FAME Magazine nr 1

Page 1

FAMEmagazine over ontwerp en ontwikkeling van vastgoed

voorjaar 07

Jules van der Linden geen luchtkastelen

Hennie van der Most hysterisch van de regelgeving

Eigenzinnig Lichtenvoorde


Inhoud architectuur en stedenbouw planontwikkeling bouwmanagement

Icoon aan het water

10

Jaargang 1 nummer 1

Impuls voor volkswijk Amby

Fame Magazine is een uitgave van FAME Groep Arnhem-Zuidwolde-Zwolle Spiekampenweg 2 7921 PA Zuidwolde Postbus 40 7920 AA Zuidwolde (0528) 229 700 www.famegroep.nl Eindredactie Henk Vonk Fotografie Maarten Corbijn www.corbino.nl Vormgeving By Frank, vormgeving bno www.byfrank.nl Co rdinatie en realisatie Royal Publishers

www.royalpublishers.nl

12


Voorwoord Hennie van der Most Adviseurs zijn zakkenvullers

4

De activiteiten van de FAME Groep laten zich niet in een paar plaatjes vatten. Die zeggen natuurlijk wel iets over het proces en het eindresultaat, maar dat wordt ingegeven door veel invloeden. Elk project heeft zijn reden.Wij zien het als onze taak om die reden te formuleren, te be誰nvloeden en te sturen om zo te komen tot bijzondere en succesvolle projecten. De belangrijkste factor in ons werk zijn mensen. Onze eigen medewerkers, opdrachtgevers, gebruikers, passanten en al die anderen met de meest uiteenlopende visies en meningen. We hebben te maken met bewegingen in de samenleving, maatschappelijke processen, cultuur en milieu. In ons nieuwe magazine geven wij telkens een kijkje in deze wereld van FAME.We laten mensen aan het woord, wij geven onze mening, we laten onze projecten zien en geven uiting aan onze visie. Ik wens u veel leesplezier!

Henk Vonk Directeur FAME Groep

Tom Verloop Sturing geven

32

fame 3


Adviseurs zijn

Hennie van der Most

Hennie van der Most


zakkenvullers Heel ondernemend Nederland kent hem inmiddels. Van zijn eigen ondernemersnetwerk, De Koperen Hoogte , mogen alleen directeur-eigenaren lid zijn. Hij is beroemd om zijn eigenzinnige ondernemer sinzicht en berucht om zijn uitspraken die daarmee gepaard gaan. Hennie van der Most zegt wat hij denkt en doet wat hij zegt. Wíj treffen hem echter in een mellow mood. Onze gesprekspartner leunt ontspannen achterover op een zeer comfortabel ogende stoel, de benen hoog, de handen achter het hoofd gevouwen. Centraal in het kantoor dat meer weg heeft van een huiskamer, voeren twee grasparkieten luidruchtig hun eigen gesprek. Gouden greep Vanaf begin jaren tachtig begint de ‘Van der Most methode’ langzaam maar zeker bekendheid te krijgen. Onrendabele of leegstaande bouwwerken worden opgekocht, opgeknapt en vervolgens geëxploiteerd volgens de all-in formule: één bedrag voor een compleet pakket aan activiteiten dan wel voorzieningen. Het blijkt een gouden greep. De Bonte Wever in Slagharen zet de toon van wat een reeks aan markante projecten zal worden. Speelstad Oranje, Preston Palace in Almelo, de tot horecacomplex verbouwde watertoren De Koperen Hoogte en het attractiepark Kernwasser Wunderland in Kalkar. Wie er niet is geweest, heeft er in ieder geval van gehoord.

Momenteel werken FAME Architectuur en Van der Most samen aan een uitbreiding van sport- en evenementencentrum De Smelt in Assen. Een complex bestaande uit een ijsbaan, tropisch zwemparadijs, feest- en vergaderzalen en een uitgaanscentrum. Het ligt in de bedoeling om het geheel compleet te maken met een groot hotel (350 kamers). Gemikt wordt op een landelijke doelgroep met jaarlijks 500.000 tot 600.000 bezoekers die komen voor dagrecreatie dan wel een langer verblijf. Want ook hier is straks alles onder één dak mogelijk. Tarieven Toch kan ook Van der Most het niet alleen en is de prangende vraag of en zo ja, hoe een adviseur hem de helpende hand kan bieden. Hij is zoals altijd duidelijk: ‘Ik werk niet graag en dus niet snel samen met adviesbureaus. Zakkenvullers, dat zijn het!’ Hij zal het nog regelmatig met klem herhalen. ‘Moet je kijken naar die tarieven die ze berekenen. Ik kreeg laatst een rekening van een accountant: een uurloon van 300 euro! Dat kan toch niet. Maar wat ik nog erger vind, is dat ze niet luisteren naar de wensen van de opdrachtgever. Een adviseur moet toegevoegde waarde

fame 5


‘Architecten moeten eerst maand in fabriek werken’

hebben, je moet er geld mee kunnen verdienen. Maar nu moet ik natuurlijk zeggen dat FAME anders is omdat jullie dit artikeltje gaan schrijven en dan moeten jullie uiteraard zelf goed uit de bus komen nietwaar?’ Hij kan er zelf smakelijk om lachen. Om de bevestiging hoeft trouwens niet gevraagd te worden. ‘De samenwerking met FAME is anders. Simpel. FAME heeft als ondernemer meegedacht met mijn plannen in Assen, vanaf het begin ging dat prima. Ik heb zelf mijn ideeën bij het nieuwe complex, ik zie het als het ware al voor me. Die ideeën hebben ze bij FAME goed vertaald in een plan. Daarbij heeft de architect het plan met name logistiek beter gemaakt. Ik ben er heel blij mee. Super! Dat vind ik nou mooi; niet alleen je eigen architectonische ideeën naar voren duwen maar meedenken met de opdrachtgever en samen het plan beter maken. Zo heb je wat aan elkaar.’ Of De Smelt een concurrent wordt van de andere Van der Most-projecten, ontkent hij ten stelligste. Wat hem betreft vullen ze elkaar prima aan. Ook is hij van mening dat hoe meer hotels een stad heeft, hoe beter. Ze versterken elkaar. Als het gesprek zich wat verdiept in het genoemde project blijkt dat Van der Most meer weet te vertellen dan alleen het honorarium wat hij kwijt is. Van berekeningen aangaande de overkappingsconstructie van de ijsbaan tot en met het spuitwerk, niks is hem vreemd. Dit onderstreept zijn kijk op het èchte ondernemerschap. Eigenwijs Want er zijn drie ondernemers, aldus Van der Most: de èchte ondernemer die met niks is begonnen en voor wie geld een middel is en geen doel. De oppas-ondernemer die uiteindelijk

wel kan uitgroeien tot echte ondernemer en de overname ondernemer voor wie geld het doel en ook macht is. . ‘Een echte ondernemer weet wat er op de vloer gebeurt. Hij weet precies wat hij wil en wat er kan. Een architect is vaak eigenwijs en denkt niet mee. Wat mij betreft moet iedere architect minstens één maand in een fabriek werken om gevoel te krijgen voor de werkvloer en op die manier gevoel voor datgene wat in de praktijk mogelijk is. De kern is dat je je moet kunnen verplaatsen in de ondernemer, gevoel krijgen van hetgeen je opdrachtgever wil.’ Samenwerken met dergelijke partijen gebeurt dan ook niet vaak ook al wordt zo nu en dan wel een poging in die richting gedaan. ‘FAME is wat dat betreft wel een uitzondering en dat mag je best opschrijven in dat blad van jullie. ’ Van de Most heeft geen goede ervaringen met architecten. ‘Als ik met een idee kom, stelt de architect zich vaak arrogant op en komt hij met iets compleet anders terug. Het lijkt ook wel hoe groter mijn fantasie wordt, hoe creatiever zij uren gaan schrijven.’ Een adviseur mag dus best bij Van der Most aanschuiven, als hij maar goed kan meedenken en met een redelijke prijs komt. Maar met of zonder architect, Hennie van der Most blijft bouwen. Ook in mindere tijden, juíst in mindere tijden, moeten we blijven bouwen is zijn devies. ‘De bouw is de spil van de economie. Bouwen is puur het toevoegen van waarde. Kijk maar; zand zit in de grond, ijzer ook en hout zit in de boom. Alles wat met bouwen te maken heeft, is het toevoegen van waarde aan de drie basiselementen die gewoon voor handen zijn.’ Het juridisch gesteggel om de bouw heen staat hem enorm tegen. ‘Ik word hysterisch van de regelgeving.’ n


In aanbouw

Winkelcentrum ‘De Gerven’ in Putten 4500 m2 winkels 45 appartementen parkeergarage Architect: Ir. Jules van der Linden. FAME Architectuur & Stedenbouw Zwolle Management: Jan Belksma. FAME Bouwmanagement

fame 7


Wat hebben de nieuwe landverhuizers ‘de provincie’ te bieden en andersom. Trendanalist Justien Marseille, directeur van The Future Institute in Rotterdam, vertelt over een onderzoek waarin onder meer FAME, AM Wonen, Ontwikkelbedrijf Rotterdam en de provincie Noord-Holland participeren. Over de hang naar slow towns. Nu 33 % van de Nederlanders aangeeft te dromen over emigratie moeten we constateren dat ‘het nieuwe landverhuizen is doorgedrongen tot ‘de early majority’. De vroege massa die het volume heeft om van een hype een trend te maken. The Future Institute inventariseerde de stand van zaken en bracht de mogelijke gevolgen van deze ontwikkeling in kaart. Reden hiervoor was niet alleen het groeiende aantal vertrekkers (130.000 in 2006) maar vooral het type mensen dat vertrekt. Het zijn de ondernemende, vaak jonge, initiatiefrijke lieden die het land verlaten, de early adopters. De groep die trend zet en door de massa gezien wordt als invloedrijk.

Het gewone gezin verkast steeds vaker naar net over de grens, senioren vertrekken naar streken waar de botten minder pijn doen en waar het eten gewoon naar thuis smaakt. Ze vertrekken op zoek naar rust en ruimte. Omdat ze zowel het feitelijke als het sociale klimaat zat zijn, men zich gevangen voelt en de kinderen een andere toekomst gunt: minder gehaast en minder gericht op materiële status, meer ruimte voor ontwikkeling, initiatief, eigen vrijheid en eigen regels. Stroomversnelling Nu externe factoren als vertrouwen in eigen kunnen, vergroting van de actieradius en de komst van het internet een aantal belangrijke barrières slechten, komt de ontwikkeling in een stroomversnelling. Vrienden en familie blijken voor ‘de gewone Nederlander’ de voornaamste reden om te blijven. Maar die gewone Nederlander gelooft ook dat het internet in staat is de eventuele afstand tot deze vrienden te overbruggen. De vraag is hoe de grote massa, de majority, deze trend overneemt. Bekend is dat deze groep, die het volume maakt, meer behoefte aan zekerheid heeft. De majority neemt pas nieuw gedrag over als het naar duidelijke en herkenbare concepten vertaald is. Niet op de bonnefooi opnieuw beginnen in Italië, wel verkassen naar een ‘Nederlandse nederzetting’ in Spanje, met Joling in het theater en gehaktballen op het menu. Het vermoeden is dat de onrust die zich bij de voorlopers vertaalt naar emigratie, bij de vroege massa leidt tot het herontdekken van de kleinere stad,


Trend

Slow towns het dorp en de meer afgesloten, private wijk. Koedijkslanden bijvoorbeeld, een wat gedateerde wijk in Meppel, waar Henk Vonk ons op wees. Een wijk die - zoals zo vele uit de jaren vijftig en zestig - gedomineerd wordt door een sterk vergrijsde bevolking. De wijk heeft samen met het enorme aanbod van scholen ook bijzonder veel aan kinderen te bieden. Slow towns Kortom: Koedijkslanden heeft alle kenmerken van de plots zo populaire slow towns, waar de gehaastheid van de wereld aan voorbij gaat. Een wijk die ook nog eens omzoomd is door ietwat verouderde eengezinswoningen. Niet helemaal volgens de heersende mode en eisen, maar zeker goed genoeg in de ogen

Justien Marseille

van veel jonge gezinnen. Mensen die nu even meer waarde hechten aan het samenzijn en de kansen voor de kinderen dan aan de lengte van de oprijlaan of de naam van de architect. Juist trager leven, aandacht voor de kinderen, meer zorg voor de ouderen, meer solidariteit zijn waarden waar de massa van de landverhuizers naar op zoek is. Zowel binnen de verloren generatie, (nu tussen de 30 en de 45), als bij de generatie 9/11 (de jongeren tot 25) zien we deze hang naar eenvoud sterk terug. De kleine stad, het dorp, een wijk met een duidelijke signatuur, dat is wat ze willen. Tenminste, mits ze de verworvenheden van hun jeugd niet hoeven te missen: een bioscoop en een goede kroeg voor hem, het filmhuis en een paar goede modezaken voor haar. Geen zoveelste Megaplex, geen vier H & M’s in een straat. Gewoon, van alles wat, maar vooral niet te veel. Dat is waar de binnenlandse landverhuizer naar smacht. n In het volgende nummer van FAME Magazine een analyse over welke concrete kansen deze trend biedt voor platteland en slow towns.

fame 9


ICOON AAN HET WATER

We hebben een uurtje voor het interview ingepland op het nieuwe kantoor van Meeuwsen ten Hoopen in Lelystad. Het gesprek zal veel langer duren. Tekenend voor de gedrevenheid en betrokkenheid van Theo Afman, directeur van dit accountantskantoor.

Meeuwsen ten Hoopen Accountants en Belastingadviseurs begon in 1950 in Emmeloord en is sindsdien uitgegroeid tot één van de vijftien grootste kantoren in Nederland met veertien vestigingen in het midden van het land. Theo Afman begon in 1987 met een nieuw kantoor in Lelystad en is sindsdien het gezicht van Meeuwsen in die regio. In het blad Incompany, een zakenblad met onafhankelijk onderzoek over imago & klanttevredenheid, kwam Meeuwsen ten Hoopen in 2006 met stip op nummer twee binnen als beste accountantsbureau van Nederland. De pijler onder het succes van Meeuwsen is volgens het blad de service. Verder scoren de adviseurs hoog op knowhow, prijs en resultaat. Het resultaat van dit onderzoek onderstreept het profiel van het kantoor. Afman: ’Ik begon in 1987 met twee mensen. We hebben het kantoor klant voor klant opgebouwd. Geen overnames, gewoon telkens weer de nieuwe klant maximaal bedienen. Dat heeft de basis gelegd voor onze bedrijfscultuur. We zijn enorm betrokken bij onze klanten. We kennen ze van binnen en buiten en hebben inmiddels veel met hen meegemaakt.

Dat schept wederzijdse betrokkenheid’. De vestiging heeft een brede klantenkring in het midden- en kleinbedrijf, maar is ook sterk vertegenwoordigd bij non-profitorganisaties en overheden. Identiteit Afman onderkent de marketingfunctie van zijn bedrijfspand in hoge mate. Waarom is dit zo belangrijk? ‘Wij hebben een papieren dienstverlening. Het is heel moeilijk iets van ons product fysiek te maken en klanten kunnen slecht navertellen wat het product inhoud. De uitstraling van het kantoor is heel erg belangrijk om onze identiteit te onderstrepen. In het ontwerpproces hebben we heel nauwkeurig samen met architect Jules van der Linden de overweging gemaakt wat het gebouw moet uitstralen. Het moet een weergave zijn van onze identiteit, maar overdrijving gaat onherroepelijk tegen je werken.’ De directeur is heel erg tevreden over het resultaat. ‘Kort gezegd is dit precies de jas die ons past. Het gebouw staat op een fantastische plek. De buitenkant is rijk uitgevoerd, maar de


Expressief Jules van der Linden van FAME Architectuur & Stedenbouw ontwiep het nieuwe kantoorpand voor Meeuwsen ten Hoopen in Lelystad. Op de bodem van de voormalige Zuiderzee moest een expressief kantoor verrijzen dat vertrouwen uitstraalt en waarbij het water een rol speelt. Het gebouw moest symbool staan voor de identiteit van Meeuwsen ten Hoopen. De plek waar het nieuwe kantoor staat zou je een A1 locatie kunnen noemen: pal aan een concentratie van verbindingswegen in Lelystad en dus een ideale plek om te investeren in een gebouw met een belangrijke marketingfunctie. Het gebouw heeft twee ‘voorkanten’ met elk een eigen verrassende uitstraling. Aan de waterkant, de meest prominente plek, wordt een groots gebaar gemaakt met stalen pijlers, een overstekende dakrand en veel glas. De landzijde van het gebouw is in contrast hiermee uitgevoerd in keramische elementen. Voor de medewerkers en relaties is een fraai buitengebied gecreëerd van hardhouten vlonders en in de toekomst zal de glazen gevel deels uit het zonlicht onttrokken worden door klimplanten langs staalkabels.

Theo Afman

binnenkant is sober en functioneel. Precies zoals we het wilden. We zijn geen bedrijf voor marmer en dikke vloerkleden. De combinatie van dít ontwerp op déze plek maakt het pand heel prominent. De samenwerking met Jules was fantastisch. Hij heeft ons goed aangevoeld, het proces liep voorspoedig en we hebben dit gebouw voor een mooi budget gerealiseerd.’ Trots De beste manier om jullie doel te meten is de reactie van jullie klanten. Heb je er in de praktijk iets van gemerkt? ‘We hebben gigantisch veel positieve reacties gehad. In de eerste plaats van onze eigen klantenkring. Veel klanten hebben een plaatsvervangende trots. Het wordt gevoeld als een bevestiging van de kwalitatieve relatie en ze gunnen ons ook het succes. Maar we hebben ook letterlijk een aantal nieuwe klanten te danken aan dit nieuwe pand. Gewoon ondernemers die voorbijreden en zich aangesproken voelden. Een groter compliment kun je niet krijgen’.n

‘We zijn geen bedrijf voor marmer en dikke vloerkleden’

fame 11


Impuls voor vo In volkswijk Amby van de mooie stad Maastricht wordt een project ontwikkeld dat één van de impulsen vormt voor de upgrading van de wijk. Initiatiefnemer Plus Vastgoed - van de landelijke Plus-supermarktformule - wilde in de wijk een nieuw vestigingspunt, wat geresulteerd heeft in een integrale aanpak van het gebied. Amby is een modale volkswijk met ongeveer 4000 inwoners. De huidige Maastrichtse woonwijk was vroeger een zelfstandig dorp aan de rand van Maastricht en heeft die identiteit bewaard. De bewoners hebben hart voor hun wijk en zijn er erg op gericht, ook voor de voorzieningen. Nieuwe hart ‘Onze opdrachtgever heeft er goed aan gedaan alle winkels in het gebied te verwerven’, zegt ontwikkelaar Stefan Fieten van FAME Planontwikkeling. ‘Op die manier hadden we het totale nieuwe winkelconcept volledig in eigen hand. Dat resulteert nu in een compact en compleet aanbod, dat een hele goede binding binnen de wijk zal genereren en zelfs goed zal kunnen concurreren met andere wijken grenzend aan het gebied. Bewoners zijn trots op hun nieuwe hart.’ Het nieuwe gebied wordt functioneel goed geïntegreerd met de woonwijk. Qua ontsluiting ontstaat er een groene verbindingszone voor fietsers en voetgangers naar de wijk. Er is voldoende parkeerruimte voor de winkels op maaiveld en er zijn parkeergarages voor de nieuwe bewoners. Het winkelaanbod wordt stevig, en concurrerend: een grote Plus supermarkt als trekker, met daarbij een Blokker, Kruitvat, Zeeman en een slijterij. In totaal gaat het om 3500 vierkante meter. Het woningprogramma is divers, met een stevig component voor een nieuwe doelgroep in de wijk: senioren. In totaal worden er


Planontwikkeling

olkswijk 64 woningen ontwikkeld, 22 appartementen worden ontwikkeld in samenwerking met woningcorporatie Maasvallei uit Maastricht. De schaal en architectuur heeft een hedendaagse en stedelijke allure, maar wel met veel gevoel voor de dorpse context. Stefan Fieten is vanaf het initiatief bij het project betrokken. ‘Bij veel van dit soort opdrachten is het voor de haalbaarheid noodzakelijk integraler naar de opgave te kijken. Gemeenten vragen in dit soort gevallen - terecht - om een bredere aanpak. Als je waarde toe wilt voegen aan een locatie moet je ook kijken naar upgrading van het omliggende gebied.’ Voor de snelheid van het project is het vaak lastig, erkent Stefan Fieten. ‘Je krijgt te maken met allemaal eigenaren in een gebied die je op één lijn moet zien te krijgen. Maar voor het totale project is het gewoon beter. Dat is meteen ook de reden waarom wij er door dit soort opdrachtgevers bij worden gehaald. Het gaat ineens niet meer om het maken van een nieuwe supermarkt, maar om het ontwikkelen van een grote locatie, met een breder winkelaanbod en in de meeste gevallen woningbouw.’

Mooie oplossingen Stefan Fieten ontwikkelt met name projecten met integrale functies. ‘Daar ligt ook mijn hart. Het is altijd weer een uitdaging om alle functies in een gebied goed tot hun recht te laten komen. In eerste instantie lijkt het alsof wat voor de ene functie goed is, slecht is voor de andere functie. In dit geval dus winkelen en wonen. Je moet je goed verdiepen in de optimale uitgangspunten. In het spanningsveld van de integratie kom je tot mooie oplossingen. In dit kader hebben we ook uitstekend samengewerkt met architect Fons Rats van bureau Boost en Rats uit Maastricht. Ze begrijpen het heel goed.’ Namens FAME was Stefan Fieten vanaf het begin bij deze ontwikkeling betrokken en verantwoordelijk tot en met de oplevering. Stefan: ‘Dat is onze werkmethode en daar voel ik me prettig bij. Ik ben verantwoordelijk voor het totale proces, het concept, de planning, het budget en de aansturing van alle adviseurs. Ik denk dat mijn kracht ligt in het overzichtelijk en simpel maken van problemen. Zo kan de opdrachtgever gemakkelijk beslissen en blijft het project voortgang houden.’n

fame 13


Yvon Beeke

We hebben ons gesprek op het bureau in Arnhem. Sinds een half jaar is Yvon Beke daar in dienst als officemanager/management assistent. We praten over haar opleidingen, haar werk ĂŠn haar grootste passie, de triathlon.


Heerlijk rennen Na haar hbo-opleiding volgde Yvon een universitaire studie bedrijfskunde in Nijmegen. Aanvankelijk ambieerde ze een managementfunctie. Maar enkele management trainees – onder meer bij Nuon - brachten haar op andere gedachten. ‘Ik vond het niet leuk genoeg. Ik kwam erachter dat ik breed geïnteresseerd ben. En ik ben een doener. In managementfuncties laat je toch andere mensen het leuke werk doen. Ik wilde daar meer midden in staan, ook zelf praktisch dingen aanpakken.’

Na je studie heb je veel gereisd. Nieuw Zeeland, Amerika, Afrika. Je hebt bij verschillende bedrijven gewerkt. Wat sprak je aan bij FAME? ‘Eigenlijk heeft iedereen dagelijks met architectuur te maken. Je loopt er door heen, je woont en werkt erin. Iedereen heeft er wel een mening over. Het vak en de impact fascineren mij. FAME in Arnhem was de afgelopen jaren behoorlijk gegroeid. Veel nieuwe mensen en een groeiende portefeuille. Er lag een uitdaging om in deze functie meer structuur en teamgeest te brengen. Dat is iets wat me ligt en waarin ik uitdaging zie. Organiseren, faciliteren, coördineren. Maar vooral ook zelf de handen uit de mouwen steken. Ik maak veel presentaties, offertes, planningen. Ik doe de projectadministratie en heb veel contact met klanten.’

Wat voor team kwam je tegen toen je bij FAME kwam? ‘Een heel gedreven club mensen. Klantgericht, gedreven om het goed te doen voor de klant en vooral mooie dingen willen maken. Het viel me wel op dat het allemaal individuele prestaties waren. Ik had het gevoel dat er nog veel meer uit het team als totaal te halen viel.

Een goed bruggetje om het over jouw grootste passie te hebben, de triathlon. Hoe kijk je in dat kader aan tegen het team?

gaat opzoeken. Dat begint op het persoonlijke vlak. Je moet iets over elkaar te weten komen om competenties beter op elkaar af te kunnen stemmen. In de sport moet je als trainer mensen individueel stimuleren en leren dat competenties van anderen jou beter kunnen maken. Ik ben daar bij FAME overigens niet geforceerd mee bezig, maar ik merk wel dat ik van nature de neiging heb om dat proces in gang te zetten.’

Buiten werktijd train je veel voor de triathlon. Zwemmen, fietsen, lopen. Typisch een sport voor mensen die niet kunnen kiezen. ‘Ja, het is een veelzijdige sport. De onderdelen spreken mij ook afzonderlijk heel erg aan. Het gaat me niet om de topprestatie, maar ik heb er gewoon heel veel plezier in dat ik het kan. Ik train gemiddeld vijf dagen per week en in de zomer zes dagen. Ik kijk er naar uit om voor een wedstrijd een paar uur over de hei te rennen. Heerlijk is dat.’

Naast de triathlon loop je ook wel eens de marathon. New York was het hoogtepunt? ‘De eerste marathon heb ik gelopen in Londen. Dat ging heel goed en ik vond het heel erg leuk om te doen. Van m’n ouders heb ik toen een ticket naar New York gekregen. Dat is echt te gek. Een heel goede sfeer met prachtig publiek. Ik krijg er weer kippenvel van als ik erover praat. In het blad van de New York Road Runners (NYRR) is een verslag van mijn ervaringen als buitenlandse loper gemaakt.’

Welke nieuwe uitdaging ligt er nog in het verschiet? ‘Een triatleet wil de ‘Ironman’ doen, de zwaarste triatlon. 3,8 km zwemmen; 180 km fietsen en 42,2 km lopen. Ik hoop dat dat er ooit nog van komt.’n

‘Je kunt meer uit het individu halen als de groep ‘spelers’ elkaar

fame 15


EIGENZINNIG LICHT Ontwikkelen in een plattelandsomgeving

Voor wie het niet weet, Lichtenvoorde is een dorp in de Gelderse Achterhoek. Gelegen tussen Aalten en Winterswijk. Niet echt een plek waar grote ontwikkelaars hun oog op laten vallen als het gaat om ingrijpende centrumontwikkelingen. Ondernemer, ontwikkelaar en belegger Theo Gerretsen, geboren en getogen in de regio, geeft het dorp een belangrijke impuls. Theo Gerretsen heeft een eigenzinnige aanpak en visie, die is gericht op een hoog doel: Lichtenvoorde als één van de trekpleisters van de regio. Het heeft er inmiddels alle schijn van dat die droom heel erg waar wordt. Het centrum wordt geherstructureerd en verrijkt met 7500 meter winkels, 120 appartementen en een grote parkeergarage.

Ondernemend Theo Gerritsen en zijn vrouw José hebben een druk en ondernemend verleden. Theo heeft een studie sociale geografie gedaan. Daarna is hij begonnen met zijn doctoraal planologie. Deze laatste studie kon hij niet afmaken, omdat hij wegens het overlijden van zijn vader de zaak over moest nemen. Ook José komt uit een ondernemersgezin. Vader Verhoeven zat in het vastgoed als ontwikkelaar, belegger en handelaar. José heeft een eigen winkelketen met 8 modezaken gerund en beiden hadden een groot horecabedrijf met 125 werknemers. Tien jaar geleden kocht Gerretsen samen met schoonvader Verhoeven een hectare grond met daarop het ziekenhuis van Lichtenvoorde. Aanvankelijk was het de bedoeling om deze positie solitair te ontwikkelen. De gemeente echter had ook gro-


TENVOORDE

te plannen met het dorp. Er werd een centrumcommissie opgericht, met daarin onder andere de middenstandvereniging (LOV), de gemeente, KvK, mkb, Rabobank en VOG beheer, het bedrijf van Theo Gerritsen. Gezamenlijk werd een centrumvisie ontwikkeld. Alle lopende ontwikkelingen in het dorp werden stilgelegd om tot een eenduidig en haalbaar totaalplan te komen. De gemeente trok 6 miljoen euro uit voor aanpassingen aan infra en uitstraling van het centrum. In 2004 benaderde Theo Gerretsen FAME Architectuur & Stedenbouw in Arnhem om zijn visie om te zetten in daadwerkelijke plannen. Er werd gestart met het ontwikkelen van een masterplan met als doel een aantrekkelijk winkelgebied te creëren in aansluiting op het door hem reeds gerevitaliseerde plein met horecafuncties. Het nieuwe winkelgebied moest tevens gecombineerd worden met een nieuw binnenstedelijk woonmilieu, met een bijzondere mix voor starters, het midden- en topsegment.

Enquête Om tot een goed woonprogramma te komen, gericht op met name de eigen bevolking voerde Gerritsen een grootschalige enquête uit. Hierop kreeg hij 250 reacties op basis waarvan hij 6 segmenten met doelgroepen formuleerde, waaronder starters, alleenstaanden en senioren. Van de woningen is 30 procent bestemd voor de huur. De rest zijn middeldure tot dure koopwoningen. Qua architectuur is een eigenzinnig concept bedacht, met respect voor de omgeving en cultuur, maar met een geheel eigentijds elan. Gerritsen is positief over de

fame 17


constructieve samenwerking met architect Johan Blokland. Ook gemeente, omwonenden en kopers zijn heel enthousiast over de plannen en de architectuur. Het project moet de subregionale functie van Lichtenvoorde versterken met het aantrekken en herschikken van voorzieningen op een hoog niveau. De branchering van het project betreft nieuwe winkels en voorzieningen en herpositionering van bestaande winkels en voorzieningen. Het kernwinkelgebied wordt opgespannen tussen twee plaatsen, die worden gekenmerkt door een ruime parkeergelegenheid en één of enkele trekkers. Aan de noordkant van het centrum ligt de bestaande Albert Heijn en aan de zuidkant komen twee nieuwe supermarkten.

Winkelmachine

Opdrachtgever: VOG beheer Lichtenvoorde Architectuur: Ir. Johan Blokland. FAME Architectuur & Stedenbouw Arnhem Bouwmanagement: Ing. Arie Bottema. FAME Bouwmanagement www. plannieuwmarkt.nl

Bij het opstellen en uitwerken van het stedenbouwkundige plan is de basis gegeven voor een goed lopende ‘winkelmachine’. Zaken als bevoorrading, routing, oriëntatie, ‘winkelrondjes’, landmarks en parkeren zijn op een wijze geplaatst en vormgegeven die een goed draaiend winkelgebied nodig heeft: compact, compleet en comfortabel met goed afgezoomde gevels voor een fraai winkelbeeld. De woningen hebben zicht op het winkelgebied en sluiten via de lift direct aan op het winkelgebied. Bewoners parkeren hun auto onder de winkels in een stallingsgarage. Via de twee centraal gelegen liften is er vanuit de garage direct toegang tot de royale daktuin, waaraan de appartementen zijn gelegen. De groen ingerichte tuin is een rustplek in het centrum. Aan deze daktuin hebben de woningen een eigen terras en liggen de entrees. Het wonen op deze plek kent dus twee gezichten: de ruime en groene entreezijde via de daktuin en het levendige winkelgebied aan de straatzijde. Het handhaven van waardevolle historische panden/structuren is van groot belang voor een project waar zeer veel zaken rigoureus worden aangepakt. Bewoners moeten het verleden kunnen blijven herkennen en niet alles uit het verleden kan zo worden weggegooid. In Lichtenvoorde is ervoor gekozen om de doorsteek naar de markt te verleggen om enkele panden te kunnen handhaven en (verfrist) op te nemen in de nieuwe ontwikkeling.n


Turnkey

Winkelcentrum Dronten Ahold Vastgoed won in 2005 de tender met een grondbieding en een visiepresentatie voor een nieuw winkelcentrum in Dronten West. In eerste instantie was FAME betrokken als architect. Ahold gaf aan het project niet zelf te willen ontwikkelen. FAME bood daarop met succes een Ontwerp-Realisatie-Overeenkomst (ORO) aan, waarbij FAME verantwoordelijk werd voor de totale ontwikkeling met het risico voor het totale stichtingskostenbudget. De winkels worden aan Ahold Vastgoed geleverd en de appartementen zijn gekocht door de plaatselijke woningcorporatie.

Architect: Ir. Jules van der Linden. FAME Architectuur & Stedenbouw Zwolle Management: ing Arie Bottema. FAME Bouwmanagement

fame 19


Architect Johan Blokland

Inlevingsvermogen Johan Blokland is een gedreven architect. In zijn relatief korte carrière bij FAME won hij reeds vele selecties. In de evaluaties daarvan wordt hij geroemd om zijn analyses en zijn inlevingsvermogen waar het gaat om de gebruiker, cultuur en omgeving.

Sinds januari 2005 is Johan Blokland het gezicht van FAME Architectuur & Stedenbouw in Arnhem. Na zijn studie aan de TU in Delft werkte hij als projectleider aan de oprichting van de eerste woningcorporatie in Zuid- Afrika. Hij zette zijn carrière voort als architect en partner bij Atelier Pro in Den Haag. Daar ontwierp en realiseerde hij zijn eerste spraakmakende projecten, zoals Floriande Eiland 12 in Hoofddorp, de Pascalisschool in Den Haag (bekroond met een prestigieuze Amerikaanse prijs), Vanheek garage in Enschede, het opvallende Poldermuseum in Lelystad en een nieuw woon-zorgcentrum in Almere.

Bij FAME Architectuur & Stedenbouw in Arnhem wijzigde hij zijn teamopstelling om op hoger niveau invulling te geven aan nieuwe opdrachten en excelleert hij op het gebied van vaak complexe (binnenstedelijke) locatieontwikkelingen en doeltreffende gebouwconcepten voor scholen, multifunctionele centra en winkelcentra. Om de kern van de Drentse dorpen Aalden en Zweeloo vitaal te houden is Johan Blokland gevraagd om voor deze bijzondere en kwetsbare locatie een ontwikkelingsvisie te maken. Het is een locatie aan een beekdal en wordt gezien als cultureel erfgoed. De plannen voorzien in de concentratie van dagwinkels, appartementen en grondgebonden woningen. Blokland heeft zich ingeleefd in de plaatselijke cultuur en context en ontwierp een functioneel en haalbaar plan dat met de positieve kwalificatie ‘bijzonder en ingetogen’ is ontvangen door alle betrokken partijen. Het plan wordt gekarakteriseerd door markante kappen in plaats van gevels, springende rooilijnen, integratie van landschap en bebouwing en erven als openbare ruimte.n


Ontwikkelingsvisie voor kern Aalden-Zweeloo

fame 21


GEVOEL VOOR HISTORIE Het oudste stukje Ermelo wordt onder grote maatschappelijke belangstelling herontwikkeld tot een nieuw woon-winkelgebied. Vanwege de historie gaat het om een gevoelige plek. In het plan is zelfs ruimte gemaakt voor een replica van het oorspronkelijke ‘huis van barmhartigheid’. De ingrijpende reconstructie in het centrum van de Veluwse plaats wordt gedaan door Multi Vastgoed en Assen Projecten (MVAP). Vanuit FAME is vanaf de initiatieffase een projectteam betrokken met Johan Fieten (Planontwikkeling), Ton ten Brinke en Jan Belksma (beide van Bouwmanagement). Zij zijn verantwoordelijk voor concept en visie (in samenwerking met TNT design), kosten en techniek. De inspanningen van het FAME-team hebben geresulteerd in een haalbare exploitatie, een gedragen stedenbouwkunig plan en een gedreven projectorganisatie met overheid, marktpartijen en grondeigenaren. Na de afronding van de conceptfase is FAME Bouwmanagement door de opdrachtgevers gecontracteerd voor de totale technische ontwikkeling van het project. Ton ten Brinke is verantwoordelijk voor de totale procesbewaking en inhoudelijk eindverantwoordelijk. Jan Belksma is verantwoordelijk voor de uitvoerende projectleiding.

Visie De opdrachtgevers zijn heel duidelijk over de ontwikkelvisie: ze willen een heel mooi project realiseren, met veel aandacht voor context, kwaliteit en detail. Hoge ambities dus voor de stedenbouwkundige opzet en architectuur, maar ook een goede mix van doelgroepen. En dat alles tegen een gezonde exploitatie. FAME Bouwmanagement stelde het programma van eisen op, is verantwoordelijk voor de stichtingskosten, selectie en contractering van het ontwerpteam en andere adviseurs. Doel is het creëren van samenhang tussen kwaliteit, draagvlak, voortgang, kosten en opbrengsten.

Het management van het ontwerpproces is een vak apart, vertellen Jan Belksma en Ton ten Brinke. ‘Het gaat bij aanvang om een goede visie over wat je met kwaliteit beoogt. Vanuit dat kader is kwaliteit dus niet primair een kostenpost, maar een duidelijke overweging van de product-markt combinatie. Je weet welk prijskaartje er aan hangt, maar ook welke opbrengsten je ermee beoogt. In de aansturing van het ontwerpteam moet je dus heel goed weten hoeveel ruimte je kunt creëren om een optimaal product te kunnen maken binnen de context van alle andere belangen. We hebben bij dit project een zeer ervaren en ambitieus ontwerpteam met wie we tot nu toe vlekkeloos onze kwalitatieve koers weten vast te houden.

Voortgang Binnen drie jaar is het totale ontwerpproces gerealiseerd tot bestemmingswijziging en bouwaanvraag. Het totale project zal in drie fasen worden gerealiseerd. Waarschijnlijk wordt in de tweede helft van 2007 met de bouw begonnen.n


Ermelo krijgt nieuw centrumgebied

Opdrachtgever MVAP Concept FAME – TNT design Architectuur PBV architecten; Lanfemeijer architecten Management FAME Bouwmanagement

fame 23


Geen

Jules van der Linden


luchtkastelen FAME Architectuur & Stedenbouw in Zwolle viert haar tienjarig bestaan. In die periode heeft het bureau in heel Nederland projecten gerealiseerd. Een gesprek met Jules van der Linden. Architect, Zwollenaar en ondernemer.

We spreken af op het bureau van FAME Architectuur & Stedenbouw in de Blauwvingerveste aan de Burgemeester Roelenweg in Zwolle. Er hangt een bedrijvige en inspirerende sfeer. Het kantoor hangt vol met schetsen, maquettes en foto’s van gerealiseerde projecten. Enkele springen in het oog. Een groot R.O.C. in Delft (20.000 m2), een luxe appartementencomplex in Noordwijk aan Zee, een 20 verdiepingen hoge woontoren in Voorburg. Architect Jules van der Linden komt binnen met een dikke portfoliomap in zijn hand. ‘Ik praat gemakkelijker met mijn ontwerpen erbij.’

Veel projecten van FAME in de Randstad. Hoe zit het met de regio Zwolle?’ ‘Dan moet je nog eens goed kijken. Het is inderdaad zo dat we in het westen van het land flink wat mooie architectuurprojecten realiseren. Je rolt eigenlijk van het ene project in het andere. Zo gaat dat. Toch realiseren we het leeuwendeel van onze projecten in het noordoosten van Nederland. Tussen Enschede, Groningen en Amersfoort.’

‘‘Ik begon in 1997 met vijf mensen en we hebben hier nu ruim dertig bouwkundigen in dienst. We zijn destijds in Zwolle gestart, omdat we in Drenthe moeilijker aan medewerkers konden komen en omdat we steeds meer projecten richting het midden van het land gingen doen. Vanuit het midden en westen van het land klinkt Zwolle nog redelijk, maar Drenthe is in de beleving van mensen uit de Randstad echt het andere eind van Nederland. We hebben sinds de oprichting hier in Zwolle de wind goed in de zeilen gehad, diverse prijsvragen gewonnen en elk jaar weer een gestage groei. Voor dit jaar ziet het er ook weer prima uit.’

Welke projecten van jouw hand kennen we hier in de regio? ‘Of jij ze kent weet ik niet, maar de BMW- en Minishowroom van Oolbekkink in Zwolle vind ik een heel geslaagd project. We hebben van BMW Nederland destijds de vrijheid gekregen om er een geheel eigen concept van te maken. Het ontwerp zit heel goed in elkaar en we hebben de kans gekregen om het gebouw tot in detail perfect te realiseren. Verder is Villa Molenkule

fame 25


BMW garage Zwolle

Zwembad de Peppel Beilen


in Hattem een opvallend project geworden dat ‘de TV en de bladen’ heeft gehaald. Een supermoderne villa midden in het bos. Meer voorbeelden? In Assen realiseren we op dit moment 350 woningen. Een complete woonwijk. ‘Wordt ook heel erg mooi’. We zijn volop aan het ontwerpen met het centrumplan voor Zwartsluis, een Kulturhus voor IJsselmuiden (12.000 m2 multifunctioneel), een inbreidingsplan met grondgebonden woningen in de stad Groningen en het centrumplan voor Nieuwleusen is inmiddels in uitvoering. Verder zijn we bijvoorbeeld bezig met projecten in Enschede, Almelo, Hengelo en Deventer’

Wat is nou typisch Jules van der Lindenarchitectuur? ‘Dat verhaal heeft twee kanten. Ik ontwerp graag in modern en strak design. Wit stucwerk, metaal en matglas. Moderne materialen, symmetrie, ruimte, je kent het wel. Ik ben een bewonderaar van de Amerikaanse architect Richard Meier. Toch is dit moderne handschrift niet overal te gebruiken. Je moet als architect voor de keuze van een ontwerp niet alleen naar je eigen primaire voorkeuren kijken. De omgeving en de gebruikers bijvoorbeeld moeten naar mijn mening een grote rol spelen. Ik maak projecten van romantisch modern tot strak design. Nooit historiserende architectuur. Die klanten verwijs ik door naar collega’s

Ik zie hier ook maquettes staan van gebiedsontwikkelingen. ‘Klopt. We doen veel op het gebied van herstructurering en reconstructie van stedelijke gebieden, woonwijken en dorpscentra. We maken veel winkelcentra in combinatie met woningbouw, onderwijs, medische centra, cultuurcentra en noem maar op. Niet alleen nieuwbouw, maar ook revitalisering en herontwikke-

ling van bestaande gebouwen. Bij dit soort projecten is stedenbouw heel belangrijk. We ontwerpen hier vanuit een stedenbouwkundige visie. Het gaat primair om een sterk functioneel, ruimtelijk concept en daarna om de architectuur. ‘FAME heeft een gespecialiseerde divisie Bouwmanagement. Die is verantwoordelijk voor de realisatie van de projecten. We hebben deskundigen op het gebied van kosten, installaties, wet- en regelgeving. Het gaat er uiteindelijk om dat de projecten op een perfecte manier worden gerealiseerd. Bouwmanagement werkt ook zelfstandig voor opdrachtgevers. We hebben bijvoorbeeld het bouwmanagement gedaan voor de uitbreiding van Hogeschool Windesheim hier in Zwolle. Opdrachtgevers hebben recht op een goed proces en product, van A tot Z. Ik benadruk bij ons intern op het bureau altijd dat we geen kostenpost mogen zijn, maar de reden moeten zijn van een goed eindresultaat.’ ‘We werken veel voor ontwikkelaars, woningcorporaties en beleggers, maar ik werk zelf ook heel graag voor de eindgebruiker. Ondernemers bijvoorbeeld die hun eigen kantoor of bedrijfspand willen realiseren. Die één op één relatie is heel inspirerend. Je hebt dan met mensen te maken die vanuit de dagelijkse praktijk exact weten hoe hun gebouw moet functioneren. Ik maak bijvoorbeeld voor Hennie van der Most in Assen een groot hotel met 360 kamers, met restaurants, evenementenruimten, ijsbaan, zwembad, bioscoop en vergaderzalen. Die man weet als ondernemer precies hoe het straks allemaal in z’n werk moet gaan. Aan mij de uitdaging om zijn visie te vertalen in een ontwerp en het dan nóg een stapje beter te maken, snap je. We zijn allebei tevreden over het resultaat. Heel erg leuk, daar krijg ik energie van.’

Noorderpoort Drachten

fame 27


Nog ambities in Zwolle? ‘Natuurlijk. Kijk, wanneer je voor de eerste keer wordt geselecteerd voor een project in de Randstad, dan doet dat als ‘provinciaal’ wel wat met je. Je hebt het opgenomen tegen grote bekende bureaus uit die regio. Ik blijf dat ook doen, maar ik weet ook dat het fantastisch is om in je eigen stad mooie gebouwen te realiseren. Je hebt er extra gevoel bij. Ik heb me ook voorgenomen om m’n gezicht nadrukkelijker te laten zien in de regionale wandelgangen. Wij hebben de vormgeving gedaan voor de door BAM Woningbouw ontwikkelde ? 100.000 starterswoning, ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van Delta Wonen in Zwolle. Dit concept heeft de voorpagina van de Telegraaf gehaald. Er moet in Zwolle nog veel gebeuren. In Stadshagen is nog veel te doen en de bedrijvigheid neemt toe, dus er zullen nog heel wat mooie woningen, kantoren en bedrijfspanden bij moeten komen. Ik heb heel veel zin om daar mijn steentje meer in bij te dragen.’n


‘Ik ben een bewonderaar van de Amerikaanse architect Richard Meier’ fame 29


Bij FAME Bouwmanagement is niet alleen nieuwbouw, maar ook herontwikkeling en revitalisering van bestaand vastgoed een serieus onderwerp. Ruim vijftien bouwkundigen houden zich dagelijks bezig met deze materie. Een gesprek met Tom Verloop

Sturing


‘Niet alleen naar geld en techniek kijken’ Tom Verloop is één van de specialisten bij FAME Bouwmanagement. Als het over herontwikkeling en revitalisering gaat vult de ruimte zich met enthousiasme. Aan de Academie voor Bouwkunde in Rotterdam studeerde hij af op dit onderwerp.

Je bent architect, maar ontwerpen doe je vrijwel nooit. ‘Klopt, ik kwam er al vrij snel achter dat ik liever projecten initieer en organiseer. Sturing geef aan het proces én de inhoud. Die veelzijdigheid past bij me en bij de projecten van FAME kan ik mijn ei daar prima in kwijt. Mijn opleidingen zijn in deze rol niet voor niets geweest. Ik heb veel voordeel van het feit dat ik zowel ruimtelijk als technisch een groot inlevingsvermogen heb ontwikkeld. Dat versterkt mijn plek als coördinator en opdrachtgever. Verder ben ik erg betrokken bij de sociale component van veel van dit soort opgaven. Zeker als het gaat om woonwijken speelt dit heel erg. Fysieke en sociale verpaupering gaan vaak hand in hand. Om dat proces te keren moeten de oplossingen ook uit die twee richtingen worden gestuurd.’

Met welke projecten ben je nu bezig? ‘Ik zit in de afrondingsfase van een groot project in Arnhem. Ik ben bezig in Winschoten, Veenendaal, Wateringen en Baarn. Het gaat allemaal om revitalisering en herontwikkeling op wijk- en complexniveau. Voor woningcorporatie De Alliantie Gooi en Vechtstreek ben ik bijvoorbeeld bezig met de aanpak van een aantal wooncomplexen in Hilversum. In totaal ruim 280 woningen in verschillende types en complexen. De corporatie wilde aanvankelijk deels slopen en nieuwbouwen. Na onze analyse hebben we gekozen voor een totale revitalisering.

Hoe is je werkwijze? ‘Ik begin altijd met een portfolio analyse, of het nu gaat om een hele wijk of een complex. Daarmee krijg je inzicht in het totale bezit, de doelgroepen en de ontwikkeling daarin. Daarna wordt op wijkniveau gekeken naar leefbaarheid, omgeving, sociale integratie, veiligheid en voorzieningen. Tenslotte wordt naar de complexen zelf gekeken. Woonkwaliteit, technische kwaliteit, veranderbaarheid en natuurlijk geld, de kosten-batenanalyse. Een analyse op deze manier is áltijd essentieel om conclusies te kunnen trekken voor de aanpak van een complex. Je moet rationele

geven

beslissingen nemen, die gericht zijn op een duurzame exploitatie en sociale samenhang van de wijk. Veel te vaak wordt alleen maar naar geld of techniek gekeken.’

In Hilversum is gekozen voor totale revitalisering. ‘In de wijk wordt al veel gesloopt. De portiek- en galerijflats waar het om gaat hebben een redelijke woonkwaliteit en kunnen worden gerevitaliseerd op een hoog niveau voor verschillende doelgroepen. Uit het bewonersonderzoek en de financiële analyse bleek dat mensen eraan hechten in deze flats te blijven wonen en financieel - kosten én opbrengsten- was het ook de meest interessante optie’

Hoe wordt de overlast in de wijk aangepakt? ‘Er komt in de wijk steeds meer overlast in en rond deze complexen. Dit heeft grotendeels te maken met een te grote component van grote allochtone gezinnen in te kleine woningen. In het plan richten we ons op gemengde 1-2 persoons huishoudens. Starters, alleenstaanden en senioren. Voor grote gezinnen wordt andere huisvesting gezocht. Samen met Johan Blokland van FAME in Arnhem heb ik een visie gemaakt over het technisch verbeteren van de appartementen. Veiliger galerijen en portieken en betere ontsluitingen. Daarnaast worden de flats cosmetisch verbeterd. Heel belangrijk tijdens het totale project is de communicatie met bewoners en betrokkenen. Het is niet alleen techniek en geld, maar vooral de sturing op sociale samenhang en draagvlak voor de wijk. Ik stel programma’s hiervoor op en coördineer de communicatie en huurdersbegeleiding.’

Je werkt sinds 2005 bij FAME. Hoe bevalt het je? Wat mij bij FAME aanspreekt is dat projecten niet vanuit traditioneel denken worden aangepakt. Adviesbureaus zijn in Nederland verregaand gespecialiseerd. Je hebt architecten, stedenbouwers, allemaal adviesbureaus, managementbureaus en noem maar op. Je ziet vaak dat een project door een adviseur te veel vanuit zijn eigen discipline wordt opgepakt, terwijl de opgave veel breder is. Bij FAME wordt veel integraler gekeken vanuit de ruimtelijke component, markt en opbrengsten, kosten en techniek, ruimtelijke ordening, positie en draagvlak. Dat sprak me destijds aan en ik ben nog steeds heel enthousiast.’ ’n

fame 31


Opgeleverd

Uitbreiding Hogeschool Windesheim Uitbreiding Hogeschool Windesheim Zwolle

Architect: architektenburo Vegter, Leeuwarden

Management: Anton de Ruiter en Harmen Timmerman. FAME Bouwmanagement


Herstructurering

Erasmuspark Den Haag In opdracht van woningcorporatie Kristal in Rijswijk verzorgt de FAME Groep de planontwikkeling van het project ‘Erasmuspark’ in Den Haag. Het betreft de herontwikkeling in de naoorlogse Vredewijk in Den Haag. Het project omvat de ontwikkeling van 350 koopwoningen.

Ing. Peter Vermeulen

Binnen de opdracht verzorgt FAME de leiding aan het projectteam en de aansturing van alle bij het project betrokken adviseurs en interne medewerkers. Daarnaast is FAME verantwoordelijk voor de financiële haalbaarheid, realisatie van de stichtingskostenbegroting en de zorg voor de algehele voortgang van het project. Voor wat betreft de commerciële ontwikkeling draagt FAME zorg voor de organisatie en bewaking van de locatiepromotie, marketing en verkoop.n

Ontwikkelaar: Ing. Peter Vermeulen. FAME Planontwikkeling fame 33


Henk Vonk


Ondernemingsgeest Alhoewel ik erg in geschiedenis ben geïnteresseerd, heb ik het niet zo op terugblikken. Behalve wanneer het een periode markeert waarmee de huidige status en vooral de toekomst beter begrepen kan worden. Dat is dan ook de reden dat ik me in dit verband voor één keer waag aan terugkijken: Een periode markeren en dan weer vooruit. FAME is medio jaren tachtig opgericht als bouwkundig architectenbureau, met een belangrijk kenmerk: ondernemingsgeest. De portefeuille zat overvol met retailprojecten. De landelijke retailketens hadden grote expansiedrift en gaven ons de opdracht nieuwe vestigingspunten ‘turnkey’ – van ontwerp tot en met realisatie – op te leveren. Als kool Het bureau groeide als kool, in de retail, maar ook op het gebied van recreatie, bedrijfsgebouwen en woningbouw. Er ontstond ook vraag naar onderhoud en beheer van bestaand vastgoed en collega’s schakelden ons zelfs in voor tekenwerk en advies. Er kwamen vestigingen bij en we bedienden de landelijke markt. De omzet groeide met sprongen en we hadden constant druk op vacatures. In de sector waren we een groot bedrijf geworden, dat zich op één punt met gemak kon beroemen: ‘All services available’. Het faciliterende karakter en de uitgebreidheid van onze activiteiten had ondanks veel tevreden klanten een nadeel: hoe houd je je concept begrijpelijk voor de markt. Onze kracht moest niet tegen ons gaan werken en we wilden verder met onze gezamenlijke ambitie: waardevolle concepten bedenken, ontwerpen en realiseren. We stelden ons ambitieniveau bij: omhoog. Er werden activiteiten afgestoten, nieuwe zeer ervaren mensen aangenomen en we specialiseerden ons in een moeilijk segment: herstructurering en reconstructie van stedelijke gebieden, wijken en dorpscentra. Hoe buig je twintig jaar ervaring in tal van activiteiten en segmenten om in een krachtig profiel in dat nieuwe, complexe segment. Valkuil De gevreesde valkuil van diversiteit bleek onze kracht. Herstructurering en reconstructie vereisen kennis en inzicht in het planmatig combineren van veel functies om wijken en centra weer vitaal te maken. We hadden veel kennis en ervaring opgebouwd in winkelcentra, woningbouw, multifunctionele centra, zorg, onderwijs en we beheersten alle facetten van het ontwikkelproces. Zowel op het gebied van nieuwbouw als herontwikkeling en revitalisering. Deze ervaring, gecombineerd met nieuwe, zeer ervaren ‘kartrekkers’ heeft FAME sinds enige jaren de nieuwe gewenste positie gegeven. Deze wordt gestaag uitgebouwd. Inmiddels is onze portefeuille drastisch veranderd. Van de aanpak van ‘prioriteitswijken’ tot groene plattelandskernen. Maar nog steeds winkelcentra, woningbouw, onderwijs, multifunctionele centra, kantoren en bedrijfsgebouwen. Eén ding hebben we overigens trouw bewaard. En dat is onze ondernemingsgeest. We houden nog steeds niet van blabla. We willen nog steeds sterke, marktconforme producten maken en als het moet garanderen we nog steeds het resultaat.n Henk Vonk Directeur FAME Groep


www.famegroep.nln


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.