MVO Magazine nr 6 2020

MAGAZINE

Nr. 6 2020

Toezicht

in het belang van vertrouwen

Klimaatbeleid: van efficiĂŤntieverbetering naar CO2-emissiereductie Nieuwe analysemethode voor voedselveiligheid 20

MVO MAGAZINE NR 6 - 2020

1

Zonder vertrouwen geen handel Eind deze maand neem ik afscheid als bestuurslid van MVO en voorzitter van de werkgroep Handelspolitiek. Na meer dan 41 jaar werkzaam te zijn geweest bij handelsonderneming Nidera/COFCO en meer dan 45 actieve jaren in deze branche, ga ik per 31 december aanstaande met pensioen.

Nadat zeven jaar geleden een aantal bedrijven uit de keten vonden dat de kennis en ervaring van (toen nog het productschap) MVO niet ver­ loren mocht gaan, maakte MVO een doorstart als private organisatie. Ik trad toe tot het bestuur en kreeg het verzoek om de werkgroep Handels­ politiek voor te zitten. Dat heb ik al die jaren met veel plezier gedaan.

Vanuit mijn ervaring in de handel in granen en plantaardige oliën zag ik het grote belang van ketensamenwerking.

Bijna alles wat er wereldwijd gaande is, kan impact hebben op de handel.

Deze internationale dynamiek heb ik altijd heel interessant en aantrekkelijk gevonden. Terugkijkend hebben we, samen met MVO, veel weten te bereiken. Zo hebben we heel wat werk verzet om er bijvoorbeeld voor te zorgen dat de producten die we importeren uit landen als Argentinië en Brazilië voldoen aan de Europese wetgeving op het gebied van ­pesticidenresiduen. De kennis van MVO en contacten in Den Haag en Brussel hebben er mede voor gezorgd dat we dit soort zaken onder controle hebben gekregen.

Inhoud

MVO-bestuur en -medewerkers wensen u prettige kerstdagen en een gezond en succesvol 2021

DUURZAME ONTWIKKELING

Toezicht in het belang van vertrouwen

4-5

Klimaatbeleid: van efficiencyverbetering naar CO2-emissiereductie

8-9

Meer rioolverstoppingen tijdens corona

14

VOEDSEL- EN DIERVOEDERVEILIGHEID

Nieuwe analysemethode voor voedselveiligheid

12 - 13

ALGEMEEN

Sigma Oil Seeds: gespecialiseerd in oliën en vetten uit Afrika De veranderde wereld van olieboeren en graanhandelaren

6-7 10 - 11

Kort nieuws

15

MVO staat nationaal en internationaal goed aangeschreven. Als bron van informatie heeft de organisatie een belangrijke functie. Bedrijven moeten erop kunnen vertrouwen dat die informatie klopt en actueel is. Dat vertrouwen hebben we met elkaar opgebouwd. Toch moet je je functie altijd weer waarmaken. Dat geldt ook voor MVO. Laat dat daarom mijn afscheidswoord aan de sector zijn. Zorg dat de mensen waarmee je samenwerkt op je kennis en toegevoegde waarde kunnen vertrouwen.

Evert Schimmel, bestuurslid MVO namens COFCO International en voorzitter van de werkgroep Handelspolitiek N.B. op pagina 10 - 11 leest u een uitgebreider portret van Evert Schimmel

2

Louis Braillelaan 80 2719 EK Zoetermeer info@mvo.nl MVO MAGAZINE NR 6 - 2020

MVO Magazine is een digitale uitgave van MVO - de ketenorganisatie voor oliën en vetten en is bestemd voor leden en externe relaties.

Voor meer informatie zie: www.mvo.nl 3

DUURZAME ONTWIKKELING Nederlandse Emissieautoriteit over biodieselfraude

Toezicht in het belang van vertrouwen In de afgelopen maand werd Nederland opgeschrikt door een mogelijk geval van biodieselfraude. ­Volgens de berichten heeft een producent van biodiesel deze ten onrechte als duurzaam aangemerkt en op de markt gebracht. “Zeer zorgwekkend”, reageerde MVO. Juist het afgelopen jaar heeft MVO samen met de biodieselbedrijven hard gewerkt aan transparantie, het beperken van frauderisico’s en het nationaal en internationaal versterken van de handelsketen. MVO staat daarbij in nauw contact met de toezichthouder, de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa). Wat is de positie van de toezichthouder en hoe ziet de samenwerking met de industrie eruit? We vroegen het Harry Geritz, hoofd Energie voor Vervoer en Mark Bressers directeur-bestuurder bij NEa. Wat is de rol van NEa in het toezicht en de opsporing?

NEa: Bedrijven die benzine en diesel leveren voor vervoer moeten een deel hiervan laten bestaan uit hernieuwbare energie. Dat is een wettelijke verplichting en NEa houdt er toezicht op of bedrijven aan deze zogenoemde jaarverplichting voldoen. Daarnaast controleren we of de biobrandstoffen die bedrijven leveren aan de Nederlandse markt voor vervoer en bij de NEa inboeken in het Register Energie voor Vervoer ook voldoen aan de regels die ervoor gelden. NEa kan corrigerend optreden maar ook boetes opleggen. We hebben geen strafrechtelijke bevoegdheden, maar als we vermoedens hebben van strafbare feiten, dan doet NEa aangifte bij de bevoegde instanties, het Openbaar Ministerie en/of de Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de ILT. Met al die partijen is de afgelopen jaren steeds meer samengewerkt. We stemmen goed af welke aanpak het meest effectief is.

4

Hoe zijn de contacten met de industrie?

NEa: De systematiek ‘Energie voor Vervoer’ is inmiddels een volwassen systeem en bedrijven weten steeds beter wat er van hen wordt verwacht. De contacten tussen de toezichthouder en de markt zijn goed. Positief is ook dat de hoeveelheid hernieuwbare energie in het vervoer stijgt. Daarmee draagt het bij aan de klimaatdoelen voor CO2 -reductie. Tegelijkertijd moeten we ons realiseren dat als er sprake is van fraude, dit het vertrouwen in het stelsel onder druk zet.

Wat is de relatie tussen NEa en MVO? NEa: Nadat in 2019 een biodieselproducent verdacht werd van fraude, is de samenwerking met MVO in een stroomversnelling gekomen. MVO distantieerde zich openlijk van de frauduleuze praktijken en is samen met de biodieselbedrijven aan de slag gegaan om frauderisico’s te beperken. Bedrijven delen steeds

vaker zelf signalen uit de markt met NEa, en MVO en NEa hebben constructief overleg om risico’s verder te beperken. We weten elkaar goed te vinden.

Dat komt het vertrouwen in de sector ten goede.

Heeft NEa voldoende mogelijkheden om fraude op te sporen?

NEa: Uit de ketenanalyse die NEa heeft uitgevoerd blijkt dat het huidige systeem van toezicht beperkingen kent.

Binnenkort stemt de Tweede Harry Geritz, hoofd Energie voor Vervoer Mark Bressers, directeur-bestuurder Kamer over een wet die de bevoegdheden van NEa uitbreidt zodat we een stoffen en nooit aan fossiele stromen. Er is dus meer veel groter deel van de keten kunnen overzien. Zo nodig om het systeem betrouwbaarder te maken. blijven we continu bezig met de verbetering van het toezicht. Dat doen we graag samen met MVO en Hoe ziet de toekomst van het toezicht eruit? alle andere partijen in de markt.

NEa: We moeten erkennen dat het systeem een aantal prikkels kent die het aantrekkelijk maken om Hoe kijkt NEa aan tegen het initiatief van de sector ermee te frauderen. Dit stop je alleen door die prikvoor een Europese database? kels weg te nemen of door een goede combinatie NEa: Op dit moment is er geen goed zicht op de van privaat en publiek toezicht en opsporing. We zien ­hoeveelheid biobrandstof die in Europa wordt gedat ketenorganisaties als MVO, maar ook individuele bruikt en de hoeveelheid duurzaamheidsbewijzen bedrijven er alles aan willen doen om het vertrouwen die daar tegenover staan. Het grote voordeel van in biobrandstoffen te behouden. Wij willen graag de ­EU-database is dat je het bewijs van duurzaambijdragen aan het vertrouwen in de sector. Dat doen heid kunt volgen door de keten heen. Een Europese we door goed toezicht en de samenwerking met database is dus een goed idee, maar wat ons betreft opsporing waardoor we toekomstige fraudeurs afniet voldoende. Zo vinden we dat je de bewijzen van schrikken. Meer informatie over dit onderwerp op de duurzaamheid alleen kunt toekennen aan biobrandNEa-website.

MVO MAGAZINE NR 6 - 2020

5

ALGEMEEN

Sigma Oil Seeds: gespecialiseerd in oliën en vetten uit Afrika Bijna drie jaar geleden bracht Timo van Dorland een bezoek aan het MVO-kantoor in Zoetermeer. Hij was in de onderzoeksfase van de oprichting van een eigen bedrijf. Timo van Dorland: “Ik was destijds 18 jaar oud en was met de industrie in contact gekomen via mijn vader (Remond van Dorland, red). Ik vond het een interessante bedrijfstak en tijdens mijn stages bij Sime Darby Oils in Liverpool en vervolgens bij SRC in Zaandam heb ik veel geleerd. Ik zag kansen, maar een groot aantal aspecten van de industrie was uiteraard nog helemaal nieuw voor me. Het importeren van verschillende producten bijvoorbeeld, en alles wat daarbij komt kijken. De gesprekken hierover met MVO waren heel waardevol.”

Biologische speciale oliën en vetten Inmiddels is de jonge start-up een feit. Samen met twee partners is Timo oprichter en eigenaar van Sigma Oil Seeds, een importeur, handelaar en producent van (biologische) speciale oliën en vetten zoals Allanblackia, Moringa, Black Cumin en Baobab olie.

Timo van Dorland: “We werken nauw samen met lokale boeren, voornamelijk in Afrika. We hebben lokale partnerschappen in Ghana en Mozambique die zorgen voor onze lokale inkoop, maar soms gaan we er ook zelf naartoe. We kopen onze producten zo ruw mogelijk in, het liefst in de vorm van zaden. Deze grondstoffen importeren we naar Europa, waar we ze verder verwerken om zo een uitstekende kwaliteit te kunnen garanderen. Onze producten zijn bij voorkeur koud geperst en biologisch en door onze werkwijze altijd zo vers mogelijk, waardoor de houdbaarheid 6

Timo van Dorland en Mr. James Yeboah.

langer is. We zijn biologisch gecertificeerd. Deze markt, waarbij geen pesticiden worden gebruikt en de controles daarop streng zijn, is een segment waar we in geloven en die ons veel kansen biedt.

Productontwikkeling Het importeren van lokale grondstoffen uit Afrika in combinatie met het verwerken in Europa met de hier geldende kwaliteitsnormen, is de kern van het bedrijf.

Timo van Dorland: “We vinden het belangrijk dat lokale boeren een eerlijke prijs krijgen voor hun producten. We geloven in de potentie van Afrika, zowel in die van de mensen als van de grondstoffen die ervandaan komen. Maar net zo belangrijk is het kunnen garanderen van een goede kwaliteit aan onze klanten, en het kunnen bieden van producten ‘on demand’.

We werken hiervoor nauw samen met verschillende partners en doen onderzoek naar nieuwe en bestaande producten. We kunnen onze klanten helpen met nieuwe toepassingen. Daarbij richten we ons vooral op de markten voor voedingsmiddelen en cosmetica.

Nieuwe mogelijkheden Gaandeweg hebben zich zo andere mogelijkheden voorgedaan die binnen de visie van de onderneming passen m.b.t. duurzaamheid, traceerbaarheid en biologisch. Timo van Dorland: “Hoewel we ons voor 80% van onze business nog steeds op Afrika richten, komen er ook nieuwe projecten bij. Als een klant bijvoorbeeld specifiek vraagt om biologische kokosolie uit de Filipijnen, kunnen wij dat leveren. Een voorMVO MAGAZINE NR 6 - 2020

beeld van een nieuwe samenwerking is biologische lecithine, een emulgator met veel toepassingsmogelijkheden in voeding maar ook in de segmenten persoonlijke verzorging en gezondheid.

Deze lecithine is eigenlijk een bijproduct van het raffineren van biologisch raapzaad, zonnebloempitten en soja. Het product is geproduceerd door de Adams Group uit Amerika.

Door hun productieproces is het product niet alleen duurzaam, maar ook biologisch, non-gmo en 100% traceerbaar. Wij zijn samen met Pure & Organic ­verantwoordelijk voor de verkoop in Europa.

Online Zo breiden de kansen voor de jonge onderneming zich uit. Timo van Dorland: “Een interessante markt voor ons is bijvoorbeeld de online retail, en dan bedoel ik met name de webwinkels die zich richten op voeding en cosmetica. Die markt is ontzettend aan het groeien. Als jonge ondernemers hebben wij online ondernemen goed onder de knie, dat is een voordeel”, lacht hij. Voor het uitbreiden van zijn netwerk en om een beroep te kunnen doen op de kennis over de sector, heeft Sigma Oil Seeds zich onlangs aangesloten bij MVO. Timo van Dorland: “Die bron van kennis is heel belangrijk voor ons, en dat geldt ook voor de evenementen en de cursussen. En natuurlijk voelen we ons thuis bij de groep van jonge professionals uit de industrie, de YOF (Young Oils & Fats).”

Meer informatie over Sigma Oil Seeds op hun website.

7

DUURZAME ONTWIKKELING

Klimaatbeleid: van efficiëntieverbetering naar CO2-emissiereductie

Sinds de jaren negentig nemen de grote energieverbruikers in de oliën- en vettenindustrie deel aan de opeenvolgende Meerjarenafspraken Energiebesparing (MJA3). En met succes: als sector hebben we een efficiëntieverbetering van 54% bereikt. Ondanks de goede resultaten met efficiëntieverbetering is het absolute energieverbruik van de sector echter met 26% gestegen. En daarmee ook de samenhangende CO2-emissie.

Het nieuwe klimaatbeleid van de overheid kent een nieuwe focus: CO2-emissiereductie. Energie-efficiëntieverbetering kan daar nog steeds een bijdrage aan leveren, maar in 2050 zal de energie die nodig is om de processen gaande te houden nauwelijks of geen broeikasgassen meer mogen uitstoten. Dan wordt de industrie afhankelijk van hernieuwbare energie.

Het kabinet is druk bezig om het klimaatbeleid om te zetten in wetgeving. Sinds de zomer wordt tevens gesproken over een mogelijke opvolger van de MJA3.

Als naam is gekozen voor het Meerjaren Reductie CO2 (MJRC) convenant. Een nieuw convenant biedt kansen voor de overheid om zicht te houden op de voortgang van de CO2-emissiereductie bij de groep bedrijven die verantwoordelijk is voor circa 30% van de uitstoot.

Bedrijven zullen in 2021 in de eerste plaats moeten voldoen aan de wetgeving zoals ETS (Emissions Trading System) of EED (Energy Efficiency Directive) en CO2-emissieheffing. Daarnaast krijgt de hele voedings- en genotmiddelenindustrie te maken met Opslag Duurzame Energie (ODE). Kleinere bedrijven

8

MVO MAGAZINE NR 6 - 2020

zijn daarbij sterk in het nadeel omdat ze wel ODE betalen, maar vooralsnog niet in aanmerking komen voor compensatie in de vorm van gebruik van de subsidieregeling die bedrijven helpt klimaatmaatregelen te nemen.

MVO streeft naar een convenant waarbij ­inspanningen en ondersteuning met elkaar in balans zijn. MVO-er Frank Bergmans: “De successen van de MJA laten zien dat ­samenwerking leidt tot synergievoordelen.

In deze transitie is het doel wel duidelijk, maar het middel allerminst. Veel van de innovaties die nodig zijn moeten nog plaatsvinden en ­keuzes voor infrastructurele werken moeten nog worden genomen. Overleg en afstemming zijn daarbij essentieel. MVO dringt daarop aan en houdt de ontwikkelingen scherp in de gaten”.

9

ALGEMEEN concentratie­tendens gezien. Had je vroeger honderd klanten, dan heb je er nu tien. En aan de aanbodzijde geldt precies hetzelfde. Wat voor mij altijd heel belangrijk is geweest is het persoonlijk contact. Ik heb altijd geïnvesteerd in een goede persoonlijke relatie met klanten en aanbieders. Geen kortetermijndenken, maar vertrouwen opbouwen.”

De veranderde wereld van olieboeren en graanhandelaren Evert Schimmel stapte in 1976 de wereld van de graanhandel binnen. Hij had zijn HEAO-diploma op zak en had in de weekenden en gedurende vakanties werkervaring opgedaan bij een bedrijf in grondstoffen voor de mengvoederindustrie. Na drie jaar te hebben gewerkt bij het Rotterdamse graan- en veevoederbedrijf Granaria, trad hij in 1979 in dienst bij Nidera, inmiddels COFCO International, waar hij zijn hele werkzame leven zou blijven en waar hij meeging in de grote v ­ eranderingen van de tijd.

Evert Schimmel: “Zelf heb ik me gespecialiseerd als handelaar in nicheproducten, zoals grondnotenolie en maisolie. Dat vond ik leuk om te doen. Ik heb altijd veel contact met eindafnemers gehad, dat lag me goed. Eigenlijk is dat altijd zo gebleven. De business unit kreeg de naam Edible Special (ES). Dat zijn ook 10

mijn initialen, dus zo blijf ik altijd met dit onderdeel verbonden”, lacht hij.

De handel is in de afgelopen 40 jaar natuurlijk enorm veranderd. Evert Schimmel: “Zowel aan de aanbod­zijde als aan de vraagzijde hebben we een

Drie jaar gelden werd Nidera overgenomen door COFCO International, een Chinees staatsbedrijf. Wat betekende dat voor de manier van werken? Evert Schimmel: “COFCO is een enorm groot bedrijf. In vergelijking met het werken voor Nidera, wat een familiebedrijf was, betekende dat een grote verandering. Het bijzondere is, dat ik COFCO al goed kende voordat ik er werkte, omdat ik in de periode tussen 1980 en 1990 voor Nidera veel oliën kocht in China. Dat kun je je nu misschien niet voorstellen, maar dat deed je in die tijd zelf. Ik ging twee keer per jaar naar de Canton Fair in China en kocht daar de oliën van COFCO. Dat was in het communistische China destijds het enige bedrijf waar je van kon kopen. Nu is China een grote importeur, doen we het omgekeerde en handelen we daarbij ook met private Chinese partijen.

Ook de afgelopen jaren heb ik heel goed kunnen werken, ondanks weer nieuwe veranderingen. De handel heeft me altijd aangetrokken. De dynamiek, de kansen, het onvoorspelbare, de klik die er is tussen mensen uit de business, de band die je met elkaar opbouwt. Een man een man, een woord een woord. Weten wat je aan elkaar hebt, dat is en blijft toch de basis. Mijn carrière afsluiten in coronatijd is natuurlijk niet leuk. Gelukkig MVO MAGAZINE NR 6 - 2020

MVO-directeur Frans Claassen overhandigde Evert Schimmel op 3 december jl. een blijk van waardering als dank voor de vele jaren inzet voor MVO.

draait de handel door. Dat is in het verleden ook altijd zo gegaan en dat zal ook zo blijven. Ik heb me er met veel plezier voor ingezet.”

11

VOEDSEL- EN DIERVOEDERVEILIGHEID

Nieuwe analysemethode voor voedselveiligheid Snel Belangrijk voordeel van de nieuwe methode is dat hij snel is. Normaal gesproken kunnen bij het analyseren van oliën en vetten nevenreacties optreden die de uitkomst ervan negatief beïnvloeden. Door de toepassing van interne standaarden met hulpstoffen om onnauwkeurigheden te corrigeren, krijgen onderzoekers nu realtime zicht op nevenreacties tijdens het analyseproces. En mochten die nevenreacties daadwerkelijk optreden, dan wordt de impact ervan terug­ gerekend tot de juiste waarde.

Een nieuwe analysemethode van Bunge Loders Croklaan voor het waarborgen van de voedselveiligheid van plantaardige oliën en vetten is aangemerkt als internationale standaard. De nieuwe methode voor MCPD’s & GE, ISO 18363-4 & AOCS Cd29d-13 is snel, efficiënt en betrouwbaar, en gaat half december open voor consultatie. De methode, waarvan de validatie als essentieel onderdeel van de standaard, financieel door MVO is ondersteund, wordt als alles goed verloopt over drie maanden gepubliceerd.

12

Efficiënt Waar met de oude methodes de analyse zelf alleen al zestien uur duurde, duurt bij deze methode het hele proces minder dan tachtig minuten. Een groot voordeel van deze methode is dat hij is ontwikkeld voor de inzetbaarheid in een productieomgeving met de intentie te kunnen automatiseren. De opwerkingen kunnen handmatig maar ook worden uitgevoerd door een robot en automatisch opgevolgd door een analyse. Dat resulteert MVO MAGAZINE NR 6 - 2020

in verhoging van de betrouwbaarheid, verlagen van de variatie en beperken van veel contacttijd.

Betrouwbaar Voedselveiligheid is belangrijk en de voedingsmiddelenindustrie als geheel is gediend met deze nieuwe methode. Reden waarom Bunge Loders Croklaan heeft besloten deze grondig te v­ alideren en breed uit te dragen zodat ook andere voedselproducenten er hun voordeel mee kunnen doen. Diverse bedrijven, laboratoria en onderzoeks­instellingen hebben de methode sindsdien erkend. Ook MVO heeft volledige steun aan de methode gegeven.

In een interview op de website van NEN geeft René Blok, verantwoordelijk voor de analytische laboratoria van Bunge Loders Croklaan in Nederland en de analytische ontwikkelingsstrategie van het concern wereldwijd, samen met zijn collega Ralph Zwagerman, een toelichting op het standaardisatieproces.

13

DUURZAME ONTWIKKELING

KORT NIEUWS

Eindejaarscampagne ‘Frituurvet Recycle Het!’

Nieuw gezicht:

Meer rioolverstoppingen tijdens corona De feestdagen staan weer voor de deur. En hoewel ze dit jaar in een klein gezelschap gevierd moeten worden, zullen Nederlanders traditiegetrouw in groten getale oliebollen gaan bakken. Een groot deel van het gebruikte frituurvet verdwijnt daarbij bij het restafval of in het riool. “Dat is zonde”, vindt Frans Claassen, ­directeur van MVO, “aangezien het vet hergebruikt kan worden voor bijvoorbeeld het maken van biobrandstof. En dat is niet alleen goed voor het ­milieu, maar ook voor onze leefomgeving”. Elk jaar rond de jaarwisseling vraagt MVO extra aandacht voor de campagne ‘Frituurvet Recycle Het!’

Meer vochtige doekjes en ­mondkapjes Eerder dit jaar meldde Stichting ­RIONED dat sinds de coronalockdown Nederlanders steeds meer vochtige doekjes en beschermingsmiddelen 14

zoals mondkapjes door het toilet spoelen. Met name de combinatie vet/doekjes is bijzonder slecht voor het ­milieu. ­Samen met de vochtige doekjes vormt vet één grote, harde massa. En dat zorgt voor verstoppingen. ­Frituurvet, vochtige doekjes en mondkapjes horen dus niet in het riool.

Lizette Arkesteijn Gebruik je frituurvet? Recycle het!

Gebruikt frituurvet of olie kan ingeleverd worden bij meer dan 2500 locaties in Nederland. Elk jaar rond de jaarwisseling voert MVO hier campagne voor. Want naast het voorkomen van verstoppingen, geeft het recyclen een tweede leven aan gebruikte vetten. Zo kan er van gebruikt frituurvet of bakolie biobrandstof worden gemaakt. Biobrandstof dat is gemaakt van gebruikt frituurvet, is de meest duurzame brandstof die er is. Het heeft de laagste CO2uitstoot van alle energiebronnen.

Een groene wereld Ook zorgt het recyclen van gebruikte vetten voor extra inkomsten voor scholen en sportverenigingen. “Het inzamelen van gebruikte vetten heeft alleen maar voordelen voor onze maatschappij en draagt bij aan een groenere wereld”, zeg Frans Claassen, “Het is daarom belangrijk om hier elk jaar opnieuw aandacht voor te vragen.”

MVO MAGAZINE NR 6 - 2020

Per eind november ben ik, Lizette Arkesteijn, gestart als tijdelijke vervanger van Janneke van der Bijl, die momenteel met zwangerschapsverlof is.

De komende maanden zal ik MVO ondersteunen op het gebied van Voeding en Gezondheid. Ik heb een achtergrond in Voeding en Diëtetiek (Haagse Hogeschool) en Voeding en Gezondheid (Wageningen Universiteit). Na deze opleidingen heb ik bijna 15 jaar met veel plezier gewerkt bij Unilever en opvolger Upfield. Bij deze bedrijven heb ik verschillende functies bekleed op het gebied van voeding en gezondheid, waarvan het grootste gedeelte op het vlak van (gezonde) vetten. In eerste instantie vanuit wetenschappelijk oogpunt; welke vetten zijn bijvoorbeeld het meest gezond voor opgroeiende kinderen, en welke dragen bij aan het behoud van een goede hartgezondheid? Daarna waren mijn werkzaamheden meer gericht op productinnovatie en -renovatie voor merken als Becel en Blue Band, (Europese) regelgeving op het gebied van voedingsclaims, wetenschappelijk onderbouwde communicatie naar consumenten en het ontwikkelen van communicatiematerialen voor gezondheidsprofessionals.

Voor MVO zal ik me onder andere bezighouden met activiteiten in het kader van de campagne Verantwoord Frituren, en bij het ontwikkelen van verschillende communicatiematerialen. We hopen ­Janneke in maart weer terug te verwelkomen! U kunt me bereiken via arkesteijn@mvo.nl.

15