Wonen voor mensen met een intensieve ondersteuningsvraag
2
1
inhoud
3
24
38
Voorwoord
Mevrouw van Haren
FAME Werkdocumenten
4
28
40
De visie van FAME
Willy van Nuland
Interview Bert Hogeboom
12
32
46
Beschermd Wonen Eikenhorst
Carrousel van Herinneringen
Dagdroom door Corb!no
16
34
48
Interview Jos de Jong
FAME Planontwikkeling
Interview Dick Tromp & Mario Jupijn
Š 2013, FAME Groep b.v. Uitgegeven in eigen beheer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieÍn, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever
2
colofon & voorwoord
Voor u ligt weer een nieuwe editie van het FAME Magazine. U bent van ons gewend dat wij in ons Magazine een keur van onderwerpen de revue laten passeren. Deze keer hebben we het anders gedaan. Het hele blad is gewijd aan ons concept voor Kleinschalig Beschermd Wonen, dat wij voor zorgorganisaties en beleggers ontwikkelen als alternatief voor het traditionele verpleeghuis. FAME heeft in de afgelopen jaren in een intensieve samenwerking met zorgorganisaties dit woonconcept voor kwetsbare doelgroepen ontwikkeld met als uitgangspunt een zelfstandig appartement en volledig voorbereid op het scheiden van wonen en zorg.
eindredactie Henk Vonk tekstredactie Sam van Middendorp fotografie Pim Geerts (cover, p12, p13 & p15) Maarten Corbijn (p3, p7, p9, p17, p19, p20, p24, p26, p28, p31, p40, p44, p46, p47, p49, p52 & p53) Dick Holthuis (p10, p22 & p54) coördinatie & verspreiding Heleen ten Kley Janet Mulder grafisch ontwerp Oene Sierksma druk Zalsman, Zwolle
Het FAME Magazine is een uitgave van de FAME Groep 038 425 81 01 info@famegroep.nl
Zoals u in dit Magazine kunt lezen gaat FAME verder. Het implementeren van een compleet nieuw woonconcept in een geïnstitutionaliseerd segment vergt betrokkenheid bij en kennis van de sector. In samenspraak met zorgorganisaties zet FAME een nieuwe strategische stip op de horizon en begeleidt organisaties op interactieve en doeltreffende wijze naar een nieuwe manier van denken en werken. Die begint vaak bij een herijking van de missie en visie van organisaties. Dit wordt onderbouwd met fundamenteel marktonderzoek dat de positie en de ontwikkelrichting van organisaties ondersteunt. Vervolgens worden de woonconcepten afgestemd op de specifieke identiteit van de zorgorganisatie en kunnen medewerkers worden ondersteund en begeleid in een andere werkwijze. Maar FAME is bovenal een planontwikkelaar die het oog heeft gericht op een goed georganiseerd en doelmatig ontwikkelproces. We maken het waar om in een korte doorlooptijd en met een optimaal ontwikkelbudget onze projecten te realiseren. Naast informatie en foto’s van ons woonconcept leest u in dit Magazine verhalen vanuit het perspectief van de conceptontwikkelaar, de bestuurder van een zorgorganisatie, de locatiemanager, de belegger, de bewoner en familie van de bewoner. Ik wens u veel leesplezier! Henk Vonk Directeur FAME Groep
3
Dit artikel is als film te bekijken op de FAME website: www.famegroep.nl/visie-1
4
De visie van FAME
VAN VERBLIJF IN EEN ZORGINSTELLING NAAR GEWOON WONEN IN DE SAMENLEVING door Aldi van Lierop
5
De visie van FAME
Eigen regie, veiligheid, ontmoeten, diensten en zorg. Deze kernwaarden, gebaseerd op de woonwensen van (dementerende) ouderen, vormen de vijf pijlers van het woonconcept voor beschermd wonen van FAME. Daarmee laten we de institutionele zorg zoals we die gewend zijn helemaal los. Niet meer denken vanuit de ziekte of aandoening, maar vanuit de kwaliteit van leven en de behoefte van mensen. Want mensen willen niet verblijven in een zorginstelling, maar gewoon wonen op een wijze die bij ze past. Helemaal als je leefwereld door gezondheidsproblemen steeds kleiner wordt.
Anneke Nijhoff is als senior conceptontwikkelaar wonen & services nauw betrokken bij de ontwikkeling van het woonconcept. De kiem is gelegd in de vijfentwintig jaar dat ze zelf in de zorg heeft gewerkt. ‘Ik heb eerst in een aantal verzorgingshuizen gewerkt en daarna in verschillende verpleeghuizen. Ook toen had ik al veel affiniteit met mensen met dementie. Ik heb me altijd verbaasd over het institutionele denken van waaruit we in Nederland de zorg hebben geregeld. Als het niet goed met je gaat, verhuizen we je van je eigen huis naar een zorginstelling. Ik heb verpleeghuiszorg altijd waardevol gevonden omdat je daar multidisciplinair naar een zorgvraag en ondersteuningsbehoefte kijkt en kennis en ervaring bundelt. Daar hecht ik heel veel waarde aan, maar ik heb altijd vraagtekens gehad bij de huisvesting. Ik kom nog uit de tijd dat mensen op een zespersoonskamer lagen en dat we van zespersoons- via vierpersoonsnaar twee- en eenbedskamers gingen. Het leek een vooruitgang, maar het bleven verpleeghuiskamers met bedden. Al die tijd dat ik in de zorg werkte, heb ik me beziggehouden met de vraag: ‘Hoe kunnen we dat instituut nou menswaardiger maken?’ Uiteindelijk heb ik besloten ontslag te nemen in de zorg en ben ik voor woningbouwcorporaties gaan werken. Sinds 2009 houd ik me bij FAME bezig met de ontwikkeling van dit concept. Dat doe ik in samenwerking met ZZG als een van onze opdrachtgevers voor dit woonconcept. Mijn drive is dat wonen, ook voor mensen met dementie, zo gewoon mogelijk moet zijn. Dus niet verblijven in een instituut maar gewoon wonen. Met het woonconcept voor beschermd wonen zoals we dat ontwikkelen, bieden we een menswaardig en financieel haalbaar alternatief voor het verpleeghuis. En dit woonconcept is ook geschikt voor andere doelgroepen die door deze integrale aanpak van wonen met diensten en zorg de mogelijkheid hebben om hun eigen leven te blijven leiden.’
“Hoe kunnen we dat instituut nou menswaardiger maken?”
6
De visie van FAME
Veranderde klantwens ‘De belangrijkste aanleiding om de transitie te maken van institutionele verpleeghuiszorg naar wonen in de samenleving is de veranderde klantwens. We hebben mensen met dementie heel lang gezien als een eenduidige groep, ouderen met dezelfde ziekte. Vanuit die aandoening en de leeftijd werden mensen gegroepeerd. En daar geloof ik niet in. Want alleen de aandoening en de leeftijd geven niet de overeenstemming tussen mensen die nodig is om het goed te hebben met elkaar. Daarvoor moet je de eigen manier van leven als uitgangspunt nemen. Met name bij dementie is die eigen manier van leven belangrijk want als je dementie hebt, ervaar je dat de wereld om je heen gek wordt. Niets is meer wat je dacht dat het was. Dan kom je in een verpleeghuis met lange gangen en veel deuren waarvan je niet weet wat erachter zit. Je komt mensen tegen die je niet kunt duiden, sommigen in uniform. Een man vertelde me eens dat hij dacht te worden vastgehouden door die uniformen. De witte brigade, noemde hij ze. ‘Er zit hier een witte brigade en de deur is op slot’. Dat zijn vervreemdende elementen. In die transitie van institutioneel naar gewoon wonen neem je dus niet de ziekte, maar de eigen manier van leven als uitgangspunt. Dat wil zeggen dat mensen gewoon hun eigen appartement hebben, in hun vertrouwde woonomgeving, dat ze met eigen meubels en dierbare bezittingen kunnen inrichten. Dat wil ook zeggen dat ze actief kunnen blijven in die vertrouwde omgeving. Je kunt bijvoorbeeld gewoon naar je eigen kerk gaan in plaats van naar een kerkzaal in het grote, regionale verpleeghuis. Dat geldt eigenlijk voor alle sociale activiteiten of interesses. Waar het nog kan, blijf je betrokken en zo mogelijk zelfs maatschappelijk actief.’ Van woonwensen naar kernwaarden ‘Woonwensen van ouderen zijn natuurlijk niet eenduidig, maar uit diverse onderzoeken en vele persoonlijke gesprekken, hebben we vijf kernwaarden benoemd en die vertaald naar het eigen appartement en de bijbehorende woonomgeving. Mensen willen allereerst zelf de regie over hun leven behouden. Daarnaast willen ze een veilige woonomgeving waar ze spontaan mensen kunnen ontmoeten, diensten kunnen afnemen en zorg kunnen inroepen als dat nodig is. Liefst van een klein team van mensen die ze kennen. Daar is het gebouw op ontwikkeld.’
7
De visie van FAME
Het woonconcept ‘Het woonconcept bevat een eigen appartement, verschillende plekken om mensen te ontmoeten en een woonkeuken/buurtkamer voor gezamenlijk gebruik voor van acht of negen bewoners. Tussen de buurtkamers en het cluster van appartementen is een directe relatie. Veiligheid is een belangrijk onderdeel. Fysieke veiligheid, maar ook sociale veiligheid door de deskundige ondersteuning en het kunnen behouden van je eigen levenswijze. We gaan uit van een appartement van 45m² omdat daar een woonkamer met keukenblok, een aparte slaapkamer en eigen sanitair in past. Alles is ingericht op behoud van eigen regie. De kranen in de douche bijvoorbeeld, zijn zo gemonteerd dat je ze zittend kunt bedienen, waardoor je zonder hulp kunt douchen wanneer jij dat wilt. Verder heeft ieder appartement een eigen voordeur en huisnummer en een keukenraampje naar het leefgebied buiten het appartement. Daardoor zie je mensen voorbij komen en kunnen medewerkers een oogje in het zeil houden, een belangrijk onderdeel van de sociale veiligheid. Dat gebeurt natuurlijk alleen als mensen daarvoor kiezen. Er zijn ook bewoners die er een rolgordijn voorhangen. Een ander belangrijk element is daglicht. Op alle plekken in het gebouw zie je daglicht, omdat het eerste dat je kwijtraakt bij dementie, je besef van tijd is. Je gaat alleen de deur uit als je je veilig voelt. Zie je alleen maar kunstlicht dan weet je niet of het dag, avond of nacht is. Dat is verwarrend. Het is ook een concept zonder lange gangen, maar met ontmoetingsplekken die de buurtkamers met de appartementen verbinden. Daar is het aangenaam toeven en je komt er je buren tegen. De buurtkamer is een soort grote eetkeuken waar je elkaar georganiseerd kunt ontmoeten, bijvoorbeeld om samen te koken en te eten. Heb je het daar wel weer gezien, dan ga je gewoon terug naar je eigen appartement of je zoekt een andere ontmoetingsplek op.’
Transformatie van zorg ‘Als je een dergelijk woonconcept wilt realiseren als zorgorganisatie, dan is het heel erg belangrijk dat je ook je organisatie van zorg wilt transformeren. Want daar moet de belangrijkste transitie plaatsvinden wil het daadwerkelijk van verblijf naar wonen gaan. De dag van ouderen in een traditioneel verpleeghuis wordt nog te veel bepaald door het dienstrooster van de medewerkers. In de nieuwe situatie maakt het traditionele taakgerichte werken in wit uniform plaats voor ondersteuning van ouderen bij hun eigen manier van leven, bij voorkeur in kleding die niet oogt als een uniform. Voor een goede, persoonlijke begeleiding, is het belangrijk dat het professionele, multidisciplinaire team nauw samenwerkt en de bewoners en hun persoonlijke leefgewoontes door en door kent. Ook de afstemming en samenwerking met familie, vrienden en de rest van het sociale netwerk van de bewoner, is heel belangrijk. De praktijk bij al gerealiseerde projecten laat zien dat dat heel goed lukt als je met een klein, vast team om een buurtkamer heen werkt. Opvallend is ook dat mensen veel meer tijd doorbrengen in hun eigen appartement dan verwacht. Ze ervaren het echt als hun eigen huis en thuis. Dat geldt ook voor de kinderen en kleinkinderen die vaker en met meer plezier op bezoek komen en ook meer verantwoordelijkheid nemen. Ze nemen die eigen verantwoordelijkheid in het schoonhouden van het appartement, ondersteuning bij sociale activiteiten, ook buiten de deur en in de zorg. ‘Ik kom weer bij mijn moeder thuis’, zei een dochter laatst tegen me. Een medewerker meldde dat er een reductie is in medicijngebruik, vooral van medicatie die ouderen krijgen om rustig te worden. Dat zijn allemaal elementen die van toegevoegde waarde zijn voor de kwaliteit van leven en daarom word ik er zo blij van. De visie en het concept zoals we die met elkaar ontwikkeld hebben, werken dus in de praktijk. Ook bedrijfsmatig. Beide al gerealiseerde woonvormen hebben een forse wachtlijst. Dat is met name omdat kinderen het een geschikte woonvorm vinden voor hun ouders. Maar ook omdat de huidige bewoners heel tevreden zijn en dat vertelt zich door.’
Betaalbaar en rendabel Het woonconcept voor beschermd wonen van FAME is ook financieel al helemaal klaar voor de scheiding van wonen en zorg en de veranderende financiering van de zorg. ‘Bezuinigingen zijn nodig. In het huidige intramurale systeem, gefinancierd vanuit de AWBZ, heet alles zorg: eten, drinken, schoonmaak, verzorging, verpleging. In het woonconcept hebben we de AWBZ die het verblijf in een verpleeghuis vergoedt al helemaal achter ons gelaten. In plaats van intramurale financiering gaan we naar een integrale aanpak van en contractuele scheiding tussen wonen en zorg. Mensen worden weer zelf verantwoordelijk voor de woonlasten van hun eigen appartement. Dat appartement voldoet aan alle criteria van een sociale huurwoning, zodat huurders met een laag inkomen in aanmerking komen voor huurtoeslag. Daarnaast kunnen bewoners gebruik maken van integrale arrangementen van zorg en diensten, gekoppeld aan het huurcontract en ingevuld naar persoonlijke behoeften. De arrangementen worden betaald via een indicatie, met eigen middelen of een combinatie van beide.’ We ontwikkelen door ‘Het concept voor beschermd wonen zoals het er nu ligt is geen eindproduct of blauwdruk. Er zijn namelijk verschillende factoren die van invloed zijn op het eindproduct. De directe woonomgeving van de locatie, bijvoorbeeld, en de sociale en culturele achtergronden van de wijk. Ook de beschikbaarheid van andere maatschappelijke voorzieningen waar we een verbinding mee kunnen maken en de samenwerking tussen zorgaanbieders om meer doelgroepen te bedienen, zijn bepalend voor de invulling van het concept ter plaatse. Zo is er nog een aantal factoren. Al werkende komen er iedere keer nieuwe inzichten bij, ingebracht door woningcorporaties, zorginstellingen en onze eigen mensen. Dus ons model groeit en ontwikkelt zich cyclisch. We evalueren doorlopend op zowel product als proces. Daarbij spelen we steeds opnieuw in op de veranderende behoeften van de (toekomstige) klant en onze opdrachtgevers en op de nieuwe maatschappelijke opgave die is ontstaan door de huidige ontwikkelingen in wonen en zorg.’
‘Ze ervaren het echt als hun eigen huis en thuis.’
8
9
10
11
de Eikenhorst
EIKENHORST GROESBEEK Van verblijf naar wonen FAME heeft in een nauwe samenwerking met verschillende disciplines binnen de ZZG zorggroep de verschillende facetten van het geïntegreerde concept van wonen, ontmoeten, zorg en dienstverlening voor mensen met een intensieve ondersteuningsvraag uitontwikkeld. Een van de inmiddels gerealiseerde projecten is Eikenhorst op Park Dekkerswald tussen Nijmegen en Groesbeek. Dit nieuwe woongebouw is sinds maart 2012 bewoond. Voor dit Magazine hebben we ter illustratie een aantal facetten van dit specifieke project uitgelicht. We spraken met de locatiemanager en bewoners en we maakten er de foto’s die u in het Magazine aantreft.
12
13
de Eikenhorst
Context Het project Eikenhorst is gesitueerd op Park Dekkerswald in de bossen tussen Nijmegen en Groesbeek. Het voormalige instellingsterrein van 28 hectare met 70.000 m² te bebouwen oppervlak is door ZZG zorggroep en de gemeente Groesbeek in samenwerking met FAME Planontwikkeling getransformeerd tot een multifunctioneel woon-, werk- en verblijfsgebied. Voor het terrein is eerst een masterplan gemaakt, waarbij het gebied is ingedeeld in verschillende sferen voor verschillende functies. Eikenhorst maakt onderdeel uit van een woonpark met diverse beschermde en beschutte woonvormen. In oktober 2012 is het nieuwe Herstelhotel en Expertisecentrum voor Geriatrische Revalidatie en Herstelzorg opgeleverd, ook hierbij was FAME betrokken. Samen met de verschillende woonvormen, een gerenoveerde kapel met een brede ontmoetingsfunctie en verschillende andere sociale, maatschappelijke en gezondheidsvoorzieningen is er een nieuw totaalconcept voor het terrein gecreëerd. Eikenhorst is ontwikkeld als een beschermde woonvorm en een volwaardig alternatief voor het traditionele verpleeghuis. Het woongebouw bevat in totaal 71 woningen. 32 appartementen worden bewoond door mensen met dementie en 29 appartementen door mensen met een intensieve somatische ondersteuningsvraag.
Scheiden van wonen en zorg Een van de belangrijkste uitgangspunten bij de ontwikkeling van dit concept is dat de omslag van ‘verblijf in een zorginstelling’ naar ‘zo gewoon mogelijk wonen’ moet worden gemaakt. Ten eerste om mogelijk te maken dat de huidige en toekomstige bewoners hun leven kunnen blijven leven zoals ze dit gewend waren voordat ze gezondheidsproblemen kregen. Ten tweede om volledig te zijn voorbereid op de financiële en contractuele scheiding van wonen en zorg, ook voor mensen met een intensieve zorgvraag. Zelfstandig appartement aan een woonpleintje De basis van de woonvorm is een zelfstandig appartement van circa 45 m², met een woonkamer, badkamer, slaapkamer en keukenblok. Omdat mensen met dementie en mensen met een fysieke beperking méér nodig hebben dan alleen een zelfstandige woning bestaat het woonprogramma ook uit ‘sociaal gebied’. Dit is bij voorkeur ingericht in verschillende stijlen en sferen, waar mensen kunnen lopen, zitten en spontaan kunnen ontmoeten. Ook is er een ‘buurtkamer’ waar wordt gekookt en gegeten. Al deze ruimtes bij elkaar vormen het woondomein van een bewoner en worden integraal toegerekend aan het verhuurbaar oppervlak voor wonen. De appartementen zijn in groepjes van 8 tot 10 gesitueerd rondom een ‘woonpleintje’ en hebben een directe relatie met de buurtkamer.De overige ruimten die nodig zijn als ondersteuning voor het verlenen van zorg, zoals een teamkamer en opbergruimte, wordt bij scheiden van wonen en zorg door de zorgorganisatie gehuurd en bedraagt in dit concept circa 1 vierkante meter per appartement.
wonen sociale leefomgeving zorg verkeersruimte
14
Projectteam planontwikkeling Ton ten Brinke Gerrit van der Pol bouwmanagement & directievoering Jan Klijn architect Clevis Kleinjans Architecten
de Eikenhorst
Veiligheid en Vrijheid Zowel bij het wonen als voor het verlenen van zorg en ondersteuning is, ondanks de beperkingen waar rekening mee wordt gehouden, het behoud van de eigen regie en de eigen manier van leven een belangrijk vertrekpunt. Dit betekent dat de bewoners in hun eigen appartement wonen, dit ook door medewerkers wordt ondersteund en als privédomein wordt gezien. Daarnaast is ook veiligheid een belangrijke basis, met 24-uurs aanwezigheid van professionele zorgmedewerkers en 24-uurs toezicht. Al deze elementen zijn bij elkaar gebracht in een totaalconcept. Daarvoor worden reeds in het stedenbouwkundig ontwerp de vormfactoren vastgelegd die uiteindelijk resulteren in een compact opgezet gebouw met goede zichtlijnen, zonder gangen en met overal daglicht. Maar ook in de overgang van openbaar naar privé zijn zichtlijnen ontworpen. Met (de familie van) iedere bewoner wordt een toezichtplan opgesteld en deze wordt periodiek herijkt. Het toezichtprotocol geldt niet meer voor de hele woonetage maar is sterk geïndividualiseerd. Daardoor is het ook al grotendeels voorbereid op de nieuwe wet- en regelgeving hieromtrent. Financiële uitgangspunten Bij de ontwikkeling van het woonconcept is ervan uit gegaan dat in de toekomstige zorgtarieven nog zeer beperkt ruimte is voor het bekostigen van vastgoed. Hierdoor zal huisvesting moeten worden doorberekend aan de cliënt die zorg nodig heeft. In de toekomst geldt dit naar alle waarschijnlijkheid ook voor mensen met een langdurige zware zorgvraag. Het concept is daarom zodanig ontwikkeld dat het woongebouw gefinancierd kan worden op basis van reguliere uitgangspunten voor sociale woningbouw zoals die door woningcorporaties worden gehanteerd. Eikenhorst is door FAME turnkey ontwikkeld voor woningcorporatie Vestia. In de samenwerkingsovereenkomst tussen de zorgorganisatie en de woningcorporatie zijn daarnaast afspraken vastgelegd over bijvoorbeeld het toewijzingsrecht van de woningen, indexering van de huur, leegstand en de koppeling van huurcontract- en zorgcontract. Courantheid Courantheid is voor woningcorporaties en beleggers een belangrijk aandachtspunt. Daarom is het concept zodanig ontwikkeld dat het voor een brede doelgroep aanwendbaar is, zonder dat daarvoor bouwkundige aanpassingen nodig zijn. Deze doelgroepen kenmerken zich door de behoefte aan een woonprogramma met daarin een veilige woning en woonomgeving, ruimtes voor sociale infrastructuur en een integraal pakket van wonen, diensten en zorg. Op basis van marktonderzoek, waarin doelgroep segmentatie en (toekomstig) aanbod is meegenomen, wordt voor elk projectinitiatief bepaald in welke mate het initiatief voldoet aan de toekomstige marktruimte. 15
interview Jos de Jong
EIGENTIJDS kleinschalig wonen in de praktijk We hebben een gesprek met Jos de Jong, locatiemanager van het nieuwe project Eikenhorst in Groesbeek. In die functie is Jos integraal verantwoordelijk voor wonen, welzijn, financiën en facilitaire zaken. De Eikenhorst is voor de ZZG zorggroep de eerste gerealiseerde woonvorm voor mensen met een intensieve zorgvraag die volledig is voorgesorteerd op het scheiden van wonen en zorg. Het project is tot stand gekomen na een intensief en grensverleggend voortraject. Jos de Jong is één van de mensen die tijdens het ontwikkelproces intensief betrokken is geweest om vanuit zijn praktijkexpertise mede vorm te geven aan het totaalconcept. Het project is vanaf mei 2012 operationeel. Wat we graag van Jos willen weten is hoe het project nu in de praktijk functioneert. Kloppen de vooronderstellingen die ten grondslag liggen aan het concept? En wat zijn verbeterpunten?
16
17
interview Jos de Jong
Wat is nu jullie professionele observatie in de praktijk bij de bewoners zelf? In Eikenhorst wonen mensen met een intensieve somatische ondersteuningsvraag en mensen met dementie. Voor ‘de somatiekbewoner’ lag de verbetering behoorlijk voor de hand. De mensen hebben nu een eigen woning. Ze pakken hun eigen leven op en krijgen daarbij de ondersteuning die ze nodig hebben. Voor deze cliënten is het een verademing. Nieuwe cliënten schrijven zich nu heel bewust voor deze locatie in. De grootste winst die door de bewoners zelf ervaren wordt is het behoud van de privacy en het naar eigen behoefte kunnen ontmoeten van anderen. Je ziet nog wel een verschil in de bewoners die vanuit het oude verpleeghuis zijn meegegaan en nieuwe bewoners. De eerste groep is eraan gewend geraakt dat ze voor hun daginvulling ‘vermaakt’ worden. Er wordt nu meer een beroep gedaan op het eigen initiatief.
Wat waren de vertrekpunten bij de ontwikkeling van dit nieuwe woonconcept? ‘Het verpleeghuis dat we naar dit nieuwe project hebben getransformeerd was een klassiek verpleeghuis met meerbedskamers, gemeenschappelijk sanitair, grote algemene ruimten, enzovoort. We hebben als zorgorganisatie het strategische besluit genomen een alternatief te creëren voor het traditionele verpleeghuis, gebaseerd op de toekomstige scheiding van wonen en zorg, ook voor de zwaarste doelgroepen (ZZP 5 t/m ZZP 8). Dat betekent dat je een fundamentele visie moet ontwikkelen op basis waarvan je de concepten gaat uitwerken. Wat je bij jezelf en het team merkt is dat je behoorlijk vastzit aan ingesleten denkbeelden over ‘hoe het werkt’ en ‘wat goed is voor de cliënt’. Centraal in de nieuwe visie staat, dat wij als zorgorganisatie de keus hebben gemaakt niet langer meer het leven van onze cliënten over te nemen, maar ze daar naar behoefte in te ondersteunen, in dialoog met de cliënt en samen met zijn of haar sociale netwerk. Dat is een fundamentele keuze die heel veel impact heeft op onze manier van werken en de manier waarop onze cliënten moeten kunnen wonen en leven. Hieruit vloeit voort dat we ook voor de mensen met een intensieve zorgvraag geloven in scheiden van wonen en zorg, ondersteuning in de eigen regie (hoe klein die ook is) en het ondersteunen en faciliteren van een zinvolle daginvulling.’
Ten aanzien van de groep van demente bewoners was er op voorhand veel meer discussie over de werkbaarheid van dit nieuwe woonconcept. De cliëntenraad heeft bijvoorbeeld lang grote twijfels gehad bij het woonconcept voor deze doelgroep.
‘Van overname naar ondersteuning, in dialoog met de cliënt en zijn sociale netwerk’
18
interview Jos de Jong
19
interview Jos de Jong
‘Zorgmedewerkers ervaren minder werkdruk’
20
interview Jos de Jong
Waar gingen die twijfels over? Over de vooronderstelling dat mensen met dementie geen behoefte hebben aan een eigen appartement en dat er continu toezicht nodig is op deze mensen. Dat je ze binnen de groep een vaste structuur moet geven. Maar ook dat eigen sanitair en een eigen keukenblok in het appartement niet doelmatig of zelfs overbodig is. De cliëntenraad is heel nauw betrokken geweest bij het uitwerken van het concept. Het grootste compliment is nu, na een jaar, dat juist de cliëntenraad heel enthousiast is en onderstreept dat het concept heel goed werkt voor deze cliëntengroep. In de eerste plaats zijn familie en mantelzorg heel enthousiast. Het traditionele verpleeghuis heeft een hoge drempel en dat snap ik heel goed. Ik zou mijn eigen ouders daar ook niet graag naartoe brengen. Bij De Eikenhorst is het toch meer een gewone verhuizing, naar een eigen woning, met de eigen spulletjes. Je ziet dat familie ook frequenter komt en in het appartement op een natuurlijke manier in beperkte mate taken als schoonmaak en verzorging van ons overneemt. Toezicht is een heel belangrijk onderwerp. In het ontwerp is uiteraard nadrukkelijk rekening gehouden met een maximale transparantie door het ontwerpen van goede zichtlijnen in het gehele gebouw. We hebben als we dat willen ook een goed overzicht over de individuele appartementen, zodat we de bewoners goed kunnen volgen. We maken daarbij individuele afspraken met de familie in de vorm van een individueel toezichtplan. Wij zijn enthousiast over de manier waarop de bewoners zelf reageren. Er is veel meer rust en minder of geen angst. Je ziet het gedrag op een positieve manier echt veranderen. Bewoners dolen minder en er worden veel minder medicijnen tegen onrust gebruikt dan in de oude situatie. Er heerst een plezierige en rustige sfeer.
Wat doet dat met je? Ik kan je zeggen dat ik heel trots op en ook blij ben voor deze mensen. Het vroegere verpleeghuis was een plek om te vermijden. Wat je nu hoort is dat mensen het hier beter vinden dan thuis. Dat vind ik een groot compliment. Wat is de impact van deze nieuwe woonvorm voor je eigen organisatie? We hebben per cluster van acht bewoners met dementie een klein zelfregelend team van woonbegeleiders. ’s Ochtends van zeven tot elf uur en ’s middags van vier tot acht uur zijn er twee woonbegeleiders voor acht bewoners. Van elf uur ’s ochtends tot vier uur ’s middags is er één begeleider voor acht bewoners. De nachtdienst wordt verzorgd door één medewerker voor tweeëndertig bewoners. De woonbegeleiders hebben niveau 2 en 3 voor zorg en daginvulling. Het was in eerste instantie natuurlijk erg wennen voor onze medewerkers. Ze komen nu als het ware bij de mensen thuis en dat levert een heel andere manier van werken op. Dat geeft in het begin wel stress, maar het mooiste compliment dat we nu krijgen is dat onze medewerkers het zowel fysiek als mentaal veel prettiger vinden. Er wordt minder werkdruk ervaren.
Natuurlijke ontwikkeling van mantelzorg Afnemen van werkdruk bij zorgmedewerkers Minder stress bij bewoners Minder/geen ‘doolgedrag’ bij dementerende bewoners Minder medicijngebruik (11 – 16%) ten opzichte van oude verpleeghuis Veel belangstelling van nieuwe bewoners (50% wachtlijst)
21
22
23
Mevrouw van Haren
24
Mevrouw van Haren
‘Ik zie dat het haar goed gaat, dat ze tevreden is.’
Mevrouw Van Haren Mevrouw Van Haren (89) heeft dementie en woont sinds de opening in het nieuwe woongebouw Eikenhorst op Dekkerswald in Groesbeek. We hebben een gesprek met haar dochter, mevrouw Jansen-Van Haren die actief betrokken is bij het wel en wee van haar moeder. ‘We woonden met een groot gezin in een mooi huis in Beek-Ubbergen, onder de rook van Nijmegen. We zijn met acht kinderen. Mijn vader was boekhouder. Eerst bij een wasserij en later bij een staalbedrijf in Nijmegen. Hij is in 1980 overleden. Mijn moeder was huisvrouw. Altijd in de weer met het huishouden en de kinderen. Ze was best streng voor ons toen we in huis woonden. Tenminste zo herinner ik mij haar. Misschien is dat ook wel nodig om zo’n groot gezin draaiende te houden. De meeste tijd werd besteed aan het gezin, maar daarbuiten was ze ook een actieve en sociale vrouw. Ze had veel vriendinnen waar ze mee omging. Bij elkaar op visite, zwemmen, kaarten. Ze hield van gezelligheid. Toen mijn vader in 1980 overleed woonden er nog drie kinderen in huis waar mijn moeder druk mee was. Die gingen vrij vlot achter elkaar op zichzelf wonen, waardoor mijn moeder in haar eentje overbleef in haar grote huis. Op haar zesenzestigste is ze verhuisd naar een seniorenwoning in het dorp. Het huis werd echt te groot voor haar alleen. Maar ze wilde wel beslist in het dorp blijven wonen. Ze kende iedereen en haar sociale omgeving werd steeds belangrijker voor haar. Hoewel ze veel kinderen en kleinkinderen heeft, is de praktijk toch dat niet iedereen dicht in de buurt woont en dat iedereen z’n eigen leven heeft. Voor de dagelijkse contacten heb je dan meer aan je vrienden en buren dan aan je familie.
Vanaf 2000 ging haar gezondheid snel achteruit. Ze kreeg een pacemaker en ze had daarbij allerlei gebreken door de ouderdom: het lopen ging steeds moeilijker, ze werd een beetje doof, maar haar verstand was goed en ze wilde per se zelfstandig blijven wonen. Daar hield ze zich aan vast. Het was háár omgeving, háár huis en ze had veel lieve vrienden om zich heen. Vanaf 2005 ging ook haar geheugen achteruit. Ze kon zich veel dingen niet herinneren en ze vertelde dingen dubbel. Dat is voor ons een heel zorgelijke tijd geweest. Je maakt je letterlijk dag en nacht ongerust of alles wel goed gaat. Je weet dat het eigenlijk niet meer kan. Er kunnen gemakkelijk ongelukken gebeuren. Maar een verhuizing was onbespreekbaar en je neemt zelf ook niet snel de stap om je moeder naar zo’n verpleeghuis te brengen. Dat wil je toch eigenlijk niet. In 2011 is ze ’s nachts gevallen en heeft ze haar heup gebroken. Ze was helemaal in de war. Ik kan er moeilijk aan terugdenken, het was een zware en droevige tijd voor ons. Een verhuizing naar een verpleeghuis was nu ineens geen keus meer. Moeder werd met spoed opgenomen in verpleeghuis Irene op Dekkerswald. Daar knapte ze wat op en ze wilde heel graag weer terug naar haar huisje in het dorp. Ze moest verschrikkelijk wennen, maar ze kon beslist niet meer terug. Ze lag op een tweepersoonskamer met een mevrouw met wie ze het goed kon vinden. Haar leven veranderde behoorlijk. Ineens werd alles voor haar geregeld. ’s Ochtends met z’n allen wassen, aankleden en gezamenlijk eten. De rest van de dag gezamenlijk doorbrengen in de gemeenschappelijke ruimte en dan ’s avonds weer naar bed.
25
Nadat ze anderhalf jaar in het verpleeghuis had gezeten kon ze een eigen appartementje krijgen in dit nieuwe woongebouw. Dat was een heel plezierige gedachte. Moeder kreeg weer een eigen huis, maar toch in een beschermde en vertrouwde omgeving. We hebben het ingericht met haar eigen meubels. De foto van ons grote huis hangt prominent aan de wand. Dat vindt ze prachtig. ‘Wat was het toch een fijn huis’, zegt ze vaak. Ze vindt het fijn om tussen haar spulletjes te zitten, maar het blijft een gezelschapsmens. Ze gaat ook heel graag naar de buurtkamer om gezellig met haar nieuwe vriendinnen aan tafel te zitten. Dat geldt niet voor alle bewoners, hoor. Ze zijn niet allemaal hetzelfde. Er zijn er ook die het heerlijk vinden om in hun eigen appartement te zijn met de eigen televisie op de achtergrond. Ik vind het zelf geweldig dat mijn moeder toch weer een beetje zelfstandig woont. Ik zie dat het haar goed gaat, dat ze tevreden is. Het voelt goed dat ze haar eigen spulletjes om zich heen heeft en dat ze naar haar eigen toilet kan. Het is heel huiselijk, met veel persoonlijke aandacht. Het gebouw zit zo in elkaar dat men de bewoners goed kan volgen. Petje af voor de verzorging! Ik kan ze niet genoeg bedanken. We gaan nu zelf eindelijk ook weer met een gerust gevoel op vakantie.’ Mevrouw Van Haren zit met haar vriendinnen te ontbijten in de buurtkamer. Ze is mooi aangekleed en haar haar zit goed, want ze moet op de foto. Glimlachend gaat ze mee naar haar appartementje. ‘Ga maar in je eigen stoel zitten mam, dan zit je mooi in het licht’. De dochter staat achter de fotograaf om haar aandacht te vragen zodat ze de goede kant op kijkt. Mevrouw Van Haren glimlacht. ‘Wat ben je toch een mooie meid,’ zegt ze.
26
27
28
Willy van Nuland
Willy van Nuland Willy van Nuland (74) bewoner van Eikenhorst in Groesbeek heeft zich op het verzetje van een fotosessie en een interview voor dit Magazine verheugd. Als de fotograaf ’s ochtends om negen uur aankomt staat de deur van zijn appartement al open en de koffie staat te pruttelen in het koffieapparaat. Het register met sterke verhalen staat direct wijd open. Willy van Nuland is een gangmaker. Met pretoogjes steekt hij van wal, terwijl de fotograaf zijn kans schoon ziet om dat vast te leggen. Na drie kwartier is de fotosessie (jammer genoeg) afgelopen en moet er een half uurtje worden gewacht voor het interview. Geen probleem, want dan is er even tijd om naar de rijdende winkel te gaan voor wat frisdrank, een pakje boter en een paar bakjes huzarensalade. De fotograaf loopt mee naar de winkel. Willy zwaait.
‘Ik was geen lieverdje vroeger’, steekt Willy met een onvervalst Brabants accent van wal. En hij wijst met een schamper lachje naar zijn vuisten. ‘Ik ben geboren en getogen in Nistelrode. We woonden op een klein boerderijtje tegen het vliegveld aan. In de oorlog hadden de Duitsers de schuur gevorderd, maar ik ging gewoon met ze om. Daarom spreek ik ook zo goed Duits. Ik heb tot mijn achtentwintigste thuis gewoond. Mijn vader zat in de bouw bij een bedrijf in Rosmalen. Ikzelf werd kraanmachinist. Ik ben twee keer met een kraan van veertig meter hoog omgevallen, maar de volgende dag gewoon weer naar het werk hè. Ik ben een vrijbuiter’. Vroeger was Willy getrouwd. Na vijfentwintig jaar huwelijk is zijn vrouw overleden. Daarna had Willy een vriendin die na zestien jaar overleed aan de gevolgen van een hersenbloeding. Met Willy zelf ging het na zijn pensionering ook niet zo goed. Hij had last van zijn hart, zijn nieren en hij kreeg suikerziekte. Het lag niet in zijn aard om daar serieus mee om te gaan. Willy had er een hekel aan om naar de dokter te gaan. Ten gevolge van de suikerziekte liep dat fataal af voor zijn linkerbeen, dat moest worden afgezet toen Willy 72 was.
29
Willy van Nuland
‘Ik heb het heel moeilijk gehad in die tijd. Ik moest eerst 19 maanden revalideren. Jammer genoeg kon ik daarna niet terug naar huis. Zelfstandig wonen ging niet meer, dus moest ik naar het verpleeghuis. Dat was best gezellig hoor! We sliepen met z’n vieren op een zaaltje en overdag zaten we in de grote zaal te kletsen en spelletjes te doen. Maar je bent je eigen leventje wel helemaal kwijt. Er is weinig ruimte meer om de dingen te doen zoals je het gewend was’.
‘Ik heb hier mijn eigen spullen om me heen. Foto’s van vroeger aan de wand, mijn eigen meubels, mijn eigen televisie en CD collectie. Ik heb 800 CD’s met Nederlandstalige muziek.’
‘Toen dit gebouw klaar was kreeg ik de kans om hier mijn eigen woning te hebben. Daar was ik heel blij mee. Wat ik belangrijk vind is dat ik mijn eigen, hoe noem je dat... privacy heb. Ik heb hier mijn eigen spullen om me heen. Foto’s van vroeger aan de wand, mijn eigen meubels, mijn eigen televisie en CD collectie. Ik heb 800 CD’s met Nederlandstalige muziek. Ik kan hier gewoon mijn sigaretje roken, wat ik graag doe. Het appartement is groot genoeg. Groter is voor mij onhandig. Toch kan ik niet zonder de mensen om me heen, dus ik ben blij dat we hier zo fijn met elkaar aan een pleintje wonen. In het begin was het even een ‘bromnestje’, maar het was al snel gezellig. Daar moet iedereen z’n best voor doen. Als ik me niet goed voel hoef ik alleen op een knopje te drukken en iemand van de verzorging komt me helpen of geeft me een pilletje. Ik hoef me dus geen zorgen te maken. En er is altijd gezelligheid. Of de buurvrouw komt bij mij op bezoek, of we zitten met elkaar een spelletje te doen in de buurtkamer, je hoeft je hier niet te vervelen. Maar als ik het zat ben zeg ik ‘kom, we gaan maar ‘s naar huis’.
30
31
Carrousel van Herinneringen door Aldi van Lierop
32
FAME bedenkt, ontwerpt en begeleidt woonconcepten voor mensen met een psychogeriatrische aandoening. Herkenning en positieve prikkels spelen een belangrijke rol bij bewoners om zich prettig en veilig te voelen in hun omgeving. Vanuit dit principe is het idee voor de Carrousel van Herinneringen ontstaan: een ronde zuil met allerlei gadgets en elementen die kunnen prikkelen en herinneringen kunnen oproepen. Mensen kunnen veel van deze dingen uit de carrousel nemen en bekijken. De vormgeving is geïnspireerd op de klassieke reclamezuilen uit onder andere Parijs. ‘Ik stel me wel eens voor dat ik oud en hulpbehoevend ben. Zo hulpbehoevend dat ik niet meer thuis kan wonen, maar naar een verpleeghuis moet. Behalve aardige en bekwame medewerkers zie ik toch vooral een systeem waar ik in moet passen. Ik ben er nu al niet zo goed in en dat wordt vast niet beter. In het huidige systeem word je op vaste tijd en plaats gewassen, aangekleed, ergens neergezet en gevoed. Ik krijg het er Spaans benauwd van. Daarom word ik zo blij van het gedachtengoed van FAME over het woonconcept voor ouderen. In dat concept staat het eigen levensverhaal van ieder mens centraal. Dat levensverhaal is het uitgangspunt voor een passende woonvorm, voor begeleiding en verzorging. Kleinschalig wonen voor dementerende ouderen is zo’n vorm. Gewoon een veilig thuis waar je jezelf kunt zijn tot je overlijdt. Op twee plekken heeft FAME inmiddels een Carrousel van Herinneringen geplaatst. In mijn ogen een briljante manier om in te spelen op de behoefte aan herkenning en positieve prikkels die er voor zorgen dat bewoners zich prettig en veilig voelen. Als ik de carrousel bekijk, ontdek ik een breiwerkje in een laatje, mooie fotolijstjes met portretten en sepia-afbeeldingen van vroeger, oude kranten en tijdschriften, ansichtkaarten, een kijkdoos waarvan het interieur kan wisselen, een graaibakje met ouderwetse snoepjes en nog veel meer leuke dingen waar ik naar kan kijken of die ik kan vastpakken. Terwijl ik om de carrousel heen loop, vraag ik me af wat mij zou prikkelen als ik straks oud ben en mijn geest me in de steek laat. Misschien een iPhone of iPad, een digitaal fotolijstje met wisselende beelden, een Happinez of exemplaar van Trouw, een Boeddhabeeldje, een foto van klaprozen en natuurlijk chocolaatjes, liefst melk. Ik zou geuren willen ruiken die me nu ook prikkelen. Zoals de geur van vers gemaaid gras of sappige sinaasappels. Rozen en seringen. Laguna van Salvador Dali of Dolce & Gabbana pour homme. Héérlijk. Maar hoeveel prikkels kan ik dan nog aan? We zullen zien’. FAME realiseert de meubelen in samenwerking met de vakgroep ontwerpend meubelmaker van het Cibap in Zwolle, in het kader van een leer-werk-traject.
33
FAME Planontwikkeling FAME Planontwikkeling is een multidisciplinair planontwikkelbedrijf dat zich vanaf haar oprichting in 1984 heeft georganiseerd en bekwaamd in het tot stand brengen van huisvestingsprojecten binnen een complexe context, zoals de zorgsector. De zorgsector is onderhevig aan ingrijpende veranderingen, als gevolg van een veranderende klantwens, het kantelen van het financieringssysteem, het veranderen van de rol van de overheid en de sterk toenemende vergrijzing. FAME is voor veel zorgorganisaties, maar ook voor corporaties en beleggers, op integrale wijze betrokken bij het ontwikkelen van een toekomstgerichte strategie op huisvesting en het ontwikkelen en realiseren van concrete projecten.
34
35
FAME Planontwikkeling
De expertise van FAME richt zich hierbij met name op de transformatie van huisvesting voor de sector verzorging en verpleging. FAME ontwikkelt toekomstgerichte woonconcepten die aansluiten bij de behoeften van mensen en een alternatief zijn voor het traditionele verpleeghuis en het verzorgingshuis. Daarnaast houdt FAME zich voor en in samenwerking met diverse zorgorganisaties bezig met het ontwikkelen van nieuwe toekomstgerichte concepten voor (geriatrische) revalidatie en herstelzorg.
‘Zorgorganisaties vragen om een concrete, inhoudelijke en oplossingsgerichte aanpak’
Complexiteit en urgentie Door de toegenomen complexiteit van de opgave en de hoge urgentie vragen zorgorganisaties om een concrete, inhoudelijke en oplossingsgerichte aanpak, waarin alle relevante aspecten van de opgave zijn meegenomen. De genoemde veranderingen raken immers bijna alle aspecten van klantbenadering, organisatie en bedrijfsvoering. Om een inhoudelijke, haalbare en samenhangende transitie op efficiënte wijze te kunnen vormgeven, moeten al deze aspecten in een geïntegreerd proces worden uitgevoerd. Dat is de werkwijze waarop de organisatie van FAME is toegerust. Multidisciplinaire aanpak De praktijk heeft geleerd dat complexe uitdagingen op een geïntegreerde wijze aangepakt moeten worden om tot het beste resultaat te komen. Om die integrale benadering waar te kunnen maken, wordt er binnen FAME gewerkt met een multidisciplinair ontwikkelteam. Dat begint bij concept- en strategieontwikkelaars die samen met de zorgorganisatie beleid en strategie herdefiniëren en in de organisatie implementeren. De ontwikkelmanagers en planontwikkelaars bij FAME zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling en de realisatie van haalbare ontwikkelplannen. Zij worden hierbij in de uitvoering ondersteund door eigen projectmanagers. FAME Planontwikkeling beschikt daarbij over een eigen studio voor architectuur, stedenbouw en grafisch ontwerp. De ideeën van de concept- en planontwikkelaars kunnen door de studio direct worden omgezet in haalbare ruimtelijke plannen en onderscheidende communicatiemiddelen.
36
FAME Planontwikkeling
INTEGRALE PLANONTWIKKELING Strategie ontwikkeling Missie en visie Omgevingsanalyses Huisvestingsconcepten Samenwerkingsvormen Financiële analyse Portefeuilleanalyse Transformatieplan
Mensgericht Het lijkt een open deur, maar in de werkwijze van FAME Planontwikkeling staat de uiteindelijke gebruiker centraal in het hele proces. Van initiatief tot en met de realisatie. Wij ontwikkelen voor de mensen die in onze projecten werken en wonen. Daar voelen we ons mee verbonden. Daarom blijven we bijvoorbeeld juist ook na de oplevering onze projecten monitoren op een reeks van onderwerpen: van technische en ruimtelijke functionaliteit tot woonkwaliteit en welbevinden. Op de website van FAME wordt onder andere een blog bijgehouden over beschermd wonen in de praktijk. Met alle praktijkinformatie uit gesprekken en onderzoek wordt het Programma van Eisen telkens verbeterd. Elders in dit Magazine leest u het terug: een concept is bij FAME geen blauwdruk, maar wordt telkens cyclisch geëvalueerd op product en proces. Ondernemend FAME ontwikkelt om te realiseren! Dat is wat het totale team in haar werkzaamheden motiveert en waarvoor het is samengesteld. Projecten zijn echter niet vanzelfsprekend haalbaar. Daarom is het hele ontwikkelproces bij FAME erop gericht om ze haalbaar te maken. Dat vraagt in de praktijk om creativiteit, buiten bestaande paden durven en kunnen denken, ondernemerschap en doorzettingsvermogen. Met die insteek heeft FAME een grote staat van dienst met gerealiseerde projecten.
37
Conceptontwikkeling Marktonderzoek Product-Markt-Combinaties Klantprofielen Ruimtelijke visie Opbrengstenanalyse Stichtingskostenanalyse Bedrijfswaarde-analyse Ruimtelijke Ordening Financiering Risicoanalyse Macro- en projectplanning Ontwikkelmanagement Projectmanagement
FAME Werkdocumenten In het ontwikkelproces, van strategie tot en met realisatie, worden samen met de klant werkdocumenten geformuleerd en vastgesteld om richting te geven aan de ingezette transitie. Deze documenten vormen de belangrijkste ijkpunten voor het totaalconcept van wonen, ontmoeten, zorg en dienstverlening en geven tezamen vorm aan de samenhang tussen stuk voor stuk complexe vraagstukken.
Visiedocument Beschermd Wonen & Wonen met een Plus!
Visiedocument Transformatie van bestaande verzorgingshuizen
38
Visiedocument Revalidatieen herstelzorg
Strategisch huisvestingsplan Portefeuilleanalyse
Transformatieplan
Marktonderzoek
Ruimtelijk, functioneel en technisch pve
Huishoudboekjes, inkomsten en uitgaven van klantgroepen
Verhalen van burgerkracht
Visiedocument samenwerken in buurten en wijken
Werkdocument over handelen en gedrag
Beelden over de transitie voor en door zorgmedewerkers
Concept- en haalbaarheidsplan 39
Businesscase
‘Icare maakte een bewuste keuze voor dit concept.’
40
EEN NIEUWE alternatieve WOONVORM FAME Planontwikkeling werkt in opdracht van Icare sinds 2012 aan de transformatie van een aantal traditionele verpleeghuizen in Assen en Beilen naar nieuwe kleinschalige beschermde woonconcepten. Hierbij gaat het in totaal om circa 180 nieuwe woningen op vijf nieuwe locaties in Westerbork, Beilen en Assen, in een doorlooptijd tot 2018. FAME is voor Icare ontwikkelpartner bij de realisatie van de verschillende projecten. We hebben een gesprek met de heer Bert Hogeboom, directeur verpleeg- en verzorghuizen (V&V) bij Icare en nauw betrokken bij de inhoud en het proces.
41
Transitie bestaand vastgoed naar kleinschalig beschermd wonen
bestaande situatie
bestaande plattegrond
nieuwe situatie met tweekamerwoningen
nieuw cluster met tweekamerwoningen
model 1 - huiskamers in centrale zone
model 2 - huiskamers centraal in clusters
Transformatie van bestaande gebouwen is een belangrijke opgave in de zorg. In de praktijk blijkt dat het nieuwe woonconcept van FAME regelmatig met succes is in te passen binnen de contouren van een bestaand gebouw. FAME heeft conceptontwikkelaars die zich specifiek bezighouden met de transformatie van bestaand vastgoed. Voor Icare is een studie gemaakt in een bestaand gebouw waar het nieuwe concept goed inpasbaar en financieel haalbaar is.
42
interview Bert Hogeboom
‘Het concept van FAME is geen blauwdruk. Je moet het verbinden met je eigen organisatie’
43
Wat is de context van deze transformatie opgave? Bert Hogeboom: ’Wij hebben als Icare vier jaar geleden de verpleeghuizen die wij huurden van GGZ-Drenthe overgenomen. Van deze vier verpleeghuizen moesten er twee worden vervangen. Het betreft traditionele verpleeghuizen met meerbedskamers. De projecten zijn zowel financieel, technisch als conceptueel aan het einde van hun levensduur. Het loont ook niet om de projecten te herontwikkelen. Toen wij de projecten van GGZ overnamen, leefden er al veel initiatieven en gedachten over hoe we de nieuwbouw zouden moeten vormgeven. Die voorbereidingen gingen echter uit van de vraag: hoe kunnen wij het bestaande verpleeghuis verbeteren vanuit het bestaande systeem en hoe kunnen wij dat beter doen voor onze ‘patiënten’. Naar mijn mening te veel vanuit het idee dat wij er zijn om voor onze klanten te zorgen. Ik heb daar een andere visie op, maar het is in de praktijk erg complex om daar vanuit alle invalshoeken vorm en inhoud aan te geven. Ik kende Anneke Nijhoff en heb haar gevraagd of ze wilde helpen om ons denken op een andere manier vorm te geven.’ Wat was de volgende stap? ‘Het gedachtegoed van FAME sluit heel goed aan bij mijn eigen ideeën: we maken een volwaardig alternatief voor het traditionele verpleeghuis, dat de klantwens als uitgangspunt neemt. Mensen zijn op zoek naar welbevinden. Geen zorg, maar prettig wonen en leven, ook in relatie met familie en de sociale context. Dat geldt dus ook voor mensen die vanwege dementie of een somatische aandoening erg beperkt zijn in hun denken en handelen. FAME heeft dit integrale concept ontwikkeld, maar het is wat mij betreft geen blauwdruk. Je moet het verbinden met je eigen organisatie. En dat is waar we in eerste instantie mee begonnen zijn. Anneke Nijhoff heeft een visietraject uitgezet, met interviews en workshops, om onze organisatie het gedachtegoed eigen te laten maken. Het uiteindelijke resultaat moet door onze eigen medewerkers mede worden bedacht en gedragen. Het visietraject heeft geresulteerd in een helder visiedocument, op basis waarvan wij in de vervolgstappen duidelijke keuzes konden maken. Vervolgens heeft FAME de opdracht gekregen om gebiedsgericht de transformatie verder vorm te geven.’
interview Bert Hogeboom
‘Ik heb Anneke gevraagd of ze ons denken op een andere manier wilde helpen vormgeven’
Wat houdt dat vormgeven precies in? ‘FAME heeft bijvoorbeeld gebiedsgerichte marktanalyses gemaakt, locatieanalyses, ruimtelijke visies op locaties en businesscases per locatie. Onze visie is, dat we decentraler, kleinschaliger en meer in verbinding met wijk en dorp onze nieuwe woonvormen willen inbedden in de maatschappelijke context. We sorteren er op voor, dat ook voor de zwaarste zzp’s in de toekomst scheiden van wonen en zorg wordt doorgevoerd. Dat heeft ook invloed op locatiekeuze, schaalgrootte en een goede monitor op vraag en aanbod. We gaan de verbinding aan met lokale woningcorporaties vanuit de visie dat die samen met ons een geïntegreerd pakket van wonen, zorg, ontmoeten en dienstverlening aanbieden aan een gezamenlijke klant.’ Wat maakt dit woonconcept aantrekkelijk? ‘Er is een goede balans tussen uitgangspunten die de beleggingswaarde bepalen, zorgexploitatie en specifieke klantwensen. Die balans levert een nieuw woongebouw op dat uit gaat van een eigen appartement, voldoende ruimte om te bewegen en te ontmoeten en voldoende mogelijkheden om zorg en toezicht te organiseren met een compact team van medewerkers. Het concept is volledig voorgesorteerd op een toekomstige scheiding van wonen en zorg, zonder dat je op dat moment nieuwe investeringen moet doen om dat mogelijk te maken. Het concept beantwoordt aan de doelstelling onze medewerkers ondersteunend te laten zijn bij de bewoners. Oftewel: heel weinig vierkante meters zorginfra.’ Is daarmee je doel bereikt? ‘Wat ik voor ogen heb is, dat mensen wíllen verhuizen naar deze nieuwe woonvorm als positieve keuze. Mensen willen dan misschien ook wat eerder verhuizen en kunnen dan een betere kwaliteit van leven krijgen in hun laatste jaren. Ik ben een aantal keren op bezoek geweest bij één van de gerealiseerde projecten van FAME. Wat me daar opviel was een plezierige sfeer. In een ruimtelijke beleving, bij de medewerkers én bij de bewoners. Verder waak ik natuurlijk over ons eigen bedrijfsbelang en probeer ik risico’s te beheersen. Er verandert nog heel veel op het gebied van financiering de komende jaren. FAME heeft in de businesscase het concept getoetst op verregaande maatregelen van de overheid en de haalbaarheid. Zowel de gebouwexploitatie als de zorgexploitatie blijft in die scenario’s overeind.‘ Wanneer wordt het eerste project opgeleverd? ‘Met woningcorporatie Woonservice Drenthe ontwikkelen we op een prachtige plek midden in het dorp Westerbork in totaal 48 woningen. De eerste fase moet in 2015 in gebruik worden genomen. We kijken er heel erg naar uit!’ 44
Wonen in een woonservicegebied
stedenbouwkundige concept principe hofje/beschutte binnentuin, 48 appartementen beschermd wonen (3 bouwlagen)
alternatief 48 appartementen beschermd wonen (3 bouwlagen) aan binnentuin/hofje, urban villa 3 lagen met setback, begane grond maatschappelijke functie, verdiepingen 11 appartementen verzorgd wonen
begane grond, 14 app. 45m² go
In opdracht van Icare heeft FAME in Beilen locatieonderzoek gedaan voor de vervanging van het bestaande verpleegverzorgingshuis Altingerhof. Eerst is gekeken naar de huidige en toekomstige klanten van Icare en daarna is op basis van demografische gegevens de toekomstige vraag naar huisvesting voor ouderen met een zorgvraag bepaald. In samenwerking met de gemeente Midden Drenthe is een aantal potentiĂŤle locaties in beeld gebracht. De voorkeurslocatie is beoordeeld op voorzieningen, bereikbaarheid, leefbaarheid, aanwezigheid van diensten en overige aspecten die van belang zijn voor de doelgroep. Voor de locatie is een modellenstudie gemaakt om te beoordelen of het gewenste programma mogelijk is.
45
Dagdroom door Corb!no
46
‘U zit ook in het complot!’ De opgestoken wijsvinger was oud en gerimpeld maar daarom niet minder priemend. ‘Een schande is ‘t, mensen zomaar opsluiten! Maar u hoort er natuurlijk ook bij...hopeloos!’ Met zichtbare woede wendde zij zich van mij af en ging schuifelend op zoek naar een betrouwbaarder bondgenoot. Op bezoek bij mijn dementerende moeder kwam het gesloten karakter van haar zorgplek regelmatig op onaangename wijze om de hoek zeilen. De dolenden met hun smeekbedes, die zodra de liftdeur achter mij dichtging stonden te bonzen op het glas, de scheefgezakte lethargie vol verwijt aan de gemeenschappelijke tafel, je moest je erdoor heen bijten. Mijn moeder, fysiek nog tamelijk sterk, meende als oud-hoofd van een dagverpleging nog steeds in functie te zijn en was derhalve gezegend met een opgewekte hulpvaardigheid, tot grote blijdschap van het overbelaste personeel. Zorgelijk werd dat pas toen ze naast thee schenken ook mensen met voor haar onduidelijke gebreken op ongewenste tijden uit bed begon te trekken, met alle gevolgen van dien. Gelukkig duurde die fase van volledige ontoerekeningsvatbaarheid kort en is zij vredig heengegaan en is daarmee haar, de verpleging en familie verdere verdwazing bespaard gebleven. De beelden, de geur, de naargeestigheid en de ontreddering zijn mij echter tot op heden maar al te zeer bijgebleven. Deze spookten door mijn hoofd, op weg naar De Eikenhorst, waar een nare nachtmerrie plotseling een fijne dagdroom bleek te kunnen zijn. Had mijn Maria Femmie Pietronella hier maar haar dwaze dagen kunnen beleven. Met terugwerkende kracht overviel mij een korte woede. Zo kan dit dus. Zo had het gekund. Lichtval, kleurstelling, sfeer, privacy. Ze zou hebben genoten. Ik ook. Ik zag haar zitten. Dag mam.
Corb!no is het pseudoniem van fotograaf, filmmaker en schrijver Maarten Corbijn. Corbijn is bekend van zijn portretten van talloze (internationale) beroemdheden en korte films over popgroepen. Daarnaast schrijft hij columns voor onder andere HP de Tijd. Maarten Corbijn fotografeert sinds tien jaar portretten voor de FAME Groep. De fotosessie op Eikenhorst bracht herinneringen aan zijn moeder naar boven en hij schreef er voor FAME Magazine een column over.
47
De corporatie is partner in wonen met zorg Woningcorporatie Kennemer Wonen anticipeert op de scheiding tussen wonen en zorg met een eigen visie op wonen, welzijn en zorg. Een praktische vertaling daarvan is de bouw van veertig appartementen voor dementerende ouderen volgens het woonconcept van FAME. Dit vindt plaats in de nieuwe woonwijk Nieuw Varne in Heiloo, samen met partner MagentaZorg. Kennemer Wonen hanteert voor deze nieuwe woonvorm hetzelfde rendementsbeleid als voor al hun andere sociale huurwoningen. FAME sprak met directeur/bestuurder Dick Tromp en ontwikkelmanager vastgoed Mario Jupijn over de doelgroepgerichte en rendabele aanpak van Kennemer Wonen. door Aldi van Lierop
48
49
interview Dick Tromp & Mario Jupijn
‘Traditioneel bouwen voor de zorg doen we niet meer’
Gewoon wonen ‘Vijf jaar geleden hadden we nog gewoon ja gezegd op de vraag van onze partner MagentaZorg om een aantal traditionele verpleeghuisplaatsen te realiseren in Nieuw Varne’, zegt Dick Tromp. ‘De huurcontracten van twintig tot dertig jaar geven ons immers zekerheid. Maar toen die concrete vraag kwam, hebben we gezegd: Nee, zo willen we niet meer voor jullie bouwen. De vraag van de klant is veranderd en ons beleid ook. De huidige zorgfinanciering biedt ons voor de toekomst namelijk te weinig zekerheid, terwijl het aantal klanten sterk toeneemt. We hebben dus een woonconcept nodig dat goed aansluit bij ons reguliere woningaanbod én bij de specifieke wensen en behoeften van de bewoners.’ Kennemer Wonen bood MagentaZorg wel meteen een alternatief voor het project door het woonconcept voor beschermd wonen van FAME te introduceren. Dat concept gaat ervan uit dat mensen zo normaal mogelijk willen wonen, ook als ze gaandeweg meer ondersteuning en zorg nodig hebben. En normaal wonen doe je in een eigen appartement of woning. In een veilige en vertrouwde woonomgeving met voldoende voorzieningen. ‘Dat is wat de klant wil, dus dat is wat we gaan leveren. Anders verliest de zorgorganisatie marktpositie en ons bezit waarde.’
50
Courant bouwen Het woonconcept voor beschermd wonen mag dan nieuw zijn voor Kennemer Wonen, de manier waarop ze er financieel mee omgaat is hetzelfde als altijd. ‘Voor ons is dit een regulier woonproduct voor specifieke doelgroepen met een smalle beurs. We hanteren dus dezelfde rendementscriteria als voor andere sociale huurwoningen.’ Mario Jupijn schetst hiermee het beeld van een corporatie die bijzonder is geworden door lang genoeg zichzelf te blijven. ‘Zoals altijd regelen we het zo dat ons eigen risico laag is, waardoor we zeker weten dat we het project tot een goed einde kunnen brengen en het bezit voor lange tijd courant blijft. We zien de vraag naar deze woonvorm sterk stijgen voor meerdere doelgroepen. Daarmee is het voor ons een courante woonvorm.’
Nieuw Varne in Heiloo
schetsmodel 1
schetsmodel 2
schetsmodel 3
massastudie concept
indeling appartement van 45m²
Heiloo is een gemeente met een bovengemiddelde vergrijzing. Met name dit deel van Heiloo heeft een relatief hoog percentage senioren. Voor MagentaZorg realiseert Kennemer Wonen 40 appartementen in deze wijk. Het zorgsteunpunt voor Nieuw Varne en aangrenzende wijken wordt daaraan gekoppeld. Van daaruit worden de wijken voorzien van diensten en adequate zorg aan huis. Daarmee past het project binnen de bebouwingscontouren van de provincie Noord-Holland. Daarnaast bouwt Kennemer Wonen dertien eenheden voor autistische jongeren in samenwerking met Stichting Zelfstandig Wonen Heiloo. Betrokken zijn Bouwfonds, gemeente Heiloo, de provincie Noord-Holland, Kennemer Wonen, MagentaZorg en Stichting Zelfstandig Wonen Heiloo. Het gaat om 220 woningen: eengezinswoningen, patiowoningen en appartementen (40% sociale categorie, 60% vrije sector).
51
interview Dick Tromp & Mario Jupijn
De visie van Kennemer Wonen: Mensen die een beperking hebben en afhankelijk zijn van zorg en ondersteuning, zijn gewone mensen die een geschikte woning nodig hebben. Zij moeten zoveel mogelijk kunnen blijven leven in de eigen natuurlijke omgeving. Hierbij staat de eigen regie voorop en volgen ondersteunen, zorg en dienstverlening waar nodig. Kennemer Wonen bouwt altijd duurzaam en levensloopgeschikt en alleen voor mensen met een laag inkomen.
Heldere parameters Zowel Dick Tromp als Mario Jupijn zijn duidelijk over de parameters die Kennemer Wonen bij nieuwbouw hanteert. Dick Tromp: ‘Betaalbaarheid voor onze doelgroep en voor Kennemer Wonen staat altijd voorop. Ten tweede bouwen we alleen nog nieuw vastgoed dat voor meerdere doelgroepen geschikt is of snel kan worden aangepast. Wat we nu bijbouwen zijn vooral driekamerwoningen. Daar kan iemand alleen wonen, maar er kunnen ook twee mensen, of een gezin wonen. Jong of ouder, dat maakt niet uit. Dergelijke bouw is waardevast en de kans op leegstand is klein. Dat geldt ook voor de appartementen die we nu bouwen voor dementerende ouderen. Deze beschutte woonvorm is ook voor meerdere doelgroepen geschikt. Er zijn altijd mensen gebaat bij een dergelijke veilige woonomgeving. Ten derde is het aantal beschutte woningen dat we bouwen klein in verhouding tot ons totale woningbestand, het risico dus ook. Ten vierde kiezen we onze bouwlocaties zorgvuldig uit. We bouwen niet meer locatiegericht, maar vraaggestuurd vanuit de doelgroepen. Met ons portefeuillemanagement brengen wij de marktvraag, onze visie en onze vastgoedstrategie bij elkaar op de juiste locatie.’
52
interview Dick Tromp & Mario Jupijn
‘We hanteren gewoon ons standaard rendementsbeleid voor dit nieuwe woonconcept’
Confrontatie en omslag Een woningbouwcorporatie met een eigen visie op wonen, welzijn en zorg is nog een uitzondering in Nederland. Dick Tromp: ‘MagentaZorg moest er aanvankelijk aan wennen dat wij met een eigen visie kwamen. We hebben samen met Anneke Nijhoff van FAME een aantal visiebijeenkomsten met MagentaZorg belegd. In dat visietraject zijn we vanuit de inhoud met elkaar aan de slag gegaan. We hebben vanuit alle invalshoeken gekeken naar mogelijkheden en belangen, voor ons als gebouweigenaar, voor de zorgorganisatie en voor de bewoners.’ Mario Jupijn: ‘Ook voor MagentaZorg is dit een nieuwe stap. Het bestuur is overtuigd en zelfs enthousiast, maar het nieuwe bouwconcept vraagt ook om een nieuwe manier van werken. Parallel aan het ontwikkeltraject gaat MagentaZorg aan de slag om haar werkwijze op deze woonvorm af te stemmen. Wat heel prettig is, is dat FAME vanuit de praktijk voor zowel ons als voor de zorgorganisatie op alle vragen antwoord heeft. Medewerkers van MagentaZorg gaan nu bijvoorbeeld bij een bestaand project kijken hoe het in de praktijk werkt. Verder heeft FAME ook een goed uitgewerkte businesscase voor dit concept, inclusief diverse, al getoetste samenwerkingsovereenkomsten. We hoeven het wiel dus niet zelf uit te vinden. Zo gaan we de veertig appartementen straks niet collectief verhuren aan MagentaZorg maar als bundeling van losse contracten per adres. Daarmee anticiperen we op de scheiding van wonen en zorg.’ 53
Samenwerken met FAME De samenwerking met FAME is nieuw voor Kennemer Wonen. Aanleiding was het concept voor beschermd wonen van FAME. Mario Jupijn: ‘FAME is voor ons primair als conceptontwikkelaar en architect bij dit project betrokken. Maar de samenwerking gaat verder dan we van partners gewend zijn omdat FAME zo’n brede kennis en ervaring heeft op álle niveaus. De mensen van FAME zorgen ervoor dat we niets over het hoofd zien. Ze adviseren ook op het gebied van contracten en begeleiding van het complexe proces met alle partners. Nieuw Varne is namelijk een collectief project waar ook het Bouwfonds, de provincie Noord-Holland en de gemeente Heiloo bij betrokken zijn. De snelle respons op vragen en de voorbeeldcontracten van FAME houden de vaart in het proces. Dat is bijzonder prettig.’
54
55
56
57
Burg. Roelenweg 40 8021 EW Zwolle Postbus 674 8000 AR Zwolle t 038 425 81 01 info@famegroep.nl
www.famegroep.nl