Innoveren & ondernemen
Inhoud
4
23
40
Innoveren en ondernemen Henk Vonk
Arrangementen
Co-creatie Aastraat
8
Beschermd Wonen Juliana
31
Avatar dossier
46
14
32
50
Vensterhuis
dossier Windesheim
Interview Victor van Dijk
Appreciative Inquiry dossier
15
36
51
Upper dossier
Park Margriet
Innovatie leegstand verzorgingshuizen dossier
16
38
52
Interview Hans Vos
Supermarkt dossier
Visie Wijkwinkelgebieden
20
39
54
Solis
Op het juiste spoor dossier
Oplevering 1e fase Koedijkslanden
Š 2015, FAME Groep b.v. Uitgegeven in eigen beheer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieÍn, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
2
colofon & voorwoord
Innoveren en ondernemen. Dat is de kapstok voor de inhoud van dit nieuwe Magazine. Bij het lezen van de artikelen zal het u duidelijk worden waarom dit thema zowel voor FAME als voor onze partners - of dat nu zorgorganisaties zijn, winkelbeleggers of woningcorporaties – zo belangrijk is: de segmenten waarin wij opereren, ondergaan een dusdanig structurele verandering, dat ‘slechts verbeteren’ niet meer toereikend is voor een toekomstgerichte en gezonde bedrijfsvoering. En omdat die segmenten zich vaak ook nog eens kenmerken als systeem georiënteerd en aanbodgericht, is het doorvoeren van échte innovaties een opgave waar het nodige lef, ondernemerschap en doorzettingsvermogen voor nodig is. Dat wij samen met een groeiend aantal vaste partners op een integrale manier vorm kunnen geven aan die vaak complexe opgaven, onderstreept onze visie dat wij als multidisciplinair planontwikkelbedrijf een nieuwe rol kunnen vervullen bij het ontwikkelen, integreren en realiseren van toekomstgerichte eindredactie huisvestingsconcepten. Henk Vonk Bij onze manier van werken hoort tekstredactie ook dat we een nauwe verbondenheid Sam van Middendorp voelen en actief onderhouden met het maatschappelijk werkveld. Bij innovatie fotografie hoort opleiding en onderzoek. We hebben Maarten Corbijn daarom een samenwerkingsverband met Pim Geerts Hogeschool Windesheim in Zwolle en de studierichting Toegepaste Gerontologie. coördinatie & verspreiding FAME is sparringpartner, ontwikkelt en Heleen ten Kley doceert praktijkgerichte modules, levert Janet Mulder stageplaatsen en ondersteunt onderzoek. We hebben in dit Magazine een dossier ‘leren en grafisch ontwerp & illustraties innoveren Windesheim’ toegevoegd met zes Oene Sierksma praktijkgerichte studieprojecten. druk Ten slotte nemen we u in dit blad ook nog Drukkerij Tesink, Zutphen mee in hoe dat nu in de praktijk kan gaan, co-creëren. FAME won de prijsvraag en Het FAME Magazine is een uitgave van de ontwikkelde samen met bewoners een nieuwe FAME Groep buurt: De Aastraat in Steenwijk. 038 425 81 01 info@famegroep.nl We hebben weer met enorm veel plezier een Magazine voor u samengesteld dat verhaalt over de onderwerpen waaraan wij iedere dag met passie werken. Ik wens u veel leesplezier. Henk Vonk, Directeur FAME Groep Ps: bovenstaande tekening is gemaakt door mijn 14 jarige dochter Anna. Trots natuurlijk!
3
Innoveren & ondernemen Henk Vonk
4
innoveren & ondernemen
Wat betekent het voor een bedrijf als je écht een bewuste keuze maakt om innovatief partner te zijn voor je klanten? FAME Planontwikkeling maakte die keuze en overziet de resultaten na bijna tien jaar hard werken. Henk Vonk: “De eerste vraag moet zijn waaróm wij die keus hebben gemaakt. Wat is de aanleiding en wat voor partner waren wij daarvoor dan precies? FAME bestond vorig jaar dertig jaar en in de loop van de ontwikkeling van het bedrijf zijn we ons gaan richten en organiseren op complexe segmenten en projecten. Herontwikkeling van wijken en winkelcentra, herontwikkeling van bestaande gebouwen en later ook van de zorgsector. Wij zijn er altijd van overtuigd geweest dat je complexe opgaven alleen goed kunt ontwikkelen met een multidisciplinair team. We hebben ons bedrijf zich zien ontvouwen van een clustering van bedrijven naar één multidisciplinair planontwikkelbedrijf. Het is belangrijk om dit te vertellen, want het feit dat we in deze visie en bedrijfstraditie staan heeft er ook toe geleid dat we de uiteindelijke stap konden maken van ‘leverancier’ naar partner. En die heeft te maken met een compleet veranderde omgevingscontext voor onze klantgroepen en segmenten in de afgelopen jaren.”
‘Ik heb erg moeten wennen aan het idee dat we van selling naar sharing gingen in ons bedrijfsmodel’
5
Een volwaardig alternatief “In dit Magazine lees je een aantal verhalen van de transitie die onze partners doormaken. Het komt er in de kern op neer dat ze voor de opgave staan zichzelf en de producten die ze maken opnieuw uit te vinden. Een transitie waarin niet ‘verbeteren’ maar ‘innoveren’ het motto is geworden. In onze optiek gaat er iets mis met je toegevoegde waarde wanneer je je als bedrijf binnen die nieuwe context als leverancier blijft gedragen. De term ‘leverancier’ moet je overigens niet negatief beschouwen. Je hebt zelfs hofleveranciers, niets mis mee. Maar ik gebruik deze woorden leverancier en partner om een essentieel verschil mee te duiden. Het besef dat onze klanten zich opnieuw moesten gaan positioneren in een noodzakelijke systeemverandering is voor ons begonnen bij de zorgsector. Anneke Nijhoff kwam bij ons binnen met een visionaire blik op de toekomst van de zorg. Ik kan me mijn eerste gesprek met haar nog heel goed herinneren. Het was niet alleen dat ze al een jarenlange ervaring had op verschillende posities bij zorgorganisaties en woningcorporaties, maar juist haar zeer scherpe omgevingsanalyse, de consequenties daarvan, en haar gedreven en heldere visie op wat mensen met een zorgvraag nu écht nodig hebben maakten op mij een grote indruk. De zorgsector had een urgente behoefte aan een compleet nieuw perspectief. Men moest zichzelf opnieuw uit gaan vinden. Om dat te kunnen, moet je het systeem verlaten en vanuit het perspectief van de klant - dus de meneer of mevrouw met een zorgvraag - opnieuw definiëren waar behoefte aan is en op welke manier een zorgorganisatie daar invulling aan kan geven. Anneke zei: ‘Henk, als je echt iets wilt betekenen, dan moet je niet blijven meelopen in het oude stramien, maar een volwaardig alternatief bieden. Dáár ligt de echte behoefte.’
innoveren & ondernemen
Kernwaarden “Er is in de loop van de afgelopen jaren een aantal latente kwaliteiten binnen de organisatie heel expliciet verheven tot kernwaarden van ons bedrijf: - Sterke integrale, klantgeoriënteerde visie. - Kritisch en gelijkwaardig, zowel in de organisatie als in de relatie met opdrachtgevers met een op onderzoek en ontwikkeling gericht team. - Visie en ontwikkeling moet je delen, niet verkopen. - Je moet lef hebben en in staat zijn de totaalconcepten praktisch haalbaar te maken en te realiseren.
‘Visie en bedrijfscultuur zijn de dragers van de vraag of je slaagt als game changer’
Als je in onze ervaring innovatief partner wilt zijn, moet je een sterke klantgeoriënteerde visie hebben. Zoals Hans Vos van ZZG zorggroep in het artikel in dit Magazine zelf zegt, is het voor onze klanten erg lastig om vanuit de dagelijkse werkwijze iets totaal nieuws te ontwikkelen. Wij hebben er als FAME voor gekozen om een sterk en samenhangend alternatief te ontwikkelen voor verpleeg- en verzorgingshuizen en revalidatie. Zoiets is geen blauwdruk, want je moet het verbinden met de visie en organisatie van je klant, maar het is wel een belangrijke voorwaarde. Dat is in het begin best lastig. Er zijn partijen die zeggen: en gaan jullie ons nu vertellen hoe wij het moeten doen? Daar moet je niet onzeker van worden, het is een logische vraag. En we stellen nu vast dat het een voorwaarde is voor succes.
Vanaf dat moment was de relatie met onze opdrachtgevers in de zorg definitief van een andere orde. We gingen aan de slag met het ontwikkelen van integrale en samenhangende concepten als alternatief voor het traditionele verpleeghuis, verzorgingshuis en geriatrische revalidatie. Integraal in de zin van: visie op klantbehoeften, huisvesting, organisatie en werkwijze, financiering, technologische ondersteuning, inrichting, promotie. We hebben daar in de loop van de afgelopen jaren een zeer bedreven multidisciplinair team voor opgeleid en veel intern onderzoek en ontwikkeling gedaan. We hebben in dat proces vanaf het begin óók bij onze klanten een aantal pioniers gevonden met wie we op een nieuwe manier hebben samengewerkt. Met de ZZG zorggroep hebben we bijvoorbeeld een programmateam waarin mensen van FAME en ZZG zitten en onderwerpen worden uitgewerkt. En wat de geest ook scherpt, is dat je in zo’n proces een heleboel weerstand tegenkomt. Zowel op visie als bij de praktische implementatie. Die weerstand is heel goed, want wat je vooral nodig hebt is een kritische omgeving die invloed uitoefent op de kwaliteit van het eindproduct. Op dit moment werken we met al onze zorgklanten op deze manier. We zouden niet meer anders kunnen.”
Een andere kernwaarde moet verankerd raken in de cultuur van het bedrijf, maar ook in de cultuur van de relatie die je hebt met je klant: kritisch en gelijkwaardig. Binnen ons bedrijf hebben we natuurlijk specialisten, maar er staan geen muurtjes om de verantwoordelijkheden heen. We nodigen iedereen uit kritisch te zijn, gericht op verbetering. Dat klinkt eenvoudig, maar het vraagt echt wel wat om kritiek ook daadwerkelijk als iets positiefs op te vatten. Zo gaat het ook in de samenwerking met onze klanten. Daarbij hebben we een team binnen FAME dat zich bezighoudt met onderzoek, ontwikkeling en verbetering van concepten en huisvestingsstrategie. Dat onderdeel wordt steeds belangrijker.”
6
innoveren & ondernemen
van ‘selling’ naar ‘sharing’ “Ik heb erg moeten wennen aan het idee dat we van ‘selling’ naar ‘sharing’ gingen in ons bedrijfsmodel. We steken erg veel tijd, energie en budget in het ontwikkelen van nieuwe concepten. In dit Magazine lees je iets over het ontwikkelen van toekomstgerichte arrangementen voor verpleeg- en verzorgingshuizen. Vroeger verkocht je die informatie, maar in deze filosofie is dat niet langer volledig houdbaar. Onze klanten werken immers net zo hard mee aan het verbeteren van deze producten en zorgen ervoor dat de concepten ook daadwerkelijk geïmplementeerd worden. En natuurlijk is er wel eens een partij geweest die ‘dank je wel’ zei en zonder ons aan de slag ging, maar dat is part of the game. Uiteindelijk zien we dat ook dit punt doorslaggevend is voor succesvol innovatief partnerschap. Een goede visie of een goed idee is pas een innovatie als het met succes in de praktijk is toegepast. Hierin komen we weer terug bij onze ingesleten identiteit van de afgelopen dertig jaar: we ontwikkelen om te realiseren. We hebben er de organisatie, maar ook de mentaliteit voor ontwikkeld om dingen écht voor elkaar te krijgen. Van het concept Beschermd Wonen hebben we momenteel een paar duizend woningen in de pijplijn. We leveren volgend jaar gemiddeld elke acht weken zo’n project op. Je moet kansen zien, risico’s durven nemen en je verantwoordelijkheid nemen om dat voor elkaar te krijgen. Dat vergt kennis, creativiteit en ondernemerschap. Dat maakt ons vak extra leuk vind ik.”
Wijkcentra “Wat we voor de zorgsector hebben bereikt, wat betreft visie en werkwijze, is ook de manier waarop we naar het ontwikkelen van wijkwinkelcentra kijken. Het winkellandschap zal de komende decennia grondig gaan veranderen. Ook dit segment is toe aan een andere benadering om toekomstgericht te blijven. Daar lees je in dit Magazine nog wat meer over. Wij leggen de nadruk op wijkcentra, omdat dit in onze opvatting echt een specialisme is. Wat je ziet is dat de demografische ontwikkeling in wijken en dorpen een sterke vergrijzing laat zien de komende tientallen jaren. Dit heeft grote invloed op de behoeften van de mensen die daar nu en in de toekomst wonen. Om ook in dit segment een klantgerichte visie te ontwikkelen, zijn we eerst maar begonnen om de mens niet als ‘consument’ te zien, maar vanuit het perspectief van welbevinden te benaderen. Met andere woorden: wat heeft de toekomstige wijkbewoner, onderverdeeld in verschillende groepen, nodig om plezierig te kunnen wonen en leven in een wijk? Het gaat dan dus niet alleen over winkels, maar over een samenhangend concept van wonen, ontmoeten, welzijn, zorg en dienstverlening. Deze visie levert een heel andere samenwerking met partners als gemeente, woningcorporatie, beleggers en ondernemers op, maar komt ook terug in de inrichting van het openbaar gebied, de branchering en de woningdifferentiatie.” “Ondanks dat ik weinig mensen tegenkom die het niet eens zijn met onze visie, merk je bij initiatiefnemers in de praktijk soms wat koudwatervrees voor de complexiteit. In deze benadering heb je inderdaad met nogal wat partijen en belangen te maken. Toch zien wij in de praktijk dat de benadering voor ons juist als motor werkt in het proces. Dat komt denk ik omdat wij heel sterk vasthouden aan de benadering van een ‘gemeenschappelijke klant’, namelijk de wijkbewoners. Alle partijen hebben er vanuit hun eigen rol en verantwoordelijkheid belang bij dat het die klant goed vergaat.
‘We benaderen de herontwikkeling van wijkwinkelcentra op precies dezelfde manier’
Trots Ja ik ben blij dat we deze weg zijn ingeslagen. Om een aantal redenen, maar ik zal alleen de belangrijkste noemen. Ik ga zo af en toe wel eens naar een project Beschermd Wonen dat we hebben ontwikkeld voor mensen met dementie. Dan ga ik rustig zitten en kijken hoe het met de mensen gaat. Wat de sfeer is. Bewoners, verzorgenden, familie. Dat de mensen die daar wonen ondanks hun beperking nog best normaal wonen in hun eigen appartement. Dat de familie gewoon thuis op bezoek komt. En dat de mensen die er werken gast zijn en hen daarbij ondersteunen. Hier is hard voor geknokt, denk ik dan, en dan ben ik best een beetje trots.”
7
Beschermd Wonen Juliana
8
9
Juliana: BESCHERMD WONEN op een bijzondere plek in Nijmegen FAME ontwikkelt in opdracht van ZZG en in samenwerking met woningcorporatie Talis en Klok Bouw en Ontwikkeling een woongebouw Beschermd Wonen voor mensen met dementie. Op een bijzondere plek in Nijmegen voldoet de ontwikkeling van deze woonvorm zowel volledig aan de innovatieve visie van ZZG, als aan de uitgangspunten van Talis. Het nieuwe project staat in een van de mooiste buurten van Nijmegen, waardoor er hoge eisen zijn gesteld aan stedenbouw en architectuur. Dit heeft een proces opgeleverd waarbij iedere partij vanuit haar eigen rol en verantwoordelijkheid tot het uiterste is gegaan om de gemeenschappelijke visie volledig tot z’n recht te laten komen. En dat is gelukt! Na een ontwikkel- en realisatie traject van ruim twee jaar wordt het gebouw in februari 2016 opgeleverd. In de week voor de in gebruikname organiseert FAME op twee dagen rondleidingen en presentaties voor zorgorganisaties en woningcorporaties. Tijdens deze presentaties wordt inzicht gegeven in de conceptuele uitgangspunten zoals klantvisie, werkwijze en businesscase, geschiktheid voor diverse financierings arrangementen (zzp, vpt met behandeling, pgb, modulair pakket), het huisvestingsconcept, verhuurbaarheid en flexibiliteit en de financiële onderbouwing van de vastgoedexploitatie. Op het moment dat de rondleidingen worden gehouden is het gebouw volledig ingericht, maar nog niet in gebruik. Een mooie gelegenheid om aansluitend op de presentatie het gebouw te bekijken en een toelichting te geven op het concept.
De ontwikkeling van het gebouw maakt deel uit van de herontwikkeling van het voormalig verpleeghuisterrein Margriet van ZZG zorggroep dat door Klok Ontwikkeling integraal wordt herontwikkeld tot Park Margriet. De beschermde woonvorm sluit aan op de innovatieve visie van ZZG zorggroep waarin is uitgewerkt hoe mensen met dementie en mensen met een intensieve somatische zorgvraag hun eigen manier van leven kunnen behouden. Ook de manier waarop de benodigde zorg en ondersteuning wordt georganiseerd sluit hierop aan. Verder voldoet de ontwikkeling van deze woonvorm aan de uitgangspunten van Talis met strenge eisen aan courantheid en rendement van het concept in de categorie sociale woningbouw.
Lees meer over Park Margriet op pagina’s 36 & 37.
10
11
Beschermd Wonen Juliana
Uitgangspunten klantvisie en organisatie FAME heeft in samenwerking en in opdracht van ZZG zorggroep een visie ontwikkeld, waarbij het ook voor mensen met een intensieve zorgbehoefte mogelijk blijft om hun eigen manier leven te behouden. Wonen speelt daarbij een belangrijke rol. Niet meer verblijven in een zorginstelling, maar wonen in een veilige woonomgeving. Dit is heel concreet vertaald dat, ook mensen met een intensieve zorgvraag, in hun eigen appartement wonen. Met een eigen woonkamer, slaapkamer, keuken en eigen sanitair. De appartementen zijn gegroepeerd in acht appartementen per cluster en hebben een directe relatie met verschillende mogelijkheden om andere mensen te ontmoeten. Een buurtkamer waar gezamenlijk kan worden gekookt en gegeten en waar kleinschalige sociale activiteiten plaatvinden maar ook zitjes en nisjes om even te gaan zitten voor een individueel contact of gesprek. In 2011 zijn twee soortgelijke projecten gestart in Groesbeek voor mensen met dementie en mensen met een somatische ondersteuningsvraag. De resultaten van die projecten hebben ZZG gesteund in de ontwikkeling van ruim 300 appartementen in het gehele werkgebied van de zorggroep volgens hetzelfde principe, maar met diversiteit in uitvoering. De belangrijkste resultaten in de praktijk:
12
Beschermd Wonen Juliana
Presentaties en rondleidingen Juliana Nijmegen Eind januari 2016 organiseert FAME Planontwikkeling op twee dagen presentaties en rondleidingen op de nieuwe locatie Juliana in Nijmegen voor zorgorganisaties, woningcorporaties en beleggers. Hiervoor zal nog een separate uitnodiging worden verstuurd. De rondleidingen die wij organiseren zijn doorgaans druk bezocht. Als u geïnteresseerd bent, kunt u dat alvast kenbaar maken door een email te versturen naar info@famegroep.nl met uw naam, organisatie, functie en contactgegevens. Wij zullen er dan voor zorgen dat u een persoonlijke uitnodiging toegestuurd krijgt.
‘’t blijft uw leven’ - Zo gewoon mogelijk wonen in een eigen woning voor mensen met dementie blijkt een goede stimulans voor het behoud van zelfstandigheid. Mensen worden ondersteund om dat wat nog kan zo veel mogelijk zelf te doen, al dan niet samen met de eigen familie of vrienden. Het gewone dagelijks leven van de bewoners in vergelijking met een traditioneel verpleeghuis is natuurlijker. Wat onder andere tot uitdrukking komt in een gereduceerd gebruik van onrustmedicatie. - De huidige zelfsturende teams in de Eikenhorst en Kloostertuin ervaren minder fysieke werkdruk, doordat ze bij de mensen ‘thuis’ komen en daar ook alle noodzakelijke zorg- en ondersteuningstaken verrichten. - ZZG neemt de regie van de bewoners niet over onder het motto: ’t blijft uw leven’. Samen met de bewoners en de familie en vrienden wordt onderzocht en bepaald hoe iemand zijn eigen manier van leven zoveel mogelijk kan behouden. In de praktijk leidt dit er toe, dat familie en vrienden op een heel natuurlijke manier een aantal taken blijft uitvoeren, zoals schoonmaken, wassen etc. - ZZG is erop voorbereid dat het scheiden van wonen en zorg ook wordt doorgevoerd voor mensen met een zzp 4 en hoger. Dit beleid is door de overheid in feite al in gang gezet door mensen met eigen vermogen een financiële prikkel te geven. Deze woonvorm is dus volledig voorbereid om de verregaande consequenties hiervan op te vangen. Bijvoorbeeld door de volledige vastgoedexploitatie haalbaar te maken binnen de sociale huur of middel dure huur.
13
‘Van verblijf naar wonen’ Uitgangspunten huisvesting en vastgoedexploitatie - In samenwerking met Talis is een concept ontwikkeld, waarbij de twee kamerwoningen van het huidige concept zonder bouwkundige ingrepen en zonder verlies van verhuurbare eenheden kunnen worden omgezet in drie kamerwoningen. Hiermee is het concept voor de woningcorporatie courant voor veel verschillende doelgroepen. - Het concept is uitontwikkeld op basis van de reguliere bedrijfswaarde criteria van de woningcorporatie voor sociale woningbouw.
Dossier Windesheim Co-creërende ouderen en professionals Nederland vergrijst. En dat brengt heel wat teweeg. Een grote groep ouderen zit niet achter de geraniums. Deze ouderen wachten niet af wat de overheid, organisaties en bedrijven wel of niet voor hen doen. Ze zijn actief, vaak bemiddeld en weten heel goed wat ze wel en niet willen. Daarnaast zijn er ouderen die de Nederlandse taal niet goed machtig zijn, eenzaam zijn en met moeite financieel rond komen. Hoe verschillend ouderen ook zijn, er is één belangrijke gemeenschappelijke deler. Ouderen willen een zinvol en goed leven leiden. Daarin is voor hen een sociaal netwerk, gemak en veiligheid van groot belang. Dat geldt zeker wanneer ouderen ervaren dat ze kwetsbaarder worden. Bijvoorbeeld door dementie of het hebben van één of meerdere chronische aandoeningen. Dan vragen ze om vormen van wonen en zorg waardoor ze kunnen blijven floreren. Momenteel zijn de meeste kwetsbare ouderen afhankelijk van wat de huidige professionals en zorgorganisaties bieden aan wonen en zorg. Dat aanbod is vooral gebaseerd op de bestaande financieringssystemen en de wet- en regelgeving die hiermee samenhangt. Het aanbod sluit aan bij een deel van kwetsbare ouderen. Voor de grote en brede groep ouderen is echter meer nodig. Dat vraagt om een andere kijk en aanpak. Namelijk: de unieke en diverse leefwerelden van ouderen centraal stellen. Zorgopleidingen hebben daarin een belangrijke taak.
Daarom leidt de 4-jarige hbo opleiding Toegepaste Gerontologie professionals op die samen met ouderen het verschil maken. Dat doen ze niet door alles van ouderen over te nemen maar door met ouderen samen te werken. Dat betekent: samen met zowel kwetsbare als vitale ouderen en kiezende burgers kijken naar wat mogelijk is in plaats naar wat niet meer kan. En dan vervolgens samen met hen en andere partijen daadwerkelijk nieuwe concepten, diensten en producten ontwikkelen. Een belangrijk onderdeel van de opleiding is daarom het ontwikkelen van ondernemersvaardigheden. Elementen daarin zijn co-creëren, verbinden, samenwerken en leren hoe een innovatie in de markt te zetten. Studenten leren in en samen met de praktijk hoe met verschillende ouderen te komen tot diensten en producten die er voor hen echt toe doen. We hebben het geluk om met FAME intensief samen te kunnen werken. Hun ervaring, expertise en netwerk maakt het mogelijk dat studenten van de échte praktijk kunnen leren. Experts zoals Anneke Nijhoff en Ernst van der Wolde vervullen voor studenten een voorbeeldfunctie. De producten die studenten de afgelopen jaren hebben gemaakt, laten zien dat deze professionals in spe het verschil gaan maken. Zij stellen de leefwereld van ouderen centraal. En verbinden daarbij bestaande systemen én nieuwe ondernemingen om de eigen leefwereld van ouderen recht te doen. Dr Jan S. Jukema, hoofd opleiding Toegepaste Gerontologie en associate lector Innoveren in de ouderenzorg, Hogeschool Windesheim.
14
De Upper Van mensen wordt verwacht dat zij langer thuis blijven wonen en zich zo lang mogelijk zelf kunnen redden. Voor veel mensen is het ook belangrijk dat ze, naarmate ze ouder worden, hun privacy behouden. Al deze facetten zorgden ervoor dat Lisa de Kramer en Andrea Poll ‘de Upper’ bedachten. De Upper is een kantelbare toiletbril die het toiletteren vergemakkelijkt voor mensen die moeite hebben met gaan zitten en staan. In plaats van toiletverhogingen, die niet goed zouden zijn voor de stoelgang, is dit product in staat mee te bewegen in de sta- en zitbeweging, waardoor het toilet wel op normale hoogte blijft. De Upper bestaat enkel uit een toiletbril die op elk toilet bevestigd kan worden. In plaats van een geheel nieuw toilet aan te schaffen, is het aanschaffen van alleen deze toiletbril voldoende. De Upper werkt door middel van twee gasdrukveren die tegengas geven bij het gaan zitten en meegeven bij het gaan staan. Dit zorgt ervoor dat er minder druk op de knieën komt. Op deze manier is het voor mensen eenvoudiger zelfstandig naar het toilet te gaan en heeft men hier misschien zelfs helemaal geen hulp meer bij nodig. Dit behoudt ten eerste de privacy van de oudere en ten tweede verlicht deze toiletbril het werk van een verzorgende. De Upper is vele malen voordeliger in aanschaf dan andere producten op de markt! Innovators en auteurs: Andrea Poll en Lisa de Kramer
eim
h Windes
15
Innovatie is ALTIJD het verleggen van grenzen
Hans Vos, ZZG Zorggroep
16
Hans Vos
Hans Vos, gebiedsdirecteur en programmadirecteur wonen en zorg van ZZG Zorggroep, kijkt voor innovatie binnen zijn eigen organisatie altijd eerst naar naar ontwikkelingen in de maatschappij en partijen buiten de sector. Daarmee vermijdt hij de valkuil om te vernieuwen vanuit een oud paradigma en gevestigde opvattingen binnen de eigen sector. “Ik ben op zoek gegaan naar maatschappelijke relevantie en naar ondernemende partners om de transitie mee aan te gaan. De manier waarop een andere partij naar jouw sector kijkt is namelijk vaak al de eerste bron van innovatie. Samen verleggen we grenzen en voegen we waarde toe aan het leven van cliënten, aan de maatschappij en zeker ook aan de economische houdbaarheid van ons eigen “gezondheidszorgsysteem”.
‘Bij innovaties wordt het gegarandeerd een paar keer ingewikkeld’
Het gesprek met Hans Vos vindt plaats in woonzorgcentrum Meander in Wijchen, een sprekend voorbeeld van een heldere visie op maatschappelijk innoveren en ondernemerschap, vertaald in de praktijk van alledag. De ontwikkeling van Meander is ook een boeiend verhaal over waarde(n)creatie door partnerschap. Het begon in 2000 met een oud verzorgingshuis, zoals we er in Nederland wel meer kennen. “Met dat verzorgingshuis hadden we twee dingen te doen: scheiden van wonen en zorg en extramuraliseren. Dat zijn twee aparte trajecten geweest met verschillende actoren. Scheiden van wonen en zorg gaat in essentie over de fysieke kant, het vastgoed, waar wij als ZZG, de woningbouwcorporatie en de gemeente werk te doen hadden. Extramuraliseren gaat over nieuwe zorg- en dienstverleningsconcepten, over nieuwe vormen van organiseren en nieuwe businessmodellen. Daar hebben we met zorg- en welzijnspartners, lokale ondernemers en vrijwilligers de schouders onder gezet.” Vertrouwen en verbinding Wat heb je als partners nu echt van elkaar nodig voor succesvol innoveren en ondernemen? “We moeten ons in elkaars werelden willen verdiepen zodat ik vanuit jouw perspectief leer kijken en andersom. Zodat jij en ik als persoon, en daarna in het project, de transitie kunnen maken, ook wanneer het ingewikkeld wordt en dat wordt het gegarandeerd. Door de samenwerking word je van elkaar afhankelijk en leer je van en met elkaar. Praktijk-wetenschappelijke kennis is hierbij nodig om te kunnen beoordelen en berekenen wat wel en niet werkt. Dit vertrouwen, het ontwikkelen van gezamenlijke en nieuwe kennis en het ontwikkelen van nieuwe producten en diensten is de basis voor elke maatschappelijke innovatie. Immers de meeste vraagstukken in de care zijn op inhoud, beleid en besturing domeinoverstijgend geworden. “Op deze manier hebben we een “leerpad” ontwikkeld dat een bijdrage kan leveren aan maatschappelijke innovaties. Daar liggen drie gezamenlijke waarden aan ten grondslag: mensen moeten er beter van worden en wat we doen moet maatschappelijk ingebed en economisch houdbaar zijn. Dit betekent sturen op waarden, maatschappelijke impact en op financiële parameters.”
17
Hans Vos
Visie in de praktijk Hoe deze visie zich in de praktijk van alledag binnen Meander vertaalt, wordt snel duidelijk als Hans ons meeneemt door het gebouw. Het gebouw heeft diverse maatschappelijke functies en voorzieningen. “Aan de voorkant hebben we een groot ontmoetingscentrum. Daar komen per week zo’n zevenhonderd bezoekers. We halen veel bezoekers en verschillende verenigingen en organisaties naar binnen. Dit betekent diversiteit aan mensen en programma’s. Zo is er ook een fitnessruimte. Aan een jonge ondernemer stellen we deze ruimte beschikbaar waarin hij bewoners, medewerkers en mensen uit de wijk arrangementen aanbiedt op het gebied van bewegen. Voor het winkeltje hebben we een alliantie gesloten met de plaatselijke Coop. Wij stellen de ruimte beschikbaar, hij zorgt voor de goederen, passend bij de behoeften en portemonnee van de bewoners. De winkel wordt gerund door vrijwilligers. En even verderop in het gebouw zit een huisartsenpraktijk. Door de mix aan voorzieningen, samenwerkende partijen, nieuwe vormen van organiseren en nieuwe businessmodellen geven we invulling aan onze gezamenlijke waarden en innoveren we op drie maatschappelijke aspecten: nieuwe producten en voorzieningen, nieuwe vormen van organiseren en nieuwe businessmodellen.” Impact van innoveren Wat de transformatie volgens Hans heeft opgeleverd is een totaal ander paradigma op zorg. “We zijn er in geslaagd de zorg te deïnstitutionaliseren, wonen en zorg zijn gescheiden, we werken met een nieuw zorg- en een nieuw dienstverleningsconcept, de verbinding tussen partijen heeft nieuwe kennis en ervaring opgeleverd en de innovatie heeft tot nieuwe sturingsmechanismen geleid.” Hans Vos is een analyticus pur sang en heeft de impact van de transformatie op cliënten, ZZG zorggroep, vrijwilligers en woningbouwcorporatie in kaart gebracht. “De partijen waarmee we samenwerken zorgen voor nieuwe maatschappelijke waarde(n)creatie. Kern voor cliënten is dat ze zich in de nieuwe woonvorm thuisvoelen en er gelukkig zijn. Dat is nu zo. We zien ook dat de zorgconsumptie is afgenomen en dat mensen weer meer de eigen regie nemen. Daarmee voegen we waarde toe aan hun leven. Kijken we naar deze locatie dan zetten we onze professionals effectiever in, is de omzet gestegen en de solvabiliteit verbeterd. Vrijwilligers ervaren hun werk als betekenisvol en ze zorgen mede voor continuïteit in de dienstverlening. Daarbij heeft de woningbouwcorporatie profijt van een betere leefbaarheid in de wijk en een toename van de huurduur dankzij de voorzieningen binnen Meander. Ze hebben royaal geïnvesteerd in het ontmoetingscentrum.
Het nieuwe paradigma op wonen en zorg, dit nieuwe concept, leidt tot een positief maatschappelijk rendement op elke geïnvesteerde euro en tot een positieve waardering van alle betrokken partijen.” Duurzaam ondernemerschap Zonder lef, doorzettingsvermogen, de bereidheid om risico’s te nemen en mensen motiveren en overtuigen was Meander nooit in zijn huidige vorm tot stand gekomen. “Dan hebben we het over ondernemerschap. Innoveren buiten het systeem kan niet zonder ondernemerschap. Let wel, het is ondernemerschap vanuit een maatschappelijk perspectief en rendement, het invullen van (toekomstige) hiaten op het gebied van wonen, zorg en arbeidspotentieel. Nieuwe dingen doen omdat ze maatschappelijk relevant zijn. Want dat is onze rol, een bijdrage leveren aan de gezondheidszorg in Nederland. Dat doen we ook door steeds beter te doen wat we zelf willen blijven doen, en het (maatschappelijke) rendement op onze diensten te vergroten.” Ondernemen is voor Hans vanzelfsprekend duurzaam ondernemen met positieve effecten op de lange termijn, zowel economisch, sociaal als ecologisch. “Dat bereik je alleen als je echt bij het begin begint: bouwen aan verbinding met je (nieuwe) partners. Met heldere sturingsmechanismen op waardesysteem, de financiën en op maatschappelijke impact. Zonder dat soort inzichten kun je nooit de volgende stap 18
zien en zetten. Zicht hebben op de kansen om te kunnen innoveren en maatschappelijk te ondernemen is nodig om een volgende stap in de ontwikkeling te kunnen zetten. Woonzorgcentrum Meander is het resultaat van ruim tien jaar innovatie en ondernemerschap en zo hebben we er wel meer.” De volgende stap Innovatie gaat volgens Hans altijd gepaard met het verleggen van grenzen, zowel maatschappelijke, wettelijke, organisatorische als persoonlijke grenzen. “Daarin heeft ook FAME een belangrijke intermediaire rol gespeeld binnen ons programmateam Innovatie Wonen en Zorg. We werken met veel partijen in een complexe omgeving. FAME heeft kennis en ervaring om die complexiteit mede te overzien en te reduceren. FAME brengt waardevolle kennis en ervaring mee vanuit verschillende perspectieven, zoals vastgoed, marktbenadering en zorg. Wat we nog willen doen is de kennis en de nieuwe woonvormen die wij samen hebben ontwikkeld verder onderbouwen. We hebben professionele kennis, we hebben ervaringskennis maar nog onvoldoende praktijkwetenschappelijke kennis over de nieuwe vorm van Beschermd Wonen voor mensen met dementie. Dat is nog een volgende stap. Een nieuwe uitdaging dus.”
‘Innoveren buiten een systeem kan niet zonder ondernemerschap’
19
Een stabiele koers voor Solis in deventer
Ko Portengen
20
Bestuurder Ko Portengen van Zorggroep Solis is er open over: “ik ben er heel erg lang zeker van geweest dat het scheiden van wonen en zorg uiteindelijk toch niet doorgevoerd zou worden voor huisvesting in de zorgsector. Ik zat er naast. We moesten onze strategie met grote spoed volledig herzien, tot en met concrete nieuwbouwconcepten voor een aantal locaties.� FAME heeft dat volledige traject integraal vormgegeven en begeleid.
Peter Smoorenburg
21
Solis
“Tot medio 2013 waren onze strategie en onze visie op huisvestingsconcepten nog volledig gebaseerd op zorg en huisvesting met een intramurale financiering. De adviesbureaus die we tot dan toe hadden ingehuurd ondersteunden ons daar ook in. We hebben voor één van onze locaties zelfs een volledig uitgewerkt concept ontwikkeld op basis van vooruitstrevende visies op groepswonen voor mensen met een intensieve zorgvraag. Iedereen was enthousiast, inclusief de banken. We hebben het uiteindelijk toch niet gedaan omdat de overheid voor ZZP 1 t/m 4 het scheiden van wonen en zorg ging doorvoeren. Dat gaf voor ons de doorslag om enorm te gaan twijfelen over de houdbaarheid van onze plannen, die wel heel erg afhankelijk waren van de intramurale financieringsvorm. Onze toenmalige adviseurs konden ons niet verder helpen en dus zijn we op zoek gegaan naar een partij die dat wel kon. Daar hebben we écht even de tijd voor genomen, want we konden ons geen foute keus veroorloven. De urgentie is groot.” Solis Zorggroep is een in Deventer gewortelde zorgorganisatie die teruggaat tot 1267, toen een kinderloos echtpaar haar landerijen overdroeg aan de daarvoor opgerichte Organisatie voor Weldadigheid en Barmhartigheid. Het huidige Solis voelt zich nog steeds schatplichtig aan de eenvoudige kernwaarden waarmee het begonnen is: de organisatie wil in de eerste plaats een rots in de branding zijn voor sociaal kwetsbare ouderen met vaak een lage sociale status en een laag inkomen. Portengen: “in Deventer is die uitdaging nu en in de toekomst nog steeds erg actueel. Deventer is een oude industriestad met relatief veel lage inkomens en allochtonen. We moeten er dus voor zorgen dat we in deze tijd van zeer ingrijpende veranderingen onze stabiele koers behouden. Te weten dat je als bestuurder in zo’n lange traditie staat, maakt je vastberaden.” “De zorgsector, en wij dus ook, staan voor de opgave van een ingrijpende innovatie op alle werkvelden. Dat gaat dus verder dan alleen huisvesting. We moeten onszelf opnieuw uitvinden en dat is in de waan van alledag niet zo eenvoudig. Je bent toch snel geneigd om dat wat er is te verbeteren. We hebben gezien dat dat niet voldoende is. Die plannen en ingrepen hebben een te korte houdbaarheid. We zijn dus op zoek gegaan naar een partij die ons voor wat betreft de huisvesting een compleet nieuw concept kon bieden en ons kan helpen ook de visie op zorg, dienstverlening en financiële arrangementen voor onze doelgroepen vorm te geven en te implementeren.
Concept Springerlaan - buurtplein begane grond
22
Solis
Concept Springerlaan - buurtplein schets
‘We moeten onszelf opnieuw uitvinden en dat is in de waan van alledag niet zo eenvoudig’
Peter Smoorenburg: “ik ben hier in 2012 bij Solis begonnen met onder andere huisvesting in mijn portefeuille. We hebben samen met een adviesbureau opnieuw een omgevingsanalyse gemaakt en een nieuw Lange Termijn Huisvesting Plan. De conclusies die daaruit werden getrokken, waren wederom gebaseerd op het verbeteren van wat we al hadden. Bijna alle adviseurs in de zorg komen vanuit de college bouw traditie. We kwamen met FAME Planontwikkeling in contact door een open dag die men had georganiseerd voor de opening van De Eikenhorst van ZZG zorggroep in Groesbeek. FAME was heel open over het concept, de uitgangspunten en de onderbouwing. Wat we zagen en hoorden maakte iets bij ons los. Dit is echt nieuw en het is geen papieren idee meer. Het staat er als integraal concept. Dus niet alleen huisvesting, maar ook met een andere manier van werken, een andere klantbenadering en een businesscase die houdbaar blijft bij het volledig doorvoeren van scheiden van wonen en zorg, ook voor de zwaarste doelgroepen.” Portengen: “We zijn dus met FAME in gesprek gegaan om te kijken wat men voor ons kon betekenen. We waren wel voorzichtig natuurlijk, het mocht niet meer misgaan. Wat ons zeer aanspreekt, is dat de visie en de concepten van FAME volledig zijn gedefinieerd vanuit klantperspectief. Te beginnen met de vragen: wat heeft de klant nu echt nodig en welke rol kun je daar als zorgorganisatie in vervullen? Wat de financiering betreft, bracht FAME eenvoudige 23
huishoudboekjes en klantprofielen mee van klanten met alleen AOW, AOW met pensioen enzovoort. Dat hadden we nog niet eerder gezien. Iedereen werkte toen nog vanuit ZZP’s en NHC’s als toekomstvisie. Wat voor ons belangrijk was, was dat de huisvestingsconcepten voor de kleinste portemonnee betaalbaar zouden blijven bij scheiden van wonen en zorg. Een ander belangrijk punt was dat FAME ons integraal kon helpen bij de implementatie in onze organisatie. Een nieuw huisvestingsconcept bedenken is één, maar dat volledig integreren en implementeren, inclusief een nieuwe manier van werken en organiseren, is een veel complexere opgave. Dat FAME een multidisciplinair team heeft, met deskundigen op het gebied van zorg, huisvestingstrategie, bouw en realisatie, maakt het heel sterk. En een derde punt dat belangrijk voor ons was, was dat we de integrale concepten van FAME als uitgangspunt konden nemen zonder dat het een blauwdruk vormde. Dat heeft nu in de praktijk heel veel tijd en kosten bespaard. We zijn er gedurende het proces ook van overtuigd geraakt dat het beter is als een extern bedrijf je ondersteunt in de transformatie. Het heeft allemaal geleid tot een snel proces en een koers die door de hele organisatie verankerd begint te raken.”
Solis
FAME is het proces gestart met het ontwikkelen van twee visiedocumenten, voor Beschermd Wonen, Wonen met een Plus en Geriatrische Revalidatie en Herstelzorg onder leiding van Anneke Nijhoff. Hierbij waren zowel de bestuurlijke en strategische lijn als vertegenwoordigers van het primaire proces betrokken. Vervolgens is, op basis van een gebiedsmonitor, een portefeuilleanalyse en een concurrentie-analyse, een meerjaren transformatieplan gemaakt voor de gehele portefeuille. Ook zijn in deze fase de uitgangspunten voor de woonconcepten vastgesteld, in de vorm van ruimtelijke en technische programma’s van eisen, financiële onderbouwing op het gebied van stichtingskosten, bedrijfswaarde en geïntegreerde zorg- en vastgoed exploitaties.
Peter Smoorenburg
‘Het klinkt nu allemaal heel logisch, maar we hebben echt een nieuwe koers vastgelegd’
Smoorenburg: “De uitkomst van het transformatieplan was verrassend. We hadden zelf natuurlijk al ideeën over het toekomstscenario, maar de goed onderbouwde conclusies van dit proces wezen in een andere richting die we hebben omarmd. Voor een van onze bestaande locaties waren wij overtuigd dat een sloop-nieuwbouw-variant de enige oplossing was. De onderbouwing wees echter uit, dat een herontwikkelingsvariant zowel ruimtelijk, technisch als financieel goed scoorde. En een locatie waarvan we dachten te moeten vertrekken bleek in de onderbouwing van veel groter strategisch belang. Het klinkt nu allemaal heel logisch, maar we hebben echt een nieuwe koers vastgelegd.” Momenteel heeft Solis op vijf locaties in Deventer huisvesting voor mensen met een lichte zorgvraag, mensen met dementie, mensen met een somatische zorgvraag en geriatrische revalidatie. Het betreft overwegend verouderd vastgoed, dat grotendeels in eigendom is van Solis zelf. De huisvestingsconcepten zijn met uitzondering van één locatie niet toekomstbestendig als het gaat om het scheiden van wonen en zorg voor alle doelgroepen. Het transformatieproces start met de nieuwbouw van circa 80 appartementen voor mensen met dementie, volgens het concept Beschermd Wonen van FAME. De grond waar het project op ontwikkeld wordt, was al eigendom van Solis en heeft een woonbestemming. Ook in de uitvoeringsfase is FAME integraal betrokken bij de ontwikkeling van het project. FAME is verantwoordelijk voor het ontwerp, de ontwikkeling en de realisatie van het project, maar geeft ook mede vorm en inhoud aan de uitgangspunten en de implementatie van deelprojecten die vanuit verschillende werkgroepen worden uitgewerkt, zoals: arrangementen; businesscase en zorgexploitatie; organisatie en werkwijze; inrichting; domotica en ICT; promotie en verhuur.
Ko Portengen
24
Solis
Smoorenburg: “De inrichting van het proces in zo’n innovatie- en verandertraject is doorslaggevend. We hebben van tevoren goed nagedacht over de manier waarop we bijvoorbeeld de organisatie gingen betrekken. We hebben ervoor gekozen om bij de hele visieen conceptontwikkeling alleen de bestuurlijke en strategische lijn te betrekken. FAME werkt met duidelijke stappen en strategische werkdocumenten. Vanuit dit proces zijn heel duidelijke kaders geformuleerd waar de ‘werklijn’ concreet invulling aan moet geven. Daarin wordt men begeleid om bijvoorbeeld nieuwe oplossingen te bedenken als het op de ‘oude manier’ niet meer gaat. We zijn nog steeds blij dat we het proces op deze manier hebben vormgegeven. We zijn écht nieuw land aan het ontginnen en we hebben er voor gekozen ons niet te laten hinderen door oude systemen en denkbeelden.”
Portengen: “En het proces heeft ook voor FAME weer nieuwe inzichten opgeleverd. Het is eigenlijk maar één keer spannend geweest in het proces en dat heeft een mooie inhoudelijke discussie en een nieuw concept voor de buurtkamers opgeleverd. Ik wilde de buurtkamers op een andere manier positioneren in het totaalconcept en dat riep vragen op over de manier waarop we onze klanten in het totaalconcept kunnen laten wonen. We hebben met een door FAME ingebracht argumentatieschema alle onderwerpen die relevant zijn behandeld en we zijn gezamenlijk tot de conclusie gekomen dat we het zo gaan doen. Die zorgvuldigheid zit in het gehele proces ingebakken en kun je alleen bereiken als je met een multidisciplinair team werkt. Als FAME niet op dat niveau zou kunnen meepraten op het gebied van zorgvisie en klantbenadering dan kom je niet tot innovatie.”
Ontwikkeltraject Solis 2013 Strategiefase
Visiedocument
2015
2014 Transformatieplan
stand per augustus 2015
Initiatief/haalbaarheidsfase Projectdefinitiefase
Ontwerpfase
Haalbaarheidsonderzoek
VO / technisch PvE
Projectplan / PvE (ruimtelijk functioneel)
25
Realisatiefase
DO t/m TO/bestek
Bouwperiode
FAME ontwikkelt
NIEUWE ARRANGEMENTEN voor verpleeg- en verzorgingshuizen “Een nieuw arrangement begint bij een blanco papier”
26
Nieuwe arrangementen
De totale transitie in bestaand zorgvastgoed die nodig en gaande is begint met de vraag: wie is je klant? Niet alleen nu maar ook straks. Planontwikkelaar Nico Schokker en Conceptontwikkelaar Anneke Nijhoff merken steeds opnieuw dat zorgorganisaties het lastig vinden om dat te bepalen, zeker als het gaat over de toekomstige klant. FAME neemt zorgorganisaties graag mee in dat proces. Daarvoor ontwikkelden Nico en Anneke een methodiek op basis van het Canvas Business Model. Anneke: “Aan de hand van dit model leren organisaties opnieuw naar hun bedrijfsvoering te kijken vanuit het klantperspectief. De resultaten zijn verrassend.”
“Als je bij de klant begint, is de uitkomst compleet anders dan wanneer je bij de kostenstructuur, de eigen bedrijfsvoering of bij het vastgoed begint. En dat is vaak wel wat opdrachtgevers van FAME vragen. Bijvoorbeeld bij de transformatie van verzorgingshuizen, is vaak de eerste vraag: ‘Wat kan ik nog met dit gebouw en met de financiële middelen die ik daarvoor nog krijg?’ Op zich niet vreemd, natuurlijk. De huidige bedrijfsvoering is nog gebouwd op de nog steeds geldende systemen van financiering vanuit de zorgkantoren, op protocollering en wet- en regelgeving. We hebben de intensieve zorg van oudsher georganiseerd vanuit het instituut, aanboden systeemgericht met daarbij passende bedrijfsvoering. En vanuit onze maatschappelijk normen en waarden. Wat vinden we dat hoort? Lichamelijke zorg is daar nog altijd een belangrijk onderdeel van, terwijl we allemaal weten dat een mens meer nodig heeft om gelukkig te zijn. De huidige werkwijze is niet verkeerd, maar als je het institutionele denken achter je wilt laten, moet je naar een andere bedrijfsvoering en vooral ook een andere bedrijfscultuur. We hebben alle ideeën en relevante factoren samengebracht in een methodiek op basis van het Canvas Business Model. In deze methodiek staat het andersom redeneren, vanuit klantperspectief, centraal.”
27
Nieuwe arrangementen
Het begint bij de klant Nico: “In onze aanpak schuiven we het gebouw in gedachten eerst helemaal leeg om het oude systeem achter ons te laten en het opnieuw in te gaan vullen. Dat is het idee achter onze aanpak. Het model kent negen stappen, te beginnen bij de klant en eindigend bij de kostenstructuur. Dus: wie zijn je (toekomstige) klantgroepen en wat verwachten zij van je?” Anneke: “We zijn gewend om mensen in te delen op ziekte, aandoening en leeftijd, maar de vraag is of de klant zich nog langer op deze manier laat duiden. Dus: wie is je klant? Hoe stellen we mensen in staat om zolang mogelijk hun eigen leven te leiden? We zitten nu met allerlei gebouwen die nooit vanuit klantperspectief zijn ontwikkeld. Neem een bestaand verzorgingshuis dat is ontwikkeld in de tijd van de woningnood. De lichte zorg wordt niet meer vergoed en je wilt dat daar mensen komen wonen die huren en diensten afnemen. Op wie richt je je dan? Richt je je op leeftijd, op de buurt, op mensen die een veilige woonomgeving nodig hebben? In onze workshop Van verblijf naar Wonen nodigen we bestuur, medewerkers en (buurt)bewoners uit om hun ideeën en wensen samen te brengen. Voor een van onze klanten hebben we zelfs een hele portrettengalerij gemaakt om de gedachten rondom die klant op gang te brengen.” Hoe betaalt de klant? Bij de tweede stap gaat het om de vraag: op welke verschillende manieren kan een klant betalen? Anneke: “Gebeurt dat intramuraal, via
een VPT, MPT of PGB? Zijn er eigen middelen of is het een combinatie van deze bronnen? Daarnaast speelt wederkerigheid en de ruileconomie een steeds belangrijker rol. Het is belangrijk om dat inzichtelijk te maken, want de klant bepaalt zelf op basis van de eigen persoonlijke situatie welke financieringsvorm het beste bij hem of haar past. Vanuit deze persoonlijke behoefte kan een arrangement worden vastgesteld. Hierin is het belangrijk om naast de vraag van de klant ook stil te staan bij de vraag hoe je dit als organisatie kunt oppakken, want dat is soms heel anders dan voorheen gewend! En daarbij de vraag hoe je dit samen vastlegt, ook de eigen (financiële) verantwoordelijkheid van de klant. Want uitgaan van de behoefte van de klant is niet automatisch ‘u vraagt wij draaien’, maar juist met elkaar in gesprek te gaan over de verschillende mogelijkheden die er zijn.” Van intramuraal aanbod naar integrale arrangementen Een arrangement is de verbinding tussen wat de klant zoekt en wat de zorgorganisatie kan bieden, zelf of in samenwerking met anderen. Bij dit onderdeel ga je aan de slag met de arrangementen. “Het arrangement maakt onderscheid tussen een Basispakket, een Bouwstenenpakket en een Pluspakket. Het Basispakket hoort er gewoon bij. Daarin zit een deel van de indicatie. Als je bijvoorbeeld 24-uurs zorg aanbiedt, moeten bewoners die verplicht afnemen. Het Bouwstenenpakket is locatie- en persoonsafhankelijk. Stel: ik heb 28
een indicatie op basis van een VPT en mijn dochter heeft me altijd gedoucht en wil dat blijven doen. Kan ik daar dan iets anders voor in de plaats krijgen? Vergelijk het maar met de reiswereld. Dit budget heb ik, dit geld krijg ik van mijn zorgverzekeraar, hoe kunnen we daar samen een goed pakket mee bouwen? En het Pluspakket, daar betaal je gewoon voor. Dat is aanvullend en niet locatiegebonden. Een mevrouw heeft bijvoorbeeld een verstandelijk gehandicapte dochter die in een ander deel van het land woont. Daar gaat ze een keer per maand naartoe maar ze kan dat niet meer zelfstandig. ‘Gaan jullie met me mee?’, kan dan de vraag zijn. Wel onderzoeken we nu of er mogelijkheden zijn om het Pluspakket ook te nemen door diensten in wederkerigheid, als tweede mogelijkheid naast zelf betalen.” Samenwerking en communicatie vanuit klantperspectief “Bij stap vier gaan we kijken hoe de ondersteuning vanuit het eigen netwerk van de klant er in de praktijk uitziet op deze locatie. Welke samenwerking is bijvoorbeeld mogelijk met familie en verwanten? En hoe sterk is het sociale netwerk van de klant? Daarna ga je kijken naar de communicatie. Hoe communiceer je met de (toekomstige) klant en zijn netwerk over de arrangementen? Ik las laatst een foldertekst die begon met: ‘U komt hier wonen omdat u het thuis niet meer redt.’ Ik vraag me af of dat de juiste toon is als je wervend wilt zijn.”
Nieuwe arrangementen
“Klantverhalen staan centraal in de opzet van elke businesscase”
Jos is sinds een half jaar weduwnaar. Hij voelt zich vaak alleen. Omdat vorig jaar is geconstateerd dat hij de ziekte van Parkinson heeft, rijdt hij geen auto meer. Zijn kinderen maken zich zorgen om zijn veiligheid. Hij kan de trap steeds slechter op en af en is al een keer gevallen. Vaak valt hij voor de tv in slaap en blijft dan ook ’s nachts maar op de bank liggen. Het maakt Jos allemaal niet zoveel meer uit, hij heeft eigenlijk nergens zin meer in. In een gesprek tussen de huisarts, Jos en zijn kinderen kwam naar voren dat Jos depressief zou kunnen zijn. Nu hebben zijn kinderen het al een paar keer gehad over verhuizen naar een veilige woning en hebben hem gevraagd wat hij nog meer belangrijk vindt naast veiligheid. Hij is er nog over aan het nadenken. Maar iets meer onder de mensen en dichter bij voorzieningen lijkt hem wel wat. Het huis hoeft niet zo groot te zijn, zelfs liever niet. Maar een buurtkamer om weer eens een potje te dammen is misschien leuker dan iedere avond alleen voor de tv. Ook hoopt Jos, door nu te verhuizen, dat hij straks als hij hulp en zorg nodig heeft vanwege zijn Parkinson, zijn huis en zijn woonomgeving daar geschikt voor zijn.
29
Nieuwe arrangementen
Wat is koffie waard?
Kant van de organisatie Met stap een tot en met vijf zijn alle vragen rondom de klant beantwoord. Hoe ga je dit nu organiseren? Nico: “Dat brengen we met stap zes tot en met negen in beeld. Als je weet wie je toekomstige klant is en welke arrangementen je wilt bieden, kun je gaan bepalen met welke toekomstige samenwerkingspartners je die vragen kunt beantwoorden. Dus hoe breng je in partnerschap de arrangementen tot stand? Dit vraagt om nieuwe manieren van samenwerking en organiseren.” Anneke geeft als voorbeeld de keuken van de koksopleiding van het Albeda College in Maassluis: “Deze keuken is geïntegreerd in een woonzorgcomplex, waardoor een win-winsituatie is ontstaan. Een ander voorbeeld is Meander van ZZG zorggroep, waarin de lokale Coop het winkeltje runt in een woonzorgcomplex (zie interview met Hans Vos in dit Magazine). “De volgende vraag is: welke onderdelen van de arrangementen zie je als je kernactiviteiten voor de betreffende locatie? Daarna kijk je naar huisvesting, middelen en mensen. Wat hebben we nodig? En tot slot: hoe vertaal je deze input naar een haalbare business case op de locatie? Zo komen we los van het huidige systeem.”
“Mensen serieus nemen in hun eigen mogelijkheden. Daar pleiten we voor.”
30
Wat is het de klant waard? Van verblijf naar wonen is een beweging van aanbodgericht naar vraaggestuurd. Mensen gaan op een andere manier kijken en beslissingen nemen, omdat ze zelf moeten betalen. Oude wijn in nieuwe zakken verkopen werkt hier niet. Met minder geld hetzelfde blijven doen ook niet. Dat leidt tot ontevreden bewoners én medewerkers. Nico: “Mensen betalen alleen voor toegevoegde waarde. Om duidelijk te maken waar we het over hebben, gebruiken we de metafoor van een kopje koffie. Aanleiding was dat bewoners in een voormalig verzorgingshuis niet meer bereid waren om in het restaurant van hun locatie de integrale kostprijs van de koffie te gaan betalen. Ze zetten voortaan koffie in hun appartement. Dat heeft een grote impact op het hele facilitaire systeem vanuit het oude aanbod op die locatie. Het bracht me bij de vraag: wat is koffie waard? Waarde zit namelijk in meer dan de kostprijs. Je kunt bijvoorbeeld gemak toevoegen door de koffie in cups aan te bieden. Je kunt imago toevoegen en een groepsgevoel creëren zoals Starbucks dat doet. Of je serveert de koffie op een exclusief terras in Parijs in bijzonder servies. Mensen zijn bereid om een hogere prijs voor een product te betalen als de toegevoegde waarde hen aanspreekt. In de zorg kunnen we met aandacht, beleving en ergens bij horen nog veel waarde toevoegen. Dat is de sleutel tot een nieuw, rendabel businessmodel.” Anneke: “En door bij één te beginnen, neem je mensen serieus in hun eigen mogelijkheden. Daar pleiten wij voor.”
Nieuwe arrangementen
Meer dan Beeldzorg; de Avatar Proactief inspelen op de nieuwste ontwikkelingen is één van de doelstellingen van de Toegepast Gerontoloog i.o. Toen ik dan ook, in het kader van de major Ondernemen en innoveren, de opdracht van Woonzorg Flevoland kreeg om een bijdrage te leveren aan de invoering van beeldzorg, was vooral het innoverende deel voor mij een uitdaging. Beeldzorg wordt immers al veel langer aangeboden. Het opstellen van een klantprofiel voor de levering van beeldzorg bevestigde weer mijn keus voor de opleiding: verder denken waar anderen stoppen.
De virtuele assistent is spraak gestuurd, kan er verschillend uitzien en kan zelfs een eigen karakter krijgen, afhankelijk van de wensen en voorkeuren van de klant. Door middel van een gesprek kunnen opdrachten worden gegeven aan de virtuele assistent en kan elk programma of elke app worden bestuurd. Zo kunnen films, foto’s, muziek, informatie, etc. worden opgevraagd zonder dat klanten ook maar één toets hoeven in te drukken. Op deze manier maakt een virtuele assistent beeldzorg mogelijk voor alle klanten, los van leeftijd, ervaring of beperking.
Waarom is beeldzorg vooral geschikt voor klanten die met een tablet of computer om kunnen gaan en veel minder voor de meest kwetsbare klant die er misschien wel het meest profijt van kan hebben? Juist het welzijnsaspect dat vaak in combinatie met beeldzorg wordt aangeboden kan voor deze klanten een open venster worden naar de buitenwereld en een ontsnapping aan de eenzaamheid. Zo ben ik uitgekomen bij het aanbieden van beeldzorg met behulp van een virtuele assistent.
Daarnaast biedt de virtuele assistent mogelijkheden om actief onderdeel te blijven van de maatschappij. De virtuele assistent kan zo worden ingesteld dat deze op de hoogte is van gewoontes, familierelaties, hobby’s, etc. van de klant. Marktonderzoek toont echter aan dat de virtuele assistent nog verder doorontwikkeld moet worden en daardoor te duur wordt voor mijn werkgever. Maar wat zullen er in de toekomst veel mensen mee geholpen zijn.
Innovator en auteur: Ellen Ras, Toegepast Gerontoloog i.o. en klantadviseur bij Woonzorg Flevoland
Win
des
Bron foto: www.research.microsoft.com
31
hei
m
“We geven cliënten hun dag terug.”
32
TRANSITIE OMRING, een visie met gevolgen Een andere financiering van de zorg en de druk die de overheid daarmee uitoefent, geeft zorgorganisatie Omring een extra impuls in de omwenteling van een standaard zorgaanbod naar maatwerk per cliënt. Voorzitter raad van bestuur Victor van Dijk ziet vooral het goede in de wending. “We komen steeds beter tegemoet aan de levenssituatie en wensen van cliënten en stimuleren hun eigen regie. Of dat nu thuis is of in een beschermde woonomgeving. Dat vind ik hartstikke goed. Die ontwikkeling zet ook door. De wending leidt tot stevige discussies en ingrijpende keuzes, intern en met partners. Wat lever je aan zorg en wat niet, met wie en wat doen we met ons vastgoed? Daar zijn we behoorlijk ondernemend in. Ik ben echt onder de indruk van het verandervermogen van onze organisatie en de sector als geheel.”
33
Victor van Dijk
“We moeten meer differentieren in ons aanbod”
Omring is de grootste aanbieder van ouderenzorg in de kop van Noord-Holland, Texel en West Friesland. “We zorgen met zo’n 3.500 voornamelijk part-time medewerkers en 2.000 vrijwilligers voor circa 1.300 intramurale cliënten en 3.000 cliënten thuis. Ook hebben we 50.000 pashouders die we faciliteren met kortingen en gemaksdiensten. We waren lang gewend onze zorg te leveren met een standaard aanbod volgens de regels van de AWBZ. Binnen dat aanbod en die grenzen waren we wel al jaren bezig om de zorg steeds beter te laten aansluiten bij de wensen en behoeften van onze cliënten, ook door ons vastgoed aan te passen of te vervangen. Daar zit nu wel een forse versnelling op. Sinds de invoering van de zorgverzekeringswet en WMO onderhandelen we met zorgverzekeraars en gemeenten. Daarnaast blijft de vraag naar maatwerk in intensieve en langdurige zorg groeien. Door deze twee ontwikkelingen krijgt de omwenteling een extra impuls. Het aantal verpleeghuisplaatsen daalt nog verder omdat de wet langdurige zorg ons alles laat inzetten om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen. Voor mensen die echt intramurale zorg nodig hebben gaan we uit van wat ze thuis gewend waren en vragen een actieve rol van de familie. We moeten dus nog verder differentiëren in ons aanbod.”
Visie met gevolgen Ondanks de grote veranderingen is de doelstelling van Omring niet veranderd. “We willen nog steeds met zorg bijdragen aan de kwaliteit van samen leven. Ook onze kernwaarden, eigen regie en samen positief, staan nog als een huis. Alleen de invulling is aan het veranderen. We willen dat mensen zo min mogelijk zorg nodig hebben. Eigen regie stimuleren betekent ook dat je mensen zo krachtig mogelijk in die samenleving zet. Een mooi voorbeeld daarvan is ons programma ‘Omzorgen’. Daar zijn we drie jaar geleden mee begonnen. Inmiddels hebben we aan honderden cliënten in de thuiszorg een deel van de zorg, en daarmee hun zelfstandigheid en hun dag, teruggegeven. We hebben mensen geleerd om weer zelf te douchen, hun steunkousen aan te trekken, insuline te spuiten, hun ogen te druppelen, enzovoort. En ook zetten we beeldzorg in. Dat ‘omzorgen’ is echt spannend en wennen voor cliënten en hun familie. Bijzonder is dat maar een paar cliënten naar een andere aanbieder zijn gegaan omdat ze zich niet in de nieuwe manier konden vinden. De meeste mensen zijn echt blij dat ze minder afhankelijk zijn. Ook voor de teams is het ingrijpend, omdat ze niet langer voor alles zorgen, maar mensen steunen in hun eigen regie. En onze wijkverpleegkundigen mogen zelf weer indicaties stellen. Dat doen
34
ze professioneel en zinnig en zuinig. Deze bewegingen kun je natuurlijk niet van de ene op de andere dag maken, dat kost tijd. Maar we vinden dat we dit zo moeten doen omdat het bij de nieuwe visie hoort.” “Ook in onze beschermde woonvormen en intramurale settings maken we keuzes. Omring zal er altijd zijn voor mensen die professionele zorg nodig hebben. Dan heb ik het over zorg volgens de nieuwe definitie, zorg van een hoger niveau. Daar willen wij van zijn; ook van de integratie tussen cure en care, waar nodig met behandeling en revalidatie, en samenwerking met huisartsen en ziekenhuizen. Door onze strategische keuzes zijn we beter geworden in revalidatie, in wijkverpleging, in ketenzorg en in hoe we de zwaardere zorg intramuraal geven. Zaken waar we minder goed in waren, zoals huishoudelijke hulp en hulpmiddelen, hebben we losgelaten.” Denken over ondernemerschap In zijn denken over ondernemerschap ziet Victor van Dijk onder andere dit organisatorische perspectief. “In welke markten ben je actief, wat bied je aan en wat niet (meer)? Wat gebeurt er met de markten waar je inzit? Het gaat niet alleen over kopen en groeien, maar ook over desinvesteren en keuzes maken. Deze vorm
Victor van Dijk
van ondernemerschap is nog best lastig voor ons. Daar gaan de gesprekken nu volop over terwijl dat een paar jaar geleden nog niet echt nodig was. We zijn bezig met strategievorming en dat zal zo blijven. Blijven kijken naar waar we goed in zijn en hoe we de veranderende klantvraag willen beantwoorden. Behalve de organisatie moeten medewerkers ook snappen dat ondernemen betekent dat je de vraag van de klant beantwoordt met dienstverlening waarvoor die klant bereid is te betalen. We willen namelijk genoeg overhouden om te blijven innoveren en investeren zodat we onze functie goed kunnen uitoefenen.” Financiering loslaten Victor van Dijk ervaart nog een bijzonder dilemma: “voor mij is de grootste innovatie dat je heel dicht bij de klant komt te staan en kijkt welke maatwerkoplossing het beste is, gegeven de omstandigheden en financiële mogelijkheden, waarop we de organisatie zo goed mogelijk hebben aanpast. Het lijkt op het proces dat ik doorlopen heb bij het drinkwaterbedrijf waar ik directeur was. Wij hebben toen als eerste gigantisch ingezet op waterbesparing met zaken als sproeidoppen op kranen en douches, besparing op het toilet, allemaal zaken die nu normaal zijn. Ook als er een industriële klant kwam voor een maatwerkoplossing, dan regelden we dat. Heel
spannend want we verloren miljoenen aan omzet. We hebben uiteindelijk gezegd, het zal allemaal wel, we gaan voor die klant. Als je die in zijn kracht zet bereik je ook die gewenste maatschappelijke besparing. Wij hebben toen doorgezet en uiteindelijk is iedereen het zo gaan doen. Dat is precies het proces waar we nu ook in zitten; dat je de organisatie leert steeds individueler en persoonlijker oplossingen te maken en kijkt hoe je de financiering daarachter rond krijgt. Dat is heel ingewikkeld in zijn uitvoering en consequenties. Het grote verschil nu is, dat verzekeraars en gemeenten niet alleen minder zorginzet verlangen, maar ook nog eens een forse druk op tarieven leggen. Dan wordt financieel overleven wel heel erg moeilijk.” Concept volgt filosofie In de nieuwe filosofie volgt ontwikkeling van het vastgoed en zorgconcepten op de vraag van de klant. “Vooral in dit traject zijn we erg blij met FAME als partner. FAME is zowel bouwer en daarmee een goede gesprekspartner voor woningbouwcorporaties, als conceptontwikkelaar voor de zorg en daarmee een maatje voor ons. We staan aan de vooravond van een bezoek aan Texel waar we als grootse zorgaanbieder het gat willen vullen tussen de groeiende vraag naar intensieve zorg en de huidige capaciteit. FAME heeft op een
35
inspirerende manier het visietraject begeleid dat we samen met woningbouwcorporaties en de gemeente hebben doorlopen. Uitgangspunt is niet wat voor gebouw gaan we neerzetten maar hoe we concepten kunnen bieden die nog dichter bij gewoon wonen staan dan we nu al hebben? Daarin gaan we echt een stap voorwaarts maken door de ontwikkeling vanuit de samenleving te laten komen. Met het accent op wonen. Dan is het ook duurzaam voor de lange termijn. Over dertig jaar neemt het aantal mensen met dementie af en dan moeten we, wat we nu ontwikkelen wel kunnen aanwenden voor andere mensen die er dan willen wonen. Ziektebeelden veranderen, ook dementie. Als we hadden gebouwd wat we zeven jaar geleden van plan waren, dan hadden we nu veel te veel plekken gehad. Het is fascinerend hoe snel het zorglandschap verandert. Daar spelen we op in, steeds opnieuw.”
Voormalig verpleeghuisterrein wordt woonpark MARGRIET
In opdracht van woningcorporatie Talis en in samenwerking met Klok Bouw en Ontwikkeling wordt in Nijmegen op de locatie van het voormalige verpleeghuis Margriet het woongebouw Juliana gerealiseerd, voor 32 bewoners met dementie en met een somatische zorgbehoefte. Herontwikkeling voormalige verpleeghuislocatie Het project maakt deel uit van de herontwikkeling van het terrein van voormalig verpleeghuis Margriet in Nijmegen. Behalve het woongebouw Juliana voor Talis/ZZG zullen hier door partner Klok Bouw en Ontwikkeling nog 134 woningen worden gerealiseerd voor verschillende doelgroepen. Het stedenbouwkundig ontwerp, het beeldkwaliteitsplan alsmede het architectonisch ontwerp van de overige 134 woningen zijn afkomstig van INBO. Vanwege haar kennis en ervaring met het zorgconcept van ZZG heeft de studio van FAME Planontwikkeling de opdracht gekregen voor het ontwerp van de 32 appartementen Beschermd Wonen. Het woongebouw Juliana ligt aan de nieuw te vormen parkrand en vormt stedenbouwkundig met haar zuidgevel het decor voor het park. Ook markeert de entreegevel een van de twee entrees van het park. Er is op ontwerpniveau een intensieve afstemming geweest met het bureau INBO, waarbij beide bureaus gezamenlijk de plannen bij de welstand hebben gepresenteerd.
Op vier plekken in de plattegrond versmalt het gebouw, waardoor er ruimte is voor onder andere ontmoetingsplekken en er ruim daglicht in het gemeenschappelijk gebied toetreedt. De positie van de buurtkamers is zodanig gekozen dat deze met een groot balkon direct aan het park liggen, met optimaal uitzicht. De hoofdentree met trappenhuis en lift ligt aan de kop van het gebouw aan de Dr. Claas van Noorduynstraat en voegt zich op een eigentijdse manier in het straatbeeld.
Ontworpen van binnen naar buiten Er is van binnen naar buiten ontworpen, wat inhoudt dat in een structuurontwerp het concept van Talis/ZZG is vertaald naar de context met randvoorwaarden uit het bestemmingplan. De woningen liggen aan weerszijden van een gemeenschappelijk gebied met alle appartementen aan de buitenkant.
Buitenruimte belangrijk onderdeel ontwerp Het gebouw krijgt een voor-, zij- en achtertuin (vanaf de straat gezien). De voortuin aan de Dr. Claas van Noorduynstraat is formeel en wordt afgeschermd door een hek; de zijen achtertuin aan het park zijn informeel en worden afgescheiden door middel van een lage, brede heg: breed genoeg om er niet
Eigentijdse aansluiting op neorenaissance woonwijk Met de architectuur van de gevels wordt, conform de beeldkwaliteitscriteria, aansluiting gezocht op de voornamelijk neorenaissance stijl van de gebouwen in Nijmegen-Oost van rond 1900, zonder historiserend te zijn. Dit zit hem in de verhouding van de ramen (staande raampartijen), decoratieve elementen in het metselwerk, gebruik van gebouwplint en lijst in de gevel en de opdeling van de gevels als geheel. Deze zijn op een hedendaagse manier vertaald in de architectuur van woongebouw Juliana.
36
over- of doorheen te komen en laag genoeg om er overheen te kijken. Dit vormt een fraaie afscheiding van het park. Duurzaamheid Als randvoorwaarde heeft woningcorporatie Talis een ‘exit-scenario’ opgesteld dat voorziet in een ombouw naar reguliere 3-kamer appartementen in het geval ZZG zorggroep het pand zou gaan verlaten. Het ontwerp is zodanig opgezet dat deze mogelijkheden voor de toekomst zijn gewaarborgd zonder concessies te doen in de kwaliteit van wonen.
gebouw Juliana, architect FAME
Stedenbouwkundige visie en architectuur voor de gebouwen Residence Wilhelmina en Paviljoen Margriet: INBO
37
Dementie vriendelijke supermarkt Ze vindt dat bijvoorbeeld winkelpersoneel best wat meer zou mogen weten over dementie. Want met de toenemende vergrijzing van de maatschappij, krijgt winkelpersoneel steeds vaker te maken met klanten die aan de ziekte lijden. Ze besloot haar eigen collega’s van de Albert Heijn in Zwolle-Zuid, waar ze een bijbaan heeft, bij te spijkeren op het gebied van dementie. “Een van de doelen van Alzheimer Nederland is de kwaliteit van leven van mensen met dementie zo goed mogelijk te houden. Mijn plan om supermarktpersoneel te informeren over de ziekte en inzicht te geven in hoe je mensen met dementie het beste kunt benaderen, werd er enthousiast ontvangen.”
Wind
eshe
moet juist zijn. Spreek mensen bijvoorbeeld niet tegen als ze beweren dat ze gisteren ook in de winkel waren, terwijl jij weet dat de winkel toen gesloten was. Daar worden ze alleen maar onrustig en onzeker van.” De cursus werd door haar collega’s als nuttig ervaren. Volgens Alzheimer Nederland past de cursus binnen het plan om meer beroepsgroepen te instrueren over Alzheimer, zoals politie en brandweer. “Als deze groep mensen niet volwaardig kan meedoen in de maatschappij, leidt dat tot isolement en is de kans op een depressie groot“. De cursus die Lisa ontwikkelde is overigens niet helemaal nieuw. Ook in twee andere plaatsen in het land wordt het supermarktpersoneel al bijgepraat over dementie.
Het komt nogal eens voor dat oudere mensen wat meer moeite hebben hun weg te vinden in de supermarkt, of bij de kassa extra tijd nodig hebben doordat ze bijvoorbeeld hun pincode niet meer weten. Geduld van het personeel in de winkel is dan een schone zaak. “Maar niet alleen dat,” zegt De Kramer, “ook de benadering
Bron: De Stentor, dinsdag 2 juni 2015. Door Ingrid Stijkel Behalve met dit artikel in de Stentor is Lisa de Kramer ook uitgenodigd om in het RTL nieuws en in het programma Hollandsche Zaken haar licht te laten schijnen over dit thema.
38
im
Op het juiste spoor Een ontwikkeling waar we zeker niet om heen kunnen is het stijgen van het aantal mensen dat lijdt aan dementie en het toenemende beroep op zelfredzaamheid. Dit zal als vanzelfsprekend zorgen voor veel problemen in de maatschappij voor deze groep ouderen. We onderzochten daarom in hoeverre het openbaar vervoer in de gemeente Zwolle vriendelijk is voor mensen die aan (een niet te ver gevorderd stadium) dementie lijden. In het onderzoek zijn de visie en mening van zowel ouderen als de gemeente en de openbaar vervoerders meegenomen. Allen gaven aan niet veel vertrouwen te hebben in het zelfstandig functioneren van deze groep ouderen in het OV. Het overheersende beeld is dat mensen die lijden aan dementie niets kunnen en niets weten! Een observatie in de trein toonde het beeld van een onzekere reiziger. ‘’ Heb ik wel het juiste kaartje? Heb ik wel ingecheckt? Heb ik het wel goed gedaan?’’ Om het OV ook voor mensen met (milde) dementie toegankelijk te maken, is de TomTom 2.0 ontwikkeld. Deze app is een combinatie van verschillende bestaande applicaties, zoals; online kaarten, NS online, en een communicatiemiddel als Skype of Whatsapp. Met behulp van een GPS kan een verzorger de oudere observeren en bijsturen indien nodig. Zo is de veiligheid voor de reizende oudere gewaarborgd. TomTom 2.0 vergroot de zelfredzaamheid van deze groep ouderen. Het basisprincipe van deze app is dat deze zich focust op wat mensen nog WEL kunnen in plaats van wat NIET mogelijk is!
Innovators en auteurs: Emiel Oolderink & Nick ten Veen
Wind
eshe
39
im
Co-creatie van een nieuwe buurt
‘Het verhaal van de Aastraat’
40
Bij FAME deden we het eigenlijk al voordat het begrip populair werd: co-creëren, in actieve samenwerking met bewoners, gemeenten, corporaties en andere partijen komen tot nieuwe woonconcepten die echt van betekenis zijn voor het dagelijks leven van mensen. Het zit in de genen van ons bedrijf en is de basis van onze visie: werken in dialoog, met enthousiasme en doelgericht. Zo ontstond ook de nieuwe Aastraat in Steenwijk waarvan bewoners zeggen: ‘We zijn als het ware één grote familie!’. Dat heeft natuurlijk gevolgen voor de inrichting van de straat.
‘We halen verhalen op bij de bewoners’
FAME is gekozen als partner in dit proces op basis van een prijsvraag selectie. Daarbij is FAME unaniem gekozen door een commissie bestaande uit bewoners, gemeente en woningcorporatie. Begin 2015 zijn we gestart met de opgave om samen en in co-creatie met bewoners van de Aastraat, de gemeente Steenwijkerland en Woonconcept een nieuw ontwerp te maken voor de Aastraat. Het ging hierbij om de hele straat, dus zowel de nieuwe woningen als de herinrichting van de openbare ruimte. De oude woningen waren inmiddels al gesloopt en de huidige bewoners (tijdelijk) verhuisd. Beginnen met vragen Voor de start hadden we een aantal vragen. Onder andere, wie zijn straks de huurders in de Aastraat? Hoe willen ze leven, wonen en buurtbewoners ontmoeten? Welke rol zien ze hierin straks voor zichzelf? Wat zijn kenmerken die de wijk en buurt typeren? Wat zijn de mogelijkheden binnen het bestemmingsplan? En de belangrijkste beginvraag voor FAME: wat zijn nu de belangrijkste kernwaarden van deze buurt? Om daarna met elkaar vast te vaststellen hoe we deze kernwaarden ruimtelijk kunnen vertalen.
41
het verhaal van de Aastraat
Verhalen van bewoners Om die kernwaarden te achterhalen zijn we gestart met verhalen ophalen bij de bewoners. Daarvoor hebben we in maart en april twee workshops georganiseerd met bewoners, mensen van woningcorporatie Woonconcept en van de gemeente. Anneke Nijhoff leidde de gesprekken langs thema’s als veiligheid, groen, elkaar buiten ontmoeten, parkeren en schone straat. Tijdens die workshops hebben we een aantal belangrijke zaken met elkaar vastgesteld. De bewoners willen bijvoorbeeld graag een voortuin ‘zo groot dat er een tuinset in kan staan’. Ze willen de keuken aan de achterkant en de woonkamer aan de voorkant, ‘met een groot raam want hierdoor heb je contact met de straat en de buurtjes’. Het klompenhok is ook een belangrijke wens, bij de keuken, en voldoende bergruimte. Ook zijn er mensen, vooral ouderen, die aangeven een kleinere woning met een kleinere tuin te willen met een slaapkamer en badkamer beneden. Het gaat in de gesprekken ook over de specifieke eigen sfeer van de Aastraat, ‘de ons kent ons mentaliteit’, het ‘knusse en gezellige gevoel van ons volksbuurtje’ met het onderlinge contact ‘gewoon op de stoep bij de voordeur’. Ook dat is belangrijk om weer terug te brengen en heeft gevolgen voor de inrichting van de straat. Er worden meteen afspraken gemaakt, bijvoorbeeld om geen auto’s meer voor de voordeur te parkeren zodat je elkaar beter ziet en voortuintjes met allemaal dezelfde tuinmuurtjes op zithoogte. En geen grofvuil meer in de voortuin verzamelen en je afval in of naast de publieke afvalbakken gooien. Een mooi antwoord op de vraag: hoe houd je de wijk schoon en veilig met elkaar en wat kunnen bewoners hier zelf in betekenen? Ook de vraag: ‘Zijn de nieuwe woningen straks betaalbaar voor ons’ kon Woonconcept al beantwoorden met de huurprijs van gemiddeld € 575,00 per maand.
42
het verhaal van de Aastraat
Wat zijn de kernwaarden van deze buurt?’
Kansenplan, ontwikkelmodel en voorkeursmodel Ook is met de gemeente en Woonconcept gesproken over hun ideeën en de randvoorwaarden waarmee zij moeten werken, zoals het bouwbudget, het bestemmingsplan en de waterhuishouding. Daarna is een werkgroep samengesteld uit 5 bewoners, een vertegenwoordiger van de Woonadviescommissie en mensen van de gemeente en van Woonconcept die aan de slag is gegaan met het ontwerp. Architect Coen Koenders van FAME leidde deze werkgroep door de ontwerpstappen heen. Eerst zijn alle gedachten, ideeën en voorstellen uit de eerste workshops verwerkt in een kansenplan: kansen op gebied van openbare ruimte, kansen voor de woningplattegrond en kansen voor de sfeer en architectuur. Deze zijn in de werkgroep besproken en afgewogen. Op basis van de uitkomsten maakte Coen een aantal ontwikkelmodellen met verkavelingsstudies en woningontwerpen waaruit de werkgroep een voorkeursmodel koos dat FAME verder heeft uitgewerkt.
workshop met toekomstige bewoners
43
het verhaal van de Aastraat
‘Invulling om trots op te zijn’ Op maandag 6 juli presenteerden we het voorkeursmodel voor de inrichting van de nieuwe Aastraat. De redactie van Steenwijkwest.nl schrijft er het volgende over: ‘Het totaalplaatje laat zien dat de wens om een straat te bouwen waar de oude sfeer benaderd wordt door architect Coen Koenders goed is vertaald. Op deze nieuwe invulling van de Aastraat kunnen alle betrokken partijen trots zijn!’ Wat wij als FAME hebben meegenomen uit dit traject is dat het echt om de gezamenlijkheid gaat. De verschillende inzichten bundelen, de verschillende belangen bij elkaar brengen en vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid op zoek gaan naar een gedragen aanpak. Zowel in proces als in datgene wat je met elkaar realiseert.
44
het verhaal van de Aastraat
45
HET VENSTERHUIS Eerste energie neutrale appartementengebouw van Overijssel In het centrum van de wijk Stadshagen te Zwolle is, naar ontwerp van FAME Architecten, in april 2015 Het Vensterhuis opgeleverd. Het Vensterhuis is gerealiseerd door Bouwbedrijf Aan de Stegge Twello in opdracht van Jansen Vastgoed. Het wordt gehuurd door de Omega Groep. Begeleid wonen In Het Vensterhuis worden wonen en zorg in verschillende vormen gecombineerd. Het betreft een mix van 67 twee- en driekamerappartementen waarbij het woonprogramma varieert van woonvormen voor jongeren met autisme en jongeren met het syndroom van Down tot begeleid wonen
voor jongeren. Op de begane grond zijn twee woongroepen met 24-uursbegeleiding.
keuzes maken op het juiste moment in een proces met een zeer korte doorlooptijd.
Innovatie door juiste keuzes Er was innovatief denken nodig op meerdere fronten bij Het Vensterhuis. Allereerst is het het eerste energieneutrale appartementengebouw van Overijssel. Daarnaast moest een kwalitatief hoogwaardig gebouw met een woonuitstraling worden gerealiseerd met een beperkt budget. Hierbij moesten vanaf het eerste ontwerp van het stedenbouwkundig volume al keuzes worden gemaakt waar de energie in zou worden gestopt qua architectuur. Het innovatieve karakter blijkt niet zo zeer uit buitengewone oplossingen, maar uit de juiste
Energieneutraal Het Vensterhuis is het eerste energieneutrale appartementengebouw van Overijssel. Ook hier waren basale keuzes van belang: een zo gunstig mogelijke vormfactor (binnen de stedenbouwkundige randvoorwaarden), en in de basis een gebouwschil met een optimale isolatiewaarde en hoge luchtdichtheid. Daarnaast wordt met behulp van duurzame energiebronnen in energie voorzien. Het gebouw wordt ’s winters verwarmd en zomers gekoeld met een warmtepomp met 16 gesloten bronnen onder het parkeerterrein. De
46
Joran en Edgar, bewoners van het Vensterhuis
elektra voor de gebouwgebonden installaties wordt opgewekt door circa 93.000 Wp aan zonnepanelen op het dak. Deel van het energieconcept is dat bij het gebouw 25 jaar duurzame energie en 20 jaar onderhoud wordt geleverd. Identiteit en architectuur Stedenbouwkundig is het gebouw in twee hoofdvolumes geknipt die met elkaar verbonden zijn in de plint. Dit creëert doorzicht vanuit en naar de achterliggende woonwijk. Gekozen is voor eenvoud en om het metselwerk en detaillering daarvan, in combinatie met de gevelopeningen, het werk te laten doen. In de eerste plaats gebeurt dit door de keuze van een
zeer fraaie, warme okerkleurige handvormsteen. Daarnaast is er met verschillende metselverbanden gewerkt. Rondom het gebouw lopen horizontale ‘banden’ waar het metselwerk in staand verband verwerkt is. Op de begane grond wordt de gebouwplint op subtiele wijze onderscheiden doordat de gevelopeningen hier allemaal een gelijke maat en een extra diepe negge hebben en de penanten de maat van gevelkolommen krijgen. De appartementen zijn in de gevel zichtbaar in het wisselende stempel van het frans balkon en het slaapkamerraam.
contractuele afspraken na te komen. Na goedkeuring op het structuurontwerp door het Supervisieteam Stadshagen is het plan vervolgens onder leiding van Bouwbedrijf Aan de Stegge lean in bouwteamverband uitgewerkt tot een vergunningsaanvraag en vervolgens uitvoeringsgereed ontwerp. Dit is in een tijdsbestek van 3 maanden gebeurd. Deze snelheid was haalbaar door in een aantal sessies alle partijen gelijktijdig aan tafel te hebben en afgewogen beslissingen te nemen. De bouwtijd bedroeg 6 maanden.
Pressure Cooker Het project moest met grote snelheid gerealiseerd worden om de gemaakte
Opdrachtgever/eigenaar Huurder Bouw en ontwikkeling Architect
47
Jansen Vastgoed Omega Groep Bouwbedrijf Aan de Stegge Coen Koenders
48
49
Co-creaties van studenten en senioren in Assendorp, Zwolle “Wat is het beste dat je vandaag is overkomen?“ Onder de noemer ‘LivingLab’ hebben tweedejaars studenten van de opleiding Toegepaste Gerontologie een studiejaar lang contact met senioren in de wijk Assendorp te Zwolle. Co-creatie is het sleutelwoord in het LivingLab. Dat is: samen met ouderen op zoek naar wat hun wensen zijn. De samenspraak tussen studenten en senioren moet leiden tot innovatieve producten of diensten waarvan alle ouderen profiteren. Zoiets gaat niet vanzelf. Een methode die bijdraagt aan het vormgeven van co-creatie is “Appreciative Inquiry”. Dit is een transformatiemethode die zich onderscheidt van andere methoden door de nadruk te leggen op wat werkt en mogelijk is. Daarmee is het een tegenhanger van probleemoplossende methoden, waarbij de focus ligt op datgene wat niet werkt en in de gegeven situatie haalbaar is. Een belangrijk kenmerk van Appreciate Inquiry is samenwerking met alle betrokkenen. Wij hebben deze methode gebruikt als instrument, om in kaart te brengen wat goed gaat in verzorgingshuizen en wat de wensen zijn. In Engeland en Schotland loopt sinds 2006 een programma genaamd ‘My home life’, waarbij de methode van Appreciative Inquiry wordt ingezet om de kwaliteit van leven van ouderen die in een verzorgingshuis wonen te verhogen. Er is een instrument gecreëerd, dat is toegepast om in kaart te brengen wat goed gaat in verzorgingshuizen en wat wensen zijn. Wij zijn heel benieuwd naar de co-creaties van ouderen en studenten in Assendorp! Innovator en auteur: Annemieke van den Berg
Wind
eshe
50
im
Leegstand in uw verpleeg- of verzorgingshuis? Transformeer en zet de mensen aan het roer! Op vele plekken in Nederland vinden experimenten plaats om tot nieuwe woon- en dienstenconcepten te komen voor bestaand zorgvastgoed. Hoe kunt u ervoor zorgen dat uw vastgoed rendabel én maatschappelijk van meerwaarde blijft?
Door een bewonerscoöperatie te vormen en zo bewoners daadwerkelijk aan het roer te zetten, kan bestaand zorgvastgoed rendabel blijven én maatschappelijk van nog meer waarde zijn. Innovators en auteurs: Linda Meijer & Renske van Dieren
51
he es nd Wi
Het ontwikkelde woonconcept, ‘Mensen aan het roer’, transformeert het huidige woonzorgcentrum. Bij die transformatie staan vier uitgangspunten centraal, namelijk: maximale invloed bewoners, een vitale gemeenschap, verbinding en ondernemendheid. Door het zorgcentrum te positioneren als een bewonerscoöperatie bepalen bewoners wat er gebeurt en hebben zij maximale invloed. In een vitale gemeenschap is er sprake van een gezonde balans tussen de sociale, culturele en economische ontwikkeling. Het woonconcept biedt de randvoorwaarden voor de totstandkoming van een vitale gemeenschap. Zo wonen er mensen in vrijwel alle levensfasen vanaf de puberteit, met een verschillende afkomst, achtergrond en mate van kwetsbaarheid. De bewonerscoöperatie zet ieders kwaliteiten zo in dat ieder naar eigen kunnen een bijdrage levert. Daarbij is verbinding het sleutelwoord; de bewonerscoöperatie staat voor verbinding tussen mensen en verbinding met de woonomgeving. Alhoewel de bewonerscoöperatie geen winstdoelstelling heeft, ontplooit ze wel bedrijfsmatige activiteiten, zoals de verhuur van flexibele kantoorplekken en hostelkamers. Dit om gemeenschappelijke ruimtes te financieren en de coöperatie financieel gezond te houden.
im
Studenten Toegepaste Gerontologie hebben door te redeneren vanuit mensen zelf, en niet vanuit het systeem, een innovatief woonconcept ontwikkeld waar daadwerkelijk vraag naar is. Dit proefproject is via de contacten van FAME aan onze opleiding ter beschikking gesteld. Dit woonconcept is een mogelijke nieuwe invulling voor een woonzorgcentrum in Arnhem. Daarbij is onderzocht welke behoeften en wensen ouderen en andere leeftijdsgroepen nu, en in de toekomst, hebben.
Van consumentengedrag naar welbevinden Het nieuwe wijk winkelgebied
FAME is vanaf de oprichting in 1984 actief in het ontwikkelen van retailprojecten. In de loop van de jaren is de nadruk komen te liggen op een specifiek segment: herontwikkeling van centrumgebieden in wijken en dorpskernen. Nu het retailsegment nadrukkelijk onderhevig is aan verschuivingen, en dit onder andere resulteert in de sanering van veel vierkante meters winkelvloer in Nederland, is een heroriëntatie op de positionering van het centrumgebied van wijken en dorpen een urgent vraagstuk geworden.
Anders organiseren Deze ontwikkelvisie leidt tot een andere werkwijze. Door de wijkbewoner centraal te stellen vanuit het perspectief van welbevinden, blijkt dat ook bijvoorbeeld de gemeente, woningcorporatie, welzijnsorganisaties en zorgorganisaties vanuit hun eigen rol en verantwoordelijkheid belang hebben bij een goed geïntegreerd en gecoördineerd aanbod. Een gemeenschappelijke en gedragen visie leidt tot versnelling van processen en meer draagvlak voor een haalbare ontwikkeling.
Een vitale wijk In de visie van FAME moet voor een toekomstgericht winkelconcept de focus in de ontwikkelvisie verschuiven van winkelmeters en consumentengedrag naar de vitale wijk en het welbevinden van haar bewoners. Onder invloed van ingrijpende demografische verschuivingen, waarvan vergrijzing de belangrijkste is, zal er de komende decennia veel veranderen in wijken en dorpen. Daarbij stuurt de landelijke overheid er nadrukkelijk op aan dat kwetsbare burgers in hun eigen wijk en woning blijven wonen in plaats van te verhuizen naar verpleeg- en verzorgingsinstellingen. Het succes van winkels in wijken en dorpen zal in belangrijke mate af gaan hangen van de mate waarin er sprake is van een gecoördineerd en samenhangend aanbod van wonen, ontmoeten, welzijn, diensten, winkels en zorg. FAME vertaalt dat naar kernwaarden voor een vitale wijk.
Multidisciplinair Om als ontwikkelaar als spin in het web het proces succesvol te kunnen sturen, is het belangrijk om de gemeenschappelijke klant centraal te kunnen stellen vanuit de verschillende perspectieven. Daarbij moet je de taal van de verschillende stakeholders spreken en in staat zijn om belangen te verbinden. FAME doet dit met een multidisciplinair team van concept- en planontwikkelaars en specialisten op het gebied van zorg, (sociale) woningbouw en retail.
52
Verbinden & ontmoeten in buurten en wijken Een toekomstperspectief voor de Nederlandse retail
Naast grootschalige stedelijke winkelvoorzieningen en het kopen via internet, is de ontwikkeling van wijkgerichte winkelconcepten een van de belangrijkste retailontwikkelingen voor de nabije toekomst. We staan in Nederland aan de vooravond van een ingrijpende reconstructie op wijkniveau. De opgave is behoorlijk complex, want er spelen veel belangen en er zijn minstens evenzoveel partijen bij betrokken.
De Oevers: een project voor en door bewoners Hoorne Vastgoed ontwikkelt samen met Heembouw Ontwikkeling een bijzonder woon- en winkelgebied in Roelofarendsveen: De Oevers. Een project vóór bewoners en dóór bewoners. Het Berlijnse architectenbureau KK Architecten en het Amsterdamse bureau Mulleners + Mulleners hebben zich laten inspireren door de toekomstige huiseigenaren. Dat levert een aantrekkelijke diversiteit in woningtypen, architectuur en prijsklassen op. Het bijzondere aan dit project is dat de bewoners middels een proces van co-creatie zelf hun woningindeling, maar ook de uitstraling van de gevel kunnen bepalen. Hiermee krijgt het project een geheel eigen karakter dat straks ook terug te zien is in het winkelcentrum. Het stedenbouwkundig plan is zo vormgegeven dat het volledig aansluit bij het dorpse karakter van Roelofarendsveen en bij het overal aanwezige water. De bestaande dorpskern wordt op een heel natuurlijke manier uitgebreid; alsof het altijd al zo was. Naast woningen is er ruimte voor een divers en aantrekkelijk winkelaanbod. Op winkelgebied is De Oevers veel meer dan een uitbreiding en versterking van het huidige Noordplein. Het winkelen zal er leuk en sfeervol zijn, ook al staat nog niet helemaal vast welke winkels De Oevers zullen opfleuren. Zeker is al wel dat er een Vomar Voordeelmarkt gevestigd wordt.
53
Op dit moment wordt het stedenbouwkundig plan van De Oevers verder uitgewerkt, zodat meer duidelijkheid ontstaat over het aantal en type winkels, alsmede de locaties. Het ruime aanbod en de grote variatie maakt een bezoek aan ‘de grote stad’ daarmee overbodig. Bij de ontwerpen worden ook de parkeervoorzieningen betrokken, rond de winkels zal ruime parkeergelegenheid zijn. En winkelen is gezelligheid – diverse horecagelegenheden maken het winkelgebied van De Oevers tot een plek waar je heerlijk kunt ontspannen. Kortom, De Oevers is ook in winkelend opzicht een verrijking voor de omgeving. Rol van FAME Planontwikkeling in dit project FAME Planontwikkeling verzorgt het totale proces en de inhoud van het ontwikkeltraject van 4.000 m² winkels en de 90 appartementen voor Hoorne Vastgoed binnen de samenwerking van De Oevers met Heembouw Ontwikkeling. FAME heeft daarbij de rol van ontwikkelingsmanager in het project, in nauwe samenwerking met het bestaande team van Hoorne Vastgoed. FAME Planontwikkeling verzorgt de planinhoudelijke ondersteuning intern en zal daarbij volgens de gemaakte afspraken de belangen van de opdrachtgever Hoorne Vastgoed behartigen. Project details - Gemêleerd karakter met unieke uitstraling voor een breed publiek - 202 vrije sector woningen - 90 sociale huur- en koopwoningen i.s.m. Woningbouwvereniging MeerWonen - 5.000 m² winkels - Start bouw woningen tweede kwartaal 2014 - Afronding complete project in 2017
Oplevering 1e fase Wijkwinkelgebied Koedijkslanden Meppel 54
Eind november 2015 wordt de eerste fase van centrum ontwikkeling Koedijkslanden opgeleverd. FAME ontwikkelt in opdracht van belegger De Hoge Dennen uit Laren het centrumgebied van de wijk. Van een naar binnen gekeerd winkelcentrum naar een multifunctioneel gebiedsconcept met wonen, ontmoeten, welzijn, winkels, zorg en dienstverlening. De eerste fase van de ontwikkeling vindt plaats op de voormalige schoollocatie, grenzend aan het winkelcentrum. Het is een belangrijke plek in de nieuwe gebiedsopzet, omdat het gebouw centraal staat
in het knooppunt van aanrijdroutes. Daarbij vormt het gebouw de eerste ‘wand’ van het nieuwe plein, dat wordt gecreëerd als hart van de wijk. Een belangrijke landmark dus, met 2.500 m² winkels en 36 rolstoeltoegankelijke appartementen. De branchering van de eerste fase is een Jumbo supermarkt, een bloemenwinkel, een kapper en een horeca gelegenheid. De appartementen worden door woningcorporatie Woonconcept verhuurd aan zorgorganisatie De Stouwe en zijn geschikt voor mensen met een lichte zorgvraag.
55
In november 2015 wordt gestart met de tweede fase van de gebiedsontwikkeling. Het totale programma omvat 4.750 m² winkels, 62 woningen en 266 parkeerplaatsen. Het openbaar gebied wordt turnkey geleverd aan de gemeente Meppel. Ontwikkelteam Erik Eggink (opdrachtgever De Hoge Dennen) Arno Hoogeveen (Planontwikkelaar FAME) Coen Koenders (Architect FAME) Berné Vulkers (Projectmanager FAME) Wouter Dieters (Directievoerder FAME)
Burg. Roelenweg 40 8021 EW Zwolle Postbus 674 8000 AR Zwolle t 038 425 81 01 info@famegroep.nl
www.famegroep.nl FAME Magazine 2012 Projecten waar ons hart ligt hebben één ding gemeen: er is altijd sprake van een behoorlijke complexiteit. Ruimtelijk, programmatisch, financieel, procesmatig, maar meestal een combinatie van deze factoren. We richten ons al jaren op herstructurering en reconstructie van winkelgebieden en herontwikkeling en revitalisering van bestaande gebouwen, multifunctionele accommodaties en zorgprojecten. Dit Magazine is gratis te bestellen via onze website.
FAME Magazine 2013 Deze editie van het FAME Magazine staat in zijn geheel in het teken van “Wonen voor mensen met een intensieve ondersteuningsvraag” en de visie en activiteiten die FAME hierop samen met de opdrachtgevers heeft ontwikkeld. Dit Magazine is gratis te bestellen via onze website.
FAME Magazine 2014 Transformatie van verzorgingshuizen naar Wonen met een Plus! In dit nummer wordt aandacht besteed aan onder andere huisvesting van ouderen, wijkgerichte samenwerking en Wonen met een Plus! U kunt interviews lezen met Staedion, De Stouwe, Woonconcept en de gemeente Maassluis. Ook treft u een fotocompilatie aan van het feest ter gelegenheid van het 30 jarig bestaan van FAME Dit Magazine is gratis te bestellen via onze website.
58