8 minute read

Bart Lens

Leven in de brouwerij

Architect Bart Lens (Lens°ass architecten) Fotografie Jan Verlinde (JavaM, Bart Lens)

Advertisement

De setting voor dit project van architect Bart Lens is op zijn minst buitengewoon te noemen: een brouwerij in het stadscentrum van Maastricht, een gezellige winkel- en wandelstad net over de grens in Nederlands-Limburg. Eerder al had de architect de gezinswoning van de opdrachtgevers ontworpen, gelegen in het pittoreske Aldeneik, aan de Belgische kant van de Maas. Nu wilde het Nederlandse koppel terug een ‘piedà-terre’ aan de overzijde van de grens in de vorm van een tijdelijk verblijf. Hun oog viel op de directeurswoning van de voormalige brouwerij De Ridder, waar ooit het lokale Ridderbier gebrouwen werd.

(Te) ruim bemeten

Architect Bart Lens werd uitgenodigd om mee een kijkje te gaan nemen naar het pand en zijn idee te formuleren over een verbouwing op maat van de bouwheer. De ligging was alvast veelbelovend: pal aan de Maas, aan de overkant van het stadscentrum. Een minpunt was de enorme omvang van het gebouw. De architect zag niet meteen een aanvaardbare oplossing om de monumentale oversized ruimtes enige vorm van gezelligheid aan te meten en tot een leefbare schaal te brengen voor een koppel met al uitgezwermde kinderen.

Demarche naar een toren

Tijdens de rondleiding had de architect een hoge bakstenen toren bemerkt wat verder op de brouwerijsite. Die maakte geen deel uit van de presentatie van de makelaar, maar de nieuwsgierigheid van Bart Lens was geprikkeld en dus trok het gezelschap ook nog even naar dat andere gebouw. Toen ze het dak daarvan bereikten – het was inmiddels valavond – keken ze minutenlang verbluft over de hele stad, wat bij Bart Lens de opmerking ontlokte: ‘Als ik een pied-à-terre mocht kiezen…’ Achteraf bleek dat de uitstap naar de toren geen verrassing was voor de bouwheer: ‘Ik wist het dat je dat zou vragen,’ luidde het. En waar hij die dag nog voor vreesde, werd bewaarheid. De toren en niet de directeurswoning werd het vertrekpunt van het nieuwe verhaal. Dat begon enkele dagen later al, toen het bod van de inmiddels ook enthousiaste bouwheer aanvaard werd.

Een verticaal gegeven

Het idee van omgekeerd wonen lag voor de hand: voor optimale uitzichten en lichtinval zijn de woonvertrekken boven geplaatst en naarmate ruimtes functioneler worden, zijn ze lager gepositioneerd. Helemaal bovenaan genieten bewoners en gasten op een dakterras van de omgeving. De vierde en hoogste verdieping biedt plaats aan een woonkeuken en een zithoek, de derde aan de masterbedroom en de tweede aan een gastenverblijf – voor de kinderen en gasten die het na een feestje liever veilig houden. De gelijkvloerse en de eerste verdieping kregen een semipubliek karakter, met een voor het publiek toegankelijke brouwinstallatie met alles erop en eraan en een afgesloten logistiek deel met technieken, plaats voor de wagen en een nieuwe toegangszone waar vroeger een bijgebouwtje stond. Met open geest het pad geëffend

Met twee eigentijdse ingrepen gaf Bart Lens het pand een nieuwe toekomst: een industriële buitenlift en een groot panoramisch raam voor lichttoetreding en uitzicht. De buitenlift reikt tot helemaal bovenaan, waar een bar uitgehouwen werd uit een voormalige betonnen watersilo. Hier komt het majestueuze uitzicht helemaal tot zijn recht. Aangezien dit toch wel ingrijpende visuele ingrepen waren, diende de Stedelijke Overlegcommissie zich over het project te buigen. In Nederland bestaat dit overlegorgaan vooral uit externe architecten, naast de stedenbouwkundige ambtenaren en de diensten voor het Rijkspatrimonium. De open geest van de betrokkenen leidde ertoe dat het project met veel animo en ruggensteun vlot door de kritische bevragingen heen werd geloodst en ook vanuit meer publieke hoek – geïnteresseerde Maastrichtenaren – kwam er geen meldenswaardig bezwaar. Het ontwerp werd dan ook onvoorwaardelijk vergund.

Tweede leven voor een ruimte

In het zo goed als lege gebouw, dat zelfs ontdaan was van buizen en kanalen, stonden alleen de enorme koperen stookketels met toebehoren, de betonnen silo’s, enkele houten binnendeuren en wat schakelaars. Een belangrijk principe bij de uitvoering was de instandhouding van alle nog op de site aanwezige industriële relicten, als stille of soms functionele getuigen van het verleden. Het afvoersysteem werd in de vorm van zwarte gietijzeren buizen aan de buitenzijde van de gevels aangebracht om de binnenruimtes te sparen. Glazen puzzel

Het grote respect spreekt uit het door vaklui minutieus gerestaureerde loodglas en de vier verschillende kriskras verwerkte glassoorten in de stalen raampjes met opdeling. Bij het ontstaan van het gebouw waren die ongetwijfeld ingevuld met één soort ribglas, maar in de loop der tijd werden noodzakelijke herstellingen met meerdere figuurglassoorten uitgevoerd. De recentste herstellingen bij de restauratie volgden dan ook het pad van de geschiedenis van het gebouw, waarbij er relatief meer klaar glas gebruikt werd op de hoogste verdieping met de woonruimtes.

(Asterix en) de koperen ketel

De bestaande industriële vloer van geborsteld beton kreeg een egaliseringslaag op basis van kalkmortels voor een juiste look. Oude schacht- en leidingdoorgangen in de vloer werden verhoogd weer opgevuld om de oude leidingtracés zicht- en voelbaar aanwezig te laten. De koperen ketels die op de eerste verdieping opgesteld staan, werken niet meer, maar een met koper beklede ijsbak in een van de ketels heeft wel nog een functie: het smeltwater dient om flesjes bier lekker koel te houden. De oude brouwverdieping is gescheiden van het privégedeelte door middel van een perfostalen poortje en overklimbeveiliging in het trappenhuis. Als de bewoners zelf geen privéfeestje voorzien hebben, kunnen stadsgidsen en hun publiek ongestoord de brouwzaal bezoeken.

Isolatie en verwarming

Isolatienormen waren voor het gebouw niet van toepassing omdat het deel uitmaakt van het Rijkspatrimonium. De architect deed op dat vlak wel de nodige inspanningen, maar zonder het gebouw en zijn geschiedenis weg te vlakken. De toren werd winddicht gemaakt en het dak geïsoleerd. De noordelijke zijde van de toren werd intern opgedikt met een isolatiewand, waarin elektrische leidingen een plaats kregen, net als een wandverwarmingssysteem dat werkt op lage temperatuur en warmtestraling. Nieuwe ramen en deuren zijn thermisch geïsoleerd, de oude zijn bij de restauratie uitgerust met structureel verlijmde isolerende beglazing. De verwarming gebeurt door middel van gaskachels, één per verdieping. Architect Bart Lens had wat graag duurzame tegelkachels gezien, grote, gesloten en op hout gestookte kachels die ook met een beperkte stooktijd erg lang stralingswarmte geven. Comfort en gebruiksgemak deden de balans echter overhellen naar gasgestookte toestellen. De oorspronkelijke monumentale schoorsteen doet vandaag de dag nog steeds dienst voor de afvoer van de rookgassen.

Groene revolutie

De nieuwe ingrepen zijn radicaal en contrasterend eigentijds. Bouwheer en architect waren het er roerend over eens dat de biertoren niet tot een huis getransformeerd mocht worden, iets wat helaas vaak en clichématig wel het geval is met dergelijke herbestemmingen. Geen ‘verhuiselijking’ dus, maar een radicale keuze voor perfostaal als thema, met achterliggende oxidegroene HPL-corpussen. Daarnaast werd gebruikgemaakt van geborsteld mat aluminium volgens de technieken die Maarten van Seeveren zaliger gebruikte voor zijn meubilair, aangevuld met oxidegroene keramische tegels en het gebruik van de kleur koperoxidegroen. De dressing en de keuken zijn opgevat als losstaande functionele elementen en worden abstracte volumes. Het nieuwe raam kreeg gaasdraad als borstwering en in de puur technisch ogende lift ervaar je ten volle het buitenklimaat en de omgeving, net als de stijgende en dalende bewegingen.

Patrijspoort voor een silo

Op de gastenverdieping staan de logeerbedden opgesteld in de vroegere siloruimtes, waar de betonnen wanden uitgehaald zijn. De deuropeningen met afgeronde binnenhoeken zijn blijvende getuigen van die werken. De afwezigheid van rechtstreeks daglicht is hier gecompenseerd door patrijspoorten te maken in de muur. Het licht dat daardoor naar binnen valt, wordt ‘getransporteerd’ via ronde, aan de binnenzijde tot spiegel gepolijste roestvrijstalen buizen, tot aan een oversized houten raam aan de ‘uitgang’, waar grote lichtcirkels een magisch schouwspel bieden. Magnetisch noorderlicht

Kunstlicht wordt bediend door middel van retro Berker- schakelaars, die erg sterk lijken op de originele bakelieten schakelaars waar er nog enkele van overblijven in het gebouw. Voor de verlichting ging de architect resoluut voor vernieuwing met eigen ontwerpen, geïnspireerd op de bijzondere sfeer van de plek. Voor de ledverlichting werkte hij samen met EDEN design. De lichtlijnen vertrekken vanuit de geïsoleerde noordelijke wand, om nieuwe opbouwbekabeling te vermijden. De erop aangesloten armaturen zijn magnetisch verplaatsbaar.

Bier- en andere bubbels

De woning is het kroonstuk van de ingrijpende renovatie van de hele brouwerijsite, waarin meerdere beleggers en bewoners investeerden. Vanuit het centrum hebben shoppers en wandelaars een prachtig uitzicht op het industriële verleden van de stad aan de overkant van de Maas, waar de brouwtoren goedkeurend op neerkijkt. Het industriële verleden herleeft nu ook helemaal, want er is zowaar een kleine stadsbrouwerij actief in een van de ruimtes aan de straatzijde. Voor de bouwheer en zijn zoon is dit nog niet het eindpunt. Zij dromen van een bubbelbad in de nog niet opengelegde historische waterton boven het trappenhuis. Wordt dus misschien nog vervolgd…

Gegevens architect

Architect: Bart Lens Bureau: studio lens°ass architects Adres: Dr. Willemsstraat 19, 3500 Hasselt Telefoon: 011 24 77 60 E-mail: info@lensass.be Website: lensass.be Sociale media: Instagram: lensassarchitecten

This article is from: