’t Blijft mijn leven Verhalen van burgerkracht uit het Rijk van Nijmegen
‘Wij gaan het (gewoon) doen’ in Rijk van Nijmegen. Voor je ligt een boekje vol met prachtige verhalen over eigen regie, over zelf- en samenredzaamheid, over burgerkracht in de wijk. Verhalen uit de praktijk van alledag. Geen grootse beleidsprojecten, maar kleine bloemlezingen van mensen die laten zien dat zelf- en samenredzaamheid kunnen leiden tot creatieve oplossingen. In het gebied Rijk van Nijmegen zijn we al enige tijd met elkaar op zoek hoe de maatschappelijke ontwikkeling en de visie van ZZG “vertrouwen in eigen kunnen” werkelijk inhoud te geven. Mooie voornemens, mooie beleidstaal, maar hoe ziet dat er nou uit in de praktijk? De vraag aan de wijkteams om met voorbeelden van Burgerkracht te komen heeft tot dit mooie resultaat geleid. De verhalen laten stuk voor stuk zien dat het vaak gaat om kleine dingen, die groots worden ervaren. Hoe belangrijk het is om bij een afscheid van een geliefde dié ondersteuning te krijgen die voor jou van belang is. Hoe geweldig het is dat je als buren op elkaar kunt vertrouwen als het nodig is. En hoe trots je bent als professional als je een bijdrage hebt kunnen leveren om mensen daarbij de ondersteuning te bieden. Eigen kracht in mensen ondersteunen en zelfregie mogelijk maken, vraagt van professionals een andere manier van werken. Je kijkt als het ware ‘door een nieuwe bril’ naar de cliëntsituatie en komt samen tot andere conclusies en zorg. Dit gaat niet altijd vanzelf, dit vraagt om af en toe stil te staan bij de vraag hoe je dat doet. Om je daarbij te helpen zijn er naast de mooie verhalen ‘theoretische kaders’ opgenomen en als afsluiting enkele stellingen en vragen om met elkaar in het team te bespreken. Het is dus geen boekje voor in de boekenkast of in de la van het bureau, maar een echt werkboekje dat bedoeld is om in gesprek te gaan met elkaar. Dit boekje kan helpen bij het uitwerken van de visie. Een ander middel dat ook hiertoe kan bijdragen, is de nieuwe film van ZZG zorggroep. Het vertelt in anderhalve minuut wat ons onderscheidt van andere zorgorganisaties en waar wij met z’n allen voor staan. Geen opsomming van producten, diensten of locaties, maar een sfeer, een beleving. Laat deze film zien aan je cliënten en samenwerkingspartners, want het helpt je zeker in het gesprek. Dank aan alle professionals, die de moeite genomen hebben om hun ervaringen voor het boekje op te schrijven. Het creatieve team, bestaande uit Anneke Nijhof en Gerdien van den Bogerd hebben er een mooi geheel van gemaakt. Vormgever Oene Sierksma van FAME heeft de verhalen nog meer tot leven gebracht heeft in prachtige tekeningen. Ik heb er alle vertrouwen in dat wij de visie zullen realiseren. Deze succesverhalen van collega’s zijn mooie voorbeelden. En ik weet zeker dat er nog veel meer verhalen te vertellen zijn. Met elkaar werken we aan vertrouwen, samen maken we het waar! Anny van Lanen Gebiedsdirecteur Rijk van Nijmegen ZZG zorggroep December 2013
De buurtsuper, een super buur Mijnheer de Jong is een zorgzame man, die zijn vrouw regelmatig helpt bij huishoudelijke klusjes. Zo maakt hij graag een wandeling naar de supermarkt voor wat boodschappen. Doordat hij sinds een tijdje Alzheimer heeft, wordt het boodschappen doen wat lastiger. Toch blijft het voor hem belangrijk om dat wel te blijven doen. Daarom heeft mevrouw de Jong met de supermarkt afgesproken dat ze hen belt zodra mijnheer de Jong de deur uit is. Als hij daarna zijn boodschapjes heeft gedaan, belt de supermarkt weer naar huis dat mijnheer de Jong eraan komt. Voor mijnheer de Jong betekent dit dat hij zijn vrouw kan blijven helpen en dat hij regelmatig buiten komt. En dat mevrouw nu soms een grote voorraad chocolade koekjes heeft en geen melk, dat neemt ze voor lief.
Eigen regie of zelfregie is zelf bepalen hoe je leven eruit moet zien.
Tuinopa op het schoolplein Paul is dol op tuinieren. Zodra het lente wordt, is hij druk in de weer in zijn tuintje. Niet alleen het werken in de tuin bevalt hem goed, hij geniet er ook van om regelmatig een praatje te maken met voorbijgangers. Door zijn cognitieve beperking kan Paul wel wat hulp gebruiken bij het invullen van de dagen. Zijn nichtje heeft nu samen met hem geregeld dat hij als vrijwilliger aan de slag kan bij de ‘Tuinopa’s’. Samen met andere mannen uit het dorp gaat hij iedere vrijdag aan de slag op het schoolplein om daar de tuinen te onderhouden. Een mooie gelegenheid waar Paul voor veel gezelligheid zorgt en hij kan genieten van het tuinieren.
Het mes snijdt aan twee kanten Er zijn twee dingen die mevrouw de Koning het liefst doet: haar plantjes verzorgen en breien. Dat laatste komt goed van pas voor haar buurvrouw die dementerend is. Zij is graag in de weer met haar poppen, dat geeft haar rust. Mevrouw de Koning breit regelmatig een nieuw setje kleertjes voor de poppen en brengt ze bij haar langs. Dat brengt iedere keer weer een grote glimlach op het gezicht van de buurvrouw. Maar mevrouw de Koning kan niet stil zitten en breit veel meer poppenkleertjes dan haar buurvrouw kan gebruiken. Daarom heeft ze nu met de basisschool afgesproken dat ze voor de poppenhoek ook kleertjes breit. De school is blij met de nieuwe poppenkleertjes en mevrouw de Koning geniet van al het breien. Twee vliegen in ĂŠĂŠn klap dus!
Zien wat niet gezegd wordt Mevrouw Schuurman had wat last van duizeligheid gekregen. Daardoor was ze bang geworden om buiten te gaan wandelen, maar ook om alleen te douchen. Reden voor haar dochter om contact op te nemen met de thuiszorg. Mevrouw Schuurman had samen met haar dochter al over een oplossing nagedacht. Het idee was dat de thuiszorg drie keer in de week zou komen om mevrouw te douchen. De andere dagen zou ze zichzelf bij de wastafel wassen. Maar de wijkverpleegkundige die het eerste huisbezoek kwam doen, keek verder dan de vraag die werd gesteld. Ze zag direct dat het echte probleem niet het douchen zelf was, maar de angst om te vallen. De wijkverpleegkundige heeft daarom voorgesteld om de douche aan te passen. Ook heeft ze geholpen om de rollator goed af te stellen. Mevrouw Schuurman kon met de aanpassingen weer zelf douchen en had geen hulp nodig. Wel bleef haar dochter de eerste paar keer in de woonkamer wachten, maar ook dat is niet meer nodig. Doordat de rollator nu beter is afgesteld, durft mevrouw Schuurman ook weer naar buiten. Door het wandelen verbetert haar conditie en dat zorgt er weer voor dat de duizelingen afnemen. Inmiddels doet mevrouw Schuurman zelf weer haar eigen boodschappen.
Goede maatjes Altijd als de KBO een uitje organiseert is Willem erbij. Hij geniet van de gezelligheid en van alle nieuwe dingen die hij ziet. Ondanks zijn verstandelijke beperking past hij goed in de groep en heeft hij er leuke contacten. Maar de laatste tijd is het voor Willem wat moeilijker om mee te gaan. Vaak moet hij plotseling naar de wc, en die is niet altijd in de buurt. En als hij dan alleen op zoek gaat naar een wc, is hij bang dat hij de rest van de groep kwijt raakt. De wijkverpleegkundige die na goed doorvragen hier achter kwam, heeft contact opgenomen met de voorzitter van de KBO. Samen is de oplossing bedacht dat er altijd een maatje is als Willem mee gaat met een uitje. Voor Willem een veilig gevoel dat er iemand is die op hem wacht en hem helpt bij de groep te blijven. En de KBO is blij met zo’n gezellig en actief lid.
Ben ik in beeld? Door de ziekte Parkinson kan mevrouw van Bruggen zichzelf niet meer helemaal verzorgen. Haar man is nog helemaal gezond en door zijn hulp redden ze het samen prima. De wijkverpleegkundige vertelt mijnheer en mevrouw van Bruggen over de mogelijkheden die internet biedt, ook op het gebied van Parkinson. Er staat wel een computer bij de familie van Bruggen, maar erg veel doen ze er niet mee. Daarom is mijnheer van Bruggen gestart met een computercursus bij de KBO. Iedere week oefent hij met zijn vrouw wat hij heeft geleerd. Samen hebben ze als doel gesteld dat ze leren skypen, zodat ze niet alleen hun dochters vaker kunnen spreken, maar ook kunnen beeldbellen met de neurologen.
Zijn er grenzen aan zelfregie? Zijn er situaties waarin het beter is dat iemand anders beslist? Zijn er grenzen aan autonomie? Er zijn wel grenzen, maar die liggen vrij ver. Als een keuze gevaar oplevert voor de persoon of zijn omgeving, en iemand wil die keuze ondanks dat gevaar toch doorzetten, dan moet er ingegrepen worden. Er zijn ook mensen die onvoldoende competenties hebben om zelf beslissingen te nemen. Bijvoorbeeld bij psychiatrische problemen of bij mensen met dementie die hun keuze niet (meer) kunnen overzien of kenbaar maken. Er is geen lijstje van wanneer iemand zelf de regie niet meer kan hebben. De inschatting van deze grenzen vraagt professionele inschatting en overleg.
Samen sterk Bij de thuiszorg komt een aanvraag binnen voor mevrouw ten Brinke. Na een zware operatie mag ze weer naar huis. De aanvraag is voor 4 zorgmomenten per dag, waarvan 3 ‘sociale momenten’. De wijkverpleegkundige gaat langs bij mevrouw ten Brinke voor het eerste bezoek. Daar bespreekt ze met mevrouw en haar familie de zorg die nodig is. De wijkverpleegkundige legt uit dat er iedere ochtend professionele hulp geboden zal worden. Ze vraagt de familie ook of het wel nodig is dat de sociale momenten ook door een van haar collega’s ingevuld worden. Met elkaar spreken ze af dat iedereen er even over nadenkt. De volgende ochtend komt de wijkverpleegkundige opnieuw langs en dan blijkt dat de familie een compleet weekschema heeft opgesteld. Familie en vrienden hebben een verdeling gemaakt, zodat er iedere dag bezoek is bij mevrouw ten Brinke. Door een goede verdeling en duidelijke afspraken is het voor niemand te zwaar. En het belangrijkste: mevrouw ten Brinke is zo min mogelijk afhankelijk van professionele zorg.
Als professional kun je op verschillende manieren invloed hebben op zelfregie en zelf- en samenredzaamheid van cliënt. Bewust zijn hoe je dit doet, is van belang. Gedrag in stand houden Als professional kun je onbewust of misschien zelfs goed bedoeld de zelfregie van de cliënt verminderen. Bijvoorbeeld door onvoldoende door te vragen naar wat de cliënt belangrijk vindt. Of doordat je voor de cliënt gaat bepalen (misschien omdat dat sneller gaat) en teveel uit handen neemt van de cliënt en zijn/haar leefomgeving. Kenmerkend hiervoor is dat je denkt in beperkingen en onmogelijkheden. Gebruiken wat er is Door alleen dat over te nemen wat de cliënt niet zelf kan, doe je een beroep op de zelfredzaamheid van de cliënt. Maar je kijkt daarbij niet verder, doordat je alleen naar het hier en nu kijkt. Wellicht heeft de cliënt of zijn/haar netwerk meer in huis dan je denkt. Kansen zien Soms kun je door kleine adviezen de cliënt in zijn kracht zetten. Door bespreekbaar te maken wat de cliënt echt belangrijk vindt, kom je er achter waar er behoefte aan is. Zo raak je in een gelijkwaardige dialoog en kun je samen naar oplossingen zoeken. De mogelijkheden van de cliënt en het netwerk worden versterkt. Kansen creëren De nieuwe uitdaging in de zorg is het creëren van kansen. De cliënt helpen ontdekken wat hij/zij echt belangrijk vindt door er samen over te praten en goed door te vragen. Hiermee brengt je de cliënt als het ware op een hoger niveau van zelfregie, eigenwaarde en trots. Samen met de cliënt en het netwerk ontdek je nieuwe paden die zij kunnen bewandelen. Doorschieten Je kunt doorschieten in zelf- en samenredzaamheid, doordat je de cliënt aan zijn lot overlaat. Voor degenen die zichzelf niet kunnen redden, blijft er altijd zorg en ondersteuning nodig.
Werken vanuit zelfregie gaat niet altijd vanzelf. Het vraagt om krachtige professionals die vanuit een duidelijke visie bewuste keuzes maken. Het kost tijd en energie om je dit eigen te maken. Zelfreflectie en het vragen van feedback helpen je hierbij. Af en toe stilstaan bij je eigen handelen en de keuzes die je maakt. Op een waarderende manier kijken naar je eigen gedrag: wat ging er goed en hoe kun je dat versterken? Maar ook naar collega’s toe. Wat kun jij van je collega’s leren en andersom? Vertel elkaar de verhalen van de kansen die je hebt kunnen creëren op het gebied van zelfregie. Hoe kun je dat een volgende keer weer doen?
Ik spreek je nog! Door de ziekte ALS heeft Koos last van ernstige verlammingsverschijnselen. Hierdoor is het moeilijk geworden om de telefoon te gebruiken. Als de telefoon op tafel ligt en Koos probeert de knopjes in te drukken, glijdt de telefoon weg door de gladde onderkant. Samen met een vriend heeft hij nu het volgende bedacht. De platte bodem van een brillendoos hebben ze voorzien van een laagje schuimrubber. Hier hebben ze vervolgens de telefoon met een elastiekje op bevestigd. Op deze manier rolt de telefoon niet weer weg en kan Koos weer bellen wanneer hij wil. Een ander probleem is dat Koos steeds zachter gaat praten. Een zoon van Koos heeft daarom een spraakversterker gekocht en de telefoon is zo ingesteld dat hij direct op de speaker gezet kan worden. Koos weet dat hij door zijn ziekte ALS steeds meer problemen tegen zal komen. Maar hij weet ook dat hij samen met zijn familie en vrienden, en waar nodig de wijkverpleegkundige, creatieve oplossingen kan bedenken.
Beter een goede buur… Mevrouw Everts is ‘niet meer de jongste’, zoals ze dat zelf met een grote glimlach kan zeggen. Haar gezondheid gaat langzaam achteruit en ze kan niet alles meer zelfstandig. Gelukkig helpen haar kinderen waar ze kunnen, met bijvoorbeeld boodschappen doen, klusjes in huis en in de tuin, en koken. Ook de buurvrouw, mevrouw Oomen, helpt regelmatig. Ze zorg voor gezelligheid, houdt mevrouw Everts in de gaten en schakelt de familie in als dat nodig is. Ten slotte is er professionele hulp voor het wassen en aankleden. Iedereen is blij met deze situatie en mevrouw Everts is er trots op dat ze in haar eigen huis kan blijven wonen.
Aan de bel trekken Het gaat de laatste tijd niet goed met mevrouw van ’t Wout. Daarom is haar bed naar de woonkamer verplaatst, zodat ze daar kan liggen. Mijnheer van ’t Wout is doof en als hij ’s avonds boven is, hoort hij zijn vrouw niet roepen als ze hulp nodig heeft. De familie van mijnheer en mevrouw van ’t Wout heeft hier een oplossing voor bedacht. Aan het bed van mevrouw van ’t Wout hebben zij een deurbel vast gemaakt. Als zij daar op drukt, gaat de bel af in de slaapkamer van haar man. Hierdoor kan mevrouw van ’t Wout ook ’s avonds en ‘s nachts om hulp vragen. Er is dan geen professionele hulp nodig en ze kunnen samen thuis blijven wonen.
Wij dragen duurzaam bij aan de gezondheid van mensen zodat zij een goede kwaliteit van leven ervaren. We werken samen met cliĂŤnten en anderen, vanuit het idee dat wij mensen helpen om het vertrouwen in eigen kunnen te behouden of terug te winnen zodat zij de kracht en de macht hebben om zelf richting te geven aan het leven.
Samen zijn Al ruim 50 jaar zijn ze samen, mijnheer en mevrouw Hoogeveen. En nog steeds erg gelukkig met elkaar. Ze doen alles samen en genieten van elk moment. Mijnheer Hoogeveen is ernstig ziek geworden en zal niet lang meer leven. Mevrouw Hoogeveen heeft daarom besloten dat ze haar man tot het einde toe thuis wil verzorgen. Daarbij vinden ze het heel belangrijk dat ze samen in hun 2 persoonsbed blijven slapen. Omdat mijnheer Hoogeveen constant op bed ligt is er een antidecubitus matras nodig. De wijkverpleging wijst hen erop dat dit betekent dat mijnheer Hoogeveen in een hoog/laag bed verzorgd moet worden. Dat is niet hoe het echtpaar het voor zich hadden gezien en het is dan ook een flinke tegenvaller. Gelukkig weet een dochter van mijnheer en mevrouw Hoogeveen raad. Zij heeft eerder bij iemand gezien dat er gebruik werd gemaakt een speciaal oplegmatras, dat in een gewoon 2 persoonsbed gelegd kon worden. Na lang zoeken van de wijkverpleging en van de dochter wordt er ergens een oplegmatras gevonden. Nu kunnen mijnheer en mevrouw Hoogeveen samen in hun bed slapen. Mevrouw Hoogeveen verzorgt haar man op hun bed en de wijkverpleegkundige ondersteunt. Twee mensen die ondanks verdriet en afscheid toch zelf de regie houden en zelf invulling geven aan de laatste momenten samen.
Zelfredzaamheid betekent dat je jezelf kunt redden of helpen en dus geen hulp van anderen nodig hebt.
Een eigen huis, een plek onder de zon en altijd iemand in de buurt die van me houden kon De Steenstraat is een heel gewoon straatje. Zo op het eerste oog niets bijzonders. In deze straat woont mevrouw Jonkers. Niet lang geleden is haar man na een kort ziekbed overleden. De buren uit de Steenstraat helpen haar sindsdien met klusjes in en om het huis. Een grote geruststelling voor mevrouw Jonkers. Er zijn twee buurvrouwen die haar in het bijzonder helpen. Regelmatig komen ze op de koffie en ze zijn ook al een keer samen op stap geweest, een dagje naar de dierentuin. Deze buurvrouwen hebben ook contact met een andere weduwe uit de straat en nu hebben ze besloten om iedere week met z’n vieren koffie te drinken, en een keer per maand een leuk uitstapje te maken. Mede dankzij deze twee buurvrouwen is de Steenstraat een mooie plek om te wonen.
Onder de mensen Door een vervelende val met de fiets heeft mevrouw Peeters haar beide polsen gebroken. De wijkverpleegkundige gaat langs om te kijken of en welke zorg er nodig is. Tijdens het bezoek blijkt dat mevrouw Peeters al veel zelf heeft geregeld. Mijnheer Peeters werkt fulltime, maar kan haar ’s morgens wel helpen met wassen en aankleden. Ook wonen er nog twee kinderen thuis die mee kunnen helpen in de huishouding. Op het eerste gezicht lijkt alles op orde, maar de wijkverpleegkundige kijkt niet alleen naar de gebroken polsen. Ze merkt dat er meer aan de hand is en na wat doorvragen vertelt mevrouw Peeters haar verhaal. Doordat ze uit Syrië komt, voelt ze zich soms erg eenzaam. Het lijkt alsof ze er niet altijd helemaal bij hoort en ze vraagt zich af of ze ooit nog wel een baan zal vinden. Gelukkig heeft de wijkverpleegkundige veel contacten in de wijk, en ze spreekt af om eens om haar heen te kijken voor mevrouw Peeters. De wijkverpleegkundige komt via een welzijnsmedewerker uit de wijk in contact met een mevrouw die ook uit Syrië komt. Zij brengt hen met elkaar in contact, zodat de wijkverpleegkundige zelf er tussen uit kan. Via haar nieuwe kennis komt mevrouw Peeters in contact met een groep mensen die allemaal uit Syrië komen. Een gezellige club mensen die voor veel gezelligheid zorgt en wellicht helpt haar nieuwe netwerk mevrouw Peeters zelfs wel bij het vinden van een baan.
Nabij Door een ernstige ziekte heeft mijnheer Gerhards niet lang meer te leven. Zijn grote wens is: sterven in zijn eigen bed. Normaal gesproken is dit niet haalbaar en zal er een hoog/laag bed komen. De wijkverpleegkundige bespreekt dit met mijnheer Gerhards en zijn familie. Daarbij vertelt ze ook dat als de kinderen de zorg op zich nemen, een hoog/laag bed niet nodig is. Meteen geven zij aan zelf de zorg te willen verlenen. Met begeleiding en advies van de wijkverpleegkundige is de zorg niet alleen liefdevol, maar ook kwalitatief hoogwaardig. De kinderen van mijnheer Gerhards hebben hem op deze manier veel kunnen geven, maar er ook veel voor terug gekregen.
Een alternatief Door een val in huis, heeft mevrouw Westra een wond op haar been. Hiervoor krijgt ze zorg van de wijkverpleging, die haar ook helpen met douchen. Mevrouw Westra is namelijk bang om opnieuw te vallen. De wond geneest goed, en na een tijdje is er geen wondverzorging meer nodig. De wijkverpleegkundige bespreekt dit met mevrouw Westra en samen kijken ze of er een alternatief is voor het ondersteunen met douchen. Dat blijkt er te zijn. Mevrouw Westra zwemt iedere week, en na het zwemmen gaat ze ook altijd onder de douche. Daar wast ze nu ook haar haren, zodat de thuiszorg haar niet meer hoeft te komen helpen.
Vaak is het voor cliënten die zorg nodig hebben niet vanzelfsprekend om de regie te hebben en zichzelf te kunnen redden. Ze vragen vanuit een kwetsbare situatie om hulp. Daardoor is het contact bij voorbaat ongelijk. Het lijkt dan vanzelfsprekend dat jij als professional de strategie en keuzes voor de cliënt bepaalt. Zelfregie en zelf- en samenredzaamheid betekent voor de cliënt dus tegen de logica in, zelf keuzes maken. En voor jou betekent het tegen de logica in het overlaten van beslissingen aan de cliënt. En juist dat kan de cliënt heel veel zelfvertrouwen geven, waardoor zijn vermogen tot zelfregie alleen maar groeit.
Burgerkracht is het vermogen van burgers om op eigen initiatief, of met hulp van organisaties of de overheid, zelf sociale en maatschappelijke problemen aan te pakken.
Wie (tijdelijk) niet sterk is, kan wel heel slim zijn Mevrouw Westerlaken heeft in de St. Maartenskliniek een nieuwe heup gekregen. De wijkverpleegkundige heeft haar en haar dochter advies gegeven om de woning hierop aan te passen. Na de heupoperatie mag mevrouw Westerlaken niet bukken en dat zorgt voor wat belemmeringen. Mevrouw Westerlaken en haar dochter hebben nu samen allerlei handigheidjes bedacht. Zo hebben ze een pvc buis bij de toilet, bij de douche en bij het bed geplaatst. Hierin kan mevrouw Westerlaken haar krukken zetten, zodat ze niet omvallen. In de woonkamer gebruikt ze hiervoor een paraplubak. Ook is de koelkast omhoog gezet met behulp van krukjes en een krik, zodat mevrouw Westerlaken hier alles uit kan pakken wat ze nodig heeft en haar eigen maaltijden klaar kan maken. Een paar handigheidjes die het mogelijk maken dat mevrouw Westerlaken zo snel mogelijk weer zelfstandig in haar eigen huis kan wonen.
Lange armen Een willekeurige maandagochtend. Tijd voor koffie, een babbeltje en een grapje. Dat is wat de buren in de Dorpsstraat met elkaar delen. Het wel en wee bespreken, horen wat de ander bezighoudt en vooral een grapje. Want met lachen houd je de moed erin. Erna heeft een groot gezin gehad met zeven kinderen. Ze is nu 74 jaar en staat voor iedereen klaar. Als buurvrouw Rinie ziek op bed ligt, gaat zij een kopje thee maken en helpt haar met de verzorging. Rinie heeft van de acht broers en zussen er nog maar drie over.
Ook de overgebleven zussen zijn oud en afhankelijk van zorg. Haar tweelingzus die ook in Groesbeek woonde is helaas overleden. Een groot gemis voor Rinie. Het contact met haar buren geeft Rinie een gerust en vertrouwd gevoel. Daarnaast kan ze erg lachen om de grappen en grollen van buurman ten Haaf. Er wordt hier goed gezorgd met een grapje en een grol! Zoals meneer ten Haaf zelf zegt: “als we nou allemaal iets langere armen hadden, konden we elkaar vasthouden�.
Kwetsbaarheid hoort bij het leven. Als je jouw eigen kwetsbaarheid erkent, geeft dat juist ruimte om ook je kracht te ontdekken. Wie ben je zelf? Wat vind je belangrijk? Waar ga je voor? Als professional heb je oog voor kracht en kwetsbaarheid. Van de cliĂŤnt, maar ook van jezelf.
Als er iets verandert in je leven waardoor het even niet meer vanzelf gaat, dan moet je kunnen rekenen op hulp. Hulp van de mensen om je heen Ên van ons. Zodat je de toekomst weer met vertrouwen tegemoet kunt zien en je eigen leven kunt blijven leiden. Bekijk de film ’t Blijft mijn leven waarin we dit verbeelden via www.youtube.com/zzgzorggroep
Bezige bij Het is vier jaar geleden dat meneer Huisman verhuisde naar een appartement in woonzorgcentrum Vijverhof. Hij kende Vijverhof al, want hij bezocht dagelijks een bekende die hij via de kerk kende. Hoewel mijnheer Huisman al 93 is, is hij graag bezig. Daarom heeft hij zich gemeld bij de coรถrdinator vrijwilligers om te vragen of hij iets kon doen. Nu verzorgt hij drie keer per week de dieren in het dierenparkje. Hij geeft ze voer en water en houdt in de gaten of ze wel gezond zijn. Als hij merkt dat een dier niet gezond is, waarschuwt hij de dierenarts via de receptie. Ook verzorgt hij drie keer per week de boodschappen voor een aantal buren. Via een bestellijst doet hij de boodschappen in een tas. En als het nodig is brengt hij de boodschappen ook nog naar de appartementen. Meneer Huisman vindt het prettig om deze werkzaamheden te doen en voor de buren van Vijverhof is hij een waardevolle toevoeging!
Stelling De mate waarin iemand zelf de regie over zijn leven voert, is bepalend voor de kwaliteit van leven. Stelling Zelf- en samenredzaamheid is alleen iets voor de wijkverpleegkundige om mee aan de slag te gaan. Stelling Het netwerk inschakelen is bij een chronische zorgvraag te veel gedoe. Stelling Het is beter de term “eigen regie” te gebruiken i.p.v. zelfredzaamheid. Stelling Niet alleen spierballentaal over eigen kracht, maar ook ruimte bieden voor kwetsbaarheid in onze samenleving. Stelling We moeten mensen leren vragen te stellen (en ook leren “nee” te incasseren) Stelling Mensen willen zoveel mogelijk zelf doen en de regie houden. En sommigen hebben daar ondersteuning bij nodig. Stelling Mensen voelen zich zelfredzamer als zij professionele steun ontvangen. Vraag Er zijn vijf manieren van omgaan met zelfregie beschreven (Gedrag in stand houden, Gebruiken wat er is, Kansen zien, Kansen creëren en Doorschieten). In welke herken jij je het meest? Wat herken je bij je collega’s? Hoe kun je hierin groeien? Wat vraagt dit van jou? Vraag Het is een grote uitdaging om niet alleen gebruik te maken van wat er is of van de kansen die zich voordoen, maar om nieuwe kansen voor zelfregie bij cliënten te creëren. Hoe zou je dit aan kunnen pakken? Hoe zou dit er concreet uit kunnen zien? Afspraak Het kan helpen om het thema van zelfregie en burgerkracht regelmatig met elkaar te bespreken. Wanneer willen jullie dit doen en hoe vaak? Op welke manier gaan jullie er mee aan de slag (bijvoorbeeld om de beurt een casus inbrengen)?
Dit boekje is tot stand gekomen door de verhalen van veel professionals uit het gebied Rijk van Nijmegen. Zonder hun inzet, openheid en enthousiasme was dit boekje er niet gekomen. Dank aan allen die verhalen hebben verzameld. Jullie mogen trots zijn op dit prachtige boekje. Bronnen ‘Ontwikkelingsmodel zelfregie & redzaamheid’ ST groep en MT Rijk van Nijmegen, juni 2013 ‘Werken vanuit zelfregie: wat houdt het in?’ Movisie, april 2012 ‘Werken vanuit zelfregie: hoe pak ik dat aan?’ Movisie, april 2012