6 minute read
GRENZEN VERLEGGEN
// Textielroute Enschede-Gronau: op de fiets langs rode priester en witte dame
OUDE SPOREN EN NIEUWE ENERGIE
IN EEN OUDE TURBINEHAL MAAK JE EEN REIS DOOR DE POPMUZIEK EN WAAR OOIT WEEFGETOUWEN RATELDEN KUN JE NU ZELF AAN DE SLAG MET LASERSNIJDER OF 3D-PRINTER. STAP OP DE FIETS EN ONTDEK HOE ENSCHEDE EN GRONAU HUN GEDEELDE TEXTIELGESCHIEDENIS EEN NIEUWE DRAAI GAVEN.
Hij kijkt hem met de nek aan. Alsof Gerrit Jan van Heek het niet kan aanzien, dat hij gezelschap heeft gekregen van een wereldberoemde oproerkraaier. De gevelsteen met de streng kijkende textielfabrikant herinnert aan de tijd dat hij met zijn gezin deze witte villa achter de Grote Kerk bewoonde. Nu kun je daar chorizokroketjes of gefrituurde puntpaprika eten. En dient het portret van revolutionair Che Guevara als uithangbord voor het tapas-restaurant. Van Heek en Guevara samen op een pui: het kan verkeren. Het is een klein voorbeeld van hoe Enschede het textielverleden wel van zich heeft afgeschud, maar niet is vergeten. Niet kán vergeten ook, want daarvoor heeft de textielindustrie een te groot stempel op de stad en haar inwoners gedrukt.
BEDRIJVIGHEID De invloed strekte zich uit tot over de grens: ook bij de ontwikkeling van de textielnijverheid in de Duitse buurgemeente Gronau waren Enschedese fabrikanten betrokken.
Die gedeelde historie wordt zichtbaar wanneer je op de fiets stapt voor de Grensoverschrijdende Textielfietsroute. Het station van Enschede is een toepasselijk startpunt: de aanleg van de spoorlijn naar Münster en Dortmund via Gronau deed de bedrijvigheid vanaf 1875 aan weerszijden van de grens exploderen.
Gronau
Al is van de twee textielfabrieken pal naast het Enschedese station niets terug te vinden. Ze werden in de jaren 70, geheel in de geest van die tijd, gesloopt.
Des te meer glans heeft het industriële erfgoed dat drie decennia later in de wijk Roombeek wél bewaard is gebleven. Op de plek waar zich in 2000 de vuurwerkramp voltrok ontvouwt zich nu een spectaculaire mix van oud en nieuw. Temidden van hedendaagse architectuur steelt menig fabriekspand de show, als kunstacademie, expositieruimte, school, mediacentrum of appartementencomplex. Waar ooit poetskatoen werd gemaakt kun je nu in De Museumfabriek zelf aan de slag met technologische snufjes als 3D-printer of lasersnijder.
GEDURFD Even verderop lonkt Rijksmuseum Twenthe, met een rijk overzicht van de kunst van de Middeleeuwen tot nu. Het museum is tegelijk een levend monument voor het textielverleden, want grondlegger van het museum was fabrikant en kunstverzamelaar Jan Bernard van Heek. Bouwend op diens erfenis vangt het het museum nu de tijdgeest in gedurfde tentoonstellingen.
De route voert terug naar het centrum, via het gebied waar zich het fabriekscomplex van Van Heek ooit over anderhalve kilo
meter langs het spoor uitstrekte. Om een paar overgebleven stoere gevels hangt nog een zweem van die tijd, hoe ver de nieuwe woonfunctie ook af staat van de omstandigheden waaronder vroeger in deze spinnerij en het aanpalende pakhuis werd gezwoegd.
Om vuil en zweet van zich af te wassen konden de arbeiders terecht in het overdekte zwembad annex badhuis dat Van Heek voor de Enschedeërs liet bouwen. Het stond op de plek waar nu het naar hem vernoemde (markt)plein een nieuw winkelhart vormt. De in 1892 geopende ‘zweminrichting’ had een interieur met een gewelfd koepeldak en gietijzeren pilaren. Die grandeur straalt nu alleen nog van oude foto’s. In 1972 vaagde de slopershamer het complex tot de laatste baksteen weg.
Het was de tijd die Willem Wilmink indringend wist te vatten in zijn gedicht Textielstad (1976), nu te lezen op de gevel van boekhandel Broekhuis. De periode van neergang en verval na het ineenstorten van de textielindustrie. Toen ‘de burchten van de nijverheid’ waren verworden tot ‘spelonken, hol en afgeleefd, waar nu de wind vrij spel in heeft’.
HERREZEN Al in 1987 schreef Wilmink een versie waarin het sombere beeld werd bijgesteld. ‘Wat eens een droevig schouwspel was, is als een phoenix herrezen uit de as’. Want Enschede was ondertussen onherkenbaar veranderd. Het is mooi dat niet het ronkende lofdicht maar het melancholische origineel een plek heeft gekregen op kruispunt De Graaff. Zo kan iedere lezer met eigen ogen vaststellen hoe groot het contrast is tussen de stad van toen en die van nu.
Met Wilmink kun je je op deze plek ook afvragen waar al die fabrikanten zijn gebleven; de Van Heeks, Ter Kuiles, Blijdensteins. Het befaamde hotel De Graaff verloor zijn bestaansrecht toen zij hun fabrieken sloten en is in de tijd opgelost. De fraaie villa Baurichter op hetzelfde pleintje, eens ook woonhuis voor een van de loten aan de Van Heek-stam, is nu een Mexicaans restaurant. Maar kijk, een straatlengte verder stuit je ineens toch op hun aanwezigheid. Al is het een bescheiden bordje waarop de familienaam prijkt. ‘Van Heek Holding en Beheer’, staat tussen de namen van andere kantoorfirma’s. Boven de deur verwijst het familiewapen van de familie Blijdenstein naar bankier B.W. Blijdenstein, grondlegger van De Twentsche Bank die hier was gevestigd, als knooppunt in het handelsverkeer van de textielondernemers.
Op een steenworp afstand van dit monumentale pand staat Alfons Ariëns, in gedachten verzonken. Het standbeeld eert de ‘rode’ priester als voorman en stuwer van de katholieke arbeidersbeweging. Achter hem maakt een enorm spandoek gewag van de zoveelste transformatie in de Enschedese binnenstad: het vroegere ziekenhuis Stadsmaten wordt ‘the most funky place to meet, learn and live.’ MACHTIGE OMVANG In Gronau voltrekken de ontwikkelingen zich in een minder hoog tempo, lijkt het. In het gebied rondom het station staan nog verschillende fabriekscomplexen te wachten op een nieuwe bestemming. Hier en daar roept dat onvermijdelijk het beeld van vergane glorie op uit het gedicht van Willem Wilmink, maar aan de andere kant krijg je hier nog wel een goed beeld van de machtige omvang en invloed die de bedrijfstak ooit had.
Staand op de moderne Bogenbrücke zie je textielfabrieken zo ver het vizier reikt. Van het vroegere kantoor van de firma Mathieu van Delden - nu een trots innovatiecentrum - tot De Witte Dame, de bijnaam van wat eens een spinnerij van Gerrit van Delden was. Ontworpen door Arend Beltman uit Enschede, huisarchitect van de textielfabrikanten. Nog altijd ligt de dame er met haar prachtige watertoren majesteitelijk bij. Maar het verval grijpt om zich heen, terwijl de particuliere eigenaren
blijven broeden op een metamorfose die wel genade vindt in de ogen van het stadsbestuur.
GROENE PIRAMIDE Op andere plekken kwam die al wel tot stand. Zoals op het terrein van de Baumwoll Spinnerei Gronau BSG, nu een enorme groothandel in levensmiddelen en horecaproducten. Het uitgestrekte fabrieksterrein van Mathieu van Delden is een park, sinds in 2003 de Landesgartenschau Gronau/Losser hier werd gehouden. De groene piramide die boven de perken, waterpartijen en speelplekken uitsteekt werd aangelegd met puin van de gesloopte fabriek. Bovenop heb je ook weer een mooi uitzicht. Voor wie meer uitdaging wil is er de trappentoren van het spinnerijgebouw, die gespaard bleef en een klimwand kreeg.
ROCK’N’POPMUSEUM Maar het meest opvallend is de transformatie van het voormalige turbinehuis tot rock’n’popmuseum. Een logische bestemming,
als je weet dat de kleurrijke rockmuzikant Udo Lindenberg in Gronau werd geboren. In het recent vernieuwde museum maak je een multimediale reis door de geschiedenis van de rock- en popmuziek. Van een afstandje ziet de in brons gegoten Mathieu van Delden het aan, op zijn sokkel in het park. Hij heeft geen keus, net als Gerrit Jan van Heek in Enschede. Hun tijd is voorbij, maar hun namen leven voort.