: een grote bouwplaats Hoe meer energie de oorspronkelijk geïnstalleerde lampen vreten en hoe langer de verlichtingstoestellen worden gebruikt, hoe rendabeler de relighting en hoe korter de terugverdientijd. Dat is vaak het geval in de industrie (zie kaderstuk), maar ook en vooral in de dienstensector. Een recent onderzoek van Philips Lighting (maart 2006) toont aan dat op de schaal van de EU meer dan 75% van de private en openbare kantoorgebouwen samen, zich in deze situatie bevinden. Erger nog: ze zouden niet voldoen aan de kwaliteitsstandaards opgelegd door de norm EN 12464-1 betreffende de verlichting van kantoren en het welzijn op het werk. Philips berekende dat de nieuwe verlichtingstechnologieën besparingen zouden opleveren van 1 à 2 miljard euro per jaar in de dienstensector alleen, als ze massaal zouden worden toegepast. Een miljard als een groot deel van de verlichtingstoestellen, voornamelijk fluorescentielampen gevoed door ferromagnetische voorschakelweerstanden, zou worden vervangen door een elektronische generatie (T5 verlichtingsapparaten en elektronische voorschakelweerstanden). Een bedrag dat verdubbelt als men er de beheertechnologieën en de verlichtingsregelingen aan toevoegt. Voor een terugverdientijd die zelfs amper drie jaar kan bedragen.

Door gebruik te maken van de nieuwe technologieën bedragen de besparingen op de post elektriciteit in de industrie volgens specialisten tussen 20 en 40%. Zo kan dus behoorlijk worden bespaard op een factuur die gemiddeld 15% uitmaakt van het totale energieverbruik in de sector. Dan wordt nog geen rekening gehouden met de lagere onderhoudskosten dankzij de betrouwbaardere procédés. Bij de financiële winst komt ook nog de productiviteitswinst die mogelijk wordt door de betere productievoorwaarden en het kleiner aantal ongevallen.

Investering............................ 50.000 ¤ Jaarlijkse besparing .............. 10.000 ¤ Terugverdientijd .................... 5 ans Actuele nettowaarde (5%) ..... 56.200 ¤

De investering met de kortste terugverdientijd is niet altijd de meest rendabele. De vergelijkende analyse van de gecumuleerde cashflow en de actuele nettowaarde zorgt ervoor dat de investering wordt gekozen die de grootste meerwaarde creëert.

nr 2 energymag | 27

24-30 Dossier nl.indd 27

20/06/06 11:30:06


DOSSIER | LIGHTING

Dienstensector

De verlichtingskosten beheren: de producten Fluorescentielampen, elektronische voorschakelweerstanden en beheersystemen… Het winnende trio voor een performante en evolutieve verlichting. Naargelang het type voeding en de gekozen onderdelen om de fluorescentietoestellen te beheren, kan het verschil in elektriciteitsverbruik voor gelijk comfort meer bedragen dan 50%. Een overzicht van de beschikbare oplossingen.

Beheren om verliezen te verminderen Hierbij de 5 meest courante configuraties voor het beheer van de verlichting: in verhouding tot een verlichtingstoestel uitgerust met een klassieke ferromagnetische voeding, wordt het energieverbruik verminderd met 25 à 50%. Met complexere configuraties kan een winst worden gehaald van 70%. Verlichtingsapparaat met elektromagnetische voorschakelapparatuur: 100% Verlichtingsapparaat met elektronische voorschakelapparatuur: 75% Verlichtingsapparaat met elektronische voorschakelapparatuur dat kan worden gedimd met manuele regelaar: 65% Verlichtingsapparaat met elektronische voorschakelapparatuur, klok en uurprogrammering: 65% Verlichtingsapparaat met elektronische voorschakelapparatuur dat kan worden gedimd en aanwezigheidsdetectie: 60% Verlichtingsapparaat met elektronische voorschakelapparatuur dat kan worden gedimd en cel voor lichtbeheer: 50%

In de dienstensector worden meestal fluorescentielampen gebruikt. Voor hun werking hebben deze lampen hulptoestellen nodig (voorschakelapparatuur, starters) die in de armatuur zitten en die zelf ook energie verbruiken. Voor een lamp van 58 W gevoed met een standaard voorschakelweerstand (ferromagnetisch), moet ongeveer 12W bijkomend verbruik worden gerekend. Een element waarmee rekening moet worden gehouden bij de keuze van oplossingen. Drie generaties buizen Vandaag de dag leven er drie generaties buizen naast elkaar. De jongste, de T5, verscheen in 1995 op de markt. Ze is kleiner en compacter en sluit na een technische breuk, weer aan met het verleden: de lamp vergt speciaal aangepaste verlichtingsarmaturen. Toch zijn de voordelen legio. In de onderstaande tabel tonen we de energiebalans van de beschikbare systemen. In tegenstelling tot de fabrikanten die enkel het rendement van de lamp opgeven, verdient het aanbeveling om het koppel

lamp + voorschakelapparatuur te vergelijken, een methode die meer rekening houdt met de economische realiteit. Zoals men kan vaststellen varieert het rendement van factor één tot twee. Het is duidelijk dat de T12-systemen zo snel mogelijk moeten verdwijnen, vooral de snelle ontsteking. Het elektronische systeem T8 ligt dicht bij de T5 in termen van rendement. Het grootste verschil zit in het feit dat het lichtgevend rendement van de T8 afneemt vanaf een temperatuur van 25°C, een temperatuur die wordt bereikt in de meeste verlichtingsarmaturen. De elektronische T8 zal dus sneller verouderen dan de T5 die een omgevingstemperatuur van 35°C verdraagt. De T5 is de beste aankoop voor diegene die wil beschikken over de beste technologie voor een beperkte omvang. Omdat de buizen compact zijn, zowel wat betreft diameter (16mm) als inbouwlengte en -hoogte van de verlichtingsapparaten, kunnen plattere en esthetischere verlichtingstoestellen worden verkregen die makkelijk passen in de genormaliseerde modules in de plafonds.

Energiebalans van de systemen T12, T8, T5 Module van 1,2m

Verbruik systeem

Flux lamp

Rendement systeem

Type lamp

Watt

Lumen

Lumen/Watt

T12, 40W, ST T12, 40W, RS T8 36W ST T8, 36W, Electr T5, 28W, Electr

50 55 46 35 31

2800 2800 3350 3350 2900

56 51 73 96 93

ST = ferromagnetische ballast, RS= snelle ontsteking, Elektr = elektronische ballast

De voorschakelapparatuur: voorrang voor de elektronica Het verbruik van elektronische voorschakelweerstanden ligt 60% lager dan die van de conventionele voorschakelapparatuur. Bovendien verhogen ze de efficiëntie van de lampen en hun levensduur en verbruiken ze geen blindlastenergie. Ze veroorzaken geen geluidsoverlast, de lamp gaat aan zonder knipperen en er wordt een stabiel licht geleverd, zonder stroboscopisch effect. In de versies waarvan het licht kan worden gedimd kan ook een cel, sensor of regelaar worden ingebouwd, zodat een verlichtingstoestel of een groep verlichtingstoestellen al dan niet automatisch kan/kunnen worden ontstoken en gedoofd of dat men de hoeveelheid licht kan laten variëren. Allemaal redenen die de keuze rechtvaardigen. Verlichtingstoestellen: rendementen variërend van 35 tot 90% De keuze van het verlichtingstoestel is van het grootste belang. Het moet het licht dat de lampen uitstralen optimaliseren, maar het moet ook reflecties en verblinding vermijden. Goed om weten is dat het rendement van de verlichtingsapparaten op de markt schommelt tussen 35 en 90%. Een slechte keuze kan dus een grote impact hebben op de efficiëntie van de verlichting. Door gebruik te maken van efficiënte reflecterende optieken, kan zoveel mogelijk licht worden geconcentreerd op de plaats waar dat nodig is. Het aantal lampen kan zo sterk worden verminderd, zonder dat het verlichtingsniveau wordt aangetast. In dat type configuratie kan tot 30% winst worden geboekt. In kantoren met klimaatregeling kan het integreren van de luchtafzuiging in de verlichtingstoestellen 60 à 70% van het geproduceerde thermisch vermogen afvoeren. Een niet te verwaarlozen optie gezien de toename van warmtebronnen in de kantoren. De beheersystemen: de verlichting regelen Wie denkt er vandaag de dag aan om een verwarming te installeren zonder

28 | energymag nr 2

24-30 Dossier nl.indd 28

20/06/06 11:30:12


LIGHTING | DOSSIER

Elektronische voorschakelweerstanden met hoge frequentie Verlichtingsapparaten met elektronische voorschakelweerstanden zonder dimmer

thermostaat? Toch gebeurt dat wel in de meeste verlichtingsinstallaties. Er is niets voorzien om de hoeveelheid licht te regelen in functie van de behoefte. Er bestaan echter tal van oplossingen die besparingen opleveren die even groot zijn als deze opgeleverd door het verlichtingstoestel zelf. Te beginnen met de vervanging van de schakelaars door eenvoudige regelaars zoals men die vandaag de dag in elk huis vindt. Deze basisoplossing zorgt dat al 30% besparingen worden verkregen in vergelijking met een oplossing met ferromagnetische voorschakelapparatuur. Een overzicht van de andere oplossingen: >>> Aanwezigheidssensor Eén van de meest eenvoudige middelen om de verlichting te controleren in een bepaalde zone bestaat uit het gebruik van een infrarood aanwezigheidssensor. De sensor reageert op de temperatuur en de beweging van het lichaam in de detectiezone van de sensor. Zo kan men het licht automatisch ontsteken of laten variëren als een aanwezigheid wordt gedetecteerd of kan het licht worden gedoofd als er niemand aanwezig is. Deze sensors worden ingebouwd in de verlichtingstoestellen of apart geïnstalleerd in of tegen het plafond of de muur. >>> Sturing van het daglicht Maximaal gebruik maken van daglicht is geen luxe, al helemaal niet in de ruimten nabij de ramen. De fotogevoelige cellen zorgen ervoor dat een verlichtingsapparaat of groep verlichtingstoestellen kan ontsteken, doven of dimmen, in functie van het daglicht. Deze cellen gekoppeld aan het beheersysteem gebruiken de gemeten waarde in hun zone om automatisch het vereiste lichtniveau te leveren. Ook het totale doven van de verlichtingsapparaten kan worden geprogrammeerd, wanneer er voldoende daglicht is. De sensors zijn ingebouwd in de verlichtingsapparaten of worden afzonderlijk geïnstalleerd, op een buis van het verlichtingstoestel geklikt of

Verlichtingsapparaten met elektronische, dimbare ballast

Koude start (zonder voorverwarming)

Lokalen lange tijd verlicht zonder frequente doving (grote winkeloppervlakken, stations, industriële lokalen…).

Warme start (met voorverwarming)

Lokalen met frequente inschakeling (gangen, kantoren, scholen…). Mogelijke toevoeging van aanwezigheidssensors. Verlichtingsapparaten met elektronische voorschakelweerstanden met dimmer

Analoog (1-10 volt)

Voor alle lokalen. Gradatie van 1% à 100% van de flux. Gebruik van fotogevoelige cellen. Mogelijke toevoeging van aanwezigheidssensors.

Digitaal

Voor alle lokalen. Gradatie van 1% à 100% van de flux. Gebruik van fotogevoelige cellen. Mogelijke toevoeging van aanwezigheidssensors. Uitgebreide communicatiemogelijkheden van het verlichtingstoestel naar het systeem.

DALI (digitaal)

Voor alle lokalen. Gradatie van 1% à 100% van de flux. Gebruik van fotogevoelige cellen. Mogelijke toevoeging van aanwezigheidssensors. Uitgebreide communicatiemogelijkheden van het verlichtingstoestel naar het systeem.

aan of in het plafond of tegen of in de muur bevestigd. >>> Kalenderklokken en uurklokken De programmering van deze horloges maakt de progressieve besturing van de verlichting en het doven van de verlichtingsapparaten mogelijk op vooraf vastgestelde uren. De programmering kan variëren naargelang het type weekdag (werkdagen, weekend) of naargelang een jaarkalender die rekening houdt met feestdagen en vakantieperiodes. Er kunnen ook ramen worden aangegeven om de werking van de bewegingssensors of foto-elektrische cellen al dan niet toe te staan. >>> Draadloze afstandsbediening of muurbediening De huidige controletechnieken, zoals manuele infraroodbediening, muurzenders, interfaces voor PC of telefoon, bieden de mogelijkheid om af te zien van bedrading in de muren, wat een besparing oplevert voor de installatie, en waarbij toch een grote structurele

flexibiliteit wordt gewaarborgd. Die belichtingsbesturing biedt de mogelijkheid om lichtsferen te programmeren voor elk kantoor of elk individu, ze op te slaan en in een handomdraai te activeren. >>> Gecentraliseerd lichtbeheer Het gecentraliseerd beheer maakt de besturing en het beheer van de verlichtingsinstallatie mogelijk per uur en op basis van de kalender en per zone. Substations in heel het gebouw decoderen de orde en afkomst van de centrale computer en besturen de verlichtingstoestellen die erop zijn aangesloten. Ze maken het ook mogelijk om de staat en het verbruik van de verlichtingsinstallatie van heel het gebouw te kennen. Het kan eventueel worden geïntegreerd in een systeem voor het technisch beheer van het gebouw. Deze complete oplossing kan tot 60% besparingen opleveren. Interfaces van het type “DALI“ bieden voortaan deze functies, zonder de logheid van een centrale computer. p Alfons Vanbergen

nr 2 energymag | 29

24-30 Dossier nl.indd 29

20/06/06 11:30:14


DOSSIER | LIGHTING

Publieke verlichting

In publieke verlichting telt de totale kost Ook voor openbare verlichting zijn er nu nieuwe technologieën beschikbaar die energie-efficiëntie verzoenen met de verbetering van het collectief welzijn. En ook hier moet men zich laten leiden door de totale kostprijs.

Van publieke verlichting wordt tegenwoordig veel meer verwacht dan dat deze ons in staat stelt om ‘s nachts te zien. Verlichting is een hulpmiddel geworden om een omgeving te creëren waarin het aangenaam wonen en leven is. Publieke verlichting krijgt daarmee naast haar functionele rol ook een sociale rol. Zo kan bij de bewoners een hoger veiligheidsgevoel gecreëerd worden. Samen met de energiekost en de onderhoudskost hoort dit aspect mee overwogen te worden bij de bepaling van de investering voor publieke verlichting. Dit afwegen van de volledige kosten en baten over de hele gebruiksperiode, wordt Total Cost of Ownership (TCO) genoemd. Bij publieke verlichting hoort men dus naast de verbruiks- en installatiekost ook het welzijn van de bewoner te overwegen. Verlichting verbetert welzijn Verlichting maakt de omgeving menselijker, van drukke stadscentra tot rustige gemeentes. Verlichting creëert een harmonisch geheel en zorgt voor een warm, behaaglijk gevoel van welzijn. Goede verlichting levert veiliger omstandigheden voor zowel voetgangers als verkeer en helpt in de strijd tegen criminaliteit en vandalisme. Goed geplande en gecoördineerde verlichting geeft zowel aan grote en kleine steden als aan dorpen een atmosfeer, een ambiance, een karakter - een ziel- voor het lichaam van de stad. In commercieel opzicht kan openbare verlichting de verkooptijden verlengen en aan het avondleven een gastvrije atmosfeer bieden. En dat nodigt uit tot een ontspannen terras- of restaurantbezoek.

Energiebewust verlichten te Sint-Agatha-Berchem Tegelijkertijd worden steden en gemeenten zich steeds meer bewust van het feit dat de werkelijke gebruikskosten van verlichting belangrijker zijn dan de aanschafkosten. Dan is het te overwegen te investeren in verlichting van uitstekende kwaliteit, die op de lange termijn bespaart. Dat is wat men deed te Sint-Agatha Berchem. Nog maar amper geïnstalleerd, lijken de nieuwe lampen hun hoge verwachtingen waar te maken. De reacties zijn immers nu al positief, dat bevestigt Marc Baeten, technisch inspecteur bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De Goffinlaan in Sint-Agatha-Berchem ligt op slechts enkele minuten van het centrum van Brussel. Het is één van de 530 wegen van de 400 km lange verlichtingsinstallaties (29.000 lichtpunten) die Marc Baeten onder zijn hoede heeft. Dat hier als eerste gemeente in België voor Philips Master CosmoWhite-verlichting werd gekozen, heeft alles te maken met de visie van het Brussels Hoofdstedelijk

Gewest. Zij wil op termijn, in de stedelijke omgeving, alle gele licht vervangen door wit licht. Marc Baeten: “De Master CosmoWhite heeft een beter lichtrendement en tegelijkertijd een lager verbruik. We hadden geen 70W- meer nodig maar een 60W-lamp. Dat Philips tevens binnenkort voor deze lamp een dimming-optie voorziet, stelt een bijkomende besparing in het vooruitzicht. Daarbij komt nog dat verliezen in de voorschakelapparatuur te verwaarlozen zijn. Verder was ook een aanneembare levensduur een belangrijk punt“. Verlichting en beplanting: een bijzonder plaatsingsschema Aan de Goffinlaan heeft het gemeentebestuur een omvangrijke beplanting voorzien. Natuurlijk moet het verlichtingsniveau behouden blijven. Marc Baeten: “Er werden net veel jonge bomen geplant. Als die straks gaan groeien, zou dat problemen kunnen opleveren. Een armatuur op een paal van 7 tot 9 meter hoog zou dan de kruin verlichten, in plaats van de rijweg. Om groen en verlichting perfect te integreren, hebben we de dichtheid van de palen afgestemd op de plaatsing van de bomen, en de hoogte ervan teruggebracht naar 5 meter. Er is nu een heel gelijkmatige en zeer aangename verlichting en we hebben toch een energiebesparing kunnen realiseren. Dat is een fantastisch resultaat.“ p Alfons Vanbergen

Openbare verlichting en regelgeving De Europeaan verbruikt meer energie. Tezelfdertijd stijgen de energieprijzen. Op dit moment wordt op Europees vlak de milieuwetgeving vastgelegd. Een voorbeeld hiervan is de EUP-richtlijn van 22 juni 2005. De invoeringsmaatregelen van deze richtlijn moeten worden opgesteld vóór 11 augustus 2007. Van de 14 gebieden waarvoor de EU maatregelen wil invoeren, is straatverlichting er één van. Als alle straatverlichting zou worden opgewaardeerd naar de nieuwste technologische oplossingen, zoals CosmoPolis (Philips), zouden de gemeenten en steden aanzienlijke besparingen kunnen realiseren op hun jaarlijkse exploitatiekosten. Zo zouden gemeentebesturen in Europa hun energierekening kunnen verlagen met 600 tot 700 miljoen euro per jaar. Tezelfdertijd zou een lager energieverbruik de jaarlijkse CO 2-uitstoot naar 3,5 miljoen ton kunnen terugbrengen.

30 | energymag nr 2

24-30 Dossier nl.indd 30

20/06/06 11:30:15


Louis F. Storz, senior vice president, Nuclear Operations, PSEG, spreekt over Dale Carnegie Training®

Culture change: “Dale Carnegie Training speelde een belangrijke rol in de ombuiging van onze organisatie van een negatieve, weinig productieve werkomgeving tot een organisatie die haar objectieven bereikt.”

Empowerment: “Medewerkers bereiken doelstellingen die ervoor als onmogelijk werden beschouwd.”

Teamwork: “Dale Carnegie Training creëert een open sfeer waardoor teamwork wordt gestimuleerd en waardoor de leidinggevenden meer zelf-vertrouwen ontwikkelden.”

Self-confidence: “Ik zag Dale Carnegie Training het zelfvertrouwen van onze medewerkers in grote mate versterken. Mede hierdoor kon de gewenste verandering gerealiseerd worden.”

Dale Carnegie België & Luxemburg Open of in-company opleidingen, coaching en op maat oplossingen. Inlichtingen: dct-info@dcbenelux.com +32 (0)2 725 25 46 www.dcbenelux.com www.dalecarnegie.com

The only sustainable competitive advantage is the quality and leadership of your people.

DCT PSEG NL.indd 1

Breakthrough to Success with the new Dale Carnegie Course® 24/03/06 12:55:23


EFFICIENCY | DIENSTEN

EHSAL Dilbeek:

40% minder gas en meer comfort Het geval van de campus Parnas van de Europese Hogeschool Brussel (EHSAL) is een voorbeeld van hoe het vaak is gesteld met gebouwen: een hoge energiefactuur voor een middelmatig thermisch comfort. Men hoeft trouwens niet al te lang te zoeken naar de oorzaak: de ouderdom en de nutteloze of zelfs onbestaande regeltechnologie! De investering is noodzakelijk,

Š L. van Steensel

32 | energymag nr 2

32-34 Ehsal nl.indd 32

Š L. van Steensel

maar rendabel en kost niets. Het bewijs!

20/06/06 11:19:33


DIENSTEN | EFFICIENCY De Europese Hogeschool Brussel, bod op de vraag af te stemmen en de beEHSAL, telt vier campussen (zie kaderlasting te optimaliseren in functie van het stuk). Er is een wereld van verschil tussen effectieve gebruik van de lokalen. die in de Stormstraat in het stadscentrum en de campus Parnas in Dilbeek. Aan de Verwarming per zone en ene kant een moderne campus, voorzien gecontroleerde ventilatie van de meest recente technologie, geWat verwarming betreft, was geen enstuurd door een gecentraliseerd techkele controle mogelijk. Er waren geen thermostatische kranen en de nachtelijke nisch beheersysteem. Aan de andere temperatuurregeling was niet optimaal. kant een oud gebouw, voorzien van oude Kortom, men verwarmde “alles of niets”, uitrustingen en regelsystemen, zonder dag en nacht. Gevolg: zelfs in de winter gecentraliseerd beheer. De vergelijking? kwamen de studenten naar de les in een Meedogenloos! Een energieverbruik van hemd of bloes, zonder trui, omdat het te minder dan 60 kWh/m2 per jaar in het stadscentrum en van 160 kWh/m2 in Dilwarm was. De grootste prioriteit was dus beek. Een enorme de renovatie van de “(…) Start/stop algoritmen kloof! En daar blijft besturingsinrichting zorgen ervoor dat de inhet niet bij. De camom het verbruik van pus in Dilbeek is niet schakeling van de installatie de verwarmingsinoptimaal gebeurt om het stallatie in te perken enkel een energiegewenste comfortniveau (2 gasketels van 750 vreter, hij biedt bovendien armtierige te behalen zodra de studen- KW elk). Honeywell prestaties op het ge- ten aankomen ‘s ochtends installeerde daartoe bied van thermisch nieuwe digitale conen voor de uitschakeling comfort. Dat vonden van de installatie, wanneer trollers (er werd gede ploeg van het Fakozen voor de DDC ze ‘s avonds weggaan” cilities Management XL500) en nieuwe en de schooldirectie onaanvaardbaar. elektriciteitsborden, nieuwe besturingszones en nieuwe pompen. Er werden ook Het aanbod op de vraag afstemmen warmtemeters en elektriciteitsmeters geOp de campus Parnas (10.000 m2) is de installeerd. Speerpunttechnologie die heel normaalschool ondergebracht waar toewat voordelen biedt. Dirk Swaans, Sales komstige leerkrachten gevormd worden. Account Energy Services Honeywell: Er zijn iets meer dan 400 studenten, alle “Sensors zorgen er nu voor dat de tempejaren samen. Afgezien van de leslokalen, ratuur in de lokalen in het klassengebouw beschikt deze campus over 4 gymnasniet hoger komt dan 20°C. Ze verzekeren tiekzalen voor de opleiding lichamelijke de optimale programmering van de warmopvoeding. De elektrische installatie van televering, samen met de tweewegklepde stookplaats moest worden vervangen pen. Dankzij een jaarkalender voor de pro- ze beantwoordde niet meer aan de veigrammering van de vakantiedagen, kan de ligheidsnormen - en dat heeft de EHSAL verwarming nog beter worden afgestemd ertoe aangezet om de energie-uitrusvoor een beter gebruik. Start/stop algoting van de campus eens wat nader te ritmen zorgen ervoor dat de inschakeling bekijken. Honeywell Building Solutions van de installatie optimaal gebeurt om het behaalde vroeger al goede resultaten gewenste comfortniveau te behalen zoinzake energiebesparing op de campus dra de studenten aankomen ‘s ochtends in de Stormstraat en dus werd opnieuw een beroep gedaan op de firma om een voorstel uit te werken. Na een audit evalueerde Honeywell de problemen en de haalbare energiebesparing: bijna 17.500 € per jaar. Er worden twee grote problemen opgemerkt: de verwarming en de ventilatie. Beide hebben dezelfde oorsprong: het is onmogelijk om het aan-

Een schoolvoorbeeld De EHSAL, of “Europese Hogeschool Brussel EHSAL”, is het resultaat van de fusie drie jaar geleden van de Hogeschool IRIS van Brussel (Parnas), de Katholieke Hogeschool Brussel en de vroegere Economische Hogeschool EHSAL (beter bekend onder de naam Sint-Aloïsius). Ze omvat meer dan 11.000 studenten, waaronder ongeveer 7.000 in de permanente en postuniversitaire opleidingen.

© L. van Steensel

De EHSAL biedt bachelor- en masteropleidingen aan in vier verschillende domeinen: Economie & Management, Gezondheidszorg, Onderwijs en Sociale Agogiek. De opleiding van Bachelor of Master inzake Arbeidsorganisatie & Gezondheid, die in 2006-2007 zal worden omgedoopt tot A&G - Milieu- en Preventiemanagement, is één van de opleidingen die nergens in Vlaanderen wordt gegeven. De opleiding leidt tot beroepen als preventieadviseur of milieucoördinator. Dirk De Ceulaer, Directeur Generaal van de EHSAL: “Duurzame ontwikkeling is een belangrijk aspect van ons beleid. De studenten zijn er erg gevoelig voor. Daarom is de doorlichting van het duurzaam beheer van de EHSAL een ideale praktische case voor studenten die deze opleiding volgen”.

en voor de uitschakeling van de installatie, wanneer ze ‘s avonds weggaan”. De regeling van de verwarming gebeurt per zone: Op elke verdieping vormen het zuiden, het noorden en de administratie zones die afzonderlijk worden geregeld. Dat vermijdt dat overal op dezelfde wijze wordt verwarmd. Op het vlak van de ventilatie wordt de toevoer van verse lucht nu ook gecontroleerd door de technologie van Honeywell via CO2-sensors in de gymnastiekzalen en de eetzaal. “Toen de luchttoevoer nog niet goed was geregeld, bleven de luchtkleppen constant open, wat leidde tot energieverspilling”, legt Dirk Swaans uit. Nu worden ze enkel op tijd geactiveerd om het vereiste comfortniveau te halen vanaf 8h. Omdat de CO2-niveaus op dat ogenblik van de dag nog laag zijn, recycleren de ventilatie-inrichtingen dezelfde lucht. Naarmate er meer activiteiten plaatsvinden - en dus het C02-niveau

Daniel Vanderbeken, diensthoofd Technische Ondersteuning en Dienst Economaat “Dankzij het aanpassen van de campus Parnas beschikken we over een moderne technologie, een betere service, een beter klimatologisch comfort én dragen we bij tot de Kyoto-doelstellingen, dat allemaal zonder dat ons dat meer kost dan vroeger.” © L. van Steensel

nr 2 energymag | 33

32-34 Ehsal nl.indd 33

20/06/06 11:19:56


EFFICIENCY | DIENSTEN stijgt - openen de kleppen zich en wordt de vereiste verse lucht aangezogen. Door de vraag naar buitenlucht op die manier in te perken, realiseert men grote besparingen voor het opwarmen.

Te onthouden v De productie van warmte, koude en lucht aanpassen aan de behoefte is de sleutel voor goed energiebeheer. v De moderne regeltechnologie zorgt voor de doorgedreven optimalisering van het verbruik en het comfort. Vaak is het de eerste investeringspost die moet worden beoogd om het verbruik te verminderen.

© L. van Steensel

v De omniumcontracten die de financiering van de investering en de onderhoudsprestaties combineren, zijn de moeite om te onderzoeken.

30% minder CO2 De energieaudit werd gerealiseerd in april en mei 2005 en de werken gebeurden tijdens de schoolvakantie. De EHSAL heeft zijn eerste besparingen gerealiseerd in de maand september. De winsten gerealiseerd van oktober tot december, gecorrigeerd in graaddagen en geprojecteerd op een volledig jaar, maken een vergelijking met 2004 mogelijk. Het resultaat is veelzeggend: een vermindering met 40% voor het gas en met 21% voor de elektriciteit. Met andere woorden 23.500 € winst op jaarbasis, heel wat meer dan de meest optimistische theoretische voorspellingen (17.500 €). Omgezet in CO2equivalenten, is dat 106 ton minder emissie (-30%). Dat alles voor een investering van 116.000 €, met inbegrip van de vervanging van het overbodige elektriciteitsbord. In het totaal heeft heel deze operatie de EHSAL echter geen cent gekost. Honeywell heeft de investering immers gefinancierd binnen het kader van een omnium onderhoudscontract. De besparingen gedurende de 5 volgende jaren zullen worden gebruikt om de vervaldagen van het contract te betalen, zonder dat er een impact is op de schoolfinanciën. Daniel Vanderbeken, diensthoofd Technische Ondersteuning en Dienst Economaat: “We betalen niet méér, we beschikken over een veel betere dienst en we dragen bij tot de Kyoto-doelstellingen. Commentaar overbodig! Een ander belangrijk punt is dat wij voortaan de installaties van de campus Parnas permanent kunnen bewaken vanuit onze bewakingscentrale (nvdr: het platform voor gecentraliseerd technisch beheer EBI van Honeywell) in de Stormstraat. Als er vroeger een storing was, werden wij niet

Het omniumcontract, een te overwegen win-win oplossing Installaties renoveren tegen een kostprijs die te hoog ligt voor het budgettair evenwicht. In het geval van de Campus Parnas liep de factuur van Honeywell op tot 116.000 Ð. Niet niets in het jaarbudget van de

De resultaten (periode oktober tot december 2005) Elektriciteitsverbruik kWh oktober tot december 2004

Gasverbruik kWh/DD oktober tot december

2005

2004

2005

81 213

81 213

60 910

64 441

650

614

488

40 607 20 303

325

370

163

Tijdens de referentieperiode (oktober tot december 2005), vertonen de gegevens, gecorrigeerd in graaddagen, een daling van 40% van het gasverbruik (gasketels) in vergelijking met dezelfde periode in 2004. Geprojecteerd over een volledig jaar, bedraagt de winst 546.000 kWh per jaar, waarbij de winst van de post elektriciteit (-21% tijdens de vergelijkbare periode) moet worden toegevoegd, geraamd op 49.120 kWh per jaar. Uiteindelijk levert de aanpassing van de campus Parnas een besparing op van 23.500 Ð per jaar en heeft ze het verbruik teruggebracht tot 100 kWh/m2 per jaar tegen 160 kWh/m2 vroeger. Op termijn moet de vervanging van de ketels en een betere isolatie het verbruik nog kunnen optimaliseren en de prestatie van de campus in de Stormstraat die is gestabiliseerd op 60 kWh/m2 per jaar kunnen benaderen.

gewaarschuwd bij gebrek aan een systeem voor gebouwenbeheer. We werden slechts ‘s anderendaags ‘s ochtends op de hoogte gebracht, vaak door klachten van de gebruikers. Voortaan kunnen we meteen reageren en Honeywell kan een technicus sturen”. Voeg daar nog aan toe dat, dankzij de centralisatie van het technisch beheer, nu slechts één systeem moet worden onderhouden en slechts één ploeg het technisch beheer van beide campussen verzekert. Alweer een operationele winst. Door de opvolging van het verbruik via de warmtemeters en de elektriciteitsmeters, beschikt de EHSAL voortaan ook over alle elementen noodzakelijk voor het monitoren van de energie van de gebouwen. Op deze manier kan de school haar energieleveringen preciezer aanpassen aan het reële energieprofiel. Dat moet op termijn ook leiden tot een daling van de kosten.

Nog meer besparingen De analyse was beperkt tot de modernisering van de meet- en regeltechniek, nieuwe pompen, tweewegkleppen en de verbinding met de EBI-centrale. Als de ketels worden vervangen, zal het energieverbruik nog dalen. Omdat ze niet zo veel zullen worden gebruikt, een gegeven dat men voortaan kan berekenen, kunnen ze beter worden gedimensioneerd. Ook een betere isolatie zou het verbruik moeten doen dalen. De EHSAL heeft in ieder geval Honeywell een gelijkaardige opdracht gegeven voor de campus Nieuwland (aan Brussel-Zuid), waar het energieverbruik in de buurt ligt van 100 kWh/m2 per jaar. Ook daar zijn er nog besparingen in het vooruitzicht. p Philippe van den Abeele en Jean-François Marchand

Campus. En toch zal die er niets van voelen! De inderhoudscontract dat de school aan Honeywell bindt. vestering werd immers gefinancierd door Honeywell “Wij passen deze formule binnenkort 20 jaar toe op via een contract van het type leasing/omnium over 7 de Belgische markt”, verklaart Christian Van Campenhout, Commercieel Directeur van Honeywell Building jaar, met andere woorden de pay back periode die oorspronkelijk werd geraamd. Twee voordelen: de EHSAL Solutions. “Het belang voor de partijen is duidelijk. Het kan een investering vergemakkelijken betaalt niets, wat het budget ten goede komt en de energiebesparingen die “Wij passen deze die moeilijk te realiseren valt voor een klant formule binnenkort jaarlijks kunnen worden gerealiseerd, of de creditzijde wordt zo geoptimaliseerd 20 jaar toe op de dienen om de leasingtermijnen volle- Belgische markt” om investeringen voor te behouden voor de core business. De koppeling financiedig of gedeeltelijk af te betalen. Geen impact op de budgetten, noch op de schatkist! Beter ring-service biedt ook de mogelijkheid om de winsten nog: gezien de resultaten opgetekend gedurende de verkregen op lange termijn duurzaam te maken”. Een eerste drie maanden, zal de pay back veel sneller gewin-win formule die inderdaad helemaal in de richting beuren dan verwacht, waarschijnlijk binnen 5 jaar. De gaat van de bedoeling van de richtlijn betreffende de EHSAL genereert dus een financiële winst vanaf het energie-efficiëntie bij het eindgebruik en de energieeerste jaar voor een operatie die in het totaal geen diensten, zoals in december aangenomen door de EU, cent heeft gekost. Een goede formule dus, zelfs als de die de investeringen voor doelmatig energieverbruik leasing uiteraard is gekoppeld aan een bijkomend onin de komende jaren wil bevorderen.

34 | energymag nr 2

32-34 Ehsal nl.indd 34

20/06/06 11:20:52


1391_M_BFM_A4_NL_WILL

2/22/06

3:07 PM

Page 1

“BFM, typisch een radio die naar de ondernemers luistert”

Business radio 100% info.

Olivier Willocx, Bestuurder Directeur generaal KHNB Info & partnership : christian.miroir@bfm.be www.bfm.be


EFFICIENCY | INDUSTRY

Janssen Pharmaceutica

Rationeel en Milieubewust Energiebeheer

© Janssen Pharma

Janssen Pharmaceutica is sinds vorig jaar volledig overgeschakeld op groene elektriciteit. De meerprijs is ruim gedekt door energiebesparingen. De groene elektriciteit en de energiebesparingen zorgden voor een daling van de CO2 emissies met meer dan 50%.

Naar aanleiding van de jaarlijkse wereldwijde interne Energieweek bij alle bedrijven van Johnson & Johnson maakte Janssen Pharmaceutica vorig jaar in oktober bekend dat het voor alle vestigingen in België overschakelt op groene stroom. De afgelopen jaren initieerde Janssen Pharmaceutica diverse projecten die tot een significante reductie van het energieverbruik en de CO2-emissie leidden. Hieruit vloeiden belangrijke besparingen voort. Enerzijds werd ca. 15% bespaard op het totale energiebudget, anderzijds werden aanzienlijke bedragen aan kapitaalsinvesteringen vermeden. Het bedrijf heeft beslist om een deel van de besparingen te gebruiken om voor de 4 vestigingen van Janssen Pharmaceutica in België, Beerse I en II, Geel en Olen groenestroomcertificaten aan te kopen. Deze aankoop begon al op kleine schaal in 2003, maar vanaf 2005 gaat het om 100% van de elektriciteitsbehoeften. In België is Janssen Pharmaceutica met 118 GWh hiermee de grootste privégebruiker van hernieuwbare energie.

50% reductie CO2-uitstoot Deze stap hangt samen met het wereldwijd engagement van Johnson & Johnson om aan de Kyoto-normen te voldoen en te zorgen voor een reductie van de CO2-uitstoot tegen 2010 met 7% tegenover het jaar 1990. Dit engagement geldt voor het geheel van de groep, ook al groeit het productieapparaat. Voor de Belgische vestigingen van Janssen Pharmaceutica komt dit neer op een daling van de CO2-uitstoot van 40 000 ton in 1990 naar 38 000 ton tegen 2010. Door een forse aangroei van de productie in de Belgische vestigingen sinds 1990 zou zonder energiebesparingsmaatregelen die uitstoot tot 110 000 ton CO2 aangroeien in 2010. Dankzij een portfolio van een tiental grote en vele kleinere energie en CO2 reducerende projecten, en 100% groene stroom kon de CO2 uitstoot met meer dan de helft gereduceerd worden, en is de doelstelling van 38 000 ton haalbaar. Naast elektriciteit gebruikt Janssen Pharmaceutica nog gas en stookolie (in beperkte mate als noodvoorziening), waarvoor er momenteel geen ‘groene’ variante beschikbaar is. Pieter Breugelmans, afdelingshoofd Energie en Nutsvoorzieningen: “De doelstelling van 7% reductie moet niet op elke site van de groep worden bereikt, maar gezien Janssen Pharmaceutica de grootste energieverbruiker is binnen de groep, is het bereiken van de doelstelling quasi onmogelijk wanneer Janssen Pharmaceutica geen significante bijdrage levert. Dankzij onze inspanningen bereiken wij voor de Belgische vestigingen een reductie van de CO2-uitstoot met meer dan 50%. Dit alleen betekent een daling van bijna 5% CO2-uitstoot voor heel Johnson & Johnson wereldwijd. We halen hiermee de interne bedrijfsdoelstellingen wat energie en CO2 betreft alsook de Kyoto-norm voor 2005”. De groene stroom van Janssen Pharmaceutica heeft niets te maken met de groenestroomcertificaten van de energieproducenten. Iedere elektriciteitsle-

36 | energymag nr 2

36-37 Janssen nl.indd 36

19/06/06 18:34:16


INDUSTRY | EFFICIENCY

verancier is verplicht om bij te dragen giebronnen te stimuleren, wil het beaan de opwekking van een bepaalde drijf het milieu en de natuurlijke hulphoeveelheid elektriciteit uit hernieuwbronnen beschermen. bare energiebronnen in Vlaanderen. Dit minimumaandeel bedroeg 2,0 % van Convenant Benchmark voor twee sites zijn leveringen in 2004. Het minimumDe Vlaamse energie-intensieve induaandeel zal verder toenemen tot 6% striële bedrijven met een jaargebruik van meer dan 0,5 PJ of de vestigingen voor zijn leveringen in 2010. De controdie ressorteren le of een leveranonder de Eurocier dit minimumpese Richtlijn aandeel in acht In België is Janssen Verhandelbare heeft gehouden Pharmaceutica met Emissierechten tijdens een be118 GWh de grootste konden in 2003 paald kalendertoetreden tot jaar, gebeurt aan privé gebruiker van het benchmarde hand van de hernieuwbare energie. kingconvenant. inlevering bij de Ongeveer 180 VREG van een bevestigingen deden dit en ze vertegenpaald aantal groenestroomcertificaten. woordigen meer dan 80% van het induGroenestroomcertificaten die in het striële energieverbruik in Vlaanderen. buitenland worden gebruikt, kunnen 0,5 PJ (petajoule) komt overeen met niet worden ingeleverd om te voldoen ongeveer 15 miljoen m3 aardgas of 13,9 aan de certificatenverplichting van miljoen liter gasolie of 55,5 miljoen kWh de energieproducenten in het Vlaams elektriciteit. Janssen Pharmaceutica Gewest. Pieter Breugelmans: “Wij zijn ondertekende het benchmarkconvewettelijk niet verplicht groene stroom nant voor zijn twee sites die hiervoor in te kopen, maar ze helpen de doelstelaanmerking komen: Beerse I en Geel. ling van Johnson & Johnson te realiEen audit in 2003 wees uit dat de instalseren de CO2-uitstoot met 7% terug te dringen. We kopen de groene stroomlaties op vlak van energie tot de wereldcertificaten aan bij Electrabel als tratop behoren en 99,7% van het niveau der die ze haalt uit eigen productie of van ‘world class’ werd bereikt. Patrick van certificaten van groene stroom bij Bas, Energiemanager: “Ondertussen andere bedrijven in Europa die voldoen hebben we meer projecten opgestart aan het ETS (European Trading System) dan waartoe de audit ons verplichtte. voor verhandelbare rechten.” Helaas kon dit niet verhinderen dat we Johnson & Johnson streeft niet alvoor de periode 2005-2007 nog emissieleen naar de introductie van nieuwe rechten moeten kopen. De emissierechenergietechnologieën om de kosten ten werden toegekend op basis van een omlaag te krijgen. Het streven kadert prognose voor die periode, opgesteld volledig in het ‘mission statement’ van in 2002. Op 3 jaar tijd kunnen producJohnson & Johnson, het ‘Credo’ getievolumes wijzigen en is de timing van noemd, dat de maatschappelijke verprojecten moeilijk in te schatten. Een antwoordelijkheid van het bedrijf verkleine wijziging op beide niveaus kan woordt en een groot belang hecht aan de uitstoot significant beïnvloeden en milieubewust produceren: “We must de balans van overschot naar een tekort maintain in good order the property doen overslaan. Hierdoor is de aankoop we are privileged to use, protecting van extra rechten noodzakelijk. Overthe environment and natural resourstappen op groene stroom biedt geen ces”. Door groene energiecertificaten soelaas omdat het systeem van verhanaan te kopen en daardoor de verdere delbare emissierechten enkel kijkt naar ontwikkeling van hernieuwbare eneron-site emissies.”

Best practices over de hele lijn Twintig procent van het elektriciteitsverbruik op de Beerse I site is nodig voor koeling. In een twintigtal gebouwen op het terrein in Beerse is koelwater nodig met een temperatuur tussen 6° en 11°C. De productie hiervan, met een koelvermogen van 27 000 kW, had een jaarverbruik vergelijkbaar met het elektriciteitsverbruik van een middelgrote stad. Dankzij doorgedreven optimalisaties tijdens de uitbreidingen de afgelopen jaren kon het verbruik met 33% verminderd worden ondanks de stijgende koelvraag. Aardgas wordt gebruikt voor de aanmaak van heet water en stoom. De verbrandingsgassen die hierbij ontstaan worden via warmtewisselaars in de schouw opnieuw aangewend om het aardgasverbruik, en de CO2-emissie, te laten dalen. De groeiende aandacht voor energiebesparende maatregelen blijft niet beperkt tot de productie. Een nieuw kantoorgebouw dat zal gebouwd worden in Geel en in de loop van volgend jaar in gebruik genomen wordt zal het helemaal zonder koelinstallatie doen. Met de medewerking van Arcadis Gedas als ingenieursbureau zullen verschillende technieken benut worden om een aangenaam binnenklimaat te scheppen. Daaronder betonkernactivatie (zie artikel Floréac), dat zal aangewend worden zowel voor koeling als voor basisverwarming. De energie hiervoor wordt met een warmtepomp uit de grond gehaald en via buisjes door de betonmassa gestuurd. De thermische inertie van de bouwmassa zorgt er voor dat overdag de warmte (of koude) gelijkmatig wordt afgegeven. In de winter wordt de warmteaanvoer van de warmtepomp aangevuld met een condensatieketel op aardgas. Pieter Breugelmans: “Over de ‘beste praktijken’ wat energie efficiëntie betreft wordt er helemaal niet meer gediscussieerd bij Janssen Pharmaceutica, ze worden gewoon toegepast: elektrische frequentieregelaars, relighting, warmtewisselaars (recuperatiebatterijen) op de HVAC, enz. Dankzij een ‘Installatie Monitoring Systeem’ bewaken we online de efficiëntie van onze installaties op het vlak van energie. Onze manier van werken toont aan dat een netto kostenreductie perfect samen kan gaan met het behalen van de CO2-reductie doelstelling. De afdeling baat niet alleen de energiesystemen uit, we onderhouden ze ook, doen zelf de procesoptimalisaties en plannen bijkomende uitbreidingen. Deze prestatie is dan ook het resultaat van operatoren, technici, ingenieurs, … die samen met dezelfde focus op energie elke dag weer onze processen en systemen uitbaten, onderhouden en trachten te verbeteren. De resultaten kunnen we ook maar bereiken door één enkele 40 man sterke energieafdeling in te zetten die alle sites bedient.”

nr 2 energymag | 37

36-37 Janssen nl.indd 37

19/06/06 18:34:33


TECHNOLOGY | COGENERATION

Warmtekrachtkoppeling

De kleine warmtekrachtkoppeling komt opzetten Zelf je eigen elektriciteit produceren is niet meer voorbehouden voor de “groten”. Als de warmte wordt herwonnen die verloren gaat bij de elektriciteitsproductie, zorgen de talloze troeven van warmtekrachtkoppeling ervoor dat hotels, zwembaden, flatgebouwen, rusthuizen, kantoren en kleine industrieën ertoe worden aangezet om over te stappen op de “microschaal”.

1000 kleine installaties voor warmtekrachtkoppeling in Europa Op 7 februari 2006 werd de campagne “1 000 kleine installaties voor warmtekrachtkoppeling in Europa” gelanceerd in de EU. Gedurende 18 maanden worden de technologieën, de kenmerken en het gebruik van 1 000 kleine installaties voor warmtekrachtkoppeling in heel Europa geïnventariseerd en voorgesteld op de Europese portaalsite www.cogen-challenge. org. Op de site zullen technische gidsen, hulpmiddelen om een eerste idee te krijgen van de dimensie en heel wat andere informatie beschikbaar zijn om de bouwheren te helpen tijdens hun project.

Warmte en elektriciteit produceren Er bestaan oplossingen om deze inflatoire context het hoofd te bieden en tegelijkertijd de energetische efficiëntie te verbeteren en dus de uitstoot van vervuilende stoffen te beperken. Eén van die oplossingen bestaat erin om tegelijkertijd elektriciteit en warmte te produceren. Deze technologie, warmtekrachtkoppeling genoemd, kan het energieverbruik met 10 à 20 % laten dalen in vergelijking met die afkomstig van afzonderlijke eenheden voor de productie van elektriciteit en warmte. Op die manier daalt dus ook de energiefactuur. De industrie heeft dat goed begrepen. Een van de parels van de industrie in het zuiden van ons land heeft pas een warmtekrachtkoppeling besteld met een aardgasmotor van 1.1 MWé. Een mooi project dat de uitstoot in de atmosfeer vermindert met bijna een miljoen kilo CO2 per jaar. Als compensatie voor deze lagere emissie zal het bedrijf 2 000

groene certificaten krijgen die noodzakelijk zijn om het project rendabel te maken in drie jaar (een groen certificaat is 92 € waard). De eigen productie van groene elektriciteit, met windmolens of met warmtekrachtkoppeling op basis van fossiele, of beter nog hernieuwbare brandstoffen, kreeg dankzij dit mechanisme een nieuwe dynamiek. Het Atomium kiest resoluut voor de toekomst De “kleintjes” worden ook beloond. Het Atomium kreeg niet alleen een nieuw kleedje, maar werd ook uitgerust met een micro-installatie voor warmtekrachtkop-

peling met aardgasmotor met een elektrisch vermogen van 12 kWé en 26 kWth. Een installatie die als voorbeeld kan dienen (een Cogenco-module, geïnstalleerd door Amecspie) en die het Atomium voorbereidt op de toekomst. De installatie verzekert de gedeeltelijke verwarming en de elektrische behoefte van de bol op de grond. Om veiligheidsredenen is de toevoer van aardgas naar de hogere bollen verboden. Ook de zwembaden van Jambes, Salzinnes, Seraing en Fléron zullen binnenkort zijn uitgerust met een kleine warmtekrachtkoppeling op aardgas, of zelfs op koolzaadolie. Omdat de toekenning van groene certificaten pro-

© COGENSUD

Cogen Challenge

“De prijs van de energie, van alle energie, zal de komende jaren blijven stijgen” kondigde de voorzitter van de Waalse Commissie voor Energie (Commission Wallonne Pour l’Energie - CWaPE) aan. Een waarschuwing die wordt bevestigd door de actualiteit. Een terechte waarschuwing ook, want velen begeren deze noodzakelijke bron voor verdere ontwikkeling. Met als gevolg dat de prijzen de pan uit swingen.

38 | energymag nr 2

38-41 Cogeneration nl.indd 38

19/06/06 18:37:00


© COGENSUD

COGENERATION | TECHNOLOGY

portioneel gebeurt met de besparing van CO2, in Wallonië en Brussel toch, vormen hernieuwbare brandstoffen en warmtekrachtkoppeling een tamelijk verleidelijk koppel. Op dit ogenblik zijn de technologieën voor warmtekrachtkoppeling op basis van hernieuwbare brandstoffen nog beperkt tot de grote vermogens, maar ze zorgen toch voor een mooie doorbraak in de “micro” wereld. De Stad Ottignies-Louvain la Neuve, een geheel van 16 lofts ten zuiden van Brussel of een bioscoopcentrum in de buurt van Doornik hebben allemaal gekozen voor de microinstallaties voor warmtekrachtkoppeling op basis van koolzaadolie. De productie van biogas in zakformaat Het is nu trouwens mogelijk geworden om landbouwproducten om te vormen tot biogas en vervolgens, dankzij warmtekrachtkoppeling, om te zetten in warmte en elektriciteit op de schaal van een dorp, of zelfs van een boerderij. De vzw “La Surizée” werd in 1994 opgericht om het dorpsleven te stimuleren en heeft zich nu in een dergelijk project geëngageerd in Surice, een entiteit van 470 bewoners tussen Dinant en Couvin. De magische vergelijking werd opgesteld: 2 400 ton mest + 500 ton gier + 800 ton van een mengsel van gras/maïs = 635 MWh

elektriciteit + 850 MWh warm water. Elk jaar opnieuw. Een modelproject in België, dat is waar, maar één waarvan de Duitsers met hun 2 800 installaties voor warmtekrachtkoppeling door de productie van biogas niet onder de indruk zijn! De boerderij van Hosté, in de stad Waver, laat een micro-installatie voor warmtekrachtkoppeling met biogasproductie bouwen met een vermogen van 20 kW voor elektriciteit en 40 kW voor warmte. De technologie ontstond in de nabijgelegen universiteit en omvat een vergistingstank in twee etappes om de zuurvormende substraten te leiden en de productie van biogas te variëren naargelang de behoefte. Wat met de klassieke tanks met eindeloze gemengde gisting onmogelijk is. Hout, niet zo micro Hout heeft het moeilijker om door te dringen tot op het microniveau en de technologieën moeten nog worden “verkleind”. Met de hulp van de groene certificaten is de stoommotor terug opgedoken in België. De stoommotor op hout die onlangs werd geïnstalleerd in de beschermde werkplaats Saupont in Bertrix is meer hightech en geruislozer dan zijn voorganger op het spoor, maar heeft er wel de charme van behouden. Hij heeft een nominaal elektrisch vermogen van 225 kWé en levert bijna 1 500 kW lagedrukstoom (0.5 bar). Een warmte die noodzakelijk is om de verschillende gebouwen te verwarmen en het drogen van de houten paletten te verzekeren die er gemaakt worden. Bovendien zorgt deze installatie voor warmtekrachtkoppeling voor warm

Het ABC van de kleine warmtekrachtkoppeling Dubbele energetische efficiëntie Bij warmtekrachtkoppeling wordt op basis van één brandstof (meestal gas) gelijktijdig warmte en mechanische energie geproduceerd, waarbij die laatste meestal wordt omgezet in elektriciteit. De warmtekrachtkoppeling wordt gerealiseerd op basis van een motor. Die drijft een alternator aan die de mechanische energie omzet in elektriciteit. De warmte in de uitlaatgassen en in het koelwater wordt gerecupereerd voor de verwarming en het warm sanitair water of voor industriële procédés. Dit uiterst performante systeem komt als aanvulling op de bestaande installaties en kan het primaire energieverbruik en de emissie van broeikasgassen met meer dan 15 % verminderen. Wat is dat, zo’n module voor warmtekrachtkoppeling? In de wereld van de kleine warmtekrachtkoppeling spreekt men van modules. Om de kosten te vereenvoudigen en te drukken hebben de fabrikanten een all-in benadering ontwikkeld met in één module alle componenten van een installatie voor warmtekrachtkoppeling. De module ziet eruit als een geluiddichte, compacte en monolithische box, klaar om aan te sluiten. Het grootste voordeel van de module voor warmtekrachtkoppeling is zijn eenvoud. Het is een gestandaardiseerd compact product. Makkelijk te installeren en makkelijk in het gebruik. Een gemiddeld rendement van 85% Het elektrisch vermogen van de kleine modules voor warmtekrachtkoppeling die tegenwoordig worden gecommercialiseerd, varieert van 5 kWe tot 1 MWe. Het globaal rendement (warmte en elektriciteit) bedraagt gemiddeld 85% (tegen 60% bij gescheiden productie) en het elektrisch rendement ongeveer 35%. De investering hangt af van de omvang van de module. Ze varieert van 4 000 euro per kWe voor installaties met een klein vermogen tot 800 euro per kWe voor de wat krachtigere installaties. De onderhoudskost ligt tussen 2 en 4 eurocent per kWe. Gepast materiaal voor elk type project Dankzij het uitgebreide gamma van vermogens en brandstoffen dat wordt aangeboden, kan de module voor warmtekrachtkoppeling worden ingezet in verschillende instellingen en in diverse sectoren. We vermelden onder meer: > Industrie: behoefte aan veel warm water of warme lucht en groot elektriciteitsverbruik (drooginstallaties voor de levensmiddelenindustrie, papiersector, chemie,…) > Dienstensector (banken, kantoorgebouwen, commerciële centra,…) > Semi-openbare sector (ziekenhuizen, rusthuizen, flatgebouwen, luchthavens…) > Openbare gelegenheden (zwembaden, warmteverdeelnetten, gemeentelijke gebouwen,…)

nr 2 energymag | 39

38-41 Cogeneration nl.indd 39

19/06/06 18:37:21


TECHNOLOGY | COGENERATION water en dat … gratis! Als de warmtevraag afneemt, kiest men voor de omzetting in gas. De module ontwikkeld door Xylowatt heeft een elektrisch vermogen van 300 kWé voor amper 600 kW warmte. Een krachttoer die mogelijk is geworden door het principe van vergassing zodat een maximum aan elektrische energie uit de houtverbranding kan worden gehaald. Voor een systeem van warmtekrachtkoppeling op hout met een kleiner vermogen, is het even wachten op de technologie van Mawera. Hier wordt een 35 kW sterke Stirling-motor gecombineerd met een houtketel (warm water) met een thermisch vermogen van 240 kW . Of op de Stirling-motor met een elektrisch vermogen van 2 kW van Sunmachine in Duitsland. In België gaat het onderzoek verder om de omvang van de installaties te beperken (vergassing, ORC, Stirling, …).

Overzicht

De spelers op het vel De spelers op het veld van de kleine warmtekrachtkoppeling geloven erin. Het aantal leveranciers op de markt neemt toe en hoewel op dit ogenblik de nadruk van het commerciële aanbod op de technologie van de gasmotoren ligt, kondigt de diversificatie van de primaire brandstoffen en de doorbraak van de microturbines een veelbelovende toekomst aan. In afwachting van de volledige ontwikkeling van de Stirling-motoren en de waterstofcel. Een overzicht van de belangrijkste spelers op de markt.

Kleine verbrandingsmotoren Wat is het belang voor mijn onderneming? In tegenstelling tot een klassieke ketel, bestaat er geen snelle regel om een eenheid voor warmtekrachtkoppeling te dimensioneren, zelfs al zijn er all-in modules op de markt (zie kaderstuk). Als men er het maximum uit wil halen, moet deze bijkomende uitrusting worden geoptimaliseerd. Een haalbaarheidsonderzoek(1) gerealiseerd volgens de regels van de kunst door een ingenieursbureau, zal u de optimale omvang aangeven. Als u zich niet blind aan een dergelijk avontuur wil wagen, realiseert u best een toepasselijkheidsonderzoek aan de hand van gidsen en met de hulp van informaticatoepassingen (COGENcalc.xls) ontwikkeld door de verschillende gewesten. De resultaten zullen u in staat stellen om al dan niet over te gaan naar de volgende etappe: de bestelling van een haalbaarheidsonderzoek. p Ismaël Daoud (1)

De haalbaarheidsonderzoeken van een installatie voor warmtekrachtkoppeling worden door het Waals, Vlaams en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor 50 % gesubsidieerd.

b Een databank met leveranciers en modules die worden aangeboden, is beschikbaar op de site: www.petitecogeneration.org (enkel in het Frans). b We verwijzen ook naar de catalogi beschikbaar online op www.cogen-challenge.org (in het Engels) waarin alle ontwikkelaars en leveranciers van de kleine warmtekrachtkoppeling die actief zijn in België zijn opgenomen. b Andere nuttige sites om te bekijken: - www.belcogen.be (in het Nederlands) - www.cogenvlaanderen.be (in het Nederlands) - www.cogensud.be (in het Frans) - www.cogen.org (in het Engels)

Betrouwbare en gediversifieerde oplossingen De overgrote meerderheid van de modules voor warmtekrachtkoppeling zijn verbrandingsmotoren die werken volgens hetzelfde principe als diesel- en benzinemotoren. Deze motoren werken met vloeibare of gasvormige brandstoffen, zoals koolzaadolie, aardgas of biogas en zijn beschikbaar in een vermogensgamma variërend van 1kWé tot meer dan 1.000 kWé. Er duiken nu ook nieuwe technologieën op, zoals warmtekrachtkoppeling op basis van hout. Verbrandingsmotoren hebben een groter elektrisch rendement dan turbines, maar hun thermisch rendement wordt meestal geproduceerd tegen lagere temperaturen, waardoor ze meer aangewezen zijn voor toepassingen in de tertiaire sector en voor kleine industriële procédés.

ABB Zantingh

D 1036 kWé

Met 2100 installaties is ABB Zantingh één van de Europese leaders van de kleine eenheden voor warmtekrachtkoppeling in modules. De fabrikant van Nederlandse oorsprong heeft op dit ogenblik het meest complete gamma (Zantec-modules) met vermogens tot 1036 kWé. Sinds eind 2005 werd het filiaal door ABB overgelaten aan Powertec Energiesystemen. www.abb.be

Eneria

198 D 1033 kWé

Eneria is een filiaal van de groep Bergerat Monnoyeur en heeft heel wat ervaring op het vlak van warmtekrachtkoppeling met groot vermogen, wat zorgde voor een stevige leidersplaats op de Franse markt. Sinds enkele jaren stelt het bedrijf een uitgebreid gamma compacte modules voor kleine warmtekrachtkoppeling voor, met vermogens die variëren van 198 tot 1033 kWé. www.eneria.be

SDMO

291 D 877 kWé

Het Franse SMDO heeft een uitgebreid gamma modules voor warmtekrachtkoppeling op basis van gasmotoren, waarvan 5 modellen van 291 à 877 kWé voor vermogens lager dan 1MWe. Het bedrijf biedt sinds kort een minimodel voor warmtekrachtkoppeling aan in industriële en commerciële samenwerking met het Amerikaanse Ingersoll-Rand: het betreft een microturbine van 70 kWé en 100 kWth met rendementswaarden van 33% (elektriciteit) en 80% (globaal). www.sdmo.com

40 | energymag nr 2

38-41 Cogeneration nl.indd 40

19/06/06 18:37:27


COGENERATION | TECHNOLOGY

eld van de kleine warmtekrachtkoppeling Pro 2

95 D 1940 kWé

De Duitse stations voor warmtekrachtkoppeling Pro 2 maken gebruik van verbrandingsmotoren of microturbines met een sterke specialisatie op het vlak van de valorisatie van afgeleide gassen, zoals biogas uit afval, biogas door methanisering, mijngas en speciale gassen. Het gamma gaat van 95 tot 1.940 kWé. www.pro-2.net/

Schmitt-Enertec

20 D 1520 kWé

Een andere Duitse fabrikant met heel wat ervaring inzake warmtekrachtkoppeling, Schmitt-Enertec, biedt een gamma modules aan variërend van 20 tot 1520 kWé, voornamelijk op basis van motoren die werken op aardgas, biogas, gas uit afval. De fabrikant wordt in België vertegenwoordigd door Van-Parijs Maes. www.schmitt-enertec.com, www.vanparijs-maes.be

Xylowatt

150 D 500 kWé

Een spin-off van de Katholieke Universiteit van Leuven. Xylowatt ontwikkelt sinds 2001 modules voor biomassa warmtekrachtkoppeling volgens een innoverende technologie voor de houtvergassing. De houtresidu’s worden omgezet in brandbaar gas dat wordt behandeld en vervolgens verbrand in een klassieke gasmotor. Een technologie die ongebruikte houtresidu’s valoriseert en de oplossing nog performanter maakt op milieugebied. www.xylowatt.com

Cogenco

8 D 75 kWé

Cogenco heeft zich gespecialiseerd in micromodules voor groene warmtekrachtkoppeling en heeft een divers gamma modules (ecoGEN) gaande van 8 kWé tot 75 kWé. De technologie is Duits en in het gamma zitten zowel warmtekrachtkoppeling op basis van aardgas, als op basis van diesel, biodiesel en biogas. Het model ecoGEN 12 op aardgas werd trouwens in het Atomium geïnstalleerd. www.cogenco.be

Buderus

18 D 345 kWé

De bekende fabrikant van ketels, Buderus, heeft zich ook aan de kleine warmtekrachtkoppeling in modules gewaagd. De modules Loganova zijn beschikbaar in België met de ervaring opgedaan in Duitsland. Ze werken op aardgas en het vermogen varieert van 18 kWé tot 345 kWé. www.businessregion.se

Senertec

5,5 kWé

Met zijn module DASH SE heeft het Duitse Senertec een stevige reputatie opgebouwd op de markt van de micromodules voor warmtekrachtkoppeling. Eind 2004 heeft het bedrijf, dat kan bogen op twee decennia ervaring op het domein, de kaap van de 10.000 verkochte eenheden gerond. Een succes dat de grote namen uit de verwarmingswereld, zoals Buderus, heeft overtuigd om te investeren in het segment. Het gamma Dash omvat meerdere eenheden van 5,5 kWé op basis van aardgas, vloeibaar gas en biodiesel. www.steamstar.be

Microturbines Veelbelovende troeven voor de toekomst Microturbines bieden gelijkaardige voordelen als de grotere gasturbines: energetische efficiëntie, betrouwbaarheid (één enkel mobiel deel), compactheid en verlaagde uitstoot. Het kleinste toestel heeft ongeveer de grootte van een koelkast, met vermogens die variëren van 30 tot 500 kWé. Ze hebben een hoog potentieel rendement vermits de thermische herwinning gaat van 75 tot 80%, tegen een kostprijs die nagenoeg gelijk is aan die voor verbrandingsmotoren (tussen 8 en 15 cent/kWh). Net als hun concurrenten met motor, kunnen microturbines ook worden gevoed met residuale verbrandingsgassen afkomstig van stortplaatsen en gistingstanks die landbouwafval verbruiken. Laatste voordeel en niet het onbelangrijkste: de mogelijkheden om meerdere eenheden te koppelen in blokken, om zo de volledige thermische en elektrische behoefte van een site te verzekeren.

Capstone Turbine Corporation/Vedersis

30 D 65 kWé

Met zijn twee modellen C30 (30 kWé)/C60 (60 kWé) en zijn 3500 eenheden geïnstalleerd in de wereld, is het Amerikaanse Capstone ongetwijfeld het meest geavanceerd in de technologie van de microturbines. Het Californische bedrijf zorgt vandaag voor een doorbraak in Europa, meer bepaald in Italië, Engeland, Nederland en Frankrijk waar het in EDF een partner van belang heeft gevonden. Bij ons is er het partnership van het Waverse Verdesis met Capstone voor de ontwikkeling van biogastoepassingen. www.capstoneturbine.com, www.vedersis.net

Turbec

100 kWé

Turbec ligt aan de oorsprong van een joint venture tussen Volvo en ABB die samenwerken aan de ontwikkeling van de technologie van de microturbines toegepast op hybride voertuigen. Sindsdien werd het bedrijf verkocht aan het Italiaanse API Com dat de Turbec T100 op wereldschaal commercialiseert, een all-in microturbine voor warmtekrachtkoppeling. De T100 levert een elektrisch vermogen van 100 kW en een thermisch vermogen van 155 kW. Ze vertegenwoordigt een elektrisch rendement van 30%, een thermisch rendement van 45,5% en een globaal rendement inzake warmtekrachtkoppeling van 77%. www.turbec.com

Ingersoll-Rand Energy Systems

70 D 250 kWé

Het Amerikaanse Ingersoll-Rand is bij ons vooral bekend voor zijn persluchtstations maar ligt ook aan de oorsprong van een gamma microturbines waaronder twee modellen van 70 kWé en 250 kWé. www.irenergysystems.com/,

Bowman Power Systems

80 kWé

Deze Engelse fabrikant ontwikkelt het gamma Turbogen, compacte microturbines van 80 kWé met een aangekondigd rendement van 80%. Het gamma wordt gedistribueerd door het Nederlandse FTP Turbo. www.bowmanpower.com, www.fpturbo.com nr 2 energymag | 41

38-41 Cogeneration nl.indd 41

19/06/06 18:37:30


TECHNOLOGIES | BUILDING

ClimaDeck

Thermisch actieve vloerelementen bij Floréac Begin juli verhuizen zowat 150 medewerkers van Floréac naar hun nieuwe vestiging in Lochristi. In dit nieuwbouwproject is voor het eerst in België gebruik gemaakt van ClimaDeck thermisch actieve vloerelementen.

Te onthouden v Door een optimaal gebruik van het thermisch accumulatievermogen van beton en door het inwerken van waterleidingen in de vloerelementen, kunnen de thermisch actieve ClimaDeckvloeren een maximum aan comfort bieden voor een minimum aan energie. v Op die manier kan een energiebesparing van 50% worden gerealiseerd, zonder rekening te houden met de andere financiële voordelen: vereenvoudigde bouwplaats, plaatswinst (een verdieping gewonnen op acht), minder onderhoud, verwarmings-/klimaatregelingssystemen overbodig.

Een ecologisch en economisch verantwoorde manier om de temperatuur te regelen is gebruik maken van het warmteaccumulatievermogen van beton. Beton kan dankzij zijn zware massa warmte opslaan en langzaam weer afgeven. Het thermisch activeren van de vloerelementen kan in goed ontworpen gebouwen de volledige koel- en verwarmingsvraag beantwoorden. Enkel in extreme omstandigheden zijn traditionele koelmachines of airconditioning noodzakelijk als bijkomende ondersteuning. Het ClimaDeck-systeem ClimaDeck is een energieverdeelsysteem gebaseerd op watervoerende buizen voor verwarming of koeling. Ze zijn in de betonnen vloerelementen ingebetonneerd. Dit concept benut het warmteaccumulatievermogen van beton optimaal. De volledige massa van de vloer speelt een rol in de opslag van thermische energie en de pieken van de verwarmings- of koelbehoefte worden zo afgetopt. Op deze manier maakt het systeem de koeling mogelijk bij hoge temperaturen en de verwarming bij lage temperaturen. ClimaDeck bestaat uit voorgespannen vloerelementen van Echo (Houthalen) waarin Uponor-Velta PE-Xa-buizen (Oostkamp)

geïntegreerd worden in de fabriek. De vloeren en leidingen worden als één geheel met een kraan op de werf geleverd. Na de ruwbouwwerken kan de HVAC-installateur gemakkelijk en snel de registers aansluiten op het koel- en verwarmingscircuit. Hierdoor kan de coördinatie tussen het ontwerpteam, de ruwbouwaannemer en de HVAC-installateur tot een minimum beperkt worden. Dat de leidingen vooraf geintegreerd worden in de vloerelementen spaart tevens veel arbeidsuren uit en zorgt voor heel wat tijdwinst. Er wordt ook veel minder bouwafval veroorzaakt op de bouwplaats. Radiatoren en hangende systeemplafonds zijn overbodig. Dit resulteert in een geringe verdiepingshoogte en in een grotere vrijheid bij de inrichting van de ruimtes. Tevens kunnen de

ventilatievoorzieningen veel kleiner worden gedimensioneerd en zijn er nauwelijks onderhoudskosten aan het systeem verbonden. De minimale ventilatie smoort het vervelende sick buildingsyndroom in de kiem. Floréac, een Belgische première Het 32.000 m2 grote Floréacgebouw is een monolithische serreconstructie. Het kantoorgedeelte kreeg een centrale ligging, op de verdieping. De kantoren bevinden zich rond een publieke patio, met veel water en groen. Omdat de centrale hal volledig beglaasd is kunnen zich tijdens de zomer zeer hoge temperatuurpieken voordoen. In de kantoren streeft men naar een constante binnentemperatuur van 24°C. Architect EVR en de bouwheer wensten een behaaglijk binnenklimaat te bereiken met een minimaal energieverbruik. Op aanraden van hoofdaannemer Vanhout kozen ze voor thermisch actieve betonvloerelementen. “De Climadeck-elementen zijn aangebracht als plafond van het kantoorgedeelte. De kantoren ontvangen voldoende verwarming vanuit de serre

eronder,” legt Raf Poppe (Echo) uit. “Onze thermische vloerelementen moeten hier eigenlijk alleen voor de koeling instaan. Daarom volstaat het om ze als plafond te gebruiken. Warme lucht stijgt, koele lucht daalt.” Klassieke koeling zou hier vanwege de omvang van het gebouw een enorm grote installatie vergen. Energiebesparing van 50% In het buitenland, vooral in Duitsland en Nederland, zijn al met succes honderdduizenden vierkante meters thermisch actieve betonvloeren geplaatst. De projecten die er gerealiseerd werden, wezen uit dat een energiebesparing van 50% of meer haalbaar is. “De voordelen van thermische vloerelementen worden optimaal benut indien er al in de ontwerpfase voor betonkernactivering gekozen wordt, daarom werken we graag in bouwteam.” De volgende Belgische projecten met thermische vloerelementen verkeren nog in ontwerpfase. Het gaat om kantoorprojecten in Tervuren, Landen en Antwerpen,” aldus Raf Poppe. p Koen Mortelmans

Het ClimaDeck-systeem is een vloer van thermisch actief beton die in het geval van niet-residentiële bouwwerken de mogelijkheid biedt om af te zien van de klassieke verwarmings- en koelsystemen, en daarbij een kwalitatief klimatologisch comfort kan bieden.

42 | energymag nr 2

42 Floreac nl.indd 42

19/06/06 18:35:36


Armstrong, uw deskundige partner in stoominstallaties

Hebt u uw stoominstallaties werkelijk onder controle?

Wenst u • energiebesparingen te realiseren? • uw CO2-uitstoot te verminderen? • de veiligheid van uw installatie te vergroten? • uw productie te verhogen? • uw onderhoudsbeurten te beperken? Armstrong helpt u om uw stoominstallaties op te volgen en de efficiëntie ervan te verhogen! • Energie audits • Optimalisatie-, uitvoerbaarheids- & betrouwbaarheidsstudies • Totaal projectbeheer • Levering van industriële uitrustingen • Permanente bewaking van de installatie • Beheer- & onderhoudscontracten • Opleidingen

7 oplossingen, een gegarandeerde rentabiliteit!

Armstrong International S.A. Parc Industriel des Hauts-Sarts, 2e Avenue 4 4040 HERSTAL - BELGIUM Tel: +32 (0)4 240 90 90 Fax: +32 (0)4 240 40 33 www.armstronginternational.eu/em info@armstronginternational.eu


TECHNOLOGY | NEW PRODUCTS

STOOM

MOTOREN

Steameye: het eerste monitoringsysteem voor stoomaftapkranen!

Envirostart: een economisch en performant alternatief voor toerentalregelaars

Armstrong International heeft pas een unieke combinatie van oplossingen op de markt gebracht om de werking van stoomaftapkranen 24u op 24 en 7 dagen op 7 te controleren. Armstrong SteamEye is een hulpmiddel dat de stoomaftapkranen permanent test. Het wordt niet intrusief geïnstalleerd, maar op de buis gemonteerd aan de ingang van de kraan, zodat het volledig universeel is en werkt met alle modellen aftapkranen van alle fabrikanten. SteamEye combineert de werking van een ultrasone stethoscoop en die van een thermometer. De informatie over de geluidsfrequenties en de temperatuur worden geanalyseerd door een algoritme dat de werkingsstaat van de aftapkraan determineert. Als een aftapkraan stoom begint te verliezen of condensaat te verzamelen, stuurt Armstrong SteamEye een radiosignaal naar de centrale ontvanger. Die is aangesloten op het bedrijfsnetwerk en zijn interface kan via het Intranet of via Internet worden geraadpleegd. Het is dus mogelijk om het systeem SteamEye te koppelen aan Armstrong SteamStar, het Internetplatform voor het beheer van aftapkraanparken (zie Energymag, #1, pagina 43). In dat geval berekent SteamStar automatisch de impact in termen van energieverlies, CO2-uitstoot en financiële verliezen. www.steameye.be

MOTOREN MET HOOG RENDEMENT

ProMot: een online platform om uw motoren te optimaliseren Zopas verscheen een nieuw online platform waarmee ondernemingen hun rendement kunnen optimaliseren en het elektriciteitsverbruik van motoren en aanverwante systemen in de industrie en de dienstensector kunnen beperken. ProMot is het resultaat van een project van 11 Europese partners binnen het kader van het programma Save van de Europese Unie. Het werktuig is voorzien van vier modules: compressie van lucht, pompen van water, productie van koude, elektrische motoren en aandrijfsystemen. Voor elke module geeft de site uitleg, voorbeelden en gidsen om inventarissen op te maken van de verschillende systemen en hulpsoftware naar keuze, afhankelijk van de actie. De programma’s kunnen direct op de site worden gebruikt of worden gedownload. De module “Motoren en aandrijfsystemen” toont het classificatielabel van energie-efficiëntie van de elektrische motoren en de voordelen bij gebruik van motoren met hoog rendement. Het geeft toegang tot EuroDEEM, een Europese gegevensbank met meer dan 18 000 motoren opgezet door de belangrijkste fabrikanten, die vergelijkingen en het maken van keuzen kan vergemakkelijken. www.eu-promot.org

EnviroStart is een alternatieve en economische oplossing om de belasting van een wisselstroommotor te controleren en tot 40% minder verbruik te genereren. EnviroStart gebruikt een elektronische technologie die een functie toevoegt van aanpasbaar progressieve start, een continue regelfunctie voor de voeding van de motor die de belasting van de motor permanent meet en op elk ogenblik de ingangsstroom aanpast aan de exacte behoefte van de motor. Elke verhoging of daling van het vereiste koppel wordt geanalyseerd en de voeding geregeld in minder dan 12 ms. De daling van het vastgestelde elektriciteitsverbruik varieert van 15 tot 40%, naargelang het type motor en de betrokken toepassing, en dit zonder vermogensverlies en zonder schade voor motoren of het netwerk. Voor de meeste motoren is het een voordelig alternatief voor de frequentiesturing die duurder is en complexer bij het gebruik. Ze zijn beschikbaar voor eenfase- en driefasenmotoren, gaande tot 800kW in driefasen en tot 30A in eenfase. De driefasenproducten zijn beschikbaar in 220V, 400V en 690V, de eenfase in 110V en 220V. www.envirostart.com

LIGHTING

Nomad: de TL5 volgt uw bureau Het reizende bureau kenden we al, nu is er ook een verlichtingstoestel om hem te vergezellen. Het was consultant Eco Rangers dat instond voor de ontwikkeling, in samenwerking met een Franse fabrikant van verlichtingstoestellen. De Nomad is een staanlamp met fluorescentielampen en elektronische voorschakelapparatuur TL5 die beantwoordt aan de nieuwe Europese vereisten inzake energiebesparing. Vertrekkende van het principe dat de verlichtingsnormen in kantoren van toepassing zijn op de eigenlijke werkvlakken, zorgt de Nomad voor verlichting waar nodig. Op die manier kan het aantal lichtpunten aanzienlijk worden ingeperkt in vergelijking met een klassieke installatie van vaste verlichtingstoestellen ingewerkt in de plafonds. Dit leidt niet enkel tot een grote flexibiliteit wat betreft de plaats van de werktafels - het verlichtingstoestel verplaatst zich samen met het werkblad - maar deze techniek levert ook energiebesparingen op die nog kunnen worden geoptimaliseerd met verschillende opties, zoals de integratie van een aanwezigheidssensor, een helderheidssensor of een combinatie van beide. Het verlichtingstoestel kan worden uitgerust met een doos met daarin stopcontacten voor elektriciteit, telefoon, RJ45 en hulpcontacten, zodat het een technisch blok wordt. Het is verkrijgbaar met verschillende vermogens: 2x39W, 3x39W, 2x45W en 3x54w. Ter vergelijking, een Nomad 3x39W verbruikt 123W en produceert een lichtflux die 10% groter is dan die van een halogeenlamp van 500W. Eco Rangers (02/372 23 72)

HVAC

CIAT Magister 2: een nieuwe uiterst precieze klimaatregeling Het gamma Magister 2 is de nieuwste generatie precieze luchtbehandelingskasten aangepast aan omgevingen waar een minutieuze klimaatregeling vereist is, zoals in computerzalen, telecomlokalen, industriële gebouwen en lokalen met specifiek gebruik, meer bepaald in ziekenhuizen. Het gamma omvat 7 modellen van 3.000 tot 24.000 m3/h met gekoeld water en directe koeling (met condensatie door lucht of water). Het gebruik van de vloeistof R410A in combinatie met de compressor SCROLL geeft deze generatie toestellen een maximale energie-efficiëntie. Alle modellen zijn uitgerust met een “Plug Fan” ventilator gekoppeld aan een motor “elektronische schakeling” voor een doorlopende stroomvariatie, wat het elektrisch rendement doet toenemen. De ingebouwde regelaar maakt een meester-slaafredundantie mogelijk tussen de kasten en kan communiceren met een CTB om de werkingsstaten van de kasten door te geven (met protocols MODBUS/JBUS/LON). www.ciat.com

44 | energymag nr 2

44-45 Techno breves nl.indd 44

19/06/06 18:39:56


NEW PRODUCTS | TECHNOLOGY

BENCHMARKING

HVAC

eBench: een nieuw, intelligent benchmarkmiddel voor energiebeheer van gebouwen

SIRIUX: een nieuwe generatie pompen met hoog energierendement

Op aandringen van meerdere Belgische en Nederlandse bureaus voor energieadvies werd eBench ontwikkeld, een online database waarmee gebouwenbeheerders en eigenaars hun energieverbruik kunnen benchmarken met dat van andere gebouwen van gelijkaardige omvang en met vergelijkbare functies. Het doel: de prestatie van het gebouw evalueren in vergelijking met het marktgemiddelde en de potentiële disfuncties identificeren. Het hart van eBench: een complete historiek van het verbruik van brandstoffen, water en elektriciteit van ruim 800 gebouwen in België en Nederland, wat van dit hulpmiddel de meest actuele database maakt die er momenteel is. De geschiedenis van de opgenomen gebouwen is erg divers: kantoorgebouwen, scholen, sportcentra en zwembaden. Het gebruik van eBench wordt betaald volgens het ASP-principe: men huurt Internettoegang tot het programma en de database, een aantrekkelijke formule die een dure aankoop van het programma vermijdt. De toepassing werd officieel gelanceerd op 20 juni en door diverse Belgische en Nederlandse provincies getest. Cenergie cvba - dhr J. Coolen (03/271 19 39.

In Europa worden ongeveer 90 miljoen circulatiepompen gebruikt voor verwarming en die verbruiken evenveel stroom als 2,5 kerncentrales! Op wereldschaal wordt bijna 20% van de elektriciteitsproductie gebruikt voor de voeding van deze toestellen, waarvan 90% te groot zijn in verhouding tot de reële behoeften van de installaties. Het nieuwe gamma SIRIUX-circulatiepompen van de fabrikant Salmon is uitgerust met de nieuwe ECM-technologie (Electronically Commutated Motor) die berust op het principe van de verzonken rotor met permanente magneten. Met deze inrichting wordt de elektrische voeding beheerd door een frequentieomzetter en de motorsnelheid varieert met souplesse en precisie, in functie van het koppel debiet-druk dat noodzakelijk is voor de installatie. Deze technologie biedt de mogelijkheid om de circulatiepompen beter af te stemmen op de reële behoeften van de installaties en om het elektrisch verbruik ervan te verminderen met ongeveer 80%. De Sirius is zo de eerste circulatiepomp op de markt van klasse A volgens het energielabel van de pompenindustrie.

ZONNECOLLECTORS

Evalon Solar: een waterdicht membraan met ingebouwde zonnecollectors De wereldleider in logistiek vastgoed, Prologis, heeft er vorig jaar een eerste opslagplaats mee uitgerust in de buurt van Parijs: 10.000 m2 waterdicht membraan van kunststof voor daken dat, afgezien van de basisfunctie, bijna 450.000 kWh per jaar zal produceren voor de behoeften van de opslagplaats. Het bijzondere aan dit membraan is, dat het uitgerust is met soepele fotovoltaïsche cellen op basis van amorf silicium van 4,6 mm dik. Die zijn samen met het membraan gegoten en produceren elektriciteit met een rendement van meer dan 20%. Een innovatie die de Batimat d’or 2005 heeft opgeleverd. Evalon Solar wordt op rol geleverd en kan zelfs aan gevels worden aangebracht die niet recht in de zon liggen. Bovendien past het op alle dakvormen. Het is flexibel en eenvoudig aan te brengen en quasi onbreekbaar. De zonnecellen zijn beschermd met een zelfreinigende gefluoreerde polymere film. Beoogde markten: woningbouw, industriële en handelsgebouwen, kantoorgebouwen, onderwijsinstellingen, lokalen voor sport, cultuur en vrije tijd. Indicatieve verkoopprijs: 4500 € excl. belasting/kWc. www.alwitra.de

Hoe krijgt u de temperatuur en de energiekosten omlaag? LUXAFOIL CLEAR VIEW DE BEST PRESTERENDE GLASFOLIE VOOR ZONWERING Staat uw gebouw in de volle zon? Puffen uw werknemers ‘s zomers van de hitte, ondanks de airco? Swingt uw energiefactuur de pan uit? De Luxafoil Clear View glasfolie is de meest performante oplossing die er is om de strijd tegen het broeikaseffect aan te binden. Met Luxafoil Clear View duikelt de binnentemperatuur met 5 à 8°C omlaag, en uw energiekosten met meer dan 20%. Dat zijn keiharde cijfers, gebaseerd op de ervaring van onze klanten. Al die cijfers wijzen op een hoge en snelle return. Luxafoil Clear View is ook een prima alternatief voor klimaatregeling. Een eco-efficiënte en zuinige oplossing. Bel 03 766 18 40 of ga naar www.luxafoil.be Landbouwkrediet

Atofina

Bank van Breda

De voordelen : > 5 tot 8°C minder > Minder energiekosten klimaatregeling (zomer én winter) > Verbetering thermisch werkcomfort > Minder reflectie op beeldschermen > Maximale optische klaarheid > Plaatsing aan de binnenkant zonder boor- of breekwerk > Normaal onderhoud van de ramen na installatie > 10 jaar fabrieksgarantie

Ambassade van Quebec

Hendrik Heymanplein 104 B-9100 Sint-Niklaas T +32 (0)3 766 18 40 F +32 (0)3 765 95 55 r nwww.luxafoil.be 2 energymag | 45

44-45 Techno breves nl.indd 45

19/06/06 18:40:09


RENEWABLE | BIOBRANDSTOFFEN

Biogasmax-project

Op het spoor van biogasbrandstof Het is al zo oud als de straat. Regelmatig duikt het weer op bij bespiegelingen over energie en dan verdwijnt het weer. Het Europese Biogasmax-project betekent de zoveelste terugkeer van biogas als geloofwaardig alternatief voor fossiele brandstoffen.

Wanneer men biobrandstof zegt, denkt men meteen aan ethanol en biodiesel, de twee grote vloeistofvarianten van de plantaardige netwerken “suiker“ en “olie“. In de race die is ontstaan na de richtlijn inzake “biobrandstoffen“ heeft men uiteraard enkel oog voor die laatste. Iedereen weet nochtans zeer goed dat de ontwikkeling ervan op grote schaal niet noodzakelijkerwijs “100% bio“ is en dat de vervanging van fossiele brandstoffen door vloeibare biobrandstoffen gigantische landbouwoppervlakken vergt. Ofwel moet er worden ingevoerd en dan zitten we alweer in de afhankelijkheidssituatie waaraan we nu net proberen te ontsnappen voor de aardolie. Nieuwkomer Voor biogas, de nieuwste van de biobrandstoffen, is daar allemaal niets van aan. Volgens de Europese cijfers zou 20

à 40% van de energie gebruikt door het wegtransport kunnen worden vervangen door de gasversie van biobrandstoffen. Als 5% van de Europese voertuigen morgen overschakelt op biogas, dan zou dat amper 12 à 24% van het beschikbare potentieel voor de productie van biogas vergen (men spreekt van 84,6 PJ per jaar in het Europa van de 25!). Kwestie van jaarlijks tien miljoen ton diesel en tweeëndertig miljoen ton C02 te besparen! Dat alles zonder onze “nobele“ landbouwbronnen uit te putten, vermits dit providentiële gas voornamelijk wordt geproduceerd op basis van afval: restslib van stedelijke zuiveringsstations, fermenteerbare fractie van huishoudelijk afval, resten van landbouwproductie… Afval waarvan de ultieme behandeling nu net heel wat problemen oplevert voor de plaatselijke stadsvaders die moeten instaan voor de inzameling en eliminatie

Zweden speelt op alle terreinen Binnen het kader van het Europese Biogasmax-project is er één partner die er duidelijk uitspringt: Zweden, waar twee steden in de vitrine staan: Stockholm en Göteborg. Beide steden hebben al een flinke voorsprong op de andere, hoewel het de bedoeling is om globaal en holistisch tewerk te gaan. Men moet de lijst van de deelnemers aan het nationaal project Biogas West maar eens overlopen om er zich van te vergewissen. Er staan een tiental industriëlen op - waaronder een autoconstructeur (Volvo) en een verhuurnetwerk (Hertz) -, een twaalftal gemeenten en een handvol gespecialiseerde organisaties. Heel deze kleine wereld waarin de landbouwsector niet achter blijft, werkt reeds enkele jaren hand in hand en volgt als één man een zorgvuldig geritmeerde en geplande strategie. Alle hefbomen worden op tijd en stond ingeschakeld voor één en hetzelfde doel: van Zweden een land maken waar biogas evenwaardig is aan zijn fossiele concurrent (in eerste instantie) waar het land in 2020 geen gebruik meer van wenst te maken zoals officieel aangekondigd.

Dit veronderstelt in een eerste faze het invoeren van een performante infrastructuur (industriële en logistieke), de uitwerking van een marktaanbod gericht op doelgroepen (specifieke automodellen, netwerk van benzinestations, onderhoudsnetwerk…), een beleid waarbij openbare aanbestedingen worden gestimuleerd en een uitgebreide batterij stimulerende maatregelen (subsidies bij aankoop van “groene“ voertuigen, belastingvermindering, gratis parkeren,…). De balans voor 2006 van het Biogas Väst project omvat 35 benzinestations uitgerust met biogas op zorgvuldig uitgekozen wegen, 7.000 gasvoertuigen, een productie van 120 GWh biogas, dat alles gesteund door een commercieel netwerk dat zich begint te nestelen. Doelstelling voor 2020: 150 tankstations, 100.000 gasvoertuigen, 1.500 GWh gas. Info: www.businessregion.se

46 | energymag nr 2

46-47 Biogaz nl.indd 46

19/06/06 18:36:04


BIOBRANDSTOFFEN | RENEWABLE Wat zegt de expert ?

Het zoveelste puike initiatief!

ervan. Vandaar het bijzonder belang dat enkele landen met veel aandacht voor milieuzorg eraan hechten, zoals Zwitserland en Zweden. Ook al omdat, zoals we verder zullen zien, het biogas ook enkele ecologische troeven heeft in vergelijking met zijn vloeibare concurrenten. Bijkomend voordeel is dat goed behandeld biogas in overeenstemming is met de norm EURO 5 en perfect kan worden gebruikt als brandstof voor voertuigen die al op aardgas rijden. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van de infrastructuur die in sommige landen reeds bestaat (tankstations, opslag,…). Bovendien kan het (in theorie) het aardgasnet gebruiken dat onze woningen bevoorraadt. Dat laatste is de vereiste complementariteit om de bevoorrading te verzekeren en is dus werkelijk de kers op de taart. Hier eindigt het sprookje. Een “twijfelachtige“ oorsprong Het is uiteraard niet voor niets dat deze verleidelijke energiepiste moeilijk tot concrete resultaten leidt, ondanks het feit dat die in de jaren 90 uitgebreid werd onderzocht. Het eerste obstakel dat moet worden overwonnen, is technisch. Het heeft te maken met de intrinsieke kwaliteit van biogas. De twijfel die blijft hangen is ongetwijfeld deels psychologisch en houdt waarschijnlijk verband met zijn “twijfelachtige“ oorsprong, namelijk afval. De twijfel wordt echter ook gevoed door het feit dat de kwaliteit van het verkregen biogas afhankelijk is van de gebruikte residu’s - afval is zelden homogeen en stabiel in de tijd - en de striktheid van de vereiste verwerking - hygiëne, vermalen, homogeniseren, verwerken, ontzwavelen, extractie van het inerte gas - voor de productie van een gas dat 100% conform is en “goed voor gebruik“. Op dit vlak vertonen zowel de industriële gebruikers - motorfabrikanten - als de potentiële “transporteurs“ - de beheer-

ders van het aardgasnet - de neiging om doof te blijven en in deze nieuwe brandstof niets anders te zien dan bijkomende zorgen die moeten worden overwonnen. Dat geldt ook op het niveau van de officiële instanties die Europees zouden zijn. Voeg daarbij het feit dat de landbouwwereld - die er niet op uit is om de verwerker van ons stadsafval te worden - tot op heden amper vragende partij is voor de residu’s van de verwerking afkomstig van de gistingstanks voor gebruik in de vorm van een meststof, en u begrijpt dat het enthousiasme nog niet heel erg groot is. Veelbelovende industriële vooruitzichten Waarnemers hebben echter het gevoel dat deze eerste reeks objectieve obstakels vooral wordt gebruikt als alibi voor de verdedigers van meer veelbelovende netwerken op industrieel en/of electoraal vlak. Zij zien een zekere landbouwlobby die ongerust is over het op waakvlam zetten van een gemeenschappelijk landbouwbeleid en het rentabiliteitsverlies van bepaalde landbouwproducties. Anderzijds is er de industrie (voeding, petroleum, chemie) die in de plantaardige netwerken “suiker“ en “olie“ veelbelovende perspectieven ontwaart, gekoppeld aan een betere waarborg om een economisch netwerk in de hand te houden, een netwerk dat deze industriëlen goed kennen en dat hun al vele mooie momenten heeft bezorgd. Hoe het ook zij, iedereen begrijpt dat de voorstanders van biogas geen vrije baan krijgen. In het verleden hebben ze diverse malen geluk gehad, vaak gekoppeld aan de stijgende petroleumprijzen. Dat heeft hen er niet van weerhouden om hier en daar een plekje te veroveren en hun territorium af te bakenen. Een doorslaggevend “turbo-effect“? Het is op die (soms) bescheiden start dat de Europese Commissie zich heeft willen baseren door in maart laatstleden het Biogasmax-project te lanceren. Daarin worden 28 Europese partners gegroepeerd - plaatselijke overheden, industrieën en onderzoekscentra - die reeds enigszins geëngageerd zijn in de piste van biogasbrandstof. Doel: de lopende projecten een injectie geven die moet leiden tot een “turbo-effect“ gedurende de volgende 48 maanden. Uiteindelijk hoopt men dat het van doorslaggevend belang is (met een

Voor mij moeten biodiesel en ethanol niet tegenover biogas worden geplaatst. Elk heeft zijn voor- en nadelen, ook biogas. Dat is niet zo makkelijk te ontwikkelen, want het gas moet worden gezuiverd (om qua eigenschappen vergelijkbaar te zijn met aardgas), dan moet het sterk worden gecomprimeerd (wat veel energie vraagt), dan moet het worden gedistribueerd via een netwerk van specifieke pompen en moet het worden gebruikt in aangepaste voertuigen. De stalen tanks van 200 bar zijn zwaar en hebben een grote inertie voor het voertuig en zorgen dus voor een groter verbruik. Waarom ontwikkelt LPG zich niet verder, terwijl het toch veel goedkoper is dan benzine? In sommige gevallen wanneer warmteconsumptie beschikbaar is, is het gebruik van biogas inzake warmtekrachtkoppeling meer gerechtvaardigd dan in het transport, omdat het globaal energetisch rendement (60-80%) veel hoger zal zijn dan in een motor van een voertuig (20-30%). Gebruik in bedrijfswagenparken daarentegen is makkelijker op te zetten en heeft een zeker belang. Het productiepotentieel is aanwezig en de voordelen voor het milieu ook (CO2 en andere emissies bij de uitstoot). Blijft dat het potentieel van biobrandstoffen ontoereikend is om ons werkelijk gigantisch verbruik van fossiele brandstoffen te compenseren. Alle alternatieven zijn dus welkom: het rationeel gebruik van transport (trein, enz.) en energie (zuinigere auto’s, hybride voertuigen) en alle hernieuwbare brandstoffen, met inbegrip van biogas. Jean-Marc Jossart, UCL, Unité d’Ecophysiologie et d’Amélioration végétale (ECAV) - vzw Valbiom.

enveloppe van 20 miljoen euro, men moet nu ook niet gaan dromen!) voor het aantonen van de haalbaarheid en efficiëntie van dit energienetwerk. Vijf Europese steden uit het noorden (Göteborg, Stockholm), het centrum (Haarlem, Lille) en het zuiden (Rome) doen mee. Vijf culturele benaderingen en vijf zeer specifieke probleemstellingen inzake “afval“ en “transport“ om de overgang van fossiele brandstof naar biogas aan te pakken. Deze steden vormen demonstratiesites voor het project en genieten de technische en praktische steun van een indrukwekkende reeks gespecialiseerde organisaties, universitaire en andere. Op het ogenblik dat bij ons, in een uiterst communautaire sfeer, de eerste schetsen ontstaan van een industrieel kanaal voor biobrandstoffen in de bekende technische omstandigheden (Europese doelstelling van 5,75% biobrandstoffen in de transportsector, belastingvrij maken, offerteaanvragen,…), heeft Biogasmax de troeven om enkele van onze industriële spelers aan het denken te zetten. Zoals diegenen die in de buurt van Charleroi al sinds enkele jaren proberen om de productie van biogas te ontwikkelen op basis van het organisch deel van het huishoudelijk afval… en waarvan de vertegenwoordigers bijzonder aandachtig waren bij de officiële lancering van het Biogasmaxproject te Lille in maart laatstleden… p Jean Cech

© Volvo

nr 2 energymag | 47

46-47 Biogaz nl.indd 47

19/06/06 18:36:15


USEFUL | SUBSIDIES

Energieprestatie:

vergeet uw premies niet Aan energiepremies is in Vlaanderen geen gebrek. De diverse overheden doen allemaal wat. Er worden heel wat premies uitgekeerd. Ze kunnen zelfs gecumuleerd worden. Alleen vergt het heel wat zoekwerk om te weten te komen waar en hoe je precies wat kan krijgen. En het nodige papierwerk te verrichten. Aan overheden hebben we geen gebrek. Er is de Belgische overheid, de Vlaamse, de provinciale en de gemeentelijke overheid. Daarenboven zijn er nog de instellingen die de netwerken voor elektriciteit en gas beheren. Van de Belgische overheid moet je geen premies verwachten, ze kent wel belastingvoordelen toe. De lagere overheden en de netwerkbeheerders hanteren elk een eigen premiebeleid. Om de premies te bekomen moet je de nodige facturen kunnen voorleggen, niet alleen van de leverancier, maar soms ook van een (geregistreerd) aannemer. Netwerkbeheerders De netwerkbeheerders kunnen binnen een pakket energiebesparende maatregelen kiezen welke ze al dan niet ondersteunen. Er zijn nogal wat netwerkbeheerders in Vlaanderen. Eandis is veruit de grootste ervan. Het overkoepelt de ‘gemengde’ intercommunales Gaselwest, Imea, Imewo, Intergem, Iveka, Iverlek, Sibelgas en Intermosane, die allemaal een identiek premiebeleid hanteren. Daarnaast zijn er de ‘zuivere’ intercommunales, waarin geen privé-partners betrokken zijn. De belangrijkste is Interelectra, die vooral in Limburg actief is. PBE (Provinciale Brabantse energiemaat-

Nuttige adressen Energiepremies: Premiezoeker: Premiezoeker West-Vlaanderen:

schappij) heeft Brabant als actieterrein, WVEM is overwegend ingeplant in de Westhoek en het Pajottenland, IVEG (Intercommunale voor Energie) in de provincie Antwerpen. De gemeente Merksplas in de Antwerpse Kempen beschikt met AGEM (Autonoom Gemeentebedrijf Elektriciteitsnet Merksplas) over een eigen, gemeentelijke netwerkbeheerder. Het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen en de luchthaven van Zaventem (DNBBA = Distributienet-Beheer Brussels Airport) werken met een eigen instantie voor het netwerkbeheer op het hen toevertrouwde grondgebied. In Voeren is het Waalse Intermosane verantwoordelijk voor het distributienetwerk. De Nederlandse intercommunale Intergas levert gas in een deel van de gemeente Baarle-Hertog, waar de Belgisch-Nederlandse grens erg grillig gevormd is. Mogelijk wordt er voor Intergas een uitzonderingsmaatregel uitgewerkt, omdat de Vlaamse premieverplichtingen er in de praktijk moeilijk uitvoerbaar zijn. De onderneming Elia beheert vooral het hoogspanningsnet, maar bedient tevens rechtstreeks industriële grootverbruikers. Ze stelt middelen ter beschikking om primaire energie te besparen bij klanten die in Vlaanderen op haar net zijn aangesloten op een spanning van 70 kV en lager.

www.energiesparen.be www.premiezoeker.be www.west-vlaanderen.be/leefomgeving/ huisvesting/subsidietool.htm Algemene info energiesector: www.vreg.be Premies productie zonne-energie: www.vreg.be en tel. 02-553.13.53 Gratis infonummer: tel. 0800-30201

Energiesparen.be Het premiebeleid is niet hetzelfde voor particulieren als voor bedrijven. Maar er wordt geen onderscheid gemaakt tussen individuele en

collectieve woningen. De voorwaarden om een premie te bekomen worden jaarlijks aangepast. Gebruik dus geen oude brochures. Brochures vind je vooral op je gemeentehuis en in de meeste openbare bibliotheken. Maar alles samen vormt dit nog een massa leeswerk. Gelukkkig is er een snellere weg beschikbaar, via Internet. Daarvoor kan je wel terecht op www.energiesparen.be. Daar kan je ook uitvissen wie de netwerkbeheerder voor jouw gemeente is. Voor aanvragenformulieren word je soms doorverwezen naar websites van de intercommunales zelf. En die zijn helaas niet allemaal even overzichtelijk. Telefoneren naar het gratis nummer 0800-30201 kan soelaas brengen. Premiezoeker.be Op de website www.premiezoeker.be moet je slechts de naam of het postnummer van je gemeente intikken. Dan krijg je een overzicht van de subsidies - niet alleen de energiesubsidies - die je kan aanvragen, meestal met de nodige info en zelfs de formulieren om je aanvraag te doen. Helaas telt deze website nog twee zwakke punten. De lijst met gemeenten is wel volledig, maar een aantal gemeenten heeft zijn eigen plaatselijke premies onvolledig of nog niet in het systeem ingevoerd. Inwoners ervan kunnen wel de andere subsidies vinden, maar voor de gemeentelijke tegemoetkomingen is een bezoek aan of een telefoontje naar het gemeentehuis nog noodzakelijk. Premiezoeker bevat evenmin informatie over de premies van de netwerkbeheerders. Bovendien beperkt deze site zich tot premies voor woningen. Voor de provincie West-Vlaanderen bestaat er al een meer uitgebreide versie, op de website van deze provincie. Momenteel beperkt de steun van de meeste provinciebesturen zich tot informatieve en technische ondersteuning. Vlaams-Brabant vormt een uitzondering op die regel. Het verdubbelt bepaalde premies vanwege de netwerkbeheerders. Die dubbele steun maakt bepaalde energie-investeringen er erg interessant. p Koen Mortelmans

48 | energymag nr 2

48-49 Subsides nl.indd 48

19/06/06 18:35:12


SUBSIDIES | USEFUL Vlaamse overheid ONDERZOEK 3 Budget voor Economisch Advies Budget voor Economisch Advies (BAE) is een nieuwe geïntegreerde subsidiemaatregel waarmee kleine en middelgrote ondernemingen de ondernemerschapsbevorderende diensten opleiding, advies, kennis en mentorschap kunnen inkopen. Ze kunnen gebruikt worden om er een energieaudit mee te betalen. Hoogte: 50% Info: tel.: 02-547. 55.65, bea@sodexho-pass.be, www.beaweb.be INVESTERINGEN 3 Ecologiepremie Voor ondernemingen die in het Vlaamse Gewest milieu-investeringen of investeringen op energiegebied willen realiseren. Een ecologiepremie is onder meer mogelijk voor investeringen in duurzame energie (windenergie, fotovoltaïsche zonnepanelen, zonneboiler, waterkracht,…), WKKinstallaties en verder een limitatieve lijst (LTL) met 400 technologieën. Hoogte: 25 tot 40%. Beperkingen: maximaal 3,6 miljoen € steun voor investeringen in warmtekrachtkopppeling en/of hernieuwbare energie; maximaal 1,8 miljoen € steun voor andere ecologie-investeringen Info: tel.: 02-553.46.30, paul.zeebroek@ewbl.vlaanderen.be, www. vlaanderen.be/ecologiepremie 3 Steun voor demonstratieprojecten innovatieve hernieuwbare energietechnologieën Voor het innoverende deel van nieuwe technologieën. De resultaten worden bekendgemaakt om de nieuwe technologieën te verspreiden in Vlaanderen. De huidige prioriteiten zijn: › gebruik van houtpellets of houtsnippers in hoogrendementsketels voor de verwarming van bedrijfsgebouwen of andere toepassingen binnen industrie, land- of tuinbouw; › warmtekrachtkoppeling (WKK) in de glastuinbouw met als brandstof biogas ontstaan uit vergisting van selectief ingezamelde organische stromen (geen stortgas), waarbij eventueel gebruik wordt gemaakt van een microturbine; › WKK in de land- en tuinbouw met als brandstof minstens 50% vaste of vloeibare biobrandstoffen; › CO2-bemesting op basis van hernieuwbare energiebronnen; › elektriciteitsproductie met toepassing van de Organische Rankine Cyclus, aangedreven door hernieuwbare energiebronnen (alle sectoren). Hoogte: Maximaal 50% van de kosten van het innoverende deel van de nieuwe technologie (exclusief BTW) Beperkingen: Maximaal 250.000 € Info: tel.: 02- 553.46.09, fax: 02-553.46.01, wim.buelens@ewbl.vlaanderen.be 3 Steun voor milieubesparende innovaties Voor projecten gericht op één van zeven doelstellingen: energiebesparing; grondstoffenbesparing; reductie van emissies van milieubelastende stoffen; vermindering van afval en van andere milieuhinder; ontwikkeling van hernieuwbare grondstoffen- en energiebronnen; hergebruik en recycleerbaarheid van grondstoffen; verhogen van de levensduur van producten en processen. Drie types activiteiten komen in aanmerking voor basissteun: industrieel basisonderzoek gericht op het genereren van nieuwe kennis (50% van de aanvaarde kosten van het project), prototype- of ontwikkelingsactiviteiten die de omzetting van technologische kennis in ontwerpen voor nieuwe, gewijzigde en verbeterde producten, processen of diensten beogen (25%); mengvorm van deze beiden (38%). Hoogte: 50% - 25% - 38% Info: tel.: 02-209.09.89, dto@iwt.be 3 Bijkomende steun voor milieubesparende innovaties Het basissteunpercentage wordt verhoogd met 10% indien aan één van deze voorwaarden is voldaan: uitvoering door KMO’s; het project heeft een Eureka-label en minstens twee lidstaten van de Europese Unie zijn in het project vertegenwoordigd; het project beantwoordt aan de criteria van andere specifieke acties (zoals bijvoorbeeld duurzame technologische ontwikkeling of EFRO-doelstellingsgebied). Hoogte: 10% Info: tel.: 02-209.09.89, dto@iwt.be

48-49 Subsides nl.indd 49

3 Groenestroomcertificaten Hogere prijs voor groenestroomcertificaten vanaf 2006. Bedrijven kunnen groenestroomcertificaten cumuleren met de ecologiepremie. Hoogte: 450 € / 1.000 kWh), gegarandeerd voor 20 jaar. In 2006 en 2007 krijgen particulieren 10% extra investeringssteun. Info: tel.: 02-553.46.27, bart.hedebouw@ewbl.vlaanderen.be, www.vreg.be 3 Warmtekrachtcertificaten WKK-producenten kunnen bij de VREG warmtekrachtcertificaten verkrijgen voor de warmtekrachtbesparing (primaire energiebesparing) die zij hebben gerealiseerd in het Vlaamse Gewest door middel van een kwalitatieve warmtekrachtinstallatie, op voorwaarde dat deze warmtekrachtinstallatie voldoet aan de voorwaarden voor kwalitatieve warmtekrachtinstallaties. Een warmtekrachtcertificaat toont aan dat 1.000 kWh primaire energie werd bespaard in een kwalitatieve warmtekrachtinstallatie ten opzichte van de situatie waarin dezelfde hoeveelheid elektriciteit en/of mechanische energie en warmte gescheiden worden opgewekt. Info: tel.: 02-553.13.79, info@vreg.be, www.vreg.be 3 Verbeteringspremie voor woningen Voor verbeteringswerken. Sommige daarvan kunnen ook energieprestaties verbeteren, al hebben de toekenningsvoorwaarden niet met dit aspect te maken. (o.m. dakwerken, buitenschrijnwerk, elektrische installaties) Info: tel.: 03-224.61.16 (Antwerpen), 011-26.41.75 (Limburg), 09-265.45.11 (Oost-Vlaanderen), 050-44.29.02 (West-Vlaanderen, 016-24.97.77 (Vlaams-Brabant), www.wonen.vlaanderen.be Beperkingen: diverse, o.m. hoogte van het inkomen

Provincie Limburg ONDERZOEK 3 Planadvies Bouwers en verbouwers inzake duurzaam bouwen krijgen op planadvies door Centrum Duurzaam Bouwen een korting van 100 €. Hoogte: 100 €

Provincie Vlaams-Brabant INVESTERINGEN 3 Zonneboiler Verdubbeling van de premie van de netbeheerder. Zowel voor bedrijven als voor woningen. Info: tel.: 016-26.76.67, sophie.petre@vl-brabant.be 3 Dakisolatie Verdubbeling van de premie van de netbeheerder. Zowel voor bedrijven als voor woningen. Info: Tel.: 016-26.76.67, sophie.petre@vl-brabant.be

Netwerkbeheerders ONDERZOEK en INVESTERINGEN Het gros van de energiepremies wordt uitgekeerd door de netwerkbeheerders. De aard en de voorwaarden ervan kunnen sterk verschillen. Het gaat vooral om energieaudits, verwarming, isolatie en zonne-energie(bedrijven en woningen) , hoogrendementsmotoren, (her)verlichting, frequentieregelaars, warmterecuperatie en de aankoop van meetapparatuur (bedrijven). Een lijst met www-site, e-adressen en telefoonnummers van alle in Vlaanderen actieve netwerkbeheerders voor energie (elektriciteit en aardgas) vindt u op www.vreg.be.

Gemeenten INVESTERINGEN Het gemeentelijk premiebeleid verschilt niet alleen sterk van gemeente tot gemeente, er bestaan ook systemen waarbij de premie een gecombineerd initiatief is van een gemeente met een hogere overheid. Een goed voorbeeld daarvan is de premie voor groendaken (hoge isolatiewaarde). Vlaanderen verstrekt het geld voor de toelage, maar het hangt van de afzonderlijke gemeenten af of ze op hun grondgebied ook toegepast worden. nr2 energymag nr 2 energymag | 49 | 49

19/06/06 18:35:15


AGENDA

NOVEMBER p NOVEMBRE

Fairs & Exhibitions u 18-20/9, Nürnberg (D) International Trade Fair IKK 2006 - 27. Refrigeration, Air Conditioning, Ventilation

u 3-4/10, Heusden-Zolder Forum Energiebesparingsforum www.centrumduurzaambouwen.be

www.ikk-online.com

u 20-21/9, Brussels Fair ECL: Electricité, communication, éclairage

u 16-17/10, Brussels Conference 2nd Annual European Energy Policy Conference 2006 www.epsilonevents.com

www.easyfairs.com

u 25-26/9, Bruges Conference Conference Biomass for energy

http://www.conf-aim.skynet.be/ green_family

http://epic.entpe.org/

u 21-22/11, Antwerpen Fair Industrie & Projectbouw www.easyfairs.com

u 18/10, Bruxelles Colloque Transport et énergie Gibec

www.northseabioenergy.org

u 03/10, Liège Conference International Conference The Green Family. How to reduce residential environmental impact?

u 20-22/11, Lyon (F) Conference EPIC 2006, 4th European Conference on Energy Performance & Indoor Climate in Building.

u 28/11 - 01/12, Lyon (F) Fair Pollutec www.pollutec.com

u 8-9/11, Paris (F) Fair Ecobuilding Performance, Performance énergétique et développement durable des bâtiments.

u 11-13/12, Liège Conference 7th International Conference on System Simulation in Buildings (SSB)

www.ecobuilding-performance.com

http://www.ulg.ac.be/labothap/

u 06/11, Antwerpen Opleiding Werken met stoom www.vik.be

u 07/11, Antwerpen Opleiding Energie-efficiëntie www.vik.be

u 08/11, Antwerpen Opleiding Dimensioneren van elektromechanische aandrijfsystemen www.vik.be

u 08, 15, 22 & 29/11, Liège Utilisation Rationelle de l’Energie - U.R.E. Formation www.cefortec.be

u 10/11, Elewijt Opleiding Subsidies en heffingen op milieuen energievlak www.kluwer.be

SEPTEMBER p SEPTEMBRE u 4 - 8/9, Douai (F) et Courtrai Opleiding Basic course Cogeneration www.cogenvlaanderen.be

u September, Brussel Studiedag WKK in vlaanderen www.cogenvlaanderen.be

u September, België Studiedag Energiezorgsystemen voor bedrijven (industrie en tertiaire sector) www.energik.be

u September, België Studiedag Verlichting en relighting. www.energik.be

u September, België Studiedag Stand van zaken energieboekhouding, energiecertificaten, energieprestatieregelgeving

u 12/09, Bruxelles Colloque L’utilisation rationnelle de l’énergie, de l’eau et des consommables dans l’entreprise

u 10/10, Antwerpen Opleiding Praktijk van de geotechniek

www.ibgebim.be

u 11/10, Antwerpen Opleiding Aardingssystemen (TT, TN, IT) in industriële elektrische installaties

u 13/09, Namur Séminaire Tribune Energie

www.vik.be

www.vik.be

www.ccinamur.be

u 18/09, Antwerpen Opleiding Elektriciteit op de werf

u 11/10, Antwerpen Opleiding Verwarmingstechnische calculaties

www.vik.be

www.vik.be

u 21/09, Bruxelles Formation Développement Durable ”L’éco-construction”

u 12/10, Mechelen Opleiding Energie besparen in de industrie

www.vik.be

u 13/11, Antwerpen Opleiding Energieprestatierichtlijn in Vlaanderen www.vik.be

u 14/11, Gent Opleiding Energiezorg en efficiënt energiebeheer http://www.stichtingbedrijfsmanagement.be

u 23/11, Bruxelles Formation Développement Durable - ”Le label éco-dynamique”

www.klu.be

www.avcb-vsgb.be

u 30/09, Heusden-Zolder Infosessie Duurzaam bouwen

u 20/10, Antwerpen Opleiding Energiebesparingen in de procesindustrie

u 25/11, Heusden-Zolder Infosessie Duurzaam bouwen

www.cedubo.be

www.vik.be

www.avcb-vsgb.be

OKTOBER p OCTOBRE

www.energik.be

u 06/09, Antwerpen Opleiding HVAC

www.vik.be

u 10/11, Antwerpen Opleiding Klimatisatie van gebouwen

u 05, 12, 19 & 26/10, Liège Formation Principe des installations solaires combinées pour la production d’eau chaude et le chauffage des locaux (module solaire avancé) www.cefortec.be

u 26/10, Bruxelles Formation Développement Durable ”L’éco-construction” www.avcb-vsgb.be

www.cedubo.be

u 28-30/11, Ecully (F) Formation PHOTON Réseau 2006 www.ademe.fr

DECEMBRE p DECEMBER

u 28/10, Heusden-Zolder Infosessie Duurzaam bouwen

u 6 - 7/12, Charleroi Forum Energie et environnement

www.cedubo.be

www.charleroiexpo.be

50 | energymag nr 2

50 Agenda nl.indd 50

20/06/06 10:55:03


energy partners

VITO Uw innovatiepartner VITO voert in opdracht van kmo's, grote bedrijven en overheid onderzoek uit in de domeinen leefmilieu, energie en materialen.

Contact: Tel + 32 14 33 55 53 Fax + 32 14 33 55 99 vito@vito.be

www.vito.be

Uw boodschap u 6 x per jaar u vierkleuren-

druk u dit formaat (H: 80 mm x B: 55 mm)

U wenst meer informatie? U wilt reserveren? tel: +32 2 737 91 16 mail: dlabours@energymag.be fax: +32 2 735 30 97

Bestelbon

© U bent fabrikant, leverancier, installateur van energieproducten? Leverancier van diensten? Ingenieursbureau? U wenst geen al te groot reclamebudget te besteden? Dan is de rubriek ENERGY PARTNERS iets voor u.

51 Energy Partners nl.indd 51

t t t Fax deze bestelbon alstublieft naar het nummer 02 735 30 97

5 + 1 INLASSING GRATIS* Keuze

Formaat Prijs ( ¤ excl. BTW) 1 x 1 blok (80 x 55 mm) ........1.250 2 x 1 blok (80 x 110 mm) .......2.500 * Eén inlassing per nummer gedurende 6 opeenvolgende nummers.

Onderneming ....................................................................................... Contact ................................................................................. PM

PV

Functie ............................................................................................... E-mail ................................................................................................. Adres .................................................................................................. ............................................................................................ Tel ................................................... Fax ............................................ BTW ....................................................................................................

Stempel van de onderneming

Datum en handtekening n°2 energymag | 51

20/06/06 11:15:50


CosmoPolis, voor een sfeervolle stadsomgeving De CosmoPolis lamp en de Mini Milewide armatuur : een ware technologische revolutie in stadsverlichting die het energieverbruik en zodoende de uitstoot van CO2 aanzienlijk verlaagt, en tegelijk zorgt voor een prettige sfeer ‘s nachts.

sense and simplicity

www.lighting.philips.be

2006.0013 Ph Adv. Cosmo.indd 1

17-01-2006 11:09:38


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.