Het vlinderconcept een andere manier van kleinschalig wonen
Ik mag zijn wie ik ben Alsof je een plek bereikt om je heen kijkt en weet dat je thuis bent. Alsof je dit al kende voor je het zag Er geweest was voor je er zou komen Zo thuis (uit: Thuis, Kees Spiering)
Vera
Kort na het overlijden van haar man werd duidelijk dat Vera leed aan de ziekte van Alzheimer. Thuis ging het niet meer. Te gevaarlijk, te verdrietig en niks was nog leuk. De kinderen hadden het er met elkaar en met Vera over wat er nu moest gebeuren. ‘Ik ga nooit naar een inrichting’, zei Vera, ‘want gek ben ik niet.’ Nu was haar dochter op bezoek, ze hebben net samen de keuken gedweild, want toen de telefoon ging was Vera vergeten dat de kraan nog openstond. Gisteren was ze verdwaald bij het boodschappen doen en had ze een uur op het politiebureau gezeten, maar daar wist ze gelukkig niets meer van. Ze zitten samen op de bank, ‘ik laat me niet opsluiten’ zei Vera half verdrietig, half opstandig. Afgesproken werd eerst bij de woonvorm te gaan kijken en het er dan weer over te hebben. Het viel mee! Er was voor Vera een eigen appartement beschikbaar, uiteraard met een aparte slaapkamer en eigen sanitair. Het zag er ook niet uit als een instelling, geen lange gangen, maar wonen aan een pleintje. Op dat plein was van alles te zien en te beleven, een volière, een leestafel, huiskamers met een kookeiland en een grote keukentafel, zitjes op de gang. Rust en levendigheid wisselden elkaar af. Jonge stemmen in de tuin van de tuingroep, die hulp had van leerlingen van de agrarische school, er was een yogaclub, een tekenclub en ze mocht zelf weten wanneer ze ’s ochtends opstond. De poes mocht ook mee als ze hier kwam wonen, ze kon gewoon in haar eigen appartement visite ontvangen en als ze daar wilde eten was het ook goed, maar ze was ook van harte welkom in de huiskamer.
Vera is verhuisd en schenkt koffie in voor andere bewoners in de huiskamer. De kinderen blijven een belangrijke rol spelen, ze worden zoveel mogelijk betrokken bij de ondersteuning van Vera. De oudste dochter met het doen van de was, maar ook kunnen ze met elkaar nog wat betekenen bij de sociale activiteiten. Als gezin komen ze al jaren iedere maand eenmaal bij elkaar om te kaarten. Dat kunnen ze hier blijven doen en regelmatig doen ook andere bewoners een spelletje mee. Vera blijft ook nog gewoon lid van haar koor en gaat op zondag, samen met haar zus, naar haar eigen kerk. Zo blijft ze, met ondersteuning van haar kinderen, zelf de regie houden. Zij heeft haar eigen appartement voor de privacy waarop ze zo is gesteld en haar eigen meubels, waardoor ze zich thuis voelt, maar binnen een veilige woonomgeving, waar 24-uur zorg aanwezig is. In de directe omgeving zijn er mensen en activiteiten, prikkels om ergens aan deel te nemen. Door dit alles en de professionele ondersteuning en verzorging kan Vera zijn wie ze is.
1. Inleiding De vergrijzing gaat gepaard met een ontwikkeling en verschuiving in de behoeften op het gebied van wonen, welzijn, zorg en diensten. Maatschappelijke trends zoals individualisering, een steeds hoger opleidingsniveau en, daarmee samenhangend, een toenemende mondigheid van burgers, be誰nvloeden de (woon) wensen, voorkeuren en het gedrag van ouderen. De groep ouderen die een psychogeriatrische en/of somatische beperking heeft neemt fors toe. Ze stellen hogere eisen aan de woonomgeving en de wijze waarop zorg, welzijn, service en dienstverlening voor hen is georganiseerd. De vanzelfsprekendheid dat mensen op een bepaalde leeftijd naar een ge誰nstitutionaliseerde vorm van huisvesting gaan neemt, ook vanwege de veranderende zorgfinanciering, sterk af. Er is behoefte aan woonvormen die vanuit klantperspectief zijn ontwikkeld en waarbij niet het overnemen, maar juist het ondersteunen van de eigen regie, een belangrijke plaats inneemt en daardoor beter aansluit bij wat mensen werkelijk willen. ZZG zorggroep komt aan deze behoefte tegemoet en ontwikkelt op verschillende plaatsen al kleinschalige woonvormen om mensen met een intensieve zorgvraag op een goede en verantwoorde manier te kunnen laten wonen met ondersteuning van zorg, welzijn en diensten. Daarvoor wil ZZG zorggroep, in samenwerking met woningbouwcorporaties, met kleinschalig wonen een toekomstgericht alternatief ontwikkelen voor verblijf in het verpleeghuis.
De belangrijkste woonwensen van ouderen en mensen met een beperking moeten gefaciliteerd worden. In de nabije toekomst zal de keuze door de bewoner meer dan nu vanuit het wonen worden gemaakt. Men wordt niet meer opgenomen in een zorginstelling voor een verblijf, maar verhuist naar een nieuwe (specifieke) woning met ondersteuning en zorg. Vanuit de bovenstaande ontwikkelingen kiest ZZG zorggroep ervoor bij de komende nieuwbouwprojecten de overgang zichtbaar te maken door het ontwikkelen van instituten naar woon -, leef- en werkgemeenschappen. Deze nieuwe woonconcepten hebben als belangrijk uitgangspunt de zelf- en samenredzaamheid zoveel mogelijk te ontwikkelen en/of te ondersteunen.1 De Vlindervisie past in deze ontwikkelrichting. Met de veilige woonomgeving in verbinding met het eigen sociale netwerk en de activiteiten in de directe woonomgeving wordt een leefgemeenschap gecreëerd waar mensen met dementie zoveel mogelijk het leven kunnen leiden dat ze gewend zijn. De ontwikkeling van deze andere manier van kleinschalig wonen is mede mogelijk gemaakt door een subsidie van de provincie Gelderland. Voor de architectuur en inrichting van dit woonconcept hebben Marion Pieters en Clevis Kleinjans architecten meegedacht en meegewerkt en Anneke Nijhoff, conceptontwikkelaar bij FAME Planontwikkeling vanuit haar ervaring en kennis met mensen bij zowel zorgorganisaties als bij de woningbouwcorporaties. Maar bovenal is de input van cliënten, cliëntenraad en medewerkers van groot belang geweest om deze omslag daadwerkelijk te maken. Anny van Lanen, ZZG zorggroep, directeur gebied Rijk van Nijmegen, Groesbeek, 2011
1
Kaderbrief 2010 – 2011, juni 2010
Vlindervisie Mariëndaal Deze appartementen liggen niet aan een gang, maar de binnenruimte is vormgegeven als een plein, een leefruimte met verschillende sferen. In deze ruimte zijn op verschillende plekken huiskamers gecreëerd met een open karakter. Tussen deze huiskamers zijn er volop mogelijkheden voor kleine individuele zitjes. Hierdoor kan iemand zich bewegen van het één naar het ander zonder steeds ‘drempels’ over te moeten. Een bewoner kan zo die plek vinden waar hij/zij zich qua sfeer het meest in thuis voelt op ieder moment van de dag.
2. Maatschappelijke context Vanuit het ‘Transitieprogramma langdurige zorg’2 wordt aangegeven dat er een complete omslag van de institutionele zorg naar wonen in de samenleving nodig is. Dit is nodig om de vraagstukken omtrent financiering en de toename van de vraag daadwerkelijk op te lossen. Maar het belangrijkste onderdeel is, ondanks fysieke of mentale beperkingen, daar waar mogelijk deel uit te blijven maken van de samenleving en/of het eigen sociale netwerk. Vanuit het transitieprogramma zijn de volgende onderdelen benoemd als nieuwe principes voor zorg die duurzaamheid bieden en bottom-up worden georganiseerd.
2
Mensenzorg een transitiebeweging, 2009
Mensgerichte zorg De zorg binnen het kleinschalig wonen richt zich op de totale mens en niet alleen op de aandoening(en) of de problemen die daaruit voortkomen. Bij deze zorg wordt zoveel mogelijk uitgegaan van de zelf- en samenredzaamheid van mensen. De cliënt/professional relatie moet de menselijke brug zijn waarlangs zorg vorm krijgt.3
3
Economisch houdbare zorg De prijs van goede zorg is niet alleen in kosten uit te drukken maar brengt ook waarden met zich mee. Voor het kleinschalig wonen is er een constante wisselwerking nodig tussen ‘gewoon wonen waar het kan’ en professionele ondersteuning en behandeling waar nodig. De ondersteuning bij het ‘gewoon wonen’ zal opnieuw moeten worden ingericht. Vanuit het medisch(verpleeghuis) model naar wonen in de wijk, waarbij de benodigde ondersteuning niet meer vanzelfsprekend door de zorgmedewerkers zal worden verleend, maar in afstemming met en ter ondersteuning van het bestaande of nieuw in te richten eigen sociale netwerk van de cliënt. Met het inrichten van nieuwe sociale netwerken kunnen voor verschillende betrokkenen nieuwe waarden ontstaan. Denk hierbij aan mensen die op zoek zijn naar zinvolle activiteiten, leer- en stageplaatsen, reintegratie-ervaring, burenhulp en andere vormen.
Nieuwe principes voor bottom-up zorg, mensenzorg een transitiebeweging, 2009
Maatschappelijk ingebedde zorg De zorg binnen het kleinschalig wonen is verweven met de rest van de maatschappij. De muren rondom het traditionele verpleeghuis verdwijnen. Vanuit het kleinschalig wonen ontstaan verbindingen met de wijk en de activiteiten die daar plaatsvinden met de mensen die daar wonen. Verenigen, scholen en andere maatschappelijke organisaties kunnen daarbij een belangrijke rol spelen. Vanuit het kleinschalig wonen wordt actief gezocht hoe deze verbindingen tot stand kunnen worden gebracht.
3. Kernwaarden voor het wonen voor mensen met dementie ZZG zorggroep stelt dat mensen met dementie ondanks (toenemende) beperkingen een zo normaal mogelijk leven moeten kunnen leiden. Als het thuis niet meer kan biedt ZZG zorggroep, in samenwerking met woningbouwcorporaties een aangepaste woonvorm. Om een woonvorm te realiseren die past binnen de visie van ZZG zorggroep en die aansluit op de klantwensen zijn de volgende kernwaarden van belang.4 - Eigen regie: ik kan de dingen doen die voor mij belangrijk zijn, in een tempo dat bij mij past. - Privacy: ik kan me terugtrekken als ik daar behoefte aan heb. - Je thuis voelen: mijn woning is ingericht volgens mijn leefstijl en ik kan er mensen ontmoeten. - Healing environment: mijn woonomgeving geeft mij stimulerende prikkels en is ingericht vanuit algeheel welbevinden, waardoor ik me prettig voel. - Sociale veiligheid: ik voel me veilig omdat ik kan vertrouwen op anderen, waaronder de medewerkers die mij serieus nemen en met respect behandelen. - Veilige woonomgeving: mijn woonomgeving is zondanig ingericht dat ik me veilig/vrij kan bewegen en geen onverwachte onveilige situaties hoef verwachten. - Sociale omgeving: andere activiteiten, waar ik aan gehecht ben, bijvoorbeeld blijven zingen in mijn koor, blijven onderdeel van mijn sociale omgeving. - Betekenis geven/zingeving: ik kan de dingen doen, die voor mij zin en nut hebben en dat geeft mij het gevoel dat ik er nog toe doe. - Professionele ondersteuning: de zorg en behandeling sluiten aan op mijn individuele zorgvraag. Dit betekent dat er respectvol wordt omgegaan met zaken als leefstijl, dagelijkse gewoonte, sociale achtergrond, mogelijkheden en beperkingen, identiteit en levensovertuiging van de bewoner. De benodigde individuele aandacht wordt daarom in nauw overleg met de bewoner en zijn naaste betrokkenen vastgesteld en cyclisch geĂŤvalueerd en bijgesteld.
4
Gebaseerd op de kernwaarden die Alzheimer Nederland als voorwaarden heeft benoemd.
4. Het Vlinderconcept ‘Ik mag zijn wie ik ben’. Als bewoner van dit huis en haar omgeving mag ik zijn wie ik ben. Mijn familie en vrienden, de medewerkers en de vrijwilligers kennen mij zoals ik ben en handelen daar ook naar. Ik ben hier thuis, evenals mijn familie en andere verwanten. Samen zorgen wij ervoor dat het wonen en leven hier veilig en geborgen is, maar ook aangenaam en plezierig. Mensen met dementie zijn geen eenduidige groep. Zij verschillen net zoveel van elkaar in sociale en culturele achtergrond, levensovertuigingen en daaruit voortkomende persoonlijke opvattingen en interesses als iedere willekeurige groep van elkaar verschilt. Het wonen voor mensen met dementie moet dus in de eerste plaats diversiteit bieden. Vanwege de aandoening is het behoud van eigenheid en herkenning een belangrijke kernwaarde. ZZG zorggroep wil vanuit deze visie en kernwaarde het wonen en de zorg voor mensen met dementie vorm en inhoud geven. Daarvoor is het Vlinderconcept ontwikkeld. Het Vlinderconcept is een andere invulling voor het kleinschalig wonen. De naam moet worden gezien als een metafoor ‘zoals een vlinder aangetrokken wordt door de geur en de kleur van de bloemen in haar omgeving’, zijn er in dit woonconcept verschillende sferen aanwezig, zodat men de plek kan opzoeken die op dat moment als het meest plezierig wordt ervaren.
Het woonconcept voor kleinschalig wonen is een combinatie van het eigen appartement met, ruimtelijk gezien, een directe relatie van algemene ruimten. Het gezamenlijke van het kleinschalig wonen komt tot uiting in de inrichting van de binnenruimte en de buitenruimte. De appartementen liggen niet aan een gang, maar aan de binnenruimte en de verkeersruimte is vorm gegeven als een leefruimte met verschillende sferen, als het ware een plein of de brink van een dorp. In deze ruimte bevinden zich verschillende huiskamers. De bijbehorende buitenruimte is veilig en toegankelijk en ingericht vanuit dezelfde gedachten. De eigen woning: anders dan bij het groepswonen heeft men hier niet een eigen zit-slaapkamer, maar een eigen (klein)appartement. Dit om de herkenbaarheid te vergroten. De eigen meubels kunnen (deels) worden meegenomen, het bed staat in de slaapkamer en het sanitair is alleen voor eigen gebruik. Men kan zich hier terugtrekken en bezoek ontvangen, omringd door dat wat dierbaar is en waarmee de eigenheid nog steeds wordt vertegenwoordigd.
Het plein: vanuit het keukenraam kijkt de bewoner uit op de algemene ruimte, het zogenaamde plein. Bij het verlaten van het appartement komt de bewoner hierop uit. Het is een veilige comfortabele omgeving met verschillende sferen en belevingen, zoals een boom, een bankje, een bibliotheek, een bioscoop, maar ook een hoekje waar wordt gewassen en gestreken en timmerklusjes worden gedaan. De bewoner kan zich vrij bewegen over het plein en kan zo op zoek naar een plek waar hij/zij zich qua sfeer op dat moment het beste thuis voelt. De huiskamer: aan het plein liggen voor 15 bewoners twee verschillende huiskamers, net als het plein zijn de huiskamers ook gericht op ontmoeten, maar dan in een duidelijke dagstructuur. Bij een gezin is de huiskamer de plek om samen te komen, er wordt op vaste tijden koffie gedronken, gekookt en gegeten. Even samen naar de televisie kijken, maar ook voor bijvoorbeeld de paasbrunch, het kerstdiner, Sinterklaas en het verjaarsontbijt is de huiskamer een belangrijke plek. Bij het kleinschalig wonen hebben de huiskamers dezelfde functie. Medewerkers zorgen voor de structuur en professionele ondersteuning. Familie, verwanten en vrijwilligers ondersteunen de verschillende activiteiten op een manier die past bij de individuele bewoner of een groepje bewoners met dezelfde behoeften en belangstelling. Maar medewerkers, familie en verwanten voelen zich ook thuis, betrokken, erkend en gerespecteerd. Door het woonconcept vorm en inhoud te geven vanuit deze visie wil ZZG zorggroep aansluiten bij de verschillende behoeften en wensen van mensen met dementie en hun naasten.
Het Vlinderconcept sluit aan bij de nieuwe vorm van wonen voor dementerenden, gebaseerd op de visie van Anneke van der Plaats5 en Bob Verbraeck en beschreven in het boekje ‘De wondere wereld van dementie’. De ‘wondere wereld van dementie’ geeft weer wat de invloed is van de omgeving op mensen met dementie. Hoe zij reageren op verschillende prikkels uit de omgeving en hoe de omgeving ingericht dient te worden, waardoor een dementerende zich veilig en prettig voelt. De kunst is de omgeving zodanig in te richten dat de prikkels die geboden worden aansluiten op de individuele behoeften van de dementerenden. Niemand kan zonder prikkels, maar de behoefte aan de hoeveelheid en de vorm waarin is voor iedereen anders.
Anneke van de Plaats is geriater en verpleeghuisarts en introduceert samen met Bob Verbraeck, trainer met brede ervaring in de ouderenpsychiatrie, een nieuwe term: omgevingszorg. Dit is het bieden van een gunstige woonomgeving.
5
5. Inzet medewerkers, familie en vrijwilligers Naast een goede plek om te wonen wordt er ook gestreefd naar een prettige werkomgeving en een gastvrij verblijf voor familie. Zowel de huisvestingscomponent als het op maat bieden van een integraal pakket van service, dienstverlening, ontmoeten, zorg en behandeling zijn erop gericht zoveel mogelijk de eigen regie en de manier van leven die men gewend was te behouden. Het Vlinderconcept is ontstaan vanuit een andere visie op zorg en begeleiding en dat betekent dat de uitvoering van het dagelijks werk derhalve vraagt om andere waarden. ‘U kunt het niet meer zelf en neem ik het van u over’ past niet meer in dit concept. Bij het Vlinderconcept is het uitgangspunt: ’U leidt uw leven zoals u dat wilt en waarnodig ondersteun ik u daar bij’. De ondersteuning en zorg van de medewerkers is daarbij dus niet meer gericht op het overnemen, maar in de eerste plaats op het behouden wat er nog is en daarna te onderzoeken waar ondersteuning gewenst en nodig is. Deze ondersteuning kan (daar waar het basiszorg betreft) dus ook door familie/ mantelzorgers, vrijwilligers, maatschappelijk stages en anderen worden geboden, binnen de grenzen van de wet- en regelgeving. De professionele zorgmedewerker dient toe te zien op de kwaliteit en garant te staan voor de continuïteit en de coördinatie van het geheel. Dit vraagt om een andere werkwijze. Deze verandering wordt ingegeven door het woonconcept, maar zal ook noodzakelijk zijn vanwege de betaalbaarheid. Vanuit De Vlindervisie wordt er, samen met familie en verwanten en binnen de mogelijkheden, gestreefd naar een optimaal welbevinden.
Vlindervisie Nieuw Wonen Irene Door een woonomgeving op te bouwen vanuit de invulling van het dagelijks (be)leven van de bewoners, zijn de zorg en ondersteuning niet het ijkpunt voor de inrichting, maar een natuurlijk element. De algemene ruimtes zijn gezellige huiselijke ruimtes met een open sfeer. Dit biedt de juiste combinatie tussen individueel op pad en gezamenlijk ontmoeten.
Dit boekje is gemaakt in opdracht van Anny van Lanen, ZZG zorggroep, directeur gebied Rijk van Nijmegen. tekst: Anneke Nijhoff, FAME Planontwikkeling illustraties: Clemens Pierik & Coen Koenders, FAME Architectuur & Stedenbouw getekende plattegronden: Marion Pieters, pi.unlimited grafisch ontwerp: Oene Sierksma, FAME Groep
Net zoals senioren zijn ook mensen met dementie geen homogene groep. Vanuit deze gedachte is het van belang dat er ook in het wonen voor mensen met dementie diversiteit bestaat. ZZG zorggroep kiest ervoor bij nieuwbouw ‘zo gewoon mogelijk wonen’ als uitgangspunt te nemen. De gedachte hierbij is dat de bewoners zoveel mogelijk hun eigenheid en al bestaande sociale structuren en contacten kunnen meenemen en behouden. Het woonconcept voor kleinschalig wonen is een combinatie van het eigen appartement, met ruimtelijk gezien een directe relatie met de algemene ruimten. De appartementen liggen niet aan een gang, maar aan een binnenruimte met verschillende sferen, als ware een plein of een brink van een dorp. De naam Vlindervisie moet worden gezien als een metafoor: ‘zoals een vlinder aangetrokken wordt door de geur en de kleur van bloemen in haar omgeving’, zijn er in dit woonconcept verschillende sferen aanwezig, zodat men de plek kan opzoeken die op dat moment als het meest plezierig wordt ervaren.