2 minute read
Ga toch fietsen... in Barcelona
Toen ik in 2002 in Barcelona belandde voor mijn studie, was er geen haar op mijn hoofd die eraan dacht om te gaan fietsen. Want, hoe dan? En vooral, waar dan? Er was nauwelijks een fietspad te bekennen in de stad. En dan dat chaotische verkeer om je heen, het leek me niks.
Na een paar maanden van vreselijke hitte op de ondergrondse perrons van de metro - ook in de winter -, veel te koude airco eenmaal binnen in bus, metro of trein in de zomermaanden, een plattegrond met buslijnen waar ik nooit iets van heb begrepen (het was nog in het pre-smartphone tijdperk waarin er geen handige apps waren, die je precies vertellen welke bus je waar moet pakken), vertragingen en overvolle treinen, begaf ik me naar de Decathlon om een eenvoudige fiets aan te schaffen.
Ik vond het heerlijk. Ik was sneller dan voorheen, ik genoot van de stad, leerde deze veel beter kennen en in tegenstelling tot Nederland, was het bijna altijd lekker weer. Het enige nadeel? Het overige verkeer. Waar moest je fietsen op een driebaansweg met rechts een busstrook? De stoep? Dat voelt voor een Hollandse wel heel onnatuurlijk. En als er dan een fietspad lag, kon het zomaar zijn dat ‘ie ineens was verdwenen en je geen idee had hoe je weg te vervolgen.
Gelukkig was daar in 2007 Bicing, het stedelijke leenfietsensysteem. En dat bleek me toch een partij populair. Blijkbaar was ik niet de enige die wilde fietsen. Zo werd ook de noodzaak geboren om meer en betere fietspaden aan te leggen. Barcelona moest een fietsstad worden. Recentelijk, gedurende de pandemie, stapten bovendien nog veel meer mensen over van het ov op een stalen ros. Momenteel ligt de halve stad open, omdat de ‘ruimte moet worden teruggegeven aan de burger’ en auto’s moeten wijken voor voetgangers én fietsers.
Kan ik als doorgewinterde fietser in Barcelona (sinds mijn 40ste wel elektrisch, geef ik toe) alleen maar toejuichen. Al vraag ik me soms wel af hoe ze het verzinnen. Een zebrapad op een fietspad bijvoorbeeld. Te herkennen aan een zwart-wit blokkenpatroon. In de meeste gevallen bedoeld voor bewoners die het fietspad moeten oversteken om hun vuilnis in de container te deponeren. Of fietspaden die niet aan de buitenkant van een rotonde liggen, maar de middelste ring beslaan. En dan ook nog niet eens de volledige rotonde, maar slechts de helft. Voorsorteren voor een stoplicht, waarbij een fietspad dat eigenlijk net breed genoeg is voor één fietser, ineens in drieën wordt verdeeld. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Eigenlijk heb je om in Barcelona te fietsen eerst een paar lessen nodig. Ik heb wel eens een delegatie uit Nederland meegenomen op een fietstour met als thema fietsen. Ze keken hun ogen uit.
Maar hoewel fietsen in de stad door de jaren heen mijns inziens dus ingewikkelder is geworden, ben ik blij met elke extra meter fietspad die wordt aangelegd. Het is fijn te merken dat de fietser steeds meer meetelt in het verkeer. Er kan zeker nog heel veel verbeterd worden, maar als ik locals of nieuwkomers hoor klagen over het ov, denk ik in ieder geval steevast ‘ga toch fietsen’.