r-\ \ )
REP AHA TIEHANDBOEK No. 621
DEEL IV A- TYPEN Aile typen vanaf 1963
jr/-, \ \),/ ELECTRISCHE INSTALLATIE CARBURATIE
ONTSTEKING
/--\ ,,)
...--'
CITROテ起~ CITROテ起 NEDERLAND BV STADIONPLEIN 22-30 AMSTERDAM TEL.. 020--731181
GEBRUIK VAN HET REPARATIEHANDBOEK
UITVOERING
Om het gebruik van het reparatiehandboek te vergemakkelijken, hebben wij het totaal aan handelingen verdeeld over vijf delen, welk elk bestemd zijn voor een bepaalde afdeling van de werkplaats of een gespecialiseerde reparatie-inrichting.
Deel i behandelt: DE GEGEVENS - AFSTELLINGEN - CONTROLES Dit deel mag in geen enkele werkplaats ontbreken, daar het onmisb1lar is voor het uitvoeren van afstellingen of het verhelpen van storingen. Deel II behandelt:
HET UITBOUWEN EN INBOUWEN van hoofdcomponenten, onderdeelgroepen en onderdelen. Deel ILL behandelt:
- DE REVISIE van hoofdcomponenten, onderdeelgroepen en onderdelen Deel IV behandelt:
- ELEKTRISCHE INSTALLATIE - VERWARMING - VENTILATIE Deel V behandelt de werkzaamheden aan de CAROSSERIE.
Elk van deze delen is afzonderlijk verkrijgbaar, zodat voor elke afdeling van de werkplaats het benodigde aantal exemplaren kan worden besteld. De vijf delen zijn in een groene Fibrex ringband gebonden, waardoor aanvullingen gemakkelijk
kunnen worden ingevoegd, terwijl men bij het uitvoeren van een bepaalde handeling de betreffende bladen kan verwijderen.
SAMENSTELLING Elk deel van het reparatiehandboek omvat:
Een inhoudsopgave van de handelingen welke in het betreffende deel zijn beschreven D(1 handelingen, welke in numerieke volgorde zijn opgenomen.
E en lijst met aile gereedschappen, welke bij de omschrijving van de werkzaamheden worden genoemd en tevens de werktekeningen aan de hand waarvan de speciale gereedschappen, die in de handel verkrijgbaar zijn, zelf kunnen worden vervaardigd.
"
~ i\ IV 1
HANDELINGEN De volgorde van de handelingen is zo opgesteld, dat het werk op de meest efficiente wijze zo goed
mogelijk kan worden uitgevoerd. De handelingnummers zijn als voigt samengesteld: a) Aanduiding van de wagen:
- "A" betreft werkzaamheden welke voor aile "A" typen gelijk zijn.
- "AZ" betreft werkzaamheden aan de 2 CV typen - "AK" betreft werkzaamheden aan de 3CV Bestelwagen - "A Y" betreft werkzaamheden aan de Dyane
- "A YM" betreft werkzaamheden aan de Mehari b) Een groep van drie cijfers welke het onderdeel of hoofdcomponent aanduidt. c) Een cijfercode voor de aard van de handeling:
De cijfers 0 0 0 welke de technische gegevens van de wagen aangeven. De cijfers 00 welke de technische gegevens van het hoofdcomponent aangeven. He!t cijfer - 0 dat de controles en afstellingen aangeeft.
DE! cijfers 1,4,7 welke de vervanging (uit- en inbouwen) aangeven.
De cijfers 2, 5, 8 welke het verwijderen en monteren van toebehoren aangeven De cijfers 3, 6, 9 welke de revisies aangeven. De zwarte vakjes op de bladranden corresponderen met de genummerde driehoeken in de
inhoudsopgave; op deze wijze kan de betreffende handeling snel worden opgezocht.
GEREEDSCHAP Het speciaal gereedschap wordt in de tekst aangegeven door een nummer gevolgd door de letter T.
Deze gereedschappen zijn verkrijgbaar bij: - CitroĂŤn Nederland B.V., afd. Onderdelen, Stadionplein 22-30 Amsterdam, tel. 020-731181
Gereedschappen welke zelf moeten worden vervaardigd, worden aangeduid met een nummer, voorafgegaan door de letters MR.
De werktekeningen van deze gereedschappen zijn in numerieke volgorde achterin elk deel van het reparatiehandboek opgenomen.
AANTREKKOPPELS
De aantrekkoppels worden uitgedrukt in: Kilogrammeter (kgm)
N,B,: Wanneer bij een aantrekkoppel ook het woord "momentsleutel" wordt vermeld, MOET BESLIST een momentsleutel worden gebruikt.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN Voor aile inlichtingen, die betrekking hebben op storingen of reparaties aan deze wagens, gelieve U
zich te wenden tot onze Technische Dienst, Stadionplein 22-30, tel. 020-731181.
Voor aile inlichtingen die betrekking hebben op gereedschappen of reparatiemethoden gelieve U zich eveneens tot onze Technische Dienst te wenden.
A IV 2
INHOUDSOPGA VE DEEL IV VAN REPARATIEHANDBOEK 621 A typen vana' 1963
Handeling nummer
OMSCHRIJVING ALGEMEEN
A.OOO
Aigemene technische gegevens
A.01
Bescherming van de electrische organen CARBURA TIE
A 142-00
Technische gegevens van de carburateurs
A. 142-0 A. 142-3
Afstellingen aan carburateurs en bedieningsorganen Werkzaamheden aan carburateurs
A. 173-0
- Revisie van een carburateur Controle van de benzinetoevoer ONTSTEKING Technische gegevens van de ontsteking Controles en afstellingen van de ontsteking
A.210-00 A. 210-0
- Controle van het ontstekingstijdstip - Afstelling van het ontstekingstijdstip
- Controle van de onderbrekerpuntafstand
- Afstelling van de onderbrekerpunten - Controle van de centrifugaalvervroegingskromme
- Controle en afstelling van de maximale centrifugaalvervroeging Werkzaamheden aan de onderbreker
CJ
Z
:; ..
A.21'-1
:J
- Uit- en inbouwen van de onderbreker - Vervangen van een nok of van de vervroegingsgewichtjes
:;
Z
-0 -0
"r
N
CD
'"
W
oII
A.510-00
-0
AZ. 510-00
oZ ::
.. w
ii
AZ. 51\00a 'AZ. 510-00b
ELECTRISCHE INSTALLATIE Aigemene gegevens van de diverse electrische installaties Montage van de electrische installatie (AZU en AZL 6 volt: 9/1962 tot 1/1965) - AZA en AZAM 31963 tot 6/1965) Montage van de electrische installatie
(AZ. TT 6 volt: 6/1965 tot 4/1967) Montage van de electrische installatie GURTNER Verwarming: 4/1966 tot 2/1970) Montage van de elect rise he installatie (AZAM 6 volt: 4/1967 tot 2/1970) Montage van de electrische installatie (AZAM en AZU 12 volt - FR - 20째
AZ. 510-0Oc
AZ. 510-0Od
(AZ. TT 12 volt: 2/1970 tot 7/1973) AZ. 510-0Oe
Montage van de electrische installatie
(AZ. TT 12 volt: 7/1973 tot 9/1974) AZ. 510-00
621-IV - 1/0
Montage van de electrische installatie (AZ. TT 12 volt: vanaf 9/1974)
2
INHOUDSOPGAVE DEEL IV VAN HET RAPARATIEHANDBOEK 854 A typen vana' 1963
OMSCHRIJVING
Handeling nummer
ELEKTRISCHE INSTALLATIE (vervolg) AZ. 510-00 9
Montage van de elektrische installatie:
AY,510-00
AM. 510-00 AM. 510-00 a
Montage van de elektrische installatie: (Dyane 6 volt: van 9/1967 tot 3/1968) Montage van de elektrische installatie (Dyane 12 volt: van 9/1967 tot 3/1968) Montage van de elektrische installatie (Dyane 4 (A YA 2): van 3/1968 tot 2/1970) (Dyane 6 (A YA 3): van 1/1968 tot 10/1968) (Dyane 6 (A YB): van 10/1968 tot 9/1969) Montage van de electrische installatie (Dyane 4 (A YA 2): 2/1970 tot 9/1973) (Dyane 6 (A YB en AC CB): 9/1969 tot 9/1973) Montage van de elektrische installatie (Dyane 4 en Dyane 6: 9/1973 tot 9/1974) Montage van de elektrische installatie (Dyane 4 en Dyane 6: 9/1974 tot 7/1981) Montage van de elektrische installatie (Bestelwagen 3 CV "Acadiane" tot 7/1981) Montage van de elektrische installatie (Dyane en Acadiane tot 7/1981) Montage van de elektrische installatie (AMI 6): tot 5/1966) Montage van de elektrische installatie (AMI 6 behalve AMF-PA):
AM. 510-00 b AM. 510-00 c
Montage van de elektrische installatie (AMI 6 - Ă MF-PA): vana' 10/1967 halve AMF-PA): Montage van de elektrische installatie (AMI 6 be
AM. 510-00 d AM. 510-00 e
Montage van de elektrische installatie (AMI 6): (vana' 10/1968) Montage van de elektrische installatie (AMI 8): (tot 9/1974) Montage van de elektrische installatie (AMI 8): (vana' 9/1974) Montage van de elektrische installatie "Mehari" (12 volt) (tot 9/1974) Montage van de elektrische installatie "Mehari" "Iegeruitvoering" (24 volt) (tot 9/1974) Montage van de elektrische installatie "Mehari" (12 volt) (9/1974 - 7/1968) Montage van de elektrische installatie "Mehari" "Iegeruitvoering" (24 volt)
(AZ aile typen 12 volt van?' 7/1981 )
AY. 510-00 a
AY, 510-00 b
AY.510-00c
A y, 510-00 d '" CJ
A Y. 510-00 e
z
:; ..
AY.510-001
-0 -0
AY. 510-00 9
:J :; Z
+ N '" ""
'" w
0 II 0
z-0 ::
..w
(5/1966 tot 5/1968)
(5/1968 tot 10/1968)
ii
AM. 510-001
AYM.510-00 AYM.510-00a A YM. 510-00 b AYM. 510-00 c
(9/1974 tot 7/1981) AYM. 510-00 d AYM. 510-00 e AYM. 510-001 AK. 510-00 AK, 510-00 a
AK, 510-00 b AK. 510-00 c
Montage van de elektrische installatie "Mehari" (12 volt) (7/1978 tot 7/1981) Montage van de elektrische installatie "Mehari" (12 volt) (vana17/1981) Montage van de elektrische installatie "Mehari" "Iegeruitvoering" (24 volt) (vnaf 7/1981) Montage van de elektrische installatie (Bestelwagen 3 CV (AK) 6 volt: 9/1962 tot 3/1966) Montage van de elektrische installatie (Bestelwagen 3 CV (AK) 12 volt: 3/1966 tot 5/1968) Montage van de elektrische installatie (Bestelwagen 3 CV (AK) 12 volt: 5/1968 - 7/1970) Montage van de elektrische installatie (Bestelwagen 3 CV (AK) 12 volt: 7/1970 - 7/1973) OPMERKING: Voor de montage van de elektrische installatie van wag ens (Bestel-
wagen 3 CV (AK) 12 volt vana' 7/1973) Hand. AZ. 510-00 e 01 510-001 raadplegen. AZ. 520-1
Werkzaamheden aan het dashboard: (AZA: 9/1962 tot 2/1970)
- Demontage en montage van een dashboard AZ, 520-1 a
Werkzaamheden aan het dashboard: (AZ AM: vana' 4/1967 en AZ aile typen vana' 2/1970) - Demontage en montage van een dashboard
INHOUDSOPGAVE DEEL IV VAN HET REPARATIEHANDBOEK 621 A typen vanaf 1963
Handeling nummer
A Y. 520-1
OMSCHRIJVING
ELECTRISCHE INSTALLATIE (vervolg) Werkzaamheden aan het dashboard
- In- en uitbouwen van een dashboard - In- en uitbouwen van een snelheidsmeter AM. 520-1
Werkzaamheden aan het dashboard
- In- en uitbouwen van een dashboard - In- en uitbouwen van een snelheidsmeter AM. 530-0
Kenmerken en controles van de electrische delen: - Dynamo's en spanningsregelaars - Wisselstroomdynamo's en spanningregelaars - Startmotoren - Uitrusting (24 volt) (MĂŠhari in legeruitvoering)
A. 532-1
In- en uitbouwen van een dynamo (6 volt)
A. 532-3
Werkzaamheden aan de wisselstroomdynamo - Revisie van een wisselstroomdynamo Werkzaamheden aan de startmotor:
A, 533-3
- Revisie van een DUCELLIER 6202 startmotor - Revisie van een PARIS-RHONE D 8 E 99 of D 8 E 116 startmotor CJ
Z
A. 540-0
:J
A. 560-1
:; .. :; Z
Afstelling van de koplampen Werkzaamheden aan de ruitewissers - In- en uitbouwen van de ruitewisserdelen (AZ en A Y wagens)
-0 -0
- In- en uitbouwen van de ruitewisserdelen (AM wagens)
"r
N
CD
'"
W
o II o Z
-0
::
A. 614-00
VEILIGHEIDSAPPARATUUR. VERWARMING Montage van de alarminstallatie
A. 614-00
(Aile typen 6 en 12 volt) Montage van de alarminstallatie
..w
ii
(Aile typen AZ - 12 volt tot 9/1974) A Y. 614-00
Montage van de alarminstallatie
(Dyane 12 volt tot 9/1973) AY.614-00a
Montage van de alarminstallatie
AM. 614-00
(Dyane aile typen: 9/1973 tot 9/1974) Montage van de alarminstallatie
(AMI 8 aile typen: tot 9/1974) A. 640-1
Werkzaamheden aan de verwarming: - Vervangen van een warmtewisselaar
- Vervangen van een bedieningskabel van de verwarming of voorruitontdooiing - Vervangen van een verbindingskabel
GEREEDSCHAP
Lijst van in dit boek genoemd speciaal gereedschap. Werktekeningen van gereedschap dat niet verkrijgbaar is.
621-IV - 5/0
ALGEMEEN HANDELING NO. A. 000 Algemene kenmerken
Hand. A. 000
IDENTIFICATIE VAN ALLE A TVPEN (Wagens vanaf 1963)
Aigemene benaming
2CV
Z ..:; :J :; Z
.¡
CD -0
MEHARI
'"
w
o en o
Z oo ::
.. w
2CV Bestelwagen
3CV Bestelwagen
AZZ
2/70 - 9/75 9/75 - 9/78 9/78 - 9/79
AlA
AZ (serie KB) AZ (serie KB) AZ (serie KA)
2/70 - 9/78
Al (serie KA)
9/78 - 9/79
AZ (serie KA) AZ (serie KA)
7/81 -
7/79 - 7/81
A Y (serie CA) AY (serie CA)
AZU (serie B) AK serie AP (AZU) AK
AK (serie B) AK (serie AK)
2/70
3CV Berline en
AM
Break
AMB2 AMB2 AM3 AM (serie JA) AM (serie JB) AM (serie JC)
KB KB KA KA KA KA
2 CV6 2 CV 6 2 CV 6 Spécial, Club
2 CV Spécial of Club of Spécial E of Charleston
Ai
A 53 (425 cm3)
AYA 2
A 79/1 (435 cm3)
AYA2 AYA2 AK2
A 79/1 (435 cm3)
A 06/635 A 06/635 A 06/635
A 79/1 (435 cm3)
M 28/1 (602 cm3) M 28/1 (602 cm3) M 28/1 (602 cm3) M 28/1 (602 cm3)
,A 79/0 (425cm3) A 79/1 (435 cm3)
AM
AK2
M 4 (602 cm3) M 28/1 (602 cm3)
AYA
AYA2
A 79/1 (435 cm3)
CB
AM 2
M 28 (602 cm3)
Méhari
AK2
M 28/1 (602 cm3)
Méhari
A 06/635
M 28/1 (602 cm3)
AlZ
1/63 - 8/72
All
8/72 - 9/75)
AZU
9/75 - 2/78
AlU
1/63 - 5/68 5/68 - 8/70
AZl
Dyane 4 Dyane 6 Dyane 6
AZU 1/63 - 8/67
AZ
A 53 (425 cm3)
AZU 8/67 - 8/72
AYA
A 79/0 (425 cm3)
Citroën 250 Citroën 250
AYA2
A 79/1 (435 cm3)
AYA 2
A 79/1 (435 cm3)
AK AK
AM
M4 M 28/1 (602 cm3) M 28/1 (602 cm3)
AK
Citroën 400
CD CD
Acadiane
AK2 AK2 AM 2A
Acadiane G.P.L.
AM 2 A G.P.L.
M 28/1 (602 cm3)
AMI6
AM AM
M4 M4
AM 2 AM 2
M 28 M 28 M 28 M 28 M 28 M 28
AZZ
AMB
AMI 6 Break 5/68 - 3/69
AMI6
5/68 - 7/69 3/69 - 7/69 7/69 - 9/78
AMI 6 Break
JA JB
JC
AMI8 AMI8 ~MI 8 Break en Com
mere.
AMI 8 Break Service
ens die voor september 1972 uitgebracht zijn dragen het garantiesymbool: AAl
o Wagens die niet meer geproduceerd worden.
Motor type
AYA
CA CA
- 5/68
2 CV 4 2 CV Spécial
Aanduiding motorplaatje
AYA2
10/68 - 7/78 7/78
8/70 - 2/78 A Y (serie CD) 2/78 A Y (serie CD gewijzigd) 8/80 -
* Aile wag
2CV AZL en 2CV AlAM 2 CV 4
3/63 - 2/70
AZ (serie A)
ii
Commerciële naam
Al (:;eriès A2)
A Y (serie CB)
-0 -0
Gar.symb. Frankrijk
AZ (:;eries A en AM)"
AYA (serie A en AM) 8/67 - 3/78 AYA 2 (series A en AM) 3/68 - 2/70 AYA 3 (series A en AM) 8/68-10/68 A YB (series A en AM) 10/68-2/70 A Y A 2 (series A en AM) 2/70 - 9/75
DYANE OJ CJ
'"
Franse Rijksdienst aanduidlng
AM2 AM2 AM2 AM2
M 28/1
HANDELING No. A. 01: Voorzorgsmaatregelen bij werkzaamheden aan de electrische installatie
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ WERKZAAMHEDEN AAN
DE ELECTRISCHE INSTALLATIE
Om te voorkomen dat bepaalde electrische onderdelen onherstelbaar worden beschadigd of kortsluiting optreedt (risico van brandgevaar of ongevaO moet absoluut worden vermeden bepaalde foutieve handelingen te verrichten.
1. Accu: a) Maak eerst de negatieve accuklem los en vervolgens de positieve.
b) Sluit de accuklemmen deugdelijk op de accupolen aan; de negatieve accuklem moet het laatst worden aangesloten. c) Controleer voor het aansluiten van de negatieve accupool of er geen stroom wordt afgenomen. Controleer dit door met de kabelklem de negatieve accupool aan te tikken; er mag geen vonkvorming zichtbaar zijn. Wanneer dat wel het geval is,
is er sprake van kortsluiting in een der stroomkringen, die eerst moet worden verholpen. d) De accu moet op de juiste wijze zijn aangesloten; de negatieve poo~ moet met de massa zijn verbonden. e) Alvorens de startmotor in werking te stellen, moet worden gecontroleerd of de twee accukabels op de juiste wijze op de
accupolen zijn bevestigd.
2. Dynamo - Wisselstroomdynamo - Spanningsregt:: CJ
a) Laat de wisselstroomdynamo alleen draaien wanmier deze met de accu is verbonden.
Z :; .. :J :;
b) Controleer voor het aansluiten van de wissels眉oomdynamo of de accu op de juiste wijze is aangesloten (negatieve
-0 -0
c) Controleer de werking van de wisselstroomdynamo niet door kortsluiting te maken met de positieve accupool en de
!'"
massa of tussen de aansluiting "EXC" en de massa. d) Let erop de op de spanningsregelaar aangesloten stroomdraden niet onderling te verwisselen.
Z
CD
'"
accupool op de massa) 路
W
e) Tracht niet een wisselstroomdynamo te bekrachtigen; dit heeft geen enkel nut en zal leiden tot storingen aan de
Z
wisselstroomdynamo en de spanningsregelaar. f) Sluit geen ontstoringscondensator aan op de aansluiting "EXC" van de spanningsregelaar of wisselstroomdynamo. g) Sluit nooit een acculader aan op een in de wagen aa,ngesloten accu en voer nooit electrische laswerkzaamheden aan de
o II o
-0
::
..w
ii
wagen uit zonder eerst be
ide accukabels te hebben losgemaakt.
3. Bobine:
Sluit een ontstoringsondensator niet aan op de aansluiting "RUP" van de bobine.
Monteer de door de fabriek voorgeschreven condensator op de "+" of "BAT" aansluiting van de I)obine,
4. Jodlumlamp:
a) Een jodiumlamp alleen bij gedoofde verlichting vervangen, De lamp 5 minuten laten afkoelen alvorens deze handeling uit te voeren. b) De lamp niet met de vingers aanraken. Wanneer dit per ongeluk zou gebeuren, moeten de vingerafdrukken worden verwijderd met water en zeep, gevolgd door drogen met een gladde doek.
621- V - 9/0
)
Motortype
A 53
(425 cm3)
Wagentype
SOLEX 32 PICS*
SOLEX 28 IBC* SOLEX 28 CBI of ZENITH 28 IN* ZENITH 28 IN 4
Carburatortpe
CARBURATOR OVERZICHT
produktiedatum
3/1963 - 2/1970
3/1963 - 8/1967
AZ (serie A en AM)
AZU (serie A)
8/1967 - 8/1972 SOLEX 32 PCIS
AZU (serie A) 8/1967 - 3/1968
A 79/0
AYA (serie A en AM)
3/1968 - 2/1970
u
M 28/1
AK (serie AK)
AY (serie CA)
Wagentype
(602 cm3)
AZ (serie KA)
Motortype
(vervolg)
A Y (serie CA)
AK (serie AK) AZ (serie KA)
Produktiedatum
8/1972 - 2/1975
2/1975 - 10/1975
10/1975 - 7/1976
7/1976 - 7/1978
Carburatortype
SOLEX 36 PICS 6*
SOLEX 36 PICS 6*
SOLEX 34 PCIS 6
165
124
124
Frictie centrifugaal
Merkteken op carburator
normaal
123
123
123
164
164
176
165
164
175
175
194
176
175
193
7/1980 -
SOLEX 26/35 SCIC
SOLEX 26/35 CSIC*
197
225
197
193
226
198
226
198
194
SOLEX 34 PCIS 10
SOLEX 34 PICS 10*
AZ (serie KA)
7/1978 - 7/1980
225
193
A Y (serie CA)
7/1980 -
7/1978 - 7/1980
A Y (serie CA)
2/1970 - 6/1970
SOLEX 26/35 SCIC
SOLEX 26/35 CSIC*
195
179
127
113'
1102
198
196
180
128
114'
1112
A Y (serie CB) A Y (serie CB)
110'
1101
110
178
126
111'
111'
111 '
111
6/1970 - 8/1972
197
125
110'
198
A Y (serie CB)
10/1975 - 7/1976 7/1976 - 7/1977 7/1977 - 7/1980
226
5/1968 - 11/1968 11/1968 - 3/1969 3/1969 - 7/1969 7/1969 - 8/1972
177
8/1972 - 10/1975
A Y (serie CB)
7/1980 -
8/1972 - 10/1975 10/1975 - 7/1976
197
A Y (serie CB)
A Y (serie CB)
225 A Y (serie CD)
A Y (serie CD)
AM (AMI 6)
AM 3 (AMI 8) AM (AMI 8)
(serre JA - Jt: - JG)
7/1976 - 9/1978
197
2/1978 - 7/1980 7/1980..
225
AZ (serie KA)
A Y (serie CB)
AZ (serie KA)
AK (serie AK)
A Y (serie CA)
AZ (serie KA)
AK (serie AK)
39
M28
A Y (serie CA)
104
104'
(602 cm3)
102
Z30
30'
Merkteken Op carburator Frictie cenirifugaal
normaal
32'
Z 32
38 38
(425 cm3)
AVA 2 (serie A en AM) 101
A 79/1 102'
122
192
174
191
191
173
173
121
121
101 '
SOLEX 34 PICS 5*
SOLEX 34 PCIS 6
SOLEX 34 PICS 6*
SOLEX 34 PCIS 5
2/1970 - 8/1972 8/1972 - 9/1975
7/1976 - 7/1978
9/1975 - 7/1976
AK (serie AP) (AZU)
SOLEX 34 PICS 10 SOLEX 34 PCIS 10
103
104 103'
104' 103' 103' 103'
104'
103'
103
103
452
45'
45
453
SOLEX 30 PICS 44
443
- 5/1968
SOLEX 40 PICS*
SOLEX 40 PICS 3* SOLEX 40 PCIS 3
9/1963 - 4/1964
4/1964 - 4/1967
SOLEX 40 PICS 3* SOLEX 40 PCIS 3
SOLEX 40 PCIS 2
4/1967 - 5/1968
SOLEX 34 PICS 4*
SOLEX 34 PICS 5* SOLEX 34 PCIS 5
SOLEX 34 PICS 5* SOLEX 34 PCIS 5
SOLEX 34 PCIS 4 .
10/1968 - 1/1970
5/1968 - 1/1970 5/1968 - 1/1970 1/1970 - 8/1972 1/1970 - 7/1970 7/1970 - 8/1972 2/1970 - 8/1972
442
44'
AZ (serie KB)
6)
AYA 3 (serie A en AM) AK AM (AMI
A YB (serie A en AM) A Y (serie CA)
SOLEX 40 PCIS SOLEX 40 PICS 2*
7/1976 - 9/1979 1/1968 - 10/1968
AZ (serie KB)
AK (serie AP) (AZU)
AZU (serie B)
AZ (serie A 2)
AYA 2 (serie A en AM)
AZ (serie A 2)
AYA 2 (serie A en AM)
SOLEX 34 PICS 4* SOLEX 34 PCIS 4
(435 cm3)
M4
,
7
(602 cm3)
~ ~
J "7 ~
~ +
"
D
~
u
"
) D
::
z
0:
i:
i
.u
i M 28/1 (602 cm3)
AK (serie B) A YB (serie A en AM) A Y (serie CA)
AK (serie B)
AK (serie AK) AZ (serie KA)
* Carburator zander gasklepvertrager (normale frictie)
---- -- ----
:: ~
zC
m
!:
z z
0
G'
~
r~
(f (f
9 ~ ....
:u
!=
~
z
N i
0
~
;1 ::
CD
3CD
*
CD
::
"
II
::
a. CD
0II ..
0r: Q¡ Õ
ë;
:: II
0i-
tt ~
c:
::
.... N i 00
:: m
:: :: ~
-
m I\ CARBURATEURS
28 IBC (32') SOLEX 28 CBI (30')
CARBURATEURS SOLEX
28 IN (Z 32)
ZENITH
30 PICS
40 PICS (44) 40 PCIS (45)
32 PICS (38) 32 PCIS (39)
40 PICS 2 (44') 40 PCIS 2 (45') 40 PICS 3 (442_3)
28 IN 4 (Z 30)
40 PCIS 3 (452_3)
Venturi
Venturi
22 132
22 125
Hoofdsproeier Remluchtsproeier Chokesproeier
E1
80 42,5
Stationaire sproeier Stat. luchtsproeier
Vlotternaaldzitting
.
45 160 1,25
1,2
Hoofdsproeier Remluchtsproeier Chokesproeier Acceleratiepompspr. Vlotternaaldzitti ng Vi otter
26 140
28 150
AB
47,5
215 55 40
1,3
1,3
32 165 AB 55 40 1,6
5,7 9
5,7 9
5,7.g
32 170 AC 50 40 1,3 5,7 9
:: ~
Z C
m .r-
Z G'
z
9 ., .. ~ é
34 PICS 4 (101) 34 PCIS 4 (102) 34 PICS 5 (101') 34 PCIS 5 (102')
34 PICS 4 (103) 34 PCIS 4 (104) 34 PICS 5 (1031) 34 PCIS 5 (1041)
28 155
28 160 AB 42,5 55
Venturi
Hoofdsproeier Remluchtsproeier Stationaire sproeier Progressiesproeier Acceleratiepompspr,
AB
40 55 35
Vlotternaaldzitti ng Vi otter
CARBURATORS SOLEX DUBBELE POORT
34 PICS 6 (121) 34 PCIS 6 (122)
28 155 AB 40 50 35 1,3 5,7 9
40
1,3
1,3
5,7 9
5,7 9
110'*-1111
Merktekens 110*-111
Merkteken 1102*-1112
34 PICS 6 (123) 34 PCIS 6 (124) 34 PICS 6 (164) 34 PCIS 6 (165)
34 PICS 6 (173) 34 PCIS 6 (174) 34 PICS 10 (191) 34 PCIS 10 (192)
28 165 AC 42,5 52,5 40 1,3 5,7 9
125*-126 Merkte.ken 127*-128
28 155 AB 35 48
34 f'ICS 10 (193)
34 PCIS 10 (194)
1,3
28 165 AC 40 45 40 1,3
5,7 9
5,7 9
37,5
177*-178 179*-180
34 PiCS 6 (175.) 34 PCIS 6 ~176)
Merkteken 225*-226
Merkteken 197*-198
1131*-114'
26/35 CSIC* en SCIC
195*-196 1 e poort
2e poort
1e poort
2e poort
1 e poort
2e poort
1 e poort
2e poort
1 e poort
2e poort
Venturi
21
120
24 70
18
** 125
24 82,5
21
125
24 75
21
120
24 60
21
Hoofdsproeier
102,5
26 87,5
Stationaire sproeier Remluchtsproeier Acceleratiepompspr, Vlotternaaldzitting (met veer)
50
2AA
1 F 2
2AA
1 F 2
(1/73 -) 40
50 2 H 1
1 F 1
40
2AA
1 F 1
40 1,7
* Carburator zonder gasklepvertrager (normale frictie
40
1 F 1
40 1,7
39
40 1,7
1,7 (met kogeltjes)
2AA
35 1,7 (met kogeltjes)
;1 ::
CD
3
CD
*
CD
::
Q3 :: .
g-
oII ..
0r: ¡¡
CARBURATORS SOLEX
Ci
r: ë;
3
HANDELING No. A. 142-00: Technische gegevens van de carburateurs
SCHEMATISCHE DOORSNEDE
1. SOLEX 281BC (merkteken 321) en 28 CBI (merkteken 301) CARBURATEURS
M. 1 ~ -2 Q
Aid-2
t
Verklaring: a : Remluchtsproeier F : Vlotter
A IV 17
I : Chokehefboom P : Vlotternaald
Gg : Hoofdsproeier
S : Emulsiebuisje
Gs : Startsproeier
t : Filterzeef
9 : Stationarie sproeier
V : Gasklep
K : Venturi
W : Mengelschroef
4 HANDELING No. A. 142-00: Technische gegevens van de carburateurs
2. SOLEX 30 PICS - 32 PICS (merkteken 38) en 32 PCIS (merkteken 39) CARBURATEURS
a
t
9
w
Gg
F
M
V1
5
v
K
3. SOLEX 40 PICS - 40 PCIS CARBURATEURS (aile merktekens) A 14- 12
9
p
t
a
w Verklaring: a : Remluchtsproeier F : Vlotter
Gg : Hoofdsproeier 9 : Stationaire sproeier
i : Pompsproeier
K : Venturi
I : Pomphefboom
M : Pompmembraan P : Vlotternaald
S : Emulsiebuisje t : Filterzeefje
V : Gasklep
Vi : Chokeklep
W : Mengselschroef
A IV 18
l:ANDELING No. A. 142-00: Technische gegevens van de carburateurs
5
4. SOLEX 34 PICS4 - 34 PICS4 - 34 PICS5 en 34 PCLS5 (aile merktekens) CARBURATEURS A. 1 j --
1\ 11_'
L
, :.1
p Ui
rr----
Vi
F
I I I i I
r I Ii i I I
I i
L'= :. :. __ -_- _- _- _- :. :. :.- _- _-:: :. J_:
\.Gg
s
K v..
34 pies 5 et 34 peis 5
Verklaring: a : Remluchtsproeier F : Vlotter
Gg : Hoofdsproeier 9 : By-pass sproeier
gN : Stationarie sproeier
H Kogelzitting HI Kogelzitting Pompsproeierbu isje K : Venturi
A IV 19
L : Pomphefboom M : Pompmembraan P : Vlotternaald 5 : Emulsiebuisje t : Filterzeefje
UI : Gecalibreerde opening
v : Gasklep
Vi : Chokeklep
W : Mengselschroef
~
:¡
o
I\
.:
Ä. i ~_r
i I
L
K
HI
H
g gN
Gg
F
Venturi Pomphefboom
Pompsproeierbu isje
Kogelzitting
Mengselsch roef
Stationarie luchtschroef Va
Gasklep Chokeklep
Gecalibreerde opening
Pompmembraan Vlotternaald Emulsiebuisje Filterzeefje
.~:: ~---~=:.::=:. :.--.-.. ~ -- --~:: ":.------ -----------.::. ~
¡ Gg V.
I I ,
Vi W
Ui V
t U
P
M
Stationarie sproeier
9
s
K
By-pass sproeier
v
Vlotter Hoofdsproeier
Verklaring: Remluchtsproeier a
'.:--:-: :.-------: ---:-::::.-:----: -::= =.:.::_-:_-:'J Gg
II
I,
gn U1 U
!=
.¡
g.
l
77
::
r: en
:D
¡;
r:
Ct
Ql
a. c:
m
fi
i-
¡¡
¡;
~
): --
:D
c:
CD
:D
):
("
:: ~
CD
S
CD
:: ~
77
¡;.
~ ~ ;:
I
0
N
.. .¡
3 CD
iD
¡r
en
Ø)
("
."
Co
~
Z ~
CD
zG'
!:
m
C
): Z
%
Ø)
en en
("
Co
.¡ ::
X
m
0r-
en
pi
en
¡;
:;
t1
9
U1
v
K
H2
g H1
a F Gg
V1
Pompsproeierbuisje Venturi
Kogelzitting
Stationaire sproeier
Vlotter Hoofdsproeier
Reml uchtsproeier
Verklaring:
U2
K
W
V2
VL
V
U2
UL
5
P
M
v
------------------------- ------ ----
t. ii _ .
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -- .- - - -- - - - - - - - - - -
Chokeklep Mengselschroef
Gaskleppen
Gecalibreerde opening
Pompmembraan Vlotternaald Emulsiebuisje
REP,HANDBOEK 62'-4 AANVULLING I
..II
-~-~-
.. 0..
en
:D
m c:
~ --
:D
c:
CD
:D
¡¡
-.
ii i: ;;
c:
a.
Q
~
C'
~
~
::
'"
è' ::
~Cb
CQ
~ ~ :: ¡;. C" ~ Cb
!=
I
0
'' -~ II
z9
C)
iZ
m
X
zC~
~:J
'/.. CD '/ CD
CD
3 ..
CD
~
en
C'
en
U'
Co
en
-II
:J
CD
C' en C'
Co U'
en
-
II
X
m
a i-
en
~
;:
;;
'.
\
v
,I
.1 '
"
I'
"
II
II
l
9\\
\
U1
, ,
U2
¿
K
M
K
H
g Gg
F
Hoofdsproeiers Kogelzitting Pompinjecteur Venturis Pompmembraan
f
Va
Stationaire sproeier
Vlotter
Verklaring: a Remluchtsproeier c Pompnok d Verstuiver
d F
W
V2 Va
V1
V
U2
U1
5
'P
Stationaire luchtschroef Mengselschroef
Chokeklep
Gaskleppen
Gecalibreerde opening
Vlotternaald Emulsiebuisje
Î
¡
¡
I
I
i
i
I i
i
I i I I
¡
i
I
¡
!
I , i
I i I ,
!
I
í.
cm
2
):
:.
00
::
..
II
..IØ .. IØ
!.
::
aa
::
-cøc
~ it ~ CD
CD
3
iD
!:
tI
:x
c:
:x :p .. ni
c:
aa
:p :x
("I
Q ("
il
C.
..aaeo
II
CD
;:
~ c:
èI
c:
a.
2
íi
~
~ :: '"
'" :: Cb i. ~Cb
~.
,
¡t' ..~
""
~
Q
~ N
..
Z ?
"
2:
r-
ñ
0rm x II aa ..~ uu nuu
uu
;"
HANDELING No. A. 142-0: Afste/lingen aan carburateurs en bedieningsorganen
i. AFSTELLING VAN DE CARBURATEURS (Wagens tot augustus 1972)
4l?8 b) Draai de mengelschroef (2) langzaam in tot de
motor onregelmatig begint te draaien (bijna afslaat), Draai de schroef op dit moment bij:
A 53 motor: 1/2 slag los A 79/0 motor: 1/4 slag los A 79/1 motor: 1/4 slag 105
M 4 motor: 1/4 slag los M 28/1 motor.: 1/2 slag los
2
M 28 motor: 1/3 slag los voor een correcte mengselafstelling
2. Afstellen van het toerental
7Ă&#x; i '2 a) Motoren met een normale koppeling:
Draai de gasklepaanslagschroef (3) zodanig in dat het volgende toerental wordt verkregen:
CJ
Z
:; .. :J
:; Z
-0 -0
A 53 motor: A 79/0 motor: A 79/1 motor:
600 - 650 t./min 800 - 850 t./min 800 - 850 t./min
M 4 motor:
750:! 50 t./min (AVA 3en AM) 650 - 700 t./min (AK)
M 28/1 motor: M 28 motor:
750 - 800 t/min 750 - 800 t./min
!'"
CD
'"
W
oII o Z
-0
::
.. w
7811
b) Motoren uitgerust met centrifugaaikoppeling. Draai de aanslagschroef (3) geleidelijk in tot het moment dat de centrifugaalkoppeling ingrijping komt (51 ipmoment), en vervolgens 1/8 slag terug,
ii
3, Afstellen van de gasklepvertrager: (motoren met cen-
trifugaalkoppeling)
a) Controleer of de hefboom (1) van de gasklepvertrager vrij kan bewegen en dat de gaspedaalstang (4) bij de beweging nergens aanloopt.
b) Druk het gaspedaal fl ink in en laat deze weer los, Controleer de tijd die verstrijkt tussen het moment waarop de hefboom van de gasklep wordt bewogen en dat waarop de vertraging is uitgewerkt, Deze tijd moet liggen tussen 1 en 2 seconden. Verplaats zonodig de haak op de gasstang. AFSTELLEN VAN HETSTATIONAIR TOE
RENTAL
1. Afstellng van de mengselschroef:
a) Stel de gasklepaanslagschroef (3), wanneer de mo-
tor op bedrijfstemperatuur is, zodanig af dat het volgende toerental wordt verkregen:
62'-IV - '5
4. Afstellen van de gasstang:
(M 28/1 en M 28 motoren - dubbelpoorts carburateur SOLEX 26/35)
Druk het gaspedaal geheel in met een voeler van 5 mm tussen pedaal en vloermat.
A 53 motor. '/ 500 - 550 t./min. A 79/0 motor: 650 t./min. A 79/1 motor: 650 t./min.
een speling van max. 1,5 mm bestaan tussen het uit-
M 4 motor: 500 - 600 t./min.
einde (5) van de gasstang en de splitpen (8),
De gaskleppen moeten geheel geopend zijn en er moet
M 28/1 motor: 650 t./min,
Verdraai de stang (7) zonodig in de spanningsbegren-
M 28 motor: 750 t.min.
zer (6).
2 HANDELING NO. A. 142-0: Aistellen van de carburateurs en bedieningsorganen
II AFSTELLEN VAN DE CARBURATEURS (wag
ens vana' augustus 1972)
',n '5'2
1: l1., L 'i \, Pi¡) L.-..
4 --
f;.: :;.ii\:a;¡õll ~~.. . .1
3
J.¡! /iJ
,---_.._-
CARBURATEURS 34 PICS en PCIS 6 (tot 7/1976). De gasklepaai1slagschroef (3) nlet verdraalen¡ deze Is van
..1 .-
fabrlekswege met een micrometer afgesteld. CARBURATEURS 34 PICS en PCIS 10 (vanaf 7/1976). De luchtschroef Is vervallen en het statlonalre toerental
wordt afgesteld met de gasklepaanslagschroef. Deze carburateurs zljn van fabrlekswege ultgerust met een (zwarte) stop op de mengselschroef. Vervang deze
na een ingreep door een witte die afdellng Onderdelen verkoopt.
'2
Afstelvoorwaarden voor het statlonalr toerental en CO en C02 gehalte. - Ontkoolde motor, kleppen en ontsteking juist afgesteld. - Motorolietemperatuur 70 à 800 C tijdens de afstelling,
Statlonalr toerental: Met normale koppeling: 76-768
800:: 50 tpm 34 PICS 6 tot 7/1976
800:: 50/0 tpm 34 PICS 10 vanaf 7/1976
1-
Motoren met centrifugaalkoppeling: 50 tpm onder het slipmoment.
CO en C02 gehalte voor bovenstaande toerentallen: CO: - 0,8% tot 1,6% voor 602 cm3 motoren - 1,8% tot 2,5% voor 435 cm3 motoren C02: ? 9% voor 602 en 435 cm3 motoren,
Atstellen van het toerental en het CO en C02 percentage: Op de 34 pies 6 en peis 6 carburateur (tot 7/1976) - Verdraai de bout (1) om het stationair toerental te verkrijgen,
- Stel het mengsel af met schroef (2) om een correct CO en C02 gehalte te verkrijgen. OPMERKING: Op carburateur met gasklepvertrager: ga
tewerk als hiervoor beschreven en breng vervolgens het toe rental met schroef (1) op het moment dat de koppeling 7829
begint te slippen (slipmoment) en laat het toerental ver-
volgens 50 tpm zakken. Stel het CO en C02 gehalte vervolgens bij dit toe
rental af
(schroef (2)).
Op de 34 PICS en PCIS 10 carburateurs (vanaf 7/1976) zelfde handeling als hierboven beschreven, met uitzondering van het afstellen van het toerental dat geschiedt met de aanslagbout van de eerste poort. Het mengsel (CO en C02) wordt afgesteld met de bout (5).
Afstellen van de gasklepvertrager (centrifugaal koppeling ).
Geef flink gas en laat vervolgens het gaspedaallos. neem
de tijd op die verstrijkt tussen het aangrijpen van de hefboom van de gasklepvertrager (4) en het einde van de werking. Dit moet zijn 1,5 tot 2 seconden. Verplaats zonodig de haak (7) op de gasstang om dit te bereiken.
621-IV - 16
HANDELING NO. A. 142-0: Afstellngen van de carburator en bediening
Hand. A. 142-0
3
26/35 CSIC en SCIC CARBURATORS
"
(',
c
1. OP DE CARBURATORS VAN DE SERlE CIT 110111 - 113 - 114 - 125 - 126 - 127 - 128 (tot 10/1975). De bouten (1) en (2) van de gasklepaanslagen van de 1 e en 2e poort niet verdraaien.
2. OP CARBURATOR VAN DE SERlE CIT 177 - 178179 - 180 (vanaf 10/1975) of 195 - 196 - 197 - 198 (vanaf 7/1976):
De bout (7) van de gasklepaanslagschr?ef van de
2e poort niet verdraaien.
4
De carburateurs CrT 195 - 196 - 197 - 198 hebben een (zwarte) verzegelingsplug op de mengselschroef. Na demontage van deze plug moet een (witte) plug
-
worden gemonteerd, die geleverd wordt door de
c.
afdeling Onderdelen.
" '"
Afstelcondities voor CO en C02 percentages bij stationair
toerental:
- Motor ontkoold, kleppen en ontsteking goed afgesteld. - Motorolie op 70-80째C gedurende de afstelling. Stationair toerental:
Motoren met gewone frictie:
M CJ
z
:; --
750 + ~o tpm (carburateurs gemonteerd tot 7/1976)
:;
800 + ~o tpm (carburators gemonteerd vanaf 7/1976)
:J
z
-0 -0
Motoren met centrifugaa/frictie: 50 tpm onder het slipmoment van de friktietrommel.
-+
N
CD -0
'"
w
0 II 0
CO en C02 percentages van bovenstaande toerentallen: Koolmonoxyde percentage (CO): 0,8 tot 1,6%
::
Kooldioxyde percentage (C02): ? 9%.
z-0 .. w
ii
Deze waarden worden opgegevenvoor een omgevingstemperatuur tussen 15 en 30째 C, Afstellen van het toerental en de CO en C02 percentages: Bij de carburators tot 10/1975:
Verdraai de bout (3) om het juiste stationaire toerental te verkrijgen,
5
Stel het mengsel af met bout (4) om de opgegeven CO en
'"
"
(',
"I"
6
C02 percentages te verkrijgen. Beide handelingen moeten gelijktijdig gebeuren, zo vaak als nodig is. OPMERKING: Op carburators met gasklepvertrager: te werk gaan zoals hiervoor, om vervolgens met bout (3) het
toerental zodanig te stellen dat de frictie net slip! (slipmoment) en daarna 50 tpm lager. Bij het aldus verkregen toerental het CO en C02 percentage afstellen (bout (4)).
Bij carburators vanaf 10/1975: Verloop op dezelfde wijze als hiervoor beschreven m.u,v. de afstelling van het toe
rental dat wordt verkregen met bout (6).
CO en C02% afstellen met bout (5) van de gasklepaanslag van de 1 e poort. , '" -0
"
4 HANDELING NO. A. 142-0: Afstellng van de carburators en bediening
Afstellen van de gasklepvertrager (centrifugaal frictie): . Flink gasgeven - en gaspedaal loslaten.
Neem de tijd op tussen het moment dat de hefboom van de gasklepvertrager in actie komt en het moment waarop de werking
ophoudt. De tijd moet 1 tot 2 seconden bedragen. Bevestig de regelstang op de geruisdemper zodanig dat aan deze voorwaarde wordt voldaan.
4700
h=18:!1mm
Afstellen van de vlotter:
Verwijder het deksel van de carburator en keer dit om. Meet de afstand tussen de vlotteras en het pakkingvlak van het deksel (met pakking),
Deze maat moet h = 18 mm bedragen en nauwkeurig gelijk voor elke vlotter (toegestane afwijking = 1 mm),
Zonodig de lip verbuigen.
Afstellen van de gaskabel:
Zet met het gaspedaal de gaskleppen van de carburator geheel open. De afstand tussen pedaal en vloer moet 5 mm bedragen.
Zonodig de speld A verplaatsen in de groeven van kabelaanslag B.
Controleer daarbij of de speling J = minimaal 2 mm, wanneer de windingen van de veer tegen elkaar liggen,
.~
i: . '
รง:_-- . "--_.--'
~--._-'._.-
A, 14-24 -
~:-;:::::~'-:.~:-':_-
l, A. 14-23
HANDELING No. A. 142-3: WerzlNmhedffMn CMf'ters
REVISIE VAN EEN CARBURATEUR
De afbeelding van het carburateurtpe in geheel geemonteerde staat toont de onderdelen en onderdeelgroepen welke bij de
Afdeling Onderdelen verkrijgbaar zijn.
DEMONTAGE
Sommige onderdelen zoals gaskleppen, chokeklep en beieningshefbomen dienen niet te worden losgenomen.
Reinig de onderdelen met benzine (of een oplOlmlddel op celiulose-basis indien de onderdelen sterk vervuild zijn).
Blaas de boringen en sproeiers met perslucht door. Gebnik voof'lgeen metaaldraad.! Controleer of de volgende onderdelen nog in goed stit zijn:
- de vlotternaald
- het uiteinde van de mengslschroef voor sttionair toerental en de bijbehorende boring in het vlotterkamerhuis (de
mengselschroef moet gemakkelijk met de hand In- en uitgeschroefd kunnen worden). - de vlotter
- het membraan van de acceleratiepomp.
Wagens met centrifugalkoppeling:
De zuiger van de gasklepvertrager moet gemakkellJk in zijncilnder kunnen bewegen; licht schuren met schuurpapier No. 600 is
toegestaan. Vervang de defecte onderdelen.
MONTAGE
De gasklepassen moeten licht ingeolied worden. Controleer de afdichting van de vlotternaald en vvn de klep van de zuiger van de gasklepvertrager (Wagens met centrifugaal-
koppeling).
A IV 27
2 HANDELING No. A. 142-3: Werkzaamheden aan de carburateurs
CARBURATEUR 28 CBI
A i!_ l~,
" --
-
I
((
~
\~
, , 多JY
,,~
A IV 28
3
HANDELING No. A. 142-3: WerkzBBmheden BBn csrburateurs
CARBURATEUR 30PCIS
A 1 J -17
,
~~ " mm
-- ~
~~ -. --(I . I路
..
. ~O'
..-
Q , ..~ : . ~., (ff猫" ~ ..__J .. . ..
. "... ~ ., ~. ~ (p.(1'1. ,
A IV 29
rr0 !
~
4 HANDELING N o.
. urateurs
r;en aan carb oir"zaamh-*' A.142-3' . WI" ,L
CARBURATEUR 32 PCIS A, 1J.18
~--
(( -
g
~~
CCCl
A IV 30
HANDELING No. A. 142-3: Werlzasmheden aan carburateurs
5
CARBURATEUR 34 PCIS
A. i d- i 9
a"
--
A IV 31
6 HANDELING No. 142-3: Werkzaamheden aan carburateurs
CARBURATEUR 40 PCIS
A. i ~ -ìO
QQ --
,
i
~
~/
-- ,.Cf
o'(g
~
A IV 32
7
HANDELING No. 142 3: Werkzaamheden aan carburatellfS
CARBURATEUR 26/35 CSIC .\ i i.:' i
i Q)
a'
QI
a (Ç .ø ,. c: (. n. ~()
~~o ()
A IV 33/0
'0
HANDELING No. A. 173-0: Contmle iian de benzinetoevoer
-----_..--~,.,.,.-.,~.-_--...-CONTHOLE VA"I DE BENZINETOEVOER
._-_..._.----~.,--.......-- --,-..
~n5
BENZINEPOMP
(J 1, Technische gegevens:
.I
Membraanpomp van het zuig-perstype met excentriekaandrijving, Fabrikanten: SEV-MARCHAL - GUIOT
2, Controle iian de afdichting (pomp verwijderd): a) Dicht de drukpijp "a" af. b) Zet perslucht van 800 gram/cm2 op de aanzuigzijde
"b" van de pomp. cl Dompel de pomp in een bak met schone benzine. Er mogen nu geen luchtbellen verschijnen. 3. Controle van de pompdruk op de wagen met het appa-
raat 4005- T:
Sluit het apparaat aan zoals op nevenstaande afbeelding is aangegeven:
Neem de benzinetoevoerslang aan carburateurzijde los
en verbind deze met het apparaat bij ..c". Sluit de slang A op de carburateur aan. Draai de gekartelde knop B ongeveer aiiderhalve slag
b
los. Start de motor. 11 733
a) Controleer de druk bij opbrengst nul. Draai de knop B geheel in,
Lees op de manometer de gestabiliseerde druk af welke moet liggen tussen 180 en 200 gram/cm2, b) Controleer de afdichting van de pompklepjes. Zet de motor af.
De druk mag niet plotseling terugvallen, c) Controleer de afdichting van de vlotternaald in de carburateur, Draai de knop Bios,
Start de motor en laat deze eiiige ogenblikken draaien, Zet de motor af.
De druk mag niet plotseliiig terugvallen, Verwijder het apparaat 4005- Ten sluit de benzineslang weer op de carburateur aan.
4. Controle van de slag van de commandostift: Breng door de motor te draaien de commandostift (1) in zijn laagste stand.
Meet met een schuifmaat C hoever de stift buiten het bovenste vlak van het pomptussenstuk (2) uitsteekt. Dit moet zijn: 1 mm 425 cm3 motoren (A53 en A79/0) 1 mm 602 cm3 motoren (M4)
1,2 mm A79/1 - M28 en M28/1 motoren Meet de lengte van de stift; deze moet zijn: 144,3 mm 425 cm3 motoren (A 53 en a 79/0) 144,3 mm 602 cm3 motoren (M4)
110,6-110,7 mm (A 79/1-M 28 en M 28/1 motoren)
De slag van de commandostift moet bedragen: 1,12 mm (A 53 - A 79/0 en M 4 motoren)
o _n 2,6 _ 0,16 mm (A 79/1-M 28 en M 28/1 motoren)
A IV 35/0
ONTSTEKING
HANDELING No. A. 210-00: Technische gegevens van de ontsteking
KARAKTERISTIEKEN STROOMVERDELER Merk: DUCELLIER
Wagentype
Motor-
type
Productiedatum
Vaste voor-
Vervroe-
Maximum
gings-
centri -
ontste-
kromme
fugaalvervroeging
king
pengat
Contrôle
centrifugaalvervroeging met apparaat 1692- T Naald in zone
AZ (serie A en AM)
A53 (425 cm3)
AZU
AZU A 79/0
(425 cm3) A Y A (serie A en AM) CJ
vanaf 3/1969
tot 2/1970
12°
A
6° à 8°
"AZB"
12°
B
7°30' à 12°30'
tussen "AZB" en "AZP"
12°
C
10° à 15°
" AZP"
12°
A
6° à 8°
" AZB"
8°
C
10° à 15°
" AZP"
8°
C
1 0° à 15°
" AZP"
vanaf 3/1963
tot 8/1967 vanaf 8/1967
tot 8/1972 vanaf 8/1967
tot 3/1968
Z
:; ..
:J :; Z -0 -0
"r
N CD '"
A Y A2 (serie A en AM)
A 79/1 AZ (serie A 2 en KB) (435 cm3) AZU
vanaf 3/1968 vanaf 2/1970 vanaf 8/1972
W
oII o Z
AY A3 (serie A en AM)
-0
::
..w
ii
M4 (602 cm3)
AK A YB (serie A en AM)
AZ (serie KA) M 28/1 A Y (serie CA) (602 cm3)
AK (serie B)
M28 (602 cm3)
vanaf 1/1968
tot 10/1968 tot 5/1968 vanaf 10/1968
tot 2/1970 vanaf 2/1960 vanaf 10/1968
vanaf 5/1968
tot 7/1970
AK (serie AK)
vanaf 7/1979
AMI6
5/1968 tot 3/1969 vana'2/1970 vana'3/1969
A Y (serie CB)
AMI 8 aile typen
Lichthoogte contactpunten: 0,35 - 0,45 mm Contacthoek: - Ontsteking tot februari 1970: 144°:! 2°; Dwellpercentage: 80%:! 2% - Ontsteking vanaf februari 1970: 109° :! 3°; Dwellpercentage: 60% :! 2%
BOBINES: Merk: DUCELLIER
- 6 volt installatie: nummer 2768 - 12 volt installatie: nummer 2769 Merk: FEMSA ~ 12 volt installatie: nummer BC 12-4
62'-IV -'9
2 HANDELING No. A. 210-00: Technische gegevens van de ontsteking BOUGIES
Raadpleeg voor de aanbevolen merken en typen de Service Bulletins die periodiek verschijnen. CONDENSATOR Capaciteit: 0,18 à 0,22 ¡.F
CENTRI FUGAAL VERVROEGINGSKROMMEN
A.. 21.54 verdeler vervroeging
20'
15'
~
10'
5
o
-
500
1000
1500
2000 2500
Kromme A
'r/ii" alluiieur
A. 21-52
verdeler vervroeging 20'
15 ..
-
10'
5"
~
Kromme B
~
Kromme C
l
o
500
1000
1500
2000 2500
tr/mn
.Ihii"..,r
A. 21-53
verdeler vervroeging
20
15
1C
5'
o
1100
1000
1500
2000 2500
Ir/","
.lIu",.ur 621-V - 20
HANDELING No. A. 210-0: Controles en afstellngen van de ontsteking
i.CONTROLEREN VAN HET ONTSTEKINGSTIJDSTIP
1. Sluit een proeflamp "A" aan tussen de aansluiting "-"
(blauw gemerkt) ,van de bobine en de massa (bv, het deksel van de olievulpijp). e'Er è
Maak de bougiedraden los van de bougies.
2. Zet het contact aan,
3. Schuif een pen "P" met een diameter van 6 mm, of een
A
pen MR 630-51/15 of MR 630-51/15a bij de A 79/1 of M 28 motoren, in het gat aan finkerzijde van het motorcarter, tussen uitlaatpijp en cylinderkop door. Houd het staafje of de pen tegen het vliegwiel aangedrukt.
4. Draai het vliegwiel in de normale draairichting. Precies op het moment dat de pen in het gat in het vliegwiel valt (ontstekingstijdstip), moet het proeflampje gaan
CJ
Z
branden. Ais het lampje meer dan 1° vóór het ontste-
:; .. :: :;
z-0
kingstijdstip (te vroeg) of na het ontstekingstijdstip (te laat) gaat branden (2/3 van een tand of een tandholte
"r N
van de starterkrans) moet het ontstekingstijdstip wor-
'"
den afgesteld.
-0 CD W
oII o Z
-0
::
..w ii
tdè"
Markeer het ontstekingstijdstip op het vliegwiel t.O.V.
een aangenomen vast punt op het motorcarter door middel van een merkstreep,
5. Voer dezelfde controle uit voor de andere cilinder: draai het vliegwiel in de normale draairichting, Merk het ontstekingstijdstip op het vliegwiel t.O.V. het eerder
vermelde vaste punt op het motorcarter. Indien deze
merkstreep verder dan 3° van de eerste merkstreep is verwijderd (één tand plus em tandholte van de starter-
krans) moet de onderbrekernok worden vervangen,
6. Zet het contact af, verwijder het staafje of de pen,
alsmede de proeflamp "A". Sluit de boegiekabels aan op de bougies.
821-IV- 21
2 HANDELING No. A. 210-0: Controles en afste/lingen van de ontsteking
II. AFSTELLEN VAN HET ONTSTEKINGSTIJDSTIP
1. Verwijder de grille en het rooster Verwijder de ventilateur (trekker 3006- T bis)
2. Steek een pen van 6 mm diameter of een pen MR.
630-51/15 naar gelang van het motortype, in het daartoe bestemde gat aan de linkerzijde in het motorcarter.
3. Draai de motor aan het vliegwiel tot de pen in het gat
van het vliegwiel valt. De motor staat dan op het ontstek i ngstijdstip.
4. Maak de bougiekabellos van de bougies. Sluit een proeflamp "A" aan tussen de blauw gemerkte min-aansluiting van de bobine en de massa (bv. het deksel van de olievúlpijp). Zet het contact aan.
5. Verwijder de drie schroeven (1) van het deksel (2) van de onderbreker, Draai de centrifugaalgewichten met de
hand in de ruststand (naar elkaar toe).
6. Draai de twee bouten (3) van de onderbreker 105. Draai
het onderbrekerhuis (4) zo dat de contactpunten net
van elkaar gaan. Precies op dat moment gaat de lamp 5114
branden. Zet de bouten (3) vast. Zet het deksel (2) vast met de drie schroeven (1 )(kartelringen onder de kqp) Verwijder de pen.
7. Draai de motor (aan het vliegwiel) in de normale draai-
richting tot de lamp opnieuw gaat branden (de motor is éénmaal rond geWeest).
De pen moet nu in het vliegwiel vallen. Ais het de pen
voorbij is, staat de ontsteking te laat. Het ontstekingstijdstip voor deze cilinder moet dan opnieuw worden afgesteld; de vervroeging mag in geen geval minder bedragen dan:
12° (A 53 - A 79/0 - A 79/1 - M 4 motoren)
8° (M 28/1 en M 28 motoren). Er mag geen grotere afwijking dan 3° zijn (één tand en
een tandholte op de starterkrans) tussen het ontstekingstijdstip van de ene cilinder t,o.V. de andere. Is dit wel het geval dan moet de nok worden vervangen.
8. Verwijder de pen.
Monteer de ventilateur, alsmede het rooster en de grille,
621-IV - 22
HANDELING No. A. 210-0: Controles en afstellngen van de ontsteking
3
III. CONTROLEREN VAN DE CONTACTPUNTSAFSTAND
8383 Deze controle kan zonder demontage slechts worden uitgevoerd met behulp van een grootbeeldoscilloscoop of een
contacthoekmeter (Dwellmeter). De contacthoek moet bedragen: - 144° :t 2° voor wagens van voor februari 1970 - 1 09°:t 3° voor wagens I/anaf februari 1970.
De corresponderende Dwellpercentages bedragen:
- 80% :t 2% voor wagens van voor februari 1970 - 60% :t 2% voor wagens vanaf februari 1970
Oeze waarden gelden eveneens voor eerder uitgekomen
wagens doch uitgerust met de nieuwe onderbrekernok en corresponderen met een lichthoogte van de contactpunten van: 0,4 :t 0,05 mm Vopr één onderbreker mag het versch il tussen de contact-
hoeken van twee nokverdikkingen niet groter zijn dan
1°30' Oude nok
Nieuwe nok
OPMERKING: a) Met de oscilloscoop kan men een volledige controle van de ontsteking uitvoeren, in het bijzonder de controle
van de contacthoek en de mogelijke verschillen tussen de contacthoeken van de onderbrekerpunten, b) Met de contacthoekmeter kan men de contacthoek van
CJ
Z
N.S, De nieuwe nok is uitwisselbaar met de oude, De Afdeling Onderdelen levert slechts nokken van het
de onderbrekerpunten controleren, doch niet de even-
nieuwe type
nokverdikkingen.
tuele verschillen tussen de contacthoeken van de be
ide
:; ..
:J
:; Z
-0
.q
IV. AFSTELLING VAN DE CONTACTPUNTEN
'1
N CD '" W
5114
oII
1, Verwijder de grille en het rooster.
oz .q
::
..
2. Verwijder de ventilateur (trekker: 3006- T bis)
w
ii
3. Verwijder de schroeven (1) en het deksel (2) van het onderbrekerhuis. Controleer de contactpunten: bij kratervorming moeten ze worden vervangen (zie betreffende handeling) en de condensator worden gecontroleerd. A. Afstelling met behulp van contrôle-apparatuur
4, Sluit een oscilloscoop of een contacthoekmeter aan. 5152 5. Start de motor. Draai de schroef (4) los en verplaats de
vaste contactpunthouder (3) in de juiste richting tot een contacthoek van
144° :t 2° rOwel/percentage 80%:t 2%) of
109° :t 3° rOwel/percentage 60% :t 2%) afhankelijk van het wagentype is verkregen,
(Zie hoofdstuk 11 hierboven) Zet de schroef (4) vast,
Controleer de contacthoek opnieuw en stel deze zonodig nogmaals af,
621-IV - 23
4 HANDELING No. A. 210-0: Controles en afste/lngen van de ontsteking
6. Controleer de contacthoek van de contactpunten op de twee verdikkingen van de nok.
Dit kan alleen met de oscilloscoop geschieden. 5152
Laat de motor gedurende deze handellngen niet te lang draalen om te voorkomen dat hlj te heet wordl.
Ais een afwllklng wordt geconstateerd gaat men te werk als In par. 9 omschreven. BII gebrek aan een osciloscoop of een contacthoekmeter moeten de contactpunten met behulp van voe-
lermaten worden afgesteld. B. Afstellng met behulp van voelermaten
7. Draai het vliegwiel tot een van de verdikkingen op de
nok (2) de onderbrekerhamer (4) tot maximale hoogte heeft gelicht.
Op dit punt moet de afstand tussen de contactpunten 0,4 mm bedragen. Draai, als dit niet het geval is, de schroef (3) 105 en verplaats de vaste contactpunthouder (1) in de gewenste richting tot deze afstand juist
i)
is. 8, Zet de schroef (3) matig vast.
5114
9. Draai de motor tot de tweede verdikking van de nok
(2) de onderbrekerhamer op maximale hoogte licht.
Controleer opnieuw de contactpuntsafstand. Is deze minder dan 0,35 mm of meer dan 0,45 mm dan is de nok of de nokkenas defect. Controleer dit als voigt:
Verwijder zonder de motor te verdraaien de onderbreker en de nok en monteer deze 1800 verdraaid weer
op de nokkenas, Monteer de onderbreker zo, dat de nok de onderbrekerhamer maximaal licht en meet opnieuw de lichthoogte van de contactpunten: er kunnen zich nu twee gevallen voordoen: 1e geval:
de gemeten afstand ligt tussen 0,35 mm en 0,45
mm; dit betekent, dat de andere verdikking van de nok versleten is; deze moet dan worden vervangen. 2e geval:
de gemeten afstand is gelijk aan de vorige (begin van par. 9): dit wijst erop, dat het uiteinde van de
nokkenas is verbogen; de nokkenas moet worden vervangen,
10. Monteer het deksel (6) en de drie schroeven (5) (kar-
telringen) op het onderbrekerhuis. 11. Monteer de ventilateur. 12. Monteer het rooster en de grille.
621-IV - 24
5
HANDELING No. A. 21O-0:Controles en afstellngen van de ontsteking
V. CONTROLE VAN DE CENTRIFUGAALVERVROEGING
OPMERKINGEN: OPMERKINGEN: a) Deze controle kan slechts zonder demontage worden
A.. 21 -54
uitgevoerd met behulp van een stroboscooplamp, een vervroegingsmeter en een toerenteller. Tevoren moet
verdeler vervroeging
het ontstekingstijdstip door middel van een merkteken
20'
op het vliegwiel en het motorcarter worden gemar-
keerd. 15'
b) Zie de vergelijkingstabel (Hand. A.210-00J voor de
.-
motoren en corresponderende wagens,
10'
o
Kromme A: - A 53 en M 4 motoren
Kromme B: - A 79/0 motor
500
1000
1500
2000
2500
Ir/mn
allu.....r
Kromme C: - A 79/1 - M 28/1 en M 28 motoren.
Kromme A
1. Markeren van het ontstekingstijdstip. A. 21-52
verde ler vervroeg i ng
Sluit een controlelamp aan tussen de blauw gemerkte "-" aansluiting van de bobine en de massa (bv. het
20'
deksel van de olievulpijp). Maak de bougiekabellos. -
15'
Zet het contact aan.
-
Draai de motor aan het vliegwiel in draairichting rond.
Precies op het moment dat de lamp gaat branden, plaatst men nu een merkteken zowel op het vi iegwiel
10'
als op het motorcarter, tegenover elkaar. (Op een van
de steunen voor bevestiging aan de versnellingsbak
bijv. met een potloodstreep op een stukje plakband)
5' I I i
i
o
500
1000
1500
2000 2500
"/Mn
2. Verwijder de controlelamp. Sluit de bougiekabels aan.
allu.....,
Kromme S
3. Sluit de stroboscooplamp aan, met de vervroegings-
meter en de toerenteller. A, 21-53
verdeler vervroeging
20' 4. Start de motor en controleer de vervroeging. Ais deze
15
niet juist is, moeten de centrifugaalgewichten worden afgesteld of vervangen.
1C
5. Zet de motor af. Verwijder de stroboscooplamp met
de vervroegingsmeter en de toerenteller. 5
OPMERKING; Sij gebrek aan een stroboscooplamp en een vervroegingsmeter kan men de maximale centrifu-
gaalvervroeging controleren (zie hoofdstuk Vi van
I I
o
500
1000
1500 Kromme C
A IV 43
2000 2500
Ir/mn
allum.ur
deze handeling).
6 HANDELING No. A. 210-0: Controles en afstellngen van de ontsteking
VI. CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE MAXIMALE CENTRIFUGAALVERVROEGING
1. Verwijder de grille en het rooster.
4263 2. Verwijder de ventilateur (trekker 3006- T bis).
3. Verwijder de onderbreker.
4. Bevestig de gradenboog "A" van het apparaat 1692- T
met behulp van de bout (1) van de onderbreker.
5.. Schuif de naaldhouder "S" zover mogelijk op de nok en zet dan de klemschroef (1) matig vast.
6. Draai het vliegwiel tot de naald tegenover de merk-
streep "0" staat.
7. Draai de naald zonder forceren van rechts naar I inks. Aan het eind van de slag moet de naald zich bevinden: 3991 a) In de zone "AZS" voor de onĂ˜erbrekers van de A 53 en M 4 motoren. b) In de zone "D" voor de onderbrekers van de A 79/0 motoren.
c) In de zone "AZP" voor de onderbrekers van de A 79/1 - M 28/1 en M 28 motoren. Als de naald zich buiten de zone van het corresponde-
rende onderbrekertype bevindt, moet de uitslag van de centrifugaalgewichtjes worden versteld door de aan-
slagsteuntjes "E" en "F" te verbuigen.
8. Verwijder het apparaat 1692- T.
9. Monteer de onderbreker, stel de onderbrekerpuntsafstand af, alsmede het ontstekingstijdstip.
10. Monteer de ventilateur.
11. Monteer de grille en het rooster,
A IV 44
HANDELING No. A. 211-1: Werkzaamheden aan de onderbreker
i. VERWIJDEREN EN MONTEREN VAN EEN ONDERBREKER ""
VERWIJDEREN
II
1. Verwijder:
het beschermgaas het front (zonodig)
de ventilateur (trekker 300 2, Maak de onderbrekerdraad (4) los 3. Verwijder het deksel (3) met pakking
4. Verwijder de twee bouten (1) en de onderbreker.
5. Vervang (zonodig) de onderbreker.
MONTEREN
"" M
00
""
6. Breng de onderbreker op zijn plaats aan en monteer de bouten (1) zonder ze vast te zetten, 7, Olie de onderbrekeras in en smeer wat vet op de
fiber nokaanslag (TOTAL MUL TIS MS vet) . 8. Stel de contactpuntafstand af op 0,35 tot 0,45 mm. 9. Sluit de onderbrekerdraad (4) aan.
10. Stel het ontstekingstijdstip af. a) Steek de pen MR. 630-51/15 door het gat in de linkerzijde van het motorcarter en in het gat in het vliegwiel.
b) Sluit een controlelamp aan tussen de + aansluiting van de bobine en de massa,
Maak de bougiekabels los. Zet het contact aan en zoek het punt op waarbij
de lamp gaat branden door de onderbreker in de juiste richting te verdraaien.
Zet de bouten (1) nu vast. c) Verwijder de pen en draai de krukas een slag om,
Op het moment dat de lamp weer gaat branden
M
g ANCIENNE CAME
NOUVELLE CAME
moet de pen in het vliegwielgat vallen. Als het gat al voorbij de pen is, staat de ontsteking te laat. Stel de ontsteking in dat geval opnieuw af op
deze cilinder. Het verschil tussen de twee cilin-
ders mag niet meer bedragen dan 30 (1'h tand op het vliegwiel), Vervang anders de nok, d) Zet het contact af, verwijder het controlelampje
en sluit de bougiekabels aan. 11. Monteer het deksel (3) met pakking.
Zet de drie schroeven (2) vast.
12. Monteer de ventilateur, het beschermgaas en het II
M
;; A IV 45
front.
2 HANDELI"'G No. A. 211-1: Werkzaamheden aan de onderbreker
II. VERVANGEN VAN EEN ONDERBREKERNOK OF VAN DE CENTRIFUGAALGEWICHTEN
VERWIJDEREN
1. Verwijder de onderbreker (zie hoofdstuk I) 2. Verwijder de beschermplaat (1)
3. Verwijder de borgveer (2)
4. Verwijder:
de drukring (3) de onderbrekernok (6) de twee centrifugaalgewichten (5) en (7) 5. Reinig de onderdelen.
Vervang de gewichtjes zonodig door gelijksoortige. M
'" '"
MONTEREN
6. Smeer de as (4) van de onderbrekernokplaat licht met olie in, evenals de asjes "a" van de centrifugaal-
gewichten op de onderbrekernokplaat en de mee-
nemerplaat. 7. Plaats de centrifugaalgewichten (5) en (7) op hun asjes
"a" van de onderbrekernokplaat en plaats het geheel op de as (4); schuif daarbij de centrifugaalgewichten
op hun asjes van de meenemerplaat.
oco~ N
5
7
N.B. Plaats de centrifugaalgewichten in de stand zoals afgebeeld op de foto. 8. Monteer de as (4): de drukring (3) - de borgveer (2)
9. Monteer de beschermplaat (1)
a
a 10. Monteer de onderbreker (zie hoofdstuk I)
6
o o
3
2
A IV 46
ELECTRISCHE INSTALlATIE
HANDELING No. A. 510-000: Algemene opmerkingen betreffende de diverse montages van de electrische installatie
MONTAGE VAN DE ELECTRISCHE INSTALLATIE (Algemene opmerkingen)
PRESENTATIE
Deze handelingen bestaan uit: - een lampentabel - een zekeringentabel - een installatieschema
- eim principeschema
- een lijst van benamingen der onderdelen - een lijst van benamingen der draadbundels
GEBRUIK VAN DE SCHEMA'S
Het installatieschema geeft de rangschikking van de draden in de draadbundels aan, alsmede de plaats waar de onderdelen zich ongeveer op de wagen bevinden. Het principeschema geeft de diverse circuits op een functionele wijze weer, wat het opsporen van eventuele storingen
vergemakkelijkt. Bepaalde componenten, die deel uitmaken van verschillende circuits zijn eventueel "uitgJlagen". Wijze van coderen: De wijze van coderen is voor de installatieschema's en voor de principeschema's gelijk.
De onderdelen zijn met grote cijfers gemerkt. Zij komen op het instal,latieschema voor en op de lijst met benamingen van de onderdelen. Deze bepaalt de verticale lijn op het principeschema waarop het merkteken van elk onderdeel te vinden is. De codering van de draadbundels bestaat uit grote hoofdletters. Op het principeschema draagt de hoofddraadbundel (voorste draadbundel) in het algemeen geen merkteken. De kleurmerken op de draden en manchetten bestaan uit kleine letters, overeenkomstig de kleurencode. Het kleurmerk alléén geeft de kleur van de manchet aan: Voorbeeld: Mv = Lichtpaars.
Het kleurmerk, voorafgegaan door de letter F., geeft de kleur van de draad aan: Voorbeeld: F. Ve = groene draad. Deze beide merktekens kunnen worden samengevoegd: Voorbeeld: F. Ve Mv = groene draad met een lichtpaarse manchet. De njet gemerkte draden kunnen geen aanleiding geven tot verwarring.
In sommige gevallen worden deze merktekens gevolgd door een fictief getal; dit getal kwam overeen met de codering van de draden van de lijst met benamingen en is geen merkteken. De bedrading is slechts voorzien van kleurmerken.
Op het principeschema worden de voornaamste typen van componenten door de onderstaande symbolen voorgesteld. VERKLARING VAN DE SYMBOLEN
+
Stekkerverbinding
$
* A. l
Stekkerblok (6-voudig)
Zekering
Handcontact, schakelaar
bloY
'? ¿~ Ole y
Mechanisch contact
Drukcontact T emperatuurcontact
y
A IV 47/0
..,. $
4
Condensator
Q
e ~
~
~
Motor Lamp (verlichting)
Controlelampje Meter
Weerstand
Variabele weerstand Wikkeling
HANDELING No. AZ. 510-00: Montage van de electrische installatie (AZU en AZL 6 volt 9/1962 ---. 6/1965 - AZ en AZAM 3/1963 ---. 6/1965)
lAMPENTABEL
r--"--
. .
i Gebruìlo
I ! j
i .
i
2
Stadslichtel"
Knipperlichterr
I i
BA. 21 d
I
Geel
I
naar
i I i
I I
keuze
I
Grote
BA. 15 s
2
boll
! I
R. 136-02
6V
18/4 W
R. 136-11
6V
15W
R. 136-09
6V
7W
R. 136-05
6V
7W
R. 136-05
6V
1,5 W
R.136-o4
amp
I
~
Stoplichten
36/36 W
I
¡
\
I ! i i i
6V
i
! í I f
Spanning
Franse norm
I
I i
Dimlicht
Type
Vermogen
I
I
Grootl icht
Lampvoet
Aantal
I i
-
, I
2. I
--+ !
i i i i
Grote
BA. 15 s
boll
amp
i
! I : I i
i nterieurl icht
Stadslichten voor en achter
t--¡ ! i
I
I
Buislamp
Buislamp i
!
I ! i
Laadcontrolelamp
2
!
T ellerverl ichting I
A IV 49
i
BA. 9 s
I
o
(J
): -:
3
2
1
Groen Ve.
Rood R Paa.s Vi
Zwart N
Bruin Mr
Geel J L,chipaa.s Mv
Blau.. BI
Kleurencode
Wit Be
schakelaar
N1
MARCHAL
. , 1/
6
8
~ ~
15
14
27 V.21.J2
""~";, vr.Ji
benzinemeter AZ 0 vanaf novo 1963
AZU PTT AZAM vanaf maar! 1963
28
clignateurhuis en bediening
.J17-- achter bunde I
.~ 18
.
Mv5
R2~ 17
MV16-- 16
817
. ':i== R10~ 811
BIJZONDERHEDEN
Vol BI'I
Bunde I voor AZ Typen
INSTALATIE SCHEMA
~2~'
. ~25
21 MY~__
--' Np :
V.iS
massa
stekker CIBIE stekker DUCELLIER
~----
I .J17 '2~---~ 26 11 9 Mv16
" r-21 i~
~L- 25 i20'~,.
,
4;jn'~~ "";;~---r 24
stekker MARCHA L
---AZAM
-AZL
10
l
t
8
I g.
OO ::
~ Q3
~ 'f
0) íi
.I ::~
i !=
i 0
~ ~ (0 ~ ~ f
;: ~
'" 0 o .
0) Z
I\ 2 .. Ci
:b !:
(J :: C m
c: 2
~
..
'" ~
~
~
.~
I I I I
~ t, ¡¡.
~ ~
~ ~ (J t: :: ë;'
:b (J
_uu .. U
Bundel achIer AZU AZAM
---AZU (Pet T- EDF) \Jii/i/ii'i 111111/111/1/111111 1//1J I J e
-AZU .JflUv;L$ J l M .' 26
ì 'R1~ ;Vff16.. 10 lMii.JI
20
~ .Jt ~ ~ it 24
,
Bunde I achter AZ U Typen
I\ ):
~ ::
N
PRINCIPESCHEMA
-------------
i 12le4
9
i1_' _I
Ii II 1-' L _ _J
.., x. ,.,~. î'
if~~iF-; ..~-----_.._~ - ~l_-=~l
611
i 11
,- -1
v'g
i1I IiI
6 N1
..
617
1
iII Ii,
'~
II
1- 1S_rul
~
i_i-____~J
JJ7
12r fi, 8
~ R10
M 16
~ -: -----, ~: ~F-V~'p
My16
N1
BAT
~ Ell ..
1~
1
10~ Y. V.7 11 tl
I' " ,,
,,
ii i r.
D
i I 1 : i I 11'
p pT Tp-~ . I I
h r-i r-i
_______it __: '::1:
ARG
. i _L -1
J ~)O"
V.15
R~6
R 6 1R16 ~ 1".15 J1. J'"
__ _ _ J
~ ---n__
l rM~-¡ " 11
1I I-I i
2
I
I
3
6
F_V;:---
~
i ///////J/////t
I
9
I 10
i 11
I 12
I 13
I 15
I
1.
I 16
i 17
I 18
I 19
I
20
i 21
I
I
12
23
ø ::
-
VI
..
~ .: (J
I\
BENAMING VAN DE ONDERDELEN
No. Omschrijving en plaats
No. Omschrijving en plaats
1 Rechter koplamp
- Grootlicht ................................................... - Dimlicht ..................................................... - Stadslicht .................................................... 2 Bobine ............................................................
22 20 18 6
3 Linker koplamp
- Grootlicht ................................................... - Dimlicht ...................................................... - Stadslicht ....................................................
21
17 19 6
4 Stroomverdeler ............................................... 5 Dynamo .......................................................... 6 Startmotor ...................................................... 7 Claxon (stad en buitenweg) ............................
22-23
8 Spanningsregelaar ...........................................
3-4
9 Accu ............................................................... 10 Stoplichtschakelaar ......................................... 11 Ruitewissermotor ...........................................
12
3-4 2
1
14 Ruitewisserschakelaar ..................................... 15 Parkeerlichtschakelaar .................................... 16 Tellerverlichting .............................................. 17 Laadstroomcontrolelamp ................................ 18 Benzinemeter .................................................. 19 Licht- en claxonschakelaar ..............................
20 Interieurverlichting (AZAM en AZU) ............ 21 Weerstand benzinemeter ................................. 22 Knipperlicht en parkeerlicht rechts ................. 23 Knipperlicht en parkeerlicht links ................... 24 Achterlicht en stoplamp rechts (AZAM) ......... 25 Kentekenverlichting achter
13
1 0-11 16 5 7
17 tot 23 15 7
9-11
8-10 16-13
(AZL - AZA - AZAM ----.- 3/1964) .........
15
26 Achterlicht en stoplamp links ......................... 27 Knipperlichtautomaat (AZAM) zie No. 13 ..... 28 Knipperlichtschakelaar (AZAM) zie No. 13 ....
14-12 8 8
13-14
12 Contact-startschakelaar .................................
7
13 Knipperlichtschakelaar ...................................
8-9
BENAMING VAN DE DRAADBUNDElS
Zonder merkteken Voorste draadbundel AR.G
AR.D
Achterste draadbundel rechts
Achterste draadbundel
P
links
F.V.
Koplampdraadbundel Vrije draad
N.B.:
De nummers achter de kleurcodes van de draden en manchetten zijn theoretisch en gelijk voor de principeschemas en de installatieschemas. "Plaats": geeft de verticale lijn aan waarop het merkteken van het gezochte apparaat zich op het principeschema bevindt.
PRINCIPESCHEMA
(AZU en AZL 6 volt 9/1962 ----~ 6/1965 - AZA en AZAM 3/1963 ----~ 6/1965)
HANDELING No. AZ. 510-00~ Montage van de electrische installatie
~ OMSLAANS.V.P.
3
A IV 51
HANDELING No. AZ. 510-ooa: Montage van de electrische instailatie (AZ T. T. 6 volt 6/1965 ----~ 4/1967)
LAMPENTABEL
i
'~ebrlJi~~
~---_.. Grootlicht
!
Vermogen
Type
I
Frame norm
I
I
I i i !
I
Geel
I ! i i
i i
i
i
2
~n
I
BA 21 ~
diml ¡CPt
i
6V
36/36 W
6V
15 W
, nC'ar i R136.02 I
i i
+-
i
Stopl ichten e~
Spanning
Lampvoet
Aantai
i
i
i
4
knipperlichten
BA 1 5 s
11 ::::: +-- ! bollamp
I
I nterieur-
i
1 ,
veri ichting
6V
Buislamp
¡--4I
Pl
I 7W
Stadslichten
I R 136.09
4
6V
Buislamp
voor en achter
I Wi
I
K 136.05
I i
PL
R 136.05
¡
i i
Laadstroom-
~ ,
Tellerverlichting
i
2
BA 9 s
6V I !
¡
contrôlelamp
I
A iV b2
I 1 i
1,5 W
.
R 136.04 i , i
;¡
.: oo ..
2
81S
4_
Kleurencode Wi! Be 81auw " Geel J L,ch¡paa,s M. Bruin Zwari Rood Groen V, Paan V,
J3
"r-6
N'
AZA AZU
AZAM
+
N.'
--------+++++
10
Rni
t
t
i
tl
tr!
+t
+ !'
---------- ------
R
26
--"'23
20
'-1"-';;~¡...
1~!o ~\t.~..
i 25
i I i I
: 29 i
2' l' i
~M".~
li
+
t
27 t
t~l t
8113 t
~ J18 20'--=~
16
.tR2_~17 V;t~818
Vi,,, J
Rii
Ve10 BI16
~N'
"6~~15
'.,
i;~
-+J23t -¡.. - V
l J¡ l
/
MV101 R17
, 1/1/1
"~
12
Mv.,6 t t
.~t 28 t tttt v) ttI
11~ r~23tt l24 t
v~9 +81 l't
N.22
-+t
~-
9
t t t t
r-+
~~~~~:~~~~~~~~~~~_,~ 211 :'j
A
51-10
):
S
m
:I
m en ("
--
i):i ):
--
2 en
0 'f ::
S.
'"
~ q,
~.
~
C)
q;
q,
0. q,
~
q,
::.
Q;
§! ~
~
..
i I i I 'V
~
~-
~ Q3
'"
C) íi
:- ~ :- 0::
Q)
i
0 i: 00 !'
N oo -'
):
!'
2
C)
i2
2 0m
:: ~
I\
PRINCIPESCHEMA
Ä. 51-88
r¿~ 'ïï
i I b i ~-~---. - .~:t
N1
12 I ~;
8
r- -l
1-=1 1-=1 1-=1 I-= 1-=1
~
vi 4
L_ _J
Vi4
N1
vi 4
17e
r -1 51
vi 4
N1
,. r- -- --- ~ - - - --------,
N 1
t
1~ l
~------ ----~uJ___U Mv16.
13 r-~-r!-ii
ll
LL
LJ
V~15
.. 14
Be 12
BI13
'.i~l i . I N1 BI16
r. r.
L - - _J T
.. 18
R2
.. 14
816
I i N1
1211 1 1 Ii
V~15
LL
~ 10 ? ~
LLL------LL.. Mv16
v." '" 1S~
20r--r: ::117 V~6 R1 N1
AR.G Li- - --iJ 11 r - ~v
~ ~9 ~7: ~i¡-l-i 26
I II I
i I 11~1 1111
..3 R2 vi 4
rp
___.JL J
1jj~ìJ
I i. 1 I
6r..Q3 __ R2i
t. BI5
.. 18
r!
I I BI11 BI11 Mv10 I
f fAR.DAR~
L J T.E~l 2f'2i~2ß
Mr19
, rr:J
I ~I AR.D I PI AR.G
Aj.G I
I 22 BI5
rp Be12 BI13
I R10 I R 11
F.G.. 17
.. ..
~ _ ,F. r. V~15 W15 ..14 ..14
N
2S~'" L~" '~r.v '$ 'î-1
--
II II II
r
LI"J""",I
..
I
I
I
I
I
I
,
I
2
3
4
5
6
7
8
9
I
10
:¡
i
i
I
I
I
I
i
ii
I
i
i2
13
14
15
16
i7
18
i9
I i
2
20
-: uu
m
BENAMING VAN DE ONDERDElEN
No. Omschrijving en plaats
No. Omschrijving en plaats
1 Rechter koplamp - Grootlicht ....................... - Dimlicht ...........................................,.......... - Stadslicht .................................................... 2 Bobine ............................................................ 3 Linker koplamp - Grootlicht ......................... - Dimlicht ...................................................... - Stadslicht .................................................... 4 Stroomverdeler ............................................... 5 Startmotor ......................................................
20
15 Tellerverl ichting ..............................................
18 16 6 19 17 14 6
16 Parkeerlichtschakelaar ....................................
6 Dynamo........... .................... ....... ..... ..... .......... 7 Claxon (Stad en buitenweg) ............................ 8 Accu................... ............................ ............ ....
3-4
9 Spanningsregelaar ...........................................
3-4
10 Stoplichtschakelaar ......................................... 11 Ruitewissermotor ...........................................
10
2
17 Laadstroomcontrolelamp ................................ 18 Benzinemeter ..................................................
15 tot 22
20 Knipperlichtschakelaar ................................... 21 Knipperlicht rechts .........................................
8-9 7
23 Knipperlicht links............................................ 24 Achterlichtgroep rechts:
8
12 Contact-startschakelaar ...................................
7
9
28 Benzinemeterweerstand (AZU TT)
14 Ruitewisserschakelaar .....................................
11
11-12
9
22 Weerstand benzinemeter .................................
13 Knipperlichtautomaat .....................................
1
7
19 Licht- en claxonschakelaar ............................
- Stadslicht - Stoplicht ................................. 25 Achterlichtgroep links: - Stadslicht - Stoplicht ................................. 26 Interieurverlichting (AZAM) ........................... 27 Interieurverlichting (AZU Pen T. EDF) zie No. 26 .......................................................
21
17 15 5
zie No. 22 ....................................................... 29 Kentekenverlichting (AZU TT) zie No. 15 ......
15 en 11
13 en 10
13
13 7 17
BENAMING VAN DE DRAADBUNDELS
Zonder merkteken Voorste hoofddraadbundel AR.G. AR.D
Achterste draadbundel links
P
Draadbundel voor koplampen
F.V.
Vrije draad
Achterste draadbundel rechts
N.B.:
Sinds december 1966 is de aansluiting van de ruitewissermotor gewijzigd; de stroomtoevoer naar schakelaar en automatische afslag loopt over de contact-startschakelaar.
::
):
zC
o
š: r
m
en
!:
zC) z
~ ~
Z en
!:
~
~
:-
!'
en
..o o o I
!I
~!\ :s§ "" íi :" 'ä
0) ~
~ ::
:: ¡¡
"' :c
z ~ "'
oo oo
I ¡;
I _.
W íi
m
~ ~.
~
~
s:
):
I g. I q,
m en ("
::
0:
~ ~ ëõ ~ 0) i: OO ¡;.
~ ~ (Q q, 0)
w
HANDELING No. AZ. 510-00b: Montage van de electnschp installatic: (AZAM en AZU 12 volt) ~- -_.._- --,--.._"-- ----
.AMPENTABEL
Lampv1Je
L -----G,b,,'k I ~'~rnl i
en
¡
, 1
dimlicht I i I I I
i , , ¡
Grootl ¡chi:
Knipperlichten Stopl ichten
I i I
---¡ ¿,
i ,
!
BA. 21 d
\lermogel1
Geei
naar
,
, ,
i
I
Franse norm
----
i
----------+----t---
i
i i 1
I ,
I
i ,
I
3panning
, i i
I
12 V
i
36/36 W
R. 126-02
~~" 1 i i
Grote
I i
12 V
15 W
R. 136-09
Buislamp
12 V
4W
R. 136-05
1
Buislamp
12 V
1,5 W
R.136-05
2
BA. 9 s
12 V
1,5 W
R. 136-04
4
BA. 15 s
I i i
boll
i I
amp
i
L_
i
1
Stadslichten i i
voor en achter
I
4
I nterieuri
verlichting Laadstroom-
controlelamp Tell erverl ichting
ZEKERINGENTABEL
(Zie insta/latieschema bIz 2)
A IV 57
I
o
n
;
"
."
3
Vi"
2
. . ,)10
~'.. R1S
1
5
.4
AZAM ------AZU.... +++-+++
AZA--
Rood R Groen Ve Paafs Vi
Zwart N
Bruin Mr
Geel J L¡chtpaar~ Mv
Blauw 81
~~
Kleurencode
,J14 co2
32g
12
R,ff
l, I
I!
i
10
t R 17 + + +
~ + II
++' + + + + l + +
+ + + + + + + + + + + + + + + + + +
+ + + +..
+ + +¡
15
18
17
..20~ ~
E++++-!r.. ".,;~;'" -1......:,'::, VE' 16¡-
i R~~ ?BI1~"..-
NL~--q . '.'
N22
LMV1~D
V'"=:_ 618'1\' 16
173 R_ we
1- _ __ ____ ___ _ _ N22..C)--1
t++++++++-v201''' "-v'"Ë1' V,",. 28 20 II
f 1--R9~ 19
+1+ +1"++-++ + +
+ + Mv16 +
BI14 +
R 14
+ + + + 'BitS t +i + + + + + + + + + + + + + +
r+ ..''l + w74-
+-++........+++ +~
~ 21
+ + + + + + + + + + + + +
t+ ++++++++ +-++ ++.. +1 +
26
íU~
,)~
24
,
¡___-. I
23 I
I I i i I I I I i I I i
p
s;;
m
0::
en
m
-i ;; ii;; -i
en
2:
~
C"
cb
C'
'"
e;.
if ..
:S. '"
:: C" ~~ ¡;. :: C'
..f\
c:
I\ ~
¡¡
cc
:s c
~
~ :b ~
C'
:s
~
~
I
0 00
!' c. ..
;;
2: ~
G'
2:
i-
m
C
~; 2:
..
f\
PRINCIPESCHEMA
v.. ,
r- -ì
I-i I:I i-I 1=1 1-=1
N1
r- 1
I l
. r---\
VI~ Vi4
iL1:.Q:..ii
vi"
19~ 20~ .
t
LL LL vi 2 t.4 R9
"llJJIIJ
LL
BI8
N 1
lT BI18 J 19
Mil,
N2
rf
II
~2_t'
28
l1 pr p r i.
V.. 7
'ir+ rt i rh i rt L
V.. 7
I Mii16 p BI15 P
i I R 16 I R 15 v. l' V" 11 J 10 J 10
;, At~t~~~G; ~l 25t~ 25$ . F.V
.;
. , J,
!2~2~ 2
3
"
l
I
I
I
I
5
6
7
8
9
10
Be 12
'" I~ I Vo" R" V."",, .
iIi 1
N" I . I l 611 r. L ---____J17
R 17 r- -, lT t.
AR.G AR.D
i
N3 BI14 i
hh '¡
t r t t
J 20
ã'
r. Mil'" 1 " 18r. r~l
LL
J 6
I
N 3
r!
R 5
J 6
J 10 Be 12
11 3
r R 17
¡-- --- ----l
~11 L__ _J
-lJ
V.."
g
12 ~
vi"
7 r!
---------ì
N 3
Lf---y--
ARG
R9
Mili 13
l
vi"
16 l
l~___
T
15 r!
N 1
i
N 3
~~
8
21
BI3 J,2
~'
L_ _..
r---------
"n
9
~ '"
1 oC
I
I
I
r
I
I
I
I
I
I
I
I
I
i1
12
13
14
15
16
17
!"
i8
19
21
22
23
24
25
26
~ ~.0
20
OJ
o
BENAMING VAN DE ONDERDELEN
No. Omschrijving en plaats
Omschrijving en plaats
No
1 Rechter koplamp:
15 Knipperlichtautomaat .....................................
12
16 Ruitewisserschakelaar .....................................
10
- Grootlicht ................................................... - Dimlicht ...................................................... - Stadslicht ....................................................
25 23
17 Tellerverlichting ..............................................
22
21
18 Parkeerlichtschakelaar ....................................
19 tot 21
2 Sobine ............................................................
7-8
- Grootlicht ................................................... - Dimlicht ...................................................... - Stadslicht ....................................................
24 22
19 Laadstroomcontrolelamp ................................ 20 Benzinemeter .................................................. 21 Licht- en claxonschakelaar .............................. 22 Knipperlichtschakelaar ...................................
19
23 Weerstand benzinemeter .................................
4 Dynamo .......................................................... 5 Stroomverdeler ............................................... 6 Claxon ............................................................ 7 Verwarming - 20 GURTNER ........................ 8 Startmotor ...................................................... 9 Accu........................... .................. ..................
3-4 7-8
24 Knipperlicht rechts ......................................... 25 Stadslicht R.A. (en stoplicht bij AZAM) ......... 26 Knipperlicht links ........................................... 27 Stadslicht en stoplicht L.A. ............................ 28 Interieurverlichting (AZAM) ........................... 29 Weerstand benzinemeter (AZU) zie No. 23..... 30 Interieurverlichting (AZU) zie No. 28............. 31 Kentekenverlichting (AZU) zie No. 17 ........... 32 Zekeringenkastje (12 V versie) (zie No. 11) ....................................................
3 Linker koplamp:
25 13 tot 16
2 1
10 Spanningsregelaar ...........................................
3-4
11 Zekeringenkastje ............................................. 12 Stoplichtschakelaar ......................................... 13 Ruitewissermotor ...........................................
14-15-20
14 Contact-startschakelaar ...................................
14
17
9-10
BENAMING VAN DE DRAADBUNDELS
Achterste draadbundellinks Achterste draadbundel rechts
oC ,
..
I
p
AR.G. AR.D.
N
1
-c
Zonder merkteken Voorste draadbundel
~ ~
P:
Draadbundel naar koplampen
F.V.
Vrije draad
5
6
20 tot 25
11-12 6 12
20-16 11
18-17 18 6 18
22
14-20
:: ):
o
zC
en
~
s:
m
~
Z
):
):
C)
~ c: ~
~
z
Z
..o o o UI I
~ ~ ~ :: .. Qt
~~
~ ~ (1 :: :: c:
~ (1
~ ~
- i:
"'
~ o ~. ::
z
.. 5'
j:
~ "'
m en (" :: m
;: (1
..
Qt
~ i.
s:
):
~
.:
() (!
w
HANDELING No. AZ. 510-00c: Montage van de electrische .installatie (AZAM 6 volt 4/1967 -----~ 2/19701
LAMPENTABEL
i
Aanta!
Gebru i k
I i
i
ïype
Fitting
Spanning
Vermogerr
I
Grootl icht I
en
I I I
I I
I
I
I I i
2
I i
BA. 21 d
rraar
i
~orm
i i i i !
:
Geel I
Frë'rr~~
I , i
R.136.0
36/36 W
6V
I i
I
dimticht
I
keuze
I i
I
I
Knipperlichten
6
,
BA. 15 s
Stopl ichten
Grote boll
i i
6V
amp
15 W
R.136-09
i
I . , , , i i
-_..~ Bi nnenverlichting
Stadsl ichten
I
1
Buislamp
6V
7W
R.136-05
4
Buislampen
6V
4W
R.136-05 ;
I i
:l , i
Laadstroom-
controlelamp Tellerverl ichting
.. . 1(-)1
2
BA. 9 s
6V
1,5 Vi
... 136-04
f\
en
0:
:ยก
R11
S
4
3
8
J13
R10
VC?14
.. 13
2tpve14
1 9
Kleurencode Wi! Blauw Geel Lichipaars Bruin Zwart Rood Groen Paan
Bo BI J M" M, N R V, V,
.. 3
9
,,l6 "~7
8
11
N1
10
12
R4 \l6
13~ 14
20
.. 28
17-- 19
vi4~ 17 Mv15~ 18
R 2 --1
Vi4--~16
N 1--..
22
1S ..13
Vi4~. B I 6- Ve14
Mv10--
B 115 --
1--~. V.11--
N1-- _
9
2:รฌ
~!
Mv15
..17
23
26
1:
'"
UU
eb'
(0 ~ ~ ~ ..
~ 5'
~ C1
.. g.
I ",'
I S
I ("
'- C1
I (ยก
~ ~
~ ::
~~ .. ~
" QQ
0) ::
~ ~
~ !:
~ g
I
o
C'
!' -'
):
~
2 G) 2
i-
m
C
:: ): Z
I'
;p
.: en ..
1-- -î
,-
Mr
1_ _J
,
-i :-1 1-: i I
11
t.
BC17
'i
J 7
V;~ ARG
~
I
i i r1~1
'I' ~
--- _J JJ,
Iii IIi HI'
If
R2
~ R.. V.6
~
1sl
V,~
ARG
'r
10
I
~ V,;9
ri2_~j7__,
l¡
:- - - - _!
i 11
ARD
r
I
1- _ _ _ .,
I 12
Limu'1- - t. -,
i :it-----~ i i I ;~ iII I:,;:,
;- -1-.1
~OV,;
i I : I ~ V,~
T
i¡
6
';
T
1¥ ~
PRINCIPESCHEMA
i 13
~~/
Mv5
Bc12
9g
I 1~
~ I 15
EV_
I 16
I 17
I 11
I 19
20
I
i 21
~~" ".~ '
P ARG P ARC
TTrr
~' ;.Jm~j : _¿,! R10 V.11 Rif6 ~
t ..¡ J'":Ì~' l..ffJ :
,t. 1\1 ,.
12~
Iluu2L" .... ......
~ Mv15 ~ J13 &12
,~
'"
-
f
¡;
HANDELING No. AZ. 510-00c: Montage van de electrische installatie (AZAM 6 volt 4/1967 ----.. 2/1970)
PRINCIPESCHEMA
OMSLAAN S.V.P.
3
HANDELING No. AZ. 510-00d: Montage van de electrische installatie (AZ T. T 12 volt 2/1970 ----~ 7/1973)
LAMPENTABEL
Gebruik
Fitting
Aantal
P. 45t. 41
2
Vermogen
Franse norm
12 V
45/40 W
R.136-15
12 V
21 W
R.136-12
naar
keuze
dimlicht Knipperlichten
Spanning
Geel
Groot! icht
en
Type
Peerlamp
6
BA.15s/19
Stadsl ichten voor
2
BA. 9 s
12 V
4W
R. 136-33
Stadslichten achter
2
BA. 15s/19
12 V
5W
R.136-13
Interieurverlichting
1
BA. 9 s
12 V
7W
R.136-08
Dashboardverlichting
1
BA. 9 s
12 V
2W
R. 136-34
1
BA. 9 s
12 V
1,5 W
R. 136-04
Stopl ichten
Oliedruk-
controlelamp
ZEKERINGENTABEL
Voeding
Ampere
Kleur
10 A
Rood
Veri ichting-
schakelaar
Bescherming
Dashboardverl ichting Parkeerlichtschakelaar ----~ stadslichten V en A
I nterieurverl ichti ng "+" Accu
10 A
\
Geel Stoplichtschakelaar ----~ Stoplichten
Schakelaar ----~ Ruitewissermotor
Oliedrukcontrolelamp (AZ KA) Knipperlichtautomaat ----~ Schakelaar ---~ Knipperlicht en
Contactslot
16 A
Blauw Benzinemeter ----~ Tankvlotterweerstand
Thermische voltmeter I
Reserve
A 1\1 fiS
16 A
Spanningsregelaar
;;
(J (J
oC
T'~
~iii
5~
4
3
2
24 L___ 24 -4111
1 ~ --
Wi! 81
Groen
~:;~I R
i.chipad'\ N
! ~~'.~:rr ~,
G.iii G,
Blauw
r¿~~
BI 19
7 lI
1
~~" I
6A "F
8
.
BC1i;--
.....:.....
9
14
R2
l~I!!~'~J 22
V'4-t- r
1JJ 10 R9
~V\?"
J '3 -c " ".,
25
"Gjl..~. '.. .. :. '.. .,"... ..".. '.. ........ ~...... """" ~~
Bi 6 ~tL L-R17~......
-~;-~::1I.. ."".':.'. .. .. ......:..... 18
~ 81-:~~~. 17
:r-Vi ~ ---c9.__-i
~_nR 2,--of-~116
N\~.15
IAZKA__n-l
28 oJ 13
'13 32
27
J
i
29 30
.-
-
/'.) I .6~
-
m
-I
;;
ii ;;
-I
en
:2
(" :: m
en
::
-I
i
m m m ("
o
:2
:; ;; c: ;;
(" :: m
C/
;;
I :¡ ~
(Q
~ ::, .. q,
'V ¡¡
i V-
I 5'
I ~
~ ~.
(Q ~
~ q; .. C-,
.. (1
~ ~
I\ ::
.. ~
-- (1
:-~
i\ ::
~ ~
~
CJ
.. oI oo
!'
;;
:2 ~
G'
:2
i
o m
:2
:r
'"
:t
(j DO
o:
,,- ,, '-i ,,-,-i, ,'-i-, ', '-' ,1-' ,-,,
L_ _J
,
~ -,
,
lL! O. I:
, Ii
i--L--t,
tI: a _ ::_~
,, '' " - - --
My
i
15~
b
;;
r~V_
I 10
, 11
I 12
I 1)
"
~¡~l l
~ 5 3 I ~.,~
28'"
, 15
, 16
i 17
,
1.
i 19
I 20
I 21
r í Ai
I 22
I l OOl 1
i ~~'
II
2S ::
~"_V_
1.1. ·
i ;;~. i !'I¡ l1Rv. R I~
.'/' . ,' ~ ,' 18 ~ ~: i 'I2~~ II;-~l~ u_:
, I J
-- - -1- -r=-- ~
12 Q 12D
25
.1
, 26
I cc
-----1 i :~~n~) i ~ ~ ~ ~ !I
1el ~ì3. 2.1~.. ..1~ 2~. ~n m ~ni j
J v. .dRT : tI011' i
271
R
l;
CS1
12~
l
X
I
6
~
23~~
r
PR I NCI PESCH E MA
A 51.91
HANDELING No. AZ. 510-00d: Montage van de electrische installatie (AZ T. T 12 volt 2/1970 ----~ 7/1973)
3
PRINCIPESCHEMA
OMSLAAN S.V.P.
A IV 67
HANDELING NO. AZ. 51~OOe: Montage van de electrische installatie
Hand. AZ. 510-00e
(AZalle typen 12 volt 7/1973 tot 9/1974) LAMPENTABEL
Aantal
Gebruik
Fitting
Type
Spanning
Vermogen
F ranse
norm
Geel Grootlicht en
2
P.5t.41
naar keuze
12 V
45/40
R.136-15
6
BA. 15s/19
Peerlamp
12 V
21 W
R. 136-12
Stadslichten voor
2
BA. 9s
12 V
4W
R.136-33
Stadslichten achter
2
BA. 15 s/19
12 V
5W
R.136-13
1
BA. 15 s
12 V
7W
R.136-08
1
Ba. 9 s
12 V
2W
R. 136-34
dimlicht
Kni pperl ichten
Stoplichterr
I nterieur-
veri ichting
I
Dashboardverlichting l'
Oliedruk-
~ oJ :: ,.
controlelamp
z
I !
1
12 V
BA. 9 s
1,5W
R. 136-04
Z
oo oo
'f N '" '"
ZEKERINGENTABEl
W
oCD o
Z
I"-
oo I
w a:
Voeding Verlichtings-
schakelaar Veri ichti ngs-
schakelaar
"+."'Accu
Amperes
Kleur
10 A
Groen
10 A
Rood
10 A
Geel
Bescherming
Stadslichten links voor en achter Dashboardverl ichting
Stadslichten rechts voor en achter
I nterieurverlichting Stoplichtschakelaar ----~ Stoplichten
Schakelaar ---~ Ruitewissermotor Oliedrukcontrolelamp (2 CV 6)
Contactslot
16A
Blauw
Knipperlichtautomaat ----~ Schakelaar ---~ Knipperl ichte n Benzinemeter ----~ Tankvlotterweerstand
Thermische voltmeter Spanningsregelaar
6?1-IV - ?,
2 HANDELING NO. AZ. 510-00e: Montage van de electrische instal/atie (AZ. aile typen 12 volt 7/1973 tot 9/1974)
" '" '" '" "I
~~ WiN
c-Çi1,i.I.....
N!Ji¡¡
1~ _ a: ~
~-
ccc-Lç-",
a:
co
:; ~
~
~ai0--~~zi:~ u. ~
l~!~~ÆllJl ~
~ ~
z P. u
44~
~~ "11~ ~ 1 rr~ N FS-",'~"r"'''''''~~
L_ ~J
,
I
,,I_ I-
,,,_ ,-
i
II-
13
I,, I'
:1 I:
iLt.',:
i--~~- -,
" _ _ J
i I
.. ~.._r._,
R
X
~~
~
12
I F_V_
,e;
+
'"
I, Ii G:- -- ~ 33_j_ _ _
..
l l ..J e ",2) 111 f f l-¡.
j if~1 r
,.... .. +.. I
~ ~n~;n~: r1 I
ii
----, r -- --1--
"Q "D. "~
I CC
J
! r -L, r \O
¡ ~-~ dt6~
î ----. . ----.~-__
~F_V_ 0 10 ,. 12 13 " 15 16 17 18 19 ~ 21 22 23 2C 25 26
~,,~,, l ~. ~ ...~ I l I I I I I ! l i J i I i I i I
1 l ;? -~ I + í T r ~
:i~-!5- '" - ~
i, ,,
f
i 1~
..
t ~ò
,,-
¡;
22l~
--~-------------_.
PRINCIPESCHEMA
RE:~¡ f.1/\~J080EK 621-4 AANVlJL L :N':~ r
A 51.260
HANDELING NO. AZ. 51G-OOe: Montage van de e/ectrische instal/atie
(AZ. al/e typen 12 volt 7/1973 tot 9/1974)
PRINCIPESCHEMA
OMSLAAN S.V.P.
Hand. AZ. 51G-OOe
3
tie
HANDELING NO. AZ. 510-00f: Montage van de electrische instal/a
Hand. AZ. 510-00f
(AZ. al/e typen vanaf 9/1974)
LAMPENTABEL
Aantal
Gebruik
Franse norm
Type
Fitting
Spanning
Vermogen
P.45t41
12 V
45/40 W
BA.15s/19
12 V
21 W
R.136-12
P 25/1
T.8/4
136-15
Groot dimlicht
2
ciignoteur voor/achter
4
Stoplicht
2
Stadslicht voor
2
BA.9s
12 V
4W
R. 136-33
Stadslicht achter
2
BA.15s/19
12 V
5W
R.136-13
Binnenlicht
1
BA. Ă 5s
12 V
7W
R.136-08
Dash boardverl ichti ng
1
BA.9s
12 V
2W
R.136-34
T.8/2
BA.9s
12 V
4W
R.136-33
T.8/4
01 ied ru kcontrolelam pje
I
A I armverl i cht i n gcontro I ela m pje
R.
1 1
Re mvl oeistofn iveau cont ro Ie lam p je
vanaf 9/1976
1
t9
Z :J .J
:: "' Z
o: o:
ZEKERINGENTABEL
'T
(; '" ""
w
o CD
o
Kaliber
Kleur
Lichtschakelaar
10 A
groen
Lichtschakelaar
10 A
Rood
Voeding
zo:
i a: w a:
Bescherming
Stadslichterr voor en linker aChterlicht)
. . tot 9/1976
Dash boardverlichti ng
Stadslichten voor err rechter achterlicht tot 9/1976
. . vanaf 9/1976
Stadslichten voor en achterlichten rechts en linkS) Dash boardverlichting
+ Accu
10 A
Geel
Birrnenlicht Stoplichten Clignoteurs voor en achter "werkend als alarmverlichting" Controlelampje alarmverlichting Controlelampje remvloeistofniveau (in reservoir)
Ruitewissermotor Spanningsregelaar
+ Accu via contactslot
16 A
IBlauw
Oliedrukcontrolelampje (2cv6)
Benzinestandmeter Thermische voltmeter Clignoteurs voor en achter
,.... i¡F-V :
i . .. ... F.Gr
. 'i' F.Mr
5
n.......... 3JR
FoGr
. ..,.. .... I: i F.MrF.V..
4 .. .... ~Mr
3
2
(j...'.................... ...'......... .....~.r ~ ~Rl
1
Y'
Be
Pn
Be
ft
'' BI 9
''
Be
o
6
14
+
13
~V ~JJN
8
Kleurcode
~~~~
Losse draad FV
Draad F
Groen Ve
Rood A
Zwart N
Licht paars Mv
Bruin Mr
Gee! J
Kleurloos Ie
Blauw BJ Grijs Gr
Wit Be
F,V..
~ 18
R -;=
L&
25
MV~ ~~~22
N~
J -! oo BI 1=-""1 21
1
v.. -,- I Mv
~ Iii i I~M23 24
119
~
MV--~
Bloule--~. ... ... 17
Ii R~~e.:~e~W16
..
~.J
15~ 27
28 Mv.fi R~ BI~
Mv~
BI..:t R~
o
o
_.
~
:P
~"
¡¡
~
en
5"
CD
::
o
cij"
'I 0
.. _..
10 CD
~ g. .. CD
" -'0 II g¡ :J
~~ _ CD
II ~
!" 0
:b ¡¡
2
~ ~ !' uu ..o oi
Z C) Z
r=
m
Z C
~
%
I\
L_
+ 13 r --
---------
r
R
I
-'
1
My
R My
I
5
I
3
I
2
i-£EJuBI_~
I
BI
,.L.,I.
LJ
3--s_J
12
I
6
¡
7
I
F.Be
F.BI
BI : I ::
L i í,;ßN - _14. ---: 'i
17 ~ c-~dll~;
N FGr
I
8
9
I
10
2
I
3
AR . AR 5 2~ 1 2~2~
I I
rr T r. ~
i 111 11
/~ou Ie .
v," ++ LR
ll-
6
1
FV
+
I
7
l++ ++1 AR PG AR PD PG
My 1;1 Rí,¡ V" T rrlR r.lV"
rl
19
ff- --l ~___n.J
I
IPD
V"
PD
T
J
6~
8
1
9
I
20
3
I
4
I
5
I
6
I
Mr 3~r '~r MrPG-:: PDF,Gr ~ FGr i 7
I
2~2~2~~2~~~~
+ i 'i I ++ ILi' ~6~
~ A R iî Lt
T T29 rp
Ie R RAR I +J i.... ! 1 i
¡ ~ r- L_ . .J
, .: o~11e ¡ :
ouR Ie J I 1131 L r-~rr-~r
+iI
LJ L..U-mn -I ~ 20 ~ R
Be
~I__ Mv, V.. J BI
~ -- - - - - --= - -Q ---
i / /. ~ ¡; îR / i i
: E,,, V" / + N I
r~t-l J ~r I30 , i ~ 1-++++--
:IL____~~ ~ir::-"1lèn*--~! I Lk--t,-' " Be Be Be BI
11
N
~__n _~__m_n -i-
21t~---1
1~rr r~~n1?_r;nl ¡ M
r--t~-T--; r- R tf ~ ¡ h_¡_¡
ou1ie ;_ u__j : 18 i
~J
.. . ¡
..
+-f+++
My My My
..++..+....+..+ 9/1976 __
---------- _ 9/1976
' .I 1SR v" LJ Myoule:
c~
ou Ie
J
r-
lt____(_¡~ Y L;
r T.- nn
. N
3 r; -f--u~-i
N 10
. A. 51.102 b
PRINCIPESCHEMA
REP.HANDBOEK A 621-V . AANVULLING 2
tie
HANDELING NO. AZ. 510-00.: Montage van de electrische instal/a
AZ. al/e typen 12 volt 9/1974
PRINCIPESCHEMA
OMSLAAN S.V.P.
Hand. AZ. 510-00f
3
HANDELING No. AK. 510-00: Montage van de e/ectrische insta//atie (Bestelwagen 3 CV 6 volt 9/1962 ----~ 3/1966)
LAMPENTABEL
Gebruik
Aantal
Fitting
Type
Spanning
Vermogen I
Franse norm
! ! I
.,
Geel
I
Grootl icht
Dimlicht
2
R.136-02 I
6V
36/36 W
6V
18/4 W
R.136-09
6V
4W
R.136-05
6V
4W
R.136-08
6V
18/4 W
R.136-09
6V
1,5 W
R. 136-04
keuze
Knipperl ichten
Parkeerl ichten
naar
BA. 21 d
2
BA. 15 d
3
Buislamp
1
BA. 15 s
Bollamp ø = 25 mm
Stadslichten V.
Kentekenplaat-
ø = 10/39
veri ichti ng
Stadslicht R.A.
Stadslicht L.A.
Stoplicht
1
BA. 15 d
Dashboard-
verlichting
" iv 73
Kleine
bollamp Bollamp 25 mm
I
Gladde 2
SA. 9 s
boll
amp
2 HANDELING No. AK. 510-00: Montage van de electrische installatie (Bestelwagen 3 CV 6 volt 9/1962 ----~ 3/1966)
"?
;; -0
~'\'
~~
~.
:r .
C\ ,r..
C\ ,.",
~ ~ Q:
l
N
:r
I
NfÙ'
N'
~, C'
~::
C\ ''
~ '¡. C\
o C\
C'
""
~
~ r-
co
.." .- ~ ..
...,....
:r N~i --':; ~ . lj:.,
~
oz
...... .... ..
~
--:-
a: .~ "
.~ ~
oN -,
V)
Z
.
o .. ::
oR,'
~1f
co
N~ II Z
w
::
'"
.
u V)
:r
I/ ~êD..::Liza:;;$
~hluH~
""
~
..
ii
A III 7..
):
"" 0)
.:
! 1
r-
1
2
:-¡- : 1" Ri
rut
l_iQl'~:-' ¡-,,-F'¡
: i 'tL
13Ltl 1
ll ///////j/////~/ H
i - -
i
e 9
1
10
I
i
"
I 12
i i 21 2'''L.'' 2.' i T
l Ii :,I TLT
! ___J l iAiRD AIRG
:iI IIi
819
¿
11
N1
I i I
I
'3
I
,.
i ----t~--:
Ri _ V.9 11 '
10~
i i ARD I ARG I 81113 Ri~' I -~
V,7
~
12 l e4
PRINCIPESCHEMA
I
'5
I 16
I
'7
i 18
lm I 19
F_V_
I
20
i
22
i
2'
i
23
A 5 i .29
HANDELING No. AK. 510-00: Montage van de electrische insta/latie
3
(Bestelwagen 3 CV 6 volt 9/1962 ----~ 3/1966)
PRINCIPESCHEMA
OMSLAAN S.V.P.
A IV 75
HANDEL! NG No. AK. 510-00a: Montage van de electrische installatie (Bestelwagen 3 CV (AK) 12 volt 3/1966 ----;. 5/1968)
LAMPENTABEL
Gebruik
Aantal
Fitting
Type
Spanning
Vermogen
F ra nse
norm
Geel
Grootl icht
Dimlicht
Knipperlichten
2
BA. 21 d
naar
12 V
36/36 W
R. 136-02
12 V
15 W
R.136-09
12 V
4W
R.136-05
12 V
4W
R.136-08
12 V
18/4 W
R.136-12
12 V
1,5 W
keuze
2
BA. 15 s
3
Buislamp
1
BA. 15 s
Grote bollamp
Stadsl ichten voor
Kentekenplaat;
ø = 10/39
verlichting
Stadsl icht
rechts achter Stadslicht links achter
Grote 1
BA. 15 d/19
Stoplicht Dashboard1
veri ichti ng
Kleine
bollamp
BA. 9 s
I
R 136:1 I
lEKERINGENTABEL (Zie schema van de installatie, pag 2)
A 1\/77
:¡
CO
-.
0:
2
12
8118
Kleurcode
4
3
R1
Stoplichten
Dashboardverl ich ti"9
Parkeerlich tschakelaar (Stadslichten voar en achterJ Kentekenplaatverl ichting
""
Zwart N
Ge1 J
Wit Be
Blauw 91
Groen Ve
Paars Vi
Mr19
9
'I 'I, ~
.
i
~ ~ 'I =;J
stadslichten voar en achter
Contactslot: knipperlichtschakelaar ruitewisser- bobine-benzinemeter Spanningsregelaar -park eerl ich tschakelaar -
e:1 ~~
1
J 11
12
~1
Claxon. en
verlichting~. schakelaar
+ Ace..
8
17
11
N 2=1
INSTALLATIESCHEMA
v~:l18
17
16
)14
13
19
23
22
21
J1!Mr2~
26
R~ l~
2S
1.
24
:¡ IV
~
VV
~
~
~ -
..
I I I i
~ ~. 0)
~~
;: ~
;§ :¡ .
i\ ~
"f)
.. Ci'
'" ti
~ ~
"' ~
C' cc
(. Cl
cc Q¡ :: ::
~~
~ ~ ct :: - ¡¡
I
uu
o.. oo ~
"
Z C) Z ? ):
r-
m
zC
;r,
:I
N
;;
o
CP
0:
.."
--
-
9
J
l'
N1
/
I
i
Ô
....
i
"8
i;
l r
ì' ì'
~---~
_21 _ u_
JJ Ü: 815 ~6
.),
b
J//////y//// "
I 10
I
"
I 12
I
"
~. :~ ~
m' .~r" I I
!jl
".~--
.. N'
N2
t--- -
v.2
10 ~
. 13/~
w'
I
,.
i '5
1
iff
1i
A
~20
~
v"
I 10
I 17
!I
1
i
r '~
I
L Ii 1°0
I '8
I 'Q
i 17 """,'5
2~2~
I 20
f
,
~
p ~
I
"
i 22
I
:?J... "
l I 25
I 26
, 27
I 28
2~2~~i ~ ~~ ~
A Aì TDARDP P
II 7;'5 ~'. r
LQ
BeQ
. ~, g, ï, i~
!" r r P i
1\ ) 1 ~ 0 i
~~-r: -,
'i~~, i t=_1
1 1, ~"
h t"
------~
PRINCIPESCHEMA
HANDELING No. AK. 510-00a: Montage van de e/ectrische instal/a
tie
3
(Bestelwagen 3 CV (AK) 12 volt 3/1966 ----+ 5/1968)
PRINCIPESCHEMA
OMSLAAN S.V.P.
A IV 79
HANDELING No. AK. 510-00b: Montage van de electrische installatie (Bestelwagen 3 CV (AK) 12 volt 5/1963 ----~ 7/1970)
LAMPENTABEL
Gebruik
Aantal
Type
Fitting
Spanning
Vermogen
Franse norm
12 V
36/36 W
R.136-02
12 V
15 W
R. 136-09
12 V
4W
R. 136-05
12 V
4W
R. 136-08
Geel
Grootl icht
2
BA. 21 d
Dimlicht
naar
keuze
grote Knipperl ichten
2
BA. 15 s boll
amp
Stadsl ichten voor
Kentekenplaat-
3
Buislamp
1
BA. 15 s
1 0/39
veri ichti ng
kleine
Stadslicht
rechts achter
boll
amp
Stadsl icht
links achter
1
BA 15 d/19
12 V
18/4 W
R.136-12
2
BA 9 s
12 V
1,5 W
R. 136-04
en stopl icht Dashboardveri ichti ng
Laadstroom-
controlelamp
ZEKERINGENTABEL
(Zie installatieschema op pag 2)
5
4
R. 15
1A.18
8/.23
J
ZEKERINGENTABEL
schakelaar (stadslichten voor en achter)
Stoplicht Stoplicht - Parkeerlicht.
Kni erlichten
Ruitewissermotor - Benzine
en achter) Dashboardverlichting
p 9
Parkeerlichtschakelaar (stadslichten vour
Reserve. zp.kcring
Rood R
Pa~rs Vi
Groen Ve
R. '"
J. 19
lWOr! N
Bruin Mr
lichtpaar5 My
Grijs Gr
0.1 J
Blauw BI
18
.3 _"'.19
2
1
_v..
Kleurco.
Wit Be
10
21
SCHEMA D'INSTALLATION
R4
::~ 20
19
~V6-1 18
Bi.6~
R. 15
Ve'.1..
N.2~
~l1 21
~25 ..2 _~..J
., 25
MQ.
28
27
26
~
Q
W
IV
t.
'-~
(0
~ -
..
I I I I
i ~.
OO Q1 " ~
;: '"
è§ 5.
:: '-'"_ C" ¡;. I\ ~
~ ~
" '1
C) ~
Co :3
~ Ii
~ i
Ct :3
~ ~
~
I
U'
..o o o
?'
~
iZ ti Z ?
m
'.. C
z;:
I\
~
c:
~
I 10
i 11
I 12
BI
~
f
"1
I
..
1( e4
PRINCIPESCHEMÃ
1 15
1
1 1 16
1 17
1
,.
J
8~
,.1
I 20
I 21
1 22
1
2'
..1
I 25
fp
1 26
1 27
t p
"
I
,.
L£
IX
~ tV 00
,
\J
HANDELING No. AK. 510-00b: Montage van de electrische instal/a
tie
3
(Bestelwagen 3 CV (AK) 12 volt 5/1968 ----~ 7/1970)
PR INCIPESCHEMA
/ ~ANS.V.P. A iV 83
tie
HANDELING No. AK. 510-00c: Montage van de electrische instal/a
(Bestelwagen 3 CV - 12 volt 7/1970 ----~ 7/1973)
LAMPENTABEL
Gebruik
Aantal
Fitting
Type
Spanning
Vermogen
Franse
norm
L
Geel Grootlicht en
dimlicht
Knipperlichten Achterl icht
Stoplicht Stadslichten voor
2
P 45 t 41
naar
12 V
45/40 W
R.136.15
keuze 4
BA 15 s/19
12 V
21 W
R.136.12
2
BAY 15d/19
12 V
21 /5 W
R.136.12
2
BA 9 s
12 V
4W
R.136.33
1 i i
I
ø = 10
Ken teken plaat-
12 V
4W
R.136.06
BA 15 s
12 V
7W
R. 136.08
BA 9 s
12 V
2W
R.136.34
1
Buislamp
I nterieurverl ichting
1
Dashboardverlichting Oliedrukcontrolelamp
2
verlichting
L = 38
ZEKERINGENTABEL
Voeding
Verlichtings-
schakelaar
Amperes
Kleur
Bescherming
Tellerverlichting 10 A
Rood
Parkeerlichtschakelaar ----~ Stadslichten V en A Kentekenplaatverl ichti ng
j Spanningsregelaar Automaat ----)0 Schakelaar ----~ Knipperlichten
Contactslot
16 A
Blauw
Schakelaar ----~ Ruitewissermotor
Oliedrukcontrolelamp Dashboard (voltmeter en benzinemeter) Parkeerlichtschakelaar ----;; Stadslichten V en A
"+" Accu
10 A
Geel
Stoplichtschakelaar ----;; Stoplichten
i nterieurverlichting Reserve
A IV 85
16 A
1
,.
D
,
c.
.-i
'"
;:
5 ..
2S+
P=J1S
4 ..~.;:
3
2
1
8
"j
R~ Y v.7
14i
INSTALLATIESCHEMA
viR421---G.18
""
.'11 . 17
~7
A. 51.71
~
~
~
.,
I I I I
;: ~.
IQ ìi
~ ~ .. !!
;: S.
~ ~. (§ ~
I C' ::
'" ¡¡
C) tb
t. ~
¡¡
~ ::
~ tb
it -~.,
~ g
i1 ~
~
loo
..
en
?'
~
.)
Z
Ci
!: Z
m
zo
:t P
l\
):
CD CD
;¿
1 i-Ii
N
Ii
i~~l i I
iII Iii
10
L_ --
I-I 1=.1 I-I i-I 1=.1 I-I i-I
13 r- ---
iI L....I
I r'1
J r"
~ 61~ íFOV AR !-- V. 61
~ ~ tr~
I R J. ~ lr-~r-----. AR R AR ~ ~
rr rt J IV. R 27 iR 10Ç d-h--hl p pcc rI FV IR 1 1 I--ï i i iLL r.
Î ¡
12 S 12 ë
I
"l~~~ft~~g~~~ My V. J 81
~ ~ '~f~~-~: ,,~~ l i~J ~
~
:IL1~___~__ -_I'.J:1 19 fl. J\i t~ rt 61
61
12 s
61
~
vi
i
I
8
9
I
'0
1 11
.2
I
I
"
.4
I
15
I
.6
I
'7
I
'8
I
I 19
20
I
I 21
22
I
25
I
2'
I
25
I
26
I
l~ 1'~ "f '~~~~ Ll :-tF:~~
~ I ~ I J1 ï ~'~~~l~~
~ -l l iI I ~ I AR I",' AR AiR i i Mv ~ rMv t r
6
F.v
11
I
r-~-I.L ÒL.I
~ 61'
l:rliJ
vi
v;
'~-2
I N
N
T 2.ç I
PRINCIPESCHEMA
A 51-27
HANDELING No. AK. 510-00c: Montage van de elec;flscne mstatlacie
3
(Bestelwagen 3 CV - 12 volt 7/1970 ----~ 7/1973)
PRINCIPESCHEMA
~ ~
(10MSLAAN SYP I
/\ 11/ 87
HANDELING No. A Y. 510-00: Montage van de electrische insta/latie
(A Y 6 volt 9/1967 ----~ 3/1968)
LAMPENTABEL
Gebruik
Aantal
Fitting
Type
Spanning
I 1
I
Vermogen
F ra nse
norm .
I
i
Geel Grootlicht en
Dimlfcht
2
SA. 21 d
naar
6V
36/36 W
6V
15W
R
136-02
keuze
!(nipperlichten Stopl ichten
2
SA. 15 s
Grote
bollamp
R. 136-09 I
Interieur1
SA. 15 s
6V
7W
R.136-04
2
Suislamp
6V
4W
R.136-05
2
SA. 9 s
6V
4W
R. 136-33
1
SA. 9 s
12 V
1,2 W
R.136-04
veri ichting (P A)
Stadsl ichten
voor
Achterl ichten
Dashboardveri ichting
Laadstroom-
controlelamp
A IV 89
i
::
CD
--
~
5.
4
816
3~
Mr8
l J
819 l
MrB
;P,J 13
6
Mr8
8110 T
~ 1
2 R16 IfV014 iPMr8~
1 tt
R~.11
13
9
lF-BC 12
Paars Vi
Groen Ve
Rood A"
Vi4
'V ~15. R4
l-"
B14~ BIS~ 17
-R7 _..9
~Ve10
+
+
N1 + +
.,
23
BI1B R16---~ ,
-::" 'I
Vi4~ V;2~
.,lii~Mr19 ..11~
24
&~.."''' 1-. ....w:;. .. 11 .W,.
M~iiii,'
T22
21
20
19
AYTT
AYPA+++++++
Bruin Mr
Zwart N
Geel J licnlpaan My
Blauw 81
Kliurenco
Wit Be
MvIS-4
B110--
-
~ Ul
~
Ul
"' 0) !i ~
27
'-~ ~.
tô ~
~!i
I¿ à'
II Cb::
II :; ~'
.. 0
~ ~ _ Cb ~ ~
C§ "
.. ::
.. Qj
b g
26
I
c ~ ~
25
U1
~
:0
):
~
!: Z C) Z
m
C
): Z
:E
rv
;;
f8
c:
8 B.V
9 __
8
\
~3
DYN
r.
-.11
1~ YI s''
R~ AR
:T 9ri F.V
. ¡in""i "i"
~l
'ì lJ
i I i- ----, I ::'
II H_
Vi 2
lj
2~
r.
Me8
81.9
r
10
I
r+
MeB
BI10
~ulu~ ff Vrr'0
¡Z2-1- :
I
R7
---",--
,,
r~"t Ii i I
i:
V¡4
6
'?
T
i 11
T
i 12
i~ m
r
R, B15
R18
1~
I 13
I 14
r+
Me8
æo~~~~
I 15
i 16
:=Mr8 I 17
I 18
Ar Ai 1
F.V
Mf
"Ò' ~" r
Tr
'Q9' 'T 'T
2~1,. ¡:f
A;R N" 8118
I~ l--i i- ~
: AR
i I I I
i 11
BI ~
1¥~ Tl :~:¿--~-~
PRINCIPESCHEMA
I 19
20
I
~rr3
J
i 21
~
--
~
'" "',
~
I I
T
?-
B,12
u~
.:
0-
~ ':
HANDELING No. AV. 510-00: Montage van de electrische installatie
3
(A Y 6 volt 9/1967 ----~ 3/1968)
PRINCIPESCHEMA
~ \ ;OMSLAAN S.V.P. -.
A IV 91
HANDELINGEN No. AV. 510-00a: Montage van de electnsche installatie (Dyane 12 volt 9/1967 ----.; 3/1968)
LAMPENTABEL
i
Gebru i k
Grootl icht en
Aantal
2
dimlicht
Fitting
Type
Europese
Geel
norm
naar
P. 45t. 41
keuze
Spanning
12 V
Vermogen
L
Franse norm
R.136-15
45/40 W ,
Knipperlichten
Grote
R. 136-09
12 V
15 W
SA. 9 s
12 V
4W
R.136-33
SA. 9 s
12 V
1,2 W
R.136-4
6
SA. 15 s
5
1
Stopl ichten
bollamp
Stadsl ichten
voor en achter
I
Dashboard-
verlichting Laadstroorn-
controlelamp
ZEKERINGENTABEL
(Zie installatieschema op pag. 2)
Al\/m
2 HANDELING No. AV. 510-00a: Montage van de electrische insta/latie 9/1967 ----~ 3/1968)
(DYANE 12 volt
A. 51.16
co 0- ('0 NN
I/ -0 rN N N
'i-
mr" ~ .. '"ij .: a:
:: ~ : -0
''
~ ~ ~
''
g¡ '1
o
0-
co
''
N
I ~ ;: t~ z t~
t~rr ~ Z m -= c:
~ w
''t- :
~
NNZ irÕ'
'' '"
:I
U en w
ir
z-
¡:
~.. 0
c:
¡¡~
-, -cc Ien
"" ''
2
~ ii.. ~:i z a: ~:;
.~jlj~'~ig~~ =: aa i... aa N a: C) ~ W
N
~ ~
i- N
-0 ¡¡~
''
N
('
""
I/
A IV 94
::
~
0:
av
-I-L.
19
9
I
8
I
6
I
5
I
3
10
I
i 11
i 12
:T 9ri F.V rh ,'7I ~l M'¡lO , Mr10 i 13
, 2,'~' , ,R~7.
BI13
I B~3 rh I 6 BI.21 : L:Mt
1- _ _
I
Rf,,7
R17
~
22~
I
".' T Ai,Ai i1
i
I_..______..
i i -I
,, ,Ii
J7
12Ø
J1
------ -
, ,TI;,
I
Ai
Mt:'8
Ai
r
i
V 18 R1'9
'", - - - - .. - .- --i¡~
1
FV
Mf
R5
1~
I 14
rh
I 1S
3-11 i 16
I
17
I 18
I 19
i
20
i 21
~
', 20 1----- I
l-i5' 2~ ~ ~J Mr10
r ~ rt ml
R4
Mv", Ve16 ..15 Bc14
- 1
_~._m_~
~~.~~ 12Ø .
15
¡t_. :.~;. --i.
1-1--- --
N2
rï: AR "n B~21 2¿¡ AR
" rt ! _nj ..~O I
'l3 Vif'2
,irt- _11_ _rt _,
:~ :
T
~
16((
N6
R6 817
~
..20 iIi rt ~~H__~ :Z1_ '-Ri~1_ ..ro1M;¡22 - - ~,-.J-.~
IIi II:i i r I ,
..8
DYN
'~ rtli
2
10
Vi9
If
I
Vi6
1~
122
Vi3
i¡
2~1
6
'r
i
PRINCIPESCHEMA
~
.: 00
'-
HAN DE LI NG No. A V. 510-00a: Montage van de electrische installatie
3
(DYANE 12 volt 9/1967 ----+ 3/1968)
PRINCIPESCHEMA
OMSLAAN S.V.P.
A IV 95
tie
HANDELING No. AV. 510-00b: Montage van de electrische instal/a
(DYANE 4 (A YA) 2/1968 ---- 2/1970 - DYANE 6 (A YA 3) 1/1968 (A YB) 10/1968 ---~ 9/1969)
~
Gebruik
Grootl icht en
dimlicht
Aantal
LAMPENT ABE L
Fitting
Spanning
Vermogen
Franse norm
12 V
40/45 W
R.136-15
12 V
15 W
R. 136-09
Geel
2
P.45t.41
naar
keuze
Knipperlichten
Stoplichten
Type
6
BA. 15 s
Grote boll
amp
Stadslichten ,
voor en achter
Dashboard-
5
BA. 9 s
12 V
4W
R. 136-33
1
BA. 15 s
12 V
7W
R. 136-08
1
BA. 9 s
12 V
1,2 W
R. 136-04
verlichting I nterieur-
verlichting
Laadstroom-
controlelamp
ZEKERINGENTABEL
(Zie installatieschema op pag. 2)
A IV 97
CD CD
-:
)0
5
4
81.231
113
It$¡;l
Ifl!l!
3 ,j'...'.'
2
1
~
l.f' 81 23
,v,. :1::""
6
Verwarmin
meter-. Knipperllchtautomaat ulte~issermotor .- Benzine-
Spanningsregelaar R' .
Parkeerl ich tschakel aar Dashboard- en k en teken plaa tverl ich ti og
I J Vff
Paars Vi
Groen Ve
Rood R
Zwart N
Bruin Mr
Lichtpaars Mv
Grijs Gr
Geel J
Blauw 61
Wit Be
Kleurcod
SCHEMA D'INSTALLA TION
19
;p J 13
__R 12
P-~'~
R 20--
81 6
Vii 21
N2~
V"1~~
j-Mc 25--
J 16
24
"'
23
22
_:,:~o:" 21 ~Mc 25
817 --~
81. 4 ----
Mv5
N1
I optton
Fr_20° C
Mv 20--
33
32
31
29
28
-
~
~
~ w
I I I
~
~-
-
-. '-Co
~
i
i
~
'I
.. (1. I I I
~ ~
c. ~
~ Qt
- '"
): g. t. (1 '~.
~ .P ~ :: "' ",.
0) ¡¡
I' (1
~ ~
~ ~
tt Q3
I~
;: ~ .. ¡¡
I\ ~ ~~ :s c
i b i 0
II ..0
LJ
~
t. !'
~ ~ ~ -( 0) . Co c.
~ Z
C)
~ Z
): i
~ è? :J I' ~ .. C .. m
B l-
oo
~
~ :;
: Ii ~U
8.\L
.J
I F_V_
..25
2~ i(
--
"'
R1 "'22 ''
Gr~ 17 Grdd'"
o
lQ1t
,; ..1J~ -: _K
:_1 '-i- I
!-i
-
,_' :_1
,
J16 I
, ////J////)
I 10
I ~ I r I Mr22
I 11
I 12
I 13
I 14
I 15
3Å "'~22 28 E.Y_ FiV_
L L ,i i
Ai & 1111" i
~13 Y~ "'r I II II 'i IIIT I IIi, Ii ~ , ~ /1::,
.11,_1_ - -- BI13
F_V_
-i ARI J" BI1. Il :j
rj - ,,1,.
T
~I~ '+ , '*--~_..
J13
i
I 16
I . ,I ,, 1
· 2 'I i6~ '~1Ô ~~2~_,: ¡ r---- II i
, - - ~~;:
II I:¡Î:
i I
~7
lj
19f
~
B'.
l~~I!
--l
13~
i3
6
--~l~J 2~Vi. I lj lj Mr25 ..16 rl
2l~ T
"r
i 17
I "Qi i --
..1
J'
I 18
I 19
, cc
t
aJ'7
i
i
20
I
I 21
I 22
3~i/~ /R 15 R15 ~21
r 23
2.
,
r 25
26
I
27
,
28
~-lJ~
L11 m ".~ . j
'AA~AA l l ~f~~
:R\5 f~ '" , .., "';;" 'Ii ~i
'" i
2'
o
.j;f:
i
h ,i : -~, i I ,
L~ r i ARjl l c-~I
l---¡~~ '~ I , ""
n
¿~ T ,+. ~ ~ Q rJ ,~s ~i v.w ~ .~8 8','7 13~
I j ~---l I
-Ii
I i
I
v~2';
13Ö
i i
-I
.... .,
10
PRINCIPESCHEMA
"" A.
uu
t-
HANDELING No. AV. 510-00b: Montage van de electrische instal/a
tie 3
(DYANE 2 3/1968 ----~ 2/1970) DYANE 6 (A YA 3 1/1968 ----~ 10/1968) (A YB) 10/1968 ----~ 9/1969)
PRINCIPESCHEMA
/1 ~MSLAAN S.V.P
A iV 99
HANDELING No. AV. 510-00c: Montage van de electrische insta/latie (DYANE 4 (A YA 2) 2/1970 ----~ 9/1973 - DYANE 6 (A YB en A yeB) 9/1969 ----~ 9/1973)
LAMPENTABEL
Aantal
Gebruik
Fitting
Type
Spanning
Vermogen
Franse norm
12 V
40/45 W
R.136-15
12 V
21 W
R.136-12
Geel Grootlicht en
dimlicht
2
P.45t.41
naar
keuze
Knipperlichten Stoplichten
6
BA. 15 s
Stadslichten
4
BA. 9 s
12 V
4W
R. 136-33
1
BA. 15 s
12 V
7W
R. 136-08
1
BA. 9 s
12 V
1,2 W
R. 136-04
I nterieur-
verlichting
Laadstroomcontrolelamp
Peerlamp
ZEKERINGENTABEL
Amperes
Voeding
Verlichtings-
schakelaar
Kleur
Bescherming Dashboardverl ich ti ng
16 A
Rood
Kentekenplaatverl ichti ng
Parkeerlichtschakelaar ----~ Stadslichten V en A Spanningsregelaar
Contacts
lot
16 A
Blauw
Knipperlichtschakelaar ----~ Schakelaar ---~ Knipperlicht en
Benzinemeter Stoplichtschakelaar ----- Stoplichten
"+" Accu
16 A
Geel
Parkeerlichtschakelaar ----~ Stadslichten V en A I nterieurverl ichti ng
Reserve
16 A I
1\ i \I 1 "1
R '8
Mc 2,--
8110
~JIS~ 6 Ve1()
5
3
2
1
Kteurcod
Pilar~ Vi
Groen Ve
Rood R
Zwart N
Bruin Mr
Lichtpaars Mv
Grijs Gr
Geel J
B1auw 61
Wii Be
J2 ~ JI
Bi4 ~ 813
R6 ~ RS
12
€jo
SCHEMA D'INSTALLATION
N2
Ye 11
J 10
17
R 12;1./,\
R9~
N1
R 17-- .,
B i 6--
~Q2'8 q;..
. 27
i
J 13,... ::' '
,.~.,
MCli11,
25
,."w.',::,~
24
23
22
21
20
~-- 19 B'';~
Bt 10
R '2
Mv 17--
33
32
31
30
I~ 29
~ '-~
~ ..
.¿
I I I
~ ~
~ ëD' "-
"' ~ '-Q..~
:b S'
§ CD
I: g.
"" 9".
h C'
~ ~ 0) ~
:i§ :t ::
\: (!
~ ::
~ ~ .. :s ~ 0
~ g
Ii ic
I ~
c: .
~ 0(
~!: .. ;;
~ 2 G' ~ 2
); ~
28
A 51-64
~ è? :: rr ~ .t C
BI\
;;
i2
~
0:
IIIII-
IL
L_ _J
I
,-
1_
',-
I I
r -,
i
2
LL: ~j,
i-ff-~- --,
tI' L ~_~
,J iI Ii
II Ii
" _ _ J
i
vi
!~
I
6
.I
:I I:I I
R
i;
3~
I
9 I 10
I
"
I 12
1 ~i~: I 13
t l r*
1-- __ ~
r'lH
i
i;
i I i I L_ _ _J
'拧-3- i__
12~
--
6
I
,.
i
I, I
: ::r
l
i; J
;~
24~~ i
i
f5
I 16
i;
Mr
I
~
I
..
"I
~
AL Ll
I
II
i 21
I
U
;,~ .
i
1
j 1~: 路 "
* I :- -- - - -- -- ~
: 17L ' vi"ir",, ~ AR
J~----rt-i c~
12G 12~
I
22
i 14
i
IS
I 10
.
t~
~.
r ~ ~
~.~~-~t
.-.....--.---- . ._-.- -------
PRINCIPESCHEMA A 51 -95
HANDELING No. AV. 510-00c: Montage van de electnsche installatie
3
(DYANE 4 (A YA 2) 2/1970 ----~ 9/1973 - DYANE 6 (A YB en A yeB) 9/1969 ----~ 9/1973)
PRINCIPESCHEMA
,//L- i
~--
(, OMSLAAN ~ f1 II/ 1 n~
tie (DYANE 4 en DYANE 6 9/1973 ~ot 9/1974
HAN DE LI NG No. A Y. 510-00d: Montage van de electrische instal/a
LAMPENTABEL
Gebruik
Aantal
Fitting
Type
Spanning
Vermogen
F ranse
norm Geel Grootlicht en
2
P. 45 t. 41
naar keuze
12 V
45/40 W
R.136-15
6
SA. 15 s
Peerlamp
12 V
21 W
R.136-12
Stadslichten
4
SA. 9 s
12 V
4W
R.136-33
Interieurverlichting
1
SA. 15 s
12 V
7W
R.136-08
1
SA. 9 s
12 V
2W
R.136-34
1
SA. 9 s
12 V
1,2W
R. 136-04
dimlicht
Kni pperl ichten
Stopl ichten
Dashboardverlichti ng l' z :; -'
Oliedruk-
::
controlelamp
::
z"i "i
., N '" '"
ZEKERINGENTABEL
UJ
o en o
z"i
I0.
UJ
a:
Voeding
Amperes
Kleur
"+" Accu
10 A
Geel
Sescherming Schakelaar ----- Stoplichten
I nterieurverlichting Spanningsregelaar ("+" klem)
Schakelaar ----- Ruitewissermotor
Contactslot
16 A
Slauw
Automaat ----- Schakelaar ----- Knipperlichten
Oliedrukcontrolelamp Senzinemeter ----- Tankvlotterweerstand
Thermische voltmeter
Verlichtings-
10 A
Groen
Dashboardverlichting Stadslichten links voor en achter
10 A
Rood
Stadslichten rechts voor en achter
schakelaar ( Lichtpaars
merkteken)
62HV - 33
5
4
3
2
1
;p B I
~Mr
Groen
ñood
Kleurc;ode W" 81auw Gr,)1 Geel Bruin i,chipaars Zwa'!
BI
iç
7l
Be
~
t..,.,,:::;,.
': tl¡flJ
Be B' G' J M, M.
.. r~::::::;,,:
0:;::::::::. 6 ,'... /tiJ
10
26
~
c.
o
c.
uu
~ ..
eÖ 0'
~ ((
CO (I
o ~ ~ ~
v.u'.,.,....,..,' v.
.. ~ ~ -. c. :J
CO C' ëë. __
(J ..
nn Q.
:: -
-. (I ), (I
tt Q.
:J ~
(I ""
nn cc .. (I
:: ¡¡
~ g
tt :¡
If
uu
.. o ~
:o
))
CO ii -~
20
25
t:
J ."..,,,.,.,, ,.... J ..
:11 ~:f
17
!: Z c; Z
om
Z
x ))
R R BI .'. BI
14
15
I\
,,-'-i,, ,,-'-,,I
8_V_
L_ _J
1- !
,-,
,_, '-' i I
,1-,I
13
N
U:.. ~¡
i. .,,
7 ri
~. ¡qu:
~'
N_ _ ~Q _ _ n R
ug~
RI
X Mv
I ~--Ô
I 19~ ¡ ~
2~
I
JR
~c
I
m
I 10
I 11
I 12
t2~ y
~ I ~,'
JR
r:
'-"--~..
~22_¡ _ ~
I
Mv
i¡
L__ _J
,, ,,I ,, I, r~J- _N_ _
14g
~31
¡
I 13
I
l'
1
F_V_
: i M1r
II
;9 --: l;
Mr
~
1
'~
I 15
- ~--._.-----
PRINCIPESCHEMA
, 16
oeM.
REP HANDBOEK 621-4 AANVUL L iNC ,
i.
EI,
~r_
6'" !i" r
I 17
18 19
20
I 21
26
Ffr . __ ~_Gr-
111 .~ Mr-1 ~ , MrI II , I23 ,2.; is 22
2~2~2~ tl ~ ~ ~=~~
kI AR I... I ii.
:k~ ~v f---
1 i~
*I
1~~ lR
rl
¡___l_J "
,
141 ~~._.---l.---14Ô 14Ö i
I -. ~.i ))_) ~
I ~-- ~-t.~-1 ~
~
o
..
'"
(J
tie (DYANE 4 en DYANE 6 9/1973 tot 9/1974)
HANDELING NO. A Y. 51 o-OOd: Montage van de electrische instal/a
PRINCIPESCHEMA
OMSLAAN S.V.P.
3
tie (DYANE 4 en DYANE 6 vanaf 1974)
. .4IELING NO. A Y. 51~OOe: Montage van de electrische instal/a
LAMPENTABEL
Hoeveelheid
Omsehrijving
Fitting
Spanning
Franse norm Internationale
Vermogen
norm P.45 t.41
12 V
45/40 W
R.136-15
BA.15s/19
12 V
21 W
R.136-12
P.25/1
4
BA.9s
12 V
4W
R.136-33
T.8/4
Binnenlieht
1
BA.15s
12 V
7W
R.136-08
Dashboardverliehting
1
BA.9s
12 V
2W
R.136-34
T.8/2
BA.9s
12 V
4W
R.136-33
T.8/4
Groot/dimlieht
2
Clignoteur voor en aehter
4
Stoplieht
2
Stadslieht voor en aehter
Controlelampje voor: - Oliedruk
1
- Alarmverliehting
1
- Nivoeode vanaf 9/1976
1
C)
z
:: ..
:J '" Z
ZEKERINGENTABEL
"" ""
'r N '" '"
Voeding
Kaliber
Kleur
Liehtsehakelaar
10 A
Groen
Liehtsehakelaar
10 A
Rood
W
o (! o
z""
i
0. w
Beseherming Stadsliehten links voor en aehter 1
. . tot 9/1976
Dash boardverliehti ng
CI
Stadsliehten reehts voor en aehter
tot 9/1976
Stadsliehten reehts en links voor en aehterl
. . vanaf 9/1976
Dashboardverliehting Binnenlieht Stoplieht + Aeeu
10 A
Geel
Clignoteur als alarmverliehting Controlelampje als alarmverliehting
Controlelampje Nivoeode vanaf 9/1976
Spanningsregelaar Ruitewissermotor + Aeeu
16 A
Blauw
Clignoteurs voor en aehter
Controlelampje oliedruk (Dyane 6) Voltmeter en benzinestandmeter -
621-V - 37
5
4
3
2
1 P ::~:
Groen Va
Rood R
Zwart N
Licht pas,s Mv
Gael J Bruin Mr
Kleurloos Ie
Griis Gr
Blauw BI
it Be
Kleurcode
81
iç
7l
Be
I¥
t.Wit
"',.; ~::;/?: 6 ....... ...'.'..,....... ~~. !r~iir
12
10
::~:'
v.==v.
14
15
INST ALLA TIESCHEMA
:I,~~
17
~
M~ :~J.~~I~r~wV
R~'I.
16
20
Mv~
26
25
~
'"
c..
c.
'-
uu
~ eD.
~ ~
:: ~
(0 en
!! :ï
~ CD
"" 0 II ::
0) (;.
rt Q. ..
~ ~ :: CD
c: 1t
~ ~
.. ""
rt ~
~ :: :: II
-c: s: 0
~
i
oo
~ o
UI
:o
t: ~
!: Z C) Z
m
C
Z
:¡ ~
r\
. '"
- ..
4:11111111111 l "
o~
, ..
.:sC;.'" u r (I
00 ~
,I ,
u: 'l ; ::\..'\(:,
w"-0.-"
v
01
((
.'/':-¿. .
i
ru ~?'
,.. - J ',;(", ¡U:'
-' ó C,' * ..
,~
co
. ..
01
'1-'-- or~: f.
--1i
~;
:J ~_.~- J
'Lio,.
OJ j
rv. . 'rf-~~
- .~i:
- --+ i ~.
¥ --y' ~ .
w '-I". ,
-Q
'-L:-~~t_' ~. L- r..,
ø
oc
:: w J:
o
w
Z a:
Q.
+
J. -i1. -+ : ~ CCl=
-" tt
.. ,- , 'I ~-~
____J
+-.. fì-
wj
0/ a- -o:(-t/!-~
0: '/ ,. i
:- ".r:
I'-~~~ '. -
01
ll
+,
, r ~~
\/ '..F- T
to
I. ~ i
~(- ~'~~ ~ /-?
0:
_.L--'-
L-t,L-~ ~
n
a-
"''
01'+ -Q t ,.
:7
L'; ..
Q.
o
. ~
" s -C~ ==--;
oo~- 1
t ~ ¿;C~~
~ --:J-- +
.
.. -
-~
- -'C-;i- - ~-L-~O ç-
L';~,f-~rf.:--~,,' "_
.. I ,,. I
+ +.414,/ H-:;L H,~-+ ,-~ -~-)~~:jJ-+ + +~--Õ~0U.l + ~.:----1__ "L~)- n .. 01::,Ç~"!; p-
o-!~..~. Wr¿ 01......((1--" 'or9-
r:J-
--~-s(~v~J.".:--8-,,(-a- Qo --"-(-J,/: il,' .. .. T _-~--~--_ 0: "'- I
,~ Y/u '-"f- ~-~~_ "~\6rAf v, a- ---L,-\\ i ___ 0:l1+
:0
U1
W
-T-cr~1 0,,- ,
"' ,:1 ~ j~ ~ ~
~-c+.-ò ~-~1 ~ -; . i~,: ~;:¿; ¡l,
v
-~L.,';--a---- --:lC4.//'H 1
/I
i
L-_~_- ---r.:=-- u. ~,-.:,~~j
'-Y ¡ I
L(..1J (H :0
T--------_.
ö--L :;:
i
-
~~ (,~
--
I
621-IV-7
-- -
-- -------(c- . .J --~:
L
_J L
'L v--o-';L
-1:-- :; --(.J/-J '
l(
--- 0._ ru !._~ r= i
=: :t~ J d'\or rt A
c'
"
HANDELING No. A Y. 510-00e: Montage van de electrische installatie DYANE 4 en DYANE 6 vanaf 9/1974
PRINCIPESCHEMA
OMSLAAN SVP.
Hand. AV. 510-0Oe
3
tie
HANDELING No. A V. 510-001: Montage van de electrische instal/a
Hand. AV. 510-001
(Bestelwagen 3CV "Acadiane")
LAMPENTABEL
Internationale norm
Aantal
Fitting
Spanning
Vermogen
Franse norm
Koplamp
2
P.15 t.41
12 V
45/40 W
R. 136-15
Knipperlichten V en A
4
SA.. 15 s/19
12 V
21 W
R.136-12
P.25/1
Stop- en achterlichten
2
SAY.15 d/19
12 V
21/5 W
R. 136-12
P. 25/2
Stadslichten V
2
SA. 9 s
12 V
4W
R. 136-33
T. 8/4
Kentekenplaatverl i chti ng
1
SA. 9 s
12 V
4W
R. 136-33
T. 8/4
Interieurverlichting
1
SA. 15 s
12 V
7W
R. 136-08
- Oliedruk
1
SA. 9 s
12 V
4W
R. 136-33
T. 8/4
- Alarmknipperlichten
1
- Remvloeistofniveau
1
SA. 9 s
12 V
4W
R. 136-33
T.8/4
SA. 9 s
12 V
2W
R. 136-34
T. 8/2
Toepassing
Controlelampen:
Controlelam pen: - Knipperlichten
1
- Koplampen
1
Dashboardverlichting
1
ZEKERINGENTABEL
Voeding
Kaliber
Kleur
"+" accu
16 A
Slauw
(via stuurslot)
Sescherming Ruitewisser Spanningsregelaar Controlelampen voor oliedruk en remvloeistofniveau Knipperlichten en controlelamp Voltmeter en benzinestandmeter
"+" accu
10 A
Geel
Stoplampen Interieurverlichting Knipperlichten en alarmknipperlichtinstallatie
Lichtschakelaar
10 A
Rood
Dashboardverlichting Stadslichten en achterlichten Kenteken plaatverl ichting
621-IV-9
o
;:
~
CD
S~ß-BI \L~M-
d3Jve
4 =Mr.F.Gr
3JR
3JJ
~ R --ll
2 ~=-r.F.Gr ~J ~ve~
1~ß-BI ~~Mr
Be
rV
60
8
J t--=J-J J
B I ji=HB i
16 R -¡--Ji R
13
~
~
INST ALLA TIE
N--Q -- 0
L R -- ~" 28
1:026 ~~~27
SCHEMA
34
3S
BI~ R¿~
"~~
BI-c
Mv~~ R -c Q9 Q9 33
IV
o
In
~
(j¡-
~ ~
~: s. '"
II CD
9: g.
2 a.
;; Q.
'" èD
C) CD
Co g.
:J :J
~ Qj
- CO ~ CD
æ- Q)
gg :J
-tt :s 0
~
c¡
uu
..
;'
)0
~
Q
Z Z
C m r-
Z
)0
:x
I\
A.51-122
10
R
'3~
L. _ _ J
--èèZ--~~-"
61 I
,,T:.., ' ,,:, ,,
r:ir~
l Mv
J
--~
BI
Î "1116 iF.Gr f N
1- - -- -Beig;guel
D~ J R
Q16
~
7
R
I 9i 10
F.Ve-
I
2
,
rî 37~
,
Mr
AR
Mr
I
v.
L!
361
rr
v.
i
..
r¡
I
20
i
30
i7 i7~
r ". ~ I
:i Ti Ti ~4~4~ 1 Tr i
i
¡ Ie.
II
I Ll
123
I eBI
i I
Tl
Q'
r
I ïi i
J i I R
,¡ : lIC '
L 2 --rtrl1 : 1_-1:: l:j~--~ 24 ::::LÎ f'26 AR
l T 1 · r.i::-'íJq ".~'-:t-.
Ve
rî
r~_.. .~29. _.. .~';l.
t22k 10 :,7 "', "" "'i~! iì 25 T
'1' i-tt-~. ¡pi i !
~-L---&- \j
L--_.U
, " L_ _.I I
,,, - :', ,, ,-, ,, - ,' ,-, ,,,-' , ,,,_- I',, ,-, ,,,_, - ', , "
+~ 13 -,
'r1 ~
28 r-!!-
N
PRINCIPESCHEMA
REP HANDBOEK A 621-IV - AANVULLING 2
HANDELING No. A Y. 510-001: Montage van de electrische instal/atie
(Bestelwagen 3 CV "Acadiane")
PRINCIPESCHEMA
OMSLAAN S.V.P. \ r " I."
Hand. A Y. 51O-0Of
3
HANDELING NO. AM. 510-00: Montage van de electrische instal/a
tie
Hand. AM. 510-00
(AMI 6 tot 5/1966) LAMPENTABEL
Aantal
Omschrijving
Type lamp
Europese code P 45 t 41 (geel of wit) 6 V 45/40 W
Groot/dimlicht
2
Parkeerlicht voor Kenteken plaatverl ichting
5
Clignoteur voor
2
Clignoteur achter
2
Parkeerlicht achter en stoplicht
2
BAY 15 d/19 - 6 V - 18/4 W (ballon ø = 25)
Binnenlicht
1
BA 15 s - 6 V - 7 W
Verlichting kilometerteller
1
BA 95- 6 V - 1,5 W
Laadstroomcontrolel am pje
1
BA 9 s - 12 V - 1,5 W
2
BA 9 s - 6 V - 4 W
BA 15 s - 6 V - 15 W (ball
on)
BENAMING VAN DE ONDERDELEN 1
Koplamp rechts voor
2
Koplamp links voor Wegclaxon Stadsclaxon Clignoteur rechts Clignoteur links Bobine Ontsteking Accu Spanningsregelaar Dynamo motor Start Stoplicht schakelaar Ruitewissermotor Contactslot
3 C)
z
4
:J
--
5
Z
6
:: ;; --"i N
7
~
8
'"
9 10
W
oaJ o Z
iIi --
11
w
12 13 14 15
CI
62HV - 41
Lichtschakelaar en claxon Ruitewisser schakelaar Laadstroomcontrolelam pje Parkeerl ichtsch akelaar
20
Clignoteur schakelaar Benzinestandmeter Dashboardlamp Binnenlicht
21
22 23 24 25 26 27 28 29 30
Draad
Draadnummer
Voor
1
Voor
16 17 18 19
2
Benz i nestand meterweerstan d Clignoteur rechts achter
Rechter achterlicht en stoplicht rechts Kenteken plaatverl ichti ng
Linker achterlicht en stoplicht links
Clignoteur links achter Accessoi riek lem
Aanduiding van de draad
Kleur kousje zwart zwart zwart zwart zwart zwart .zwart zwart
paars rood paars paars paars
Startmotor (12) naar voeding lichtschakelaar en claxon (16) naar contactslot (15)
naar accu klem (30) naar ruitewisserschakelaar (17) naar stoplichtschakelaar (13)
naar parkeerlichtschakelaar (19) naar aansluiting achter Contactslot (15)
naar bobine (7) (+aansluiting) naar benzinestandmeter (21) naar clignoteurschakelaar (20) naar laadstroomcontrolelampje (18)
2 HANDELING NO. AM. 510-00: Montage van de e/ectrische instal/atie (AMI 6 tot 5/1966)
Draad
Draadnummer
Kleur kousje
Voor
3
Voor
4
Voor
5
Groen Groen Geel Geel Rood Rood Groen Groen Rood Licht paars Licht paars Blauw Rood Bruin
Voor
6
Voor
7
Voor
8
Blauw Blauw
Voor
9
Wit Wit
Voor
10
Voor
11
Blauw Blauw Rood
Voor
12
Blauw Blauw Blauw
Voor
13
Wit
Blauw Voor
14
Voor
15
Dynamo naar regelaar
16 17 18
Aanduiding van de draad Lichtschakelaar en claxon (16) (dimlicht) naar Rechter (1) en Linker (2) koplamp Lichtschakelaar en claxon (16) (groot licht) naar rechter (1) en linker (2) koplamp Parkeerl íchtschakelaar (19)
naar rechter koplamp (1) (parkeerlicht)
naar aansluiting achter Parkeerlichtschakelaar (19) naar linker koplamp (2) (parkeerlicht)
naar aansluiting achter Lichtschakelaar en claxon (16) naar parkeerlichtschakelaar (19) naar dashboardverlichting (22)
naar aans!uiting achter Lichtschakelaar en claxon (16) naar stadsclaxon (4) Lichtschakelaar en claxon (16) naar wegclaxon (3) Ruitewissetschakelaar (17) naar ruitewissermotor (14) Laadstroomcontrolelampje (18) naar "DYN" aansluitíng regelaar (10) Clignoteurschakelaar (20) naar rechter clignoteur (5)
naar aansluiting achter Clignoteur schakelaar (20) naar linker clignoteur (6)
Wit
naar aansluiting achter
Rood Rood Blauw Blauw Geel Geel Rood Rood Zwart Zwart Zwart
Stoplichtschakelaar (13)
naar aansluiting achter - aansluiting bobine (7) naar ontsteking (8) EXC aansluiting regelaar (10) naar EXC aansluiting dynamo (11) DYN aansluiting regelaar (10) naar "DYN" dynamo (11) Massa regelaar (10) naar massa op versnellingsbak en dynamo (11)
Achter
10
Achter
5
Achter
6
Achter
7
Achter
12
Blauw Blauw
Aansluiting achter
Achter
13
Wit
Aansluiting achter
Aansluiting achter naar binnenlicht (23)
Achter
14
Achter
15
Losse draad
20
Groen Licht paars Licht paars Licht paars Licht paars Licht paars
Blauw Rood Rood Geel Geel Zwart Zwart
Aansluiting achter naar rechter achterlicht (26)
Aansluiting achter naar linker achterlicht (28)
Aansluiting achter
naar kentekenplaat (27) naar clignoteur rechts achter (25)
naar clignoteur links achter (29)
Aansluiting achter
naar stoplicht rechts (26) en links (28) Benzinestandmeterweerstand (24) naar meter (21) Accessoirieklem (30) naar ruitewissermotor (14)
621-IV- 42
ê-
w
~
~ t:
'"
6
2
7
1
BI15
8
3
AMB
AM ++++++++++
AM~ AMB
9
12
N1
10
30
N1
14
REP.HANDBOEK 621-4 AANVULLING I
18
'"
R7~22
RS
~I~~19 Yo
R11
Vi2~
N1
17
BII~
16
15
, .. 1S
24
"'",lot
t ,.
i ~ t ~
29
++++~ !t 27
My 7 :.:
: ~
f.., + +
-C====.=J
I ( ~---
IBe7
1~26 '----..\i
",fC~
.:
~ uu ~
..
(.
uu
.. '? 0 0
¡¡
:.
tt
~
:: II
(b.
~
!i
o,
5.
Q)
:J
o
Q.
¡¡.
CD
~ Q)
OJ Q)
(0 Q.
.. =:
-
o Q) - '0 OO Q¡
OJ ¡¡ _ cc
~ g
): ~
~
'?
uu
..
¡¡
~ :.
z
c;
iZ
m
zC
:.
::
tie (AMI 65/1966 tot 5/1968) (behalve AMF-PA)
Hand. AM. 510-008
HANDELING NO. AM. 510-ooa: Montage van de electrische instal/a
LAMPENTABEL
Omschrijving
Hoeveelheid
Groot/dimlicht
2
Clignoteur voor
2
Lam ptype
Europese code P 45 t 41 (geel of wit) 12 V - 45/40 W
BA 15 s- enkele draad - 12 V - 15 W (grote ballon) Clignoteur achter
cc
z
:J
..
:; ;:
Dashboardverlichting
1
BA 9 - enkele draad - 12 V - 2 W F.B.
Parkeerlicht voor
2
BA 9 s buislampje - 12 V - 4 W (buisje ø 10)
Kenteken plaatverl ichti ng
2
BA 9 s buislampje - 12 V - 4 W (buisje ø 10)
Binnenlicht
1
SA. 15 s - enkele draad - 12 V - 7 W (kleine ballon)
Achter- en stoplicht
2
BAY 15 d/19 - 2 draden - 12 V - 18/4 W (ballon ø 25)
Z
--"i N
co
:.
.-
w
om o
z
--
I
0. w
CI
62HV - 45
tie
2 HANDELING NO. AM. 510-008: Montage van de electrische instal/a
(AMI 6 5/1966 tot 5/1968) (behalve AMF-PA)
BENAMING VAN DE ONDERDELEN
1
Rechter voor clignoteur
16
Contactslot
2
Rechter koplamp
17
Lichtschakelaar en claxon
3
Bobine
18
Ruitewisserschakelaar
4
Linker koplamp
19
Parkeerl i chtsch akelaar
Linker voor clignoteur
20
CI ignoteurschakelaar
Claxon Ontsteking Accu Wisselstroomdynamo
21
Weestand benzinestandmeter
22 23 24
Thermische voltmeter
10
Startmotor
2S
Binnenlicht
11
Spanningsregelaar
26
Rechter achter clignoteur
12
Zekeringenkastje
27
Rechter achter- en stoplicht
13
Stoplichtschakelaar
28
Kenteken pi aatverl ichti ng
14
Ruitewissermotor
29
Linker achter- en stoplicht
1S
Accessoirieklem
30
Linker achter clignoteur
5 6 7 8 9
-
.,
Draad
Draadnummer
Voor
1
Voor
Voor
Voor
Dasnboardverlichting Benzinestandmeter
Benaming van de draden
Kleur kousje Zwart Zwart Geel Zwart Zwart Geel Zwart Zwart Zwart Zwart
Startmotor (10) naar wisselstroomdynamo (9) (+aansluiting) naar zekeringenkastje (12) (zekering no. 1)
3
Paars
Contactslot (16)
4
Blauw Rood Blauw
naar zekeringenkastje (12) (zekering no. 2) naar bobine (3) (+ aansluiting accu) Zekeringenkastje (12) (zekering no.2) naar spanningsregeleaar (11) (+aansluiting) naar ruitewissermotor (14) (autom. afslag) naar ruitewissermotor (18) naar clignoteurschakelaar (20) naar thermische voltmeter (22) naar benzinestandmeter (24) Lichtschakelaar en claxon (17) naar zekeringenkastje (12) (zekering no. 3) Zekeringenkastje (12) (zekering no. 3) naar parkeerlichtschakelaar (19) naar dashboardverlichting (23)
2
Paars Rood Zwart
Paars Paars Paars Licht paars
Voor Voor
6
Voor
7
Rood Rood Blauw Rood Bruin Blauw Blauw
naar contactslot (16)
naar lichtschakelaar en claxon (17)
Zekeringenkastje (12) (zekering no. 1) naar stoplichtschakelaar (13)
naar accuklem (15) naar parkeerlichtschakelaar (19) naar aansluiting achter
naar aansluiting achter Ruitewisserschakelaar (18) naar ruitewissermotor (14) 621-IV-46
Hand. AM. 510-00.
HANDELING NO. AM. 510-008: Montage van de electrische instal/atie (AMI 65/1966 tot 5/1968) (behalve AMF-PA)
Draad
Draadnummer
Kleur kousje
Voor
8
Wit Wit
Losse d raad
9
Blauw Blauw
Voor
10
Groen Groen Groen
Voor
11
Geel Geel Geel
Voor
13
Groen Rood Licht paars Rood Rood Groen
Voor
14
Voor
15
Wit
Blauw Wit
Voor
16
Voor
17
Losse draad
18
Losse draad
19
o
Losse draad
20
iIi
Losse draad
21
Losse draad
22
Losse draad
23
Losse draad
24
CJ
z
:ยก .. ='
:;
zc( c(
'i N '" '"
W
oCD Z
c(
w a:
Achter
2
Achter
6
Achter
6
Blauw Blauw Blauw Rood Rood Geel Geel Bruin Bruin Bruin Bruin Bruin Bruin Bruin
Bruin Bruin Bruin Bruin Zwart Zwart Bruin
Licht paars Bruin Wit
621-IV - 47
Benaming van de draden
Lichtschakelaar en claxon (17) naar claxon (6) Bobine (3) naar stroomverdeler (7) Lichtschakelaar en claxon (17)
naarrechter koplamp (2) (dimlicht) naar linker koplamp (4) (dimlicht) Lichtschakelaar en claxon (17) naar rechter koplamp (2) (grootlicht) naar linker koplamp (4) (grootlicht) Parkeerl ichtschakelaar (19)
naar linker koplamp (4) (parkeerlicht) naar aarrsluiting achter Parkeerschakelaar (19) naar rechter koplamp (2) (parkeerlicht) naar aansluiting achter Clignoteurschakelaar (20) naar rechter voor-clignoteur (5)
naar aansluiting achter Clignoteurschakelaar (20) naar rechter voor-clignoteur (1)
naar aansluiting achter Stoplichtschakelaar (13) naar aansluiting achter Wisselstroomdynamo (9) (EXC aansluiting) naar spanningsregelaar (11) (EXC aansluiting) Spanningsregelaar (11) naar massa (versnellingsbakdeksel) Linker voor-clignoteur (5) naar massa (bumperplaat) Linker koplamp (4)
naar massa Rechter koplamp (2) naar massa (bumperplaat) Rechter voor-clignoteur (1) naar massa (bumperplaat)
Bumperplaat (massa) naar massa (oliecarter) Aansluiting achter naar binnenlicht (25)
Aansluiting achter naar kentekenplaatverlichting (28) (type AM) Aansluiting achter
naar kentekenplaatverlichting (28) (type AMB) Weerstand benzinestandmeter (21) naar benzinestandmeter
Achter
12
Geel Geel
Achter
13
Aansluiting achter
Achter
14
Licht paars Licht paars Groen Licht paars
Achter
15
Wit
Aansluiting achter
Achter
16
Achter
17
Blauw Blauw Blauw Rood Rood Rood
naar parkeerlicht (of stadslicht) links achter (29) Aansluiting achter
naar parkeerlicht (of stadslicht) rechts achter (27) naar clignoteur links achter (30)
Aansluiting achter naar rechter achter-clignoteur (26)
Aansluiting achter naar linker stoplicht (29)
naar rechter stoplicht (27)
3
'"
..
~ ;:
'"
5
3
1
.J7
Parkeerlichtschakelaar
Spanningsregel88r ndmeter - yoltmetèr
Weerstand benzinesls
Ruitewisserschakelaar . Clignoteurschakelaar - Ruitewissers
ashboardverlichting ) Kentekenplaatverlichting
~Iadslichten voor en achier -
AM_AMB
AMB-----------
AM --+++++..........
'"
1
1 Bi3 R
10,1
8
'".
Stoplicht _ Binnenli~~~ter) - Accu klem
Parkeerlichtschakel (stadslicht voor en aar
J
Geel
,,l6
Be
R N Vi Ve Mr MY BI
Wit
Blauw
Paars Groen Bruin Licht paars
Zwart
Kleurcode Rood
N2
15
!¥ ..
14
INSTALLA TIESCHEMA
J 12
Vi~JI
R6~
Vi~:t
W)3
ai
R1~
Nj.--
J12
21
! l=
25
24
23
22
20
19
~~~ 18
~~
N'13:: 16
!~9 ) Mv13
rJ
i I I I I I I I I I I 1
ar;
28
++~ M~
,.
;; '-~
:t ~ ~ CD
~ ~ ~ ~ CD ¡¡
CD s"
ëT i
~ ëD - Q. (( .. ~ ~.
Õ ~ - CD
OJ ::
~ ii
01 tQ -. CD
OJ ¡¡
~ ::
~ ~
uu o..i oo ~
.ir
z p
C)
p-
i
m
C
.Z %
~
tie
HANDELING NO. AM. 510-00: Montage van de e/ectrische instal/a
Hand. AM. 510-oob
(AMI 6: AMF-PA vanaf 10/1976) LAMPENTABEL
Omschrijving
Hoeveelheid
Lamptype
Groot/dimlicht
4
Europese code P 45 t 41 (geel of wit) 12 V - 45/40 W
Clignoteur voor
BA 15 s - enkele draad - 12 V - 21 W
Stoplicht
2 2 2
Dashboardverlichting
1
BA 9 s - enkele draad - 12 V - 2 W
Parkeerlicht voor
2
BA 9 s - buislampje - 12 V - 4 W (buisje ø 10)
Achterlicht (kentekenplaatverl ichting)
2
BA 15 s - enkele draad - 12 V - 5 W
Binnenlicht
1
BA 15 s - enkele draad 12 V - 7 W
Clignoteur achter
BENAMING ONDERDELEN
CJ
z
:¡ ..
1
Rechter voor clignoteur
19
Contactslot
2
Buitenste rechter koplamp
20
Lichtschakelaar en claxon
3
Binnenste rechter koplamp
21
Ruitewisser schakelaar
4
Bobine
22
Parkeerlicht schakelaar
5
Binnenste linker koplamp
23
Clignoteur schakelaar
6
Buitenste linker koplamp
24
Voltmeter
7
Linker voor clignoteur
25
Dashboardverlichting
8
Claxon
26
Variabele weerstand voor dashboardverlichting
9
Ontsteking
27
Benzinestandmeter
10
Accu
28
Variabele weerstand voor benzinestandmeter
11
Wisselstroomdynamo
29
Binnenverlichting
12
Startmotor
30
Rechter achter clignoteur
13
Spanningsregelaar
31
Rechter stoplicht
14
Zekeringenkastje
32
Rechter achterlicht en kentekenplaatverlichting
15
Stoplichtschakelaar .
33
Linker achterlicht en kentekenplaatverlichting
16
Ruitewissermotor
34
Linker stoplicht
17
Accuklem
35
Linker achter clignoteur
18
Koplamp relais
36
='
:;
z--
4(
'i
¡; '" '"
w
0 '" 0 Z
--
I
Ii
w a:
621-IV - 49
. Stuurslot (extra) .
2 HANDELING NO. AM. 510-0Ob: Montage van de e/ectrische ins
tal/a
tie
(AMI 6: AMF-PA (vanaf 10/1976))
Draad
Draadnummer
Kleur kousje
Voor
1
Zwart Zwart Zwart Geel Zwart Zwart Geel Zwart Zwart Zwart Zwart
naar accuklem (17) naar parkeerlichtschakelaar (22)
3
Paars
Contactslot (19)
4
Rood Blauw Blauw
naar bobine (4) (+aansluiting) naar zekeringenkastje (14) (zekering no. 2) Zekeringenkastje (14) (zekering no. 2) naar spanningsregelaar (13) (+ aansluiting) naar voltmeter (24) naar benzinestandmeter (2) naar clignoteurschakelaar (23) naar ruitewisserschakelaar (21)
Voor
Voor
Voor
2
Paars Paars Paars Paars Zwart Rood Voor
5
Voor
6
Licht paars Rood Rood Blauw Rood Rood Rood Blauw Blauw
Voor
7
Voor
8
Voor
9
Wit Wit
Voor
10
Voor
11
Groen Groen Groen Geel Geel Geel Geel
Voor
12
Voor
13
Voor
14
Wit
Geel Geel Rood Rood Groen Groen Rood
Licht paars 15
Voor
16
Blauw Blauw Blauw Wit
Blauw Wit
Benaming van de draden Startmotor (12) naar wisselstroomdynamo (11) naar contactslot (19)
naar zekeringenkastje (14) (zekering no. 3) naar lichtschakelaar (20) en claxon naar relais (18) (aansluiting 1) binnenste koplampen Zekeringenkastje (14) (zekering no. 3) naar stoplichtschakelaar (15)
naar aansluiting achter
naar ruitewissermotor (16) automatische afslag Lichtschakelaar (20) en claxon naar zekeringenkastje (14) (zekering no. 1) Zekeringenkastje (14) (zekering no. 1) naar parkeerlichtschakelaar (22) naar variabele weerstand (26) dasboardverlichting naar variabele weerstand (26) dashboardverlichting naar variabele weerstand naar dash,boardverlichting (25) Ruitewisserschakelaar (21) naar ruitewissermotor (16) Lichtschakelaar (20) en claxon naar claxon (8) Lichtschakelaar (20) en claxon naar buitenste rechter koplamp (2) (dimlicht) naar buitenste linker koplamp (6) (dimlicht) Lichtschakelaar (20) en claxon naar buitenste rechter koplamp (2) (grootlicht) naar buitenste linker koplamp (6) (grootlicht) naar koplampreJais (18) (aansluiting 3) Relais (18) van de binnenste koplampen naar binnenste rechter koplamp (3) naar binnenste linker koplamp (5) Parkeerlichtschakelaar (22) naar buitenste rechter koplamp (2) (Iooplampaansluiting)
naar aansluiting achter Parkeerlichtschakelaar (22)
naar buitenste linker koplamp (6) (loopJampaansluiting) naar aansluiting achter Clignoteurschakelaar (23) naar rechter voor clignoteur (1) naar aansluiting achter Clignoteurschakelaar (23) naar linker voor clignoteur (7) naar aansluiting achter
621-IV - 50
hand. AM. 510-oob
HANDELING NO. AM. 510-00b: Montage van de electrische installatie
AMI 6: AMF-PA (vana' 10/1967)
CJ
z
:ÂĄ ..
Draad
Draadnummer
Kleur kousje
Voor
17
Losse draad
18
Rood Rood Blauw Blauw
Losse draad Losse draad Losse draad
19 20 21
Losse draad
22
Licht paars Geel Geel Bruin
Losse draad
23
Losse draad
24
Bruin
Losse draad
25
Bruin
Losse draad
26
Bruin
Losse draad
27
Losse draad
28
Bruin
Losse draad
29
Bruin
Losse draad
30
Bruin
Losse draad
31
Bruin
='
:;
z4( 4(
'i N '" '"
iIi
Regelaar (11) (massa aansluiting) naar massa (versnellingsbakdeksel) Rechts van clignoteur (1) naar massa (bumperplaat) Buitenste rechter koplamp (2) (parkeerlicht) naar massa (bumperplaat) Buitenste rechter koplamp (2) naar massa (bumperplaat) Binnenste rechter koplamp (3) naar massa (bumperplaat) linker voor clignoteur (7) naar massa (bumperplaat) Buitenste linker koplamp (6) (parkeerlicht) naar massa (bumperplaat) Buitenste linker koplamp (6) naar massa (bumperplaat) Binnenste linker koplamp (5) naar massa (bumperplaat)
Bumperplaat
2
Zwart
Aansluiting achter
, Achter
13
Aansluiting achter
Achter
14
Groen Licht paars Licht paars Licht paars
Achter
15
Blauw Blauw
Aansluiting achter
Achter
16
Wit
Aansluiting achter
Binnenverlichting (29)
17
621-V - 51
Relais (18) binnenste koplampen) naar massa Wisselstroomdynamo (11) (EXC aansluiting) naar regelaar (3) (EXC aansluiting)
Achter
4(
w a:
Stoplichtschakelaar (15) naar aansluiting achter Bobine (4) (-aansluiting) naar ontsteking (9) naar contactslot (36) (extra) Contactslot (36) (extra)
naar massa (oliecarter)
W
om oz
Benaming van de draden
Achter
32
Losse draad
33
Blauw Rood Rood Rood Geel Geel Bruin
naar rechter achterlicht (kentekenplaatverlichting (32)
Aansluiting achter naar links achter (kentekenplaatverlichting) (33)
naar rechter achter clĂgnoteur (30)
naar linker achter clignoteur (35)
Aansluiting achter naar rechter stoplicht (31)
naar linker stoplicht (34) Weerstand (28) benzinestandmeter naar benzinestandmeter (27)
Weerstand (28) benzinestanmeter naar massa
3
'"
'"
~ ;:
'"
.~
23
IrBI1
7
6
5
4
Mr 26
3 .§-J12
Mr2
v.io
2 ¡¡J"
1
116J
~9
_,ol8
Parkeerlicht sch k
spanningsregenizinestandmeter - Voltm
Weerstand be . gnoteurschakelaar
aar eter-
RUltewissers - Cli
. ardverlichling Kentekenpl aatverlichting en achier)- Dashbo
(stadslicht voor aar
Parkeerlichtschakel
enverlichting _ stoplicht _ binn t. voar en achter) Accu klem a elaar (stadslich
15
IOA-!IU. BJxa -I
A M F _ PA
PRINCIPE SCHEMA
17
--~
._--~
R 6 I--.:'E;;
21
25
23
22
28
20
~ N2
29
27
~ :w~ .~-' 26 -ß"..':
r-~
R7=Vri
.,~ ... -,
I~ 61 6--
iiR~;':.'. 16-i .
iN' --
i. R' N2--":: N, 19
QMv1L
,J
33
¡: "
Vl
CD
(b'
~
íi
oo :3' ~ C'
(Ö CD
'- :J
-. c;j"
00
-. ~
II 0
:J ãì
¡¡ CD
..
~ Q.
ì1 II ." :J
3: ~
). CO
~ Q)
3: 0 - :J
). ~
.. If oo 0'
UI
.p~
z
C)
iZ
m
C
Z
%
.
..
Hand. AM. 510-0Oc
HANDELING NO. AM. 510-00: Montage van de electrische installatie
(AMI 6 aile typen beha/ve AMF-PA 5/1968 tot 10/1968)
LAMPENTABEL
Omschrijving
Lamptype
Hoeveelheid
Groot dimlicht
2
Europese code P 45 t 41 - 12 V - 45/40 W (NF R 136-15)
Voor clignoteur
2
BA 15 s - enkele draad - 12 V - 15 W - (NF R 136-09)
Achter clignoteur Stoplicht
2 2
BA 15 s - enkele draad - 12 V - 21 W - (NFR 136-12)
Dashboardverlichting
1
BA 9 s - enkele draad - 16 V - 0,2 A - (NF R 1136-04)
Stadslicht voor
2
BA 9 s - enkele draad - 12 V - 4 W - (NF R 136-33)
Stadslicht achter
2
BA 15 s - enkele draad - 12 V - 5 W - (NF R 136-13)
Binnenlicht
1
BA 15 s - enkele draad - 12 V - 7 W - (NF R 136-08)
BENAMING VAN DE ONDERDELEN ~
z
:ยก ..
1
Rechter voor clignoteur
18
Contactslot
2
Rechter koplamp
19
Lichtschakelaar /Claxon
3
Bobine
20
R u itewisserschakel aar
4
Linker koplamp
21
Parkeerl ichtschake laar
5
Linker voor clignoteur
22
Clignoteurschakelaar
6
Claxon
23
Voltmeter
7
Ontsteking
24
Dashboardverlichting
8
Wisselstroomdynamo
25
Variabele weerstand dashboardverlichting
9
Startmotor
26
Benzinestandmeter
10
Accu
27
Tankvlotter voor benzinestandmeter
11
Spanningsregelaar
28
Binnenverlichting
12
Zekeringenkastje
29
Rechter achter clignoteur
13
Stoplicht schakelaar
30
Rechter achter stoplicht
14
Verwarming -200 (extra)
31
Rechter achterlicht en kentekenplaatverlichting
15
Ru itewissermotor
32
Linker achterlicht en kentekenplaatverlichting
16
Accu klem
33
Linker stoplicht
17
Stuurslot
34
Linker achter clignoteur
='
:;
z0( 0(
!N '"
'"
w
0ii 0
z0(
i
Ii
w
a:
621-IV - 53
2 HANDELING No. A M 510-0OC:Montage van de electrische delen AMI 6 al/e typen behaleve AMF-PA (5/1968 tot 10/1968)
Draad
Draadnummer
Voor
1
Voor
Voor
Voor
2
3
4
Zwart Zwart Geel Zwart Zwart Geel Zwart Zwart Zwart Zwart Zwart
Paars Rood Blauw Blauw
Paars Paars Paars Paars Rood Zwart Voor
5
Voor
6
Voor
7 8
Paars Licht paars Rood Rood Blauw Rood Rood Rood Blauw Blauw Geel
Wisselstroomdynamo
9
Voor
10
Wit Wit
Voor
11
Voor
12
Voor
13
Voor
14
Groen Groen Groen Geel geel Geel Rood Rood Rood Rood Groen Groen Rood Licht paars
Voor
15
Rood
Benaming draad
Kleur kousje
Startmotor (9) naar wisselstroomdynamo (8) (+aansluiting) naar zekeringenkastje (12) (zekering nr. 3) naar contactslot (18)
naar lichtschakelaar (19) en claxon Zekeringenkastje (12) (zekering no. 3) naar verwarming -200 (14) (extra)
naar aansluiting achter naar stoplichtschakelaar (13)
naar accuklem (16) naar parkeerlichtschakelaar (21) Contactslot (18)
naar bobine (3) naar zekerirrgenkastje (12) (zekering no. 2)
Zekeringenkastje (12) (zekering no. 2) naar spanningsregelaar (11) naar voltmeter (23) naar benzinestandmeter (26) naar clignoteurschakelaar (22) naar ruitewissermotor (15) naar ruitewisserschakelaar (20) naar verwarming -200 (14) (extra) Licht schakelaar (19) en claxon naar zekeringenkastje (12) (zekering no. 1) Zekeringenkastje (12) (zekering no. 1) naar parkeerlichtschakelaar (21) naar weerstand dashboardverlichting (25) naar weerstand dashboardverlichting (25) naar dashboardverlichting (24) Ruitewisserschakelaar (20) naar ruitewissermotor (15) Wisselstroomdynamo (8) (EXC aansluiting) naar regelaar (11) (EXC aansluiting) Lichtschakelaar (19) en claxon naar claxon Lichtschakelaar (19) en claxon naar rechter koplamp (2) (dimlicht) naar linker koplamp (4) (dimlicht) Lichtschakelaar (19) en claxon naar rechter koplamp (2) (grootlicht) naar linker koplamp (4) (grootlicht) Stoplichtschakelaar (13)
naar aansluiting achter Parkeerlichtschakelaar (21) naar rechter koplamp (2) (parkeerlicht) naar aansluiting achter Parkeerlichtschakelaar (21) naar linker koplamp (4) (parkeerlicht)
naar aansluiting achter
62HV - 54
HANDELING NO. AM. 510-00: Montage van de electrische instal/a
tie
Hand. AM. 510-0Oc
AMI 6 aile typen behalve AMF-PA (5/1968 tot 10/1968)
Draad
Draadnummer
Kleur kousje
Voor
16
Voor
17
Blauw Blauw Blauw Wit Blauw
Stuurslot
18
Wit
19
Losse draad
20
Losse draad
21
Clignoteur schakelaar (22) naar rechter voor clignoteur (1)
naaraansluiting achter Clignoteurschakelaar (22) naar linker voor clignoteur
naar aansluiting achter Stuurslot (17)
Blauw
Stuurslot
Benaming draad
naar bobine (3) Stuurslot (17)
Blauw Blauw
naar massa Bevestigingsbout schakelaar (22) Bobine (3) naar ontsteking (7)
Regelaar (11) (massa) naar massa (-pool accu)
Losse draad
22
Bruin
Verwarming -200 (massa) (extra) naar massa
Clignoteur
23
Bruin
Rechter voor clignoteur (1) naar massa (bumperplaat)
Losse draaCJ
24
Bruin
naar massa (bumperplaat)
Bruin
naar massa (bumperplaat) Linker voor clign.oteur (5) naar massa (bumperplaat) Massa (bumperplaat) naar massa (oliecarter)
Losse draad
CJ
='
z:;0: c(
'i c\ '" '"
w
occ
Clignoteur
26
Losse draad
27
Achter
2
Achter
13
Bruin
az 4(
:I Ii
w a:
linker koplamp (4) (massa aansluiting)
25
z
:ยก ..
Rechter koplamp (2) (massaaansluiting)
Achter
14
Zwart Zwart Rood Rood Rood Groen
Licht paars
Aansluiting achter naar binnenlicht (28)
Aansluiting achter naar rechter stoplicht (30)
naar linker stoplicht (33) Aansluiting achter
naar kentekenplaatverlichting of rechter achterlicht (31)
Achter
621-IV - 55
15
Licht paars Licht paars Licht paars
Aansluiting achter
naar kentekenplaatverlichting of linker achterlicht (32)
Achter
16
Blauw Blauw
Aansluiting achter
Achter
17
Wit
Aansluiting achter
Achter
28
Losse draad
29
Blauw Geel Geel Bruin Bruin
naar rechter achter clignoteur (29)
naar linker achter clignoteur (34)
Benzinestandmeterweerstand (28) naar benzinestandmeter (26) Benzinestandmeterweerstand (27)
naar massa
3
'"
on
~ ;:
'"
5
4
3
2
1
Mr 23
BI.16
Vi
Pasrs
J lai R
lot
':~=i '1
I Contacts
ZEKERINGENTABEL
(Iooplampaansluiting
claxon .. )
Lichtschakefaar en
benz.
Verwarming
l_~- _~
I I __
II ..j
: : Mr'22r
I I --I J i J J
,,
I r--
"" I,, "" I, -- VI4_.. N"2 ~~~=~~-- -- - - -~~~-~-~-~
Parkeerll~ht SC 200 . hakelaar - Stoplic . ht - Binnenverllc in
The,mische vol . hf 9 _ Accuklem _
Ruitewissers - ~~;ter _ Verwarming 200 i noteurschakel~a r WeerstBnd
Dashboa'dve,iIchting (w .nestandmete, _
Parkeerlichtscha . eerstand) kelasr (parkeerllcht v en achIer, kentekenplaat) . oor
BI 20
7l
Bc. 10..
6 II
Ve
R
N
Mv
M'
BI
Blauw
Geel Bruin Licht paars Zwart Rood Groen
Be
Wit
Kleurcode
!
, , , , I I , ,
14
13
Y Li
R13 N.2
R. N.2
" ..
15
ELECTRISCH SCHEMA
~
23
R 6-Q ".,.,...
28 J2
27
19
J28 ,"
.....~
..:."
M~r 29.... ..i......,.. d.i. ~. '". /
22
21
fT
26
25
¡Q-- 1- 24 R4.¡
Vp 1S
,- '!'\' l\ ~~~lll
BI. 6-c .".. .,.,.
N .-q~
B'.8--~ 20
Vi 3-q~. 18 N ,..--
AM_ÄMB Option f I" _20-
34
33
31
.30
29
Q)
..0)
((
o -..
..
~
Q)
(( 0)
-. II
~ ~ ~ .. ~
-- ~
~ -.
~ ~
~ ëë" CD 0
II =-
:; 0
0' ~ CD CD
~ CD
èi '" ~ ~ 't Q.
- CD
II cc
0) ¡¡
~ g
~ ~
ll
:. ~ CI .. C? o
p
z
i;
,.
m
zo
:.
%
~
Hand. AM. 510-00d
tie
HANDELING NO. AM. 510-00: Montage van de electrische instal/a
AMI 6 aile typen (vanaf 10/1968)
LAMPENTABEL
Omschrijving
Lamptype
Hoeveelheid
Groot/dimlicht
2
Europese code P 45 t 41 (geel of wit) 12 V - 45/40 W
Secondaire koplamp
2
Europese code P 45 t 41 (geel of wit)
Achter clignoteur
2
Voor clignoteur
2
Stoplicht
2
Dashboardverlichting
1
BA 9 s - enkele draad - 12 V - 2 W
Parkeerlicht voor
2
BA 9 s - enkele draad - 12 V - 4 W
Parkeerlicht achter (kentekenplaatverlichting)
2
BA 15 s - enkele draad - 12 V - 5 W
Binnenverlichting
1
BA 15 s -enkele draad - 12 V - 7 W
BA 15 s - enkele draad - 12 V - 21 W
~
z
:ยก ..
BENAMING VAN DE ONDERDELEN
:: :;
z4( .s
!'" '"
1
Rechter voor clignoteur
20
Contactslot
2
Rechter koplamp
21
Lichtschakelaar
3
Secondaire koplamp rechts (AMF-PA)
22
R u itewisserschakel aar
Bobine
23
Parkeerl ichtschakelaar
5
Secondaire koplamp links (AMF-PA)
24
Clignoteurautomaat
6
linker koplamp
25
Clignoteurschakelaar met lichtsignaal en claxon
8
Claxon
26
Variabele weerstand dashboardverlichting
9
Ontsteking
27
Thermische voltmeter
10
Wisselstroomdynamo
28
Dashboardverlichting
11
Startmotor
29
Benz i nestand meter
12
-150 verwarming (extra)
30.
Weerstand benzinestandmeter
13
Spanningsregelaar
31
Binnenverlichting
14
Accu
32
Rechter achter clignoteur
15
Zekeringenkastje
33
Rechter stoplicht
16
Stoplicht schakelaar
34
Rechter achterlicht en kentekenplaatverlichting
17
Ruitewisser motor
35
Linker achterlicht en kentekenplaatverlichting
18
Accu klem
36
Linker stoplicht
19
Relais secondaire koplampen (AMF-PA)
37
Linker achter clignoteur
'"
w
oCD Q
Z
4(
J: Ii w
a:
621-V - 57
4
2 HANDELING NO. AM. 510-0Od: Montage van de electrische instal/atie AMI 6 al/e typen (vanaf 10/1968)
Draad Voor
Voor
Voor
Voor
Draadnummer
Benaming draad
Kleur kousje Zwart Zwart Zwart Geel Groen Zwart Zwart Zwart Geel Zwart Zwart Zwart Zwart
naar accuklem (18) naar parkeerlichtschakelaar (23)
3
Paars
Contacts
4
Blauw Rood Blauw
1
2
Paars Paars Paars Rood Zwart Paars Paars Licht paars Rood Rood Rood Blauw Rood Rood Blauw Blauw Groen Zwart Blauw
Voor
5
Voor
6
Voor
7
Voor
8
Voor
9
Voor
10
Voor
11
Voor
12
Wit
Voor
13
Voor
14
Geel Bruin Groen Groen Rood
Voor
15
Voor
16
Wit
Voor
17
Voor
18
Geel Geel Bruin Geel
Groen Groen Rood Licht paars Zwart Groen Blauw Groen Geel Blauw Wit
Startmotor (11) naar wisselstroomdynamo (10) naar contactslot (20)
naar zekeringenkastje (15) (zekering no. 3) naar zekeringenkastje (15) (zekering no. 4) (extra -150 verw.) naar lichtschakelaar (21)
naar lichtsignaalschakelaar (25) en claxon naar relais van de secondaire koplampen (AMF-PA) Zekeringenkastje (15) (zekering no. 3)
naar aansluiting achter naar stoplichtschakelaar (16)
lot (20)
naar zekerirrgenkastje (15) (zekering no. 2)
naar bobine (4) Zekeringenkastje (15) (zekering no. 2) naar spanningsregelaar (13) (+klem) naar voltmeter (27)
naar benzinestandmeter (29) naar ruitewissermotor (17) (autom. afslag) naar ruitewisserschakelaar (22) naar clignoteur automaat (24) naar -150 verwarming (extra) Licht schakelaar (21)
naar zekeringenkastje (15) (zekering no. 1) Zekeringenkastje (15) (zekering no. 1) naar variabele weerstand dashboardverlichting (26) naar parkeerlichtschakelaar (23) Variabele weerstand dashboardverlichting (26) naar dashboardverlichting (28) Ruitewisserschakelaar (22) naar ruitewissermotor (17) Zekeringenkastje (15) (zekering no. 4) naar -150 verwarming (extra) Lichtsignaalschakelaar en claxon (25) naar claxon (8) Lichtschakelaar (21) naar rechter en linker koplampen (9root licht) naar lichtsignaalschakelaar en claxon (25) naar relais van de secondaire koplampen (AMF-PA) Relais (19) van de secondaire koplampen (AMF-PA) naar de secondaire koplampen rechts (3) en links (5) naar lichtsignaalschakelaar (25) en claxon Lichtschakelaar (21) naar linker (2) en rechter (6) koplampen (dimlichten) parkeerlichtschakelaar (23) naar rechter koplamp (2) (parkeerlicht)
naar aansluiting achter Parkeerlichtschakelaar (23) naar linker koplamp (6) (parkeerlicht)
naar aansluiting achter Clignoteurschakelaar (25) naar clignoteurautomaat (24) ("C" aansluiting) Clignoteurschakelaar (25) naar rechter voor clignoteur (1)
miar aansluiting achter Clignoteurschakelaar (25) naar linker voor clignoteur naar aansluiting achter 62HV - 58
Hand. AM. 510-00d
HANDELING NO. AM. 510-00: Montage van de electrische installatie
AMI 6 aile typen (vana' 10/1968)
Draad
Draadnummer
Voor
19
Voor
20
Losse draad
21
Kleur kousje
Rood Rood Geel Geel
Benaming draad
Stoplichtschakelaar (16)
naar aansluiting achter Spanningsregelaar (13) (EXC aansluiting) naar wisselstroomdynamo (10) (EXC aansluiting) Spanningsregelaar (massa) naar -pool accu (14)
Losse draad
22
Losse draad
23
Blauw Blauw Blauw
Losse draad
24
Licht paars
Bobine (4) naar ontsteking (9) Clignoteur automaat (24) (bevestigingsbout)
naar kilometerteller (massasteker) Bruin
Losse draad
25
Losse draad
26
Bruin
losse draad
27
Bruin
Losse draad
28
Bruin
Losse draad
29
Bruin
Losse draad
30
Bruin
Losse draad
31
Bruin
CJ
Z
:ยก .. ='
:;
z4(
c(
'i N '" '" w
Losse draad
32
zoo
iIi
Losse draad
33
w a:
621-IV - 59
Rechter voor clignoteur (1) naar massa (bumperplaat) Rechter koplamp (2) naar massa (bumperplaat)
linker koplamp (2) (parkeerlicht) naar massa (bumperplaat) Rechter secondaire koplamp (3) (AMF-PA) naar massa (bumperplaat) Linker secondaire koplamp (5) (AMF-PA) naar massa (bumperplaat) Linker koplamp (6) naar massa (bumperplaat)
linker koplamp (6) (parkeerlicht) naar massa (bumperplaat) Linker voor clignoteur (7) naar massa (bumperplaat)
oCD o
Relais (19) van de secondaire koplampen (AMF-PA)
naar massa
Bumperplaat naar massa (oliecarter)
Achter
2
Zwart Zwart
Aansluiting achter
Achter
14
Aansluiting achter
Achter
15
Groen Licht paars Licht paars Licht paars
Achter
17
Blauw Blauw
Aansluiting achter
Achter
18
Wit
Aansluiting achter
Achter
19
Achter
34
Losse draad
35
Blauw Rood Rood Geel Geel Bruin
naar binnenverlichting (31)
naar rechter achterlicht en kentekenplaatverlichting (34)
Aansluiting achter
naar linker achterlicht en kentekenplaatverlichting (35) naar rechter achter clignoteur (32)
naar linker achter clignoteur (37)
Aansluiting a.chter achterlicht rechts (33) en links (36)
Weerstand (30) benzinestandmeter naar weerstand benzinestandmeter (29) Weerstand (30) benzinestandmeter
3
o
'"
~ ;:
'"
I ii ..,.
I ii '"
.."'..
~B'22
'''" R 3
7
6
' I , , , , ,
: ,
, , , i , ,
\'-.'" Ii ;,': Ii i
51:1 j):J12-ì i I:~ l-Mr29,:
4
'-Jj/
\ II ~
I ~: ~llMr- 28..
3: ii ri.):J12-~
II
"
,.... i r I :; , I I
, , , , , I
r"
BI
Blauw
N
R
Ve
Vi
Licht paars
Zwart
Rood Groen
Violet
8' 22 .-
9 mJ.';'.:
"
Be 10-=
8 lJ
Mr
Mv
Bruin
Geel
Be
Wit
Kleurcode
N'
10 N1
..
US R6BI3J'; J 2 V~1 BI 4 Ve 9
III
,
15:, ' :.
Vi 4 -. 20
14
18
19
MV~S I a
N2
18
14
Vo
i
V("13
J 11
L___-! ~ ll Be
'T I
I
I ,
N~ 31
/ /,
-,
Extra _150 verwarming_
AMFPA _ _ _ ___ __
I AMTT
~-------
-¥ 29
28
27
24
23
22
I _N1~~20
,.----v; 3 --~
l IBc12rÌ' , 19 L_.JJ,11 2~
I \02 3 /~ , .¡ \¡- '
i ic.r' _:1v24
iN'1 ,...--,
I'
:i
'i"
r,
17
Ei.ECTRISCH SCHEMA
CD"
~
..0; .. - ~
0) C/
(0 5'
:: CD
c_ C'::
:: Q. II .. -. C;"
~ (b
-- CD
:: CD
e: ~èi II 'tCD::Q.
- CD
II (Q
0) ¡¡
-3:::0
): 3:
.. C? o ~
uu
.lI
z 9
Z Ii
om ,.
;Z
..
Hand. AM. 510-00e
HANDELING NO. AM. 510-00: Montage van de electrische instal1atie
AMI8 (vanaf 9/1974)
LAMPENTABEL
Intern. norm
Hoeveelheid
Fitting
Spanning
Vermogen
Franse norm
Groot/dimlicht
2
P.45 t.41
12 V
45/40 W
R.13&-15
Jodiumlamp (extra)
2
P.14,5s
12 V
55W
R.13&-16
H.1
Clignoteur voor en achter
4
BA.15 s/19
12 V
21 W
R.13&-12
P.25/1
BA.15 s/19
12 V
5W
R.13&-13
P.19/5
P.25/2
Omschrijving
. .-
Parkeerlicht voor Kentekenplaatverl ichti ng
2
Stoplicht en achterlicht
2
BAY 15d/19
12 V
21/5 W
R.13&-12
Binnenverlichting
1
buislampje
12 V
7W
R. 136-05
Dashboardverlichting
1
BA.9 s
12 V
2W
R.13&-34
01 iedrukcontrolelampje
1
BA.9s
12 V
4W
R.13&-33
2
CJ
z
:ยก .. ='
:;
zoo oo
'i N '"
"u.
occ oz 4(
iIi
w a:
ZEKERINGENT ABEL
Voeding
Kaliber
Bescherming
Kleur
Accuklem
Spanningsregelaar + Accu
16 A
Blauw
Ruitewissers en sproeiers Oliedru kcontrolelampje
Benzinestandmeter - voltmeter Clignoteur automatisch (pijl) voor en achter clignoteur
Parkeerlichtschakelaar (pijl) linlter en rechter parkeerlicht + Accu
10 A
Geel
LIchtschakelaar
10A
Rood
Stoplichtschakelaar (pijl) Stoplicht Binnenverlichting
Dashboardverlichting
821-V - 61
Parkeerlichtschakelaar (pijl) linker en rechter parkeerlicht Kenteken plaatverl ichting
'" '"
~ ;:
'"
....'.... .'......'.'...'... 16 ;
A ~::t~::,::;. . : :
(¡ ++,J 33++.j
.,..Mr2S...,..+...
5 9-25
8123
~~R21
lt''i 25 l;
tg .Ii 14 U
4 i\~~:1¡ :::\l:\~::;'::~ .,J?'; ~ :
3
lril!:!;;; 25 16 :;
~íj\ ~:~lf:~1~?" . 1 ..
2 mr;¡)(
+.. + + + + 'I l..Mr-25 ++,J33.,+..++
l~. :.
1 ~R20 ~B122
...
: :,~,~,.
Be 15
V'
1....,,6
8
N1
10
-= 27
27~
ELECTRISCH SCHEMA
v' 5--
R 2 6 --
20
19
18
-
l 3'
35
3~
32
31
~ aa-
'J'
Ü' &.
¡: lJ
.. t: o ~ uu
i-
èi)'
~ ~
en
S.
CD
!: .. o
¡¡. ::
CD QQ
:: ~ CO Q. ~ CD
;. 00
Q¡ ¡¡ - (Q o CD
~ g
:b :¡
¡¡
!J
Z
Q
Z
r-
m
z"
i-
%
N
HC:PH,,,"~::r;:-)E~ (,21.4 _'~r",.;\.i!i;
PR:Nc:rESCHfMA
f
Ii
.
~
r~--ii¡ --.T --1..5~---" l-huu--f.--,:.,.,,--
.w. ' "" ,"''''", , .,,,,' ., . --I
I I ¡
. -----------l!
Ø6 °(+:7 i N
,1,,-, 1
1 -
,i
:, ,'
'-
-,
:1 J;
i q ¡ ';Jl I I -~~IC-~I~-' ii ll.~i;~: v+~iO;l' i:~;'~
:1 ,.~ M,
20..,, ~
q
2 rt, r"4
6
8
9
12 13
14 15 16 17 '6 19
20
~J
)1
AR
: i25:LJP,
i ¡ I i : V r-~ Vi U v'p tÄ _d_. ,--, Ivr r'.1r VP Vf' _ _, R r. R r'-~
C. .
~-l
,'" R hi
X2~~~ ~ ~'; AR q ~.. (0 L.J X l~: I~; ,~ ,;~; AR: .~~~4 ~ r¡
0(9 .-! ,i,
rl, I ¡,~~ i,,,Ò! ,0 32'0)Ç)0 3~ ~
'!
'~ !: '33
--..- .
- ...__.._---
5
r-. ,
,
~o
'.',
AR
T/ ! t f ¡rl ~!
I
rl't' i.'
AIR
..
iLl__i Iiö1 ii ---n_l- ~mv 13 I l, g¡ " i : ~ N / rf I R ;;35 sli ;;31 7 ,.''': ~ I -~?10 29L I ,; 'ý cc Y
I
..
i;'
..
." Y ..l 'r
:-~--~-i ~,T_jZh:! I; tJó i , i -:"E i ÄRfMr ART II AR""
I
19 ~
~
t .
: I,, q "' eo ~~f f ~;;,
-!-~:I~ ¡ i 5I~l~1~! I 1 ì 'I I I 21, In 23I :),~ 75 26
D
..
:36
k~
!
'-.
l-
~.~
~
Be
Il
14E:'
15~ '"
My
N
r-
T
i\J
~ 28 ~18 I N9~¡ "3:1Ii ,~Rl ~ ~..Jv_f~...._. I 27 t ;
,
! "-
M,
r~-: .
~!
-l
i
R
.
,
: 0 ~
.-t-
L:J
vc
__ J
-~
~~
, ~~
,01 .fl ~ì.
jl ti' F:~r Ti. ~I'i - r - roo ----T
11:~
~
r- 21
i-:~l-::l+ -I . ..~
1 1 1 1 1 1 , ,
15~
'"
r-- ._-
I N
I '-~-9-ll:-?-"
+,- - -
'~23'1
/'8 ,'c,
..L--~=~~-=i~J .. l-_. :__J II _,,- j':
,-
"
---l-
-AR -. -----
j,
".
I
~;: ~Q !
..t, i.-:
): en
00
BENAMING VAN DE ONDERDELEN
--- ------~--------------1
Omschrijving en plaats
L:
Oms¡;hrii..ing en plaats
i
1 r Rechter voor cl:gnoteur en parkeerlichten
2 Grootlicht en jodilJmlampen (extra). ., .
10
Dimlicht. Sobine Groot licht en jodiumlampen (extra). Claxon. Ontsteking .. Wisselstroomdynamo . Startmotor Ruitewisserpomp
11
Accu .
12 13 14 15 16 17
Spanningsregelaar
3
4 ô
7
a 9
-----------1 ~-I 18 I Motoroliedrukcontrolelamr.ie '13 ! I I Parkeer!ichtschakelaar 39-42 , 2019 Vai.iabele weerstand dashboardverlic.ht;ng 38
21 Clignoteurautomaat 24-25
22 Contactslot 5- i i 24 Voltmeter 21 25 Dashboardverlichting 3li
7-8 . 22-41
23 Lichtschakelaar 34- 39
.27
.6-7 10
26 BenzinestanrJmeler 2"
.3-5
27 Signaaischakelaar 24 .~E
. .16
28 Ruitcwissers en motorschakelaai. i 5- ~ '3
.. 1
29 Weerstand benzinestal1dlleter i'; 30 Birrnenverlichting _, 31 Rechter achter cl ignoteur 2:3
10-11
Manocontact (motoroliedruk) Stop
. .... 2~39 34-30 .. 36
18
i ichtschakelaar
45
Zekeringenkastje Accuklem I Ruitewissermotor .
10-38- 45 ¡
18
13-14
32 Recliter stoplicht en achterlicht 40-45
33 Kentck8nplaatverlichting. 4J,¡,1 34 Linker stoplicht en achterlicht 42-/1;:
I I i
I 3635Relais Linker van de8chter jodiumlampen clignoteur (extra) :i-'-32 23 i
I . i
i , i
------____1__L____ ___________.___.
i IvoorìI AR ¡ ; ß',;ndal
ßENAWiiNG VAN DE DRADEN
Ong;, ,:!(!rkt
---------.-.-.--. .-----.---------------------.-1'-- ----.,-- ----
_--________.__
!
... -_._-------_._----.-- ---- --_. ----------- ...._-- . 3urrdel achter
PRINCIPE SCHEMA
AMI 8 tot 9/1974
HANDELING NO. AM. 510-00e: Montage van de electrische instal/atie
tMSLAA~
\j-_. .
Hand. AM. 510-00e
3
621-IV - 64
Hand. AM. 510-00f
HANDELING NO. AM. 510-001: Montage van de electrische instal/atie
AMI 8 vanaf 9/1974
LAMPENTABEL
Groot/dimlicht
2
P.45 t.41
12 V
45/40 W
R.136-15
Clignoteur voor en achter
4
BA.15s/19
12 V
21 W
R.136-12
P.25/1
Parkeerlicht voor
2
Kentekenplaatverl ichting
2
BA. 15s/19
12 V
5W
R.136-13
R.19/5
Stop- en achterlicht
2
BAY 15d/19
12 V
21/5 W
R.136-12
P.25/2
Binnenverlichting
1
buislampje
12 V
5W
R.136-14
C.11
dashboardverlichting
1
BA.9s
12 V
2W
R.136-34
T.8/2
BA.9s
12 V
4W
R.136-33
T.8/4
01 iedru kcontrolelampje
1
Alarmverl ichtingscontrolelampje
1
Nivocodecontrolelampje
1
CJ
z
:J
.. ='
:;
ZEKERINGENTABEL
Z
--
c(
'i
Voeding
N '" '"
Kaliber
Bescherming
Kleur
W
o CD
Spanningsregelaar
oZ
iIi c(
w a:
+ Accu
Blauw
16 A
Ruitewisser - sproeier Olied ru kcontrolelampje Voltmeter - benzinestandmeter Clignoteur voor en achter
Alarm I ichtcontrolelam pje
Accuklem tot 9/1975
+ Accu
Geel
16 A
Stoplicht Binnenverlichting Controlelampje Nivocode (remvloeistofreservoir)
.,
Dash board-veri i chti ng
Lichtschakelaar
Groen
10 A
Parkeerlicht rechts voor en achter
tot 9/1976
Kentekenplaatverl ichti ng
Parkeerlicht links voor en achter tot 9/1976
I
Lichtschakelaar
i
621-V - 65
Parkeerlichten links en rechts voor en achter
Rood
10 A
Dashboardverlichting Kenteken plaatverl ichti ng
vanaf 9/1976
'"
g¡
~ ;:
~..~
LWJ
/ì ~7
,E:--
,
r--... (L"'~ _.1,1 3(J
rr v. i
2 "'"~. Ii
f=;¡;;".'
1 ;p F. .. --..
45
++++H 9/1976 _
------- _ 9/1976
"~'2
9-oulc
C:~~C~~29
F
F-V
r:G,.11
38
Groen
Draad losse dr8ad
F.Y
Zwart Rood
Licht pasrs
Blauw Grijs Kleurloos Geel Bruin
Kleurcode
33
i'irr;.~' j:- M,. 6 ~
r-F.G.. 2
.. 0
7
IF. ~,
Ve
MY N R
Mr
J
Ie
Gr
BI
Be
w¡
~"U l'
MvOu Ic~
N-;U c 32
~=-:
R 6
ii-~- .. ~E: 6 30
i
l-"wlo .q~ L-lov-1~28
+++++i+++++++++++i-My~g 47
+++++'+++++::::::l=R :;_~
f++++++++f +++++++1(= 46 +++..+++..++..+ :++ ++++R~
Voor
Achter
Draden
~
'"
;;
o
o
43
o
"~~
v1 42 ~
::
o--
m rm
co
)
"
t~£
41
Mv~ ~
" --
B'~ ~
ë¡'
~ ~
:r (n
¡;. C' :: C!
=-
C'
.. C!
~ ~
.. C!
~ Q.
~ ~ .. ::
"" (Q II C!
Q) ii
:: 0
- ::
~ ::
~
c¡ o
¡¡
ØI ..
.
P
z
Q
Z
C m r-
Z
%
.
I\
'"
~
REP HANOBOEK A 621-lv AAN\\Ul: INlj;J
'" '"
PRINCIPE SCHEMA
_.._---------------------
I
I
2i((
~g
A 'i . ~-3S-----.t-
~
F.N
.6l- "I -tMr ¡
l. _
î---~r - -- - - - -.~---
-
N MY CC ~L r'
A "r
:is!-= 1:-
N 1
e- -~--. if
I'I-
J ~ _. ul:.
I , i
.t~
,.~~t ! ~;~.~~--
J M"v ~ i
BI ..
FoBI I ~ i L_ _u_
L.
r'r! _2.!LL. I ~ F.
tJ~ BI Be Mr I
BI
~~ ':r.d -.
11 .:k
ii
i
6
J
i~..:~~ - I ¡~~ ~.: 3o'(J'~n4: . I 18~ 18,, :I ~'r I! 2210 : ii '1. R ti i ~ : ~ ': 37 ~ ¡ 37 I t-.......t-- ¡ ~ 'ttr ~tl-~~7 rXL I : 2.' · 1 'i '; i 1.) 18n
!~t(:: ¡ i t---¡ i i Mv ! ~ ¥ 1. F.Gr I ~32 i 1; -- i L -.
j
i i i
l
t
t.R
" '¿,
F.Gr
TF.1I L J~., '7~ 1'L--_ Ii 'j r......ii.~~i i F.~r
y~ h Y 8~ i I : i AiR R
29l '81 A 3"1 i i R ~--- ~ 7 A'R
ol¡ II 1 1m
. . 13~
7
2 3
-- ¡
T.k Lu~t ~t
--- -- 9/1976 - ---1--------T-
lb~ i/
~ 1~ Ó'~5~ tlln~ ';1 5~ ~ ~:R h -L 'd.t~.. i 1~ffff IM1"1r 1ii 5 A'R i
T L JJt_~-:~1'2 rt i~ ~
i I I I i I I I I I i i i I i I 31 52 53 5~ 5~ 316 ~7 ~ 3~ i 7i BI 9I 10 11 '2 13 14 15 16 17 1B 19 20 21 22 23 24 '1 26 27 2B 29 50 ~o
Ii
~1 ~2 "
iIiI . ~g~g~~~~Ð~ ¡,
-----~~
BENAMING VAN DE ONDERDELEN No.
Omschrijving en plaats
no.
Stads- en knipperlicht rechts voor:
- Knipperlicht ....... - Stadslicht.
........30 ..........44
2 Koplamp rechts:
- Grootlicht . - Dimlicht.
..39 . ....41
2 Koplamp rechts:
- Grootlicht . - Dimlicht
3 Claxon.
39 .41
.36
4 Koplamp links:
- Grootlicht . - Dimlicht.
.40 42
5 Stads- en knipperlich! links: - Knipperlicht - Stadslicht.
6 Bobine. 7 Stroomverdeler 10 Wisselstroomdynamo 11 Start motor 12 Oliedrukcontact motorolie .
13 Ruitesproeierpomp
14 Spanningsregelaar . 15 Accu
27 48 7-8
41
...... ..6-7
42 43
. . ..20
20-21
21 Aansluiting voor accessoires (tot 9/'75) .
22 Stoplichtschakelaar
.. 11-43-48-50
44 45 46 47
53
20-21-43
Oliedrukcontrolelamp
18
Controlelamp alarmknipperlichtinstallatie
24
Schakelaar alarmknipperlichtinstallatie Knipperlichtautomaat . Stuurslotschakelaar. R u itewi sser /sp roe ierschak el aar
Lichtschakelaar
24 tot 26 .29-30 5-11 15-16 39 tot 44
Regelweerstand dashboardverlichting (tot 9/'75) Kn i pperl ichtschakelaar
29 tot 37
Tankweerstand benzinemeter Binnenverlichting
52
Knipperlicht rechts achter.
31
19
Stop- en achterlicht rechts (in één gloeilamp). - Stoplicht
. . 18
.......17
Portierschakelaar . Controleblok benzinestandmeter-voltmeter
- Achterlicht
3 tot 5
1
18 Zekeringenkastje 20 Ruitewissermotor
23 26 28 29 30 32 33 34 35 36 37 38 39 40
Omschrijving en plaats
Kentekenplaatverlichting . Stop- en achterlicht links (in één gloeilamp):
50 45 46-47
- Stoplicht
51
- Achterlicht .
49 28 33 34 33
Knipperlicht links achter Schakelaar controlelamp remvloeistofniveau Testknop controlelamp remvloeistofniveau . Controlelamp remvloeistofniveau
13 tot 15
20 50
BENAMING VAN DE DRADENBUNDELS
Zander merkteken
Voorste draadbundel
AR...
Achterste draadbundel
F.V.
Vrije draad L
OMSLAAN S.V.P.
PRINCIPE SCHEMA
AMI 8 vanaf 9/1974
HANDELING NO. AM. 510-001: Montage van de electrische installatie
~
Hand. AM. 510-001
3
621-IV.14
tie
HANDELING NO. AV. 510-00 g: Montage van de elektrische instal/a
Hand. AV. 510-00 g
DYANE en ACADIANE (vanaf 7/1981)
De schema's van Dyane en Acadiane zijn gerangschikt onder hetzelfde handeling no. Aileen de achterste bundels zijn verschillend. Afgebeeld is het schema van de Acadiane. Voor het achterste gedeelte van de Dyane handeling A Y. 510-00 e raadplegen.
LAMPENTABEL DYANE
Type
Spanning
Vermogen
2
PA5 t.41
12 V
45/40 W
Clignoteurs voor en achter
4
BA. 15 s/19
12 V
21 W
P. 25/1
Stoplichten
2
Stadslichten voor en achter 01 ied ru kcontrolelam pje
4
SA.9s
12 V
4W
T. 8/4
Alarmverl ichti n gcontrolelam pje
1
Remvloeistofn iveaucontr .Iam pje
1
CI ig n oteu rverk 1 i kkerl icht
1
Groot- en dimlicht
r
..
Grootlichtverkl i kkerlicht M CJ
z
:: ..
Franse norm
Aanlal
Omschrijvlng
~
E.2
1
.
1
Chokecontrolelampje
1
Wedge base
12 V
1,2 W
ø = 5 mm
Dashboardverlichting
1
SA.9s
12 V
2W
T. 8/2
Sinnenverlichting
1
BA. 15 s
12 V
7W
='
:;
zc(
--
+ '" '" -'" w
o iD o
z--
iIi w a:
LAMPENTABEL ACADIANE
Aanlal
Type
Spanning
Vermogen
Franse norm
Groot- en dimlicht
2
PA5 t.41
12 V
45/40 W
E.2
Voor- en achterclignoteurs
4
BA. 15 s/19
12 V
21 W
P. 25/1
Stoplicht en achterlicht
2
BAY. 15 d/19
12 V
21/5 W
P. 25/2
Stadslicht voor
2
BA. 9 s
12 V
4W
T. 8/4
Kentekenplaatverlci hti ng
1
01 iedru kcontrolelampje
1
Omschrijving
AI arm
veri ichti ngscontr .Iampje
Remvloeistofniveaucontr .Iam pje
1 1
CI ig noteurcontrolelampje G rootl i chtcontrolelam pje
1
Choke-controlelampje
1
Wedge base
12 V
1,2 W
ø = 5 mm
Dashboardverlichti ng
1
SA.9s
12 V
2W
T.8/2
Sinnenverlichting
1
SA. 15 s
12 V
7W
1
, Cod e des eoule
8
U11
I~ kkMr-
Ie
L-________, _
5 \ \' \J---4~r-'-11 __'t~~ ¡", , \~ . " :~~-~~.~,~~=-~~;~~,
r I t~ VerI Ve
Ii ¡: Rouge R
4 J ;;J rí ~~ ,'aun e J If:,' Mar-r-on ~v Mr ___J ___ ! tt~:r~ve
~-~ ~:~¥¡i ,:' ~:~~ore ~:
~JJV,,- " Blanc Be
-J
3
~R
2 ~=-r.F.Gr ~J ~Ve
~Ie
~ß-BI 60
1 ~=-Mr
16
"~J
J ~---J
R i- IHR
---"--'--.:~~:...., ,"77/,/1" II I
1/', '¡ i
lS:v~ R .1ì 't~28
~~
I~026 le.¡~27
,. ,
-.._-....._._p
r\~ ~~
\ '. ,"
I ,- ~I\.'-
I
.. ____I
1':~A.r II II
I _ R -i f" f"
l 35 I './. /-BI-i~
/
I/
¡
~'~
1:1 I i ./ i: ' ~ 3.
~2S I~
~10i0J
33
z
)0
3C
m
o::
(A
m
--
)0
.: ëD'
~ ~ ~ ~
~ '"
~ s.
:J (!
Q¡ g.
~ r;'
~ ~
); CD
c: (!
:: (!
ii-
)0
--
:: ê¡ () Q.
:J '"
nn CO (! (!
~ ¡¡
~ g
c: ~
CA
~ uu .. C? g
)0
p
(A
z
i
C)
i-
o m
:: ~
I\
i
: 12
:~Jc M:
i
iti
!
81
D 16
ßI
¡
BI Be N
;t
22'
T i
~~~
I 91 10
e,m I~ I. ...., M
1
~!
-r-i ., Ii i 1
--+l
! i
AR
I
n
v.
f
29
L
i
¡2
.
.37Å,
",c
AR
Mr
-'.
361
i ~'
I ~
L~
i
r
~
r:i
N
~---
I
4
2
6
I
8
I
20
i
6
I
I B
30
il LiJ T n__ _ _nu~i;
,-\"
((fl18~ ~5~ ~33 ! 31~ '1$ ~ ~4;4 ~.. "'"
I
Be BI~i I 32 AR ' m M A:R ~R l ¡----I-i j i
t -f I,e M i'!: I ~' F.Mr J F.~ 1. Ie ~ J ' R r7 " i
i-~ -,
l
!
p
W
D1S J
J. rr16
I
R
..
, -i
.~
.----_._--
~
I
i
T
._-------_._-
12 -- 5 -- 1 _Jit__':~ WJ I r ~
i °Li: : ~~,r -1,~
I
1
9 Mr
t ~
i I Mr1 ~1 L" -,¡-----'
I I i I
1S'e 41--t--- 4, i ~j 27
~ L~ I : :~::I ,:' : Ii:, : --
Ie
.- -- - --- ~
r=------,~~.=~----~~. N F.Gr r-~--
1- . .- .Be¡~;que I
._-------
F.VE' r- --:1 . ! ~
_ImJ$_ll_ F.Ve
_Ýl
__2 . ,.---.Ft . Ii
WJ
ßI
: _______J
- -,.-~i.~rr_.
i I I , ,I , i I 1 Ii 13 ' i I ii
o
~~
~~ -; ,J
Ie
--Q
i t
'W-$-; R Mv
r28)). i
cEJ-----~
! .: : i nf119n R -
I
,
,-
1_ ,-
I I
,
1_
, ,
,,-, , ,-
w N
.:
;; (J ~
REP li/lN~)8i')LK.I\ .,:'1 4 A,\r.~".: '.' 'J'
.
_.
o
. 2''7.
Ve j
c. '¿ ,
,,.
LJ
'.,
"
1236
~
_. .~
(J6
"
r,e
':~
IÓ)
./-- '..
Z
~ ¡¡
m
(' :I
VI
m
i:
Q
i: ::
--ANDELING NO. AV. 510-00 g: Montage van de elektrische instailatie DYANE en ACADIANE (vanaf 711981)
PRINCIPESCHEMA
OMSLAAN SVP.
Hand. AV. 510-00 9
3
4
tie
HANDELING NO. AZ. 510-00 g: Montage van de elektrische instal/a
Hand. AZ. 510-00 9
AZ aile typen vanaf 7/1981
LAMPENT ABEL
Aanlal
Type
Spanning
Vermogen
Franse norm
Groot- en dimlicht
2
PA5 t.41
12 V
45/40 W
E. 2
Clignoteurs Stoplichten
4
SA. 15 s/19
12 V
21 W
P. 25/1
Achterlichten
2
BA. 15 s/19
12 V
5W
Achterlichten Motoroliedruk contr.lampje Alarmverlichting Remvloeistofniveau contr.lampje Choke controlelampje
2
SA. 9 s
12 V
4W
T. 8/4
SA. 9 s
12 V
2W
T. 8/2
BA. 15 s
12 V
7W
Omschrljving
2
1 1 1 1
Dashboardverlichting Clignoteur contr.lampje Grootlicht contr.lampje
1 1 1
Sinnenverlichting
1
M CJ
z
:; .. ='
:;
Z c( c(
+ N '"
ZEKERINGENT ABEL
c( '" W
o'" o zc(
i Ii w a:
Voedlng
Lichtschakelaar
+ Accu
Bescherming
Kallber
Kleur
10 A
Rood
Stadslicht Dashboardverlichting
10 A
Geel
Binnenlicht Stoplicht Alarmverlichting en controlelampje
+ Accu
na contactslot
16A
Blauw
Ruitewissermotor Spanningsregelaar en "ex" dynamo Benzinestandmeter en variabele weerstand Thermische voltmeter
Clignoteur controlelampje Oliedruk controlelampje Remvloeistofniveau controlelampje
Choke controlelampje
'i :: ·
IJ 7
Ie
11- . ..... i:1:z ~
8
~__-- ii ~g '1-
.,-_==
w---J 5 c.. --4
CÓ:::;::ß...~~~~~~'¡ 13
-=F.Gr--...
i+ F. VE'~ I
4LJ ~/ Ie (~~~d:o,:~;,L,~
". "~. ¡ I' RMrVE'J
Exe~1
. .i;¡,¡~ ;.i=i C.......\\.i+
lïJi! :~0L
1 I ~I 9
rl i'~ Be
! ,
i
f ~ J1, 'r~~\f..I// ,. .:l.:, l .I.'
3
"
¡ili
D~ .. . . -::R-, -"'~;i! 2 .1,1,
_F.Mr--
~ èf-i
.. ..
uu
~
p14
K).. .
18
L i- -Me e-:..........~23 ~ .l'....... .
£F.Mr
E:-~-:= ~~r
i l_______ C:VE'
::1 I L--R
tHJtJÃ., \'-I~J~a3: L~~:i~-? \\ì ~'11 L--Be
1lil~l:~ ~"\ \\ --~~ J(VE'iBJ i
~-'FJ ;' ../." /
J BI r-l
. i--,
FiI volant F.V
Fil F.
VE'rt Ve
Rouge R
Nair N
Mauve Mv
Marron Mr
..aune ..
20
--l
~ 25
R~~'
Ic~ .......................
NJ....................................................../..................
i i
I
i
I
i
/
CY
'"
',, = -~U-
28
27
r~'~i=
Mv-D
~ ~ ~ eD'
(/ 5'
ñi -: CD
o %'" ¡¡
-- ~g.
~ ~ ~
r- --::. ..r~ - '"
~ :: CD
Q. Z ~..CD
~ ::
"0 ~
:: (Q Q) CD .: CD
No II ::
CC
C?
oo ): ~
~
uu
!'
~ ~
z
G)
Z
C m r-
Gris Gr~ Incolore Ie
,-e i --tj , - R---
:: ~
Bleu 81
Blanc Be
CodE' dE'S ceulE'urs
Z
I\
CJ .. .. oW
~
13: - : :
I-I' ,: -,i ,I ,1-:1 l__,_J 'i
, , ,
Mv
I,
7
I BI
i~~~ 3 i-
iI-Ii _ I: . ,:1-11 - i' I:
i _ : r ------
: _: N 10 R
c:+ -_
~ Mv
F.Gr F:81
I
Ie
WJ
8
BI
17
L¡ ßI
ttBe
BI
~ 11
~-
riJ Ve , :-l' '
8 9
10
I
I,
2i 5 ~B
BI BI
AR AR
ÎÎ r¡ ÎÎ r¡
Be Be. Be. Be
II 5
r
23
+6
I Ie
~ " - ,,~y fl~Wj cw , c", -e~" J1R N3 -1S------J ~ ~ 3l.-J 9 rh
20
I
m11 R
I R
Mv Ve
M,
~
29 T
Ie
3-M,
3-M,
i I I,
28i ~i m4
M,
LL
--
PG PG PO PO
l l l r
Ve J "¡ç.
~
~6
Ie
30
i
-PG--M,PD--" J.J~
Mr ~, i
~1~8~i! ~
33
~D
B'
E'
r--
~
h ". '", _" _"
PG PO AR
lll
R P Ve
R R R
Ie
l~
r30
R
AR
R
--T----
i i i Ie I R !(. i I LX : i S :vI /~ i ': i : Jí"-18 iI: ,I Ve L R99 l ! ¿ ¡ l__~-n_~--- I-----~
Vet ¡ ': LL ~--~._1_9_~_1.'W, 1ll. ~.r_;
j c!, T--i +
M", "' ,'''¡Î2 r~2~, l;l/l:, l 1
-1----lJ
rr 22
~U,
REP HANDBOEK A 6?1-4-AANVULlING 3
Z
i.
m 3:
J:
("
uu
m
~
Q
~ ::
tie
iANDELING NO. AZ. 510-00 g: Montage van de elektrische instal/a
AZ aile typen (vanaf 7/1981)
PRINCIPESCHEMA
OMSLAAN S.VP
Hand. AZ. 510-00 9
3
HANDELING NO. A YM. 510-00: Montage ,van de electrische installatie
Hand. AYM. 510-00
(MEHARI) 12 volt tot 9/1974
LAMPENTABEL
Gebruik
Aantal
2
P.45t.41
Spanning
Vermogen
Franse norm
12 V
45/40 W
R.136-15
naar
keuze BA. 15 s
Knipperlichten
Type
Geel
Grootl icht en
dimlicht
Fitting
4
I
of
Grote boll
BA. 15 s/19
amp
R. 136-09 12 V
15 W
R.136-12
Peerlamp
Stadslichten voor
Kentekenplaat-
-
~
3
BA. 9 s
12 V
21 W
R. 136-33
12 V
18/4 W
R.136-11
12 V
21/5 W
R.136-12
12 V
1,2 W
R. 136-04
12 V
2W
R. 136-04
12 V
2W
R. 136-34
veri ichti ng
z
:ยก .. ='
:;
z
~ 'i N CD '"
BAY.15d/19
Achterl ichten
Stoplichten
2
of
boll
BAY.15d/19
W
Grote amp
Peerlamp
oCD oz c(
Laadstroom.
a:
controlelamp
J: Ii w
1
BA. 9 s
1
BA.9s
Dashboard-
verlichting
Oliedruk.
controlelamp
1
Getemperd licht
BA.9s
ZEKERINGENTABEL
(Zie installatieschema op pag. 2)
621-IV - 69
~ ;: o..
'"
5
4
3
2
1
I
NSTALLATIESCHEMA
~k$ . 21 'M~22--. j%¡¡;.. .,
Bi7~ *"wn
BI",-- \4ki-
--.'w'"' . 20
N1~¡,.X11i
N.2.--tll
x jJ!
Vi.-- 19
R25~ ...ir.n18 V.'9
R15-- 1ij:~
..r 17 N2~ ¡¡.M~:
N '-- "
Vi) ~"'16 --iI
'~fí
i
A
51-72
~ CD
(6'
~
!i
en
::
" CD .. _.
(0 :r
~ a. .. 0
Õ - -~
:: CD
o CD
oc Q.
I\ ::
.. II
~ oc
?; ~
~nn ~ ::
~
C?
..
¡c el
.~
p
z
C)
,.
m
zC
~
I\
~ ., ~I 11''°
-~~-e0-J'----i- n - n__
I --:rD_d+-
t1
f-~--~JÌ~---r- ...H:W'"-i-
~t -;
.u_
I :¡.,,~'.L .... .:¡-" l1:--)D
-- -- ------01 D g
~ -y~ ~
:ii
- - i-Ir:::: -v;:rc ..-~J ---~-=i-J- lø-:rc----. --L
C
0_---
~ ! "&(' "I I ;
-~_øL--~--J.' --~i'~ ~ ~:r'---------T-- --c.--"1Ir --
";
-~-0)-" J i-- -----~--------.~~l~
'V i -1-- - - Il I
------Q~8~ ------ ,i, ,1J . : I
~ : ~~ii-ii¡:~~D i II I'" : ~J.~
~J' ----- '1- ---I l-1 : ~ i I
---l
,- : ~D----~- - -:-------~~~-~ -~ '~-~l -1 i
cc
:: IL
%
oen
IL
CL Õ
z æ CL
0_ ~~H-~~-~ L,~~-i:; i ¡F"J "'_ ::~~:rãi-::-"'-~r~ ~ i Lk. ~~-m ~"-~L-T;~+"J'~~¡~~
1
0-
eD t:eD
~L.J i .. I~ 1 ~- 1 ;~H~~ l-t~-;1---l--~=--=l-~T.~i-l L-----,-i IV I !:JsJi 'n I'" ~__~__,; DC~:rÌ
~----,( !:
'"
1
,-..- - - -- -l I ..I 1V)~ '" I . i o---J: q+i-...+Jãi--eD'¡~ ~:reD I. ______________1
'" ---~JD u__
~-
i --I--l
_I .J i
'C~i 0):
-- ,
i , I 1h
-------- . -1)8 ~ o-J:r-n_____~ --~---it_G:J l
l-~~Jr-~-- -Jc---' '¡~Ì ,
1",11" ~~
. ~ -.¡~~ ~ Q. :rc~-----~~'V -----~ _I '"
+
l i-
1
,--------
o
L _ _ __ _ _ _ ..
'"
'"
IIII1I1II111 ~
621-V -15
.
~
HANDELING No. A YM. 510-00b: Montage van de electrische installatie (MEHARI met 12 V instal/atie van 9/74 tot 7/'78)
PRINCIPESCHEMA
OMSLAAN S.V.P.
Hand. AYM. 510-00
3
tie
. HANDELING NO. A YM. 510-00: Montage van de e/ectrische instal/a
Hand. AYM. 510-oob
MEHARI12 Volt vanaf 9/1974
LAMPENTABEL
Hoeveelheid
Fitting
Spanning
Vermogen
Franse norm
Groot/dimlicht
2
P.45 t.41
12 V
45/40 W
R.136-15
Voor en achter clignoteur
4
BA.15s/19
12 V
21 W
R.136-12
P.25/1
Parkeerlicht voor . Kentekenplaatverlichting
2
BA.9s
12 V
4W
R.136-32
T.8/4
Omschrijving
1
Intern. norm
..
Stop- en achterlicht
2
BAY.15d/19
12 V
21/5 W
R.136-12
P.25/2
Dashboardverlichting
1
BA.9s
12 V
2W
R.136-34
T.8/2
01 ied ru kcontrolelam pje Alarmverl ichti ngcontrolelampje
BA.9s
12 V
1
4W
R.136-33
T.8/4
Voltmeterverlichting
1
Wedge-base
12 V
3W
1
ø 10
CJ
z
:ÂĄ .. ='
:;
z0(
ZEKERINGENTABEL
c(
'i N '" '" w
Voeding
Kaliber
Kleur
Bescherming
o CD o
zc(
Spanningsregelaar Benzinestandmeter
iIi
w a:
+ Accu
(via contactslot)
16 A
Blauw
Voltmeter Ruitewisserpomp Ruitewissers Oliedru kcontrolelampje Voor en achter clignoteur (geen alarmverlichting)
Stoplichten + Accu
10 A
Geel
Voor en achter clignoteur (als alarmverlichting) Alarmverl ichtingcontrolelampje
Lichtschakelaar
10 A
Groen
Linker parkeerlicht voor en achter tot 9/1976 Tellerverlichting Voltmeterverlichting
Lichtschakelaar
10 A
Rood
Kentekenplaatverl ichti n 9
Parkeerlichten rechts voor en achter
Parkeerlichten links voor en achter vanaf 9/1976
621-IV - 73
'"
-. ..
~ ;:
;¡ R
I i
6"-~
.'
'7
d
6~-"" ~8'
;¡ v.
56E-... ~"
~
2
1~8' ~N"~
di.~.;...; .' . 13
~
R~
g10
'"
o
16
R R I 81 BI " "
n"i...;3~_n
18
o 0 o 0 . 0
o
I - ,
".~
;=:I 32
~~~.- 31
R~~
'o~
..'.._~5*
'o~_44 *
:=_30
25
2~
'0. ," 29
J -, R ;_ Bo '§I' , .
~V~ , ,':~ '
R-Q
1"'''cC
..~
BI.q
* .9/1976 _ 1------9/19761
34
r"~~
T
.~"
"~"
l-"'~':".'
Bo --i.' .:" 39
Zwart N Rood R Groen V
Bruin Mr
Ongekleurd Ie
Geel J Licht pasrs Mv
Grijs Gr
W it Be Blauw BI
..,~ ' . 38 R --
~
~BI _ ;;' 37
A.51.116
0.
~ ~
~ ~.
ëö CD
.. èi" 10 0 -::
II ..
Q3 CD :: Q.
CD
!2 Q. ¡; CD
-0 ::
.. -0
II II
~ ig
3: 3:
nn 0 ~ ~
~
o
c¡ o
VI
-C
¡i ..
.
t:
!: Z g Z
.
x Z o m
II
~
'"
~
-=
20
~
I ,.
~1=~ :1 ;:
ø
'i ,
I
11 ,1
Ii '
i -= i ,1 :
191-=' I:
I-I '
1-
I' ,-' -I
¡ -= i-='
I-
,
. A 51-114 a
F.V
..
i"~
r
r
~t¡
I 10
i T Mv N I
,1
~ f- - - - i 33
.IR
Mt" "'',.
I
I
..
o
1++1+++1'
i , , , I I , I , ,
'' .+++H I M
M:
W 16 :':f--'10
16~ ___~~rn
R ~. v. I ;;
T __ _ _ _ _ __ _ e,
T.r'-¡- - . j PI_.' -J:
___ 4 L .- -1,- -----i'M~-----/ -I. I ¡" i , "- v. ..L,
".11 '" l-~- ~- 1:
16 ij i i - , - - - - - - - ~ - - ~
-~ I ,........... 9/1916 ~
. --- _ 9/1976
20
, ¡il , rl=1 ~! i '' 7 B ~ I MJ
t,ji, ,,tf ,r~~~ M I
30
LL~ : ¡ ,~ i , i1
t~j~ B, I M~ l-p- é~:' ~:' r. r.BI' B, BI f--~28~ I !~__J M IT-
LJ F.V. -F.M'--'
Lt ~J lttt
i-J' - I 29 i i
i3~--R I r-I ,iI'.=-
iI RiII:,II:ili~~:~ i'i;:~ J-MV
i II!I l, ¡i
R Lu___J I i i - - i" . ll I iI I: i I
~!-al----~jl rrt~r--F.~'--- =
3~ rf 17 N '
-rt:=:: -r
¡î-N 31 ----
seH EMA DE PRINel PE
REP.HANDBOEK A 621-V - AA NVULLING 2
HANDELING No. A YM. 510-0Oc: Montage van de electrische installatie MEHARI (type ArmĂŠe met 24 V installatie vanaf 9/'74)
PRINCIPESCHEMA
OMSLAAN S.V.P.
Hand. AYM. 510-00
3
Hand. AYM. 510-00d
HANDELING No. A YM. 510-00: Montage van de electrische installatie MEHARI met 12 V installatie vanaf 7/'8
LAMPENTABEL
Toepassing
ø
Aantal
Fitting
Spann.ing
Vermogen
Franse norm
Koplamp
2
P. 45 t.41
12 V
45/40 W
R. 136-15
Knipperlichten V en A
4
BA. 15 s/19
12 V
21 W
R. 136-12
P.25/1
Stadslichten V
2
BA.9s
12 V
4W
R. 136-32
T.8/4
Kentekenplaatverl ichting
1
Stop- en achterficht
2
BAY. 15 d/1~
12 V
21/5 W
R. 136-12
P. 25/2
Dashboardverlichting en controlelampen
5
Plug ø 5
12 V
1,2 W
Controlelampen
2
12 V
1W
schakelaars (niet
demonteerbaar)
N
z
:¡ .. ;; ,.
Z
~ ~ N '" oo '"
ZEKERINGENTABEL
f¿ o z
0(
::
..w
ii
Voeding
Kaliber
Kleur
"+" accu
16 A
Blauw
(via stuurslotschakelaar)
Bescherming
Spanningsregelaar Benzinestandmeter Laadstroomcontrolelamp Ruitesproeierpomp Ruitewisser Oliedrukcontrolelamp Controlelamp remvloeistofniveau
"+" accu
10 A
Stoplampen Knipperlichten V en A Alarm knipperl ichtinstallat ie
Lichtschakelaar
Tellerverlichting
Controlelamp stadslichten Kenteken plaatverl ichti ng
Stadslichten en achterlichten
Cll.IV - 18
Internationale norm
~P-B(-J
5 r1 --~M r
4
L.~Mr--
I
~ Ve--
2~P-Ji ?-R-
1 r':?BC ~L.o-Mr ---
~7
13
Mv i
Ex J I
~
~
- .--_._-
L: - -
i .~ 11/ 11-'- ____
15 R~F Ye//
~_MV
ÍÍ't!a:
10
ru"l
9 16
ÇJ
BI R
In
i
Ye
INSTALLA TIESCHEMA
R --
__N4Q25 My -- ))0
19
27
28
""
'-
J'
rrid
26
r R -GV
My I
~
i
~
B1i:1p 34
í"~j) 33
-:::( 31
1;1~30
i
~29
-!! ..¡i,
Q:
"'
'; CD'
.. i'"'
-- ::, ; ~ II '"
¡. CD
cb g.
:3 '" ~-
I\ CD '" CD
.. Q.
!! ~
3 --
~~
), íi
:: ::
nn 0
~ ~
~
Ii
en
~ ~
!=
.~
Q
iZ Z
m
zo
~
N
'-I 1-'
m1
12
- L:-1 .J
'-I I-I
,:.:1, :.:¡ I-I
..~ 1
I
3
I
2
N
N
R
~
r+
6
1
7
I
BI
rh
J
I
J i AR
l
J
I
19
I
N
26
I
R
,. ~"
I
tvh
L -- ~J ~ ¡~ ~ '" '" 0 '&~ '" çlt'" '&2'" '" '" ~
i II- i iv., 'DJ .:=v~-=-= --== ==~~----
i : Be Vf : : Be BI 7 ~ : l: : :Ir rt ARrt AR~ iAR iI
R 61 i I1 1i i r~1?_~-- ¡ ¡Ll _lJL--_~-~~J
BI i I I I : r -,: i I R Mr F.Mr I:IIII 'I lII 1 l ii
l e~Ie l~ ¡-m-----~ L;i L_ L;__yl_J ~ JJ 7 I I
t' ..)~ i ê 24 f I l 23: ! BI r+ Be Ie ,18 22 i Mv ~ 21 4f , N Lj Lf
rhl r!l ~n---' If r+lY Mhv
R
J
~ ~"
1------
I
10
I
8
9
'tv.. 2
I
3
I
5
6
I
7
I
m2 I
8
9
F¥ I
20
I
2
F.V
I
6
7
B
I
9
30
I
2
I
F.V
3
I
6
7
I
.¿ 11.. 33 30 5 T'34 29 1 T' )::: 33 30. i-31
'S F.Mr Mr Mrt Mr Mr -~==L
! rB i : r:10 6e BI BI Be ~ Ve Ve J J R R MY Mv Be
~F2
14 r1
BI
l
'' ~
L-r---------:ri~-: '\)
¡ l-h--1-~~
rt--n---------¡
l+ 25
PRINCIPESCHEMA
REP HANDBOEK A b21-IV - AANVL'LUNG ;;
,. ~ ~ '" --
~
HANDELING No. A YM. 51o-00d: Montage van de electrische installatie
(MEHARI met 12 V installatie vana' 71'8)
PRINCIPESCHEMA
OMSLAAN S.V.P.
Hand. A YM. 510-00d
3
Hand. AYM. 510-00 e
tie
HANDELING NO. AYM. 510-00 e: Montage van de elektrische instal/a
MEHARI12 volt (vanaf 7/1981)
LAMPENTABEL
Aantal
Type
Spanning
Vermogen
Franse norm
Groot- en dimlicht
2
PA5 t.41
12 V
45/40 W
R.136-15
Voor en achterclignoteur
4
BA. 15 s/19
12 V
21 W
R136-12
P. 25/1
Stadslicht voor
2
BA.9s
12 V
4W
R 136 - 32
"T. 8/4
Kenteken plaatverl ichti ng
1
Stop- en achterlicht
2
BAY. 15 d/19
12 V
21/5 W
R136-12
P. 25/2
12 V
1,2 W
12 V
1W
Omschrljvlng
1
Wedge base
Dashboardverlichting en controlelampjes
5
ø 5 mrn
Controlelampen en schakelaars (niet losneembaar)
2
Luciole
Choke controlelampje
'"
ZEKERINGENT ABEL
CJ
z
:: ..
==
z'".. .. ~
Voedlng
Kallber
Kleur
+ Accu
16A
Blauw
Bescherming
N "'
..
'" w
o en o
.
(via contactslot)
Spanningsregelaar Benzinestandmeter
z..
Laadstroomcontrolelam pje
0.
Ruitesproeierpomp Ruitewisser
i W
II
01 ied ru kcontrolelam pje Remvl oeistofcontrolelam pje
Chokecontrolelampje + Accu
10 A
Geel
Stoplichten Voor en achter clignoteurs Alarmverlichting
Lichtschakelaar
10 A
Rood
Snel heidsmeterverl i chti n 9
Stadsl ichtcontrolelam pje Kenteken plaatverl ichti ng
Stadslichten voor en achter
Intern. norm
(J7
Ie
L
,i
1(~ '
9
16
+ My
Ex
-1
5 c:i::: '/ 11 I Lll"' =_ -'~ ·
'=~ , : v II f \ 1 S R ~ ve/
_ , -:~" i I ' ~--, ' ~ J --,~ r-l : ; i i ,," Mr I /1'111
I . 14!a , I /- rR ß' i: Bl R
i ! ":_-~ ~r 10 13
I y'I I Mr y
R 0' i
i Bl n IW
II3¡r;n~60 YJWe Ie.-
i
,
, I ~~Mr~ -;PR
¡~, ¡ I r=b- J\ - ! : ,jL'b Ve
I --- '-=-Mr -- ,
! i tt!
i ~ !!fH~
i ': ~\_~.:~:?ße ._~
IQ , ¡,f_~I - i
~~
rr--
----_...._...__..'
49
R --
"-
N--Qe' 2S M ., -q: ))0
~/-2;// . try ~~¡ ") 30
I
;-B-~~~i .131
r R ~'i/
L -----
,
! I -. 't/ '-
, ì Bl "j: "'. ')9
I\--~.- _nOr
'~
l_
110
4=ß ..
/: ~
, ~~i:1) 34 '"
-" Mv I u:
'Kc(~ 33;
lb)
I-~r-q~i I
/ rr Jr-c~ ,
281
.._..._-----_.~' -. -_.__.~_.__.. - -',-----
~
m 3:
o:I
en
;;
r--
.i. --
zrn
.
lb.
~ ~
'- '"
~ :5
10 (!
~ ~ _ ::
~ :r
:: ~
~D: (!~
g. g.
-- ::
I\ II
~~ _ --
), ¡¡
:: ::
nn 0
s: s:
!I
8
cr
~ (I ~
.~
p
z
C)
iZ
m
C
Z
::
I\
I-i I-I i-I I-I
: ..1 1-. :
i I
+1- L
'-I 1-'
16
:-1.J -L
w
.. .. ~
en
t'
2 3 ..
II
R
r+
i 1 1 i i
I
I I i I
A
8 t F.V
~ 28
Mr ~rh
.j
I
AR
i
.j
5 6 7 8 9 10
9~
Bl
~F2
14 i1
BI
l
N3
F.Mr
l
11 ~
~ T10
Ie
m2
BI
.j
14 ~"
.j
23"; 5 6 78
FN
i I 9 20
33 30
r+ r+
R R
Ii
AR
i- ~
H,
IIIIIII
It-:----tยก-~ Y L; R My
:t----n--bn-i
N
i+ 25
2 3 .. 5 0
F. V
II
1 1==:=
Be BI BI Be r! r+ r+ r+
ARAR
,,
rt r,
Be BI
,
'i I ii :
Ir-- --_--
II :ยก 6:: II I
: rt:~1
i Ie r-i
i ,
-l
Be 7~
7 8
I
i
19
r-
AR
I
V"
I
9 .3
t
Mr
F.V
2 3 .. 5 6 7
I I I I I
F.V
Mr
m3
33 30 i-31
Ve Ve .j J R R My My Be ~2~~2~0p2~ ~~~
R
R
14 ~"
I
~~~if---~ BI Ve .j Mv
---------- --
S~4 1~ Mr29Mr
REP HANOSc:FL. 1', r,:'1. ;1-ร Ar\Jl/l.~: : :t\C ~,
lANDELING NO. AYM. 510-00 e: Montage van de elektrische installatie
MEHARI12 volt (vana' 7/1981)
PRINCIPESCHEMA
OMSLAAN S.vP.
Hand. AYM. 510-00 e
3
HANDELING No. AZ. 520-1: Werkzaamheden aan het dashboard
VERWI,IDEREN EN MONTEREN VAN EEN DASHBOARD
PL 454
VERWIJDEREN
1. Maak de massakabellos van de accu
2. Verwijder de borgveer (1) van de tellerkabel en neem
de kabel los van de aandrijvi ng op de versnell i ngsba k.
Druk de kabel naar het dashboard toe. 3. Verwijder de vier schroeven (2). neem de steun (3) van
het dashboard los, draai de moer (4) van de tellerkabel los en maak aile stekkers los. 4. Verwijder de moer (5) waarmede het dashboard op de steun is bevestigd. Maak achtereenvolgens de bevesti-
gingsbeugel, het dashboard en zijn bevestigingsplaat los. PL. 10
MONTEREN
5. Plaats het dashboard op de steun, met de bevestigings-
plaat er tussen. Breng de bevestigingsbeugel op zijn
plaats en zet de moer (5) voldoende vast om een goede massaverbinding te krijgen. 6. Sluit aile stekkers weer aan en schroef dan het kabel-
eind met de hand op de teller.
7. Breng de steun (3) op zijn plaats. hierbij de tellerkabel door het schutbord schuivend.
Monteer de vier schroeven (4). 8. Schuif de tellerkabel op de aansluiting van de telleraandrijving op het achterdeksel van de versnellingsbak
en monteer de borgveer (1). PL 29 9. Sluit de massakabel weer op de accu aan.
A IV 117/0
HANDELING No. AZ. 520-1 a: Werkzaamheden aan het dashboard (AZAM model/en vanaf 4/1967; AZ- TT modellen vanaf 2/1970) VERWIJDEREN EI\I IVONTEREN VAN EEN DASHBOARD
VERWIJDEREN
M
1. Maak de massakabel 105 van de accu. 2. Maak de tellerkabellos van de versnellingsbak.
("
3. Verwijder de lichtschakelaar (1) en de knipperlicht-
o '"
schakelaar (3) van de stuurpijp (4). 4. Verwijder de hefboom (6) van de warme luchtverde-
ling als voigt:
Verwijder de sluitring (12) van de stang (11) (event. met een tang doorknippen) -- Verwijder de hefboom (6) met bijbehorend plaatje (5) (twee schroeven). 5. Verwijder de schroeven (7) en' (10) van de zijschotten van het dashboard en neem het dashboard (13) 105. 6. Verwijder de moer (9) van de ruitesproeierpomp en
verwijder het bovendeel (8) van het dashboard. 7. Draai de moer (17) van de tellerkabel 105. 8. Maak de stekkers 105 en verwijder de twee schroeven (15), de kilometerteller (16) en de beschermplaat
( 14).
9. Verwijder het dashboard als voigt: Maak de stekkers van de parkeerlichtschakelaar, ruite-
wisserschakelaar, contactslot, knipperl ichtautomaat en van de kabelbundel van de licht- en knipperlichtschakelaars los.
Verwijder het dashboard (13). 10. Verwijder de vier bouten (19) en de steun (18) van het dashboard. (zonodig)
MONTEREN
11. MonteeI' (zonodig) de steun (18) en zet de bouten (19) vast.
Zorg ervoor, dat de clipmoeren (20) op hun plaats op '" o '"
M
de steun (18) zijn. 12. Schuif de kabelbundel van de I ichtschakelaar (1) en
van de knipperlichtschakelaar (3) door het gat van het dashboard (13).
13. Sluit aile stekkers van de kabelbundel weer aan (daarbij op de kleuren lettend) op de parkeerlichtschakelaar, de ruitewisserschakelaar, het contactslot, de knipperlichtautomaat en de kabelbundel van lichtschakelaar en knipperlichtschakelaar.
14. Monteer de kilometerteller als voigt:
Breng de kilometerteller op zijn plaats en draai de moer (17) van de kabel met de hand vast. Sluit de stellkers aan, monteeI' de kilometerteller (16), de twee schroeven (15) en de beschermplaat (14). 15. MonteeI' het bovendeel (8) van het dashboard en be-
vestig de ruitesproeierpomp (9) (verchroomde moer). 16. MonteeI' het dashboard (13), zet de schroeven (7) en (10) vast (schotelringen).
o'Ăš '" M
17. MonteeI' de hefboom van de warme luchtverdeling (6)
met plaatje (5) (twee schroeven). Sluit de hefboom (6) op de stang (11) aan en monteeI' de "QUICKIE" ring (12). 18. MonteeI' de lichtschakelaar (1) en de knipperlicht-
schakelaar (3), plaats ze in de juiste stand en zet de bout (2) vast. 19. Plaats de tellerkabel weer op de versnellingsbak (haarspeld borgveer).
20. Sluit de massakabel weer op de accu aan.
A IV 119/0
HAN DE LI NG No. A V. 520-1: Werkzaamheden aan her dashboard
i. VERINI.IDERf:N EN 1\0NTEREN VAN EEN DASHBOARD
VERWIJDEREN 1. Maak de massakabellos van de accu.
2. Verwijder de zijschotten (2) van het dashboard: verwijder de schroeven (3) en de drukknopen (1). ,:) S4
3. Verwijder de vier bevestigingsbouten (4) van het dashboard op zijn steun. Neem het dashboard los door het te kantelen Maak de stekkers los.
MONTEREN 4. Sluit aile stekkers van de kabelbundel voor de dash-
boardinstrumenten aan. Plaats het dashboard op zijn steun (6). Monteer de vier bevestigingsbouten (4). 5. Breng de zijschotten (2) weer op hun plaats.
Monteer de drukknopen (1). Monteer de schroeven (3). 6. Sluit de massakabel weer op de accu aan.
II. VERWIJDEREN Ei\! 1\0l\JTEREN VAN EEN KILOMETERTELLER. VERWIJDEREN
3255
1. Verwijder de zijschotten van het dashboard: verwijder
de schroeven (3) en de drukknopen (1). 2. Verwijder de twee bevestigingsbouten (5) en verwijder
het bovenste huis (7).
3. Neem de kilometerteller (8) los door op de vergrendelplaatjes te drukken via de opening "a" achter de teller; draai de moer van de tellerkabellos. Verwijder de kilometerteller. MONTEREN
4. Breng de kilometerteller op zijn plaats. 3251
Draai door de opening "a" de moer van de kabel
zander forceren op de kilometerteller vast.
5. Druk de kilometerteller geheel op zijn plaats met de centreernok in de juiste stand tot de vergrendelplaatjes in de vergrendelstand springen.
6. Breng het anti-reflectiescherm op zijn plaats.
7. Monteer het bovenste huis (7) en zet dit met de beide bouten (5) vast.
8. Breng de zijschotten (2) op hun plaats, monteer de drukknopen (1) en de schroeven (3).
A IV 121iU
HANDELING No. A. 530-0: Gegevens en controles van de electrische organen
GEGEVENS DYNAMOS EN REGELAARS
12 volts uitvoering
6 volts uitvoering Merk
DUCELLIER
PARIS-RHONE
Dynamo
Regelaar
Dynamo
Regelaar
7276 G
8325 A
7302 M
8243 F
G11R111
XT 212
D 67
CIBIE
AFDRAAIEN Merk dynamo Type dynamo
PARIS-RHONE
DUCELLIER 7276 G
7302 H
G11R111
52,5 mm
35mm
51 mm
Maximale collector-
diam. na afdraaien
BEPROEVEN VAN DE DYNAMO'S OP DE TESTBANK OF OP DE WAGEN:
Dynamo zonder regelaar: aansluiting "DYN" verbonden met de aansluiting "EXC" en het dynamohuis of de zwarte draad aan de massa.
Merk en type dynamo
Begintoerental koud bij 6,5 volt
Opbrengst koud bij 6,5 volt
DUCCELLIER 7276 G
PARIS-RHONE G 11 R 111
1350 tpm
1200 tpm
12 A bij 1800 tpm 21 A bij 2200 tpm
13 A bij 1600 tpm 25 A bij 2200 tpm
Begintoerental koud bij 6,5 volt
Opbrengst koud bij 13 volt BEPROEVEN OP DE REGELAARTESTBANK - AFSTELLINGEN A. DUCElLiER-regelaar 8325 A en PARIS-RHONE XT 212 (6 void: Sluitspanning: 6 tot 6,5 volt (koud) Uitslagspanning: minder dan 1 volt minstens onder de uitslagspanning Retourstroom: 3 tot 7 ampere bij 6 volt (koud) AFREGELlNG: (koud) Dynamotoerental2500 tpm: Regelaar 8325 A: a) Stroombegrenzer: Bij een spanning van 6,6 volt moet de stroomsterkte 23 tot 25 ampere bedragen. b) Spanningbegrenzer: Bij een stroom van 4 ampere moete de spanning 7,1 tot 7,5 volt bedragen. Bij een stroom van 18 ampere moet de spanning 6,6 tot 7,3 volt bedragen. Regelaar XT 212: a) Stroombegrenzer: Bij een spanning van 6,6 volt moet de stroomsterkte 23 tot 25 ampere bedragen b) Spanningsbegrenzer: Bij een stroom van 5 ampere moet de spanning 7,3 tot 7,7 volt bedragen. Bij een stroom van 18 ampere moet de spanning 7,1 tot 7,5 volt bedragen. B. DUCElLIER-regelaar 8243 F (12 void: Sluitspanning: 12 tot 13,6 volt (koud) Uitslagspanning:"minder dan 1 volt minstens onder de sluitspanning. Retourstroom: Maximaal 5 amp. (koud) bij 13 volt.
AFREGELlNG: Dynamotoerental 3500 tpm a) Stroombegrenzer:
Bij een spanning van 13,2 volt moet de stroomsterkte 20 tot 22 ampere bedragen. b) Spanningsbegrenzer: Bij een stroom van 2 amp. moet de spanning 14 tot 14,4 volt bedragen. Bij een stroom van 17 amp. moet de spanning 13,5 tot 14,4 volt bedragen.
.. IV 123
DUCELLIER 7302 H
1520 tpm 12 A bij 2000 tpm 25 A bij 3000 tpm
2 HANDELING No. A. 530-0: Gegevens en controles van de electr;sche organen
WISSELSTROOMDVNAMO'S EN REGELAARS (12 void
BELANGRIJK - Laat nooit een wisselstroomdynamC? draaien zonder dat deze met de accu is verbonden.
- Sluit de wisselstroomdynamo nooit aan een acc'u met eenverkeerde polariteit.
- Controleer nooit de werking van de wisselstroomdynamo door kortsluiting te maken tussen de "plus" aansluiting en de massa of de "EXC" aansluiting en de massa.
- Nooit een accu ladttn of electrisch lassen aan het chassis zonder de positieve en negatieve kabels van de accu te hebben losgemaakt en de positieve kabel van de massa te hebben geisoleerd. A. Wisselstroomdynamo DUCELLIER 7522 B (Op de AK-typen van maart 1966 tot me; 1968)
Wisselstroomdynamo DUCELLIER 7542 A (gelijk aan de vorige uitgezonderd de wisselspanningaansluitingen voor de bediening van het transistorrelais van het laadstroomcontrolelampje). (Op de typen A Y A 3 "Dyane 6" van januari 1968 tot september 1968)
(Op de typen A YM "Mehari" van augustus 1968 tot jul; 1969) Nominaal vermogen: 260 watt.
Nominale stroomsterkte bij 13 volt: 20 amp. bij 5000 tpm dynamo. Weerstand van de roÂĄor: 7,4 n
Sluitspanning bij 1500 tpm dynamo Reductie dynamo/motor: 2,1/1 Wisselstroomdynamo DUCELLIER 7542 G: (Op de typen A Y A 3 "Dyane 6" met verwarm;ng F R.20) Nominaal vermogen: 320 watt
Nominale stroomsterkte bij 13 volt: 25 amp. bij 6000 tpm dynamo. Regelaar DUCELLIER 8347 B (voor bovenstaande wisselstroomdynamo) B. Wisselstroomdynamo DUCELLIER 7534 A Wisselstroomdynamo PARIS-RHONE A 11 m 4 ~ AYCA "MEHARI" vanaf juli 1970 AK van mei 1970 tot juli 1970 Op de typen AY "Dyane 4" van maart 1968 tot februari 1970 AYB "Dyane 6" van september 1968 tot februari 1970
Wisselstroomdynamo PARIS-RHONE A 11 M 11 (Op de typen: A Y CA "MĂŠhari" vanaf september 1973)
~ Gelijk aan de drie vorige doch zonder stekkers Wisselstroomdynamo DUCELLIER 7532 A voor wisselstroomaansluiting voor het transisWisselstroomdynamo PARIS-RHONE A 11 M 6 Wisselstroomdynamo PARIS-RHONE A 11 M 12 vanaf september 1973 torrelais van de laadstroomcontrolelamp. A Y "Dyane 4" vanaf februari 1970
Op de typen
AY CB "Dyane 6" vanaf februari 1970 AK vanaf juli 1970 AZA 2 (2 CV 4) en AZ KA (2 CV 6) vanaf februari 1970 AZU vanaf juli 1972
Vermogen : 400 watt
Spanning : 14 volt Nominale stroomsterkte : 28 amp. bij8000 tpm dynamo Weerstand van de rotor : 7 n
Sluitspanning bij : 1450 tpm dynamo
Reductie dynamo/motor : 1,8 1 Regelaar DUCELLIER 8347 C (
Regelaar PARIS-RHONE AVA 213 ( Bestemd voor de zes voorgaande dynamos C. Transistorrelais DUCELLIER 8363:
Op wagens met wisselstroomdynamos voorzien van wisselstroomaansluitingen: wisselstroomdynamo 7542 A - 7542 G 7543 A - A 11 M 4 - A 11 M 11 . Ditrelais zorgt voor het doyen van de laadstroomcontrolelamp zodra de dynamo normaal stroom levert.
A IV 124
troles van de electrische organen
HANDELING No. A. 530-0: Gegevens en con
H.nd. A. 530-0
5
CONTROlE VAN EEN SPANNINGSREGElAAR 8347 of AVA 213
oM M
'"
~ ~--
.i
/ Accu
i.
+
---
l'2V
Spanningsregelaar
I I
Exc
Weerstand
Exc N cc
z
:; .. :: ,.
~
¡¡
~ ~
"w
o"'
c
~ Voer bovenstaande aansluiting uit met een amperemeter A, een voltmeter V en een regelbare weerstand Rh, of beter een volt~ ~ .. ampere-weerstand-unit. a:
Laat de motor draaien met een snelheid waarbij het toerental van de wisselstroomdynamo 5000 t/min bedraagt; dit betekent: - een motortoerental van 2400 t/min voor wag
ens uitgerust met wisselstroomdynamo's: 7522 B - 7542 A - 7542 G.
- een motortoerental van 28oot/min voorwagens uitgerust met wisselstroomdynamo's: 7534 - 7532 - A 11 M 4 ~ A 11 M 6 A 11 M 11 - A 11 M 12 - ALN 12-1. Verstel de regelbare weerstand tot een stroomsterkte van 15 ampères verkregen wordt.
let het contact heel even af om de regelaar te demagnetiseren. Wacht totdat de motor weer op toeren is gekomen, waarna de voltmeter een spanning moet aangeven welke ligt: - tussen 14 en 14,6 volt bij 20°C (bij wag
ens tot 11/75)
- tussen 13.6 en 14,2 volt bij 22°C (bij wagens vana' 11/75).
N.B.: Deze waarden variëren met de temperatuur. De spanning wijzigt zich omgekeerd evenredig met de temperatuur met ca. 0.2 volt per 10°C. Als niet aan deze voorwaarden wordt voldaan is de regelaar defect.
CONTROLE VAN EEN LAADSTROOMCONTROLELAMP (MEHARI vana' 1978)
Vanaf juli 1978 is de thermische voltmeter vervangen door een laadstroomcontrolelamp welke wordt bediend door een elec-
tronisch circuit dat in de steun van deze lamp is ingebouwd. De lamp moet: - branden bij een spanning lager dan ca. 12,8 volt en hoger dan ca. 15 volt.
- uit zijn bij een spanning welke ligt tussen ca, 12,8 en 15 volt.
821-IV - 23
troles van de electrische organen
6 HANDELING No. A. 530-0: GHegevens en con
II. STARTMOTOREN
Startmotoren 6 volt (met kabelbediening) Minimale ø collector
Merk en type
Toepassing
Opgenomen vermogen
na afdraaien
Onbelast
Belast
DUCELLIER 6112 A
31,S mm
30 - 35 A
70 - 90 A
PARIS-RHONE D 8 L 38
34,5 mm
30 - 35 A
70 - 90 A
ISKRA-KRANJ ZC 4
32mm
30-35A
70 - 90 A
DUCELLIER 6188 A
31,S mm
30 - 35 A
70 - 90 A
PARIS-RHONE D 8 L 79
34,5 mm
30 - 35 A
70 - 90 A
AM (tot 7/66) AZ (tot 2/70) AK (tot 2/66) A V (tot 3/68)
AZU (tot 7/72) A V (van 3/68 tot 2/70)
Startmotoren 12 volt: (met kabelbediening)
Minimale ø collector
Merk en type
Toepassing
Opgenomen vermogen
í
na afdraaien
Onbelast
Belast
31,S mm
25-30A
45-60A
A V (12 volt) (tot 2/70)
25-30A
45 - 60 A
AK (van 2/66 tot 7/73) AVA 3 "Dyane" (tot 10/68)
DUCELLIER 6134 PARIS RHONE D 8 L 67
34,5 mm
AM (van 7/66 tot 5/68) DUC
AM (van 7/66 tot 3/69) P.R. DUCELLIER 6174
30,5 mm
25-30A
45 - 60 A
PARIS-RHONE D 8 L 80
34,5 mm
25-30A
45-60A
32mm
25-30A
45 - 60 A
DUCELLIER 6195 A
AZ (12 volt) (tot 2/70) A YA 2 (12 volt) (van 3/68 tot 2/70
A VB (tot 9/69) A V CA "Mehari" (tot 12/71)
AM (van 5/68 tot 3/69)
Afstellng van de bendlx:
6 volt
12 volt
DUCELLIER
PARIS-RHONE
DUCELLIER
PARIS-RHONE
6112 6188
D 8 L 38
6134 6174
D8LaO
D8L79
D 8 L 67
6195 A
A=31,7mm B=31,7mm
A = 21 mm
A = 19,7 mm
B=31,7mm
B=31,7mm
t'
'" (" '"
..
B
A = 21 mm B = 31,7 mm
Atstellng van een schakelaa, van de startmotor 6134 D en
D 8 L 67: 1
(" '" DC'
2
3 4
5 6
1. Sluit een spanning van 12 volt aan tussen de voedingsaansluiting (1) en het huis met een proeflamp in serie. 2. Beweeg de hefboom (5) tot de lamp gaat branden. Op dit
moment moet de voorzijde van het rondsel (6) zich op een afstand d = 1 :t 0,2 mm van de aanslagring (7) bevinden. N.B.: Deze aanslagring (7) wordt sinds januari 1967 op
deze typen startmotor gemonteerd.
3. Ais deze afstand niet juist is, stel dan de slag van de drukstift (2) af door de aanslag (4) van de hefboom (5)
in- of uit te draaien. Druk de veer (3) in om de groet van de aanslag (4) los te maken van de hefboom (5).
62i-lv - 24
HANDELING No. A 530-0: Gegevens en controles van de electr;sche organen
1
Meet met het rondsel (1) naar voren de afstand "a" tussen de voorzijde van het rondsel (1) en de aanslag
5370
(2).
Deze afstand "a" moet 1 mm bedragen; stel zonodig de stelschroef (3) af.
6. Neem de accu 105 van de aansluitingen (6) voor de voeding van het relais en (5) voor voeding van de
veldwikkelingen. Het rondsel (1) komt in de ruststand terug. Meet de afstand "b" tussen het drukvlak van de flens van de startmotor op het frictiecarter en het uiteinde van het rondsel (1 i.
Deze afstand "b" moet max;maal 21 mm bedragen; anders dient de startmotor te worden gereviseerd.
7. Verbind de verbindingsdraad (4) van de veldwikkelin-
gen met de aansluiting (5) (gemerkt met "DEM ') van het relais (1).
5350
8. Monteer de plastic dop (8).
9. Monteer de startmotor op de wagen.
10. Sluit de massakabel aan de min-pool van de accu.
6 7 4
A IV 129
5351
00
-. M
'"
1
troles van de electrische organen
8 HANDELING No. A. 530-0: Gegevens en con
CONTROLE VAN EEN ST ARTMOTOR
PARIS-RHONE D 8 E 99 of (D 8 E 116 vanaf juni 1972)
D8E99
D 8 E 116
330-340 amp
360 amp
30-40 amp
30-40 amp
1. Beproeving op de wagen:
aden en meet:
a) Controleer of de accu goed is gel
- Opgenomen stroomsterkte, geblokkeerd rondsel ....................... b) Verwijder de startmotor en meet: - de stroomsterkte, onbelast ........................................................
2. Beproeven op de proefbank;
a) Gemiddeld koppel bij 1000 tpm ...................................................
0,6 mkg
0,5 mkg
- Opgenomen stroomsterkte door dit koppel ...............................
220 amp
220 amp
b) Maximaal vermogen ......................................................................
1 pk 0,38 mkg 180 amp
0,9 pk 0,35 mkg
_ Koppel bij dit vermogen ............................................................ - Opgenomen stroomsterkte bij dit koppel ..................................
175 amp
AFSTELLING VAN HET RONDSEL VAN EEN STARTMOTOR PARIS-RHONE D 8 E 99 MET STARTRELAIS CED 402 of D 8 E 116
'"
2
1. Neem de massakabellos van de accu
''
"
3 2. Verwijder de startmotor
4 3. Neem de voedingsdraad (4) van de veldwikkelingen los
5
van de aansluiting (5) van het startrelais.
4. Bekrachtig het relais. Verbind daartoe: a) de pius van de accu met de aansluiting (1) voor de voeding van het relais.
b) de min van de accu met de aansluiting (3) van het relais.
A IV 130 .
HANDELING No. A. 530-0: Gegevens en con
troles van de electr;sche organen
9
Meet met het rondsel (1) naar voren de afstand "a" tussen de voorzijde van het rondsel (1) en de aanslag
(2).
1
Deze afstand "a" moet 1 mm bedragen. Is dit niet het geval, ga dan als voigt te werk: Neem het relais 105 van de startmotor.
2
Druk de veerschotel (volgens "b") in en houd de york (3) tegen. Draai deze in of uit om de afstand "a" in te stellen. Ais "a")- 1 mm: york inschroeven
Ais "a" c: 1 mm: york uitschroeven (gedeelten van een slag verdraaien) Bevestig het relais aan de startmotor.
5. Neem de accu 105 van de aansluitingen (5) en (6) van het relais.
Het rondsel (1) komt nu terug en neemt de ruststand in. Meet de afstand "c" tussen het drukvlak van de
flens van de startmotor op het frictiecarter en het uiteinde van het rondsel (1). Deze maat "e" moet maximaal 21 mm bedragen
(startmotor D 8 E 99) of 21,57 mm (startmotor D 8 E 116)
,. N N ,.
Reviseer de startmotor zonodig.
6. Sluit de voedingsdraad (8) van de veldwikkelingen aan
de aansluiting (7) van het relais (4).
7. Monteer de startmotor op de wagen.
8. Sluit de massakabel aan de min-pool van de accu.
'o -c
,.
,.-.
6
l-
7
8
A IV 131
troles van de electrische organen
10 HANDELING No. A. 530-00: Gegevens en con
24 VOLTS INSTALLATIE (MEHARI - speciaallegertype)
Dit nieuwe wagentype onderscheidt zich van de seriewagens hoofdzakelijk door een 24 volt's electrische installatie welke de stroom levert voor een speciale radioins.tallatie (geombineerd zend-ontvang apparaat). ACCU'S
Twee 12 volt accu's in serie geschakeld. Merk: STECO 12 volt 43 Ah (200/40 Ah) Type: 2 HN leger Bestelnummer: 6140 - 14 - 238 - 9715
Op de positieve pool is een ARELCO aansluiting gemonteerd voor de stroomtoevoerkabels van de startmotor en het vei"bi ndi ngsbl ok.
Bestelnummer ARELCO-aansluiting: P 1 M 64
Aantrekkoppel van de bovenste moer: 0,35 mkg Een DUCELLIER hoofdschakelaar, type Ro 80 A 1, bestelnummer 1034, is op het schutbord gemonteerd.
OPMERKING: Een van de accu's bevindt zich op dezelfde plaats als bij de seriewagens. De andere zit tegen het dashboard aan passagierszijde wat het monteren van de volgende onderdelen nodig maakt: - een dashboardsteun
- een gwijzigd dashboard (met aangebouwd handschoenenkastje) - een controleluikje vOQr de accu
- een steun voor de bevestiging van deze nieuwe accu.
WISSE LSTROOMDVNAMO's
Enkelfase wisselstroomdynamo PARIS-RHONE 24 volt 20 A. No. A 11 M 9 tot 3/1974 of A 11 M 13 vanaf 3/1974 Maximaal vermogen vanaf 8000 tpm: 580 watt.
Weerstand van de stator: 21 :: 5% n Borstels: minimale lengte na slijtage: 13 mm Veerdruk op nieuwe borstels: 285 gram:! 10%
Reductie dynamo/motor: 1,8/1 CONTROLE VAN DE WISSELSTROOMDVNAMO A 11 M 9 of A 11 M 13 (met goed gevulde accu's)
M M
A
'"
.:
----
accu 24V
i
weersland
/ Sluit volgens bovenstaand schema een voltmeter V, een amperemeter A en een regelbare weerstand aan. Meet de opbrengst van de dynamo door het motortoerental geleidelijk te laten toenemen en daarbij met behulp van de regelweerstand de spanning constnt op 28 volt te houden.
Laadbegin: 1030 tpm motor (1850 tpm dynamo) bij 28 volt Opbrengst dynamo: 7,5 amp. bij 1670 tpm motor (3000 tpm dynamo) bij 28 volt 15,5 amp. bij 2830 tpm motor (5100 tpm dynamo) bij 28 volt 18,5 amp. bij 4440 tpm motor (8000 tpm dynamo) bij 28 volt
A IV 132
troles van de electrische organen
HANDELING No. A. 630-0: Gegevens en con
11
SPANNINGSREGELAAR ... Electronische spanningsregelaar PARIS-RHONE 24 volt, type L 21, No. ZL 210.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN:
Foutieve handelingen moeten beslist worden voorkomen, daar anders de spanningsregelaar onherstelbare schade kan oplopen. a) Let er op dat de massadraa~ met de massa-aansluiting (bevestigingsbout) van de spanningsregelaar is verbonden.
b) Verbind nooit het bekrachtigingscircuit met de massa. c) Verwissel nooit de draden die op de plus- en "EXC" klemmen van de spanningsregelaar zijn aangesloten.
d) Zet de motor nooit af door de hoofdschakelaar "uit" te letten. Het "uit" zetten van de hoofdschakelaar mag alleen bij afgezette motor geschieden. Controle van de spanningsregelaar:
Sluit volgens het hieronder afgebeelde schema een amperemeter A, een voltmeter V en een regelweerstand aan. Voer het motortoerental op tot 3330 tpm (6000 tpm dynamo).
Laat met behulp van de regelweerstand de stroomopbrengst toenemen, zonder de stroomsterkte daarbij te laten afnemen, en lees de corresponderende spanning af.
U
Volls
28 27,3
26 25 2~
0
10
5
20
15
16,6
~
I
Ampèr.s
accu
+
.! i-
24V
i I
dynamo
Exc
weerstand
Doe een aantal metingen en vergelijk de verkregen waarden met die van bovenstaande grafiek. De gevonden waarden moeten binnen het gearceerde gebied liggen, anders is de regelaar defect. N.B.: De bovenstaande grafiek geldt voor metingen welke bij 20°C werden verricht. Indien de bij de meting heersende temperatuur "t" hiervan afwijkt, dienen de op de grafiek aangegeven waarden te worden
gewijzigd.
De spanning verandert omgekeerd evenredig met de temperatuur "t". De aan te brengen spanningscorrectie vindt men met behulp van de volgende formule: - t U (volt) 200 = 10 x 0,18
A I V 133
12 HANDELING No. A. 630-0: Gegevens en con
troles van de electrische organen
STARTMOTOR
Startmotor met startrelais, merk PARIS-RHONE 24 volt, No. D 8 E 110 Borstels: minimale lengte na slijtage ................................................................................... Veldwikkel ing : weerstand .. ...... ................. ......................... ........ ... ........ ....... ...... ........ ....... Anker: min. diameter van collector na afdraaien ................................................................ Anker: langsspel ing ..............................: ............. ............... ........................... ......................
7mm 0,034 n 35,5 mm
0,5-1 mm
Bendix (afstelling): Verwijder de startmotor en maak de voedingsdraad van de solenoiClewikkelingen 105. Bekrachtig de solenoiCle en meet de
speling tussen de aanslagring en de voorzijde van het rondsel. Deze moet 0,5-1,5 mm bedragen; verdraai zonodig de stelschroef op de solenoiCle.
SolenoiCle:
Weerstand van de terugtrekspoel ........................................................................................ (dikke draad in serie met het veld)
Weerstand van de relaisspoel ................................................................................................ (dunne draad parallel aangesloten)
1,16 n
3,5n
CONTROLE VAN DE STARTMOTOR
1e) Test op de wagn: Controleer of de accu's goed geladen zijn en meet: - de opgenomen stroomsterkte bij geblokkeerd rondsel .............................................. .- de opgenomen stroomsterkte bij ingeschakelde startmotor .......................................
300 amp.
ca. 150 amp. bij 20°C
2e) Test op de bank:
a) Minimaal koppel bij 1000 tpm .................................................................................
0,55 mkg
Opgenomen stroomsterkte door dit koppel ..............................................................
220 amp.
b) Minimaal vermogen bij 20,2 volt ..............................................................................
Corresponderend koppel .. .............. ..... ......... ........ .................................................... Opgenomen stroomsterkte bij dit koppel ................................................................. c) Opgenomen stroomsterkte onbelast, startmotor losgenomen ...................................
1 000 watt lO,35.mkg 180 amp.
minder dan 60 amp.
ONTSTEKING STROOMVERDELER
Gepantserde DUCEiÜER 24 volt, No. 4407 A Centrifugaalvervroegingskromme en afstelling van contactpunten gelijk aan die van de seriewagens. Deze stroomverdeler brengt wijziging van de koeltunnel met zich mede (doorvoergat) voór de gepantserde voedingsdraad van de
stroomverdeler is groter en de uitsparing is vervallen.
BOBINE
Gepantserde A.B.G. 24 volt, No. 177 267. Twee gepantserde hoogspanningsdraden:
- linker draad A.B.G. No. 177 264 - rechter draad A.B.G. No. 177263 AantrekkoRpel van de aansluitiiigen van de gepantserde draden op bobine en bougies ....... Filter in het voedingscircuit (prima ire circuit) van de A.B.G. bobine, No. 177 265
0,6-08, mkg
BOUGIES Twee gepantserde bougies A.B.G., No. M C Y 78 L.
Electrodenafstand ..............................................................................................................
0,5-0,6 mm
Aantrekk oppel ...................................................................................................................
2-2,5 mkg
A IV 134
. HANDELING No. A. 532-1: Vit- en inbouwen van een dynamo
volt)
UIT- EN INBOUWEN VAN EEN DYNAMO (6
co
U", . (", . ("
UITBOUWEN
1. Maak de massakabel los van de accu (trekker 2200- T, indien nodig).
2. Verwijder de grille en het rooster (al naar gelang) 3. Verwijder de ventilateur:
(Zie overeenkomstige handeling)
4. Neem los: de laadstroomdraad (2) (rood gemerkt) de veldstroomdraad (3) (geel gemerkt) van de dynamo. 5. Verwijder de twee bouten (1) van de dynamo.
6. Verwijder het huis van de dynamo uit de boring van het carter zonder aan het deksel van de borstelhouder te trek
ken teneinde de draden niet te beschadigen.
7. Verwijder het anker van de krukas met behulp van de
trekker 2205- T. INBOUWEN 8. Ontvet de konische boring van het anker en het draag-
vlak op de krukas.
Controleer of de boring voor de dynamo in het carter schoon is. 9. Plaats het anker op de krukas.
10. Houd de borstels opgelicht met behulp van hun veertje
zoals aangegeven bij "a". ("
11. Smeer de boring van het carter licht in met TOTAL
-'
MUL TIS vet. Schuif het dynamohuis in de boring van
Cl
het carter. Controleer of op de twee bouten (1) de isolatie aanwezig is.
Draai deze bouten enige gangen met de hand in en zet ze vast met 0,5 tot 0,8 mkg. LET OP: Dit koppel mag niet worden overschreden om te voorkomen dat de verdikkingen van het deksel-
borstelhouder afbrekt:l. 12. Laat de borstels op het anker zakken.
13. Sluit de draden op de aansluitingen (2) en (3) aan. Monteer een kartelring en zet de moeren vast. Controleer of de draden goed worden vastgehouden door het steuntje (4) en tegen het voorvlak van het motorblok
en tegen het dynamohuis worden gedrukt. _U"
("
-.
14. Monteer de ventilateur. (Zie betreffende handeling)
Cl
15. Monteer de grille en het rooster (al naar gelang). A IV 135/0
16. Sluit de massakabel op de accu aan.
21-IV - 77
vanaf 3/1966 tot 5/1968
Perioden van seriemontage
AK
vana' 7/1966 tot 5/1968
WAGENTYPE
AMI6
I aadstroomGontrolelampje . I AYA 3 (Dyane 6)
A Y (Dyane 4) A YB (Dyane 6) AK
FR - 20 verwarming
vana'2/1970 vana'2/1970 vana'2/1970 vana'2/1970 vana'9/1974
AYCA (Méhari)
AZKA (2 CV 6) A Y (Dyane) A YCB (Dyane 6) A YCA (Méhari)
7/1970
AZA 2 (2 CV 4)
AK
vana' 3/1968 tot 2/1970 vana' 9/1968 tot 2/1970 vana' 5/1968 tot 7/1970 vana' 7/1969 tot 9/1974
Ge/ijk aan 7542 A doch 320 watt in plaats van 260 watt
7542 G
7534
7532
AZU
vana'7/1972 vana' 5/1968 tot 3/1969 vana'3/1969
AMI6 AMI8
A11M4
vana' 2/1970 tot 9/1973 vana' 2/1970 tot 9/1973 vana' 7/1972 tot 9/1973 vana' 2/1970 tot 9/1973 vana' 2/1970 tot 9/1973 vana' 7/1970 tot 9/1973 vana' 5/1968 tot 3/1969 vana' 3/1969 tot 9/1973
vana' 3/1968 tot 2/1970 vana' 9/1968 tot 2/1970 vana' 9/1969 tot 9/1973 vana' 5/1968 tot 7/1970
AMI6 AMI8
vana' 9/1973 tot 9/1974
AK
AZU A Y (Dyane) A YCB (Dyane 6) AK
AMI8
Hand. A. 532-3
Opmerkingen
wisselstroomstekkers.
M 11 maar zonder
Identiek aan A 11
wisselstroomstekkers.
M 4 maar zonder
Identiek aan A 11
Identiek aan 7534 maar zonder wisselstroomstekkers.
vana' 1/1968 tot 9/1968 7542 A AYA 3 (Dyane 6) vana' 8/1968 tot 7/1969 A YM (Méhari) Ge/ijk aan 7522 B doch voorzien van twee wisselstroomaansluitingen voor het re/ais van het
7522 B
BESTELNR.
REVISIE VAN EEN WISSELSTROOMDYNAMO
HANDELING NO. A. 532-3: Werkzaamheden aan de wisselstroomdynamo
MERK
DUCELLIER
PARIS-RHONE
A Y (Dyane 4) A YB (Dyane 6) A YCA (Méhari)
A YCA (Méhari)
AK
A11M6 AZA 2 (2 CV 4) AZKA (2 CV 6)
A 11 M 11
AZU A Y (Dyane) A YCB (Dyane 6)
A11M12
AZA 2 (2 CV 4) AZKA (2 CV 6)
vana'9/1973 vana'9/1973 vana' 9/1973 vana'9/1973 vana'9/1973 vana' 9/1973 vana'9/1973 vana'9/1974
A11M9
A YCA (Méhari)
A 11 M 13
tot 3/1974 vana'3/1974
PARIS-RHONE
A YCA (Méhari) LEGERTYPE
(24 Yolt)
OMSLAAN S.V.P.
CJ
1
a
cr
~
., 0
0
Ð
REVISIE VAN EEN WISSELSTROOMDYNAMO
2 HANDELING NO. 532-3: Werkzaamheden Ban de wisselstroomdynamo
KAALMAKEN
Verwijder de poelie. Houd de poelie tegen met behulp van een oude dynamoriem die in de groef is geplaatst. Zet het losse eind i;i de bankschroef; k/em de poelie niet direct tussen de bekken, ook met door tussen/eggen van zachte bekken. Draai de maer ios en verwljder de poelie en me,k de stand van de ringen en het vulstuk. Verwijder de spie. 2. Verwi¡der de lange bevestigingsbouten en neem het achterste lagerschild en de stator los vàn het voorste lagerschild met
Tracht vooral niet de dioden te verwijderen teneinde deze te vervangen.
rotor, na de stand van de lagerschilden Lo.v. elkaar te hebben gemerkt. Maak de statorwikkelingen los van het diodenschild. 3. Verwijder de onderdelen van het achterschild (diodensc:iild): stroamaansluitingen, zekeringen, borstels, borstelhouders. 4. Maak de diverse onderdelen zorgvuldig schoon, met uitzondering van de permanent gesmeerde lagers.
CONTROLE 5. Controleer de zekeringen (m.b.v. een ohmmeter of test/amp) 7 Doorlaatrichting: (test/amp), verbind de plus.aansluiting van de accu met het lagerschild (massa), de min.aansluiting van de
6. Controleer elke diode (test/amp en 12 volt accu of ohmmeter).
Sluii de dCCU andersom aan. (re:;/amp): verbind de min.aClnsluiting van de accu met het lagerschild (massa), de
aceu met de verbindingsdraad "a" van de d!ode; de lamp moet nu gaan branden. pluiaans!'.lii¡"g met de verbindirrgsdraad "¡¡" van de diode, de lamp moet nu niet gaan branden. Indien de diode is kortgesloten: gaat de lamp in beide schakelrichtingen ~an; de ohmmeter geeft dan in beide richtingen 0
Indien de diode niet doorlaat: 9""1 ell 'drrp ni,,,t lyanden, de ohmmetei geeft in beide richtingen DO aan.
In beide gevallen maet het diodeschiid of de diodehouder worden vervangen naor gelang het dynamotype.
aan 7. Controleer de weerstand van de wikkelingen (ohmmeter): Rotor: ca. 7 n - Stator: ca. 0,3 n
Rotor: sluit één taster aan op een sleepring van de rotor en de andere taster op de massa (as van de rotor); de lamp mag niet
8 Controleer de isolatie van de rotor en van de stator (gebruik een spanningsbron van 110 of 220 volt.)
gaan branden branden.
Stator: sluit één taster aan op een draad van de wikkeling en de andere taster op de massa (huis); de lamp mag niet gaan 9. Controleer of de sleepringen van de rotor nog in goede staat zijn. Deze moeten een glad oppervlak vertonen zander vlak
geslepen ~~Iekken en vrij zijn van vet.
Reinig df sleepringen met een in trichloorethyleen gedrenkt doekje; polijst de ringen eventueel met zeer fijn schuurpapier 600. 10. Controleer de staat waarin de borstels verkeren en hun lengte. De borstels moeten vrij in de houders kunnen bewegen.
OPBOUWEN
11. Monteer de verwijderde onderdelen op het achterschild: aansluitingen, zekeringen.
12. Smeer de kogellagers (eventueel) met vet in. 013. Sluit de draden van de statorwikkeling op het achterschild aan. 13. Sluit de draden van de statorwikkeling op het achterschild aan. demontage gemaakte merktekens. Zet de moeren van de lange montagebouten vast met 0,3 mkg. Smeer ze met LOCTITE
14. Monteer de rotor in het voorste lagerschild. Monteer de stator en het achterste lagerschild met inachtneming van de bij de
GX. 01 45901 A in. Leg een kartelring onder de moer. 15. Monteer de poelie. Monteer de spie, de ringen en het vulstuk in de bij de demontage gevonden volgorde. Houd de poelie met behulp van een ir, de groef gelegde oude riem in de bankschroef, zie par. 1. Zet de moer vast met 4 mkg. 16. Monteer de borstelhouder en de borstels.
. ~.
--
o
; i 1.t1
Q
t
==
c=
D -C
a::
2455
2652
2656
~~-looo ,1°0
W
WISSELSTROOMDYNAMO DUCELLIER 7542 A
0
1
000
a
621-IV - 78
3
HANDELING No. A. 532-3: WerkzBBmheden aan de wisselstroomdynamo
WISSELSTROOMDYNAMO DUCELLIER 7532 of 7534
~ ~
A _ 53.32
~
f)
.~ß. ''
I li~
e '1
9. "
C)
C;
I
A IV 139
4 HANDELING No. A. 532-3: Werkzaamheden aan de wisselstroomdynamo
WISSELSTROOMDYNAMO PARIS-RHONE A 11 - M 4 4400
00 1'.Ot:
II
4399
I 4493
A IV 140
HANDELING No. A. 532-3: Werkzaamheden aan de wisselstroomdynamo
5
WISSELSTROOMDYNAMO PARIS-RHONE A 11. M11 of A 11. M 12 A. 53-33
~ ,ll
\~ ~
~
s :ยก ~
8..S'
:i
.. . ..
,
of
,
. i, II
I 0511 MW
ao. ....
..
:
J .. ...
.., .. ....
i J!
A IV 141/0
I
Hand. A. 533-3
HANDELING NO. A. 533-3: Werkzaamheden aan de startmotor
REVISIE VAN EEN DUCELLIER 6202 STARTMOTOR 5351
2 DEMONT AGE
1. Maak de massakabel van de accu los. 2. Verwijder de start
motor.
3. Neem de verbindingsdraad (1) los van het relais. 4. Verwijder:
- de twee moeren (6) van het achter-Iagerschild,
6
- het kapje (7) van het lagerschild, .J
53.F
- de plastic dop (3).
5. Drijf de splitpen (5) van het scharnierpunt van de vork
14
uit. 6. let het rondsel (8) met een schroevedraaier vast en
draai de bout (11) los (Iinkse draad). Verwijder de circlips. 7. Verwijder:
tt Z :; .. :: ~
- de frictiering (9), - de veer (12),
Z
- het lagerschild (13). waarbij de + borstel uit de ge-
N
leider wordt genomen, - de twee moeren (4) die de soleno誰de (2) op zijn
0( 0( '1 CD
:. w
o aa oz 0( :I
0;
w a:
plaats houden.
9 53-1-1
2
8. Neem het huis (14) los van de twee tapeinden (17). 9. VerwlJder:
- het anker (18), - de soleno誰de (2) met de vork (16). 10. Kaalmaken van de soleno誰de (2). Verwijder: - de twee tapeinden (15),
- de bout (25) waarbij de kern van de soleno誰de (2) wordt vastgehouden bij de twee platte kantjes (a), - de veer (21), - de isolatiering (22),
".-1
2
62i-V - 79
19
23
- de pakking (20), - de metalen afdichtring (19), - de stelbout (24), - de vorkmoer (23).
2 HANDELING NO. A. 533-3: Werkzaamheden aan de startmotor
5343 ,
: 1
3
2
4
5 i
:\
I i
11. Kaalmaken van het anker (3). Verwijder: - de céloronring (1), - de stalen ring (2). Schuif de aanslag (5) naar achteren en verwijder:
- de circlips, - de aanslag (5), - het rondsel (4). 12. Kaalmaken van het huls (6). Losmaken: - de +borstel (7) (soldeerbout),
- de voedingsdraad (10) van de veldwikkelingen. Verwijder de vier bevestigingsbouten van de poolschoenen (11) 105. Gebruik hiervoor een korte schroe-
vendraaier die in een pers wordt geklemd. Verwijder: - de veldwikkelingen,
- de presspapier isolatie (8). 5345
8
9
10
13. Kaalmaken van het lagerschlld (15). Controleer met een 220 volts controlelamp de isolatie
van de +borstelhouder (16) t.o.v. de massa (15). Wanneer de lamp brandt is de borstelhouder slecht geïsoleerd en moet het lagerschi/d worden vervangen.
Maak de -borstel (12) 105 (soldeerbout). 14. Reinig de onderdelen.
MONTAGE
15. Controleer de ankeras tussen twee wiggen of tussen
twee centerpunten van een draaibank. De toegestane onrondheid mag 0,15 mm bedragen.
L_____~
16. Controleer het anker op een growler.
5346
12
13 14
15
16
17. Controleer de collector. De originele diameter Vc.. 32 mm mag niet meer dan 1 mm verkleind worden. Verwijder de isolatie tussen de lamellen na het afdraaien met behulp van een zaagblad met dezelfde dikte als de breedte van de isolatie (0,70 mm) of met een meso
18. Controleer de slijtage van de borstels en de geleiding. Wanneer de lengte minder bedraagt dan 8 m'm moeten ze vervangen worden. 19. Controleer de solenoïde:
Controleer de weerstand van de spoel met behulp van een ohmmeter aangesloten tussen de voedingsaanaansluiting van de solenoïde en de "DEM"-aanslui-
ting. Deze weerstand moet ca. 0,5 Ohm bedragen. Wanneer deze waarde niet wordt gemeten moet de solenoïde worden vervangen.
621-IV
HANDELING NO. A. 5333: Werkzaamheden aan de startmotor
Hand. A. 533-3
3
5342
1
3
2
a
4 5 6 20. Maak het anker gereed. Plaats op de achterzijde van de ankeras: - de stalen ring (2), - de céloronring (1), tevoren inoliën.
Smeer de spiebaneh (met zeerdunne olie) en monteer het rondsel (4). Schuif de aanslag (6) op de as en de borgveer (5) in de groef (a). Schuif de aanslag (6) tegen de veer (5).
"--1
6
3
1 2
i. z
:: -::
'"
z--'1
N '" '"
W
, ".1
oto C Z -J:
7
8
9
13
21. Maak de solenoide (7) gereed.
0.
w a:
Monteer: - de stalen ring (8), - de presspapier pakking (9) (let op de stand) - de moer (12) in de york (13) en wel zodanig dat het vlak dat zich het dichtst bij de gleuf (b) bevindt naar voren is gericht. Draai de stelbout (14) in de moer (12).
Draai de bout (15) in de stelbout (14) en monteer:
11 14
15
- de isolatiering (11),
- de veer (10).
Draai het aldus opgebouwde geheel in de solenoïde
7
8
kern (7). Houdt daartoe de kern (7) bij de twee platte kantjes (c) vast en draai de bout (15) geheel in waardoor de veer (10) wordt samengedrukt.
9 c 11 12
15 13
621-V - 81
4 HANDELING NO. A. 533-3: Werkzaamheden aan de startmotor
534:'
2 3
22. Maak het huis (1)gereed. Plaats de wikkelingen (6) in het huis en plaats de poolschoenen (7). Houd deze vast met behulp van de vier
schroeven. Plaats de isolatie (3) onder de twee wikkelingen en ter plaatse van de draadverbindingen van de voedingskabel (5) van de veldwikkelingen en van de plus borstel (2) om kortsluiting te voorkomen. Plaats de poolschoenen in langsrichting en blokkeer
deze met behulp van een korte schroevendraaier onder een pers geplaatst.
Plaats de draaddoorvoer (4) en de kabel (5) voor voeding van de veldwikkelingen. Soldeer met tin de draad (5) en de plusborstel (2). " .1'
23. Maak het achterschild gereed. Soldeer de massaborstel (8).
9
Breng de veer (9) aan.
24. Breng detwee tapeinden (12) in de solenoïde (13) aan (het korste draadeind in de solenoïde). 25. Controleer of de assemblagetapeinden (14) geheel aangedraaid zijn en of de isolatiemoffen (15) op hun
plaats zijn. Zonodig in warm water drenken om het aanbrengen op de tapeinden te vergemakkelijken.
26. Schuif het anker in de startmotorneus (10).
27. Breng de vork (11) in de schuifmof (16) aan en schuif het geheel van solenoïde (13) en anker in in de start-
~. -I ¡ motorneus (10).
13
28. Zet de solenoïde met de twee moeren (24) vast (veerring).
29. Schuif de splitjes (23) in de vork (11) en wel zodanig dat de pen aan weerszijden gelijkligt.
30. Schuif het huis (1) op beide tapeinden (14).
31. Schuif het lagerschild (21) op de ankeras en plaats de +borstel (2) in zijn houder.
Breng het lagerschild tegen het huis (1) aan. Controleer of de veren (9) in het midden van de + en - borstels drukken.
32. Monteer: 1
22
- de veer (20),
23
- de frictiering (17) (tevoren ingeolied).
Oruk op de frictiering (17) om de veer (20) te compri-
24
meren. Oraai de bout (19) (Iinkse draad) aan, voorzien
van de borgring (18). .
33. Sluit de voedingsdraad van de veldwikkelingen (22) aan op de "OEM" aansluiting.
17 62HV - 82
HANDELING NO. A. 533-3: Werkzaamheden aan de startmotor
Hand. A. 533-3
5
5350
3
2
34. Monteer het kapje (5). 35. Draai de twee moeren (4) aan (veerring).
36. Voorafstelling van het rondsel (7): Draai de stelschroef (2) zodanig dat de speling "a" tussen stelschroef en bout (1) 0,5 mm max. is. 37. Stel het rondsel (7) af.
38. Monteer de plastic dop (6) op de solenoĂŻde. 39. Monteer de start
motor in de wagen.
40. Sluit de massakabel op de accu aim. 535 ĂŹ
CJ
z
:J
--
:: '"
zoo oo
'f N
co
:. w
~ 4 o z oo :: 0. w a:
621-IV - 83
6 HANDELING NO. A. 533.3: Werkzaamheden aan de startmotor
REVISIE VAN EEN PARIS-RHONE STARTMOTOR D 8 E 99 of D 8 E 116 777;'
DEMONTAGE
1
41. Maak de massakabel van de accu 105.
42. Verwijder de startmotor.
43. Verwijder de soleno誰de (1).
44. Verwijder:
2
- de band (4) en de stofkap (5) van het inspectieluikje (6) van de + borstel,
71fiq
- de twee bevestigingsbouten van het deksel van het
lagerschild. - het deksel (3) van het lagerschild,
4
- de borgveer (7) en de vorkas (8).
45. Blokkeer het rondsel met een schroevendraaier. Draai de bout (9) (Iinkse draad) en de borgring (10) 105.
46. Verwijder:
- de frictiering (11),
7113
- de veer (12), - het lagerschild (13) door de + borstel uit zij n houder
te nemen.
7170
9
621-V - 64
HANDELING NO. A. 533-3: Werkzaamheden aan de startmotor
Hand. A. 533-3
7
7171 47. Neem het huis (1) van de twee tapeinden (2) at.
48. Verwijder:
- het anker (3), - de york (4).
2
7177
49. Kaalmaken van het anker (3): Verwijder: - de cĂŠloronring (5), - de stalen ring (6). Schuif de aanslag (8) naar achteren en verwijder: - de circlips, - de aanslag (8), - het rondsel (7).
50. Kaalmaken van het hula (9). Maak de voedingsdraad van de veldwikkelingen (10) los (Iossolderen).
Draai de 4 poolschoenen (11) los. Gebruik daarvoor een korte schroevendraaier die in een pers wordt
CJ
Z
geklemd.
:; ..
:: '"
Verwijder:
---
- de veldwikkelingen,
Âż;
- de press-papier pakking (12),
Z "'
'"
""
- het doorvoerblokje.
o II oZ
Soldeer de + borstellos (13).
w
I
--
0. w a:
7174
5 6
4
621-IV - 85
7172
8 HANDELING NO. A. 533-3: Werkzaamheden aan de startmotor
7173
51. Kaalmaken van het lagerschlld (1): Controleer de isolatie van de + borstel (2) t.o.v. de massa (1) met een 220 volts lamp. Wanneer de lamp
brandt is de + borstel slecht ge誰soleerd en moet deze worden vervangen. Sol deer de - borstel (3) los (soldeerbout). 1
52. Reinig de onderdelen.
MONTAGE
53. Coritroleer de as (4) van het ankertussen twee wiggen of tussen centers. De onrondheid mag niet meer bedragen dan 0,15 mm.
54. Controleer het anker op een growler. 5342
55. Controleer de collector. De onrondheid mag niet meer bedragen dan 0,07 mm; zonodig de collector afdraaien.
5
56. Afdraalen van de collector:
Niet meer dan 2 mm van de oorspronkelijke diameter (36,5 mm) afdraaien. Verwijder de isolatie tussen de
lamellen na het afdraaien met een mesje of een zaagblad van dezelfde dikte als de isolatie.
4 57. Controleer de slijtage van de borstels: vervang ze
wanneer ze korter dan 8 mm zijn.
58. Controleer de weerstand van de soleno誰de: deze moet ongeveer 0,5 mm zijn.
5342 (bis)
59. Controleer de staat van de soleno誰de-contacten.
60. Gereedmaken van het anker: Monteer op het achterste gedeelte van de as: - de stalen ring (8), - de c辿leronring (7). (beide tevoren ingeolied).
9
Smeer de spiebanen (zeer dunne olie) en monteer het rondsel (9). Schuif de aanslag (11) op de ankeras en de circlips in de groef (6).
7
8
10
11
Breng de aanslag (11) tegen de circlips (10) aan.
621-V - 86
HANDELING NO. A. 533-3: Werkzaamheden aan de startmotor
1
Hand. A. 533-3
9
61. Gereedriaken van het huli (1):
\z
Plaats de veldwikkelingen in het huis (1) en breng de schoen en provisoriseh aan (4 bouten) (2). Plaats de press-papier isolatie (3) onder twee wikke-
pool
lingen en ter hoogte van de aansluitingen van de voedingsdraad (4) van de veldwikkelingen en de + borstel
4
i'.'
(5) om kortsluiting te voorkomen. Rieht de poolsehoenen in lengteriehting en zet ze met de bouten (2) vast (korte schroevendraaier onder een
pers). Plaats het doorvoerblokje en de draad (4).
Soldeer de voedingsdraad (4) en de draden van de + borstel (5) met tin vast.
8 62. Gereedmaken van het lagerschlld (6). Soldeer de draden aan de - borstel (7) met tin vast. Plaats de veren (8) en (9).
63. Controleer of de tapeinden (10) geheel aangedraaid CJ
en de isolatiekousen (11) aangebracht zijn. Zonodig in warm water drenken voor het aanbrengen.
z
:J
.. ::
'"
Z
.. ..
多; '1
'" '" w
o iD
64. Schuif de york (12) in de mof en het anker (13) in de startmotorneus.
C Z
..
J:
ii w ii
65. Scuif de as (15) in het scharniergat van de york (12) en borg deze met de circlips (16).
14
621-V - 87
12
11
10 HANDELING NO. A. 533-3: Werkzaamheden aan de startmotor
66. Schuif het huis over de tapeinden (2).
67. Breng het lagerschlld (3) op de ankeras aan en monteer de + borstel in zijn houder.
2
Schuif het schild tegen het huis aan. Controleer of de veren in het midden van de borstels aanliggen.
68. Monteer:
- de veer (4),
" "
- de frictiering (5) (ingeolied).
Druk de veer (4) samen door op de frictiering (5) te drukken. Draai de bout (6) (Iinkse draad) met borgring
(7) aan.
69. Monteer het dekseltje (12).
70. Plaats de papieren pakking (9) en de klemband (10) van het inspectieluik (11).
71. Zet de twee moeren (13) vast (veerring).
a" "
5
4
3
11
'"
-0
"
.
10 9 72. Monteer de soleno誰de (14).
73. Stel het rondsel (8) af.
74. Monteer het achterdeksel van de soleno誰de. 75. Verbind de voedingsdraad van de veldwikkelingen
met de onderste aansluiting van de soleno誰de. 76. Monteer de startmotor op de wagen. OJ
-c
..
77. Sluit de massakabel op de -pool aan.
621-V - 88
HANDELING No. A. 540-0: Afstelling van de koplampen
AFSTELLING VAN DE KOPLAMPEN ú)
oN""
OPMERKING: De koplampafstelling kan doormiddel van een handbediening worden gewijzigd, indien dit in verband met de belasting van de wagen nodig is. Toch is een vóór-afstelling bij ledige wagen in rijklare toestand nodig
(inclusief boordgereedschap, reservewiel en vijf liter ben. zine in de tank)
A. WAGENS V AN HET TYPE AZ, AZU en AK. 1. Controlee.r de lengtespeling van de handbediening.
Monteer zonodig stelringen (2) om een speling van
0,5 mm te verkrijgen tussen de steun (3) van de stang en de eerste stelring. 2. Stel de koplampen af.
a) Plaats de wagen op een vlakke en horizontale
vloer. b) Draai de bedieningsknop rechtsom tot de aan-
slag.
Draai de knop dan twee en een halve slag linksom. t: z :: .. :: ;.
c) Stel nu met de banden op de juiste spanning
---
het type: "REGLOSCOPE" of "REGOLUX",
en de wagenhoogte afgesteld de koplampen af met behulp van een koplampafstelapparaat van
Z 'r
Controleer of de wagen en het apparaat op één
'" '" w
vlak liggen.
¡; o iD o Z
IIi
--
B. WAGENS VAN HET TYPE AY
w a:
3. Stel de kabels van elke koplamp af:
a) Controleer of er geen knik in de kabels (5) zit. b) Draai de bedieningsknop (4) geheel kloksgewijs tegen de aanslag.
c) Plaats de reflector tegen de aanslag.
Doe dit als voigt:
Draai de contramoer (7) los Draai de spanner (6) terug tot de reflector aanligt. (Controleer deze handeling door op de bo-
venkant van de reflector te drukken). 4. Stel de koplampen af.
a) Plaats de wagen ûp een vlakke en horizontale co
N
0-
M
vloer. b) Controleer of de handbedieningsknop (4) ge-
heel is ingedraaid.
c) Stel nu bij juiste bandendruk en wagenhoogte de koplampen af met behulp van een apparaat van het type: "REGLOSCOPE" of "REGLOLUX". Controleer of de wagen .en het apparaat op één
vlak liggen.
621-IV - 89
2 HANDELING NO. A. 540-0: Afste/lng van de koplampen
C. AFSTELLING VAN DE KOPLAMPEN (AM wagens)
OPMERKING: Met een handbediening is het mogelijk de afstelling van de koplampen te ~orrigeren afhankelijk van de belasting van de wagen. Men dient echter een basisafstelling van de koplampen
cr,
en
uit te voeren bij een lege wagen die rijklaar is (met liter benzine in de tank).
gereedschap, reservewiel en 5
AI.tellng met behulp van een apparaat type:
"REGLOLUX" 01 "REGLOSCOPE".
1. ControJeer of de bandenspanning juist is en of de wagenhoogten juist zijn afgesteld. 2. Plaats de wagen op een vlakke en horizontale vloer.
3. Draai de knop (1) van de handbediening geheellos.
4. Draai de twee wartels (2) en (3) in het midden van de lengte van de schroeldraad.
S. Plaats het stel-apparaat voor een koplamp(apparaat in het verlengde van de wagen). :l'
6. Stel de koplampen al: a) hoogte-afstel.ng:
- Zet het dimlicht aan. . - Breng met behulp van dewartet (4) descheidings-
lijn van de lichtbundel in de gegeven zone van het apparaat. b) Zijdelingse afste/lng: - Zet het grootlicht aan.
..
Breng door afwisselend de twee wartels (2) en (3) te
en
verdraaien (de een evenveel indraaien als de andere
(')
~
uitgedraaid wordt) het midden van de lichtvlek op
het merkteken van het apparaat.
7. Stet de andere koplamp evenzo af.
N.B. Wanneer zich in de lichtbundel een zgn. "donker gat" bevindt moet de lamp worden vervangen.
621-IV - 90
HANDELING No. A. 560-1: Werkzaamheden aan de ruitewissers
A. UIT- EN INBOUWEN VAN DE STEUNPLAAT VAN EEN RUITEWISSER (AZ en A Y wagens)
P L 597
UITBOUWEN
1. Maak de massakabel los van de accu. 2. Verwiider de ruitewisserarmen (1) van hun geribde
asie (2), alsmede de moeren (3), de ringen (5) en de pakkingringen (4). 3. Verwijder het bovendeel van het dashboard.
4. Neem de ontwasemingsbuis (6) los (bij de A Y mode/ten tevens het ventilatierooster rechts (7) verwijderen) 5. Maak de voedingsdraden van de motor los.
6. Verwijder de twee onderste moeren van de steunplaat
los en neem deze zonder te hard tegen de asjes te drukken los.
) 3252
INBOUWEN
t:
7. Breng de steunplaat op zijn plaats: steek de asjes door
:: ..
het schutbord en zet de massastrip onder ĂŠĂŠn van. de
z
:: ;.
onderste moeren vast.
Z
--'r N '" '"
8. Schuif de pakkingringen (4) en de ringen (5) op de
asjes (2) van de wisserarmen (1).
W
oiD o
Zet de moeren (3) matig vast.
Z --
IIi
9. Sluit de voedingsdraden van de motor aan.
w a:
10. Monteer de rechter luchtrooster (7) (wagens van het
A Y type) alsmede de ontwasemingsbuis (6).
11. Monteer het bovendeel van het dashboard. 12. Sluit de massakabel op de accu aan. PL.598
Laat de ruitewissermotor draaien (zonder wisser-
armen) en zet hem af zodat de asies in de stand van de automatische afslag komen.
13. Plaats de wisserarmen (1) op de geribde asjes (2), zodanig, dat het midden van het blad op een afstand "a" van de bovenrand van het voorruitrubber ligt. + 5
a = 50 0 mm (Wagens van het type A Y) o a = 37 _ 0,5 mm (Wagens van het type AZ)
621-IV - 91
2 HANDELING No. A. 560-1: Werkzaamheden aan de ru;tew;sser II. UIT- EN INBOUWEN VAN EEN RUITEWISSERMOTOR UITBOUWEN 3250
9
1. Verwijder de steunplaat van de ruitewisser:
2
1
(Zie hoofdstuk I, zelfde hande/ing). 2. Verwijder de borgveer (6) en maak de stangen los van
het draaipunt. 3. Verwijder de twee bouten (3) en neem de motor (1)
met zijn steun los van de steunplaat. INBOUWEN 4. Bevestig de steun van de motor op de steunplaat, met
de aansluitingen (8) naar links gericht. Steek de massa~trip (2) onder de rechter bevestigingsbout (3).
5. Smeer het draaipunt van het stangenstelsel met vet in en monteer de linker stang (7) (draaipuntafstand 195 mm) en de rechter stang (4) (draaipuntafstand 175 mm) op de as van de kruk (9). Monteer de platte ring (5) en de borgveer (6). III. VERWIJDEREN EN MONTEREN VAN EEN ASJE VAN EEN WISSERARM. VERWIJDEREN PL .593
1. Verwijder de steunplaat van de ruitewisser:
(Zie hoofdtuk " zelfde Handel;ng).
2. Verwijder de moer (12) van het asje (16). 3. Neem de ringen, de pakkingringen en de kruk (11) los zonder het stangenstelsel daarvan 105 te maken.
4. Neem het asje (16) en de pakkingringen (10) en (21) van het lager (15). 5. Reinig de onderdelen.
MONTEREN
6. Smeer het asje (16) met anti-roest olie in. (TOTAL PETITS MECANISMES)
7. Monteer de pakkingringen (10) en (21) op het asje
(16): de pakkingring (10) onder de kraag "a" en de
pakkingring (21) in de groef "b"
8. Schuif het asie (16) geheel in het lager (15) en mon-
teer achtereenvolgens: de celoronring (20), de golfring (19), de celoronring (18), de platte ring (17), de kruk
(11), de platte ring (14), de kartelring (13) en de moer (12). PL.
594
a
10 b
16
15
20
19
18
17
14
13
12
621-V - 92
Hand. A. 560-1
HANDELING NO. A. 560-1: Werkzaamheden aan de ruitewissers
3
5149
B - DE- EN MONTAGE VAN DE RUITEWISSERELEMENTEN (AM wagens)
1. De- en montage van de rultewl..erunlt. DEMONTAGE
1. Neem de massakabel los van de accu. 2. Verwijder de wissers. Kantel ze naar voren. Schuif ze
van hun assen.
3. Verwijder de bevestigingsmoeren van de wisserassteunen. Verwijder de cupjes en de afdichtrubbers.
4. Verwijder het zijschotje (7) na de drukknopen te hebben losgenomen. i .Iรถ
5. Verwijder het bovengedeelte (4) van het dashboard: - Draai de bout (2) los en haak de stootrand (2) los. - Draai de bouten (8) en (3) los.
- Draai zonder ze uit te nemen de vijf andere bouten (5) los (drie rechts en twee links).
- Verwijder het bovengedeelte van het dashboard. 6. Verwijder de bout (6), de bevestigingsbout bij (a) op het schutbord, de bevestigingsbout bij (b) van het centrale dashboardgedeelte met verwarmingsknoppen los.
t:
z
:;
..
7. Verwijder de linker frisse luchtmond (9).
:J
;.
Z
8. Verwijder beide bevestigingsbouten (13) van de wis-
--
"
serassteunen.
'r
ยก; '"
'"
w
oCD
~ 17'
o
9. Maak de drie voedingsdraden van de ruitewissermotor en die van de accuklem (14) los.
Z
--
I
10. Verwijder de ruitewissermotorsteun (11):
ii w a:
- Verwijder de bout (10), de twee moeren (15) en de twee massadraden. Neem de bundel los van de ruitewissersteun. Verwijder de kop van de steun van het schutbord. Verwijder de bundel van de steun en verwijder het geheel van steun en bediening. MONTAGE 11. Breng het geheel van steun en ruitewisserbediening aan en monteer dit met behulp van de gel
eider (17) op
de schutbordkoepel.
12. Plaats de bout (10) (borgring onder moer), de twee
moeren (15) (borgringen) en de massadraden van
4836 motor en bundel. 13. Sluit de drie voedingsdraden van de ruitewissermotor
l
17
aan: de zwart gemerkte draad aan de + kJem, de
l 12
IT! V". .. .... --f"'
II 621-V - 93
blauwgemerkte draad aan de "IN" klem, de wit gemerkte draad aan de "AR" klem.
4 HANDELING NO. A. 560-1: Wer./zaamheden aan de ruitewissers
14. Breng de wisserarmsteunen (3) aan en zet de beide bouten (4) vast.
15. Monteer de linker frisse luchtmond (1).
16. Monteer het centrale dashboardgedeelte. Zet de bout (12), de bout bij (b) op het schutbord en de
bout bij (a) vast.
17. Monteer het bovengedeelte van het dashboard. Breng de bouten (7) en (6) aan. Zet de bouten (12) vast, die voor demontage werden losgedraaid (drio rechts, twee links). 18. Breng de stootrand (10) aan en zet de bout (11) vast
19. Breng het sChotje (5) en de twee drukknopen aan.
5148 20. Monteer op de wissersteunen de afdichtrubbers en do cupjes en zet de moeren matig vast.
21. Sluit de massakabel op de accu aan. 22. Zet het contact enkele seconden aan en daarna weer af (automatische afstagstand). 23. Plaats de ruitewissers in de juiste stand.
II. Demontage en montage van een rultewl..ermotor DEMONTAGE
1. Neem de massakabel los van de accu. 2. Verwijder de ruitewissers.
3. Verwijder het bovengedeelte van het dashboard (zie
5149 hiervoor).
4. Neem de stroomdraden (15) van de motor los.
5. Verwijder de moer 616) van de bedieningskruk van de trekstangen (13). Verwijder het geheel van trekstangen,kruk, tussenstuk en stalen ring van de motoras.
6. Verwijder de twee bouten (14) en de massadraad. Verwijder de motor. MONTAGE
7. Breng de ruitewissermotor op zijn steun aan.
Zet de moeren (14) en de m8ssadraad vast (veerringen).
8. Plaats de stalen ring en het tussenstuk op de motoras. 9. Monteer de bedieningskruk in de juiste richting (zo5156
nodig de trekstangen verplaatsen). Zet de moer (16) vast.
10. Sluit de stroomdraden van de motor aan (zie 13 hiervoor).
11. Sluit de massakabel op de accu aan. 12. Zet het contact aan om de wissers in de automatische afslagstand te zetten.
621-V - '"
Hand. A. 560-1
HANDELING NO. A. 5801: Werkzaamheden aan de ruitewissers
5
13. Monteer de ruitewissers. 5156
14. Monteer het bovengedeelte van het dashboard. 15. Controleer de werking van de ruitewissers. II. Demontage en montage van een wlsserassteun met as. DEMONTAGE
1. Verwijder het bovendeel van het dashboard (zie hiervoor B I ยง 4 en 5).
2. Verwijder de frisse-Iucht-mond (1) aan die zijde waar de steun moet worden vervangen. 3. Verwijder de wisser.
4. Verwijder de moer (5) van de kruk op de wisseras. Verwijder de ring (6) en de kruk (4) met trekstang.
Monteer de ring (6) en de moer weer.
5. Verwijder de assteun (b) met as. Verwijder de twee bouten (2) van de steun. Verwijder de steun.
MONTAGE
6. Monteer de steun (3) met as (de moer (5) daarbij niet losnemen om zoekraken van de ringetjes te voorkomen). Zet de bouten (2) vast (borgring).
t: z :: .. :: ;.
4837
z--
-'r
ยก;
'" '" w
0iD --
7
8
8. Monteer de wisser.
9
w a:
Breng de kruk (4) en de ring op de wisseras aan en zet de moer vast (5).
0Z
iIi
7. Verwijder de moer (5) en de ring (6).
9. Monteer de frisse-Iuchtmond (1). Monteer het dashboard bovendeel (81 ยง 17 tot 19). IV. Smeren van een rultewlsseras.
DEMONTAGE
1. Verwijder de ruitewisser.
3
2. Verwijder het dashboardbovendeel (B-1 ยง 4 en 5).
3. Verwijder de moer (5) van de kruk (4) op de wisseras.
00-
0 0
-.10
Verwijder de ring (6), kruk (4) mettrekstang, stalen ring
(11) en ring (10).
11
4. Neem de wisseras (7) van zijn steun.
4
5. Smeer de as met roestwerende olie in (TOTAL PETITS MECANISME).
6 5
MONTAGE
6. Plaats de as voorzien van stalen- (8) en O-ring in de steun (3). 7. Plaats op de as de ring (10), de stalen ring (11). de kruk
(4) en de ring (6). Zet de moer (5) vast.
8. Monteer het dashboardbovendeel (B1 ยง 17 tot 19) 9. Plaats de ruitewisser.
621-IV - 95/0
-'
VEILIGHEIDSINST AllA TIES
HANDELING No. A. 614-00: Montage van een noodsignaalinstallatie (Aile wagentypen 6 en 12 volt)
MONTAGE VAN EEN NOODSIGNAALINSTAllATIE.
Bij de afdeling Onderdelen is verkrijgbaar: Een set onderdelen voor een noods-ignaalinstallatie ............................:.....................................................P?:..~.~.~.~..~.?~..~..........
i. Maak de massakabellos van de accu.
2. Bouw het instrumentenpaneel (1) uit. (Zie Hand. AZ. 520-1 en AZ. 520-1a)
i 2 095
3. Voer de bedrading van de noodsignaalset (met uitzon-
dering van de zwart gemerkte massadraad) met de
tellerkabel door en sluit de draden aan zoals aangegeven in het schema dat met installatie is medegeleverd: de "plus" van de accu: op de voedingsdraad van het contactslot (zwart draadeind).
Rechter en linker knipperlichten: op de groen en geel gemerkte stroomdraden van de knipperl ichten. De massa: (zwarte draad) op de bevestiging van de plaat (3)
4. Schroef het kapie (2) van de verklikkerlamp los om de
plaat (3) te kunnen monteren.
Maak met behulp van een priem twee gaatjes in de plaat en maak deze tezamen met de massa-aansluiting
van de noodsignaalinstallatie, zoals hiernaast afgebeeld, met twee "Parker" schroeven vast.
Monteer het verklikkerlampje van het noodsignaal op de plaat (3) door het kapje (2) vast te draaien.
5. Monteer het instrumentenpaneel (1).
6. Sluit de massakabel weer op de accu aan.
A IV 147/0
HANDELING NO. AZ. 614-00: Montage van een noodsignaalinstaflatie
Hend. AZ. 614-00
(Aile typen AZ 12 volt tot 9/1974
MONTAGE VAN EEN NOODSIGNAALINSTALLATIE A. 51 -68 b
,"v§t v.~
Schakelaar van de
v. ~
v.~
Kni pperl ichtautomaat van de noos ignaa I
noodsi,gnaal insta Ilat ie
installatie ¡Iii Ill' 1111 1111
(-r II II
VERKLARING Draadbundel van de noodsignaal installatie Bestaande draadbundel - - - ---
Ii
Knipperlicht
i I i I
schakelaar
J
,.)
1 I,.~v---------'1L-----vI L----v.-
II J. I
)-N
t: z :: .. :: ;. Z
IAR I I
---
Verkl ikkerlamp van de
noodsignaal i nstallatie R
'"
.; "! on
.(
"1
'"
'"
'"
w
o iD o
Bij de afdeling'Onderdelenis verkrijgbaar:
--
Een set onderdèlen voor een noodsignaalinstallatie ............................................................................................ ZC 9 858 139 U
Z
IIi
w a:
Voorbereiding: - Boor een gat van 10,5 mm diam. in het paneel, onder de kilometerteller. voor de montage van het verklikkerlampje van de noodsignaal i nstallatie.
- Boor een gat van 16 mm diam. in het paneel naast het vorige gat, voor de plaatsing van de schakelaar van de installatie. Maak een uitsparing. Uitbouwen: - Maak de massakabellos van de accu
- Bouw de kilometerteller uit om bij de bedrading te kunnen komen. Monteren: 1) Voer de draadbundel van de installatie door het schutbord 2) Monteer de knipperlichtautomaat "WARNING" van de signaalinstallatie naast die van de richtingwijzers. 3) Sluit de bedrading van de signaalinstallatie als voigt aan: - het Zwart gemerkte stopcontact met de "+" aansluiting van de knipperlichtautomaat "WARNING" van de signaalinstallatie. - het Paars gemerkte stopcontact met de aansluiting "COM" van de knipperlichtautomaat "WARNING" van de signaalinstallatie. - de Rood gemerkte stekker wordt geisoleerd.
4) Maak de Zwart gemerkte aansluitingen van de voorste draadbundel bii hun verbinding met de achterste draadbundel los (links op het schutbord) en sluit ze op de corresponderende draden van de bundel van de signaalinstallatie aan. Maak de massaaansluiting van de signaalinstallatie tezamen met de andere massa-aansluitingen op het schutbord vast. 5) Maak onder de kilometerteller de Geel en Groen gemerkte aansluitingen van de richtingwijzerschakelaar 105 en verbind ze met de corresponderende aansluitingen van de noodsignaalinstallatie.
6) Sluit de drie Groen gemerkte en de Paars gemerkte draad van de noodsignaalinstallatie aan op de schakelaar hiervan en monteer deze. 7) Sluit het Rood gemerkte stopcontact en het niet gemerkte stopcontact op het verklikkerlampie van de signaalinstallatie aan.
621-IV - 9710
Monteer het verklikkerlampie. 8) Monteer de kilometerteller en sluit de massakabel weer op de accu aan.
HANDELING NO. AM. 614-00: Montage van een a/armverlichtingsinstallatie (AMI 8 aile typen tot 9/1974)
Hand. AM. 614-00
MONTAGE VAN EEN ALARMVERLICHTINGSINSTALLATIE
Benodlgde onderdelen: - 1 set alarmverlichting .................................................................................. ZC 9 858 141 U
VOORBEREIDING Boor een gat ø 10,5 mm onder het oliedrukcontrolelampje voor montage van het alarmverlichting-controlelampje.
DEMONTAGE
Maak de massakabel 105 van de accu. Verwijder: - de deksel van de schakelaarconsole, - het dasboard, - de parkeerlichtschakelaar.
MONTAGE Monteer de "WARNING" clignoteurautomaat naast de bestaande clignoteurautomaat. Steek de bundel van de alarmverlichting onder de snelheidsmeter door en achter.het dashboard. Monteer de schakelaar van de alarmverlichting op de plaats van de parkeerlichtschakelaar. Monteer het controlelampje van de alarmverlichting. t: z :: :5
;.
Z
--'r
¡; '" '" w
Sluit de dradenbundel aan volgens onderstaand schema. Monteer het dashboard en het deksel van de schakelaarconsole. Sluit de massakabel op de accu aan. OPMERKING: Wil men de parkeerlichtschakelaar behouden dan kan de alarmverlichtingschakelaar worden aangebracht naast het controlelampje, waartoe de draden verlengd moeten worden.
o iD o
Z
--
I
a. w a:
AMI 8 (AM3 - AMF3 - AMC3) SCHEMA ALARMVERLICHTING
INSTAL
LA TIE
21
'"17N-~
~om. ~Mv R.w + ~N
~ l 16
Mv
c=
D
Ò i 1011'1'
~ N -i Ie ¡soleren
B'~819 AV, R~
AV
--1
~J
~v..
v,,~
MV-rU VP~
v,,~ 0 37
v,,~
36
16. Accu klem
17. Ruitewissermotor (massa) 19. ParkeerliChtschakelaar (verwijderd) 21. WARNING clignoteurautomaat C.T.6
27. Signaalschakelaar 36. Alarmverlichtingcontrolelampje 37. Alarmverlichtingschakelaar
o Alarmverlichtingdradenbundel
AV Voorste dradenbundel (hoofd-)
c
~0. ~
In oC
621- V - 99/0
HANDELING No. AV. 614-00: Montage van een noodsignaalinstallatie (Dyane 12 volt tot september 1973)
MONTAGE VAN EEN NOODSIGNAALINSTALLATIE Bij de afdeling Onderdelen is verkrijgbaar:
Een set onderdelen voor een noodsignaalinstallatie ............................................................................................ ZC 9 858140 U Verwijderen: Maak de massakabellos van de accu. VerwĂŹjder het deksel van de schakelaarsteun, het bovendeel van het dashboard en de ziischotten van de kilometerteller.
Maak de aansluitingen van het contactslot, het verklikkerlampje en de parkeerlichtschakelaar los en verwiider deze onderdelen. Voorbereiding: Boor een gat van 10,5 mm diam. in het bovendeel van het dashboard, naast de andere verklikkerlamp (of verwijder de plug, bij de Dyane 4). Montererr :
Monteer de schakelaar van de noodsignaalinstallatie en de bi.ibehorende knipperlichtautomaat (deze te bevestigen op de linker bout van de ontwasemingsbuis).
Voer de draadbundel van de noodsignaalinstallatie door en sluit die aan volgens onderstaand schema. Monteer het bovendeel van het dashboard en sluit de verklikkerlampjes en het contactslot aan. Monteer de ziischotten van de kilometerteller en het deksel van de steun voor de schakelaars. Sluit de massakabels weer op de accu aan.
4. ~1.'n, (13) Knipperlichtautomaat WARNING C.T.6 (23) Parkeerlichtschakelaar (verwijderd)
(25) Richtingwiizerschakelaar (36) Verklikkerlampje van noodsignaalinstallatie (37) Schakelaar van noodsignaalinstallatis
RR ~,,~
D ĂŹt
N
~ ~ I ~P. ~~~~v-= ~1.~,(n,~I~
c=
Vn",
25 (0
(b"tand.)
v..J AR Achter (bestaande) Noodsignaal i nstallatie
')5i'i1 23 ~ D.aodnd.I,AV
N.B.: Indien me" de parkeerlichter. wenst te behouden, moet men op de gewenste plaats een gat boren voor de plaatsing van de schakelaar iian de noodsignaalinstallatie en de hierop i:an te sluiten draden verlengen.
A IV ,'-"
HANDELING No. AY. 614-00a: Montage van een noodsignaalinstallatie (Aile typen Dyane vanafseptember 1973)
MONTAGE VAN EEN NOODSIGNAALINSTALLATIE Bij de afdeling Onderdelen is verkrijgbaar:
Een set onderdelen voor noodsignaalinstallatie .................................................................................................. ZC 9 858189 U
VERWIJDEREN Maak de massakabellos van de accu.
Verwijder de ziischotten van het instrumentenpaneel. het deksel van de schakelaarsteun en het bovendeei van het dashboard (na de aansluitingen van de ruitewisserschakelaar en van het oliedrukcontrolelampje te hebben losgemaakt). VOORBEREIDING
Maak een opening van 20 bii 30 mm op de aan de achterzijde van het dashboardbovendeel afgetekende plaats, naast de ruitewisserschakel aar.
Boor een gat van 10,5 mm in het bovendeel van het dashboard op de aan de achterziide hiervan afgetekende plaats. Monteer de verklikkerlamp van de noodsignaalinstallatie en de schakelaar op het dashboardbovendeel. MONTEREN
Monteer de knipperlichtautomaat met behulp van de linker bout van de ontwasemingsbuis (klem de massa-aansluiting eveneens onder deze bout vast).
Isoleer de paars gemerkte aansluiting van de draadbundel van de signaalinstallatie.
Sluit de Zwart gemerkte aansluitingen op de draadbundel aan door ze bij het achterste verbindingsstuk aehter de kilometerteller tussen de bundeldelen te leggen. Voer de Geel en Groen gemerkte draden onder de kilometerteller dooi en sluit ze tussen de draadbundel en de richtingwijzerschakelaar aan.
Monteer het dashboardbovendeel na de schakelaars en de verKlikkerlampjes te hebben aangesloten. Monteer het deksel van de schakelaarsteun en de ziischotten van het dashboard. Sluit de massakabel weer op de accu aan.
fÂĄ ..1.-'
Achterste draadverbinding achter het instrumentenpaneel
~JrN=): ~N-
13 Knipperiichtautomaat 25 RichtinQWijzerschakelĂ ar
36 Verklikkerlampje van noodsignaalinstallatie 37 Schakelaar van noodsignaalinstallatie
~--(o
AIV153.o
Hand. A. 640-1
HANDELING NO. A. 640-1: Werkzaamheden aan de verwarming
, VERVANGEN VAN EEN WARMTEWISSELAAR
DEMONTAGE 1. Verwijder het reservewiel.
2. Verwijder de verwarmingsslang en de afvoerslang van de wisselaar. 5137
3. Neem de bedieningskabels van de wisselaar los: Neem hetzij de verbindingskabel (1) (in geval van een linker wisselaar), hetzij de verbindingskabel (1) en de
bedieningskabel (3) los (in geval van een rechter wisselaar).
4. Draai de twee bouten (bij a) 105 waarmee de bevestigingslippen van de expansiepot op het versneilings-
bakcarter zijn bevestigd. Draai de klemband (6) los waarmee de expansiepot tegenover die welke moet worden vervangen op de wisselaar is bevestigd.
5. Verwijder de kJembanden (5) en (6) waarmee de wamtewisselaar op het spruitstuk en op de expansiepot is bevestigd. MONTAGE 6. Breng de wisselaar aan op de bovenzijde van de
t:
z
cilindermantel.
:: ..
:J ;. Z --'r
7. Monteer de kJembanden (5) en (6) en zet de bouten met een veerring vast. Zet de klemband (6) vast.
N '" '"
8. Zet de twee bouten (bij a$ vast waarmee de expansie-
W
o m cz --
pot op het versnellingsbakcarter is bevestigd.
IIi
9. Sluit de bedieningskabels op de warmtewisselaar aan, d.w.z. de verbindingskabel (1) (linker wisselaar), de bedieningskabel (rechter wisselaar) en stel de kabels
w a:
5144
in beide gevallen af.'
10. Afstellen van de kabels:
- Schuif de bedieningsknop op het dashboard naar links. - Draai het boutje (1) op de kabelklem (2) los. - Druk de bedieningshefboom van de verwarmings-
klep naarde buitenzijde van de wagen opdat de klep de afvoeropening geheel afsluit. Laat de kabelmantel ongeveer 20 mm uitsteken om vervorming van de kabel te voorkomen. Zet de volgende delen definitief vast: - de beugelmoer (4), - de bevestigingsbout van de kabels (1) en (3) op de kabelklem (2).
11. Schuif de verwarmingshendel enige malen heen en weer om de werking en het geheel afsluiten van de afvoeropening te controleren.
12. Start de motor. Controleer de afdichtlng van de .uit-
laatverbindingen. 13. Sluit de verwarmingsslang en de afvoerslang aan op
de warmtewisselaar en zet de kJembanden vast. 14. Plaats het reservewiel.
621-IV - 101
2 HANDELING NO. A. 640-1: Werkzaamheden aan de verwarming
II VERVANGEN VAN EEN BEDIENINGSKABEL VOOR VERWARMING OF VOORRUITONTDOOIING
5129 DEMONTAGE 1. Verwijder het resevewiel.
2. Neem de massakabel van de aecu los.
3. Losnemen van de kabels. a) Op de rechter warmtewisselaar.
Draai de bout (2) en de beugelmoer (1) los. Neem de kabel los.
b) Of het verdeelhuis: (afhankelijk van de te vervangen kabel).
Draai de bout (3) los en lieht het uiteinde van de klem (4) op. Neem de kabel 10S. 4. Neem de rubber band waarmee de kabels op de linker
verwarmingsslang zijn bevestigd los.
5147 5. Verwijder de afdiehtbusjes ophet seh utbord. 6. Verwljder het bovenste gedeelte van het dashboard. Verwijder de asbak.
Verwijder de bout (6) van de stootrand (7). Verwijder de stootrand (7). Draai de volgende bouten los:
- (bij a), (5) en (bij b) rechts - (bij c) onder de asbaksteun - (8) op het dashboard, middengedeelte (9) en (bij d) links. Verwijder het bovenste dashboardgedeelte.
5148
5150
621-IV - 102
Hand. A. 640-1
HANDELING NO. A. 640-1: Werkzaamheden aan de verwarming
3
5213
7. VerwlJder het dashboardmlddenstuk.
Maak de bekleding (4) op het schutbord iets 10S. Verwijder de boutjes (1), (2) en (3). Verwijder het dashboardmiddenstuk zodanig datmen toegang heeft tot de bediening van verwarming en
yoorruitontwaseming. 8. VerwlJder de verwarmingskabel of die van de voorrult-
ontdoollng. In beide gevallen moet de vergrendelveer (9) en de as (5) van de hendel (6) worden verwijderd. Haak de kabel los van de bedieningshendel (6).
Licht het uiteinde van de klem (7) op en verwijder de kabel. MONTAGE
9. Montage van de verwarmings- of rultontdoollngskabeL.
Breng de kabel in het schutbord aan en haak in beide
gevallen het uiteinde in het gat van de bedieningshendel (6). Breng de buitenkabel (8) in de bevestigingsklem (7)
aan. t: z :: .. :: ;. Z
Monteer de hendel, de as (5) en de vergrendelveer (9).
10. Monteer het dashboardmlddenstuk.
---
Monteer het dashboardmiddenstuk met de boutjes (1)
'r N '" '" w
(2) en (3) met borgring.
o iD o
11. Plak de bekleding (4) op het schutbord vast.
Z --
IIi w a:
12. Breng de kabels aan. a) Monteer de verwarmingskabel: Schuif het kabeleind (15) in de kabelklem (10)
zonder de bout vast te zetten. Breng de buitenkabel onder de beugel zonder de moer (16) aan te draaien. b) Monteer de kabel voor voorruitverwarming: Schuif het kabeleind(15) in de kabelklem (14) (bout
niet vastzetten). Schuif de buitenkabel (11) in de bevestigingsklem (12).
621-IV - 103
4 HANDELING NO. A. 640-1: Werkzaamheden aan de verwarming
13. Stel de kabels af. a) Verwarming:
Schuif de hendel (3) op het dashboard naar links. Draai de bout (8) op de kabelklem (9) los. Duw de hefbomen van de verwarmingskleppen
naar de buitenzijde van de wagen opdat de afvoeropeningen volledig afgesloten worden. Laat de buitenkabel ongeveer 20 mm uitsteken om vervorming van de kabel te voorkomen.
Zet de beugelmoer (7) van de rechter wisselaar en de boutjes (6) en (8) op de kabelklem (9) vast. b) Voorruitverwarming:
5137
Schuif de hendel (1) omhoog. Draai bout (5) van kabel (4) los. Trek de hendel naar voren en zet bout (5) vast. 14. Versรงhuif de hendel na afstellen meerdere malen om
de werking ervan te controleren.
15. Monteer de doorvoerrubbers in het schutbord. 16. Breng de rubber klembanden aan waarmee de kabels tegen de linker verwarmingsslang zijn bevestigd.
17. Monteer het bovengedeelte van het dashboard. Monteer de boutjes (bij c) (11) (bij d) (10) en (bij b) in de dashboardsleufgaten.
.~i
Breng de bouten (bij a) en (2) (borgring) onder de
asbaksteun en op het dashboardmiddenstuk aan. 5150
Zet de boutjes (bij b) en (10) (borgring) links en (bij d)
(11) en (bij c) (borgring) rechts vast. 18. Breng de stootrand (13) en de bout (12) (borgring) aan. ..
19. Breng de asbak aan..
20. Sluit de massakabeJ op de accu aan. 21. Monteer het reservewiel.
5147
621-IV - 104
HANDELING NO. A. 640-1: Werkzaamheden aan de verwarming
Hand. A. 640-1
5
II VERVANGEN VAN EEN VERBINDINGSKABEL DEMONTAGE 5136 1. Verwijder het reservewiel.
2. Maak de kabel van de verwarmingsklep van de linker warmtewisselaar los. Maak de beugel (2) los en verwijder de buitenkabel (1). Ontgrendel de klem (3). Vervang klem en kabel van de hefboom van de klep.
3. Verwijder de kabel van de rechter warmtewisselaar. Maak de beugel (7) los en verwijder de buitenkabel (6). Maak de bout los waarmee de kabel in de kabelklem (4) is vastgezet en verwijder de verbindingskabel.
MONTAGE
4. Sluit de kabel op de klep van de linker warmtewisse-
laar aan. Schuif het kabeleind op de klephefboom.
Breng de clip (3) aan en vergrendel deze. Monteer de buitenkabel (1) in de beugel (2). Zet de beugel matig vast. 5. Sluit de kabel aan op de klep van de rechter wisselaar, Schuif het kabeleind in de kabelklem (4) zonder de bout vast te zetten.
5129 Monteer de buitenkabel (6) in de beugel (7) zonder de moer vast te zetten. 6. Afstellen van de kabels Schuif de bedieningsknop op het dashboard naar links. Draai het boutje (1) op de kabelklem (2) los. Druk de bedieningshefboom van de verwarmingsklep
naar de buitenzijde van de wagen opdat de klep de afvoeropening geheel afsluit. Laat de kabelmantel ongeveer 20 mm uitsteken om vervorming van de kabel te voorkomen. Zet de volgende delen definitief vast: - de beugelmoer (7), - de bevestigingsbout van de kabels (1) en (3) op de kabelklem (4).
7. Schuif de verwarmingshendel enige malen heen en weer am de werking en het geheel afsluiten van de afvoeropening te controJeren. 8. Plaats het reservewiel.
621-IV - 105/0
LIJST VAN SPECIAAL GEREEDSCHAP OPGENOMEN IN DEEL No.4 VAN REPARATIEHANDBOEK 621
OMSCHRIJVING
M R-nummer
Nummer van het in de handel verkrijgbare gereedschap
2 CARBURATIE
Set voor contr么le van de benzinepomp ................................................ ...........................................
t: z :: -' :: ;.
4005- T
3 ONTSTEKING
Z ---
!
Pen voor ontsteking afstellen ........................... ........................ .... ....
MR. 630-51/15
'"
Controleapparaat voor centrifugaalvervroeging ................................
of MR. 630.51/15 a
'" '"
1692- T
w
o iD o Z
I --
Ii
w a:
4 ELECTRISCHE INSTALLATIE
Accukabel klemtrekker
621-IV - 10710
........................................................................ .....................,.,....................
2200- T
Venti I ateurtrekker ............................................................................... ...........................................
3006- T bis
Dynamoankertrekker ............................................,............................. .....................,.....................
2205- T
WERKTEKENINGEN VAN NIET VERKOCHT GEREEDSCHAP
MR.
3 Ontsteking
630-51/15
r':1
",:6 6S
r':6 136
107
30;
r:6
248
r':6
94
-- Getrokken staaldraad --
-- Uitgeslagen lengte 340 --
A IV 157/0