Agenda van Brabant

Page 1

HELSINKI

OSLO

TALLINN STOCKHOLM

RIGA

VILNIUS

COPENHAGEN DUBLIN

LOGISTICS MAINTENANCE LONDON

FOOD & PHARMA WARSAW

BERLIN

AMSTERDAM

AUTOMOTIVE

BRUSSELS LUXEMBOURG

BRAINPORT

PARIS

VIENNA

BRATISLAVA BUDAPEST

BERN LJUBLJANA

BUCHAREST

SOFIA

ROME MADRID LISBON ATHENS

Agenda van Brabant Traditie en technologie www.brabant.nl Want we doen het natuurlijk voor Ons Brabant


Woord vooraf

Waarom een agenda voor Brabant? Juist in een tijd

De Provincie Noord-Brabant is er in de eerste plaats

dat de bestuurlijke aandacht lijkt te worden gericht op

voor de ruimtelijke en economische ontwikkeling.

ombuigen en bezuinigen, is het noodzakelijk om dit te

Een goede sociale en culturele infrastructuur, zowel

doen op basis van een duidelijke visie. Werken vanuit

in onze steden als op het platteland van Brabant, kan

een idee over de toekomst. Waar willen we met

hier niet los van worden gezien. Een sterke regionale

Brabant naar toe? Waar verdienen we in deze regio

identiteit en een hoge dosis sociaal kapitaal, zijn

over twintig jaar onze boterham mee? Hoe verbinden

wezenlijke voorwaarden voor succes in de nieuwe

we economische groei met de wereldwijde zorg voor

economie. Innovatie vereist openheid en vertrouwen,

biodiversiteit en sociale verbondenheid? Welke op­

en vraagt om een cultuur van vernieuwing.

gaven zien we op het domein van de vergrijzing, de nog onvoldragen infrastructuren, de ruimtelijke

De provincie Noord-Brabant is onlosmakelijk onder­

ont­wikkeling? Hoe houden we de Brabantse samen­

deel van de Brabantse samenleving. Deze is als totaal

leving veerkrachtig en vitaal? Welke kansen grijpen

verant­woordelijk voor de grote opgaven van de toekomst.

we in internationaliserende economie en samenleving?

Brabant heeft veel om krachtig op voort te bouwen:

Hoe verhouden we ons tot Europa en Den Haag?

onze tradities koesteren we niet in een museum, maar we gebruiken ze als krachtige inspiratie voor

Natuurlijk: de landelijke discussies over de rol van

het ­Brabant van overmorgen. Telkens weer is er dat

de provincie als middenbestuur zijn ook in Brabant

­kenmerkende patroon: een krachtig en sterk geworteld

aanleiding om te komen tot een versterkte focus op ons

idee, dat door passie en hard werken tot ontwikkeling

takenpakket. Onze maatschappelijke en bestuurlijke

wordt gebracht. Of het nu om Indoor Brabant, de High

omgeving stelt terecht en ook steeds indringender de

Tech Campus, Aviolanda of de Efteling gaat: passie,

vraag waar wij als provincie het verschil kunnen maken.

ambitie en een gevoel voor kwaliteit en resultaat,

Daarvoor hadden we de landelijke discussie overigens

het is telkens herkenbaar.

niet nodig: ook in onze eigen Provinciale Staten is aangedrongen op herbezinning op provinciale taken en

Een scherpe focus op de eigen taken laat onverlet

rollen. Deze discussies krijgen een extra urgentie door de

dat de opgaven in de komende jaren vragen om een

sterk teruglopende financiële middelen. De omvangrijke

hechte samenwerking in uiteenlopende netwerken en

kortingen op het Provinciefonds zullen we niet zonder

partnerschappen. Besturen doen we in Brabant samen.

ingrijpende keuzes kunnen opvangen.

We bereiken hier meer door samenwerking en draadkracht dan door stoer beleden daadkracht. Dat geldt

In de voorliggende Agenda van Brabant geven wij aan

al evenzeer voor onze investeringsagenda.

hoe we toekomstgericht besturen en fors ombuigen met

Wij denken met de voorliggende Agenda van Brabant

elkaar verbinden. De provincie formuleert een eigentijds

daadwerkelijk het verschil te kunnen maken voor

takenpakket en vult een fors takenpakket aan bezuinigingen

­Brabant.

in. Niet alleen om de begroting sluitend te krijgen, maar ook om profielversterkend om te buigen. Daar­ naast zijn we in Brabant in de gelegenheid ook nog

Het college van Gedeputeerde Staten

een aantal toekomstgerichte investeringen te doen.

en Provinciale Staten van Noord-Brabant


Inhoud


Deel 1 Agenda van Brabant Traditie en technologie Deel 2 Afronding takendiscussie Profielversterkend ombuigen Deel 3 Investeringsstrategie Brabant investeert in de toekomst

3


Inleiding


Noodzaak visie

Wat zijn de belangrijkste opgaven voor Noord-Brabant?

De kaarten worden opnieuw geschud. In de wereld, in

Waar ­hebben we als provincie toegevoegde waarde en

Europa en landelijk. Dat ingewikkelde spel heeft direct

wat kunnen we overlaten aan anderen?

te maken met de toekomst van Brabant. We hebben het recent weer gezien in Oss. We zullen er actief op moeten

Een krachtig en eigentijds provincieprofiel is gefundeerd

inspelen, en ook het provinciebestuur heeft daarbij een

op een heldere, aansprekende toekomstvisie en duidelijke

­bijzondere rol. Daarvoor hebben we een bindend en

keuzes. Een visie gebaseerd op externe ontwikkelingen,

­inspirerend perspectief nodig. Een visie die Brabant een

die rekening houdt met de specifieke eigenschappen

duidelijke plaats geeft, nationaal en internationaal. Een

van Brabant als regio en samenleving. Een visie die

visie die wortelt in de kracht, die Brabant maakt tot wat

­bovendien perspectief en sturing geeft aan:

het nu geworden is en die richting geeft voor onze toe­ komst. De Efteling, De High Tech Campus, Indoor ­Brabant,

• het profiel van de provincie Noord-Brabant

ASML, Philips, Aviolanda: het zijn allemaal voorbeelden

(de invulling van provinciale taken en rollen);

van een voor de Brabantse samenleving zo kenmerkend

• de vernieuwing van de provinciale organisatie

patroon. Het begint met een klein maar krachtig idee dat door de inzet en de passie van velen uitgroeit tot een ­trotse wereldspeler. Vitaliteit, veerkracht, verbindend ver­ mogen en een omvangrijke voorraad sociaal vertrouwen zijn belangrijke ingrediënten van het succes van Brabant.

(tot een toekomstbestendige organisatie die adequaat inspeelt op nieuwe opgaven en ontwikkelingen); • de positiebepaling, taak- en rolverdeling ten opzichte van andere overheden (rijksoverheid, gemeenten, water­ schappen) en maatschappelijke partners in ­Brabant; • een investeringsstrategie voor de eenmalige gelden

De kredietcrisis heeft onze veerkracht op de proef

die beschikbaar zijn gekomen met de vervreemding

­gesteld. Toch moeten we nu meer dan ooit samen­

van de aandelen Essent.

werken om de crisis achter ons te laten. We moeten door de crisis heenkijken, en die ook als een kans zien. Ontwikkelingen zoals opkomende economische markten,

Doelstelling

klimaat­verandering en een veranderde bevolkingssamen­

De provincie Noord-Brabant staat voor een dubbele

stelling stellen ons voor nieuwe uitdagingen. Als we daar

opgave. Enerzijds moeten we het profiel van de provincie

goed op inspelen bieden deze veranderingen kansen

versterken door middel van een duidelijke agenda, met

voor de regio. Om de kansen te benutten hebben we

een focus op hoofdopgaven en een beperkt provinciaal

wel een nieuwe agenda van Brabant nodig - uitgaande

kerntakenpakket. Een nieuw, scherper profiel ontstaat

van heel andere omstandigheden - evenals een daar­

­alleen als helder is wie we zijn, welke rol we vervullen

mee samenhangende agenda voor de provincie.

en met welke agenda van de provincie we ons profileren.

Een heldere, aansprekende toekomstvisie op het behoud

Anderzijds moet de provincie Noord-Brabant, door

van duurzame welvaart en welzijn is van fundamenteel

deze focus in het provin­ciale takenpakket, ruimte

belang. Niet alleen voor de toekomst van de regio, maar

creëren voor en richting geven aan noodzakelijke

ook voor de rol, positie en taken van de provincie als

­bezuinigingen. Op basis van de agenda en het daar­

middenbestuur. Daarin staan we niet alleen. Ook andere,

mee ­samenhangende profiel bekijken we welke provinciale

internationaal georiënteerde regio’s waarmee wij directe

taken moeten worden afgebouwd of ‘dunner’ uitgevoerd.

relaties onderhouden, bezinnen zich strategisch op de

De bezuinigingen staan zo niet op zichzelf. Ze moeten

toekomst1. Meer dan ooit moet het provinciale bestuur

dienstbaar zijn aan de versterking van het provinciale

op de toekomst zijn gericht en scherpe keuzes maken.

profiel. Zo ontstaat ook een indicatie van taken waarin

Daarin schuilt ook de kracht van de provincie: het ver­

we juist meer moeten investeren.

binden van ideeën en plannen vanuit visie en intuïtie.

1 Zo heeft de minister-president van de Duitse deelstaat Nord­ rhein-Westfalen in 2009 een “Zukunftkommission” ingesteld, die het gesprek met de Reinlandse bevolking aangaat over de beslissende uitdagingen en opgaven voor 2025. Onder de titel “Innovation und solidarität” hebben zij recent hun be­vindingen gepresenteerd.

5


De provincie Noord-Brabant heeft een eigentijdse

en belangenorganisaties d.d. 28 januari 2010.

toekomst­visie ontwikkeld op de provincie Noord-

Deze overlegtafels hebben een prominente plaats

Brabant. Daarbij bouwden we voort op de volgende

in het inwerkprogramma van de commissaris. Hij

documenten en gesprekken:

praat aan een speciaal ontworpen Brabanttafel met ­sleutelfiguren uit de provincie over onderwerpen

• Het bestuursakkoord Rijk-provincies van 2008 en het daaraan ten grondslag liggende rapport van de

als economie en bedrijfsleven, mobiliteit, ecologie, onderwijs en kunst en cultuur.

­commissie-Lodders.2 Het bestuursakkoord en de decen­ tralisatievoorstellen van de commissie-Lodders bieden

Op basis van dit toekomstperspectief kunnen we een

een goed uitgangspunt voor het gewenste versterkte

krachtig en eigentijds provincieprofiel formuleren en

(ruimtelijk-economische) profiel van de provincie.

­heldere keuzes maken in taken en aanpak. Zo kan de

• De voorstellen van de door Provinciale Staten ingestelde

provincie een krachtige (en waar nodig: krachtigere) rol

stuurgroep Kerntaken. De stuurgroep heeft in 2009 een

blijven spelen in de regio, in Nederland en in Europa.

visie geformuleerd op de positie van de provincie Noord-

De bereidheid om zaken over te laten aan anderen,

Brabant als middenbestuur, en een daarvan afgeleid

hoort daarbij. Overheden moeten aan elkaar en aan

­afwegingskader voor de beoordeling van (toekomstige)

burgers duidelijk maken waar zij wel en niet over gaan.

taken. Het hoofddoel van de kerntakendiscussie was niet het realiseren van financiële winst, maar het neerzetten

Uitgangspunt bij het opstellen van de Agenda van

van een krachtig provincieprofiel in taken en aanpak.

­Brabant is de Telos driehoek (People, Planet, Profit; 3

• Het investeringsprogramma van Essent, met bijbe­horende

p’s). De hoofddomeinen ruimte en economie met daar­

visie (essay “Essentie van Kennis”) op de toekomst van

bij de kerntaken en kernrollen zijn leidend; conform het

Brabant als duurzame kennisregio vanuit een Europees

vastgestelde IPO profiel provincies. De sociale belangen

concurrentieperspectief. Deze visie is gebaseerd op de

worden als meekoppelend belang via integrale beleids-

sterkten van Brabant en de kansen die zich voordoen

en gebiedsontwikkeling behartigd.

op een aantal maatschappelijke thema’s. Deze visie wordt nu verbreed en meer integraal opgesteld, ­passend bij het nieuwe profiel van de provincie.

Relatie externe partners

De investeringsagenda Essent wordt gepositioneerd

In de huidige netwerksamenleving kunnen overheden

in het licht van de Agenda van Brabant. De Agenda

complexe (maatschappelijke) vraagstukken vrijwel nooit

van Brabant is leidend voor de uitwerking van de

zelfstandig oplossen. Dat kan alleen in partnerschappen.

­investeringsagenda.

Het gaat om slim schakelen tussen overheden, de markt

• Het werkdocument ‘Agenda van Brabant’ Statendag.

en maatschappelijke organisaties. Daarbij moeten

Hierin zijn de belangrijkste uitdagingen en daarmee

we extra scherp zijn op de rol die de provincie kan

samenhangende opgaven voor Brabant op de middel­

­vervullen. Opgaven op regionaal niveau worden immers

lange termijn geïnventariseerd. Deze zijn en oriënterend

complexer, en de maatschappij wordt veeleisender.

besproken met Provinciale Staten, vertegen­woordigers van bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschappe­

De Agenda van Brabant is voor advies voorgelegd aan

lijke partners.

een groot aantal partners, waaronder de 68 Noord-­

• De door het provinciebestuur gevraagde (brief)­

Brabantse gemeenten. Een groot aantal organisaties is

adviezen van Telos, PON, BOM en SER Brabant

positief over de Agenda van Brabant en de keuzes die

over de Agenda van Brabant.

gemaakt worden. De noodzaak tot een scherper profiel

• De voor de Commissaris van de Koningin Wim

en de daarbij horende ombuigingen worden breed

van de Donk georganiseerde ‘Tafels van Brabant’.

­gedeeld. Over de invulling van de ombuigingen zijn

En het topoverleg met partners uit de wetenschap

de meningen soms verdeeld. Verder doet een aantal ­organisaties voorstellen voor de investeringsstrategie.

2 De Gemengde commissie decentralisatievoorstellen provincies

De provincie Noord-Brabant zal deze reacties betrekken

(commissie-Lodders) had tot taak concrete decentralisatievoor­

bij de verdere u ­ itwerking van de Agenda van Brabant.

stellen voor provincies te inventariseren op de beleidsterreinen van de ministeries van VROM, LNV, EZ, V&W en OC&W waarbij de samenhang tussen beleidsruimte en financiële ­verantwoordelijkheid nadrukkelijk punt van aandacht was. De voorstellen van de commissie-Lodders zijn in maart 2008 gepubliceerd onder de titel “Ruimte, regie en rekenschap”.

6


Helsinki

Tallinn

Oslo

Stockholm

Riga

Vilnius Copenhagen

Dublin

Warsaw

Berlin Amsterdam

London

Brussels Luxembourg Paris Bratislava Vienna Budapest

Bern Ljubljana

Bucharest

Sofia

Rome Madrid Lisbon Athens

Brabant in Europa

Voormalig voorzitter van de Europese Unie, Jacques

territoriale gebieden met een gemeenschappelijk

Delors, sprak van het Europa van de regio’s, niet van

­economisch belang maar ook gebieden met gemeen­

natiestaten. Daarmee gaf hij aan dat het belang

schappelijke sociale en culturele kenmerken. Brabant is

van ­regio’s toenam ten opzichte van landen en hun

zo’n regio met gemeenschappelijke kenmerken en een

­regeringen. Het zijn de regio’s en hun steden die in

gedeeld gevoel van lotsverbondenheid. De Brabanders

het Europa van de toekomst een belangrijke rol spelen.

zijn betrokken bij de toekomst van hun Brabantse

De regio’s waar Delors het over had, zijn niet alleen

Land.


BrabantStad

In deel 1 (Agenda van Brabant) wordt de Brabant­

In het bijzonder beklemtonen wij het belang van het

brede agenda beschreven, vanuit een visie op de positie

samenwerkingsverband BrabantStad, waarin de provincie

van de regio in Europa en de wereld. De toekomst van

samen met de vijf grote steden van Brabant samen­

Brabant wordt beschreven in het licht van nieuwe uit­

werkt. Zeker in het licht van de visie en ambitie die

dagingen en opgaven die zich aandienen. Er wordt een

wij hebben geformuleerd in de Agenda van Brabant.

richtinggevend perspectief voor de regio geschetst, dat

Niet voor niets wordt BrabantStad in het rapport van

als stip op de horizon kan dienen voor alle partijen die

de ­gemengde commissie decentralisatievoorstellen

zich verbonden voelen met Brabant. De Agenda van

­(commissie Lodders) genoemd als een geslaagd voor­

Brabant gaat tevens in op de bijdrage die de provincie

beeld van een gezamenlijk initiatief dat veel betekent

kan leveren aan de realisatie van de nieuwe Agenda

voor de ruimtelijke en economische ontwikkeling van

van Brabant. ­Vanuit een aan­gescherpt en vernieuwd

onze regio.

profiel wordt ­aangegeven hoe de provincie Noord-­ Brabant als middenbestuur hieraan invulling wil geven.

De Agenda van Brabant zal vanzelfsprekend worden

Op basis van het nieuwe profiel worden de provinciale

opgepakt in samenspraak met de Brabantse steden.

kerntaken en ­rollen beschreven. In de bijlage zijn de

Gezamenlijk optrekken is enerzijds noodzakelijk om

kerntaken tevens opgenomen.

voldoende massa en kracht te ontwikkelen voor de externe promotie en profilering van Brabant op

Deel 2 (Afronding takendiscussie) geeft antwoord

het Europese toneel. En anderzijds om de onderlinge

op de vraag hoe de provincie invulling geeft aan de

mogelijkheden en capaciteiten tussen de steden en

noodzakelijk bezuinigingen op de structurele autonome

het omliggende platteland optimaal te benutten. De

middelen van de provincie. Een schema met taken die

­bestaande, goede samenwerkingsverbanden tussen

behoren tot het basistakenpakket, de te vervallen taken,

stad en land en tussen de provincie en de steden

en taken die de provincie anders/dunner gaat doen, is

komen daarbij goed van pas.

opgenomen. Ook is een tabel opgenomen met financiële ombuigingen die behoren bij de takentransitie. Deel 3 (Investeringsstrategie) omvat een afwegings­ kader en investeringsstrategie om de vrijgekomen ­middelen met de verkoop van Essent in te zetten ten ­behoeve van de toekomst van Brabant. Het betreffen

“Er zijn provincies die het serieus nemen

lange termijn maatschappelijke investeringen ten

en die er ook iets van proberen te maken.

­behoeve van de structuurversterking van het sociaal-­

Brabant springt er bijvoorbeeld voor mij

culturele, ecologische en economische kapitaal van

positief uit. Daar hebben ze er echt zin en

­Brabant. De investeringsstrategie geeft een inhoudelijke

plezier in. In andere regio’s is dat minder.”

voorzet voor de wijze waarop de beoogde investeringen

Alexander Rinnooy Kan, voorzitter SER, 2010

kunnen worden ingezet ten behoeve van de ambitie van de Agenda van Brabant. De Agenda van Brabant zal leidend worden voor het werk van de Provincie Noord-Brabant. In verschillende

Opbouw

nota’s geven we verder invulling aan de Agenda van

Deze nota bestaat uit drie delen:

Brabant, zoals de nota economie en internationalisering,

- Deel 1 Agenda van Brabant; Traditie en Technologie

energie, ruimte en mobiliteit.

- Deel 2 Afronding takendiscussie; Profielversterkende ombuigen - Deel 3 Investeringsstrategie; Brabant investeert in de toekomst. De kaders aan het begin van de hoofdstukken geven een samenvatting van het hoofdstuk weer.

8



1900

1700 AGRARISCHE ECONOMIE

10

INDUSTRIテ記E ECONOMIE


DIENSTEN ECONOMIE

2025

2010

1975

1950

?

KENNIS ECONOMIE

De ontwikkeling ­van Brabant De wereldwijd vermaarde econoom Sali-i-Martin

diensteneconomie wordt dan vooral gedreven door de

onderscheidt een drietal fasen in de economische

verbeterde efficiëntie waarmee goederen en diensten

ontwikkeling van regio’s. Deze zijn ook herkenbaar

worden geproduceerd. Door de internationale con­

in de ontwikkeling van Brabant. Niet zozeer als op­

currentie staat het streven naar meer efficiëntie onder

eenvolgende, maar elkaar overlappende fasen. In

druk, ook in Brabant. De regio staat op het breukvlak

de eerste fase, die van de factor-gedreven economie,

naar een nieuwe (derde) fase, die van de innovatie-

is de economische groei hoofdzakelijk gebaseerd op

gedreven economie, waarin het gaat om ondernemer­

de hogere inzet van productiefactoren. Concurrentie

schap, creativiteit en innovatie. Daarbij wordt voort­

kracht berust op kosten voordelen. Dit was het geval

gebouwd op het agrarisch-industriële fundament

gedurende de periode van “het industriële Brabant”.

van voorgaande fasen. Denk bijvoorbeeld aan de

Vanaf het moment van de-industrialisatie in de jaren

in Brabant sterke maakindustrie, die steeds ‘meer

1960 gaat een (tweede) fase van efficiëntie in. De eco­

­kennis en creativiteit per kilo product’ levert.

nomische groei van de maakindustrie en opkomende



Deel 1 Agenda van Brabant Traditie en 足technologie


Inhoud


1 Agenda van Brabant

18

1.1 De kracht van Brabant

19

1.2 Brabant als kennis- en innovatieregio

23

1.3 Meervoudige agenda

26

1.4 Gezamenlijke aanpak

28

2 Agenda voor de Provincie

32

2.1 Belang van de regio in netwerksamenleving

33

2.2 Focus op vestigings- en leefklimaat

33

3 Concentratie op kerntaken

38

3.1 Provinciale meerwaarde

39

3.2 Focus op kerntaken

40

3.3 Samenhang

47

3.4 Signaleren en agenderen

48

4 Provinciale rollen

50

4.1 Kernrollen

51

4.2 Uitgangspunten kernrollen

52

4.3 Ontwikkelpunten

53

Bijlage 1 Provinciale kerntaken

56


GLOCALIRSERING

B

NIEUWE ECONOMIE

DEMOGRAFIE

ENERGIE, KLIMAAT VOEDSEL

BIODIVERSITEIT

ZO

De ecologische, sociaal-culturele en economische ontwikkeling van Brabant staat niet los van wat er in de wereld gebeurt. Meer en meer

MOBILITEIT

­beïnvloeden ontwikkelingen buiten de directe ­invloedssfeer van de provincie de kansen voor Brabant. Een reeks van trends en ­ontwikkelingen heeft invloed op de ­toekomstige positie en het functioneren van de regio. De belangrijkste trends en ontwikkelingen zijn geïnventariseerd, evenals de uitdagingen en opgaven die daar­ mee samenhangen. Het overzicht van trends,

POLARISATIE

­uitdagingen en opgaven vormde het startpunt van een discussie met de provinciale politiek over de Agenda van Brabant. Met zo’n agenda kan adequaat en samenhangend ­worden ­ingespeeld op ontwikkelingen, maar ook het ­verschil worden gemaakt als provincie.

WELVAARTSTOENAME/ INDIVIDUALESERING


Versterken concurrerend Vermogen Van BraBant

Behoud en ontwikkeling Van de regionale identiteit

BeVorderen innoVerend en creatief Vermogen BraBantse economie

Behoud en Versterking BraBants moZaĂŻek

toekomstBestendige Zorg

toekomstBestendige arBeidsmarkt

BeVorderen Van de integratie Van minderheden

energietransitie

naar een klimaatBestendig BraBant

BeVorderen Van een duurZame VoedselVoorZiening

Aantrekken kenniswerkers Bevorderen innovatieve kennisclusters Kennisvalorisatie Aantrekkelijk vestigingsklimaat Culturele en topsportvoorzieningen Positionering als internationale regio Versterking van de Europese profilering Goede bereikbaarheid Behoud en ontwikkeling van cultureel erfgoed Behoud en ontwikkeling van (provinciale) landschappen Behoud en versterken van sociale infrastructuur Verhogen innovatiekracht Brabants MKB Verbeteren kennistransfer onderzoek – bedrijfsleven Bevordering innovatief ondernemerschap Digitale infrastructuur Nieuwe economische dragers stad en platteland Kunst en creativiteit als impuls voor de nieuwe economie Intensiveren en transformeren bestaand stedelijk gebied Herstructurering werklandschappen Kwaliteit van de woonomgeving Hoogwaardig mobiliteitssysteem Relatie onderwijs-zorg De kwaliteit en diversiteit van zorg Betaalbaarheid van de zorg De ontwikkeling van slimme zorgmogelijkheden Gezondheidsbevordering burgers Verhoging en verbreding opleidingsniveau Brabantse beroepsbevolking Verbeteren kwaliteit en betaalbaarheid van het onderwijssysteem Zorgen voor betere aansluiting onderwijs- arbeidsmarkt Verbeteren arbeidsmarktkansen van lager opgeleiden De ontwikkeling en benutting van talenten Integratie van allochtonen Bevorderen interculturele interactie Gelijke kansen Actief burgerschap Wegwerken achterstanden onderwijs Verduurzaming productie en energiehuishouding Energie-efficiency Energiebesparing Klimaatadaptatie Klimaatmitigatie Landelijk gebied transformeren voor innovatieve en concurrerende landbouw Nieuwe vormen van gebiedseconomielandschap

Zorg dragen Voor roBuuste en Veerkrachtige natuur

efficiĂŤnt en roBuust Verkeer- en VerVoerssysteem

BeVorderen sociale participatie en leefBaarheid

VerBeteren Van de kwaliteit Van leVen

Zorg dragen Voor een geZonde leefomgeVing

Zorg dragen Voor een Veilige leefomgeVing

Natuurgebieden vergroten, verbinden en verbeteren Economische en sociale dynamiek in Brabant verbinden Mobiliteitsmanagement (bevorderen fiets en OV gebruik) Slim, snel en sociaal openbaar vervoersysteem Benutten bestaande infrastructuur door technologie Samenhangend en veilig infrastructuurnetwerk Multimodaliteit van goederenvervoer Veilig vervoer Participatie van burgers Tegengaan van sociale achterstelling Bevorderen leefbaarheid Voorzieningenniveau landelijk gebied OV-bereikbaarheid van het platteland Diversiteit en voldoende aanbod van culturele en sportvoorzieningen Slimme zorg (nieuwe zorgconcepten) Toegankelijkheid van de zorg Waarborgen en verbeteren gezondheid Schone bodem, water, lucht Veilige leefomgeving Geen gezondheidsschade door infectieziekten, fijnstof, asbest, etc. Betere bescherming en identificatie van eigendommen Betere opsporing van georganiseerde en grensoverschrijdende misdaad Aanpak overlast (drugsgerelateerde) criminaliteit in de steden


1 Agenda van Brabant


Ambitie

“Brabant is goed in het zoeken van

Ook Noord-Brabant heeft te maken

­creatieve oplossingen. Brabant kent korte

met veranderde omstandigheden en op­

beslissingstrajecten. Dit zorgt voor daad­

gaven. Dat is niet per se een probleem.

kracht. Grote mondiale vraagstukken

Brabant combineert namelijk een aantal

worden in Brabant opgelost. De Braban­

kernkwaliteiten en gebiedseigen waar-

der is een harde werker, die graag zijn

den die juist sterke kansen bieden in

handen uit de mouwen steekt voor de

deze situatie. De toekomst wordt in

­gemeenschap. Brabanders vormen een

­belangrijke mate bepaald door de pres-

uniek, zorgeloos, innovatief en hard­

taties van Brabant op het internationale

werkend volk, dat daardoor tot grootse

toneel. Het is onze ambitie om tot de

daden in staat zijn.”

Europese top van (industriële) kennis- en innovatieregio’s te behoren. Zo kunnen

‘De Kracht van Brabant’,

we welvaart en welzijn in Brabant duur-

Frank Lammers, 11 juni 2010

zaam garanderen en een duurzame regionale ontwikkeling stimuleren.

1 Brabant heeft in ruimtelijk opzicht een aantrekkelijk, historierijk en comfortabel stads- en dorpenlandschap

1.1 De kracht van Brabant

landschap. Het is een fijnmazig mozaïek, waarin ­steden, dorpen, grote bos- en natuurgebieden en

Maatschappelijke uitdagingen

open landschap gelijkmatig zijn verspreid. Stad en

Brabant staat de komende jaren voor een aantal serieuze

landschap bevinden zich in elkaars directe nabijheid.

uitdagingen. Denk bijvoorbeeld aan de financieel-­

Daar schuilt wel een gevaar in: als gevolg van het

economische crisis. Die leidt tot meer werkloosheid

gespreide verstedelijkingspatroon ligt ‘vervlokking’

en een scherpere internationale concurrentie tussen

en ‘vervlakking’ van het landschap op de loer.

­regio’s om bedrijven, bezoekers en burgers. Een andere ­uitdaging is de klimaatverandering en het daarmee ­verbonden energievraagstuk.

2 Brabant heeft een cruciale ligging. Wie onderneemt, kan niet om het gebied heen. De provincie verbindt de Rijn-Schelde Delta met Duitsland. Daarnaast lopen

Er zijn ook ingrijpende sociaal-culturele veranderingen.

er twee belangrijke infrastructurele en economische

De bevolkingssamenstelling verandert als gevolg van

­assen tussen noord en zuid door Brabant: Rotterdam-

de demografische krimp. Brabant vergrijst en ontgroent.

Antwerpen en Amsterdam- MHAL/Ruhrgebied. Deze

Daarnaast zijn er zorgen over de beschikbare voorraad

assen verbinden de regio met de Randstad, de Vlaamse

sociaal kapitaal. Onze economie en zorg vragen om

Ruit en het Ruhrgebied. Ze structureren in belangrijke

een actieve inzet om een aantrekkelijke provincie te

mate de ruimtelijk-economische ontwikkelingen.

­blijven. Juist ook voor jongeren en migranten die hier

­Brabant heeft belang bij de ontwikkeling van het

willen werken en wonen.

met deze strategische positie verbonden verkeeren vervoerssysteem.

De kracht van Brabant Brabant heeft een goede uitgangspositie. De economische

3 In sociaal-cultureel opzicht is Noord-Brabant rijkelijk

groei is in onze provincie altijd gecombineerd met

bedeeld. De provincie heeft bijvoorbeeld een sterk

­sociale, culturele en ecologische doelstellingen. Dit is

­netwerk van onderwijsinstellingen. Zij maken deel uit

al vaker geconstateerd. Brabant combineert het beste

van een uniek web waarin talent ontstaat en leidt tot

van twee werelden. Het is de mengvorm van rood en

nieuwe bedrijvigheid. Er is sprake van een bloeiend

groen, sociale tradities en technologische innovatie, van

­verenigingsleven. Zo heeft Brabant de meeste

­Brainport en Brabants Bont, die de regio aantrekkelijk

­amateurkunstverenigingen in Nederland. De topsport

maakt. Dat heeft op een aantal punten goed uitgepakt.

bloeit dankzij de brede ­beoefening van sport in

19


MAASLAND WALHALLA

UNOX

[MAASLAND]

HEINEKEN GREVE

VAN HAREN

CHAP LOINTS

RBV LEAF ECCO SUIKERUNIE

CSM BACKER EN RUEB DE BEYERD

AKV ST. JOOST KANDIJFABRIEK

ROUPPE V/D VOORT

DUREA

SMITS VAN MELLE FAAM TEXTIEL LAB

CHV

VAN LIER

NUTRECO

VAN GRINSVEN DMV MARS

LA TRAPPE VAN BOMMEL

KLOKKENGIETERIJ VAN THIEL

DE KROON

[LA TRAPPE]

OIRSCHOTS BIER

[BAVARIA]

BAVARIA BATA

CAMPINA

BEGEMANN

DESIGN CAMPUS

WINTERMANS

DE PLOEG AGIO

SWEDISCH MATCH DOMMELSCH [INTERBREW]

Leerindustrie

Bierindustrie

Creatieve connectie

Langstraat leer

Bierriviertjes

Leerindustrie Bierindustrie Creatieve connectie Langstraat leer Bierriviertjes Textielindustrie Levensmiddelenindustrie Creatiefconnectie netwerk Langstraat Suikerriviertjes Leerindustrie Bierindustrie Creatieve Langstraat leerbier Bierriviertjes Leerindustrie Bierindustrie Creatieve connectie Langstraat leer Bierriviertjes Textielindustrie Levensmiddelenindustrie Creatief netwerk Langstraat Suikerriviertjes Leerindustrie Bierindustrie Creatieve connectie Langstraat leer bier Bierriviertjes Metaalindustrie Bierindustrie Suikerindustrie Energiecentrale Langstraat Bedrijvigheidsnev Leerindustrie Creatieve connectie Langstraat leer biermetaal Bierriviertjes Textielindustrie Levensmiddelenindustrie Creatief netwerk Langstraat Suikerriviertjes Leerindustrie Bierindustrie Creatieve connectie Langstraat leer Bierriviertjes Leerindustrie Bierindustrie Creatieve connectie Langstraat leer bier Bierriviertjes Textielindustrie Levensmiddelenindustrie Creatief netwerk Langstraat Suikerriviertjes Metaalindustrie Suikerindustrie Energiecentrale Langstraat Bedrijvigheidsnevel Textielindustrie Levensmiddelenindustrie Creatief netwerk Langstraat bier metaalBierriviertjes Suikerriviertjes Leerindustrie Bierindustrie Creatieve connectie Langstraat leer Sigarenindustrie Suikerproducenten Creatieve EnergienetwerkLangstraat Langstraat sigaren Metaalindustrie Suikerindustrie Energiecentrale Langstraat Bedrijvigheidsnevel Langstraat sigaren Leerindustrie Levensmiddelenindustrie Energiecentrale Leerindustrie Bierindustrie connectie leer Bierriviertjes Textielindustrie Levensmiddelenindustrie Creatief netwerk Langstraat bier metaal Suikerriviertjes Textielindustrie Levensmiddelenindustrie Creatief netwerkLangstraat leerLangstraat bier Bierriviertjes Suikerriviertjes Leerindustrie Bierindustrie Creatieve connectie Metaalindustrie Suikerindustrie Creatieve connectie Energiecentrale Langstraat metaal Bedrijvigheidsnevel Leerindustrie Textielindustrie Bierindustrie Levensmiddelenindustrie Creatief netwerkLangstraat leerLangstraat bier Bierriviertjes Suikerriviertjes Metaalindustrie Suikerindustrie Energiecentrale Langstraat metaalsigarenSuikerriviertjes Bedrijvigheidsnevel Sigarenindustrie Suikerproducenten Energienetwerk Langstraat Leerindustrie Textielindustrie Bierindustrie Creatieve connectie Langstraat leerLangstraat Bierriviertjes Bierriviertjes Textielindustrie Suikerindustrie Energienetwerk Levensmiddelenindustrie Creatief netwerk bier Leerindustrie Bierindustrie Creatieve connectieCreatief Langstraat leer Bierriviertjes Metaalindustrie Suikerindustrie Energiecentrale Langstraat metaalsigarenSuikerriviertjes Bedrijvigheidsnevel Textielindustrie Levensmiddelenindustrie netwerk Langstraat bier Sigarenindustrie Suikerproducenten Energienetwerk Langstraat Metaalindustrie Suikerindustrie Creatieve Energiecentrale metaal Bedrijvigheidsnevel Leerindustrie Bierindustrie connectie Langstraat leer bierLangstraat Bierriviertjes Textielindustrie Levensmiddelenindustrie Creatief netwerk Langstraat Suikerriviertjes Suikerindustrie Energiecentrale metaal Bedrijvigheidsnevel TextielindustrieMetaalindustrie Levensmiddelenindustrie Creatief netwerk Langstraat Suikerriviertjes Leerindustrie Bierindustrie Creatieve connectie Langstraat leer Bierriviertjes Sigarenindustrie Suikerproducenten Energienetwerk Langstraat sigaren Suikerriviertjes Metaalindustrie Suikerproducenten Langstraat leerbierLangstraat Sigarenindustrie Suikerproducenten Energienetwerk Langstraat sigaren Suikerindustrie Energiecentrale metaal Bedrijvigheidsnevel TextielindustrieMetaalindustrie Levensmiddelenindustrie Creatief netwerk Langstraat bierLangstraat Suikerriviertjes Metaalindustrie Suikerindustrie metaalsigaren Bedrijvigheidsnevel TextielindustrieBierindustrie Levensmiddelenindustrie netwerk Energiecentrale Langstraat bier Langstraat Suikerriviertjes rindustrie Creatieve Creatief connectie Langstraat leer Bierriviertjes Sigarenindustrie Suikerproducenten Energienetwerk Langstraat Sigarenindustrie Suikerproducenten Langstraat sigaren Textielindustrie Levensmiddelenindustrie netwerk Energienetwerk bier Suikerriviertjes rindustrie Bierindustrie Creatieve connectie LangstraatLangstraat leerLangstraat Bierriviertjes Bedrijvigheidsnevel Sigarenindustrie CreatieveCreatief connectie Langstraat biermetaal Metaalindustrie Suikerindustrie Energiecentrale Bedrijvigheidsnevel Metaalindustrie SuikerindustrieSuikerproducenten Energiecentrale Langstraat Bedrijvigheidsnevel Sigarenindustrie Langstraat Suikerriviertjes sigaren Textielindustrie Levensmiddelenindustrie Creatief netwerk Energienetwerk Langstraat bier metaal Metaalindustrie Suikerindustrie Energiecentrale Langstraat metaal Bedrijvigheidsnevel Sigarenindustrie Energienetwerk Langstraat Bedrijvigheidsnevel sigaren MetaalindustrieLevensmiddelenindustrie Suikerindustrie Suikerproducenten Energiecentrale Langstraat Sigarenindustrie Suikerproducenten Energienetwerk sigaren Leerindustrie Bierindustrie Creatieve connectie Langstraat Bierriviertjes tielindustrie Creatief netwerk Langstraat bierleer metaal Suikerriviertjes Bierindustrie Creatief netwerk Langstraat metaalLangstraat Metaalindustrie Suikerindustrie Energiecentrale metaal Bedrijvigheidsnevel tielindustrie Levensmiddelenindustrie Creatief netwerk LangstraatLangstraat bierLangstraat Suikerriviertjes Sigarenindustrie Suikerproducenten Energienetwerk sigaren Metaalindustrie Suikerindustrie Energiecentrale Langstraat metaal Bedrijvigheidsnevel Sigarenindustrie Suikerproducenten Energienetwerk Langstraat sigaren Sigarenindustrie Suikerproducenten Energienetwerk Langstraat sigaren SigarenindustrieSuikerindustrie Suikerproducenten Langstraat aalindustrie Energiecentrale Langstraat metaal Textielindustrie Levensmiddelenindustrie CreatiefEnergienetwerk netwerk Langstraat bier sigaren Bedrijvigheidsnevel Suikerriviertjes SigarenindustrieSuikerindustrie Suikerproducenten Energienetwerk taalindustrie Energiecentrale LangstraatLangstraat metaal sigaren Bedrijvigheidsnevel Sigarenindustrie Suikerproducenten Energienetwerk Langstraat sigaren Metaalindustrie Suikerindustrie Energiecentrale Langstraat metaal Bedrijvigheidsnevel arenindustrie Suikerproducenten Energienetwerk Langstraat sigaren arenindustrie Suikerproducenten Energienetwerk Langstraat sigaren

Sigarenindustrie

Suikerproducenten

Energienetwerk

Langstraat sigaren

Traditie van het maken In Brabant bestaan er sterke relaties tussen de maak­

de waarde uit deze combinaties voortkomen. Denk aan

industrie, high-tech en haar culturele kwaliteiten.Dat

de constante reeks uitvindingen, baanbrekende producten,

heeft geresulteerd in diverse succesvolle combinaties van

ikonen van vormgeving en optimale condities voor

­moderne technologieën en oerdegelijke ambachtelijkheid.

­kunstenaars, die wereldwijd vermaard zijn. Maar ook

Zowel in kunsten, vormgeving als mentaliteit biedt Brabant

aan de doorlopende stroom van bijzondere talenten die

de gelegenheid Europa te tonen welke grote toegevoeg­

wordt opgeleid in ‘broedplaats en laboratorium’ Brabant.


Amsterdam

Mainport Schiphol

Randstad

Utrecht Arnhem

Den Haag

Gateway Rotterdam

Den Bosch

BrabantStad

Rijn-Schelde Delta

Tilburg Breda

Ruhrgebiet

Helmond Eindhoven

Brainport

Düsseldorf

Gateway Antwerpen

Gent

Rheingebiet

provinciegrens

Vlaamse Ruit Leuven

Köln

ELAT Aachen

Luik

Rijn Schelde Delta In termen van vestiging van bedrijven, bevolkingstoename

Brabant. Het uitbouwen en consolideren van deze

en hogere huizenprijzen, doet Brabant het opvallend

­strategische positie is van cruciaal belang voor de

goed. Dat Noord-Brabant zo’n sterke positie heeft ver­

­toekomst van de regio. Op 1 december 2010 wordt

worven ten opzichte van de Randstad, is onder meer

er een high level conference georganiseerd door de

te danken aan de strategische ligging ten opzichte van

provinciegouverneur mevrouw Berx, Commissaris

de omliggende stedelijke netwerken, zoals de Vlaamse

van de Koningin de heer Van de Donk en Secretaris

Ruit en het Ruhrgebied, en de goede verbindingen

Generaal van de Benelux de heer Van Laarhoven.

met binnen- én buitenland: belangrijke motieven voor

Met deze conferentie beogen de organisatoren om

bedrijven om zich er te vestigen. Zij kijken naar de

een aantal concrete acties te bepalen ter ontwikkeling

­locatie ten opzichte van de afnemers en de vestigings­

van de delta als logistieke draaischijf voor de economie.

kosten. Bedrijven hebben de neiging te clusteren. De

Doelgroep zijn politieke bestuurders, CEO’s en top-­

economische relaties met Vlaanderen worden krachtiger,

wetenschappers op regionaal Vlaams en Nederlands

en dat verandert de positie van de provincie Noord-­

niveau, met het accent op het bedrijfsleven.


­verenigingen. In de steden vinden we een aantal ­(inter)nationaal toonaangevende kunst- en cultuur­ instellingen. De cruciale ligging van de provincie biedt volop kansen voor ontmoetingen.

Resultaten bestuursakkoord ‘Vertrouwen in Brabant’

4 Brabant heeft een zeer grote variatie in bodem,

programma ‘Dynamisch Brabant’

­water en natuur. Er is een goede uitgangspositie om deze ecologische variatie verder door te ontwikkelen, wat bijdraagt aan een economisch sterk en sociaal

Versterken van de concurrentiekracht

gezond Brabant. Niet onbelangrijk in dit verband

van Brabant

is de faam die de provincie (inter)nationaal heeft

De provincie versterkt de concurrentiekracht

­opgebouwd met het inpassen van duurzame ont­

van Brabant door te investeren in kansrijke

wikkelingsconcepten in haar beleidsuitvoering.

­economische clusters. Dit doen wij door ver­ bindingen te leggen met en tussen kennis­

5 In economisch opzicht valt de aanwezigheid op van

instellingen en bedrijfsleven waardoor inter­

een aantal wereldwijd opererende bedrijven (global

actie en dynamiek ontstaat. Enkele succesvol

players, zowel grote als kleine bedrijven). Daarnaast

ontwikkelde innovatieclusters zijn: automotive,

is er de sterk industriële structuur van het Brabantse

maintenance, food&health, logistiek. Nieuwe

Midden- en Kleinbedrijf. De Brabantse beroeps­

combinaties, nieuwe marktkansen.

bevolking heeft een sterke ondernemersmen­taliteit. Dankzij het innovatief vermogen van het Brabantse

Aantrekkelijk vestigingsklimaat

­bedrijfsleven wordt de strategische positie optimaal

De afgelopen jaren is fors geïnvesteerd in

benut. Innovatie en ondernemerschap zit Brabanders

­robuuste - flexibele uitvoeringsstructuren op

in de genen. Dat blijkt niet alleen uit de innovatieve

het gebied van beroepsbevolking (leerwerk­

­industrie in Eindhoven en omstreken. Het manifesteert

servicecentra, platforms promotie techniek) en

zich ook in al die bedrijven die ­iedere keer weer met

ondersteuning jonge ondernemers. Maar ook

power en lef nieuwe markten aanboren, of samen­

in het positioneren van Brabant als aantrekkelijke

werkingsverbanden opzetten die leiden tot nieuwe

vestigingslocatie door topevenementen met inter­

kansen.

nationale uitstraling op het gebied van sport en cultuur (Indoor Brabant, traject BrabantStad Culturele Hoofdstad).

Meer dan menige andere provincie kan Brabant bogen op een historisch bepaald saamhorigheidsgevoel. Er is een bepaalde collectiviteit die zich afgrenst als ­‘Brabants’. Dit zorgt voor een redelijk robuust regio­ besef. De meeste Brabanders, ook de nieuwe, hebben ‘iets’ met hun gebied. Ze zijn betrokken bij de toekomst van de provincie. Bovendien is er een hoog organiserend vermogen. Dat blijkt wel uit de succesvolle netwerken waarin overheid, onderwijs, bedrijfsleven en samen­ leving de sociaaleconomische structuur versterken. De voorraad sociaal kapitaal is goed op orde. Resultaat van deze factoren is een maatschappijvisie die erop is gericht om zoveel mogelijk Brabanders te laten de­ len in duurzame welvaart. Naast een gemeenschappelijk economisch belang zijn gemeenschappelijke sociale en culturele kenmerken belangrijk in de regio. De achter­

22


Regional innovation performance in Dutch provinces, 2006 (European Commission, 2007) Innovation Index

0,8 0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0

Utrecht North-Brabant

South-Holland Flevoland

North-Holland

Gelderland

Limburg

Groningen

Zeeland Drenthe

Friesland

liggende gedachte is dat je resultaten niet alleen bereikt

De afgelopen jaren zijn enkele rapporten verschenen

door stoere daadkracht, maar door slim verbinden, door

waarin Europese regio’s met elkaar worden vergeleken

het organiseren van ‘draadkracht’. Vanuit deze filosofie is

vanuit het perspectief van kennis en innovatie. De

de Brabantse regio in balans. Er zijn veel mogelijk­heden

­verschillen tussen de regio’s zijn groot als het gaat om

voor een mooie perspectiefrijke toekomst. De provincie

­economische uitgangspunten en ontwikkelingen. Kennis­

moet wel de kansen benutten en uitdagingen het hoofd

economie is uiterst selectief. De Europese kennistop con­

bieden.

centreert zich in een klein aantal knopen in het netwerk, met vooraanstaande universiteiten en multinationals. Slechts enkele Nederlandse steden en regio’s steken

1.2 Brabant als kennisen innovatieregio

op Europees niveau boven het maaiveld uit.

De financieel-economische crisis heeft het concurrentie­

In de Regional Innovation Scoreboard van de EU stond

vermogen van Nederlandse regio’s weer hoog op de

Brabant in 2003 op de 4e plaats, en in 2006 op 20ste

Europese politieke agenda gezet. De Europese Unie

plaats (deze opmerkelijke daling is grotendeels te wijten

heeft de kenniseconomie als speerpunt van het beleid

aan een wijziging in de methodiek). Daarmee was

verklaard. Het ontwikkelen van nieuwe producten en

­Brabant de hoogst genoteerde Nederlandse regio. De

technologieën creëert immers werkgelegenheid en

Regional Innovation Scoreboard van 2009 bevestigt dit

­economische groei.

beeld nogmaals: “Noord-Brabant is a high innovating

Brabant o ­ nderscheidt zich in dit opzicht duidelijk.

region located in an “Innovation follower” country (the In de huidige economische omstandigheden zijn kennis en

Netherlands).”3

innovatie van levensbelang. De economie van de Westerse landen is in hoge mate kennisgedreven. Kennis clustert en concentreert zich in specifieke regio’s. Door het open­ stellen van de grenzen binnen de Europese Unie, de inter­ nationalisering en de liberalisering van het economisch verkeer staan regio’s voor een nieuwe opgave. Hun con­ currerend vermogen (zich profileren als vestigingsplaats ten opzichte van andere regio’s) wordt steeds belangrijker.

3 Vanwege het ontbreken van voldoende regionale data voor­ ziet de Regional Innovation Scoreboard 2009 geen absolute plaatsing van individuele regio’s ten opzichte van elkaar. ­Regio’s met grofweg een zelfde prestatieniveau worden met ­elkaar vergeleken.

23


Brabant behoort tot de Europese top in innovatiekracht. Dat is te danken aan de combinatie van competenties op het gebied van maakindustrie, technologie, onder­ zoek, vormgeving, kunst en cultuur. Noord-Brabant

Brabant beschikt over een relatief hoog-

­presteert als innovatieve regio structureel boven het

opgeleide bevolking, een krachtige

­nationaal gemiddelde.

kennis­basis, een sterk innovatief en toepassend vermogen en dito onder­

Hieruit blijkt de bijzondere economische structuur van

nemerschap. Dankzij de aanwezigheid

de regio. Die is gebaseerd op een historie van hechte

van vele grote internationale bedrijven,

relaties tussen grote internationaal opererende bedrijven,

de universiteiten en hogescholen is

en een kwalitatief, sterk technisch georiënteerd netwerk

Brabant een belangrijke speler in Europa.

van toeleverend MKB.

In Nederland is de provincie koploper op het vlak van private R&D: 45% van de

De provincie heeft een uitzonderlijke combinatie van

private R&D vindt hier plaats. De publieke

kennisintensieve bedrijven en hoogwaardige maak­

investeringen in R&D blijven daarbij ach-

industrie, van agrofood tot elektronica en logistiek.

ter. De provinciale ‘foto’ van de Kennisin-

Dit resulteert in verschillende vormen van ‘slimme

vesteringsagenda (KIA) uit 2009 laat zien

­ambachtelijkheid’. De traditie van het maken wordt

dat Noord-Brabant ver verwijderd blijft

­hierbij verbonden met innovatie en creativiteit. Deze

van de nationale KIA doelstelling dat 1%

bijzondere economische structuur van Brabant biedt

van het BNP aan publieke R&D wordt uit-

perspectief voor nieuwe, kansrijke clusters in de

gegeven. Deze doelstelling is gebaseerd op de zogenaamde Lissabon doelstelling

kennisindustrie, zoals life-sciences, logistiek, ­maintenance, en duurzame energie-technologie.

4

en houdt in dat landen in totaal 3% van het BNP aan R&D uitgeven: 2% privaat

In Brabant is economische groei continu gecombineerd

en 1% publiek. Zowel publieke als private

met sociale, culturele en ecologische doelstellingen.

investeringen in de Brabantse kennisinfra-

‘Brabant in balans’. Zij moet kansen benutten en de

structuur zijn erg belangrijk voor de con-

uitdagingen het hoofd bieden.

currentiekracht van de regio. Zeker als Brabant uitstekende prestaties wil blijven

Brabant speelt nu al een betekenisvolle rol als Europese

leveren door de innovatie-inspanning te

regio en zal dat blijven doen. De provincie heeft een

verhogen.

aantal sterke punten om op voort te bouwen. Deze ­gunstige kenmerken zijn economisch (pieken, ligging), ecologisch (diversiteit landschappen en natuur) en ­sociaal-cultureel (voorzieningen, gemeenschapszin, informele netwerken).

Er zijn echter ook elementen die in internationaal ­perspectief zwakker zijn. Bijvoorbeeld op het vlak van conjunctuurgevoeligheid, internationale bereikbaarheid en het aanbod van topvoorzieningen op het gebied van sport en cultuur, water, luchtkwaliteit en biodiversteit. Een compleet overzicht van sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen is te vinden in de hiernaast afgebeel­ de: SWOT-analyse.

4 SER Brabant, Energie & Innovatie. Brabant Energieneutraal als economische kans, ’s-Hertogenbosch, 2008.

24


SWOT-analyse Noord-Brabant

Sterktes

• Strategische ligging in de Eurodelta met een goede ­omvang voor een Europese regio. • Sterke economische basis: economisch diverse, goed presterende en welvarende provincie.

Zwaktes

• Suboptimale internationale bereikbaarheid. • Interne bereikbaarheid: de bereikbaarheid van de ­stedelijke regio’s staat onder druk. • Onvoldoende kritische massa (agglomeratie­

• Krachtige en aantrekkelijke steden, elk met een

voordelen) voor grootstedelijke voorzieningen.

eigen c­ ulturele identiteit en menselijke maat.

• Conjunctuurgevoelige maakindustrie en logistieke

• Aantrekkelijk dorpenlandschap met goede sociale en culturele voorzieningen. • Aantrekkelijke woon- en vestigingsmilieus: ­dynamisch in rood en geborgd in groen. • Sterke economische pieken (hightech, logistiek,

sector. • Structurele milieu- en veiligheidsproblemen (luchtveront­reiniging, problemen met externe ­veiligheid goederen­vervoer). • Groot ‘laadvermogen’ van het landelijk gebied.

life ­sciences, etc.) en de aanwezigheid van kennis­

(Groen biedt onvoldoende tegendruk aan

instellingen.

­verstedelijking. Contrasten stad-land vervagen

• Hoog marktaandeel van diverse toonaangevende markt­leidende bedrijven. • Veel natuurgebieden en waardevol cultuurhistorisch ­landschap op menselijke maat. • Verbindingen tussen hoogwaardige kennis, maak­ industrie en design.

snel.) • Klimaatbestendigheid is onvoldoende vanuit het oogpunt van natuur (biodiversiteit), landbouw (verdroging) en het stedelijk gebied. • Er zijn te weinig innovatieve koplopers en teveel ­volgers in het Brabants MKB.

• Hoge mate van betrokkenheid van burgers bij het Brabantse land. • Sterk organiserend vermogen: traditie van samenwerken in en tussen maatschappelijke en overheidsverbanden. Kansen

• Ontwikkeling van een hoogwaardig multimodaal ­vervoerssysteem om congestie op wegen te ­beperken. • Meervoudige aansluiting op TENnetwerk (België en Duitsland). • Koppelingen tussen opkomende kenniseconomie en reeds aanwezige distributie- en maaksectoren (‘slimme ambachtelijkheid’). • Optimaliseren van capaciteit goederentransport (spoor en kanalen). • Koppelen van stedelijke wateroverlast aan de ­verdroging van zandgronden. • Benutten van cultuurhistorische stads- en landschaps­structuren en stedelijke cultuur bij de versterking ­onderscheidend profiel. • Doorontwikkelen van onderwijs- en kennisstructuur.

Bedreigingen

• Betaalbaarheid van herstructurerings- en transformatie­opgave. • Afnemende beroepsbevolking met consequenties voor het onderwijs, de zorg- en arbeidsmarkt. • Toenemende congestie op de wegen en achter­ blijvende kwaliteit openbaar vervoer. • Toenemende verschillen tussen stad en platteland (groei versus krimp) met als consequentie: regio’s ­concurreren om bevolking, woningen en bedrijven. • Klimaatverandering met gevolgen voor het ecolo­ gisch ­systeem en de biodiversiteit: verdroging van zand­gronden en piekafvoer van water in de steden. • Achteruitgang innovatief vermogen van de ­Brabantse ­economie (achterblijvende innovaties in bedrijfsleven). • Achteruitgang en vervlakking van ruimtelijke

• Europese oriëntatie.

­kwaliteit van Brabants mozaïek, door schaal­

• Omzetten van patenten in producten.

vergroting, ­verstedelijking en ‘verrommeling’

• Verduurzaming en energietransitie van de Brabant­

van het landschap.

se ­industrie (marktkansen door schonere techno­ logie, ­slimmere processen en producten).

•V erminderde sociale cohesie door vereenzaming in de maatschappij en individualisering. •S ociale onbalans in de steden.

25


Van internationale topregio’s is gebleken dat zij welis­ waar niet op alle punten van wereldklasse zijn, maar ze onderscheiden zich wel. Ook Noord-Brabant kan ­excellente prestaties blijven leveren op het Europese

In de afgelopen decennia heeft de ont-

toneel. Daarvoor moet de regio slimme combinaties

wikkeling van diverse Europese regio’s

maken van sterke punten en een beperkt aantal zwaktes

een aantal onderscheidende fasen door-

verbeteren.

gemaakt. De jaren ’80 stonden in het teken van het vlottrekken van de regionale economie door marktdenken,

1.3 Meervoudige agenda

­privatisering en deregulering. In de

Om succesvol te zijn en mee te kunnen komen – ook na

jaren ‘90 werden de factoren creativiteit,

de naschok van de financieel economische crisis – moet

talent en innovatie ontdekt als motoren

Noord-Brabant blijven voldoen aan de eisen die de

van economische groei en sociale veer-

kenniseconomie stelt. Kennis is in toenemende mate

kracht. Dat gebeurde onder aanvoering

­internationaal en beweegt zich steeds vrijer over de

van werelwijd bekende denkers als

­wereld. Voor Brabant als belangrijke industriële kennis-

­Richard Florida en Charles Landry.

en innovatieregio betekent dit dat kennis van buiten

Vanaf 2000 ontstond aandacht voor

­gemakkelijker bereikbaar wordt. Daardoor kan de

de ecologische agenda: de vergroening

­eigen kwaliteit toenemen. Anderzijds kan kennis ook

en verduurzaming van de regionale

gemakkelijker naar elders wegvloeien en zo de eigen

economie, gericht op groei zonder

positie ondermijnen. De regio moet goede vestigings­

afwenteling op de ecologie. Brabant

condities bieden voor kennisintensieve bedrijvigheid

liep daarin voorop. Internationaal heeft

en de aanwezige kennisnetwerken zo combineren, dat

Brabant een zekere naam en faam

dit leidt tot vernieuwing en opbrengsten die ten goede

opgebouwd met het incorporeren van

komen aan welvaart en welzijn van Brabantse burgers

duurzame ontwikkeling in haar beleids-

en bedrijven. Aan dit streven is in feite een drievoudige

uitvoering. De opgave vandaag is om

opdracht verbonden:

deze economische, sociaal-culturele en ecologisch agenda’s met elkaar te

1 Het vergroten van de sociale veerkracht van de ­Brabantse samenleving.

verbinden en productief te maken voor de toekomst van de regio.

2 Het vernieuwen van de economische vitaliteit. 3 Het anticiperen op de uitdagingen die de klimaat­verandering en het daarmee verbonden energievraagstuk stelt.

Het is onze overtuiging dat het einde van de crisis het begin moet zijn van een nieuwe, duurzamere sociale markteconomie. Een schonere en groenere economie ook, waarin onze regionale welvaart voortkomt uit kennis, c­ reativiteit, innovatie en een zuinig gebruik van de b ­ estaande ruimte en beschikbare hulpbronnen. Om dit te bereiken speelt innovatie een belangrijke rol. We hebben het dan niet alleen over innovaties op technologisch gebied. Ook sociale innovatie is van belang. Dit ­resulteert een meervoudige agenda waarin kennis de basis is. Het is een agenda die: • de meerwaarde van kennis en creativiteit als basis van economische groei ten volle onderkent; • kansen biedt voor alle Brabanders zodat zij zich aanpassen aan veranderde om­ standigheden door nieuwe kennis en

26


HSL CONNECTIE RANDSTAD

HOV CONNECTIE NIJMEGEN/WAGENINGEN

ORGANON FONTYS AVANS M E TA L VALL A LEY Y HAS DSM

LOGISTICS

SHELL MOERDIJK

FOOD & PHARMA

AGRO-FOOD CLUSTER ABBOTT LABORATORIES

NIVRA

LG HI LOGISTICS

MAINTENANCE

TSUBAKIMOTO

SUPPLY CHAIN CAMPUS

IRIS OHYAMA

AVANS NHTV

RUSSELL HOBBES

EPSON

TFT FUJI

TOSHIBA

TELOS

UVT-CAMPUS

NIVRA

AUTOMOTIVE

FONTYS

MITUTOYA EUTECH

OPEN UNIVERSITEIT

EINDHOVEN INTERNATIONAL AIRPORT

FOKKER AVIOLANDA

FONTYS

TNO

NCOI

ASML

TNO-INDUSTRIE

BRAINPORT

TUe VDL

TNO-VEHIL

TWINNING CENTER

DAF

NIVRA

PHILIPS

HAIER HOLST

CENTRE

HIGHTECH CAMPUS

HSL CONNECTIE BRUSSEL/PARIJS

HOV CONNECTIE LEUVEN/BRUSSEL

UniversiteitUniversiteitUniversiteit Universiteit

Erven van ontwikkeling Erven van ontwikkeling Erven van ontwikkeling Erven van ontwikkeling Vliegveld

Vliegveld Vliegveld Vliegveld

HogeschoolHogeschool Hogeschool Hogeschool

Innovatie bedrijven Innovatie bedrijven Innovatie bedrijven Innovatie bedrijven HSL

HSL

HSL HSL

HOV

HOV HOV

Onderzoeksinstituut Innovatie netwerk Onderzoeksinstituut Onderzoeksinstituut Innovatie netwerk Innovatie HOV Onderzoeksinstituut Innovatie netwerknetwerk

Samenwerking bedrijfsleven Innovatief epicentrum Stedelijke kernen Samenwerking bedrijfsleven Samenwerking bedrijfsleven Innovatief epicentrum Innovatief epicentrum Stedelijke kernen Stedelijke Samenwerking bedrijfsleven Innovatief epicentrum Stedelijkekernen kernen

Innovatieve clusters

In de slimme economie van de toekomst draait het om

kunde wordt vertaald naar kassa. Brabant kan zich verder

­ondernemerschap, innovatie en creativiteit. Om innovatieve

ontwikkelen als een uitgestrekt metropolitaan campus­

economische bedrijvigheid in de Brabantse regio te

landschap. Daarvoor is wel een scherpe focus noodzakelijk

­stimuleren zijn broedplaatsen en open innovatie van

en voldoende kritische massa in termen van geld en grote

­belang. De werk- en studieomgeving is daarbij een

trekkers. Een nadrukkelijke koppeling van campussen

­belangrijke factor. Brabant bezit een aantal succesvolle

aan sterke economische clusters in de regio vanuit een

voorbeelden van campusontwikkeling waar kennis en

(boven)regionale strategische agenda biedt kansen.


­vaardigheden te verwerven en ondernemer-

­Vernieuwende initiatieven voor de kwaliteit van de groe­

schap te ontwikkelen;

ne ruimte zijn daarnaast noodzakelijk. De relatie tussen

• een concurrerende en groene (energie­

de betrokken sectoren in de diverse Brabantse regio’s

neutrale) economie stimuleert, door pro­

moet worden geoptimaliseerd – niet alleen in termen van

ductiviteitsverhoging, stimulering van

­specialisatie en differentiatie, maar ook op basis van hun

­duurzame technologie, en efficiënt gebruik

onderlinge complementariteit en verbinding. Er is een

van niet-hernieuwbare hulpbronnen

­beweging op gang gezet “van groter en meer, naar groe­ ner en beter”. Hier ligt voor Brabant een grote uitdaging.

Dit alles moet zó worden vormgegeven, dat het leidt tot onderscheidend vermogen ten opzichte van soortgelijke industriële kennis- en innovatieregio’s, zoals Stockholm, Stuttgart, Oberbayern (München) en Nordrhein-West­ falen.5 Dat vraagt om een doelstelling en een strategie die samen richtinggevend zijn voor het maken van

“De Noordvleugel van de Randstad

keuzes. En die voldoende ruimte bieden om in de

[krijgt] meer verbindingen […] met

toekomst onderdelen toe te voegen, al naar gelang

Den Bosch, Tilburg en Eindhoven, dan met

de dan bestaande inzichten.

de Zuidvleugel. Er zal Noord-Brabant veel aan gelegen zijn de strategische positie

Investeren in menselijk, cultureel en ecologisch kapitaal

uit te bouwen en te consolideren. Van

verhoogt de concurrentiekansen van de regio. Het

cruciaal belang voor de provincie is het

draagt ook bij aan de kwaliteit van leven. Een kennis­

opleiden van mensen […] Ziet Noord-

economie is in hoge mate een ‘menseneconomie’.

Brabant kans de jongeren op te leiden

Juist het verbinden van de Brabantse sociale tradities

én te behouden dan zal er veel onder­

en verbanden met de innovatieve kracht van nieuwe,

nemerschap uit voortkomen.”

opkomende markten en sectoren, is van essentieel ­belang voor een duurzame ontwikkeling van de regio.

Friso de Zeeuw,

Datzelfde geldt voor het aantrekken, vasthouden en

hoogleraar Gebiedsontwikkeling, 2009

­binden van talent aan Brabant.

6

De ontwikkeling en uitbouw van een nieuwe kennis­ economie biedt Brabant kansen voor nieuwe werk­ gelegenheid. Dit geldt niet alleen voor de in technologisch opzicht belangrijke regionale clusters, zoals high-tech­

1.4 Gezamenlijke aanpak

systemen, maintenance, logistiek, life sciences en auto­

De agenda van Brabant vraagt om een breed, gecoör­

motive. Het geldt ook voor een in Brabant belangrijke

dineerd overheidsbeleid. De keuze voor Brabant als

sector als de landbouw. Met het agro- en foodcluster

­innovatieve topregio impliceert dat andere beleids­

in Dinteloord is hiermee een begin gemaakt.

terreinen zoveel mogelijk ondersteunend moeten zijn aan deze ambitie. Een flankerend beleid dat het doel

In de keten van agrarische food- en non food-producten

van innovatie dichterbij kan brengen, is daarom nood­

is behoefte aan duurzame innovatie en vernieuwing.

zakelijk. Het gaat om een combinatie van allerlei ­soorten

Een duur­zame verbinding tussen de agrarische sector

beleid: macro-economisch, onderwijs, innovatie, fiscaal,

en zorg, recreatie en natuur- en waterbeheer is nodig.

financieel, cultuur, natuur en landschap en integratie.

5 Het is belangrijk om vanuit een internationaal concurrentie­

6 De recente evaluatie van de Kennisinvesteringsagenda (KIA)

perspectief na te gaan in welke mate regio’s concurrenten

op nationaal niveau heeft nut en noodzaak van talentenbin­

of partners van elkaar zijn in hun economische ontwikkeling.

ding wederom aangetoond. Volgens Alexander Rinnooy Kan,

Vanwege de specifieke industriële structuur van Brabant is

SER voorzitter en voorzitter van de werkgroep Kennis­

een benchmark met niet-industriële regio’s weinig zinvol.

investerings­agenda van het Innovatieplatform, benutten we

Brabant concurreert met regio’s zoals Stockholm, Stuttgart en

nog steeds lang niet al het talent dat in Nederland beschik­

Oberbayern (München) met een hoge ‘patent-performance’

baar is. De afstand tot onze naaste concurrenten, Duitsland en

en een relatieve sterke oriëntatie richting maakindustrie.

Scandinavië, is verder opgelopen. Kennisinvesteringsagenda, Bouw op talent! In vijf stappen naar de top, 29 maart 2010

28


Ook zijn (gezamenlijke) activiteiten vanuit het bedrijfs­

In het licht van de nieuwe agenda kunnen stad en land

leven nodig. Partners in de regio zullen om diverse

ook nu weer van elkaar profiteren. Denk aan de waarde

­redenen actief moeten samenwerken.

van het landschap als onderdeel van een aantrekkelijk woon/werkklimaat. Of aan de potentie van het religieus

Investeren in de positie en profilering van de regio heeft

en industrieel erfgoed in het buitengebied als culturele

alleen zin, als de regio op alle onderscheidende karakte­

buitenplaats. En aan mogelijke relaties met het MKB in

ristieken en schaalniveaus de internationale concurrentie

het buitengebied.

aankan. Dit is alleen mogelijk als publieke en private partners in de regio en op nationaal niveau hun krachten bundelen. Zij moeten zich sterk maken voor een verster­ king en uitbouw van de positie van Brabant als Europese kennis- en innovatieregio. Vanzelfsprekend zal daarbij aansluiting moeten worden gezocht bij reeds lopende ­initiatieven in Brabant en Europa, zoals de strategische

Resultaten bestuursakkoord

agenda West-Brabant, Brainport 2020 en de EU

‘Vertrouwen in Brabant’

2020-strategie.

programma ‘Verbindend Brabant’

Het is nodig om in regionaal verband op te treden. Alleen dan kunnen we op het Europese toneel enig

Sterke regio’s

gewicht in de schaal leggen. In de Europese kennis­

Gestimuleerd door de provincie hebben de

economie komen, zoals hiervoor aangegeven, toon­

regio’s West-, Noord-Oost- en Midden-Brabant

aangevende regio’s op zoals Stockholm, Oberbayern

zich verdergaand georganiseerd en versterkt.

(München) en Nordrhein-Westfalen. Zij zijn van een

En als resultante van de debatreeks “de Kracht

schaal en diversiteit waartegen de afzonderlijke steden

van Brabant”, heeft de provincie samen met

en regio’s in Brabant eenvoudigweg niet kunnen

gemeenten de bouwstenen geleverd die als

concurreren.

input kunnen dienen voor de toekomstige dia­ loog over de kwaliteit van het openbaar

Gezamenlijk optrekken is dus enerzijds noodzakelijk

bestuur.

om voldoende massa en kracht te ontwikkelen voor de externe promotie en profilering. En anderzijds om de

Merk Brabant

­onderlinge mogelijkheden en capaciteiten tussen de

De regio profilering van Noord-Brabant wordt

­steden en het omliggende platteland optimaal te benutten.

vergaand ondersteund door het Merk Brabant.

De bestaande, goede samenwerkingsverbanden tussen

Eind van dit jaar dragen minstens 100 Brabantse

stad en land en tussen de provincie en de steden komen

ondernemingen het Merk actief uit. En samen

daarbij goed van pas.

met een 20-tal Brabantse organisaties bewijzen ze dat de Brabantse maatschappij zelf zorgt

De agenda van Brabant moet vanzelfsprekend worden

voor de verankering van de filosofie achter

opgepakt in samenspraak met de Brabantse steden.

“Dan denk je aan Brabant”.

Zij vormen belangrijke ‘bronnen’ van culturele en ­eco­nomische vernieuwing. Maar dan wel vanuit een ­samenhangend, provinciebreed perspectief. Het gaat hier dus om een oriëntatie op Brabant als een gedeelde actie­radius, een gedeelde culturele en economische ­handelingsruimte. Dit geeft de verschillende stedelijke en landelijke i­nitiatieven een zekere samenhang en binding en zorgt voor de noodzakelijke sociaal-economische ­vernieuwing. Het maakt bovendien een onderling ­afgestemde profilering (branding) mogelijk. De nauwe verwevenheid van stedelijke en plattelandseconomie en -cultuur is in het verleden steeds de aanjager geweest van nieuwe o ­ ntwikkelingen in de provincie.

29


Eind maart 2010 is het ‘Brabantse Familiebedrijven Genootschap’ op­gericht. Het genootschap verbindt Brabantse familiebedrijven met als doel het verder ont­ wikkelen van (familie)ondernemerschap, kennisdeling en samen­werkings­ verbanden. Hiermee komt het Merk Brabant nog nadrukkelijker in de eta­ lage te staan. Het initiatief laat ook zien dat Brabant niet alleen een kennis­ economie, maar ook een ‘mensen­ economie’ wil zijn. Wim van der Leegte, eigenaar van de Eindhovense VDL Groep, is voorzitter. Internationale samenwerking Brabant onderhoudt formele samenwerkings­ banden met de buurregio’s Vlaanderen en Nord-Rhein Westfalen, alsmede met South-East England en het Poolse Wielkopolska. Deze ­samenwerking richt zich met name op ­eco­nomische, sociaal-culturele, logistieke en ­innovatieve aspecten, waarbij ook gezamenlijk wordt opgetreden binnen de Europese subsidie­ mogelijkheden. Daarnaast wordt sinds begin jaren negentig van de vorige eeuw intensief samengewerkt met de Chinese provincie Jiangsu. Deze ­economisch tweede provincie van China is voor Brabantse bedrijven een interessante ­provincie om in te investeren en zich te vestigen, maar ook bedrijven uit Jiangsu oriënteren zich meer en meer op Brabant. Zowel in Jiangsu als in Brabant zijn duurzame energie, logistiek, automotive en de agro- en foodsector belang­ rijke speerpunten. De agenda van Jiangsu komt sterk overeen met de Agenda van Brabant. De Brabantse krachtenbundeling komt hier goed tot uiting doordat, gecoördineerd door de provincie, belanghebbende Brabantse ­partijen vanuit bedrijfsleven, overheden, ­kennisinstellingen en economische uitvoerings­ organen gezamenlijke doelstellingen ten aan­ zien van Jiangsu formuleren en in afstemming opereren. Dit maakt ons sterk in Jiangsu en hierdoor vormen wij ook voor hen een ­interessante partnerregio.

30



2 Agenda voor de Provincie


Door de verdergaande maatschappelijke en geografische schaalvergroting komt de provincie daarnaast ‘als vanzelf’ meer in beeld. Juist op het terrein van ruimte, economie De in hoofdstuk 1 geschetste agenda van

en cultuur. De nieuwe economische en maatschappelijke

Brabant om tot de top van de ­kennis- en

dynamiek maakt de noodzaak hiervan ­alleen maar groter.

innovatieregio’s in Europa te behoren, is bepalend voor de agenda voor de

Ruimtelijk-economische verbanden en vraagstukken vragen

provincie. Het vormt een leidraad voor

in toenemende mate om een bovenlokale en tussen­

provinciaal ­beleid en in­vesteringen in

bestuurlijke aanpak. Ze ontstijgen op diverse manieren

de toekomst van Brabant. De provinciale

de gevestigde bestuurlijke schaal. Dit geldt bijvoorbeeld

agenda is erop gericht om het vestiging-

voor de aanleg van infrastructuur als onderdeel van

en leefklimaat zodanig te beïnvloeden,

­gebiedsontwikkeling, de regionale afstemming van

dat Brabant in sociaal cultureel opzicht

­woningbouw, de vormgeving van regionale landschappen

­creatief, in ecologisch opzicht duurzaam

en het waterbeheer. Deze fysieke beleidsterreinen

en in economisch opzicht aantrekkelijk

­vormen een samenhangend complex (‘omgevingsbeleid’)

en welvarend blijft. In de huidige net-

dat om integratie en afstemming vraagt. Daartoe bestaan

werksamenleving k ­ unnen overheden

op regionaal niveau goede mogelijkheden. Voorwaarde

maatschappelijke vraagstukken vrijwel

is dat de verkokering van bevoegdheden en geldstromen

nooit zelfstandig oplossen. Partner-

geen sta-in-de-weg is.

schappen zijn daarvoor noodzakelijk. Het gaat om slim schakelen tussen

Om effectief als ruimtelijk-economische autoriteit in de

overheden, markt en maatschappelijke

regio te kunnen fungeren, is echter meer nodig. Een

organisaties. Daarbij is het zaak om

nieuw ambitieniveau is noodzakelijk, ook tegen de

extra scherp te zijn op de rol die de

­achtergrond van de moeilijke economische tijden. De

provincie kan vervullen. ­Opgaven

commissie-Geelhoed daagde de provincies hiertoe in

op regionaal niveau worden immers

2002 al nadrukkelijk uit, door de manier waarop zij

complexer en de maatschappij wordt

het regionale bestuur van de toekomst positioneerde in

veeleisender.

het licht van de zich ontwikkelende kenniseconomie.7

2.1 Belang van de regio in ­netwerksamenleving

2.2 Focus op vestigingsen leefklimaat Omdat regio’s steeds belangrijker worden, moeten ze innovatiever worden en in de toekomst permanente

In de discussie over de kenniseconomie heeft de regio

veerkracht kunnen tonen. Regio’s zullen elkaar in de

zich een eigen plaats verworven - zowel in de theorie­

toekomst steeds scherper op kwaliteit beconcurreren.

vorming en het onderzoek over clustervorming, als in

In de postindustriële samenleving van vandaag en de

het Europese en nationale beleid. De regio krijgt hierin

informatie-economie van de toekomst is de ecologische

grotere kansen toegedicht voor kenniscreatie en -ver­

en sociaal-culturele kwaliteit van steden en regio’s

spreiding dan het nationale of Europese schaalniveau.

steeds vaker doorslaggevend voor de economische ­ontwikkeling ervan. Om burgers en bedrijven te boeien

In regio’s spelen zich veel innovatieve processen af.

en talenten te binden, is niet alleen het werk of salaris

Deskundigen concentreren zich er en er bestaan relaties

van belang. De (culturele en sociale kwaliteit van de)

tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen. Bovendien is

leefomgeving en het leefklimaat zijn een doorslag­

de regio vaak het schaalniveau dat bedrijven hanteren

gevende factor. Die kwaliteit bepaalt in ­belangrijke

bij het beoordelen van vestigingsfactoren zoals woon­

mate of regio’s hoogwaardige arbeidskrachten

omgeving en marktpotentieel. Juist voor provincies is

(en daarmee hoogwaardige productie- en investerings­

een belangrijke rol weggelegd bij de positionering

kwaliteiten) kunnen aantrekken of behouden.

van een regio in de internationale netwerkeconomie. 7 Commissie Regionaal bestuur in Nederland (commissie-Geel­ hoed), Op schaal gewogen. Regionaal bestuur in Nederland in de 21ste eeuw, ’s-Gravenhage, 2002.

33


Daarbij zijn de standaardkwaliteiten van een regio ­belangrijk. Een aantal zaken moet gewoon in orde zijn. Is dat niet het geval, dan doet de regio niet mee in de internationale concurrentie tussen (stedelijke) regio’s.

“Een steeds belangrijker punt bij het

Het gaat om standaardkwaliteiten op het vlak van onder­

opstellen van scenario’s voor de toe­

nemerschap, arbeidsmarkt, kwaliteit van onderwijs,

komst is de relatie ten opzichte van

goede bereikbaarheid, landschaps- en natuurontwikkeling.

de omgeving – regionaal, nationaal

De sociale, culturele en ecologische kwaliteiten van

en ook internationaal. Brabant is een

Noord-Brabant hebben dus niet alleen een intrinsieke

grote provincie binnen Nederland en

waarde. Ze zijn tevens een noodzakelijke randvoor­

de dominante partij ten zuiden van de

waarde voor het realiseren van de nieuwe agenda.

grote rivieren. Dat neemt niet weg dat het ook voor de ontwikkeling van

De onderscheidende criteria hebben steeds meer met

­Brabant belangrijk is om rekening te

te maken met omgevingskwaliteit. Dat is een kritische

houden met wat er in Limburg gebeurt

succesfactor in de vestigingsoverwegingen van burgers

[…] Wat er in het Ruhrgebied gebeurt,

en bedrijven. Op deze punten moet de internationale

raakt niet alleen de haven van Rotterdam

concurrentiestrijd worden gewonnen. Denk bijvoorbeeld

maar ook de transport- en distributie­

aan kennisinstellingen van wereldformaat, aantrekkelijke

sector van Noord-Brabant.”

woon- werkmilieus voor kenniswerkers en topvoorzieningen op het gebied van sport en cultuur.

Paul Schnabel, directeur SCP, 2010

Het vestigings- en leefklimaat wordt bepaald door een groot aantal standaardkwaliteiten. Die bestrijken het scala van people, planet en profit (Telos-driehoek, 3 P’s). Daarnaast zijn onder meer de kwaliteit van het kennis- en innovatieklimaat, het fiscale klimaat en het

De uitdaging is het bewaren van een evenwicht tussen

systeem van corporate governance van belang. Deze

de belangen van economische expansie en innovatie

elementen van het vestigingsklimaat laten we echter

aan de ene kant, en de kwaliteit en verscheidenheid

­buiten beschouwing. Ze worden namelijk nationaal of

van het woon- en leefmilieu in Brabant aan de andere

internationaal bepaald en lenen zich nauwelijks voor

kant.

­regionale differentiaties. Juist op de terreinen van woon- en leefomgeving, natuuren landschapsontwikkeling, openbaar vervoer en mobi­ liteit en regionaal economisch beleid is Noord-Brabant minder gebonden aan nationale kaders. Hier kan de provincie zich duidelijk van andere (Europese) regio’s onderscheiden. Dat kan vooral door een welbewuste profilering van typisch regionale kernkwaliteiten en ­omstandigheden.

34


Het ‘in balans’ houden van Brabant in

oost-Brabant en versterking van de

het licht van de nieuwe agenda vraagt

­samenhang van stad en land, ofwel

­inzet op verschillende schaalniveaus,

het Brabants mozaïek;

om ­‘schakelen tussen schalen’. Dat doen

· Lokaal wordt gewerkt aan leefbare

we op basis van een duidelijke inter­

en onderscheidende leefmilieus in

nationaliseringsstrategie. “De wereld is

stad en land.

ons werkterrein” is een uitspraak die voor steeds meer Brabantse ondernemingen

Deze strategie laat zich verbeelden als

geldt. Internationaal zijn nog veel mogelijk-

een driehoek met top en basis. De top

heden aanwezig om de markt- en con­

van de driehoek is de smalle gespeciali-

currentiepositie van Brabant te versterken.

seerde top van de regionale economie,

Brabant heeft er als internationaal

waarin de regio op Europees en mondiaal

ge­oriënteerde regio alle belang bij om

niveau meespeelt. De doelstellingen en

in te spelen op de kansen die mondiaal

projecten die bij deze top horen, zijn

voordoen. Juist de provincie heeft een

­alleen mogelijk als ook de basis in orde

­belangrijke taak in de positionering van

is. Dit betreft factoren zoals de leefbaar-

de regio in de internationale netwerk­

heid en vitaliteit van lokale woon- en

economie. De strategie is als volgt:

werkgebieden in Brabant, de interne ­afstemming van gemeentelijk beleid,

· Internationaal positioneert Brabant zich

de arbeidsmarkt en het onderwijs.

als complete kennis- en innovatieregio en koploper in de maakindustrie en

De kracht van de provincie Noord-Brabant

hoogwaardige technologie;

als middenbestuur ligt in het schakelen

· Op nationaal niveau biedt de gunstige

tussen de schaalniveaus (multi-level),

ligging kansen voor verbreding van de

­tussen belangen en betrokken partners

regionale economie, verbeterde bereik-

(multi-actor), en in sectoroverstijgend,

baarheid en de ruimtelijk-ecologische

­integraal handelen. De provincie kan

kwaliteit van Brabant;

­vormen van samenwerking stimuleren om

· (Sub)regionaal streeft de provincie

meer samenhang in lokale en regionale

naar een concurrerende positie met

projecten te brengen of regionale belangen

complementaire (stedelijke) regio’s

te behartigen in Den Haag of Brussel.

in West, Midden, Noordoost- en Zuid-

Samengevat

• een Brabants leefklimaat waarin ondernemers, gemeen­

Afgeleid van de in hoofdstuk 1 geschetste Agenda van

ten, waterschappen, culturele-, kennis- en onderwijs­

Brabant hebben we dit hoofdstuk een agenda voor de

instellingen en maatschappelijke organisaties optimaal

Provincie geformuleerd. Deze agenda concentreert zich

functioneren en bijdragen aan duurzame welvaart en

op het vestigings- en leefklimaat van Brabant, vanuit het

het welzijn van de Brabantse burgers en bedrijven.

streven naar een complete kennis- en innovatieregio. Concreet betekent de agenda voor de Provincie dat we

Dat doet de provincie Noord-Brabant door als gebieds­

borg staan voor:

regisseur de noodzakelijke verbindingen te leggen tussen de ruimtelijk-economische en de sociaal-culturele infra­

• een doeltreffende, goed geordende, ontsloten, gezonde, aantrekkelijke en diverse leefomgeving;

structuur. Gerichte samenwerking tussen de Brabantse stakeholders (3 O’s / triple helix) is daarbij essentieel.

35


36


Brabant heeft een historierijk landschap met veel religieus,

worden gezocht met nieuwe markten op het terrein van

industrieel en militair erfgoed. Het hergebruik en de her­

onderwijs, zorg en cultureel-recreatieve actoren? Is het

ontwikkeling van dit erfgoed staat hoog op de agenda.

denkbaar dat kloosters bijvoorbeeld tijdelijk ruimte bieden

Denk b ­ ijvoorbeeld aan de vele kloosters in Brabant die

aan mensen die op de wachtlijst staan voor opname in een

prominent aanwezig zijn in het mozaïeklandschap. Er

zorginstelling? Kunnen we een paar van deze prachtige

zijn nog zo’n 60 kloosters in de ­provincie, maar dat zal

gebouwen niet gebruiken voor de vestiging van een

snel minder worden. Projectontwikkelaars liggen op de

­internationale school?

loer en de tekeningen voor de bouw van peperdure ­appartementen zijn bij wijze van spreken al gemaakt.

Bron: Agro & Co, Telos, Urban Unlimited, ZKA, .Fabric, Provincie

Hoe kunnen de oorspronkelijke kernwaarden van dit erf­

Noord-Brabant, Nieuwe Markten Brabantse Land - Waarde­

goed behouden blijven terwijl tegelijkertijd combinaties

creatie, ondernemerschap en regionale o ­ ntwikkeling, 2008


3 Concentratie op kerntaken


tussen beide. In de vorige eeuw heeft de ­provincie een sterke positie gekregen op het domein van de ruimtelijke ontwikkeling en fysieke omgeving en inrichting. Daar De provincie Noord-Brabant concentreert

­liggen onze kerntaken en zijn we wettelijk bevoegd.

zich op het ruimtelijk-economisch ­domein. Ze doet dit vanuit een scherpe,

In lijn met het advies van de Commissie-Lodders zien wij

inhoudelijke visie op Brabant als

een toenemende rol voor de provincie weggelegd in het

­complete kennisregio. Middels integraal

ruimtelijk-economische domein. Wij willen focussen op

en ontwikkelingsgericht omgevingsbeleid

de taken die van oudsher tot onze core business behoren.

voeren we taken uit op het gebied van

In het Bestuursakkoord Rijk-provincies 2008-2011 is

ruimtelijke ordening, ontwikkeling en

deze ruimtelijk-fysieke positionering (her)bevestigd,

inrichting, wonen, milieu, landelijk

van nadere accenten voorzien en gecanoniseerd in

gebied, verkeer en vervoer, water en

een ­pakket van provinciale taken.

regionale economie. Daarnaast heeft de provincie een culturele taak als het gaat om de aanwezigheid en regionale spreiding van culturele voorzieningen. Die zijn van groot belang

“Als de provincie nou ergens kan

ook voor de kwaliteit van onze economie

scoren is het op ruimtelijk economisch

en het samenleven, en kunnen daarvan

beleid. Het is de aangewezen bestuurs­

niet worden losgedacht. Ook hebben wij

laag om een vertaalslag te maken van

een verantwoordelijkheid voor de kwali-

nationaal naar lokale plannen”.

teit van het lokaal bestuur en een wettelijke taak op het gebied van jeugdzorg.

Sybilla Dekker, oud-minister VROM, 2010

Om deze taken te kunnen waarmaken, moeten we de kwaliteiten, zorgpunten en de mogelijkheden tot ontwikkeling kennen. We houden die voortdurend in de gaten. We signaleren, agenderen en

De provincie Noord-Brabant heeft de afgelopen periode

brengen indien nodig partijen bij elkaar.

laten zien dat zij op dit terrein het verschil kan maken. De provincie heeft in de jaren ‘90 als een van de eersten geëxperimenteerd met een gebiedsgerichte aanpak waarbij de provincie als regisseur optrad en uitvoerende partijen zoals gemeenten, waterschappen

3.1 Provinciale meerwaarde

en bedrijven gezamenlijk achter een regiovisie kreeg.

Voor ons toekomstige profiel moeten we de vraag ­beantwoorden of het uitvoeren van een taak eigenlijk

De herstructurering van de intensieve veeteelt, het

niet bij een andere overheid thuishoort. We willen on­

­landinrichtingsbeleid en het waterbeheer zijn mogelijk

nodige bestuurlijke drukte voorkomen en een eenduidige

gemaakt door bestemmingswijzigingen en de oprichting

ver­antwoordelijkheidsverdeling en taakuitvoering juist

van een provinciaal ontwikkelingsbedrijf. Deze ver­

­bevorderen. Daarom moeten wij geen taken van anderen

nieuwende aanpak heeft school gemaakt en deed ook

overnemen of in het gat springen dat anderen laten vallen.

op andere terreinen zijn intrede. De provincie heeft nog steeds de mogelijkheid om via ruimtelijk en milieubeleid

Afgeleid van deze vraag komt aan de orde of we als

de ontwikkelingsrichting van een sector aanzienlijk te

provincie het verschil kunnen maken. Dit hangt samen

beïnvloeden. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het recente

met de vraag wat het gevolg is als wij een bepaalde

Statendebat over het beperken van de groei van

­activiteit niet oppakken. Gebeurt er dan vervolgens ook

megastallen in het Brabantse buitengebied, in relatie

echt niets meer, of gaat er zelfs iets ‘ernstig mis’ met de

tot gezondheid, milieu en landschappelijke kwaliteit.

realisatie van Agenda van Brabant?

Gebiedsgericht werken is inmiddels geëvolueerd naar gebiedsontwikkeling. Publiekprivate coalitievorming

Het eigentijdse bestuurlijke profiel van de provincie draait

speelt daarbij een grotere rol. Typische voorbeelden

volgens ons om ruimte, economie en de wisselwerking

van een dergelijke aanpak zijn ‘Maintenance valley’

39


(Aviolanda), de MIRT-aanpak voor de Zuidoostvleugel

Om hierbinnen te bepalen wat wij vanuit onze eigen

van BrabantStad en de gebiedsontwikkeling van de

rol, positie en agenda als provincie oppakken, hebben

­N69-corridor. De provincie laat daarmee zien dat ze

we in hoofdstuk 3 een agenda voor de Provincie

zaken goed kan oppakken en uitvoeren.

­geformuleerd. Om op basis daarvan te bepalen wat het nieuwe, provinciale profiel is en welke kerntaken

Ervaringen met het ‘Manifest Brabant 2050’ en het

daarbij horen, sluiten wij aan bij:

‘Ontwerpatelier BrabantStad’ tonen bovendien aan dat de provincie met regionale ontwerpverkenningen de agenda voor Brabant kan vormen - op een stimulerende en enthousiasmerende manier.

• het afwegingskader van de Stuurgroep Kerntaken (zie tekstbox); • het provincieprofiel dat de commissie-Lodders heeft geschetst; • de oriënterende uitspraken van Provinciale Staten over de Agenda van Brabant tijdens de Statendag op 12 februari 2010.

Resultaten bestuursakkoord ‘Vertrouwen in Brabant’ programma ‘Mooi Brabant’

De Levende Beerze

De stuurgroep Kerntaken heeft een

De opknapbeurt van het Beerzedal heeft de pro­

­afwegingskader ontwikkeld voor het al

vincie opgepakt door integrale gebiedsontwikke­

dan niet oppakken/uitvoeren van taken

ling. Beleidsurgenties zijn verbonden met gebied­

door de provinciale organisatie. Daartoe

surgenties. Inzet op proceskwaliteit, met actieve

is een beslisboom opgesteld. Deze

participatie van lokale overheden en belang­

­bestaat uit de volgende hoofdvragen:

hebbenden uit het gebied, heeft geleid tot een gedragen structuurvisie waarin people, profit en planet in balans zijn. Voor sleutelproject De Kleine Beerze is het inrichtingsplan in voorbereiding.

aB etreft het een provinciaal thema/ taakgebied? b I ndien geen sprake is van eeh ­wettelijke plicht: is het een maat-

AFC Dinteloord

schappelijk vraagstuk?

Voor het Agro- en Foodcluster (AFC) heeft de

c Ligt er een taak voor de overheid?

provincie met bestuurlijke lef koers bepaald

d L igt er binnen de overheidskolom

bij de ontwikkeling van grootschalige kassen­

een taak voor de provincie?

complexen en agro-stedelijk ruimtebeslag in de Oud Prinslandse Polder. Als stimulator van

Als een wettelijke verplichting ontbreekt,

ontwerpkwaliteit heeft de provincie voor de

is er een randvoorwaarde om als

MER, het ­inpassingsplan en het beeldregieplan

­provincie een taak op te pakken. Die

de juiste ontwerper op de juiste opgave gezet.

voorwaarde luidt dat de provincie het verschil kan maken en dus toegevoegde waarde heeft. Deze meerwaarde moet voortkomen uit een: •m ajeure opgave op basis

3.2 Focus op kerntaken

van een l­angetermijnvisie;

Het is van essentieel belang dat Brabant haar inter­

• bovenlokaal vraagstuk;

nationale positie als kennisregio behoudt en versterkt.

• integrale aanpak;

Dit vraagt van alle partijen in de regio inzet op veel

• breed draagvlak;

­terreinen. Er is breed, gecoördineerd overheidsbeleid

• daadwerkelijke oplossing.

nodig, naast de nodige (gezamenlijke) activiteiten vanuit het bedrijfsleven en marktpartijen.

40


Nationaal museum Nationaal museum

Historische stedelijkheid zeer hoog Historische stedelijkheid zeer hoog

Historisch landschap zeer hoog Historisch landschap zeer hoog

GHS Natiuu GHS Natiuu

Regionaal museum Historische stedelijkheid hoog Historisch landschap hoog Natuurpare Regionaal museum Historische stedelijkheid hoog Historisch landschap hoog Natuurpare Nationaal museum Historische stedelijkheidHistorische zeer hoog stedelijkheid Historisch landschap zeer hoog landschap GHS Natiuur Nationaal museum zeer hoog Historisch zeer hoog GHS Natiuur Nationaal museum Historische stedelijkheidHistorische zeer hoog stedelijkheid Historisch landschap zeer hoog landschap GHS Natiuur Nationaal museum zeer hoog Historisch zeer hoog GHS Natiuur Nationaal museum Historische zeer hoog stedelijkheid Historisch landschap zeer hoog landschap GHS Natiuur Festival stedelijkheidHistorische Historisch monument zeer hoog Oppervlakte water Nationaal museum zeer hoog Historisch zeer hoog GHS Natiuur RNLE-lands Festival stedelijkheidHistorische Historisch monument zeerzeer hoog Oppervlakte water Nationaal museum Historisch monument hoog GHS Natuur Nationaal museum Nationaal museum Historische zeer hoogstedelijkheid Historisch zeer hoog landschap zeer Historisch hoog landschap GHS zeer Natiuur hoog GHS Natiuur RNLE-lands Regionaal museum Historische stedelijkheidHistorische hoog Historisch landschap hoog Natuurparel Regionaal museum stedelijkheid hoog Historisch landschap hoog Natuurparel Regionaal museum Historische stedelijkheidHistorische hoog Historisch Natuurparel Regionaal museum stedelijkheid hoog landschap hoog Historisch landschap hoog Natuurparel Regionaal museum Historische stedelijkheid hoog Historisch landschap hoog Natuurparel Regionaal museum Historisch groenstructuur Natuurparel Braderieën & Jaarmarkten Historische groenstructuur Natuurparken Regionaal museum Historische stedelijkheid hoog Historisch landschap hoog Natuurparel Natuurontw Nationaal museum Historische stedelijkheid zeer hoog Historisch landschap zeer hoog GHS Natiuur Braderieën & Jaarmarkten Historische groenstructuur Natuurparken Nationaal museum Historische stedelijkheid zeer hoog Historisch landschap zeer hoog GHS Natiuur Regionaal museum Regionaal museum Historische stedelijkheid Historische hoog stedelijkheid Historisch hoog landschap hoog Historisch landschap Natuurparel hoog Natuurparel Natuurontw Festival Historisch monument zeer hoog Oppervlakte water RNLE-landschapsdeel Festival Historisch monument zeer hoog Oppervlakte water RNLE-landschapsdeel Nationaal museum Historische stedelijkheid zeerzeer hoog Historisch landschap zeer hoog GHS Natiuur Festival Historisch monument hoog Oppervlakte water RNLE-landschapsdeel Festival Historisch landschap hoog RNLE-landschapsdeelRNLE-landschapsdeel Nationaal museum Historische stedelijkheid zeer Historisch hoog Historisch zeerzeer hoog GHS Natiuur Festival monument zeer landschap hoog Oppervlakte water Festival Historisch monument zeer hoog Oppervlakte water RNLE-landschapsdeel Festival Historisch monument zeer hoog Oppervlakte water RNLE-landschapsdeel Regionaal museum Historische stedelijkheid hoog Historisch landschap hoog Oppervlakte Natuurparel Natuurparel Festival Festival Historisch monument zeer Historisch hoog monument zeer Oppervlakte hoog water water RNLE-landschapsdeel RNLE-landschapsdeel Regionaal museum Historische stedelijkheid hoog Historisch landschap hoog Braderieën & Jaarmarkten Historische groenstructuur Natuurparken Natuurontwikkelingsgebied Braderieën & Jaarmarkten Historische groenstructuur Natuurparken Natuurontwikkelingsgebie Braderieën & Jaarmarkten Historisch landschap hoop Natuurontwikkelingsgebied Regionaal museum Historische stedelijkheid hoog Historisch landschap hoog Natuurparel Braderieën & Jaarmarkten groenstructuur Natuurparken Natuurontwikkelingsgebied Regionaal museum Historische stedelijkheid hoogHistorische groenstructuur Historisch landschap hoog Natuurparken Natuurparel Braderieën &Historische Jaarmarkten Natuurontwikkelingsgebie onaal museum Historische stedelijkheid zeerzeer hoog landschap zeer hoog Natuurparken GHS Natiuur Braderieën & Jaarmarkten groenstructuur Natuurparken Natuurontwikkelingsgebied Braderieën &Historische Jaarmarkten Historische Historisch groenstructuur Natuurontwikkelingsgebie Festival Historisch monument hoog Oppervlakte water RNLE-landschapsdeel Festival Historisch monument zeer hoog Oppervlakte water RNLE-landschapsdeel onaal museum Historische stedelijkheid zeer hoog landschap zeer hoog Natuurparken GHS Natiuur Braderieën & Jaarmarkten Braderieën &Historische Jaarmarkten groenstructuur HistorischeHistorisch groenstructuur Natuurparken Natuurontwikkelingsgebied Natuurontwikkelingsgebie Historisch stedelijkheid zeer hoog Oppervlakte water Festival Historisch monument zeer hoog Oppervlakte water RNLE-landschapsdeel Festival Historisch monument zeer hoog Oppervlakte water RNLE-landschapsdeel onaal museum Historische stedelijkheid hoog Historisch landschap hoog Natuurparel Historisch stedelijkheid hoog Natuurparken Braderieën Jaarmarkten Historische groenstructuur Natuurparken Natuurontwikkelingsgebied onaal museum Historische stedelijkheid hoog Historisch landschap hoog Natuurparel Braderieën &&Jaarmarkten Historische groenstructuur Natuurparken Natuurontwikkelingsgebied Braderieën & Jaarmarkten Historische groenstructuur Natuurparken Natuurontwikkelingsgebied Braderieën & Jaarmarkten Historische groenstructuur Natuurparken Natuurontwikkelingsgebied val Historisch monument zeer hoog Oppervlakte water RNLE-landschapsdeel val Historisch monument zeer hoog Oppervlakte water RNLE-landschapsdeel

erieën & Jaarmarkten erieën & Jaarmarkten

Historische groenstructuur Historische groenstructuur

Natuurparken Natuurparken

Natuurontwikkelingsgebied Natuurontwikkelingsgebied

Natuur, landschap en ­­ regionale identiteit Traditie, kwaliteit van leven, gastvrijheid, gemoedelijk­

tot een comfortabele regio. De grote diversiteit aan

heid en menselijke maat typeren Brabant. Zowel de

landschappen, dorpen en steden, met de cruciale rol

­Brabanders zelf als de bezoekers van Brabant waar­

van de landbouw daarin, staat echter onder druk door

deren het ­uitgestrekte fiets- en wandellandschap tussen

intensivering van wonen en werken. Daarom is het

de vele ­dorpen, het uitgebreide uitgaansleven met

van belang om kritisch en dynamisch met de Brabantse

­zowel ­cultuur en leisure. De goede sociale en culturele

culturele bronnen (erfgoed, landschap, culturele voor­

­voorzieningen, de ruime opzet, het vele groen en het

zieningen) om te springen en de ruimtelijke kwaliteit

­typisch Brabantse dorpenlandschap maken Brabant

te versterken.


De provincie Noord-Brabant vindt het primair onze taak

de Statendag op 12 februari 2010. In feite maken

om met ruimtelijk-­economisch beleid de randvoorwaarden

deze speerpunten de gewenste focus op het vestigings-

en/of de infrastructuur te creëren voor het excelleren

en leefklimaat in Brabant nóg belangrijker:

van Brabant als complete kennisregio. Het ruimtelijkeconomische beleid is belangrijk ter ondersteuning van

• Robuuste en veerkrachtige natuur

het brede beleid, dat gericht is op het bevorderen van

• Efficiënt en robuust verkeer- en vervoersysteem

de concurrentiepositie. Op dit terrein hebben we aan­

• Gezonde leefomgeving

toonbaar toegevoegde waarde ten opzichte van mede­

• Behoud en versterking Brabants mozaïek

overheden (Rijk, waterschappen en gemeenten), maat­

(in relatie tot bevolkingskrimp)

schappelijke partners, kennis- en onderwijsinstellingen

• Regionale identiteit

en het bedrijfsleven. Vanuit dit perspectief betekent het

• Concurrerend vermogen van Brabant

dat de provincie Noord-Brabant: De focus op het vestigings- en leefklimaat van Brabant, • een duidelijke keuze maakt binnen de totale kolom van het overheidsbeleid; • handelt vanuit het besef dat het zwaartepunt van de

gekoppeld aan voornoemde ambities en opgaven, ­resulteert in de volgende provinciale kerntaken: • Ruimtelijke ontwikkeling en inrichting (waaronder

provinciale verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling

­natuur, landschap, water-, bodem- en luchtkwaliteit,

van de regio ligt in het ruimtelijk-economisch terrein;

behoud en versterking van biodiversiteit en gezonde

• zich primair richt op integraal omgevingsbeleid en de fysieke verdelingsvraagstukken in het Brabants ­mozaïek van stad en land; • vanuit haar verantwoordelijkheid voor een duurzame en integrale ontwikkeling van de regio continu de

eco-systemen, milieu en energie, plattelandsbeleid); • Bereikbaarheid van de regio (zowel intern als van buitenaf) • Regionaal economisch beleid • Cultuur

­verbinding legt met andere beleidsterreinen (Telos-driehoek, 3 P-benadering); • zich richt op het versterken van regionaal verankerde samenwerkingsrelaties in Brabant.

De provinciale overheid acteert vooral in leidende zin binnen het ruimtelijk domein. De provincie heeft hier in het kader van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (Wro, 2008) duidelijk omschreven wettelijke bevoegd­

Vanuit de provinciale kerndomeinen ruimte en economie

heden en mandaat. Ook ten aanzien van de taken

richten we ons vervolgens op een beperkt aantal ambities

omtrent regionale bereikbaarheid en openbaar vervoer

en opgaven, die gekoppeld zijn aan het vestigings- en

hebben wij als provincie een leidende rol. Het gaat dan

leefklimaat van Brabant. De speerpunten komen voort

om concessieverlening en de aanleg en het onderhoud

uit toekomstige ontwikkelingen en daarmee samen­

van provinciale infrastructuur.

hangende uitdagingen. Deze zijn geschetst in de ­Agenda van Brabant en oriënterend besproken tijdens

Bedrijven, burgers en maatschappelijke organisaties zijn meer aan zet in het economische domein. Hier is de rol van de provincie eerder faciliterend en ­regisserend. Denk bijvoorbeeld aan de bijdrage aan duurzame werkgelegenheid en regionaal inkomen, door het ­scheppen van een gunstig vestigingsklimaat. Of aan het plannen van nieuwe bedrijventerreinen en het ­voeren van regie op de herstructurering ­(gemeenten staan centraal in de uitvoering). Cultuur in de zin van cultuurhistorie en monumentenzorg behoort eveneens tot het werkterrein van onze provincie. Hier is immers sprake van een directe relatie met de Brabantse identiteit, de historische ontwikkeling en de ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. Monumentenzorg moet gaan bijdragen aan een duurzame gebiedsontwik­ keling, zoals onder meer beoogd met de nieuwe Wro. Hieraan is een inhoudelijke veranderopgave verbonden:

42


• van ‘objectgericht’ naar ‘omgevingsgericht’ (meer samenhang tussen monumentenzorg en ruimtelijke ordening); • van ‘conserverend’ naar ‘ontwikkelend’ (behoud door ontwikkeling).

Resultaten bestuursakkoord ‘Vertrouwen in Brabant’ programma ‘Schoon Brabant’

Het sociale beleid behoort weliswaar – de jeugdzorg daargelaten – niet tot het provinciale kerntakenpakket. Toch mag het als schakel niet ontbreken in de ont­

Proeftuin Schoon Bedrijventerrein

wikkelingsvisie op Brabant. In ‘Bijlage 1: provinciale

Moerdijk

kerntaken’ (p. 46-47) is een puntsgewijze beschrijving

Op bedrijventerrein Moerdijk zijn in nauwe

opgenomen van de kerntaken die passen bij het hier

­samenwerking met het bedrijfsleven duurzame

geformuleerde profiel van de provincie.

verbindingen gerealiseerd. Bedrijven die bij­ voorbeeld warmte over hebben, leveren deze

Een aantal thema’s lichten wij hier in het bijzonder toe.

aan warmtevragers. Hierdoor kunnen forse ­besparingen ontstaan. Een eerste koppeling

Vernieuwing agro-sector

leidt tot een jaarlijkse aardgasreductie van

Om invulling te geven aan de noodzakelijke vernieuwing

750.000 m3. Het concept van deze duurzame

van de agro-sector en de noodzakelijke vernieuwing van

koppelingen (warmte, CO2, stoom en afval­

plattelandsthema’s als gezondheid, de toekomst van de

water) zal de komende tijd nog meer worden

landbouw, natuur en leefbaarheid en het behoud van het

toegepast en uitgevoerd, wat tot een veelvoud

Brabants coulissenlandschap, investeert de provincie in

aan C02-reductie zal leiden.

een vitaal platteland. Dit doen we via planologisch beleid (bijvoorbeeld ‘zoneren’), de inzet van ontwikkelings­

Brabantse Landschappen

gericht instrumentarium (bijvoorbeeld ‘Ruimte voor Ruimte’,

De provincie heeft met het Groene Woud, de

aankoop gronden EHS) in de reconstructieplannen en

Brabantse Wal en de Maashorst drie ‘Provinciale

waar nodig via haar regionaal economisch beleid.

landschappen’ op de kaart gezet. Er is ingezet op een integrale gebiedsontwikkeling. Naast

De provincie Noord-Brabant zal een Topcommissie

natuurontwikkeling is gewerkt aan(gebieds)

­in­stellen met als o ­ pdracht te adviseren op welke wijze

branding waarmee enerzijds de gebieden meer

de verduur­zaming van de agrofoodsector versneld kan

bekendheid krijgen en anderzijds bedrijven

worden (versnellingsagenda) en op welke wijze de ver­

­financieel meeprofiteren en aantoonbaar

antwoordelijkheid van de stakeholders (agrarische sector,

­investeren in het hun omringende landschap.

­overheden èn agrofood bedrijfsleven) gecon­cretiseerd

Ook zijn in de drie landschappen meer nieuwe

dient te ­worden.

recreatieve poorten tot stand gekomen als ook recreatieve routestructuren en uniforme

De provincie Noord-Brabant zal geen zelfstandig

­bebording. Voorbeelden zijn de recreatieve poort

provinciaal landbouwbeleid maken, omdat dit niet past

Herperduin in de Maashorst, het certificerings­

bij het aan­gescherpte provincieprofiel met bijbehorende

systeem voor ondernemers in het Groene Woud

taken en rollen, maar ook omdat andere overheden,

en een streeklogo voor de Brabantse Wal.

en dan met name Europa met haar gemeenschappelijk landbouwbeleid, daarin leidend zijn. Wel kan de provincie Noord-Brabant vanuit haar specifieke kracht als midden­bestuur juist in dit ­dossier zorgen voor meer samenhang door sectoroverstijgend, integraal handelen, evenals zorgdragen dat onze regionale belangen en wensen ten aanzien van bijvoorbeeld de verduur­ zaming van de agrosector goed worden behartigd in Den Haag en Brussel. Wij verwachten dat ook het advies van de gevormde topcommissie daartoe bouw­ stenen zal opleveren.

43


Duurzame energie

via ons aandeelhouderschap van Enexis kunnen wij in­

Het thema ‘duurzame energie’ c.q. ‘energietransitie’

vloed uitoefenen. Daarmee neemt de provincie ook haar

pakt de provincie op door middel van haar kerntaken

ver­antwoordelijkheid in het behalen van de klimaat­doel­

‘ruimtelijke ontwikkeling en inrichting’ en ‘regionaal

stellingen en worden economische kansen benut.

economisch beleid’. We onderkennen ten volle de ­opgave om te komen tot een vernieuwend energie­

Bevolkingskrimp

beleid, waarbij economisch interessante kansen kunnen

De veranderende bevolkingssamenstelling en daarmee

worden benut, ook in Noord-Brabant.

samenhangende consequenties (o.a. krimp) is betrokken

Het anticiperen op de uitdagingen die de klimaat­

in de inventarisatie van majeure trends en ontwikkelingen

verandering en het daarmee verbonden energievraag­

die van invloed zijn op het toekomstig functioneren van

stuk stelt, staat ook in de Agenda van Brabant centraal.

Noord-Brabant.

Dit zal zich concreet moeten vertalen in bewegingen in de richting van het niet-fossiele tijdperk. Bijvoorbeeld

Zoals uit vorenstaand figuur blijkt, krimpt vanaf 2030

door met modern kennis- en innovatiebeleid fors in te

het aantal inwoners in Noord-Brabant licht. De uitdaging

zetten op zich ontwikkelende, kansrijke duurzame

‘behoud en versterking van het Brabants mozaïek’ in

­energietechnologie in Noord-Brabant, bijvoorbeeld

­relatie tot het vraagstuk van krimp hebben Provinciale

op het gebied van high-tech (solar energy), automotive

Staten tijdens de Statendag van 12 februari 2010

(elektrisch rijden en decentrale netwerken) en agrofood

­geprioriteerd als kernopgave.

en logistiek (biomassa). We verkennen de kansen voor

Vanuit onze kerntaak ruimtelijke ontwikkeling en inrichting

een ‘biobased economy’. Bij decentrale netwerken is

zal het vraagstuk nadrukkelijk aandacht krijgen.

de teruglevering op het net belangrijk.

Bijvoorbeeld in de Regionale Ruimtelijke overleggen die de provincie organiseert in het kader van de Structuur­

Deze ontwikkelingen kunnen samengaan met de door

visie Ruimtelijke Ontwikkeling (SVRO). Het thema krimp

ons voorgestane campus- en clustervorming. Kennis,

en de consequenties daarvan voor diverse gemeenten

­innovatie, clustervorming en vergroening van de economie

in Noord-Brabant staan daar nadrukkelijk op de agenda.

komen zodoende samen. Daarnaast proberen we via

Het thema zal daarnaast een plek krijgen in de uit­

regulier ruimtelijk beleid in te spelen op het energie­

werking van het investeringsdomein ‘Brabants Mozaïek’,

vraagstuk, bijvoorbeeld door tijdig te voorzien in

onderdeel van de investeringsstrategie.

­ruimtereserveringen. Farma, Medical en Food Tevens kan de provincie kansen creëren en belemmeringen

Wij zien het belang van de sectoren Farma, Medical

wegnemen om ontwikkelingen op het gebied van­ver­­duur­

en Food in het kader van de Agenda van Brabant. Het

zaming en besparing mogelijk te maken. Dit kan door

vergroten van de dynamiek en innovatiekracht in deze

regie te nemen en te faciliteren: het bij elkaar brengen

voor Noord-Brabant belangrijke sectoren biedt voor

van partners, de energievraag en aanbod te koppelen,

onze regionale economie k­ ansen. Zo herbergen Noord-

het creëren van de juiste ruimtelijke voorwaarden. Ook

Brabant en Limburg samen ruim een derde van de food-

Figuur 1 Bevolkingsomvang Noord-Brabant, 1980 - 2040

2.600.000 2.500.000 2.400.000 2.300.000 2.200.000 2.100.000 2.000.000 1980

1990

2000 Feitelijk

44

2010 Prognose 2008

2020

2030 Prognose 2005

2040


en nutritionsector in Nederland met een zwaartepunt

­ont­wikkelingen zijn specialisatie en samenwerking cruciaal.

in het oosten van Noord-Brabant en het noorden van

Versterking van de sectoren Farma, Medical en Food

Limburg. Deze bijzondere positie in de voeding en

zou niet enkel gerealiseerd moeten worden door de

farmaceutische industrie is opgebouwd op basis van

­versterking van de individuele pijlers maar juist door

het agrarische verleden. We weten wel hoe kwetsbaar

een focus op collectieve initiatieven gericht op ‘slimme

die is geworden. Vergelijk de besluiten van MSD

verbindingen’. Bij de uitwerking van de investerings­

inzake de Research & Development faciliteiten in Oss.

strategie zullen wij hieraan nader inhoud geven.

Reden te meer om te onderzoeken hoe de kennis en het potentieel op het gebied van life-science voor Brabant

Onderwijs

en Nederland wordt behouden en doorontwikkeld.

Kwalitatief hoogwaardig onderwijs is vanzelfsprekend essentieel om tot de top van Europese kennis- en innovatie­

In de ontwikkeling van deze sectoren sluiten wij zoveel

regio te (blijven) behoren. Het gaat daarbij niet alleen

mogelijk aan bij het gebiedgeoriënteerde stimulerings­

om het toponderwijs (en onderzoek), maar ook over de

programma Pieken in de Delta van het ministerie van

kwaliteit van het funderend onderwijs en het beroeps­

Economische Zaken, waarin de food en nutritionsector

gerichte onderwijs van VMBO, MBO en HBO.

en farmasector speerpuntsectoren zijn. Het programma

Het onderwijs vormt een basiskwaliteit van Noord-­

is dan ook nadrukkelijk op deze regio gericht. In

Brabant die op orde dient te zijn, juist ook gezien de

het krachtenveld van nationale en internationale

krachtige verbinding tussen maakindustrie en kennis in Noord-Brabant. De kracht van de provincie ligt in dit verband bij het bij elkaar brengen van partijen, het leggen van verbindingen en het faciliteren van wisselende ­partnerschappen. Onderwijs is een thema dat niet tot de taken van de

Resultaten bestuursakkoord

provincie behoort, maar waarvan het regionale belang

‘Vertrouwen in Brabant’

wel door de provincie onder de aandacht van spelers in

programma ‘Bereikbaar Brabant’

het veld en de rijksoverheid kan worden gebracht. Wij zijn dan ook verheugd met het gezamenlijke initatief van Fontys Hogescholen, Avans Hogeschool, Universiteit van

Zuidoostvleugel BrabantStad (Brainport)

Tilburg, de Technische Universiteit van Eindhoven en

In de Zuidoostvleugel van BrabantStad werkt de

de NHTV om te komen tot een gezamenlijk Hoger

provincie samen met overheidspartners, bedrijfs­

­Onderwijsplan Brabant. De instellingen wijzen op de

leven en kennisinstellingen aan een gebiedsgerichte

duidelijke verbindingen tussen de Agenda van Brabant

opgave: versterking van de Brainportregio als

en het Hoger Onderwijsplan Brabant. Zij stellen dat een

Europese toptechnologieregio. Bereikbaarheid

gezamenlijke aanpak in dezen een uitstekend uitgangs­

(de Ruit rond Eindhoven; het Rijk zal € 254 miljoen

punt is om van Noord-Brabant een nog belangrijker

bijdragen), natuur, water, wonen en werken (ken­

kennis- en innovatieregio te maken dan deze al is.

nisontwikkeling, technologie en hoogwaardige maakindustrie) worden integraal ontwikkeld.

Vrije tijd, leisure en recreatie

Voor Brainport Oost hebben Rijk en regio op 15

De provincie Noord-Brabant ziet belang van de sector

februari 2010 een afsprakenkader ondertekend.

recreatie en vrije tijd in het kader van de revitalisering van het platteland als ‘meekoppelend belang’ voor

Proeftuin Weg van de Toekomst

realisatie van de visie en ambitie van de Agenda van

De provincie Noord-Brabant start eind 2010 met

Brabant. Voor de regio Midden Brabant is het thema

de aanleg van een innovatieve en duurzame

‘leisure’ specifiek van belang, gezien de hoge concen­tratie

weg op basis van ideeën van bedrijfsleven, over­

aan grootschalige vrijetijdsvoorzieningen zoals De Efteling

heid en andere partners: de N329 Weg van de

en Beekse Bergen. Zowel via het reconstructiebeleid voor

Toekomst. Hierbij wordt intensief samengewerkt

een vitaal ­platteland, als via gebiedsgerichte initiatieven

met de gemeente Oss, de markt en omwonenden.

proberen wij kansen op dit vlak te benutten, passend bij

Deze integrale samenwerking gaat over infra­

onze kerntaken en -rollen. De provincie voert daarnaast

structuur, maar ook over het verbeteren van sociale,

geen separaat beleid inzake vrije tijd/leisure.

culturele en ecologische kwaliteiten op en rond de weg. Eind 2012 wordt de weg opgeleverd.

45


economie, is van essentieel belang voor een duurzame ontwikkeling van de regio. We hechten in Brabant veel waarde aan wat we, met een knipoog naar de Resultaten bestuursakkoord

­Ecologische Hoofdstructuur, zouden kunnen aanduiden

‘Vertrouwen in Brabant’

als de Sociale Hoofdstructuur.

programma ‘Perspectiefrijk Brabant’ De provincie Noord-Brabant maakt geen separate sociale agenda in het kader van de Agenda van Brabant. Wij Slimme Zorg

zien de ­sociale kwaliteiten van Noord-Brabant als een

Er zijn slimme oplossingen nodig om de zorg

nood­zakelijke randvoorwaarde (een meekoppelend

in Brabant toekomstbestendig te maken. Een

belang) voor het realiseren van onze Agenda. Voor het

kansrijke oplossing is het toepassen van ICT in

sociale domein zien wij het als onze opdracht om vanuit

de zorg in huis. De provincie is daarom gestart

een integrale visie op Brabant tijdig zaken te signaleren,

met het project Slimme Zorg. De provincie heeft

agenderen en ‘kennen en verkennen’. Zodoende kan

een netwerk tot stand gebracht van samen­

worden bevorderd dat de primair verantwoordelijken

werkende (Brabantse) partners uit het bedrijfs­

voor het sociale domein de noodzakelijke initiatieven

leven, overheid, zorginstellingen en kennis­

en acties nemen. Uiteindelijk zal dit moeten leiden tot

instituten. Dat netwerk draait om zestien

daadwerkelijk regionale gebieds­agenda´s, waar sociale

investerings­projecten die in de periode 2009

opgaven integraal onderdeel van uitmaken.

tot 2011 verspreid over Brabant plaatsvinden. Daarnaast investeert de provincie in het delen

Voor het signaleren en agenderen moeten wij adequaat

van opgedane kennis over ICT-toepassingen in

toegerust zijn. Dit betekent de beschikbaarheid van een

de zorg en licht ouderen en chronisch zieken

compacte, flexibele infrastructuur met stevige wortels en

voor over mogelijkheden die het mogelijk

­vertakkingen in Noord-Brabant. Hierbij hebben wij mee­

­maken om langer thuis te blijven wonen.

gewogen, dat deze organisaties zorg kunnen dragen voor het “meekoppelen” van de sociale inzet voor onderwerpen

Monumenten: industrieel erfgoed

die in de Agenda van Brabant prioriteit hebben gekregen,

De restauratie-opgave in Noord-Brabant is

zoals de kwaliteit van de woon- en leefomgeving, het

groot. De provincie Noord-Brabant heeft in de

­be­geleiden van de krimp en het ­bevorderen van een

­afgelopen bestuursperiode talloze eigenaren

­gezonde leefomgeving. In de nieuwe werkwijze zal het

van monumenten geholpen de restauratie

aanbod vraaggericht gedefinieerd worden. Van de huidige

voor elkaar te krijgen. Een nieuwe categorie

instellingen vereist dit een g ­ rote mate van flexibiliteit.

monumenten is het industrieel erfgoed. Deze cate­gorie is bijzonder omdat de eigenaren

Leefbaarheid platteland

­vaker bedrijven zijn en de restauratie-opgave

Het aantrekkelijke dorpenlandschap gecombineerd met

meestal complex is. Het gaat bijvoorbeeld om

krachtige en aantrekkelijke steden, is één van de sterktes

een rendabele herbestemming als onderdeel

van Noord-Brabant. De leefbaarheid van buurten, wijken

van gebiedsontwikkeling. De provincie heeft

en dorpen is daarmee onlosmakelijk verbonden. Leef­

de opgave in beeld gebracht, de problematiek

baarheid is primair een zaak van de inwoners van

geagendeerd en restauratie-projecten financieel

de buurten, wijken, dorpen zelf en daarnaast van de

ondersteund.

­gemeentelijke overheid. Wij hebben de afgelopen ­periode de leefbaarheid mede gefaciliteerd met integrale dorpsontwikkelingsplannen (IDOP’s). Gezien de Agenda van Brabant en de daarin opgenomen kaders voor provinciaal handelen (o.a. bovenlokaal

Sociaal domein

en ­integraal) zijn met betrekking tot leefbaarheid twee

Met de Agenda van Brabant zetten wij in op Noord-­

­bewegingen te voorzien. Ten eerste de beweging om

Brabant als industriële kennis- en innovatieregio. Een

­leefbaarheidvraagstukken te integreren met integrale

­kenniseconomie is in hoge mate een ‘menseneconomie’.

­gebiedsopgaven in het ruimtelijk-economisch domein

Juist het verbinden van de Brabantse sociale tradities en

en ten tweede om leefbaarheidvraagstukken meer in

verbanden met de innovatieve kracht van de Brabantse

­regionaal perspectief te bezien.

46


Lodders

L

Statendag

S

L

Essent-essay

E

E

Merk Brabant

BrabantStad

culturele hoofdstad

S L

S

regionale identiteit

cultureel erfgoed L

regionale landschappen

L

S

robuuste en veerkrachtige natuur L

E

internationaal profiel

topvoorzieningen

S

S

Brabants mozaïek

S

natuur vergroten verbinden verbeteren

schone bodem, water, lucht

E

S

L L

S

S

Ruimte overheid

L

campussen en werklandschappen

E

E

top kennis

concurrerend vermogen

Economie

robuust verkeer en vervoersysteem

S L

E

onderwijs

kennis

bedrijven en burgers

S

bedrijventerreinen

begeleiden van de krimp

sociale infrastructuur

S

S

basiskennis

E

kwaliteit van woonen leefomgeving

wonen gezonde leefomgeving

S

In bijgaande figuur zijn de belangrijkste uitdagingen en opgaven

veilige leefomgeving

L

S

E

vestigingsklimaat

geschoolde arbeid

voorzieningen

wordt een onderscheid gemaakt naar de kerntaken ­zoals benoemd

van de Agenda van Brabant schematisch weergegeven vanuit

door de commissie Lodders, de oriënterende ­uitspraken tijdens

de provinciale verantwoordelijkheid voor de kerndomeinen ruimte

de Statendag op 12 februari en de belangrijkste thema’s uit het

en economie. Telkens is aangegeven vanuit welk per­spectief

Essent-essay.

­belang wordt gehecht aan de uitdagingen en opgaven. Hierbij

3.3 Samenhang 1 Leidend voor onze ambitie is de nieuwe agenda van

nale economie en cultuur. Bij ruimte gaat het onder meer om de zorg voor behoud en ontwikkeling van

Brabant, gericht op het realiseren van een complete

het Brabants mozaïek. Bij economie gaat het om

kennisregio en innovatie.

het versterken van het concurrerend vermogen van

2 Daarbinnen onderkennen wij een aantal provinciale

Brabant. Op het snijvlak van beide kerndomeinen

opgaven. Vanuit onze focus op het bijzondere vestigings-

zijn een aantal strategische opgaven te definiëren,

en leefklimaat van Brabant resulteren deze in een

zoals de ontwikkeling van campussen/werkland­

agenda voor de Provincie. De provinciale agenda is

schappen, ­regie op het verkeers- en vervoerssysteem

gericht op de eerder genoemde speerpunten, zoals

en de ­herstructurering van bedrijventerreinen.

‘robuuste en veerkrachtige natuur’, ‘concurrerend

4 Daarnaast zijn er diverse zogenoemde ‘meekoppelende

­vermogen van Brabant’, ‘regionale identiteit’, etc.

belangen’. Voorbeelden van meekoppelende belangen

3 De realisatie van deze provinciale agenda gebeurt

zijn sociale en culturele voorzieningen en onderwijs.

vanuit onze kerndomeinen ruimte en economie en

Maar denk ook aan toekomstbestendige zorg, arbeids­

de daarmee verbonden kerntaken op het gebied van

markt en integratie. Deze belangen zijn essentieel voor

ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, bereikbaarheid

realisatie van de agenda van Brabant. Ze horen bij het

van de regio en regionaal openbaar vervoer, regio­

totaalpakket van de c­ omplete kennisregio.

47


Meekoppelende belangen definiëren wij als noodzakelijke

Op dit terrein zal de provincie Noord-Brabant verder

randvoorwaarden om de agenda van Brabant te realiseren.

moeten versterken in ‘kennen en verkennen’. Ofwel:

De aanwezigheid van sociale en culturele voorzieningen

weten wat er speelt in Brabant en in de wereld om

zorgen immers voor een hoge qualilty of life in Brabant.

ons heen. Middelen daarvoor zijn monitoring en

Hoewel de provincie geen probleemeigenaar is van deze

­(internationale) benchmarking van een breed scala

belangen, kan ze vanuit haar specifieke rol en positie als

aan gegevens over de toestand van de basis- en onder­

middenbestuur wel zorgen voor innovatie en samenwerking

scheidende kwaliteiten van de ­regio Brabant. Wat niet

tussen Brabantse partijen om deze belangen duurzaam te

wil zeggen dat we alles zelf gaan meten of zelf veld­

borgen. Zo vormt een sociale, gezonde en veilige leef­

onderzoek uitvoeren. Dit is eerder een taak voor partijen

omgeving de basis voor een goed vestigings- en leef­

zoals Telos en PON. Onze ­kerntaak ligt veel meer in

klimaat. De betrokkenheid van burgers bij hun woon- en

het bundelen en interpreteren van de gegevens. Op

leefom­geving (in de zin van verantwoordelijkheid nemen)

basis daarvan signaleren en agenderen we trends,

is een kwaliteit die zorgt voor behoud en versterking van

ontwikkelingen en knelpunten.

de ­Brabantse mozaïek. Het gaat er dus niet om dat we de gaten moeten vullen Een regionaal bestuur met voldoende massa en bestuurs­

die andere, verantwoordelijke (mede)overheden of

kracht is nodig om betrokken nationale, regionale en inter­

organisaties laten vallen. Maar juist in Brabant liggen

nationale stakeholders uit overheid, economie en samen­

er kansen als de provincie erin slaagt om een nieuwe,

leving te mobiliseren en activeren tot een effectieve en

meer innovatieve rol te vervullen. Een rol waarbij we -

grensoverschrijdende strategie in het kader van de nieuwe

vanuit de integrale agenda - partijen bij elkaar brengen,

agenda. Zeker wanneer probleemeigenaren niet direct

slimme verbindingen leggen en nieuwe, wisselende

zijn geïdentificeerd of de belangen zodanig cruciaal zijn

partnerschappen faciliteren. Dat geldt bijvoorbeeld

voor het welslagen van de ambitie van Brabant als kennis-

ten aanzien van het voor de Agenda van Brabant zo

en innovatieregio. De provinciale taak of rol kan verschil­

belangrijke onderwijs. Er zijn in Brabant ontmoetings­

len per ‘type’ meekoppelend belang. De provincie bepaalt

punten tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven,

voor ieder meekoppelend belang of ze steviger wil inste­

maar het zou goed zijn om voor vraagstukken zoals

ken, wanneer dit de kans op ruimtelijk-economisch succes voor Brabant vergroot.

3.4 Signaleren en agenderen De ‘meekoppelende belangen’ hebben dus een grote impact op de toekomst van Brabant als kennis- en inno­ vatieregio. Daarom is het noodzakelijk om helder zicht te hebben en te houden op de ontwikkeling ervan.8 De ­provincie heeft daartoe een signalerende en agen­ derende rol. Ze bevordert en stimuleert dat anderen ­(degenen die verantwoordelijkheid dragen voor het meekoppelende belang) de initiatieven nemen die ­noodzakelijk zijn.

8 Initiatieven op dit vlak worden reeds ondernomen. Zo heeft de Provincie Noord-Brabant een werkgroep Brabantse Kennis­ investeringsagenda ingesteld, die bezig is met het opstellen van een Kennisinvesteringsagenda (KIA) voor Noord-Brabant. De werkgroep bestaat uit de Provincie Noord-Brabant, SER Brabant, Stichting Brainport en NV BOM. Model voor deze provinciale KIA staat de nationale KIA, die in 2006 het licht zag. 9 Dit is een van de uitkomsten uit de ‘Tafels van Brabant’, waarin de Commissaris van de Koningin met het Brabantse onderwijs­ veld van gedachten heeft gewisseld. De bijeenkomst vond plaats op 4 maart 2010.

48


de afstemming onderwijs-arbeidsmarkt bij tijd en wijle

platforms, zodat agenda’s worden ontwikkeld voor de

meer focus aan te brengen. Hier ligt mogelijk een rol

regionale en provinciale ontwikkeling. Dat kan door

voor de provincie: door partijen aan tafel te brengen en

partijen bij elkaar te brengen die ieder hun bijdrage

hun aandacht te richten op de toekomst van Brabant.9

(ook financieel) kunnen leveren aan een beter vestigingsen leefklimaat in Brabant. Denk aan gemeenten, zorg-,

De provincie Noord-Brabant kan dan in een nieuwe

onderwijs- en maatschappelijke instellingen, woning­

vorm doen waar ze altijd sterk in is geweest. Innovatie

corporaties en het bedrijfsleven.

en samenwerking stimuleren in wisselende coalities of

Brabant combineert het beste van twee werelden. Stad

woon- en werkfunctie vervullen voor deze expats, al

en land liggen in elkaars verlengde.Vanuit de Brabantse

dan niet tijdelijk. De kwaliteit van de leefomgeving is

steden is er een vloeiende overgang naar omliggend

een bepalende factor als je het hebt over een begrip

groen gebied.Met de snel ontwikkelende hightech in

als vestigingsklimaat. Dat geldt voor bedrijven, maar

Brabant vestigen zich steeds meer bètawetenschappers

ook voor het hogere personeel. Met een slim hergebruik

uit de hele wereld in deze regio. De meeste bèta’s

van agrarische gebouwen is de hele regio geholpen.

zijn een ruraal georiënteerde groep mensen, met veel behoefte aan natuur en landschap. Als gevolg van het reconstructieproces in het Brabantse buitengebied

Bron: SRE, Provincie Noord-Brabant, Eindhoven en Helmond,

­komen steeds meer boerenbedrijven leeg te staan.

Urban Affairs & VHP, Het Geniale Landschap - ruimtelijke

Deze leeggekomen boerderijen kunnen prima een

­scenario’s voor de Brainport, 2007


4 Provinciale rollen


1 Gebiedsautoriteit: de provincie is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de regio Brabant (als geheel of een deel daarvan); De provincie Noord-Brabant is continu

2 Opdrachtgever voor de uitvoering: de provincie

in dialoog met gemeenten, waterschap-

is verantwoordelijk voor de uitvoering van haar

pen, maatschappelijke organisaties en

­wettelijke taken en voor de uitvoering van boven­

het bedrijfsleven. Doel: de gewenste langetermijnontwikkeling van Brabant

lokale opgaven.

3 Systeemtoezichthouder en kwaliteitsbewaker: naast

als complete kennis- en innovatieregio

een adequate uitvoering van haar wettelijke toezicht­

stimuleren, de bijpassende beleids­

staken, voelt de provincie zich in algemene zin

agenda formuleren en richting geven

­verantwoordelijk voor een goed functionerende

aan de uitvoering daarvan.

­Brabantse samenleving.

Als provincie zijn wij kaderstellend op regionaal niveau. We richten ons alleen

Vanuit onze rol als gebiedsautoriteit zijn wij verantwoor­

op (boven)regionale opgaven waarvan

delijk voor een inhoudelijk scherpe langetermijnvisie op

wij vanuit ons provinciaal belang

de toekomst van Brabant als kennis en innovatieregio.

­probleemeigenaar zijn, en waarbij de

We borgen de Brabantse kwaliteiten, scheppen ruimtelijk-

toegevoegde waarde van de provincie

economische condities en agenderen waar nodig. Wij

duidelijk aantoonbaar is. We onthouden

initiëren en regisseren integrale gebiedsopgaven die

ons van directe interventies in het

bijdragen aan de langetermijnvisie. Daarvoor b ­ rengen

­gemeentelijk domein. We zijn ook

wij de noodzakelijke partijen bij elkaar en ­verbinden we

­terughoudend ten aanzien van het

verschillende belangen op vernieuwende wijze. Waar

­interbestuurlijk toezicht op gemeenten.

nodig maken wij gebruik van onze doorzettingsmacht.

4.1 Kernrollen De provincie Noord-Brabant heeft ons helder geprofileerd, zowel qua kern­domeinen en provinciale kern­taken als op inhoudelijk gebied, door ons te verbinden aan de

De provincie Noord-Brabant verbindt

agenda van ­Brabant en een daarvan afgeleide agenda

op een vernieuwende wijze gemeenten,

voor de ­Provincie. Nu komt de provincie Noord-Brabant

bedrijven en maatschappelijke partijen

bij de vraag of we ook een heldere, onderscheidende

met elkaar. Zij zijn het die op de werk-

rol kunnen spelen.

vloer van de Brabantse samenleving het beslissende verschil moeten maken.

Kan de provincie haar rol invullen en beschikt ze over

Partijen in Brabant weten elkaar goed

de instrumenten om het verschil te kunnen maken?

te vinden. Ze komen gezamenlijk tot

Ofwel: heeft ze realisatie/doorzettingsmacht? Daarbij

vele initiatieven en projecten die veel

gaat het om regelingen en verordeningen, maar ook om

betekenen voor de ruimtelijke en econo-

het inzetten van ‘gezag’. Met gezag bedoelen we dat

mische ontwikkeling van de regio. Het

de provincie - zonder formele basis - ontwikkelingen in

samenwerkingsverband BrabantStad

beweging kan brengen, bijvoorbeeld door partijen bij

(waarin provincie en B5 samen optrek-

elkaar te brengen (‘vermogen om krachten te bundelen’).

ken) is een goed voorbeeld. Maar ook de reconstructie­commissies, die onder

Het rapport van de stuurgroep Kerntaken onderscheidt

regie van de ­provincie werken aan een

in hoofdlijnen 3 kernrollen voor de provincie. Kader

vitaal en leefbaar platteland, zijn een

hiervoor is dat de provincie zelfbewust haar eigen

voorbeeld van verbindend besturen.

plaats kiest, zonder op de stoel van het Rijk of de ­gemeente te gaan zitten. De provinciale positie staat ­altijd in relatie tot de taken en verantwoordelijkheden van Rijk en gemeenten. Dit zijn de 3 kernrollen:

51


Als opdrachtgever voor uitvoering leggen wij uitvoeren­

• Voorafgaand aan provinciaal handelen geven we

de taken zoveel mogelijk bij andere instanties. Dat

­duidelijk aan vanuit welke invulling van de rol als

­gebeurt uiteraard vanuit een professioneel opdracht­

­gebiedsregisseur (van ‘autoriteit’ tot ‘verbinder’) we

geverschap.

de opgave aanpakken en partners bij het proces­ ­betrekken. Per kernopgave is bekend vanuit welke

Als toezichthouder hebben wij een terughoudende ­rolopvatting ten aanzien van gemeenten. Horizontale verantwoording (B&W naar Gemeenteraad en GS naar PS) en kwaliteitsborging staan voorop. Wij signaleren/ initiëren eventuele onvolkomenheden bij gemeenten.

­positie we handelen. • De provincie vult haar rol in op basis van een wettelijke taak en afgeleide bevoegdheden. • Wanneer wij geen bevoegdheden of wettelijke taken hebben, pakken we alleen opgaven op wanneer deze bijdragen aan de realisatie van de agenda

Als kwaliteitsbewaker bieden wij waar nodig in beperkte

van Brabant, probleemeigenaren niet duidelijk

mate ondersteuning aan gemeenten. Wij stimuleren

­geïdentificeerd of aanwezig zijn, en/of partners

­regionale samenwerking van gemeenten. Bij voldoende

ons daarop aanspreken.

bestuurs- en r­ealisatiekracht van samenwerkende gemeen­

• Als gebiedsautoriteit zetten we de volgende middelen

ten op ­regionaal niveau hebben we meer mogelijkheden

in: ons wettelijk instrumentarium, het kaderstellend

om op bovenregionaal niveau zaken op te pakken. Dit

­beleid en financiën, en (daarvan afgeleid) personeel.

is wel afhankelijk van de maatschappelijke opgaven.

• We sturen actief op samenhang, proces en resultaat (outcome). We verantwoorden ons achteraf over de behaalde resultaten.

4.2 Uitgangspunten kernrollen In de volgende paragrafen maken we de hoofdlijn van

Rol toezichthouder/kwaliteitsbewaker

de kernrollen verder concreet in uitgangspunten voor de

• De gemeentelijke bestuurslaag moet een volwassen,

rolinvulling.

zelfredzame bestuurslaag zijn. Zij is zelf verant­ woordelijk voor een bestuurskrachtige en financieel

Rol gebiedsautoriteit • De invulling van de rol van gebiedsautoriteit/gebieds­

gezonde gemeentelijke huishouding. • We schrappen het merendeel van de specifieke toe­

regisseur kent verschillende gradaties: van autoriteit

zichtinstrumenten en herzien (revitaliseren) generieke

tot verbinder en partner. Die range is afhankelijk van

instrumenten. Een aantal specifieke instrumenten blijft

de mate waarin de provincie daadwerkelijk wettelijke

behouden, zoals het financieel toezicht en het toezicht

­taken en bevoegdheden heeft, probleemhouder is

op de waterschappen.

en/of kaderstellende en integrale verantwoordelijk­

• Dubbel toezicht wordt (zo veel mogelijk) afgeschaft.

heden heeft.

• Op beperkte schaal pakken we een rol in kwaliteits­

• Het schaalniveau waarop de rol van gebiedsautoriteit

bevordering.

van gebiedsautoriteit wordt uitgeoefend, is boven­ lokaal of regionaal/landsdelig.

Uitgangspunten rol toezichthouder:

• De provincie is probleemhouder. We handelen vanuit

• De provincie gaat in beginsel uit van sober toezicht

een inhoudelijke en integrale verantwoordelijkheid

(op afstand). We laten de verantwoordelijkheid zo

voor de provinciale belangen. • Vanuit onze rol als gebiedsautoriteit stimuleren wij

veel mogelijk waar deze behoort te liggen. • De provincie houdt waar mogelijk toezicht op de

­regionale strategische samenwerking tussen over­

­systemen en processen, strategieën en procedures

heden en andere betrokken partijen. Ook stimuleren

die de kwaliteit van uitvoering structureel borgen

we het gezamenlijk oppakken van strategische

­(systeemtoezicht). In beperkte bezoeken controleren

­thema’s, passend bij de agenda van Brabant.

we of het systeem werkt in de praktijk. • De provincie voert risicoanalyses uit. We gebruiken

Uitgangspunten rol gebiedsautoriteit: • Voorafgaand aan provinciaal handelen geven we ­duidelijk aan welke (integrale) doelstellingen met de

de resultaten daarvan om de mate van toezicht te ­bepalen (gedifferentieerd toezicht). • De provincie beperkt de bestuurlijke last door de

opgave gerealiseerd moeten worden. Deze doel­

­informatievraag zo efficiënt mogelijk vorm te geven.

stellingen worden zoveel mogelijk ‘afrekenbaar’

We communiceren vooraf hoe we toezicht houden,

­geformuleerd.

­volgens welke criteria, en volgens welke procedure we interveniëren. We koppelen onze bevindingen terug.

52


• De provincie intervenieert waar nodig voortvarend

• Als opdrachtgever is de provincie op de hoogte

met het generieke instrument ‘schorsen en vernietigen’.

van de belangrijkste strategische ontwikkelingen op

Dat doen we als er sprake is van strijd met het

het betreffende beleidsterrein en onderhoudt daartoe

­algemeen belang of met het recht. Het generieke

een netwerk. De provincie heeft marktkennis over de

­instrument ‘in de plaats treden’ passen we toe als er sprake is van niet of gebrekkig uitvoeren van ­wettelijke taken. • Interventies lopen stapsgewijs op in zwaarte. Waar mogelijk draagt de provincie hierbij fundamentele

belangrijkste aanbieders en producten; • Bestuurlijk-politieke aspecten en de positionering van de provincie hebben een belangrijke rol in de op­ drachtverlening; • Voorafgaand aan de opdrachtverlening onderzoekt

­verbeterpunten aan die uitzicht bieden op een

de provincie of hierbij samenwerking met gemeenten

­structurele verbetering (‘voldoende’), zonder daarbij

of andere maatschappelijke partners wenselijk is

op de stoel van een gemeente te gaan zitten.

(governance); • De provincie blijft goed zichtbaar voor de uitvoering

Uitgangspunten rol kwaliteitsbewaker • De betreffende gemeente verkeert in een uitzonder­ lijke situatie en verzoekt zelf om ondersteuning. • Provinciale belangen of de realisatie van provinciale opgaven worden geschaad door het functioneren van een gemeente.

ook bij het op afstandplaatsen van uitvoeringstaken; • Flexibiliteit in opdrachtverlening. Met ruimte en open oog voor bijsturing, actualisatie en overleg met maat­ schappelijke partners; • Provincie gaat overeenkomsten aan met opdracht­ nemers die transparant en resultaatgericht zijn.

• De uitvoering van wettelijke gemeentelijke taken komt in gevaar. • De dienstverlening aan burgers, bedrijven en maat­

4.3 Ontwikkelpunten

schappelijke instellingen komt onder het verantwoorde

Wij stellen vast dat we het nodige in huis hebben om

kwaliteitsniveau.

het verschil te kunnen maken en de agenda voor de

• De gemeente kan geen adequate positie meer

­Provincie te realiseren. Deze vaststelling baseren we

­innemen in de regio (RRO’s, reconstructiecommissies,

op de h ­ ierboven geschetste kernrollen en bijbehorende

GGA, zorgregio’s etc.).

­rol­invulling, en de eerder genoemde provinciale kern­

• De ondersteuning draagt bij aan het duurzaam weg­

domeinen (ruimte en economie) en kerntaken. Des­

nemen van knelpunten. Ze heeft een tijdelijk karakter

ondanks moeten we op een aantal punten nog wel

en is gekoppeld aan (contractueel vastgelegde)

een ontwikkelslag maken:

­heldere resultaatverplichtingen (“voor wat hoort wat”).

1 een krachtiger invulling van ­provinciale Rol opdrachtgever uitvoering We beleggen als provincie uitvoerende taken en diensten bij externe organisaties, vanuit professioneel opdrachtgeverschap: deskundig, transparant en

­rollen;

2 risico’s nemen en doorzetten; 3 verantwoordelijkheidsverdeling centraaldecentraal.

resultaatgericht; • We houden strategische uitvoeringszaken zo veel

1 Invulling van provinciale rollen

mogelijk zelf in huis, zoals visie- en planontwikkeling

Door de stuurgroep Kerntaken zijn 3 provinciale rollen

en politiekgevoelige uitvoeringstaken. Operationele

gedefinieerd: gebiedsautoriteit, opdrachtgever voor de

uitvoeringszaken worden op afstand geplaatst;

uitvoering en systeemtoezichthouder. Bij de invulling

• We zijn als provincie helder over taken, bevoegd­ heden en verantwoordelijkheden van opdrachtgever

van deze rollen staan de volgende grote ‘bewegingen’ centraal:

en opdrachtnemer; • We opereren vanuit een resultaatgericht sturings­model en leggen verantwoording af over opdracht en resultaat

• gebiedsautoriteit: van sectoraal- naar g ­ eïntegreerd sturen; • opdrachtgever voor uitvoering: van zelf doen naar professioneel opdracht-

Uitgangspunten rol opdrachtgever • De provincie draagt zorg voor een effectieve en efficiënte uitvoering van taken;

geverschap; • systeemtoezicht/kwaliteitsbewaking: van specifiek toezicht naar systeem- en kwaliteitsgericht toezicht.

53


­profiel en een daarop ingerichte provincieorganisatie

3 Verantwoordelijkheidsverdeling centraal - decentraal

te kunnen realiseren. Daar zitten de echte winst en de

Hierbij gaat het zowel over de relatie tussen de provincie

ontwikkelkansen. We moeten bestuurskracht borgen

en de rijksoverheid, als over de relatie tussen de provincie

door krachtig te opereren in de drie rollen. Geld als

en de gemeenten. Tussen de overheidslagen is er te veel

middel om ‘invloed te kopen’ is daarvoor op lange

sprake van overlap, dubbel werk, competentiestrijd en

­termijn niet het geschiktste instrument. Bestuurskrachtig

‘verneveling’ van verantwoordelijkheden. Hier moet

middenbestuur heeft evenmin te maken met het zelf

met nieuwe ambitie en waar nodig drastisch worden

­uitvoeren op onderdelen die tot de bevoegdheid van

­ingegrepen. Dat moet gebeuren overeenkomstig het

gemeenten of waterschappen behoren.

adagium dat ‘decentraal wat kan, alleen centraal wat

Deze bewegingen vormen de sleutel om het nieuwe

moet’. En volgens de sturingsfilosofie dat het beleid Vooraf moet de provincie duidelijke kaders en tijds­

scherp gedefinieerde belangen moet dienen.

paden formuleren waarbinnen regionale partijen tot ­uitvoering kunnen komen. Ook moet helder zijn dat de

Een van de sleutels ligt in een duidelijke verdeling van

provincie doorpakt bij verstek. Wel is duidelijk dat de

verantwoordelijkheden tussen de overheidslagen. Zo

provincie voor uitvoering afhankelijk is van deze part­

moeten de provincies ervan doordrongen zijn dat hun

ners. Het komt er dus op aan om het proces van besluit­

rol in de eerste plaats een strategische is. Bestuurlijke

vorming en uitvoering zo in te richten, dat er adequaat

drukte en onnodige bemoeizucht met het lokale bestuur

draagvlak is voor de realisatie van de gestelde doelen.

moeten we voorkomen. Taken die tot het domein van gemeenten behoren, laten we ook aan de gemeenten.

Onze partners zullen de 1e beweging (van sectoraal-

Met de Agenda van Brabant zetten we een belangrijke

naar geïntegreerd sturen) als cruciaal zien. Het betreft hier

stap in deze richting.

de ontwikkeling richting een provincie met een integrale focus en een organisatie met één gezicht en koers. Deze

In onze verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het

beweging is ook een belangrijke randvoorwaarde voor

openbaar bestuur in Noord-Brabant willen we onder­

het succesvol realiseren van de 2 andere bewegingen.

strepen dat we de eigen verantwoordelijkheid van ­gemeenten als vertrekpunt hanteren. We zijn positief dat gemeenten in regionaal verband steeds meer samen

2 Risico’s nemen en doorzetten

optrekken bij het oppakken van opgaven. De provincie

Het verbinden van partijen en belangen zit de provincie

hecht waarde aan een kwalitatief krachtige Brabantse

Noord-Brabant in de genen. Er is veel ‘draadkracht’ in de

overheid. In overleg met de VBG wil de provincie

­Brabantse samenleving. Betrokken partijen hebben echter

gezamenlijk ­kijken wat we kunnen doen om de

niet altijd gelijke belangen. Dit kan leiden tot patstellingen

kwaliteit van het openbaar bestuur in Noord-Brabant

of geschillen. Dan is het zaak daadkracht te tonen. De rol

te versterken.

van proactieve en zelfbewuste gebiedsregisseur/­autoriteit betekent dus ook: risico’s nemen en doorzetten. ‘Draad­ kracht’ waar mogelijk, daadkracht waar nodig! Daarnaast is er behoefte aan een eigen ontwikkelings­ agenda, vanuit eigen gebiedsgerichte waarden en de eigen kracht. De provincie stelt zich nu nog te afhankelijk op ten opzichte van wat zich uit de omgeving aandient. ‘Regie’ alleen zet vaak onvoldoende zoden aan de dijk. Vandaar het pleidooi voor een ‘producerende’ provinciale rol. Dat betekent overigens niet per definitie dat de ­provincie ook uitvoerder moet zijn van het beleid. Deze benadering sluit aan bij pleidooien voor een sterkere provinciale rol in de regio (‘opdrachtgeverschap’). ­Bestuurlijke durf en een meer proactieve mobilisering van partijen kan in sommige gevallen het verschil ­maken. We moeten vaker laten zien dat het anders kan en rondom speerpuntprojecten meer integraal ­beleid ­organiseren.

54



Bijlage 1 Provinciale kerntaken


uimtelijke ontwikkeling en R ­inrichting • Integrale aanpak van de ruimtelijke ontwikkeling in de regio. Koppelingen tussen fysieke, leef­omgevings-, sociaal-economische en sociaal­culturele kwaliteiten.

• De provincie draagt bij aan de bereikbaarheid ‘in’ en ‘van’ Brabant door integrale planvorming (ook voor andere wegbeheerders in het gebied), aanleg en onderhoud van provinciale wegen als onderdeel van het grotere wegennetwerk.

• Initiëren van ontwikkelingen, integreren van belangen,

• De provincie zorgt voor afstemming van het beleid

regie over de gebiedsontwikkeling, en de inrichting

met andere wegbeheerders. We werken daarbij

en verantwoordelijkheid voor de organisatie van de uitvoering. • Regionaal sturende rol met betrekking tot de woningvoor­

aan robuuste weg- en OV-netwerken. • De provincie organiseert het regionaal openbaar ­vervoer door middel van concessieverlening.

raad. Vertalen van het nationale waterbeleid naar de ­regio. Uitvoering vindt plaats door de waterschappen, binnen de kaders die door de ­provincies zijn vastgesteld.

Regionaal economisch beleid

Als een bredere maatschappelijke ­afweging noodzakelijk

• Ontwikkelen van een gunstig vestigingsklimaat

is, hebben de provincies - ­beperkte - uitvoerende taken. • Toezicht op de uitvoering van het beleid door de ­waterschappen.

voor specifieke economische activiteiten in relatie tot mondiale ontwikkelingen, inclusief regionaal ­arbeidsmarktbeleid, waarbij de provincie een ­makelaarsrol op zich neemt tussen overheid, ­organisaties en ondernemers.

Vitaal Platteland • De provincie is verantwoordelijk voor de inrichting van het landelijk gebied. Daarvoor maken we

• De provincie heeft een rol bij het plannen van nieuwe bedrijventerreinen in de provinciale structuurvisie. • De provincie stimuleert gebiedsspecifieke economische

­integraal beleid voor natuur, recreatie en toerisme,

ontwikkelingen en innovatie van de provinciale

landschap, structuurversterking van de landbouw

­(kennis)economie, binnen de ­randvoorwaarden

en leefbaarheid. Dat stemmen we integraal af met

van door het Rijk opgestelde programma’s.

de ­uitvoering van het provinciale water en milieu­ beleid. de uitvoering van dat beleid door de verschillende

ulturele infrastructuur C en ­monumentenzorg

partijen (gemeenten, maatschappelijke ­organisaties).

• De provincie waarborgt diversiteit en spreiding van

• De provincie is verantwoordelijk voor de kwaliteit van

Daar voeren we regie op. • Het Rijk beperkt zich tot het stellen van nationale ­kaders (stelselverantwoordelijkheid), zoals de strate­ gische nationale ruimtelijke planning en het stellen van doelen voor het natuurbeleid.

cultuur in de regio. • Ondersteuning van gemeenten bij taken op het ­terrein van erfgoed en archeologie. • Gezamenlijke aanpak voor de restauratie van rijks­ monumenten. De provincie heeft daarnaast een rol bij de uitvoering van gebiedsgerichte m ­ onumentenzorg. • Tweedelijnsondersteuning cultuurparticipatie en

Milieu, energie en klimaat • Integrale beleidsontwikkeling en uitvoering, gericht op een schone en veilige leefomgeving, gezondheid, ­biodiversiteit, sociale ontwikkeling en een ­innovatieve, duurzame economie.

­regionale spreiding (toegankelijkheid). • Instandhouding van ten minste één regionale ­publieke omroep. • Uitvoering van de Archiefwet en uitvoering van de Provinciale Archiefinspectie.

• Realiseren van doelen in de uitvoering van taken die onder provincieverantwoordelijkheid vallen (lucht­ kwaliteit, geluid, veiligheid, bodem, openbaar vervoer,

Kwaliteit van het openbaar bestuur

ruimtelijke inrichting, vergunning­verlening).

• Procesverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het openbaar bestuur op lokaal niveau. • De provincie beziet periodiek (samen met gemeenten)

Bereikbaarheid van de regio • De provincie is verantwoordelijk voor een samen­

de gemeentelijke bestuurskracht. • De provincie is toezichthouder op de gemeenten.

hangend efficiënt en robuust- verkeer en vervoerssys­

­Alleen wanneer de provincie geen taak of expertise

teem met aandacht voor weg, water, spoor en (H)OV.

heeft op dat terrein, berust het toezicht bij het Rijk.

57


Voorzitter Gerrit Jan Swinkels van SER Brabant “Met deze voorstellen zal het doel van een provincie met een krachtig en ­eigentijds ­profiel worden gerealiseerd.” SER Brabant houdt een pleidooi voor krachtig flankerend landbouwbeleid om de nood­zakelijke verduur­zaming van de agrofood sector te realiseren.

Directeur Nol Verdaasdonk van de Brabantse Milieufederatie (BMF) “Wij ondersteunen de provinciale inzet op versterking en uitbouw van ­innovatieve ­economische clusters, want die leveren schone werkgelegenheid én inkomsten.”

Voorzitter Thijs Kuipers van de Brabantse Netwerkbibliotheek “Er worden gezamenlijk nieuwe diensten en producten ontwikkeld en er wordt professionele ­ondersteuning geboden op het gebied van marketing en ICT. Deze samenwerking en ondersteuning zijn cruciaal in een periode waarin de bibliotheek door de opkomst van nieuwe media sterk in beweging is. Als de provincie NoordBrabant zou besluiten deze zaken niet meer te ­subsidiëren, dan heeft dat direct gevolgen voor de dienst­verlening aan de klanten en gebruikers van de b ­ ibliotheken.”

Programmamanager Eunice Lionarons van Palet “Wij hebben begrip voor het feit dat de provincie voor een zware opgave staat. ­Stimulering van economie kan echter niet zonder integratiebeleid.”

Fontys Hogescholen, Avans Hogeschool, NHTV, TU Eindhoven en Universiteit van Tilburg De Agenda van Brabant en het plan Hoger Onderwijs Brabant hebben duidelijke verbindingen, vanuit met name de thema’s maintenance, transitie-energie, sociale ­innovatie, woon- en leefklimaat en ondernemerschap.”


Wim Thuis, CDA “De Agenda van Brabant geeft energie en toont betrokkenheid. We moeten wel de balans vinden in de uitwerking. Het verenigingsleven is de kern van Brabant. We zijn dan ook vóór het behoud van ondersteuning aan vrijwilligersorganisaties en ­ouderenverenigingen.”

Hermen Vreugdenhil, CU-SGP “Durven we scherpe keuzes te maken en los te laten? Taken over te laten aan rijk en ­gemeenten? Het voortbestaan van provincies staat op de helling. Juist daarom moet het nu over onze kerntaken gaan. We laten taken los, maar ­pakken de regie waar het nodig is.”

Aloysia Jetten, Brabantse Partij “Onze regio komt er na een slechte tijd altijd weer goed uit. Op kale grond groeit niks, dus je moet veel doen om te overleven. Daarom zijn de Brabantse boeren zo creatief. We moeten kiezen voor kwaliteit, voor onze eigen Brabantse agrosector.”

Evert van Schoonhoven, GroenLinks: “De beleidseffecten van bezuinigingen, maar ook voor investeringen zijn soms ­moeilijk zichtbaar te maken. Het is daarom goed om alert te zijn op onbedoelde en ongewenste effecten.”



Deel 2 Afronding 足takendiscussie Profielversterkend ombuigen


Inhoud


1 Historie takendiscussie Provinciale Staten

64

2 Profielversterking als kader

65

3 Profielversterkend ombuigen

66

4 Gevolgen voor personeel en organisatie

68

5R elatie tot medeoverheden en maatschappelijke partners

69

63


1H istorie takendiscussie Provinciale Staten

gegeven op basis van deze richtinggevende uitgangs­ punten en met gebruikmaking van het door de stuurgroep ontwikkelde afwegingskader, voorstellen te doen ter

Interne takendiscussie provincie

afronding van de takendiscussie.

Noord-Brabant In de vorige bestuursperiode (2003 – 2007) hebben Provinciale Staten de Stuurgroep Kerntaken ingesteld om voorstellen te doen ten behoeve van een te voeren taken­ discussie. De stuurgroep Kerntaken heeft hierop een ­rapport uitgebracht dat door Provinciale Staten besproken is. In het Bestuursakkoord 2007 – 2011 is vervolgens ­opgenomen dat de takendiscussie voortgezet en afgerond moet worden. Dit heeft er, mede ter uitvoering van het amendement van 27 juni 2008, toe geleid dat een ver­ volgopdracht aan de stuurgroep Kerntaken is gegeven om een kerntakendiscussie in de Staten voor te bereiden. De stuurgroep heeft deze opdracht als volgt opgepakt: • Er is een visie geformuleerd op de positie van de ­provincie Noord-Brabant als middenbestuur. • Er is een van deze visie afgeleid afwegingskader voor de beoordeling van (toekomstige) provincietaken ­opgesteld. • Het (huidige) provinciale takenpakket is geïnventari­ seerd, geanalyseerd en conclusies en aanbevelingen zijn geformuleerd als basis voor een door Provinciale

Veranderde context takendiscussie

Staten te voeren discussie.

Medio 2009 werd duidelijk dat de context waarin de ­provincie Noord-Brabant de discussie over haar taken

Belangrijk vertrekpunt voor het werk van de Stuurgroep

voerde, stevig veranderd was. De discussie over de rol,

Kerntaken vormde het Bestuursakkoord Rijk-Provincies, en

verantwoordelijkheden en toegevoegde waarde van de

het hieraan ten grondslag liggende rapport Ruimte, Regie

provincies laaide op en de noodzaak van het rijk, mede

en Rekenschap van de commissie decentralisatievoor­

door de gestegen uitgaven vanwege de kredietcrisis, om

stellen provincies (hierna te noemen: cie. Lodders). Hierin

de komende jaren ingrijpend te bezuinigen heeft er toe

staat als uitgangspunt verwoord dat provincies samen

geleid dat ook de financiële situatie van de provincies de

met rijk en gemeenten de decentrale eenheidsstaat

komende jaren onder druk staat. De interne takendiscussie

­vormen. Er is geen hiërarchie tussen de bestuurslagen.

van de Provincie Noord-Brabant kan niet los worden

De provincies hebben een open huishouding: zij voeren,

gezien van deze externe ontwikkelingen.

naast de taken die zij in medebewind uitoefenen, op ­eigen initiatief taken uit.

Over deze ontwikkelingen zijn Provinciale Staten per brief de dato 23 december 2009 geïnformeerd (voortgang

In april 2009 heeft de stuurgroep haar rapportage op­

‘Agenda van Brabant’). In de brief heeft het college van

geleverd. Het rapport heeft als uitgangspunt gediend

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant drie vertrek­

voor een op 10 juli 2009 gehouden statendebat. In het

punten geformuleerd van waaruit de discussie over taken

bijbehorend besluit hebben Provinciale Staten een vijftal

vervolgens verder is voorbereid:

richtinggevende uitgangspunten vastgesteld voor de rollen en taken van de provincie Noord-Brabant:

a Helder en herkenbaar profiel b Integraal perspectief c Toegevoegde waarde d Ieder zijn verantwoordelijkheid e Samenwerking

• De Agenda van Brabant: heroriëntatie op de maat­ schappelijke uitdagingen en kernopgaven voor de ­Provincie Noord-Brabant en de daar aan te koppelen ­taken en investeringen; • De interne takendiscussie, zoals geïnitieerd door ­Provinciale Staten en voorbereid door de Stuurgroep Kerntaken (zie hierboven);

Daarbij hebben Provinciale Staten aan het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant de opdracht

64

• De externe takendiscussie, geïnitieerd door het IPO, mede in reactie op de actuele politieke discussies over


het regionale omgevingsbeleid vanuit een ruimtelijk­

de positie van de provincies, die worden gevoerd naar

economisch perspectief.

aanleiding van het rapport Lodders en de door het kabinet ingestelde heroverwegingscommissies.

• De kerntaken van provincies bevinden zich op het ­gebied van:

Tussenstand externe takendiscussie

- Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en inrichting (w.o. waterbeheer)

In het najaar van 2009 is, onder leiding van het IPObestuur, door de gezamenlijke provincies een traject door­

- Milieu, energie en klimaat

lopen ­gericht op het realiseren van een scherp landelijk

- Vitaal platteland

provincieprofiel. Inzet van dit profiel is om te komen

- B ereikbaarheid van de regio

tot een set van afspraken met het rijk over de aan het

- Regionaal economisch beleid

provincieprofiel te koppelen specifieke rollen, taken en

- Culturele infrastructuur en monumentenzorg

financiële middelen. Door de val van het kabinet is het

- Kwaliteit van het openbaar bestuur

lastig te voorspellen wanneer en vanuit welke inzet gesprekken met het rijk ­gevoerd gaan worden.

Provincies hebben een wettelijke taak op het terrein van Jeugdzorg.

Inmiddels zijn op 1 april jongstleden de rapporten van

Op sociaal gebied concentreren de provincies zich op

de Brede Heroverwegingscommissies openbaar gemaakt.

­periodiek signaleren en agenderen van vraagstukken en

Eén van deze commissies, onder leiding van Chris

tekortkomingen. De uitvoering ligt bij gemeenten.

­Kalden (directeur van Staatsbosbeheer), heeft zich ­bezig ­ge­houden met mogelijke bezuinigingen op het

Bij de uitvoering van de kerntaken, geldt een aantal

openbaar bestuur. De heroverwegingsrapporten zullen

­uitgangspunten:

­documenten ­vormen bij de aanloop naar de verkiezingen en de daarop volgende kabinetsformatie. In de voorlopige

1 Helder en herkenbaar profiel: bovenlokaal

verkiezingsprogramma’s van vrijwel alle politieke partijen

De provincie Noord-Brabant geeft invulling aan haar

zijn elementen van bestuurlijke herinrichting, in meer of

wettelijke en autonome verantwoordelijkheden vanuit

minder uitgewerkte vorm, terug te vinden. Dit zal van

drie kernrollen:

­belang zijn voor de toekomstige rol, taken en (financiële)

- gebieds- of regioautoriteit;

positie van de Provincie Noord-Brabant.

- zorgdragen voor uitvoering; - systeemtoezichthouder/kwaliteitsbewaker.

2 Profielversterking als kader

2 Integraal perspectief:

De veranderde context waarbinnen de takendiscussie

De provincie Noord-Brabant is verantwoordelijk voor een

gevoerd wordt, maakt het noodzakelijk dat de provinciale

evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de regio via

takendiscussie bijdraagt aan een profiel­­ver­heldering en –

een integrale aanpak van vraagstukken (people, profit,

versterking voor de Provincie Noord-Brabant. De door

planet). Het zwaartepunt van de provinciale verantwoor­

Provinciale Staten aan het college mee­gegeven richting­

delijkheid ligt op het terrein van ruimtelijk- economische

gevende uitgangspunten voor de taken­discussie, het advies

en culturele infrastructuur. Vanuit de integrale verantwoor­

van de commissie Lodders en het vanuit het IPO opgestelde

delijkheid voor de Brabantse samenleving wordt geen

profiel provincies komen op dit punt dan ook in belangrijke

domein op voorhand uitgesloten.

mate met elkaar overeen. Telkens wordt gepleit voor een krachtig en zelfbewust provincieprofiel, waarin sprake is van

3 Toegevoegde waarde:

een heldere focus als het gaat om taken en rol­opvatting.

• Als gebiedsautoriteit ontwikkelt de provincie een ­integrale visie op Noord-Brabant.

De volgende profielversterkende uitgangspunten zijn

• De provincie Noord-Brabant focust op de uitvoering

daarom vertrekpunt geweest bij de verdere ­uitwerking

van die taken waarmee ze aantoonbaar het verschil

van de takendiscussie:

kan maken. • De provincie Noord-Brabant gaat versnippering van

• Provincies hebben een autonoom bestuur. Zij kunnen op

provinciale inzet en middelen zoveel mogelijk tegen.

eigen initiatief taken uitvoeren en hun financiën inzetten voor zover de nationale wetgever daarover niet anders

4

heeft beslist.

De provincie Noord-Brabant is scherp in het bepalen of

• Het zwaartepunt ligt bij de verantwoordelijkheid voor

Ieder zijn verantwoordelijkheid:

een taak een provinciale verantwoordelijkheid of een

65


verantwoordelijkheid van ­anderen betreft. Ze neemt geen

substantiële bezuinigingen is een opgave. De provincie

taken en verantwoordelijkheden van partners over.

Noord-Brabant heeft beide opgaven met elkaar verbonden. Door een profielversterkend provinciaal basistakenpakket1

5 S amenwerking:

samen te stellen en voorstellen te doen voor het afbouwen

De provincie Noord-Brabant brengt partijen bij elkaar

en/of ‘dunner’ doen van taken, versterkt de provincie

om tot een gezamenlijke visie en afspraken te komen.

Noord-Brabant de komende jaren enerzijds haar profiel

Zij erkent dat veel ­maatschappelijke opgaven alleen

en geeft zij anderzijds invulling aan benodigde structurele

vanuit partnerschap en in samenwerking opgepakt

bezuinigingen (zie de bijlagen “Voorstellen takentransitie”

kunnen worden.

en “Voorstellen financiële ombuigingen bij takentransitie”).

Deze uitgangspunten resulteren erin dat de provincie

Ter realisatie van de profielversterkende ombuigingen is

Noord-Brabant alleen een taak heeft als:

de volgende werkwijze toegepast:

• De taak is gebaseerd op een van de kernrollen: - gebieds- of regioautoriteit;

Stap 1

- zorgdragen voor uitvoering;

Voor elke productgroep van de begroting is een richting­

- systeemtoezichthouder/kwaliteitsbewaker

gevende bezuinigingstaakstelling (in %) over de structurele

• Het een wettelijke taak betreft, of

autonome middelen van de betreffende productgroep

• Een bovenlokale opgave betreft vanuit een provinciale

vastgesteld2 (zie bijlage “Voorstellen financiële om­

ruimtelijk-economische integrale gebiedsvisie (incl.

buigingen bij ­takentransitie”).

­cultuurhistorie en spreiding culturele voorzieningen), of • Het een taak betreft op het gebied van de kwaliteit

De toegekende richtinggevende taakstellingspercentages

van het openbaar bestuur en toezicht (Wettelijke toe­

lopen uiteen van 15%, 25%, 40% tot 60%. Deze richting­

zichtstaak. Lodders-taak op het gebied van de kwaliteits­

gevende bezuinigingstaakstellingen zijn gemotiveerd

zorg openbaar bestuur), of

op basis van het hiervoor genoemde afwegingskader en

• Het een taak betreft die past binnen de provincie als

werken profielversterkend:

­opdrachtgever van de uitvoering in de regio. • De taak niet tot structurele ondersteuning van gemeenten leidt. • Er op het betreffende taakgebied geen bestaande af­ spraken/initiatieven tussen rijk en gemeenten bestaan. • Het een taak betreft waarmee de provincie daad­

• 15% is het minimumpercentage. Dit geldt voor alle ­productgroepen, ervan uitgaande dat door kritisch te ­kijken naar (de uitvoering van) het bestaande autonome takenpakket 15% efficiency besparing op de autonome inzet in alle gevallen gerealiseerd moet kunnen worden;

werkelijk het verschil kan maken. • 25% is gehanteerd voor die productgroepen die welis­ waar kerntaken van de provincie omvatten, maar

3 Profielversterkend ombuigen

waarvoor relatief veel structurele autonome middelen

Het afwegingskader uit de vorige paragraaf is leidend

beschikbaar zijn en/of waar veel structurele middelen

geweest in het opstellen van voorstellen voor de afbouw-

uit doeluitkeringen voor ingezet worden. Zo valt de

en het anders organiseren van taken. De opgave voor

productgroep natuur- bos en landschap bijvoorbeeld

de provincie Noord-Brabant is echter niet alleen het

onder de 15% categorie omdat verhoudingsgewijs

­versterken van het eigen profiel. Ook het realiseren van

sprake is van weinig structurele middelen uit doel­­­uit­

1 In het werkdocument Statendag 12 februari is aangegeven dat

bezuinigingen zijn bovendien alleen over die structurele

de wettelijke taken en de provinciale taken die passen binnen

­autonome middelen berekend, waarover daadwerkelijk

de adviezen van de commissie Lodders, samen het provinciaal

­bezuinigd kan worden. Dat wil zeggen dat, bijvoorbeeld,

basistakenpakket vormen.

­kapitaallasten over reeds gedane investeringen, e.d., niet

2 Omdat er structureel bezuinigd moet worden, kan alleen

mee zijn genomen in de berekende bezuinigingstaak­

bezuinigd worden op de structurele autonome provinciale

stellingen, aangezien deze niet meer te beïnvloeden zijn.

­middelen. Omdat in 2014 vrijwel alle trajecten waaraan

De totale bezuinigingstaakstelling is uiteindelijk over circa

­tijdelijke autonome middelen gekoppeld zijn, ten einde zijn

€ 275 mln aan beïnvloedbare, structurele autonome

(bijv. programmagelden BA 2007-2011, Samen Investeren

mid­delen berekend.

in BrabantStad, e.d.), is 2014 als uitgangspunt genomen voor de berekening van de structurele autonome middelen waarover bezuinigd kan worden. De taakstellingen voor de

66


keringen en weinig autonome middelen. Dit in tegen­ stelling tot, bijvoorbeeld, een aantal productgroepen binnen Verkeer- en Vervoer, die daarom onder de 25% categorie vallen. • 40% is gehanteerd voor productgroepen waarbinnen de specifieke taken momenteel niet voldoen aan de criteria van het afwegingskader (lokaal, verantwoordelijkheid van derden, e.d.), maar die wel onderdeel zijn van het provinciale ruimtelijk-economische en/of culturele domein. • 60% is gehanteerd voor productgroepen die, op basis van het afwegingskader van de Stuurgroep Kerntaken en de cie. Lodders, geen basistaken voor de provincie bevatten. Deze ­productgroepen representeren geen zelfstandige opgaven. Ze zijn hooguit onder­deel van een integrale opgave. De rol van de provincie richt zich voornamelijk op signaleren, agenderen en monitoren3. Op basis van de aan de productgroepen toebedeelde procentuele taakstellingen, is het mogelijk een structurele totaalbezuiniging van circa € 67 mln te realiseren (24,4 % over circa € 275 mln aan totaal structurele autonome middelen). Stap 2 De takentransitie van de provincie Noord-Brabant moet zoals gezegd niet alleen profielversterkend werken, maar moet ook ­tegemoet komen aan de bezuinigingsdruk. Inmiddels is de inschatting dat de provincie Noord-Brabant structureel voor circa € 75 mln zal moeten bezuinigen. Deze inschatting is gebaseerd op de volgende financieelbeleidsmatige uitgangspunten:

a e en korting van € 50 mln als Brabants aandeel in de totale uitname Provinciefonds ad € 300 mln;

b t eruglopende inkomsten motorrijtuigenbelasting op­ lopend naar €10 mln per jaar, mede als gevolg van het fiscaal gunstiger beprijzen van zuinige auto’s;

3 Op productgroepniveau is nergens gekozen voor een 100% korting, omdat de integrale aard van de opgaven van de provincie altijd enige financiële inzet verlangt op de mee­ koppelende belangen. Binnen de productgroepen zijn op concreet taakniveau bezuinigingspercentages gehanteerd variërend van 15% tot 100% (volledige afbouw van een specifieke taak binnen een productgroep). Het gemiddelde percentage van de bezuinig­ingen op taakniveau binnen een productgroep, vormt het bezuinigingspercentage voor de betreffende productgroep.


c e en knelpunten- en risicoreservering van € 15 mln (o.a.

maar dat tevens sprake moet zijn van een reductie van

indexering, krimp Profinciefonds als gevolg van krimp

apparaatskosten en kapitaallasten (voor zover het geen

Rijksbegroting. Het betreft een absolute ondergrens voor wat betreft te verwachten aanvullende consequenties van rijkshandelingen.);

d n iet in het € 75 mln scenario zitten de effecten van

lasten van reeds gedane investeringen betreft). • Gezien het feit dat veel taken van de provincie ­Noord-Brabant bestuurlijk en/of juridisch gebonden zijn ­(convenanten, e.d.), kunnen de bezuinigingen alleen

ombuigingen die het nieuwe Kabinet zal initiëren

dan door afbouw van taken/anders organiseren

en die, tot onbekende hoogte, doorwerken in de

van ­taken gerealiseerd worden, wanneer rekening

provin­ciale financiën (bijv. bezuinigingen op

­ge­houden zal worden met een afbouwritme van taken.

specifieke uit­keringen van het rijk);

e v erwerkt is voorts de PS besluitvorming over de Essent

In de bijlage van de financiële ombuigingsvoorstellen

investeringsagenda alsmede de investeringsagenda

is te zien dat de omvang van de bezuinigingen die per

infra (€50 mln per jaar);

­productgroep gerealiseerd worden door middel van

f h andhaving van de horizonplanning, waarbij alle

­afbouw/anders organiseren van taken, tussen 2012

­bestuursakkoordprogramma’s aan het einde van iedere

en 2015 geleidelijk oploopt (zie bijlage Voorstellen

bestuursperiode worden gestopt en de hieruit bespaarde

­financiële ombuigingen bij takentransitie). Hieronder

middelen (beperkt tot een maximum van € 50 mln per

vindt u een overzicht van de oploop van de bezuinigingen

jaar) beschikbaar komen bij een nieuw bestuursakkoord.

die g ­ erealiseerd worden door taakafbouw/anders ­organi­seren van taken tussen 2012 en 2015, op totaal­

Op basis van de bovenstaande inschatting van de

niveau.

­be­zuinigingsnoodzaak, zijn ombuigingsvoorstellen ter waarde van € 67 mln niet toereikend. Daarom is er ­bovenop de initiële taakstellingen, nog circa € 8 mln aan aan­vullende profielversterkende ombuigingsvoor­ stellen gedaan.

Bezuiniging door afbouw en anders organiseren van taken 2012

€ 33.806.452

2013

€ 38.162.285

wordt, telt op tot circa € 75 mln, zodat voldaan wordt

2014

€ 56.787.127

aan de bezuinigingsopgave van € 75 mln (zie de bijlage

2015

€ 75.930.885

De structurele bezuiniging die door taakafbouw en het ­anders organiseren van taken nu uiteindelijk gerealiseerd

“Voorstellen financiële ombuigingen bij takentransitie”). Per begrotingsprogramma/productgroep is in een aparte bijlage (op hoofdlijnen) aangegeven wat de basistaken

• De ‘afbouwperiode’ 2012 – 2014/2015 (waarin

zijn die we binnen dit financieel perspectief blijven doen

de benodigde bezuinigingen nog niet volledig door

(wettelijke taken en taken die passen bij het provinciaal

­afbouw en ombuiging van taken gerealiseerd kunnen

profiel) en welke taken we ter realisatie van de financiële

­worden) zal financieel moeten worden overbrugd.

ombuigingen en de provinciale profielversterking niet meer

Dit zal verwerkt worden in de Voorjaarsnota 2010,

doen of anders/dunner doen (zie de bijlage “Voorstellen

waarbij ook bijstellingen voor 2010-2011 zullen

takentransitie”).

worden betrokken.

Gehanteerde randvoorwaarden ­takentransitie en bijbehorende ­financiële om­buigingen • Indien een productgroep haar taakstelling niet volledig

4G evolgen voor personeel en organisatie

kan waarmaken terwijl een andere productgroep meer

Het ombuigen en anders organiseren van taken impliceert

kan bezuinigen, heeft in de voorstellen voor financiële

ook een formatiekrimp (reductie apparaatskosten). De

ombuigingen tussen gerelateerde productgroepen soms

­provinciale organisatie zal de komende jaren krimpen

een beperkte verevening plaatsgevonden (zie bijlage

van 1390 naar 1000 fte.

“Voorstellen financiële ombuigingen bij takentransitie”). • Uitgangspunt bij het realiseren van de financiële ­om­buigingen is dat niet alleen bezuinigd wordt op de aan de productgroepen gekoppelde programmagelden,

68

Deze reductie komt voort uit twee bewegingen:

1 Formatiereductie als gevolg van taken die niet meer of ‘dunner’ uitgevoerd gaan worden. Hierbij gaat het in


totaal om circa 165 fte. Deze formatiereductie zal

gebouwd. Vanzelfsprekend worden eerder gemaakte

een concrete bijdrage leveren aan de financiële

afspraken hierbij gerespecteerd.

­be­zuinigingen.

2 Formatieverplaatsing naar, bijvoorbeeld, RUD’s en/of

In de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het open­

agentschappen. Hierbij gaat het in totaal om circa 225

baar bestuur in Noord-Brabant hanteert de provincie de

fte’s. De beweging past binnen de door Provinciale

eigen verantwoordelijkheid van gemeenten als vertrek­

Staten vastgestelde kernrol ‘opdrachtgever van de

punt. In uitzonderlijke gevallen ondersteunt de provincie

uitvoering’. De provincie legt zich in de toekomst toe

Noord-Brabant gemeenten. De ondersteuning is tijdelijk

op haar regie- en opdrachtgeversfunctie. Uitvoerende

van aard en alleen aan de orde als het provinciaal belang

taken, zoals operationele handhaving, zijn daarbinnen

wordt geschaad, de gemeentelijke uitvoering van een

niet langer kernactiviteit en worden extern belegd.

wettelijke taak in gevaar komt of de gemeentelijke dienst­

Deze formatieverplaatsing leidt in eerste instantie niet

verlening aan burgers in gevaar komt. De provincie

tot financieel voordeel (bezuiniging), behalve dan dat

Noord-Brabant zal doorlopend in gesprek blijven met de

voorafgaand aan een eventuele formatieverplaatsing

Vereniging van Brabantse Gemeenten, over wat gezamen­

altijd eerst minimaal een efficiencybezuiniging van 15%

lijk gedaan kan worden om de kwaliteit van het openbaar

over de inzet van autonome middelen op deze taken

bestuur in Noord-Brabant te versterken.

gerealiseerd zal worden. Ook maatschappelijke partners kunnen direct of indirect Ten aanzien van de RUD’s wordt momenteel nog

geraakt worden door het terugtreden van de provincie

­ge­sproken over de taakverdeling tussen de verschillende

op sommige taken. De provincie Noord-Brabant zal een

overheden op het terrein van vergunningverlening en

zorgvuldig proces betrachten waar het organisaties betreft

handhaving. Op het moment dat door de provincie

die financieel worden gekort. Er zal een termijn worden

eventueel bevoegdheden zullen worden overgedragen,

gehanteerd van maximaal vier jaar waarbinnen de af­

kan dit alsnog leiden tot verdere provinciale bezuiniging.

bouw geleidelijk plaatsvindt. De provincie Noord-Brabant

Uitgangspunt is dat een bezuiniging geen gevolg heeft

zal daarbij gezamenlijk met de partners de gevolgen

voor de kwaliteit van de handhaving.

­be­spreken en mogelijkheden verkennen.

Dit alles zal consequenties hebben voor de medewerkers.

Met de organisaties waarmee structurele relaties blijven

Wij willen daarbij gedwongen ontslagen voorkomen.

bestaan omdat zij een rol vervullen in een provinciale

Het is helder dat een dergelijke beweging tijd en zorg­

kerntaak, zal in het najaar van 2010 overlegd worden

vuldigheid vraagt. De uiteindelijke concrete invulling

hoe hun werkwijze aangepast kan worden aan het

wordt v­ormgegeven vanuit betrokkenheid en advisering

nieuwe profiel van de provincie Noord-Brabant.

door de Ondernemingsraad en dient te passen binnen een, op een sociaal kaderplan gebaseerd, Statuut.

5R elatie tot medeoverheden en maatschappelijke partners De provincie Noord-Brabant erkent dat de provinciale bezuinigingen gemeenten direct of indirect kunnen raken, in een context waarin toch al sprake is van toe­ nemende taakverzwaring voor en financiële druk op gemeenten. Benadrukt moet echter wel worden dat de provincie Noord-Brabant met haar bezuinigingen de rollen en verantwoordelijkheden van gemeenten herbevestigt. Er is geen sprake van een decentralisatie van taken naar gemeenten. De afgelopen jaren is via extra beleid geld beschikbaar geweest voor taken die niet tot het natuur­ lijke domein van provincies behoren. Doordat nu focus wordt aangebracht, zullen dit soort taken worden af­

69


Bijlage 1 Takentransitie 01 ­Bestuur

Wettelijke taken

Basistakenpakket (wettelijk + Lodders)

•W ettelijke actieve informatieplicht m.b.t. beleid en besluiten.

• Verantwoordelijkheid kwaliteit regionaal openbaar bestuur

Op aanvraag passieve informatieplicht. •O ndersteuning en advisering t.b.v. wettelijke taken CdK (burgemeestersbenoemingen; werkbezoeken gemeenten; ­bevorderen samenwerking rijksfunctionarissen in de provincie, provincie­bestuur, gemeentebesturen en waterschapsbesturen, ombudsfunctie, contacten Koninklijke Huis, toekennen

• Met herziening van het interbestuurlijk toezicht (cie. Oosting), gaat de provincie integraal toezicht houden op de gemeenten behoudens de taken waarop wij geen expertise hebben (vanaf 2012); • Er wordt (financieel) toezicht gehouden op de gemeenten en ­waterschappen;

­Koninklijke ­predikaten, verwerking verzoeken tot onder­

• Er is een wettelijke toezichtstaak op het proces van gemeen­

scheidingen, ­Burgerjaarverslag, coördinatie onderhoud

telijke initiatieven tot herindeling. De provincie adviseert de

en instandhouding grenspalen NL – België, Voorlopige

­minister hierover. De provincie bewaakt dat een perspectiefrijke

­voorzieningen werk- en b ­ ijstand)

en duurzame oplossing is nagestreefd en de oplossing in

• Geschillencommissie bij vaststelling beleidsplan politie

de ­regionale samenhang past. Ook heeft de provincie de

• Afhandeling bezwaar- en beroepschriften binnen de wettelijke

­bevoegdheid herindelingen te initiëren.

termijn en volgens de gestelde kwaliteitseisen (regelingenbank) • Interbestuurlijk toezicht (gemeenten en waterschappen)

De opgave is het bevorderen van kwalitatief krachtige Brabantse

• Taken gemeentelijke herindeling

mede-overheden, die de eigen wettelijke opgaven goed uitvoeren.

• Toezicht op gemeenschappelijke regelingen

• Integraal toezicht op het voldoen aan de wettelijke kwaliteits­

• Financieel toezicht (gemeenten en waterschappen) • T aken veiligheid, o.a. vanuit ambtsinstructie CdK en wet ­rampen en zware ongevallen (i.a.v. wet veiligheidsregio’s 2010)

normen door de gemeenten. Aandacht voor gemeenten met een hoog risicoprofiel. • Knelpunten signaleren en in uitzonderlijke gevallen gemeenten ondersteunen (tijdelijk, op verzoek, geen verantw.h overnemen) • In regionale samenwerkingsarrangementen sturen op boven­ lokale/ bovenregionale en provinciale belangen en opgaven. Uitgangspunten: eigen verantwoordelijkheid van gemeenten en waterschappen, centraal wat moet, decentraal wat kan, gemeente is eerste overheid voor uitvoering lokale taken en dienstverlening aan burgers.

02

•V aststellen PVVP door Provinciale Staten binnen de wettelijke

PS hebben de wettelijke verantwoordelijkheid een PVVP vast te

­Verkeer

kaders, met in achtneming van de Rijksdoelen uit het Nationaal

stellen, waarin de ambities uit het Nationaal Verkeer- en Vervoer­

en

Verkeer- en Vervoersplan: betrekken van meest belanghebbende

plan doorvertaald moeten zijn. Als uitwerking van het PVVP

­vervoer

bestuursorganen bij voorbereiding PVVP, ruimtelijke inpassing

­worden beleidsnota’s en uitvoeringsagenda’s opgesteld. De

en milieu-inpassing; fasering, prioritering, bekostiging en

­hierin benoemde projecten zijn opgenomen in de Dynamische

­planning uitvoering gemeenten.

Beleidsagenda. Projecten worden of door de provincie zelf uit­

•O penbaar aanbesteden concessies regionaal openbaar ­vervoer

gevoerd, of door partners. Wettelijke en autonome taken dragen gezamenlijk direct bij aan de hoofdopgave efficiënt en robuust

•B DU-uitkeringen intergemeentelijk verkeers- en vervoerbeleid

verkeers- en vervoerssysteem.

•Z orgplicht provinciale wegen: o.a. bouw, onderhoud, verkeers­

Als gebiedsautoriteit zal de aandacht meer gericht worden op

maatregelen, e.d. (Wegenwet en Wegenverkeerswet). • Zorgplicht provinciale wegen in beheer lokale besturen

­regie en minder op uitvoering. Meer nadruk op integrale samenwerking in kader van MIRT ­gebiedsverkenningen. De samenwerking met gemeenten binnen het Netwerkprogramma BrabantStad en de gebiedsgerichte aanpak (GGA) wordt ­gecontinueerd ten einde (gezamenlijk) de PVVP doelstellingen te realiseren.

70


Te vervallen taken

Wat doen we anders/dunner

-

• Een bescheiden provinciale rol als toezichthouder (sober en op afstand). Voorop staan de horizontale vormen van controle en verantwoording (Raad controleert B&W). Streven naar doelmatig en effectief toezicht door gebruik te maken van systeemtoezicht. Risicoanalyses en ­gedifferentieerd toezicht maken onderdeel hiervan uit. Bij gemeenten en waterschappen met een laag risicoprofiel toezicht sterk beperken; • Minder ondersteuning en advies aan gemeenten; • Beperken autonome plus op wettelijke taken • Beperking rol veiligheid (bij in werking treden wet op de Veiligheids­ regio’s) • Daarnaast: meer focus in Europese subsidieprogramma’s, bv POP, structuurfondsen, Interreg.

• Geen financiering en ondersteuning van gemeentelijk beleid en/of lokale projecten vanuit autonome middelen, uitsluitend vanuit de BDU. • Ontwikkelfunctie OV is na 2015 (bij de nieuwe concessie) in principe

• Regulier onderhoud wordt later (of beperkter) en sober uitgevoerd, ­zonder dat de veiligheid in het geding komt. • Op basis van (gedeeltelijk nog te ontwikkelen) goede operationele

aan te merken als te vervallen taak. Dit betekent concentreren op het

­beleidskaders de kosten van randvoorwaardelijke zaken terugbrengen.

behoud van de OV-basiskwaliteit zoals we die nu kennen en beheer

• Temporiseren van een aantal projecten waarin vervangingsinvesteringen

van het bestaande OV.

zijn opgenomen. • Minder financiering van kleinschalige projecten op het gebied van fiets, stedelijke distributie, verkeersveiligheid en DVM. • Minder kleinschalige pilots op diverse terreinen (leidt tot bezuiniging op fte’s). • Minder pilots verkeersveiligheid en afbouw Brabants Verkeersveilig­ heidslabel (De Brabantse ambitie om meest verkeersveilige provincie te zijn is geen wettelijke ambitie die voortvloeit uit het NVVP).

71


Takentransitie 03 Water vervolg

04 Milieu

Wettelijke taken

Basistakenpakket (wettelijk + Lodders)

• • • • • • • • • • •

De provincie heeft wettelijke taken, is gebiedsautoriteit en ­opdrachtgever en toezichthouder van de kwaliteit van uitvoering door de waterschappen. Het huidige beleidskader is het Provinciaal Water plan, ­vastgesteld in november 2009. Water neemt daarnaast een belangrijke plaats in binnen de Structuurvisie RO.

V aststellen provinciaal waterplan (incl. KRW) Provinciale waterverordeningen Vergunningverlening en ontheffingen Actuele en toegankelijke watergegevens Toezicht waterschappen Veiligheidsnormen Toezicht primaire waterkeringen G oedkeuring projectplannen primaire waterkeringen Onderhoud provinciale vaarwegen T oetsing gemeentelijke rioleringsplannen en watertoets G ewenst grondwater- en oppervlaktewaterregime in ­Natura2000-gebieden •A anwijzen beheerder provinciale watersystemen • I nstandhoudingsdoelstelling KRW; garanderen grondwater voor menselijke consumptie •O nderzoeksverplichting schade grondwateronttrekkingen

• • • • • • • • • • • • • • • • • • •

05 ­Natuur, bos en landschap

• • • •

• Regie op uitvoering Provinciaal Waterplan; • Tegengaan verdroging/vernatting ten behoeve van natuur via integrale gebiedsontwikkeling (reconstructie, gebieds­ ontwikkeling SVRO); • Realisatie waterkwaliteit en coördinerende taak hoogwater­ bescherming ten behoeve van gezonde leefomgeving; • Integrale visie Deltawateren en ontwikkeling integraal ­waterbeheer; • Kaderstelling voor waterschappen en toezicht op uitvoering ­beleid door waterschappen.

Provinciaal Milieubeleidsplan Vergunningverlening/ontheffingen Taken MER Luchthavenbesluiten Informatieplicht milieu-informatie Doorvertaling kaders terugdringing milieubelasting Risicokaart Samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit Jaarrapportages Milieu-onderzoeken Kassiersfunctie externe veiligheid Opstellen saneringsprogramma’s externe veiligheid Bijdrage lokale plannen drempelwaardes luchtkwaliteit Vastellen geluidzones regionale industrieterreinen, geluid­ belastingskaarten en actieplannen provinciale wegen Uitvoering EU-richtlijn geluid, goedkeuring Stap-3 besluiten ­geluid gemeenten Beleid en activiteiten stiltegebieden Wettelijke taken bodemonderzoek Wettelijke taken ontheffingenwet en kaderrichtlijn afval Nazorg stortplaatsen

Vergunningverlening Natuurbeschermingswet Beheersplannen Natura2000 Begrenzen/aanwijzen EHS en compensatie Meerjarenprogramma landelijk gebied (conform WILG), zorg realisatie gebiedsgericht beleid • Begrenzen nationale landschappen

De zorg voor natuur en landschap is een onderdeel van de ­integrale verantwoordelijkheid in het ruimtelijk-fysieke domein. De rol van de provincie is gebiedsautoriteit en opdrachtgever, zorgdragen voor uitvoering. Daarnaast heeft de provincie veel wettelijke uitvoeringstaken (Groene Wetten). In de Structuurvisie RO kiest de provincie voor ontwikkelen met ruimtelijke kwaliteit. Natuur en landschap hebben hierbinnen een groot aandeel. Huidig beleidskader Natuur- en landschaps­ offensief 2002, actualisatie 2010 in voorbereiding. We realiseren opgaven via additionele bijdragen aan de aan­ pak voor het landelijke gebied (ILG/PLG) en het MIRT. Daarnaast inzet van autonome middelen. • Realisatie van natuur door koppelen aan integrale gebieds­ ontwikkeling zoals via reconstructie landelijk gebied, MIRT agenda en de gebiedsontwikkeling SVRO; • Versterken kwaliteit van het landschap (SVRO) zoals via ­integrale gebiedsontwikkeling en provinciale landschappen.

72


4

Te vervallen taken

Wat doen we anders/dunner

• Stopzetten bijdragen aan uitvoering agrarisch grondwaterbeheer (lokaal); • Stopzetten inzet op actief randenbeheer en aanpak diffuse bronnen (lokaal, verantwoordelijkheden overnemen van derden); • Stopzetten ondersteuning gemeenten bij watertaken (verantwoordelijkheid derden);

•A anpassen ambitieniveau onderhoud waterwegen door ­waterschappen.

•G een lokale, gemeentelijke projecten incl. financiering mbt milieu­ beleid, minder stimuleringsregelingen. (stoppen subsidieregelingen en ECNC, korten Telos, BMF, IVN); • Geen natuur- en milieueducatie • Geen duurzaam bouwen; • Geen zelfstandig (economisch) landbouwbeleid • Geen zelfstandig klimaatbeleid; • Geen afvalmining • Geen Actief bodem beheer de Kempen (vanaf 2015).

•M inder taken door verschuiving van bevoegdheden Wet Milieubeheer naar gemeenten vanaf 2012 - 2013 (onder voorwaarde van inwerking­ treding betrokken wetgeving - het BOR - en de start van de regionale uitvoeringsdiensten voor vergunningverlening, toezicht en handhaving de RUD’s). •G een vooroverleg met bedrijven in het kader van vergunningverlening; •E fficiency in uitvoering wettelijke taken Bodem. Geen eigen uitvoerings­ trajecten bodemsanering; • Geen ondersteuning lokale initiatieven; • Efficiency advertentiekosten. • Minder intensief MER taken uitvoeren. •M inder toezicht door selectiever optreden bij bodemsanering, ­ontgrondingen en grote grondwateronttrekkingen; •S limmer toezicht door systeemgericht toezicht bij bedrijven en niet meer uitvoeren van niet wettelijk verplichte handhavingsverzoeken (landinrichting, wildcrossen); •M inder financiële inzet op meetprogramma toezicht luchtverontreini­ ging en grondwatermonitoring, vanuit gelijkblijvend kwaliteitsniveau toezicht en monitoring.4 • Minder inzet op toezicht van de kwaliteit van de handhaving bij de over­ heden in Brabant, vanuit gelijkblijvend kwaliteitsniveau handhaving.5 • Minder majeure projecten milieu

•G een lokale, gemeentelijke projecten incl. financiering mbt natuur en landschap: o.a. geen lokaal biodiversiteitsbeleid/ GIOS • Minder stimuleringsregelingen •A ccent op regionale programma’s en projecten van provinciaal belang via (eigen) projectontwikkeling of via de rol van gebiedsautoriteit; •S toppen met monitoring voor het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM).

•G een eigen uitvoering van de monitoring in het kader van provinciale projecten of uitvoeringsplannen. Deze monitoring wordt extern ­ingekocht; • Anders omgaan met draagvlak voor en realisatie van natuur en land­ schap zoals door vermaatschappelijken en vermarkten (coalities).

Naar aanleiding van amendement 14 bij de Statenvergadering van

5

Naar aanleiding van amendement 33 bij de Statenvergadering van

11 juni 2010 over de Agenda van Brabant, is de toezegging

11 juni 2010 over de Agenda van Brabant, is de toezegging ­gedaan

­gedaan dat monitoring en toezicht op peil blijven, ondanks dat er

dat de kwaliteit van de handhaving op peil blijft bij een efficiency­

anders georganiseerd wordt.

taakstelling van 15% en een opgave tot anders organiseren.

73


Takentransitie Wettelijke taken

Basistakenpakket (wettelijk + Lodders)

06 Sociaaleconomische ­zaken

-

• I ntegrale opgaven binnen het ruimtelijk-economisch domein. ­Focus op een goed vestigingsklimaat en een concurrerend ­Brabant: scheppen van de randvoorwaarden en de infrastruc­ tuur waarbinnen dit gestalte kan krijgen. • Regionaal arbeidsmarktbeleid (actieve provinciale makelaars­ rol tussen overheden, organisaties en maatschappelijke partners).6

07 Jeugd, cultuur en samenleving

Zorg en welzijn •W et Maatschappelijke Ondersteuning art. 3: de provincie draagt zorg voor het beleid met betrekking tot het steun­ functiewerk; •W et Ambulancevervoer art. 2: de provincie is verantwoordelijk voor vergunningverlening, toezicht en handhaving ambulance­ vervoer; • T aken wet op de lijkbezorging.

Zorg en welzijn • Ondersteuning van gemeenten in hun WMO-verantwoordelijk­ heid door steunfunctiewerk. • Vergunningen en spreidingsplan ambulancevervoer.

Jeugd • Realisatie recht op jeugdzorg, aansturing bureau jeugdzorg, provinciaal beleidskader en uitvoeringsprogramma, ­bevorderen aansluiting geïndiceerde zorg op gemeentelijke zorg • Zorgplicht op de aanwezigheid van voldoende openbaar ­onderwijs en toezicht op spreiding openbaar onderwijs

Jeugd Recht op jeugdzorg mogelijk maken (op basis van de Wet op de Jeugdzorg).

Als gebiedsregisseur is de provincie verantwoordelijk voor de ­integrale samenhang van vraagstukken en de integraliteit van ­gebiedsvisies en -agenda’s. Het sociale beleid is in deze integrale aanpak een schakel. Provincies hebben hier geen uitvoerende taak, maar nemen signalerend, agenderend en (zo nodig) ­ontwikkelend en alleen in overleg met gemeenten medeverant­ woordelijkheid voor maatschappelijke vraagstukken in de regio. Op dat niveau verzorgt en bewaakt de provincie als gebieds­ regisseur de samenhangen en maakt ze slimme allianties tussen de ruimtelijk fysieke en de sociaal-culturele infrastructuur.

Vanuit de Wet op de jeugdzorg is er een rol als opdrachtgever voor de uitvoering en tegelijkertijd als systeemtoezichthouder en kwaliteitsbewaker. Vanuit de rol als systeemtoezichthouder zien wat nodig is om het stelsel beter in balans te brengen en de ­almaar stijgende vraag naar geïndiceerde jeugdzorg (=extra kosten voor provincie) naar beneden om te kunnen buigen. •U itvoeren van de wettelijke taak – bieden van goede en ­efficiënte zorg, met daarbij het ondersteunen van de cliënt­ participatie. Uitvoeren van de wettelijke taak – invullen van de steunfunctietaak; • Omslag naar preventie van geïndiceerde jeugdzorg door­ zetten en daarmee de kosten voor de wettelijke taak ten ­aanzien van jeugdzorg naar beneden bijbuigen.

74


6

Te vervallen taken

Wat doen we anders/dunner

• Agro en Co subsidie; • Grote Steden beleid, maar niet Brabantstad.

• Sectoraal economisch beleid afromen; • Energie als integraal onderdeel van de ruimtelijk-economische opgave, geen zelfstandig beleidsdomein; • Moderne invulling van REAP’s. • Andere invulling provinciale rol in regionaal arbeidsmarktbeleid en verminderen huidige financiële inzet PSW, arbeidsparticipatie, activiteiten PACT.6

Zorg en welzijn • We stoppen onze uitvoerende taken in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning; • We trekken ons terug uit Sensoor (telefonische hulpdiensten).7 Telefonische hulpdiensten zijn voorbehouden aan gemeenten in het k­ ader van de uitvoering WMO; • We trekken ons terug uit de COSsen. Ontwikkelingsamenwerking is voorbehouden aan de rijksoverheid en/of gemeenten; • We trekken ons terug uit het integratiebeleid. Integratiebeleid is voor­ behouden aan de lokale overheden. Palet wordt verzelfstandigd. ­Kleurrijk Brabant stopt.

Zorg en welzijn In de uitvoering van onze wettelijke taak in het kader van de Wet Maat­ schappelijke Ondersteuning beperken we ons tot signaleren en agenderen. In regionale bestuurlijke overleggen maken we met gemeenten afspraken over de wijze waarop we onze veranderde taken zullen invullen. Tijdelijke medeverantwoordelijkheid voor maatschappelijke vraagstukken in de ­regio is mogelijk, maar heef altijd een tijdelijk en regionaal karakter. Het accent in onze taken ligt op het als gebiedsregisseur verzorgen en bewaken van de integrale samenhang van vraagstukken en het leggen van verbindingen tussen de ruimtelijke, economische, culturele en sociaalculturele infrastructuur.

• We stoppen onze uitvoerende taken wat betreft toezicht en handhaving ambulanceervoer per 1 januari 2012 (taak gaat over naar het rijk); • We brengen de provinciale subsidie aan steunfuncties Zet, Zorgbelang en overige 2e lijnsorganisaties terug tot 50% in 2015. • We brengen de subsidie aan PRVMZ terug tot 62,5% (37,5% korting).8 • We werken toe naar een infrastructuur die is toegerust op provinciaal en regionaal niveau (flexibel, netwerkorganisatie); • We stoppen het beleid cq de (subsidie)regelingen voor kleinschalige woonzorginitiatieven, sociale doeleinden, informele zorg, palliatieve zorg, internationalisering zorg en dementie-ondersteuning en de leer­ stoel ouderenbeleid.

Voorbeelden zijn: a) in de ruimtelijke agenda de sociale aspecten in begeleiden van de krimp en vitale verbindingen stad-land b) in relatie tot de economische agenda: innovatie zorgonderwijs en –arbeidsmarkt c) in relatie tot de culturele agenda (Culturele Hoofdstad): de Kunst van het Samenleven We zorgen voor de instellingen waarmee we onze subsidierelatie ­beëindigen voor een zorgvuldig traject en zo mogelijk verankering bij gemeenten.

Jeugd • Ondersteuningsactiviteiten op lokaal niveau afbouwen (steunfunctie). • Subsidie voor projecten voortijdig schoolverlaten stoppen; • Geen ondersteuning scholen bij maatschappelijke stages.

Jeugd • Anders investeren in innovatie van de sector: door inzet van de doel­ uitkering (in plaats van autonome middelen) al werkende weg de ­verandering in gang zetten; • Anders investeren in aanpassing huisvesting van de zorgaanbieders.

Als gevolg van motie 12 bij de Statenvergadering van 11 juni

taak ‘hulp-op-afstand’ over te dragen aan het rijk of gemeenten.

2010 over de Agenda van Brabant, is besloten regionaal

Het College rapporteert binnen een jaar aan Provinciale Staten over de voortgang.

arbeidsmarkt­beleid als integraal onderdeel van de kerntaak ­regionale economie te beschouwen en anders te organiseren,

7

8

Als gevolg van amendement 2 bij de Statenvergadering van 11

door als provincie een ­regionale makelaarsrol tussen overheden,

juni 2010 over de Agenda van Brabant, is besloten PRVMZ niet

organisaties en ondernemers te vervullen.

voor 50% maar voor 37,5% te korten.

Als gevolg van motie 11 bij de Statenvergadering van 11 juni 2010 over de Agenda van Brabant, is besloten dat het college van ­Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant zich inspant om de

75


Takentransitie Wettelijke taken

Basistakenpakket (wettelijk + Lodders)

Cultuur en sport • Taken uit monumentenwet • Taken vanuit archeologische monumentenzorg • Taken vanuit ontgrondingenwet • Realisatie regionale publieke media-instelling • Taken uit archiefwet

Cultuur en sport De provincie heeft taken volgens de monumentenwet (adviesrecht subsidies cultureel erfgoed), archeologische monumentenzorg en ontgrondingenwet. Er is een plicht tot de realisatie van een regionale publieke mediainstelling. Er zijn taken uit archiefwet (bewaring provinciale archiefbescheiden). Bovenstaande taken zijn onderdeel van de provinciale rol ter ­behoud en versterking van de regionale identiteit van Brabant, teneinde bij te dragen aan de beleving en betekenis van kunst en cultuur voor mensen. • Investeren in archeologie, erfgoed en cultuurhistorie, onder ­andere vanuit de aan de ruimtelijke inrichting gekoppelde ­wettelijke taken; • Investeren in regionale culturele (basis)infrastructuur door onder meer regievoering op de spreiding van culturele voorzieningen in Brabant; • Inrichten van een professioneel en bovenlokaal circuit aan steunfunctie-instellingen; • Stimuleren van innovatie op het gebied van kunst, cultuur en sport als onderdeel van integrale opgaven.

08 Ruimtelijke ont­ wikkeling

• Opstellen structuurvisie • Verordening ruimte •R egionale afstemming verstedelijkingsbeleid; regionale agenda’s wonen en werken

09 Revatitalisering landelijk gebied

• T aken vanuit wet reconstructie en wet inrichting landelijk ­gebied • Opstellen integrale zonering intensieve veehouderij

10 Wonen

• T aken vanuit wet stedelijke vernieuwing, wet stads- en dorps­ vernieuwing, huisvestingswet, wet ruimtelijke ordening

Het huidige beleidskader is de (ontwerp) Structuurvisie en ­(ontwerp) Verordening Ruimte. Het wettelijk kader wordt gevormd door de Wet Stedelijke Vernieuwing, Wet op de stads- en dorps­ vernieuwing, Huisvestingswet, Wet ruimtelijke ordening. De opgave is het stimuleren van de woningmarkt zodat voldoende en de juiste woningen op de meest geschikte locaties beschikbaar zijn. We beperken ons tot uitvoering van wettelijke taken sec: •S turing geven aan de woningmarkt via het regionaal ruimtelijk overleg. Specifiek aandachtspunt hierbij is bevolkingskrimp. Kennis vanuit onderzoek en monitoring is een belangrijk ­element waarmee de provincie stuurt. (opgave in Wro); •U itvoering regeling Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) (opgaven in wetten SV en SDV); • Toezicht huisvesting statushouders (opgave in Huisvestingswet).

76


Te vervallen taken

Wat doen we anders/dunner

Cultuur en sport

Cultuur en sport •P rofielversterkende inzet van steunfuncties en subsidieregelingen en ­gerichte inzet op de ambitie Brabant 2018. Met een kleinere omvang van het subsidievolume; •S chrappen (van een deel van de) indexering voor onze structurele ­subsidierelaties in het culturele veld (inclusief Omroep Brabant); •N aast het stopzetten van de indexering wordt de subsidie aan Omroep Brabant verminderd; •G een versnipperde inzet van capaciteit en middelen op het gebied van sport. Wel gerichte inzet op een aantal kernsporten (zwemmen, wielrennen, paardensport, hockey en voetbal) in relatie tot het ­Olympisch Plan 2028. •B eperking provinciale financiële inzet in het bibliotheeksegment, met behoud van de maatschappelijke baten. •B eperking provinciale financiële inzet in het bibliotheeksegment, vanuit gelijkblijvende provinciale verantwoordelijkheid voor het ­maatschappelijke effect.9 • De provinciale financiële inzet in het Vrijetijdshuis wordt met € 400.000 teruggebracht.10

-

• Terugtredende bemoeienis met gemeenten.; • Provinciale regeldichtheid verminderen. Onderzoek naar vermindering van de (provinciale) procedurelast. Bijvoorbeeld vereenvoudiging van de mer-procedure; • Beslissingsbevoegdheid over wonen en werken primair leggen bij ­gemeenten; • Overleg met gemeenten afbouwen.

• Extra inzet tbv West-Brabant/landinrichting/bijdrage aan regiebureau POP; • Kleine projecten en sociaal-maatschappelijke items overlaten aan de gebiedscommissies en gemeenten.

• Efficiëntere aansturing van de uitvoering. Bijvoorbeeld door reductie van het aantal commissies (selectief en niet meer brabantdekkend, ­samenvoeging gebieden, samengaan RRO’s); • Minder regelingen en efficiëntere procesgang; • Monitoring richten op grote projecten en programmaniveau (niet op kleine initiatieven). • Sturing geven aan de woningmarkt met elke gemeente afzonderlijk. Dit wordt opgeschaald naar regionaal niveau, zoals hiervoor aangegeven.

9

Als gevolg van amendement 29 bij de Statenvergadering van 11

10

Als gevolg van amendement 3 bij de Statenvergadering van 11

juni 2010 over de Agenda van Brabant, is besloten de provinciale

juni 2010 over de Agenda van Brabant, is besloten de provinciale

­financiële inzet in het bibliotheeksegment met minimaal 15% te

­financiële inzet in het Vrijetijdshuis terug te brengen met

beperken, maar het maatschappelijk effect van het provinciale

€ 400.000. Het college van Gedeputeerde Staten van Noord-

­beleid te borgen. (Het college van Gedeputeerde Staten van

Brabant beziet in 2014 in hoeverre vanuit de kerntaak economie

Noord-Brabant treedt in overleg met de betrokken organisaties.)

aanvullende incidentele middelen benodigd zijn.

77


Takentransitie 90 Bedrijfsvoering

78

Wettelijke taken

Basistakenpakket (wettelijk + Lodders)

-

Bedrijfsvoering ondersteunt de organisatie op professionele en ­efficiënte wijze bij het halen van de gestelde doelen en opgaven van het primaire proces. De focus daarbij ligt op een “lean” ­sturende planning- en controlcyclus, een goed werkende AO/IC en een digitaal en flexibel huis. De flexibiliteit zorgt ervoor dat de bedrijfsvoering zo wordt ingericht dat het de provincie in haar drie kernrollen en in de uitvoering van de Agenda van ­Brabant optimaal ondersteunt, maar dat bij toekomstige ­wijzigingen de bedrijfsvoering moeiteloos mee kan bewegen.


Te vervallen taken

Wat doen we anders/dunner

-

De bedrijfsvoering krimpt op zijn minst in dezelfde verhouding als het ­primaire proces. Dit wordt bereikt langs verschillende lijnen: •V ersobering: beperking van de dienstverlening qua diversiteit, ­assortiment en/of luxe. •K wantitatieve krimp: als gevolg van de krimp van de organisatie ­worden diensten in aantal minder afgenomen. •G erichte vraagsturing: met elkaar afgestemde kaders en een vast­ gesteld assortiment aan producten en diensten vormen de ruimte voor de wensen/behoeften van klanten. • L ean procesmanagement; de bedrijfsvoeringsprocessen worden ­organisatiebreed slim en slank ingericht, waarbij centralisering ­(gezamenlijkheid), uniformering, standaardisatie en digitalisering de uitgangspunten zijn.

79


Bijlage 2 Financiële ombuigingen bij takentransitie Programma

Structurele autonome middelen

Taakstelling in %

Taakstelling in €

01 Bestuur 01.01 P rovinciebestuur, CdK, Griffie 01.03 Borging kwaliteit bestuurs­ structuur

€ 11.857.580

PM

11

PM

11

€ 1.153.551

15%

€ 173.033

01.04 O penbare orde, veiligheid, rampenbestrijding 12

€ 465.565

40%

€ 186.226

01.05 B rabantStad, Grote stedenbeleid

€ 640.974

15%

€ 96.146

Totaal Bestuur

€ 14.117.670

€ 455.405

02 Verkeer en Vervoer 02.01 Openbaar Vervoer

€ 4.273.486

25%

€ 1.068.372

€ 425.835

40%

€ 170.334

02.03 Autobereikbaarheid ­BrabantStad

€ 6.166.183

25%

€ 1.541.546

02.04 Regionale Bereikbaarheid GGA

€ 5.503.290

40%

€ 2.201.316

02.05 Regionale bereikbaarheid: wegen/bouwen

€ 17.494.890

15%

€ 2.624.233

02.06 Regionale bereikbaarheid: wegen/onderhoud

€ 17.640.478

15%

€ 2.646.072

02.07 OV netwerk BrabantStad

€ 1.601.902

25%

€ 400.475

02.90 PVVP

€ 6.280.052

25%

€ 1.570.013

02.02 Goederenvervoer

Totaal Verkeer en Vervoer

€ 59.386.116

€ 12.222.361

03 Water 03.01 Water algemeen

€ 3.105.736

25%

€ 776.434

03.02 Hoogwaterbescherming

€ 2.895.005

25%

€ 723.751

03.03 Oppervlaktewater kwantiteit

€ 1.960.543

25%

€ 490.136

€ 929.001

25%

€ 232.250

€ 1.218.482

15%

03.04 Grondwaterkwantiteit 03.05 Waterkwaliteit Totaal Water

€ 10.108.767

€ 182.772 € 2.405.343

04 Milieu 04.01 Ecologie algemeen 04.02 Fysieke Veiligheid 04.03 Lucht, geluid, klimaat 04.04 Bodem 04.05 Landbouw 04.06 Afval- en grondstoffenbeheer 04.10 Handhaving Totaal Milieu

€ 9.379.023

25%

€ 2.344.756

€ 860.634

40%

€ 344.254

€ 1.318.826

25%

€ 329.706

€ 932.544

25%

€ 233.136

€ 2.296.555

60%

€ 1.377.933

€ 2.359.236

25%

€ 589.809

€ 10.010.821

15%

€ 1.501.623

€ 27.157.640

€ 6.721.217

05 Natuur, bos, landschap 05.01 A lgemeen natuur, bos, landschap

€ 5.689.881

15%

€ 853.482

05.02 natuur

€ 3.267.444

15%

€ 490.117

05.03 landschap

€ 2.076.351

15%

Totaal Natuur, bos, landschap

11

80

€ 11.033.676

nder productgroep 01.01 valt (naast bijvoorbeeld de onder­ O steuning van de CdK door het Kabinet) o.a. de Griffie (onder­ steuning Provinciale Staten). Binnen deze productgroep is een ­bezuinigings voor 2012 - 2015 opgenomen. Hierin is echter nog geen bezuiniging meegenomen op de budgetten die rechtstreeks onder verantwoordelijkheid van Provinciale Staten (griffie) v­ allen. Provinciale Staten zullen zelf moeten besluiten over een eventuele aanvullende bezuiniging op deze budgetten. Wij verwachten van de Griffie een voorstel.

€ 311.453 € 1.655.051

12 13

14

Uitgaande van invoering wet op de veiligheidsregio’s 2010 Nota bene: de bezuiniging overtreft hier de structurele autonome middelen waarover de taakstelling is berekend. Dit is mogelijk omdat de ombuiging deels gerealiseerd wordt op investeringen (financiële middelen) die niet meegerekend zijn in de middelen waarover de taakstellingen zijn berekend (2014). Dit levert ­echter wel een reële bezuiniging op. Nota bene: in de vorige versie is ten onrechte € 600.000 ­bezuiniging te veel opgenomen in 04.05 (taak LIB, terwijl


Besparing 2012 in €

Besparing 2013 in €

Besparing 2014 in €

Besparing 2015 in €

€ 295.000

€ 360.000

€ 460.000

€ 621.084

€ 130.000

€ 130.000

€ 130.000

€ 130.000

€ 115.000

€ 180.000

€ 180.000

€ 180.000

€ 95.864

€ 95.864

€ 95.864

€ 95.864

€ 635.864

€ 765.864

€ 865.864

€ 1.026.948

€ 1.093.371

€ 1.093.371

€ 224.000

€ 224.000

€ 1.649.546

€ 1.649.546

€ 1.649.546

€ 1.649.546

€ 1.397.400

€ 1.397.400

€ 1.397.400

€ 1.397.400

€ 580.734

€ 988.621

€ 1.848.371

€ 3.164.233

€ 1.299.066

€ 1.809.405

€ 2.228.674

€ 2.804.495

€ 508.475

€ 508.475

€ 508.475

€ 508.475

€ 1.093.371

€ 1.093.371

€ 768.667

€ 768.667

13

€ 958.866

€ 958.866

€ 10.453.370

€ 12.345.053

€ 6.752.592

€ 7.670.818

€ 1.353.234

€ 1.353.234

€ 430.784

€ 537.767

€ 545.974

€ 554.214

€ 427.764

€ 435.248

€ 442.867

€ 450.617

€ 122.329

€ 125.424

€ 127.619

€ 129.853

€ 500.000

€ 500.000

€ 607.772

€ 607.772

€ 1.480.877

€ 1.598.439

€ 3.077.466

€ 3.095.689

€ 753.317

€ 766.497

€ 2.308.643

€ 2.323.755

€ 23.574

€ 23.574

€ 23.574

€ 23.574

€ 126.803

€ 123.548

€ 199.509

€ 200.251

€ 256.898 € 768.964 14

15

13

€ 687.743 € 768.964

14

€ 103.081

€ 104.484

€ 246.310

€ 248.164

€ 594.000

€ 880.000

€ 1.382.000

€ 1.467.000

€ 1.600.775

€ 1.898.103

€ 5.185.898

14

€ 5.719.450

14

€ 45.175

€ 45.300

€ 895.610

15

€ 900.342

15

€ 68.348

€ 93.020

€ 366.333

€ 231.294

€ 231.762

€ 412.367

€ 413.012

€ 344.817

€ 370.082

€ 1.674.310

€ 1.681.171

deze taak niet afgebouwd wordt). Deze € 600.000 bezuiniging is nu in mindering gebracht. De € 600.000 bezuiniging wordt echter wel gerealiseerd, en wel binnen begrotingsprogramma 08 en/of 09. Nadere invulling van de bezuiniging binnen 08 en/of 09 volgt later. Het totaal­bedrag van de bezuinigingen blijft van­ wege de genoemde verevening gelijk. In de bezuiniging van 05.01, is vanaf 2014 € 10.000 korting

€ 367.817

op de subsidie aan schaapskuddes opgenomen (subsidieregeling zeldzame huisdierrassen). Als gevolg van motie 10 bij de Statenvergadering van 11 juni 2010 over de Agenda van Brabant, is besloten dat de structurele provinciale subsidie aan schaaps­kuddes opgenomen moet ­worden in de Voorjaarsnota, ten laste van programma natuur­beheer. De subsidie aan de schaapskuddes wordt dus alternatief gefinancierd.

81


Programma 06 Sociaal-economische zaken

Structurele autonome middelen

Taakstelling in %

Taakstelling in €

16

06.01 B eroepsbevolking, talent en ondernemerschap

€ 892.260

60%

€ 535.356

06.02 Brabant bruist

€ 513.347

25%

€ 128.337

06.03 S chone, slimme, ­concurrerende economie

€ 595.770

40%

€ 238.308

€ 14.230.400

15%

€ 2.134.560

€ 640.234

15%

€ 96.035

06.04 Economie algemeen 06.06 Europees beleid Totaal Sociaal-economisch beleid

€ 16.872.011

€ 3.132.596

07 Jeugd, cultuur, samenleving 07.01 Zorg en welzijn 07.02 Jeugd 07.03 Cultuur en sport 07.04 S ociale en culturele ­ontwikkeling Totaal Jeugd, cultuur en ­samenleving (jeugd 25%)

€ 21.238.328

60%

€ 12.742.997

€ 9.700.120

25%

€ 2.425.030

€ 30.904.295

25%

€ 7.726.074

€ 6.276.227

25%

€ 1.569.057

€ 68.118.971

€ 24.463.157

08 Ruimtelijke ontwikkelingspolitiek 08.01 R uimtelijke ontwikkelings­ politiek Totaal ruimtelijke ­ontwikkelingspolitiek

€ 5.303.118

15%

€ 795.468

€ 5.303.118

€ 795.468

09 Revitalisering Landelijk Gebied 09.01 Zonering landelijk gebied

€ 1.016.188

15%

€ 152.428

€ 6.433.300

15%

€ 964.995

09.02 Creëren nieuwe ­landschappen 09.90 Regievoering Totaal RLG

€ 7.449.488

€ 1.117.423

10 Wonen 10.01 Subsidies en projecten Totaal Wonen

€ 860.552

60%

€ 516.331

€ 860.552

€ 516.331

90 Bedrijfsvoering/ concern Totaal bedrijfsvoering/­ concern

Totaal

€ 54.477.915

€ 274.885.922

Let op! De taakstellingen die aan de verschillende product­ groepen zijn gekoppeld, zijn richtinggevend. Dit betekent dat de voor­genomen bezuinigingen niet altijd exact overeenstemmen met de taakstellingen. Het totaal aan ombuigingsvoorstellen moet een verwachte structurele korting van € 75 mln kunnen ­opvangen. Door verevening tussen samen­hangende product­ groepen /­programma’s, wordt de totaaltaakstelling gerealiseerd.

82

16

17

18

25%

24,4%

€ 13.619.479

€ 67.103.832

ij sociaal-economische zaken zijn de besparingen per jaar B op totaalniveau aangegeven. Per abuis is de geplande besparing op 06.04 te groot ­ingeschat. Het te bezuinigen bedrag blijft gehandhaafd maar wordt alternatief gerealiseerd binnen programma 6. Als gevolg van amendement 2 bij de Statenvergadering van 11 juni 2010 over de Agenda van Brabant, is besloten PRVMZ niet voor 50% maar voor 37,5% te korten. De verlaging van de structurele bezuiniging in 07.01 wordt ­budgettair neutraal gedekt door de verhoging van de bezuiniging op het Vrijetijdshuis in 07.03.


Besparing 2012 in €

Besparing 2013 in €

€ 3.303.198

Besparing 2014 in €

€ 3.303.198

Besparing 2015 in €

€ 3.303.198

€ 3.303.198 € 593.077

€ 3.303.198

€ 3.303.198

€ 4.880.000

€ 5.075.000

€ 1.290.000

€ 1.760.000

€ 1.000.000

€ 1.000.000

€ 1.045.000

€ 1.104.000

€ 1.604.000

€ 1.604.000

€ 8.215.000

€ 8.939.000

€ 16.324.739

€ 25.741.915

€ 390.000

€ 390.000

€ 723.000

€ 390.000

€ 3.303.198

€ 10.465.739

20

18

€ 3.896.275

€ 12.243.915

€ 2.245.000 € 2.010.000

€ 390.000

19

14

18

€ 2.619.000 € 9.275.000

19/20

€ 723.000

14

€ 130.000

€ 195.000

€ 65.000

€ 1.052.000

€ 195.000

19

17

14

€ 1.247.000

14

€ 200.000

€ 200.000

€ 200.000

€ 210.000

€ 200.000

€ 200.000

€ 200.000

€ 210.000

€ 11.273.329

€ 13.026.782

€ 14.517.282

€ 19.644.385

€ 33.806.452

€ 38.162.285

€ 56.787.127

€ 75.930.885

ls gevolg van amendement 3 bij de Statenvergadering van A 11 juni 2010 over de Agenda van Brabant, is besloten de ­provinciale financiële inzet in het Vrijetijdshuis terug te brengen met € 400.000 (ipv € 300.000). Het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant beziet in 2014 in hoeverre vanuit de kerntaak economie aanvullende incidentele middelen benodigd zijn. De verhoging van de structurele bezuiniging in 07.03 maakt dat de verlaging van de bezuiniging in 07.01 (PRVMZ) budgettair neutraal gedekt wordt. In de geplande bezuiniging van 07.03 voor 2015, zit een ­bedrag van € 6.533.000 geplande bezuiniging op Cubiss.

Het gaat om een geplande korting van 100% op de provinciale taak in het bibliotheeksegment. Als gevolg van amendement 29 bij de Statenvergadering van 11 juni 2010 over de Agenda van Brabant, is besloten de ­provinciale financiële inzet in het bibliotheeksegment met in ieder geval 15% te beperken. Over de uiteindelijk te hanteren bezuiniging wordt nog overleg gevoerd. Als de uiteindelijke ­bezuiniging minder dan de nu geplande 100% zal betreffen, dan wordt alternatieve dekking voor de weggevallen bezuiniging gezocht binnen de r­ eguliere begroting (bijvoorbeeld binnen de programma’s 06 en/of 07).

83


De vijf grote steden van Brabant (Tilburg, Eindhoven, ’s-Hertogenbosch, Breda en Helmond, samen de B5) “De Agenda van Brabant straalt lef en focus uit.” De vijf steden willen graag samen met de provincie plannen uitwerken. En dan gaat het niet alleen om de steden, maar om de totale kracht van Brabant, inclusief het landelijk gebied en de dorpen. “Ons imago is positief en ijzersterk.”

Een aantal kleine gemeenten en de Vereniging Kleine Kernen vraagt aandacht voor de impact voor: ‘de Brabander als mens die woont en leeft in een van de 68 gemeenten van onze provincie’. Gemeente Zundert: “Laat de investeringen ook ten gunste k­ omen aan tastbaarheden voor de Brabander ‘om de hoek.” Vereniging Kleine Kernen: “Essent middelen moeten ten goede komen aan innovatieve strategieën en maatschappelijke thema’s van het platteland.”

Secretaris Henk Oderkerk van de Brabants Zeeuwse W ­ erkgevers (BZW). BZW-secretaris Henk Oderkerk: “Wat ons aanspreekt is dat het niet domweg bezuinigingen zijn. De provincie maakt gerichte keuzes waarover goed is nagedacht.” De BZW is blij dat daarbij de economie en de ruimte in Brabant voorop staan.

Ben Huisman van IVN Regio Zuid vindt dat bezuinigen op Natuur- en Milieu-Educatie (NME) niet slim is “omdat wij het geld dubbel en dwars ­terugverdienen voor de provincie”.

Directeur Gerard van Etten van Sensoor: “Steeds meer mensen met problemen kloppen aan bij de telefonische hulpdienst Sensoor. De Provincie wil de subsidie stopzetten. De aandacht voor kwetsbare ­mensen komt door deze plannen in serieus gevaar.”


Mieke Geeraedts, VVD “Een sterke economie zorgt voor banen, biedt kansen aan ondernemers en geeft welvaart aan burgers. Investeren in een goed leef- en vestigingsklimaat is daarom een ‘must’. Zorg daarbij wel voor heel duidelijke criteria en beslissingsregels.”

John Arkes, PvdA “We zien de noodzaak tot bezuiniging van die € 75 miljoen. Milieufederatie, natuur­ educatieclubs, Brabants Landschap… sla de handen nu ineen. Zoek veel meer samenwerking. Om zo met minder geld meer te bereiken.”

Marusjka Lestrade-Brouwer, D66 “Noord-Brabant heeft veel vrijwilligers, bij veel organisatie. Vaak dragen die vrij­ willigers kosteloos bij aan uitvoering van ons beleid. Denk aan het bijhouden van de natuur. Dan moet je dat financieel mogelijk maken.”

Spencer Zeegers, SP “Waarom taken aan gemeenten overlaten die het nu juist moeilijk hebben? De top is niet te bereiken zonder goede basis. Sommige bezuinigingen willen we dan ook terugdraaien. Weerloze waarden verdienen extra steun, zoals sociale hulpdiensten en natuur.”

Birgit Verstappen, Partij voor de Dieren “We betalen een dure prijs voor kiloknallervlees. Stankoverlast, bodemuitputting, verlies aan biodiversiteit. Met de klimaatcrisis kunnen we onmogelijk bezuinigen op natuur en milieu. Integendeel: we moeten bodem, lucht en water beschermen.”



Deel 3 Investerings足 strategie Brabant 足 investeert in de toekomst


Inhoud


1 Aanleiding

90

2 Ambitie en focus

94

3 Afwegingskader en investeringsstrategie

98

4 Investeringsdomeinen

102

5 Vervolgproces

112

89


1 Aanleiding


niet vanzelfsprekend gegarandeerd. Gezien de mondi­ ale verschuivingen zijn extra inspanningen vereist om aansluiting te houden bij de Europese top. Centrale doelstelling van de investeringsstrategie is een structuurversterking van

Van essentieel belang is een richtinggevend perspectief

het bijzondere vestigings- en leefklimaat

op de toekomst van Brabant, een stip op de horizon.

in Brabant. Structuurversterkende inves-

Een dergelijk perspectief maakt het mogelijk om koers

teringen in onderscheidende kwaliteiten

te houden in een sterk veranderde wereld. Met de

zijn nodig wil Brabant tot de top van de

Agenda van Brabant geven we die richting, vanuit de

(industriële) kennis- en innovatieregio’s

idee dat we als provincie een belangrijke taak hebben

in Europa blijven behoren. Duurzame

in de positionering van de regio in de mondiale

welvaart en welzijn van Brabant en de

netwerk­economie. De inzet is helder: vanuit onze kracht

Brabanders zijn erbij gebaat. Samen­

en specifieke positie willen we bij de Europese top van

hangende investeringen op een vijftal

kennis- en innovatieregio’s blijven behoren. Dat vraagt

investeringsdomeinen met een brede,

niet alleen om privaat initiatief, maar juist ook om een

maatschappelijke multiplier, kunnen de

publieke investeringsstrategie. Uitgaande van de

beoogde structuurversterking tot stand

Brabantse sterktes in (bestaande) bedrijvigheid,

brengen.

onze kennispositie, kennisnetwerken en -infrastructuur liggen er volop investeringskansen.

Aanleiding Publieke investeringen in de toekomst

Uit de Brabantse Kennisinvesterings-

van Brabant

agenda (foto 2009), een provinciale

Evenals andere regio’s in Europa bereidt de provincie

vertaling van de nationale Kennis­

Noord-Brabant zich voor op de toekomst. Dat doen we

investeringsagenda (KIA), blijkt dat we

met vertrouwen en vanuit eigen kracht. In het verleden

nog een weg te gaan hebben. Publieke

hebben we bewezen succesvol op maatschappelijke

investeringen in kennis en innovatie

veranderingen in te kunnen spelen en sterker uit

blijven achter ten opzichte van de

economisch moeilijke tijden te komen. De klimaat-,

nationale en Europese doelstellingen en

kennis- en economische crisis versnellen de fundamen­

ambities. Nederland en Noord-Brabant

tele veranderingen die de Brabantse samenleving op

zijn ver verwijderd van de nationale

dit moment doormaakt. De wereld van na de crisis

KIA doelstelling dat 1% van het BNP

zal een andere zijn dan de wereld die we vandaag

aan publieke R&D wordt uitgegeven.

kennen.

Deze doelstelling is gebaseerd op de zogenaamde Lissabon doelstelling en

Hoe die wereld er precies uit zal zien weet natuurlijk

houdt in dat landen in totaal 3% van

niemand. Duidelijk is wel dat opkomende landen als

het BNP aan R&D uitgeven: 2% privaat

China, India en Brazilië in de nabije toekomst een

en 1% publiek.

groot deel van de mondiale economische groei voor hun rekening ­zullen nemen. Tegelijkertijd zijn er forse uit­dagingen op het terrein van energie en klimaat, met gevolgen voor de voedsel-, water-, en energieketens. De internationale kenniswereld stort zich momenteel ­­op duurzame technologieën om daarmee een bijdrage te leveren aan de mondiale duurzaamheidsproblematiek. De vraag is of Brabant in die nieuwe mondiale econo­ mie de vooraanstaande positie die als industriële innovatieregio innemen, kan behouden en versterken. Brabant heeft een goede uitgangspositie, maar deze is

91


Positionering investeringsstrategie

effect kunnen worden ingezet ten behoeve van de

Met de verkoop van de aandelen Essent zijn middelen

­ambitie zoals verwoord in de Agenda van Brabant.

vrijgekomen die zijn opgebracht door de Brabanders.

Concreet wordt voorgesteld te komen tot een apart

Ons streven is om deze middelen ten bate van de toe­

­investeringsfonds gericht op 5 investeringsdomeinen

komst van Brabant en de Brabanders aan te wenden.

met daaraan gekoppeld een set van spelregels

Het betreft lange termijn maatschappelijke investeringen

­(investeringscriteria).Gedeputeerde Staten ontwikkelen

ten behoeve van de structuurversterking van het sociaal-

na de zomer concrete voorstellen en leggen deze ter

culturele, ecologische en economische kapitaal van

besluit­vorming aan Provinciale Staten kunnen voor.

onze regio. Financieel kader De hier gepresenteerde investeringsstrategie dient

De vervreemding van de aandelen Essent levert de

­gepositioneerd te worden in het verlengde van het

­provincie Noord-Brabant middelen op die deels ter

1

­profiel van de Provincie Noord-Brabant, zoals voor­

­compensatie van het dividend rentedragend worden

gesteld met de Agenda van Brabant . Op basis van

­belegd en deels beschikbaar zijn voor lange termijn

de Agenda van Brabant schetsten wij in voorliggende

maatschappelijke investeringen. Het bedrag dat

notitie de nadere uitwerking en verdieping van de

­beschikbaar is voor investeringen in de toekomst

­investeringsstrategie. Met de investeringsstrategie geven

van ­Brabant bedraagt circa € 1000 miljoen. De hier

wij aan op welke cruciale domeinen geïnvesteerd dient

­ge­presenteerde investeringsstrategie richt zich na­

te worden om de welvaart en het welzijn van Noord-­

drukkelijk op de inhoudelijke focus van het investerings­

Brabant voor de langere termijn te waarborgen. De vijf

bedrag.

voorgestelde investeringsdomeinen vloeien logischerwijs voort uit uw oriënterende uitspraken op de Statendag op 12 februari en het nieuwe, aangescherpte profiel van de provincie, zoals beoogd met de Agenda van Brabant. De basis voor deze uitwerking is mede gelegd met het ‘Investeringsprogramma Essent’, waarvan de hoofd­

Het bedrag van € 1000 miljoen is als

lijnen reeds zijn verwoord in Statenvoorstel 18/09 A

volgt tot stand gekomen. De verkoop

(“Investeringsprogramma Essent”) en met ­Provinciale

van de aandelen Essent levert per

Staten besproken in april 2009. De inhoudelijke

saldo € 2.631 miljoen op. Ten einde

­afwijkingen ten opzichte van de investeringsagenda

binnen de begroting structureel de

­Essent hangen samen met het op 20 november 2009

dividend­inkomsten te compenseren,

genomen besluit (Statenbesluit 71/09) om de

is een bedrag van € 123 miljoen per

‘investeringsagenda ­Essent’ te positioneren in het licht

jaar nodig. Het bedrag van € 123

van de Agenda van Brabant. Als gevolg van het aan­

miljoen wordt mede gevoed door

gescherpte profiel, met focus op kerntaken en –rollen,

opbrengsten vanuit een stamkapitaal

zijn door ons College ­andere accenten gezet, passend

van € 1.630 miljoen. Totaal resteert

bij de visie en ambitie van de Agenda van Brabant.

een beschikbaar investeringsbedrag van € 1000 miljoen (€ 2.631miljoen

De hier gepresenteerde investeringsstrategie geeft een

minus € 1.630 miljoen stamkapitaal).

inhoudelijke voorzet voor de wijze waarop de beoogde investeringen gericht en met een zo maximaal mogelijk

1 Op 10 november 2009 hebben Provinciale Staten besloten

Brabant: herbezinning en voorbereiding besluitvorming (kern)

de nadere verdieping en uitwerking van het “Investerings­

taken en rollen, mede in het licht van financiën en bestuurlijke

programma Essent” te positioneren in het verlengde van de

herpositionering en uitdagingen voor Brabant”

Agenda van Brabant: Statenbesluit 71/09 E “De agenda van

92


Opbouw notitie Uitgaande van de ambitie die is verwoord in de Agenda van Brabant en het daarmee samenhangende profiel van de provincie, formuleren we randvoorwaarden en criteria waaraan projecten in het kader van de investerings­ strategie dienen te voldoen. Tevens schetsen we een ­aantal domeinen waarop de investeringen zich dient te richten. Hoewel de hier gepresenteerde domeinen in grote lijnen overeenkomen met de in april 2009 ­(Statenvoorstel 18/09 A) voorgestelde vier investerings­ pijlers (kennis en innovatie, bereikbaarheid, duur­zame energie en kwaliteit van leefomgeving), zijn er op ­punten ook wijzigingen opgetreden op grond van de ­inhoudelijke heroriëntatie die heeft plaatsgevonden met de Agenda van Brabant.


2 Ambitie en focus


Ambitie en focus Vestigings- en leefklimaat Met de Agenda van Brabant en een daarvan afgeleide

en te onderhouden. Een leefklimaat waarin onder­

provinciale agenda wordt voorgesteld in te zetten op

nemers, gemeenten, waterschappen, culturele-,

het vestigings- en leefklimaat in Brabant om zorg te

kennis- en onderwijsinstellingen en maatschappelijke

dragen dat Brabant tot de top van de (industriële)

organisaties optimaal functioneren en een bijdrage

kennis- en innovatieregio’s in Europa blijft behoren.

leveren aan duurzame welvaart en welzijn van de

In 2020 concentreert de provincie zich op een beperkt

Brabantse burgers en bedrijven. Daarnaast heeft de

aantal ambities gekoppeld aan het vestigings- en leef­

provincie een belangrijke taak bij de positionering

klimaat van Brabant, die voor de regio van cruciaal

van de regio in de internationale netwerkeconomie.

belang zijn. De provincie heeft de taak om een doeltreffende, goed geordende, ontsloten, gezonde, aantrekkelijke en diverse omgeving te ontwikkelen

Kennis- en innovatieregio’s in Europa

maatregelen te treffen. Van dat laatste zijn Helsinki, Stockholm en München interessante voorbeelden. Nationale en

Industriële kennis- en innovatieregio’s

­regionale overheden hebben voor een

in Europa waaraan Brabant zich kan

sterke stimulans gezorgd om de kennis-

spiegelen, zoals Oberbayern (München),

en innovatie-economie te laten floreren.

Stockholm en Nordrhein-Westfalen,

Zo stimuleert de Landesregierung van de

hebben allen een publiek-private investe-

deelstaat Beieren (Freistaat Bayern) al

ringsstrategie ontwikkeld om het regio­

sinds het begin van de jaren negentig zeer

nale innovatiesysteem te vernieuwen.

actief de ontwikkeling van kennis­

Onder het innovatiesysteem wordt

intensieve bedrijvigheid. Tevens wordt

het complex van instellingen en spelers

­stevig ingezet op versterking van de inter-

verstaan die een rol spelen in de ver­

nationale economische relaties en cluster-

nieuwing van de economie. In veel van

vorming in nieuwe, duurzame technologie-

dergelijke regio’s bieden oude universi­

ën. Daarnaast is er aandacht voor de

teiten een basis voor de nieuwe kennis­

­quality of life van de regio. In veel kennis-

economie. Daarnaast zijn vrijwel zonder

regio’s is niet voor niets sprake van bij­

uitzondering sterke internationale

zondere gebeurtenissen of evenementen

bedrijven aanwezig. Dominante global

op het terrein van sport en cultuur die

players nemen met de kennisinstellingen

mee hebben geholpen om de regio op de

het voortouw, waarbij overheden slim

kaart te zetten, media aandacht te trekken

kunnen anticiperen door ruimte te bieden

en die tegelijkertijd beeldbepalende

binnen heldere kaders en stimulerende

­gebouwen achterlaten in het landschap.

95


Doel is om het vestigings- en leefklimaat zodanig te

werkers en topvoorzieningen op het gebied van sport

beïnvloeden, dat Brabant vanuit een Europees en mon­

en cultuur.

diaal concurrentieperspectief aantrekkelijk, duurzaam en welvarend wordt en blijft. De belangen van enerzijds economische expansie en innovatie en anderzijds de kwaliteit en verscheidenheid van het woon- en ­leef­milieu moeten met elkaar in evenwicht worden ­ge­houden. Het vestigings- en leefklimaat wordt bepaald door een groot aantal basiskwaliteiten, die het scala van people, planet en profit bestrijken (Telos-driehoek, 3 P’s). Daarnaast zijn onder meer de kwaliteit van het kennis- en innovatieklimaat, het fiscale klimaat en het systeem van corporate governance van belang. Deze elementen van het vestigingsklimaat worden ­buiten beschouwing gelaten, omdat ze nationaal dan wel internationaal worden bepaald en zich niet of ­nauwelijks lenen voor regionale differentiatie. Onderscheidende kwaliteiten van Brabant Bij het vestigings- en leefklimaat gaat het enerzijds om de standaardkwaliteiten van een regio. Er is immers een aantal zaken dat je gewoon voor elkaar moet hebben. Als die niet op orde, ben je ‘af’ in de internationale concurrentiestrijd tussen (stedelijke) regio’s. Denk bijvoorbeeld aan factoren als arbeids­ markt, ondernemerschap, kwaliteit van onderwijs en goede bereikbaarheid. Deze sociale, culturele en ecologische kwaliteiten van onze provincie kennen niet alleen een intrinsieke waarde, maar zijn tevens een noodzakelijke randvoorwaarde voor het realiseren van de nieuwe agenda. Anderzijds worden onderscheidende criteria in de concurrentiestrijd tussen steden en regio’s steeds belangrijker. De onderscheidende criteria hebben meer en meer met omgevingskwaliteit te maken (zie Agenda van Brabant, hoofdstuk 3). Het succes van Brabant is in toenemende mate afhankelijk van een hoogwaardig vestigingsklimaat en goede collectieve voorzieningen. Om burgers en bedrijven te boeien en talenten te binden, is niet alleen het werk of salaris van belang, maar is de ­leefomgeving een doorslaggevende factor. Juist op de terreinen van woon- en leefomgeving, natuur- en landschaps­ontwikkeling, openbaar vervoer en regio­ naal economisch beleid is de regio minder gebonden aan nationale kaders, en kan zij zich duidelijk van ­andere (Europese) regio’s onderscheiden, vooral door wel­bewuste profilering van typisch regionale kwaliteiten en omstandigheden. Op deze punten moet de inter­ nationale concurrentiestrijd worden gewonnen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan kennisinstellingen van wereld­ formaat, aantrekkelijke woon- werkmilieus voor kennis­

96



3 Afwegings足 kader en investerings足 strategie


Afwegingskader en investeringsstrategie Voorwaarden voor concurrerend klimaat Afwijkend van de ‘reguliere’ provinciale middelen, is de investeringsstrategie gericht op de structuurversterking

zijn op te lossen binnen de bestaande “reguliere” provinciale kaders en/of middelen.

3 De investeringen zijn aantoonbaar structuur­ versterkend voor de onderscheidende kwaliteiten van de Brabantse kennisregio;

4 De investeringen hebben een aantoonbaar multiplier­

van de onderscheidende kwaliteiten van de regio,

effect, ofwel prikkelen tot investeringen van derden;

juist vanuit internationaal perspectief. Het investerings­

de multiplier varieert al naar gelang het type project

strategie ondersteunt daarmee de internationale concurrentiepositie van de Brabantse regio in Europa.

en/of programma;

5 Het gaat niet om (eenmalige) consumptieve bestedingen

De provincie zorgt voor de ruimtelijk-economische regie

maar om duurzame investeringen (én investerings­

op regionale schaal, zodat de noodzakelijke randvoor­

relaties) met waar mogelijk en/of kansrijk een

waarden worden gecreëerd voor draagvlakvergroting van de toppen van het hoger onderwijs in Brabant met de toppen in de publieke en private sector in Brabant.

­revolverend karakter;

6 We subsidiëren niet, maar investeren bij voorkeur via (risicodragende) participatie, zoals bijvoorbeeld revolving funds, garantiefondsen, participatiefondsen,

Met behulp van de investeringsstrategie regisseert de provincie de voorwaarden voor een concurrerend ­ves­tigingsklimaat in Brabant. Op dit moment is het draag­ vlak voor allerlei typen hoogwaardige voorzieningen in Noord-Brabant te klein, zeker bezien vanuit een inter­ nationaal perspectief. In kwalitatief opzicht worden

benefit sharing, Publiek-Private Samenwerking (PPS-constructies), etc;

7 Middelen worden gericht en strategisch ingezet om condities te scheppen waaronder het met name voor private partijen aantrekkelijk is om te participeren

8 Het gaat om een daadwerkelijk extra investerings­

voorzieningen op topniveau gemist, die juist van belang

impuls; de investeringen dienen niet in de plaats

zijn voor het aantrekken en vasthouden van “talent”

te komen van andere middelen (geen tekorten in

(kennis- en cultuurwerkers als dragers van de kennisregio).

­lopende exploitatie opvullen);

9 Om de provinciale investeringsstrategie zoveel Doelstelling van het investeringsprogramma is om een

­mogelijk te versterken en/of te verdiepen, is afstemming

zo maximaal mogelijk maatschappelijk effect te bewerk­

met de gemeentelijke, rijks- en Europese agenda

stelligen. De inzet van de middelen moet zo veel mogelijk

noodzakelijk. Een optimale benutting van Europese-

verleiden tot grotere inspanningen van anderen.

en rijksmiddelen beredeneerd vanuit de Brabantse

En dat geldt voor zowel andere overheden als private

opgaven dient daarbij voorop te staan.

organisaties en instellingen. Investeringen dienen een multiplier-effect (sneeuwbaleffect) te hebben op

Ad 4. Maatschapelijke multiplier

bedrijfs­investeringen en investeringen van gemeenten,

De hier beoogde investeringen dienen een brede,

maatschappelijke organisaties, kennis- en onderwijs­

­maatschappelijke multiplier te genereren. De omvang

instellingen (onderwijs en onderzoek).

van het multiplier-effect zal wel verschillen per type ­investering. Zo kan in algemene zin ten aanzien van

Criteria voor investeringsvoorstellen

­investeringen in de kenniseconomie (kennisbenutting,

Op basis van de ambitie van de Agenda van Brabant

innovatie, aantrekken kenniswerkers, etc.) worden vast­

en de focus op het vestigings- en leefklimaat, onder­

gesteld dat deze gunstig uitpakken. Het aantrekken van

scheiden wij de volgende investeringscriteria:

kenniswerkers bijvoorbeeld rendeert. Kenniswerkers zijn van belang omdat ze een positief effect hebben op

1 Doelstelling van het investeringsprogramma is synergie door samenhangende investeringen in de toekomst van Brabant als (industriële) kennis- en innovatieregio;

2 Uitgangspunt is dat de middelen enkel worden ­besteed aan programma’s en projecten die niet

2 Op bedrijfsniveau leidt een stijging van het gemiddelde oplei­ dingsniveau met één jaar tot ca. 8% extra productiviteit, op ma­

de productiviteit en innovatiekracht van de regionale economie2. Het gaat dan niet alleen om hoger opgeleid personeel, maar ook mensen op MBO-niveau die kennis kunnen toepassen en gebruiken. Vooral in het Brabantse MKB vervullen MBO’ers een cruciale rol bij de imple­

croniveau tot 6% extra BBP per hoofd van de bevolking. Zie hiervoor ook de Brabantse Kennisinvesteringsagenda 2009.

99


menteren of versnellen van een innovatie. Uit recent

de verschillende stromen naar een integrale agenda die

economisch onderzoek blijkt dat vergroting van de

is beredeneerd vanuit de opgaven van de Agenda van

­kennis en vaardigheden van de beroepsbevolking

Brabant.

direct leidt tot een hogere productiviteit. Tevens is bekend dat banen in R&D een grote multiplier hebben

Investeringsstrategie

in productie en indirect in dienstverlening: één baan in

Bij het vormgeven van de investeringen dient rekening

R&D levert 8 tot 10 banen in productie, diensten en

te worden gehouden met verantwoordelijkheden en

service op3. Ook voor investeringen in bereikbaarheid

rollen van anderen. Bij de uitvoering worden allianties

zijn positieve effecten bekend. Maatschappelijke

betrokken, waarin zoveel mogelijk wordt samengewerkt

Kosten- en Baten Analyses (MKBA’s) hebben aangetoond

met gemeenten, marktpartijen en maatschappelijke

dat investeringen in de infrastructuur in Brabant renderen

organisaties. De Provincie investeert:

voor heel Nederland. Hoewel aan de multiplier-effecten van natuur- en landschaps­investeringen in economisch opzicht tot nu toe minder aandacht is besteed, blijkt uit recent onderzoek dat investeren in natuur en landschap wel degelijk loont, en breed maatschappelijk effect ­sorteert.4

• Alleen als we daadwerkelijk het verschil kunnen maken en toegevoegde waarde hebben; • Er sprake is van een aantoonbaar provinciaal belang en/of bijdrage aan provinciale beleidsdoelstellingen; • Wanneer een ander kan investeren, doen wij het niet (geen overname van beleids- en investeringsverant­

Ad 6. Risicodragende participatie Als uitgangspunt wordt gehanteerd dat risicodragende

woordelijkheden); • We doen het samen, omdat we erkennen dat de

participaties met (gedeeltelijk) terugverdienpotentieel

investeringsagenda alleen vanuit partnerschappen

(revolvererend) de voorkeur hebben boven het verstrek­

en gericht samenwerken tot resultaten leidt;

ken van subsidies. Niet alleen wordt hiermee (meer) recht gedaan aan het principe dat vermogen zoveel mogelijk revolverend moet blijven, maar vooral ook wordt hiermee het multiplier-effect vergroot.

• Er moet sprake zijn van projecten op (boven)­ regionaal niveau; • De investeringen moeten aantoonbaar bijdragen aan een duurzame ontwikkeling van Brabant (Telos-driehoek; people, planet, profit);

Ad 9. Relatie met externe agenda’s

• De investeringen dienen een structuurversterkend

Om met de investeringsstrategie zoveel mogelijk aan

karakter te hebben. De investering moet resulteren in

te sluiten bij de rijks- en Europese agenda, om deze

een ‘schaalsprong’ op een onderscheidend onderdeel

te kunnen versterken en/of verdiepen, is afstemming

van het vestigings- en leefklimaat in Brabant.

­noodzakelijk. Op Rijksniveau is discussie gevoerd over bestrijding van de economische recessie, waarbij ook

Ons inziens zijn voor het welslagen van het programma

naar investeringen in de kenniseconomie is gekeken.

om een aantal redenen partnerschappen van essentieel

Daarnaast beschikt het Rijk over FES-middelen die in

belang. Ten eerste vanuit de gedachte dat ‘multipliers’

principe voor een belangrijk deel in innovatie worden

gewenst zijn om daadwerkelijk het verschil in de

geïnvesteerd. Tenslotte geldt dat programma’s als

Brabantse samenleving te kunnen maken. Ten tweede

­Pieken in de Delta, OP-Zuid en verschillende Interreg-

omdat de maatschappelijke opgaven die verband

programma’s mogelijkheden bieden om projecten en

houden met Agenda van Brabant integraal van karakter

ontwikkelingen tot stand te brengen. Al die programma’s

zijn en vrijwel nooit door ons als middenbestuur zelf­

verlenen subsidies “om niet”. Daarbij is ook nog eens

standig op te pakken zijn. Tot slot omdat de beoogde

sprake van een grote mate van overlap tussen de diverse

structuur­versterking op de onderscheidende kwaliteiten

instrumenten die door verschillende instanties worden

van Brabant om afstemming vraagt tussen sectoren en

aangeboden. Winst is te be­halen bij het bundelen van

schaalniveaus.

3 Als voorbeeld kan de regio Eindhoven/Brainport dienen. Hier

4 LEI-UR Wageningen, Investeren in het Nederlandse Landschap.

werken 14.000 onderzoekers. Deze onderzoekers genereren

Opbrengst: geluk en euro’s, 2007. De belangrijkste conclusie

112.000 tot 140.000 banen in productie en service en 9,2

ervan luidt dat het voor de maatschappij loont om in het land­

mld euro aan toegevoegde waarde. Zie o.a. Stichting

schap te investeren. De berekening van kosten en baten levert

Brainport, Brainport Navigator 2013, Eindhoven, 2006.

een positief saldo van 17,8 miljard euro op.

100


Onafhankelijke kwaliteitstoets Om de juiste keuzes te maken en ervoor te zorgen dat de investeringen ook daadwerkelijk toekomstgericht, structuurversterkend en duurzaam zijn, achten wij het wenselijk dat externe partijen een onafhankelijke toets uitvoeren bij de voorgestelde investeringsbeslissingen. Afhankelijk van de beoogde investeringen kunnen ­verschillenden partijen worden benaderd. Niet alleen kan hierbij gedacht worden aan maatschappelijke ­organisaties, (Brabantse) kennisinstellingen en (mede) overheden maar ook aan gezaghebbende bestuurders en -vertegenwoordigers uit het internationale bedrijfs­ leven. Er zal advies gevraagd worden over de inhoudelijke kwaliteit van de investeringsvoorstellen, de onderlinge samenhang tussen de investeringsvoorstellen en moge­lijke inhoudelijke verbindingen tussen de investeringsdomeinen (zie hoofdstuk 4). Tevens kan bij investeringsvraag­ stukken worden gevraagd naar mogelijk nieuwe vormen van samenwerking en taakverdeling tussen publiek en privaat.

101


4 Investeringsdomeinen


Investeringsdomeinen

­mobiliteit, kwaliteit van de leefomgeving, regionale ver­stedelijking en landschappelijke verrommeling.5

Inleiding Om van de Agenda en bijbehorende investerings­

Gestreefd wordt naar een benadering die breekt met

criteria te komen tot een investeringsprogramma,

een sectorale insteek en juist vanuit de dynamiek van

­benoemen wij enkele samenhangende investerings­

maatschappelijke processen komt tot dwarsverbanden

domeinen. Deze investeringsdomeinen volgen logischer­

tussen sectoren als economie, natuur, onderwijs,

wijs uit de Agenda van Brabant. In deze paragraaf

­cultuur en ruimtelijke ontwikkeling. Denk bijvoorbeeld

is gekozen voor een uitwerking op hoofd­lijnen van

aan de inzet voor BrabantStad Culturele Hoofdstad

(kansrijke) investeringsdomeinen, zodat in een ­later

2018 dat meer is dan een sectorale cultuuropgave,

stadium voldoende ruimte wordt geboden aan Provinciale

maar alleen kan slagen als er verbinding wordt

Staten om de invulling per domein te ­bespreken en

gelegd met ruimtelijke en economische ontwikkelingen.

­nader uit te werken. Daarnaast biedt deze werkwijze

Het gaat om een geïntegreerde aanpak.

ook de mogelijkheid om, waar mogelijk met maat­ schappelijke partners, het Brabantse b ­ edrijfsleven en

Voorliggende investeringsstrategie betreft een voorstel

Brabantse kennis- en onderwijs­instellingen tot concrete

op hoofdlijnen. Verdere invulling aan concrete voor­

projecten en bijbehorende businesscases te komen.

stellen binnen de domeinen vindt na de zomer plaats.

De provincie zal de komende periode actief naar

Per investeringsdomein zijn mogelijke investeringen

­samenwerking met partners zoeken.

­benoemd die op korte termijn (zeker voor maart 2011 en zo veel eerder als mogelijk) kunnen worden

De investeringen dienen gericht te zijn op de beoogde

gecon­cretiseerd als een eerste tranche van het

structuurversterking en verduurzaming van het vestigings-

investerings­programma (zie tevens paragraaf 5).

en leefklimaat van Brabant in het licht van het streven naar een innovatieve kennis- en innovatieregio. Meer

• Kennis: duurzame innovatie en

dan in het Investeringsprogramma Essent het ­geval

slimme ambachtelijkheid

is, is de provinciale inzet gericht op de ruimtelijk-­

De ambitie van de Agenda van Brabant is er op

economische aspecten van het vestigingsklimaat en

gericht bij de top van de (industriële) kennis- en

de kwaliteit van de Brabantse leefomgeving. Deze

innovatieregio’s in Europa te (blijven) behoren.

­focus vloeit voort uit de Agenda van Brabant en past

Daarbij hoort een publiek innovatiebeleid, gericht

bij het daarin geformuleerde profiel van de provincie.

op versterking van de innovatie, creativiteit en het Brabants ondernemerschap. Het past bovendien bij

Vernieuwende aanpak

de kerntaken van de provincie. De provincie is bij uit­

De investeringsstrategie kent vijf investeringsdomeinen,

stek geëquipeerd om regionaal-economisch beleid

die niet alleen stuk voor stuk hun eigen integrerende

vorm te geven in nauwe samenwerking met de grote

samenhang hebben maar waartussen ook diverse

steden, het Brabants bedrijfsleven en de Brabantse

kruisverbanden bestaan. Deze samenhang en ver­

onderwijs- en kennis­instellingen. De krijtlijnen voor

banden overstijgen sectoren. Vanuit de dynamiek

een dergelijk innovatiebeleid zijn te vinden in de

van maatschappelijke processen in en buiten Brabant

WRR-studie “Innovatie in viervoud” waarin het

wordt gestreefd naar een meer horizontale, program­

organiseren van vitale samenwerking tussen onder­

matische aanpak. Een belangrijk deel van de strate­

wijs, ondernemerschap en overheid centraal staat,

gische uitdagingen en opgaven die in het kader van

evenals het uitlokken van verrassing, het richten op

de Agenda van Brabant zijn geïdentificeerd, spelen

uitdagers en het afdwingen van nieuwe combinaties

zich immers af rond de grensvlakken van sectoren,

tussen sectoren. Bijvoorbeeld tussen de typisch

of het nu gaat om ver­groening van de economie, het

Brabantse traditie van het maken high-tech, cultuur

vergroten van de kenniscomponent in de Brabantse

en design.

economie, kwesties van biodiversiteitsverlies,

5 Telos, PON, BOM en SER Brabant, Dan denk je aan Brabant!, Tilburg, januari 2010

103


Clustervorming wordt gezien als één van de instrumenten om de kennis-kunde-kassa keten in branches en sectoren te versterken. Een campus in combinatie met een cluster heeft het beoogde structuurversterkende effect. Binnen het

Experimenteren door samenwerking

strategische concept van campus- en clusterontwikkeling kan ook een koppeling worden gelegd met kansen voor Brabant op het terrein van duurzame energie. Het betreft

“Praktische technologische vooruitgang

dan mogelijkheden op het gebied van high-tech (solar-­

is anno 2010 het resultaat van de in­

energy), automotive (elektrisch rijden en decentrale net­

teractie, de kruisbestuiving, de samen­

werken) en agro-food en logistiek (biomassa).

werking van ontelbare bedrijven,

Kennis, innovatie, clustervorming en vergroening van

universiteiten en onderzoeksinstituten

de economie komen hier samen.

verspreid over de hele wereld. We kunnen kennis alleen vermeerderen door kennis te delen. Nieuwe strate­ gische ideeën, niet alleen op technisch gebied, worden steeds vaker geboren in het veld, niet aan de top. Daar, aan de frontlinie, moeten mensen

Hechte relaties in de keten

zich vrij voelen om te leren, om te experimen­teren, om nieuwe vormen

Kennis en productie hebben elkaar

van samenwerking aan te gaan.”

nodig, en kunnen elkaars aanwezigheid versterken. Een aansprekend

Harry Hendriks,

voorbeeld is ASML met haar sterke

voorzitter directie Philips Nederland, 2010

regionale toeleveranciersketen. ASML is wereldmarktleider op basis van haar technologische voorsprong. High tech in optima forma. Haar machines bestaaan grotendeels uit modules die in het regionale MKB

Het stimuleren en ondersteunen van valorisatie van

worden gefabriceerd. In die bedrijven

­kennis via open innovatie is noodzakelijk om de ambitie

is een sterke mix van WO-HBO-MBO

van de agenda waar te kunnen maken. Daarbij dient te

medewerkers aanwezig. Bijzonder is

worden aangesloten bij de typische behoeften en kansen

ook de wederzijdse afhankelijkheid

in het Brabants bedrijfsleven en de Brabantse onderwijs-

tussen ASML en haar toeleveranciers.

en kennisinstellingen. Een kansrijke investeringslijn is de

ASML vraagt het regionale MKB

verdere ontwikkeling van de open-innovatieaanpak via

innovaties te ontwikkelen.

het campusconcept. Campusontwikkeling is een belangrijk middel voor het structureel vergroten van de kenniscomponent in de ­Brabantse economie. Versterking van de economie wordt verkregen door bundeling van krachten en flexibiliteit

Bij de inzet op campusontwikkeling is het noodzakelijk

in kansrijke economische clusters en het leggen van

te komen tot een regionale, liefst grensoverschrijdende,

­verbindingen tussen verschillende clusters. Kans­rijke

agendavorming. De kans op wildgroei van (lokale)

­economische clusters in Brabant zijn maintenance,

valleys en campussen is ook in Brabant levensgroot

­logistiek, agro-food, life sciences, pharma, automotive

aanwezig. Campussen schieten als paddestoelen uit

design en high tech. Belangrijk voor campus­ontwikkeling

de grond. Het gaat om heldere keuzen ten aanzien van

is dat deze niet geïsoleerd gaat plaats vinden, maar

de meest kansrijke clusters, die ook in Europees opzicht

wordt gekoppeld aan (krachtige) clusters.

duidelijk toegevoegde waarde hebben en structuur­ versterkend zijn voor de regionale economie. Zoals SER Brabant terecht opmerkt dient de lat hoog te liggen.6

104


Campusontwikkeling moet in feite worden gezien als een

• De bereikbare regio

samenhangend strategisch concept in het kader van de

Naast het innovatieve vermogen vormt bereikbaar­

Agenda voor Brabant. Bij de verdere ontwikkeling van

heid een van de meest bepalende factoren achter

het concept is de aanwezigheid en directe betrokken­heid

een succesvolle regionale economie. Dat geldt in het

van een grote trekker van belang, zowel aan de bedrijven­

bijzonder voor Brabant, met haar sterke logistieke

kant (bij voorkeur multinational) als aan de kenniskant

sector, internationale oriëntatie en strategische lig­

(MBO, HBO en/of universiteit).

ging tussen Randstad, Vlaamse Ruit en Ruhrgebied en de havens van Rotterdam en Antwerpen. De focus in dit investeringsdomein is erop gericht de (inter)nationale en intraregionale bereikbaarheid van de regio te optimaliseren. Brabant is een belangrijke vervoersschakel in Noord­ west-Europa. Brabant ligt aan vitale en drukke ver­

Mogelijke richting eerste tranche

keerscorridors die de Randstad maar ook Vlaanderen verbinden met Zuid Nederland en het verdere Euro­ pese achterland. Alleen al rond Eindhoven komen zes

Investeren in de kennisinfrastructuur

snelwegen bij elkaar. Dit kruispunt van infrastructuur

van Brabant is van cruciaal belang

is niet alleen van groot belang voor het bereikbaar

voor het welslagen van de ambitie als

houden van de Mainportregio’s Amsterdam, Rotter­

(industriële) kennis- en innovatieregio.

dam en Antwerpen, maar ook voor ontsluiting van de

Vanuit de specifieke rol en positie van

aangrenzende regio’s als Greenport Venlo en het snel

de provincie kan worden gedacht aan

groeiende Agrofoodcluster aan de noord-oostkant

het optimaliseren van de vestigingscon-

van de regio rond Uden-Veghel. De bereikbaaarheid

dities voor kennisintensieve bedrijvig-

van de Zuidoostvleugel (waaronder de wegenruit

heid. Het gaat dan om investeringen in

rond Eindhoven-Helmond) is een belangrijke voor­

kansrijke economische clusters, het

waarde voor de verdere ontwikkeling van de

aantrekken van kennisinstellingen,

­Brainport. De regio zelf profiteert optimaal van de

wetenschappelijke en onderzoeks­

corridors als ontsluiting voor zowel het personen-

instellingen, door middel van publieke

(wegen en OV) als het goederenvervoer naar andere

R&D gelden en het stimuleren van de

delen van Nederland en het verdere achterland.

open-innovatieaanpak. Concreet kan

Daarnaast vervullen onderdelen van de corridors een

gedacht worden aan financiële bij­

essentiële functie voor het regionale verkeer.

dragen voor vestiging van kennis en researchcentra, waardoor zowel het

Uit de Netwerkanalyse BrabantStad (2006) blijkt als

fundamentele als toegepaste onder-

gevolg van de forse ontwikkeling van het personen-

zoek in de verschillende kansrijke

en goederenvervoer richting 2020 de bereikbaar­

kennisclusters (high tech systemen &

heid van Brabant ernstig onder druk komt te staan.

materialen, food & nutrition, life sciences

Vervoersstromen nemen toe en de corridors moeten

& medische technologie) een impuls

een alsmaar toenemende nationale en internationale

krijgt. Vestiging van kennis- en

verkeersdrukte verwerken. Mede ter verhoging van

research­centra kan een aantrekkende

het draagvlak voor economische clustervorming

werking hebben op toeleverende (MKB)

en sociaal-culturele voorzieningen van formaat,

bedrijvigheid in de regio.

vraagt dit om investeringen in infrastructuur tussen

Daarnaast kan gedacht worden aan

de omliggende stedelijke netwerken.

investeringen in open-innovatie aanpak met behulp van het concept

Ook bereikbaarheid binnen de regio is van belang,

‘campusontwikkeling’.

niet alleen als onderdeel van de kwaliteit van leef­ omgeving (zie verderop) maar ook als middel om

6 SER Brabant, Kennis werkt!, ’s-Hertogenbosch, oktober 2009

105


de gewenste regionale economische wisselwerking en sociale samenhang te stimuleren. Daarnaast zijn aanzienlijke verdichtingen en kwaliteitsverhogingen van het grondgebruik op knooppunten en anderszins goed ontsloten economische toplocaties in

Mogelijke richting eerste tranche

Brabant(Stad) belangrijk. Daarbij staat niet de auto centraal, maar wordt de kracht van alle modaliteiten

Voor de bereikbaarheidsproblematiek

optimaal benut. De kern van de aanpak is een

in Noord-Brabant vormt de integrale

optimaal functionerend –infrastructuurnetwerk (weg,

aanpak in de Zuidoost-vleugel

spoor, water) voor personen- en goederenvervoer.

Brabant­stad een cruciaal onderdeel,

Regelmatig, frequent, betrouwbaar en toegankelijk

zowel voor de regio Zuidoost-Brabant

openbaar vervoer tussen deze locaties, bijvoorbeeld

als voor de verbinding tussen de

door vrijliggende infrastructuur, is van belang, én

­verschillende mainports en stedelijke

om de doorgaande wegen te ontlasten én om het

netwerken in Nederland. Met de Minister

gebruik van hulpbronnen en de uitstoot van schade­

van Verkeer en Waterstaat is afge­sproken

lijke stoffen te verminderen.

om prioriteit te geven aan de bereikbaarheid van de economische gebieden in de Zuidoostvleugel van BrabantStad (Eindhoven/Helmond en omstreken). Daartoe is een integraal maatregelenpakket ontwikkeld van niet alleen ­bereikbaarheidsmaatregelen, maar ook maatregelen gericht op het versterken van de ecologische en ruimtelijke structuur. Inmiddels is een MIRT-verkenning uitgevoerd (Meerjaren­programma ­Infrastructuur Ruimte en Transport) die de komende tijd verder wordt uitgewerkt. Belangrijk onderdeel uit het maatregelenpakket vormt de wegenruit rond Eindhoven. Investeringen in de Zuidoostvleugel zijn noodzakelijk, maar niet voldoende. Ook spoorprojecten ­(Robel), HOV-projecten (NoordoostBrabant) en infrastructuur-assen zoals de A59 en A58 zijn belangrijk voor de (inter)nationale bereikbaarheid van de regio. Datzelfde geldt voor enkele onderdelen van de regionale weg­ infrastructuur, zoals de N65 en N279. De N279 bijvoorbeeld vormt een ­belangrijke schakel in het wegennet van Oost-Brabant. Capaciteitsverhoging leidt onder andere tot ontlasting van het onderliggende wegennet en kan ruimtelijke, ecologische en landschappelijke winst opleveren.

106


• Leefklimaat: topvoorzieningen Een goed leefklimaat hangt nauw samen met de kwaliteit van de sociale en culturele leefomgeving. Een goede sportieve en culturele infrastructuur zorgt naast het bevorderen van de maatschappelijke binding

Mogelijke richting eerste tranche

- voor een bruisende omgeving. Topvoorzieningen op het gebied van sport en cultuur zijn onderscheidende

Om het culturele en sportklimaat van

criteria die de internationale uitstraling en aantrek­

de regio te versterken en op een hoger,

kingskracht en daarmee de concurrentiepositie van

internationaal plan te krijgen, kan

Brabant vergroten. Sport en cultuurtalenten versterken

concreet worden ingezet op Brabant­

de aantrekkingskracht van onze regio.

Stad Culturele Hoofdstad 2018 en Olympisch Plan Brabant. De provincie

Met betrekking tot topvoorzieningen voor sport

en de partners binnen BrabantStad

kan enerzijds worden aangesloten op het door het

hebben de gezamenlijke ambitie om

kabinet en NOC*NSF vastgestelde ‘Olympisch

Culturele Hoofdstad in 2018 te worden

plan’. Anderzijds bij diverse initiatieven voor

waarmee een krachtiger profilering

topsportaccommodaties door gemeenten en

als mozaïekmetropool kan onstaan.

­sport­organisaties. Met een keuze voor een aantal

Het biedt een krachtige impuls aan

Brabantse kernsporten kan focus worden aan­

vijf steden en hun regio, teneinde een

gebracht in de provinciale inzet.7 Het gaat hierbij

aantrekkelijke, diverse en cultuurrijke

niet enkel om de bouw van topvoorzieningen en

mozaïekmetropool BrabantStad te

accommodaties, maar om de bredere inbedding in

realiseren. De integrale ontwikkeling

de ruimtelijke context (leefomgeving) en de aanhaking

van de culturele infrastructuur is een

op het mobiliteitssysteem (bereikbare regio). Er kan

belangrijke vestigingsfactor voor

immers grote ruimtedruk ontstaan als er gekeken

bewoners, bedrijven, studenten en

wordt naar de eisen van mobiliteit, accommodaties

bezoekreden voor recreanten en

en huisvesting. Tegelijkertijd biedt dit ook kansen.

toeristen in deze metropool. Daarnaast

Het verplaatsen van de vele bezoekers vraagt veel

versterkt het de internationale uitstra-

van een vervoersysteem. Verbetering van deze infra­

ling en zichtbaarheid van de regio als

structuur is cruciaal om aan de voorwaarden van de

kwaliteitsvol, modern en dynamisch

Spelen te kunnen voldoen. Het kan ook helpen een

woon, werk, studie- en verblijfsgebied.

aantal vraagstukken op een duurzame manier op te

In aansluiting op het Olypisch Plan

lossen. Daarbij kan gedacht worden aan de bereik­

2028 werkt Brabant aan verdere

baarheid, het tegengaan van de vervlokking en

bevordering van de uitstraling van

vervlakking van het Brabants mozaïek, de kwaliteit

Noord Brabant door topsport. Gezien

van het landschap en de natuur.

de ondergemiddelde score van Brabant op het gebied van topsportaccommo-

Op cultureel gebied is de kandidaatsstelling van

daties, zijn investeringen in topsport­

BrabantStad als Europese Culturele Hoofdstad 2018

accommodaties gewenst. Om te komen

van belang. Uit onderzoek blijkt dat deze titel

tot een actieplan sport tot 2016 zal

(gemiddeld) een blijvend effect heeft op de vitaliteit

gezamenlijk worden opgetrokken met

van de regio en daarmee op het vestigings- en in­

Brabantstad, sportbonden, onderwijs

vesteringsklimaat voor bedrijven en de aantrekkings­

en bedrijfsleven.

kracht op hoogopgeleiden. Het fungeert als het ware als een ‘deeltjesversneller’ voor lopende ontwikkelingen. Zodoende kan een compleet en onderscheidend cultureel palet worden aangeboden. Niet alleen aan de Brabantse burgers, maar ook aan de bezoekers van buiten Brabant. Het cultureel aanbod wordt naar een hoger plan getild. Daarmee wordt een krachtige profilering van Brabant gestimu­ leerd.

7 Gedacht kan worden aan een keuze voor 5 à 7 kernsporten (wielrennen, hippische sport, voetbal, zwemmen, hockey en mogelijk atletiek en turnen).

107


• Brabants mozaïek

Noord-Brabant. Kloosters, landgoederen, kazernes,

Van cruciaal belang in het licht van de Agenda van

klinieken, fabrieken, kostscholen, maar ook boerderij­

Brabant is aandacht voor het bijzondere woon- en

en vormen een aantrekkelijke en ontspannen setting

leefmilieu in de regio. De aantrekkingskracht van de

voor vergaderen, ontmoeten en contemplatie.

Brabantse steden, dorpen en het platteland is belang­

Daarnaast vormen ze een krachtig beeldmerk waar­

rijk voor zowel de Brabanders zelf als voor bezoekers

mee bedrijven en kennis- en onderwijsinstellingen

van buiten: studenten, ‘creative people’ en kennis­

zich kunnen afficheren naar de buitenwereld.

werkers. De creatie van internationaal wervende centraal-stedelijke en landelijke topmilieus ten behoeve van draagvlakvergroting en kwaliteitsverhoging van de belangrijkste regionaal-stedelijke clusters in Brabant is een belangrijke opgave in dit verband. Het fijnmazig mozaïek van stad en land in Brabant

Mogelijke richting eerste tranche

biedt voldoende aanknopingspunten voor de nieuwe opgave in het licht van de Agenda van Brabant. De

Om de kenmerkende samenhang van

stad en het landschap zijn altijd binnen handbereik en

stad en land in Brabant te versterken

omgekeerd. Het mozaïek moet worden behouden en

kan worden ingezet op herbestemming

verder ontwikkeld. Dit doen we door de identiteit van

en herontwikkeling van een aantal

stad en land leidend te laten zijn voor nieuwe ruimte­

structuurbepalende identiteitsdragers.

lijke ontwikkelingen. Steden stadser en dorpen dorpser.

Het Brabants mozaïek bestaat uit diverse

Daarbij rekening houdend met het vraagstuk van

elementen die landelijk uniek zijn. Zo

­bevolkingskrimp dat zich het eerste zal manifesteren

behoren de talloze monumentale kloos-

aan de ‘randen’ van Brabant. Als gevolg hiervan wordt

tercomplexen die verspreid over de

de verstedelijkingsopgave gedifferentieerder en bestaat

­provincie voorkomen tot oude tekens

naast groei en uit­breiding ook uit herstructurering en

die lijken opgericht om de afkalving van

transformatie van bestaand bebouwd gebied.

het Rijke Roomse Leven te trotseren. Ze geven kleur aan de ‘stoffering’ van het

Het gaat om een duurzame samenhang van de

Brabants landschap en structuur aan de

typische combinatie van stad en land in Brabant.

Brabantse topo­grafie. Er zijn zo’n negen-

BrabantStad en de (lopende) reconstructie van het

tig orden in Brabant. Bij een kwart van

buitengebied zijn belangrijke instrumenten om die

de kloosters wordt inmiddels nagedacht

samenhang op lange termijn te borgen. Bezoekers van

over een mogelijk nieuwe bestemming.

Brabant en de Brabanders zelf houden van het platte­

Het zou mooi zijn als dat economisch

land. De afwisseling van boerderijen, beken en natuur­

zo wordt georganiseerd dat de ziel van

gebieden zorgt voor een aantrekkelijk landschap.

de gebouwen behouden blijft, en ze

Door natuurontwikkeling, hermeandering van beken en

tege­lijkertijd een bestemming krijgen die

de uitbreiding van recreatieve voor­zieningen krijgen

kan bijdragen aan de kenniseconomie.

stads- en dorpsbewoners in Brabant meer mogelijk­

Het kloosterleven is prima te combineren

heden om van het platteland te genieten. Een andere

met de economie van zorg, educatie,

belangrijke waarde van het Brabants mozaïek is het

spirituele ontwikkeling en arbeids­

cultureel erfgoed in een regiospecifieke landschappelijke

training. De provincie kan door gerichte

omgeving. De revitalisering van Brabants’ religieus

investeringen bijdragen aan een zorg-

en industrieel erfgoed in het buitengebied kan een

vuldige herbestemming van dit voor

­belangrijke impuls vormen om tegemoet te komen

Brabant zo kenmerkende religieus erf-

aan de vraag naar bijzondere woon- en werkmilieus.

goed en daarmee tevens de identiteit van het Brabantse platteland op ver­

Het cultuurhistorisch en industrieel erfgoed biedt een

nieuwende manier behouden, in het

gegarandeerd regiospecifieke benadering met een

licht van de Agenda van Brabant.

opgave (woon- en werkmilieus) die maar al te vaak als generiek wordt beschouwd. Het erfgoed heeft uitstekende meerwaarde voor de kenniseconomie in

108



• Natuur en landschap

Daarbij gaat het niet om een gerichtheid op natuur sec,

Tegenover de hoogstedelijke cultuur en concentraties

maar op de Brabantse landschaps­ontwikkeling als

van voorzieningen bieden de hoogwaardige groen-

­geheel. In de Structuurvisie (SVRO) kiest de provincie voor

blauwe structuren van Brabant een landschappelijke

ontwikkelen met ruimtelijke kwaliteit. Natuur en landschap

omgeving dat op complementaire wijze denk- en leef­

spelen daarbij een grote rol. De provincie geeft vanuit

ruimte biedt aan Brabanders en mensen van buiten

het provinciale belang prioriteit aan een robuuste groen­

Brabant. Bezoekers van Brabant en de Brabanders

blauwe structuur. Deze structuur bestaat uit de kern­

zelf houden van het platteland. De afwisseling van

gebieden voor water (zoals de beken) en natuur (de

boerderijen, beken en natuurgebieden zorgt voor een

­Ecologische Hoofdstructuur) en de aanliggende ge­bieden

aantrekkelijk landschap. Brabanders zijn erg gehecht

die de structuur robuust maken en verbinden, de zoge­

aan de landelijke contramal die tegenwicht biedt aan

naamde groenblauwe mantel. Door de prioritaire inzet

de hectiek van alledag in de stad. Daar hoort een

op de groenblauwe structuur maakt de provincie een

robuuste groenstructuur en een vitaal landschap bij.

schaalsprong met haar inzet voor natuur en landschap.

Daar hoort een robuuste groenstructuur en een vitaal

Brabant versterkt hiermee een kwalitatief hoogwaardige

landschap bij, waaronder met name een gezonden

leefomgeving voor burgers en bedrijven.

water-, bodem- en luchtkwaliteit, behoud en ver­ sterking van biodiversiteit en gezonde eco-­systemen.

De provincie pakt de grofmazige provinciale structuren, de gemeenten de fijnmazige landschappelijke structuren. Verschillende uitvoeringsstrategieën zijn nood­zakelijk, uiteenlopend van het behouden van gebieden met ­bijzondere natuur – en landschapskwaliteiten; het ­ontwikkelen en toevoegen van nieuwe ruimtelijke ­kwaliteiten en het saneren van plekken die verrommeld

Verfraaiing van Brabant

zijn. De realisatie van nieuwe natuur (EHS) inclusief de benodigde milieu­omstandigheden, is en blijft een

“De meest complexe opgave voor de

belangrijk project binnen de groenblauwe structuur.

toekomst is juist om door ruimtelijke

Hierbij is het Rijk de belangrijkste én grootse financier.

verzoening het Brabantse platteland economisch te laten floreren én leef­

De realisatie van de robuuste groenblauwe structuur

baar te houden […] De verfraaiing van

in Brabant vindt plaats via integrale gebiedsont­

het Brabantse landschap is een zaak

wikkeling zoals de reconstructie landelijk gebied,

van heel lange adem die 50 tot 100

de gebiedsagenda die is opgesteld in het kader van

jaar kost en nog eens 50 jaar als we

het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en

zin hebben. Dat vergt een verandering

Transport (MIRT) en de voorgestelde ontwikkeling in

van mentaliteit en houding.”

de Structuurvisie in gebieden als De Beerze en de ­Brabantse Wal. Het versterken van de kwaliteit van het

Dirk Sijmons,

landschap vindt plaats via integrale gebiedsontwikkeling

Rijksadviseur voor het Landschap, 2009

en provinciale landschappen. In deze gebiedsgerichte aanpak komt het provinciale bod voor natuur en land­ schap samen met rijk, regio en bedrijfsleven.

110


Mogelijke richting eerste tranche Door selectieve investeringen in de toekomst van de groenblauwe structuur (planet) wordt tevens ge誰nvesteerd in profit en people. Naast ruimte voor biodiversiteit en klimaatadaptatie krijgt de leefomgeving voor burgers, recreanten en bedrijven een impuls. Een kostbaar bezit voor een complete kennisregio. Mogelijke investerings足 projecten zijn de 3 provinciale landschappen (de Maashorst, de Brabantse Wal en Het Groene Woud), de integrale gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat en de focusprojecten uit de reconstructie van het Brabantse buitengebied. Het gaat om projecten van provinciaal belang op het vlak van verwerving en inrichting van nieuwe natuur, ontsnippering (natuur/water en infra), robuuste verbindingen voor natuur en recreatieve poorten. Investeringen zijn gericht op een schaalsprong voor natuurlijk Brabant. Zo wordt in provinciaal Landschap De Maashorst het grootste aaneengesloten natuur足 gebied van Brabant gerealiseerd.

111


5 Vervolg足 proces


Vervolgproces Samen met u en onze partners uit overheid, onderwijs, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties gaan wij aan de slag om de investeringsstrategie te concretiseren en verder uit te werken. Voorop staat dat uw Provinciale Staten actief invulling kunnen geven aan het budget­ recht en daarmee samenhangende, kaderstellende rol. Binnen de door de Staten vastgestelde kaders geven wij als provinciebestuur concreet invulling aan de investerings­ strategie. Daartoe zal de komende periode worden ­gewerkt aan: • Beslisregels investeringsagenda en uitwerking eerste tranche investeringen; • Een samenhangend pakket van investeringen ­beredeneerd vanuit de vijf investeringsdomeinen; • Concrete maatregelen per domein (projecten, programma’s etc.) en de verhouding tot het in deze notitie opgenomen afwegingskader; • Per beleidscase zal inzichtelijk worden gemaakt waarom wij als provincie het verschil maken, wat de (maatschappelijk) effecten van de voorgestelde ­investeringen zijn (inclusief tijdpad) en per maatregel een voorstel voor samenwerking met onze partners (rol provincie per investeringsdomein, bijdrage in ­termen van geld en capaciteit van onze partners, etc); • Financiële uitwerking van de genoemde domeinen: op basis van de hoofdlijnen in dit voorstel zal de investeringsstrategie financieel verder worden uit­ gewerkt in een voorstel voor een eerste tranche aan investeringen. In het najaar zal de provincie de investeringsstrategie nader concretiseren. Enerzijds zullen concrete spel­ regels worden uitgewerkt in beslisregels. Deze zijn gebaseerd op de criteria zoals gepresenteerd in de investeringsstrategie. Anderzijds zal de provincie een eerste tranche investeringsporgramma invullen. In september 2010 bespreken Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten een eerste voorzet hiertoe. De eerste tranche zal zijn op­gebouwd uit een aantal pro­jecten dat past binnen de investeringsdomeinen waarvan is aangetoond dat ze significant bijdragen aan realisatie van de doelstellingen zoals ­beoogd met de Agenda. Tevens dient de uitvoering van deze projecten te worden gestart op korte termijn.

113


Colofon

Contact Provincie Noord-Brabant Projectteam Agenda van Brabant Telefoon (073) 680 84 45 Email agenda@brabant.nl Tekstredactie Communicatiebureau Textuur Grafisch ontwerp Van Riet Ontwerpers Kaartbeelden en collages .FABRIC

Juli 2010

114


HELSINKI TALLINN ALL TALLINN

O OSLO

STOCKHOLM

R A RIGA

Provincie Noord-Brabant

VIILNIUS VILNIUS

COPEN NH HAGEN COPENHAGEN

Postadres Provincie Noord-Brabant Postbus 90151 5200 MC ’s-Hertogenbosch

FONTYS AVANS HAS

DUBLLIN N DUBLIN

LOGISTICS OPEN UNIVERSITEIT NIVRA

MAINTENANCE LONDON

Telefoon (073) 681 28 12

SUPPLY CHAIN CAMPUS

WARSAW

BERLIN

NIVRA

UVT-CAMPUS FONTYS

B BRUSSELS LUXEM LUXEMBOURG P S PARIS

E-mail info@brabant.nl

RUSSELL HOBBES

TFT

NHTV AMSTERDA AVANS TELOS

FOOD & PHARMA

FONTYS OPEN UNIVERSITEIT

EINDHOVEN INTERNATIONAL AIRPORT

EUTECH TNO

NCOI

AUTOMOTIVE

TUe

TNO-VEHIL

TWINNING CENTER NIVRA

TNO-INDUSTRIE HOLST CENTRE

HIGHTECH BRAINPORTVIENNA CAMPUS

RATISLAVA UDAPEST BUDAPEST

BER RN N BERN LJUB BLJA JANA NA LJUBLJANA

BUCHARES RESTT BUCHAREST

A SOFIA

OM ROME MADRID LISBON ATHENS


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.