5 minute read
Meer oog voor de complete footprint
Koeling, luchtbehandeling en stroomoplossingen | Rashid Niamat
Groene trend zet door
Meer oog voor de complete footprint
Voor de buitenwacht springen fusies en overnames van datacenters waarschijnlijk minder in het oog dan de toenemende voorkeur voor een minder ingetogen architectuur bij nieuwbouw. Deze twee ontwikkelingen zijn niet los te zien van alle inpandige veranderingen en processen. Consolidaties in de sector zijn een voorwaarde om een schaalgrootte te realiseren die een andere bedrijfsvoering toelaat en de gewijzigde architectuur komt deels voort uit andere bouweisen en mogelijkheden.
Over beide ontwikkelingen valt een hoop te vertellen, ze zijn echter minder relevant om aan te tonen dat met name de binnenkant van een datacenter anno 2016 op enorm veel punten wezenlijk anders is dan enkele jaren geleden.
Wereldwijde trend Wat direct opvalt is dat hier sprake is van een wereldwijde trend. Overal is zichtbaar dat exploitanten, gebruikers en overheden meer aandacht hebben voor meer efficiency in de vorm van minder energieverbruik, een geringere coolingbehoefte en een hogere vloerbezetting. Wat we verder zien is dat wat enkele jaren geleden nog werd voorspeld of als testopstellingen bestond inmiddels gewoon in productie draait. Minstens zo belangrijk is dat sinds de vorige uitgave van het Datacenter & Cloud Dossier veel meer onderzoek beschikbaar is gekomen dat voor de genoemde partijen als eyeopener werkte. Een van de bekendere Amerikaanse onderzoeken uit najaar 2014 rekende de markt voor dat bij ongewijzigd beleid, tegen 2020 alleen al in de Verenigde Staten vijftig kolencentrales nodig zouden zijn om in de energiebehoefte van datacenters te voorzien. Dichter bij huis, mede door dit soort alarmerende calculaties, is op EU- en nationaal niveau de druk opgevoerd om tot meer gerichte acties te komen om de groeicurve in het energieverbruik te laten afvlakken en zelfs te gaan ombuigen. Aziatische groeimarkt Plannen, beleid en rapporten zijn slechts een deel van de verklaring voor deze trend. Buiten de scope van de meeste betrokkenen valt op dat er een enorme groeimarkt in Azië bestaat voor datacenters en afgeleide diensten. Amper
gehinderd door legacy in de vorm van bestaande gebouwen en met een verplichte focus het energie- en waterverbruik laag te houden, is hier een groeimarkt ontstaan die van enorm belang is voor de ontwikkeling van efficiëntere hardware. In de periode van 2013 tot 2015 werd voor landen als India, Indonesië en China een double digit datacentergroei gemeten. Tal van innovaties die wij nu in Nederland inzetten zijn mede door die boost tot stand gekomen.
Cooling staat centraal Voorbeelden van deze innovaties zien we terug in servers. Of het nu gaat om CPU’s, opslag of RAM, elke afzonderlijke component is tegenwoordig in staat feilloos op een hogere bedrijfstemperatuur en dito luchtvochtigheid te opereren dan de voorgaande series. De componenten zijn samengevoegd tot servers en storage-eenheden die eveneens in staat zijn daaraan te voldoen. De impact hiervan is enorm. Door de verbeterde servers kunnen racks, corridors, en dus complete datacenters met veel minder koeling af. Free air cooling is niet langer mogelijk voor een beperkt aantal regio’s maar wordt steeds meer de norm. De impact van andere methoden om systemen te koelen is vooralsnog lastig in te schatten, maar de ontwikkelingen onderstrepen het beeld dat er veel is aandacht voor het onderwerp cooling. Of de datacenterexploitanten in het hoge noorden daarmee gelukkig zijn is niet bekend, maar wel is duidelijk dat zij een veilig gewaande klimatologisch bepaalde USP zien verdampen.
Steeds stiller Minder cooling is niet alleen een prettige ontwikkeling voor de energierekening en de totale exploitatiekosten, het wijzigt op een weinig belicht punt de footprint van datacenters: ze worden steeds stiller. Of dit directe gevolgen heeft voor het aantal locaties dat geschikt is voor datacenters moet overigens nog blijken. Direct gekoppeld aan de trend naar minder cooling is de permanente inspanning om het energieverbruik terug te schroeven. Op detailniveau zijn hier twee ontwikkelingen te benoemen. CPU’s en RAM worden doorontwikkeld
om zuiniger te opereren, dat is een permanente evolutie. In het geval van storage is met de komst van SSD’s sprake van een revolutie. Stroomverbruik, warmteafgifte en gewicht van SSD zijn nog maar een fractie van die van spinning discs. De impact van deze ontwikkeling is echt indrukwekkend.
Energievoorziening Tijdens de interviews voor deze editie kwam diverse keren naar voren dat datacenterexploitanten en leveranciers verschillend aankijken tegen de trends bij de stroomvoorzieningen. Met industriebrede initiatieven als OPC zou het tijdperk van 230 respectievelijk 400 volt weleens verleden tijd kunnen worden, maar voor- en tegenstemmers lijken elkaar vooralsnog in evenwicht te houden. Een verklaring daarvoor kan zijn dat de voordelen (dunnere bekabeling, andere kastinrichting, minder ruimtebeslag in de datacenters voor complexe noodstroomvoorzieningen) veelbelovend klinken, maar dat de meeste datacenters en gebruikers zich hierdoor gedwongen voelen of een tweesporenbeleid te gaan voeren dan wel versneld bestaand equipment uit te faseren. Beide opties zijn vooralsnog schijnbaar weinig aantrekkelijk, waardoor dit thema een lagere prioriteit heeft.
Aandacht voor hardware Terecht kan worden opgemerkt dat strikt genomen datacenters weinig invloed hebben op wat de klanten aan hardware inzetten. Er kan zelfs worden gesteld dat zuinigheid weinig relevant is, omdat toch alle kosten aan klanten worden doorberekend. Tot voor een paar jaar terug was dat ook de regel. Er zijn echter twee redenen te noemen waarom exploitanten van een datacenter tegenwoordig wel oog moeten hebben voor dat – oneerbiedig gezegd – detailniveau. De eerste is dat zij zelf gebonden zijn aan afspraken. In de Nederlandse context is MJA3 daarvan een goed voorbeeld. Doordat exploitanten van datacenters zich aan doelen conformeren hebben ze er alle belang bij de huurders van de ruimte te motiveren daaraan mee te doen. Sterker nog, zonder aangepast gedrag van huurders zijn die doelen onhaalbaar.
De tweede reden is de komst van megadatacenters die maar een klant hebben: een cloudaanbieder. In die constructies zijn gebouw en hardware te beschouwen als een eenheid en dat leidt tot ontwikkelingen die ook de reguliere datacenters raken. Het leidt ertoe dat steeds meer gewone datacenters zich als cloud providers opstellen en in ieder geval een deel van de vierkante meters met eigen hardware vullen. Uit eveneens competitieve redenen willen ze eveneens niet achterblijven bij de mooie footprint-scores die de megadatacenters vol trots melden.
Regels en concurrentie leiden ertoe dat meer oog hebben voor aanwezige hardware de fase van vrijblijvendheid is gepasseerd. Oog hebben voor het geheel, de complete footprint, is inmiddels een must.