College 6 De lange jaren ’70: Filmindustrie en censuur
Inhoud college 6
Filmproductie en censuur
Case Study: Agony (Klimov)
Andere mogelijkheden tot controle (distributie)
Bloei van het melodrama
De Russische oorlogsfilm: Come and See (Klimov, 1985) The Ascent (Shepitko, 1976)
Elem Klimov en Olga Shepitko
Filmproductie en censuur
Sinds 1934: Ministerie van Cultuur stelde per studio vast hoeveel films er jaarlijks moesten worden geproduceerd, in welk genre over welk thema (uitvloeisel planeconomie)
Goedkeuring was vereist van verschillende instanties gedurende verschillende fases van het productieproces: - binnen de tvorcheskoe ob”edinenie van de filmstudio (tvorcheskoe ob”edinenie = de filmploeg) en vervolgens binnen het grotere verband van de studio zelf (studiodirecteur); - van het “Opper-Scenario-Redactie College” (Glavnaia stsenarnoredaktsionnaia kollegiia) binnen Goskino (Staatscomité voor Film) - goedkeuring van de Afdeling Cultuur binnen het Centraal Comité van de CP
Minister van Cultuur Jekaterina Furtseva (1910-1974)
Filmproductie en censuur
Bovendien: constant gevaar van interventie door KGB, Komsomol of andere officiële instanties (bijv. Ministerie van Marine niet tevreden over uitbeelding matrozen).
Extra goedkeuring voor meest uiteenlopende zaken: aanpassingen in het scenario, reshoots, casting van acteurs etc.
Tenslotte finale goedkeuring na screening binnen Goskino en eventueel privé-vertoning voor hoge Partijofficials (“vertoning op de datsja”).
Belang van “goede relaties” met hoge posities binnen de Partij om films te redden.
Censuur: de praktijk van het “naar de plank verwijzen” (shelving)
Film ideologisch verdacht? → “wel gemeend advies” fouten te herstellen (knippen of opnieuw filmen van scènes)
Film ideologisch onacceptabel? → “op de plank”
Glasnost en Perestroika → geschillencommissie o.l.v. Andrej Plachov (1986).
1986-1990: “unshelving” en uitbrengen van verbannen films
Publiek voor filmtheater Udarnik in Moskou, 1963
Voorbeeld van een verbannen film: Agony (Klimov, 1975-85)
Historische film over moord op Grigori Rasputin (December 1916);
Rasputin: een soort gebedsgenezer die aan hemofilie (bloederziekte) lijdende tsarevich Aleksej kon helpen.
Oorspronkelijk bedoeld als jubileumfilm: 50 jaar Oktoberrevolutie (!) → zie ook “citaten” uit revolutiefilms jaren ’20 (Eisenstein, Pudovkin)
Verbannen naar de plank (beslissende stem van Jurij Andropov, KGB).
Reden: tsaar Nicolaas II te “menselijk” uitgebeeld? (24:00)
Grigori Rasputin (1869-1916)
Nog een controlemechanisme: distributie
Goedgekeurde films uitgebracht volgens waarderingssysteem van vier categoriën.
Categorie 1: nationale distributie in grote bioscopen (films over Burgeroorlog, WOII). Dit was de categorie van de ruimhartig gefinancierde goszakazy (“Films op bestelling van de staat”)
Distributie
Ter vergelijking categorie 4: slechts enkele filmkopieën vertoond in achterafzaaltjes. Categorie ook bepalend voor aantal kopieën van films. Voorbeeld: Tarkovski’s Mirror (1976): 30 kopieën; The Living and the Dead (1964): 3000 kopieën.
“Segmentering” van filmproductie
In theorie bedienen van “de” Sovjet-kijker”; in praktijk erkenning heterogeniteit van het publiek Meer genrematige planning van filmproductie Melodrama als volwaardig genre erkend en als zodanig opgenomen in productieplannen Fillip Jermasj, voorzitter van Goskino (1972-1986)
Melodrama
Bloei van het melodrama in jaren ‘70
Eenzame, sterke vrouwen die toch Mr. Right vinden (een zwakkere man)
Typisch voor de “stagnatieperiode”? → privésfeer lijkt belangrijker dan de publieke ruimte (werk lijkt niet langer belangrijk)
Rolbevestigend? → professioneel succes en persoonlijk geluk lijken elkaar uit te sluiten
Moskou gelooft niet in tranen (Menshov, 1979)
De Russische oorlogsfilm Voor 1945: eenvoudige, patriottische boodschap. Partizanen (sterke vrouwen) staan centraal → volk organiseert zichzelf; 1945 – 1953: persoonlijkheidscultus Stalin, nadruk op zijn militair vernuft 1953 – Meer aandacht voor “gewone” soldaten, burgerbevolking Jaren ‘70-80: meer algemeen ethische kwesties a.h.v. oorlogsdrama (Shepitko, Klimov)
Olga Shepitko en Elem Klimov
Come and See (Klimov, 1985) Strijd van Wit-Russische partizanen, i.h.b. van 12-jarige jongen; Massavernietiging van bevolking in Wit-Rusland in beel gebracht Oorlog als permanente waanzin (geen winnaars, alleen maar verliezers); Film heeft geen verklarend kader, biedt geen troost (vgl. Ballad of a Soldier)
The Ascent (Shepitko, 1976)
Oorlogsdrama, gesitueerd in WitRusland Strijd tussen Duitse bezetter en partizanen Gouden Beer op filmfestival Berlijn
De hoofdrolspelers
De partizanen Rybak en Sotnikov
Collaborateur Portnov
Interpretaties
Overvloedige christelijke symboliek
Gedoogd door autoriteiten (wegens Russisch nationalisme?)
Film over WO II. Of toch ook niet?
Ethisch dilemma van Rybak en Sotnikov ook relevant voor (dissidente) intelligentsia in jaren ‘70?