2cv handboek deel 4

Page 1

r-\ \ )

REP AHA TIEHANDBOEK No. 621

DEEL IV A- TYPEN Aile typen vanaf 1963

jr/-, \ \),/ ELECTRISCHE INSTALLATIE CARBURATIE

ONTSTEKING

/--\ ,,)

...--'

CITROテ起~ CITROテ起 NEDERLAND BV STADIONPLEIN 22-30 AMSTERDAM TEL.. 020--731181


GEBRUIK VAN HET REPARATIEHANDBOEK

UITVOERING

Om het gebruik van het reparatiehandboek te vergemakkelijken, hebben wij het totaal aan handelingen verdeeld over vijf delen, welk elk bestemd zijn voor een bepaalde afdeling van de werkplaats of een gespecialiseerde reparatie-inrichting.

Deel i behandelt: DE GEGEVENS - AFSTELLINGEN - CONTROLES Dit deel mag in geen enkele werkplaats ontbreken, daar het onmisb1lar is voor het uitvoeren van afstellingen of het verhelpen van storingen. Deel II behandelt:

HET UITBOUWEN EN INBOUWEN van hoofdcomponenten, onderdeelgroepen en onderdelen. Deel ILL behandelt:

- DE REVISIE van hoofdcomponenten, onderdeelgroepen en onderdelen Deel IV behandelt:

- ELEKTRISCHE INSTALLATIE - VERWARMING - VENTILATIE Deel V behandelt de werkzaamheden aan de CAROSSERIE.

Elk van deze delen is afzonderlijk verkrijgbaar, zodat voor elke afdeling van de werkplaats het benodigde aantal exemplaren kan worden besteld. De vijf delen zijn in een groene Fibrex ringband gebonden, waardoor aanvullingen gemakkelijk

kunnen worden ingevoegd, terwijl men bij het uitvoeren van een bepaalde handeling de betreffende bladen kan verwijderen.

SAMENSTELLING Elk deel van het reparatiehandboek omvat:

Een inhoudsopgave van de handelingen welke in het betreffende deel zijn beschreven D(1 handelingen, welke in numerieke volgorde zijn opgenomen.

E en lijst met aile gereedschappen, welke bij de omschrijving van de werkzaamheden worden genoemd en tevens de werktekeningen aan de hand waarvan de speciale gereedschappen, die in de handel verkrijgbaar zijn, zelf kunnen worden vervaardigd.

"

~ i\ IV 1


HANDELINGEN De volgorde van de handelingen is zo opgesteld, dat het werk op de meest efficiente wijze zo goed

mogelijk kan worden uitgevoerd. De handelingnummers zijn als voigt samengesteld: a) Aanduiding van de wagen:

- "A" betreft werkzaamheden welke voor aile "A" typen gelijk zijn.

- "AZ" betreft werkzaamheden aan de 2 CV typen - "AK" betreft werkzaamheden aan de 3CV Bestelwagen - "A Y" betreft werkzaamheden aan de Dyane

- "A YM" betreft werkzaamheden aan de Mehari b) Een groep van drie cijfers welke het onderdeel of hoofdcomponent aanduidt. c) Een cijfercode voor de aard van de handeling:

De cijfers 0 0 0 welke de technische gegevens van de wagen aangeven. De cijfers 00 welke de technische gegevens van het hoofdcomponent aangeven. He!t cijfer - 0 dat de controles en afstellingen aangeeft.

DE! cijfers 1,4,7 welke de vervanging (uit- en inbouwen) aangeven.

De cijfers 2, 5, 8 welke het verwijderen en monteren van toebehoren aangeven De cijfers 3, 6, 9 welke de revisies aangeven. De zwarte vakjes op de bladranden corresponderen met de genummerde driehoeken in de

inhoudsopgave; op deze wijze kan de betreffende handeling snel worden opgezocht.

GEREEDSCHAP Het speciaal gereedschap wordt in de tekst aangegeven door een nummer gevolgd door de letter T.

Deze gereedschappen zijn verkrijgbaar bij: - CitroĂŤn Nederland B.V., afd. Onderdelen, Stadionplein 22-30 Amsterdam, tel. 020-731181

Gereedschappen welke zelf moeten worden vervaardigd, worden aangeduid met een nummer, voorafgegaan door de letters MR.

De werktekeningen van deze gereedschappen zijn in numerieke volgorde achterin elk deel van het reparatiehandboek opgenomen.

AANTREKKOPPELS

De aantrekkoppels worden uitgedrukt in: Kilogrammeter (kgm)

N,B,: Wanneer bij een aantrekkoppel ook het woord "momentsleutel" wordt vermeld, MOET BESLIST een momentsleutel worden gebruikt.

BELANGRIJKE OPMERKINGEN Voor aile inlichtingen, die betrekking hebben op storingen of reparaties aan deze wagens, gelieve U

zich te wenden tot onze Technische Dienst, Stadionplein 22-30, tel. 020-731181.

Voor aile inlichtingen die betrekking hebben op gereedschappen of reparatiemethoden gelieve U zich eveneens tot onze Technische Dienst te wenden.

A IV 2


INHOUDSOPGA VE DEEL IV VAN REPARATIEHANDBOEK 621 A typen vana' 1963

Handeling nummer

OMSCHRIJVING ALGEMEEN

A.OOO

Aigemene technische gegevens

A.01

Bescherming van de electrische organen CARBURA TIE

A 142-00

Technische gegevens van de carburateurs

A. 142-0 A. 142-3

Afstellingen aan carburateurs en bedieningsorganen Werkzaamheden aan carburateurs

A. 173-0

- Revisie van een carburateur Controle van de benzinetoevoer ONTSTEKING Technische gegevens van de ontsteking Controles en afstellingen van de ontsteking

A.210-00 A. 210-0

- Controle van het ontstekingstijdstip - Afstelling van het ontstekingstijdstip

- Controle van de onderbrekerpuntafstand

- Afstelling van de onderbrekerpunten - Controle van de centrifugaalvervroegingskromme

- Controle en afstelling van de maximale centrifugaalvervroeging Werkzaamheden aan de onderbreker

CJ

Z

:; ..

A.21'-1

:J

- Uit- en inbouwen van de onderbreker - Vervangen van een nok of van de vervroegingsgewichtjes

:;

Z

-0 -0

"r

N

CD

'"

W

oII

A.510-00

-0

AZ. 510-00

oZ ::

.. w

ii

AZ. 51\00a 'AZ. 510-00b

ELECTRISCHE INSTALLATIE Aigemene gegevens van de diverse electrische installaties Montage van de electrische installatie (AZU en AZL 6 volt: 9/1962 tot 1/1965) - AZA en AZAM 31963 tot 6/1965) Montage van de electrische installatie

(AZ. TT 6 volt: 6/1965 tot 4/1967) Montage van de electrische installatie GURTNER Verwarming: 4/1966 tot 2/1970) Montage van de elect rise he installatie (AZAM 6 volt: 4/1967 tot 2/1970) Montage van de electrische installatie (AZAM en AZU 12 volt - FR - 20째

AZ. 510-0Oc

AZ. 510-0Od

(AZ. TT 12 volt: 2/1970 tot 7/1973) AZ. 510-0Oe

Montage van de electrische installatie

(AZ. TT 12 volt: 7/1973 tot 9/1974) AZ. 510-00

621-IV - 1/0

Montage van de electrische installatie (AZ. TT 12 volt: vanaf 9/1974)


2

INHOUDSOPGAVE DEEL IV VAN HET RAPARATIEHANDBOEK 854 A typen vana' 1963

OMSCHRIJVING

Handeling nummer

ELEKTRISCHE INSTALLATIE (vervolg) AZ. 510-00 9

Montage van de elektrische installatie:

AY,510-00

AM. 510-00 AM. 510-00 a

Montage van de elektrische installatie: (Dyane 6 volt: van 9/1967 tot 3/1968) Montage van de elektrische installatie (Dyane 12 volt: van 9/1967 tot 3/1968) Montage van de elektrische installatie (Dyane 4 (A YA 2): van 3/1968 tot 2/1970) (Dyane 6 (A YA 3): van 1/1968 tot 10/1968) (Dyane 6 (A YB): van 10/1968 tot 9/1969) Montage van de electrische installatie (Dyane 4 (A YA 2): 2/1970 tot 9/1973) (Dyane 6 (A YB en AC CB): 9/1969 tot 9/1973) Montage van de elektrische installatie (Dyane 4 en Dyane 6: 9/1973 tot 9/1974) Montage van de elektrische installatie (Dyane 4 en Dyane 6: 9/1974 tot 7/1981) Montage van de elektrische installatie (Bestelwagen 3 CV "Acadiane" tot 7/1981) Montage van de elektrische installatie (Dyane en Acadiane tot 7/1981) Montage van de elektrische installatie (AMI 6): tot 5/1966) Montage van de elektrische installatie (AMI 6 behalve AMF-PA):

AM. 510-00 b AM. 510-00 c

Montage van de elektrische installatie (AMI 6 - Ă MF-PA): vana' 10/1967 halve AMF-PA): Montage van de elektrische installatie (AMI 6 be

AM. 510-00 d AM. 510-00 e

Montage van de elektrische installatie (AMI 6): (vana' 10/1968) Montage van de elektrische installatie (AMI 8): (tot 9/1974) Montage van de elektrische installatie (AMI 8): (vana' 9/1974) Montage van de elektrische installatie "Mehari" (12 volt) (tot 9/1974) Montage van de elektrische installatie "Mehari" "Iegeruitvoering" (24 volt) (tot 9/1974) Montage van de elektrische installatie "Mehari" (12 volt) (9/1974 - 7/1968) Montage van de elektrische installatie "Mehari" "Iegeruitvoering" (24 volt)

(AZ aile typen 12 volt van?' 7/1981 )

AY. 510-00 a

AY, 510-00 b

AY.510-00c

A y, 510-00 d '" CJ

A Y. 510-00 e

z

:; ..

AY.510-001

-0 -0

AY. 510-00 9

:J :; Z

+ N '" ""

'" w

0 II 0

z-0 ::

..w

(5/1966 tot 5/1968)

(5/1968 tot 10/1968)

ii

AM. 510-001

AYM.510-00 AYM.510-00a A YM. 510-00 b AYM. 510-00 c

(9/1974 tot 7/1981) AYM. 510-00 d AYM. 510-00 e AYM. 510-001 AK. 510-00 AK, 510-00 a

AK, 510-00 b AK. 510-00 c

Montage van de elektrische installatie "Mehari" (12 volt) (7/1978 tot 7/1981) Montage van de elektrische installatie "Mehari" (12 volt) (vana17/1981) Montage van de elektrische installatie "Mehari" "Iegeruitvoering" (24 volt) (vnaf 7/1981) Montage van de elektrische installatie (Bestelwagen 3 CV (AK) 6 volt: 9/1962 tot 3/1966) Montage van de elektrische installatie (Bestelwagen 3 CV (AK) 12 volt: 3/1966 tot 5/1968) Montage van de elektrische installatie (Bestelwagen 3 CV (AK) 12 volt: 5/1968 - 7/1970) Montage van de elektrische installatie (Bestelwagen 3 CV (AK) 12 volt: 7/1970 - 7/1973) OPMERKING: Voor de montage van de elektrische installatie van wag ens (Bestel-

wagen 3 CV (AK) 12 volt vana' 7/1973) Hand. AZ. 510-00 e 01 510-001 raadplegen. AZ. 520-1

Werkzaamheden aan het dashboard: (AZA: 9/1962 tot 2/1970)

- Demontage en montage van een dashboard AZ, 520-1 a

Werkzaamheden aan het dashboard: (AZ AM: vana' 4/1967 en AZ aile typen vana' 2/1970) - Demontage en montage van een dashboard


INHOUDSOPGAVE DEEL IV VAN HET REPARATIEHANDBOEK 621 A typen vanaf 1963

Handeling nummer

A Y. 520-1

OMSCHRIJVING

ELECTRISCHE INSTALLATIE (vervolg) Werkzaamheden aan het dashboard

- In- en uitbouwen van een dashboard - In- en uitbouwen van een snelheidsmeter AM. 520-1

Werkzaamheden aan het dashboard

- In- en uitbouwen van een dashboard - In- en uitbouwen van een snelheidsmeter AM. 530-0

Kenmerken en controles van de electrische delen: - Dynamo's en spanningsregelaars - Wisselstroomdynamo's en spanningregelaars - Startmotoren - Uitrusting (24 volt) (MĂŠhari in legeruitvoering)

A. 532-1

In- en uitbouwen van een dynamo (6 volt)

A. 532-3

Werkzaamheden aan de wisselstroomdynamo - Revisie van een wisselstroomdynamo Werkzaamheden aan de startmotor:

A, 533-3

- Revisie van een DUCELLIER 6202 startmotor - Revisie van een PARIS-RHONE D 8 E 99 of D 8 E 116 startmotor CJ

Z

A. 540-0

:J

A. 560-1

:; .. :; Z

Afstelling van de koplampen Werkzaamheden aan de ruitewissers - In- en uitbouwen van de ruitewisserdelen (AZ en A Y wagens)

-0 -0

- In- en uitbouwen van de ruitewisserdelen (AM wagens)

"r

N

CD

'"

W

o II o Z

-0

::

A. 614-00

VEILIGHEIDSAPPARATUUR. VERWARMING Montage van de alarminstallatie

A. 614-00

(Aile typen 6 en 12 volt) Montage van de alarminstallatie

..w

ii

(Aile typen AZ - 12 volt tot 9/1974) A Y. 614-00

Montage van de alarminstallatie

(Dyane 12 volt tot 9/1973) AY.614-00a

Montage van de alarminstallatie

AM. 614-00

(Dyane aile typen: 9/1973 tot 9/1974) Montage van de alarminstallatie

(AMI 8 aile typen: tot 9/1974) A. 640-1

Werkzaamheden aan de verwarming: - Vervangen van een warmtewisselaar

- Vervangen van een bedieningskabel van de verwarming of voorruitontdooiing - Vervangen van een verbindingskabel

GEREEDSCHAP

Lijst van in dit boek genoemd speciaal gereedschap. Werktekeningen van gereedschap dat niet verkrijgbaar is.

621-IV - 5/0


ALGEMEEN HANDELING NO. A. 000 Algemene kenmerken

Hand. A. 000

IDENTIFICATIE VAN ALLE A TVPEN (Wagens vanaf 1963)

Aigemene benaming

2CV

Z ..:; :J :; Z

CD -0

MEHARI

'"

w

o en o

Z oo ::

.. w

2CV Bestelwagen

3CV Bestelwagen

AZZ

2/70 - 9/75 9/75 - 9/78 9/78 - 9/79

AlA

AZ (serie KB) AZ (serie KB) AZ (serie KA)

2/70 - 9/78

Al (serie KA)

9/78 - 9/79

AZ (serie KA) AZ (serie KA)

7/81 -

7/79 - 7/81

A Y (serie CA) AY (serie CA)

AZU (serie B) AK serie AP (AZU) AK

AK (serie B) AK (serie AK)

2/70

3CV Berline en

AM

Break

AMB2 AMB2 AM3 AM (serie JA) AM (serie JB) AM (serie JC)

KB KB KA KA KA KA

2 CV6 2 CV 6 2 CV 6 Spécial, Club

2 CV Spécial of Club of Spécial E of Charleston

Ai

A 53 (425 cm3)

AYA 2

A 79/1 (435 cm3)

AYA2 AYA2 AK2

A 79/1 (435 cm3)

A 06/635 A 06/635 A 06/635

A 79/1 (435 cm3)

M 28/1 (602 cm3) M 28/1 (602 cm3) M 28/1 (602 cm3) M 28/1 (602 cm3)

,A 79/0 (425cm3) A 79/1 (435 cm3)

AM

AK2

M 4 (602 cm3) M 28/1 (602 cm3)

AYA

AYA2

A 79/1 (435 cm3)

CB

AM 2

M 28 (602 cm3)

Méhari

AK2

M 28/1 (602 cm3)

Méhari

A 06/635

M 28/1 (602 cm3)

AlZ

1/63 - 8/72

All

8/72 - 9/75)

AZU

9/75 - 2/78

AlU

1/63 - 5/68 5/68 - 8/70

AZl

Dyane 4 Dyane 6 Dyane 6

AZU 1/63 - 8/67

AZ

A 53 (425 cm3)

AZU 8/67 - 8/72

AYA

A 79/0 (425 cm3)

Citroën 250 Citroën 250

AYA2

A 79/1 (435 cm3)

AYA 2

A 79/1 (435 cm3)

AK AK

AM

M4 M 28/1 (602 cm3) M 28/1 (602 cm3)

AK

Citroën 400

CD CD

Acadiane

AK2 AK2 AM 2A

Acadiane G.P.L.

AM 2 A G.P.L.

M 28/1 (602 cm3)

AMI6

AM AM

M4 M4

AM 2 AM 2

M 28 M 28 M 28 M 28 M 28 M 28

AZZ

AMB

AMI 6 Break 5/68 - 3/69

AMI6

5/68 - 7/69 3/69 - 7/69 7/69 - 9/78

AMI 6 Break

JA JB

JC

AMI8 AMI8 ~MI 8 Break en Com

mere.

AMI 8 Break Service

ens die voor september 1972 uitgebracht zijn dragen het garantiesymbool: AAl

o Wagens die niet meer geproduceerd worden.

Motor type

AYA

CA CA

- 5/68

2 CV 4 2 CV Spécial

Aanduiding motorplaatje

AYA2

10/68 - 7/78 7/78

8/70 - 2/78 A Y (serie CD) 2/78 A Y (serie CD gewijzigd) 8/80 -

* Aile wag

2CV AZL en 2CV AlAM 2 CV 4

3/63 - 2/70

AZ (serie A)

ii

Commerciële naam

Al (:;eriès A2)

A Y (serie CB)

-0 -0

Gar.symb. Frankrijk

AZ (:;eries A en AM)"

AYA (serie A en AM) 8/67 - 3/78 AYA 2 (series A en AM) 3/68 - 2/70 AYA 3 (series A en AM) 8/68-10/68 A YB (series A en AM) 10/68-2/70 A Y A 2 (series A en AM) 2/70 - 9/75

DYANE OJ CJ

'"

Franse Rijksdienst aanduidlng

AM2 AM2 AM2 AM2

M 28/1


HANDELING No. A. 01: Voorzorgsmaatregelen bij werkzaamheden aan de electrische installatie

VOORZORGSMAATREGELEN BIJ WERKZAAMHEDEN AAN

DE ELECTRISCHE INSTALLATIE

Om te voorkomen dat bepaalde electrische onderdelen onherstelbaar worden beschadigd of kortsluiting optreedt (risico van brandgevaar of ongevaO moet absoluut worden vermeden bepaalde foutieve handelingen te verrichten.

1. Accu: a) Maak eerst de negatieve accuklem los en vervolgens de positieve.

b) Sluit de accuklemmen deugdelijk op de accupolen aan; de negatieve accuklem moet het laatst worden aangesloten. c) Controleer voor het aansluiten van de negatieve accupool of er geen stroom wordt afgenomen. Controleer dit door met de kabelklem de negatieve accupool aan te tikken; er mag geen vonkvorming zichtbaar zijn. Wanneer dat wel het geval is,

is er sprake van kortsluiting in een der stroomkringen, die eerst moet worden verholpen. d) De accu moet op de juiste wijze zijn aangesloten; de negatieve poo~ moet met de massa zijn verbonden. e) Alvorens de startmotor in werking te stellen, moet worden gecontroleerd of de twee accukabels op de juiste wijze op de

accupolen zijn bevestigd.

2. Dynamo - Wisselstroomdynamo - Spanningsregt:: CJ

a) Laat de wisselstroomdynamo alleen draaien wanmier deze met de accu is verbonden.

Z :; .. :J :;

b) Controleer voor het aansluiten van de wissels眉oomdynamo of de accu op de juiste wijze is aangesloten (negatieve

-0 -0

c) Controleer de werking van de wisselstroomdynamo niet door kortsluiting te maken met de positieve accupool en de

!'"

massa of tussen de aansluiting "EXC" en de massa. d) Let erop de op de spanningsregelaar aangesloten stroomdraden niet onderling te verwisselen.

Z

CD

'"

accupool op de massa) 路

W

e) Tracht niet een wisselstroomdynamo te bekrachtigen; dit heeft geen enkel nut en zal leiden tot storingen aan de

Z

wisselstroomdynamo en de spanningsregelaar. f) Sluit geen ontstoringscondensator aan op de aansluiting "EXC" van de spanningsregelaar of wisselstroomdynamo. g) Sluit nooit een acculader aan op een in de wagen aa,ngesloten accu en voer nooit electrische laswerkzaamheden aan de

o II o

-0

::

..w

ii

wagen uit zonder eerst be

ide accukabels te hebben losgemaakt.

3. Bobine:

Sluit een ontstoringsondensator niet aan op de aansluiting "RUP" van de bobine.

Monteer de door de fabriek voorgeschreven condensator op de "+" of "BAT" aansluiting van de I)obine,

4. Jodlumlamp:

a) Een jodiumlamp alleen bij gedoofde verlichting vervangen, De lamp 5 minuten laten afkoelen alvorens deze handeling uit te voeren. b) De lamp niet met de vingers aanraken. Wanneer dit per ongeluk zou gebeuren, moeten de vingerafdrukken worden verwijderd met water en zeep, gevolgd door drogen met een gladde doek.

621- V - 9/0


)

Motortype

A 53

(425 cm3)

Wagentype

SOLEX 32 PICS*

SOLEX 28 IBC* SOLEX 28 CBI of ZENITH 28 IN* ZENITH 28 IN 4

Carburatortpe

CARBURATOR OVERZICHT

produktiedatum

3/1963 - 2/1970

3/1963 - 8/1967

AZ (serie A en AM)

AZU (serie A)

8/1967 - 8/1972 SOLEX 32 PCIS

AZU (serie A) 8/1967 - 3/1968

A 79/0

AYA (serie A en AM)

3/1968 - 2/1970

u

M 28/1

AK (serie AK)

AY (serie CA)

Wagentype

(602 cm3)

AZ (serie KA)

Motortype

(vervolg)

A Y (serie CA)

AK (serie AK) AZ (serie KA)

Produktiedatum

8/1972 - 2/1975

2/1975 - 10/1975

10/1975 - 7/1976

7/1976 - 7/1978

Carburatortype

SOLEX 36 PICS 6*

SOLEX 36 PICS 6*

SOLEX 34 PCIS 6

165

124

124

Frictie centrifugaal

Merkteken op carburator

normaal

123

123

123

164

164

176

165

164

175

175

194

176

175

193

7/1980 -

SOLEX 26/35 SCIC

SOLEX 26/35 CSIC*

197

225

197

193

226

198

226

198

194

SOLEX 34 PCIS 10

SOLEX 34 PICS 10*

AZ (serie KA)

7/1978 - 7/1980

225

193

A Y (serie CA)

7/1980 -

7/1978 - 7/1980

A Y (serie CA)

2/1970 - 6/1970

SOLEX 26/35 SCIC

SOLEX 26/35 CSIC*

195

179

127

113'

1102

198

196

180

128

114'

1112

A Y (serie CB) A Y (serie CB)

110'

1101

110

178

126

111'

111'

111 '

111

6/1970 - 8/1972

197

125

110'

198

A Y (serie CB)

10/1975 - 7/1976 7/1976 - 7/1977 7/1977 - 7/1980

226

5/1968 - 11/1968 11/1968 - 3/1969 3/1969 - 7/1969 7/1969 - 8/1972

177

8/1972 - 10/1975

A Y (serie CB)

7/1980 -

8/1972 - 10/1975 10/1975 - 7/1976

197

A Y (serie CB)

A Y (serie CB)

225 A Y (serie CD)

A Y (serie CD)

AM (AMI 6)

AM 3 (AMI 8) AM (AMI 8)

(serre JA - Jt: - JG)

7/1976 - 9/1978

197

2/1978 - 7/1980 7/1980..

225

AZ (serie KA)

A Y (serie CB)

AZ (serie KA)

AK (serie AK)

A Y (serie CA)

AZ (serie KA)

AK (serie AK)

39

M28

A Y (serie CA)

104

104'

(602 cm3)

102

Z30

30'

Merkteken Op carburator Frictie cenirifugaal

normaal

32'

Z 32

38 38

(425 cm3)

AVA 2 (serie A en AM) 101

A 79/1 102'

122

192

174

191

191

173

173

121

121

101 '

SOLEX 34 PICS 5*

SOLEX 34 PCIS 6

SOLEX 34 PICS 6*

SOLEX 34 PCIS 5

2/1970 - 8/1972 8/1972 - 9/1975

7/1976 - 7/1978

9/1975 - 7/1976

AK (serie AP) (AZU)

SOLEX 34 PICS 10 SOLEX 34 PCIS 10

103

104 103'

104' 103' 103' 103'

104'

103'

103

103

452

45'

45

453

SOLEX 30 PICS 44

443

- 5/1968

SOLEX 40 PICS*

SOLEX 40 PICS 3* SOLEX 40 PCIS 3

9/1963 - 4/1964

4/1964 - 4/1967

SOLEX 40 PICS 3* SOLEX 40 PCIS 3

SOLEX 40 PCIS 2

4/1967 - 5/1968

SOLEX 34 PICS 4*

SOLEX 34 PICS 5* SOLEX 34 PCIS 5

SOLEX 34 PICS 5* SOLEX 34 PCIS 5

SOLEX 34 PCIS 4 .

10/1968 - 1/1970

5/1968 - 1/1970 5/1968 - 1/1970 1/1970 - 8/1972 1/1970 - 7/1970 7/1970 - 8/1972 2/1970 - 8/1972

442

44'

AZ (serie KB)

6)

AYA 3 (serie A en AM) AK AM (AMI

A YB (serie A en AM) A Y (serie CA)

SOLEX 40 PCIS SOLEX 40 PICS 2*

7/1976 - 9/1979 1/1968 - 10/1968

AZ (serie KB)

AK (serie AP) (AZU)

AZU (serie B)

AZ (serie A 2)

AYA 2 (serie A en AM)

AZ (serie A 2)

AYA 2 (serie A en AM)

SOLEX 34 PICS 4* SOLEX 34 PCIS 4

(435 cm3)

M4

,

7

(602 cm3)

~ ~

J "7 ~

~ +

"

D

~

u

"

) D

::

z

0:

i:

i

.u

i M 28/1 (602 cm3)

AK (serie B) A YB (serie A en AM) A Y (serie CA)

AK (serie B)

AK (serie AK) AZ (serie KA)

* Carburator zander gasklepvertrager (normale frictie)

---- -- ----


:: ~

zC

m

!:

z z

0

G'

~

r~

(f (f

9 ~ ....

:u

!=

~

z

N i

0

~

;1 ::

CD

3CD

*

CD

::

"

II

::

a. CD

0II ..

0r: Q¡ Õ

ë;

:: II

0i-

tt ~

c:

::

.... N i 00

:: m

:: :: ~

-

m I\ CARBURATEURS

28 IBC (32') SOLEX 28 CBI (30')

CARBURATEURS SOLEX

28 IN (Z 32)

ZENITH

30 PICS

40 PICS (44) 40 PCIS (45)

32 PICS (38) 32 PCIS (39)

40 PICS 2 (44') 40 PCIS 2 (45') 40 PICS 3 (442_3)

28 IN 4 (Z 30)

40 PCIS 3 (452_3)

Venturi

Venturi

22 132

22 125

Hoofdsproeier Remluchtsproeier Chokesproeier

E1

80 42,5

Stationaire sproeier Stat. luchtsproeier

Vlotternaaldzitting

.

45 160 1,25

1,2

Hoofdsproeier Remluchtsproeier Chokesproeier Acceleratiepompspr. Vlotternaaldzitti ng Vi otter

26 140

28 150

AB

47,5

215 55 40

1,3

1,3

32 165 AB 55 40 1,6

5,7 9

5,7 9

5,7.g

32 170 AC 50 40 1,3 5,7 9

:: ~

Z C

m .r-

Z G'

z

9 ., .. ~ é

34 PICS 4 (101) 34 PCIS 4 (102) 34 PICS 5 (101') 34 PCIS 5 (102')

34 PICS 4 (103) 34 PCIS 4 (104) 34 PICS 5 (1031) 34 PCIS 5 (1041)

28 155

28 160 AB 42,5 55

Venturi

Hoofdsproeier Remluchtsproeier Stationaire sproeier Progressiesproeier Acceleratiepompspr,

AB

40 55 35

Vlotternaaldzitti ng Vi otter

CARBURATORS SOLEX DUBBELE POORT

34 PICS 6 (121) 34 PCIS 6 (122)

28 155 AB 40 50 35 1,3 5,7 9

40

1,3

1,3

5,7 9

5,7 9

110'*-1111

Merktekens 110*-111

Merkteken 1102*-1112

34 PICS 6 (123) 34 PCIS 6 (124) 34 PICS 6 (164) 34 PCIS 6 (165)

34 PICS 6 (173) 34 PCIS 6 (174) 34 PICS 10 (191) 34 PCIS 10 (192)

28 165 AC 42,5 52,5 40 1,3 5,7 9

125*-126 Merkte.ken 127*-128

28 155 AB 35 48

34 f'ICS 10 (193)

34 PCIS 10 (194)

1,3

28 165 AC 40 45 40 1,3

5,7 9

5,7 9

37,5

177*-178 179*-180

34 PiCS 6 (175.) 34 PCIS 6 ~176)

Merkteken 225*-226

Merkteken 197*-198

1131*-114'

26/35 CSIC* en SCIC

195*-196 1 e poort

2e poort

1e poort

2e poort

1 e poort

2e poort

1 e poort

2e poort

1 e poort

2e poort

Venturi

21

120

24 70

18

** 125

24 82,5

21

125

24 75

21

120

24 60

21

Hoofdsproeier

102,5

26 87,5

Stationaire sproeier Remluchtsproeier Acceleratiepompspr, Vlotternaaldzitting (met veer)

50

2AA

1 F 2

2AA

1 F 2

(1/73 -) 40

50 2 H 1

1 F 1

40

2AA

1 F 1

40 1,7

* Carburator zonder gasklepvertrager (normale frictie

40

1 F 1

40 1,7

39

40 1,7

1,7 (met kogeltjes)

2AA

35 1,7 (met kogeltjes)

;1 ::

CD

3

CD

*

CD

::

Q3 :: .

g-

oII ..

0r: ¡¡

CARBURATORS SOLEX

Ci

r: ë;


3

HANDELING No. A. 142-00: Technische gegevens van de carburateurs

SCHEMATISCHE DOORSNEDE

1. SOLEX 281BC (merkteken 321) en 28 CBI (merkteken 301) CARBURATEURS

M. 1 ~ -2 Q

Aid-2

t

Verklaring: a : Remluchtsproeier F : Vlotter

A IV 17

I : Chokehefboom P : Vlotternaald

Gg : Hoofdsproeier

S : Emulsiebuisje

Gs : Startsproeier

t : Filterzeef

9 : Stationarie sproeier

V : Gasklep

K : Venturi

W : Mengelschroef


4 HANDELING No. A. 142-00: Technische gegevens van de carburateurs

2. SOLEX 30 PICS - 32 PICS (merkteken 38) en 32 PCIS (merkteken 39) CARBURATEURS

a

t

9

w

Gg

F

M

V1

5

v

K

3. SOLEX 40 PICS - 40 PCIS CARBURATEURS (aile merktekens) A 14- 12

9

p

t

a

w Verklaring: a : Remluchtsproeier F : Vlotter

Gg : Hoofdsproeier 9 : Stationaire sproeier

i : Pompsproeier

K : Venturi

I : Pomphefboom

M : Pompmembraan P : Vlotternaald

S : Emulsiebuisje t : Filterzeefje

V : Gasklep

Vi : Chokeklep

W : Mengselschroef

A IV 18


l:ANDELING No. A. 142-00: Technische gegevens van de carburateurs

5

4. SOLEX 34 PICS4 - 34 PICS4 - 34 PICS5 en 34 PCLS5 (aile merktekens) CARBURATEURS A. 1 j --

1\ 11_'

L

, :.1

p Ui

rr----

Vi

F

I I I i I

r I Ii i I I

I i

L'= :. :. __ -_- _- _- _- :. :. :.- _- _-:: :. J_:

\.Gg

s

K v..

34 pies 5 et 34 peis 5

Verklaring: a : Remluchtsproeier F : Vlotter

Gg : Hoofdsproeier 9 : By-pass sproeier

gN : Stationarie sproeier

H Kogelzitting HI Kogelzitting Pompsproeierbu isje K : Venturi

A IV 19

L : Pomphefboom M : Pompmembraan P : Vlotternaald 5 : Emulsiebuisje t : Filterzeefje

UI : Gecalibreerde opening

v : Gasklep

Vi : Chokeklep

W : Mengselschroef

~


o

I\

.:

Ä. i ~_r

i I

L

K

HI

H

g gN

Gg

F

Venturi Pomphefboom

Pompsproeierbu isje

Kogelzitting

Mengselsch roef

Stationarie luchtschroef Va

Gasklep Chokeklep

Gecalibreerde opening

Pompmembraan Vlotternaald Emulsiebuisje Filterzeefje

.~:: ~---~=:.::=:. :.--.-.. ~ -- --~:: ":.------ -----------.::. ~

¡ Gg V.

I I ,

Vi W

Ui V

t U

P

M

Stationarie sproeier

9

s

K

By-pass sproeier

v

Vlotter Hoofdsproeier

Verklaring: Remluchtsproeier a

'.:--:-: :.-------: ---:-::::.-:----: -::= =.:.::_-:_-:'J Gg

II

I,

gn U1 U

!=

g.

l

77

::

r: en

:D

¡;

r:

Ct

Ql

a. c:

m

fi

i-

¡¡

¡;

~

): --

:D

c:

CD

:D

):

("

:: ~

CD

S

CD

:: ~

77

¡;.

~ ~ ;:

I

0

N

.. .¡

3 CD

iD

¡r

en

Ø)

("

."

Co

~

Z ~

CD

zG'

!:

m

C

): Z

%

Ø)

en en

("

Co

.¡ ::

X

m

0r-

en

pi


en

¡;

:;

t1

9

U1

v

K

H2

g H1

a F Gg

V1

Pompsproeierbuisje Venturi

Kogelzitting

Stationaire sproeier

Vlotter Hoofdsproeier

Reml uchtsproeier

Verklaring:

U2

K

W

V2

VL

V

U2

UL

5

P

M

v

------------------------- ------ ----

t. ii _ .

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -- .- - - -- - - - - - - - - - -

Chokeklep Mengselschroef

Gaskleppen

Gecalibreerde opening

Pompmembraan Vlotternaald Emulsiebuisje

REP,HANDBOEK 62'-4 AANVULLING I

..II

-~-~-

.. 0..

en

:D

m c:

~ --

:D

c:

CD

:D

¡¡

-.

ii i: ;;

c:

a.

Q

~

C'

~

~

::

'"

è' ::

~Cb

CQ

~ ~ :: ¡;. C" ~ Cb

!=

I

0

'' -~ II

z9

C)

iZ

m

X

zC~

~:J

'/.. CD '/ CD

CD

3 ..

CD

~

en

C'

en

U'

Co

en

-II

:J

CD

C' en C'

Co U'

en

-

II

X

m

a i-

en

~


;:

;;

'.

\

v

,I

.1 '

"

I'

"

II

II

l

9\\

\

U1

, ,

U2

¿

K

M

K

H

g Gg

F

Hoofdsproeiers Kogelzitting Pompinjecteur Venturis Pompmembraan

f

Va

Stationaire sproeier

Vlotter

Verklaring: a Remluchtsproeier c Pompnok d Verstuiver

d F

W

V2 Va

V1

V

U2

U1

5

'P

Stationaire luchtschroef Mengselschroef

Chokeklep

Gaskleppen

Gecalibreerde opening

Vlotternaald Emulsiebuisje

Î

¡

¡

I

I

i

i

I i

i

I i I I

¡

i

I

¡

!

I , i

I i I ,

!

I

í.

cm

2

):

:.

00

::

..

II

..IØ .. IØ

!.

::

aa

::

-cøc

~ it ~ CD

CD

3

iD

!:

tI

:x

c:

:x :p .. ni

c:

aa

:p :x

("I

Q ("

il

C.

..aaeo

II

CD

;:

~ c:

èI

c:

a.

2

íi

~

~ :: '"

'" :: Cb i. ~Cb

~.

,

¡t' ..~

""

~

Q

~ N

..

Z ?

"

2:

r-

ñ

0rm x II aa ..~ uu nuu

uu

;"


HANDELING No. A. 142-0: Afste/lingen aan carburateurs en bedieningsorganen

i. AFSTELLING VAN DE CARBURATEURS (Wagens tot augustus 1972)

4l?8 b) Draai de mengelschroef (2) langzaam in tot de

motor onregelmatig begint te draaien (bijna afslaat), Draai de schroef op dit moment bij:

A 53 motor: 1/2 slag los A 79/0 motor: 1/4 slag los A 79/1 motor: 1/4 slag 105

M 4 motor: 1/4 slag los M 28/1 motor.: 1/2 slag los

2

M 28 motor: 1/3 slag los voor een correcte mengselafstelling

2. Afstellen van het toerental

7Ă&#x; i '2 a) Motoren met een normale koppeling:

Draai de gasklepaanslagschroef (3) zodanig in dat het volgende toerental wordt verkregen:

CJ

Z

:; .. :J

:; Z

-0 -0

A 53 motor: A 79/0 motor: A 79/1 motor:

600 - 650 t./min 800 - 850 t./min 800 - 850 t./min

M 4 motor:

750:! 50 t./min (AVA 3en AM) 650 - 700 t./min (AK)

M 28/1 motor: M 28 motor:

750 - 800 t/min 750 - 800 t./min

!'"

CD

'"

W

oII o Z

-0

::

.. w

7811

b) Motoren uitgerust met centrifugaaikoppeling. Draai de aanslagschroef (3) geleidelijk in tot het moment dat de centrifugaalkoppeling ingrijping komt (51 ipmoment), en vervolgens 1/8 slag terug,

ii

3, Afstellen van de gasklepvertrager: (motoren met cen-

trifugaalkoppeling)

a) Controleer of de hefboom (1) van de gasklepvertrager vrij kan bewegen en dat de gaspedaalstang (4) bij de beweging nergens aanloopt.

b) Druk het gaspedaal fl ink in en laat deze weer los, Controleer de tijd die verstrijkt tussen het moment waarop de hefboom van de gasklep wordt bewogen en dat waarop de vertraging is uitgewerkt, Deze tijd moet liggen tussen 1 en 2 seconden. Verplaats zonodig de haak op de gasstang. AFSTELLEN VAN HETSTATIONAIR TOE

RENTAL

1. Afstellng van de mengselschroef:

a) Stel de gasklepaanslagschroef (3), wanneer de mo-

tor op bedrijfstemperatuur is, zodanig af dat het volgende toerental wordt verkregen:

62'-IV - '5

4. Afstellen van de gasstang:

(M 28/1 en M 28 motoren - dubbelpoorts carburateur SOLEX 26/35)

Druk het gaspedaal geheel in met een voeler van 5 mm tussen pedaal en vloermat.

A 53 motor. '/ 500 - 550 t./min. A 79/0 motor: 650 t./min. A 79/1 motor: 650 t./min.

een speling van max. 1,5 mm bestaan tussen het uit-

M 4 motor: 500 - 600 t./min.

einde (5) van de gasstang en de splitpen (8),

De gaskleppen moeten geheel geopend zijn en er moet

M 28/1 motor: 650 t./min,

Verdraai de stang (7) zonodig in de spanningsbegren-

M 28 motor: 750 t.min.

zer (6).


2 HANDELING NO. A. 142-0: Aistellen van de carburateurs en bedieningsorganen

II AFSTELLEN VAN DE CARBURATEURS (wag

ens vana' augustus 1972)

',n '5'2

1: l1., L 'i \, Pi¡) L.-..

4 --

f;.: :;.ii\:a;¡õll ~~.. . .1

3

J.¡! /iJ

,---_.._-

CARBURATEURS 34 PICS en PCIS 6 (tot 7/1976). De gasklepaai1slagschroef (3) nlet verdraalen¡ deze Is van

..1 .-

fabrlekswege met een micrometer afgesteld. CARBURATEURS 34 PICS en PCIS 10 (vanaf 7/1976). De luchtschroef Is vervallen en het statlonalre toerental

wordt afgesteld met de gasklepaanslagschroef. Deze carburateurs zljn van fabrlekswege ultgerust met een (zwarte) stop op de mengselschroef. Vervang deze

na een ingreep door een witte die afdellng Onderdelen verkoopt.

'2

Afstelvoorwaarden voor het statlonalr toerental en CO en C02 gehalte. - Ontkoolde motor, kleppen en ontsteking juist afgesteld. - Motorolietemperatuur 70 à 800 C tijdens de afstelling,

Statlonalr toerental: Met normale koppeling: 76-768

800:: 50 tpm 34 PICS 6 tot 7/1976

800:: 50/0 tpm 34 PICS 10 vanaf 7/1976

1-

Motoren met centrifugaalkoppeling: 50 tpm onder het slipmoment.

CO en C02 gehalte voor bovenstaande toerentallen: CO: - 0,8% tot 1,6% voor 602 cm3 motoren - 1,8% tot 2,5% voor 435 cm3 motoren C02: ? 9% voor 602 en 435 cm3 motoren,

Atstellen van het toerental en het CO en C02 percentage: Op de 34 pies 6 en peis 6 carburateur (tot 7/1976) - Verdraai de bout (1) om het stationair toerental te verkrijgen,

- Stel het mengsel af met schroef (2) om een correct CO en C02 gehalte te verkrijgen. OPMERKING: Op carburateur met gasklepvertrager: ga

tewerk als hiervoor beschreven en breng vervolgens het toe rental met schroef (1) op het moment dat de koppeling 7829

begint te slippen (slipmoment) en laat het toerental ver-

volgens 50 tpm zakken. Stel het CO en C02 gehalte vervolgens bij dit toe

rental af

(schroef (2)).

Op de 34 PICS en PCIS 10 carburateurs (vanaf 7/1976) zelfde handeling als hierboven beschreven, met uitzondering van het afstellen van het toerental dat geschiedt met de aanslagbout van de eerste poort. Het mengsel (CO en C02) wordt afgesteld met de bout (5).

Afstellen van de gasklepvertrager (centrifugaal koppeling ).

Geef flink gas en laat vervolgens het gaspedaallos. neem

de tijd op die verstrijkt tussen het aangrijpen van de hefboom van de gasklepvertrager (4) en het einde van de werking. Dit moet zijn 1,5 tot 2 seconden. Verplaats zonodig de haak (7) op de gasstang om dit te bereiken.

621-IV - 16


HANDELING NO. A. 142-0: Afstellngen van de carburator en bediening

Hand. A. 142-0

3

26/35 CSIC en SCIC CARBURATORS

"

(',

c

1. OP DE CARBURATORS VAN DE SERlE CIT 110111 - 113 - 114 - 125 - 126 - 127 - 128 (tot 10/1975). De bouten (1) en (2) van de gasklepaanslagen van de 1 e en 2e poort niet verdraaien.

2. OP CARBURATOR VAN DE SERlE CIT 177 - 178179 - 180 (vanaf 10/1975) of 195 - 196 - 197 - 198 (vanaf 7/1976):

De bout (7) van de gasklepaanslagschr?ef van de

2e poort niet verdraaien.

4

De carburateurs CrT 195 - 196 - 197 - 198 hebben een (zwarte) verzegelingsplug op de mengselschroef. Na demontage van deze plug moet een (witte) plug

-

worden gemonteerd, die geleverd wordt door de

c.

afdeling Onderdelen.

" '"

Afstelcondities voor CO en C02 percentages bij stationair

toerental:

- Motor ontkoold, kleppen en ontsteking goed afgesteld. - Motorolie op 70-80째C gedurende de afstelling. Stationair toerental:

Motoren met gewone frictie:

M CJ

z

:; --

750 + ~o tpm (carburateurs gemonteerd tot 7/1976)

:;

800 + ~o tpm (carburators gemonteerd vanaf 7/1976)

:J

z

-0 -0

Motoren met centrifugaa/frictie: 50 tpm onder het slipmoment van de friktietrommel.

-+

N

CD -0

'"

w

0 II 0

CO en C02 percentages van bovenstaande toerentallen: Koolmonoxyde percentage (CO): 0,8 tot 1,6%

::

Kooldioxyde percentage (C02): ? 9%.

z-0 .. w

ii

Deze waarden worden opgegevenvoor een omgevingstemperatuur tussen 15 en 30째 C, Afstellen van het toerental en de CO en C02 percentages: Bij de carburators tot 10/1975:

Verdraai de bout (3) om het juiste stationaire toerental te verkrijgen,

5

Stel het mengsel af met bout (4) om de opgegeven CO en

'"

"

(',

"I"

6

C02 percentages te verkrijgen. Beide handelingen moeten gelijktijdig gebeuren, zo vaak als nodig is. OPMERKING: Op carburators met gasklepvertrager: te werk gaan zoals hiervoor, om vervolgens met bout (3) het

toerental zodanig te stellen dat de frictie net slip! (slipmoment) en daarna 50 tpm lager. Bij het aldus verkregen toerental het CO en C02 percentage afstellen (bout (4)).

Bij carburators vanaf 10/1975: Verloop op dezelfde wijze als hiervoor beschreven m.u,v. de afstelling van het toe

rental dat wordt verkregen met bout (6).

CO en C02% afstellen met bout (5) van de gasklepaanslag van de 1 e poort. , '" -0

"


4 HANDELING NO. A. 142-0: Afstellng van de carburators en bediening

Afstellen van de gasklepvertrager (centrifugaal frictie): . Flink gasgeven - en gaspedaal loslaten.

Neem de tijd op tussen het moment dat de hefboom van de gasklepvertrager in actie komt en het moment waarop de werking

ophoudt. De tijd moet 1 tot 2 seconden bedragen. Bevestig de regelstang op de geruisdemper zodanig dat aan deze voorwaarde wordt voldaan.

4700

h=18:!1mm

Afstellen van de vlotter:

Verwijder het deksel van de carburator en keer dit om. Meet de afstand tussen de vlotteras en het pakkingvlak van het deksel (met pakking),

Deze maat moet h = 18 mm bedragen en nauwkeurig gelijk voor elke vlotter (toegestane afwijking = 1 mm),

Zonodig de lip verbuigen.

Afstellen van de gaskabel:

Zet met het gaspedaal de gaskleppen van de carburator geheel open. De afstand tussen pedaal en vloer moet 5 mm bedragen.

Zonodig de speld A verplaatsen in de groeven van kabelaanslag B.

Controleer daarbij of de speling J = minimaal 2 mm, wanneer de windingen van de veer tegen elkaar liggen,

.~

i: . '

รง:_-- . "--_.--'

~--._-'._.-

A, 14-24 -

~:-;:::::~'-:.~:-':_-

l, A. 14-23


HANDELING No. A. 142-3: WerzlNmhedffMn CMf'ters

REVISIE VAN EEN CARBURATEUR

De afbeelding van het carburateurtpe in geheel geemonteerde staat toont de onderdelen en onderdeelgroepen welke bij de

Afdeling Onderdelen verkrijgbaar zijn.

DEMONTAGE

Sommige onderdelen zoals gaskleppen, chokeklep en beieningshefbomen dienen niet te worden losgenomen.

Reinig de onderdelen met benzine (of een oplOlmlddel op celiulose-basis indien de onderdelen sterk vervuild zijn).

Blaas de boringen en sproeiers met perslucht door. Gebnik voof'lgeen metaaldraad.! Controleer of de volgende onderdelen nog in goed stit zijn:

- de vlotternaald

- het uiteinde van de mengslschroef voor sttionair toerental en de bijbehorende boring in het vlotterkamerhuis (de

mengselschroef moet gemakkelijk met de hand In- en uitgeschroefd kunnen worden). - de vlotter

- het membraan van de acceleratiepomp.

Wagens met centrifugalkoppeling:

De zuiger van de gasklepvertrager moet gemakkellJk in zijncilnder kunnen bewegen; licht schuren met schuurpapier No. 600 is

toegestaan. Vervang de defecte onderdelen.

MONTAGE

De gasklepassen moeten licht ingeolied worden. Controleer de afdichting van de vlotternaald en vvn de klep van de zuiger van de gasklepvertrager (Wagens met centrifugaal-

koppeling).

A IV 27


2 HANDELING No. A. 142-3: Werkzaamheden aan de carburateurs

CARBURATEUR 28 CBI

A i!_ l~,

" --

-

I

((

~

\~

, , 多JY

,,~

A IV 28


3

HANDELING No. A. 142-3: WerkzBBmheden BBn csrburateurs

CARBURATEUR 30PCIS

A 1 J -17

,

~~ " mm

-- ~

~~ -. --(I . I路

..

. ~O'

..-

Q , ..~ : . ~., (ff猫" ~ ..__J .. . ..

. "... ~ ., ~. ~ (p.(1'1. ,

A IV 29

rr0 !

~


4 HANDELING N o.

. urateurs

r;en aan carb oir"zaamh-*' A.142-3' . WI" ,L

CARBURATEUR 32 PCIS A, 1J.18

~--

(( -

g

~~

CCCl

A IV 30


HANDELING No. A. 142-3: Werlzasmheden aan carburateurs

5

CARBURATEUR 34 PCIS

A. i d- i 9

a"

--

A IV 31


6 HANDELING No. 142-3: Werkzaamheden aan carburateurs

CARBURATEUR 40 PCIS

A. i ~ -ìO

QQ --

,

i

~

~/

-- ,.Cf

o'(g

~

A IV 32


7

HANDELING No. 142 3: Werkzaamheden aan carburatellfS

CARBURATEUR 26/35 CSIC .\ i i.:' i

i Q)

a'

QI

a (Ç .ø ,. c: (. n. ~()

~~o ()

A IV 33/0

'0



HANDELING No. A. 173-0: Contmle iian de benzinetoevoer

-----_..--~,.,.,.-.,~.-_--...-CONTHOLE VA"I DE BENZINETOEVOER

._-_..._.----~.,--.......-- --,-..

~n5

BENZINEPOMP

(J 1, Technische gegevens:

.I

Membraanpomp van het zuig-perstype met excentriekaandrijving, Fabrikanten: SEV-MARCHAL - GUIOT

2, Controle iian de afdichting (pomp verwijderd): a) Dicht de drukpijp "a" af. b) Zet perslucht van 800 gram/cm2 op de aanzuigzijde

"b" van de pomp. cl Dompel de pomp in een bak met schone benzine. Er mogen nu geen luchtbellen verschijnen. 3. Controle van de pompdruk op de wagen met het appa-

raat 4005- T:

Sluit het apparaat aan zoals op nevenstaande afbeelding is aangegeven:

Neem de benzinetoevoerslang aan carburateurzijde los

en verbind deze met het apparaat bij ..c". Sluit de slang A op de carburateur aan. Draai de gekartelde knop B ongeveer aiiderhalve slag

b

los. Start de motor. 11 733

a) Controleer de druk bij opbrengst nul. Draai de knop B geheel in,

Lees op de manometer de gestabiliseerde druk af welke moet liggen tussen 180 en 200 gram/cm2, b) Controleer de afdichting van de pompklepjes. Zet de motor af.

De druk mag niet plotseling terugvallen, c) Controleer de afdichting van de vlotternaald in de carburateur, Draai de knop Bios,

Start de motor en laat deze eiiige ogenblikken draaien, Zet de motor af.

De druk mag niet plotseliiig terugvallen, Verwijder het apparaat 4005- Ten sluit de benzineslang weer op de carburateur aan.

4. Controle van de slag van de commandostift: Breng door de motor te draaien de commandostift (1) in zijn laagste stand.

Meet met een schuifmaat C hoever de stift buiten het bovenste vlak van het pomptussenstuk (2) uitsteekt. Dit moet zijn: 1 mm 425 cm3 motoren (A53 en A79/0) 1 mm 602 cm3 motoren (M4)

1,2 mm A79/1 - M28 en M28/1 motoren Meet de lengte van de stift; deze moet zijn: 144,3 mm 425 cm3 motoren (A 53 en a 79/0) 144,3 mm 602 cm3 motoren (M4)

110,6-110,7 mm (A 79/1-M 28 en M 28/1 motoren)

De slag van de commandostift moet bedragen: 1,12 mm (A 53 - A 79/0 en M 4 motoren)

o _n 2,6 _ 0,16 mm (A 79/1-M 28 en M 28/1 motoren)

A IV 35/0



ONTSTEKING

HANDELING No. A. 210-00: Technische gegevens van de ontsteking

KARAKTERISTIEKEN STROOMVERDELER Merk: DUCELLIER

Wagentype

Motor-

type

Productiedatum

Vaste voor-

Vervroe-

Maximum

gings-

centri -

ontste-

kromme

fugaalvervroeging

king

pengat

Contrôle

centrifugaalvervroeging met apparaat 1692- T Naald in zone

AZ (serie A en AM)

A53 (425 cm3)

AZU

AZU A 79/0

(425 cm3) A Y A (serie A en AM) CJ

vanaf 3/1969

tot 2/1970

12°

A

6° à 8°

"AZB"

12°

B

7°30' à 12°30'

tussen "AZB" en "AZP"

12°

C

10° à 15°

" AZP"

12°

A

6° à 8°

" AZB"

C

10° à 15°

" AZP"

C

1 0° à 15°

" AZP"

vanaf 3/1963

tot 8/1967 vanaf 8/1967

tot 8/1972 vanaf 8/1967

tot 3/1968

Z

:; ..

:J :; Z -0 -0

"r

N CD '"

A Y A2 (serie A en AM)

A 79/1 AZ (serie A 2 en KB) (435 cm3) AZU

vanaf 3/1968 vanaf 2/1970 vanaf 8/1972

W

oII o Z

AY A3 (serie A en AM)

-0

::

..w

ii

M4 (602 cm3)

AK A YB (serie A en AM)

AZ (serie KA) M 28/1 A Y (serie CA) (602 cm3)

AK (serie B)

M28 (602 cm3)

vanaf 1/1968

tot 10/1968 tot 5/1968 vanaf 10/1968

tot 2/1970 vanaf 2/1960 vanaf 10/1968

vanaf 5/1968

tot 7/1970

AK (serie AK)

vanaf 7/1979

AMI6

5/1968 tot 3/1969 vana'2/1970 vana'3/1969

A Y (serie CB)

AMI 8 aile typen

Lichthoogte contactpunten: 0,35 - 0,45 mm Contacthoek: - Ontsteking tot februari 1970: 144°:! 2°; Dwellpercentage: 80%:! 2% - Ontsteking vanaf februari 1970: 109° :! 3°; Dwellpercentage: 60% :! 2%

BOBINES: Merk: DUCELLIER

- 6 volt installatie: nummer 2768 - 12 volt installatie: nummer 2769 Merk: FEMSA ~ 12 volt installatie: nummer BC 12-4

62'-IV -'9


2 HANDELING No. A. 210-00: Technische gegevens van de ontsteking BOUGIES

Raadpleeg voor de aanbevolen merken en typen de Service Bulletins die periodiek verschijnen. CONDENSATOR Capaciteit: 0,18 à 0,22 ¡.F

CENTRI FUGAAL VERVROEGINGSKROMMEN

A.. 21.54 verdeler vervroeging

20'

15'

~

10'

5

o

-

500

1000

1500

2000 2500

Kromme A

'r/ii" alluiieur

A. 21-52

verdeler vervroeging 20'

15 ..

-

10'

5"

~

Kromme B

~

Kromme C

l

o

500

1000

1500

2000 2500

tr/mn

.Ihii"..,r

A. 21-53

verdeler vervroeging

20

15

1C

5'

o

1100

1000

1500

2000 2500

Ir/","

.lIu",.ur 621-V - 20


HANDELING No. A. 210-0: Controles en afstellngen van de ontsteking

i.CONTROLEREN VAN HET ONTSTEKINGSTIJDSTIP

1. Sluit een proeflamp "A" aan tussen de aansluiting "-"

(blauw gemerkt) ,van de bobine en de massa (bv, het deksel van de olievulpijp). e'Er è

Maak de bougiedraden los van de bougies.

2. Zet het contact aan,

3. Schuif een pen "P" met een diameter van 6 mm, of een

A

pen MR 630-51/15 of MR 630-51/15a bij de A 79/1 of M 28 motoren, in het gat aan finkerzijde van het motorcarter, tussen uitlaatpijp en cylinderkop door. Houd het staafje of de pen tegen het vliegwiel aangedrukt.

4. Draai het vliegwiel in de normale draairichting. Precies op het moment dat de pen in het gat in het vliegwiel valt (ontstekingstijdstip), moet het proeflampje gaan

CJ

Z

branden. Ais het lampje meer dan 1° vóór het ontste-

:; .. :: :;

z-0

kingstijdstip (te vroeg) of na het ontstekingstijdstip (te laat) gaat branden (2/3 van een tand of een tandholte

"r N

van de starterkrans) moet het ontstekingstijdstip wor-

'"

den afgesteld.

-0 CD W

oII o Z

-0

::

..w ii

tdè"

Markeer het ontstekingstijdstip op het vliegwiel t.O.V.

een aangenomen vast punt op het motorcarter door middel van een merkstreep,

5. Voer dezelfde controle uit voor de andere cilinder: draai het vliegwiel in de normale draairichting, Merk het ontstekingstijdstip op het vliegwiel t.O.V. het eerder

vermelde vaste punt op het motorcarter. Indien deze

merkstreep verder dan 3° van de eerste merkstreep is verwijderd (één tand plus em tandholte van de starter-

krans) moet de onderbrekernok worden vervangen,

6. Zet het contact af, verwijder het staafje of de pen,

alsmede de proeflamp "A". Sluit de boegiekabels aan op de bougies.

821-IV- 21


2 HANDELING No. A. 210-0: Controles en afste/lingen van de ontsteking

II. AFSTELLEN VAN HET ONTSTEKINGSTIJDSTIP

1. Verwijder de grille en het rooster Verwijder de ventilateur (trekker 3006- T bis)

2. Steek een pen van 6 mm diameter of een pen MR.

630-51/15 naar gelang van het motortype, in het daartoe bestemde gat aan de linkerzijde in het motorcarter.

3. Draai de motor aan het vliegwiel tot de pen in het gat

van het vliegwiel valt. De motor staat dan op het ontstek i ngstijdstip.

4. Maak de bougiekabellos van de bougies. Sluit een proeflamp "A" aan tussen de blauw gemerkte min-aansluiting van de bobine en de massa (bv. het deksel van de olievúlpijp). Zet het contact aan.

5. Verwijder de drie schroeven (1) van het deksel (2) van de onderbreker, Draai de centrifugaalgewichten met de

hand in de ruststand (naar elkaar toe).

6. Draai de twee bouten (3) van de onderbreker 105. Draai

het onderbrekerhuis (4) zo dat de contactpunten net

van elkaar gaan. Precies op dat moment gaat de lamp 5114

branden. Zet de bouten (3) vast. Zet het deksel (2) vast met de drie schroeven (1 )(kartelringen onder de kqp) Verwijder de pen.

7. Draai de motor (aan het vliegwiel) in de normale draai-

richting tot de lamp opnieuw gaat branden (de motor is éénmaal rond geWeest).

De pen moet nu in het vliegwiel vallen. Ais het de pen

voorbij is, staat de ontsteking te laat. Het ontstekingstijdstip voor deze cilinder moet dan opnieuw worden afgesteld; de vervroeging mag in geen geval minder bedragen dan:

12° (A 53 - A 79/0 - A 79/1 - M 4 motoren)

8° (M 28/1 en M 28 motoren). Er mag geen grotere afwijking dan 3° zijn (één tand en

een tandholte op de starterkrans) tussen het ontstekingstijdstip van de ene cilinder t,o.V. de andere. Is dit wel het geval dan moet de nok worden vervangen.

8. Verwijder de pen.

Monteer de ventilateur, alsmede het rooster en de grille,

621-IV - 22


HANDELING No. A. 210-0: Controles en afstellngen van de ontsteking

3

III. CONTROLEREN VAN DE CONTACTPUNTSAFSTAND

8383 Deze controle kan zonder demontage slechts worden uitgevoerd met behulp van een grootbeeldoscilloscoop of een

contacthoekmeter (Dwellmeter). De contacthoek moet bedragen: - 144° :t 2° voor wagens van voor februari 1970 - 1 09°:t 3° voor wagens I/anaf februari 1970.

De corresponderende Dwellpercentages bedragen:

- 80% :t 2% voor wagens van voor februari 1970 - 60% :t 2% voor wagens vanaf februari 1970

Oeze waarden gelden eveneens voor eerder uitgekomen

wagens doch uitgerust met de nieuwe onderbrekernok en corresponderen met een lichthoogte van de contactpunten van: 0,4 :t 0,05 mm Vopr één onderbreker mag het versch il tussen de contact-

hoeken van twee nokverdikkingen niet groter zijn dan

1°30' Oude nok

Nieuwe nok

OPMERKING: a) Met de oscilloscoop kan men een volledige controle van de ontsteking uitvoeren, in het bijzonder de controle

van de contacthoek en de mogelijke verschillen tussen de contacthoeken van de onderbrekerpunten, b) Met de contacthoekmeter kan men de contacthoek van

CJ

Z

N.S, De nieuwe nok is uitwisselbaar met de oude, De Afdeling Onderdelen levert slechts nokken van het

de onderbrekerpunten controleren, doch niet de even-

nieuwe type

nokverdikkingen.

tuele verschillen tussen de contacthoeken van de be

ide

:; ..

:J

:; Z

-0

.q

IV. AFSTELLING VAN DE CONTACTPUNTEN

'1

N CD '" W

5114

oII

1, Verwijder de grille en het rooster.

oz .q

::

..

2. Verwijder de ventilateur (trekker: 3006- T bis)

w

ii

3. Verwijder de schroeven (1) en het deksel (2) van het onderbrekerhuis. Controleer de contactpunten: bij kratervorming moeten ze worden vervangen (zie betreffende handeling) en de condensator worden gecontroleerd. A. Afstelling met behulp van contrôle-apparatuur

4, Sluit een oscilloscoop of een contacthoekmeter aan. 5152 5. Start de motor. Draai de schroef (4) los en verplaats de

vaste contactpunthouder (3) in de juiste richting tot een contacthoek van

144° :t 2° rOwel/percentage 80%:t 2%) of

109° :t 3° rOwel/percentage 60% :t 2%) afhankelijk van het wagentype is verkregen,

(Zie hoofdstuk 11 hierboven) Zet de schroef (4) vast,

Controleer de contacthoek opnieuw en stel deze zonodig nogmaals af,

621-IV - 23


4 HANDELING No. A. 210-0: Controles en afste/lngen van de ontsteking

6. Controleer de contacthoek van de contactpunten op de twee verdikkingen van de nok.

Dit kan alleen met de oscilloscoop geschieden. 5152

Laat de motor gedurende deze handellngen niet te lang draalen om te voorkomen dat hlj te heet wordl.

Ais een afwllklng wordt geconstateerd gaat men te werk als In par. 9 omschreven. BII gebrek aan een osciloscoop of een contacthoekmeter moeten de contactpunten met behulp van voe-

lermaten worden afgesteld. B. Afstellng met behulp van voelermaten

7. Draai het vliegwiel tot een van de verdikkingen op de

nok (2) de onderbrekerhamer (4) tot maximale hoogte heeft gelicht.

Op dit punt moet de afstand tussen de contactpunten 0,4 mm bedragen. Draai, als dit niet het geval is, de schroef (3) 105 en verplaats de vaste contactpunthouder (1) in de gewenste richting tot deze afstand juist

i)

is. 8, Zet de schroef (3) matig vast.

5114

9. Draai de motor tot de tweede verdikking van de nok

(2) de onderbrekerhamer op maximale hoogte licht.

Controleer opnieuw de contactpuntsafstand. Is deze minder dan 0,35 mm of meer dan 0,45 mm dan is de nok of de nokkenas defect. Controleer dit als voigt:

Verwijder zonder de motor te verdraaien de onderbreker en de nok en monteer deze 1800 verdraaid weer

op de nokkenas, Monteer de onderbreker zo, dat de nok de onderbrekerhamer maximaal licht en meet opnieuw de lichthoogte van de contactpunten: er kunnen zich nu twee gevallen voordoen: 1e geval:

de gemeten afstand ligt tussen 0,35 mm en 0,45

mm; dit betekent, dat de andere verdikking van de nok versleten is; deze moet dan worden vervangen. 2e geval:

de gemeten afstand is gelijk aan de vorige (begin van par. 9): dit wijst erop, dat het uiteinde van de

nokkenas is verbogen; de nokkenas moet worden vervangen,

10. Monteer het deksel (6) en de drie schroeven (5) (kar-

telringen) op het onderbrekerhuis. 11. Monteer de ventilateur. 12. Monteer het rooster en de grille.

621-IV - 24


5

HANDELING No. A. 21O-0:Controles en afstellngen van de ontsteking

V. CONTROLE VAN DE CENTRIFUGAALVERVROEGING

OPMERKINGEN: OPMERKINGEN: a) Deze controle kan slechts zonder demontage worden

A.. 21 -54

uitgevoerd met behulp van een stroboscooplamp, een vervroegingsmeter en een toerenteller. Tevoren moet

verdeler vervroeging

het ontstekingstijdstip door middel van een merkteken

20'

op het vliegwiel en het motorcarter worden gemar-

keerd. 15'

b) Zie de vergelijkingstabel (Hand. A.210-00J voor de

.-

motoren en corresponderende wagens,

10'

o

Kromme A: - A 53 en M 4 motoren

Kromme B: - A 79/0 motor

500

1000

1500

2000

2500

Ir/mn

allu.....r

Kromme C: - A 79/1 - M 28/1 en M 28 motoren.

Kromme A

1. Markeren van het ontstekingstijdstip. A. 21-52

verde ler vervroeg i ng

Sluit een controlelamp aan tussen de blauw gemerkte "-" aansluiting van de bobine en de massa (bv. het

20'

deksel van de olievulpijp). Maak de bougiekabellos. -

15'

Zet het contact aan.

-

Draai de motor aan het vliegwiel in draairichting rond.

Precies op het moment dat de lamp gaat branden, plaatst men nu een merkteken zowel op het vi iegwiel

10'

als op het motorcarter, tegenover elkaar. (Op een van

de steunen voor bevestiging aan de versnellingsbak

bijv. met een potloodstreep op een stukje plakband)

5' I I i

i

o

500

1000

1500

2000 2500

"/Mn

2. Verwijder de controlelamp. Sluit de bougiekabels aan.

allu.....,

Kromme S

3. Sluit de stroboscooplamp aan, met de vervroegings-

meter en de toerenteller. A, 21-53

verdeler vervroeging

20' 4. Start de motor en controleer de vervroeging. Ais deze

15

niet juist is, moeten de centrifugaalgewichten worden afgesteld of vervangen.

1C

5. Zet de motor af. Verwijder de stroboscooplamp met

de vervroegingsmeter en de toerenteller. 5

OPMERKING; Sij gebrek aan een stroboscooplamp en een vervroegingsmeter kan men de maximale centrifu-

gaalvervroeging controleren (zie hoofdstuk Vi van

I I

o

500

1000

1500 Kromme C

A IV 43

2000 2500

Ir/mn

allum.ur

deze handeling).


6 HANDELING No. A. 210-0: Controles en afstellngen van de ontsteking

VI. CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE MAXIMALE CENTRIFUGAALVERVROEGING

1. Verwijder de grille en het rooster.

4263 2. Verwijder de ventilateur (trekker 3006- T bis).

3. Verwijder de onderbreker.

4. Bevestig de gradenboog "A" van het apparaat 1692- T

met behulp van de bout (1) van de onderbreker.

5.. Schuif de naaldhouder "S" zover mogelijk op de nok en zet dan de klemschroef (1) matig vast.

6. Draai het vliegwiel tot de naald tegenover de merk-

streep "0" staat.

7. Draai de naald zonder forceren van rechts naar I inks. Aan het eind van de slag moet de naald zich bevinden: 3991 a) In de zone "AZS" voor de onĂ˜erbrekers van de A 53 en M 4 motoren. b) In de zone "D" voor de onderbrekers van de A 79/0 motoren.

c) In de zone "AZP" voor de onderbrekers van de A 79/1 - M 28/1 en M 28 motoren. Als de naald zich buiten de zone van het corresponde-

rende onderbrekertype bevindt, moet de uitslag van de centrifugaalgewichtjes worden versteld door de aan-

slagsteuntjes "E" en "F" te verbuigen.

8. Verwijder het apparaat 1692- T.

9. Monteer de onderbreker, stel de onderbrekerpuntsafstand af, alsmede het ontstekingstijdstip.

10. Monteer de ventilateur.

11. Monteer de grille en het rooster,

A IV 44


HANDELING No. A. 211-1: Werkzaamheden aan de onderbreker

i. VERWIJDEREN EN MONTEREN VAN EEN ONDERBREKER ""

VERWIJDEREN

II

1. Verwijder:

het beschermgaas het front (zonodig)

de ventilateur (trekker 300 2, Maak de onderbrekerdraad (4) los 3. Verwijder het deksel (3) met pakking

4. Verwijder de twee bouten (1) en de onderbreker.

5. Vervang (zonodig) de onderbreker.

MONTEREN

"" M

00

""

6. Breng de onderbreker op zijn plaats aan en monteer de bouten (1) zonder ze vast te zetten, 7, Olie de onderbrekeras in en smeer wat vet op de

fiber nokaanslag (TOTAL MUL TIS MS vet) . 8. Stel de contactpuntafstand af op 0,35 tot 0,45 mm. 9. Sluit de onderbrekerdraad (4) aan.

10. Stel het ontstekingstijdstip af. a) Steek de pen MR. 630-51/15 door het gat in de linkerzijde van het motorcarter en in het gat in het vliegwiel.

b) Sluit een controlelamp aan tussen de + aansluiting van de bobine en de massa,

Maak de bougiekabels los. Zet het contact aan en zoek het punt op waarbij

de lamp gaat branden door de onderbreker in de juiste richting te verdraaien.

Zet de bouten (1) nu vast. c) Verwijder de pen en draai de krukas een slag om,

Op het moment dat de lamp weer gaat branden

M

g ANCIENNE CAME

NOUVELLE CAME

moet de pen in het vliegwielgat vallen. Als het gat al voorbij de pen is, staat de ontsteking te laat. Stel de ontsteking in dat geval opnieuw af op

deze cilinder. Het verschil tussen de twee cilin-

ders mag niet meer bedragen dan 30 (1'h tand op het vliegwiel), Vervang anders de nok, d) Zet het contact af, verwijder het controlelampje

en sluit de bougiekabels aan. 11. Monteer het deksel (3) met pakking.

Zet de drie schroeven (2) vast.

12. Monteer de ventilateur, het beschermgaas en het II

M

;; A IV 45

front.


2 HANDELI"'G No. A. 211-1: Werkzaamheden aan de onderbreker

II. VERVANGEN VAN EEN ONDERBREKERNOK OF VAN DE CENTRIFUGAALGEWICHTEN

VERWIJDEREN

1. Verwijder de onderbreker (zie hoofdstuk I) 2. Verwijder de beschermplaat (1)

3. Verwijder de borgveer (2)

4. Verwijder:

de drukring (3) de onderbrekernok (6) de twee centrifugaalgewichten (5) en (7) 5. Reinig de onderdelen.

Vervang de gewichtjes zonodig door gelijksoortige. M

'" '"

MONTEREN

6. Smeer de as (4) van de onderbrekernokplaat licht met olie in, evenals de asjes "a" van de centrifugaal-

gewichten op de onderbrekernokplaat en de mee-

nemerplaat. 7. Plaats de centrifugaalgewichten (5) en (7) op hun asjes

"a" van de onderbrekernokplaat en plaats het geheel op de as (4); schuif daarbij de centrifugaalgewichten

op hun asjes van de meenemerplaat.

oco~ N

5

7

N.B. Plaats de centrifugaalgewichten in de stand zoals afgebeeld op de foto. 8. Monteer de as (4): de drukring (3) - de borgveer (2)

9. Monteer de beschermplaat (1)

a

a 10. Monteer de onderbreker (zie hoofdstuk I)

6

o o

3

2

A IV 46


ELECTRISCHE INSTALlATIE

HANDELING No. A. 510-000: Algemene opmerkingen betreffende de diverse montages van de electrische installatie

MONTAGE VAN DE ELECTRISCHE INSTALLATIE (Algemene opmerkingen)

PRESENTATIE

Deze handelingen bestaan uit: - een lampentabel - een zekeringentabel - een installatieschema

- eim principeschema

- een lijst van benamingen der onderdelen - een lijst van benamingen der draadbundels

GEBRUIK VAN DE SCHEMA'S

Het installatieschema geeft de rangschikking van de draden in de draadbundels aan, alsmede de plaats waar de onderdelen zich ongeveer op de wagen bevinden. Het principeschema geeft de diverse circuits op een functionele wijze weer, wat het opsporen van eventuele storingen

vergemakkelijkt. Bepaalde componenten, die deel uitmaken van verschillende circuits zijn eventueel "uitgJlagen". Wijze van coderen: De wijze van coderen is voor de installatieschema's en voor de principeschema's gelijk.

De onderdelen zijn met grote cijfers gemerkt. Zij komen op het instal,latieschema voor en op de lijst met benamingen van de onderdelen. Deze bepaalt de verticale lijn op het principeschema waarop het merkteken van elk onderdeel te vinden is. De codering van de draadbundels bestaat uit grote hoofdletters. Op het principeschema draagt de hoofddraadbundel (voorste draadbundel) in het algemeen geen merkteken. De kleurmerken op de draden en manchetten bestaan uit kleine letters, overeenkomstig de kleurencode. Het kleurmerk alléén geeft de kleur van de manchet aan: Voorbeeld: Mv = Lichtpaars.

Het kleurmerk, voorafgegaan door de letter F., geeft de kleur van de draad aan: Voorbeeld: F. Ve = groene draad. Deze beide merktekens kunnen worden samengevoegd: Voorbeeld: F. Ve Mv = groene draad met een lichtpaarse manchet. De njet gemerkte draden kunnen geen aanleiding geven tot verwarring.

In sommige gevallen worden deze merktekens gevolgd door een fictief getal; dit getal kwam overeen met de codering van de draden van de lijst met benamingen en is geen merkteken. De bedrading is slechts voorzien van kleurmerken.

Op het principeschema worden de voornaamste typen van componenten door de onderstaande symbolen voorgesteld. VERKLARING VAN DE SYMBOLEN

+

Stekkerverbinding

$

* A. l

Stekkerblok (6-voudig)

Zekering

Handcontact, schakelaar

bloY

'? ¿~ Ole y

Mechanisch contact

Drukcontact T emperatuurcontact

y

A IV 47/0

..,. $

4

Condensator

Q

e ~

~

~

Motor Lamp (verlichting)

Controlelampje Meter

Weerstand

Variabele weerstand Wikkeling



HANDELING No. AZ. 510-00: Montage van de electrische installatie (AZU en AZL 6 volt 9/1962 ---. 6/1965 - AZ en AZAM 3/1963 ---. 6/1965)

lAMPENTABEL

r--"--

. .

i Gebruìlo

I ! j

i .

i

2

Stadslichtel"

Knipperlichterr

I i

BA. 21 d

I

Geel

I

naar

i I i

I I

keuze

I

Grote

BA. 15 s

2

boll

! I

R. 136-02

6V

18/4 W

R. 136-11

6V

15W

R. 136-09

6V

7W

R. 136-05

6V

7W

R. 136-05

6V

1,5 W

R.136-o4

amp

I

~

Stoplichten

36/36 W

I

¡

\

I ! i i i

6V

i

! í I f

Spanning

Franse norm

I

I i

Dimlicht

Type

Vermogen

I

I

Grootl icht

Lampvoet

Aantal

I i

-

, I

2. I

--+ !

i i i i

Grote

BA. 15 s

boll

amp

i

! I : I i

i nterieurl icht

Stadslichten voor en achter

t--¡ ! i

I

I

Buislamp

Buislamp i

!

I ! i

Laadcontrolelamp

2

!

T ellerverl ichting I

A IV 49

i

BA. 9 s

I


o

(J

): -:

3

2

1

Groen Ve.

Rood R Paa.s Vi

Zwart N

Bruin Mr

Geel J L,chipaa.s Mv

Blau.. BI

Kleurencode

Wit Be

schakelaar

N1

MARCHAL

. , 1/

6

8

~ ~

15

14

27 V.21.J2

""~";, vr.Ji

benzinemeter AZ 0 vanaf novo 1963

AZU PTT AZAM vanaf maar! 1963

28

clignateurhuis en bediening

.J17-- achter bunde I

.~ 18

.

Mv5

R2~ 17

MV16-- 16

817

. ':i== R10~ 811

BIJZONDERHEDEN

Vol BI'I

Bunde I voor AZ Typen

INSTALATIE SCHEMA

~2~'

. ~25

21 MY~__

--' Np :

V.iS

massa

stekker CIBIE stekker DUCELLIER

~----

I .J17 '2~---~ 26 11 9 Mv16

" r-21 i~

~L- 25 i20'~,.

,

4;jn'~~ "";;~---r 24

stekker MARCHA L

---AZAM

-AZL

10

l

t

8

I g.

OO ::

~ Q3

~ 'f

0) íi

.I ::~

i !=

i 0

~ ~ (0 ~ ~ f

;: ~

'" 0 o .

0) Z

I\ 2 .. Ci

:b !:

(J :: C m

c: 2

~

..

'" ~

~

~

.~

I I I I

~ t, ¡¡.

~ ~

~ ~ (J t: :: ë;'

:b (J

_uu .. U

Bundel achIer AZU AZAM

---AZU (Pet T- EDF) \Jii/i/ii'i 111111/111/1/111111 1//1J I J e

-AZU .JflUv;L$ J l M .' 26

ì 'R1~ ;Vff16.. 10 lMii.JI

20

~ .Jt ~ ~ it 24

,

Bunde I achter AZ U Typen

I\ ):

~ ::

N


PRINCIPESCHEMA

-------------

i 12le4

9

i1_' _I

Ii II 1-' L _ _J

.., x. ,.,~. î'

if~~iF-; ..~-----_.._~ - ~l_-=~l

611

i 11

,- -1

v'g

i1I IiI

6 N1

..

617

1

iII Ii,

'~

II

1- 1S_rul

~

i_i-____~J

JJ7

12r fi, 8

~ R10

M 16

~ -: -----, ~: ~F-V~'p

My16

N1

BAT

~ Ell ..

1~

1

10~ Y. V.7 11 tl

I' " ,,

,,

ii i r.

D

i I 1 : i I 11'

p pT Tp-~ . I I

h r-i r-i

_______it __: '::1:

ARG

. i _L -1

J ~)O"

V.15

R~6

R 6 1R16 ~ 1".15 J1. J'"

__ _ _ J

~ ---n__

l rM~-¡ " 11

1I I-I i

2

I

I

3

6

F_V;:---

~

i ///////J/////t

I

9

I 10

i 11

I 12

I 13

I 15

I

1.

I 16

i 17

I 18

I 19

I

20

i 21

I

I

12

23

ø ::

-

VI

..

~ .: (J

I\

BENAMING VAN DE ONDERDELEN

No. Omschrijving en plaats

No. Omschrijving en plaats

1 Rechter koplamp

- Grootlicht ................................................... - Dimlicht ..................................................... - Stadslicht .................................................... 2 Bobine ............................................................

22 20 18 6

3 Linker koplamp

- Grootlicht ................................................... - Dimlicht ...................................................... - Stadslicht ....................................................

21

17 19 6

4 Stroomverdeler ............................................... 5 Dynamo .......................................................... 6 Startmotor ...................................................... 7 Claxon (stad en buitenweg) ............................

22-23

8 Spanningsregelaar ...........................................

3-4

9 Accu ............................................................... 10 Stoplichtschakelaar ......................................... 11 Ruitewissermotor ...........................................

12

3-4 2

1

14 Ruitewisserschakelaar ..................................... 15 Parkeerlichtschakelaar .................................... 16 Tellerverlichting .............................................. 17 Laadstroomcontrolelamp ................................ 18 Benzinemeter .................................................. 19 Licht- en claxonschakelaar ..............................

20 Interieurverlichting (AZAM en AZU) ............ 21 Weerstand benzinemeter ................................. 22 Knipperlicht en parkeerlicht rechts ................. 23 Knipperlicht en parkeerlicht links ................... 24 Achterlicht en stoplamp rechts (AZAM) ......... 25 Kentekenverlichting achter

13

1 0-11 16 5 7

17 tot 23 15 7

9-11

8-10 16-13

(AZL - AZA - AZAM ----.- 3/1964) .........

15

26 Achterlicht en stoplamp links ......................... 27 Knipperlichtautomaat (AZAM) zie No. 13 ..... 28 Knipperlichtschakelaar (AZAM) zie No. 13 ....

14-12 8 8

13-14

12 Contact-startschakelaar .................................

7

13 Knipperlichtschakelaar ...................................

8-9

BENAMING VAN DE DRAADBUNDElS

Zonder merkteken Voorste draadbundel AR.G

AR.D

Achterste draadbundel rechts

Achterste draadbundel

P

links

F.V.

Koplampdraadbundel Vrije draad

N.B.:

De nummers achter de kleurcodes van de draden en manchetten zijn theoretisch en gelijk voor de principeschemas en de installatieschemas. "Plaats": geeft de verticale lijn aan waarop het merkteken van het gezochte apparaat zich op het principeschema bevindt.


PRINCIPESCHEMA

(AZU en AZL 6 volt 9/1962 ----~ 6/1965 - AZA en AZAM 3/1963 ----~ 6/1965)

HANDELING No. AZ. 510-00~ Montage van de electrische installatie

~ OMSLAANS.V.P.

3

A IV 51


HANDELING No. AZ. 510-ooa: Montage van de electrische instailatie (AZ T. T. 6 volt 6/1965 ----~ 4/1967)

LAMPENTABEL

i

'~ebrlJi~~

~---_.. Grootlicht

!

Vermogen

Type

I

Frame norm

I

I

I i i !

I

Geel

I ! i i

i i

i

i

2

~n

I

BA 21 ~

diml ¡CPt

i

6V

36/36 W

6V

15 W

, nC'ar i R136.02 I

i i

+-

i

Stopl ichten e~

Spanning

Lampvoet

Aantai

i

i

i

4

knipperlichten

BA 1 5 s

11 ::::: +-- ! bollamp

I

I nterieur-

i

1 ,

veri ichting

6V

Buislamp

¡--4I

Pl

I 7W

Stadslichten

I R 136.09

4

6V

Buislamp

voor en achter

I Wi

I

K 136.05

I i

PL

R 136.05

¡

i i

Laadstroom-

~ ,

Tellerverlichting

i

2

BA 9 s

6V I !

¡

contrôlelamp

I

A iV b2

I 1 i

1,5 W

.

R 136.04 i , i


.: oo ..

2

81S

4_

Kleurencode Wi! Be 81auw " Geel J L,ch¡paa,s M. Bruin Zwari Rood Groen V, Paan V,

J3

"r-6

N'

AZA AZU

AZAM

+

N.'

--------+++++

10

Rni

t

t

i

tl

tr!

+t

+ !'

---------- ------

R

26

--"'23

20

'-1"-';;~¡...

1~!o ~\t.~..

i 25

i I i I

: 29 i

2' l' i

~M".~

li

+

t

27 t

t~l t

8113 t

~ J18 20'--=~

16

.tR2_~17 V;t~818

Vi,,, J

Rii

Ve10 BI16

~N'

"6~~15

'.,

i;~

-+J23t -¡.. - V

l J¡ l

/

MV101 R17

, 1/1/1

"~

12

Mv.,6 t t

.~t 28 t tttt v) ttI

11~ r~23tt l24 t

v~9 +81 l't

N.22

-+t

~-

9

t t t t

r-+

~~~~~:~~~~~~~~~~~_,~ 211 :'j

A

51-10

):

S

m

:I

m en ("

--

i):i ):

--

2 en

0 'f ::

S.

'"

~ q,

~.

~

C)

q;

q,

0. q,

~

q,

::.

Q;

§! ~

~

..

i I i I 'V

~

~-

~ Q3

'"

C) íi

:- ~ :- 0::

Q)

i

0 i: 00 !'

N oo -'

):

!'

2

C)

i2

2 0m

:: ~

I\


PRINCIPESCHEMA

Ä. 51-88

r¿~ 'ïï

i I b i ~-~---. - .~:t

N1

12 I ~;

8

r- -l

1-=1 1-=1 1-=1 I-= 1-=1

~

vi 4

L_ _J

Vi4

N1

vi 4

17e

r -1 51

vi 4

N1

,. r- -- --- ~ - - - --------,

N 1

t

1~ l

~------ ----~uJ___U Mv16.

13 r-~-r!-ii

ll

LL

LJ

V~15

.. 14

Be 12

BI13

'.i~l i . I N1 BI16

r. r.

L - - _J T

.. 18

R2

.. 14

816

I i N1

1211 1 1 Ii

V~15

LL

~ 10 ? ~

LLL------LL.. Mv16

v." '" 1S~

20r--r: ::117 V~6 R1 N1

AR.G Li- - --iJ 11 r - ~v

~ ~9 ~7: ~i¡-l-i 26

I II I

i I 11~1 1111

..3 R2 vi 4

rp

___.JL J

1jj~ìJ

I i. 1 I

6r..Q3 __ R2i

t. BI5

.. 18

r!

I I BI11 BI11 Mv10 I

f fAR.DAR~

L J T.E~l 2f'2i~2ß

Mr19

, rr:J

I ~I AR.D I PI AR.G

Aj.G I

I 22 BI5

rp Be12 BI13

I R10 I R 11

F.G.. 17

.. ..

~ _ ,F. r. V~15 W15 ..14 ..14

N

2S~'" L~" '~r.v '$ 'î-1

--

II II II

r

LI"J""",I

..

I

I

I

I

I

I

,

I

2

3

4

5

6

7

8

9

I

10

i

i

I

I

I

I

i

ii

I

i

i2

13

14

15

16

i7

18

i9

I i

2

20

-: uu

m

BENAMING VAN DE ONDERDElEN

No. Omschrijving en plaats

No. Omschrijving en plaats

1 Rechter koplamp - Grootlicht ....................... - Dimlicht ...........................................,.......... - Stadslicht .................................................... 2 Bobine ............................................................ 3 Linker koplamp - Grootlicht ......................... - Dimlicht ...................................................... - Stadslicht .................................................... 4 Stroomverdeler ............................................... 5 Startmotor ......................................................

20

15 Tellerverl ichting ..............................................

18 16 6 19 17 14 6

16 Parkeerlichtschakelaar ....................................

6 Dynamo........... .................... ....... ..... ..... .......... 7 Claxon (Stad en buitenweg) ............................ 8 Accu................... ............................ ............ ....

3-4

9 Spanningsregelaar ...........................................

3-4

10 Stoplichtschakelaar ......................................... 11 Ruitewissermotor ...........................................

10

2

17 Laadstroomcontrolelamp ................................ 18 Benzinemeter ..................................................

15 tot 22

20 Knipperlichtschakelaar ................................... 21 Knipperlicht rechts .........................................

8-9 7

23 Knipperlicht links............................................ 24 Achterlichtgroep rechts:

8

12 Contact-startschakelaar ...................................

7

9

28 Benzinemeterweerstand (AZU TT)

14 Ruitewisserschakelaar .....................................

11

11-12

9

22 Weerstand benzinemeter .................................

13 Knipperlichtautomaat .....................................

1

7

19 Licht- en claxonschakelaar ............................

- Stadslicht - Stoplicht ................................. 25 Achterlichtgroep links: - Stadslicht - Stoplicht ................................. 26 Interieurverlichting (AZAM) ........................... 27 Interieurverlichting (AZU Pen T. EDF) zie No. 26 .......................................................

21

17 15 5

zie No. 22 ....................................................... 29 Kentekenverlichting (AZU TT) zie No. 15 ......

15 en 11

13 en 10

13

13 7 17

BENAMING VAN DE DRAADBUNDELS

Zonder merkteken Voorste hoofddraadbundel AR.G. AR.D

Achterste draadbundel links

P

Draadbundel voor koplampen

F.V.

Vrije draad

Achterste draadbundel rechts

N.B.:

Sinds december 1966 is de aansluiting van de ruitewissermotor gewijzigd; de stroomtoevoer naar schakelaar en automatische afslag loopt over de contact-startschakelaar.


::

):

zC

o

š: r

m

en

!:

zC) z

~ ~

Z en

!:

~

~

:-

!'

en

..o o o I

!I

~!\ :s§ "" íi :" 'ä

0) ~

~ ::

:: ¡¡

"' :c

z ~ "'

oo oo

I ¡;

I _.

W íi

m

~ ~.

~

~

s:

):

I g. I q,

m en ("

::

0:

~ ~ ëõ ~ 0) i: OO ¡;.

~ ~ (Q q, 0)

w


HANDELING No. AZ. 510-00b: Montage van de electnschp installatic: (AZAM en AZU 12 volt) ~- -_.._- --,--.._"-- ----

.AMPENTABEL

Lampv1Je

L -----G,b,,'k I ~'~rnl i

en

¡

, 1

dimlicht I i I I I

i , , ¡

Grootl ¡chi:

Knipperlichten Stopl ichten

I i I

---¡ ¿,

i ,

!

BA. 21 d

\lermogel1

Geei

naar

,

, ,

i

I

Franse norm

----

i

----------+----t---

i

i i 1

I ,

I

i ,

I

3panning

, i i

I

12 V

i

36/36 W

R. 126-02

~~" 1 i i

Grote

I i

12 V

15 W

R. 136-09

Buislamp

12 V

4W

R. 136-05

1

Buislamp

12 V

1,5 W

R.136-05

2

BA. 9 s

12 V

1,5 W

R. 136-04

4

BA. 15 s

I i i

boll

i I

amp

i

L_

i

1

Stadslichten i i

voor en achter

I

4

I nterieuri

verlichting Laadstroom-

controlelamp Tell erverl ichting

ZEKERINGENTABEL

(Zie insta/latieschema bIz 2)

A IV 57

I


o

n

;

"

."

3

Vi"

2

. . ,)10

~'.. R1S

1

5

.4

AZAM ------AZU.... +++-+++

AZA--

Rood R Groen Ve Paafs Vi

Zwart N

Bruin Mr

Geel J L¡chtpaar~ Mv

Blauw 81

~~

Kleurencode

,J14 co2

32g

12

R,ff

l, I

I!

i

10

t R 17 + + +

~ + II

++' + + + + l + +

+ + + + + + + + + + + + + + + + + +

+ + + +..

+ + +¡

15

18

17

..20~ ~

E++++-!r.. ".,;~;'" -1......:,'::, VE' 16¡-

i R~~ ?BI1~"..-

NL~--q . '.'

N22

LMV1~D

V'"=:_ 618'1\' 16

173 R_ we

1- _ __ ____ ___ _ _ N22..C)--1

t++++++++-v201''' "-v'"Ë1' V,",. 28 20 II

f 1--R9~ 19

+1+ +1"++-++ + +

+ + Mv16 +

BI14 +

R 14

+ + + + 'BitS t +i + + + + + + + + + + + + + +

r+ ..''l + w74-

+-++........+++ +~

~ 21

+ + + + + + + + + + + + +

t+ ++++++++ +-++ ++.. +1 +

26

íU~

,)~

24

,

¡___-. I

23 I

I I i i I I I I i I I i

p

s;;

m

0::

en

m

-i ;; ii;; -i

en

2:

~

C"

cb

C'

'"

e;.

if ..

QQ

:S. '"

:: C" ~~ ¡;. :: C'

..f\

c:

I\ ~

¡¡

cc

QQ

:s c

~

~ :b ~

C'

:s

~

~

I

0 00

!' c. ..

;;

2: ~

G'

2:

i-

m

C

~; 2:

..

f\


PRINCIPESCHEMA

v.. ,

r- -ì

I-i I:I i-I 1=1 1-=1

N1

r- 1

I l

. r---\

VI~ Vi4

iL1:.Q:..ii

vi"

19~ 20~ .

t

LL LL vi 2 t.4 R9

"llJJIIJ

LL

BI8

N 1

lT BI18 J 19

Mil,

N2

rf

II

~2_t'

28

l1 pr p r i.

V.. 7

'ir+ rt i rh i rt L

V.. 7

I Mii16 p BI15 P

i I R 16 I R 15 v. l' V" 11 J 10 J 10

;, At~t~~~G; ~l 25t~ 25$ . F.V

.;

. , J,

!2~2~ 2

3

"

l

I

I

I

I

5

6

7

8

9

10

Be 12

'" I~ I Vo" R" V."",, .

iIi 1

N" I . I l 611 r. L ---____J17

R 17 r- -, lT t.

AR.G AR.D

i

N3 BI14 i

hh '¡

t r t t

J 20

ã'

r. Mil'" 1 " 18r. r~l

LL

J 6

I

N 3

r!

R 5

J 6

J 10 Be 12

11 3

r R 17

¡-- --- ----l

~11 L__ _J

-lJ

V.."

g

12 ~

vi"

7 r!

---------ì

N 3

Lf---y--

ARG

R9

Mili 13

l

vi"

16 l

l~___

T

15 r!

N 1

i

N 3

~~

8

21

BI3 J,2

~'

L_ _..

r---------

"n

9

~ '"

1 oC

I

I

I

r

I

I

I

I

I

I

I

I

I

i1

12

13

14

15

16

17

!"

i8

19

21

22

23

24

25

26

~ ~.0

20

OJ

o

BENAMING VAN DE ONDERDELEN

No. Omschrijving en plaats

Omschrijving en plaats

No

1 Rechter koplamp:

15 Knipperlichtautomaat .....................................

12

16 Ruitewisserschakelaar .....................................

10

- Grootlicht ................................................... - Dimlicht ...................................................... - Stadslicht ....................................................

25 23

17 Tellerverlichting ..............................................

22

21

18 Parkeerlichtschakelaar ....................................

19 tot 21

2 Sobine ............................................................

7-8

- Grootlicht ................................................... - Dimlicht ...................................................... - Stadslicht ....................................................

24 22

19 Laadstroomcontrolelamp ................................ 20 Benzinemeter .................................................. 21 Licht- en claxonschakelaar .............................. 22 Knipperlichtschakelaar ...................................

19

23 Weerstand benzinemeter .................................

4 Dynamo .......................................................... 5 Stroomverdeler ............................................... 6 Claxon ............................................................ 7 Verwarming - 20 GURTNER ........................ 8 Startmotor ...................................................... 9 Accu........................... .................. ..................

3-4 7-8

24 Knipperlicht rechts ......................................... 25 Stadslicht R.A. (en stoplicht bij AZAM) ......... 26 Knipperlicht links ........................................... 27 Stadslicht en stoplicht L.A. ............................ 28 Interieurverlichting (AZAM) ........................... 29 Weerstand benzinemeter (AZU) zie No. 23..... 30 Interieurverlichting (AZU) zie No. 28............. 31 Kentekenverlichting (AZU) zie No. 17 ........... 32 Zekeringenkastje (12 V versie) (zie No. 11) ....................................................

3 Linker koplamp:

25 13 tot 16

2 1

10 Spanningsregelaar ...........................................

3-4

11 Zekeringenkastje ............................................. 12 Stoplichtschakelaar ......................................... 13 Ruitewissermotor ...........................................

14-15-20

14 Contact-startschakelaar ...................................

14

17

9-10

BENAMING VAN DE DRAADBUNDELS

Achterste draadbundellinks Achterste draadbundel rechts

oC ,

..

I

p

AR.G. AR.D.

N

1

-c

Zonder merkteken Voorste draadbundel

~ ~

P:

Draadbundel naar koplampen

F.V.

Vrije draad

5

6

20 tot 25

11-12 6 12

20-16 11

18-17 18 6 18

22

14-20


:: ):

o

zC

en

~

s:

m

~

Z

):

):

C)

~ c: ~

~

z

Z

..o o o UI I

~ ~ ~ :: .. Qt

~~

~ ~ (1 :: :: c:

~ (1

~ ~

- i:

"'

~ o ~. ::

z

.. 5'

j:

~ "'

m en (" :: m

;: (1

..

Qt

~ i.

s:

):

~

.:

() (!

w


HANDELING No. AZ. 510-00c: Montage van de electrische .installatie (AZAM 6 volt 4/1967 -----~ 2/19701

LAMPENTABEL

i

Aanta!

Gebru i k

I i

i

ïype

Fitting

Spanning

Vermogerr

I

Grootl icht I

en

I I I

I I

I

I

I I i

2

I i

BA. 21 d

rraar

i

~orm

i i i i !

:

Geel I

Frë'rr~~

I , i

R.136.0

36/36 W

6V

I i

I

dimticht

I

keuze

I i

I

I

Knipperlichten

6

,

BA. 15 s

Stopl ichten

Grote boll

i i

6V

amp

15 W

R.136-09

i

I . , , , i i

-_..~ Bi nnenverlichting

Stadsl ichten

I

1

Buislamp

6V

7W

R.136-05

4

Buislampen

6V

4W

R.136-05 ;

I i

:l , i

Laadstroom-

controlelamp Tellerverl ichting

.. . 1(-)1

2

BA. 9 s

6V

1,5 Vi

... 136-04


f\

en

0:

:ยก

R11

S

4

3

8

J13

R10

VC?14

.. 13

2tpve14

1 9

Kleurencode Wi! Blauw Geel Lichipaars Bruin Zwart Rood Groen Paan

Bo BI J M" M, N R V, V,

.. 3

9

,,l6 "~7

8

11

N1

10

12

R4 \l6

13~ 14

20

.. 28

17-- 19

vi4~ 17 Mv15~ 18

R 2 --1

Vi4--~16

N 1--..

22

1S ..13

Vi4~. B I 6- Ve14

Mv10--

B 115 --

1--~. V.11--

N1-- _

9

2:รฌ

~!

Mv15

..17

23

26

1:

'"

UU

eb'

(0 ~ ~ ~ ..

~ 5'

~ C1

.. g.

I ",'

I S

I ("

'- C1

I (ยก

~ ~

~ ::

~~ .. ~

" QQ

0) ::

~ ~

~ !:

~ g

I

o

C'

!' -'

):

~

2 G) 2

i-

m

C

:: ): Z

I'


;p

.: en ..

1-- -î

,-

Mr

1_ _J

,

-i :-1 1-: i I

11

t.

BC17

'i

J 7

V;~ ARG

~

I

i i r1~1

'I' ~

--- _J JJ,

Iii IIi HI'

If

R2

~ R.. V.6

~

1sl

V,~

ARG

'r

10

I

~ V,;9

ri2_~j7__,

:- - - - _!

i 11

ARD

r

I

1- _ _ _ .,

I 12

Limu'1- - t. -,

i :it-----~ i i I ;~ iII I:,;:,

;- -1-.1

~OV,;

i I : I ~ V,~

T

6

';

T

1¥ ~

PRINCIPESCHEMA

i 13

~~/

Mv5

Bc12

9g

I 1~

~ I 15

EV_

I 16

I 17

I 11

I 19

20

I

i 21

~~" ".~ '

P ARG P ARC

TTrr

~' ;.Jm~j : _¿,! R10 V.11 Rif6 ~

t ..¡ J'":Ì~' l..ffJ :

,t. 1\1 ,.

12~

Iluu2L" .... ......

~ Mv15 ~ J13 &12

,~

'"

-

f

¡;


HANDELING No. AZ. 510-00c: Montage van de electrische installatie (AZAM 6 volt 4/1967 ----.. 2/1970)

PRINCIPESCHEMA

OMSLAAN S.V.P.

3


HANDELING No. AZ. 510-00d: Montage van de electrische installatie (AZ T. T 12 volt 2/1970 ----~ 7/1973)

LAMPENTABEL

Gebruik

Fitting

Aantal

P. 45t. 41

2

Vermogen

Franse norm

12 V

45/40 W

R.136-15

12 V

21 W

R.136-12

naar

keuze

dimlicht Knipperlichten

Spanning

Geel

Groot! icht

en

Type

Peerlamp

6

BA.15s/19

Stadsl ichten voor

2

BA. 9 s

12 V

4W

R. 136-33

Stadslichten achter

2

BA. 15s/19

12 V

5W

R.136-13

Interieurverlichting

1

BA. 9 s

12 V

7W

R.136-08

Dashboardverlichting

1

BA. 9 s

12 V

2W

R. 136-34

1

BA. 9 s

12 V

1,5 W

R. 136-04

Stopl ichten

Oliedruk-

controlelamp

ZEKERINGENTABEL

Voeding

Ampere

Kleur

10 A

Rood

Veri ichting-

schakelaar

Bescherming

Dashboardverl ichting Parkeerlichtschakelaar ----~ stadslichten V en A

I nterieurverl ichti ng "+" Accu

10 A

\

Geel Stoplichtschakelaar ----~ Stoplichten

Schakelaar ----~ Ruitewissermotor

Oliedrukcontrolelamp (AZ KA) Knipperlichtautomaat ----~ Schakelaar ---~ Knipperlicht en

Contactslot

16 A

Blauw Benzinemeter ----~ Tankvlotterweerstand

Thermische voltmeter I

Reserve

A 1\1 fiS

16 A

Spanningsregelaar


;;

(J (J

oC

T'~

~iii

5~

4

3

2

24 L___ 24 -4111

1 ~ --

Wi! 81

Groen

~:;~I R

i.chipad'\ N

! ~~'.~:rr ~,

G.iii G,

Blauw

r¿~~

BI 19

7 lI

1

~~" I

6A "F

8

.

BC1i;--

.....:.....

9

14

R2

l~I!!~'~J 22

V'4-t- r

1JJ 10 R9

~V\?"

J '3 -c " ".,

25

"Gjl..~. '.. .. :. '.. .,"... ..".. '.. ........ ~...... """" ~~

Bi 6 ~tL L-R17~......

-~;-~::1I.. ."".':.'. .. .. ......:..... 18

~ 81-:~~~. 17

:r-Vi ~ ---c9.__-i

~_nR 2,--of-~116

N\~.15

IAZKA__n-l

28 oJ 13

'13 32

27

J

i

29 30

.-

-

/'.) I .6~

-

m

-I

;;

ii ;;

-I

en

:2

(" :: m

en

::

-I

i

m m m ("

o

:2

:; ;; c: ;;

(" :: m

C/

;;

I :¡ ~

(Q

~ ::, .. q,

'V ¡¡

i V-

I 5'

I ~

~ ~.

(Q ~

~ q; .. C-,

.. (1

~ ~

I\ ::

.. ~

-- (1

:-~

i\ ::

~ ~

~

CJ

.. oI oo

!'

;;

:2 ~

G'

:2

i

o m

:2

:r

'"


:t

(j DO

o:

,,- ,, '-i ,,-,-i, ,'-i-, ', '-' ,1-' ,-,,

L_ _J

,

~ -,

,

lL! O. I:

, Ii

i--L--t,

tI: a _ ::_~

,, '' " - - --

My

i

15~

b

;;

r~V_

I 10

, 11

I 12

I 1)

"

~¡~l l

~ 5 3 I ~.,~

28'"

, 15

, 16

i 17

,

1.

i 19

I 20

I 21

r í Ai

I 22

I l OOl 1

i ~~'

II

2S ::

~"_V_

1.1. ·

i ;;~. i !'I¡ l1Rv. R I~

.'/' . ,' ~ ,' 18 ~ ~: i 'I2~~ II;-~l~ u_:

, I J

-- - -1- -r=-- ~

12 Q 12D

25

.1

, 26

I cc

-----1 i :~~n~) i ~ ~ ~ ~ !I

1el ~ì3. 2.1~.. ..1~ 2~. ~n m ~ni j

J v. .dRT : tI011' i

271

R

l;

CS1

12~

l

X

I

6

~

23~~

r

PR I NCI PESCH E MA

A 51.91


HANDELING No. AZ. 510-00d: Montage van de electrische installatie (AZ T. T 12 volt 2/1970 ----~ 7/1973)

3

PRINCIPESCHEMA

OMSLAAN S.V.P.

A IV 67


HANDELING NO. AZ. 51~OOe: Montage van de electrische installatie

Hand. AZ. 510-00e

(AZalle typen 12 volt 7/1973 tot 9/1974) LAMPENTABEL

Aantal

Gebruik

Fitting

Type

Spanning

Vermogen

F ranse

norm

Geel Grootlicht en

2

P.5t.41

naar keuze

12 V

45/40

R.136-15

6

BA. 15s/19

Peerlamp

12 V

21 W

R. 136-12

Stadslichten voor

2

BA. 9s

12 V

4W

R.136-33

Stadslichten achter

2

BA. 15 s/19

12 V

5W

R.136-13

1

BA. 15 s

12 V

7W

R.136-08

1

Ba. 9 s

12 V

2W

R. 136-34

dimlicht

Kni pperl ichten

Stoplichterr

I nterieur-

veri ichting

I

Dashboardverlichting l'

Oliedruk-

~ oJ :: ,.

controlelamp

z

I !

1

12 V

BA. 9 s

1,5W

R. 136-04

Z

oo oo

'f N '" '"

ZEKERINGENTABEl

W

oCD o

Z

I"-

oo I

w a:

Voeding Verlichtings-

schakelaar Veri ichti ngs-

schakelaar

"+."'Accu

Amperes

Kleur

10 A

Groen

10 A

Rood

10 A

Geel

Bescherming

Stadslichten links voor en achter Dashboardverl ichting

Stadslichten rechts voor en achter

I nterieurverlichting Stoplichtschakelaar ----~ Stoplichten

Schakelaar ---~ Ruitewissermotor Oliedrukcontrolelamp (2 CV 6)

Contactslot

16A

Blauw

Knipperlichtautomaat ----~ Schakelaar ---~ Knipperl ichte n Benzinemeter ----~ Tankvlotterweerstand

Thermische voltmeter Spanningsregelaar

6?1-IV - ?,


2 HANDELING NO. AZ. 510-00e: Montage van de electrische instal/atie (AZ. aile typen 12 volt 7/1973 tot 9/1974)

" '" '" '" "I

~~ WiN

c-Çi1,i.I.....

N!Ji¡¡

1~ _ a: ~

~-

ccc-Lç-",

a:

co

:; ~

~

~ai0--~~zi:~ u. ~

l~!~~ÆllJl ~

~ ~

z P. u

44~

~~ "11~ ~ 1 rr~ N FS-",'~"r"'''''''~~


L_ ~J

,

I

,,I_ I-

,,,_ ,-

i

II-

13

I,, I'

:1 I:

iLt.',:

i--~~- -,

" _ _ J

i I

.. ~.._r._,

R

X

~~

~

12

I F_V_

,e;

+

'"

I, Ii G:- -- ~ 33_j_ _ _

..

l l ..J e ",2) 111 f f l-¡.

j if~1 r

,.... .. +.. I

~ ~n~;n~: r1 I

ii

----, r -- --1--

"Q "D. "~

I CC

J

! r -L, r \O

¡ ~-~ dt6~

î ----. . ----.~-__

~F_V_ 0 10 ,. 12 13 " 15 16 17 18 19 ~ 21 22 23 2C 25 26

~,,~,, l ~. ~ ...~ I l I I I I I ! l i J i I i I i I

1 l ;? -~ I + í T r ~

:i~-!5- '" - ~

i, ,,

f

i 1~

..

t ~ò

,,-

¡;

22l~

--~-------------_.

PRINCIPESCHEMA

RE:~¡ f.1/\~J080EK 621-4 AANVlJL L :N':~ r

A 51.260


HANDELING NO. AZ. 51G-OOe: Montage van de e/ectrische instal/atie

(AZ. al/e typen 12 volt 7/1973 tot 9/1974)

PRINCIPESCHEMA

OMSLAAN S.V.P.

Hand. AZ. 51G-OOe

3


tie

HANDELING NO. AZ. 510-00f: Montage van de electrische instal/a

Hand. AZ. 510-00f

(AZ. al/e typen vanaf 9/1974)

LAMPENTABEL

Aantal

Gebruik

Franse norm

Type

Fitting

Spanning

Vermogen

P.45t41

12 V

45/40 W

BA.15s/19

12 V

21 W

R.136-12

P 25/1

T.8/4

136-15

Groot dimlicht

2

ciignoteur voor/achter

4

Stoplicht

2

Stadslicht voor

2

BA.9s

12 V

4W

R. 136-33

Stadslicht achter

2

BA.15s/19

12 V

5W

R.136-13

Binnenlicht

1

BA. Ă­ 5s

12 V

7W

R.136-08

Dash boardverl ichti ng

1

BA.9s

12 V

2W

R.136-34

T.8/2

BA.9s

12 V

4W

R.136-33

T.8/4

01 ied ru kcontrolelam pje

I

A I armverl i cht i n gcontro I ela m pje

R.

1 1

Re mvl oeistofn iveau cont ro Ie lam p je

vanaf 9/1976

1

t9

Z :J .J

:: "' Z

o: o:

ZEKERINGENTABEL

'T

(; '" ""

w

o CD

o

Kaliber

Kleur

Lichtschakelaar

10 A

groen

Lichtschakelaar

10 A

Rood

Voeding

zo:

i a: w a:

Bescherming

Stadslichterr voor en linker aChterlicht)

. . tot 9/1976

Dash boardverlichti ng

Stadslichten voor err rechter achterlicht tot 9/1976

. . vanaf 9/1976

Stadslichten voor en achterlichten rechts en linkS) Dash boardverlichting

+ Accu

10 A

Geel

Birrnenlicht Stoplichten Clignoteurs voor en achter "werkend als alarmverlichting" Controlelampje alarmverlichting Controlelampje remvloeistofniveau (in reservoir)

Ruitewissermotor Spanningsregelaar

+ Accu via contactslot

16 A

IBlauw

Oliedrukcontrolelampje (2cv6)

Benzinestandmeter Thermische voltmeter Clignoteurs voor en achter


,.... i¡F-V :

i . .. ... F.Gr

. 'i' F.Mr

5

n.......... 3JR

FoGr

. ..,.. .... I: i F.MrF.V..

4 .. .... ~Mr

3

2

(j...'.................... ...'......... .....~.r ~ ~Rl

1

Y'

Be

Pn

Be

ft

'' BI 9

''

Be

o

6

14

+

13

~V ~JJN

8

Kleurcode

~~~~

Losse draad FV

Draad F

Groen Ve

Rood A

Zwart N

Licht paars Mv

Bruin Mr

Gee! J

Kleurloos Ie

Blauw BJ Grijs Gr

Wit Be

F,V..

~ 18

R -;=

L&

25

MV~ ~~~22

N~

J -! oo BI 1=-""1 21

1

v.. -,- I Mv

~ Iii i I~M23 24

119

~

MV--~

Bloule--~. ... ... 17

Ii R~~e.:~e~W16

..

~.J

15~ 27

28 Mv.fi R~ BI~

Mv~

BI..:t R~

o

o

_.

~

:P

~"

¡¡

~

en

5"

CD

::

o

cij"

'I 0

.. _..

10 CD

~ g. .. CD

" -'0 II g¡ :J

~~ _ CD

II ~

!" 0

:b ¡¡

2

~ ~ !' uu ..o oi

Z C) Z

r=

m

Z C

~

%

I\


L_

+ 13 r --

---------

r

R

I

-'

1

My

R My

I

5

I

3

I

2

i-£EJuBI_~

I

BI

,.L.,I.

LJ

3--s_J

12

I

6

¡

7

I

F.Be

F.BI

BI : I ::

L i í,;ßN - _14. ---: 'i

17 ~ c-~dll~;

N FGr

I

8

9

I

10

2

I

3

AR . AR 5 2~ 1 2~2~

I I

rr T r. ~

i 111 11

/~ou Ie .

v," ++ LR

ll-

6

1

FV

+

I

7

l++ ++1 AR PG AR PD PG

My 1;1 Rí,¡ V" T rrlR r.lV"

rl

19

ff- --l ~___n.J

I

IPD

V"

PD

T

J

6~

8

1

9

I

20

3

I

4

I

5

I

6

I

Mr 3~r '~r MrPG-:: PDF,Gr ~ FGr i 7

I

2~2~2~~2~~~~

+ i 'i I ++ ILi' ~6~

~ A R iî Lt

T T29 rp

Ie R RAR I +J i.... ! 1 i

¡ ~ r- L_ . .J

, .: o~11e ¡ :

ouR Ie J I 1131 L r-~rr-~r

+iI

LJ L..U-mn -I ~ 20 ~ R

Be

~I__ Mv, V.. J BI

~ -- - - - - --= - -Q ---

i / /. ~ ¡; îR / i i

: E,,, V" / + N I

r~t-l J ~r I30 , i ~ 1-++++--

:IL____~~ ~ir::-"1lèn*--~! I Lk--t,-' " Be Be Be BI

11

N

~__n _~__m_n -i-

21t~---1

1~rr r~~n1?_r;nl ¡ M

r--t~-T--; r- R tf ~ ¡ h_¡_¡

ou1ie ;_ u__j : 18 i

~J

.. . ¡

..

+-f+++

My My My

..++..+....+..+ 9/1976 __

---------- _ 9/1976

' .I 1SR v" LJ Myoule:

c~

ou Ie

J

r-

lt____(_¡~ Y L;

r T.- nn

. N

3 r; -f--u~-i

N 10

. A. 51.102 b

PRINCIPESCHEMA

REP.HANDBOEK A 621-V . AANVULLING 2


tie

HANDELING NO. AZ. 510-00.: Montage van de electrische instal/a

AZ. al/e typen 12 volt 9/1974

PRINCIPESCHEMA

OMSLAAN S.V.P.

Hand. AZ. 510-00f

3


HANDELING No. AK. 510-00: Montage van de e/ectrische insta//atie (Bestelwagen 3 CV 6 volt 9/1962 ----~ 3/1966)

LAMPENTABEL

Gebruik

Aantal

Fitting

Type

Spanning

Vermogen I

Franse norm

! ! I

.,

Geel

I

Grootl icht

Dimlicht

2

R.136-02 I

6V

36/36 W

6V

18/4 W

R.136-09

6V

4W

R.136-05

6V

4W

R.136-08

6V

18/4 W

R.136-09

6V

1,5 W

R. 136-04

keuze

Knipperl ichten

Parkeerl ichten

naar

BA. 21 d

2

BA. 15 d

3

Buislamp

1

BA. 15 s

Bollamp ø = 25 mm

Stadslichten V.

Kentekenplaat-

ø = 10/39

veri ichti ng

Stadslicht R.A.

Stadslicht L.A.

Stoplicht

1

BA. 15 d

Dashboard-

verlichting

" iv 73

Kleine

bollamp Bollamp 25 mm

I

Gladde 2

SA. 9 s

boll

amp


2 HANDELING No. AK. 510-00: Montage van de electrische installatie (Bestelwagen 3 CV 6 volt 9/1962 ----~ 3/1966)

"?

;; -0

~'\'

~~

~.

:r .

C\ ,r..

C\ ,.",

~ ~ Q:

l

N

:r

I

NfÙ'

N'

~, C'

~::

C\ ''

~ '¡. C\

o C\

C'

""

~

~ r-

co

.." .- ~ ..

...,....

:r N~i --':; ~ . lj:.,

~

oz

...... .... ..

~

--:-

a: .~ "

.~ ~

oN -,

V)

Z

.

o .. ::

oR,'

~1f

co

N~ II Z

w

::

'"

.

u V)

:r

I/ ~êD..::Liza:;;$

~hluH~

""

~

..

ii

A III 7..


):

"" 0)

.:

! 1

r-

1

2

:-¡- : 1" Ri

rut

l_iQl'~:-' ¡-,,-F'¡

: i 'tL

13Ltl 1

ll ///////j/////~/ H

i - -

i

e 9

1

10

I

i

"

I 12

i i 21 2'''L.'' 2.' i T

l Ii :,I TLT

! ___J l iAiRD AIRG

:iI IIi

819

¿

11

N1

I i I

I

'3

I

,.

i ----t~--:

Ri _ V.9 11 '

10~

i i ARD I ARG I 81113 Ri~' I -~

V,7

~

12 l e4

PRINCIPESCHEMA

I

'5

I 16

I

'7

i 18

lm I 19

F_V_

I

20

i

22

i

2'

i

23

A 5 i .29


HANDELING No. AK. 510-00: Montage van de electrische insta/latie

3

(Bestelwagen 3 CV 6 volt 9/1962 ----~ 3/1966)

PRINCIPESCHEMA

OMSLAAN S.V.P.

A IV 75


HANDEL! NG No. AK. 510-00a: Montage van de electrische installatie (Bestelwagen 3 CV (AK) 12 volt 3/1966 ----;. 5/1968)

LAMPENTABEL

Gebruik

Aantal

Fitting

Type

Spanning

Vermogen

F ra nse

norm

Geel

Grootl icht

Dimlicht

Knipperlichten

2

BA. 21 d

naar

12 V

36/36 W

R. 136-02

12 V

15 W

R.136-09

12 V

4W

R.136-05

12 V

4W

R.136-08

12 V

18/4 W

R.136-12

12 V

1,5 W

keuze

2

BA. 15 s

3

Buislamp

1

BA. 15 s

Grote bollamp

Stadsl ichten voor

Kentekenplaat;

ø = 10/39

verlichting

Stadsl icht

rechts achter Stadslicht links achter

Grote 1

BA. 15 d/19

Stoplicht Dashboard1

veri ichti ng

Kleine

bollamp

BA. 9 s

I

R 136:1 I

lEKERINGENTABEL (Zie schema van de installatie, pag 2)

A 1\/77


CO

-.

0:

2

12

8118

Kleurcode

4

3

R1

Stoplichten

Dashboardverl ich ti"9

Parkeerlich tschakelaar (Stadslichten voar en achterJ Kentekenplaatverl ichting

""

Zwart N

Ge1 J

Wit Be

Blauw 91

Groen Ve

Paars Vi

Mr19

9

'I 'I, ~

.

i

~ ~ 'I =;J

stadslichten voar en achter

Contactslot: knipperlichtschakelaar ruitewisser- bobine-benzinemeter Spanningsregelaar -park eerl ich tschakelaar -

e:1 ~~

1

J 11

12

~1

Claxon. en

verlichting~. schakelaar

+ Ace..

8

17

11

N 2=1

INSTALLATIESCHEMA

v~:l18

17

16

)14

13

19

23

22

21

J1!Mr2~

26

R~ l~

2S

1.

24

:¡ IV

~

VV

~

~

~ -

..

I I I i

~ ~. 0)

~~

;: ~

;§ :¡ .

i\ ~

"f)

.. Ci'

'" ti

~ ~

"' ~

C' cc

(. Cl

cc Q¡ :: ::

~~

~ ~ ct :: - ¡¡

I

uu

o.. oo ~

"

Z C) Z ? ):

r-

m

zC

;r,

:I

N


;;

o

CP

0:

.."

--

-

9

J

l'

N1

/

I

i

Ô

....

i

"8

i;

l r

ì' ì'

~---~

_21 _ u_

JJ Ü: 815 ~6

.),

b

J//////y//// "

I 10

I

"

I 12

I

"

~. :~ ~

m' .~r" I I

!jl

".~--

.. N'

N2

t--- -

v.2

10 ~

. 13/~

w'

I

,.

i '5

1

iff

1i

A

~20

~

v"

I 10

I 17

!I

1

i

r '~

I

L Ii 1°0

I '8

I 'Q

i 17 """,'5

2~2~

I 20

f

,

~

p ~

I

"

i 22

I

:?J... "

l I 25

I 26

, 27

I 28

2~2~~i ~ ~~ ~

A Aì TDARDP P

II 7;'5 ~'. r

LQ

BeQ

. ~, g, ï, i~

!" r r P i

1\ ) 1 ~ 0 i

~~-r: -,

'i~~, i t=_1

1 1, ~"

h t"

------~

PRINCIPESCHEMA


HANDELING No. AK. 510-00a: Montage van de e/ectrische instal/a

tie

3

(Bestelwagen 3 CV (AK) 12 volt 3/1966 ----+ 5/1968)

PRINCIPESCHEMA

OMSLAAN S.V.P.

A IV 79


HANDELING No. AK. 510-00b: Montage van de electrische installatie (Bestelwagen 3 CV (AK) 12 volt 5/1963 ----~ 7/1970)

LAMPENTABEL

Gebruik

Aantal

Type

Fitting

Spanning

Vermogen

Franse norm

12 V

36/36 W

R.136-02

12 V

15 W

R. 136-09

12 V

4W

R. 136-05

12 V

4W

R. 136-08

Geel

Grootl icht

2

BA. 21 d

Dimlicht

naar

keuze

grote Knipperl ichten

2

BA. 15 s boll

amp

Stadsl ichten voor

Kentekenplaat-

3

Buislamp

1

BA. 15 s

1 0/39

veri ichti ng

kleine

Stadslicht

rechts achter

boll

amp

Stadsl icht

links achter

1

BA 15 d/19

12 V

18/4 W

R.136-12

2

BA 9 s

12 V

1,5 W

R. 136-04

en stopl icht Dashboardveri ichti ng

Laadstroom-

controlelamp

ZEKERINGENTABEL

(Zie installatieschema op pag 2)


5

4

R. 15

1A.18

8/.23

J

ZEKERINGENTABEL

schakelaar (stadslichten voor en achter)

Stoplicht Stoplicht - Parkeerlicht.

Kni erlichten

Ruitewissermotor - Benzine

en achter) Dashboardverlichting

p 9

Parkeerlichtschakelaar (stadslichten vour

Reserve. zp.kcring

Rood R

Pa~rs Vi

Groen Ve

R. '"

J. 19

lWOr! N

Bruin Mr

lichtpaar5 My

Grijs Gr

0.1 J

Blauw BI

18

.3 _"'.19

2

1

_v..

Kleurco.

Wit Be

10

21

SCHEMA D'INSTALLATION

R4

::~ 20

19

~V6-1 18

Bi.6~

R. 15

Ve'.1..

N.2~

~l1 21

~25 ..2 _~..J

., 25

MQ.

28

27

26

~

Q

W

IV

t.

'-~

(0

~ -

..

I I I I

i ~.

OO Q1 " ~

;: '"

è§ 5.

:: '-'"_ C" ¡;. I\ ~

~ ~

" '1

C) ~

Co :3

~ Ii

~ i

Ct :3

~ ~

~

I

U'

..o o o

?'

~

iZ ti Z ?

m

'.. C

z;:

I\


~

c:

~

I 10

i 11

I 12

BI

~

f

"1

I

..

1( e4

PRINCIPESCHEMÃ

1 15

1

1 1 16

1 17

1

,.

J

8~

,.1

I 20

I 21

1 22

1

2'

..1

I 25

fp

1 26

1 27

t p

"

I

,.

IX

~ tV 00

,

\J


HANDELING No. AK. 510-00b: Montage van de electrische instal/a

tie

3

(Bestelwagen 3 CV (AK) 12 volt 5/1968 ----~ 7/1970)

PR INCIPESCHEMA

/ ~ANS.V.P. A iV 83


tie

HANDELING No. AK. 510-00c: Montage van de electrische instal/a

(Bestelwagen 3 CV - 12 volt 7/1970 ----~ 7/1973)

LAMPENTABEL

Gebruik

Aantal

Fitting

Type

Spanning

Vermogen

Franse

norm

L

Geel Grootlicht en

dimlicht

Knipperlichten Achterl icht

Stoplicht Stadslichten voor

2

P 45 t 41

naar

12 V

45/40 W

R.136.15

keuze 4

BA 15 s/19

12 V

21 W

R.136.12

2

BAY 15d/19

12 V

21 /5 W

R.136.12

2

BA 9 s

12 V

4W

R.136.33

1 i i

I

ø = 10

Ken teken plaat-

12 V

4W

R.136.06

BA 15 s

12 V

7W

R. 136.08

BA 9 s

12 V

2W

R.136.34

1

Buislamp

I nterieurverl ichting

1

Dashboardverlichting Oliedrukcontrolelamp

2

verlichting

L = 38

ZEKERINGENTABEL

Voeding

Verlichtings-

schakelaar

Amperes

Kleur

Bescherming

Tellerverlichting 10 A

Rood

Parkeerlichtschakelaar ----~ Stadslichten V en A Kentekenplaatverl ichti ng

j Spanningsregelaar Automaat ----)0 Schakelaar ----~ Knipperlichten

Contactslot

16 A

Blauw

Schakelaar ----~ Ruitewissermotor

Oliedrukcontrolelamp Dashboard (voltmeter en benzinemeter) Parkeerlichtschakelaar ----;; Stadslichten V en A

"+" Accu

10 A

Geel

Stoplichtschakelaar ----;; Stoplichten

i nterieurverlichting Reserve

A IV 85

16 A

1


,.

D

,

c.

.-i

'"

;:

5 ..

2S+

P=J1S

4 ..~.;:

3

2

1

8

"j

R~ Y v.7

14i

INSTALLATIESCHEMA

viR421---G.18

""

.'11 . 17

~7

A. 51.71

~

~

~

.,

I I I I

;: ~.

IQ ìi

~ ~ .. !!

;: S.

~ ~. (§ ~

I C' ::

'" ¡¡

C) tb

t. ~

¡¡

~ ::

~ tb

it -~.,

~ g

i1 ~

~

loo

..

en

?'

~

.)

Z

Ci

!: Z

m

zo

:t P

l\


):

CD CD

;¿

1 i-Ii

N

Ii

i~~l i I

iII Iii

10

L_ --

I-I 1=.1 I-I i-I 1=.1 I-I i-I

13 r- ---

iI L....I

I r'1

J r"

~ 61~ íFOV AR !-- V. 61

~ ~ tr~

I R J. ~ lr-~r-----. AR R AR ~ ~

rr rt J IV. R 27 iR 10Ç d-h--hl p pcc rI FV IR 1 1 I--ï i i iLL r.

Î ¡

12 S 12 ë

I

"l~~~ft~~g~~~ My V. J 81

~ ~ '~f~~-~: ,,~~ l i~J ~

~

:IL1~___~__ -_I'.J:1 19 fl. J\i t~ rt 61

61

12 s

61

~

vi

i

I

8

9

I

'0

1 11

.2

I

I

"

.4

I

15

I

.6

I

'7

I

'8

I

I 19

20

I

I 21

22

I

25

I

2'

I

25

I

26

I

l~ 1'~ "f '~~~~ Ll :-tF:~~

~ I ~ I J1 ï ~'~~~l~~

~ -l l iI I ~ I AR I",' AR AiR i i Mv ~ rMv t r

6

F.v

11

I

r-~-I.L ÒL.I

~ 61'

l:rliJ

vi

v;

'~-2

I N

N

T 2.ç I

PRINCIPESCHEMA

A 51-27


HANDELING No. AK. 510-00c: Montage van de elec;flscne mstatlacie

3

(Bestelwagen 3 CV - 12 volt 7/1970 ----~ 7/1973)

PRINCIPESCHEMA

~ ~

(10MSLAAN SYP I

/\ 11/ 87


HANDELING No. A Y. 510-00: Montage van de electrische insta/latie

(A Y 6 volt 9/1967 ----~ 3/1968)

LAMPENTABEL

Gebruik

Aantal

Fitting

Type

Spanning

I 1

I

Vermogen

F ra nse

norm .

I

i

Geel Grootlicht en

Dimlfcht

2

SA. 21 d

naar

6V

36/36 W

6V

15W

R

136-02

keuze

!(nipperlichten Stopl ichten

2

SA. 15 s

Grote

bollamp

R. 136-09 I

Interieur1

SA. 15 s

6V

7W

R.136-04

2

Suislamp

6V

4W

R.136-05

2

SA. 9 s

6V

4W

R. 136-33

1

SA. 9 s

12 V

1,2 W

R.136-04

veri ichting (P A)

Stadsl ichten

voor

Achterl ichten

Dashboardveri ichting

Laadstroom-

controlelamp

A IV 89

i


::

CD

--

~

5.

4

816

3~

Mr8

l J

819 l

MrB

;P,J 13

6

Mr8

8110 T

~ 1

2 R16 IfV014 iPMr8~

1 tt

R~.11

13

9

lF-BC 12

Paars Vi

Groen Ve

Rood A"

Vi4

'V ~15. R4

l-"

B14~ BIS~ 17

-R7 _..9

~Ve10

+

+

N1 + +

.,

23

BI1B R16---~ ,

-::" 'I

Vi4~ V;2~

.,lii~Mr19 ..11~

24

&~.."''' 1-. ....w:;. .. 11 .W,.

M~iiii,'

T22

21

20

19

AYTT

AYPA+++++++

Bruin Mr

Zwart N

Geel J licnlpaan My

Blauw 81

Kliurenco

Wit Be

MvIS-4

B110--

-

~ Ul

~

Ul

"' 0) !i ~

27

'-~ ~.

tô ~

~!i

I¿ à'

II Cb::

II :; ~'

.. 0

~ ~ _ Cb ~ ~

C§ "

.. ::

.. Qj

b g

26

I

c ~ ~

25

U1

~

:0

):

~

!: Z C) Z

m

C

): Z

:E

rv


;;

f8

c:

8 B.V

9 __

8

\

~3

DYN

r.

-.11

1~ YI s''

R~ AR

:T 9ri F.V

. ¡in""i "i"

~l

'ì lJ

i I i- ----, I ::'

II H_

Vi 2

lj

2~

r.

Me8

81.9

r

10

I

r+

MeB

BI10

~ulu~ ff Vrr'0

¡Z2-1- :

I

R7

---",--

,,

r~"t Ii i I

i:

V¡4

6

'?

T

i 11

T

i 12

i~ m

r

R, B15

R18

1~

I 13

I 14

r+

Me8

æo~~~~

I 15

i 16

:=Mr8 I 17

I 18

Ar Ai 1

F.V

Mf

"Ò' ~" r

Tr

'Q9' 'T 'T

2~1,. ¡:f

A;R N" 8118

I~ l--i i- ~

: AR

i I I I

i 11

BI ~

1¥~ Tl :~:¿--~-~

PRINCIPESCHEMA

I 19

20

I

~rr3

J

i 21

~

--

~

'" "',

~

I I

T

?-

B,12

u~

.:

0-

~ ':


HANDELING No. AV. 510-00: Montage van de electrische installatie

3

(A Y 6 volt 9/1967 ----~ 3/1968)

PRINCIPESCHEMA

~ \ ;OMSLAAN S.V.P. -.

A IV 91


HANDELINGEN No. AV. 510-00a: Montage van de electnsche installatie (Dyane 12 volt 9/1967 ----.; 3/1968)

LAMPENTABEL

i

Gebru i k

Grootl icht en

Aantal

2

dimlicht

Fitting

Type

Europese

Geel

norm

naar

P. 45t. 41

keuze

Spanning

12 V

Vermogen

L

Franse norm

R.136-15

45/40 W ,

Knipperlichten

Grote

R. 136-09

12 V

15 W

SA. 9 s

12 V

4W

R.136-33

SA. 9 s

12 V

1,2 W

R.136-4

6

SA. 15 s

5

1

Stopl ichten

bollamp

Stadsl ichten

voor en achter

I

Dashboard-

verlichting Laadstroorn-

controlelamp

ZEKERINGENTABEL

(Zie installatieschema op pag. 2)

Al\/m


2 HANDELING No. AV. 510-00a: Montage van de electrische insta/latie 9/1967 ----~ 3/1968)

(DYANE 12 volt

A. 51.16

co 0- ('0 NN

I/ -0 rN N N

'i-

mr" ~ .. '"ij .: a:

:: ~ : -0

''

~ ~ ~

''

g¡ '1

o

0-

co

''

N

I ~ ;: t~ z t~

t~rr ~ Z m -= c:

~ w

''t- :

~

NNZ irÕ'

'' '"

:I

U en w

ir

z-

¡:

~.. 0

c:

¡¡~

-, -cc Ien

"" ''

2

~ ii.. ~:i z a: ~:;

.~jlj~'~ig~~ =: aa i... aa N a: C) ~ W

N

~ ~

i- N

-0 ¡¡~

''

N

('

""

I/

A IV 94


::

~

0:

av

-I-L.

19

9

I

8

I

6

I

5

I

3

10

I

i 11

i 12

:T 9ri F.V rh ,'7I ~l M'¡lO , Mr10 i 13

, 2,'~' , ,R~7.

BI13

I B~3 rh I 6 BI.21 : L:Mt

1- _ _

I

Rf,,7

R17

~

22~

I

".' T Ai,Ai i1

i

I_..______..

i i -I

,, ,Ii

J7

12Ø

J1

------ -

, ,TI;,

I

Ai

Mt:'8

Ai

r

i

V 18 R1'9

'", - - - - .. - .- --i¡~

1

FV

Mf

R5

1~

I 14

rh

I 1S

3-11 i 16

I

17

I 18

I 19

i

20

i 21

~

', 20 1----- I

l-i5' 2~ ~ ~J Mr10

r ~ rt ml

R4

Mv", Ve16 ..15 Bc14

- 1

_~._m_~

~~.~~ 12Ø .

15

¡t_. :.~;. --i.

1-1--- --

N2

rï: AR "n B~21 2¿¡ AR

" rt ! _nj ..~O I

'l3 Vif'2

,irt- _11_ _rt _,

:~ :

T

~

16((

N6

R6 817

~

..20 iIi rt ~~H__~ :Z1_ '-Ri~1_ ..ro1M;¡22 - - ~,-.J-.~

IIi II:i i r I ,

..8

DYN

'~ rtli

2

10

Vi9

If

I

Vi6

1~

122

Vi3

2~1

6

'r

i

PRINCIPESCHEMA

~

.: 00

'-


HAN DE LI NG No. A V. 510-00a: Montage van de electrische installatie

3

(DYANE 12 volt 9/1967 ----+ 3/1968)

PRINCIPESCHEMA

OMSLAAN S.V.P.

A IV 95


tie

HANDELING No. AV. 510-00b: Montage van de electrische instal/a

(DYANE 4 (A YA) 2/1968 ---- 2/1970 - DYANE 6 (A YA 3) 1/1968 (A YB) 10/1968 ---~ 9/1969)

~

Gebruik

Grootl icht en

dimlicht

Aantal

LAMPENT ABE L

Fitting

Spanning

Vermogen

Franse norm

12 V

40/45 W

R.136-15

12 V

15 W

R. 136-09

Geel

2

P.45t.41

naar

keuze

Knipperlichten

Stoplichten

Type

6

BA. 15 s

Grote boll

amp

Stadslichten ,

voor en achter

Dashboard-

5

BA. 9 s

12 V

4W

R. 136-33

1

BA. 15 s

12 V

7W

R. 136-08

1

BA. 9 s

12 V

1,2 W

R. 136-04

verlichting I nterieur-

verlichting

Laadstroom-

controlelamp

ZEKERINGENTABEL

(Zie installatieschema op pag. 2)

A IV 97


CD CD

-:

)0

5

4

81.231

113

It$¡;l

Ifl!l!

3 ,j'...'.'

2

1

~

l.f' 81 23

,v,. :1::""

6

Verwarmin

meter-. Knipperllchtautomaat ulte~issermotor .- Benzine-

Spanningsregelaar R' .

Parkeerl ich tschakel aar Dashboard- en k en teken plaa tverl ich ti og

I J Vff

Paars Vi

Groen Ve

Rood R

Zwart N

Bruin Mr

Lichtpaars Mv

Grijs Gr

Geel J

Blauw 61

Wit Be

Kleurcod

SCHEMA D'INSTALLA TION

19

;p J 13

__R 12

P-~'~

R 20--

81 6

Vii 21

N2~

V"1~~

j-Mc 25--

J 16

24

"'

23

22

_:,:~o:" 21 ~Mc 25

817 --~

81. 4 ----

Mv5

N1

I optton

Fr_20° C

Mv 20--

33

32

31

29

28

-

~

~

~ w

I I I

~

~-

-

-. '-Co

~

i

i

~

'I

.. (1. I I I

~ ~

c. ~

~ Qt

- '"

): g. t. (1 '~.

~ .P ~ :: "' ",.

0) ¡¡

I' (1

~ ~

~ ~

tt Q3

I~

;: ~ .. ¡¡

I\ ~ ~~ :s c

i b i 0

II ..0

LJ

~

t. !'

~ ~ ~ -( 0) . Co c.

~ Z

C)

~ Z

): i

~ è? :J I' ~ .. C .. m

B l-


oo

~

~ :;

: Ii ~U

8.\L

.J

I F_V_

..25

2~ i(

--

"'

R1 "'22 ''

Gr~ 17 Grdd'"

o

lQ1t

,; ..1J~ -: _K

:_1 '-i- I

!-i

-

,_' :_1

,

J16 I

, ////J////)

I 10

I ~ I r I Mr22

I 11

I 12

I 13

I 14

I 15

3Å "'~22 28 E.Y_ FiV_

L L ,i i

Ai & 1111" i

~13 Y~ "'r I II II 'i IIIT I IIi, Ii ~ , ~ /1::,

.11,_1_ - -- BI13

F_V_

-i ARI J" BI1. Il :j

rj - ,,1,.

T

~I~ '+ , '*--~_..

J13

i

I 16

I . ,I ,, 1

· 2 'I i6~ '~1Ô ~~2~_,: ¡ r---- II i

, - - ~~;:

II I:¡Î:

i I

~7

lj

19f

~

B'.

l~~I!

--l

13~

i3

6

--~l~J 2~Vi. I lj lj Mr25 ..16 rl

2l~ T

"r

i 17

I "Qi i --

..1

J'

I 18

I 19

, cc

t

aJ'7

i

i

20

I

I 21

I 22

3~i/~ /R 15 R15 ~21

r 23

2.

,

r 25

26

I

27

,

28

~-lJ~

L11 m ".~ . j

'AA~AA l l ~f~~

:R\5 f~ '" , .., "';;" 'Ii ~i

'" i

2'

o

.j;f:

i

h ,i : -~, i I ,

L~ r i ARjl l c-~I

l---¡~~ '~ I , ""

n

¿~ T ,+. ~ ~ Q rJ ,~s ~i v.w ~ .~8 8','7 13~

I j ~---l I

-Ii

I i

I

v~2';

13Ö

i i

-I

.... .,

10

PRINCIPESCHEMA

"" A.

uu

t-


HANDELING No. AV. 510-00b: Montage van de electrische instal/a

tie 3

(DYANE 2 3/1968 ----~ 2/1970) DYANE 6 (A YA 3 1/1968 ----~ 10/1968) (A YB) 10/1968 ----~ 9/1969)

PRINCIPESCHEMA

/1 ~MSLAAN S.V.P

A iV 99


HANDELING No. AV. 510-00c: Montage van de electrische insta/latie (DYANE 4 (A YA 2) 2/1970 ----~ 9/1973 - DYANE 6 (A YB en A yeB) 9/1969 ----~ 9/1973)

LAMPENTABEL

Aantal

Gebruik

Fitting

Type

Spanning

Vermogen

Franse norm

12 V

40/45 W

R.136-15

12 V

21 W

R.136-12

Geel Grootlicht en

dimlicht

2

P.45t.41

naar

keuze

Knipperlichten Stoplichten

6

BA. 15 s

Stadslichten

4

BA. 9 s

12 V

4W

R. 136-33

1

BA. 15 s

12 V

7W

R. 136-08

1

BA. 9 s

12 V

1,2 W

R. 136-04

I nterieur-

verlichting

Laadstroomcontrolelamp

Peerlamp

ZEKERINGENTABEL

Amperes

Voeding

Verlichtings-

schakelaar

Kleur

Bescherming Dashboardverl ich ti ng

16 A

Rood

Kentekenplaatverl ichti ng

Parkeerlichtschakelaar ----~ Stadslichten V en A Spanningsregelaar

Contacts

lot

16 A

Blauw

Knipperlichtschakelaar ----~ Schakelaar ---~ Knipperlicht en

Benzinemeter Stoplichtschakelaar ----- Stoplichten

"+" Accu

16 A

Geel

Parkeerlichtschakelaar ----~ Stadslichten V en A I nterieurverl ichti ng

Reserve

16 A I

1\ i \I 1 "1


R '8

Mc 2,--

8110

~JIS~ 6 Ve1()

5

3

2

1

Kteurcod

Pilar~ Vi

Groen Ve

Rood R

Zwart N

Bruin Mr

Lichtpaars Mv

Grijs Gr

Geel J

B1auw 61

Wii Be

J2 ~ JI

Bi4 ~ 813

R6 ~ RS

12

€jo

SCHEMA D'INSTALLATION

N2

Ye 11

J 10

17

R 12;1./,\

R9~

N1

R 17-- .,

B i 6--

~Q2'8 q;..

. 27

i

J 13,... ::' '

,.~.,

MCli11,

25

,."w.',::,~

24

23

22

21

20

~-- 19 B'';~

Bt 10

R '2

Mv 17--

33

32

31

30

I~ 29

~ '-~

~ ..

.¿

I I I

~ ~

~ ëD' "-

"' ~ '-Q..~

:b S'

§ CD

I: g.

"" 9".

h C'

~ ~ 0) ~

:i§ :t ::

\: (!

~ ::

~ ~ .. :s ~ 0

~ g

Ii ic

I ~

c: .

~ 0(

~!: .. ;;

~ 2 G' ~ 2

); ~

28

A 51-64

~ è? :: rr ~ .t C

BI\


;;

i2

~

0:

IIIII-

IL

L_ _J

I

,-

1_

',-

I I

r -,

i

2

LL: ~j,

i-ff-~- --,

tI' L ~_~

,J iI Ii

II Ii

" _ _ J

i

vi

!~

I

6

.I

:I I:I I

R

i;

3~

I

9 I 10

I

"

I 12

1 ~i~: I 13

t l r*

1-- __ ~

r'lH

i

i;

i I i I L_ _ _J

'拧-3- i__

12~

--

6

I

,.

i

I, I

: ::r

l

i; J

;~

24~~ i

i

f5

I 16

i;

Mr

I

~

I

..

"I

~

AL Ll

I

II

i 21

I

U

;,~ .

i

1

j 1~: 路 "

* I :- -- - - -- -- ~

: 17L ' vi"ir",, ~ AR

J~----rt-i c~

12G 12~

I

22

i 14

i

IS

I 10

.

t~

~.

r ~ ~

~.~~-~t

.-.....--.---- . ._-.- -------

PRINCIPESCHEMA A 51 -95


HANDELING No. AV. 510-00c: Montage van de electnsche installatie

3

(DYANE 4 (A YA 2) 2/1970 ----~ 9/1973 - DYANE 6 (A YB en A yeB) 9/1969 ----~ 9/1973)

PRINCIPESCHEMA

,//L- i

~--

(, OMSLAAN ~ f1 II/ 1 n~


tie (DYANE 4 en DYANE 6 9/1973 ~ot 9/1974

HAN DE LI NG No. A Y. 510-00d: Montage van de electrische instal/a

LAMPENTABEL

Gebruik

Aantal

Fitting

Type

Spanning

Vermogen

F ranse

norm Geel Grootlicht en

2

P. 45 t. 41

naar keuze

12 V

45/40 W

R.136-15

6

SA. 15 s

Peerlamp

12 V

21 W

R.136-12

Stadslichten

4

SA. 9 s

12 V

4W

R.136-33

Interieurverlichting

1

SA. 15 s

12 V

7W

R.136-08

1

SA. 9 s

12 V

2W

R.136-34

1

SA. 9 s

12 V

1,2W

R. 136-04

dimlicht

Kni pperl ichten

Stopl ichten

Dashboardverlichti ng l' z :; -'

Oliedruk-

::

controlelamp

::

z"i "i

., N '" '"

ZEKERINGENTABEL

UJ

o en o

z"i

I0.

UJ

a:

Voeding

Amperes

Kleur

"+" Accu

10 A

Geel

Sescherming Schakelaar ----- Stoplichten

I nterieurverlichting Spanningsregelaar ("+" klem)

Schakelaar ----- Ruitewissermotor

Contactslot

16 A

Slauw

Automaat ----- Schakelaar ----- Knipperlichten

Oliedrukcontrolelamp Senzinemeter ----- Tankvlotterweerstand

Thermische voltmeter

Verlichtings-

10 A

Groen

Dashboardverlichting Stadslichten links voor en achter

10 A

Rood

Stadslichten rechts voor en achter

schakelaar ( Lichtpaars

merkteken)

62HV - 33


5

4

3

2

1

;p B I

~Mr

Groen

ñood

Kleurc;ode W" 81auw Gr,)1 Geel Bruin i,chipaars Zwa'!

BI

7l

Be

~

t..,.,,:::;,.

': tl¡flJ

Be B' G' J M, M.

.. r~::::::;,,:

0:;::::::::. 6 ,'... /tiJ

10

26

~

c.

o

c.

uu

~ ..

eÖ 0'

~ ((

CO (I

o ~ ~ ~

v.u'.,.,....,..,' v.

.. ~ ~ -. c. :J

CO C' ëë. __

(J ..

nn Q.

:: -

-. (I ), (I

tt Q.

:J ~

(I ""

nn cc .. (I

:: ¡¡

~ g

tt :¡

If

uu

.. o ~

:o

))

CO ii -~

20

25

t:

J ."..,,,.,.,, ,.... J ..

:11 ~:f

17

!: Z c; Z

om

Z

x ))

R R BI .'. BI

14

15

I\


,,-'-i,, ,,-'-,,I

8_V_

L_ _J

1- !

,-,

,_, '-' i I

,1-,I

13

N

U:.. ~¡

i. .,,

7 ri

~. ¡qu:

~'

N_ _ ~Q _ _ n R

ug~

RI

X Mv

I ~--Ô

I 19~ ¡ ~

2~

I

JR

~c

I

m

I 10

I 11

I 12

t2~ y

~ I ~,'

JR

r:

'-"--~..

~22_¡ _ ~

I

Mv

L__ _J

,, ,,I ,, I, r~J- _N_ _

14g

~31

¡

I 13

I

l'

1

F_V_

: i M1r

II

;9 --: l;

Mr

~

1

'~

I 15

- ~--._.-----

PRINCIPESCHEMA

, 16

oeM.

REP HANDBOEK 621-4 AANVUL L iNC ,

i.

EI,

~r_

6'" !i" r

I 17

18 19

20

I 21

26

Ffr . __ ~_Gr-

111 .~ Mr-1 ~ , MrI II , I23 ,2.; is 22

2~2~2~ tl ~ ~ ~=~~

kI AR I... I ii.

:k~ ~v f---

1 i~

*I

1~~ lR

rl

¡___l_J "

,

141 ~~._.---l.---14Ô 14Ö i

I -. ~.i ))_) ~

I ~-- ~-t.~-1 ~

~

o

..

'"

(J


tie (DYANE 4 en DYANE 6 9/1973 tot 9/1974)

HANDELING NO. A Y. 51 o-OOd: Montage van de electrische instal/a

PRINCIPESCHEMA

OMSLAAN S.V.P.

3


tie (DYANE 4 en DYANE 6 vanaf 1974)

. .4IELING NO. A Y. 51~OOe: Montage van de electrische instal/a

LAMPENTABEL

Hoeveelheid

Omsehrijving

Fitting

Spanning

Franse norm Internationale

Vermogen

norm P.45 t.41

12 V

45/40 W

R.136-15

BA.15s/19

12 V

21 W

R.136-12

P.25/1

4

BA.9s

12 V

4W

R.136-33

T.8/4

Binnenlieht

1

BA.15s

12 V

7W

R.136-08

Dashboardverliehting

1

BA.9s

12 V

2W

R.136-34

T.8/2

BA.9s

12 V

4W

R.136-33

T.8/4

Groot/dimlieht

2

Clignoteur voor en aehter

4

Stoplieht

2

Stadslieht voor en aehter

Controlelampje voor: - Oliedruk

1

- Alarmverliehting

1

- Nivoeode vanaf 9/1976

1

C)

z

:: ..

:J '" Z

ZEKERINGENTABEL

"" ""

'r N '" '"

Voeding

Kaliber

Kleur

Liehtsehakelaar

10 A

Groen

Liehtsehakelaar

10 A

Rood

W

o (! o

z""

i

0. w

Beseherming Stadsliehten links voor en aehter 1

. . tot 9/1976

Dash boardverliehti ng

CI

Stadsliehten reehts voor en aehter

tot 9/1976

Stadsliehten reehts en links voor en aehterl

. . vanaf 9/1976

Dashboardverliehting Binnenlieht Stoplieht + Aeeu

10 A

Geel

Clignoteur als alarmverliehting Controlelampje als alarmverliehting

Controlelampje Nivoeode vanaf 9/1976

Spanningsregelaar Ruitewissermotor + Aeeu

16 A

Blauw

Clignoteurs voor en aehter

Controlelampje oliedruk (Dyane 6) Voltmeter en benzinestandmeter -

621-V - 37


5

4

3

2

1 P ::~:

Groen Va

Rood R

Zwart N

Licht pas,s Mv

Gael J Bruin Mr

Kleurloos Ie

Griis Gr

Blauw BI

it Be

Kleurcode

81

7l

Be

t.Wit

"',.; ~::;/?: 6 ....... ...'.'..,....... ~~. !r~iir

12

10

::~:'

v.==v.

14

15

INST ALLA TIESCHEMA

:I,~~

17

~

M~ :~J.~~I~r~wV

R~'I.

16

20

Mv~

26

25

~

'"

c..

c.

'-

uu

~ eD.

~ ~

:: ~

(0 en

!! :ï

~ CD

"" 0 II ::

0) (;.

rt Q. ..

~ ~ :: CD

c: 1t

~ ~

.. ""

rt ~

~ :: :: II

-c: s: 0

~

i

oo

~ o

UI

:o

t: ~

!: Z C) Z

m

C

Z

:¡ ~

r\


. '"

- ..

4:11111111111 l "

o~

, ..

.:sC;.'" u r (I

00 ~

,I ,

u: 'l ; ::\..'\(:,

w"-0.-"

v

01

((

.'/':-¿. .

i

ru ~?'

,.. - J ',;(", ¡U:'

-' ó C,' * ..

,~

co

. ..

01

'1-'-- or~: f.

--1i

~;

:J ~_.~- J

'Lio,.

OJ j

rv. . 'rf-~~

- .~i:

- --+ i ~.

¥ --y' ~ .

w '-I". ,

-Q

'-L:-~~t_' ~. L- r..,

ø

oc

:: w J:

o

w

Z a:

Q.

+

J. -i1. -+ : ~ CCl=

-" tt

.. ,- , 'I ~-~

____J

+-.. fì-

wj

0/ a- -o:(-t/!-~

0: '/ ,. i

:- ".r:

I'-~~~ '. -

01

ll

+,

, r ~~

\/ '..F- T

to

I. ~ i

~(- ~'~~ ~ /-?

0:

_.L--'-

L-t,L-~ ~

n

a-

"''

01'+ -Q t ,.

:7

L'; ..

Q.

o

. ~

" s -C~ ==--;

oo~- 1

t ~ ¿;C~~

~ --:J-- +

.

.. -

-~

- -'C-;i- - ~-L-~O ç-

L';~,f-~rf.:--~,,' "_

.. I ,,. I

+ +.414,/ H-:;L H,~-+ ,-~ -~-)~~:jJ-+ + +~--Õ~0U.l + ~.:----1__ "L~)- n .. 01::,Ç~"!; p-

o-!~..~. Wr¿ 01......((1--" 'or9-

r:J-

--~-s(~v~J.".:--8-,,(-a- Qo --"-(-J,/: il,' .. .. T _-~--~--_ 0: "'- I

,~ Y/u '-"f- ~-~~_ "~\6rAf v, a- ---L,-\\ i ___ 0:l1+

:0

U1

W

-T-cr~1 0,,- ,

"' ,:1 ~ j~ ~ ~

~-c+.-ò ~-~1 ~ -; . i~,: ~;:¿; ¡l,

v

-~L.,';--a---- --:lC4.//'H 1

/I

i

L-_~_- ---r.:=-- u. ~,-.:,~~j

'-Y ¡ I

L(..1J (H :0

T--------_.

ö--L :;:

i

-

~~ (,~

--

I

621-IV-7

-- -

-- -------(c- . .J --~:

L

_J L

'L v--o-';L

-1:-- :; --(.J/-J '

l(

--- 0._ ru !._~ r= i

=: :t~ J d'\or rt A

c'

"


HANDELING No. A Y. 510-00e: Montage van de electrische installatie DYANE 4 en DYANE 6 vanaf 9/1974

PRINCIPESCHEMA

OMSLAAN SVP.

Hand. AV. 510-0Oe

3


tie

HANDELING No. A V. 510-001: Montage van de electrische instal/a

Hand. AV. 510-001

(Bestelwagen 3CV "Acadiane")

LAMPENTABEL

Internationale norm

Aantal

Fitting

Spanning

Vermogen

Franse norm

Koplamp

2

P.15 t.41

12 V

45/40 W

R. 136-15

Knipperlichten V en A

4

SA.. 15 s/19

12 V

21 W

R.136-12

P.25/1

Stop- en achterlichten

2

SAY.15 d/19

12 V

21/5 W

R. 136-12

P. 25/2

Stadslichten V

2

SA. 9 s

12 V

4W

R. 136-33

T. 8/4

Kentekenplaatverl i chti ng

1

SA. 9 s

12 V

4W

R. 136-33

T. 8/4

Interieurverlichting

1

SA. 15 s

12 V

7W

R. 136-08

- Oliedruk

1

SA. 9 s

12 V

4W

R. 136-33

T. 8/4

- Alarmknipperlichten

1

- Remvloeistofniveau

1

SA. 9 s

12 V

4W

R. 136-33

T.8/4

SA. 9 s

12 V

2W

R. 136-34

T. 8/2

Toepassing

Controlelampen:

Controlelam pen: - Knipperlichten

1

- Koplampen

1

Dashboardverlichting

1

ZEKERINGENTABEL

Voeding

Kaliber

Kleur

"+" accu

16 A

Slauw

(via stuurslot)

Sescherming Ruitewisser Spanningsregelaar Controlelampen voor oliedruk en remvloeistofniveau Knipperlichten en controlelamp Voltmeter en benzinestandmeter

"+" accu

10 A

Geel

Stoplampen Interieurverlichting Knipperlichten en alarmknipperlichtinstallatie

Lichtschakelaar

10 A

Rood

Dashboardverlichting Stadslichten en achterlichten Kenteken plaatverl ichting

621-IV-9


o

;:

~

CD

S~ß-BI \L~M-

d3Jve

4 =Mr.F.Gr

3JR

3JJ

~ R --ll

2 ~=-r.F.Gr ~J ~ve~

1~ß-BI ~~Mr

Be

rV

60

8

J t--=J-J J

B I ji=HB i

16 R -¡--Ji R

13

~

~

INST ALLA TIE

N--Q -- 0

L R -- ~" 28

1:026 ~~~27

SCHEMA

34

3S

BI~ R¿~

"~~

BI-c

Mv~~ R -c Q9 Q9 33

IV

o

In

~

(j¡-

~ ~

~: s. '"

II CD

9: g.

2 a.

;; Q.

'" èD

C) CD

Co g.

:J :J

~ Qj

- CO ~ CD

æ- Q)

gg :J

-tt :s 0

~

uu

..

;'

)0

~

Q

Z Z

C m r-

Z

)0

:x

I\


A.51-122

10

R

'3~

L. _ _ J

--èèZ--~~-"

61 I

,,T:.., ' ,,:, ,,

r:ir~

l Mv

J

--~

BI

Î "1116 iF.Gr f N

1- - -- -Beig;guel

D~ J R

Q16

~

7

R

I 9i 10

F.Ve-

I

2

,

rî 37~

,

Mr

AR

Mr

I

v.

L!

361

rr

v.

i

..

I

20

i

30

i7 i7~

r ". ~ I

:i Ti Ti ~4~4~ 1 Tr i

i

¡ Ie.

II

I Ll

123

I eBI

i I

Tl

Q'

r

I ïi i

J i I R

,¡ : lIC '

L 2 --rtrl1 : 1_-1:: l:j~--~ 24 ::::LÎ f'26 AR

l T 1 · r.i::-'íJq ".~'-:t-.

Ve

r~_.. .~29. _.. .~';l.

t22k 10 :,7 "', "" "'i~! iì 25 T

'1' i-tt-~. ¡pi i !

~-L---&- \j

L--_.U

, " L_ _.I I

,,, - :', ,, ,-, ,, - ,' ,-, ,,,-' , ,,,_- I',, ,-, ,,,_, - ', , "

+~ 13 -,

'r1 ~

28 r-!!-

N

PRINCIPESCHEMA

REP HANDBOEK A 621-IV - AANVULLING 2


HANDELING No. A Y. 510-001: Montage van de electrische instal/atie

(Bestelwagen 3 CV "Acadiane")

PRINCIPESCHEMA

OMSLAAN S.V.P. \ r " I."

Hand. A Y. 51O-0Of

3


HANDELING NO. AM. 510-00: Montage van de electrische instal/a

tie

Hand. AM. 510-00

(AMI 6 tot 5/1966) LAMPENTABEL

Aantal

Omschrijving

Type lamp

Europese code P 45 t 41 (geel of wit) 6 V 45/40 W

Groot/dimlicht

2

Parkeerlicht voor Kenteken plaatverl ichting

5

Clignoteur voor

2

Clignoteur achter

2

Parkeerlicht achter en stoplicht

2

BAY 15 d/19 - 6 V - 18/4 W (ballon ø = 25)

Binnenlicht

1

BA 15 s - 6 V - 7 W

Verlichting kilometerteller

1

BA 95- 6 V - 1,5 W

Laadstroomcontrolel am pje

1

BA 9 s - 12 V - 1,5 W

2

BA 9 s - 6 V - 4 W

BA 15 s - 6 V - 15 W (ball

on)

BENAMING VAN DE ONDERDELEN 1

Koplamp rechts voor

2

Koplamp links voor Wegclaxon Stadsclaxon Clignoteur rechts Clignoteur links Bobine Ontsteking Accu Spanningsregelaar Dynamo motor Start Stoplicht schakelaar Ruitewissermotor Contactslot

3 C)

z

4

:J

--

5

Z

6

:: ;; --"i N

7

~

8

'"

9 10

W

oaJ o Z

iIi --

11

w

12 13 14 15

CI

62HV - 41

Lichtschakelaar en claxon Ruitewisser schakelaar Laadstroomcontrolelam pje Parkeerl ichtsch akelaar

20

Clignoteur schakelaar Benzinestandmeter Dashboardlamp Binnenlicht

21

22 23 24 25 26 27 28 29 30

Draad

Draadnummer

Voor

1

Voor

16 17 18 19

2

Benz i nestand meterweerstan d Clignoteur rechts achter

Rechter achterlicht en stoplicht rechts Kenteken plaatverl ichti ng

Linker achterlicht en stoplicht links

Clignoteur links achter Accessoi riek lem

Aanduiding van de draad

Kleur kousje zwart zwart zwart zwart zwart zwart .zwart zwart

paars rood paars paars paars

Startmotor (12) naar voeding lichtschakelaar en claxon (16) naar contactslot (15)

naar accu klem (30) naar ruitewisserschakelaar (17) naar stoplichtschakelaar (13)

naar parkeerlichtschakelaar (19) naar aansluiting achter Contactslot (15)

naar bobine (7) (+aansluiting) naar benzinestandmeter (21) naar clignoteurschakelaar (20) naar laadstroomcontrolelampje (18)


2 HANDELING NO. AM. 510-00: Montage van de e/ectrische instal/atie (AMI 6 tot 5/1966)

Draad

Draadnummer

Kleur kousje

Voor

3

Voor

4

Voor

5

Groen Groen Geel Geel Rood Rood Groen Groen Rood Licht paars Licht paars Blauw Rood Bruin

Voor

6

Voor

7

Voor

8

Blauw Blauw

Voor

9

Wit Wit

Voor

10

Voor

11

Blauw Blauw Rood

Voor

12

Blauw Blauw Blauw

Voor

13

Wit

Blauw Voor

14

Voor

15

Dynamo naar regelaar

16 17 18

Aanduiding van de draad Lichtschakelaar en claxon (16) (dimlicht) naar Rechter (1) en Linker (2) koplamp Lichtschakelaar en claxon (16) (groot licht) naar rechter (1) en linker (2) koplamp Parkeerl íchtschakelaar (19)

naar rechter koplamp (1) (parkeerlicht)

naar aansluiting achter Parkeerlichtschakelaar (19) naar linker koplamp (2) (parkeerlicht)

naar aansluiting achter Lichtschakelaar en claxon (16) naar parkeerlichtschakelaar (19) naar dashboardverlichting (22)

naar aans!uiting achter Lichtschakelaar en claxon (16) naar stadsclaxon (4) Lichtschakelaar en claxon (16) naar wegclaxon (3) Ruitewissetschakelaar (17) naar ruitewissermotor (14) Laadstroomcontrolelampje (18) naar "DYN" aansluitíng regelaar (10) Clignoteurschakelaar (20) naar rechter clignoteur (5)

naar aansluiting achter Clignoteur schakelaar (20) naar linker clignoteur (6)

Wit

naar aansluiting achter

Rood Rood Blauw Blauw Geel Geel Rood Rood Zwart Zwart Zwart

Stoplichtschakelaar (13)

naar aansluiting achter - aansluiting bobine (7) naar ontsteking (8) EXC aansluiting regelaar (10) naar EXC aansluiting dynamo (11) DYN aansluiting regelaar (10) naar "DYN" dynamo (11) Massa regelaar (10) naar massa op versnellingsbak en dynamo (11)

Achter

10

Achter

5

Achter

6

Achter

7

Achter

12

Blauw Blauw

Aansluiting achter

Achter

13

Wit

Aansluiting achter

Aansluiting achter naar binnenlicht (23)

Achter

14

Achter

15

Losse draad

20

Groen Licht paars Licht paars Licht paars Licht paars Licht paars

Blauw Rood Rood Geel Geel Zwart Zwart

Aansluiting achter naar rechter achterlicht (26)

Aansluiting achter naar linker achterlicht (28)

Aansluiting achter

naar kentekenplaat (27) naar clignoteur rechts achter (25)

naar clignoteur links achter (29)

Aansluiting achter

naar stoplicht rechts (26) en links (28) Benzinestandmeterweerstand (24) naar meter (21) Accessoirieklem (30) naar ruitewissermotor (14)

621-IV- 42


ê-

w

~

~ t:

'"

6

2

7

1

BI15

8

3

AMB

AM ++++++++++

AM~ AMB

9

12

N1

10

30

N1

14

REP.HANDBOEK 621-4 AANVULLING I

18

'"

R7~22

RS

~I~~19 Yo

R11

Vi2~

N1

17

BII~

16

15

, .. 1S

24

"'",lot

t ,.

i ~ t ~

29

++++~ !t 27

My 7 :.:

: ~

f.., + +

-C====.=J

I ( ~---

IBe7

1~26 '----..\i

",fC~

.:

~ uu ~

..

(.

uu

.. '? 0 0

¡¡

:.

tt

~

:: II

(b.

~

!i

o,

5.

Q)

:J

o

Q.

¡¡.

CD

~ Q)

OJ Q)

(0 Q.

.. =:

-

o Q) - '0 OO Q¡

OJ ¡¡ _ cc

~ g

): ~

~

'?

uu

..

¡¡

~ :.

z

c;

iZ

m

zC

:.

::



tie (AMI 65/1966 tot 5/1968) (behalve AMF-PA)

Hand. AM. 510-008

HANDELING NO. AM. 510-ooa: Montage van de electrische instal/a

LAMPENTABEL

Omschrijving

Hoeveelheid

Groot/dimlicht

2

Clignoteur voor

2

Lam ptype

Europese code P 45 t 41 (geel of wit) 12 V - 45/40 W

BA 15 s- enkele draad - 12 V - 15 W (grote ballon) Clignoteur achter

cc

z

:J

..

:; ;:

Dashboardverlichting

1

BA 9 - enkele draad - 12 V - 2 W F.B.

Parkeerlicht voor

2

BA 9 s buislampje - 12 V - 4 W (buisje ø 10)

Kenteken plaatverl ichti ng

2

BA 9 s buislampje - 12 V - 4 W (buisje ø 10)

Binnenlicht

1

SA. 15 s - enkele draad - 12 V - 7 W (kleine ballon)

Achter- en stoplicht

2

BAY 15 d/19 - 2 draden - 12 V - 18/4 W (ballon ø 25)

Z

--"i N

co

:.

.-

w

om o

z

--

I

0. w

CI

62HV - 45


tie

2 HANDELING NO. AM. 510-008: Montage van de electrische instal/a

(AMI 6 5/1966 tot 5/1968) (behalve AMF-PA)

BENAMING VAN DE ONDERDELEN

1

Rechter voor clignoteur

16

Contactslot

2

Rechter koplamp

17

Lichtschakelaar en claxon

3

Bobine

18

Ruitewisserschakelaar

4

Linker koplamp

19

Parkeerl i chtsch akelaar

Linker voor clignoteur

20

CI ignoteurschakelaar

Claxon Ontsteking Accu Wisselstroomdynamo

21

Weestand benzinestandmeter

22 23 24

Thermische voltmeter

10

Startmotor

2S

Binnenlicht

11

Spanningsregelaar

26

Rechter achter clignoteur

12

Zekeringenkastje

27

Rechter achter- en stoplicht

13

Stoplichtschakelaar

28

Kenteken pi aatverl ichti ng

14

Ruitewissermotor

29

Linker achter- en stoplicht

1S

Accessoirieklem

30

Linker achter clignoteur

5 6 7 8 9

-

.,

Draad

Draadnummer

Voor

1

Voor

Voor

Voor

Dasnboardverlichting Benzinestandmeter

Benaming van de draden

Kleur kousje Zwart Zwart Geel Zwart Zwart Geel Zwart Zwart Zwart Zwart

Startmotor (10) naar wisselstroomdynamo (9) (+aansluiting) naar zekeringenkastje (12) (zekering no. 1)

3

Paars

Contactslot (16)

4

Blauw Rood Blauw

naar zekeringenkastje (12) (zekering no. 2) naar bobine (3) (+ aansluiting accu) Zekeringenkastje (12) (zekering no.2) naar spanningsregeleaar (11) (+aansluiting) naar ruitewissermotor (14) (autom. afslag) naar ruitewissermotor (18) naar clignoteurschakelaar (20) naar thermische voltmeter (22) naar benzinestandmeter (24) Lichtschakelaar en claxon (17) naar zekeringenkastje (12) (zekering no. 3) Zekeringenkastje (12) (zekering no. 3) naar parkeerlichtschakelaar (19) naar dashboardverlichting (23)

2

Paars Rood Zwart

Paars Paars Paars Licht paars

Voor Voor

6

Voor

7

Rood Rood Blauw Rood Bruin Blauw Blauw

naar contactslot (16)

naar lichtschakelaar en claxon (17)

Zekeringenkastje (12) (zekering no. 1) naar stoplichtschakelaar (13)

naar accuklem (15) naar parkeerlichtschakelaar (19) naar aansluiting achter

naar aansluiting achter Ruitewisserschakelaar (18) naar ruitewissermotor (14) 621-IV-46


Hand. AM. 510-00.

HANDELING NO. AM. 510-008: Montage van de electrische instal/atie (AMI 65/1966 tot 5/1968) (behalve AMF-PA)

Draad

Draadnummer

Kleur kousje

Voor

8

Wit Wit

Losse d raad

9

Blauw Blauw

Voor

10

Groen Groen Groen

Voor

11

Geel Geel Geel

Voor

13

Groen Rood Licht paars Rood Rood Groen

Voor

14

Voor

15

Wit

Blauw Wit

Voor

16

Voor

17

Losse draad

18

Losse draad

19

o

Losse draad

20

iIi

Losse draad

21

Losse draad

22

Losse draad

23

Losse draad

24

CJ

z

:ยก .. ='

:;

zc( c(

'i N '" '"

W

oCD Z

c(

w a:

Achter

2

Achter

6

Achter

6

Blauw Blauw Blauw Rood Rood Geel Geel Bruin Bruin Bruin Bruin Bruin Bruin Bruin

Bruin Bruin Bruin Bruin Zwart Zwart Bruin

Licht paars Bruin Wit

621-IV - 47

Benaming van de draden

Lichtschakelaar en claxon (17) naar claxon (6) Bobine (3) naar stroomverdeler (7) Lichtschakelaar en claxon (17)

naarrechter koplamp (2) (dimlicht) naar linker koplamp (4) (dimlicht) Lichtschakelaar en claxon (17) naar rechter koplamp (2) (grootlicht) naar linker koplamp (4) (grootlicht) Parkeerl ichtschakelaar (19)

naar linker koplamp (4) (parkeerlicht) naar aarrsluiting achter Parkeerschakelaar (19) naar rechter koplamp (2) (parkeerlicht) naar aansluiting achter Clignoteurschakelaar (20) naar rechter voor-clignoteur (5)

naar aansluiting achter Clignoteurschakelaar (20) naar rechter voor-clignoteur (1)

naar aansluiting achter Stoplichtschakelaar (13) naar aansluiting achter Wisselstroomdynamo (9) (EXC aansluiting) naar spanningsregelaar (11) (EXC aansluiting) Spanningsregelaar (11) naar massa (versnellingsbakdeksel) Linker voor-clignoteur (5) naar massa (bumperplaat) Linker koplamp (4)

naar massa Rechter koplamp (2) naar massa (bumperplaat) Rechter voor-clignoteur (1) naar massa (bumperplaat)

Bumperplaat (massa) naar massa (oliecarter) Aansluiting achter naar binnenlicht (25)

Aansluiting achter naar kentekenplaatverlichting (28) (type AM) Aansluiting achter

naar kentekenplaatverlichting (28) (type AMB) Weerstand benzinestandmeter (21) naar benzinestandmeter

Achter

12

Geel Geel

Achter

13

Aansluiting achter

Achter

14

Licht paars Licht paars Groen Licht paars

Achter

15

Wit

Aansluiting achter

Achter

16

Achter

17

Blauw Blauw Blauw Rood Rood Rood

naar parkeerlicht (of stadslicht) links achter (29) Aansluiting achter

naar parkeerlicht (of stadslicht) rechts achter (27) naar clignoteur links achter (30)

Aansluiting achter naar rechter achter-clignoteur (26)

Aansluiting achter naar linker stoplicht (29)

naar rechter stoplicht (27)

3


'"

..

~ ;:

'"

5

3

1

.J7

Parkeerlichtschakelaar

Spanningsregel88r ndmeter - yoltmetèr

Weerstand benzinesls

Ruitewisserschakelaar . Clignoteurschakelaar - Ruitewissers

ashboardverlichting ) Kentekenplaatverlichting

~Iadslichten voor en achier -

AM_AMB

AMB-----------

AM --+++++..........

'"

1

1 Bi3 R

10,1

8

'".

Stoplicht _ Binnenli~~~ter) - Accu klem

Parkeerlichtschakel (stadslicht voor en aar

J

Geel

,,l6

Be

R N Vi Ve Mr MY BI

Wit

Blauw

Paars Groen Bruin Licht paars

Zwart

Kleurcode Rood

N2

15

!¥ ..

14

INSTALLA TIESCHEMA

J 12

Vi~JI

R6~

Vi~:t

W)3

ai

R1~

Nj.--

J12

21

! l=

25

24

23

22

20

19

~~~ 18

~~

N'13:: 16

!~9 ) Mv13

rJ

i I I I I I I I I I I 1

ar;

28

++~ M~

,.

;; '-~

:t ~ ~ CD

~ ~ ~ ~ CD ¡¡

CD s"

ëT i

~ ëD - Q. (( .. ~ ~.

Õ ~ - CD

OJ ::

~ ii

01 tQ -. CD

OJ ¡¡

~ ::

~ ~

uu o..i oo ~

.ir

z p

C)

p-

i

m

C

.Z %

~


tie

HANDELING NO. AM. 510-00: Montage van de e/ectrische instal/a

Hand. AM. 510-oob

(AMI 6: AMF-PA vanaf 10/1976) LAMPENTABEL

Omschrijving

Hoeveelheid

Lamptype

Groot/dimlicht

4

Europese code P 45 t 41 (geel of wit) 12 V - 45/40 W

Clignoteur voor

BA 15 s - enkele draad - 12 V - 21 W

Stoplicht

2 2 2

Dashboardverlichting

1

BA 9 s - enkele draad - 12 V - 2 W

Parkeerlicht voor

2

BA 9 s - buislampje - 12 V - 4 W (buisje ø 10)

Achterlicht (kentekenplaatverl ichting)

2

BA 15 s - enkele draad - 12 V - 5 W

Binnenlicht

1

BA 15 s - enkele draad 12 V - 7 W

Clignoteur achter

BENAMING ONDERDELEN

CJ

z

:¡ ..

1

Rechter voor clignoteur

19

Contactslot

2

Buitenste rechter koplamp

20

Lichtschakelaar en claxon

3

Binnenste rechter koplamp

21

Ruitewisser schakelaar

4

Bobine

22

Parkeerlicht schakelaar

5

Binnenste linker koplamp

23

Clignoteur schakelaar

6

Buitenste linker koplamp

24

Voltmeter

7

Linker voor clignoteur

25

Dashboardverlichting

8

Claxon

26

Variabele weerstand voor dashboardverlichting

9

Ontsteking

27

Benzinestandmeter

10

Accu

28

Variabele weerstand voor benzinestandmeter

11

Wisselstroomdynamo

29

Binnenverlichting

12

Startmotor

30

Rechter achter clignoteur

13

Spanningsregelaar

31

Rechter stoplicht

14

Zekeringenkastje

32

Rechter achterlicht en kentekenplaatverlichting

15

Stoplichtschakelaar .

33

Linker achterlicht en kentekenplaatverlichting

16

Ruitewissermotor

34

Linker stoplicht

17

Accuklem

35

Linker achter clignoteur

18

Koplamp relais

36

='

:;

z--

4(

'i

¡; '" '"

w

0 '" 0 Z

--

I

Ii

w a:

621-IV - 49

. Stuurslot (extra) .


2 HANDELING NO. AM. 510-0Ob: Montage van de e/ectrische ins

tal/a

tie

(AMI 6: AMF-PA (vanaf 10/1976))

Draad

Draadnummer

Kleur kousje

Voor

1

Zwart Zwart Zwart Geel Zwart Zwart Geel Zwart Zwart Zwart Zwart

naar accuklem (17) naar parkeerlichtschakelaar (22)

3

Paars

Contactslot (19)

4

Rood Blauw Blauw

naar bobine (4) (+aansluiting) naar zekeringenkastje (14) (zekering no. 2) Zekeringenkastje (14) (zekering no. 2) naar spanningsregelaar (13) (+ aansluiting) naar voltmeter (24) naar benzinestandmeter (2) naar clignoteurschakelaar (23) naar ruitewisserschakelaar (21)

Voor

Voor

Voor

2

Paars Paars Paars Paars Zwart Rood Voor

5

Voor

6

Licht paars Rood Rood Blauw Rood Rood Rood Blauw Blauw

Voor

7

Voor

8

Voor

9

Wit Wit

Voor

10

Voor

11

Groen Groen Groen Geel Geel Geel Geel

Voor

12

Voor

13

Voor

14

Wit

Geel Geel Rood Rood Groen Groen Rood

Licht paars 15

Voor

16

Blauw Blauw Blauw Wit

Blauw Wit

Benaming van de draden Startmotor (12) naar wisselstroomdynamo (11) naar contactslot (19)

naar zekeringenkastje (14) (zekering no. 3) naar lichtschakelaar (20) en claxon naar relais (18) (aansluiting 1) binnenste koplampen Zekeringenkastje (14) (zekering no. 3) naar stoplichtschakelaar (15)

naar aansluiting achter

naar ruitewissermotor (16) automatische afslag Lichtschakelaar (20) en claxon naar zekeringenkastje (14) (zekering no. 1) Zekeringenkastje (14) (zekering no. 1) naar parkeerlichtschakelaar (22) naar variabele weerstand (26) dasboardverlichting naar variabele weerstand (26) dashboardverlichting naar variabele weerstand naar dash,boardverlichting (25) Ruitewisserschakelaar (21) naar ruitewissermotor (16) Lichtschakelaar (20) en claxon naar claxon (8) Lichtschakelaar (20) en claxon naar buitenste rechter koplamp (2) (dimlicht) naar buitenste linker koplamp (6) (dimlicht) Lichtschakelaar (20) en claxon naar buitenste rechter koplamp (2) (grootlicht) naar buitenste linker koplamp (6) (grootlicht) naar koplampreJais (18) (aansluiting 3) Relais (18) van de binnenste koplampen naar binnenste rechter koplamp (3) naar binnenste linker koplamp (5) Parkeerlichtschakelaar (22) naar buitenste rechter koplamp (2) (Iooplampaansluiting)

naar aansluiting achter Parkeerlichtschakelaar (22)

naar buitenste linker koplamp (6) (loopJampaansluiting) naar aansluiting achter Clignoteurschakelaar (23) naar rechter voor clignoteur (1) naar aansluiting achter Clignoteurschakelaar (23) naar linker voor clignoteur (7) naar aansluiting achter

621-IV - 50


hand. AM. 510-oob

HANDELING NO. AM. 510-00b: Montage van de electrische installatie

AMI 6: AMF-PA (vana' 10/1967)

CJ

z

:ÂĄ ..

Draad

Draadnummer

Kleur kousje

Voor

17

Losse draad

18

Rood Rood Blauw Blauw

Losse draad Losse draad Losse draad

19 20 21

Losse draad

22

Licht paars Geel Geel Bruin

Losse draad

23

Losse draad

24

Bruin

Losse draad

25

Bruin

Losse draad

26

Bruin

Losse draad

27

Losse draad

28

Bruin

Losse draad

29

Bruin

Losse draad

30

Bruin

Losse draad

31

Bruin

='

:;

z4( 4(

'i N '" '"

iIi

Regelaar (11) (massa aansluiting) naar massa (versnellingsbakdeksel) Rechts van clignoteur (1) naar massa (bumperplaat) Buitenste rechter koplamp (2) (parkeerlicht) naar massa (bumperplaat) Buitenste rechter koplamp (2) naar massa (bumperplaat) Binnenste rechter koplamp (3) naar massa (bumperplaat) linker voor clignoteur (7) naar massa (bumperplaat) Buitenste linker koplamp (6) (parkeerlicht) naar massa (bumperplaat) Buitenste linker koplamp (6) naar massa (bumperplaat) Binnenste linker koplamp (5) naar massa (bumperplaat)

Bumperplaat

2

Zwart

Aansluiting achter

, Achter

13

Aansluiting achter

Achter

14

Groen Licht paars Licht paars Licht paars

Achter

15

Blauw Blauw

Aansluiting achter

Achter

16

Wit

Aansluiting achter

Binnenverlichting (29)

17

621-V - 51

Relais (18) binnenste koplampen) naar massa Wisselstroomdynamo (11) (EXC aansluiting) naar regelaar (3) (EXC aansluiting)

Achter

4(

w a:

Stoplichtschakelaar (15) naar aansluiting achter Bobine (4) (-aansluiting) naar ontsteking (9) naar contactslot (36) (extra) Contactslot (36) (extra)

naar massa (oliecarter)

W

om oz

Benaming van de draden

Achter

32

Losse draad

33

Blauw Rood Rood Rood Geel Geel Bruin

naar rechter achterlicht (kentekenplaatverlichting (32)

Aansluiting achter naar links achter (kentekenplaatverlichting) (33)

naar rechter achter clĂ­gnoteur (30)

naar linker achter clignoteur (35)

Aansluiting achter naar rechter stoplicht (31)

naar linker stoplicht (34) Weerstand (28) benzinestandmeter naar benzinestandmeter (27)

Weerstand (28) benzinestanmeter naar massa

3


'"

'"

~ ;:

'"

.~

23

IrBI1

7

6

5

4

Mr 26

3 .§-J12

Mr2

v.io

2 ¡¡J"

1

116J

~9

_,ol8

Parkeerlicht sch k

spanningsregenizinestandmeter - Voltm

Weerstand be . gnoteurschakelaar

aar eter-

RUltewissers - Cli

. ardverlichling Kentekenpl aatverlichting en achier)- Dashbo

(stadslicht voor aar

Parkeerlichtschakel

enverlichting _ stoplicht _ binn t. voar en achter) Accu klem a elaar (stadslich

15

IOA-!IU. BJxa -I

A M F _ PA

PRINCIPE SCHEMA

17

--~

._--~

R 6 I--.:'E;;

21

25

23

22

28

20

~ N2

29

27

~ :w~ .~-' 26 -ß"..':

r-~

R7=Vri

.,~ ... -,

I~ 61 6--

iiR~;':.'. 16-i .

iN' --

i. R' N2--":: N, 19

QMv1L

,J

33

¡: "

Vl

CD

(b'

~

íi

oo :3' ~ C'

(Ö CD

'- :J

-. c;j"

00

-. ~

II 0

:J ãì

¡¡ CD

..

~ Q.

ì1 II ." :J

3: ~

). CO

~ Q)

3: 0 - :J

). ~

.. If oo 0'

UI

.p~

z

C)

iZ

m

C

Z

%

.

..


Hand. AM. 510-0Oc

HANDELING NO. AM. 510-00: Montage van de electrische installatie

(AMI 6 aile typen beha/ve AMF-PA 5/1968 tot 10/1968)

LAMPENTABEL

Omschrijving

Lamptype

Hoeveelheid

Groot dimlicht

2

Europese code P 45 t 41 - 12 V - 45/40 W (NF R 136-15)

Voor clignoteur

2

BA 15 s - enkele draad - 12 V - 15 W - (NF R 136-09)

Achter clignoteur Stoplicht

2 2

BA 15 s - enkele draad - 12 V - 21 W - (NFR 136-12)

Dashboardverlichting

1

BA 9 s - enkele draad - 16 V - 0,2 A - (NF R 1136-04)

Stadslicht voor

2

BA 9 s - enkele draad - 12 V - 4 W - (NF R 136-33)

Stadslicht achter

2

BA 15 s - enkele draad - 12 V - 5 W - (NF R 136-13)

Binnenlicht

1

BA 15 s - enkele draad - 12 V - 7 W - (NF R 136-08)

BENAMING VAN DE ONDERDELEN ~

z

:ยก ..

1

Rechter voor clignoteur

18

Contactslot

2

Rechter koplamp

19

Lichtschakelaar /Claxon

3

Bobine

20

R u itewisserschakel aar

4

Linker koplamp

21

Parkeerl ichtschake laar

5

Linker voor clignoteur

22

Clignoteurschakelaar

6

Claxon

23

Voltmeter

7

Ontsteking

24

Dashboardverlichting

8

Wisselstroomdynamo

25

Variabele weerstand dashboardverlichting

9

Startmotor

26

Benzinestandmeter

10

Accu

27

Tankvlotter voor benzinestandmeter

11

Spanningsregelaar

28

Binnenverlichting

12

Zekeringenkastje

29

Rechter achter clignoteur

13

Stoplicht schakelaar

30

Rechter achter stoplicht

14

Verwarming -200 (extra)

31

Rechter achterlicht en kentekenplaatverlichting

15

Ru itewissermotor

32

Linker achterlicht en kentekenplaatverlichting

16

Accu klem

33

Linker stoplicht

17

Stuurslot

34

Linker achter clignoteur

='

:;

z0( 0(

!N '"

'"

w

0ii 0

z0(

i

Ii

w

a:

621-IV - 53


2 HANDELING No. A M 510-0OC:Montage van de electrische delen AMI 6 al/e typen behaleve AMF-PA (5/1968 tot 10/1968)

Draad

Draadnummer

Voor

1

Voor

Voor

Voor

2

3

4

Zwart Zwart Geel Zwart Zwart Geel Zwart Zwart Zwart Zwart Zwart

Paars Rood Blauw Blauw

Paars Paars Paars Paars Rood Zwart Voor

5

Voor

6

Voor

7 8

Paars Licht paars Rood Rood Blauw Rood Rood Rood Blauw Blauw Geel

Wisselstroomdynamo

9

Voor

10

Wit Wit

Voor

11

Voor

12

Voor

13

Voor

14

Groen Groen Groen Geel geel Geel Rood Rood Rood Rood Groen Groen Rood Licht paars

Voor

15

Rood

Benaming draad

Kleur kousje

Startmotor (9) naar wisselstroomdynamo (8) (+aansluiting) naar zekeringenkastje (12) (zekering nr. 3) naar contactslot (18)

naar lichtschakelaar (19) en claxon Zekeringenkastje (12) (zekering no. 3) naar verwarming -200 (14) (extra)

naar aansluiting achter naar stoplichtschakelaar (13)

naar accuklem (16) naar parkeerlichtschakelaar (21) Contactslot (18)

naar bobine (3) naar zekerirrgenkastje (12) (zekering no. 2)

Zekeringenkastje (12) (zekering no. 2) naar spanningsregelaar (11) naar voltmeter (23) naar benzinestandmeter (26) naar clignoteurschakelaar (22) naar ruitewissermotor (15) naar ruitewisserschakelaar (20) naar verwarming -200 (14) (extra) Licht schakelaar (19) en claxon naar zekeringenkastje (12) (zekering no. 1) Zekeringenkastje (12) (zekering no. 1) naar parkeerlichtschakelaar (21) naar weerstand dashboardverlichting (25) naar weerstand dashboardverlichting (25) naar dashboardverlichting (24) Ruitewisserschakelaar (20) naar ruitewissermotor (15) Wisselstroomdynamo (8) (EXC aansluiting) naar regelaar (11) (EXC aansluiting) Lichtschakelaar (19) en claxon naar claxon Lichtschakelaar (19) en claxon naar rechter koplamp (2) (dimlicht) naar linker koplamp (4) (dimlicht) Lichtschakelaar (19) en claxon naar rechter koplamp (2) (grootlicht) naar linker koplamp (4) (grootlicht) Stoplichtschakelaar (13)

naar aansluiting achter Parkeerlichtschakelaar (21) naar rechter koplamp (2) (parkeerlicht) naar aansluiting achter Parkeerlichtschakelaar (21) naar linker koplamp (4) (parkeerlicht)

naar aansluiting achter

62HV - 54


HANDELING NO. AM. 510-00: Montage van de electrische instal/a

tie

Hand. AM. 510-0Oc

AMI 6 aile typen behalve AMF-PA (5/1968 tot 10/1968)

Draad

Draadnummer

Kleur kousje

Voor

16

Voor

17

Blauw Blauw Blauw Wit Blauw

Stuurslot

18

Wit

19

Losse draad

20

Losse draad

21

Clignoteur schakelaar (22) naar rechter voor clignoteur (1)

naaraansluiting achter Clignoteurschakelaar (22) naar linker voor clignoteur

naar aansluiting achter Stuurslot (17)

Blauw

Stuurslot

Benaming draad

naar bobine (3) Stuurslot (17)

Blauw Blauw

naar massa Bevestigingsbout schakelaar (22) Bobine (3) naar ontsteking (7)

Regelaar (11) (massa) naar massa (-pool accu)

Losse draad

22

Bruin

Verwarming -200 (massa) (extra) naar massa

Clignoteur

23

Bruin

Rechter voor clignoteur (1) naar massa (bumperplaat)

Losse draaCJ

24

Bruin

naar massa (bumperplaat)

Bruin

naar massa (bumperplaat) Linker voor clign.oteur (5) naar massa (bumperplaat) Massa (bumperplaat) naar massa (oliecarter)

Losse draad

CJ

='

z:;0: c(

'i c\ '" '"

w

occ

Clignoteur

26

Losse draad

27

Achter

2

Achter

13

Bruin

az 4(

:I Ii

w a:

linker koplamp (4) (massa aansluiting)

25

z

:ยก ..

Rechter koplamp (2) (massaaansluiting)

Achter

14

Zwart Zwart Rood Rood Rood Groen

Licht paars

Aansluiting achter naar binnenlicht (28)

Aansluiting achter naar rechter stoplicht (30)

naar linker stoplicht (33) Aansluiting achter

naar kentekenplaatverlichting of rechter achterlicht (31)

Achter

621-IV - 55

15

Licht paars Licht paars Licht paars

Aansluiting achter

naar kentekenplaatverlichting of linker achterlicht (32)

Achter

16

Blauw Blauw

Aansluiting achter

Achter

17

Wit

Aansluiting achter

Achter

28

Losse draad

29

Blauw Geel Geel Bruin Bruin

naar rechter achter clignoteur (29)

naar linker achter clignoteur (34)

Benzinestandmeterweerstand (28) naar benzinestandmeter (26) Benzinestandmeterweerstand (27)

naar massa

3


'"

on

~ ;:

'"

5

4

3

2

1

Mr 23

BI.16

Vi

Pasrs

J lai R

lot

':~=i '1

I Contacts

ZEKERINGENTABEL

(Iooplampaansluiting

claxon .. )

Lichtschakefaar en

benz.

Verwarming

l_~- _~

I I __

II ..j

: : Mr'22r

I I --I J i J J

,,

I r--

"" I,, "" I, -- VI4_.. N"2 ~~~=~~-- -- - - -~~~-~-~-~

Parkeerll~ht SC 200 . hakelaar - Stoplic . ht - Binnenverllc in

The,mische vol . hf 9 _ Accuklem _

Ruitewissers - ~~;ter _ Verwarming 200 i noteurschakel~a r WeerstBnd

Dashboa'dve,iIchting (w .nestandmete, _

Parkeerlichtscha . eerstand) kelasr (parkeerllcht v en achIer, kentekenplaat) . oor

BI 20

7l

Bc. 10..

6 II

Ve

R

N

Mv

M'

BI

Blauw

Geel Bruin Licht paars Zwart Rood Groen

Be

Wit

Kleurcode

!

, , , , I I , ,

14

13

Y Li

R13 N.2

R. N.2

" ..

15

ELECTRISCH SCHEMA

~

23

R 6-Q ".,.,...

28 J2

27

19

J28 ,"

.....~

..:."

M~r 29.... ..i......,.. d.i. ~. '". /

22

21

fT

26

25

¡Q-- 1- 24 R4.¡

Vp 1S

,- '!'\' l\ ~~~lll

BI. 6-c .".. .,.,.

N .-q~

B'.8--~ 20

Vi 3-q~. 18 N ,..--

AM_ÄMB Option f I" _20-

34

33

31

.30

29

Q)

..0)

((

o -..

..

~

Q)

(( 0)

-. II

~ ~ ~ .. ~

-- ~

~ -.

~ ~

~ ëë" CD 0

II =-

:; 0

0' ~ CD CD

~ CD

èi '" ~ ~ 't Q.

- CD

II cc

0) ¡¡

~ g

~ ~

ll

:. ~ CI .. C? o

p

z

i;

,.

m

zo

:.

%

~


Hand. AM. 510-00d

tie

HANDELING NO. AM. 510-00: Montage van de electrische instal/a

AMI 6 aile typen (vanaf 10/1968)

LAMPENTABEL

Omschrijving

Lamptype

Hoeveelheid

Groot/dimlicht

2

Europese code P 45 t 41 (geel of wit) 12 V - 45/40 W

Secondaire koplamp

2

Europese code P 45 t 41 (geel of wit)

Achter clignoteur

2

Voor clignoteur

2

Stoplicht

2

Dashboardverlichting

1

BA 9 s - enkele draad - 12 V - 2 W

Parkeerlicht voor

2

BA 9 s - enkele draad - 12 V - 4 W

Parkeerlicht achter (kentekenplaatverlichting)

2

BA 15 s - enkele draad - 12 V - 5 W

Binnenverlichting

1

BA 15 s -enkele draad - 12 V - 7 W

BA 15 s - enkele draad - 12 V - 21 W

~

z

:ยก ..

BENAMING VAN DE ONDERDELEN

:: :;

z4( .s

!'" '"

1

Rechter voor clignoteur

20

Contactslot

2

Rechter koplamp

21

Lichtschakelaar

3

Secondaire koplamp rechts (AMF-PA)

22

R u itewisserschakel aar

Bobine

23

Parkeerl ichtschakelaar

5

Secondaire koplamp links (AMF-PA)

24

Clignoteurautomaat

6

linker koplamp

25

Clignoteurschakelaar met lichtsignaal en claxon

8

Claxon

26

Variabele weerstand dashboardverlichting

9

Ontsteking

27

Thermische voltmeter

10

Wisselstroomdynamo

28

Dashboardverlichting

11

Startmotor

29

Benz i nestand meter

12

-150 verwarming (extra)

30.

Weerstand benzinestandmeter

13

Spanningsregelaar

31

Binnenverlichting

14

Accu

32

Rechter achter clignoteur

15

Zekeringenkastje

33

Rechter stoplicht

16

Stoplicht schakelaar

34

Rechter achterlicht en kentekenplaatverlichting

17

Ruitewisser motor

35

Linker achterlicht en kentekenplaatverlichting

18

Accu klem

36

Linker stoplicht

19

Relais secondaire koplampen (AMF-PA)

37

Linker achter clignoteur

'"

w

oCD Q

Z

4(

J: Ii w

a:

621-V - 57

4


2 HANDELING NO. AM. 510-0Od: Montage van de electrische instal/atie AMI 6 al/e typen (vanaf 10/1968)

Draad Voor

Voor

Voor

Voor

Draadnummer

Benaming draad

Kleur kousje Zwart Zwart Zwart Geel Groen Zwart Zwart Zwart Geel Zwart Zwart Zwart Zwart

naar accuklem (18) naar parkeerlichtschakelaar (23)

3

Paars

Contacts

4

Blauw Rood Blauw

1

2

Paars Paars Paars Rood Zwart Paars Paars Licht paars Rood Rood Rood Blauw Rood Rood Blauw Blauw Groen Zwart Blauw

Voor

5

Voor

6

Voor

7

Voor

8

Voor

9

Voor

10

Voor

11

Voor

12

Wit

Voor

13

Voor

14

Geel Bruin Groen Groen Rood

Voor

15

Voor

16

Wit

Voor

17

Voor

18

Geel Geel Bruin Geel

Groen Groen Rood Licht paars Zwart Groen Blauw Groen Geel Blauw Wit

Startmotor (11) naar wisselstroomdynamo (10) naar contactslot (20)

naar zekeringenkastje (15) (zekering no. 3) naar zekeringenkastje (15) (zekering no. 4) (extra -150 verw.) naar lichtschakelaar (21)

naar lichtsignaalschakelaar (25) en claxon naar relais van de secondaire koplampen (AMF-PA) Zekeringenkastje (15) (zekering no. 3)

naar aansluiting achter naar stoplichtschakelaar (16)

lot (20)

naar zekerirrgenkastje (15) (zekering no. 2)

naar bobine (4) Zekeringenkastje (15) (zekering no. 2) naar spanningsregelaar (13) (+klem) naar voltmeter (27)

naar benzinestandmeter (29) naar ruitewissermotor (17) (autom. afslag) naar ruitewisserschakelaar (22) naar clignoteur automaat (24) naar -150 verwarming (extra) Licht schakelaar (21)

naar zekeringenkastje (15) (zekering no. 1) Zekeringenkastje (15) (zekering no. 1) naar variabele weerstand dashboardverlichting (26) naar parkeerlichtschakelaar (23) Variabele weerstand dashboardverlichting (26) naar dashboardverlichting (28) Ruitewisserschakelaar (22) naar ruitewissermotor (17) Zekeringenkastje (15) (zekering no. 4) naar -150 verwarming (extra) Lichtsignaalschakelaar en claxon (25) naar claxon (8) Lichtschakelaar (21) naar rechter en linker koplampen (9root licht) naar lichtsignaalschakelaar en claxon (25) naar relais van de secondaire koplampen (AMF-PA) Relais (19) van de secondaire koplampen (AMF-PA) naar de secondaire koplampen rechts (3) en links (5) naar lichtsignaalschakelaar (25) en claxon Lichtschakelaar (21) naar linker (2) en rechter (6) koplampen (dimlichten) parkeerlichtschakelaar (23) naar rechter koplamp (2) (parkeerlicht)

naar aansluiting achter Parkeerlichtschakelaar (23) naar linker koplamp (6) (parkeerlicht)

naar aansluiting achter Clignoteurschakelaar (25) naar clignoteurautomaat (24) ("C" aansluiting) Clignoteurschakelaar (25) naar rechter voor clignoteur (1)

miar aansluiting achter Clignoteurschakelaar (25) naar linker voor clignoteur naar aansluiting achter 62HV - 58


Hand. AM. 510-00d

HANDELING NO. AM. 510-00: Montage van de electrische installatie

AMI 6 aile typen (vana' 10/1968)

Draad

Draadnummer

Voor

19

Voor

20

Losse draad

21

Kleur kousje

Rood Rood Geel Geel

Benaming draad

Stoplichtschakelaar (16)

naar aansluiting achter Spanningsregelaar (13) (EXC aansluiting) naar wisselstroomdynamo (10) (EXC aansluiting) Spanningsregelaar (massa) naar -pool accu (14)

Losse draad

22

Losse draad

23

Blauw Blauw Blauw

Losse draad

24

Licht paars

Bobine (4) naar ontsteking (9) Clignoteur automaat (24) (bevestigingsbout)

naar kilometerteller (massasteker) Bruin

Losse draad

25

Losse draad

26

Bruin

losse draad

27

Bruin

Losse draad

28

Bruin

Losse draad

29

Bruin

Losse draad

30

Bruin

Losse draad

31

Bruin

CJ

Z

:ยก .. ='

:;

z4(

c(

'i N '" '" w

Losse draad

32

zoo

iIi

Losse draad

33

w a:

621-IV - 59

Rechter voor clignoteur (1) naar massa (bumperplaat) Rechter koplamp (2) naar massa (bumperplaat)

linker koplamp (2) (parkeerlicht) naar massa (bumperplaat) Rechter secondaire koplamp (3) (AMF-PA) naar massa (bumperplaat) Linker secondaire koplamp (5) (AMF-PA) naar massa (bumperplaat) Linker koplamp (6) naar massa (bumperplaat)

linker koplamp (6) (parkeerlicht) naar massa (bumperplaat) Linker voor clignoteur (7) naar massa (bumperplaat)

oCD o

Relais (19) van de secondaire koplampen (AMF-PA)

naar massa

Bumperplaat naar massa (oliecarter)

Achter

2

Zwart Zwart

Aansluiting achter

Achter

14

Aansluiting achter

Achter

15

Groen Licht paars Licht paars Licht paars

Achter

17

Blauw Blauw

Aansluiting achter

Achter

18

Wit

Aansluiting achter

Achter

19

Achter

34

Losse draad

35

Blauw Rood Rood Geel Geel Bruin

naar binnenverlichting (31)

naar rechter achterlicht en kentekenplaatverlichting (34)

Aansluiting achter

naar linker achterlicht en kentekenplaatverlichting (35) naar rechter achter clignoteur (32)

naar linker achter clignoteur (37)

Aansluiting a.chter achterlicht rechts (33) en links (36)

Weerstand (30) benzinestandmeter naar weerstand benzinestandmeter (29) Weerstand (30) benzinestandmeter

3


o

'"

~ ;:

'"

I ii ..,.

I ii '"

.."'..

~B'22

'''" R 3

7

6

' I , , , , ,

: ,

, , , i , ,

\'-.'" Ii ;,': Ii i

51:1 j):J12-ì i I:~ l-Mr29,:

4

'-Jj/

\ II ~

I ~: ~llMr- 28..

3: ii ri.):J12-~

II

"

,.... i r I :; , I I

, , , , , I

r"

BI

Blauw

N

R

Ve

Vi

Licht paars

Zwart

Rood Groen

Violet

8' 22 .-

9 mJ.';'.:

"

Be 10-=

8 lJ

Mr

Mv

Bruin

Geel

Be

Wit

Kleurcode

N'

10 N1

..

US R6BI3J'; J 2 V~1 BI 4 Ve 9

III

,

15:, ' :.

Vi 4 -. 20

14

18

19

MV~S I a

N2

18

14

Vo

i

V("13

J 11

L___-! ~ ll Be

'T I

I

I ,

N~ 31

/ /,

-,

Extra _150 verwarming_

AMFPA _ _ _ ___ __

I AMTT

~-------

-¥ 29

28

27

24

23

22

I _N1~~20

,.----v; 3 --~

l IBc12rÌ' , 19 L_.JJ,11 2~

I \02 3 /~ , .¡ \¡- '

i ic.r' _:1v24

iN'1 ,...--,

I'

:i

'i"

r,

17

Ei.ECTRISCH SCHEMA

CD"

~

..0; .. - ~

0) C/

(0 5'

:: CD

c_ C'::

:: Q. II .. -. C;"

~ (b

-- CD

:: CD

e: ~èi II 'tCD::Q.

- CD

II (Q

0) ¡¡

-3:::0

): 3:

.. C? o ~

uu

.lI

z 9

Z Ii

om ,.

;Z

..


Hand. AM. 510-00e

HANDELING NO. AM. 510-00: Montage van de electrische instal1atie

AMI8 (vanaf 9/1974)

LAMPENTABEL

Intern. norm

Hoeveelheid

Fitting

Spanning

Vermogen

Franse norm

Groot/dimlicht

2

P.45 t.41

12 V

45/40 W

R.13&-15

Jodiumlamp (extra)

2

P.14,5s

12 V

55W

R.13&-16

H.1

Clignoteur voor en achter

4

BA.15 s/19

12 V

21 W

R.13&-12

P.25/1

BA.15 s/19

12 V

5W

R.13&-13

P.19/5

P.25/2

Omschrijving

. .-

Parkeerlicht voor Kentekenplaatverl ichti ng

2

Stoplicht en achterlicht

2

BAY 15d/19

12 V

21/5 W

R.13&-12

Binnenverlichting

1

buislampje

12 V

7W

R. 136-05

Dashboardverlichting

1

BA.9 s

12 V

2W

R.13&-34

01 iedrukcontrolelampje

1

BA.9s

12 V

4W

R.13&-33

2

CJ

z

:ยก .. ='

:;

zoo oo

'i N '"

"u.

occ oz 4(

iIi

w a:

ZEKERINGENT ABEL

Voeding

Kaliber

Bescherming

Kleur

Accuklem

Spanningsregelaar + Accu

16 A

Blauw

Ruitewissers en sproeiers Oliedru kcontrolelampje

Benzinestandmeter - voltmeter Clignoteur automatisch (pijl) voor en achter clignoteur

Parkeerlichtschakelaar (pijl) linlter en rechter parkeerlicht + Accu

10 A

Geel

LIchtschakelaar

10A

Rood

Stoplichtschakelaar (pijl) Stoplicht Binnenverlichting

Dashboardverlichting

821-V - 61

Parkeerlichtschakelaar (pijl) linker en rechter parkeerlicht Kenteken plaatverl ichting


'" '"

~ ;:

'"

....'.... .'......'.'...'... 16 ;

A ~::t~::,::;. . : :

(¡ ++,J 33++.j

.,..Mr2S...,..+...

5 9-25

8123

~~R21

lt''i 25 l;

tg .Ii 14 U

4 i\~~:1¡ :::\l:\~::;'::~ .,J?'; ~ :

3

lril!:!;;; 25 16 :;

~íj\ ~:~lf:~1~?" . 1 ..

2 mr;¡)(

+.. + + + + 'I l..Mr-25 ++,J33.,+..++

l~. :.

1 ~R20 ~B122

...

: :,~,~,.

Be 15

V'

1....,,6

8

N1

10

-= 27

27~

ELECTRISCH SCHEMA

v' 5--

R 2 6 --

20

19

18

-

l 3'

35

3~

32

31

~ aa-

'J'

Ü' &.

¡: lJ

.. t: o ~ uu

i-

èi)'

~ ~

en

S.

CD

!: .. o

¡¡. ::

CD QQ

:: ~ CO Q. ~ CD

;. 00

Q¡ ¡¡ - (Q o CD

~ g

:b :¡

¡¡

!J

Z

Q

Z

r-

m

z"

i-

%

N


HC:PH,,,"~::r;:-)E~ (,21.4 _'~r",.;\.i!i;

PR:Nc:rESCHfMA

f

Ii

.

~

r~--ii¡ --.T --1..5~---" l-huu--f.--,:.,.,,--

.w. ' "" ,"''''", , .,,,,' ., . --I

I I ¡

. -----------l!

Ø6 °(+:7 i N

,1,,-, 1

1 -

,i

:, ,'

'-

-,

:1 J;

i q ¡ ';Jl I I -~~IC-~I~-' ii ll.~i;~: v+~iO;l' i:~;'~

:1 ,.~ M,

20..,, ~

q

2 rt, r"4

6

8

9

12 13

14 15 16 17 '6 19

20

~J

)1

AR

: i25:LJP,

i ¡ I i : V r-~ Vi U v'p tÄ _d_. ,--, Ivr r'.1r VP Vf' _ _, R r. R r'-~

C. .

~-l

,'" R hi

X2~~~ ~ ~'; AR q ~.. (0 L.J X l~: I~; ,~ ,;~; AR: .~~~4 ~ r¡

0(9 .-! ,i,

rl, I ¡,~~ i,,,Ò! ,0 32'0)Ç)0 3~ ~

'!

'~ !: '33

--..- .

- ...__.._---

5

r-. ,

,

~o

'.',

AR

T/ ! t f ¡rl ~!

I

rl't' i.'

AIR

..

iLl__i Iiö1 ii ---n_l- ~mv 13 I l, g¡ " i : ~ N / rf I R ;;35 sli ;;31 7 ,.''': ~ I -~?10 29L I ,; 'ý cc Y

I

..

i;'

..

." Y ..l 'r

:-~--~-i ~,T_jZh:! I; tJó i , i -:"E i ÄRfMr ART II AR""

I

19 ~

~

t .

: I,, q "' eo ~~f f ~;;,

-!-~:I~ ¡ i 5I~l~1~! I 1 ì 'I I I 21, In 23I :),~ 75 26

D

..

:36

k~

!

'-.

l-

~.~

~

Be

Il

14E:'

15~ '"

My

N

r-

T

i\J

~ 28 ~18 I N9~¡ "3:1Ii ,~Rl ~ ~..Jv_f~...._. I 27 t ;

,

! "-

M,

r~-: .

~!

-l

i

R

.

,

: 0 ~

.-t-

L:J

vc

__ J

-~

~~

, ~~

,01 .fl ~ì.

jl ti' F:~r Ti. ~I'i - r - roo ----T

11:~

~

r- 21

i-:~l-::l+ -I . ..~

1 1 1 1 1 1 , ,

15~

'"

r-- ._-

I N

I '-~-9-ll:-?-"

+,- - -

'~23'1

/'8 ,'c,

..L--~=~~-=i~J .. l-_. :__J II _,,- j':

,-

"

---l-

-AR -. -----

j,

".

I

~;: ~Q !

..t, i.-:

): en

00

BENAMING VAN DE ONDERDELEN

--- ------~--------------1

Omschrijving en plaats

L:

Oms¡;hrii..ing en plaats

i

1 r Rechter voor cl:gnoteur en parkeerlichten

2 Grootlicht en jodilJmlampen (extra). ., .

10

Dimlicht. Sobine Groot licht en jodiumlampen (extra). Claxon. Ontsteking .. Wisselstroomdynamo . Startmotor Ruitewisserpomp

11

Accu .

12 13 14 15 16 17

Spanningsregelaar

3

4 ô

7

a 9

-----------1 ~-I 18 I Motoroliedrukcontrolelamr.ie '13 ! I I Parkeer!ichtschakelaar 39-42 , 2019 Vai.iabele weerstand dashboardverlic.ht;ng 38

21 Clignoteurautomaat 24-25

22 Contactslot 5- i i 24 Voltmeter 21 25 Dashboardverlichting 3li

7-8 . 22-41

23 Lichtschakelaar 34- 39

.27

.6-7 10

26 BenzinestanrJmeler 2"

.3-5

27 Signaaischakelaar 24 .~E

. .16

28 Ruitcwissers en motorschakelaai. i 5- ~ '3

.. 1

29 Weerstand benzinestal1dlleter i'; 30 Birrnenverlichting _, 31 Rechter achter cl ignoteur 2:3

10-11

Manocontact (motoroliedruk) Stop

. .... 2~39 34-30 .. 36

18

i ichtschakelaar

45

Zekeringenkastje Accuklem I Ruitewissermotor .

10-38- 45 ¡

18

13-14

32 Recliter stoplicht en achterlicht 40-45

33 Kentck8nplaatverlichting. 4J,¡,1 34 Linker stoplicht en achterlicht 42-/1;:

I I i

I 3635Relais Linker van de8chter jodiumlampen clignoteur (extra) :i-'-32 23 i

I . i

i , i

------____1__L____ ___________.___.

i IvoorìI AR ¡ ; ß',;ndal

ßENAWiiNG VAN DE DRADEN

Ong;, ,:!(!rkt

---------.-.-.--. .-----.---------------------.-1'-- ----.,-- ----

_--________.__

!

... -_._-------_._----.-- ---- --_. ----------- ...._-- . 3urrdel achter


PRINCIPE SCHEMA

AMI 8 tot 9/1974

HANDELING NO. AM. 510-00e: Montage van de electrische instal/atie

tMSLAA~

\j-_. .

Hand. AM. 510-00e

3

621-IV - 64


Hand. AM. 510-00f

HANDELING NO. AM. 510-001: Montage van de electrische instal/atie

AMI 8 vanaf 9/1974

LAMPENTABEL

Groot/dimlicht

2

P.45 t.41

12 V

45/40 W

R.136-15

Clignoteur voor en achter

4

BA.15s/19

12 V

21 W

R.136-12

P.25/1

Parkeerlicht voor

2

Kentekenplaatverl ichting

2

BA. 15s/19

12 V

5W

R.136-13

R.19/5

Stop- en achterlicht

2

BAY 15d/19

12 V

21/5 W

R.136-12

P.25/2

Binnenverlichting

1

buislampje

12 V

5W

R.136-14

C.11

dashboardverlichting

1

BA.9s

12 V

2W

R.136-34

T.8/2

BA.9s

12 V

4W

R.136-33

T.8/4

01 iedru kcontrolelampje

1

Alarmverl ichtingscontrolelampje

1

Nivocodecontrolelampje

1

CJ

z

:J

.. ='

:;

ZEKERINGENTABEL

Z

--

c(

'i

Voeding

N '" '"

Kaliber

Bescherming

Kleur

W

o CD

Spanningsregelaar

oZ

iIi c(

w a:

+ Accu

Blauw

16 A

Ruitewisser - sproeier Olied ru kcontrolelampje Voltmeter - benzinestandmeter Clignoteur voor en achter

Alarm I ichtcontrolelam pje

Accuklem tot 9/1975

+ Accu

Geel

16 A

Stoplicht Binnenverlichting Controlelampje Nivocode (remvloeistofreservoir)

.,

Dash board-veri i chti ng

Lichtschakelaar

Groen

10 A

Parkeerlicht rechts voor en achter

tot 9/1976

Kentekenplaatverl ichti ng

Parkeerlicht links voor en achter tot 9/1976

I

Lichtschakelaar

i

621-V - 65

Parkeerlichten links en rechts voor en achter

Rood

10 A

Dashboardverlichting Kenteken plaatverl ichti ng

vanaf 9/1976


'"

~ ;:

~..~

LWJ

/ì ~7

,E:--

,

r--... (L"'~ _.1,1 3(J

rr v. i

2 "'"~. Ii

f=;¡;;".'

1 ;p F. .. --..

45

++++H 9/1976 _

------- _ 9/1976

"~'2

9-oulc

C:~~C~~29

F

F-V

r:G,.11

38

Groen

Draad losse dr8ad

F.Y

Zwart Rood

Licht pasrs

Blauw Grijs Kleurloos Geel Bruin

Kleurcode

33

i'irr;.~' j:- M,. 6 ~

r-F.G.. 2

.. 0

7

IF. ~,

Ve

MY N R

Mr

J

Ie

Gr

BI

Be

~"U l'

MvOu Ic~

N-;U c 32

~=-:

R 6

ii-~- .. ~E: 6 30

i

l-"wlo .q~ L-lov-1~28

+++++i+++++++++++i-My~g 47

+++++'+++++::::::l=R :;_~

f++++++++f +++++++1(= 46 +++..+++..++..+ :++ ++++R~

Voor

Achter

Draden

~

'"

;;

o

o

43

o

"~~

v1 42 ~

::

o--

m rm

co

)

"

t~£

41

Mv~ ~

" --

B'~ ~

ë¡'

~ ~

:r (n

¡;. C' :: C!

=-

C'

.. C!

~ ~

.. C!

~ Q.

~ ~ .. ::

"" (Q II C!

Q) ii

:: 0

- ::

~ ::

~

c¡ o

¡¡

ØI ..

.

P

z

Q

Z

C m r-

Z

%

.

I\


'"

~

REP HANOBOEK A 621-lv AAN\\Ul: INlj;J

'" '"

PRINCIPE SCHEMA

_.._---------------------

I

I

2i((

~g

A 'i . ~-3S-----.t-

~

F.N

.6l- "I -tMr ¡

l. _

î---~r - -- - - - -.~---

-

N MY CC ~L r'

A "r

:is!-= 1:-

N 1

e- -~--. if

I'I-

J ~ _. ul:.

I , i

.t~

,.~~t ! ~;~.~~--

J M"v ~ i

BI ..

FoBI I ~ i L_ _u_

L.

r'r! _2.!LL. I ~ F.

tJ~ BI Be Mr I

BI

~~ ':r.d -.

11 .:k

ii

i

6

J

i~..:~~ - I ¡~~ ~.: 3o'(J'~n4: . I 18~ 18,, :I ~'r I! 2210 : ii '1. R ti i ~ : ~ ': 37 ~ ¡ 37 I t-.......t-- ¡ ~ 'ttr ~tl-~~7 rXL I : 2.' · 1 'i '; i 1.) 18n

!~t(:: ¡ i t---¡ i i Mv ! ~ ¥ 1. F.Gr I ~32 i 1; -- i L -.

j

i i i

l

t

t.R

" '¿,

F.Gr

TF.1I L J~., '7~ 1'L--_ Ii 'j r......ii.~~i i F.~r

y~ h Y 8~ i I : i AiR R

29l '81 A 3"1 i i R ~--- ~ 7 A'R

ol¡ II 1 1m

. . 13~

7

2 3

-- ¡

T.k Lu~t ~t

--- -- 9/1976 - ---1--------T-

lb~ i/

~ 1~ Ó'~5~ tlln~ ';1 5~ ~ ~:R h -L 'd.t~.. i 1~ffff IM1"1r 1ii 5 A'R i

T L JJt_~-:~1'2 rt i~ ~

i I I I i I I I I I i i i I i I 31 52 53 5~ 5~ 316 ~7 ~ 3~ i 7i BI 9I 10 11 '2 13 14 15 16 17 1B 19 20 21 22 23 24 '1 26 27 2B 29 50 ~o

Ii

~1 ~2 "

iIiI . ~g~g~~~~Ð~ ¡,

-----~~

BENAMING VAN DE ONDERDELEN No.

Omschrijving en plaats

no.

Stads- en knipperlicht rechts voor:

- Knipperlicht ....... - Stadslicht.

........30 ..........44

2 Koplamp rechts:

- Grootlicht . - Dimlicht.

..39 . ....41

2 Koplamp rechts:

- Grootlicht . - Dimlicht

3 Claxon.

39 .41

.36

4 Koplamp links:

- Grootlicht . - Dimlicht.

.40 42

5 Stads- en knipperlich! links: - Knipperlicht - Stadslicht.

6 Bobine. 7 Stroomverdeler 10 Wisselstroomdynamo 11 Start motor 12 Oliedrukcontact motorolie .

13 Ruitesproeierpomp

14 Spanningsregelaar . 15 Accu

27 48 7-8

41

...... ..6-7

42 43

. . ..20

20-21

21 Aansluiting voor accessoires (tot 9/'75) .

22 Stoplichtschakelaar

.. 11-43-48-50

44 45 46 47

53

20-21-43

Oliedrukcontrolelamp

18

Controlelamp alarmknipperlichtinstallatie

24

Schakelaar alarmknipperlichtinstallatie Knipperlichtautomaat . Stuurslotschakelaar. R u itewi sser /sp roe ierschak el aar

Lichtschakelaar

24 tot 26 .29-30 5-11 15-16 39 tot 44

Regelweerstand dashboardverlichting (tot 9/'75) Kn i pperl ichtschakelaar

29 tot 37

Tankweerstand benzinemeter Binnenverlichting

52

Knipperlicht rechts achter.

31

19

Stop- en achterlicht rechts (in één gloeilamp). - Stoplicht

. . 18

.......17

Portierschakelaar . Controleblok benzinestandmeter-voltmeter

- Achterlicht

3 tot 5

1

18 Zekeringenkastje 20 Ruitewissermotor

23 26 28 29 30 32 33 34 35 36 37 38 39 40

Omschrijving en plaats

Kentekenplaatverlichting . Stop- en achterlicht links (in één gloeilamp):

50 45 46-47

- Stoplicht

51

- Achterlicht .

49 28 33 34 33

Knipperlicht links achter Schakelaar controlelamp remvloeistofniveau Testknop controlelamp remvloeistofniveau . Controlelamp remvloeistofniveau

13 tot 15

20 50

BENAMING VAN DE DRADENBUNDELS

Zander merkteken

Voorste draadbundel

AR...

Achterste draadbundel

F.V.

Vrije draad L


OMSLAAN S.V.P.

PRINCIPE SCHEMA

AMI 8 vanaf 9/1974

HANDELING NO. AM. 510-001: Montage van de electrische installatie

~

Hand. AM. 510-001

3

621-IV.14


tie

HANDELING NO. AV. 510-00 g: Montage van de elektrische instal/a

Hand. AV. 510-00 g

DYANE en ACADIANE (vanaf 7/1981)

De schema's van Dyane en Acadiane zijn gerangschikt onder hetzelfde handeling no. Aileen de achterste bundels zijn verschillend. Afgebeeld is het schema van de Acadiane. Voor het achterste gedeelte van de Dyane handeling A Y. 510-00 e raadplegen.

LAMPENTABEL DYANE

Type

Spanning

Vermogen

2

PA5 t.41

12 V

45/40 W

Clignoteurs voor en achter

4

BA. 15 s/19

12 V

21 W

P. 25/1

Stoplichten

2

Stadslichten voor en achter 01 ied ru kcontrolelam pje

4

SA.9s

12 V

4W

T. 8/4

Alarmverl ichti n gcontrolelam pje

1

Remvloeistofn iveaucontr .Iam pje

1

CI ig n oteu rverk 1 i kkerl icht

1

Groot- en dimlicht

r

..

Grootlichtverkl i kkerlicht M CJ

z

:: ..

Franse norm

Aanlal

Omschrijvlng

~

E.2

1

.

1

Chokecontrolelampje

1

Wedge base

12 V

1,2 W

ø = 5 mm

Dashboardverlichting

1

SA.9s

12 V

2W

T. 8/2

Sinnenverlichting

1

BA. 15 s

12 V

7W

='

:;

zc(

--

+ '" '" -'" w

o iD o

z--

iIi w a:

LAMPENTABEL ACADIANE

Aanlal

Type

Spanning

Vermogen

Franse norm

Groot- en dimlicht

2

PA5 t.41

12 V

45/40 W

E.2

Voor- en achterclignoteurs

4

BA. 15 s/19

12 V

21 W

P. 25/1

Stoplicht en achterlicht

2

BAY. 15 d/19

12 V

21/5 W

P. 25/2

Stadslicht voor

2

BA. 9 s

12 V

4W

T. 8/4

Kentekenplaatverlci hti ng

1

01 iedru kcontrolelampje

1

Omschrijving

AI arm

veri ichti ngscontr .Iampje

Remvloeistofniveaucontr .Iam pje

1 1

CI ig noteurcontrolelampje G rootl i chtcontrolelam pje

1

Choke-controlelampje

1

Wedge base

12 V

1,2 W

ø = 5 mm

Dashboardverlichti ng

1

SA.9s

12 V

2W

T.8/2

Sinnenverlichting

1

SA. 15 s

12 V

7W

1


, Cod e des eoule

8

U11

I~ kkMr-

Ie

L-________, _

5 \ \' \J---4~r-'-11 __'t~~ ¡", , \~ . " :~~-~~.~,~~=-~~;~~,

r I t~ VerI Ve

Ii ¡: Rouge R

4 J ;;J rí ~~ ,'aun e J If:,' Mar-r-on ~v Mr ___J ___ ! tt~:r~ve

~-~ ~:~¥¡i ,:' ~:~~ore ~:

~JJV,,- " Blanc Be

-J

3

~R

2 ~=-r.F.Gr ~J ~Ve

~Ie

~ß-BI 60

1 ~=-Mr

16

"~J

J ~---J

R i- IHR

---"--'--.:~~:...., ,"77/,/1" II I

1/', '¡ i

lS:v~ R .1ì 't~28

~~

I~026 le.¡~27

,. ,

-.._-....._._p

r\~ ~~

\ '. ,"

I ,- ~I\.'-

I

.. ____I

1':~A.r II II

I _ R -i f" f"

l 35 I './. /-BI-i~

/

I/

¡

~'~

1:1 I i ./ i: ' ~ 3.

~2S I~

~10i0J

33

z

)0

3C

m

o::

(A

m

--

)0

.: ëD'

~ ~ ~ ~

~ '"

~ s.

:J (!

Q¡ g.

~ r;'

~ ~

); CD

c: (!

:: (!

ii-

)0

--

:: ê¡ () Q.

:J '"

nn CO (! (!

~ ¡¡

~ g

c: ~

CA

~ uu .. C? g

)0

p

(A

z

i

C)

i-

o m

:: ~

I\


i

: 12

:~Jc M:

i

iti

!

81

D 16

ßI

¡

BI Be N

;t

22'

T i

~~~

I 91 10

e,m I~ I. ...., M

1

~!

-r-i ., Ii i 1

--+l

! i

AR

I

n

v.

f

29

L

i

¡2

.

.37Å,

",c

AR

Mr

-'.

361

i ~'

I ~

L~

i

r

~

r:i

N

~---

I

4

2

6

I

8

I

20

i

6

I

I B

30

il LiJ T n__ _ _nu~i;

,-\"

((fl18~ ~5~ ~33 ! 31~ '1$ ~ ~4;4 ~.. "'"

I

Be BI~i I 32 AR ' m M A:R ~R l ¡----I-i j i

t -f I,e M i'!: I ~' F.Mr J F.~ 1. Ie ~ J ' R r7 " i

i-~ -,

l

!

p

W

D1S J

J. rr16

I

R

..

, -i

.~

.----_._--

~

I

i

T

._-------_._-

12 -- 5 -- 1 _Jit__':~ WJ I r ~

i °Li: : ~~,r -1,~

I

1

9 Mr

t ~

i I Mr1 ~1 L" -,¡-----'

I I i I

1S'e 41--t--- 4, i ~j 27

~ L~ I : :~::I ,:' : Ii:, : --

Ie

.- -- - --- ~

r=------,~~.=~----~~. N F.Gr r-~--

1- . .- .Be¡~;que I

._-------

F.VE' r- --:1 . ! ~

_ImJ$_ll_ F.Ve

_Ýl

__2 . ,.---.Ft . Ii

WJ

ßI

: _______J

- -,.-~i.~rr_.

i I I , ,I , i I 1 Ii 13 ' i I ii

o

~~

~~ -; ,J

Ie

--Q

i t

'W-$-; R Mv

r28)). i

cEJ-----~

! .: : i nf119n R -

I

,

,-

1_ ,-

I I

,

1_

, ,

,,-, , ,-

w N

.:

;; (J ~

REP li/lN~)8i')LK.I\ .,:'1 4 A,\r.~".: '.' 'J'

.

_.

o

. 2''7.

Ve j

c. '¿ ,

,,.

LJ

'.,

"

1236

~

_. .~

(J6

"

r,e

':~

IÓ)

./-- '..

Z

~ ¡¡

m

(' :I

VI

m

i:

Q

i: ::


--ANDELING NO. AV. 510-00 g: Montage van de elektrische instailatie DYANE en ACADIANE (vanaf 711981)

PRINCIPESCHEMA

OMSLAAN SVP.

Hand. AV. 510-00 9

3

4


tie

HANDELING NO. AZ. 510-00 g: Montage van de elektrische instal/a

Hand. AZ. 510-00 9

AZ aile typen vanaf 7/1981

LAMPENT ABEL

Aanlal

Type

Spanning

Vermogen

Franse norm

Groot- en dimlicht

2

PA5 t.41

12 V

45/40 W

E. 2

Clignoteurs Stoplichten

4

SA. 15 s/19

12 V

21 W

P. 25/1

Achterlichten

2

BA. 15 s/19

12 V

5W

Achterlichten Motoroliedruk contr.lampje Alarmverlichting Remvloeistofniveau contr.lampje Choke controlelampje

2

SA. 9 s

12 V

4W

T. 8/4

SA. 9 s

12 V

2W

T. 8/2

BA. 15 s

12 V

7W

Omschrljving

2

1 1 1 1

Dashboardverlichting Clignoteur contr.lampje Grootlicht contr.lampje

1 1 1

Sinnenverlichting

1

M CJ

z

:; .. ='

:;

Z c( c(

+ N '"

ZEKERINGENT ABEL

c( '" W

o'" o zc(

i Ii w a:

Voedlng

Lichtschakelaar

+ Accu

Bescherming

Kallber

Kleur

10 A

Rood

Stadslicht Dashboardverlichting

10 A

Geel

Binnenlicht Stoplicht Alarmverlichting en controlelampje

+ Accu

na contactslot

16A

Blauw

Ruitewissermotor Spanningsregelaar en "ex" dynamo Benzinestandmeter en variabele weerstand Thermische voltmeter

Clignoteur controlelampje Oliedruk controlelampje Remvloeistofniveau controlelampje

Choke controlelampje


'i :: ·

IJ 7

Ie

11- . ..... i:1:z ~

8

~__-- ii ~g '1-

.,-_==

w---J 5 c.. --4

CÓ:::;::ß...~~~~~~'¡ 13

-=F.Gr--...

i+ F. VE'~ I

4LJ ~/ Ie (~~~d:o,:~;,L,~

". "~. ¡ I' RMrVE'J

Exe~1

. .i;¡,¡~ ;.i=i C.......\\.i+

lïJi! :~0L

1 I ~I 9

rl i'~ Be

! ,

i

f ~ J1, 'r~~\f..I// ,. .:l.:, l .I.'

3

"

¡ili

D~ .. . . -::R-, -"'~;i! 2 .1,1,

_F.Mr--

~ èf-i

.. ..

uu

~

p14

K).. .

18

L i- -Me e-:..........~23 ~ .l'....... .

£F.Mr

E:-~-:= ~~r

i l_______ C:VE'

::1 I L--R

tHJtJÃ., \'-I~J~a3: L~~:i~-? \\ì ~'11 L--Be

1lil~l:~ ~"\ \\ --~~ J(VE'iBJ i

~-'FJ ;' ../." /

J BI r-l

. i--,

FiI volant F.V

Fil F.

VE'rt Ve

Rouge R

Nair N

Mauve Mv

Marron Mr

..aune ..

20

--l

~ 25

R~~'

Ic~ .......................

NJ....................................................../..................

i i

I

i

I

i

/

CY

'"

',, = -~U-

28

27

r~'~i=

Mv-D

~ ~ ~ eD'

(/ 5'

ñi -: CD

o %'" ¡¡

-- ~g.

~ ~ ~

r- --::. ..r~ - '"

~ :: CD

Q. Z ~..CD

~ ::

"0 ~

:: (Q Q) CD .: CD

No II ::

CC

C?

oo ): ~

~

uu

!'

~ ~

z

G)

Z

C m r-

Gris Gr~ Incolore Ie

,-e i --tj , - R---

:: ~

Bleu 81

Blanc Be

CodE' dE'S ceulE'urs

Z

I\


CJ .. .. oW

~

13: - : :

I-I' ,: -,i ,I ,1-:1 l__,_J 'i

, , ,

Mv

I,

7

I BI

i~~~ 3 i-

iI-Ii _ I: . ,:1-11 - i' I:

i _ : r ------

: _: N 10 R

c:+ -_

~ Mv

F.Gr F:81

I

Ie

WJ

8

BI

17

L¡ ßI

ttBe

BI

~ 11

~-

riJ Ve , :-l' '

8 9

10

I

I,

2i 5 ~B

BI BI

AR AR

ÎÎ r¡ ÎÎ r¡

Be Be. Be. Be

II 5

r

23

+6

I Ie

~ " - ,,~y fl~Wj cw , c", -e~" J1R N3 -1S------J ~ ~ 3l.-J 9 rh

20

I

m11 R

I R

Mv Ve

M,

~

29 T

Ie

3-M,

3-M,

i I I,

28i ~i m4

M,

LL

--

PG PG PO PO

l l l r

Ve J "¡ç.

~

~6

Ie

30

i

-PG--M,PD--" J.J~

Mr ~, i

~1~8~i! ~

33

~D

B'

E'

r--

~

h ". '", _" _"

PG PO AR

lll

R P Ve

R R R

Ie

l~

r30

R

AR

R

--T----

i i i Ie I R !(. i I LX : i S :vI /~ i ': i : Jí"-18 iI: ,I Ve L R99 l ! ¿ ¡ l__~-n_~--- I-----~

Vet ¡ ': LL ~--~._1_9_~_1.'W, 1ll. ~.r_;

j c!, T--i +

M", "' ,'''¡Î2 r~2~, l;l/l:, l 1

-1----lJ

rr 22

~U,

REP HANDBOEK A 6?1-4-AANVULlING 3

Z

i.

m 3:

J:

("

uu

m

~

Q

~ ::


tie

iANDELING NO. AZ. 510-00 g: Montage van de elektrische instal/a

AZ aile typen (vanaf 7/1981)

PRINCIPESCHEMA

OMSLAAN S.VP

Hand. AZ. 510-00 9

3


HANDELING NO. A YM. 510-00: Montage ,van de electrische installatie

Hand. AYM. 510-00

(MEHARI) 12 volt tot 9/1974

LAMPENTABEL

Gebruik

Aantal

2

P.45t.41

Spanning

Vermogen

Franse norm

12 V

45/40 W

R.136-15

naar

keuze BA. 15 s

Knipperlichten

Type

Geel

Grootl icht en

dimlicht

Fitting

4

I

of

Grote boll

BA. 15 s/19

amp

R. 136-09 12 V

15 W

R.136-12

Peerlamp

Stadslichten voor

Kentekenplaat-

-

~

3

BA. 9 s

12 V

21 W

R. 136-33

12 V

18/4 W

R.136-11

12 V

21/5 W

R.136-12

12 V

1,2 W

R. 136-04

12 V

2W

R. 136-04

12 V

2W

R. 136-34

veri ichti ng

z

:ยก .. ='

:;

z

~ 'i N CD '"

BAY.15d/19

Achterl ichten

Stoplichten

2

of

boll

BAY.15d/19

W

Grote amp

Peerlamp

oCD oz c(

Laadstroom.

a:

controlelamp

J: Ii w

1

BA. 9 s

1

BA.9s

Dashboard-

verlichting

Oliedruk.

controlelamp

1

Getemperd licht

BA.9s

ZEKERINGENTABEL

(Zie installatieschema op pag. 2)

621-IV - 69


~ ;: o..

'"

5

4

3

2

1

I

NSTALLATIESCHEMA

~k$ . 21 'M~22--. j%¡¡;.. .,

Bi7~ *"wn

BI",-- \4ki-

--.'w'"' . 20

N1~¡,.X11i

N.2.--tll

x jJ!

Vi.-- 19

R25~ ...ir.n18 V.'9

R15-- 1ij:~

..r 17 N2~ ¡¡.M~:

N '-- "

Vi) ~"'16 --iI

'~fí

i

A

51-72

~ CD

(6'

~

!i

en

::

" CD .. _.

(0 :r

~ a. .. 0

Õ - -~

:: CD

o CD

oc Q.

I\ ::

.. II

~ oc

?; ~

~nn ~ ::

~

C?

..

¡c el

.~

p

z

C)

,.

m

zC

~

I\


~ ., ~I 11''°

-~~-e0-J'----i- n - n__

I --:rD_d+-

t1

f-~--~JÌ~---r- ...H:W'"-i-

~t -;

.u_

I :¡.,,~'.L .... .:¡-" l1:--)D

-- -- ------01 D g

~ -y~ ~

:ii

- - i-Ir:::: -v;:rc ..-~J ---~-=i-J- lø-:rc----. --L

C

0_---

~ ! "&(' "I I ;

-~_øL--~--J.' --~i'~ ~ ~:r'---------T-- --c.--"1Ir --

";

-~-0)-" J i-- -----~--------.~~l~

'V i -1-- - - Il I

------Q~8~ ------ ,i, ,1J . : I

~ : ~~ii-ii¡:~~D i II I'" : ~J.~

~J' ----- '1- ---I l-1 : ~ i I

---l

,- : ~D----~- - -:-------~~~-~ -~ '~-~l -1 i

cc

:: IL

%

oen

IL

CL Õ

z æ CL

0_ ~~H-~~-~ L,~~-i:; i ¡F"J "'_ ::~~:rãi-::-"'-~r~ ~ i Lk. ~~-m ~"-~L-T;~+"J'~~¡~~

1

0-

eD t:eD

~L.J i .. I~ 1 ~- 1 ;~H~~ l-t~-;1---l--~=--=l-~T.~i-l L-----,-i IV I !:JsJi 'n I'" ~__~__,; DC~:rÌ

~----,( !:

'"

1

,-..- - - -- -l I ..I 1V)~ '" I . i o---J: q+i-...+Jãi--eD'¡~ ~:reD I. ______________1

'" ---~JD u__

~-

i --I--l

_I .J i

'C~i 0):

-- ,

i , I 1h

-------- . -1)8 ~ o-J:r-n_____~ --~---it_G:J l

l-~~Jr-~-- -Jc---' '¡~Ì ,

1",11" ~~

. ~ -.¡~~ ~ Q. :rc~-----~~'V -----~ _I '"

+

l i-

1

,--------

o

L _ _ __ _ _ _ ..

'"

'"

IIII1I1II111 ~

621-V -15

.

~


HANDELING No. A YM. 510-00b: Montage van de electrische installatie (MEHARI met 12 V instal/atie van 9/74 tot 7/'78)

PRINCIPESCHEMA

OMSLAAN S.V.P.

Hand. AYM. 510-00

3


tie

. HANDELING NO. A YM. 510-00: Montage van de e/ectrische instal/a

Hand. AYM. 510-oob

MEHARI12 Volt vanaf 9/1974

LAMPENTABEL

Hoeveelheid

Fitting

Spanning

Vermogen

Franse norm

Groot/dimlicht

2

P.45 t.41

12 V

45/40 W

R.136-15

Voor en achter clignoteur

4

BA.15s/19

12 V

21 W

R.136-12

P.25/1

Parkeerlicht voor . Kentekenplaatverlichting

2

BA.9s

12 V

4W

R.136-32

T.8/4

Omschrijving

1

Intern. norm

..

Stop- en achterlicht

2

BAY.15d/19

12 V

21/5 W

R.136-12

P.25/2

Dashboardverlichting

1

BA.9s

12 V

2W

R.136-34

T.8/2

01 ied ru kcontrolelam pje Alarmverl ichti ngcontrolelampje

BA.9s

12 V

1

4W

R.136-33

T.8/4

Voltmeterverlichting

1

Wedge-base

12 V

3W

1

ø 10

CJ

z

:ÂĄ .. ='

:;

z0(

ZEKERINGENTABEL

c(

'i N '" '" w

Voeding

Kaliber

Kleur

Bescherming

o CD o

zc(

Spanningsregelaar Benzinestandmeter

iIi

w a:

+ Accu

(via contactslot)

16 A

Blauw

Voltmeter Ruitewisserpomp Ruitewissers Oliedru kcontrolelampje Voor en achter clignoteur (geen alarmverlichting)

Stoplichten + Accu

10 A

Geel

Voor en achter clignoteur (als alarmverlichting) Alarmverl ichtingcontrolelampje

Lichtschakelaar

10 A

Groen

Linker parkeerlicht voor en achter tot 9/1976 Tellerverlichting Voltmeterverlichting

Lichtschakelaar

10 A

Rood

Kentekenplaatverl ichti n 9

Parkeerlichten rechts voor en achter

Parkeerlichten links voor en achter vanaf 9/1976

621-IV - 73


'"

-. ..

~ ;:

;¡ R

I i

6"-~

.'

'7

d

6~-"" ~8'

;¡ v.

56E-... ~"

~

2

1~8' ~N"~

di.~.;...; .' . 13

~

R~

g10

'"

o

16

R R I 81 BI " "

n"i...;3~_n

18

o 0 o 0 . 0

o

I - ,

".~

;=:I 32

~~~.- 31

R~~

'o~

..'.._~5*

'o~_44 *

:=_30

25

2~

'0. ," 29

J -, R ;_ Bo '§I' , .

~V~ , ,':~ '

R-Q

1"'''cC

..~

BI.q

* .9/1976 _ 1------9/19761

34

r"~~

T

.~"

"~"

l-"'~':".'

Bo --i.' .:" 39

Zwart N Rood R Groen V

Bruin Mr

Ongekleurd Ie

Geel J Licht pasrs Mv

Grijs Gr

W it Be Blauw BI

..,~ ' . 38 R --

~

~BI _ ;;' 37

A.51.116

0.

~ ~

~ ~.

ëö CD

.. èi" 10 0 -::

II ..

Q3 CD :: Q.

CD

!2 Q. ¡; CD

-0 ::

.. -0

II II

~ ig

3: 3:

nn 0 ~ ~

~

o

c¡ o

VI

-C

¡i ..

.

t:

!: Z g Z

.

x Z o m

II


~

'"

~

-=

20

~

I ,.

~1=~ :1 ;:

ø

'i ,

I

11 ,1

Ii '

i -= i ,1 :

191-=' I:

I-I '

1-

I' ,-' -I

¡ -= i-='

I-

,

. A 51-114 a

F.V

..

i"~

r

r

~t¡

I 10

i T Mv N I

,1

~ f- - - - i 33

.IR

Mt" "'',.

I

I

..

o

1++1+++1'

i , , , I I , I , ,

'' .+++H I M

M:

W 16 :':f--'10

16~ ___~~rn

R ~. v. I ;;

T __ _ _ _ _ __ _ e,

T.r'-¡- - . j PI_.' -J:

___ 4 L .- -1,- -----i'M~-----/ -I. I ¡" i , "- v. ..L,

".11 '" l-~- ~- 1:

16 ij i i - , - - - - - - - ~ - - ~

-~ I ,........... 9/1916 ~

. --- _ 9/1976

20

, ¡il , rl=1 ~! i '' 7 B ~ I MJ

t,ji, ,,tf ,r~~~ M I

30

LL~ : ¡ ,~ i , i1

t~j~ B, I M~ l-p- é~:' ~:' r. r.BI' B, BI f--~28~ I !~__J M IT-

LJ F.V. -F.M'--'

Lt ~J lttt

i-J' - I 29 i i

i3~--R I r-I ,iI'.=-

iI RiII:,II:ili~~:~ i'i;:~ J-MV

i II!I l, ¡i

R Lu___J I i i - - i" . ll I iI I: i I

~!-al----~jl rrt~r--F.~'--- =

3~ rf 17 N '

-rt:=:: -r

¡î-N 31 ----

seH EMA DE PRINel PE

REP.HANDBOEK A 621-V - AA NVULLING 2


HANDELING No. A YM. 510-0Oc: Montage van de electrische installatie MEHARI (type ArmĂŠe met 24 V installatie vanaf 9/'74)

PRINCIPESCHEMA

OMSLAAN S.V.P.

Hand. AYM. 510-00

3


Hand. AYM. 510-00d

HANDELING No. A YM. 510-00: Montage van de electrische installatie MEHARI met 12 V installatie vanaf 7/'8

LAMPENTABEL

Toepassing

ø

Aantal

Fitting

Spann.ing

Vermogen

Franse norm

Koplamp

2

P. 45 t.41

12 V

45/40 W

R. 136-15

Knipperlichten V en A

4

BA. 15 s/19

12 V

21 W

R. 136-12

P.25/1

Stadslichten V

2

BA.9s

12 V

4W

R. 136-32

T.8/4

Kentekenplaatverl ichting

1

Stop- en achterficht

2

BAY. 15 d/1~

12 V

21/5 W

R. 136-12

P. 25/2

Dashboardverlichting en controlelampen

5

Plug ø 5

12 V

1,2 W

Controlelampen

2

12 V

1W

schakelaars (niet

demonteerbaar)

N

z

:¡ .. ;; ,.

Z

~ ~ N '" oo '"

ZEKERINGENTABEL

f¿ o z

0(

::

..w

ii

Voeding

Kaliber

Kleur

"+" accu

16 A

Blauw

(via stuurslotschakelaar)

Bescherming

Spanningsregelaar Benzinestandmeter Laadstroomcontrolelamp Ruitesproeierpomp Ruitewisser Oliedrukcontrolelamp Controlelamp remvloeistofniveau

"+" accu

10 A

Stoplampen Knipperlichten V en A Alarm knipperl ichtinstallat ie

Lichtschakelaar

Tellerverlichting

Controlelamp stadslichten Kenteken plaatverl ichti ng

Stadslichten en achterlichten

Cll.IV - 18

Internationale norm


~P-B(-J

5 r1 --~M r

4

L.~Mr--

I

~ Ve--

2~P-Ji ?-R-

1 r':?BC ~L.o-Mr ---

~7

13

Mv i

Ex J I

~

~

- .--_._-

L: - -

i .~ 11/ 11-'- ____

15 R~F Ye//

~_MV

ÍÍ't!a:

10

ru"l

9 16

ÇJ

BI R

In

i

Ye

INSTALLA TIESCHEMA

R --

__N4Q25 My -- ))0

19

27

28

""

'-

J'

rrid

26

r R -GV

My I

~

i

~

B1i:1p 34

í"~j) 33

-:::( 31

1;1~30

i

~29

-!! ..¡i,

Q:

"'

'; CD'

.. i'"'

-- ::, ; ~ II '"

¡. CD

cb g.

:3 '" ~-

I\ CD '" CD

.. Q.

!! ~

3 --

~~

), íi

:: ::

nn 0

~ ~

~

Ii

en

~ ~

!=

.~

Q

iZ Z

m

zo

~

N


'-I 1-'

m1

12

- L:-1 .J

'-I I-I

,:.:1, :.:¡ I-I

..~ 1

I

3

I

2

N

N

R

~

r+

6

1

7

I

BI

rh

J

I

J i AR

l

J

I

19

I

N

26

I

R

,. ~"

I

tvh

L -- ~J ~ ¡~ ~ '" '" 0 '&~ '" çlt'" '&2'" '" '" ~

i II- i iv., 'DJ .:=v~-=-= --== ==~~----

i : Be Vf : : Be BI 7 ~ : l: : :Ir rt ARrt AR~ iAR iI

R 61 i I1 1i i r~1?_~-- ¡ ¡Ll _lJL--_~-~~J

BI i I I I : r -,: i I R Mr F.Mr I:IIII 'I lII 1 l ii

l e~Ie l~ ¡-m-----~ L;i L_ L;__yl_J ~ JJ 7 I I

t' ..)~ i ê 24 f I l 23: ! BI r+ Be Ie ,18 22 i Mv ~ 21 4f , N Lj Lf

rhl r!l ~n---' If r+lY Mhv

R

J

~ ~"

1------

I

10

I

8

9

'tv.. 2

I

3

I

5

6

I

7

I

m2 I

8

9

F¥ I

20

I

2

F.V

I

6

7

B

I

9

30

I

2

I

F.V

3

I

6

7

I

.¿ 11.. 33 30 5 T'34 29 1 T' )::: 33 30. i-31

'S F.Mr Mr Mrt Mr Mr -~==L

! rB i : r:10 6e BI BI Be ~ Ve Ve J J R R MY Mv Be

~F2

14 r1

BI

l

'' ~

L-r---------:ri~-: '\)

¡ l-h--1-~~

rt--n---------¡

l+ 25

PRINCIPESCHEMA

REP HANDBOEK A b21-IV - AANVL'LUNG ;;

,. ~ ~ '" --

~


HANDELING No. A YM. 51o-00d: Montage van de electrische installatie

(MEHARI met 12 V installatie vana' 71'8)

PRINCIPESCHEMA

OMSLAAN S.V.P.

Hand. A YM. 510-00d

3


Hand. AYM. 510-00 e

tie

HANDELING NO. AYM. 510-00 e: Montage van de elektrische instal/a

MEHARI12 volt (vanaf 7/1981)

LAMPENTABEL

Aantal

Type

Spanning

Vermogen

Franse norm

Groot- en dimlicht

2

PA5 t.41

12 V

45/40 W

R.136-15

Voor en achterclignoteur

4

BA. 15 s/19

12 V

21 W

R136-12

P. 25/1

Stadslicht voor

2

BA.9s

12 V

4W

R 136 - 32

"T. 8/4

Kenteken plaatverl ichti ng

1

Stop- en achterlicht

2

BAY. 15 d/19

12 V

21/5 W

R136-12

P. 25/2

12 V

1,2 W

12 V

1W

Omschrljvlng

1

Wedge base

Dashboardverlichting en controlelampjes

5

ø 5 mrn

Controlelampen en schakelaars (niet losneembaar)

2

Luciole

Choke controlelampje

'"

ZEKERINGENT ABEL

CJ

z

:: ..

==

z'".. .. ~

Voedlng

Kallber

Kleur

+ Accu

16A

Blauw

Bescherming

N "'

..

'" w

o en o

.

(via contactslot)

Spanningsregelaar Benzinestandmeter

z..

Laadstroomcontrolelam pje

0.

Ruitesproeierpomp Ruitewisser

i W

II

01 ied ru kcontrolelam pje Remvl oeistofcontrolelam pje

Chokecontrolelampje + Accu

10 A

Geel

Stoplichten Voor en achter clignoteurs Alarmverlichting

Lichtschakelaar

10 A

Rood

Snel heidsmeterverl i chti n 9

Stadsl ichtcontrolelam pje Kenteken plaatverl ichti ng

Stadslichten voor en achter

Intern. norm


(J7

Ie

L

,i

1(~ '

9

16

+ My

Ex

-1

5 c:i::: '/ 11 I Lll"' =_ -'~ ·

'=~ , : v II f \ 1 S R ~ ve/

_ , -:~" i I ' ~--, ' ~ J --,~ r-l : ; i i ,," Mr I /1'111

I . 14!a , I /- rR ß' i: Bl R

i ! ":_-~ ~r 10 13

I y'I I Mr y

R 0' i

i Bl n IW

II3¡r;n~60 YJWe Ie.-

i

,

, I ~~Mr~ -;PR

¡~, ¡ I r=b- J\ - ! : ,jL'b Ve

I --- '-=-Mr -- ,

! i tt!

i ~ !!fH~

i ': ~\_~.:~:?ße ._~

IQ , ¡,f_~I - i

~~

rr--

----_...._...__..'

49

R --

"-

N--Qe' 2S M ., -q: ))0

~/-2;// . try ~~¡ ") 30

I

;-B-~~~i .131

r R ~'i/

L -----

,

! I -. 't/ '-

, ì Bl "j: "'. ')9

I\--~.- _nOr

'~

l_

110

4=ß ..

/: ~

, ~~i:1) 34 '"

-" Mv I u:

'Kc(~ 33;

lb)

I-~r-q~i I

/ rr Jr-c~ ,

281

.._..._-----_.~' -. -_.__.~_.__.. - -',-----

~

m 3:

o:I

en

;;

r--

.i. --

zrn

.

lb.

~ ~

'- '"

~ :5

10 (!

~ ~ _ ::

~ :r

:: ~

~D: (!~

g. g.

-- ::

I\ II

~~ _ --

), ¡¡

:: ::

nn 0

s: s:

!I

8

cr

~ (I ~

.~

p

z

C)

iZ

m

C

Z

::

I\


I-i I-I i-I I-I

: ..1 1-. :

i I

+1- L

'-I 1-'

16

:-1.J -L

w

.. .. ~

en

t'

2 3 ..

II

R

r+

i 1 1 i i

I

I I i I

A

8 t F.V

~ 28

Mr ~rh

.j

I

AR

i

.j

5 6 7 8 9 10

9~

Bl

~F2

14 i1

BI

l

N3

F.Mr

l

11 ~

~ T10

Ie

m2

BI

.j

14 ~"

.j

23"; 5 6 78

FN

i I 9 20

33 30

r+ r+

R R

Ii

AR

i- ~

H,

IIIIIII

It-:----tยก-~ Y L; R My

:t----n--bn-i

N

i+ 25

2 3 .. 5 0

F. V

II

1 1==:=

Be BI BI Be r! r+ r+ r+

ARAR

,,

rt r,

Be BI

,

'i I ii :

Ir-- --_--

II :ยก 6:: II I

: rt:~1

i Ie r-i

i ,

-l

Be 7~

7 8

I

i

19

r-

AR

I

V"

I

9 .3

t

Mr

F.V

2 3 .. 5 6 7

I I I I I

F.V

Mr

m3

33 30 i-31

Ve Ve .j J R R My My Be ~2~~2~0p2~ ~~~

R

R

14 ~"

I

~~~if---~ BI Ve .j Mv

---------- --

S~4 1~ Mr29Mr

REP HANOSc:FL. 1', r,:'1. ;1-ร Ar\Jl/l.~: : :t\C ~,


lANDELING NO. AYM. 510-00 e: Montage van de elektrische installatie

MEHARI12 volt (vana' 7/1981)

PRINCIPESCHEMA

OMSLAAN S.vP.

Hand. AYM. 510-00 e

3


HANDELING No. AZ. 520-1: Werkzaamheden aan het dashboard

VERWI,IDEREN EN MONTEREN VAN EEN DASHBOARD

PL 454

VERWIJDEREN

1. Maak de massakabellos van de accu

2. Verwijder de borgveer (1) van de tellerkabel en neem

de kabel los van de aandrijvi ng op de versnell i ngsba k.

Druk de kabel naar het dashboard toe. 3. Verwijder de vier schroeven (2). neem de steun (3) van

het dashboard los, draai de moer (4) van de tellerkabel los en maak aile stekkers los. 4. Verwijder de moer (5) waarmede het dashboard op de steun is bevestigd. Maak achtereenvolgens de bevesti-

gingsbeugel, het dashboard en zijn bevestigingsplaat los. PL. 10

MONTEREN

5. Plaats het dashboard op de steun, met de bevestigings-

plaat er tussen. Breng de bevestigingsbeugel op zijn

plaats en zet de moer (5) voldoende vast om een goede massaverbinding te krijgen. 6. Sluit aile stekkers weer aan en schroef dan het kabel-

eind met de hand op de teller.

7. Breng de steun (3) op zijn plaats. hierbij de tellerkabel door het schutbord schuivend.

Monteer de vier schroeven (4). 8. Schuif de tellerkabel op de aansluiting van de telleraandrijving op het achterdeksel van de versnellingsbak

en monteer de borgveer (1). PL 29 9. Sluit de massakabel weer op de accu aan.

A IV 117/0



HANDELING No. AZ. 520-1 a: Werkzaamheden aan het dashboard (AZAM model/en vanaf 4/1967; AZ- TT modellen vanaf 2/1970) VERWIJDEREN EI\I IVONTEREN VAN EEN DASHBOARD

VERWIJDEREN

M

1. Maak de massakabel 105 van de accu. 2. Maak de tellerkabellos van de versnellingsbak.

("

3. Verwijder de lichtschakelaar (1) en de knipperlicht-

o '"

schakelaar (3) van de stuurpijp (4). 4. Verwijder de hefboom (6) van de warme luchtverde-

ling als voigt:

Verwijder de sluitring (12) van de stang (11) (event. met een tang doorknippen) -- Verwijder de hefboom (6) met bijbehorend plaatje (5) (twee schroeven). 5. Verwijder de schroeven (7) en' (10) van de zijschotten van het dashboard en neem het dashboard (13) 105. 6. Verwijder de moer (9) van de ruitesproeierpomp en

verwijder het bovendeel (8) van het dashboard. 7. Draai de moer (17) van de tellerkabel 105. 8. Maak de stekkers 105 en verwijder de twee schroeven (15), de kilometerteller (16) en de beschermplaat

( 14).

9. Verwijder het dashboard als voigt: Maak de stekkers van de parkeerlichtschakelaar, ruite-

wisserschakelaar, contactslot, knipperl ichtautomaat en van de kabelbundel van de licht- en knipperlichtschakelaars los.

Verwijder het dashboard (13). 10. Verwijder de vier bouten (19) en de steun (18) van het dashboard. (zonodig)

MONTEREN

11. MonteeI' (zonodig) de steun (18) en zet de bouten (19) vast.

Zorg ervoor, dat de clipmoeren (20) op hun plaats op '" o '"

M

de steun (18) zijn. 12. Schuif de kabelbundel van de I ichtschakelaar (1) en

van de knipperlichtschakelaar (3) door het gat van het dashboard (13).

13. Sluit aile stekkers van de kabelbundel weer aan (daarbij op de kleuren lettend) op de parkeerlichtschakelaar, de ruitewisserschakelaar, het contactslot, de knipperlichtautomaat en de kabelbundel van lichtschakelaar en knipperlichtschakelaar.

14. Monteer de kilometerteller als voigt:

Breng de kilometerteller op zijn plaats en draai de moer (17) van de kabel met de hand vast. Sluit de stellkers aan, monteeI' de kilometerteller (16), de twee schroeven (15) en de beschermplaat (14). 15. MonteeI' het bovendeel (8) van het dashboard en be-

vestig de ruitesproeierpomp (9) (verchroomde moer). 16. MonteeI' het dashboard (13), zet de schroeven (7) en (10) vast (schotelringen).

o'Ăš '" M

17. MonteeI' de hefboom van de warme luchtverdeling (6)

met plaatje (5) (twee schroeven). Sluit de hefboom (6) op de stang (11) aan en monteeI' de "QUICKIE" ring (12). 18. MonteeI' de lichtschakelaar (1) en de knipperlicht-

schakelaar (3), plaats ze in de juiste stand en zet de bout (2) vast. 19. Plaats de tellerkabel weer op de versnellingsbak (haarspeld borgveer).

20. Sluit de massakabel weer op de accu aan.

A IV 119/0



HAN DE LI NG No. A V. 520-1: Werkzaamheden aan her dashboard

i. VERINI.IDERf:N EN 1\0NTEREN VAN EEN DASHBOARD

VERWIJDEREN 1. Maak de massakabellos van de accu.

2. Verwijder de zijschotten (2) van het dashboard: verwijder de schroeven (3) en de drukknopen (1). ,:) S4

3. Verwijder de vier bevestigingsbouten (4) van het dashboard op zijn steun. Neem het dashboard los door het te kantelen Maak de stekkers los.

MONTEREN 4. Sluit aile stekkers van de kabelbundel voor de dash-

boardinstrumenten aan. Plaats het dashboard op zijn steun (6). Monteer de vier bevestigingsbouten (4). 5. Breng de zijschotten (2) weer op hun plaats.

Monteer de drukknopen (1). Monteer de schroeven (3). 6. Sluit de massakabel weer op de accu aan.

II. VERWIJDEREN Ei\! 1\0l\JTEREN VAN EEN KILOMETERTELLER. VERWIJDEREN

3255

1. Verwijder de zijschotten van het dashboard: verwijder

de schroeven (3) en de drukknopen (1). 2. Verwijder de twee bevestigingsbouten (5) en verwijder

het bovenste huis (7).

3. Neem de kilometerteller (8) los door op de vergrendelplaatjes te drukken via de opening "a" achter de teller; draai de moer van de tellerkabellos. Verwijder de kilometerteller. MONTEREN

4. Breng de kilometerteller op zijn plaats. 3251

Draai door de opening "a" de moer van de kabel

zander forceren op de kilometerteller vast.

5. Druk de kilometerteller geheel op zijn plaats met de centreernok in de juiste stand tot de vergrendelplaatjes in de vergrendelstand springen.

6. Breng het anti-reflectiescherm op zijn plaats.

7. Monteer het bovenste huis (7) en zet dit met de beide bouten (5) vast.

8. Breng de zijschotten (2) op hun plaats, monteer de drukknopen (1) en de schroeven (3).

A IV 121iU



HANDELING No. A. 530-0: Gegevens en controles van de electrische organen

GEGEVENS DYNAMOS EN REGELAARS

12 volts uitvoering

6 volts uitvoering Merk

DUCELLIER

PARIS-RHONE

Dynamo

Regelaar

Dynamo

Regelaar

7276 G

8325 A

7302 M

8243 F

G11R111

XT 212

D 67

CIBIE

AFDRAAIEN Merk dynamo Type dynamo

PARIS-RHONE

DUCELLIER 7276 G

7302 H

G11R111

52,5 mm

35mm

51 mm

Maximale collector-

diam. na afdraaien

BEPROEVEN VAN DE DYNAMO'S OP DE TESTBANK OF OP DE WAGEN:

Dynamo zonder regelaar: aansluiting "DYN" verbonden met de aansluiting "EXC" en het dynamohuis of de zwarte draad aan de massa.

Merk en type dynamo

Begintoerental koud bij 6,5 volt

Opbrengst koud bij 6,5 volt

DUCCELLIER 7276 G

PARIS-RHONE G 11 R 111

1350 tpm

1200 tpm

12 A bij 1800 tpm 21 A bij 2200 tpm

13 A bij 1600 tpm 25 A bij 2200 tpm

Begintoerental koud bij 6,5 volt

Opbrengst koud bij 13 volt BEPROEVEN OP DE REGELAARTESTBANK - AFSTELLINGEN A. DUCElLiER-regelaar 8325 A en PARIS-RHONE XT 212 (6 void: Sluitspanning: 6 tot 6,5 volt (koud) Uitslagspanning: minder dan 1 volt minstens onder de uitslagspanning Retourstroom: 3 tot 7 ampere bij 6 volt (koud) AFREGELlNG: (koud) Dynamotoerental2500 tpm: Regelaar 8325 A: a) Stroombegrenzer: Bij een spanning van 6,6 volt moet de stroomsterkte 23 tot 25 ampere bedragen. b) Spanningbegrenzer: Bij een stroom van 4 ampere moete de spanning 7,1 tot 7,5 volt bedragen. Bij een stroom van 18 ampere moet de spanning 6,6 tot 7,3 volt bedragen. Regelaar XT 212: a) Stroombegrenzer: Bij een spanning van 6,6 volt moet de stroomsterkte 23 tot 25 ampere bedragen b) Spanningsbegrenzer: Bij een stroom van 5 ampere moet de spanning 7,3 tot 7,7 volt bedragen. Bij een stroom van 18 ampere moet de spanning 7,1 tot 7,5 volt bedragen. B. DUCElLIER-regelaar 8243 F (12 void: Sluitspanning: 12 tot 13,6 volt (koud) Uitslagspanning:"minder dan 1 volt minstens onder de sluitspanning. Retourstroom: Maximaal 5 amp. (koud) bij 13 volt.

AFREGELlNG: Dynamotoerental 3500 tpm a) Stroombegrenzer:

Bij een spanning van 13,2 volt moet de stroomsterkte 20 tot 22 ampere bedragen. b) Spanningsbegrenzer: Bij een stroom van 2 amp. moet de spanning 14 tot 14,4 volt bedragen. Bij een stroom van 17 amp. moet de spanning 13,5 tot 14,4 volt bedragen.

.. IV 123

DUCELLIER 7302 H

1520 tpm 12 A bij 2000 tpm 25 A bij 3000 tpm


2 HANDELING No. A. 530-0: Gegevens en controles van de electr;sche organen

WISSELSTROOMDVNAMO'S EN REGELAARS (12 void

BELANGRIJK - Laat nooit een wisselstroomdynamC? draaien zonder dat deze met de accu is verbonden.

- Sluit de wisselstroomdynamo nooit aan een acc'u met eenverkeerde polariteit.

- Controleer nooit de werking van de wisselstroomdynamo door kortsluiting te maken tussen de "plus" aansluiting en de massa of de "EXC" aansluiting en de massa.

- Nooit een accu ladttn of electrisch lassen aan het chassis zonder de positieve en negatieve kabels van de accu te hebben losgemaakt en de positieve kabel van de massa te hebben geisoleerd. A. Wisselstroomdynamo DUCELLIER 7522 B (Op de AK-typen van maart 1966 tot me; 1968)

Wisselstroomdynamo DUCELLIER 7542 A (gelijk aan de vorige uitgezonderd de wisselspanningaansluitingen voor de bediening van het transistorrelais van het laadstroomcontrolelampje). (Op de typen A Y A 3 "Dyane 6" van januari 1968 tot september 1968)

(Op de typen A YM "Mehari" van augustus 1968 tot jul; 1969) Nominaal vermogen: 260 watt.

Nominale stroomsterkte bij 13 volt: 20 amp. bij 5000 tpm dynamo. Weerstand van de roÂĄor: 7,4 n

Sluitspanning bij 1500 tpm dynamo Reductie dynamo/motor: 2,1/1 Wisselstroomdynamo DUCELLIER 7542 G: (Op de typen A Y A 3 "Dyane 6" met verwarm;ng F R.20) Nominaal vermogen: 320 watt

Nominale stroomsterkte bij 13 volt: 25 amp. bij 6000 tpm dynamo. Regelaar DUCELLIER 8347 B (voor bovenstaande wisselstroomdynamo) B. Wisselstroomdynamo DUCELLIER 7534 A Wisselstroomdynamo PARIS-RHONE A 11 m 4 ~ AYCA "MEHARI" vanaf juli 1970 AK van mei 1970 tot juli 1970 Op de typen AY "Dyane 4" van maart 1968 tot februari 1970 AYB "Dyane 6" van september 1968 tot februari 1970

Wisselstroomdynamo PARIS-RHONE A 11 M 11 (Op de typen: A Y CA "MĂŠhari" vanaf september 1973)

~ Gelijk aan de drie vorige doch zonder stekkers Wisselstroomdynamo DUCELLIER 7532 A voor wisselstroomaansluiting voor het transisWisselstroomdynamo PARIS-RHONE A 11 M 6 Wisselstroomdynamo PARIS-RHONE A 11 M 12 vanaf september 1973 torrelais van de laadstroomcontrolelamp. A Y "Dyane 4" vanaf februari 1970

Op de typen

AY CB "Dyane 6" vanaf februari 1970 AK vanaf juli 1970 AZA 2 (2 CV 4) en AZ KA (2 CV 6) vanaf februari 1970 AZU vanaf juli 1972

Vermogen : 400 watt

Spanning : 14 volt Nominale stroomsterkte : 28 amp. bij8000 tpm dynamo Weerstand van de rotor : 7 n

Sluitspanning bij : 1450 tpm dynamo

Reductie dynamo/motor : 1,8 1 Regelaar DUCELLIER 8347 C (

Regelaar PARIS-RHONE AVA 213 ( Bestemd voor de zes voorgaande dynamos C. Transistorrelais DUCELLIER 8363:

Op wagens met wisselstroomdynamos voorzien van wisselstroomaansluitingen: wisselstroomdynamo 7542 A - 7542 G 7543 A - A 11 M 4 - A 11 M 11 . Ditrelais zorgt voor het doyen van de laadstroomcontrolelamp zodra de dynamo normaal stroom levert.

A IV 124


troles van de electrische organen

HANDELING No. A. 530-0: Gegevens en con

H.nd. A. 530-0

5

CONTROlE VAN EEN SPANNINGSREGElAAR 8347 of AVA 213

oM M

'"

~ ~--

.i

/ Accu

i.

+

---

l'2V

Spanningsregelaar

I I

Exc

Weerstand

Exc N cc

z

:; .. :: ,.

~

¡¡

~ ~

"w

o"'

c

~ Voer bovenstaande aansluiting uit met een amperemeter A, een voltmeter V en een regelbare weerstand Rh, of beter een volt~ ~ .. ampere-weerstand-unit. a:

Laat de motor draaien met een snelheid waarbij het toerental van de wisselstroomdynamo 5000 t/min bedraagt; dit betekent: - een motortoerental van 2400 t/min voor wag

ens uitgerust met wisselstroomdynamo's: 7522 B - 7542 A - 7542 G.

- een motortoerental van 28oot/min voorwagens uitgerust met wisselstroomdynamo's: 7534 - 7532 - A 11 M 4 ~ A 11 M 6 A 11 M 11 - A 11 M 12 - ALN 12-1. Verstel de regelbare weerstand tot een stroomsterkte van 15 ampères verkregen wordt.

let het contact heel even af om de regelaar te demagnetiseren. Wacht totdat de motor weer op toeren is gekomen, waarna de voltmeter een spanning moet aangeven welke ligt: - tussen 14 en 14,6 volt bij 20°C (bij wag

ens tot 11/75)

- tussen 13.6 en 14,2 volt bij 22°C (bij wagens vana' 11/75).

N.B.: Deze waarden variëren met de temperatuur. De spanning wijzigt zich omgekeerd evenredig met de temperatuur met ca. 0.2 volt per 10°C. Als niet aan deze voorwaarden wordt voldaan is de regelaar defect.

CONTROLE VAN EEN LAADSTROOMCONTROLELAMP (MEHARI vana' 1978)

Vanaf juli 1978 is de thermische voltmeter vervangen door een laadstroomcontrolelamp welke wordt bediend door een elec-

tronisch circuit dat in de steun van deze lamp is ingebouwd. De lamp moet: - branden bij een spanning lager dan ca. 12,8 volt en hoger dan ca. 15 volt.

- uit zijn bij een spanning welke ligt tussen ca, 12,8 en 15 volt.

821-IV - 23


troles van de electrische organen

6 HANDELING No. A. 530-0: GHegevens en con

II. STARTMOTOREN

Startmotoren 6 volt (met kabelbediening) Minimale ø collector

Merk en type

Toepassing

Opgenomen vermogen

na afdraaien

Onbelast

Belast

DUCELLIER 6112 A

31,S mm

30 - 35 A

70 - 90 A

PARIS-RHONE D 8 L 38

34,5 mm

30 - 35 A

70 - 90 A

ISKRA-KRANJ ZC 4

32mm

30-35A

70 - 90 A

DUCELLIER 6188 A

31,S mm

30 - 35 A

70 - 90 A

PARIS-RHONE D 8 L 79

34,5 mm

30 - 35 A

70 - 90 A

AM (tot 7/66) AZ (tot 2/70) AK (tot 2/66) A V (tot 3/68)

AZU (tot 7/72) A V (van 3/68 tot 2/70)

Startmotoren 12 volt: (met kabelbediening)

Minimale ø collector

Merk en type

Toepassing

Opgenomen vermogen

í

na afdraaien

Onbelast

Belast

31,S mm

25-30A

45-60A

A V (12 volt) (tot 2/70)

25-30A

45 - 60 A

AK (van 2/66 tot 7/73) AVA 3 "Dyane" (tot 10/68)

DUCELLIER 6134 PARIS RHONE D 8 L 67

34,5 mm

AM (van 7/66 tot 5/68) DUC

AM (van 7/66 tot 3/69) P.R. DUCELLIER 6174

30,5 mm

25-30A

45 - 60 A

PARIS-RHONE D 8 L 80

34,5 mm

25-30A

45-60A

32mm

25-30A

45 - 60 A

DUCELLIER 6195 A

AZ (12 volt) (tot 2/70) A YA 2 (12 volt) (van 3/68 tot 2/70

A VB (tot 9/69) A V CA "Mehari" (tot 12/71)

AM (van 5/68 tot 3/69)

Afstellng van de bendlx:

6 volt

12 volt

DUCELLIER

PARIS-RHONE

DUCELLIER

PARIS-RHONE

6112 6188

D 8 L 38

6134 6174

D8LaO

D8L79

D 8 L 67

6195 A

A=31,7mm B=31,7mm

A = 21 mm

A = 19,7 mm

B=31,7mm

B=31,7mm

t'

'" (" '"

..

B

A = 21 mm B = 31,7 mm

Atstellng van een schakelaa, van de startmotor 6134 D en

D 8 L 67: 1

(" '" DC'

2

3 4

5 6

1. Sluit een spanning van 12 volt aan tussen de voedingsaansluiting (1) en het huis met een proeflamp in serie. 2. Beweeg de hefboom (5) tot de lamp gaat branden. Op dit

moment moet de voorzijde van het rondsel (6) zich op een afstand d = 1 :t 0,2 mm van de aanslagring (7) bevinden. N.B.: Deze aanslagring (7) wordt sinds januari 1967 op

deze typen startmotor gemonteerd.

3. Ais deze afstand niet juist is, stel dan de slag van de drukstift (2) af door de aanslag (4) van de hefboom (5)

in- of uit te draaien. Druk de veer (3) in om de groet van de aanslag (4) los te maken van de hefboom (5).

62i-lv - 24


HANDELING No. A 530-0: Gegevens en controles van de electr;sche organen

1

Meet met het rondsel (1) naar voren de afstand "a" tussen de voorzijde van het rondsel (1) en de aanslag

5370

(2).

Deze afstand "a" moet 1 mm bedragen; stel zonodig de stelschroef (3) af.

6. Neem de accu 105 van de aansluitingen (6) voor de voeding van het relais en (5) voor voeding van de

veldwikkelingen. Het rondsel (1) komt in de ruststand terug. Meet de afstand "b" tussen het drukvlak van de flens van de startmotor op het frictiecarter en het uiteinde van het rondsel (1 i.

Deze afstand "b" moet max;maal 21 mm bedragen; anders dient de startmotor te worden gereviseerd.

7. Verbind de verbindingsdraad (4) van de veldwikkelin-

gen met de aansluiting (5) (gemerkt met "DEM ') van het relais (1).

5350

8. Monteer de plastic dop (8).

9. Monteer de startmotor op de wagen.

10. Sluit de massakabel aan de min-pool van de accu.

6 7 4

A IV 129

5351

00

-. M

'"

1


troles van de electrische organen

8 HANDELING No. A. 530-0: Gegevens en con

CONTROLE VAN EEN ST ARTMOTOR

PARIS-RHONE D 8 E 99 of (D 8 E 116 vanaf juni 1972)

D8E99

D 8 E 116

330-340 amp

360 amp

30-40 amp

30-40 amp

1. Beproeving op de wagen:

aden en meet:

a) Controleer of de accu goed is gel

- Opgenomen stroomsterkte, geblokkeerd rondsel ....................... b) Verwijder de startmotor en meet: - de stroomsterkte, onbelast ........................................................

2. Beproeven op de proefbank;

a) Gemiddeld koppel bij 1000 tpm ...................................................

0,6 mkg

0,5 mkg

- Opgenomen stroomsterkte door dit koppel ...............................

220 amp

220 amp

b) Maximaal vermogen ......................................................................

1 pk 0,38 mkg 180 amp

0,9 pk 0,35 mkg

_ Koppel bij dit vermogen ............................................................ - Opgenomen stroomsterkte bij dit koppel ..................................

175 amp

AFSTELLING VAN HET RONDSEL VAN EEN STARTMOTOR PARIS-RHONE D 8 E 99 MET STARTRELAIS CED 402 of D 8 E 116

'"

2

1. Neem de massakabellos van de accu

''

"

3 2. Verwijder de startmotor

4 3. Neem de voedingsdraad (4) van de veldwikkelingen los

5

van de aansluiting (5) van het startrelais.

4. Bekrachtig het relais. Verbind daartoe: a) de pius van de accu met de aansluiting (1) voor de voeding van het relais.

b) de min van de accu met de aansluiting (3) van het relais.

A IV 130 .


HANDELING No. A. 530-0: Gegevens en con

troles van de electr;sche organen

9

Meet met het rondsel (1) naar voren de afstand "a" tussen de voorzijde van het rondsel (1) en de aanslag

(2).

1

Deze afstand "a" moet 1 mm bedragen. Is dit niet het geval, ga dan als voigt te werk: Neem het relais 105 van de startmotor.

2

Druk de veerschotel (volgens "b") in en houd de york (3) tegen. Draai deze in of uit om de afstand "a" in te stellen. Ais "a")- 1 mm: york inschroeven

Ais "a" c: 1 mm: york uitschroeven (gedeelten van een slag verdraaien) Bevestig het relais aan de startmotor.

5. Neem de accu 105 van de aansluitingen (5) en (6) van het relais.

Het rondsel (1) komt nu terug en neemt de ruststand in. Meet de afstand "c" tussen het drukvlak van de

flens van de startmotor op het frictiecarter en het uiteinde van het rondsel (1). Deze maat "e" moet maximaal 21 mm bedragen

(startmotor D 8 E 99) of 21,57 mm (startmotor D 8 E 116)

,. N N ,.

Reviseer de startmotor zonodig.

6. Sluit de voedingsdraad (8) van de veldwikkelingen aan

de aansluiting (7) van het relais (4).

7. Monteer de startmotor op de wagen.

8. Sluit de massakabel aan de min-pool van de accu.

'o -c

,.

,.-.

6

l-

7

8

A IV 131


troles van de electrische organen

10 HANDELING No. A. 530-00: Gegevens en con

24 VOLTS INSTALLATIE (MEHARI - speciaallegertype)

Dit nieuwe wagentype onderscheidt zich van de seriewagens hoofdzakelijk door een 24 volt's electrische installatie welke de stroom levert voor een speciale radioins.tallatie (geombineerd zend-ontvang apparaat). ACCU'S

Twee 12 volt accu's in serie geschakeld. Merk: STECO 12 volt 43 Ah (200/40 Ah) Type: 2 HN leger Bestelnummer: 6140 - 14 - 238 - 9715

Op de positieve pool is een ARELCO aansluiting gemonteerd voor de stroomtoevoerkabels van de startmotor en het vei"bi ndi ngsbl ok.

Bestelnummer ARELCO-aansluiting: P 1 M 64

Aantrekkoppel van de bovenste moer: 0,35 mkg Een DUCELLIER hoofdschakelaar, type Ro 80 A 1, bestelnummer 1034, is op het schutbord gemonteerd.

OPMERKING: Een van de accu's bevindt zich op dezelfde plaats als bij de seriewagens. De andere zit tegen het dashboard aan passagierszijde wat het monteren van de volgende onderdelen nodig maakt: - een dashboardsteun

- een gwijzigd dashboard (met aangebouwd handschoenenkastje) - een controleluikje vOQr de accu

- een steun voor de bevestiging van deze nieuwe accu.

WISSE LSTROOMDVNAMO's

Enkelfase wisselstroomdynamo PARIS-RHONE 24 volt 20 A. No. A 11 M 9 tot 3/1974 of A 11 M 13 vanaf 3/1974 Maximaal vermogen vanaf 8000 tpm: 580 watt.

Weerstand van de stator: 21 :: 5% n Borstels: minimale lengte na slijtage: 13 mm Veerdruk op nieuwe borstels: 285 gram:! 10%

Reductie dynamo/motor: 1,8/1 CONTROLE VAN DE WISSELSTROOMDVNAMO A 11 M 9 of A 11 M 13 (met goed gevulde accu's)

M M

A

'"

.:

----

accu 24V

i

weersland

/ Sluit volgens bovenstaand schema een voltmeter V, een amperemeter A en een regelbare weerstand aan. Meet de opbrengst van de dynamo door het motortoerental geleidelijk te laten toenemen en daarbij met behulp van de regelweerstand de spanning constnt op 28 volt te houden.

Laadbegin: 1030 tpm motor (1850 tpm dynamo) bij 28 volt Opbrengst dynamo: 7,5 amp. bij 1670 tpm motor (3000 tpm dynamo) bij 28 volt 15,5 amp. bij 2830 tpm motor (5100 tpm dynamo) bij 28 volt 18,5 amp. bij 4440 tpm motor (8000 tpm dynamo) bij 28 volt

A IV 132


troles van de electrische organen

HANDELING No. A. 630-0: Gegevens en con

11

SPANNINGSREGELAAR ... Electronische spanningsregelaar PARIS-RHONE 24 volt, type L 21, No. ZL 210.

BELANGRIJKE OPMERKINGEN:

Foutieve handelingen moeten beslist worden voorkomen, daar anders de spanningsregelaar onherstelbare schade kan oplopen. a) Let er op dat de massadraa~ met de massa-aansluiting (bevestigingsbout) van de spanningsregelaar is verbonden.

b) Verbind nooit het bekrachtigingscircuit met de massa. c) Verwissel nooit de draden die op de plus- en "EXC" klemmen van de spanningsregelaar zijn aangesloten.

d) Zet de motor nooit af door de hoofdschakelaar "uit" te letten. Het "uit" zetten van de hoofdschakelaar mag alleen bij afgezette motor geschieden. Controle van de spanningsregelaar:

Sluit volgens het hieronder afgebeelde schema een amperemeter A, een voltmeter V en een regelweerstand aan. Voer het motortoerental op tot 3330 tpm (6000 tpm dynamo).

Laat met behulp van de regelweerstand de stroomopbrengst toenemen, zonder de stroomsterkte daarbij te laten afnemen, en lees de corresponderende spanning af.

U

Volls

28 27,3

26 25 2~

0

10

5

20

15

16,6

~

I

Ampèr.s

accu

+

.! i-

24V

i I

dynamo

Exc

weerstand

Doe een aantal metingen en vergelijk de verkregen waarden met die van bovenstaande grafiek. De gevonden waarden moeten binnen het gearceerde gebied liggen, anders is de regelaar defect. N.B.: De bovenstaande grafiek geldt voor metingen welke bij 20°C werden verricht. Indien de bij de meting heersende temperatuur "t" hiervan afwijkt, dienen de op de grafiek aangegeven waarden te worden

gewijzigd.

De spanning verandert omgekeerd evenredig met de temperatuur "t". De aan te brengen spanningscorrectie vindt men met behulp van de volgende formule: - t U (volt) 200 = 10 x 0,18

A I V 133


12 HANDELING No. A. 630-0: Gegevens en con

troles van de electrische organen

STARTMOTOR

Startmotor met startrelais, merk PARIS-RHONE 24 volt, No. D 8 E 110 Borstels: minimale lengte na slijtage ................................................................................... Veldwikkel ing : weerstand .. ...... ................. ......................... ........ ... ........ ....... ...... ........ ....... Anker: min. diameter van collector na afdraaien ................................................................ Anker: langsspel ing ..............................: ............. ............... ........................... ......................

7mm 0,034 n 35,5 mm

0,5-1 mm

Bendix (afstelling): Verwijder de startmotor en maak de voedingsdraad van de solenoiClewikkelingen 105. Bekrachtig de solenoiCle en meet de

speling tussen de aanslagring en de voorzijde van het rondsel. Deze moet 0,5-1,5 mm bedragen; verdraai zonodig de stelschroef op de solenoiCle.

SolenoiCle:

Weerstand van de terugtrekspoel ........................................................................................ (dikke draad in serie met het veld)

Weerstand van de relaisspoel ................................................................................................ (dunne draad parallel aangesloten)

1,16 n

3,5n

CONTROLE VAN DE STARTMOTOR

1e) Test op de wagn: Controleer of de accu's goed geladen zijn en meet: - de opgenomen stroomsterkte bij geblokkeerd rondsel .............................................. .- de opgenomen stroomsterkte bij ingeschakelde startmotor .......................................

300 amp.

ca. 150 amp. bij 20°C

2e) Test op de bank:

a) Minimaal koppel bij 1000 tpm .................................................................................

0,55 mkg

Opgenomen stroomsterkte door dit koppel ..............................................................

220 amp.

b) Minimaal vermogen bij 20,2 volt ..............................................................................

Corresponderend koppel .. .............. ..... ......... ........ .................................................... Opgenomen stroomsterkte bij dit koppel ................................................................. c) Opgenomen stroomsterkte onbelast, startmotor losgenomen ...................................

1 000 watt lO,35.mkg 180 amp.

minder dan 60 amp.

ONTSTEKING STROOMVERDELER

Gepantserde DUCEiÜER 24 volt, No. 4407 A Centrifugaalvervroegingskromme en afstelling van contactpunten gelijk aan die van de seriewagens. Deze stroomverdeler brengt wijziging van de koeltunnel met zich mede (doorvoergat) voór de gepantserde voedingsdraad van de

stroomverdeler is groter en de uitsparing is vervallen.

BOBINE

Gepantserde A.B.G. 24 volt, No. 177 267. Twee gepantserde hoogspanningsdraden:

- linker draad A.B.G. No. 177 264 - rechter draad A.B.G. No. 177263 AantrekkoRpel van de aansluitiiigen van de gepantserde draden op bobine en bougies ....... Filter in het voedingscircuit (prima ire circuit) van de A.B.G. bobine, No. 177 265

0,6-08, mkg

BOUGIES Twee gepantserde bougies A.B.G., No. M C Y 78 L.

Electrodenafstand ..............................................................................................................

0,5-0,6 mm

Aantrekk oppel ...................................................................................................................

2-2,5 mkg

A IV 134


. HANDELING No. A. 532-1: Vit- en inbouwen van een dynamo

volt)

UIT- EN INBOUWEN VAN EEN DYNAMO (6

co

U", . (", . ("

UITBOUWEN

1. Maak de massakabel los van de accu (trekker 2200- T, indien nodig).

2. Verwijder de grille en het rooster (al naar gelang) 3. Verwijder de ventilateur:

(Zie overeenkomstige handeling)

4. Neem los: de laadstroomdraad (2) (rood gemerkt) de veldstroomdraad (3) (geel gemerkt) van de dynamo. 5. Verwijder de twee bouten (1) van de dynamo.

6. Verwijder het huis van de dynamo uit de boring van het carter zonder aan het deksel van de borstelhouder te trek

ken teneinde de draden niet te beschadigen.

7. Verwijder het anker van de krukas met behulp van de

trekker 2205- T. INBOUWEN 8. Ontvet de konische boring van het anker en het draag-

vlak op de krukas.

Controleer of de boring voor de dynamo in het carter schoon is. 9. Plaats het anker op de krukas.

10. Houd de borstels opgelicht met behulp van hun veertje

zoals aangegeven bij "a". ("

11. Smeer de boring van het carter licht in met TOTAL

-'

MUL TIS vet. Schuif het dynamohuis in de boring van

Cl

het carter. Controleer of op de twee bouten (1) de isolatie aanwezig is.

Draai deze bouten enige gangen met de hand in en zet ze vast met 0,5 tot 0,8 mkg. LET OP: Dit koppel mag niet worden overschreden om te voorkomen dat de verdikkingen van het deksel-

borstelhouder afbrekt:l. 12. Laat de borstels op het anker zakken.

13. Sluit de draden op de aansluitingen (2) en (3) aan. Monteer een kartelring en zet de moeren vast. Controleer of de draden goed worden vastgehouden door het steuntje (4) en tegen het voorvlak van het motorblok

en tegen het dynamohuis worden gedrukt. _U"

("

-.

14. Monteer de ventilateur. (Zie betreffende handeling)

Cl

15. Monteer de grille en het rooster (al naar gelang). A IV 135/0

16. Sluit de massakabel op de accu aan.


21-IV - 77

vanaf 3/1966 tot 5/1968

Perioden van seriemontage

AK

vana' 7/1966 tot 5/1968

WAGENTYPE

AMI6

I aadstroomGontrolelampje . I AYA 3 (Dyane 6)

A Y (Dyane 4) A YB (Dyane 6) AK

FR - 20 verwarming

vana'2/1970 vana'2/1970 vana'2/1970 vana'2/1970 vana'9/1974

AYCA (Méhari)

AZKA (2 CV 6) A Y (Dyane) A YCB (Dyane 6) A YCA (Méhari)

7/1970

AZA 2 (2 CV 4)

AK

vana' 3/1968 tot 2/1970 vana' 9/1968 tot 2/1970 vana' 5/1968 tot 7/1970 vana' 7/1969 tot 9/1974

Ge/ijk aan 7542 A doch 320 watt in plaats van 260 watt

7542 G

7534

7532

AZU

vana'7/1972 vana' 5/1968 tot 3/1969 vana'3/1969

AMI6 AMI8

A11M4

vana' 2/1970 tot 9/1973 vana' 2/1970 tot 9/1973 vana' 7/1972 tot 9/1973 vana' 2/1970 tot 9/1973 vana' 2/1970 tot 9/1973 vana' 7/1970 tot 9/1973 vana' 5/1968 tot 3/1969 vana' 3/1969 tot 9/1973

vana' 3/1968 tot 2/1970 vana' 9/1968 tot 2/1970 vana' 9/1969 tot 9/1973 vana' 5/1968 tot 7/1970

AMI6 AMI8

vana' 9/1973 tot 9/1974

AK

AZU A Y (Dyane) A YCB (Dyane 6) AK

AMI8

Hand. A. 532-3

Opmerkingen

wisselstroomstekkers.

M 11 maar zonder

Identiek aan A 11

wisselstroomstekkers.

M 4 maar zonder

Identiek aan A 11

Identiek aan 7534 maar zonder wisselstroomstekkers.

vana' 1/1968 tot 9/1968 7542 A AYA 3 (Dyane 6) vana' 8/1968 tot 7/1969 A YM (Méhari) Ge/ijk aan 7522 B doch voorzien van twee wisselstroomaansluitingen voor het re/ais van het

7522 B

BESTELNR.

REVISIE VAN EEN WISSELSTROOMDYNAMO

HANDELING NO. A. 532-3: Werkzaamheden aan de wisselstroomdynamo

MERK

DUCELLIER

PARIS-RHONE

A Y (Dyane 4) A YB (Dyane 6) A YCA (Méhari)

A YCA (Méhari)

AK

A11M6 AZA 2 (2 CV 4) AZKA (2 CV 6)

A 11 M 11

AZU A Y (Dyane) A YCB (Dyane 6)

A11M12

AZA 2 (2 CV 4) AZKA (2 CV 6)

vana'9/1973 vana'9/1973 vana' 9/1973 vana'9/1973 vana'9/1973 vana' 9/1973 vana'9/1973 vana'9/1974

A11M9

A YCA (Méhari)

A 11 M 13

tot 3/1974 vana'3/1974

PARIS-RHONE

A YCA (Méhari) LEGERTYPE

(24 Yolt)

OMSLAAN S.V.P.


CJ

1

a

cr

~

., 0

0

Ð

REVISIE VAN EEN WISSELSTROOMDYNAMO

2 HANDELING NO. 532-3: Werkzaamheden Ban de wisselstroomdynamo

KAALMAKEN

Verwijder de poelie. Houd de poelie tegen met behulp van een oude dynamoriem die in de groef is geplaatst. Zet het losse eind i;i de bankschroef; k/em de poelie niet direct tussen de bekken, ook met door tussen/eggen van zachte bekken. Draai de maer ios en verwljder de poelie en me,k de stand van de ringen en het vulstuk. Verwijder de spie. 2. Verwi¡der de lange bevestigingsbouten en neem het achterste lagerschild en de stator los vàn het voorste lagerschild met

Tracht vooral niet de dioden te verwijderen teneinde deze te vervangen.

rotor, na de stand van de lagerschilden Lo.v. elkaar te hebben gemerkt. Maak de statorwikkelingen los van het diodenschild. 3. Verwijder de onderdelen van het achterschild (diodensc:iild): stroamaansluitingen, zekeringen, borstels, borstelhouders. 4. Maak de diverse onderdelen zorgvuldig schoon, met uitzondering van de permanent gesmeerde lagers.

CONTROLE 5. Controleer de zekeringen (m.b.v. een ohmmeter of test/amp) 7 Doorlaatrichting: (test/amp), verbind de plus.aansluiting van de accu met het lagerschild (massa), de min.aansluiting van de

6. Controleer elke diode (test/amp en 12 volt accu of ohmmeter).

Sluii de dCCU andersom aan. (re:;/amp): verbind de min.aClnsluiting van de accu met het lagerschild (massa), de

aceu met de verbindingsdraad "a" van de d!ode; de lamp moet nu gaan branden. pluiaans!'.lii¡"g met de verbindirrgsdraad "¡¡" van de diode, de lamp moet nu niet gaan branden. Indien de diode is kortgesloten: gaat de lamp in beide schakelrichtingen ~an; de ohmmeter geeft dan in beide richtingen 0

Indien de diode niet doorlaat: 9""1 ell 'drrp ni,,,t lyanden, de ohmmetei geeft in beide richtingen DO aan.

In beide gevallen maet het diodeschiid of de diodehouder worden vervangen naor gelang het dynamotype.

aan 7. Controleer de weerstand van de wikkelingen (ohmmeter): Rotor: ca. 7 n - Stator: ca. 0,3 n

Rotor: sluit één taster aan op een sleepring van de rotor en de andere taster op de massa (as van de rotor); de lamp mag niet

8 Controleer de isolatie van de rotor en van de stator (gebruik een spanningsbron van 110 of 220 volt.)

gaan branden branden.

Stator: sluit één taster aan op een draad van de wikkeling en de andere taster op de massa (huis); de lamp mag niet gaan 9. Controleer of de sleepringen van de rotor nog in goede staat zijn. Deze moeten een glad oppervlak vertonen zander vlak

geslepen ~~Iekken en vrij zijn van vet.

Reinig df sleepringen met een in trichloorethyleen gedrenkt doekje; polijst de ringen eventueel met zeer fijn schuurpapier 600. 10. Controleer de staat waarin de borstels verkeren en hun lengte. De borstels moeten vrij in de houders kunnen bewegen.

OPBOUWEN

11. Monteer de verwijderde onderdelen op het achterschild: aansluitingen, zekeringen.

12. Smeer de kogellagers (eventueel) met vet in. 013. Sluit de draden van de statorwikkeling op het achterschild aan. 13. Sluit de draden van de statorwikkeling op het achterschild aan. demontage gemaakte merktekens. Zet de moeren van de lange montagebouten vast met 0,3 mkg. Smeer ze met LOCTITE

14. Monteer de rotor in het voorste lagerschild. Monteer de stator en het achterste lagerschild met inachtneming van de bij de

GX. 01 45901 A in. Leg een kartelring onder de moer. 15. Monteer de poelie. Monteer de spie, de ringen en het vulstuk in de bij de demontage gevonden volgorde. Houd de poelie met behulp van een ir, de groef gelegde oude riem in de bankschroef, zie par. 1. Zet de moer vast met 4 mkg. 16. Monteer de borstelhouder en de borstels.

. ~.

--

o

; i 1.t1

Q

t

==

c=

D -C

a::

2455

2652

2656

~~-looo ,1°0

W

WISSELSTROOMDYNAMO DUCELLIER 7542 A

0

1

000

a

621-IV - 78


3

HANDELING No. A. 532-3: WerkzBBmheden aan de wisselstroomdynamo

WISSELSTROOMDYNAMO DUCELLIER 7532 of 7534

~ ~

A _ 53.32

~

f)

.~ß. ''

I li~

e '1

9. "

C)

C;

I

A IV 139


4 HANDELING No. A. 532-3: Werkzaamheden aan de wisselstroomdynamo

WISSELSTROOMDYNAMO PARIS-RHONE A 11 - M 4 4400

00 1'.Ot:

II

4399

I 4493

A IV 140


HANDELING No. A. 532-3: Werkzaamheden aan de wisselstroomdynamo

5

WISSELSTROOMDYNAMO PARIS-RHONE A 11. M11 of A 11. M 12 A. 53-33

~ ,ll

\~ ~

~

s :ยก ~

8..S'

:i

.. . ..

,

of

,

. i, II

I 0511 MW

ao. ....

..

:

J .. ...

.., .. ....

i J!

A IV 141/0

I



Hand. A. 533-3

HANDELING NO. A. 533-3: Werkzaamheden aan de startmotor

REVISIE VAN EEN DUCELLIER 6202 STARTMOTOR 5351

2 DEMONT AGE

1. Maak de massakabel van de accu los. 2. Verwijder de start

motor.

3. Neem de verbindingsdraad (1) los van het relais. 4. Verwijder:

- de twee moeren (6) van het achter-Iagerschild,

6

- het kapje (7) van het lagerschild, .J

53.F

- de plastic dop (3).

5. Drijf de splitpen (5) van het scharnierpunt van de vork

14

uit. 6. let het rondsel (8) met een schroevedraaier vast en

draai de bout (11) los (Iinkse draad). Verwijder de circlips. 7. Verwijder:

tt Z :; .. :: ~

- de frictiering (9), - de veer (12),

Z

- het lagerschild (13). waarbij de + borstel uit de ge-

N

leider wordt genomen, - de twee moeren (4) die de soleno誰de (2) op zijn

0( 0( '1 CD

:. w

o aa oz 0( :I

0;

w a:

plaats houden.

9 53-1-1

2

8. Neem het huis (14) los van de twee tapeinden (17). 9. VerwlJder:

- het anker (18), - de soleno誰de (2) met de vork (16). 10. Kaalmaken van de soleno誰de (2). Verwijder: - de twee tapeinden (15),

- de bout (25) waarbij de kern van de soleno誰de (2) wordt vastgehouden bij de twee platte kantjes (a), - de veer (21), - de isolatiering (22),

".-1

2

62i-V - 79

19

23

- de pakking (20), - de metalen afdichtring (19), - de stelbout (24), - de vorkmoer (23).


2 HANDELING NO. A. 533-3: Werkzaamheden aan de startmotor

5343 ,

: 1

3

2

4

5 i

:\

I i

11. Kaalmaken van het anker (3). Verwijder: - de céloronring (1), - de stalen ring (2). Schuif de aanslag (5) naar achteren en verwijder:

- de circlips, - de aanslag (5), - het rondsel (4). 12. Kaalmaken van het huls (6). Losmaken: - de +borstel (7) (soldeerbout),

- de voedingsdraad (10) van de veldwikkelingen. Verwijder de vier bevestigingsbouten van de poolschoenen (11) 105. Gebruik hiervoor een korte schroe-

vendraaier die in een pers wordt geklemd. Verwijder: - de veldwikkelingen,

- de presspapier isolatie (8). 5345

8

9

10

13. Kaalmaken van het lagerschlld (15). Controleer met een 220 volts controlelamp de isolatie

van de +borstelhouder (16) t.o.v. de massa (15). Wanneer de lamp brandt is de borstelhouder slecht geïsoleerd en moet het lagerschi/d worden vervangen.

Maak de -borstel (12) 105 (soldeerbout). 14. Reinig de onderdelen.

MONTAGE

15. Controleer de ankeras tussen twee wiggen of tussen

twee centerpunten van een draaibank. De toegestane onrondheid mag 0,15 mm bedragen.

L_____~

16. Controleer het anker op een growler.

5346

12

13 14

15

16

17. Controleer de collector. De originele diameter Vc.. 32 mm mag niet meer dan 1 mm verkleind worden. Verwijder de isolatie tussen de lamellen na het afdraaien met behulp van een zaagblad met dezelfde dikte als de breedte van de isolatie (0,70 mm) of met een meso

18. Controleer de slijtage van de borstels en de geleiding. Wanneer de lengte minder bedraagt dan 8 m'm moeten ze vervangen worden. 19. Controleer de solenoïde:

Controleer de weerstand van de spoel met behulp van een ohmmeter aangesloten tussen de voedingsaanaansluiting van de solenoïde en de "DEM"-aanslui-

ting. Deze weerstand moet ca. 0,5 Ohm bedragen. Wanneer deze waarde niet wordt gemeten moet de solenoïde worden vervangen.

621-IV


HANDELING NO. A. 5333: Werkzaamheden aan de startmotor

Hand. A. 533-3

3

5342

1

3

2

a

4 5 6 20. Maak het anker gereed. Plaats op de achterzijde van de ankeras: - de stalen ring (2), - de céloronring (1), tevoren inoliën.

Smeer de spiebaneh (met zeerdunne olie) en monteer het rondsel (4). Schuif de aanslag (6) op de as en de borgveer (5) in de groef (a). Schuif de aanslag (6) tegen de veer (5).

"--1

6

3

1 2

i. z

:: -::

'"

z--'1

N '" '"

W

, ".1

oto C Z -J:

7

8

9

13

21. Maak de solenoide (7) gereed.

0.

w a:

Monteer: - de stalen ring (8), - de presspapier pakking (9) (let op de stand) - de moer (12) in de york (13) en wel zodanig dat het vlak dat zich het dichtst bij de gleuf (b) bevindt naar voren is gericht. Draai de stelbout (14) in de moer (12).

Draai de bout (15) in de stelbout (14) en monteer:

11 14

15

- de isolatiering (11),

- de veer (10).

Draai het aldus opgebouwde geheel in de solenoïde

7

8

kern (7). Houdt daartoe de kern (7) bij de twee platte kantjes (c) vast en draai de bout (15) geheel in waardoor de veer (10) wordt samengedrukt.

9 c 11 12

15 13

621-V - 81


4 HANDELING NO. A. 533-3: Werkzaamheden aan de startmotor

534:'

2 3

22. Maak het huis (1)gereed. Plaats de wikkelingen (6) in het huis en plaats de poolschoenen (7). Houd deze vast met behulp van de vier

schroeven. Plaats de isolatie (3) onder de twee wikkelingen en ter plaatse van de draadverbindingen van de voedingskabel (5) van de veldwikkelingen en van de plus borstel (2) om kortsluiting te voorkomen. Plaats de poolschoenen in langsrichting en blokkeer

deze met behulp van een korte schroevendraaier onder een pers geplaatst.

Plaats de draaddoorvoer (4) en de kabel (5) voor voeding van de veldwikkelingen. Soldeer met tin de draad (5) en de plusborstel (2). " .1'

23. Maak het achterschild gereed. Soldeer de massaborstel (8).

9

Breng de veer (9) aan.

24. Breng detwee tapeinden (12) in de solenoïde (13) aan (het korste draadeind in de solenoïde). 25. Controleer of de assemblagetapeinden (14) geheel aangedraaid zijn en of de isolatiemoffen (15) op hun

plaats zijn. Zonodig in warm water drenken om het aanbrengen op de tapeinden te vergemakkelijken.

26. Schuif het anker in de startmotorneus (10).

27. Breng de vork (11) in de schuifmof (16) aan en schuif het geheel van solenoïde (13) en anker in in de start-

~. -I ¡ motorneus (10).

13

28. Zet de solenoïde met de twee moeren (24) vast (veerring).

29. Schuif de splitjes (23) in de vork (11) en wel zodanig dat de pen aan weerszijden gelijkligt.

30. Schuif het huis (1) op beide tapeinden (14).

31. Schuif het lagerschild (21) op de ankeras en plaats de +borstel (2) in zijn houder.

Breng het lagerschild tegen het huis (1) aan. Controleer of de veren (9) in het midden van de + en - borstels drukken.

32. Monteer: 1

22

- de veer (20),

23

- de frictiering (17) (tevoren ingeolied).

Oruk op de frictiering (17) om de veer (20) te compri-

24

meren. Oraai de bout (19) (Iinkse draad) aan, voorzien

van de borgring (18). .

33. Sluit de voedingsdraad van de veldwikkelingen (22) aan op de "OEM" aansluiting.

17 62HV - 82


HANDELING NO. A. 533-3: Werkzaamheden aan de startmotor

Hand. A. 533-3

5

5350

3

2

34. Monteer het kapje (5). 35. Draai de twee moeren (4) aan (veerring).

36. Voorafstelling van het rondsel (7): Draai de stelschroef (2) zodanig dat de speling "a" tussen stelschroef en bout (1) 0,5 mm max. is. 37. Stel het rondsel (7) af.

38. Monteer de plastic dop (6) op de solenoĂŻde. 39. Monteer de start

motor in de wagen.

40. Sluit de massakabel op de accu aim. 535 ĂŹ

CJ

z

:J

--

:: '"

zoo oo

'f N

co

:. w

~ 4 o z oo :: 0. w a:

621-IV - 83


6 HANDELING NO. A. 533.3: Werkzaamheden aan de startmotor

REVISIE VAN EEN PARIS-RHONE STARTMOTOR D 8 E 99 of D 8 E 116 777;'

DEMONTAGE

1

41. Maak de massakabel van de accu 105.

42. Verwijder de startmotor.

43. Verwijder de soleno誰de (1).

44. Verwijder:

2

- de band (4) en de stofkap (5) van het inspectieluikje (6) van de + borstel,

71fiq

- de twee bevestigingsbouten van het deksel van het

lagerschild. - het deksel (3) van het lagerschild,

4

- de borgveer (7) en de vorkas (8).

45. Blokkeer het rondsel met een schroevendraaier. Draai de bout (9) (Iinkse draad) en de borgring (10) 105.

46. Verwijder:

- de frictiering (11),

7113

- de veer (12), - het lagerschild (13) door de + borstel uit zij n houder

te nemen.

7170

9

621-V - 64


HANDELING NO. A. 533-3: Werkzaamheden aan de startmotor

Hand. A. 533-3

7

7171 47. Neem het huis (1) van de twee tapeinden (2) at.

48. Verwijder:

- het anker (3), - de york (4).

2

7177

49. Kaalmaken van het anker (3): Verwijder: - de cĂŠloronring (5), - de stalen ring (6). Schuif de aanslag (8) naar achteren en verwijder: - de circlips, - de aanslag (8), - het rondsel (7).

50. Kaalmaken van het hula (9). Maak de voedingsdraad van de veldwikkelingen (10) los (Iossolderen).

Draai de 4 poolschoenen (11) los. Gebruik daarvoor een korte schroevendraaier die in een pers wordt

CJ

Z

geklemd.

:; ..

:: '"

Verwijder:

---

- de veldwikkelingen,

Âż;

- de press-papier pakking (12),

Z "'

'"

""

- het doorvoerblokje.

o II oZ

Soldeer de + borstellos (13).

w

I

--

0. w a:

7174

5 6

4

621-IV - 85

7172


8 HANDELING NO. A. 533-3: Werkzaamheden aan de startmotor

7173

51. Kaalmaken van het lagerschlld (1): Controleer de isolatie van de + borstel (2) t.o.v. de massa (1) met een 220 volts lamp. Wanneer de lamp

brandt is de + borstel slecht ge誰soleerd en moet deze worden vervangen. Sol deer de - borstel (3) los (soldeerbout). 1

52. Reinig de onderdelen.

MONTAGE

53. Coritroleer de as (4) van het ankertussen twee wiggen of tussen centers. De onrondheid mag niet meer bedragen dan 0,15 mm.

54. Controleer het anker op een growler. 5342

55. Controleer de collector. De onrondheid mag niet meer bedragen dan 0,07 mm; zonodig de collector afdraaien.

5

56. Afdraalen van de collector:

Niet meer dan 2 mm van de oorspronkelijke diameter (36,5 mm) afdraaien. Verwijder de isolatie tussen de

lamellen na het afdraaien met een mesje of een zaagblad van dezelfde dikte als de isolatie.

4 57. Controleer de slijtage van de borstels: vervang ze

wanneer ze korter dan 8 mm zijn.

58. Controleer de weerstand van de soleno誰de: deze moet ongeveer 0,5 mm zijn.

5342 (bis)

59. Controleer de staat van de soleno誰de-contacten.

60. Gereedmaken van het anker: Monteer op het achterste gedeelte van de as: - de stalen ring (8), - de c辿leronring (7). (beide tevoren ingeolied).

9

Smeer de spiebanen (zeer dunne olie) en monteer het rondsel (9). Schuif de aanslag (11) op de ankeras en de circlips in de groef (6).

7

8

10

11

Breng de aanslag (11) tegen de circlips (10) aan.

621-V - 86


HANDELING NO. A. 533-3: Werkzaamheden aan de startmotor

1

Hand. A. 533-3

9

61. Gereedriaken van het huli (1):

\z

Plaats de veldwikkelingen in het huis (1) en breng de schoen en provisoriseh aan (4 bouten) (2). Plaats de press-papier isolatie (3) onder twee wikke-

pool

lingen en ter hoogte van de aansluitingen van de voedingsdraad (4) van de veldwikkelingen en de + borstel

4

i'.'

(5) om kortsluiting te voorkomen. Rieht de poolsehoenen in lengteriehting en zet ze met de bouten (2) vast (korte schroevendraaier onder een

pers). Plaats het doorvoerblokje en de draad (4).

Soldeer de voedingsdraad (4) en de draden van de + borstel (5) met tin vast.

8 62. Gereedmaken van het lagerschlld (6). Soldeer de draden aan de - borstel (7) met tin vast. Plaats de veren (8) en (9).

63. Controleer of de tapeinden (10) geheel aangedraaid CJ

en de isolatiekousen (11) aangebracht zijn. Zonodig in warm water drenken voor het aanbrengen.

z

:J

.. ::

'"

Z

.. ..

多; '1

'" '" w

o iD

64. Schuif de york (12) in de mof en het anker (13) in de startmotorneus.

C Z

..

J:

ii w ii

65. Scuif de as (15) in het scharniergat van de york (12) en borg deze met de circlips (16).

14

621-V - 87

12

11


10 HANDELING NO. A. 533-3: Werkzaamheden aan de startmotor

66. Schuif het huis over de tapeinden (2).

67. Breng het lagerschlld (3) op de ankeras aan en monteer de + borstel in zijn houder.

2

Schuif het schild tegen het huis aan. Controleer of de veren in het midden van de borstels aanliggen.

68. Monteer:

- de veer (4),

" "

- de frictiering (5) (ingeolied).

Druk de veer (4) samen door op de frictiering (5) te drukken. Draai de bout (6) (Iinkse draad) met borgring

(7) aan.

69. Monteer het dekseltje (12).

70. Plaats de papieren pakking (9) en de klemband (10) van het inspectieluik (11).

71. Zet de twee moeren (13) vast (veerring).

a" "

5

4

3

11

'"

-0

"

.

10 9 72. Monteer de soleno誰de (14).

73. Stel het rondsel (8) af.

74. Monteer het achterdeksel van de soleno誰de. 75. Verbind de voedingsdraad van de veldwikkelingen

met de onderste aansluiting van de soleno誰de. 76. Monteer de startmotor op de wagen. OJ

-c

..

77. Sluit de massakabel op de -pool aan.

621-V - 88


HANDELING No. A. 540-0: Afstelling van de koplampen

AFSTELLING VAN DE KOPLAMPEN ú)

oN""

OPMERKING: De koplampafstelling kan doormiddel van een handbediening worden gewijzigd, indien dit in verband met de belasting van de wagen nodig is. Toch is een vóór-afstelling bij ledige wagen in rijklare toestand nodig

(inclusief boordgereedschap, reservewiel en vijf liter ben. zine in de tank)

A. WAGENS V AN HET TYPE AZ, AZU en AK. 1. Controlee.r de lengtespeling van de handbediening.

Monteer zonodig stelringen (2) om een speling van

0,5 mm te verkrijgen tussen de steun (3) van de stang en de eerste stelring. 2. Stel de koplampen af.

a) Plaats de wagen op een vlakke en horizontale

vloer. b) Draai de bedieningsknop rechtsom tot de aan-

slag.

Draai de knop dan twee en een halve slag linksom. t: z :: .. :: ;.

c) Stel nu met de banden op de juiste spanning

---

het type: "REGLOSCOPE" of "REGOLUX",

en de wagenhoogte afgesteld de koplampen af met behulp van een koplampafstelapparaat van

Z 'r

Controleer of de wagen en het apparaat op één

'" '" w

vlak liggen.

¡; o iD o Z

IIi

--

B. WAGENS VAN HET TYPE AY

w a:

3. Stel de kabels van elke koplamp af:

a) Controleer of er geen knik in de kabels (5) zit. b) Draai de bedieningsknop (4) geheel kloksgewijs tegen de aanslag.

c) Plaats de reflector tegen de aanslag.

Doe dit als voigt:

Draai de contramoer (7) los Draai de spanner (6) terug tot de reflector aanligt. (Controleer deze handeling door op de bo-

venkant van de reflector te drukken). 4. Stel de koplampen af.

a) Plaats de wagen ûp een vlakke en horizontale co

N

0-

M

vloer. b) Controleer of de handbedieningsknop (4) ge-

heel is ingedraaid.

c) Stel nu bij juiste bandendruk en wagenhoogte de koplampen af met behulp van een apparaat van het type: "REGLOSCOPE" of "REGLOLUX". Controleer of de wagen .en het apparaat op één

vlak liggen.

621-IV - 89


2 HANDELING NO. A. 540-0: Afste/lng van de koplampen

C. AFSTELLING VAN DE KOPLAMPEN (AM wagens)

OPMERKING: Met een handbediening is het mogelijk de afstelling van de koplampen te ~orrigeren afhankelijk van de belasting van de wagen. Men dient echter een basisafstelling van de koplampen

cr,

en

uit te voeren bij een lege wagen die rijklaar is (met liter benzine in de tank).

gereedschap, reservewiel en 5

AI.tellng met behulp van een apparaat type:

"REGLOLUX" 01 "REGLOSCOPE".

1. ControJeer of de bandenspanning juist is en of de wagenhoogten juist zijn afgesteld. 2. Plaats de wagen op een vlakke en horizontale vloer.

3. Draai de knop (1) van de handbediening geheellos.

4. Draai de twee wartels (2) en (3) in het midden van de lengte van de schroeldraad.

S. Plaats het stel-apparaat voor een koplamp(apparaat in het verlengde van de wagen). :l'

6. Stel de koplampen al: a) hoogte-afstel.ng:

- Zet het dimlicht aan. . - Breng met behulp van dewartet (4) descheidings-

lijn van de lichtbundel in de gegeven zone van het apparaat. b) Zijdelingse afste/lng: - Zet het grootlicht aan.

..

Breng door afwisselend de twee wartels (2) en (3) te

en

verdraaien (de een evenveel indraaien als de andere

(')

~

uitgedraaid wordt) het midden van de lichtvlek op

het merkteken van het apparaat.

7. Stet de andere koplamp evenzo af.

N.B. Wanneer zich in de lichtbundel een zgn. "donker gat" bevindt moet de lamp worden vervangen.

621-IV - 90


HANDELING No. A. 560-1: Werkzaamheden aan de ruitewissers

A. UIT- EN INBOUWEN VAN DE STEUNPLAAT VAN EEN RUITEWISSER (AZ en A Y wagens)

P L 597

UITBOUWEN

1. Maak de massakabel los van de accu. 2. Verwiider de ruitewisserarmen (1) van hun geribde

asie (2), alsmede de moeren (3), de ringen (5) en de pakkingringen (4). 3. Verwijder het bovendeel van het dashboard.

4. Neem de ontwasemingsbuis (6) los (bij de A Y mode/ten tevens het ventilatierooster rechts (7) verwijderen) 5. Maak de voedingsdraden van de motor los.

6. Verwijder de twee onderste moeren van de steunplaat

los en neem deze zonder te hard tegen de asjes te drukken los.

) 3252

INBOUWEN

t:

7. Breng de steunplaat op zijn plaats: steek de asjes door

:: ..

het schutbord en zet de massastrip onder ĂŠĂŠn van. de

z

:: ;.

onderste moeren vast.

Z

--'r N '" '"

8. Schuif de pakkingringen (4) en de ringen (5) op de

asjes (2) van de wisserarmen (1).

W

oiD o

Zet de moeren (3) matig vast.

Z --

IIi

9. Sluit de voedingsdraden van de motor aan.

w a:

10. Monteer de rechter luchtrooster (7) (wagens van het

A Y type) alsmede de ontwasemingsbuis (6).

11. Monteer het bovendeel van het dashboard. 12. Sluit de massakabel op de accu aan. PL.598

Laat de ruitewissermotor draaien (zonder wisser-

armen) en zet hem af zodat de asies in de stand van de automatische afslag komen.

13. Plaats de wisserarmen (1) op de geribde asjes (2), zodanig, dat het midden van het blad op een afstand "a" van de bovenrand van het voorruitrubber ligt. + 5

a = 50 0 mm (Wagens van het type A Y) o a = 37 _ 0,5 mm (Wagens van het type AZ)

621-IV - 91


2 HANDELING No. A. 560-1: Werkzaamheden aan de ru;tew;sser II. UIT- EN INBOUWEN VAN EEN RUITEWISSERMOTOR UITBOUWEN 3250

9

1. Verwijder de steunplaat van de ruitewisser:

2

1

(Zie hoofdstuk I, zelfde hande/ing). 2. Verwijder de borgveer (6) en maak de stangen los van

het draaipunt. 3. Verwijder de twee bouten (3) en neem de motor (1)

met zijn steun los van de steunplaat. INBOUWEN 4. Bevestig de steun van de motor op de steunplaat, met

de aansluitingen (8) naar links gericht. Steek de massa~trip (2) onder de rechter bevestigingsbout (3).

5. Smeer het draaipunt van het stangenstelsel met vet in en monteer de linker stang (7) (draaipuntafstand 195 mm) en de rechter stang (4) (draaipuntafstand 175 mm) op de as van de kruk (9). Monteer de platte ring (5) en de borgveer (6). III. VERWIJDEREN EN MONTEREN VAN EEN ASJE VAN EEN WISSERARM. VERWIJDEREN PL .593

1. Verwijder de steunplaat van de ruitewisser:

(Zie hoofdtuk " zelfde Handel;ng).

2. Verwijder de moer (12) van het asje (16). 3. Neem de ringen, de pakkingringen en de kruk (11) los zonder het stangenstelsel daarvan 105 te maken.

4. Neem het asje (16) en de pakkingringen (10) en (21) van het lager (15). 5. Reinig de onderdelen.

MONTEREN

6. Smeer het asje (16) met anti-roest olie in. (TOTAL PETITS MECANISMES)

7. Monteer de pakkingringen (10) en (21) op het asje

(16): de pakkingring (10) onder de kraag "a" en de

pakkingring (21) in de groef "b"

8. Schuif het asie (16) geheel in het lager (15) en mon-

teer achtereenvolgens: de celoronring (20), de golfring (19), de celoronring (18), de platte ring (17), de kruk

(11), de platte ring (14), de kartelring (13) en de moer (12). PL.

594

a

10 b

16

15

20

19

18

17

14

13

12

621-V - 92


Hand. A. 560-1

HANDELING NO. A. 560-1: Werkzaamheden aan de ruitewissers

3

5149

B - DE- EN MONTAGE VAN DE RUITEWISSERELEMENTEN (AM wagens)

1. De- en montage van de rultewl..erunlt. DEMONTAGE

1. Neem de massakabel los van de accu. 2. Verwijder de wissers. Kantel ze naar voren. Schuif ze

van hun assen.

3. Verwijder de bevestigingsmoeren van de wisserassteunen. Verwijder de cupjes en de afdichtrubbers.

4. Verwijder het zijschotje (7) na de drukknopen te hebben losgenomen. i .Iรถ

5. Verwijder het bovengedeelte (4) van het dashboard: - Draai de bout (2) los en haak de stootrand (2) los. - Draai de bouten (8) en (3) los.

- Draai zonder ze uit te nemen de vijf andere bouten (5) los (drie rechts en twee links).

- Verwijder het bovengedeelte van het dashboard. 6. Verwijder de bout (6), de bevestigingsbout bij (a) op het schutbord, de bevestigingsbout bij (b) van het centrale dashboardgedeelte met verwarmingsknoppen los.

t:

z

:;

..

7. Verwijder de linker frisse luchtmond (9).

:J

;.

Z

8. Verwijder beide bevestigingsbouten (13) van de wis-

--

"

serassteunen.

'r

ยก; '"

'"

w

oCD

~ 17'

o

9. Maak de drie voedingsdraden van de ruitewissermotor en die van de accuklem (14) los.

Z

--

I

10. Verwijder de ruitewissermotorsteun (11):

ii w a:

- Verwijder de bout (10), de twee moeren (15) en de twee massadraden. Neem de bundel los van de ruitewissersteun. Verwijder de kop van de steun van het schutbord. Verwijder de bundel van de steun en verwijder het geheel van steun en bediening. MONTAGE 11. Breng het geheel van steun en ruitewisserbediening aan en monteer dit met behulp van de gel

eider (17) op

de schutbordkoepel.

12. Plaats de bout (10) (borgring onder moer), de twee

moeren (15) (borgringen) en de massadraden van

4836 motor en bundel. 13. Sluit de drie voedingsdraden van de ruitewissermotor

l

17

aan: de zwart gemerkte draad aan de + kJem, de

l 12

IT! V". .. .... --f"'

II 621-V - 93

blauwgemerkte draad aan de "IN" klem, de wit gemerkte draad aan de "AR" klem.


4 HANDELING NO. A. 560-1: Wer./zaamheden aan de ruitewissers

14. Breng de wisserarmsteunen (3) aan en zet de beide bouten (4) vast.

15. Monteer de linker frisse luchtmond (1).

16. Monteer het centrale dashboardgedeelte. Zet de bout (12), de bout bij (b) op het schutbord en de

bout bij (a) vast.

17. Monteer het bovengedeelte van het dashboard. Breng de bouten (7) en (6) aan. Zet de bouten (12) vast, die voor demontage werden losgedraaid (drio rechts, twee links). 18. Breng de stootrand (10) aan en zet de bout (11) vast

19. Breng het sChotje (5) en de twee drukknopen aan.

5148 20. Monteer op de wissersteunen de afdichtrubbers en do cupjes en zet de moeren matig vast.

21. Sluit de massakabel op de accu aan. 22. Zet het contact enkele seconden aan en daarna weer af (automatische afstagstand). 23. Plaats de ruitewissers in de juiste stand.

II. Demontage en montage van een rultewl..ermotor DEMONTAGE

1. Neem de massakabel los van de accu. 2. Verwijder de ruitewissers.

3. Verwijder het bovengedeelte van het dashboard (zie

5149 hiervoor).

4. Neem de stroomdraden (15) van de motor los.

5. Verwijder de moer 616) van de bedieningskruk van de trekstangen (13). Verwijder het geheel van trekstangen,kruk, tussenstuk en stalen ring van de motoras.

6. Verwijder de twee bouten (14) en de massadraad. Verwijder de motor. MONTAGE

7. Breng de ruitewissermotor op zijn steun aan.

Zet de moeren (14) en de m8ssadraad vast (veerringen).

8. Plaats de stalen ring en het tussenstuk op de motoras. 9. Monteer de bedieningskruk in de juiste richting (zo5156

nodig de trekstangen verplaatsen). Zet de moer (16) vast.

10. Sluit de stroomdraden van de motor aan (zie 13 hiervoor).

11. Sluit de massakabel op de accu aan. 12. Zet het contact aan om de wissers in de automatische afslagstand te zetten.

621-V - '"


Hand. A. 560-1

HANDELING NO. A. 5801: Werkzaamheden aan de ruitewissers

5

13. Monteer de ruitewissers. 5156

14. Monteer het bovengedeelte van het dashboard. 15. Controleer de werking van de ruitewissers. II. Demontage en montage van een wlsserassteun met as. DEMONTAGE

1. Verwijder het bovendeel van het dashboard (zie hiervoor B I ยง 4 en 5).

2. Verwijder de frisse-Iucht-mond (1) aan die zijde waar de steun moet worden vervangen. 3. Verwijder de wisser.

4. Verwijder de moer (5) van de kruk op de wisseras. Verwijder de ring (6) en de kruk (4) met trekstang.

Monteer de ring (6) en de moer weer.

5. Verwijder de assteun (b) met as. Verwijder de twee bouten (2) van de steun. Verwijder de steun.

MONTAGE

6. Monteer de steun (3) met as (de moer (5) daarbij niet losnemen om zoekraken van de ringetjes te voorkomen). Zet de bouten (2) vast (borgring).

t: z :: .. :: ;.

4837

z--

-'r

ยก;

'" '" w

0iD --

7

8

8. Monteer de wisser.

9

w a:

Breng de kruk (4) en de ring op de wisseras aan en zet de moer vast (5).

0Z

iIi

7. Verwijder de moer (5) en de ring (6).

9. Monteer de frisse-Iuchtmond (1). Monteer het dashboard bovendeel (81 ยง 17 tot 19). IV. Smeren van een rultewlsseras.

DEMONTAGE

1. Verwijder de ruitewisser.

3

2. Verwijder het dashboardbovendeel (B-1 ยง 4 en 5).

3. Verwijder de moer (5) van de kruk (4) op de wisseras.

00-

0 0

-.10

Verwijder de ring (6), kruk (4) mettrekstang, stalen ring

(11) en ring (10).

11

4. Neem de wisseras (7) van zijn steun.

4

5. Smeer de as met roestwerende olie in (TOTAL PETITS MECANISME).

6 5

MONTAGE

6. Plaats de as voorzien van stalen- (8) en O-ring in de steun (3). 7. Plaats op de as de ring (10), de stalen ring (11). de kruk

(4) en de ring (6). Zet de moer (5) vast.

8. Monteer het dashboardbovendeel (B1 ยง 17 tot 19) 9. Plaats de ruitewisser.

621-IV - 95/0


-'


VEILIGHEIDSINST AllA TIES

HANDELING No. A. 614-00: Montage van een noodsignaalinstallatie (Aile wagentypen 6 en 12 volt)

MONTAGE VAN EEN NOODSIGNAALINSTAllATIE.

Bij de afdeling Onderdelen is verkrijgbaar: Een set onderdelen voor een noods-ignaalinstallatie ............................:.....................................................P?:..~.~.~.~..~.?~..~..........

i. Maak de massakabellos van de accu.

2. Bouw het instrumentenpaneel (1) uit. (Zie Hand. AZ. 520-1 en AZ. 520-1a)

i 2 095

3. Voer de bedrading van de noodsignaalset (met uitzon-

dering van de zwart gemerkte massadraad) met de

tellerkabel door en sluit de draden aan zoals aangegeven in het schema dat met installatie is medegeleverd: de "plus" van de accu: op de voedingsdraad van het contactslot (zwart draadeind).

Rechter en linker knipperlichten: op de groen en geel gemerkte stroomdraden van de knipperl ichten. De massa: (zwarte draad) op de bevestiging van de plaat (3)

4. Schroef het kapie (2) van de verklikkerlamp los om de

plaat (3) te kunnen monteren.

Maak met behulp van een priem twee gaatjes in de plaat en maak deze tezamen met de massa-aansluiting

van de noodsignaalinstallatie, zoals hiernaast afgebeeld, met twee "Parker" schroeven vast.

Monteer het verklikkerlampje van het noodsignaal op de plaat (3) door het kapje (2) vast te draaien.

5. Monteer het instrumentenpaneel (1).

6. Sluit de massakabel weer op de accu aan.

A IV 147/0



HANDELING NO. AZ. 614-00: Montage van een noodsignaalinstaflatie

Hend. AZ. 614-00

(Aile typen AZ 12 volt tot 9/1974

MONTAGE VAN EEN NOODSIGNAALINSTALLATIE A. 51 -68 b

,"v§t v.~

Schakelaar van de

v. ~

v.~

Kni pperl ichtautomaat van de noos ignaa I

noodsi,gnaal insta Ilat ie

installatie ¡Iii Ill' 1111 1111

(-r II II

VERKLARING Draadbundel van de noodsignaal installatie Bestaande draadbundel - - - ---

Ii

Knipperlicht

i I i I

schakelaar

J

,.)

1 I,.~v---------'1L-----vI L----v.-

II J. I

)-N

t: z :: .. :: ;. Z

IAR I I

---

Verkl ikkerlamp van de

noodsignaal i nstallatie R

'"

.; "! on

.(

"1

'"

'"

'"

w

o iD o

Bij de afdeling'Onderdelenis verkrijgbaar:

--

Een set onderdèlen voor een noodsignaalinstallatie ............................................................................................ ZC 9 858 139 U

Z

IIi

w a:

Voorbereiding: - Boor een gat van 10,5 mm diam. in het paneel, onder de kilometerteller. voor de montage van het verklikkerlampje van de noodsignaal i nstallatie.

- Boor een gat van 16 mm diam. in het paneel naast het vorige gat, voor de plaatsing van de schakelaar van de installatie. Maak een uitsparing. Uitbouwen: - Maak de massakabellos van de accu

- Bouw de kilometerteller uit om bij de bedrading te kunnen komen. Monteren: 1) Voer de draadbundel van de installatie door het schutbord 2) Monteer de knipperlichtautomaat "WARNING" van de signaalinstallatie naast die van de richtingwijzers. 3) Sluit de bedrading van de signaalinstallatie als voigt aan: - het Zwart gemerkte stopcontact met de "+" aansluiting van de knipperlichtautomaat "WARNING" van de signaalinstallatie. - het Paars gemerkte stopcontact met de aansluiting "COM" van de knipperlichtautomaat "WARNING" van de signaalinstallatie. - de Rood gemerkte stekker wordt geisoleerd.

4) Maak de Zwart gemerkte aansluitingen van de voorste draadbundel bii hun verbinding met de achterste draadbundel los (links op het schutbord) en sluit ze op de corresponderende draden van de bundel van de signaalinstallatie aan. Maak de massaaansluiting van de signaalinstallatie tezamen met de andere massa-aansluitingen op het schutbord vast. 5) Maak onder de kilometerteller de Geel en Groen gemerkte aansluitingen van de richtingwijzerschakelaar 105 en verbind ze met de corresponderende aansluitingen van de noodsignaalinstallatie.

6) Sluit de drie Groen gemerkte en de Paars gemerkte draad van de noodsignaalinstallatie aan op de schakelaar hiervan en monteer deze. 7) Sluit het Rood gemerkte stopcontact en het niet gemerkte stopcontact op het verklikkerlampie van de signaalinstallatie aan.

621-IV - 9710

Monteer het verklikkerlampie. 8) Monteer de kilometerteller en sluit de massakabel weer op de accu aan.



HANDELING NO. AM. 614-00: Montage van een a/armverlichtingsinstallatie (AMI 8 aile typen tot 9/1974)

Hand. AM. 614-00

MONTAGE VAN EEN ALARMVERLICHTINGSINSTALLATIE

Benodlgde onderdelen: - 1 set alarmverlichting .................................................................................. ZC 9 858 141 U

VOORBEREIDING Boor een gat ø 10,5 mm onder het oliedrukcontrolelampje voor montage van het alarmverlichting-controlelampje.

DEMONTAGE

Maak de massakabel 105 van de accu. Verwijder: - de deksel van de schakelaarconsole, - het dasboard, - de parkeerlichtschakelaar.

MONTAGE Monteer de "WARNING" clignoteurautomaat naast de bestaande clignoteurautomaat. Steek de bundel van de alarmverlichting onder de snelheidsmeter door en achter.het dashboard. Monteer de schakelaar van de alarmverlichting op de plaats van de parkeerlichtschakelaar. Monteer het controlelampje van de alarmverlichting. t: z :: :5

;.

Z

--'r

¡; '" '" w

Sluit de dradenbundel aan volgens onderstaand schema. Monteer het dashboard en het deksel van de schakelaarconsole. Sluit de massakabel op de accu aan. OPMERKING: Wil men de parkeerlichtschakelaar behouden dan kan de alarmverlichtingschakelaar worden aangebracht naast het controlelampje, waartoe de draden verlengd moeten worden.

o iD o

Z

--

I

a. w a:

AMI 8 (AM3 - AMF3 - AMC3) SCHEMA ALARMVERLICHTING

INSTAL

LA TIE

21

'"17N-~

~om. ~Mv R.w + ~N

~ l 16

Mv

c=

D

Ò i 1011'1'

~ N -i Ie ¡soleren

B'~819 AV, R~

AV

--1

~J

~v..

v,,~

MV-rU VP~

v,,~ 0 37

v,,~

36

16. Accu klem

17. Ruitewissermotor (massa) 19. ParkeerliChtschakelaar (verwijderd) 21. WARNING clignoteurautomaat C.T.6

27. Signaalschakelaar 36. Alarmverlichtingcontrolelampje 37. Alarmverlichtingschakelaar

o Alarmverlichtingdradenbundel

AV Voorste dradenbundel (hoofd-)

c

~0. ~

In oC

621- V - 99/0



HANDELING No. AV. 614-00: Montage van een noodsignaalinstallatie (Dyane 12 volt tot september 1973)

MONTAGE VAN EEN NOODSIGNAALINSTALLATIE Bij de afdeling Onderdelen is verkrijgbaar:

Een set onderdelen voor een noodsignaalinstallatie ............................................................................................ ZC 9 858140 U Verwijderen: Maak de massakabellos van de accu. VerwĂŹjder het deksel van de schakelaarsteun, het bovendeel van het dashboard en de ziischotten van de kilometerteller.

Maak de aansluitingen van het contactslot, het verklikkerlampje en de parkeerlichtschakelaar los en verwiider deze onderdelen. Voorbereiding: Boor een gat van 10,5 mm diam. in het bovendeel van het dashboard, naast de andere verklikkerlamp (of verwijder de plug, bij de Dyane 4). Montererr :

Monteer de schakelaar van de noodsignaalinstallatie en de bi.ibehorende knipperlichtautomaat (deze te bevestigen op de linker bout van de ontwasemingsbuis).

Voer de draadbundel van de noodsignaalinstallatie door en sluit die aan volgens onderstaand schema. Monteer het bovendeel van het dashboard en sluit de verklikkerlampjes en het contactslot aan. Monteer de ziischotten van de kilometerteller en het deksel van de steun voor de schakelaars. Sluit de massakabels weer op de accu aan.

4. ~1.'n, (13) Knipperlichtautomaat WARNING C.T.6 (23) Parkeerlichtschakelaar (verwijderd)

(25) Richtingwiizerschakelaar (36) Verklikkerlampje van noodsignaalinstallatie (37) Schakelaar van noodsignaalinstallatis

RR ~,,~

D ĂŹt

N

~ ~ I ~P. ~~~~v-= ~1.~,(n,~I~

c=

Vn",

25 (0

(b"tand.)

v..J AR Achter (bestaande) Noodsignaal i nstallatie

')5i'i1 23 ~ D.aodnd.I,AV

N.B.: Indien me" de parkeerlichter. wenst te behouden, moet men op de gewenste plaats een gat boren voor de plaatsing van de schakelaar iian de noodsignaalinstallatie en de hierop i:an te sluiten draden verlengen.

A IV ,'-"



HANDELING No. AY. 614-00a: Montage van een noodsignaalinstallatie (Aile typen Dyane vanafseptember 1973)

MONTAGE VAN EEN NOODSIGNAALINSTALLATIE Bij de afdeling Onderdelen is verkrijgbaar:

Een set onderdelen voor noodsignaalinstallatie .................................................................................................. ZC 9 858189 U

VERWIJDEREN Maak de massakabellos van de accu.

Verwijder de ziischotten van het instrumentenpaneel. het deksel van de schakelaarsteun en het bovendeei van het dashboard (na de aansluitingen van de ruitewisserschakelaar en van het oliedrukcontrolelampje te hebben losgemaakt). VOORBEREIDING

Maak een opening van 20 bii 30 mm op de aan de achterzijde van het dashboardbovendeel afgetekende plaats, naast de ruitewisserschakel aar.

Boor een gat van 10,5 mm in het bovendeel van het dashboard op de aan de achterziide hiervan afgetekende plaats. Monteer de verklikkerlamp van de noodsignaalinstallatie en de schakelaar op het dashboardbovendeel. MONTEREN

Monteer de knipperlichtautomaat met behulp van de linker bout van de ontwasemingsbuis (klem de massa-aansluiting eveneens onder deze bout vast).

Isoleer de paars gemerkte aansluiting van de draadbundel van de signaalinstallatie.

Sluit de Zwart gemerkte aansluitingen op de draadbundel aan door ze bij het achterste verbindingsstuk aehter de kilometerteller tussen de bundeldelen te leggen. Voer de Geel en Groen gemerkte draden onder de kilometerteller dooi en sluit ze tussen de draadbundel en de richtingwijzerschakelaar aan.

Monteer het dashboardbovendeel na de schakelaars en de verKlikkerlampjes te hebben aangesloten. Monteer het deksel van de schakelaarsteun en de ziischotten van het dashboard. Sluit de massakabel weer op de accu aan.

fÂĄ ..1.-'

Achterste draadverbinding achter het instrumentenpaneel

~JrN=): ~N-

13 Knipperiichtautomaat 25 RichtinQWijzerschakelĂ ar

36 Verklikkerlampje van noodsignaalinstallatie 37 Schakelaar van noodsignaalinstallatie

~--(o

AIV153.o



Hand. A. 640-1

HANDELING NO. A. 640-1: Werkzaamheden aan de verwarming

, VERVANGEN VAN EEN WARMTEWISSELAAR

DEMONTAGE 1. Verwijder het reservewiel.

2. Verwijder de verwarmingsslang en de afvoerslang van de wisselaar. 5137

3. Neem de bedieningskabels van de wisselaar los: Neem hetzij de verbindingskabel (1) (in geval van een linker wisselaar), hetzij de verbindingskabel (1) en de

bedieningskabel (3) los (in geval van een rechter wisselaar).

4. Draai de twee bouten (bij a) 105 waarmee de bevestigingslippen van de expansiepot op het versneilings-

bakcarter zijn bevestigd. Draai de klemband (6) los waarmee de expansiepot tegenover die welke moet worden vervangen op de wisselaar is bevestigd.

5. Verwijder de kJembanden (5) en (6) waarmee de wamtewisselaar op het spruitstuk en op de expansiepot is bevestigd. MONTAGE 6. Breng de wisselaar aan op de bovenzijde van de

t:

z

cilindermantel.

:: ..

:J ;. Z --'r

7. Monteer de kJembanden (5) en (6) en zet de bouten met een veerring vast. Zet de klemband (6) vast.

N '" '"

8. Zet de twee bouten (bij a$ vast waarmee de expansie-

W

o m cz --

pot op het versnellingsbakcarter is bevestigd.

IIi

9. Sluit de bedieningskabels op de warmtewisselaar aan, d.w.z. de verbindingskabel (1) (linker wisselaar), de bedieningskabel (rechter wisselaar) en stel de kabels

w a:

5144

in beide gevallen af.'

10. Afstellen van de kabels:

- Schuif de bedieningsknop op het dashboard naar links. - Draai het boutje (1) op de kabelklem (2) los. - Druk de bedieningshefboom van de verwarmings-

klep naarde buitenzijde van de wagen opdat de klep de afvoeropening geheel afsluit. Laat de kabelmantel ongeveer 20 mm uitsteken om vervorming van de kabel te voorkomen. Zet de volgende delen definitief vast: - de beugelmoer (4), - de bevestigingsbout van de kabels (1) en (3) op de kabelklem (2).

11. Schuif de verwarmingshendel enige malen heen en weer om de werking en het geheel afsluiten van de afvoeropening te controleren.

12. Start de motor. Controleer de afdichtlng van de .uit-

laatverbindingen. 13. Sluit de verwarmingsslang en de afvoerslang aan op

de warmtewisselaar en zet de kJembanden vast. 14. Plaats het reservewiel.

621-IV - 101


2 HANDELING NO. A. 640-1: Werkzaamheden aan de verwarming

II VERVANGEN VAN EEN BEDIENINGSKABEL VOOR VERWARMING OF VOORRUITONTDOOIING

5129 DEMONTAGE 1. Verwijder het resevewiel.

2. Neem de massakabel van de aecu los.

3. Losnemen van de kabels. a) Op de rechter warmtewisselaar.

Draai de bout (2) en de beugelmoer (1) los. Neem de kabel los.

b) Of het verdeelhuis: (afhankelijk van de te vervangen kabel).

Draai de bout (3) los en lieht het uiteinde van de klem (4) op. Neem de kabel 10S. 4. Neem de rubber band waarmee de kabels op de linker

verwarmingsslang zijn bevestigd los.

5147 5. Verwijder de afdiehtbusjes ophet seh utbord. 6. Verwljder het bovenste gedeelte van het dashboard. Verwijder de asbak.

Verwijder de bout (6) van de stootrand (7). Verwijder de stootrand (7). Draai de volgende bouten los:

- (bij a), (5) en (bij b) rechts - (bij c) onder de asbaksteun - (8) op het dashboard, middengedeelte (9) en (bij d) links. Verwijder het bovenste dashboardgedeelte.

5148

5150

621-IV - 102


Hand. A. 640-1

HANDELING NO. A. 640-1: Werkzaamheden aan de verwarming

3

5213

7. VerwlJder het dashboardmlddenstuk.

Maak de bekleding (4) op het schutbord iets 10S. Verwijder de boutjes (1), (2) en (3). Verwijder het dashboardmiddenstuk zodanig datmen toegang heeft tot de bediening van verwarming en

yoorruitontwaseming. 8. VerwlJder de verwarmingskabel of die van de voorrult-

ontdoollng. In beide gevallen moet de vergrendelveer (9) en de as (5) van de hendel (6) worden verwijderd. Haak de kabel los van de bedieningshendel (6).

Licht het uiteinde van de klem (7) op en verwijder de kabel. MONTAGE

9. Montage van de verwarmings- of rultontdoollngskabeL.

Breng de kabel in het schutbord aan en haak in beide

gevallen het uiteinde in het gat van de bedieningshendel (6). Breng de buitenkabel (8) in de bevestigingsklem (7)

aan. t: z :: .. :: ;. Z

Monteer de hendel, de as (5) en de vergrendelveer (9).

10. Monteer het dashboardmlddenstuk.

---

Monteer het dashboardmiddenstuk met de boutjes (1)

'r N '" '" w

(2) en (3) met borgring.

o iD o

11. Plak de bekleding (4) op het schutbord vast.

Z --

IIi w a:

12. Breng de kabels aan. a) Monteer de verwarmingskabel: Schuif het kabeleind (15) in de kabelklem (10)

zonder de bout vast te zetten. Breng de buitenkabel onder de beugel zonder de moer (16) aan te draaien. b) Monteer de kabel voor voorruitverwarming: Schuif het kabeleind(15) in de kabelklem (14) (bout

niet vastzetten). Schuif de buitenkabel (11) in de bevestigingsklem (12).

621-IV - 103


4 HANDELING NO. A. 640-1: Werkzaamheden aan de verwarming

13. Stel de kabels af. a) Verwarming:

Schuif de hendel (3) op het dashboard naar links. Draai de bout (8) op de kabelklem (9) los. Duw de hefbomen van de verwarmingskleppen

naar de buitenzijde van de wagen opdat de afvoeropeningen volledig afgesloten worden. Laat de buitenkabel ongeveer 20 mm uitsteken om vervorming van de kabel te voorkomen.

Zet de beugelmoer (7) van de rechter wisselaar en de boutjes (6) en (8) op de kabelklem (9) vast. b) Voorruitverwarming:

5137

Schuif de hendel (1) omhoog. Draai bout (5) van kabel (4) los. Trek de hendel naar voren en zet bout (5) vast. 14. Versรงhuif de hendel na afstellen meerdere malen om

de werking ervan te controleren.

15. Monteer de doorvoerrubbers in het schutbord. 16. Breng de rubber klembanden aan waarmee de kabels tegen de linker verwarmingsslang zijn bevestigd.

17. Monteer het bovengedeelte van het dashboard. Monteer de boutjes (bij c) (11) (bij d) (10) en (bij b) in de dashboardsleufgaten.

.~i

Breng de bouten (bij a) en (2) (borgring) onder de

asbaksteun en op het dashboardmiddenstuk aan. 5150

Zet de boutjes (bij b) en (10) (borgring) links en (bij d)

(11) en (bij c) (borgring) rechts vast. 18. Breng de stootrand (13) en de bout (12) (borgring) aan. ..

19. Breng de asbak aan..

20. Sluit de massakabeJ op de accu aan. 21. Monteer het reservewiel.

5147

621-IV - 104


HANDELING NO. A. 640-1: Werkzaamheden aan de verwarming

Hand. A. 640-1

5

II VERVANGEN VAN EEN VERBINDINGSKABEL DEMONTAGE 5136 1. Verwijder het reservewiel.

2. Maak de kabel van de verwarmingsklep van de linker warmtewisselaar los. Maak de beugel (2) los en verwijder de buitenkabel (1). Ontgrendel de klem (3). Vervang klem en kabel van de hefboom van de klep.

3. Verwijder de kabel van de rechter warmtewisselaar. Maak de beugel (7) los en verwijder de buitenkabel (6). Maak de bout los waarmee de kabel in de kabelklem (4) is vastgezet en verwijder de verbindingskabel.

MONTAGE

4. Sluit de kabel op de klep van de linker warmtewisse-

laar aan. Schuif het kabeleind op de klephefboom.

Breng de clip (3) aan en vergrendel deze. Monteer de buitenkabel (1) in de beugel (2). Zet de beugel matig vast. 5. Sluit de kabel aan op de klep van de rechter wisselaar, Schuif het kabeleind in de kabelklem (4) zonder de bout vast te zetten.

5129 Monteer de buitenkabel (6) in de beugel (7) zonder de moer vast te zetten. 6. Afstellen van de kabels Schuif de bedieningsknop op het dashboard naar links. Draai het boutje (1) op de kabelklem (2) los. Druk de bedieningshefboom van de verwarmingsklep

naar de buitenzijde van de wagen opdat de klep de afvoeropening geheel afsluit. Laat de kabelmantel ongeveer 20 mm uitsteken om vervorming van de kabel te voorkomen. Zet de volgende delen definitief vast: - de beugelmoer (7), - de bevestigingsbout van de kabels (1) en (3) op de kabelklem (4).

7. Schuif de verwarmingshendel enige malen heen en weer am de werking en het geheel afsluiten van de afvoeropening te controJeren. 8. Plaats het reservewiel.

621-IV - 105/0



LIJST VAN SPECIAAL GEREEDSCHAP OPGENOMEN IN DEEL No.4 VAN REPARATIEHANDBOEK 621

OMSCHRIJVING

M R-nummer

Nummer van het in de handel verkrijgbare gereedschap

2 CARBURATIE

Set voor contr么le van de benzinepomp ................................................ ...........................................

t: z :: -' :: ;.

4005- T

3 ONTSTEKING

Z ---

!

Pen voor ontsteking afstellen ........................... ........................ .... ....

MR. 630-51/15

'"

Controleapparaat voor centrifugaalvervroeging ................................

of MR. 630.51/15 a

'" '"

1692- T

w

o iD o Z

I --

Ii

w a:

4 ELECTRISCHE INSTALLATIE

Accukabel klemtrekker

621-IV - 10710

........................................................................ .....................,.,....................

2200- T

Venti I ateurtrekker ............................................................................... ...........................................

3006- T bis

Dynamoankertrekker ............................................,............................. .....................,.....................

2205- T



WERKTEKENINGEN VAN NIET VERKOCHT GEREEDSCHAP

MR.

3 Ontsteking

630-51/15

r':1

",:6 6S

r':6 136

107

30;

r:6

248

r':6

94

-- Getrokken staaldraad --

-- Uitgeslagen lengte 340 --

A IV 157/0


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.