Energymag 8 nl

Page 1

energymag the energy manager magazine

Tweemaandelijks nieuwsmagazine | Nederlandstalige uitgave | november - december - januari 2008 | nr 8 | www.energymag.be

6,50 €

MARKET

Interview Aspo België Peakoil staat voor de deur!

MANAGEMENT

Energietrading

Afgiftekantoor: Brussel X

COVERSTORY

SPE-Luminus: de nummer twee op de Belgische energiemarkt onthult zijn ambities

Naar een strategische aanpak van energierisico’s

DOSSIER

Koolstofneutraliteit Van compensatie tot business greening

Vrijwillige compensatie Regels zijn regels!

Neutraliteitsbeleid Tien sleutels om van uw koolstofneutraliteit een succes te maken

Fortis Koolstofneutraal sinds 2007

CO2Logic en Climact Twee goede voorbeelden

EFFICIENCY

Mireille Wat een KMO kan doen voor het milieu

TECHNOLOGY

Luc Sterckx, gedelegeerd bestuurder van SPE-Luminus, roept op tot het scheppen van een gunstiger investeringsklimaat

01 cover N8 nl.indd 1

Agfa-Gevaert: WKK met een rendement van 102%. Een record!

16/12/07 16:21:07


Building Schneider Electric zet zich in voor Energy Efficiency

a New Electric World

Schneider Electric, wereldleider op het vlak van elektrische distributie, automatisering en controle, werkt mee aan de uitbouw van een duurzame wereld. Schneider Electric biedt zijn klanten producten en oplossingen aan die hen een optimale toegang verschaffen tot energie en hen helpen er op een verantwoordelijke manier mee om te gaan. Shneider Electric wil zich houden aan de afspraken van het Kyotoprotocol, om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen met 30%.Tegelijkertijd wordt er geijverd om toegang tot elektriciteit te bieden aan de 30 % van de wereldbevolking die er vandaag van uitgesloten blijft. Schneider Electric wil de competitiviteit van haar klanten verbeteren door voor alle marksegmenten oplossingen aan te bieden in energiebesparing en -beheer. Zowel in de residentiĂŤle sector, de tertiaire gebouwen als de industrie, staat investeren met Schneider Electric synoniem voor besparingen en behoud van het klimaat.

Schneider Electric nv/sa Tel.: 32(0)2 373 77 11 be-info@be.schneider-electric.com www.schneider-electric.be

ADV_CORPORATE_ENERG_NL.indd 1

29-10-2007 15:06:30


energymag the energy manager magazine

Tweemaandelijks nieuwsmagazine

| Nederlandstalige uitgave

Energymag, the energy manager magazine

2008 | nr 8 | www.energymag

.be

6,50 €

évooraf MARKET

Interview Aspo België

Peakoil staat voor de deur!

MANAGEMENT

COVERSTORY

Afgiftekantoor: Brussel X

In Site pvba J. Coosemansstraat 107 B-1030 BRUSSEL Tel: +32 (0)2 737 91 19 Fax: +32 (0)2 735 30 97 Zaakvoerder: Jean-François MARCHAND

| november - december - januari

SPE-Luminus: de nummer twee op de Belgische energiemarkt onthult zijn ambities Luc Sterckx, gedelegeerd bestuurder van SPE-Luminus, roept op tot het scheppen van een gunstiger investeringsklimaat

01 cover N8 nl.indd 1

Energietrading

Naar een strategische aanpak van energierisico’s

DOSSIER

Koolstofneutraliteit

Van compensatie tot business

Vrijwillige compensatie

greening

Regels zijn regels!

Neutraliteitsbeleid

Tien sleutels om van uw koolstofneutraliteit een succes te maken

Fortis

Koolstofneutraal sinds 2007

CO2Logic en Climact

Twee goede voorbeelden

EFFICIENCY

Mireille

Wat een KMO kan doen

voor het milieu

TECHNOLOGY

Agfa-Gevaert:

WKK met een rendement van 102%. Een record!

16/12/07 16:21:07

REDACTIE Energymag Coosemansstraat 107 1030 Brussel E-mail: redaction@energymag.be Tel: +32 (0)2 737.91.19 Fax: +32 (0)2 735 30 97

Hoofdredacteur: Jean-François MARCHAND (jfmarchand@ energymag.be) Redactiesecretaris: Jean HINS (jhins@energymag.be) Journalisten en medewerkers: Ismaël DAOUD, Els JONCKHEERE, Charles SCHWEIZER, Alfons VANBERGEN, Peter VANSINA, Laurent van STEENSEL, Koen VERVREMD, François VILLERS, Alain DELADRIÈRE, VIRTUAL-WORDS, David GOLDENBERG Stuur uw perscommuniqués naar redaction@energymag.be

PRODUCTIE Verantwoordelijke: Jean HINS (jhins@energymag.be) Lay-out: Florence DEMOLIN (fdemolin@energymag.be) Fotogravure: Lithotec Drukker: Kliemo

RECLAMEREGIE Verantwoordelijke: Pascale Bataille Media Selling Place pascale@mediaselling.be Tél. +32 (0)2 241 55 55 Fax +32 (0)2 241 55 33

ABONNEMENTEN (1 jaar = 6 nummers) Contactpersoon: Jean HINS (abonnements@energymag.be) Een abonnement kan op elk ogenblik starten. Geef uw naam en adres op aan de dienst abonnementen of download ons abonnementsformulier op www.energymag.be/abonnement.html. Abonnementen in België: 33 € Abonnementen in het buitenland: 58 € (EU) Betaling per overschrijving op nr. 310-1223352-74 Om u te abonneren, een adreswijziging door te geven of elk probleem in verband met het abonnement abonnements@energymag.be Tel +32 (0)2 737 91 11 Fax +32 (0)2 735 30 97 Verspreiding per abonnement en doelgerichte mailing. 20.000 ex - een Nederlandstalige uitgave + een Franstalige uitgave. Er bestaat ook een Franstalige uitgave. Gelieve ons te verwittigen als u liever de Franstalige editie ontvangt.

Een schandalig referentiescenario In zijn rapport over de energievooruitzichten windt het Internationaal Energie Agentschap er geen doekjes om. Nu weten we tenminste waar we aan toe zijn: de wereld stevent af op een energie- en klimaatchaos. Als we zo verder blijven gaan zal de mondiale vraag naar energie tegen 2030 ongekende vormen aannemen: +55%. Onze “moderne” economie doet echter niets om deze ontwikkeling af te remmen, sterker nog, de opkomende landen met China en India op kop, versnellen deze trend nog. In het referentiescenario wat het Agentschap voor ogen staat zou de vraag naar olie wel eens kunnen oplopen van de huidige 85 tot 116 miljoen vaten per dag. De vraag naar steenkool zal eveneens explosief toenemen, met 73%. De uitstoot van broeikasgassen zou met 57% omhoog gaan. De gemiddelde temperatuur zal met maar liefst 6°C stijgen, voorspelt het IPCC. Of het alternatieve scenario, dat van een beleid dat in staat is deze groei om te buigen, wel beter is? Forget it! De olieconsumptie zou dan toch nog altijd zo’n 103 miljoen vaten per dag bedragen en de uitstoot zou leiden tot een broeikasgasconcentratie van 550ppm (parts per million), waardoor de temperatuur meer dan 3°C hoger zal komen te liggen. Er is echter een derde scenario: een “sterke groei”, gebaseerd op een gemiddelde groei van het Chinese en Indische BBP van 7,5% in plaats van 6%. Een nachtmerrie. In deze versie van het draaiboek stijgt de vraag naar olie tot 130 miljoen barrels per dag en de uitstoot van broeikasgassen zou 23% hoger zijn dan in het referentiescenario. Het IPCC geeft zelfs geen cijfers voor de impact. Probleem is dat de groei van het BBP van China momenteel boven de 10% uitkomt. De boss van Total, Christophe de Margerie, is zelfs niet zeker dat we de 103 miljoen vaten van het bestcase scenario wel zullen kùnnen halen. Hoe moet het dan? Het antwoord is: verandering. Er zit een crisis aan te komen, en we moeten zorgen dat we daar klaar voor zijn. Olieschaarste en een klimaat dat overhoop ligt, dat is wat ons te wachten staat. Het economisch beleid moet aan deze nieuwe omstandigheden worden aangepast. En wel op tijd! De factor tijd zal onze belangrijkste toetssteen worden voor een goed beheer van de crisis, zegt Patrick Brocorens in zijn interview in dit nummer.

Verantwoordelijke uitgever: Jean-François MARCHAND, Coosemansstraat 107, B-1030 BRUSSEL Foto cover: Luc Sterckx, afgevaardigd bestuurder van SPE Foto Laurent Van Steensel

lishing communication & pub

in s it e

Alle teksten zijn auteursrechterlijk beschermd. Alle advertenties vallen onder de verantwoordelijkheid van de auteurs ervan. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of gepubliceerd door middel van druk, fotokopie, microfilm, magnetische dragers, zonder de voorafgaande toestemming van de uitgever.

Jean-François Marchand nr8 energymag | 3

03 Edito N8 nl.indd 3

16/12/07 16:22:45



> DOSSIER KOOLSTOFNEUTRALITEIT VAN COMPENSATIE TOT BUSINESS GREENING

Meer en meer ondernemingen slaan de weg in van koolstofneutraliteit. Het begrip ‘koolstofneutraal’ mag dan nog vaag zijn - het gaat er voornamelijk om de uitstoot van broeikasgassen te compenseren - de doelstelling op termijn is duidelijk: de omschakeling naar een low carbon-economie bewerkstelligen en voordeel halen uit de groeimogelijkheden van deze economie.

INHOUD > 6 SPE-Luminus: de nummer twee MARKET 6 COVERSTORY

Elektriciteit: SPE-Luminus in de spotlights Productie: in 2008 zal er in België een tekort aan elektriciteit zijn 10 INTERVIEW

ASPO België Peakoil staat voor de deur! 13 ACTOREN 14 KORT 17 TRENDS

Honderd dollar voor een vat olie. Wat betekent dat voor de Europese consument?

25 DOSSIER KOOLSTOFNEUTRALITEIT > Koolstofneutraliteit: van compensatie tot business greening > Vrijwillige compensatie: regels zijn regels! > Neutraliteitsbeleid: tien sleutels om van uw koolstofneutraliteit een succes te maken > Fortis: koolstofneutraal sinds 2007 > CO2Logic en Climact: twee goede voorbeelden

op de Belgische energiemarkt onthult zijn ambities

> 22 Trading: het blijft rondtasten voor de traders

EFFICIENCY MANAGEMENT

36 INDUSTRY

22 ENERGY PROCUREMENT

Mireille: wat een KMO kan doen voor het milieu

De uitdagingen van energietrading: naar een strategisch beleid van energierisico’s

TECHNOLOGY 40 COGENERATION

Agfa-Gevaert: WKK met een rendement van 102%. Een record!

> 36 KMO: Mireille investeert 1,1 mio euro in ecologie

> 40 WKK: naverbranding bij een n°8 energymag | 5 aardgasmotor, een première!

05 Sommaire N8 nl.indd 5

16/12/07 16:23:23


MARKET | COVERSTORY

Elektriciteit

SPE-Luminus in de spotlights Met een gewijzigd aandeelhouderschap en een verstevigde structuur staat de nummer twee op de Belgische energiemarkt sterk genoeg om haar nieuwe ambitie waar te maken. Luminus wil haar 1,5 miljoen klanten bedienen met nieuwe productiecapaciteit. Hiermee reageert de elektriciteitsleverancier op de waarschuwing van energieregulator CREG in oktober laatstleden dat er een “elektriciteitstekort” dreigt. De logheid van het systeem vormt echter een obstakel. Moeten de elektriciteitsmaatschappijen in een prioritaire sector worden samengebracht? Luc

© L. van Steensel

Sterckx, afgevaardigd bestuurder van SPE, vraagt het zich af.

Het elektriciteitsverbruik blijft maar stijgen en er zijn niet genoeg middelen op dat op te vangen. De federale regulator CREG berekende dat er vanaf 2008 ruim 2.000 MW (megawatt) te kort is. De

productiecapaciteit van iets meer dan 14.000 MW zou onvoldoende zijn om de Belgische onafhankelijkheid op het vlak van kilowatts te verzekeren. Verder stelt de CREG dat het te laat is om daar op

korte termijn iets aan te doen. België is een netto-invoerder geworden van elektriciteit. Vanaf nu tot de beoogde investeringen geconcretiseerd zullen zijn (tegen 2012) wordt het dus dansen op het slappe koord. Wie zal de Belgen uit deze situatie redden met een grotere productiecapaciteit? Electrabel, dat meer dan 85% van het Belgische productiepark in handen heeft, houdt zich stil. Een van de uitgangspunten van “Pax Electrica II”, die in de najaar van 2006 in de nasleep van het fusieproces van Suez met Gaz de France gesloten werd, is dat de “quota” van de historische operator afgebouwd moeten worden tot 70% van de productiecapaciteit van het land, om een betere werking van de liberalisering mogelijk te maken. Op verzoek van de regering Verhofstadt heeft Electrabel plaats gemaakt voor andere producenten en zijn investeringen uitgevlagd naar Nederland en Duitsland. Nieuwkomers waaronder het Nederlandse Nuon en Essent zijn daarentegen wel van plan om in België in productiefaciliteiten te investeren, maar dit zal niet volstaan om onze behoeften op middellange termijn af te dekken. SPE staat pal Alle ogen zijn dus gericht op Belgiës op één na grootste energiebedrijf,

6 | energymag nr8

6-15 MARKET nl.indd 6

16/12/07 17:54:02


COVERSTORY | MARKET

© L. van Steensel

SPE-Luminus, dat de investeringsfakkel zou overnemen. Gedelegeerd bestuurder Luc Sterckx verhult niet dat hij tegen 2012 de productiecapaciteit wenst op te trekken van de huidige 1.600 MW tot 2.500 MW. Dit zouden ze dan doen door voornamelijk te investeren in aardgascentrales. Er wordt zowel gedacht aan piekinstallaties zoals in Ham en Angleur als aan basisinstallaties zoals in Visé. “Onze enige wens is dat er een gunstiger investeringsklimaat komt om deze projecten tot een goed einde te kunnen brengen”, aldus Sterckx. “Onze windenergieprojecten worden vaak tegengewerkt door buurtbewoners en de lancering van onze centrales blijft afhankelijk van de definitieve toekenning van de CO2-quota voor de periode 2008-2012. Dit gegeven is tegenwoordig bepalend geworden voor de rentabiliteit van een project”. Hoopgevend is dat SPE na enige turbulente jaren thans in rustiger vaarwater lijkt te zijn gekomen en nu ook aan de toekomst kan denken. Electrabels grootste concurrent is ontstaan uit een complexe constructie in oktober 2005. Toen sloegen de Britse energiegroep Centrica en het Franse Gaz de France de handen in elkaar om een meerderheidsbelang van 51% in SPE te verwerven via Segebel (met gelijke aandelen). In de nieuwe entiteit werden de diverse Belgische activa ondergebracht (Luminus, ALG

Négoce, ALE Trading, Citypower). De rest is in handen van de historische publieke aandeelhouders (50% Waals, 50% Vlaams) die zich onlangs verenigden in de holding Spebel.

De jonge fusiegroep rond SPE heeft iets stelling laten blijken voor Distrigas dat meer dan een jaar nodig gehad om zijn Suez ook zal moeten afstaan zodra de evenwicht te vinden. Na enkele jaren fusie haar beslag gekregen heeft. verlies, toonde boekjaar 2006 een zeer lichte winst van 2 miljoen euro. Op een Red de Pax Electrica omzet van 2 miljard is dat natuurlijk weiHet huwelijk tussen GdF en Suez zou nig, maar voor 2007 wordt de winst toch nog andere gevolgen hebben voor op minstens 20 miljoen geschat. Nu de SPE’s toekomst. In de “Pax Electrica II” staat namelijk dat Suez-Electrabel overgangsperiode achter de rug is, en een deel van het Belgisch kernpotentiintern alles gesmeerd loopt, moet SPE eel aan SPE moet afstaan. Momenteel de ontwikkelingen in de fusie van Suez kan niemand zeggen of dit akkoord het en GdF goed in de gaten houden. Zo fusieproces en de nieuwe federale regauw alles rond is moet de Franse gasgroep namelijk haar aandelen in SPE van de hand doen, want Het Belgisch elektriciteitstekort dat wil de Europese Commissie. En wie Het rapport dat de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) in wordt de gelukkige? oktober publiceerde laat aan duidelijkheid niets te wensen over: in 2008 zal er in België Jean-François Cirelli, ruim 2.000 megawatt (MW) tekort zijn. Op korte termijn is er niets dat dit deficit kan PDG van GdF, staat nu opvangen, waarschuwt de energieregulator. De reden voor het tekort is de delicate situal een poos te roepen atie die thans tussen aanbod en vraag ontstaat mede doordat meer dan 40 jaar oude dat hij bereid is om te vervuilende centrales vanaf volgend jaar worden afgedankt. Onze levenswijze en de ruilen maar dan algunstige economische conjunctuur zorgen voor een stijgend elektriciteitsverbruik. Tusleen voor de beste sen 2008 en 2017 zal de gemiddelde stijging 1% per jaar bedragen. Nu is het zo dat er aandelen op een ansinds een paar jaar weinig investeringen gedaan zijn om dat verschil op te vangen. Een dere markt. Centrica, van de oorzaken is het proces van de vrijmaking van de markt en de onzekerheid over de huidige partner, de beschikbare CO2-quota die de rentabiliteitsstudies komt verstoren. Ons land is dus is echter vastbenetto-invoerder van elektriciteit geworden. De situatie zou de komende jaren moeten sloten om gebruik verbeteren, gezien de investeringen die gepland zijn, maar de mogelijke sluiting van de te maken van zijn kerncentrales vanaf 2015 maakt het allemaal weer wat ingewikkelder. Rekening houdend recht van voorkoop. met deze sluitingen zal België in 2017 moeten investeren in nieuwe capaciteit voor in Begin november liet totaal meer dan 5.500 MW. Via een aantal vrije tribunes in de dagbladen liet SPE recent de Britse groep trouweten “klaar te staan om de handschoen op te nemen”… Maar ook te hopen op gunstigewens weten zich uit re omstandigheden! De groep doet een oproep aan het beleid om “het algemeen belang de Franse markt te te laten prevaleren bij de toekenning van vergunningen” en ook aan de burgers die wel zullen terugtrekken eens dwars willen liggen als het project te dicht bij hen in de buurt is. “Voor het project van de STEG stoomgascentrale in Visé hebben we zelfs bij het milieueffectenrapport een om zich beter op de studie van de toeristische impact gevoegd”, aldus Luc Sterckx, die duidelijk bereid is om Benelux te kunnen toegevingen te doen om zijn projecten te kunnen doorvoeren. Zal dat volstaan? Hij weet concentreren. De in ieder geval, zoals de CREG al eerder aangaf, dat een “overaanbod” alleen maar gunstig gasstoomturbine die kan uitpakken voor de goede werking van het liberaliseringsproces. De leveranciers kunSPE in Visé wil innen hun utlieme wapen dan immers beter uitspelen: de prijs. stalleren (zie projecten in kader), zal, als het project doorgaat, gering zal overleven. Mocht dit zo zijn, een budget vergen van minstens 550 dan zou SPE (zoals een jaar geleden al miljoen euro. Om de gasbevoorrading werd aangekondigd) zijn nucleaire cavan het Belgische filiaal te verzekeren paciteit op Belgisch grondgebied van heeft de groep eveneens haar belangnr8 energymag | 7

6-15 MARKET nl.indd 7

16/12/07 17:54:05


MARKET | COVERSTORY

Projecten op korte, middellange en lange termijn SPE heeft voor elk stadium projecten in de steigers staan. Het gaat hier zowel om klassieke centrales als om hernieuwbare energie. Dit jaar zal in totaal een bedrag van 75 miljoen euro in nieuwe elektrische centrales worden geïnjecteerd. Volgend jaar zou de financiering meer dan 100 miljoen bedragen. Een kort overzicht van de ambitie van de Belgische nummer twee.

> Elektriciteit voor piekmomenten in Ham en Angleur - 190 MW In het Gentse voorziet SPE een investering van 45 miljoen euro voor een centrale met open cyclus. De eenheid omvat twee Rolls Royce turbines (dezelfde als die waarmee de Airbus A 380 mee is uitgerust) van elk 60 MW. Ze worden gevoed met gas en dienen om te voldoen aan de piekvraag. De eerste machine wordt in december getest. Het project zal volledig operationeel zijn in maart 2008. Een gelijkaardig project zal ook in het Luikse worden opgezet. In Angleur wil de groep twee andere turbines met open cyclus bouwen voor in totaal 130 MW elektriciteit op piekmomenten. De werken zouden beginnen in de lente van 2008 en de levering van de eerste kilowatts is voorzien voor begin 2009.

> Een dubbele STEG stoomgascentrale in Visé - 900 MW “Het is nog maar een project”, zegt Luc Sterckx met klem. Als dit er ooit echt komt, zal het echter één van de grootste industriële investeringen in Wallonië zijn van de afgelopen tien jaar. Gedacht wordt aan twee gasstoomcentrales van elk 450 MW op dezelfde site. De investering zou meer bedragen dan 550 miljoen euro. SPE beschikt al meer dan 30 jaar over een terrein in de industriezone van Navagne in de streek van Visé. Aan de oevers van de Maas is een koudebron aanwezig, maar het terrein is ook aangesloten op een gaspijplijn én er is een secundaire hoogspanningscabine voorhanden. Nu nog de nodige vergunningen krijgen. De milieueffectstudie is in volle gang en SPE hoopt de vergunning in 2009 te krijgen. Na twee en een half jaar werken zou de nieuwe centrale er dan eind 2011 of begin 2012 kunnen staan. Er zouden een zeventigtal mensen werken.

166 MW naar 800 MW kunnen optre trekken. “Er is geen ander akkoord in zicht, maar de onderhandelingen ga verder”, bevestigt Luc Stergaan ckx Het voordeel is duidelijk: MW’s ckx. uit kernenergie zijn veel goedkoper da deze die met aardgas worden dan op opgewekt. Zeker in het licht van de hu huidige evolutie van de koers voor fos fossiele brandstoffen. Dat is trouwe een van de redenen waarom wens Ele Electrabel, dat beschikt over een nu nucleair productiepark van meer da 5.500 MW dat al sinds jàren is dan af afgeschreven, veel competitiever ka zijn met haar prijzen dan haar kan co concurrenten. B Barrières O dit ogenblik wil SPE-Luminus Op ee eigen koers varen, zonder een te teveel naar anderen te kijken. De b baas van de energiegroep maakt zi echter zorgen over de barrièzich re die worden opgeworpen wanres n neer men voor nieuwe productiem middelen kiest. “Ons project voor n nieuwe turbines in Angleur loopt

vertraging op omdat er nog steeds onduidelijkheid is over de CO2-quota. We weten niet hoeveel we zullen krijgen”. De turbineproducenten draaien daarentegen wel op volle toeren. Rolls Royce heeft een offerte uitgeschreven voor de levering van turbines voor de site van Ham maar als het antwoord van SPE te lang uitblijft zullen ze ongetwijfeld uitwijken naar de Aziatische markten waar een constante vraag naar dit soort uitrustingen is. “Ik vraag geen gunstbehandeling voor de elektriciteitssector”, preciseert Luc Sterckx. “Men moet echter inzien dat elektriciteit de motor is van elk industrieel project. Zonder stroom ook geen hoogovens”. Een sneer aan het adres van de overheid. Door al die trage beslissingen wordt het immers onmogelijk om op de lange termijn vooruit te denken, zegt Sterckx. Voor het project in Visé zouden de voorwaarden van post-Kyoto al moeten gekend zijn (2012), al was het maar omdat we in de elektriciteitssector te maken hebben met kapitaalintensieve investeringen en dit is een proces van jàren.

> Ambities inzake windenergie - 65 MW De totale investeringen in windenergie zullen voor 2007 ruim 25 miljoen euro bedragen. De installatie van 8 windmolens op het grondgebied van Dinant, Yvoir en Wanze voor een totaal van 15 MW is net beëindigd. De volgende etappe, op korte termijn, betreft de installatie van vijf windmolens in Ieper en Fernelmont voor nog eens 10 MW. Vanaf 2008 wordt 40 MW gepland met name door de installatie van een park met tien masten in de zone van

> Elektriciteit en warmte - 40 MW SPE mikt ook op warmtekrachtkoppeling. In 2008 zou de ontwikkeling mogelijk zijn van 6 MW en op lange termijn wordt de capaciteit uitgebreid tot 40 MW.

© F. Volont

Thuin.

8 | energymag nr8

Ad 1

6-15 MARKET nl.indd 8

16/12/07 17:54:07


COVERSTORY | MARKET

van het Belgische elektriciteitsmarkt, maar met eigen centrales kunnen ze amper 9% van de markt dekken. Er is dus een tekort. Dit wordt opgevangen door zich te bevoorraden op andere markten, wat vaak duur uitvalt. Bovendien zijn prijsstijgingen niet uitgesloten vermits ook de buurlanden te kampen hebben met tekorten inzake de huishoudelijke productie. De CREG vreest dat het tekort bij ons en in onze buurlanden de prijzen voor verbruikers de hoogte zullen injagen. Eigen productiefaciliteiten ontwikkelen is dus een must om rendabel te zijn en tussendoor voor leveringszekerheid te zorgen. Dit is iets dat je ook moet meenemen in je langetermijnsdoelen zeker met een publieke aandeelhouder die een belang van 49% heeft.

SPE in cijfers Omzet: Netto resultaat: Werknemers: Productiecapaciteit: Marktaandeel productie: Hernieuwbare energie:

2 mia Ð 2 mio Ð 1.000 1.600 MW 9% 12% van de totale productiecapaciteit Klanten: 1,5 mio waaronder 900.000 in Vlaanderen en 600.000 in Wallonië Marktaandeel in Vlaanderen: 20% voor elektriciteit 15,5% voor gas Marktaandeel in Wallonië: 25% voor elektriciteit 27% voor gas

© L. van Steensel

Renewables Naast de klassieke gascentrales wil SPE zijn imago van grootste producent van hernieuwbare energie behouden. Groene energie vertegenwoordigt momenteel 12% van de productiecapaciteit. Na intensief te hebben geinvesteerd in hydro-elektriciteit, zet de onderneming nu in op windkracht en biomassa. “We willen ons windmolenpark uitbreiden met één à twee molens per maand”, aldus de boss. Het succes van warmtekrachtkoppelingsprojecten hangt echter voor een groot deel af van de warmtebehoefte van een derde partij, en daar zit het probleem: die behoefte neemt af. Toch ligt de oplossing voor de hand, meent Sterckx. SPE moet 1,5 miljoen Belgische gezinnen van energie kunnen voorzien. Ze bevoorraden 15%

p François Villers

INTEGRATED ENGINEERING & CONTRACTING SERVICES

ENERGY SOLUTIONS Optimalisatie van energieproductie Warmtekrachtkoppeling en hernieuwbare energie

POWER QUALITY Betrouwbaarheid van elektrische infrastructuren Ononderbroken stroomvoorziening in een technisch totaalconcept

DATACENTER TECHNIQUES

© F. Volont

Totaalsystemen voor de uitrusting van datacenters Power & Cooling, security, cabling, building management systems,...

VMI Engineering & Contracting NV/SA Bleyveldstraat 9 B - 3320 Hoegaarden

Tel. +32-16-76 80 40 info@vanparijs-maes.be www.vanparijs-maes.be

nr8 energymag | 9 Ad 148x210.indd 2

20/06/07 11:37:01

6-15 MARKET nl.indd 9

16/12/07 17:54:10


INTERVIEW | MARKET

ASPO België

Peakoil staat voor de deur! Energymag op radio BFM!

Zal de aardoliewinning morgen haar historisch maximum bereikt hebben? Zijn we klaar voor het post-olietijdperk? We vroegen het aan Patrick Brocorens professor aan de Univer-

Patrick Brocorens was laatst onze gast in de tweede aflevering van Energymags programma

“Le magazine de l’énergie” op de Franstalige radiozender

l Iedere derde donderdag van de maand, om 8.49 en 18.20 u hoort u onze special guest op: 101.4 ECharleroi 101.9 E Waver-LLN 104.9 EBergen 106.7 ELuik 107.1 ENamen 107.6 EBrussel

Sinds 1994 is BFM de enige Franstalige radionieuwszender voor de zakelijke markt, met aandacht voor alles wat in het financiële, culturele, of politieke veld speelt.

www.bfm.be

sité Mons Hainaut en oprichter van de Belgische poot van ASPO, Association for the Study of Peak Oil and Gas. Wat is peakoil? Het punt waarop de olieproductie een wereldwijde piek bereikt, wordt peakoil genoemd. Na dit mondiale piekmoment zal de productie afnemen en ook in de toekomst niet meer stijgen. Het gaat wel om slechts enkele procenten per jaar, maar de afname zal praktisch onmogelijk te stoppen zijn. Nu zijn er aanwijzingen dat dit moment eraan zit te komen. Als we kijken naar het aanbod van de olieproducenten, dan zien we dat dit begint te dalen. Tussen 2001 en 2006 was er een daling van ongeveer 5% bij de vijf major players. In heel wat producerende landen neemt de productie af. In Noorwegen zette de daling in 2001 in, in Groot-Brittannië was dit in 1999. Van de 49 producerende landen zijn er al 33 waar de productie omlaag gaat. Er is niet enkel een daling van de productie, ook de export van de producerende landen gaat achteruit zegt u? Dat klopt. De producerende landen zijn grote verbruikers van aardolie. Hun markt is vergelijkbaar met deze van Europa. Onder die grote producenten zijn er de OPEC-landen, Rusland en Mexico. Dankzij de hoge olieprijzen kennen deze landen een forse economische groei en dus verbruiken ze meer olie, wat rechtstreeks effect heeft op de uitvoer. Op het ogenblik dat zich een neerwaartse trend zal inzetten wat in een betrekkelijk korte tijdspanne zal gebeuren, zult u zien dat er ook minder olie uitgevoerd zal worden, waardoor de prijzen heel sterk zullen gaan stijgen.

Aan de ene kant dalen de productie en de uitvoer, en aan de andere kant is er een hele sterke toename in de mondiale vraag. Wanneer zal peakoil zich aandienen? We krijgen een stagnatie in de productie welke meerdere jaren zal aanhouden. De piek heeft eigenlijk de vorm van een plateau met een begin- en einddatum. Volgens mij moeten we het beginpunt eind 2004 situeren, omdat de olieproductie op dat ogenblik stabiel is gebleven. Het eindpunt van dit plateau zou ergens in 2012 moeten liggen. Vanaf dit punt zal de mondiale productie beginnen te dalen. Uit onderzoek naar de ontwikkelingen van de mondiale productie op korte termijn blijkt dat er zo’n 6 à 7 jaar nodig zijn om een veld te ontwikkelen en in productie te nemen, dan zijn we al in 2014. De dalingen van de oude piekende velden zullen slechts tot in 2011 gecompenseerd worden door een toename in productie van nieuwe olievelden die tussen nu en 2014 aangeboord worden. Vanaf 2012 zullen de meeste velden echter hun piek hebben bereikt. Dit is het moment waarop de hele mondiale productie zal beginnen te dalen. Welk effect zal dat hebben op de prijzen? Wanneer de productie niet meer stijgt terwijl de vraag in een hele reeks landen toeneemt zoals in China en India, Brazilië en de olieproducerende landen zelf, moeten andere landen hun verbruik terugschroeven, tot welk doel de olieprijzen simpelweg zullen worden opgetrokken. Die andere landen, daarmee bedoel ik Europa bijvoorbeeld.

Zal de volatiliteit van de prijzen die we de laatste jaren meemaken nog groter worden en hoe hoog zullen de prijzen stijgen? De periode van sterke opwaartse druk op de prijzen, zoals we die nu kennen, bestaat volgens mij al sinds 2004. De thans zichtbare trend is een jaarlijkse stijging van 10 à 15$ per vat. Deze trend zal zich in de toekomst doorzetten terwijl de volatiliteit van de prijzen tegelijkertijd nog zal toenemen. Wat zullen volgens u de economische gevolgen zijn? In het algemeen gaat de economische groei gepaard met een groter energieverbruik. Als er ieder jaar steeds minder olie beschikbaar is, zal dit ook zijn weerslag hebben op onze economie, daar hoef ik geen tekeningetje bij te maken zeker. Het grootste probleem is echter dat we daar totaal niet op zijn voorbereid. In België is nog geen onderzoek gedaan naar peakoil, noch naar de timing, noch naar de snelheid in daling die we mogen verwachten. Er is al evenmin onderzoek verricht naar de economische en sociale gevolgen of naar manieren en mogelijke oplossingen om met de crisis om te gaan, en vooral: de tijd die nodig is om dit soort oplossingen in te voeren. Terwijl de factor tijd toch het belangrijkste criterium is om te weten of een crisis goed aangepakt wordt of niet. Meer op www.aspo.be en www. peakoil.net, www.peakoil.nl, aspofrance.org.

10 | energymag nr8

6-15 MARKET nl.indd 10

16/12/07 17:54:12


Efficient omgaan met energie? Zeker! Maar waar te beginnen?

Wij garanderen u heldere en efficiĂŤnte antwoorden zowel op economisch als milieugebied die het gebruik van de energiemiddelen binnen uw organisatie kunnen optimaliseren met oog op uw specifieke behoeften. Wij benaderen uw uitdagingen in energie met complete en innoverende energieoplossingen. Want om echt efficiĂŤnt te werken, moet een onderneming van A tot Z durven denken. Siemens Answers for Energy. www.siemens.be

S07_3646_programguide_InnovaEner2 2

15/11/2007 13:02:39


www.mccann.be

Ja

, er is economisch leven in Wallonië.

Het bewijs ? BFM, de enige radiozender van het land die zich volledig wijdt aan de zaken- en financiële wereld, is Franstalig. De beste manier om alles te weten te komen over de Waalse economie is dus luisteren naar BFM ! Van maandag tot vrijdag van 6u55 tot 10u en van16u30 tot 19u voor de Belgische, en de rest van de tijd voor de internationale actualiteit, live vanuit Parijs. Of wanneer u het wil via www.bfm.be. Charleroi 101.4

0605_M_JA_285x210_NL.indd 1

Waver/LLN 101.9

Bergen 104.9

Luik 106.7

Business radio 100% info

Namen 107.1

Brussel 107.6

10/24/07 3:41:39 PM


ACTOREN | MARKET

E.ON investeert 1,5 miljard euro in een kolencentrale in Antwerpen

GASGESTOOKTE CENTRALE OP DE INDAVER-SITE

Goed voor de concurrentiekracht, maar het nieuws werd slecht ontvangen door milieuorganisaties. Het Duitse energiebedrijf E.ON heeft net een vergunning aangevraagd voor de bouw van een elektrische centrale van 1.100 MW in de Antwerpse havenzone. Pijnpunt is de keuze van kolen als energiedrager. Volgens E.ON zou de centrale tegen 2014 een rendement moeten halen van 46%, een heel stuk meer dan de 36% van de centrales die nu in bedrijf zijn. Hierdoor zal de CO2-emissie globaal minstens 25% lager liggen dan die van de bestaande steenkoolcentrales in België. De centrale zou uitgerust worden met technologieën voor CO2-opvang. E.ON zegt dat de centrale, gezien de lange levensduur (40 jaar) de minder performante exemplaren van Electrabel zou kunnen vervangen. De stroomintensieve industrie heeft het nieuws inmiddels gunstig onthaald. De nieuwe steenkoolcentrale komt op de terreinen van Bayer en diens filiaal Lanxess te staan. De Belgische overheid die met de komst van een “derde” elektriciteitsproducent de concurrentie wil aanzwengelen, is het project eveneens gunstig gezind. Voor E.ON ziet het er alvast veelbelovend uit: de centrale zou goed zijn voor 8% van het huidige Belgische stroomverbruik. Beslissing in 2009.

DELTA Energie onderzoekt de mogelijkheid voor de bouw van een gasgestookte energiecentrale met een capaciteit van 400 MW op de Indaversite in Beveren. Dit zou voor DELTA de eerste productie-unit zijn in België. Als meerderheidsaandeelhouder van Indaver werkt DELTA Energie nauw samen met Indaver voor het verder uitbouwen van een integraal afvalbeheer voor ondernemingen en openbare besturen in België, Nederland en Europa. Op de site in Beveren is al een belangrijke warmtekrachtcentrale aanwezig waarmee 14.000 huishoudens voorzien worden van elektriciteit en diverse gebruikers van warmte. Dit nieuwe project is vooral bedoeld om de energieproductie te optimaliseren.

ArcelorMittal, binnenkort in kernenergie? Net als andere grote Franse en Belgische industriële groepen richt ArcelorMittal zich nu ook op kernenergie. Het staalbedrijf zou één van de zes kandidaten in de running zijn voor de bouw van een kerncentrale in Roemenië. Met dit project is een investering van zo’n 2,2 miljard euro gemoeid. Daarvoor zou een gemeenschappelijke vennootschap worden opgericht samen met de nationale elektriciteitsproducent SNN. Deze laatste zou de exploitatie en het onderhoud van de centrale voor zijn rekening nemen. SNN wil ook een meerderheidsbelang in de toekomstige onderneming. Ook andere partners kunnen zich aansluiten bij het project. De onderhandelingen zouden eerstdaags van start gaan en eind volgend jaar afgerond moeten zijn. De centrale zou tussen 2014 en 2015 operationeel moeten zijn. ArcelorMittal gaat zo de concurrentie aan met andere kandidaten zoals het Italiaanse Enel, het Spaanse Ibderdola, het Tsjechische CEZ, het Duitse RWE en Electrabel.

ENECO ENERGIE INVESTEERT 1,5 MILJARD EURO IN BELGISCHE RENEWABLES De in oktober ll. geopende biogasinstallatie van 100 MW in Diksmuide, gebouwd door Eneco Energie en Eco Projects, zou de eerste zijn van een reeks van 40 installaties die gepland zijn voor de komende 5 jaar. Deze pilot-installatie zet biomassa om (mest, energiegewassen en organische bijproducten). Zij is uniek omdat ze als eerste de strenge lozingsnormen voor afvalwater (VLAREM) haalt. Naast biogas wil Eneco ook landwindmolens installeren goed voor 120 MW naast offshore molens met een opwekcapaciteit van 300 MW, andere biomassa-installaties voor 150 MW en 30 MW in hydraulische energie. Tegen 2013 wil het bedrijf over een capaciteit van 700 MW beschikken in België. Dit zou neerkomen op 45% van de hernieuwbare productie in 2013.

MHI WIL UITBREIDEN IN EUROPA De groep Mitsubishi Heavy Industries (MHI) opent een nieuwe vestiging in Londen. Het is de bedoeling om meer orders aan te trekken in verband met installaties voor thermische elektriciteitscentrales en zonne- en windsystemen in Europa. Deze nieuwe vestiging, die Mitsubishi Power Systems Europe zal heten, zal zich niet beperken tot het noteren van orders. Zij zal tevens de naverkoopdienst verzorgen en installaties op hernieuwbare energie, zoals windmolens en voorzieningen met fotovoltaïsche cellen, actief promoten.

GEEN LANGLOPENDE CONTRACTEN MEER BIJ DISTRIGAS Na het onderzoek dat de Europese Commissie in 2006 startte naar een mogelijk misbruik van een dominante marktpositie heeft Distrigas uiteindelijk bakzeil moeten halen. De grootste Belgische gasleverancier zal niet langer contracten met een looptijd van meer dan twee jaar afsluiten met wederverkopers van gas. De maximale looptijd van nieuwe contracten met andere belangrijke afnemers zoals industriebedrijven of elektriciteitsproducenten zal vijf jaar

zijn. Deze overeenkomst geldt niet voor nieuwe gasgestookte centrales en loopt tot eind 2010. Zij moet de toetreding tot de Belgische markt voor de concurrentie vergemakkelijken.

OPBOD IN HET WINDMOLENPARK Suez-dochter Electrabel neemt een belang van 50,1% in het Franse Compagnie du Vent en telt daar een bedrag van 321 miljoen euro voor neer. Dit kleine Franse windenergiebedrijf heeft een productiecapaciteit van 148 MW en draait een omzet van 11 miljoen euro. Te duur betaald? Niet echt, klinkt het bij Suez: “Compagnie du Vent beschikt in Frankrijk en daarbuiten over een projectenportfolio van meer dan 6.500 MW”. De Frans-Belgische nutsgroep hoopt tegen 2015 een marktaandeel in Frankrijk te hebben van 15% wanneer Compagnie du Vent zijn capaciteit opgedreven zal hebben tot 2.000 MW. “2.000 MW, dat is meer dan een EPR-centrale”, een reactor van de derde generatie, aldus de Suez-topman. Electrabel heeft eveneens voor een aardig bedrag met name 93,5 miljoen euro twee nieuwe windenergieparken aangekocht in Portugal, goed voor een capaciteit van 64 MW. Deze aanschaf past in het kader van een overeenkomst met de Spaanse constructeur Gamesa. Het is de bedoeling om de capaciteit van 150 op 214 MW te brengen.

EDF BEVESTIGT VOOR DISTRIGAS De biedoorlog voor Distrigas kan losbarsten. Medio november stelde de EdF-topman Pierre Gadonneix in de Duitse zakenkrant Handelsblatt dat zijn bedrijf een bod zal doen op Distrigas. Als gevolg van deze uitspraak werd de handel van de Distrigas-aandelen op de Brusselse Beurs opgeschort. Tactische zet of verspreking? Suez preciseerde in ieder geval dat de overname van Distrigas er pas zal komen nadat de fusie met Gaz de France afgerond is en volgens een competitief proces “dat openstaat voor alle spelers van de energiemarkt zonder uitzondering”. Deze boodschap is bij de Franse energiereus niet in dovemansoren gevallen. In een persmededeling werd duidelijk gemaakt dat Gadonneix het zo niet bedoeld had, hij had alleen zijn interesse voor een mogelijke offerteaanvraag laten blijken. De andere kandidaten (E.ON, RWE, Enel, Gas Natural, Ibderdola en Centrica) zijn gewaarschuwd.

THENERGO VERSTERKT ZIJN COGENERATIE-ACTIVITEITEN Thenergo, een Antwerps bedrijf gespecialiseerd in de ontwikkeling en de exploitatie van projecten op hernieuwbare energie, kondigde eind november aan alle minderheidsbelangen over te nemen van Polargen, producent van cogeneratiecentrales in de Benelux en gespecialiseerd in de sector van glastuinders. Eind december 2007 zullen de cogeneratie-activiteiten die zich op de glastuinders richten een globale capaciteit vertegenwoordigen van 49,6 MW. Dit is dubbel zoveel als wat Thenergo eind juni bereikte (23,8 MW), voor de beursgang. De meeste projecten worden gezamenlijk met industriële partners beheerd.

nr8 energymag | 13

6-15 MARKET nl.indd 13

16/12/07 17:54:13


kort

Netwal, één enkele Waalse operator voor netwerken gas en elektriciteit De Waalse gemengde intercommunales voor gas en elektriciteit gaan zelf netwerken uitbaten onder de naam Netwal. Waar vandaag Electrabel, via de afdeling Netmanagement Wallonië, en Indexis zich over het netwerkbeheer en de telling ontfermen, zal Netwal deze taken vanaf juli e.k. op zich nemen. “Netwal gaat zo in op de vraag van de energiesector en van de regulerende instanties naar een grotere onafhankelijkheid van de netbeheerders”, zegt Francis Gennaux, algemeen secretaris van Intermixt. Deze nieuwe ontwikkeling zal geen effect hebben op de factuur van de eindconsument.

[ ENERGIE-EFFICIËNTIE ] Coca-Cola voor minder energie Sinds vorig jaar zijn de Coca-Cola-automaten uitgerust met een Energy Management System dat in real time de intensiteit van de koeling optimaliseert en de verlichting in- of uitschakelt afhankelijk van de omstandigheden ter plaatse. Dit systeem levert een energiebesparing op van gemiddeld 35%. Momenteel zijn al 3.000 automaten daarmee uitgerust. Daarnaast heeft Coca-Cola in 2006 ook zijn energieverbruik per geproduceerde liter met 2,3% verlaagd. Tot slot laat het bedrijf ook nog weten dat het de koolstofvoetafdruk van zijn Belgische en Luxemburgse filialen zal berekenen en bekendmaken.

[ INTERCONNECTIE ] Interconnectieovereenkomst met Franse, Belgische en Duitse gastransporteurs GRTgaz, de beheerder van het buurnet in Frankrijk, heeft een interconnectieovereenkomst ondertekend met zijn Belgische tegenhanger Fluxys en met de Duitse operatoren E.ON Gastransport en Gaz de France Deutschland Transport. Zulke overeenkomsten maken het voor netgebruikers gemakkelijker om grensoverschrijdende aardgasstromen te beheren omdat zowel de “technische als commerciële barrières die tot op vandaag de grensoverschrijdende gashandel gecompliceerder maakten nu geslecht worden”, aldus GRTgaz.

Colruyt krijgt de eerste NuonGeneration Award De Generation Award is een initiatief van elektriciteitsleverancier Nuon om bedrijven aan te sporen energie op duurzame wijze te gebruiken en deze die zich het meest engageren te belonen. De eerste wedstrijdeditie kon rekenen op een vijftigtal hoogstaande kandidaten, bedrijven en organisaties van verschillende grootte, die overigens niet allemaal klant zijn bij Nuon. Distributeur Colruyt won de Award, unaniem toegekend door de jury waarin ook Energymag zetelde. Overal verlichting met hoge energie-efficiëntie, ultraperformante koudecentrale, geïntegreerd concept van opslagcentra, free cooling, warmteherwinning, integratie van zonnecellen, gebruik van windmolens op de site, ambitieuze en geplande toekomstprojecten, kortom, allemaal zaken die de juryleden hebben overtuigd van een globale doorgedreven benadering met positieve resultaten inzake energieefficiëntie en hernieuwbare energie. “De jury heeft unaniem erkend dat het project van Colruyt heel wat beter was dan dat van de andere kandidaten”, preciseert Daniel Dobbeni, voorzitter van Elia en van de jury. Onder de genomineerden: Het Sint-Jozefsinstituut van Tienen, dat aantoont dat een school inzake duurzaamheid kan rivaliseren met een groot bedrijf. Colruyt kre re ree ee eg de Nuo uon onG on onGen Gen Ge en e ne era ra atio tion ti ion Awar io arrd uit it h haaanden han den n va van n Alex exana der Dew wulff,, alg wulf, wu wul geme e een en dir direc irecct cte eu ur van Nuon Be ur Belgi lgi gium, gi um en e va van Daniel D Do obb bbeni, ni, vo voorz orz orz rzitt iitt it tterr van vvaan E Ellia ia én van v de e jury. y.

© Belga

[ DISTRIBUTIENETWERKEN ]

Koppeling van ETS De Europese Commissie kondigt de koppeling van het Europees emissiehandelsysteem (ETS) met Noorwegen, IJsland en Liechtenstein aan. De Commissie zal “in nauwe samenwerking met de toezicht houdende autoriteit van de Europese vrijhandelsassociatie (EFTA) de nationale allocatieplannen (NAP’s) beoordelen die door de landen van de Europese economische ruimte (EEA) werden ingediend, en daarbij dezelfde methodes hanteren als voor de Europese NAP’s”. Op 29 oktober werd trouwens een internationaal partnership ondertekend tussen de Europese Unie, bepaalde deelstaten van de Verenigde Staten, een aantal Canadese provincies, Nieuw-Zeeland en Noorwegen. Dit is een eerste stap naar het ontstaan van een wereldmarkt van koolstof.

Het laagste cijfer Emissie van Europese elektriciteitsproducenten neemt niet af! Op vijf jaar tijd zou de gemiddelde koolstoffactor van de belangrijkste Europese electriciens zoals elektriciteitsproducenten ook genoemd worden met slechts 1kgCO2/MWh gedaald zijn, rapporteert PricewaterhouseCoopers. Een povere prestatie zeker als men weet dat de sector sinds 2005 onderworpen is aan de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten. Resultaat: Europese de uitstoot van de elektriciteitssector vermindert niet, maar neemt zelfs toe gezien koolstoffactor de groeiende vraag naar elektriciteit: + 7 miljoen ton in 2006. Opmerkelijk is dat het productiepark van Electrabel met een koolstoffactor van 314 tot de minst uitstotende behoort.

2006

372 kgCO2/Mwh

14 | energymag nr8

6-15 MARKET nl.indd 14

16/12/07 17:54:13


NEWS | MARKET

België wil dat Electrabel minderheidsaandeelhouder blijft van Elia

Het effect van renewables op het E-peil? Volg de gids! Warmtepomp, zonneboiler, fotovoltaïsche panelen, pelletketels, cogeneratie… Met dit soort technologieën krijgt men het E-peil van een gebouw omlaag. Maar in welke mate? Een studie van het Vlaams Energieagentschap geeft kostbare aanwijzingen: het E-peil zakt tot 88 bij plaatsing van een zonneboiler, tot 74 voor fotovoltaïsche panelen, tot 69 voor een kleine cogeneratie met een gasturbine en tot 69 voor een cogeneratie met een Stirlingmotor. Meer op www.energiesparen.be

Een stap terug in het unbundlingdebat? De federale overheid pleitte onlangs voor het behoud van de minderheidsaandelen van energieproducenten in de distributienetwerken. Electrabel zou dan haar belang van 27,5% in het Elianetwerk kunnen houden. Voor Suez-bestuurder Etienne Davignon een signaal dat de overheid het standpunt van de groep bijtreedt, tenminste zolang zij zich niet uitgesproken heeft over het maximum percentage dat de producenten in haar ogen mogen behouden en de beslissing niet definitief is. Wordt vervolgd.

Uitstoot InBev een kwart gedaald De brouwerij van InBev in Leuven heeft op drie jaar tijd haar energieverbruik en CO2-uitstoot met meer dan een kwart verminderd. In 2006 bedroeg haar energieverbruik 0,19 GJ per hl bier en de CO2-emissie 13,71 kg CO2 per hl bier. Geen enkele andere InBevbrouwerij deed beter. De reden voor de daling van de uitstoot sinds 2003 dient vooral gezocht in het vernieuwen © InBev van de stoomturbine voor het opwekken van eigen stroom en de installatie van een nieuw waterzuiveringsstation waardoor geprofiteerd kan worden van groene energie. De regelmatige audits en energie-efficiëntieprogramma’s zorgden er ook voor dat het energieverbruik omlaag ging.

Verplicht E70-peil voor schoolgebouwen in Vlaanderen De Vlaamse regering heeft een decreet goedgekeurd waarbij elk schoolgebouw in Vlaanderen dat na 1 januari 2008 gebouwd of gerenoveerd wordt, moet voldoen aan de E70-norm inzake energieperformantie. De overheid schat dat er de komende 5 jaar ruim 211 projecten, goed voor een miljoen vierkante meter nieuwe infrastructuur, in de steigers zullen staan. De meerkost om het E70peil te bereiken zal volledig door de Vlaamse regering gesubsidieerd worden.

EPB: haalbaarheidsstudie verplicht in Vlaanderen

Windmolens: binnenkort de kaap van de 200 gerond De turbines worden elk jaar krachtiger en betrouwbaarder. Windenergie wordt ook goedkoper dankzij de gerealiseerde schaalvergroting. Van de weeromstuit komen er dus om de haverklap nieuwe projecten bij, ook bij ons. Met zowat 189 geinstalleerde windmolens (123 in Vlaanderen en 66 in Wallonië) zal ons land binnenkort de kaap van de 200 ronden. Dat mag dan wel nog weinig zijn vergeleken met Spanje of Duitsland, de trend is alleszins stijgend. We kunnen zelfs prat gaan op een wereldprimeur: het windenergiepark van Windvision in Estinnes, ten westen van Charleroi, zal bestaan uit 11 windturbines die elk een vermogen hebben van 6 MW. De molens zullen bijna 200 meter hoog zijn.

Op 23 november 2007 keurde de Vlaamse Regering het ontwerpbesluit betreffende de haalbaarheidsstudie naar alternatieve energiesystemen bij nieuwe of te renoveren gebouwen van meer dan 1.000 m2 definitief goed. Op deze wijze conformeert Vlaanderen zich aan de EPB-richtlijn welke voorschrijft dat de haalbaarheid van renewables en warmtekrachtkoppeling in gebouwen onderzocht dient te worden.

Vlaamse industrie haalt nu al Kyoto-doelen In Vlaanderen is de uitstoot van broeikasgassen in 2006 voor het eerst gedaald tot onder het referentieniveau van 1990, zijnde 9%. Vlaanderen brengt daarmee haar uitstoot nu al onder de doelstelling van 5,2% voor 2012 voor het Vlaamse Gewest. Een prestatie die kan tellen, zegt Essenscia, de industrie haalt nu al haar Kyoto-doelstellingen terwijl de uitstoot van het transport en van de gebouwen blijft stijgen. De federatie van de chemische industrie roept de overheden op om rekening te houden met deze prestaties en de plannen voor 2008-2012 bij te sturen.

VITO

Uw innovatiepartner VITO voert in opdracht van kmo's, grote bedrijven en overheid onderzoek uit in de domeinen leefmilieu, energie en materialen.

Contact: Tel + 32 14 33 55 53 Fax + 32 14 33 55 99 vito@vito.be

www.vito.be

nr8 energymag | 15

6-15 MARKET nl.indd 15

16/12/07 17:54:17


Wireless Order Handling for Field Service

WPA Mobile Benelux Tel +32 (0)3 272 2773 www.wpamobile.com awarded solution Ad WPA mobile.indd 1

7/11/07 17:58:31


ENERGY TRENDS

energy

TRENDS

OVERZICHT VOOR SEPTEMBER - OKTOBER 2007 - VOORUITZICHTEN K1 2008

Marktfundamentals

Honderd dollar voor een vat olie. Wat betekent dat voor de Europese consument? Energiecontracten blijven voor veel ondernemers een bron van bezorgdheid. De energieprijzen blijven maar omhoog gaan en daardoor kan niemand met zekerheid voorspellen wat hij volgend jaar voor zijn stroom of aardgas zal moeten neertellen. Dit is knap lastig voor de planning en goed voor heel wat kopzorgen die het management anders bespaard waren gebleven.

Hoe komt het dat de gevolgen van de oliepiek sterker voelbaar zijn in de VS dan in Europa? Een woordje uitleg. Een eerste verklaring is dat de ruwe Brent/ NYMEX prijs in de rode cijfers dook. Bovendien is de in Londen verhandelde olie feitelijk 4 USD goedkoper dan hetzelfde product in New York (vergeet niet dat de ruwe Brent in april en juni 6 USD duurder was dan ruwe NYMEX).

“Honderd dollar voor een vat olie” is iets wat sommige Europese zakenmensen vreemd en zelfs beangstigend in de oren zal klinken. We willen graag wat licht laten schijnen over de huidige situatie om een duidelijker beeld te scheppen van hoe het er in werkelijkheid aan toegaat.

Een tweede verklaring schuilt in het feit dat Europeanen andere munten dan de dollar gebruiken om hun facturen te betalen. Hoewel de ruwe NYMEX sinds begin dit jaar 60% steeg, bedroeg de prijstoename slechts 44.6% euro. Voor de Europese consument temperde de zwakke dollar de impact van de stijgende olieprijs.

Om te beginnen bereikt de olieprijs niet echt een recordhoogte. We weten allemaal dat geld veroudert en de 40 dollar per barrel van de jaren ‘80 zal allicht meer waard geweest zijn dan de huidige 95 dollar. Als je dus rekening houdt met de inflatie komt de gemiddelde prijs voor 2007 uit op $68.12. Daarmee zitten we een flink stuk onder het jaargemiddelde van $90.46 anno 1979, het jaar van de Iraanse Revolutie.

Olieprijs per barrel Datum

dollar

yen

euro

07/11/07

98.62

11 232

67.41

02/01/07

61.55

7 311

46.62

% Stijging

60%

53.6%

44.6%

Tot slot moet u weten dat een stijgende olieprijs zich ook op een verschillende manier vertaalt

Jaar 1864 - Pennsylvania olieboom . . . . . . . 1876 - Begin Russische olie-export . . . . 1948 - Opbouw na WO II . . . . . . . . . . 1974 - Arabisch olie-embargo . . . . . . . 1979 - Iraanse revolutie. . . . . . . . . . . 1980 - Begin oorlog Iran-Irak . . . . . . . 1990 - Iraakse invasie van Koeweit . . . . 1998 - Economische crisis Azië . . . . . . 2004 - China 2de grootste olieconsument . *2007 Jaargemiddelde . . . . . . . . . . .

Dagkoers . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . .

. . . . . . . . . .

. . . . . . . . . .

. . . . . . . . . .

. . . . . . . . . .

. . . . . . . . . .

. . . . . . . . . .

. . . . . . . . . .

. 8.06 . 2.56 . 1.99 . 11.58 . 31.61 . 36.83 . 23.73 . 12.72 . 38.27 . 68.45

Aangepast aan de inflatie . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . .

. . . . . . . . . .

. . . . . . . . . .

. . . . . . . . . .

. . . . . . . . . .

. . . . . . . . . .

. . . . . . . . . .

. . . . . . . . . .

. . . . . . . . . .

. . . . . . . . . .

. . . . . . . . . .

. . . . . . . . . .

. . . . . . . . . .

104.35 . 48.64 . 16.74 . 47.54 . 88.13 . 90.46 . 36.76 . 16.22 . 40.83 . 68.45

in de gas- en elektriciteitsfactuur van de Europeanen. Aardgasklanten zullen meer onder de hoge olieprijzen te lijden hebben dan elektriciteitsverbruikers. Diegenen die hun toekomstige gascontracten aan olie en oliederivaten gekoppeld hebben, zullen tot de slotsom komen dat zowel gasolie als zware stookolie sterk reageren op de stijgende olieprijzen, met een toename van 40% zoals we met de NYMEX olie sinds eind deze zomer zagen gebeuren. Dat is bijna 5% meer dan de Brent olie over dezelfde tijdspanne. Doordat gasolie en zware stookolie in continentale gascontracten normaliter geprijsd zijn in euro, blijft de stijging beperkt tot circa 30%. Dit is nog altijd veel, als je weet dat het aardgas dat op de Europese markten verhandeld wordt sinds augustus ook al 20% duurder is geworden en niettemin gezien wordt als heel wat voordeliger en stabieler dan oliederivaten. De afnemers van elektriciteit hebben meer geluk, zij zullen hun stroomfactuur verhoogd zien met een “luttele” 10 à 15% als gevolg van de olieprijs. In de Europese energiemix spelen namelijk nog heel wat andere prijsbepalende factoren mee maar nu steenkool bijna het dubbele kost van vroeger en gezien de grote volatiliteit van de CO2-allocaties kan elektriciteit niet langer meer worden gezien als een veilig product, tenzij de producenten meer in alternatieve elektriciteitsbronnen beginnen te investeren. De grote vraag is: speelt het ritme dat bepaald wordt door de globale stijging van de olieprijzen slechts op halve kracht en staat de Europese verbruiker in 2008 erger te wachten? Of is dit alles een kwestie van tijd? Het is, denken wij, het eerste.

Bron: Reuters

nr8 energymag | 17

17-20 MARKET Trends nl.indd 17

16/12/07 17:26:50


ENERGY TRENDS

Allicht zal de verwachte correctie niet lang uitblijven, gelet op de groeiende vraag van China en de Verenigde Staten. De verbruikende landen zullen waarschijnlijk nog afhankelijker worden van de OPEC en Rusland, waardoor het risico op leveringsonzekerheid nog zal toenemen. Dit alles zal uiteraard op middellange en lange termijn doorwegen op de structurele prijzen. Het Internationaal Energie Agentschap voorspelt dat de gemiddelde olieprijs van 2006 uitgedrukt in dollars tegen 2030 zo’n $62-$87 per barrel zal bedragen of $108-$151 in nominale waarden. In het licht van dit alles lijkt een referentie van $80-$90 per barrel een realistische verwachting voor het eerste kwartaal van 2008 hoewel men zich op zulke voorspellingen natuurlijk niet blind mag staren gezien de turbulente aard van het huidige energiecomplex.

11 / 2/

10 / 2/

9/ 2/

8/ 2/

7/ 2/

6/ 1/

5/ 2/

4/ 2/

3/

2/

2/

07

-5,0 07

50 07

-2,5

07

60

07

0

07

70

07

2,5

07

80

07

5,0

07

90

07

7,5

2/

Volatiliteit is het sleutelwoord voor de huidige oliemarkt. Eigenlijk hebben de speculanten dit najaar een reeks van prijsdrempels bereikt en het is nu uitkijken naar een correctie. Sommigen laten uitschijnen en naar wij menen terecht, dat het “shoulder” effect zich zal voordoen korte tijd nadat de olie de honderd-dollardrempel zal hebben bereikt. De sterke deport (de spotprijzen liggen hoger dan de prijs waarvoor futures verhandeld worden) op de oliemarkten is een teken dat er teveel druk is van tijdelijke factoren van niet-structurele aard. De long-positie van de speculanten, wat een kortetermijnsindicator is, heeft hier een grotere impact dan de door de OPEC aangekondigde productietoename vanaf november.

100

1/

Vooruitzichten voor de oliemarkten

Prijs van Brent olie, NYMEX olie en Brent premium met NYMEX olie in USD/bbl

2/

OLIE

p Brent crude p NYMEX crude p Brent crude Premium to NYMEX crude, in USD/bbl Deze herfst zal ongetwijfeld de oliegeschiedenis ingaan als het begin van een nieuwe tijd waarin vraag en aanbod niet langer sleutelelementen zijn voor de prijsvorming van het kostbaarste goed op onze planeet. Wat we nu meemaken is een nooit eerder geziene convergentie van fysieke en financiële markten in onze globaliserende wereld. Traders die actief zijn op financiële markten en bang zijn voor een terugval van de beurzen storten zich nu op de commodities. De uitstroom van geld is enorm en de thesauriebewijzen bij geëffectiseerde schuldvorderingen (ABCP-programma) zijn sterk in volume gedaald namelijk met 25% in de EU en sinds juli met 35%. Hoeveel geld momenteel de energiemarkt binnenstroomt is dus niet gemakkelijk te schatten. Dat een en ander gevolgen heeft voor de prijs van ruwe olie is zonneklaar. De massale toestroom van geld op de energiemarkt kan echter niet de enige verklaring zijn voor het feit dat de olieprijs de honderd dollar nadert. De crisis van de Amerikaanse dollar was een prikkel tot aankopen omdat activa die in dollar worden uitgedrukt als goedkoop worden beschouwd. Anderzijds was de zwakke dollar ook een domper op de koopkracht van de OPECinkomens waardoor de OPEC-ministers nog minder geneigd waren om het akkoord over het terugschroeven van de productie opnieuw te bekijken. In feite bedroeg de nominale OPEC referentieprijs $74.18 in september, hoewel deze na aanpassing aan de inflatie aanvankelijk op $50.98 was geschat. De beperking van de olietoevoer waartoe de OPEC eind 2006 besloot bewees zijn efficiëntie slechts een half jaar later. De verbruikende landen hebben er vervolgens bij de OPEC op aangedrongen om meer ruwe olie op te pompen en het resultaat was een bescheiden stijging van 500,000 bpd vanaf november dit jaar. OPEC’s reactie kan worden gezien als een poging om fysieke aankopen te stimuleren en het effect op de reële prijzen beperkt te houden. Daar bovenop komen de bevoorradingsonderbreking in Nigeria (waar meer dan 500,000 bpd zijn afgesloten omwille van militaire aanvallen), het feit dat Iran nog altijd verwikkeld is in een nucleair dispuut met het westen en de complicaties in Irak (onregelmatige export uit de streek van Kirkoek wegens sabotage en technische problemen). Uit dit alles blijkt hoe complex het globale energieplaatje is, dat dan nog afhangt van het grillige OPEC-blok dat meer dan een derde van de olie ter wereld aanlevert. De vraagzijde vormt de andere kant van het decor. Gewend als zij is om toevoeronderbrekingen op te volgen en op te vangen, is de markt vaak niet op de hoogte van de ontwikkelingen in grote verbruikende landen. De groeiende vraag in de Verenigde Staten en China is bijvoorbeeld één van de belangrijkste opjagers van de huidige piekprijzen. Nu de globale raffinaderijcapaciteit weer aan de orde is en er opnieuw in productie wordt geïnvesteerd zal de vraag naar ruwe olie vanzelf een boost krijgen, zelfs al wordt de economie minder energie-intensief.

18 | energymag nr8

17-20 MARKET Trends nl.indd 18

16/12/07 17:26:50


ENERGY TRENDS

ELEKTRICITEIT

Belgische futures, kalenderjaren, in EUR/MWh

Belgische, Nederlandse, Franse en Duitse year ahead contracten, in EUR/MWh 70

65

Vooruitzichten voor de elektriciteitsmarkten

63

Op korte termijn zullen Cal08 bsld contracten worden voortgestuwd door de naderende leveringsdatum. De voorspelde koude winter zal de spotprijzen omhoog duwen, zoals we reeds op vrijwel alle Europese markten zagen gebeuren, waardoor de psychologische prijs van kalendercontracten de hoogte zal ingaan. Omdat stroom een secundaire energiebron is, is de elektriciteitsmarkt na weken van opeenvolgende stijgingen, erg gevoelig geworden voor de minste fluctuatie van alle prijsbepalende factoren: olie, aardgas, steenkool of CO2-allocaties. Dit verklaart waarom de markt deze herfst veel instabieler was dan tijdens het voorjaar of aan het begin van afgelopen zomer. We mogen dus ook een grote volatiliteit verwachten van de elektriciteitsmarkt tijdens het eerste kwartaal van 2008, met gemengde invloeden van de vier voornoemde elementen en van een vijfde sleutelfactor, het weer.

57

65

61 59

60

55 55

53 51 49

50

47 45

p Belgium 2008 p Belgium 2009 p Belgium 2010

07

07

11 / 1/

07

1/

10 /

07

9/ 1/

07

8/ 1/

07

7/ 1/

07

1/

6/

07

5/

4/ 1/

1/

07

07 3/

1/

07

2/

1/ 1/

1/

07

07 11 /

2/

07

2/

10 /

07

9/ 3/

07

8/ 2/

07

7/ 2/

07

6/ 1/

07

5/ 2/

07

4/ 2/

07

3/ 2/

2/ 2/

2/

1/

07

45

p France 2008 p Germany 2008 p Netherlands 2008 p Belgium 2008

Franse en Duitse spot spark spreads

Franse en Duitse year ahead spark spreads

100

20 18

75

16 50

14 12

25

10

0

8

p German Spark Spread p French Spark Spread

07 11 /

1/

07

1/

10 /

7 /0

31

/8

07 8/

1/

07 7/

2/

07

07

6/ 1/

5/

7

1/

07

/0 /3

30

3/ 1/

07 2/

1/

1/

07

6

1/

07

1/

11 /

07

1/

10 /

7 /0

31

/8

07 8/

1/

07 7/

2/

07 6/

1/

07

1/

5/

7 /0

30

/3

07 3/

1/

07 2/

1/ 1/

1/

07

-25

p German Spark Spread YA p French Spark Spread YA

Geholpen door een energiecontext in volle ontwikkeling kenden alle Europese energiemarkten een toename van kalendercontracten. Sinds eind deze zomer steeg de Cal08 bsld met 8% in Nederland, 12% in België en Duitsland en een slordige 15% in Frankrijk. Het verschil is grotendeels toe te schrijven aan het feit dat de Franse consumenten meer blootstaan aan temperatuurschommelingen. Zij hebben namelijk geen standvastig verwarmingssysteem maar schakelen bij grote koude eerder over op elektrische verwarming. Voor het eerst sinds begin dit jaar was het Duitse Y+1 contract in de herfst goedkoper dan het Franse equivalent. De Duitse bevoorrading staat sinds eind deze zomer veel minder onder druk. Het aantal nucleaire black-outs werd teruggebracht van 40% in september tot nog geen 20% medio november en de benodigde extra stroom werd aangeleverd met behulp van thermische energie en windcapaciteit. Wat de thermische capaciteit betreft spelen de torenhoge kolenkosten een niet onbelangrijke rol vermits de prijs van deze grondstof in november naar $125 per ton klom (ARA physical contracts). Sinds begin dit jaar zagen we de prijs van steenkool met maar liefst 90% stijgen als gevolg van de toenemende concurrentie wegens de aantrekkende vraag van Aziatische consumenten. De algemene stijging van de stroomprijzen hielp ook om het gros van de Europese contracten op een niveau van 60-65 EUR/MWh te handhaven. De Nederlandse Y+1 premium is in vergelijking met gelijkaardige Belgische contracten gedaald tot precies 1% komende van meer dan 10% gedurende de zomermaanden met een piek van 15% tijdens het voorjaar. Stroomproducenten moeten zich nu op hun gemak voelen omdat de huidige prijzen hun structurele kosten dekken, zoals aangetoond door de grote spot spark verschillen (theoretische netto-inkomsten uit de verkoop van een eenheid elektriciteit na aankoop van de brandstof die nodig is om deze eenheid te produceren) in Frankrijk en Duitsland. De verwachting is tevens dat de Cal08 bsld spark spreads zullen toenemen omdat de vraag zal aantrekken naarmate de leveringsdatum dichterbij komt. Op die manier wordt de commerciële marge groter voor elektriciteit die op open markten wordt verkocht. nr8 energymag | 19

17-20 MARKET Trends nl.indd 19

16/12/07 17:26:50


ENERGY TRENDS

AARDGAS

24

20

16

07 2/

11 /

07

07

10 /

2/

07

9/ 3/

07

8/ 2/

07

7/ 2/

07

6/ 1/

07

5/ 2/

07

4/ 2/

3/ 2/

2/

1/

Sinds eind deze zomer is Europees gas echter zo’n 20% duurder geworden, als gevolg van de recordprijs voor olie en de komst van de winter in het noordelijk halfrond.

07

12 07

De gasmarkt is eerder structureel dan speculatief van aard.

28

2/

De verhoogde seizoensvraag zal nog meer doorwegen op het evenwicht en zal de gasprijzen op het huidige niveau handhaven tenminste zolang de olie niet duurder wordt. Ook als het echt koud wordt, zoals voorspeld, zullen de aardgasprijzen hoog blijven zelfs al zou olie plots goedkoper worden.

Continentale gasprijs Cal2008 (TTF) en overeenstemmende UK samengestelde gasprijs (Zeebrugge), in EUR/MWh

De belangrijkste ontwikkeling op de gasmarkt tot op heden, en een verschil met de oliemarkt, is de splitsing (of unbundling). Ondanks het feit dat de prijs van olieproducten in heel wat toekomstige contracten verlaagd werd, zoals voor gasolie en zware stookolie, groeit de afstand tussen beide commodities gestaag, maar dan in het voordeel van olie. Er wordt namelijk minder gespeculeerd op de markt voor Europees aardgas dan op de oliemarkt. Hoewel de speculanten sinds begin november actiever werden, werd aardgas nog altijd verhandeld binnen een “redelijke” prijsvork: 23-25 EUR/MWh.

2/

Vooruitzichten voor de aardgasmarkten

(pondered to Continental p UK Gas cal08 gas standards) p Continental Gas Cal2008 (TTF)

Het gassysteem is momenteel goed in evenwicht en operators bevestigen dat de productie normaal is hoewel het een paar keer gestormd heeft op de Noordzee. Vanuit Scandinavië komt een comfortabele toevoer op gang van nieuw gas dat afkomstig is uit Ormen Lange, een reusachtig offshore gasveld in Noorwegen. Na een korte en inmiddels bijgelegde ruzie met Oekraïne over gaskwesties, is tot slot, de verstandhouding met de Russische reus Gazprom er flink op verbeterd, ook al sinds de Europese Commissie de besprekingen aangaande de leveringszekerheid hervat heeft.

20

15

10

5

07 11 /

2/

07 10 /

7 /0

3/ 9

2/

7

7 /0 2/ 8

7

/0 2/ 7

7

/0 1/ 6

2/ 5

/0

7

2/ 4

/0

7

2/ 3

/0

7

0 7

Aan de andere kant is Fase II voor de financiële spelers nog altijd een interessant gegeven om te kopen gezien de inspanningen die de Europese Commissie doet om de uitstoot van koolstofdioxide aan banden te leggen. Dankzij het dynamisme van de Commissie zal de Europese industrie 10% minder koolstofdioxide uitstoten dan de regeringen voor ogen hadden voor de periode 2008-12.

25

/0

De ferme stellingname van de Europese Commissie voor wat de Kyotodoelen betreft heeft al enkele grote energiebedrijven aangezet om beleidsplannen te ontwikkelen om hun uitstootkosten aan te pakken.

CO2-certificaat voor Fase I (Cal2007) en Fase II (Cal2008), in EUR/ton

/0

Ondanks invloeden van andere markten bleven de CO2-allocaties dit najaar als enige activa onder de jaarrecordniveaus. Analisten zijn echter van oordeel dat de Europese CO2-allocaties alsnog opwaarts zullen tenderen terwijl de belangrijkste energiebronnen recordhoogten zullen bereiken.

Nu Fase I van het Europese schema voor emissiehandel op zijn einde loopt, zou de prijs van de allocaties, momenteel 7-10 cent per ton, rond de jaarwisseling lichtjes omhoog kunnen gaan. Deze stijging zal niettemin geen enkele invloed hebben op de elektriciteitsprijs omdat de traders zich al een poos geleden erbij neergelegd hebben dat deze markt is ingestort.

2/ 2

Vooruitzichten voor de koolstofmarkt

2/ 1

KOOLSTOF

p Phase I Allocations p Phase II Allocations

Deze bijdrage kwam tot stand met de medewerking van Siemat Energy. 20 | energymag nr8

17-20 MARKET Trends nl.indd 20

16/12/07 17:26:50


21 22 FEBRUARY 2008

TOUR&TAXIS BRUSSELS

6TH EUROPEAN BUSINESS SUMMIT

‘08

07

06

05

04

03

02

01

GREENING THE ECONOMY NEW ENERGY FOR BUSINESS

00

With the support of the European Commission

www.ebsummit.eu Knowledge partners

EBS08_Ann.A4.indd 1

Strategic Partner

Main Partners

PR Partner

18/10/07 13:45:52


MANAGEMENT | ENERGY PROCUREMENT

De uitdagingen van energietrading

Naar een strategisch beleid van energierisico’s Of energieconsumenten wel enige notie hebben van de belangen die bij energievoorziening op het spel staan? Dat is zeer de vraag. Nieuwe gegevens, zoals de vrijgemaakte energiemarkt en een groeiende vraag gekoppeld aan een tekort aan productiecapaciteit, brengen steeds grotere risico’s met zich mee voor de competitiviteit van bedrijven. Bij grote internationale groepen staat het uitwerken van een strategisch energiebevoorradingsbeleid tegenwoordig wel op de agenda, maar hoe een en ander concreet vorm moet krijgen is nog altijd een punt van discussie. Van energie-efficiëntie tot investeringen in een context van zelfproductie over financiële engineering

De energiesector was de afgelopen jaren wereldwijd het doelwit van economische spelers. Doordat er slecht geanticipeerd is op de stijgende wereldwijde vraag naar energie, met name vanuit China en India, en de olieproductie bovendien te lijden had onder de grillen van het klimaat en hachelijke geopolitieke toestanden overal op de werelbol, steeg de volatiliteit van de prijzen voor energiegrondstoffen aanzienlijk.

tot risicodekking, het blijft rondtasten voor de energietraders. En laat dit nou net een domein zijn waar banken een steeds grotere rol zullen spelen.

Liberalisering vergt risicodekking De vrijgemaakte energiemarkt heeft een nieuwe dimensie toegevoegd aan de denkgewoontes van de economische besluitvormers. Aan de ene kant leidde de liberalisering tot een splitsing in de energiewaardeketen (unbundling). De grote verticaal

22 | energymag nr8

22-24 MANAG trading nl.indd 22

16/12/07 17:28:15


ENERGY PROCUREMENT | MANAGEMENT

Onze gast geïntegreerde energiegroepen hebben hun historisch monopolie moeten prijsgeven. Al die groepen moeten nu hun positionering herzien en hun business model opnieuw bekijken, voor alle schakels van de keten, zowel upstream vanaf de productie van commodities (olie, gas, steenkool en elektriciteit) tot de commercialisering van energieproducten en -diensten downstream, en het transportnetbeheer… De groeiende competitie maakt dat deze spelers thans strategische keuzes moeten maken. Dit is voor hen de gelegenheid om nieuwe zakelijke kansen in de sector bloot te leggen en minder winstgevende activiteiten af te stoten. Aan de andere kant werkte de liberalisering het ontstaan van georganiseerde markten in de hand. Zo zien we sinds het begin van de liberalisering, midden jaren 90, wholesalemarkten ontstaan volgens een klassiek stramien. Dit wil zeggen: eerst zien zogenaamde spottransacties het licht. Dit zijn fysieke transacties op korte termijn waarbij de prijzen openbaar worden gemaakt. Het spel van vraag en aanbod is hier onderhevig aan de wispelturigheden van het klimaat. Volatiliteit en prijsrisico’s zijn het resultaat. Het gevolg is dat termijnmarkten zich gaan organiseren waar diverse derivaten worden verhandeld. Deze dynamiek schept heel wat arbitrageopportuniteiten en leidt tot een dynamisch beleid van bevoorradings- en prijsrisico’s. Beheersing van de energiekost Kostenbeheersing is een van de beleidsinstrumenten voor bedrijven die internationaal competitief willen zijn. En een van de kostenposten waarop bedrijfsleiders kunnen ingrijpen, is energie. Zaken als stroom en gas die men tien jaar geleden tot de voetnoot “productiegegevens” reduceerde, worden tegenwoordig gezien als belangrijke variabelen. Maar het bijhorende bewustwordingsproces verloopt niet altijd vlekkeloos. De

bereidheid om veranderingen door te voeren die de energiehuishouding ten goede komen, hangt voornamelijk af van hoe de energiefactuur zich tot de overige productiekosten verhoudt en de mate van concurrentie in de eigen bedrijfstak. Met energie-uitgaven die 10% tot zelfs 50% van hun totale productiekost kunnen bedragen (afhankelijk van de sector) zien industriebedrijven zich genoodzaakt om zich over hun bevoorradingsbeleid te buigen en een beter aangepaste en flexibelere formule voor het geheel van hun activiteiten uit te dokteren. Dit betekent dat men een aankoop- en bevoorradingsbeleid moet ontwikkelen, niet alleen voor de commodities, maar ook voor aanverwante diensten zoals de optimalisering van de energiestromen, de bouw, het onderhoud en het beheer van energie-installaties. Een gecentraliseerd beheer van de aankoopbeslissingen op poten zetten, de portefeuille met emissiecontracten valoriseren, investeren in energieproductiecapaciteit, dit zijn de grote uitdagingen vandaag. Deze uitdagingen op het vlak van management en technologie geven innoverende ondernemingen tevens de mogelijkheid om hun concurrentiekracht aan te scherpen. De bankier als market maker Parallel met deze nieuwe marktdynamiek merkt men dat energiecontracten almaar financiëler worden. Dit wil zeggen dat met de handel geen fysieke levering van commodities gepaard gaat. Een en ander heeft als gevolg dat sommige marktspelers er een apart bevoorradings- en risicobeleid op na gaan houden, en soms zelfs een zuiver financiële strategie (speculatie) voeren. Hier is het, dat de banken op het toneel verschijnen. Sommige banken, die een sleutelrol spelen in tradingactiviteiten beginnen zich waarachtig als market maker te profileren. Zij maken het voor alle spelers in de energiewaardeketen (upstream de producent en down-

Energymag zal regelmatig een deskundi ge uitnodigen die dan zijn licht mag laten schijnen op de bela ngrijkste uitdagingen van energiemanagement in zeer dive rse domeinen, van technologische aangelegenheden tot nieuwe marktontwikkelingen. David Goldberg mag de spits afbijten. Als houder van een Master in Investment Management met een specialisatie in financiële markten en energietrading, was David Goldberg eerst trader bij ING, dan Energy Portfolio Manager bij Electrabel en vervolgens consultant Utilities & Financial markets bij Roland Berger Strategy Consultants. Vandaag is hij manager bij Altran-Eu rope en lid van het Financial Services Competence Center.

stream de consument) mogelijk een tegenprestatie op de markt te vinden voor hun operaties. De gestage verfinanciëlisering impliceert dat banken voortaan kunnen deelnemen aan de handel in energiecontracten zonder zich om de fysieke levering van de commodities te hoeven bekommeren. Daar zitten bepaalde competitieve voordelen aan vast die eigen zijn aan het bankwezen wat voor banken een extra prikkel is om de organisatie naar deze nieuwe sector in te richten. Het gaat hier meer bepaald om voordelen als een geavanceerde methodologie en strategieën op het gebied van financiële engineering, ervaring met marketing van financiële oplossingen voor een breed klantenbestand, een vooruitstrevend geïntegreerd beheerplatform (back-middle-front office) en heel belangrijk: de capaciteit en de bereidheid om nieuwe soorten financiële risico’s te integreren. Banken ontwikkelen doorlopend nieuwe financiële producten waarmee hun clienten oplossingen kunnen uitwerken op maat van hun risicoprofiel. Of het nu gaat om financiële afdekkingsproducten ten behoeve van industriële klanten of investeringsproducten voor institutionele klanten (voornamelijk verzekeringen en pensioenfondsen), steeds vervullen de banken een leinr8 energymag | 23

22-24 MANAG trading nl.indd 23

16/12/07 17:28:17


MANAGEMENT | ENERGY PROCUREMENT

dende rol bij de promotie van energiecontracten. Waar “energieactiva” begin 2000 slechts 1% van het portfolio van institutionele beleggers vertegenwoordigden is hun aandeel vandaag opgelopen tot meer dan 5%. Dit soort activa vertegenwoordigt op landelijk niveau een groeimarkt van meer dan 10 miljard euro(1). Onder de investeringsproducten en producten voor risicobeheer die de banken de afgelopen jaren introduceerden, zijn er ook de “weather derivatives”, financiële instrumenten waarmee men zich kan indekken tegen de risico’s verbonden aan klimaat- en weersveranderingen. Nieuwe strategische en technologische uitdagingen De ontwikkeling van bankactiviteiten naar deze markten schept niet alleen nieuwe tradingkansen, maar

is ook een cruciale strategische zet. Op deze wijze wordt verdere groei van de bankactiviteiten mogelijk gemaakt richting energiesector, een sector waar dringend nood is aan financiering van nieuwe productiecapaciteit op Europese schaal. Fortis Bank bijvoorbeeld schuift haar groeistrategie op de energiemarkt naar voren als een van de speerpunten in haar beleid. De overname van drie filialen van Duke Energy in de Verenigde Staten biedt de Belgisch-Nederlandse bank veel nieuwe mogelijkheden. Zo kan Fortis haar klanten een volledig pakket aan fysieke en financiële producten aanbieden en een hele reeks energiefinancierings- en afdekkingsproducten ontwikkelen. Ook kan Fortis de basis bij bestaande klanten versterken en geografisch

uitbreiden. Binnen deze dynamiek moeten de marktspelers nieuwe strategische en technologische uitdagingen aangaan. Ieder moet na veel wikken en wegen de juiste strategische beslissingen zien te nemen, inclusief de beslissing om de nodige organisatorische veranderingen door te voeren teneinde de complexe doelstellingen van een goed financieel beleid te realiseren. Maar het plaatje van de risico’s en de winstmogelijkheden zal pas compleet zijn wanneer bedrijfsleiders, financiers, strategen en ingenieurs samenwerken. (1) De waarde van de Belgische institutionele portefeuilles wordt geraamd op 250 miljard euro (bron: Goldman Sachs)

p David Goldenberg (De lead en de paragraafkopjes zijn toegevoegd door de redactie)

GEBRUIK JOUW ENERGIE – SCHAKEL OVER OP DE ZON! Photovoltaïsche zonne-energie Sanitair warm water met zonneverwarming Verwarming met bodemenergie SunTechnics uw partner in hernieuwbare energie

SunTechnics, Energy Systems nv | Voorheen IZEN | Hoeksken 56 | 2275 Lille Telefoon: 014 / 55 83 19 | info@SunTechnics.be | www.SunTechnics.be

24 | energymag nr8

22-24 MANAG trading nl.indd 24

16/12/07 17:28:21


DOSSIER

KOOLSTOFNEUTRALITEIT | DOSSIER

Koolstofneutraliteit: van compensatie tot business greening

Meer en meer ondernemingen slaan de weg in van koolstofneutraliteit. Het begrip ‘koolstofneutraal’ mag dan nog vaag zijn - het gaat er voornamelijk om de uitstoot van broeikasgassen te compenseren - de doelstelling op termijn is duidelijk: de omschakeling naar een low carboneconomie bewerkstelligen en voordeel halen uit de groeimogelijkheden van deze economie. Een domein waar energie-efficiëntie, hernieuwbare energie, productie, bouw, transport en duurzaam verbruik een doorslaggevende rol zullen spelen. nr 8 energymag | 25

25-35 dossier carbone nl.indd 25

16/12/07 17:31:02


DOSSIER | KOOLSTOFNEUTRALITEIT

Het lijkt wel alsof we de voorbije maanden een festival bijwonen. ING, Barclays, Citicorps, Eurostar, Yahoo, op de voet gevolgd door Google, General Electric, News Corporation, Dell, Mark & Spencer, Alpro‌ Stuk voor stuk ondernemingen die zich engageren om binnen afzienbare tijd koolstofneutraal te worden. De lijst is eindeloos. En terwijl de een daar meer tijd voor nodig heeft, heeft een ander de doelstelling al bereikt. Denk maar aan banken zoals HSBC, Triodos, CrÊdit Suisse, de Deposito- en Consignatiekas of Fortis. Maar wat houdt koolstofneutraliteit nu precies in? En waarom nemen de banken hier het voortouw? Kyoto als voorsmaakje Laten we maar meteen met de deur in huis vallen: Kyoto is niet meer dan een voorsmaakje van wat nog komen moet: een drastische daling van de uitstoot van broeikasgassen. Ter herinnering, de landen die het verdrag hebben ondertekend, hebben zich geÍngageerd om tegen 2012 maar liefst 5,2% minder gassen uit te stoten dan in 1990. Maar om de gevolgen van de klimaatveran-

dering onder controle te krijgen, moet deze uitstoot tegen 2050 met 75% teruggedrongen zijn. Zonder daarbij de verdere ontwikkeling met schone technologieĂŤn van de arme landen in het gedrang te brengen. Europa heeft zich gecommiteerd om tegen 2020 een daling van 20% op te tekenen en wil dit cijfer opgetrokken zien tot 30% indien de Verenigde Staten en de opkomende landen zich bij de beweging aansluiten, wat niet meer dan een kwestie van tijd zou mogen zijn. Bij ons komt een reductie van de uitstoot met factor 4 op 50 jaar tijd neer op een jaarlijkse daling van 2,5%. Rekening houdend met een economische groei van 2 tot 3% zou de economie elk jaar 4 tot 5% “koolstofvrijerâ€? moeten worden. Geen geringe opdracht. Zeker niet als men weet dat de voorhanden zijnde energieĂŤn waarbij geen broeikasgassen vrijkomen niet volstaan om een CO2-neutrale toevoer te verzekeren. Bovendien zijn de technologieĂŤn die in de geĂŻndustrialiseerde landen ingezet worden voor reductiedoelstellingen vaak te kostbaar en dus ontoegankelijk. En laat dit nu net de uitdaging zijn: hoe een koolstofneutraal

evenwicht vinden in een strak economisch keurslijf? Het antwoord luidt: de kosten in het traject tussen koolstofreductie en compensatie optimeren. Kyoto en koolstofcompensatie Voor bepaalde activiteiten met hoge uitstoot is het economisch interessanter om de emissies aan te pakken dan voor andere. Om efďŹ ciĂŤnt te zijn moeten de ondernemingen de reductie van broeikasgassen voor een gegeven kost kunnen optimaliseren. In de praktijk vertrouwt het huidige systeem, dat in werking werd gesteld in het kielzog van het Kyoto-verdrag, daarvoor op de marktwerking. Concreet wordt een prijs toegekend aan het uitstootrecht van een ton CO2 (of equivalent CO2). De ondernemingen die gebonden zijn aan het Kyotoverdrag krijgen zo reductiedoelstellingen toegewezen via opgelegde en te respecteren quota. Om deze doelstellingen te verwezenlijken beschikken ze ook over twee zogenaamde exibiliteitmechanismen: het Clean Development Mechanism (CDM) en de Joint Implementation

Vergelijking tussen “Kyotoâ€? projecten en vrijwillige projecten De vrijwillige compensatieprojecten hebben meestal te maken met bosbouw en “Kyotoâ€? projecten (CDM & JI) Vrijwillige compensatieprojecten renewables. De projecten Totaal volume in 2006: 466MtCO2eq Totaal volume in 2006: 13 MtCO2eq inzake industriĂŤle gassen (N20 en geuoreerde gassen) zijn er 7dZ[h[ ) zeldzamer dan in het kader van 7dZ[h[ ') ?dZkijh_†b[ ]Wii[d D(E " C[j^WWd ) ?dZkijh_†b[ ]Wii[d D(E " het Kyoto-verdrag. Een ander ][\bkeh[[hZ[ ]Wii[d *+ ][\bkeh[[hZ[ ]Wii[d (& punt van verschil: de omvang van de projecten. Op de vrijwil- C[j^WWd '* lige markt situeert het gemid;d[h]_[# 8eiXekm ), [\\_Y_†dj_[ + delde compensatieproject zich rond de 5.000 tCO2eq/jaar 8eiXekm ' terwijl zijn CDM-tegenhanger de uitstoot met 50.000 tCO2eq/ H[d[mWXb[i '- jaar doet dalen. Bron: Wereldbank, Ecosystem Marketplace

;d[h]_[# [\\_Y_†dj_[ '&

H[d[mWXb[i ))

26 | energymag nr 8

25-35 dossier carbone nl.indd 26

16/12/07 17:31:05


KOOLSTOFNEUTRALITEIT | DOSSIER

(JI) projectactiviteit. Hiermee kan men uitstootkredieten aankopen of genereren met behulp van “uitstootreductieprojecten” in ontwikkelingslanden of in opkomende landen. Dit is het principe van compensatie. De gefinancierde projecten doen een beroep op het gebruik van hernieuwbare energieën, op energie-efficiëntie, op sensibilisering voor een beter energiebeheer en op koolstofputten (herbebossing). Om de neutralisering van CO2 te garanderen moeten de projecten bijgevolg nuttig, meetbaar, controleerbaar, duurzaam en gevarieerd zijn én de lokale bevolking ten goede komen, allemaal volgens criteria opgelegd door de VN. Verlagen en compenseren tegen de beste prijs Het compensatieprincipe biedt een duidelijk milieuvoordeel mits er sprake is van toegevoegde waarde: men kan er de uitstoot globaal mee naar beneden krijgen en tegelijk ook de duurzame ontwikkeling ondersteunen van de gastlanden van dergelijke compensatieprojecten. Ook de ondernemingen zelf worden er duidelijk financieel beter van. Zij kunnen op die manier immers hun verplichtingen goedkoper nakomen aangezien hun reductie-inspanningen deels verwezenlijkt worden in een gebied waar de kosten lager liggen. Vanzelfsprekend is de koolstofmarkt die hieruit is ontstaan een essentiële drager geworden voor de emissiereductie wereldwijd. Zo zou volgens het rapport “State and Trends of the Carbon Market 2007” sinds 2002 al een slordige 8 miljard dollar geïnvesteerd zijn in ontwikkelingslanden via CDM. Terwijl de rechtstreekse aankopen van koolstofkredieten sinds 2002 goed waren voor nog eens 16 miljard dollar investeringen extra ter ondersteuning van schone energie in opkomende landen.

In het totaal hebben de ontwikkelingslanden een miljard ton aan uitstoot van broeikasgassen gecontracteerd en zouden ze tegen 2012 nog eens goed zijn voor een miljard ton. “Deze cijfers tonen het belang aan van de bijdrage van ontwikkelingslanden aan de daling van de uitstoot van broeikasgassen. Het bijkomend miljard ton vertegenwoordigt de helft van wat Japan en de Europese Unie moeten afbouwen tegen 2012”, vertelt Karan Capoor, expert van de Wereldbank en medeauteur van het rapport. Een vrijwillige markt in ontwikkeling De koolstofmarkt loopt gesmeerd, zoveel is duidelijk. Doordat almaar grotere investeringen gedraineerd worden naar landen waar de uitstootreductie economisch “rendabeler” is, krijgen deze landen de gelegenheid zich te ontwikkelen met schone technologieën. Bovendien kunnen de actoren die onderworpen zijn aan het Kyoto-verdrag hun uitstootinspanningen op deze wijze in evenwicht brengen. Nieuw is echter dat een stijgend aantal ondernemingen en particulieren die niet onderworpen zijn aan de Kyoto-verplichtingen zich vrijwillig engageert voor deze aanpak die reductie en compensatie van uitstoot koppelt. Zo zien we dat er zich een vrije en vrijwillige markt aan het ontwikkelen is, steunend op dezelfde principes als de door Kyoto gereglementeerde markt: uitstootbeperkende projecten financieren in ontwikkelingslanden. Deze projecten laten toe om Verified Emission Reductions

(VERs) te genereren die niet dezelfde marktwaarde hebben als de Certified Emission Reductions (CERs) van het CDM - ze zijn nog niet verhandelbaar op de belangrijkste koolstofbeurzen maar tegenwoordig ook aftrek vinden bij ondernemingen en particulieren die hun impact op het milieu zo klein mogelijk willen houden. De vrijwillige markt ontwikkelt zich razendsnel: vorig jaar werd meer dan 13 MtCO2eq verhandeld voor een bedrag van 80 miljoen euro (zie grafiek). Te vergelijken met de 466 MtCO2eq die in 2006 afkomstig was van Clean Development Mechanism en Joint Implementation. Naar een betrokken consument Waar bepaalde ondernemingen meesurfen op de marketinggolf van de vrijwillige compensatie, zien andere hier een manier in om zich voor te benr 8 energymag | 27

25-35 dossier carbone nl.indd 27

16/12/07 17:31:05


DOSSIER | KOOLSTOFNEUTRALITEIT

Fortis is één van de grootste bankgroepen wereldwijd die in februari van dit jaar koolstofneutraal werd. De onderneming compenseerde zo 180.000 tCO O2eq, wat overeenkomt met haar geschatte rechtstreekse uitstoot op het geheel van de perimeter van de groep voor 2007. Maar de compensatie is slechts het meest zichtbare deel van het koolstofneutraliteitsplan van de bankier/verzekeraar, een zeer ambitieus plan waarin sprake is van inspanningen inzake energiebesparingen tegen 2010, het overschakelen op 100% groene stroom en de reductie van onrechtstreekse emissies. Fortis is een voorbeeld van de grote herstructureringsbewegingen die thans aan de gang zijn en die te maken hebben met de klimaatverandering. Steeds met hetzelfde doel: profijt halen uit de koolstofverplichp tingen tin gen om de e ei eigen gen compet com petitivit viteit vit eit aa ei aan n te te sch herp erpen en. He Het is ook een n signa gn al voo voorr de de markt: mar kt: de finan nancië ciële le li uid liq uidite iteit it gaat voortaan naar die groep onderneminge en d die ie het slims imstt met met de koolst koo stofverplichtinf g om weten te gen sp ing sp spr ingen en.

reiden op de economische en industriële herstructurering die de koolstofdimensie met zich zal meebrengen. Zo willen ze alvast inspelen op de nieuwe consumptiepatronen en keuzes die zich beginnen af te tekenen. Hoe zou dat nu komen? Niet een multinational, wel een kleine wijnbouwer uit de Bordeauxstreek geeft uitsluitsel. “In de wijnbouw zijn er tal van activiteiten waarbij CO2 kan vrijkomen: tijdens de vinificatie komen al gassen vrij, bij het op flessen trekken, het transport”, vertelt Rémi Lacombe, eigenaar van de Lacombe-wijngaarden. “We hebben al maatregelen genomen om onze uitstoot tot een minimum te beperken en deze maatregelen gaan we nog verder uitbouwen, maar dit wil niet zeggen dat we in onze wijngaarden met paarden zouden gaan werken. Dat zou ons misschien tot eer strekken, maar het maakt geen deel uit van ons ondernemingsplan. Wanneer men aan de limiet zit van zijn reductiemogelijkheden, of zo goed als, dàn pas kan men overwegen om de onreduceerbare uitstoot te compenseren. Zo denken wij er althans over. We

gaan dus ons verbruik minimaliseren en maximaal compenseren. Parallel merk ik ook op dat de consument zich meer betrokken wil voelen. Ik geloof in een evolutie van het verbruik en die mogelijkheid wil ik de klant ook aanreiken. We zien dat de consument vandaag de dag het aangename aan het nuttige wil koppelen. Daarom zijn wij bij Lacombe overgestapt op koolstofcompensatie van onze wijngaardactiviteiten. Klimaatneutrale flessen in de markt zetten, betekent voor ons: zoveel mogelijk, en op een zo eenvoudig mogelijke wijze, door onze financiële bijdrage elders op de planeet mogelijkheden scheppen om evenveel CO2 te besparen als hier wordt uitgestoten”. Daarmee is bijna alles gezegd: de consument wordt op zijn verantwoordelijkheden gewezen. Dat gebeurt vandaag via de verkoop van producten die het label koolstofneutraal dragen, een trend die in volle opmars is. Van autoverzekeringen tot wijnflessen, het lucht- en treinverkeer, meer en meer ondernemingen bieden vandaag koolstofneutrale producten aan. Inclusief benzine (sic!)! In Australië biedt BP sinds 2001 fleetverantwoordelijken een koolstofneutrale brandstof aan. Voor een toeslag van zo’n 0,1 euro per liter, oftewel 1 tot 2% van de literprijs, kan het bedrijf kiezen voor een door de Australische overheid gecertificeerde “Greenhouse Friendly” brandstof. Sinds de start maakt het programma, dat 12.000 klanten telt, aanspraak op een equivalent van meer

dan 1,6 MtCO2 compensatie. Dichter bij huis is er de formule “groen reizen” van Eurostar. Sinds 14 november zijn alle Eurostar-reizen koolstofneutraal, zonder meerkost voor de reizigers. En passant krijgt de reiziger de boodschap mee dat reizen met de trein wel eens interessanter kan zijn dan reizen met het vliegtuig, al was het maar omdat een vliegtuig meer broeikasgassen uitstoot en de compensatie moeilijker te verwezenlijken is zonder meerkost voor de klant. Alpro op het pad van business greening Maar vergis u niet, labeling is voorlopig slechts het meest zichtbare aspect van koolstofneutraliteit. Zo wil Eurostar tegen 2012 zijn uitstoot met 25% verminderd zien. Een aanzienlijke inspanning die onder meer mogelijk moet worden door het elektriciteitsverbruik van het rollend materieel in te perken, door een beter gebruik van de treincapaciteit en de optimalisering van de gebruikte elektriciteitskwaliteit. Het bedrijf zal energietellers installeren op de treinen om de conducteurs rechtstreeks te informeren over hun verbruik en er komen ook nieuwe bedieningen voor verlichting, verwarming en airco. Een ander agendapunt is het veralgemeniseren van elektronische tickets en de mogelijkheid tot scheiden of recyclen van de aan boord gebruikte producten. Andere ondernemingen willen nog een stap verder gaan. Zo wil Alpro het eerste koolstofneutrale voedingsmiddelenbedrijf ter wereld worden. Toegegeven, de termijn waarop deze onderneming uit Wevelgem dit wil realiseren ligt nog veraf - 2020 - maar er is reden om belangstelling te tonen voor het programma. “Het hoeft niet gezegd te worden dat het tijd kost om een koolstofneutrale onderneming te worden. Maar de eerste stappen in

28 | energymag nr 8

25-35 dossier carbone nl.indd 28

16/12/07 17:31:07


KOOLSTOFNEUTRALITEIT | DOSSIER

die richting zijn vandaag al gezet. In onder druk van de financiële milieus het zuiveringsstation van Wevelgem die geld ruiken in de CO2. Het gaat produceren we biogas dat onze pro- hier om “investeerders die hun geld cessen aandrijft. We bestuderen de willen beschermen en zo snel mogemogelijkheid om een windmolen te in- lijk profijt willen halen uit de indusstalleren op één van onze terreinen in trieën van de toekomst”, zo blijkt uit België of in het buitenland. In afwach- het laatste rapport van het Carbon ting hebben we besloten volledig over Disclosure Project, een groepering te schakelen op groene elektriciteit, van 341 investeerders goed voor een AlpEnergie van Electrabel. De over- investering van 41.000 miljard dollar. gang naar groene elektriciteit kost ons Elke twee jaar voert deze organisa20.000 euro per jaar, maar de investe- tie een enquête uit bij de grootste ring is miniem als we met het totale beursgenoteerde ondernemingen. energiebudget vergelijken. Duurzame De laatste werd afgenomen bij 2.700 ontwikkeling hoeft niet altijd veel meer industriegroepen wereldwijd waarin alle sectoren verte kosten”, vertelt tegenwoordigd Bernard Deryckere, “Deze cijfers tonen waren. De analyse Managing Director het belang aan van van de antwoorden van Alpro soya. Alde bijdrage van ont- toont aan dat deze pro denkt niet alleen wikkelingslanden groepen “de laatste aan hernieuwbare aan de daling van de jaren strategieën energie maar wil uitstoot van broeihebben uitgewerkt ook de supply chain om structuren te aanpakken: van kasgassen”. implementeren die grondstofbronnen, logistiek en goederentransport tot het de eventuele negatieve financiële afbouwen van verpakkingen en de gevolgen van de opwarming van de recyclage ervan. “Wij evalueren onze planeet moeten minimaliseren en de CO2-uitstoot van productie tot distribu- competitiviteit moeten verbeteren”. tie en doen die waar mogelijk dalen”. Een ander rapport van Merrill Lynch De aankoop van een terrein naast de is explicieter: “Op termijn zijn we erLeie moet in het verlengde daarvan van overtuigd dat het moeilijker zal gezien worden. Meer bepaald hoopt worden voor ondernemingen om op Alpro in de toekomst goederentrans- dezelfde milieu-onvriendelijke maport (grondstoffen en afgewerkte nier bezig te blijven, omdat er steeds producten) via het water aan te moe- meer wettelijke hervormingen bij digen om de impact van het wegver- komen, investeerders zich steeds keer te doen dalen. Tot slot wil Alpro meer engageren voor milieukwesties ook de voordelen van zijn sojaproduc- en ook de consumenten een grotere ten volop uitspelen: “Voedingsmidde- transparantie eisen doorheen de len op basis van soja zijn gezond en logistieke keten”, beklemtoont Zoe hun koolstofvoetafdruk is aanzienlijk Knight, verantwoordelijke van het kleiner dan gelijkaardige melkproduc- onderzoek naar maatschappelijk verten”. Wie weet, misschien eten we antwoorde investeringen. Voor Mermorgen meer sojaproducten? rill Lynch zullen de investeerders, zodra alle ondernemingen verplicht De druk van financiële milieus worden hun uitstootcijfers bekend Ook de grote internationale groepen te maken, in staat zijn nieuwe valonemen het heft in handen, weliswaar risatiecriteria op te stellen m.b.t. het

milieu. Kortom, de financiële wereld wil de ondernemingen dwingen hun activiteiten te herstructureren in het licht van de koolstofkosten. De banken, kern van het systeem De banksector is, zoals we al zegden, één van de eerste die de stap zetten. Een teken aan de wand? Ongetwijfeld, want de banken zijn immers de spil van ons economisch systeem, zij ‘irrigeren’ alle sectoren door hun financieringsactiviteiten. Waar zij tot op heden niet wakker lagen van de impact die hun financieringen op milieu en maatschappij hebben, zal dat morgen beslist anders zijn. Toegegeven, de rechtstreekse uitstoot van hun activiteiten is relatief laag, gezien hun dienstverlenend karakter. Maar dat kunnen we niet zeggen van de onrechtstreekse uitstoot die gepaard gaat met de financieringen en investeringen die zij mogelijk maken. De banksector voedt een aanzienlijk deel van de economische activiteiten wereldwijd, waarvan de onrechtstreekse uitstoot enorm is. Bovendien stellen meer en meer drukkingsgroepen dat de banken gedeeltelijk verantwoordelijk zijn voor deze uitstoot, aangezien ze deze mogelijk maken door hun financieringen. Voor de banken is de belangrijkste uitdaging op vlak van uitstootreductie dan ook: de koolstofvoetafdruk van hun klanten verkleinen. En men stimuleert hen om die verwachting in te vullen. Hoe? Door het commercieel aanbod aan te passen. Via nieuwe kredieten die de energie-efficiëntie moeten financieren of de ontwikkeling van duurzame energie moeten stimuleren. Op termijn is het niet ondenkbaar dat de kredietkost voor elke investering verbonden zal zijn aan de koolstofvoetafdruk. Het idee om de banksector doelstellingen op te leggen inzake reporting en reductie van onrechtstreekse uitstoot is alleszins actueel. p J.F. Marchand

nr 8 energymag | 29

25-35 dossier carbone nl.indd 29

16/12/07 17:31:08


DOSSIER | KOOLSTOFNEUTRALITEIT

Vrijwillige compensatie

Regels zijn regels! De vrijwillige compensatie biedt iedereen de mogelijkheid zijn steentje bij te dragen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Het principe is op zich niet zo slecht, alleen moeten we oppassen voor een wildgroei aan initiatieven zonder heldere controle. Anders gezegd moet er meer structuur in de werkwijze komen. De markt van de vrijwillige compensatie zou binnen hooguit drie jaar zo’n 400 MtCO2eq moeten vertegenwoordigen. Daarmee zitten we bijna aan het niveau van de koolstofcredits die in 2006 gegenereerd werden door het Clean Development Mechanism (CDM) dat een onderdeeltje is in het raderwerk van het Kyoto-protocol. De “vrijwillige sector” zit in thans in een stroomversnelling. Het aantal ondernemingen die het klimaateffect van hun activiteiten willen neutraliseren neemt overhand toe. Maar opgelet voor de terugslag! De markt voor vrijwillige CO2-compensatie is immers nog lang niet volwassen. An Inconvenient Truth: zo mag het niet! Als we al een eye opener nodig hadden, dan hebben we dat zeker en vast gekregen met An Inconvenient Truth. Ook de producers van de film hebben ervoor gekozen de uitstoot veroorzaakt door de productie van deze documentaire geschat op 41,4 ton - te compenseren. An Inconvenient Truth werd aangekondigd als de eerste klimaatneutrale filmdocumentaire. We moeten daar toch even een kanttekening bij plaatsen. Met een prijs van 12 $ per ton heeft deze deal van 496,80 $ niet echt zwaar doorgewogen als we bedenken dat de film op de box-office wereldwijd 50 miljoen $ in het laatje heeft gebracht. Het echte probleem ligt elders. Op 2 september ll. onthulde een journaliste van de Los Angeles Time dat de (bijna) 500 $ die werden geïnvesteerd, in de praktijk niet tot een bijkomend milieuvoordeel

hebben geleid, maar wel in de eerste plaats het compensatiebedrijf Native Energy rijker hebben gemaakt. Zo heeft de journaliste onderzoek gedaan naar twee projecten voor uitstootvermindering die deel uitmaken van de portefeuille van Native Energy. Haar verbazing was groot. Het eerste project betrof een biomethanisatie-eenheid in een boerderij in Pennsylvania. Hier was een bedrag van 750.000 $ mee gemoeid. Welnu, dit project werd al voor 631.000 $ gefinancierd uit staatssteun en subsidies van het Amerikaanse landbouwdepartement. Het saldo kwam uit

de zak van de uitbater van de boerderij die een deel van de opgewekte elektriciteit voor zijn activiteiten gebruikte. In werkelijkheid heeft Native Energy niets anders gedaan, dan op een moment dat het goed uitkwam, vermeden emissies aankopen over een tijdspanne van 20 jaar “geschat” op 29.000 ton. Voor de boer was de hele operatie een mooie bron van extra inkomsten die hem zomaar in de schoot kwam vallen. De rechten werden doorverkocht aan 12 $ per ton, tel uit je winst. Het tweede project, een klein windmolenpark in Alaska, is al niet veel beter. Het project met name drie turbines van 100 kW die een elektriciteitsgenerator op stookolie moeten vervangen werd al door Amerikaanse federale steun gefinancierd voor 2,8 miljoen $ op een budget van 3,1 miljoen $. Ook hier verschijnt Native Energy op het toneel, lang nadat het project afgerond was, om de geschatte vermeden uitstoot over een periode van 25 jaar te kopen, zijnde 9.000 ton

De compensatiecircuits De markt van de compensatie zit vol afwisseling. De belangrijkste criteria die het ene kanaal van het andere onderscheiden zijn het type voorgestelde projecten, de methodologie en de weerhouden standaarden, evenals de gehanteerde prijzen. Een overzicht. T Een klein aantal ondernemingen werkt met kredieten afkomstig van gereglementeerde

markten en biedt aan de uitstoot te compenseren door de verkoop van emissierechten van de Europese EU-ETS markt (EUA activa), kredieten afkomstig van CDM-projecten (CERs) of kredieten uit JI-projecten (ERUs), ofwel voor 100% ofwel via een portefeuille waarin eveneens VERs-kredieten zitten (zie hieronder). Het gebruik van deze kredieten vormt een garantie voor milieu-integriteit en het naleven van een rigoureuse methodologie zowel voor wat betreft de goedkeuring van de investeringsprojecten als de controle daarop. T Bepaalde ondernemingen nemen standaarden over die geïmplementeerd werden door NGO’s

en instellingen die de milieu-integriteit van de markt willen bewaren en het risico niet willen lopen het vertrouwen van de kopers te verliezen. De Gold Standard van het WWF, de belangrijkste, richt zich in eerste plaats op projecten met betrekking tot energie-efficiëntie en hernieuwbare energie. Daarnaast is er het label Voluntary Carbon Standard (VCS), ontwikkeld door de IETA, The Climate Group en het World Economic Forum Global Greenhouse Register (WEF). De standaard Climate Community & Biodiversity (CCB) is er dan weer specifiek voor bosbouwprojecten. De aangeboden kredieten zijn meestal VERs gelabeld. T Bepaalde leveranciers doen een beroep op een derde partij voor de validering en de controle

van de geproduceerde uitstootvermindering (VERs kredieten, maar ongelabeld), terwijl andere aangeven dat ze de CDM-standaarden toepassen zonder dat de vermelde projecten daarom per se geregistreerd zijn bij het uitvoerend comité van het CDM (de kredieten worden dan ER genoemd wat staat voor Emission Reduction). In 2006 was de helft van de aangeboden kredieten op de vrijwillige compensatiemarkt afkomstig van dit circuit.

30 | energymag nr 8

25-35 dossier carbone nl.indd 30

16/12/07 17:31:08


KOOLSTOFNEUTRALITEIT | DOSSIER

Fortis koolstofneutraal sinds januari 2007 aan 4 $ per ton. Resultaat: Native Energy, dat slechts heeft bijgedragen voor 1% van het totale investeringsbudget (36.000 $), haalt 100% van de vermeden uitstoot naar zich toe. Dit staat mijlenver af van het in het Kyoto-protocol geprezen additionaliteitsbeginsel dat inhoudt dat compensatieprojecten nieuwe uitstootreducties genereren die anders niet mogelijk zouden zijn geweest. De regels naleven Door het ontbreken van een nauwkeurige evaluatiemethode van de uitstoot, is er niets wat aangeeft dat de geschatte 41,4 ton voor de productie van de film ook aan de werkelijkheid beantwoordt. Een beetje serieuze compensatiekandidaat berekent zijn koolstofvoetafdruk aan de hand van erkende en transparante protocols. Bovendien is het weinig geloofwaardig om geschatte en toekomstige reducties als kredieten in de boekhouding op te nemen. Niets garandeert immers dat deze er ook effectief zullen komen of dat ze het onderwerp zullen uitmaken van controle. Men kiest dus best voor kredieten die erkend zijn (CER-kredieten of Certified Emissions Reduction) of gecontroleerd worden door een organisme dat boven alle verdenking staat (vrijwillige markt en VERs of Verified Emissions Reduction, gelabeld door erkende standaarden). Ander minpunt voor de film: het geld dat hier werd geïnvesteerd in de compensatie heeft niet gezorgd voor nieuwe bronnen van uitstootvermindering die zonder deze bijdrage het licht niet zouden hebben gezien. Additionaliteit is dus ver te zoeken, en dit is nochtans een essentieel criterium. Tot slot moet men zich er van vergewissen dat de aangekochte kredieten van de markt werden gehaald, dan hoeft men niet gaan zitten controleren of deze niet aan nog andere kopers worden verkocht.

De doelen voor koolstofneutraliteit die Fortis eind vorig jaar stelde, zouden al in januari 2007 bereikt zijn. Zo zou 180.000 tCo2eq gecompenseerd zijn, evenveel als de koolstofvoetafdruk van de groep in 2007. Manuel Adamini, CSR Manager bij Fortis, vertelt er meer over. Uw koolstofvoetafdruk bedroeg vorig jaar 220.000 ton, dit jaar compenseert u er slechts 180.000. Hoe komt u tot dit resultaat? Allereerst wil ik verduidelijken dat we in 2006 hard hebben gewerkt om onze koolstofvoetafdruk(1) zo breed mogelijk te evalueren en tot een neutraliteitsstrategie voor de volledige groep te komen. De aangekondigde 180.000 ton is de verwachte uitstoot voor 2007. In 2005 bedroeg deze 195.000 ton en in 2006 220.000 ton. Van 2005 tot 2006 merken we een stijging op omdat ons plan om uitstoot te verminderen nog niet operationeel was. Wat het wel is sinds begin dit jaar. Dit plan omvat doelstellingen voor de vermindering van het wereldwijd energieverbruik gekoppeld aan onze activiteiten en aan de mobiliteit van het personeel, alsook een overgang naar 100% hernieuwbare energie in al onze bedrijfssites. Die 180.000 ton is dus de doelstelling die we moeten bereiken rekening houdend met onze reductie-inspanningen, hetzij een daling van 15% van onze koolstofvoetafdruk. Op vlak van hernieuwbare energie staan we voor op schema, zo zijn we sinds januari in België overgeschakeld op 100% groene elektriciteit, en in Nederland sinds juni. Luxemburg is voor 2008. De impact van groene elektriciteit is van groot belang voor de koolstofbalans. De reductiemaatregelen voor energieverbruik moeten daarentegen de komende maanden hun vruchten afwerpen, gezien de vertraging in implementatie. Het is daarom niet ondenkbaar dat onze uitstoot in 2007 hoger zou zijn dan verwacht. Wat er ook gebeurt, deze uitstoot zal integraal gecompenseerd worden. Wat zijn de grote pijlers van uw Energieplan? De doelstelling is ons wereldwijd energieverbruik met 10% te doen dalen tegen 2010. Onze plan steunt op drie pijlers: E Campagnes die het personeel moeten sensibiliseren voor energiebesparing. We hebben in Rotterdam een pilootproject opgestart en zullen dit aanpassen, volgens de resultaten, voor al onze sites. De resultaten zijn alleszins al bemoedigend. E Het investeren in nieuwe en meer performante voorzieningen in onze installaties, of dit nu gaat om verlichting, kantoorautomatisering, het ontwerp van de gebouwen en comfortsystemen als verwarming, ventilatie en airco. We evalueren elke beschikbare technische oplossing en zullen de meest afdoende implementeren op onze sites.

Vanzelfsprekend is dit een tijdrovend luik. E We verbeteren in de mate van het mogelijke de

efficiëntie van onze operationele activiteiten en van onze installaties. Dit vraagt investeringen op zowel technisch als menselijk vlak, en ook dat vraagt tijd. Tot slot wil ik nog even vermelden dat we, wat betreft de aanvoer van groene elektriciteit, de productie van elektriciteit op basis van biomassa hebben uitgesloten en ons volledig concentreren op windenergie, zonne-energie en waterkracht, bronnen die echt hernieuwbaar en duurzaam zijn. Hoe is uw compensatieportefeuille samengesteld? We hebben strikte criteria opgesteld, te beginnen met de weigering om VER-kredieten aan te kopen waarrond, volgens ons, nog een te grote controverse leeft. Daarom geven we ook de voorkeur aan CDMprojecten boven JI-projecten wat betreft kredieten aangekocht in het kader van het Kyoto-verdrag, want zij geven voorrang aan ontwikkelingslanden en aan onze doelstellingen om duurzame ontwikkeling te stimuleren. We sluiten uit: elk carbon sink-project, grootschalige waterkrachtprojecten en projecten voor het affakkelen van afvalgas of industrieel gas, inclusief HFC’s. Voor de productie van hernieuwbare energie geven we de voorkeur aan projecten zoals windenergie, zonne-energie, kleinschalige waterkrachtprojecten, biomassa/biogas of vloeibare biobrandstoffen, mits deze gebruikt worden voor de productie van elektriciteit. Om dit programma te ondersteunen, hebben we een samenwerkingsakkoord ondertekend met de Gold Standard Foundation. Zo zal onze compensatieportefeuille voor minstens 50% uit kredieten bestaan die het label Gold Standard dragen. Fortis heeft gekozen voor een drempel van 50%, i.p.v. 100%, om de nodige flexibiliteit te vrijwaren in een markt waarin de vraag naar Gold Standard kredieten, en meer bepaald de CER’s, groter is dan het aanbod. Het saldo zal aangekocht worden op de CDM-markt via een uiterst strenge selectieprocedure, op punt gesteld door onze CSRafdeling in nauwe samenwerking met onze afdeling Fortis Carbon Bank en de Gold Standard Foundation. p Interview door Jean-François Marchand (1)

Om zijn koolstofvoetafdruk te kennen, heeft Fortis beroep gedaan op het GHG protocol ontwikkeld door het World Resources Institute (WRI) en de Word Business Council for Sustainable Development (WBCSD).

p Alfons Vanbergen nr 8 energymag | 31

25-35 dossier carbone nl.indd 31

16/12/07 17:31:08


DOSSIER | KOOLSTOFNEUTRALITEIT

Neutraliteitsbeleid

Tien sleutels om van uw koolstofneutraliteit een succes te maken 1/ Wat wordt er bedoeld met koolstofkrediet? Met koolstofkrediet wordt bedoeld dat er minder wordt uitgestoten dan wat volgens de voorgestelde modellen zou mogen. Dat krediet wordt uitgedrukt in equivalent ton CO2 . Koolstofkredieten worden gebruikt als tegengewicht of ter compensatie voor de uitstoot van andere activiteiten. Ze kunnen worden aangekocht door landen, ondernemingen, organisaties of individuen die hun reductiedoelstellingen willen halen of zelfs koolstofneutraliteit willen bewerkstelligen. Het essentiële criterium voor een koolstofkrediet is dat de reductie of niet uitgestoten CO2 zonder dit krediet niet zou hebben kunnen plaatsvinden en dat het een aanvulling vormt op een business-as-usual activiteit. Additionaliteit is het belangrijkste Hoewel een koolstofkrediet over tal van kenmerken moet beschikken om ecologisch door de beugel te kunnen, is het additionele karakter toch het belangrijkste. Een koolstofkrediet wordt gebruikt om uitstoot die elders wordt geproduceerd te compenseren of te neutraliseren en dus is het essentieel dat de op deze manier “gekochte” uitstoot niet zou hebben kunnen plaatsvinden zonder dit krediet. Is dit niet het geval, dan zal er geen nettovermindering van de uitstoot zijn. Met andere woorden, de verkoper van het koolstofkrediet moet kunnen bewijzen dat er zonder financiële compensatie geen emissiereductie mogelijk is. Dat het door hem gesteunde project alleen een aantrekkelijke ROI oplevert dankzij de extra inkomsten van het

koolstofkrediet. Of dat hij enkel dank zij dit krediet aan externe financiering is kunnen komen, wat anders niet mogelijk zou zijn geweest.

2/ Bereken uw koolstofvoetafdruk en bepaal uw targets De eerste stap bestaat erin de koolstofvoetafdruk van uw onderneming of organisatie te berekenen. Verschillende berekeningsprotocols zijn voorhanden, te beginnen met het GHG Protocol (www.ghgprotocol.org) van het World Resources Institute (WRI) en de World Business Council for Sustainable Development (WBCSD) of het ISO 14064, ontwikkeld door de International Standards Organisation (www.iso. org/iso). In Frankrijk, en sinds kort bij ons, vindt u ook deskundigen op het vlak van de koolstofbalansmethode, ontwikkeld door het Ademe, het Franse instituut voor energieefficiëntie en duurzame ontwikkeling. Verder moet u ook bekijken op basis van welke perimeter u uw koolstofvoetafdruk gaat berekenen en wat uw target daarbij zal zijn: uw uitstoot verminderen, koolstofneutraal worden, koolstofarme producten/diensten ontwikkelen? Voor veel ondernemingen is de grootste koolstofimpact immers niet afkomstig van de uitstoot die rechtstreeks gekoppeld is aan interne operaties, maar wel van de uitstoot die onrechtstreeks wordt gegenereerd op het geheel van de waardeketen van de producten of diensten. Een analyse van de levenscyclus uitvoeren kan nuttig zijn om de globale impact te meten op het geheel van deze keten, van bevoorrading tot consump-

tie en zelfs tot recyclage. Zodra u weet waar uw belangrijkste point of impact is, wordt het mogelijk om een en ander op dit punt van de keten bij te sturen, in overleg met uw leveranciers en partners, en zelfs met uw klanten, waarbij u met een nieuw koolstofneutraal of koolstofarm aanbod op de proppen komt.

3/ Zoek steun op het hoogste niveau Om uw koolstofvoetafdruk te verminderen, moet u er natuurlijk eerst een goed beeld van hebben. Daar is Standaard

Markt

European Trading Scheme (EU-ETS)

Gereguleerd

Clean Development Mechanism (CDM)

Gereguleerd

Joint Implementation (JI)

Gereguleerd

Gold Standard

Gereguleerd & vrijwillig

Voluntary Carbon Standard

Vrijwillig

CCB

Vrijwillig

VER+

Vrijwillig

Chicago Climat Exchange

Vrijwillig

32 | energymag nr 8

25-35 dossier carbone nl.indd 32

16/12/07 17:31:08


KOOLSTOFNEUTRALITEIT | DOSSIER

echter geld voor nodig en dus moet de bedrijfstop er helemaal achter staan. Ga dus met uw board management om de tafel zitten, zorg dan dat u met een stevige business case kunt uitpakken. Tot actie aanzettende argumenten zijn er bij de vleet: de grondstofbronnen zijn niet onuitputtelijk of kunnen in de toekomst een flink pak duurder worden door de klimaatverandering, u wilt uw onderneming aantrekkelijker maken voor investeerders en financiële groepen die tegenwoordig meer oog hebben voor het koolstofrisico van hun investeringen, de markt is aan

het veranderen, straks komen er nog meer reductieverplichtingen bij, uw grote klanten hebben zo hun eisen, de consument wil weten wat de koolstofimpact van zijn verbruik is en ze willen daar ook grip op hebben. Ook de verwachte voordelen van een koolstofneutrale aanpak zouden in de verf moeten worden gezet: nieuwe bronnen voor kostenverlaging blootleggen, vooral met het oog op energiebesparing en nieuwe opportuniteiten aanboren, activiteiten, producten of diensten voor klanten en leveranciers.

Krediettype

Projecttype

Lokalisering projecten

EUA’s (European Unit Allowance)

Quota-markt (allowancebased transactions)

Alle EU-landen

CER’s (Certified Emissions Reduction)

4/ Breng uw reductie- en compensatie- inspanningen in kaart Zodra u uw koolstofvoetafdruk kent, kunt de precieze doelstellingen die moeten worden gehaald bepalen, zowel in termen van interne uitstootvermindering als van compensatie van niet-reduceerbare uitstoot. Hou daarbij ook rekening met het potentieel voor uitstootvermindering aan de bron (vermindering van het energieverbruik, verbetering van de processen, aankoop of eigen productie van hernieuwbare elektriciteit) en uw eventuele wens om de

Voordelen/nadelen

Prijs

Gecontroleerd door de EU Geen projecten

24€ (fase2)

Industriële gassen, hernieuw- Kyoto geratificeerd, bare energie, energie-efficibehalve bijlage B ëntie, bosbouwprojecten

Gecontroleerd door de UNO, strikte procedures, bijkomende winsten in DO*, additionaliteit Prijs, voornamelijk grote projecten

17-20€

ERU’s (Emission Reduction Units)

Industriële gassen, hernieuwbare energie, energieefficiëntie

Gecontroleerd door de UNO, projecten dicht bij de kopers (Oost-Europa en Rusland) Voornamelijk industriële projecten

15-18€

CER’s & VER’s (Verified Emission Reduction)

Energie-efficiëntie, hernieuw- Alle landen zonder bare energie bijlage B

Kwaliteitsstandaard, bijkomende winsten in DO*, 11-25€+ additionaliteit, CDM-methodologie Weinig beschikbare projecten, kleinschalig

VER’s (Verified Emission Reduction)

Industriële gassen, hernieuw- Alle landen bare energie, energie-efficiëntie, bosbouwprojecten

Kwaliteitsstandaard, bestaand register, CDMmethodologie Geen bijkomende winsten in DO*, termijnen van de projecten

5-15€

Bosbouw- en agrobosbouwprojecten

Alle landen

Consultatieprocedure, kwaliteit, bijkomende winsten in DO* Risico geconcentreerd op bosbouwprojecten

5-15 €

VER’s (Verified Emission Reduction)

Alle goedgekeurde CDMprocedures

Alle landen

Initiatief van het Duitse organisme voor certificering TUV-SUD, vereenvoudigde procedures, additionaliteit, CDM-methodologie Gestart in mei van dit jaar, nog geen feed-back

5-15€ (**)

CFI (Carbon Financial Instrument)

Noord-Amerikaanse markt van quota’s en projecten (hernieuwbare energie en bosbouwprojecten)

Alle landen

Niet duur Geen bijkomende winsten in DO*, additionaliteit niet gegarandeerd

1-3€

Kyoto geratificeerd, bijlage B

nr 8 energymag | 33

25-35 dossier carbone nl.indd 33

16/12/07 17:31:08


DOSSIER | KOOLSTOFNEUTRALITEIT

© CO2Logic

CO2Logic en Climact, twee goede voorbeelden

© CO2Logic

“Zolang er niet meer transparantie en garanties komen op de vrijwillige markten, beperken wij ons ertoe onze klanten CERs kredieten aan te bieden die afkomstig zijn van projecten welke door het Uitvoerend Comité van het Clean Development Mechanism (CDM) zijn gevalideerd”, zegt Antoine Geerinckx, medeoprichter van CO2Logic, de allereerste onderneming in ons land die zich aan koolstofcompensatie waagt. Hier worden dus helemaal geen VERs kredieten en nog minder nietgecontroleerde emissiereducties (ER) verkocht. “In de compensatieaanpak is vertrouwen cruciaal. Het is ook essentieel dat onze klanten al van te voren al een beeld hebben van het project waar hun geld naartoe zal gaan, dat ze weten waar het over gaat en wat het milieuvoordeel zal zijn. Daarom werken wij rechtstreeks met projecteigenaars in plaats van met bestaande koolstoffondsen zoals het fonds van de wereldbank. Wij leggen onze focus op projecten die zich richten op de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen en waar de lokale bevolking ook echt iets aan heeft”. Zo heeft CO2Logic bijgedragen aan de financiering van een eerste biomassaproject in India. De doelstelling van dit nieuwe project bestaat erin hernieuwbare elektriciteit op te wekken uit landbouwafval zoals rijstkaf, katoenstengels en rijststro afkomstig van lokale boeren. Dit project is erkend door de Verenigde Naties en valt onder het CDM-systeem. Er zou op deze wijze 200.000 ton CO2 mee worden bespaard. “Dankzij dit project kunnen de lokale boeren het afval van gewassen dat anders gewoon op het

veld wordt verbrand, benutten. Omdat er het hele jaar door vraag is naar deze bron, wordt de inkomstenstroom van de boeren ook eerlijker verdeeld. Bovendien is het project economisch alleen maar zinvol door de inkomsten die verwacht worden van en gehaald worden uit de koolstofkredieten”, verduidelijkt Antoine Geerinckx. We willen nog even vermelden dat CO2Logic niet alleen koolstofkredieten verkoopt maar klanten ook helpt om hun eigen ecovoetafdruk te bepalen en een reductiebeleid in te voeren. Ze werken met de Koolstofbalansmethode van Ademe, het Agence Française de l’Environnement et de la Maîtrise de l’Energie. Het pas opgerichte Climact wil zijn klanten net als CO2Logic CERs kredieten aanbieden die rechtstreeks afkomstig zijn van UNO-gevalideerde CDM-projecten. Momenteel staan drie financieringsprojecten in India op stapel. Hier moet u denken aan de installatie van twee windmolens in Jakhapur, van hydro-elektrische turbines in Ghonsari en van een saneringssysteem voor afvalwater in Ratnagiri. Een van de grote speerpunten van Climact is transparantie. Daarom laten ze alle operaties nog eens doorlichten door een extern en onafhankelijk auditkantoor. Om hun milieu-integriteit te garanderen gaan de Climact-oprichters een stap verder: ze hebben de eminente hoogleraar Jean-Pascal Van Yperseele voor hun klimaatkar weten te spannen. De professor kreeg namelijk een rol toebedeeld in de oriëntatiecommissie van het bedrijf. “Het project van Climact is een geloofwaardig initiatief in de strijd tegen de klimaatopwarming”, aldus de klimatoloog. “Achter dit initiatief staat een sterk en complementair team dat actie onderneemt vanuit principes als transparantie en integriteit. Ik steun Climact en stel mijn expertise als klimatoloog in alle onafhankelijkheid beschikbaar voor deze onderneming die zich als doel heeft gesteld de uitstoot van broeikasgassen zoveel mogelijk terug te dringen en op die manier een efficiente bijdrage te leveren om de omvang van de klimaatveranderingen te beperken”. p J.F. Marchand

koolstofneutraal te worden (nettouitstoot gelijk aan nul met inbegrip van reducties en compensatie). Het belangrijkste is dat u indicatoren kiest waarmee het effect van uw acties op uw koolstofvoetafdruk meteen duidelijk wordt voor iedereen. Deze indicatoren kunnen reële of genormaliseerde waarden zijn. De meest gebruikte indicatoren zijn de CO 2 -equivalent per geproduceerde eenheid, de omzet uitgedrukt in euro, het aantal werknemers of de bezette m 2 . Om uw indicatoren uit te werken kunt u de maatgevende gids raadplegen met de inventaris van de uitstoot van broeikasgassen van de IPPCrichtlijn (www.ippc-nggip.iges. or.jp/public/gl/invs1.htm).

5/ Ontwikkel een aankoopstrategie op maat Werk een degelijke strategie uit, waarin duidelijk is wat u aan kredieten gaat aankopen en hoe, en welke doelstellingen op het vlak van neutraliteit u daarbij voor ogen staan. Dat u die targets haalt, is mooi natuurlijk maar nog mooier is het wanneer u de kost weet te drukken. Daarom, bekijk ook wat de door u gesteunde projecten u kunnen opleveren, hoe kunt u uw positionering daarmee verstevigen, het imago van uw producten/diensten verbeteren. Kwestie van aankoop: ook hier moet u kiezen tussen met een bevoorrechte leverancier in zee gaan, of op goed geluk de markt opgaan, kiest u voor aankoopcontracten op lange termijn of op jaarbasis? Enkele handvatten waaraan u uw strategie kunt ophangen

34 | energymag nr 8

25-35 dossier carbone nl.indd 34

16/12/07 17:31:08


KOOLSTOFNEUTRALITEIT | DOSSIER

T Wat is uw motivatie om te com-

penseren? T Wie is de doelgroep van uw compensatieprogramma? T Wat zijn de lokale reglementen waar u naar kunt teruggrijpen, zoals sectorakkoorden bijvoorbeeld? T Hebt u een voorkeur voor een bepaalde regio of sector? T Zijn er technologieën of projectprofielen die u wenst te steunen (of niet te steunen)? T Hoe belangrijk is het aspect duurzaamheid van de te steunen projecten? T Wat is uw budget en hoever wilt u gaan?

6/ Kies het type kredieten dat u het best ligt Er zijn verschillende types koolstofkredieten die beantwoorden aan verschillende behoeften. Bovenstaande tabel geeft een overzicht. Indien u ervoor kiest koolstofkredieten aan te kopen op de vrijwillige markt, neem dan bij voorkeur een kwaliteitslabel dat strikte procedures naleeft wat betreft de registratie van de projecten en de controle van de uitstootvermindering. De belangrijkste zijn Voluntary Gold Standard opgestart door het WWF en Voluntary Carbon Standard (VCS) ontwikkeld door het IETA, The Climate Group en het World Economic Forum Global Greenhouse Register.

7/ Praat met meerdere verkopers Hoe hoger u komt in de waardeketen van de markt, hoe duurder

de koolstofkredieten. Volgens het laatste verslag 2007 Ecosystems Marketplace & New Carbon Finance schommelen de marktprijzen gemiddeld rond de 8,04 $/tCO 2 eq. Ter vergelijking: makelaars vragen 6,03 $, groothandelaars en agregatoren van projecten 5,31 $ en projectontwikkelaars 3,88 $ . Eis van de verkoper dat hij u informatie geeft over het gedeelte van de prijs dat rechtstreeks naar het project gaat en het deel dat zijn administratieve kosten denkt en desgevallend zijn winst. Misschien kunt u zelfs uw eigen projecten ontwikkelen, tenminste als hun economische draagvlak groot genoeg is. De risico’s zullen dan allicht groter zijn (u klaart het karwei zelf), maar op deze wijze kunt u de kost van de afgekochte kredieten op een substantiële manier drukken.

8/ Controleer de goede uitvoering van de projecten en de effectieve annulering van de gekochte kredieten Voor en na de aankoop van uw koolstofkredieten voert u uw eigen controles uit om u ervan te vergewissen dat de geclaimde reducties overeenstemmen met de werkelijkheid en wel degelijk worden gehaald. De NGO’s en de adviesverlenende bedrijven inzake koolstofcompensatie kunnen u daarbij helpen. Wilt u zeker zijn dat de aangeschafte koolstofkredieten wel degelijk van de markt worden gehaald en niet meer dan één keer worden gebruikt? Eis dan dat ze te boek worden gesteld en uit een officieel reductieregister geschrapt worden. Er zijn meerdere

registers die dergelijke vorm van dienstverlening aanbieden. Sommige verkopers van koolstofkredieten houden hun eigen registers bij, maar wel onder toezicht van een onafhankelijke instelling.

9/ Zorg voor een transparant neutraliteitsbeleid Uw beleid inzake koolstofneutraliteit zou zo transparant mogelijk moeten zijn en daarover moet in alle openheid worden gecommuniceerd. Publiceer de informatie over de berekeningsmethoden die werden gebruikt voor de evaluatie van uw koolstofvoetafdruk, over uw doelen en behaalde reductieresultaten, over het type koolstofkredieten dat u gebruikt ter compensatie van uw niet-reduceerbare uitstoot, de projecten die in het spel zijn en de onzekerheden die ermee gepaard gaan.

10/ Herevalueer regelmatig uw aanpak Zowel uw koolstofvoetafdruk als de strategie en het beheersproces die u hebt ontwikkeld zullen in de loop van de tijd evolueren. De verwachting is bovendien dat de koolstofmarkt snel nieuwe ontwikkelingen zal doormaken. Herevalueer dus regelmatig uw aanpak, wilt u zeker zijn dat zij nog steeds in lijn ligt met de beste praktijken en met de algemene bedrijfsdoelen. p J.F. Marchand

nr 8 energymag | 35

25-35 dossier carbone nl.indd 35

16/12/07 17:31:10


EFFICIENCY | INDUSTRY

Mireille investeert 1,1 miljoen euro in ecologie

Aanzienlijk minder water, energie, chemicaliën en CO2-uitstoot Wasserijen genieten over het algemeen een kwalijke reputatie als het over milieuzorg gaat. Maar dat dit stigma niet altijd terecht is, bewijst Mireille. Want sinds begin jaren negentig heeft deze onderneming talrijke maatregelen genomen om Ma Mar Ma arc Ney eye eyens: y n ns: s:: “D Dank ank nkzzzijijj d de wa wate terrec te re eccyycllaage e ag ge ge kunne ne nen en we he het ett ttotal e aalle ver erb e rbrui rb b ik met mett tw twi w nti tiig procent tig roc ro occent o en en ntt rreduc du eren” ducere ere en” ”.

haar impact op het milieu tot een minimum te beperken. Het meest recente initiatief omvatte een investering van 1,1 mil-

joen euro die tot een vijfde minder waterverbruik en een sterke reductie van de CO2-uitstoot, energieconsumptie en chemicaliënverbruik leidde. In 1955 in Brussel gestart als was- als vanuit ons centrum in Merchtserij voor particuliere klanten, is em. Mireille richt zich in groeiende Mireille N.V. vandaag uitgegroeid mate op de industrie, KMO’s, overtot een bedrijf met een uitgebreid heden en rustoorden, dit met diendienstenaanbod in de textielver- sten zoals het onderhoud, maar zorging en aanverook de verkoop van wante domeinen. Naast aangepaste w e r k k l e d i j / s ch o e De onderneming werkprocedures nen / handschoenen telt ruim 250 mede- en modernisering, en rusthuislinnen. werkers en draait bleken ook heel Daarnaast commereen jaaromzet van cialiseren we ook 13,5 miljoen euro. wat milieuvriende- kledingkasten. De Het dagelijkse be- lijker initiatieven tot klassieke particustuur is in handen besparingen en dus liere diensten, zoals van Willy Bellinkx, meer efficiëntie te wasserij, nieuwkuis Marc Neyens en en tapijtreiniging maleiden. Koen Vandevenne. ken nog maar dertig Productiedirecteur Marc Neyens procent van de totale omzet uit. De vertelt: “Onze verschillende pro- verschillende afdelingen behandeductieafdelingen zijn in Heusden- len en verzorgen wekelijks 42.000 Zolder gevestigd en de distributie stuks werkkledij, 57.000 items gebeurt zowel vanuit deze locatie plat- en drooggoed, 7.200 stuks bo-

venkledij in de nieuwkuis, 1.350 m 2 tapijten, 7.500 schoonloopmatten en ruim 500 paar werkschoenen. Hiervoor zijn er dagelijks 35 eigen bestelwagens op de baan, terwijl drie vrachtwagens het transport tussen Merchtem en HeusdenZolder verzorgen”. Jarenlange milieuzorg brengt op Sinds 1990 is Mireille actief met milieuzorg bezig: aanvankelijk niet zozeer omwille van het groene gedachtegoed, maar wel puur uit economische overwegingen. Marc Neyens: “In de toenmalige langdurige periode van laagconjunctuur beseften we wat het betekende om een personeelsintensief bedrijf te zijn. Vandaar dat het management besloot om in samenwerking met externe adviseurs een plan

36 | energymag nr 8

36-39 EFFI Mireille nl.indd 36

16/12/07 17:32:49


INDUSTRY | EFFICIENCY

voor verhoogde rentabiliteit uit te werken. Naast aangepaste werkprocedures en modernisering, bleken ook heel wat milieuvriendelijker initiatieven tot besparingen en dus meer efficiëntie te leiden. Zo startten we in die periode met de constante meting van ons energie- en waterverbruik, zodat we dit konden optimaliseren. Geleidelijk aan groeide bij personeel en management het besef dat de groene gedachte en rendabiliteit hand in hand gaan, waardoor milieuzorg alsmaar hoger op het prioriteitenlijstje terechtkwam. Dit resulteerde doorheen de jaren in talrijke energiebesparende maatregelen. Zo zijn we sinds 2001 bezig om jaarlijks in één afdeling de techniek van relighting te implementeren, wat telkens in een energiebesparing van 18 tot 25 procent resulteerde. Alle pompen, compressoren en ventilatoren van enig

vermogen en met de nodige draaiuren, werden intussen van freBij ee een n wass wasstra traat a is het waterver verrbru bruik br k tot to o ti ttien ien e lit li er quentieregeper ki kilog logram ram wa wasgo sgoed ed ger geredu ed ceerd. laars voorzien. Onze stoom wordt sinds 1992 door middel van worden gemeten en in functie van hoogrendementsgeneratoren op de bevuilingsgraad en belading aardgas aangemaakt, waardoor de van de machines gestuurd. Hieremissies ver beneden de toegela- door zijn we erin geslaagd om ten waarden blijven. Het koelwater flink wat minder wasproducten van de reinigingsmachines wordt te gebruiken, wat zowel positief als waswater herbruikt en de rest- voor het milieu als voor onze porwarmte uit het stoomcondensaat temonnee is! Ten slotte voeren we wordt voor de verwarming van al jarenlang sensibiliseringsacties de kantoren en de bereiding van naar het personeel toe. We brenwarm water voor de wasbaden van gen informatieblaadjes uit, organi60 en 85°C omgezet. Daarnaast in- seren kleine wedstrijdjes, hangen vesteerden we ook in de optimali- wekelijks onze EnergieMonitor uit: satie en monitoring van de auto- allemaal met de bedoeling om onze matische doseerinstallaties van medewerkers ervan te overtuigen chemicaliën voor de verschillende in het bedrijf op eenzelfde manier wasinstallaties. De hoeveelheden als thuis te handelen. Meer concreet stellen we voor om het licht uit te doen wanneer ze een lokaal verlaten, maar ook het afschakelen van de machines en het dichtdraaien van de stoomkranen op einde van de dagtaak nemen onze medewerksters intussen voor hun rekening. Deze aanpak werkt, want ze leidde - zonder enige materiële investering - tot een reductie van meer dan drie procent. Samen met de technische ingrepen, hebben we sinds begin jaren negentig hierdoor ons verbruik van elektri-

Wat verbruikt Mireille vandaag? Water: +/ 52.000 m3 per jaar Elektriciteit: 1.460.000 kWh/jaar Aardgas: 11,2 miljoen kWh/ jaar

He Het ett wa e waswa asw swa waater w te ter err va van n de gekl kleur kl eurde eur de wer w kk we kkledi edi diij w wor o t op haar beurt vo ord oo orr het het w se was sen van de e scho sch onl nloop oopmat oop ma ten mat en ge ebruikt bru r ikt ikt..

nr 8 energymag | 37

36-39 EFFI Mireille nl.indd 37

16/12/07 17:32:53


EFFICIENCY | INDUSTRY

Tradit Tra dition ionele e w el ele waaszw zw wie ier ier erde ders verb der er rui ru uiike u kken en n 28 lilitter err water water te pe perr kkilo ililogra gram m.

citeit/gas met meer dan tien procent en de waterconsumptie met twee derde verminderd, dit terwijl het verwerkte volume intussen met meer dan vijftien procent is gestegen!” Ingrijpen bij de bron Op het vlak van waterconsumptie heeft Mireille vooral dit jaar een grote stap gezet. Want de onderneming investeerde 1,1 miljoen euro in besparende technieken. Marc Neyens vertelt: “Eigenlijk startte alles zes jaar geleden toen de overheid ons striktere lozingsnormen oplegde. De meeste bedrijven lossen dit obstakel door middel van end-of-pipe oplossingen op, zoals de toepassing van een biologische zuiveringsinstallatie voor het lozen. Maar dit vereist grote investeringen zonder dat er een meerwaarde in de procesvoering ontstaat. Wanneer de problemen aan de bron worden aangepakt, kan er een veel grotere kostenefficiëntie worden bereikt. Maar dit vereiste tijd en extra investeringen omdat er rechtstreeks op de procesvoering moest worden ingegrepen. Vandaar dat we in overleg met de vergunningverlenende instanties een stappenplan hebben opgesteld om het af te

leggen traject over een periode van zes jaar te kunnen spreiden. Intussen werd met een pilootproject waarbij een MBR - Membraan Bioreactor installatie - parallel op onze afvalstroom staat opgesteld, de te verwachten lozingswaarden op termijn in kaart gebracht. En gezien deze waarden dermate gunstig en ook realistisch waren, kregen we de volle steun van de overheid om met enig uitstel aan de nieuwe vereisten tegemoet te komen”. Waarover gaat het nu precies? In concreto investeerde Mireille 1,1 miljoen euro in ecologische maatregelen. Dit geld werd in eerste instantie gebruikt om onder meer de traditionele waszwierders voor werkkledij gedeeltelijk door een wasstraat te vervangen. Deze verbruikt maar tien liter water per kilogram wasgoed, terwijl daar vroeger al snel 28 liter voor

nodig was. Maar het is vooral met de recuperatie van water dat de wasserij de grootste besparing realiseert. Marc Neyens verduidelijkt: “Het waswater van de witte was wordt door microfiltratie op 75 micron geleid, waardoor het voldoende proper is om opnieuw te worden ingezet voor de inweek van dit soort wasgoed én ook voor het wassen van de gekleurde werkkledij. Het water van dit laatste proces wordt op zijn beurt opnieuw voor het wassen van de schoonloopmatten gebruikt. Om de bacteriologische norm te halen, gebeurt het spoelen van de witte was en de werkkledij nog altijd met zuiver stadswater. Niettemin kunnen we met deze waterrecyclage het totale verbruik met twintig procent reduceren. Bij het wasprocedé van gekleurde kledij spreken we zelfs van zestig procent minder waterconsumptie! Daarnaast laat het filtratiesysteem toe om onvolledig gebruikte chemicaliën opnieuw in

Mireil Mir Mireil eiiillle e sta sstta tartte rtttte een rt rtt en e eig ei i en ig en waterz wat w aatterz errzzui er uiv iiv veri erri ring g met et ee een n memb embraa em raan raa n bioreac io iior oreac or eactor ea ctto tor orin or ins nstta n tal a la al lat atie. at ie.

38 | energymag nr 8

36-39 EFFI Mireille nl.indd 38

16/12/07 17:33:00


INDUSTRY | EFFICIENCY

het wasproces te injecteren, wat een reductie van vijftien procent op de wasmiddelen impliceert. Tot slot wordt het afvalwater via een warmtewisselaar afgevoerd, waardoor het inkomende water op 40 à 45°C wordt gebracht. Hierdoor dient het bij hergebruik slechts beperkt te worden opgewarmd. Op die manier besparen we op het aardgasverbruik en neemt onze CO 2 -uitstoot met acht procent af!” Een gesloten kring Mireille wil de cyclus op korte termijn graag volledig sluiten. Marc Neyens legt uit: “ We hebben er nu

voor geopteerd om de eigen waterzuivering met een membraan bioreactorinstallatie te starten. Deze stimuleert de biologische afbraak en leidt het water doorheen membranen tot het niveau van ultrafiltratie wordt bereikt. Hierdoor zijn de zwevende deeltjes in het gezuiverde water beperkt tot 0,1 micron. Het slib dat in dit proces vrijkomt, wordt eerst ingedikt voor volumeverkleining en vervolgens aan een erkende verwerker aangeboden. Momenteel lozen we het gezuiverde water nog altijd, maar we hebben wel al nagegaan hoe we het opnieuw in onze processen kunnen inzetten. Testen

wijzen uit dat het via omgekeerde osmose mogelijk is om opnieuw het niveau van drinkwaterkwaliteit te halen. We overwegen dan ook om deze techniek in te zetten, zodat we de kring kunnen sluiten. Maar momenteel verantwoorden de kosten de baten nog niet…” p Tekst: Els Jonckheere Foto’s: Charles Schweizer

nr 8 energymag | 39

36-39 EFFI Mireille nl.indd 39

16/12/07 17:33:07


TECHNOLOGY | COGENERATION

Agfa-Gevaert

© Agfa

WKK met een rendement van 102%. Een record!

Agfa over de performantste warmtekrachtkoppeling van heel België. Een prestatie die mede mogelijk wordt gemaakt door naverbranding, een procedé waarbij de uitlaatgassen ook op hun beurt worden verbrand. Een Europese première voor een gasmotor.

Agfa-Gevaert (Mortsel) neemt niet langer genoegen met de productie van polyesterfilms voor toepassingen in drukkerijen en medische beeldvorming. De Vlaamse fabrikant wekt nu ook elektriciteit en warmte op aan de hand van de meest performante warmtekrachtkoppeling op aardgas in België. Sinds januari 2007 afficheren de meters op deze centrale van 8 MW een globaal rendement van maar liefst 102% in plaats van de 85% die we gewend zijn. Voor de aldus gerealiseerde brandstofbesparing van 33% worden ook nog eens WKK-certificaten toegekend ter waarde van 3.2 miljoen euro per jaar. Niet te geloven! Hoog elektrisch en thermisch rendement Dit huzarenstukje is toe te schrijven aan een combinatie van twee factoren: het gebruik van een motor met een uitstekend elektrisch rendement (40%) en de herwinning van alle beschikbare warmte, zowel de stralingswarmte van de motor als de warmte die vrijkomt bij de condensatie van de uitlaatgassen. Dit systeem maakt het mogelijk om een hoog thermisch rendement te verkrijgen (62%). Maar warmte herwinnen is één ding, het opnieuw

40 | energymag nr8

40-42 TECHNO Agfa nl.indd 40

16/12/07 17:35:27

© Agfa

Met een globaal rendement van 102% beschikt


COGENERATION | TECHNOLOGY

De eerste naverbranding bij een aardgasmotor

© Agfa

zinvol benutten, dat is wat anders. Dit is de verdienste van Agfa’s interne ingenieursbureau. Met behulp van de expertise van Indea en leverancier Eneria, kan al deze warmte in diverse vormen worden ingezet in het fabricageproces van de polyesterfilms. Op 26 december 2005 schafte Agfa vier Caterpillar-motoren aan welke elk een netto elektrisch vermogen ontwikkelen van 1.970 kW. De uitlaatgassen laten toe om 1.25 ton stoom te produceren tegen 19 bara (absolute bar) en 340°C. Dit komt neer op 965 kW per motor. Het water wordt op 90°C gebracht, eerst met behulp van een economiser (rookgassen), vervolgens met de koelwisselaar van het motorblok, voor een totaal thermisch vermogen van 1.327 kW per motor. Agfa gebruikt ook de lage temperaturen (40°C) afkomstig van de afkoeling van de turbo van de WKK-motor en de condensatie van de afvoergassen, goed voor een thermisch vermogen van 555 kW. Bijzonder aan de installatie is dat de 200 kW stralingswarmte van de warmtekrachtkoppeling ook wordt herwonnen met het oog op de productie van warme lucht (35°C) die dan wordt gebruikt om de films te drogen. Tot 33% brandstofbesparing Het gasverbruik van deze centrale ligt heel wat lager dan wat dan nodig is voor de gescheiden productie van dezelfde hoeveelheden stroom en warmte. Om 1.970 kW te produceren, heeft een elektriciteitscentrale met hoog rendement (50%, met inbegrip van de distributieverliezen) 3.940 kW aardgas nodig. Voor de productie van 965 kW stoom via een stoomketel met een rendement van 85% komt het aardgasverbruik uit op 1.135 kW. Voor de productie van 1.882 kW warm water (hoge en lage temperatuur), zou een hoogrendementsketel (90%) in totaal 2.091 kW gas verbruiken. Blijft nog de 200 kW warme lucht die het verbruik van 215 kW aardgas zou vergen met een ventilatorluchtkoeler (rendement van 93%). In het totaal

“Een Europese première” volgens Agfa. Het is namelijk voor het eerst dat een WKK-motor uitgerust werd met een systeem van naverbranding van afvoergassen. Naverbranding is iets wat we meestal bij gasturbines zien: hiermee kan het thermisch vermogen opgedreven worden met zo’n 80%. Omdat afvoergassen nog voldoende zuurstof bevatten om het geïnjecteerde aardgas te doen ontvlammen, is het niet nodig om verse lucht toe te voeren voor de naverbranding. De extra warmte die daarbij vrijkomt wordt beschouwd als deel uitmakend van de gecombineerde productie van warmte en elektriciteit. Omdat de hoeveelheid restzuurstof in de uitlaatgassen van een motor kleiner is dan die van een turbine, kan de naverbranding bij Agfa geboost worden door de toevoer van verse lucht. De door de naverbranding geproduceerde stoom (3.138 kW) kan dus niet volledig bij de productie van de WKK-motor zonder naverbranding gerekend worden. Volgens de VREG(1) en de berekening waarmee INDEA op 17 oktober laatstleden naar buiten kwam, mag slechts 359 kW worden toegeschreven aan het “naverbrandingseffect”, dit is een extra primaire energiebesparing van 423 kW. Tijdens de naverbranding neemt de productie van warm water trouwens eveneens toe. Bij het verlaten van de recuperatieketel passeren de uitlaatgassen van de WKK-centrale eerst langs de economiser en dan langs de condensor vooraleer ze in de atmosfeer terecht komen. Tijdens de naverbranding volgen de afvoergassen hetzelfde traject. Het vermogen van de productie van warm water met hoge en lage tempe-

ratuur loopt zo op tot 2.212 kW, dit is een heel stuk meer dan de 1.882 kW die verkregen wordt zonder naverbranding. Dit systeem van naverbranding is goed voor een extra primaire energiebesparing van 367 kW: de bestaande ketel hoeft dit surplus aan warmte immers niet meer te produceren. Dit brengt de totale primaire energiebesparing van 2.451 kW op 3.241 kW, wat een verbetering is van 32%! De naverbranding op de vier motoren is dus goed voor een primaire energiebesparing van 104.000 MWh per jaar. Dit levert voor ruim 4,2 miljoen euro per jaar aan WKKcertificaten op. Maar aan dit systeem zitten nog andere prettige kanten. Dankzij de naverbranding van 3.269 kW extra aardgas, kan de Clayton-recuperatieketel 5.2 ton/uur stoom produceren in plaats van 1.2 ton/uur. Dit is niet niks. Vermenigvuldigd met 4, want zoveel motoren hebben we hier, wordt zo de productie vermeden van 20.8 ton/uur stoom tegen 19 bara door een van de bestaande ketels. Op die manier wordt ook nog eens bespaard op de werkingskosten van deze - nutteloos geworden - stoomketel. Met deze voor Europa unieke en voorbeeldige installatie bewijst Agfa dat enige politieke wil (hier in de vorm van WKKcertificaten) ampel volstaat om de verbeeldingskracht te ontketenen en ondernemers te stimuleren om duurzaamheid en een betere productiviteit te combineren. Een voorbeeld dat beslist navolging verdient… ID (1)

Artikel 2 van het Besluit betreffende de warmtekrachtcertificaten voor Agfa: www.vreg.be/vreg/documenten/ beslissingen/BESL-2007-60.pdf

nr8 energymag | 41

40-42 TECHNO Agfa nl.indd 41

16/12/07 17:35:28


TECHNOLOGY | COGENERATION Gericht op de toekomst testo 880

Thermografie in de bouwsector 333 verbruiken die verschillende methoden 7.381 kW aardgas tegenover amper 4.930 kW voor de WKK-eenheid. De brandstofbesparing loopt dus op tot 2.451 kW of 33,2 % (1). Dit is werkelijk buitengewoon…

Een ROI van minder dan 3 jaar! … én rendabel. Hoewel de 4 WKK-motoren van Agfa toch zo’n 8.000 uur per jaar draaien, wordt er flink op het aardgasverbruik bespaard: 78.500 MWh. Het Vlaams Gewest beloont deze primaire energiebesparing met WKKcertificaten. De gemiddelde prijs van zo’n certificaat bedraagt momenteel 41 €. De 78.500 WKK-certificaten die Agfa ieder jaar van de VREG (de Vlaamse energieregulator) zal ontvangen zijn dus 3.2 miljoen euro waard. Vergeleken met de initiële investering die op zo’n 8 miljoen euro(2) wordt geschat, is dat een flinke financiële opsteker! Een “klassieke” centrale van dezelfde grootte zou slechts 47.000 WKK-certificaten hebben opgeleverd omdat het globaal rendement beperkt is tot 85%. U ziet, het loont dus echt de moeite om net als Agfa, het onderste uit de caloriekan te halen als men daarmee het rendement verder tot 102% kan opdrijven. p Ismaël Daoud. (1)

www.vreg.be/vreg/documenten/beslissingen/BESL-2007-60.pdf Geschat bedrag (ongeveer 1 000 €/kW ) want niet meegedeeld door Agfa .

(2)

Kenmerken van de warmtekrachtkoppeling bij Agfa - zonder naverbranding

Weergeven van warmtebruggen, bouwschade en een gebrekkige isolatie Lokaliseren van lekken bij vloerverwarming of pijpleidingen Detecteren van plaatsen met een gevaar op schimmelvorming

www.testo.be/testo880

Motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Caterpillar G3520C Leverancier van de motor . . . . . . . . . . . . . . . .Eneria (Overijse) Leverancier van de stoomketel . . . . . . . . . . .Clayton Installateur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Devis (Geel) Externe consultant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Indea Bruto elektrisch vermogen . . . . . . . . . . . . . . .4 x 2.020 kWe Netto elektrisch vermogen . . . . . . . . . . . . . . .4 x 1.970 kWe Thermisch vermogen stoom . . . . . . . . . . . . . .4 x 965 kWth Thermisch vermogen warm water hoge temperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 x 1327 kWth Thermisch vermogen warm water lage temperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 x 555 kWth Thermisch vermogen warme lucht . . . . . . . . .4 x 200 kWth Primair vermogen aardgas . . . . . . . . . . . . . . .4 x 4.930 kWprim Gemeten netto elektrisch rendement . . . . . .40.0% Gemeten netto thermisch rendement . . . . . .61.8% Gemeten globaal rendement . . . . . . . . . . . . .101.8% Besparing van primaire energie . . . . . . . . . . .33.2% Voorziene werkingsduur . . . . . . . . . . . . . . . . .ongev. 8.000 uur/jaar Datum ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1 januari 2007

testo SA · Schapenbaan 1 · 1741 Ternat tél 42 |02/582 energymag03 nr8 61 · fax 02/582 62 13 · info@testo.be 40-42 TECHNO Agfa nl.indd 42

16/12/07 17:35:28


2008 the Building Energy Performance Guide

Renoveren 3 Bouwen 3 Beheren

De eerste gids voor energie-efficiëntie en duurzame ontwikkeling van industriële en tertiaire gebouwen.

3 Alles over de wetgeving 3 Uitleg over de best practices 3 Een zestigtal technische fiches 3 De adressen van alle actoren

Reserveer nu een exemplaar en profiteer van onze speciale aanbieding! Verschijnt in februari 2008

PJA, ik bestel nu al een exemplaar van de gids Energybook met 20%

Bedrijf ...................................................................................

korting. Ik betaal dus 20€ in plaats van 25€. Ik ontvang mijn exemplaar zo gauw de gids uit is (oktober 2007). Ik maak 20€ over op rekening 310-1223352-74 ten name van In Site bvba onder vermelding van “GIDS“.

Voornaam ................................................... PMev

PJA, ik neem een jaarabonnement op Energymag en ik ontvang de 6

Adres ....................................................................................

volgende nummers van het magazine met daar bovenop een exemplaar van de gids Energybook tegen de voordeelprijs van 33€. Ik maak 33€ over op rekening 310-1223352-74 ten name van In Site bvba onder vermelding van “ABO.ENERGYMAG”. Mijn abonnement gaat in na ontvangst van mijn betaling.

PDhr

Naam .................................................................................... Functie ................................................................................. E-mail ....................................................................................

................................................................................................ Tel ......................................................................................... Fax ........................................................................................

P Ik wens een factuur te ontvangen. Mijn BTW-nummer is : ...........................................................................................................

Info 3 32 2 737 91 11 3 info@energybook.be 3 www.energybook.be Energybook 2008 Ad nl.indd 1

Stuur een fax naar 32 2 735 30 97 of schrijf naar In Site BVBA, J. Coosemansstraat 107, 1030 Brussel

16/12/07 18:08:58


DDB

Rij properder.

Passat BlueMotion. 136 g CO2 /km. Je wil je carrière met een schone lei beginnen? Start dan met een berline die even veeleisend is als u. Met een knap design en een optimale afwerking. De Passat geeft u meer aanzien, maar zorgt dankzij de BlueMotion-technologie vooral voor minder CO2-uitstoot. Want ook dat klopt met u profiel : u bekijkt de dingen graag op lange termijn. Uw carrière zal nog briljanter zijn als u properder te werk gaat.

De Passat BlueMotion vanaf 23.250 €*

of 465 €/maand excl. BTW** in Volkswagen Lease.

De BlueMotion-technologie is nu beschikbaar op de Polo, Golf, Jetta, Passat, Passat Variant en binnenkort ook op de Golf Plus, Golf Variant en Touran.

* Met afgetrokken recyclagepremie van 600€. Prijzen op 12/11/2007. ** Maandelijkse huurprijs in Verhuur op Lange Termijn “Full Service” Volkswagen Lease berekend op basis van 60 maanden en 100.000 km. Onder voorbehoud van aanvaarding van het dossier (C.B.F.A. 020172 cA). Gemiddeld verbruik (l/100 km) : 5,1 / CO2-emissie (g/km) : 136. Afgebeeld model is louter ter illustratie. Milieu-informatie (KB 19/03/2004) : www.volkswagen.be

4308_PM_297x210_passatBM_Nl 1

13/11/07 10:09:09


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.