NotaBene 5 NL

Page 1

Vind je m leuk? ij Neem mi mee! j

2019 • nr. 5

Wouter Torfs Beste Werkgever:

Ish Ait Hamou

“Mijn leven is geen solo-project”

“We bewijzen dat het anders kan”

Wat met je zorgbehoevend kind? • Meerdere generaties onder één dak


21

SAMENWONEN / TROUWEN

Op liefde staat geen leeftijd

SAMENWONEN / TROUWEN

74

6

32

Meer zorg, evenveel liefde

“Ik heb niets in mijn eentje gedaan”

ONDERNEMEN

Living apart together: samen – en toch niet • Rita (58) en Herman (72) leven na een relatie van twaalf jaar nog steeds bewust apart 13 • Sophie: “We vieren onze relatie zonder elkaar te verstikken” 16 • Het fiscale plaatje van een latrelatie 18 Kangoeroewonen: met meerdere generaties onder één dak • Yvan en Sandra namen ouders en schoonouders in huis: “Niemand is hier ooit alleen” 21 • Annelies en Elie: “Met goede afspraken kun je lang door dezelfde deur” 23 • Samenhuisproject? Alvast 5 tips 26 • Aan zorgwonen zijn regels verbonden 27

ERVEN / SCHENKEN

32

Op liefde staat geen leeftijd • Rosa (74) en Jos (63): “Dit geluk kon ons nooit overkomen toen we jonger waren” 6 • Chris (70) en Frank (70): “Hoe ouder je wordt, hoe intenser je gevoelens” 10 • Wat moet je weten als je trouwt op latere leeftijd? 12

13 KOPEN / VERKOPEN

Een beschermde woning

74

44

Families door de eeuwen heen. Dr. Paul Puschmann: “Gezinnen staan vandaag onder grote druk” 28

ERVEN / SCHENKEN

De toekomst van een zorgenkind start vandaag • Ingeborg en Willem: “Marie (25) voelt zich gelukkig thuis in haar wooncentrum. Dat zal ook zo zijn als wij er niet meer zijn” 33 • Els en Wim: “De rolstoel van Kobe (14) is zijn vrijheid op wieltjes” 35 • Drie vragen over de toekomst van je zorgenkind 37 Wie erft als je geen naaste familie hebt? Notaris Maarten Duystschaever: “Vaak complexe dossiers met onverwachte wendingen” 38 Moet je elke erfenis aanvaarden? Drie opties 42 Vijf misverstanden over schenken aan je kinderen 43 De tijdscapsule van Ish Ait Hammou 44

ONDERNEMEN

Europa’s en Belgiës beste werkgever Wouter Torfs: “De kunst is om regelmatig uit de tredmolen te stappen” 50 Jonge oudernemers over hun start-up • Wouter ruilde vaste job voor eigen zaak: “Door AirShaper heb ik mezelf leren kennen” 57 • Koen en Kenny: “De trappistenmonniken gaven hun zegen aan ons project” 59 • Wat je moet weten voor je je start-up start 62

"Als je geen tegenspraak duldt, moet je het maar allemaal zelf doen"

Business met een hart voor de planeet • Nnof: de vele levens van (kantoor)meubilair 65 • Anneleen: liefde voor textiel levert brooddoos van morgen op 67

KOPEN / VERKOPEN

50

Onlineverkoop vastgoed via Biddit • Matthias: “In een muisklik een appartement gekocht” 70 • Joni Soutaer: “De notaris rondt op voorhand alle controles af. Zowel koper als verkoper weten zo meteen waar ze aan toe zijn” 71

59

Wonen in een beschermde woning • Debbie kocht een historisch pachthof: “Heel wat extra regeltjes, maar ik wist waar ik aan toe was” 75 • Michel: “Wonen in een parel van Victor Horta” 77 • Een beschermd huis: een hele klus 80

DE NOTARIS

Strengere isolatieregels

82

Hoeveel kost een garage? 81

23 70

Isolatieregels strenger vanaf 2020 82

D E N O TA R I S

Een akte via videoconferentie 83


COLOFON Redactie en administratie Fednot Bergstraat 30-34 1000 Brussel Tel. 02/505.08.38 Hoofdredacteur Dirk Remmerie (Xpair Communication) Verantwoordelijke uitgever Jan Sap – Bergstraat 30-34 – 1000 Brussel Coördinatie en eindredactie Bart Azare, Gilda Benjamin, Sandra Ichtertz, Tom Jenné, Dirk Remmerie, Maud Vanmeerhaeghe Redactiecomité Bart Azare, Gilda Benjamin, Ellen Cleeren, Margaux Dewitte, Lore Halbardier, Sandra Ichtertz, Tom Jenné, Dirk Remmerie, Maud Vanmeerhaeghe Redactionele bijdragen Gilda Benjamin, Bo Bogaert, Sophie Dancot Élodie Devillers, Margaux Dewitte, Lore Halbardier, Dirk Remmerie, Eva Van den Eynde, Maud Vanmeerhaeghe Foto’s Thomas De Boever, Jan Crab, Marco Mertens Ontwerp en lay-out Peter Frison Concept en realisatie Xpair Communication Drukkerij Hendrix Xperience Contact (opmerkingen en suggesties) notabene@fednot.be

Biddit verleidt steeds meer huizenkopers Wie een huis wil kopen, vindt steeds vaker de weg naar Biddit, het online verkoopplatform van de Belgische notarissen. Dankzij Biddit moet een kandidaat-koper zich niet langer verplaatsen naar een verkoopzaal om biedingen uit te brengen op een woning. Bieden kan in alle rust via een laptop, tablet of smartphone, waar de kandidaat-koper zich ook bevindt. Sinds de start van Biddit, begin september 2018, werden er al 3.371 panden via Biddit te koop aangeboden. Het ging vooral om woonhuizen, goed voor 64 procent. In 15 procent van de verkopen ging het om appartementen, maar ook 13 procent gronden, 4 procent garages en 4 procent winkels. Per Biddit-verkoop waren er gemiddeld tien personen die zich als bieder hebben geregistreerd. Gemiddeld zeven onder hen hebben ook effectief een bod uitgebracht. Per verkochte woning werden er gemiddeld 37 biedingen uitgebracht. De gemiddelde verkoopprijs van een woonhuis via Biddit klokte af op 217.427 euro. Daarmee lag de uiteindelijke prijs zo’n 27 procent hoger dan de gemiddelde prijs bij de start van de online biedingen (de zogenaamde instelprijs, die gemiddeld 170.769 euro bedroeg). De instelprijs kan de verkoper in overleg met zijn notaris bepalen. Hij kan ook meteen aangeven vanaf welke prijs de notaris de woning mag toewijzen. Bij appartementen lag het verschil tussen de instelprijs en de uiteindelijke verkoopprijs wat hoger: net geen 32 procent, van 138 824 euro naar 181 673 euro. Bij gronden ging het om een verschil van 11,47 procent (van 93.615 euro naar 104.349 euro). Opvallend: bij garages was de kloof het grootst: van 24.457 euro naar 34.754 euro (+42 procent). Op dit ogenblik hebben de 1.150 notariskantoren in België ruim 600 panden in de aanbieding. Meer weten over Biddit? Lees p. 70

Nieuwe verplichting bij verkoop of verhuur van kantoor, B&B horeca- of handelszaak Wie een niet-residentieel gebouw (horeca- of handelszaak, kantoor, praktijk, B&B...) verkoopt of verhuurt, moet vanaf 2020 over een geldig – aangepast – energieprestatiecertificaat (EPC) beschikken. Daarnaast moeten, net zoals bij de EPC’s voor woningen, een aantal elementen vermeld staan in advertenties of bekendmakingen waarin het gebouw (of de eenheid van het gebouw) te koop of te huur wordt aangeboden..

Het EPC voor kleine niet-residentiële gebouwen is bedoeld om meer duiding te geven over de energieprestatie voor gebouwen die een sterke link vertonen met woningen. Winkels die deel uitmaken van een groter geheel zoals een winkelcentrum vallen hier niet onder. Concreet is een gebouw een klein, niet-residentieel gebouw als: • •

de bruikbare vloeroppervlakte van het gebouw (deel) niet groter is dan 500m² de bruikbare vloeroppervlakte van het volledige gebouw (waarvan het gebouwdeel deel van uitmaakt) niet groter is dan 1000m².

Zo kan een EPC ‘kleine niet-residentiële gebouwen’ nodig zijn bij de verhuur van een handelspand van 90m² in een winkelstraat. Maar als het handelspand zich in een winkelcentrum bevindt, is zo’n EPC niet nodig als het winkelcentrum niet meer dan 1000m² bedraagt. Zijn er in het gebouw zowel residentiële als niet-residentiële eenheden? Dan wordt er gekeken naar de gezamenlijke bruikbare vloeroppervlakte van de aaneengesloten niet-residentiële gebouwdelen. De energiedeskundige kan je hiermee helpen.

Check onze blog NotaBene is het magazine dat je nu vasthoudt, maar NotaBene is ook een blog. Met de regelmaat van de klok verschijnen er extra bijdragen die aansluiten bij de inhoud van het magazine. Zo vind je er tips en informatie op mensenmaat en gesprekken met bekende en minder bekende landgenoten, telkens naar aanleiding van een levensmoment waarbij ook de notaris een rol kan spelen. www.notabene-magazine.be

4

nota bene - Het magazine van Notaris.be

nota bene - Het magazine van Notaris.be

5


tekst Maud Vanmeerhaeghe foto Jan Crab

SAMENWONEN / TROUWEN

Jos (63) en Rosa (74) uit Hotel Römantiek zijn ondertussen al een jaar getrouwd “Toen ik met Rosa trouwde, zat ik zo hoog op een roze wolk, dat ik nooit bij de juridische kant heb stilgestaan” JOS

Op liefde staat geen leeftijd Verliefd worden op je 70ste is anders dan op je 20ste, 30ste of 40Ste. Vlinders zijn zonder twijfel opnieuw in groten getale aanwezig, maar hoe zit dat met de emotionele en materiële bagage van beide partners? Hangen aan een later huwelijk minder of net meer voorwaarden? En wat als er kinderen zijn uit een eerdere relatie? Nota Bene beantwoordt vijf vragen over je latere huwelijk (p. 13) en ging op bezoek bij Jos en Rosa (foto) en Chris en Frank (p. 10), de levende bewijzen van de tijdloosheid van de liefde.

6

nota bene - Het magazine van Notaris.be

“Alles is anders aan trouwen op latere leeftijd” Dat Rosa Serruys (74) en Jos Van Landeghem (63) het nooit hadden durven dromen, wat hen nu overkomt. Hun deelname aan het tv-programma Hotel Römantiek bracht hen niet alleen bekendheid, maar ook een nieuwe partner. Met een huwelijk als kers op de taart – en dat ‘op hun leeftijd’. Al zijn die jaren op de teller volgens het koppel alleen maar een voordeel: “Wat we nu meemaken, kon ons nooit overkomen toen we jonger waren. Dit is met niks te vergelijken.”

nota bene - Het magazine van Notaris.be

7


O

f Jos en Rosa hun verhaal nog eens willen doen? En of ze daarvoor vanuit Antwerpen naar Leuven willen afzakken? Twee keer geen probleem, want “daar maken we graag tijd voor”. En die tijd, dat is volgens het koppel – dat elkaar leerde kennen tijdens een zevendaagse naar Zwitserland voor het VIER-programma Hotel Römantiek – het grootste verschil met hun vorige huwelijk(en). Tijd zat “Alles is anders nu”, steekt Jos van wal. “Mijn huwelijk nu valt niet te vergelijken met dat met mijn vorige vrouw, die intussen overleden is. Dat is absoluut niet slecht bedoeld, maar heeft alles te maken met de levensfase waarin we ons bevinden. Rosa is met pensioen, ik ben na elke drie weken werken in de haven drie weken thuis. We hebben tijd om in elkaar te investeren.”

Rugzak aan Het is alleen een kunst om die bagage op de juiste manier in te zetten in een nieuwe relatie. “Sommigen laten zich door hun gewoontes en hun verleden beknotten. Dat is volgens mij ook de reden waarom zoveel mensen uit elkaar gaan of moeilijk een nieuwe partner vinden”, zegt Jos. “Ze zitten vast in de structuur van maandag dit, dinsdag dat... Daarin is geen plaats voor de liefde.” “In dat opzicht zie ik onze leeftijd wel als een voordeel, ja”, vertelt Rosa. “Het is jammer dat we het geluk samen nu pas ontdekken, maar wie zegt dat dit had gewerkt als we jonger waren? Op jonge leeftijd is je leven meer georkestreerd: de kinderen naar school brengen, lange dagen kloppen op het werk, hobby’s onderhouden en wekelijks op café gaan met vrienden. Nu we ouder zijn, nota bene - Het magazine van Notaris.be

Op bezoek bij de schoonfamilie

Maar levenservaring is niet het enige wat lovers of age met zich meedragen. Want wat met de (klein-)kinderen? Vriendengroepen van jaren ver? Schoonfamilie van ex-partners die nog een rol in hun leven speelt? Jos: “Volgens mij hangt alles af van hoe je in het verleden omging met je omgeving. Zowel mijn familie als vrienden “Dit kan je niet hebben Rosa met open armen ontmeemaken als je vangen. Omgekeerd geldt hetzelfde. Rosa gaat zelfs geregeld over jong bent, hiervoor de vloer bij de familie van mijn heb je emotionele vorige vrouw. Dat is niet evident hé. Maar dat werkt omdat ze webagage nodig” ten hoe goed ik voor mijn vorige vrouw heb gezorgd toen ze ziek ROSA was.”

“Het is elke dag zondag bij ons, zeggen we wel vaker”, vult Rosa aan. “Ik had nooit verwacht om nog zo verliefd te worden. Zelfs in Zwitserland, toen we al op pad waren voor Hotel Römantiek, stond ik nog niet open voor het idee van een nieuwe partner. Maar kijk nu. Dit kan je niet meemaken als je jong bent, hiervoor heb je emotionele bagage nodig.”

8

ligt die druk niet meer op onze schouders. We staan rustiger in het leven dan vroeger. Dat zorgt ervoor dat alles zo vlot gaat tussen ons. In drie jaar tijd zijn er nog nooit woorden gevallen.”

Jos en Rosa hebben ook allebei een kind uit een vorige relatie. Rosa: “Mijn zoon Stefaan en Jos’ dochter hebben elkaar nog niet ontmoet. Maar dat is niet meer dan logisch, aangezien Stefaan op de Galapagoseilanden woont. Mijn kleindochters zijn zot van Jos. Via Facebook of Skype hebben ze vaak contact.” Het onderwerp ‘kinderen’ raakt bij Jos een gevoelige snaar. Sinds zijn huwelijk met Rosa is de band met zijn dochter verwaterd. “Voor haar was deze relatie een aanpassing: na de dood van haar moeder was ze het gewoon dat alle aandacht naar haar ging. Nu moet ze die delen. Daar heeft ze het moeilijk mee.” Onverwacht verloofd

om een acte de présence te doen. Jos wel. “Door daar rond te kijken, begon het bij mij te malen: waar kan ik Rosa beter ten huwelijk vragen dan hier? Toen Rosa een luchtje ging scheppen, ben ik via de nooduitgang ‘ontsnapt’ om in het shoppingcenter een ring te kopen. Daarna heb ik op het podium de vraag gesteld. Als je jong bent, doe je al eens zot hé.” Rosa beaamt: “Dat is eigenlijk hoe het er bij ons toegaat: heel intuïtief, zonder veel na te denken.” Langs de notaris

Samenwonen in Antwerpen, familie en vrienden die hun liefde aanmoedigen. Waarom was een huwelijk dan nog nodig? “Met ons huwelijk wilden we helemaal niks bewijzen. We zijn getrouwd enkel en alleen omdat we elkaar graag zien. Onze verloving is er eigenlijk ook toevallig gekomen“, lacht Jos.

Toen Jos voor de eerste keer trouwde, was dat met een huwelijkscontract, zoals hem dat toen werd aangeraden door de notaris. Daardoor kan zijn dochter pas erven als Jos er niet meer is. Haar erfrecht is met andere woorden uitgesteld. “Toen ik met Rosa trouwde, zat ik zo hoog op een roze wolk, dat ik nooit bij de juridische kant van ons huwelijk heb stilgestaan.”

Toen Rosa een uitnodiging kreeg voor Liefdesnest, een festival van de liefde in Gent, stond ze niet te springen

Ons gesprek zet Jos aan het denken. “Nu we het er hier over hebben, bedenk ik dat ik me misschien toch beter

had moeten laten informeren. Binnenkort ga ik langs de notaris, dan breng ik dat zeker ter sprake. Normaal zal ik Rosa overleven, maar je weet nooit. Mocht Rosa alleen komen te staan, dan wil ik dat ze geen zorgen heeft.” Op de liefde Na de dood van Rosa’s vorige echtgenoot kwamen heel wat financiële problemen aan het licht, waardoor Rosa van nul opnieuw is moeten beginnen. Iets wat Jos nu koste wat kost wil vermijden. Rosa zelf is er eerder gerust in: “Ik trek me eigenlijk weinig aan van de financiële kant. Het is niet omdat we een koppel vormen, dat ik wil profiteren van wat op Jos’ bankrekening staat. Het belangrijkste voor mij is dat we samen dingen kunnen doen en van elke dag kunnen genieten.” En genieten, dat doen ze. Rosa: “Wat de toekomst brengt, weet niemand. Daarom moeten we er nu van profiteren, met z’n twee” (wijst naar haar mojito). Santé. Op de liefde en nog vele jaren samen. nota bene - Het magazine van Notaris.be

9


tekst Bo Bogaert

Chris en Frank vonden elkaar én de liefde op een Brussels terras

“We hebben elkaar letterlijk in de handboeien geslagen” Chris en Frank waren 63 toen ze besloten om in het huwelijksbootje te stappen, de tweede keer voor beiden. “De eerste en belangrijkste voorwaarde om te trouwen was vervuld: elkaar graag zien.”

H

et verhaal van Chris en Frank leest als de betere roman. Een toevallige ontmoeting in Brussel leidde drie jaar later tot een huwelijk. Chris: “Ik hou enorm veel van Brussel. Als vrijwilliger geef ik vaak rondleidingen aan kennissen en vrienden in de Marollen, mijn favoriete buurt in de hoofdstad. Op een dag, tien jaar geleden, stond ik klaar om de lift aan het Poelaertplein naar beneden te nemen, toen een galante heer me voor liet gaan. Zijn hoffelijkheid viel me meteen op. Toen ik die middag iets ging eten in een restaurantje aan het Vossenplein, stond diezelfde heer daar weer. ‘Stoort het als ik erbij kom zitten’, vroeg hij. En zo ging de bal aan het rollen.” (lacht) “Het klikte meteen tussen Chris en mij”, vult Frank aan. “Het was alsof we elkaar al jaren kenden. We konden goed met elkaar praten en ik voelde dat we dezelfde mentaliteit hadden. Ik kan moeilijk omschrijven waarom ik voor Chris viel. Emoties laten zich niet gemakkelijk in woorden vatten. Ik voelde alleen intuïtief aan dat het goed zat tussen ons.”

10

nota bene - Het magazine van Notaris.be

Veel vrijheid en toch veel samen Wat volgde was een latrelatie waarbij de twee de weekends afwisselend doorbrachten in Temse en Sint-Idesbald. Het was Frank die na een tijdje de moedige beslissing nam om familie en vrienden achter te laten en naar Temse te verhuizen. Maar hij trok niet meteen in bij Chris. “Nee, het eerste jaar huurde ik een appartement bij Chris in de buurt. We wilden bewust de tijd nemen om elkaar beter te leren kennen. Zo hadden we elk onze vrijheid, en konden we toch veel tijd samen doorbrengen.” Tijdens een weekendje in de Champagnestreek, in mei 2011, zette Frank de volgende stap. Nadat hij Chris’ dochters om toestemming had gevraagd, vroeg hij Chris ten huwelijk. Chris: “Uiteraard was ik blij met het aanzoek! Maar een complete verrassing was het nu ook weer niet. We hadden er al samen over gepraat.” Frank: “Vanaf een zekere leeftijd moet je nadenken over de toekomst. We waren toen beiden 63. Dan liggen de kaarten toch net iets anders dan als je twintig bent. Je

gevoelens zijn ook veel intenser dan als je jong bent. Ik heb toen alles eens goed op een rijtje gezet. De eerste en belangrijkste voorwaarde om te trouwen – elkaar graag zien – was vervuld. Daarnaast vind ik dat je voor elkaar moet zorgen als je wat ouder bent. Wat als er iemand wegvalt? Dan moet de overgeblevene toch kunnen overleven? Daarom besloten we om te trouwen met algehele gemeenschap van goederen. Al onze bezittingen zijn nu van ons beiden en de langstlevende erft alles.” Sprakeloos Na het huwelijksaanzoek trok Frank bij Chris in en begonnen ze aan de voorbereidingen van hun trouwdag een jaar later op 10 maart 2012. Chris en Frank trouwden in het gemeentehuis van Temse. En hoewel de burgemeester van Temse een welbespraakt man is, slaagde het koppel erin hem sprakeloos te krijgen. “Na het uitwisselen van de ringen, hebben we elkaar letterlijk in de handboeien geslagen”, lacht Chris. “Dat was onze ludieke manier om iedereen te tonen dat wij voortaan, voor altijd, onafscheidelijk door het leven zouden gaan. Als je een trouwring draagt, dan kan iedere partij nog zijn eigen gang gaan. Dat is niet het geval met handboeien (lacht).”

In goede en kwade dagen Na de trouwceremonie trok het pasgetrouwd koppel met enkele vrienden richting Nieuwpoort waar ze in beperkte kring verder vierden. ’s Anderendaags was het de beurt aan de voltallige familie en vriendenkring om te feesten. “Onze trouwdag was superleuk”, zegt Chris. “We hebben daar heel goede herinneringen aan overgehouden. Ik hoop dat we dat eind dit jaar nog eens mogen meemaken. Dan geven we een groot feest met als thema ‘150 jaar’ omdat we dit jaar alle twee zeventig geworden zijn en omdat we elkaar tien jaar kennen.” Afgelopen jaar werd het huwelijk van Chris en Frank zwaar op de proef gesteld. Als gevolg van een slokdarmoperatie met verschillende complicaties, ligt Frank al meer dan zeven maanden in het ziekenhuis. Al die tijd staat Chris dagelijks trouw aan het ziekbed. “Ja, het is zwaar”, zegt Chris daarover. “Zowel voor Frank, als voor mij, als voor onze relatie. Maar we slaan er ons wel door. Dat hebben we elkaar immers beloofd: in goede en kwade dagen, in ziekte en gezondheid.”

nota bene - Het magazine van Notaris.be

11


5 vragen over je latere huwelijk beantwoord Aan huwelijken op latere leeftijd zijn heel wat voordelen verbonden. Er is meer tijd voor de liefde, bijvoorbeeld, maar een later huwelijk komt ook met meer bagage, zowel emotioneel als materieel. Vooral dat laatste durft punt van discussie te worden als er ook kinderen zijn uit een eerdere relatie. En dan ben je maar beter op de hoogte van de wettelijke kant van je latere huwelijk.

Toen ik opnieuw trouwde, dacht ik niet na over een huwelijkscontract. Wat betekent dat voor mijn vermogen? In het wettelijke stelsel – waaronder je automatisch valt als je trouwt zonder contract – zijn er drie vermogens. De twee eigen, aparte vermogens van de partners omvatten alle goederen en schulden van vóór het huwelijk. Ook erfenissen en schenkingen komen in eigen vermogen terecht. Denk bij het derde, gemeenschappelijke vermogen aan de beroepsinkomsten tijdens het huwelijk, samen aangekochte goederen, schulden die gemaakt zijn in het kader van het gemeenschappelijk huishouden. Overlijd je en had je kinderen, dan krijgt je partner de nalatenschap in vruchtgebruik. De nalatenschap

12

nota bene - Het magazine van Notaris.be

bestaat dan uit de helft van het gemeenschappelijk vermogen en het eigen vermogen van je overleden partner. De kinderen krijgen de nalatenschap in blote eigendom. Ben ik verplicht om mijn volledige vermogen met mijn nieuwe partner te delen? Nee. Bij een huwelijkscontract met scheiding van goederen zijn er bijvoorbeeld slechts twee vermogens: dat van jou en dat van je partner. Het gemeenschappelijke bezit is er dan een in ‘onverdeeldheid’. Huwelijkspartners blijven financieel onafhankelijk van elkaar. Het tegendeel geldt voor trouwen volgens het stelsel van de algehele gemeenschap. Ongeacht hoe alle bezittingen verkregen zijn, ze worden als gemeenschappelijk beschouwd. Vermogens, erfenissen of schulden van voor het huwelijk worden dan de verantwoordelijkheid van jullie beiden. Heeft mijn nieuwe partner recht op mijn erfenis? Elke gehuwde krijgt volgens het wettelijk erfrecht een ‘reserve’, of het vruchtgebruik over de helft van de nalatenschap van de overleden partner. De langstlevende mag dus in de gezinswoning blijven wonen of kan de woning verhuren en die huur innen. Wil je je partner meer geven dan wettelijk bepaald is, dan kan dat via een testament of een schenking. Hou wel rekening met de wettelijke reserve van je kinderen: ook zij hebben recht op een deel van je vermogen, namelijk de helft. Ik ben getrouwd met scheiding van goederen, maar wil bij nader inzien toch mijn partner bevoordelen. Kan dat? Volgens deze clausule gaat het eigen vermogen van de overleden partner integraal naar de nabestaanden – in eerste instantie de kinderen. De langstlevende partner blijft wel het vruchtgebruik behouden en bezittingen in ‘onverdeeldheid’ worden gelijk verdeeld onder de langstlevende partner en de erfgenamen. Je kan bovendien bepaalde

clausules toevoegen aan je huwelijkscontract waardoor je een goed, zoals de gezinswoning, toch gemeenschappelijk kan maken. Zo behoud je je financiële autonomie, maar wat de gezinswoning betreft gelden dan de regels van het wettelijk stelsel. Ook een ‘verrekenbeding’ toevoegen kan voordelen hebben. Kan een van partners geen inkomsten verwerven terwijl de andere werkt, dan zorgt zo’n beding ervoor dat er een en ander wordt verrekend als het huwelijk tot een einde komt.

SAMENWONEN / TROUWEN

Wat moet je weten als je trouwt op latere leeftijd?

Je kan natuurlijk ook van stelsel veranderen en overgaan tot het wettelijk gemeenschapsstelsel. De inkomsten zijn dan automatisch ‘gemeenschappelijk’, in tegenstelling tot wat het geval is bij het stelsel van scheiding van goederen. Je nieuwe partner bevoordelen kan ook met een schenking buiten het huwelijkscontract om. Let wel op: valt die schenking bínnen het huwelijkscontract, dan is die niet eenzijdig op te zeggen. Bij echtelijke geschillen kan dat voor problemen zorgen. Mijn kinderen vrezen dat hun erfenis bedreigd is door mijn nieuwe huwelijk. Hoe kan ik hen beschermen? Kinderen uit een vorige relatie – hoeft niet per se een huwelijk te zijn – beschermen kan door een Valkeniersclausule aan je huwelijkscontract toe te voegen. Die clausule legt vast dat het erfrecht van de langstlevende partner wordt gereduceerd, zelfs onder het minimum. In onderling overleg vullen de partners zelf de voorwaarden in: het vruchtgebruik van de gezinswoning voor een paar jaar, het vruchtgebruik van de woning maar niet van de inboedel... Het enige wat officieel verplicht is, is het gebruiksrecht van zes maanden voor de langstlevende. Kies je voor het gebruiksrecht – geen vruchtgebruik – dan gaat de volle eigendom naar de kinderen. Zij krijgen dan het beheer en het beslissingsrecht over de woning. tekst Maud Vanmeerhaeghe

Uit het oog, in het hart Living Apart Together. Hoewel 1 op de 10 Belgen een vaste relatie heeft zonder samen te wonen met zijn of haar partner, worden latrelaties nog steeds als een uitzondering beschouwd. Ook door de wet, als je weet dat latrelaties vandaag niet officieel erkend zijn. En dat heeft gevolgen voor het fiscale plaatje van je latrelatie (p. 18). Al zijn aan de ‘nieuwe’ relatievorm heel wat voordelen verbonden. Vraag dat maar aan Herman en Rita (foto), al twaalf jaar een hecht koppel, hetzij vanop afstand. Ook Sophie (p. 16) is gewonnen voor het lat-idee: zij en haar partner zijn dolverliefd, maar behouden elk hun thuishaven. nota bene - Het magazine van Notaris.be

13


tekst Bo Bogaert foto Thomas De Boever

“Vertrouwen is de hoeksteen van alle relaties, niet alleen van latrelaties”

jaar vooraleer ze een koppel werden. “Ik zag Herman wel zitten, maar ik vond dat hij nog te veel te verwerken had om al een nieuwe relatie te beginnen. Bovendien was ik gelukkig met mijn leven: reizen, met vrienden afspreken, doen en laten wat ik wou... Ik herinner me nog dat ik dacht: de man die me uit dit leventje wil trekken, zal van goeden huize moeten zijn.” (lacht) Eind 2006 belde Herman Rita op met het voorstel om nog eens samen te gaan wandelen en bij te praten. De klik was er nog steeds en het was voor beiden zonneklaar: ze hoorden bij elkaar. Herman die intussen een nieuwe relatie had en bij zijn toenmalige vriendin woonde, stond voor de moeilijke taak zijn relatie te beëindigen. “Dat ging gepaard met heel veel tranen en drama. Ik vond het vreselijk dat deze keer ik degene was die kwetste. Toen is er bij mij iets veranderd: ik wilde niet meer samenwonen de eerste jaren. Ik wou zo’n miserie nooit meer meemaken.” Rita: “Ik kon me daar wel in vinden. Het voelde voor ons alle twee comfortabel om ons eigen appartement te houden. Aangezien we niet ver van elkaar wonen – een kwartiertje met de auto – is het gemakkelijk om elkaar

Hoewel ze samen een toffe reis beleefden en er een zekere aantrekkingskracht was, duurde het nog een aantal

14

nota bene - Het magazine van Notaris.be

“Ach”, wuift Herman het compliment weg. “Vertrouwen is de hoeksteen van alle relaties, niet alleen van latrelaties.” Het grootste voordeel van een latrelatie vinden Rita en Herman dat ze nog elke keer blij zijn om elkaar te zien. Rita: “Zelfs na al die jaren verheug ik me er nog op om Herman te zien. Natuurlijk is hij de persoon bij wie ik het liefste ben en met wie ik het meeste plezier heb. Als we elkaar zien, dan is het om te ontspannen: samen fietsen, eten, tv kijken, op stap gaan... Praktische zaken doen we weinig samen. We zeggen bijvoorbeeld al een jaar dat we samen naar het containerpark gaan, maar die spullen staan nog altijd in de gang.”

Komt het onderwerp samenwonen dan nooit aan bod? “Toch wel”, zegt Rita. “Het is niet altijd even praktisch om apart te wonen. Je moet toch altijd een stap vooruitdenken en plannen: heb ik wel de juiste schoenen en kleren bij om te gaan werken, te sporten, op stap te gaan ...? Wie blijft bij wie slapen?”

“W

“Ik had al vaker groepsreizen gedaan en toen ik Herman zag verschijnen dacht ik: tiens, eindelijk eens mijn type man!” (lacht)

“In het begin had ik wel een beetje moeite met vertrouwen”, zegt Rita. “Maar dat is in elke prille relatie zo denk ik. Herman volgde in die tijd een cursus fotografie en ik vroeg me wel eens af hoeveel vrouwen er rond hem hingen (lacht). Ja, tenslotte is hij een knappe man en een beetje gezonde jaloezie kan nooit kwaad hé.”

Herman: “Op de dagen dat we elkaar niet zien, bellen we. Dan vertellen we over onze dag en nadien nestelen we ons in onze eigen zetel. We genieten er alle twee van om naar onze eigen lievelingsprogramma’s te kijken. Bij mij zijn dat vaak feuilletons, sport- en actualiteitsprogramma’s, dingen die Rita minder interesseren.”

Living Apart Together. Ofwel geliefden die wel voor elkaar kiezen, maar niet om samen te wonen. Een formule die prima werkt voor Rita (58) en Herman (72). Ze zijn al 12 jaar een koppel maar wonen nog steeds bewust apart met alle voor- en nadelen van dien.

ij hebben elkaar toevallig ontmoet”, begint Herman hun liefdesverhaal. “Na dertig jaar huwelijk liet mijn vrouw me in de steek en zat ik diep in de put. Om mijn gedachten te verzetten, boekte ik voor de eerste keer in mijn leven een groepsvakantie naar Cyprus. En daar op de luchthaven van Zaventem zag ik Rita voor het eerst.”

meerdere keren per week te zien; wel 5 á 6 keer. Herman is met pensioen, maar ik werk nog vier vijfde. ’s Maandags ben ik thuis en dan doen we altijd iets leuk samen. De andere dagen varieert het of we elkaar zien.”

“Toen ik Herman

voor het eerst zag, dacht ik: tiens, eindelijk eens mijn type man” RITA

Op financieel vlak zou samenwonen een voordeligere keuze zijn, maar dat is noch voor Herman, noch voor Rita voldoende om de stap te zetten. “Nee, we zijn alle twee financieel onafhankelijk en mochten we ooit gaan samenwonen, dan zou ik zeker onze financiën volledig gescheiden houden”, zegt Rita. “Herman heeft twee kinderen en ik wil op dat vlak de zaken niet onnodig complex maken.” “Ik heb al een paar keer geopperd om samen iets te zoeken. Ik droom al even van een huisje met een tuin. Ik ben niet gebonden aan Lokeren en wil best verhuizen naar St-Niklaas, maar niet naar het appartement van

Herman. Het is een zeer mooi appartement, maar het ligt vlak aan een druk kruispunt waar ik absoluut niet wil wonen. Herman wil zeker in Sint-Niklaas blijven om dicht bij zijn kinderen en zes kleinkinderen te zijn, wat ik uiteraard volledig begrijp.” Rita en Herman verschillen 14 jaar. Iets wat voor beiden nooit een probleem vormde. “Maar nu Herman een dagje ouder wordt, maak ik me soms toch wel wat zorgen. Herman heeft al een paar hartoperaties achter de rug. Stel je voor dat hem iets overkomt terwijl hij alleen thuis is? Op dat vlak zou ik me geruster voelen mochten we samenwonen.” “Ja, daar denk ik soms ook aan. Wat als ik serieus ziek word en ik heb zo’n pijn dat ik niet meer uit bed geraak? Of wat als ik nog eens flauwval? Wie gaat me dan komen helpen? Maar ja, mochten we samenwonen dan zou Rita ook niet constant bij mij zijn en kan er ook van alles gebeuren. Uiteindelijk maakt dat niet zoveel verschil.” “En aangezien we elke dag bellen, zou je er nooit langer dan een dag liggen hoor”, plaagt Rita liefdevol. nota bene - Het magazine van Notaris.be

15


tekst Sophie Dancot foto Thomas De Boever

Sophie en haar partner: één koppel, twee huizen

“Ik ken zijn engagement, en het mijne” Samenwonen, in twee huizen: dat is de formule waarvoor Sophie en haar partner opteerden om hun relatie en gezinsleven te cultiveren zonder elkaar te verstikken.

H

et is zaterdagochtend. In het huis van Sophie Vandepontseele hoor je enkel de geluiden van de tuin die ontwaakt en het water voor de thee dat kookt. Op tafel staan twee kopjes. Vorige week was dat wel anders. Eén weekend op twee zijn ook de drie tieners van Sophie thuis. Dan is het steevast een drukte vanjewelste, met alle leuke en minder leuke kanten die daarbij horen. Op die dagen gaat de partner van Sophie vaak 'naar huis', een dertigtal kilometer verderop, in een huis waar hij tien jaar voltijds woonde, voor hij Sophie leerde kennen. Het is een huis dat al jaren in zijn familie is, waar zijn grootouders nog gewoond hebben. Zijn buurvrouw is zijn moeder, die sinds enkele jaren weduwe is. In de tuin groeien appelbomen, pruimenbomen, kerselaars en zelfs saffraankrokussen. "Dat huis is zijn thuishaven, waar hij kan ontspannen", vertelt Sophie. "Hij is heel betrokken bij ons gezin en hoort er ook helemaal bij. Mijn kinderen beschouwen hem als een ouderfiguur. Ze aarzelen niet om hem om raad te vragen... Maar tegelijk heeft hij het soms moeilijk om hier de ruimte te vinden die hij nodig heeft om gelukkig te zijn. Het huis is niet echt gemaakt om er met 5 harmonieus samen te leven." Toch is Sophie bijzonder gehecht aan haar woning. "Na mijn scheiding heb ik er alles aan gedaan om het huis te kunnen houden en hier te kunnen blijven wonen. Het was een ankerpunt voor de kinderen. Toen ik twee jaar later mijn nieuwe partner ontmoette, wilde ik er niet meer weg. Hij is geleidelijk bij ons ingetrokken, maar is ook steeds met één voet in zijn eigen huis blijven staan." "Dat is wel speciaal!" vond een collega van Sophie toen ze hoorde dat de partner van Sophie eerst naar huis ging om later tegen het avondeten terug te keren, of dat hij hen soms op zaterdag of zondag een dagje alleen liet. Maar voor Sophie is de situatie perfect zoals ze is, ook al is ze opgegroeid met een vrij traditioneel beeld van hoe een gezin eruit moet zien. "Objectief gezien is het goed zoals het is. Ik ken zijn engagement, en het mijne." "Ook al woont hij hier niet voltijds, toch investeert hij mee in het huis. We hebben de eerste verdieping samen heringericht, hij heeft rozenstruiken in de tuin geplant..." En Sophie vindt het bijzonder vermakelijk dat haar partner haar eigen buren en de winkeliers in het dorp beter kent dan zij. Om van de kat Garfield maar te zwijgen, die het overduidelijk maakt wie zijn voorkeur wegdraagt.

16

nota bene - Het magazine van Notaris.be

"Wanneer de kinderen uit huis gaan, denk ik dat we onze leefsituatie wel zullen herbekijken." In afwachting daarvan dragen ze elk de kosten die bij hun eigen huis horen, wat financieel en organisatorisch wel zwaar doorweegt: twee huizen die gepoetst moeten worden, twee tuinen om te onderhouden... om maar te zwijgen van de verplaatsingen tussen beide adressen. "Ik betaal mijn lening zelf af, maar de dagelijkse kosten delen we: boodschappen, verwarming... dat maakt het toch een flink stuk betaalbaarder!" "De beslissing om twee huizen te behouden gaat veel verder dan het administratieve, dan de keuze om zich hier of daar te laten domiciliëren", besluit Sophie. "Er zit ook geen strategie achter die beslissing. Het is eerder een samenloop van elementen die ervoor zorgt dat die keuze op dit moment de beste is." "Ik ben mijn partner oneindig dankbaar voor zijn engagement in kwesties die hem eigenlijk niet aanbelangen maar waar hij toch voluit voor gaat, een beetje als een pakket ‘dat er nu eenmaal bij hoort’. Hij wordt soms geconfronteerd met ingewikkelde kwesties die hem niet direct aangaan aangezien hij niet de vader van de kinderen is, maar die hem toch persoonlijk raken aangezien ze bij zijn dagelijkse leven horen..." nota bene - Het magazine van Notaris.be

17


Voor personen met een latrelatie is schenken het overwegen waard

Het fiscale plaatje bij een latrelatie: 4 feiten

samen en delen ze een huishouding, dan gelden op het testament of een schenking de fiscaal gunstige tarieven voor partners. Duurt de samenwoonperiode langer dan drie jaar, dan vallen de successietarieven op de gezinswoning zelfs volledig weg bij het overlijden van een van de partners. Let wel: deze voorwaarden gelden enkel in Vlaanderen, niet in Wallonië. Daar gelden voordelige tarieven enkel voor wettelijk samenwonenden.

1. Een latrelatie is fiscaal gezien niet de interessantste optie Personen met een latrelatie wonen per definitie niet samen. Helaas zijn een jaar samenwonen én een gemeenschappelijke huishouding voeren de twee voorwaarden voor gunstige successietarieven na het overlijden van een van de partners. De wet behandelt partners die nog geen jaar onafgebroken samenwonen en geen gemeenschappelijk huishouding voeren namelijk als ‘vreemden’. De erfbelasting voor vreemden betekent een serieuze financiële aderlating in vergelijking met de tarieven voor gehuwde partners (zie kaders). Wonen partners gedurende een jaar ononderbroken

Feitelijk samenwonende koppels zijn wettelijk gezien geen erfgenamen van elkaar, maar kunnen elkaar wel bevoordelen met bijvoorbeeld een testament of schenking. De schenkingstarieven tussen partners in een latrelatie hangen af van de soort schenking (zie onder). Willen de partners liever niet schenken, dan kloppen ze het best aan bij een notariskantoor om een testament op te stellen. De successietarieven tussen partners die apart wonen lopen hoog op. De notaris zal je adviseren over de verschillende mogelijkheden. 3. De kinderen van latpartners erven volgens de wet de nalatenschap

Successietarieven voor partners

1 op de 10 Belgen tussen 18 en 80 heeft een relatie, maar woont niet samen met zijn of haar partner. Ondanks dat hoge cijfer zijn latrelaties in België niet officieel erkend: koppels in een latrelatie zijn wettelijk gezien vreemden van elkaar. Maar hoe zit dan het met de erfenis van je latpartner? En zijn schenkingen bij een latrelatie mogelijk? Vier feiten over het fiscale plaatje bij een latrelatie.

2. Zelfs als je apart woont, kan je je latpartner laten erven of een schenking doen

Vlaams Gewest

Brussels Gewest

Schijf van het erfdeel

Tarief

Schijf van het erfdeel

Tarief

€0 tot €50.000

3%

€0 tot €50.000

3%

€50.000,01 tot €250.000

9%

€50.000,01 tot €100.000

8%

Boven €250.000

27%

€100.000,01 tot €175.000,01

9%

€175.000,01 tot €250.000

18%

€250.000,01 tot €500.000

24%

Boven €500.000

30%

Successietarieven voor ‘vreemden’ Vlaams Gewest

Brussels Gewest

Schijf van het erfdeel

Tarief

Schijf van het erfdeel

Tarief

€0 tot €35.000

25%

€0 tot €50.000

40%

€35.000,01 tot €75.000

45%

€50.000,01 tot €75.000

55%

Boven €75.000

55%

€75.000,01 tot €175.000

65%

Boven €175.000

80%

Heeft een van de latpartners kinderen, dan erven die in de eerste orde. Aangezien bij een latrelatie geen sprake is van een huwelijk, erven zij de volledige nalatenschap. Volgens de wet heeft de partner dan geen enkel erfrecht. Uiteraard kan er geschonken worden (zie onder). Maar heeft een van de partners kinderen, dan hebben zij altijd recht op een ‘reserve’ – een deel van de erfenis dat nooit weggeschonken of nagelaten mag worden aan anderen. Los van het aantal kinderen bedraagt het reservataire deel altijd de helft van je vermogen. De rest besteed je zoals je dat wil – via testament of schenking - aan wie je dat wil, zoals je latpartner. 4. Schenken is interessant… maar onherroepelijk Een schenking is in alle gevallen fiscaal voordeliger dan een traditionele erfenis. Zeker voor ‘vreemden’ – het officiële statuut waaronder je latpartner valt – is dat zo, al zijn de cijfers voor samenwonenden (‘partners’) nog gunstiger (zie kader). Let wel op: mocht je je relatie zien stranden, dan wordt niet automatisch ook een einde gemaakt aan je schenking. Schenkingen zijn onherroepelijk en gegeven is gegeven, zelfs als je later zelf in geldnood verkeert. Denk dus altijd twee keer na voor je schenkt. Heb je zelf nog genoeg middelen voor later? Om problemen te vermijden, kan je zelf bepaalde voorwaarden of modaliteiten aan je schenking koppelen. Zo kan je bijvoorbeeld een goed schenken, maar zelf toch nog het genot behouden. Bespreek de opties met een notaris.

Schenkingstarieven voor partners Vlaams en Brussels Gewest Roerende goederen (vb. geld) Altijd 3% Onroerende goederen (vb. garage, woning...) Schijf van het erfdeel

Tarief

€0 tot €150.000

3%

€150.000,01 tot €250.000

9%

€250.000,01 tot €450.000

18%

Boven €450.000

27%

Schenkingstarieven voor ‘vreemden’ Vlaams en Brussels Gewest Roerende goederen (vb. geld) Altijd 7% Onroerende goederen (vb. garage, woning...) Schijf van het erfdeel

Tarief

€0 tot €150.000

10%

€150.000,01 tot €250.000

20%

€250.000,01 tot €450.000

30%

Boven €450.000

40%

tekst Maud Vanmeerhaeghe

18

nota bene - Het magazine van Notaris.be

nota bene - Het magazine van Notaris.be

19


tekst Maud Vanmeerhaeghe foto Jan Crab

SAMENWONEN / TROUWEN

Yvan en Sandra namen ouders én schoonouders in huis

“Niemand is hier ooit alleen” “Op elk moment een taxi beschikbaar en altijd choco in huis.” Als je het aan Lomme (17) en Toke (19) – zoon en dochter van Yvan en Sandra – vraagt, liggen de voordelen van inwonende grootouders voor de hand. Ook Yvan en Sandra vinden niet meteen nadelen: “Met wederzijds respect kom je al heel ver. Dan zijn uitgebreide afspraken of contracten niet nodig.” Grootouders Greta (68), Maurice (72) en Marcel (76) kunnen dat enkel beamen.

We are family Families zijn er in alle maten en vormen. Dat was 100 jaar geleden zo, maar ook vandaag zijn de verhoudingen in de gemiddelde huishouding flink veranderd als we universitair docent Paul Puschmann mogen geloven (p. 30). Met veeleisende jobs, de nodige aandacht voor de (kleine) kinderen en de zorg voor (potentieel toekomstig hulpbehoevende) ouders is het voor de sandwichgeneratie tegenwoordig niet altijd even simpel om alle ballen in de lucht te houden. Zowel Yvan en Sandra (foto) als Annelies en Elie (p. 25) vonden daarvoor de perfecte oplossing: zij namen hun (schoon)ouders gewoon in huis. Maar aan dat samenwonen gaat heel wat planning vooraf, ook wettelijk gezien (p. 29).

20

nota bene - Het magazine van Notaris.be

H

et samenhuisproject van Yvan, Sandra en hun vier ouders is eigenlijk toevallig ontstaan, begint Sandra het verhaal. “Op een avond zaten we met mijn ouders buiten te praten over ‘later’. Ik opperde dat we aan ons huis gerust nog een huisje voor hen konden bijbouwen. Zo konden zij mee zorgen voor onze kinderen en konden wij hen hulp bieden op het moment dat dat nodig zou blijken. Onderweg naar huis waren mijn moeder en vader blijkbaar al overtuigd van ons idee. (lacht) De uitwerking van het plan liet niet lang op zich wachten. Op die zomeravond kwam het idee, een jaar later zijn mijn ouders hier ingetrokken.” Eerste steen Ondertussen is het tien jaar geleden dat Yvan en zijn schoonvader Marcel de eerste steen van de bijbouw legden. Sandra’s moeder was toen al ziek en kon jammer genoeg maar een jaar van haar nieuwe woonst genieten. Sandra: “Door mama’s ziek zijn ondervonden we snel de voordelen van deze woonvorm. Dat was ook de bedoeling ervan: zorg dragen voor elkaar, zodat iedereen

zo lang mogelijk thuis kan blijven. Weten dat mama verzorgd werd en omringd was door haar familie, heeft ons haar dood helpen verwerken. Ook voor mijn vader was deze manier van samenleven een troost: hij had altijd iemand om mee te praten.” Dochter Toke knikt. “Kort nadat oma gestorven was, gingen mijn broer Lomme en ik vaak oma’s urne halen wanneer opa hier een tas koffie kwam drinken. Zo hadden we het gevoel dat ze er toch nog bij was.” “Niemand is hier ooit alleen”, vult grootvader Marcel aan. Nog een keer “Toen we bouwplannen hadden voor de eerste bijbouw, sprak ik mijn ouders ook aan over het idee”, vertelt Yvan. Wat hij voor zijn schoonouders deed, wou hij logischerwijze ook voor zijn eigen ouders doen. “Maar zij zagen dat niet echt zitten. Ze waren bang dat we elkaar in de weg zouden lopen. Tot mijn schoonmoeder ziek werd: toen was het voor hen duidelijk dat aan deze woonvorm heel wat voordelen verbonden zijn.” nota bene - Het magazine van Notaris.be

21


Dus startte zes jaar geleden opnieuw een bouwproject, aan de rechterkant van het huis deze keer. Al had die uitbreiding wel wat voeten in de aarde, zegt Yvan. “Meermaals kregen we negatief advies van de dienst stedenbouw, omdat het uitzicht van onze woning een te dominant karakter zou krijgen in het straatbeeld. Maar uiteindelijk konden we toch aan de bouw beginnen.” Net als het eerste bijgebouwde stuk, werd het nieuwe woongedeelte er een in de stijl van het ‘hoofdhuis’. Alles verbonden

Zorg voor iedereen

Dochter Toke is ondertussen ook helemaal gewonnen voor het idee. Als het van haar afhangt, vertrekt ze niet meer uit het ouderlijk huis. “Ik wil hier heel graag blijven wonen, zodat ik later voor mijn ouders hetzelfde kan doen als zij nu doen voor hun ouders. Of mijn toekomstige schoonouders hier ook mogen komen wonen, zal er nog van afhangen”, lacht ze. “Mijn ouders verwachten dat niet van mij, want net als mijn broer – die minder staat te springen voor het idee – word ik daarin volledig vrijgelaten. Maar ze vinden het wel een fijn idee.”

Over het samenwonen zelf zijn weinig afspraken gemaakt. “We kennen onze ouders en schoonouders al lang en weten hoe ze zijn en leven. Mochten we hen geen aangename mensen vinden, waren we hier niet aan begonnen. Daarom hebben we niks op papier gezet”, vertelt Sandra. “Inkopen doen we elk afzonderlijk. Het enige wat afgesproken is, is de rekening voor water en elektriciteit. Na het eerste jaar inwonen hebben we gekeken

Echte nadelen ondervinden de verschillende generaties niet aan samenwonen, al is er volgens Toke wel een klein minpuntje: “Je bent nooit écht alleen thuis. Tijdens de blok, bijvoorbeeld, studeert het niet altijd even gemakkelijk als ik aan mijn linkerkant een grasmachine hoor loeien en aan mijn rechterkant een muziekinstrument hoor bespelen. Gelukkig kunnen we makkelijk over zulke kleine ergernissen praten.”

nota bene - Het magazine van Notaris.be

tekst Maud Vanmeerhaeghe foto's Thomas De Boever

Annelies en haar gezin gaan volgende zomer kangoeroewonen met haar ouders

Over de vraag waarom het voorstel om samen te wonen er ooit is gekomen, hoeft Yvan niet lang na te denken. “Ik ben zelf zorgkundige en help elke dag vreemde mensen. Dan is het niet meer logisch dat ik ook mijn eigen ouders en die van mijn vrouw wil helpen.”

Zowel het huis van Sandra’s vader als het woongedeelte van Yvans ouders bereik je via de gemeenschappelijke voordeur, door het huis van Yvan en Sandra. Via verschillende trappen is alles met elkaar verbonden. Bij Marcel is alles beneden. Vroeger had hij ook nog de zolder, maar toen ook aan de andere kant van het huis uitgebreid werd, hadden Yvan en Sandra zelf meer ruimte nodig. “Nu slapen wij op de tweede verdieping, boven het gedeelte van mijn schoonvader”, zegt Yvan. “Mijn ouders wonen uiterst rechts en hebben daar alles wat ze nodig hebben. Op de tweede verdieping is hun badkamer en ze slapen in onze oude slaapkamer. Zo is hun bewoonbare oppervlakte ongeveer zo groot als die van Marcel.”

De 'dubbele' kangoeroewoning van Yvan en Sandra.

22

wat voor ons de meerkost is qua energie en die hebben we verrekend. Maar dat is niet tot op de eurocent vastgelegd, hoor. Je moet elkaar daarin vertrouwen.”

Grasmaaiers en muziekinstrumenten

Voor de rest zijn er voor de familie Liekens-Pelgrims alleen maar voordelen. Marcel: “Welke grootouder ziet zijn kleinkinderen elke dag?” “Dat onze ouders zo betrokken zijn in het leven van onze kinderen is fantastisch, hé”, glimlacht Sandra. “Als wij hen niet naar een fuif kunnen brengen, is er altijd wel iemand die klaarstaat.” Veel volk is hier inderdaad een constante, maar toch heeft niemand het gevoel ‘in de gaten’ gehouden te worden. “De grootouders lopen niet te pas en te onpas bij ons binnen, wij kloppen altijd als we bij hen willen langsgaan”, zegt Sandra. “Iedereen heeft zijn eigen ruimtes en privacy. Alleen zo kan dit nog lang blijven duren.” Ook voor opa Marcel is het duidelijk: “Ik blijf hier, ja. Tot het einde van mijn dagen.”

“Zorgen voor elkaar is kiezen voor een maatschappelijk verantwoorde toekomst” Als een win-winsituatie, zo omschrijven Annelies Maes (38) en haar echtgenoot Elie (38) het liefst het samenwoonproject met Greet (65) en Pieter (63), de ouders van Annelies. Want wie wil niet elke dag tussen de kleinkinderen vertoeven en zeker zijn van zorg op latere leeftijd? Voor Annelies en Elies vier kinderen is het alleszins eender waar ze wonen, zolang oma en opa maar in de buurt zijn. nota bene - Het magazine van Notaris.be

23


H

et is woensdagavond en druk bij Annelies en Elie thuis. Niet alleen hun vier kinderen Marie-Elis (10), Manuel (8), Eli-Noor (3) en Manoah (8 maand) lopen of kruipen er rond, ook Annelies’ ouders Greet en Pieter zijn op post. Want woensdagavond is het vaste vergadermoment voor het gemeenschappelijke bouwproject waar ze volgende zomer hopen in te trekken. “In het verleden breidden we die vergaderingen aan de aperitief op zondagavond, maar bij nader inzien bleek dat toch niet zo’n goed idee”, glimlacht oma Greet. Huis te koop Het huis waar Annelies nu woont, maakt deel uit van een koppelbouw. Toen de buren hun huis te koop zetten, was het voor Annelies klinkklaar: “Ik heb mama onmiddellijk opgebeld: ‘Hierover mag je niet twijfelen. Als jullie ouder worden, kunnen jullie naast ons komen wonen’. Maar twijfelen deden mijn ouders toch: waren ze niet wat te jong om zich al bezig te houden met ‘hun oude dag’? En was dat wel slim, zo dicht bij elkaar gaan wonen?” Greet en haar man Pieter lieten zich toch overhalen, iets waarvan ze tot vandaag nog geen seconde spijt hebben gehad: “Uiteindelijk hebben we dat huis enkel verhuurd en ondertussen is het alweer verkocht, maar toch zijn toen de kiemen gelegd voor het project waarmee we vandaag bezig zijn.” Annelies knikt. “Toen er in de buurt van het Provinciaal natuurgebied een stuk grond te koop kwam, konden we helemaal voor een kangoeroeproject gaan. Bovendien is daar genoeg ruimte voor onze imkersdromen, want bijen houden bleek in onze huidige tuin niet ideaal.” Té is nooit goed Annelies is close met haar ouders, maar dat is niet de hoofdreden voor het samenwoonproject. “Dit is vooral een toekomstgerichte keuze: we besteden aandacht aan ecologie en duurzaamheid, maar houden ook rekening met de toenemende vergrijzing. Er zijn te veel mensen volgens de beschikbare plaatsen in rusthuizen. Als mijn ouders in de toekomst hulp nodig hebben, wil ik hen die kunnen geven zonder dat mijn gezin daaronder lijdt. Maar omgekeerd geldt hetzelfde: mijn moeder past vaak op de kinderen. Door naast ons te wonen, hoeft ze zich daarvoor niet telkens te verplaatsen.” Ook de jongere generatie is mee in het zorgverhaal, zo blijkt wanneer Marie-Elis vertelt waar ze het meeste naar uitkijkt: “Als ik groter ben, wil ik ook voor opa en oma zorgen. Wat zij nu doen voor mij, mijn zus en broers, wil ik graag terugdoen.” Toch is het volgens

24

nota bene - Het magazine van Notaris.be

Annelies belangrijk om een evenwicht te vinden. “We moeten ons behoeden voor té. Ik ken heel hechte families die op een bepaald moment heel grote problemen krijgen. Het zou jammer zijn mocht ons samenwoonproject daar toe leiden. Daarom leggen we zo veel mogelijk afspraken contractueel vast.” Die afspraken gaan over alles: van boodschappen voor de gemeenschappelijke ruimtes tot ‘wat als de zorg niet meer draaglijk is?’. “Zelfs over een mogelijke situatie waarbij ik of mijn man de zorg alleen zou moeten dragen, hebben we nagedacht”, zegt Annelies. “Dat lijkt misschien doemdenken, maar ook dat is voor ons een manier van ‘zorgen voor’. We zien elkaar heel graag, en vanuit dat gevoel willen we elkaar het beste gunnen.” Relatietest Praktische en emotionele zaken worden waar mogelijk op voorhand vastgelegd, maar ook de bouw van het huis met twee wooneenheden zelf is regelmatig het onderwerp van de woensdagavondvergaderingen. “We hebben nu vaak discussies die normaal alleen tussen koppels voorvallen”, lacht Annelies. “Gelukkig zitten Elie en ik voor 90 procent op dezelfde golflengte, zodat we in de meeste gevallen enkel nog met mijn ouders moeten overleggen. In het algemeen investeren we veel in kwaliteit en minder in esthetiek, maar de gevel was een moeilijke bevalling. De ene wou toch nog wat meer aandacht voor het uitzicht, de andere wou een groter budget voor het beste materiaal.” Aangezien Annelies en Greet twee wooneenheden onder hetzelfde dak bouwen, is het logisch dat elke beslissing over de bouw een gemeenschappelijke is. Met het interieur doen ze elk hun eigen ding. Greet: “We wonen niet samen, dus kunnen we elk onze woonruimte inrichten zoals we dat willen. Een gemeenschappelijk interieur was sowieso geen haalbare kaart, want daarvoor verschillen onze smaken te erg.” Of Greet en Annelies niet bang waren dat dit project druk zou leggen op hun relatie? “Dat is inderdaad het risico dat je neemt”, antwoordt Greet. “Alles heeft potentieel om te ontploffen, maar zolang er genoeg respect is en je open communiceert, is er ook genoeg potentieel om het níet te laten ontploffen”, zegt Annelies. “Als je allebei de essentie van dit project voor ogen houdt, kan je volgens mij heel lang door dezelfde deur – figuurlijk dan, in ons geval.” (lacht)

nota bene - Het magazine van Notaris.be

25


5 tips voor jouw samenhuisproject In het geval van het gezin van Annelies en haar ouders gaat heel wat planning vooraf aan de nieuwe manier van wonen. Deze vijf afspraken maakten ze op voorhand. 1. Plan vaste vergadermomenten in “Elke woensdagavond vergaderen we over de bouw”, vertelt Annelies. “Zo hoeven we geen enkele beslissing te nemen ‘tussen de soep en de patatten’. Sommigen nemen aan dat samenwonen met familie vanzelf gaat, maar wij gaan altijd uit van het principe ‘goeie afspraken maken goeie vrienden’. Hoe meer je op voorhand (op papier) vastlegt, hoe minder discussie mogelijk is achteraf. Probeer je op die vaste vergadermomenten ook te beperken tot je woonproject en maak lijstjes van wat je wil bespreken. Houd familiezaken voor een andere keer.”

2. Durf onderhandelen “Met mijn ouders spreek ik af zoals ik met vreemden zou doen. Het is niet omdat we familie zijn, dat we niet onderhandelen. Het huis van mijn ouders is bijvoorbeeld meer westwaarts gericht, terwijl wij heel wat zon vangen. Mama wou graag meer zonlicht, dus dat losten we op met een extra raam in de mezzanine. Dat was een compromis: het raam zit bovenaan in het hoogste woongedeelte dat geen tweede verdieping heeft, zodat vanuit dat raam niet rechtstreeks op ons terras gekeken kan worden. Ook met het oog op een latere verkoop is dat nuttig: als hier ooit twee vreemden naast elkaar komen wonen, willen die ook niet constant in elkaars huis of op elkaars terras kunnen kijken.” 3. Bepaal hoe gemeenschappelijk gemeenschappelijke ruimtes zijn “We delen onze berging en tuin, maar ook daarover zijn afspraken gemaakt. Wat als iets kapotgaat in de tuin? Kan iemand zomaar een grasmachine kopen en daarvan een terugbetaling vragen? Brengen we elk klein ding in rekening? Wat doen we met bloemen die ik misschien graag zie, maar mijn ouders niet, en die ik per se in de tuin wil? Dat lijkt muggenziften, maar voor ons is het belangrijk dat daarover nagedacht is.” 4. Maak ook afspraken over minder voor de hand liggende zaken “Het is de bedoeling dat mijn ouders hier voor de rest van hun leven blijven wonen, maar we moeten realistisch zijn. De kans dat hun zorg op een dag niet meer te combineren valt met mijn gezin, bestaat. Of wat als een van mijn ouders dement wordt en een gevaar wordt voor de omgeving? Daarover praten is moeilijk, maar het is belangrijk om – waar mogelijk – al dingen op papier te zetten. Zo willen we foute, emotionele keuzes vermijden wanneer het zover is.” 5. Denk toekomstgericht “We wonen naast mijn ouders, maar hebben elke bouwkundige beslissing genomen vanuit de veronderstelling dat ook twee ‘vreemden’ naast elkaar in de wooneenheden moeten kunnen wonen. Onze voordeuren zijn bijvoorbeeld aan elkaars zicht onttrokken. En elke wooneenheid is perfect afzonderlijk bewoonbaar. In de badkamer van mijn ouders is een aansluiting voor een wasmachine voorzien. Wordt die wooneenheid als apart huis verkocht, dan blijft de berging waar nu de gemeenschappelijke wasmachines zullen komen namelijk bij mijn gedeelte horen. Mocht hier ooit iemand komen wonen die geen binding heeft met het gezin dat er al woont, dan moeten we in principe enkel de tuin opsplitsen.”

26

nota bene - Het magazine van Notaris.be

Aan zorgwonen zijn regels verbonden

verplicht een vergunning vragen. Het kan gemakkelijker en sneller gebeuren indien je woning wordt bestempeld als een ‘zorgwoning’. Indien je voldoet aan de specifieke voorwaarden van zorgwonen volstaat een melding aan de gemeente.

Met je (schoon) ouders onder één dak: 9 snelle vragen

Afzonderlijke belastingen? Dat hangt ervan af. Bij kangoeroewonen in een eengezinswoning is er één kadastraal inkomen, één onroerende voorheffing en worden alle inwoners tot hetzelfde gezin gerekend. Bij meergezinswoningen of zorgwoningen is dat anders, want de overheid beschouwt je in dat geval als aparte gezinnen. Ook op studietoelages, werkloosheidsuitkeringen, ziektevergoedingen... heeft zorgwonen geen invloed. Je staat immers ingeschreven onder aparte codes, ook al woon je op hetzelfde adres.

Voor je ouders zorgen op hun oude dag of wanneer ze het zelf niet meer kunnen. Handiger dan elke dag kilometers te doen naar je ouderlijk huis en goedkoper dan een rusthuis is het om je ouders bij je te laten inwonen. Met of zonder duidelijke afspraken vooraf – aan jou de keuze. Feit is wel dat officieel heel wat regels bestaan over jouw zorgwoning.

Kangoeroewonen of zorgwonen? Één huis, twee huishoudens: dat hebben kangoeroe- en zorgwoningen met elkaar gemeen. In beide gevallen worden uit een woning twee woongelegenheden gecreëerd. In Vlaanderen is dat echter niet zomaar toegestaan, waardoor de keuze voor een zorgwoning een betere optie is. Het concept ‘zorgwonen’ is verankerd in de stedenbouwkundige regelgeving en voorziet onder bepaalde voorwaarden en vrijstelling van het vragen van een vergunning. Hoe moet een zorgwoning eruitzien? In je bestaande of nieuw gebouwde woning creëer je een kleinere, ondergeschikte woonst: de zorgwoning. Die beslaat maximaal een derde van de totale woonoppervlakte, de ruimtes gedeeld met de hoofdwoning niet meegerekend. Wel of geen vergunning? In Vlaanderen is het niet zomaar toegestaan om je woning in twee woongelegenheden te splitsten. Je moet hiervoor

Zorgwonen voor iedereen? Wie het hoofdhuis bewoont, de eigenaars of de inwonenden, maakt niet uit. De inwonenden mogen echter met maximaal twee personen zijn, van wie minstens een iemand 65 jaar en/of hulpbehoevend is. Ook de zorgverlener zelf kan zijn intrek nemen in de zorgwoning als de hulpbehoevenden de hoofdwoning bewonen. Wie is eigenaar? Zowel de bewoner van de hoofd- als de bijwoning kan hoofdeigenaar zijn. Het belangrijkste is dat beide woningen dezelfde eigenaar(s) hebben. Zorgwonen in een huurhuis? Dat kan, maar daarvoor is toestemming van de huisbaas nodig. Omgekeerd is ook mogelijk: als hoofdbewoner kan je in principe huur vragen aan de inwonende(n). Die laatste valt dan onder het huurdersstatuut, waardoor je hem of haar niet (zomaar) op straat kan zetten. Langs de notaris? Moet je je woning nog kopen of bouwen, dan is een afspraak bij de notaris aangewezen. Hij of zij maakt je wegwijs in de financiële afspraken en koopmogelijkheden. Bij de notaris leg je bijvoorbeeld vast dat de zorgbehoevende ouders van de echtgenoot niet uit het huis gezet kunnen worden mocht de echtgenote alleen komen te staan. Premies mogelijk? Enkel voor renovatiewerken kan je de traditionele premies aanvragen. Specifieke ‘zorgwoningpremies’ bestaan niet. Als je een woning verbouwt tot hoofd- en zorgwoning, kom je misschien wel in aanmerking voor de aanpassingspremie voor 65+’ers of voor een tegemoetkoming voor hulpmiddelen voor personen met een handicap. tekst Maud Vanmeerhaeghe

nota bene - Het magazine van Notaris.be

27


tekst Eva Van den Eynde

foto Jan Crab

Families door de eeuwen heen: over grote gezinnen, vrolijke begijnen en machomannen

“Gezinnen staan vandaag onder grote druk” Emancipatie is een uitgemaakte zaak. Zou je denken. Alleen, in de praktijk blijkt dat mannen nog steeds minder zorgtaken op zich nemen dan vrouwen. En dat komt hen duur te staan. Bij een scheiding is het in het overgrote deel van de gevallen de vrouw die het initiatief neemt en vaak hangt dit samen met frustratie over de ongelijke genderverhoudingen binnen de relatie. Dr. Paul Puschmann legt uit hoe de dynamiek binnen gezinnen door de geschiedenis heen veranderde.

H

et leven is meer dan afwassen alleen, realiseerden vrouwen zich in de jaren zestig van de twintigste eeuw en geleidelijk ruilden ze hun schort in voor een mantelpak. Ze gingen studeren, maakten carrière en eisten hun plaats in de arbeidsmarkt op. De mannen moesten even wennen, maar zijn intussen helemaal mee en op een verloren macho in de vergaderzaal na vindt iedereen het normaal dat een vrouw een topfunctie uitoefent. Toch zijn belangrijke genderongelijkheden thuis en op de werkvloer blijven voortbestaan. Paul Puschmann, universitair docent Economische, Sociale en Demografische Geschiedenis aan de Radboud universiteit Nijmegen, stelt vast dat mannen de komende jaren nog een tandje moeten bijsteken.

28 28

nota nota bene bene -- Het Het magazine magazine van van Notaris.be Notaris.be

De emancipatie van de vrouw heeft toch voor een omwenteling gezorgd in het gezin? “Absoluut, het was een enorme breuk in de sociale geschiedenis. Het leven van de vrouwen veranderde helemaal. Tot de jaren 1960 was het pad voor vrouwen min of meer uitgestippeld. Ze gingen naar school, werkten een tijdje en wanneer ze trouwden lag de focus volledig op het gezin en het huishouden. Schooljuffen en vroedvrouwen bleven vaak doorwerken, maar voor het overgrote deel van de vrouwen zat hun carrière erop zodra ze hun ja-woord hadden gegeven. In sommige sectoren, zoals de ambtenarij, werd je contract zelfs automatisch stopgezet zodra je trouwde. Voor vrouwen waren de carrièrekansen dus heel beperkt.”

Is dat altijd zo geweest, of waren er periodes waarin vrouwen wel net als mannen aan het werk bleven? “De tweede helft van 19de en de eerste helft van de 20ste eeuw staan bekend als de periode van het mannelijke kostwinnerschap. Voordien en nadien werden vrouwen niet zomaar uitgesloten van betaalde arbeid. Dat kon ook niet, want gezinnen konden simpelweg niet rondkomen met maar één inkomen en in de landbouw – veruit de grootste sector vóór de industriële revolutie – was het werk van vrouwen cruciaal. Ook na een huwelijk bleven boerinnen werken op de boerderij – koeien melken, kaas maken, helpen met zaaien, oogsten -, al verschilde de intensiteit naargelang de fase in haar leven. Wanneer de kinderen nog heel klein waren, was haar hoofdtaak de zorg voor de kinderen, maar zodra de oudsten groot genoeg waren om voor de kleintjes te zorgen, besteedde de vrouw weer meer tijd op het land en in de stallen.” Vanaf de jaren 1960 konden vrouwen bewustere keuzes maken. Voordien waren ze zowel juridisch als financieel afhankelijk van hun partner. Een relatie stopzetten had grote gevolgen voor henzelf en voor de kinderen, dat was voor weinig vrouwen een optie. Vandaag is dat struikelblok er niet meer. Vrouwen nemen meestal het initiatief om te scheiden. Waarom? “Vrouwen nemen bijna twee keer zo vaak als mannen het initiatief om te scheiden. Een reden daarvoor is dat mannen meer voordelen halen uit een huwelijk dan vrouwen, en er doorgaans ook tevredener over zijn, en ze hebben daar alle reden voor. Zo ligt de levensverwachting van een gehuwde man een stuk hoger dan die van een alleenstaande man. Bij vrouwen is dat voordeel er niet of nauwelijks. Vrouwen nemen tegenwoordig nog steeds het grootste deel van de zorgtaken op zich, terwijl ze er nu ook een betaalde baan bij hebben. Daardoor is de last op hun schouders erg groot. We zien wel dat mannen aan een inhaalbeweging bezig zijn – ze gaan net iets vaker parttime werken en besteden meer uren aan zorg voor kinderen en huishouden dan enkele decennia geleden, maar het is nog steeds heel ongelijk verdeeld binnen relaties. Dat leidt tot grote ontevredenheid bij vrouwen.”

nota bene - Het magazine van Notaris.be

29


Maar het gaat de goede richting uit? “Absoluut, de mentaliteitswijziging is bezig bij mannen, maar het duurt wellicht enkele generaties tot de gelijkheid er effectief is. De overheid kan het proces faciliteren en versnellen. In Scandinavië is de taakverdeling tussen koppels gelijker en daar speelt wetgeving een belangrijke rol in. Mannen en vrouwen krijgen er evenveel ouderschapsverlof. Zo kunnen koppels zorgtaken beter verdelen en de negatieve consequenties van kinderen hebben op de carrièrekansen verkleinen.” “We zien ook dat er tegenwoordig meer kinderen geboren worden in gezinnen waar de taakverdeling beter is. Het is dan ook geen toeval dat in de Scandinavische landen de vruchtbaarheid een stuk hoger ligt dan in de Mediterrane landen, waar nog een machocultuur heerst. In Italië en Spanje blijven mannen thuis wonen tot ze trouwen en daarna verwachten ze dat hun vrouw de zorgtaken voortzet die hun moeder voordien uitvoerde. Een groot gezin is dan niet haalbaar, vrouwen worden er gewoon overbelast. Ze zijn op alle fronten actief: ze maken carrière, doen het huishouden, en houden er ook een sociaal leven op na. Dan kun je er niet ook nog drie kinderen bij opvoeden.” Je zegt dat de wetgeving een rol speelt in de dynamiek van gezinnen. Zijn daar nog voorbeelden van? “In Marokko zijn er minder scheidingen dan vroeger. Reden daarvoor is de wijziging van het familierecht in 2004 die aan vrouwen veel meer rechten gaf. Tot dan was het heel vaak zo dat een man rond zijn veertigste (en vaak nog eerder) zijn echtgenote inruilde voor een jongere vrouw. Dat had voor hem weinig consequenties, want hij behield alle bezittingen en de kinderen bleven bij hem. Nu zijn vrouwen juridisch meer beschermd bij een scheiding. Zij blijven in de echtelijke woning wonen, hebben recht op alimentatie en de kinderen worden aan haar toegewezen. Mannen denken nu wel twee keer na voor ze een scheiding aanvragen. Daar zien we dus dat de emancipatie van de vrouw net zorgt voor een daling van het aantal scheidingen. Vrouwen zijn er intussen ook actiever op de arbeidsmarkt en zijn vaak hoger opgeleid dan de mannen. Het heeft nog enkele generaties nodig, maar ook daar evolueert de samenleving in de richting van gelijkheid tussen man en vrouw.” Denk je dat er in de toekomst weer meer grote gezinnen zullen komen? “Het is een misvatting dat gezinnen vroeger altijd groot waren. Er is maar een korte periode geweest

30

nota bene - Het magazine van Notaris.be

waarin grote gezinnen van vier en meer kinderen niet ongewoon waren. Vóór de demografische transitie – dus voor het midden van de 19de eeuw - werden er veel kinderen geboren in een gezin, maar stierven er ook veel. Uiteindelijk was de gemiddelde gezinsgrootte dus niet veel groter dan vandaag. Dan komt er een korte periode waarin de levensstandaard stijgt. Er worden in die fase nog steeds veel kinderen geboren en de meesten overleven. Dan krijg je een korte periode met grote gezinnen, maar dat blijkt echter al snel niet economisch haalbaar te zijn en voor vrouwen was het ook een enorm zware belasting. Daarom gingen koppels bewust kiezen voor minder kinderen. Na de naoorlogse babyboom werd het gezin bestaande uit twee kinderen de norm; tegenwoordig zie je dat steeds meer koppels nog maar één kind willen. Die trend zal zich wellicht voortzetten in de volgende decennia.”

Het gezin wordt gezien als de hoeksteen van de maatschappij. Van waar komt dat idee? “Het kerngezin bestaat al heel lang en is sinds de middeleeuwen de dominante samenlevingsvorm in West-Europa. In de 19de eeuw won het kerngezin aan belang onder invloed van zowel de kerk als de staat. De staat had er belang bij dat het volk gezinnen vormde. Gezinnen werden gezien als de moleculen van de samenleving en konden weerstand bieden aan sociaal onwenselijk gedrag. Stabiele gezinnen leiden tot stabiele naties, was de achterliggende gedachte. In de tijd van de Sociale Kwestie – het arbeidersvraagstuk – werd vrouwen- en kinderarbeid ontmoedigd, omdat het tot sociale wantoestanden zou leiden. Daarnaast begon het nationalisme op te komen en had de staat steeds meer nood aan manschappen en belasting. Hoe meer gezinnen, hoe meer zonen. Hoe meer zonen, hoe meer soldaten en hoe meer belastingbetalers.”

Er zijn steeds meer singles, hoe gaat de maatschappij daarmee om? “Als je het in een breder historisch kader ziet, is dat eigenlijk niet zo. Er is maar een relatief korte periode, na de Tweede Wereldoorlog, waarin er veel getrouwd werd en er weinig singles waren. Europa werd lange tijd gekenmerkt door het West-Europese huwelijkspatroon. Mensen trouwden relatief laat en weinig. Een aanzienlijk deel van de bevolking bleef levenslang single. Voor hen waren er dan religieuze instanties die uitkomsten boden, zoals kloosters of begijnhoven. Er wordt soms gezegd dat alleenstaanden in die tijd aan de rand van de maatschappij leefden, maar ook dat was doorgaans niet het geval. Vrouwen die in een begijnhof leefden, genoten bijvoorbeeld een behoorlijke status en ook paters en nonnen werden alom gerespecteerd. Soms bleven mensen single omdat er geen geschikte partner was, soms was het een financiële kwestie, maar vaak was het een bewuste keuze. Wat wel anders is vandaag is dat we nu vaker maar een bepaalde fase van ons leven single zijn.”

Dat is een wel erg cynische redenering. “Klopt. En ook de kerk had bedenkelijke redenen om het kerngezin te stimuleren. De christelijke partijen begonnen op te komen. Hoe meer kinderen, hoe meer toekomstige kiezers voor hun gedachtegoed, oordeelden zij.”

En wat met nieuw samengestelde gezinnen? “Ook dat is feitelijk geen nieuw gegeven. Vóór de 20ste eeuw waren er misschien bijna geen echtscheidingen, maar de sterfte lag wel hoog. Veel huwelijken eindigden door de dood. Jonge weduwes en weduwnaars vormden dan ook nieuw samengestelde gezinnen. Het verschil is dat we er nu bewust voor kiezen terwijl vroeger het lot besliste.”

Onze levensstandaard is intussen hoog. Onze basisbehoeften zijn ingevuld, dus komt er ruimte vrij voor persoonlijke ontwikkeling. In welke mate heeft dat een invloed op gezinnen? “Onze verwachtingen van het leven liggen hoog. Tweemaal per jaar op vakantie gaan met het gezin, dat is normaal tegenwoordig. Dat maakt dat de druk op gezinnen ook groter wordt, want je moet met z’n tweeën hard werken om te voldoen aan alle verwachtingen vanuit de maatschappij. Die druk wordt nog versterkt doordat we voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog aanvoelen dat we de levensstandaard van de vorige generatie misschien niet meer zullen halen. Er is onzekerheid op de arbeidsmarkt, de verzorgingsstaat komt onder druk, en we maken ons zorgen om ons pensioen.” “Anderzijds zorgt die hogere levensstandaard er ook wel voor dat we vervelende taakjes zoals poetsen of strijken kunnen outsourcen zodat we meer quality time hebben met het gezin. Dat is iets wat we trouwens ook al zagen bij de adel in de 18de eeuw. Zodra mensen een zekere levensstandaard hadden, gingen ze zich meer focussen op het mentaal welzijn van de kinderen. Dat blijkt uit briefwisselingen uit die tijd. Boeren, ambachts-

lieden en arbeiders waren nog lange tijd te druk bezig met zorgen dat er eten op tafel kwam; voor hen waren dat soort zorgen nog niet aan de orde.” Hoe zie je de dynamiek in gezinnen verder evolueren? “Ik zie niet meteen een drastische ommekeer. Het kerngezin zal voor velen een nastrevenswaardig ideaal blijven, maar de zorgtaken die hiermee gepaard gaan, zullen gelijker tussen mannen en vrouwen verdeeld worden. Mannen zullen een groter deel van de zorg voor het huishouden en de kinderen op zich nemen, al was het maar omdat dat in toenemende vanuit de maatschappij van hen verwacht wordt en omdat vrouwen dat ook steeds meer kunnen afdwingen. Dat zal de druk voor vrouwen in de privésfeer verlichten en hun carrièrekansen verder vergroten. Die trend kan op de duur voor meer rust op het thuisfront zorgen, waardoor relaties weer aan stabiliteit kunnen winnen. Of daarmee echter ook een einde komt aan het hoge aantal relatiebreuken is nog maar de vraag, want als de carrièrekansen van vrouwen stijgen, zullen ook hun opportuniteitskosten voor het aangaan van een echtscheiding of het beëindigen van een samenlevingscontract dalen. Zeker is wel dat genderongelijke relaties in Europa weinig toekomst hebben, omdat vrouwen die simpelweg niet meer zullen pikken.” nota bene - Het magazine van Notaris.be

31


tekst Bo Bogaert

ERVEN / SCHENKEN

“We moeten aanvaarden dat Marie is wie ze is”

Meer zorgen, evenveel liefde Blijdschap, vreugde en allesoverweldigend geluk. Alleen maar positiefs om de geboorte van je eerste kind te beschrijven, toch? Maar wat als je kersverse baby meer zorg nodig heeft dan verwacht? Volgens Kobe (p. 35) is zijn rolstoel geen beperking, want ook op vier wielen reist hij Europa rond. De ouders van Marie (foto) zijn blij dat hun dochter zich helemaal thuis voelt in het woon- en zorgcentrum waar ze bijna fulltime verblijft. Maar allebei staan ze soms eens stil bij ‘later’. Want over de toekomst van je zorgenkind denk je het best vandaag al na (p. 37).

32

foto Thomas De Boever

nota bene - Het magazine van Notaris.be

Pal in het bruisende centrum van Antwerpen wonen Ingeborg en Willem met hun twee dochters. Marie (25) is niet thuis op het ogenblik van het interview. Tijdens de week woont ze in een dag- en wooncentrum voor volwassenen met een verstandelijke beperking. Anna (14) is boven op haar kamer. Ze kan even niet komen. Ze heeft online een set besteld om haar wimpers permanent te krullen en is volop bezig. Ingeborg begint alvast het verhaal van het gezin.

Het is ‘oké’ “Marie is geboren op 7 maanden. Later bleek dat een listeria-infectie de oorzaak was van de vroeggeboorte en dat die bacterie haar centrale zenuwstelsel had aangetast. Maar dat was in het begin totaal niet duidelijk. We kregen heel weinig informatie. Er werd een hersenscan gemaakt en de dokters zeiden dat het ‘oké’ was. Ze zou wat trager ontwikkelen, maar dat was normaal voor prematuurtjes. We dachten dat het wel goed zou komen.” Pas in de kleuterklas werd duidelijk dat er meer aan de hand was. Toen viel er voor de eerste keer een diagnose: hypotone cerebral parese. Dat is een verzamelterm voor bewegingsstoornissen veroorzaakt door hersenbeschadiging. Marie kampt met verlaagde spierspanning waardoor ze bijvoorbeeld niet ver kan wandelen. Ook de fijne motoriek is niet goed ontwikkeld bij Marie,

vooral links, waardoor ze heel lang alleen maar dingen deed met haar rechterhand. Bijzonder onderwijs Na de kleuterklas maakte Marie de overstap naar het bijzonder onderwijs type 1. “Dat is bedoeld voor kinderen die met enige begeleiding kunnen doorstromen naar het gewone onderwijs. Maar eigenlijk was dat veel te zwaar voor Marie. Dat was een beetje onze fout”, zegt Ingeborg. “Wij wilden dat niet inzien. Het is alsof wij die stap nog nodig hadden om te beseffen hoe beperkt Marie eigenlijk was.” “Dat is niet zo gek”, antwoordt Willem. We hebben lange tijd in onzekerheid geleefd. De dokters deden geen uitspraken over Maries toestand. Voor hetzelfde geld was er met Marie helemaal niets aan de hand geweest.” Na een jaar schakelde Marie over naar het buitengewoon onderwijs type 2, voor kinderen met een verstandelijke beperking. Daar liep ze school tot haar 23ste. Vandaag is duidelijk dat Marie de verstandelijke capaciteiten heeft van een zesjarige en niet veel meer zal evolueren. Bijzonder leergierig “Maar Marie is eigenlijk een atypisch geval”, zegt Ingeborg. “Dat komt omdat er maar bepaalde delen van haar hersenen beschadigd zijn. Mentaal heeft ze het niveau van een zesjarige maar ze kan wel vlot lezen en eenvoudige berichten schrijven. Ook verbaal is ze heel erg sterk en ze heeft zichzelf Engels geleerd enkel en alleen door naar televisie te kijken!” Willem: “Ja, Marie is heel erg weet- en leergierig. Ze is bijvoorbeeld erg met haar gezondheid bezig. Ze weet alles, nota bene - Het magazine van Notaris.be

33


maar dan ook echt álles over lichaams-, tand- en haarverzorging. Dat zoekt ze allemaal op het internet op.” “Ja, daar is ze echt door geobsedeerd. Zodra ze aan de ontbijttafel komt, begint ze te debiteren over shampoo, conditioner, haarlotion, stylingproducten, enzovoort. Alles wat ze daarover gehoord en gelezen heeft, moet ze kwijt. En dat doet ze in een tempo dat wij niet kunnen volgen (lacht). Volgens mij doet ze dat omdat het iets is wat ze zelf onder controle heeft. Dat is iets wat ze volledig zelf kan doen op haar kamer, iets waar ze goed in is. Dat geeft haar houvast en zelfvertrouwen en zo neemt ze haar plaats in in ons gezin.” Dag- en wooncentrum De Stappe Sinds twee jaar woont Marie in De Stappe in Mortsel, dat is een dag- en wooncentrum voor volwassenen met een verstandelijke beperking. “Samen met zes anderen en een aantal begeleiders deelt ze een huis. Ze doen samen boodschappen, maken eten klaar, werken in de tuin, kijken televisie... net zoals in elk huishouden. Overdag zijn er allerlei activiteiten zoals in de moestuin werken, de dieren verzorgen, kleien... die zaken noemt zij ‘haar werk’. Dan zegt ze: ‘Ik ga naar mijn werk.’” In het begin kwam Marie elk weekend naar huis, maar tegenwoordig is dat maar om de twee weken. “Zo graag is ze daar”, zegt Willem. “Ze voelt zich daar echt thuis. Ze wordt er serieus genomen, is de hele dag bezig, alles is op haar maat en ze woont er tussen gelijkgestemden. Elke ochtend belt ze ons wel even op. Dat is onze routine.” Persoonsvolgend budget Voor Willem en Ingeborg voelt het aan alsof vandaag de moeilijkste periode voorbij is. Zeker nu Marie van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) een persoonsvolgend budget (PVB) heeft gekregen. Met dat budget kunnen meerderjarigen zelf beslissen waar zij zorg en ondersteuning kopen: bij vrijwilligers, individuele begeleiders, professionele zorgverleners... “Het verkrijgen van dat persoonsvolgend budget was een ware nachtmerrie”, zucht Willem. “Drie jaar zijn we daarmee bezig geweest! Het systeem is zo ingewikkeld dat zelfs de mensen bij het VAPH er moeite mee hadden. Constant kregen we tegenstrijdige informatie. Mensen die extra uitleg willen, kunnen daarvoor een beroep doen op bepaalde instanties maar moeten daarvoor wel betalen! Maar geen nood, dat kan van het geld dat je kind krijgt (ironisch).” Dat Marie nu een PVB heeft, is voor Willem en Ingeborg een grote geruststelling. “Zelfs als wij er niet meer zijn, heeft Marie voor altijd een plaats in De Stappe én het

34

nota bene - Het magazine van Notaris.be

budget ervoor. Op dat vlak zijn we ongelooflijke gelukzakken! Een plaats in het wooncentrum én een PVB. Die zekerheid is een pak van ons hart.’” Kleine grote zus “Het is vooral Anna die het vandaag moeilijk heeft met de situatie”, vertelt Willem. “Er was een tijd dat beide meisjes mentaal even oud waren, maar Anna evolueerde terwijl Marie even oud bleef. Eigenlijk is Anna de kleine zus, maar ze voelt zich de grote zus van iemand die veel ouder is. Dat wringt bij Anna. Ze is triest dat haar zus niet dezelfde kansen heeft als zij. Ze heeft het gevoel van: waarom ik wel en zij niet?” Alsof Anna voelt dat we het over haar hebben, komt ze naar beneden en zet zich erbij. Blauwe haren, perfect gekrulde wimpers, leuke kleren. Fotografe in opleiding, de beste van haar klas. Ze praat rustig en formuleert zorgvuldig. “Vroeger, toen onze leeftijden overeenkwamen, pasten we bij elkaar”, zegt ze. “Maar vandaag hebben we totaal andere interesses. Ik ga vooruit, terwijl Marie blijft stilstaan en dat botst wel. Ik kan met Marie geen echt gesprek voeren. Ze vraagt bijvoorbeeld ook nooit waar ik mee bezig ben en als ik dan iets vertel, dan weet ze vaak niet waarover ik het heb.” “Marie komt heel graag naar huis, maar als ze dan thuis is, dan is het moeilijk om het leuk te maken voor haar”, zegt Ingeborg. “Behalve familie bezoeken en op restaurant gaan, wil ze niet veel dingen doen. Vroeger keken we op vrijdagavond wel eens met z’n allen naar een familiefilm, maar tegenwoordig wil Marie dat ook niet meer. Ofwel kijkt ze alleen tv ofwel gaat ze op haar kamer zitten met haar smartphone. Ik vind het vooral erg voor Anna. Zij stelt allerlei leuke dingen voor, maar Marie gaat er niet op in.” Anna: “Ik doe mijn best om veel te doen met haar, maar Marie heeft meestal geen zin. Dat is soms gewoon irritant, want dan verveel ik mij. Als ik kijk naar mijn vriendinnen en ik zie hoe goed zij zich amuseren met hun zus, dan vind ik dat jammer dat dat bij ons niet zo is. Ik heb wel een zus, maar zo voelt het niet aan.” Aanvaarden “We moeten aanvaarden dat Marie is wie ze is. We doen alles wat we kunnen en Marie is gelukkig. Willem en ik staan al verder in dat aanvaardingsproces dan Anna. Dat is normaal. Anna is nog maar 14 en is iemand met een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Ze is heel zorgend, pienter ook, zij doorziet het hele plaatje. Maar ik ben er zeker van dat met de tijd alles goed komt”, glimlacht Ingeborg.

Barcelona, Londen, Amsterdam en Berlijn. En dat is slechts een greep uit het lijstje, want als het om hoofdsteden gaat, heeft Kobe Tyberghien op zijn veertiende al meer gezien dan zijn moeder en vader samen op die leeftijd. Zijn beperking houdt hem en zijn ouders Wim en Els (allebei 45) niet tegen om Europa rond te reizen. Kobe: “Het kost me misschien meer moeite, maar ik kan evenveel als iemand zonder beperking.”

KOBE ZIT SINDS ZIJN GEBOORTE IN EEN ROLSTOEL

“Eigenlijk heb ik een heel normaal leven” tekst Maud Vanmeerhaeghe foto Thomas De Boever

Ten huize Tyberghien-Feys is Kobes beperking – “of handicap, kies maar”, aldus Kobe – geen taboe. Terwijl papa Wim vertelt over Kobes eerste maanden – “veel te vroeg geboren, hij had toen al geen geduld” – komt Kobe aangesneld in zijn elektrische rolstoel. “Rijd niemand omver hé”, lacht Wim. “Misschien wordt het toch tijd om een snelheidsbeperking op die rolstoel te zetten.” “Ik dacht het niet,” antwoordt Kobe, “of ik mag de wedstrijdjes op mijn buik schrijven!” De toon is gezet. Zorgeloos zwanger Veertien jaar geleden had Els een zorgeloze zwangerschap, die ze samen met haar beste vriendin beleefde. “Haar zoon Noa moest in principe eerst geboren worden, maar onze Kobe besliste er anders over”, vertelt Els. Twaalf weken te vroeg kwam Kobe op de wereld. Tijdens de maanden die volgden, verbleef hij in de couveuse. “Twee maanden in Brugge, daarna nog een tijdje in Kortrijk”, zegt Wim. “Op dag twee wisten we al dat Kobes hersenverlamming invloed zou hebben op motorisch nota bene - Het magazine van Notaris.be

35


vlak, maar wat precies was lange tijd onduidelijk. We waren bang dat Kobe nooit met ons zou kunnen communiceren.” “Ondertussen is gebleken dat communicatie geen probleem is”, vult Kobe aan. Zijn vader knikt: “Wees maar zeker. Kobe is heel open en sociaal. Daarom is hij door iedereen graag gezien.” Vrijheid op wieltjes “Toen Kobe kleiner was, zette hij wel wat stapjes. Die stapreflex bij een peuter is blijkbaar logisch maar zou niet blijven, zei de dokter ons. Toch koester je ergens die hoop”, vertelt Els. Kobe is niet verlamd aan zijn benen, maar zelfstandig rechtstaan is moeilijk. Als kleuter zat hij in een buggy, tot groot jolijt van de andere kinderen. Wim: “De meisjes reden met Kobe rond – ze beschouwden hem als hun popje. Voor Kobe was dat fijn, omdat hij er zo echt bijhoorde.” Op zijn zesde kreeg Kobe zijn eerste rolstoel. Tegenwoordig is die vervangen door een elektrisch exemplaar. Kobe: “Dolblij ben ik met mijn elektrische rolstoel. Ik kan mijn linkerarm niet goed gebruiken, dus was ik in een gewone rolstoel altijd aangewezen op iemand anders om mij voort te duwen. Nu ik mijn rolstoel zelf kan besturen, word ik niet meer gewoon ergens ‘gezet’ en kan ik me zelfstandig verplaatsen. Die rolstoel is mijn vrijheid.” Normaal leven “Eigenlijk heb ik een heel normaal leven”, gaat Kobe verder. “We gaan ook gewoon op reis met het vliegtuig. Ik speel hockey, verzamel alles over de Tweede Wereldoorlog, speel graag op de Playstation... En heb al heel wat mogen doen waarvan leeftijdsgenoten enkel kunnen dromen. Ik ging twee keer mee met de paracommando’s, heb al in een C-130 (een militair transportvliegtuig, red.) gevlogen en ging onlangs indoor skydiven.” “Toch kan ik mijn rolstoel serieus vervloeken. Als ik weer ergens niet bij kan, bijvoorbeeld. Maar ik ben vindingrijk: uiteindelijk lukt het me meestal toch. Ik kan evenveel als iemand zonder beperking, al zal het me misschien iets meer moeite kosten.” Els: “Het siert Kobe dat hij zo veel zelf wil doen. Hij wast zichzelf, poetst zijn tanden als ik zijn tandenborstel aangeef, eet zelf als we zijn vlees voorsnijden... Maar we moeten wel in de buurt zijn. Gelukkig krijgt hij binnenkort hulp van een hulphond. Onze aanvraag bij Hachiko is goedgekeurd, dus nu is het wachten tot er een hond beschikbaar is.” Groot vraagteken Tot zijn 21ste kan Kobe opgevangen worden op school. Hij komt elke dag naar huis, maar als het nodig is, is er

36

nota bene - Het magazine van Notaris.be

de naschoolse opvang. Wat na zijn 21ste gebeurt, is voorlopig een groot vraagteken. “We zijn van het principe: problemen oplossen als ze zich voordoen”, zegt Wim. “We kijken niet ver in de toekomst. We kunnen allerlei scenario’s bedenken, maar wie zegt dat alles zal uitdraaien zoals je verwacht? Voorlopig kunnen we alles nog perfect zelf doen.” Toch gaan Kobe en zijn ouders moeilijke thema’s niet uit de weg. Kobe: “We praten daar af en toe wel over. ‘Wat als ik plots alleen zou overblijven?’ Misschien ben ik daar wel meer mee bezig dan mijn ouders. Als ze ’s avonds weggaan om met vrienden af te spreken, heb ik soms schrik dat ze niet meer zullen thuiskomen.” “Een broer of zus zou het in dat opzicht makkelijker maken voor Kobe”, zegt Els. “Dan was het duidelijk dat er altijd iemand is om voor hem te zorgen. Maar zelfs met een bloedband ben je dat eigenlijk niet zeker.” Kobe zelf vindt het jammer dat hij geen broer of zus heeft, maar begrijpt de keuze van zijn ouders. Wim: “In het begin wilden we vooral zien hoe Kobe zou evolueren. Daarna zat de schrik erin: wat als het ons weer overkomt? Els en ik waren om de beurt klaar voor een tweede kindje, waardoor het er eigenlijk niet meer van gekomen is. Of we daar spijt van hebben? Goh. We hebben misschien maar één kind, maar hij telt wel voor drie.” Wim geeft Kobe lachend een por. Uitspraken als deze ontmijnen in het gezin de zwaarte van het onderwerp. Geen glazen bol “Door Kobe hebben we geleerd om niet te ver vooruit te kijken. We hebben nooit problemen gemaakt van zijn beperking, dat heeft toch geen zin”, zegt Wim. Kobe zelf kreeg die nuchterheid van thuis mee: “Ik ben wie ik ben en ben zo geboren. Het zou erger zijn mocht ik mijn beperking te danken hebben aan een ongeval.” Mama Els knikt: “Met je hoofd te laten hangen maak je het jezelf alleen maar moeilijker, én je verandert er je situatie niet mee. Wat hebben we eraan als we thuis in onze zetel zitten klagen? Dan pakken we liever onze koffers en trekken we erop uit met z’n drie.” Als er dus iets op de planning staat, dan is het nog meer reizen dan het gezin nu al doet. Al heeft Kobe zelf ook dromen. “Zoals elke veertienjarige, zeker? Ik zou graag leren autorijden, naar New York gaan en een eigen huis bouwen. Of een sportrolwagen kopen: een serieuze investering, maar voor mijn hockey zou dat ideaal zijn. Maar laat mij eerst nog maar wat dromen. En uit een vliegtuig springen!”

Drie vragen (en antwoorden) over de toekomst van je zorgenkind

Ofwel met een globale erfovereenkomst (familiepact) waarbij je als ouder de voordelen of de inspanningen die je aan je zorgenkind al hebt toegekend, bekijkt in het licht van bepaalde (toekomstige) schenkingen aan de ander kinderen.

1. Zal mijn kind later voldoende middelen hebben om in zijn levensonderhoud te voorzien? Antwoord: schenken of nalaten aan een derde, met een last. Als je vreest voor het levensonderhoud van je kind, kan je een testament opstellen of schenken in het voordeel van een derde. Daar koppel je vervolgens een ‘last’ aan. De last bestaat uit een periodieke uitkering, een lijfrente uit te keren aan je kind, een verplichting om je kind te onderhouden, te verzorgen, te huisvesten… Je kijkt als ouder het best ook naar de impact van zo’n schenking of legaat op de sociaalrechtelijke uitkeringen van je kind. Het zou kunnen dat de rente als een inkomst beschouwd wordt. In dat geval moet je een afweging maken… De derde kan ook een fonds of een stichting zijn. Ook hier is de boodschap: informeer je vooraf over hoe je het het beste aanpakt.

Kan de meerderjarige zijn eigen belangen niet behartigen? Dan kan werken met een bewindvoerder een oplossing zijn. De bewindvoerder kan in opdracht van de vrederechter de uitgaven van je kind regelen, inkomsten ontvangen, contracten afsluiten, een aangepast verblijf mee helpen zoeken...

Antwoord: laat meer na… Meer nalaten aan één kind, kan dat? Ja, zolang de kinderen hun ‘minimum’ erfdeel ontvangen (hun erfrechtelijke reserve). Is het minimumdeel van je kinderen aangetast, dan kan er discussie ontstaan. Benadeelde kinderen kunnen hun deel ‘opeisen’. Die onzekerheid kan voor jou als ouder een beperking zijn. Doe in dat geval zeker een beroep op een notaris. Antwoord: …en vermijd discussie met je andere kinderen. Denk na over een erfovereenkomst. Ofwel een punctuele erfovereenkomst waarbij de broers en zussen van je kwetsbaar meerderjarig kind formeel aanvaarden dat hun minimaal erfdeel wordt aangetast, ten voordele van hun broer of zus met een beperking

2. Wie zal er na ons overlijden zorgen voor ons zorgenkind? Antwoord: doe een beroep op een derde of zet een externe structuur op poten Is je zorgenkind geestelijk bekwaam, maar fysiek beperkt (waardoor het zich bijvoorbeeld moeilijk kan verplaatsen)? Dan kan een zorgvolmacht opstellen een oplossing bieden. Met zo’n notariële akte geeft de meerderjarige zelf via een lastgeving bepaalde richtlijnen over het beheer van zijn vermogen.

Heb je een omvangrijk vermogen? Dan kun je als ouder een maatschap oprichten. Zo zet je een deel van je vermogen in om te voorzien in de zorg voor hun kind. 3. Wat met het vermogen dat wij nalaten wanneer ons kind zelf sterft? Antwoord: tref zelf een regeling zodat je weet waar het vermogen zal terechtkomen Het kan zijn dat je zorgenkind nooit afstammelingen krijgt aan wie hij of zij iets kan nalaten. Het vermogen komt na overlijden van het zorgenkind dan misschien terecht bij verre familieleden. Het is lang niet zeker dat dat jouw wens is. In dat geval biedt een ‘restlegaat’ een oplossing. Hierbij beschik je als ouder tweemaal over je goederen: in eerste instantie komen de goederen toe aan je zorgenkind. Maar je duidt ook aan wie het overblijvende gedeelte van het legaat zal krijgen, wanneer je kind er niet meer is. De aangeduide ‘tweede’ begunstigde kan familielid zijn (een broer of zus, bijvoorbeeld) maar mag ook een instelling of organisatie zijn. Als de tweede begunstigde een broer of zus is, zal deze laatste trouwens niet belast worden tegen het tarief ‘broers zussen’ (25%/30%/55%) maar wél tegen het lager tarief ‘in rechte lijn’ (3%/9%/27%). Wil je liever schenken, dan kan dat met een ‘restschenking’. Bij een restschenking is er schenkbelasting verschuldigd, geen erfbelasting. tekst Dirk Remmerie

nota bene - Het magazine van Notaris.be

37


tekst Bo Bogaert

foto Thomas De Boever

ERVEN / SCHENKEN

Wat als er geen erfgenamen zijn en geen testament?

“Het is soms een zoektocht” Wie erft je vermogen als je geen naaste familie of partner meer hebt? Niet de leukste vraag om over na te denken, maar wel nodig om problemen achteraf te vermijden. Een paar keer per jaar krijgt notaris Maarten Duytschaever uit Gentbrugge te maken met een nalatenschap waar er geen dichte erfgenamen zijn, noch een testament. “Dat zijn complexe dossiers met vaak onverwachte problemen. Ze vragen veel tijd en het is moeilijk om mensen gelukkig te maken.”

Wie erft als je geen naaste familie hebt? Wie erft als je geen naaste familie hebt? Aangezien het vandaag niet mogelijk is om je hond of parkiet erfgenaam te maken, gaat je nalatenschap mogelijk automatisch naar verre neven of groottantes – iets wat sommigen liever niet zien gebeuren. Daarom is successieplanning volgens notaris Maarten Duytschaever (foto) beter geen ver-van-je-bedshow als het je aan naaste familieleden ontbreekt.

38

nota bene - Het magazine van Notaris.be

“I

n dossiers waar de overledene geen naaste familie meer heeft en geen testament heeft nagelaten, moeten we eerst zien te achterhalen wie de erfgenamen zijn. Krijgen we daarover geen informatie, dan zoeken we eerst in de registers van de burgerlijke stand. Als dat niets oplevert, dan moeten we een genealoog aanstellen die dieper in de stamboom van de overledene gaat graven. Dat neemt al snel enkele maanden in beslag. Daarbij komt dat je in Vlaanderen een nalatenschap binnen de vier maanden bij de fiscus moet aangeven. Wanneer de erfgenamen te weten komen dat ze erfgenaam zijn, is die termijn vaak al verstreken. Je kunt wel een verlenging van die termijn aanvragen, maar bon, dat is allemaal niet zo simpel.” “Momenteel heb ik een dossier lopen waarbij uit onze zoektocht blijkt dat er verschillende erfgenamen in het buitenland wonen. Tot in Canada toe. Al die mensen moeten we op de hoogte brengen en om medewerking vragen. Pas als iedereen een volmacht geeft, kunnen we verdergaan met het dossier: de gelden deblokkeren en de eigendommen verkopen. Daarvoor werk ik samen met buitenlandse collega’s. En hoewel dat tegenwoordig vlotter verloopt dan vroeger, neemt dat toch ook weer extra tijd in beslag.”

Nadat de notaris alle erfgenamen geïdentificeerd heeft, moet er nog uitgeklaard worden wát er allemaal te verdelen valt. “Ik had onlangs een cliënt die erfde van een verre neef maar geen idee had wat die man allemaal bezat. Hij wist wel dat zijn verre neef een huis had, maar voor de rest was het gissen. Hij moest dus het huis gaan uitkammen om te zien of er ergens rekeningafschriften lagen en zo. Via de diensten van Febelfin, de Belgische bankenfederatie, kunnen we die zaken ook opzoeken, maar helaas werkt dat niet altijd even snel en accuraat.” Aanvaarden of verwerpen Het is belangrijk om te weten wat er te erven valt want als erfgenaam kun je kiezen om de nalatenschap te aanvaarden of te verwerpen. Een derde optie is aanvaarden onder voorwaarde van boedelbeschrijving. Dan aanvaard je de erfenis pas nadat je zeker weet dat je niet meer schulden moet betalen dan wat er in de nalatenschap aanwezig is. “Mensen die erven van verre erfgenamen hebben meestal helemaal geen idee van het vermogen van de overledene, wat de beslissing extra moeilijk maakt. De verantwoordelijkheid van de notaris nota bene - Het magazine van Notaris.be

39


is ook groot, want die moet de erfgenamen zo correct mogelijk informeren op basis van de soms beperkte informatie die hij of zij bezit.” Mensen die erven van een ver familielid of van een ‘vreemde’ zoals een goede vriend of een buur, vallen in de hoogste schijf successierechten. Zij moeten soms tot meer dan 50 procent belastingen betalen op wat ze erven. “Ik heb geregeld verontwaardigde mensen aan de lijn. Ze zijn kwaad omdat ze zoveel moeten betalen op iets wat hen nagelaten wordt. Helaas kan ik daar niets aan veranderen, dat is de wet.”

De slimste manier om vastgoed te kopen.

“Wanneer er meerdere erfgenamen zijn, rijst de vraag: wie gaat die successierechten betalen? Betaalt iedereen zijn eigen deel? Of worden de successierechten betaald met het geld uit de nalatenschap? Dikwijls moet er eerst een eigendom verkocht worden om de successierechten te kunnen betalen. Daarvoor moeten alle erfgenamen hun volmacht geven. Als er dan iemand is die niet wil meewerken... Tja, dan loopt het dossier vast. De andere erfgenamen geraken dan gefrustreerd. ‘Alé, waarom moet dat nu allemaal zo lang duren’, hoor ik vaak. Maar ja, je kunt maar zo vlug vooruitgaan als de traagste hé.” Notaris Duytschaever raadt iedereen die geen naaste familie meer heeft aan een testament op te maken of op voorhand aan successieplanning te doen. “Een paar weken geleden ontmoette ik een cliënte en haar nichtje in het rusthuis waar de dame net haar intrek had genomen. Ik heb toen uitgelegd dat het nichtje veel belastingen zou moeten betalen na het overlijden van haar tante omdat ze geen naaste familie zijn. Het nichtje reageerde meteen dat ze niets van haar tante wil zolang deze nog leeft. Een reactie die ik vaak zie en zeker begrijp. Geld is nog steeds een delicaat onderwerp. Toch is schenken de beste oplossing om te voorkomen dat het nichtje hoge belastingen zal moeten betalen op het vermogen van haar tante.” Onduidelijk testament Notaris Duytschaever vestigt daarbij ook nog de aandacht op de fiscale regel die zegt dat alles wat binnen de drie jaar vóór het overlijden weggeschonken wordt, fiscaal meetelt in de nalatenschap. “Stel dat jij een kleine som erft van een verre nonkel. Je kent hem niet, maar besluit om de nalatenschap toch te aanvaarden. Uit het fiscaal onderzoek achteraf blijkt dat je nonkel tijdens zijn leven al veel geld weggeschonken had aan iemand anders de laatste drie jaar voor zijn overlijden. Wanneer de fiscus er niet in slaagt die begunstigde op te sporen, dan zal jij als erfgenaam ook

40

nota bene - Het magazine van Notaris.be

Resterende tijd

successierechten moeten betalen op die som. Gelukkig heb ik dat in mijn carrière nog nooit meegemaakt.” Wat de notaris wél al meemaakte, was een onduidelijk testament. “Jammer genoeg komt dit dikwijls voor. Ik had ooit een dossier waarin een man, zonder kinderen of naaste familie, een deel van zijn vermogen naliet aan zijn beste vriend. In zijn testament specifieerde hij wel niet wie al de rest kreeg. En ja, dan ben je weer vertrokken met je zoektocht naar alle verre neven en nichten. Het is dus belangrijk om in je testament je volledige vermogen te beschrijven of, doe je dit niet, minstens te beschrijven aan wie ‘al de rest van je vermogen’ toekomt. Anders krijgen de achtergeblevenen zonder twijfel problemen.” De boodschap van notaris Duytschaever is dus duidelijk: “Als je geen kinderen, noch broers en zussen of dichte neven en nichten hebt, maak dan een sluitend testament op. Anders is het achteraf gegarandeerd miserie, zowel voor de erfgenamen als voor de notaris.” (lacht)

01 : 58 : 54

Huidig bod

€ 416.000 Bieden

Het online platform om vastgoed te kopen en verkopen onder begeleiding van je notaris. Koop nu je vastgoed snel, transparant en in alle veiligheid.

Powered by nota bene - Het magazine van Notaris.be

41


Moet je elke erfenis zomaar aanvaarden?

3 opties voor je erfenis Een erfenis: sommigen zien ze liever gaan dan komen. Want soms hangt aan een erfenis meer dan ‘krijgen’ alleen en komt die met heel wat schulden. Gelukkig hoef je niet elke nalatenschap te aanvaarden zonder meer. Drie opties voor erfenissen op een rij: aanvaard jij die erfenis?

1. Zeker weten: zuivere aanvaarding Bij nalatenschappen zonder addertjes onder het gras is er in principe geen reden om een erfenis níet te aanvaarden. Houd er rekening mee dat je bij een zuivere aanvaarding alles aanvaardt, inclusief eventuele schulden. Zijn die schulden hoger dan de inkomsten van de erfenis, dan ben je ook voor de betaling daarvan verantwoordelijk als erfgenaam. Een nalatenschap aanvaarden kan expliciet of stilzwijgend gebeuren. Let wel op: net in dat stilzwijgen schuilt een risico. Haal je als erfgenaam het huis van de erflater leeg of neem je geld van zijn of haar rekening, dan kan dat geïnterpreteerd worden als de erfenis aanvaarden. Zélfs als er schulden zijn. 2. Ja, maar: aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving Niet elke erfenis bestaat enkel uit krijgen. Twijfel je of een nalatenschap gepaard gaat met schulden, laat een notaris dan een boedelbeschrijving opmaken. Die lijst de inkomsten en de schulden van de overledene op. Aanvaard je de erfenis, dan krijg je dus niet alleen de inkomsten, maar ook de schulden. Belangrijk om te weten: de schulden kunnen in dit geval nooit hoger zijn dan het bedrag dat je erft. In het slechtste geval eindig je dus met niets. Op het bedrag dat overblijft na de betaling van eventuele schulden betaal je als erfgenaam wel successierechten. 3. Nee, bedankt: verwerping Als je er 100% zeker van bent dat de schulden groter zijn dan de inkomsten, kies je er het best voor om een nalatenschap te verwerpen. Dan erf je niets en heb je geen successierechten te betalen, maar ben je ook niet verantwoordelijk voor de schulden. Net als de aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving gebeurt een nalatenschap verwerpen bij de notaris. Op de aanvaarding (al dan niet onder boedelbeschrijving) of verwerping van een nalatenschap kan je niet terugkomen. Zorg er dan ook voor dat je een bewuste en onderbouwde keuze maakt en laat je altijd bijstaan door een notaris. tekst Maud Vanmeerhaeghe

42

nota bene - Het magazine van Notaris.be

Schenken aan je kinderen: wat je moet weten Schenken is voordeliger dan erven – die boutade kent ondertussen iedereen. Of we even goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden wanneer je aan je kinderen schenkt, is maar de vraag. Kan je als ouder bijvoorbeeld zomaar uit je huis gezet worden? En wat als je dochter liever een Ferrari koopt met jouw geld? Vijf misverstanden over schenken aan je kinderen ontkracht. 1. Als ik binnen de drie jaar na mijn schenking sterf, moet mijn kind toch de erfbelasting betalen. Dat hangt ervan af. Bij een schenking van roerende goederen volstaat een schenkbelasting betalen. Die tarieven zijn altijd vlak (3% en 7%). De successierechten die normaal gezien volgen als je binnen de drie jaar overlijdt, vallen dan weg. Betaal je geen schenkbelasting, dan betalen je kinderen wel successierechten als je vroegtijdig sterft. Hetzelfde geldt voor onroerende goederen, maar er is een ‘maar’. Overlijd je binnen de drie jaar na je schenking, dan wordt de waarde van je onroerende schenking wel mee opgenomen in de berekening van de erfbelasting indien er in je vermogen nog een onroerend goed aanwezig is. Daardoor verhoogt de belastbare grondslag. Kom je dan in een hogere belastingschijf terecht, dan stijgt de verschuldigde erfbelasting ook. Voor roerende goederen, familiale bedrijven en geschonken bouwgronden geldt die regel niet. 2. Ik kan mijn vermogen onbeperkt aan mijn kinderen schenken. Iedereen mag tijdens zijn leven schenken, maar dat kan niet onbeperkt. Je kinderen hebben altijd recht op een minimum erfdeel, het ‘reserve’ genoemd. Ongeacht het aantal kinderen bedraagt dat steeds de helft van je ver-

mogen. De rest van je vermogen is het ‘beschikbaar deel’. Zoals de naam al doet vermoeden is dat het deel waarover je vrij beschikt en dat je mag schenken. Een stuk van je vermogen aan de een of de andere schenken kan dus, zo lang je het reserve van je kinderen respecteert. 3. Als ik schenk aan mijn kinderen, loop ik het risico dat ze mijn geld verspillen. Een van de hoofdredenen om niet te schenken is de vrees dat je kinderen je geld door ramen en deuren zullen gooien. Door voorwaarden aan je schenking te koppelen, speel je daarop in. Schenk bijvoorbeeld je huis met een vervreemdingsverbod of koppel aan je vermogen de voorwaarde om er enkel vastgoed mee te kopen. Let wel op: als je schenkt met een vervreemdingsverbod beperk je het vrij handelsverkeer. Daarom moet zo’n verbod altijd beperkt zijn in tijd én moet het een rechtmatig belang dienen. 4. Een schenking aan mijn getrouwde dochter is ook een schenking aan haar schoonfamilie. Ook om ervoor te zorgen dat jouw geld niet in de handen van de schoonfamilie valt, gebruik je voorwaarden. Schenkingen vallen in principe altijd onder het eigen vermogen van je kind (tenzij het koppel trouwt met het stelsel van de algehele gemeenschap, maar dat is heel uitzonderlijk). Je dochter kan er echter voor kiezen om dat eigen goed ‘gemeenschappelijk’ te maken, omdat ze bijvoorbeeld met haar partner in je geschonken huis wil wonen. Bij een echtscheiding kan dat voor praktische problemen zorgen. Daarom kan je als schenker bepalen dat je dochter de schenking krijgt, maar met de verplichting om het goed ‘eigen’ te houden. Je kind kan niets aan die voorwaarde veranderen. 5. Als ik één van mijn kinderen iets schenk, wordt het andere kind benadeeld. Gelukkig is dat niet helemaal juist. Je hebt als schenker namelijk de keuze om de schenking “als een voorschot op erfenis” te doen. Je kind krijgt dan bij leven een schenking, maar die wordt later afgetrokken van zijn of haar erfenis. Wil je je zoon of dochter toch bevoordelen tegenover een ander kind, dan is een schenking ‘buiten erfdeel’ de oplossing. In dat geval wordt de schenking niet verrekend om de gelijkheid te herstellen. Let wel op, want van schenkingen met voorbehoud van vruchtgebruik of rentelast wordt vermoed dat ze ‘buiten erfdeel’ gebeuren. Je notaris moet met andere woorden uitdrukkelijk vermelden dat je schenking als voorschot op de erfenis is gebeurd. tekst Maud Vanmeerhaeghe

nota bene - Het magazine van Notaris.be

43


Wat wil je doorgeven aan wie na je komt? Welke objecten zijn van onschatbare betekenis of waarde en zou je willen vrijwaren van de vergetelheid? Welke voorwerpen definiëren wie je bent? Nota Bene vroeg Ish Ait Hamou welke objecten hij in een tijdcapsule zou stoppen voor de volgende generatie.

IDENTIKIT

“Mijn leven is geen soloproject. Ik heb niets in mijn eentje gedaan”

Hij had kunnen zeggen: danser. Dat zou zinnig zijn, want leerde televisiekijkend Vlaanderen hem niet kennen als jurylid in So You Think You Can Dance, choreograaf in Dansdate en mental coach in Alors on danse? Hij had kunnen zeggen: auteur. Dat zou ook zinnig zijn, want , want recent verscheen zijn vierde boek. (Na zijn debuut Hard Hart in 2014, Cécile en Als je iemand verliest die niet kan verliezen, is er nu Het moois dat we delen.) Hij had kunnen zeggen: regisseur. Ook dat zou zinnig zijn, want zijn eersteling Klem werd op applaus onthaald op het Kortfilmfestival van Leuven. En momenteel is hij met zijn broer Monir volop bezig met een nieuw filmscenario. En ook theatermaker zouden we goed rekenen als antwoord, want stond hij niet op de planken met Aangenaam, ik ben Ish?

“De meest succesvolle mens is wellicht degene die op zijn tachtigste verjaardag terugblikt en denkt: ik zou weinig veranderen. Die gezegende leeftijd heb ik nog lang niet, maar tot nu toe heb ik weinig spijt. Niet dat ik altijd de juiste keuzes maak, maar ik probeer er wel altijd het maximum uit te halen”, mijmert Ish Ait Hamou.

tekst Dirk Remmerie

44

nota bene - Het magazine van Notaris.be

foto Marco Mertens

Maar op de vraag hoe hij zichzelf zou voorstellen, antwoordt Ish Ait Hamou: “Ik pitch mezelf niet meer. Maar als je me ertoe zou dwingen, zou ik zeggen: een doorsnee dude van 32 uit Vilvoorde. Kijk naar wat ik doe en je ziet een stukje van wie ik ben. Ik doorbreek graag het hokjesdenken, want veelal denken mensen dat je maar in één ding echt goed kunt zijn. Hoe zou Vlaanderen reageren mocht een topsporter als Imke Courtois een toproman zou schrijven? Zou ze serieus genomen worden? Ik zie liever meer dan één dimensie.”

nota bene - Het magazine van Notaris.be

45


“G

oh, toen je mij vroeg om na te denken over wat ik in mijn tijdscapsule zou steken en welke sporen ik zou willen achterlaten, maakte mij dat een beetje bang. Bang dat het pretentieus is om iets achter te willen laten”, steekt Ish Ait Hamou van wal. “Uiteraard zou ik graag goede kinderen achterlaten (negen dagen voor dit gesprek is Ish voor de tweede maal vader geworden van een zoon, red). Er zullen ongetwijfeld veel mensen invloed hebben op mijn kinderen en hoe zij zich ontwikkelen en in het leven zullen staan, maar dat maakt mijn rol als vader niet minder belangrijk. Het moois dat we delen, mijn pas verschenen vierde boek, is het eerste dat ik geschreven heb met de bedoeling om iets achter te laten. Noem het gerust een screenshot van het Vlaanderen van vandaag.”

IN DE TIJDSCAPSULE

“Ik heb het gevoel dat ik nu op mijn hoogtepunt ben van mijn creativiteit”

Welk spoor wil je met dat boek precies trekken? “Ik leg het je meteen uit, want wellicht klinkt het vreemd, maar ik wil het gevoel van angst claimen. Misschien is angst nog meer dan liefde wat een mens tot een mens maakt. Liefde kan verbinden, maar ook verdelen. Liefde voor een natie, een religie… kan zorgen voor een kloof. Want de liefde van de ander gaat misschien uit naar een andere natie, een ander geloof, een andere taal. Terwijl, angst in de vorm van soms kleine kwetsbaarheid, daar herkent iedereen zich wel in. Ben je bang voor spinnen? Daar kan ik mij iets bij voorstellen, want zelf ben ik niet gek op muizen. Het is een pietluttig voorbeeld, maar ben ik ook au fond echt bang. Zowel voor extreemrechtse terreur als voor moslimterrorisme.” Welke personen hebben een onmiskenbare invloed gehad op jou? “Er zijn er eerlijk gezegd heel wat geweest – ik ben veel mensen dankbaar. Toen ik op jonge leeftijd ben beginnen te dansen, volgde ik Fouad Hajji (die nu in de VS woont en meespeelt in verschillende tv-series en films, red) als was ik zijn schaduw. Fouad was veruit de beste danser en ik keek erg naar hem op als lesgever. Van hem leerde ik hoe belangrijk het is goede afspraken te maken en na te leven, hoe je moet communiceren. In termen van professionaliseren, is hij mijn universiteit geweest. Maar ook ouders, broers, zus, leerkrachten die mij hebben aangemoedigd spelen een gigantische rol. Mijn leven is geen soloproject, ik heb niets in mijn eentje gedaan.”

46

nota bene - Het magazine van Notaris.be

Wie of wat is jouw grootste inspiratiebron? “Ik heb het gevoel dat ik nu op mijn hoogtepunt ben van mijn creativiteit. Het zal ik het zeggen? Het is net alsof ik hoogsensitief ben. Alles inspireert me. Creativiteit betekent vooral je laten voeden door je omgeving, want zelf vind je niets uit. En uit die omgeving haal ik meer dan ooit: wat ik hoor, zie of lees resoneert anders in mijn hoofd. Het helpt natuurlijk dat ik mensen in het algemeen een vreemd fenomeen vind. Ik denk dat ik mensen ooit zal doorgronden. Voortdurend vraag ik mij af: waarom denkt iemand zus of zo? Die zoektocht naar het waarom is fascinerend.” Stel je jezelf die vraag ook: waarom denk ik zoals ik denk? Weet je wie je bent? “Steeds beter, want ik onderwerp mezelf ook aan dezelfde vragen: waarom denk of doe ik dat? Niet zozeer

eerste boek Hard hart wil ik in de tijdscapsule, niet omdat het mijn eerste boek is, wel omdat het een interessante discussie opent over taal. Wanneer is taal een kracht en wanneer een belemmering? Mocht ik niet besloten hebben dat wát ik wou vertellen belangrijker was dan correcte taal, dan was ik nooit een auteur geweest. Dan was ik nooit geraakt dan waar ik nu ben. Er heerst een grote shame it-cultuur rond taal. Een dt-fout of een verkeerd lidwoord: hoe durf je? Die druk is soms zo hoog dat het heel wat mensen belemmert om hun verhaal te vertellen. Ik heb mij 23 jaar slecht gevoeld telkens als ik iets zei of schreef in het Nederlands. Sinds dit boek is dat voorbij. Lange tijd heb ik gedacht dat Nederlands niet mijn taal was, omdat ik er fouten tegen maakte. Nu zie ik het niet meer als mijn tweede of derde taal – net zoals ik geen eerste of tweede zoon heb. Het Nederlands is mijn taal en ik gebruik het zoals ik wil. Taal is mijn recht – het werd mij bij mijn geboorte meegegeven. Volgens mij is taal uitgevonden om met elkaar te communiceren, niet om er perfect in te zijn. Moet je wachten met je verhaal te vertellen tot je de taal perfect beheerst? Het zou nogal stil zijn. Dat betekent niet dat je niet de aspiratie moet hebben om goed te zijn in een taal de schoonheid ervan te koesteren.

om te weten te komen of ik ‘goed bezig’ ben, maar wel om te gaan naar de kern van de zaak: ‘Ish, wat denk je nu echt?’ Ik stel vast dat veel van wat we doen of denken gebeurt omdat het nu eenmaal zo hoort. Veel aandacht besteden we daar doorgaans ook niet aan. Nu, ik besef wel dat ik de luxe, de tijd en de ruimte heb om daarover na te denken. Dat kan niet iedereen zeggen, helaas.” Heb jij dat altijd kunnen zeggen? “Ik weet niet wat Kerstmis betekent in de traditionele zin, maar als ik de films mag geloven was het elke dag Kerstmis. Ik was thuis de jongste van vier kinderen, met alle leuke voordelen die aan die rodelantaarnpositie vasthangen: iedereen zorgde goed voor mij én ik had veel vrijheid. Nee, ik heb nooit iets tekortgekomen.”

nota bene - Het magazine van Notaris.be

47


balpen We leven in tijden waarin we collectief zouden moeten neerpennen wat ons dag in dag uit bezighoudt. Echte verhalen die ons een beter beeld geven over wat er onder ons leeft. In geschiedenisboeken staan altijd de grote verhalen, maar de kleine histories ontbreken. We moeten documenteren wat we meemaken, wat we zien. Gedachten en observaties toevertrouwen aan papier is een heel krachtig instrument, dat niet exclusief is voorbehouden aan auteurs. Waarom een bic? Ik noem het een no-excuse. Een pen kost nog geen euro, dus er is geen drempel om het niet te doen. De balpen moet in mijn tijdscapsule met de boodschap: ‘Gebruik het!’ De toekomst heeft onze verhalen nodig.

paspoort Mijn paspoort is flink met stempels getatoeëerd: Turkije, Griekenland, Kenia, de VS, Dubai, Azerbeidzjan… Samen met dansen en mijn familie, heeft reizen mij gevormd tot wie ik ben. Niet iedereen heeft de kans om veel te reizen, maar als je kan: dóen, het is van levensbelang. Als je reist besef je pas dat al je zekerheden eigenlijk conventies zijn, dat je niet tot een meerderheid behoort. Die confrontatie kunnen we vandaag goed gebruiken.

familie Ik heb soms het gevoel dat mijn familie het minste van mij krijgt, terwijl ze het meeste voor mij betekent. Mensen uit mijn omgeving krijgen meer Ish dan zij. Een toch wel pijnlijk gegeven. Wellicht komt dat omdat familie té vanzelfsprekend is: mijn ouders, broers en zus, ze zijn er altijd geweest. Je kent ze sinds je geboorte en je hebt nooit het gevoel dat je iets moet teruggeven. Als ik naar mijn familie ga, merk ik dat ik vaak vermoeid aankom en niet zo veel vertel, omdat ik alles al heb gegeven aan anderen. Een eigenlijk wil ik net het tegenovergestelde, ik wil hen altijd met mij meenemen. Hoe het vroeger was tussen ons, dat zou ik in de tijdscapsule willen steken. Om het er af en toe weer uit te halen.

verkiezingen Als ik een gebeurtenis mag bewaren voor het nageslacht, dan zijn het de jongste verkiezingen. Niet zozeer omwille van de resultaten, maar voor alles wat zich rond de verkiezingen afspeelde. Over goed en fout wil ik het niet hebben, want standpunten lijken een conversatie niet te bevorderen. Ik heb het over inzicht: waarom gebeurt er wat er gebeurt? Het antwoord bestaat vast uit vele puzzelstukjes – reden waarom ik vind dat we deze tijd moeten documenteren (zie balpen). Ik denk dat niemand de catastrofes uit het verleden herhaald wil zien. En toch is dat mijn grote angst voor de toekomst. We gaan allemaal offers moeten brengen om samen te geraken waar we moeten geraken. Dat is niet gemakkelijk, maar ook niet onmogelijk. Vraag aan elke persoon die minstens twee jaar gehuwd is of samenwoont, en je zult horen dat ook hij of zij – in alle liefde – opofferingen heeft gedaan om de boel te laten draaien.

48

nota bene - Het magazine van Notaris.be

nota bene - Het magazine van Notaris.be

49


tekst Dirk Remmerie

foto Thomas De Boever

ONDERNEMEN

Beste Werkgever van België en Europa Wouter Torfs

“Mijn bomma zei: een goed woord doet meer dan een kwaad woord” Wouter Torfs, CEO van de gelijknamige schoenwinkelketen – de grootste van ons land, heeft alle redenen om op wolkjes te lopen. Tienmaal al is Schoenen Torfs bekroond tot Beste Werkgever van België. Dit jaar kwam daar nog eens de lauwerkrans als Beste Werkgever van Europa bovenop.

N

og één award en Torfs zal moeten investeren in bijkomende schapruimte om ze allemaal tentoon te stellen in het hoofdkantoor in Sint-Niklaas. “Wees gerust”, reageert Wouter Torfs op onze – toegegeven – vrij banale bespiegeling, “volgend jaar zullen we ons niet meer kandidaat stellen. Niet omdat we de ruimte niet hebben, maar omdat zo’n competitie toch telkens behoorlijk wat druk zet op en energie vraagt van de organisatie.”

50

nota bene - Het magazine van Notaris.be

nota bene - Het magazine van Notaris.be

51


Welke troeven moet je in huis hebben om ‘beste werkgever’ te worden? Torfs: “Wat die award in mijn ogen zo bijzonder maakt, is dat die in grote mate gegeven wordt door de eigen medewerkers. Zij beoordelen hun bedrijf anoniem op basis van een honderdtal vragen rond sleutelwaarden als eerlijkheid, transparantie, waardering, medezeggenschap… Hun stem bepaalt voor twee derde het eindresultaat. Het andere derde ligt in handen van een professionele jury die een oordeel velt over je visie op HR en wat je hebt verwezenlijkt. Alles gebeurt onder auspiciën van de Vlerick Business School en het Great Place to Work Institute.” Als derde generatie in het familiebedrijf Torfs lijkt het alsof je voorbestemd was voor je huidige rol. Toch lonkte de balie even sterk als het bedrijfsleven. “Hoe mijn carrière zou lopen, was inderdaad niet in steen gehouwen. Drie jaar ben ik aan de balie geweest. Nog steeds vind ik rechten een prachtige, breed georiënteerde opleiding en de advocatuur een uitstekende voorbereiding voor het ondernemerschap. Je traint de skills die je nodig hebt om succesvol te zijn. Zo moet je diep in een dossier kunnen duiken en juiste analyses weten te maken, maar ook communicatief sterk in je schoenen staan en kunnen overleggen met zowel je cliënt, je confrater en de rechter. En dan is er nog het ondernemerschap, hé. Een advocaat begint met nul komma nul eigen cliënten en moet een klantenbasis opbouwen.”

52

De medewerkers voelen dat ook in de continuïteit van je beslissingen en je langetermijnvisie. Ik prijs me gelukkig dat ik in dat type familiebedrijf ben terechtgekomen. Want hangt een familie met haken en ogen aan elkaar en sukkelt men van het ene conflict in het andere, dan ben je beter af in een bedrijf waar familie geen rol speelt.” Hoe zag de onderneming eruit toen je in 1986 aan boord kwam? “Schoenen Torfs, dat was een rustig voortkabbelende KMO met een 25-tal winkels in centrumsteden, 180 medewerkers en een omzet van nog geen 10 miljoen euro. Lang niet slecht en het resultaat van hard werken van de tweede generatie, maar niet te vergelijken met de 150 miljoen omzet en 700 medewerkers van vandaag. In alle eerlijkheid ging ik er toen van uit dat het zo wel ging blijven duren, dat succes en groei een vanzelfsprekendheid waren. Dat was buiten Brantano gerekend, die grote winkels begon te openen aan de rand van de stad. De consumenten volgden en wij hadden die trein op dat moment gemist.”

“Toen mijn vader, zijn broer en zijn schoonbroer te kennen gaven dat het stilaan tijd was voor de aflossing van de wacht, wist ik dat ik zou moeten kiezen. De boodschap was: als jij het niet doet, Wouter, dan zullen we extern moeten zoeken. De liefde voor en de aantrekkingskracht van het familiebedrijf werd versterkt door de wens van mijn grootmoeder, die toen eind tachtig was. Bovendien was mijn echtgenote net begonnen met haar tandartspraktijk en twee startende zelfstandigen met twee jonge kinderen leek ons niet het ideale plaatje.”

Paniek? “Toch tijd voor een grondige strategische oefening. Want er is een groot onderscheid tussen de dingen goed doen en de goede dingen doen. De dingen goed doen, is operationele excellentie. Daar waren we keien in. De goede dingen doen gaat over de juiste keuzes maken. Over strategie. Daar knelde het schoentje. Hadden we toen het geweer niet van schouder veranderd en beslist om te verhuizen naar de rand van de stad, een breder assortiment aan te bieden en in te zetten op ‘a great place to work’, dan waren we er vandaag niet meer geweest. Goed ondernemerschap vereist dat je regelmatig afstand neemt van de business zoals die zich elke dag aanbiedt. Dat je even uit de tredmolen stapt en je afvraagt: zijn we nog wel met de juiste dingen bezig? Voor ons in de retail is dat uiteraard e-commerce. Wie daar blind voor blijft, zal compleet worden overspoeld.”

Biedt het voordelen of net nadelen om in een familiebedrijf te stappen? “Als de familie hecht is en als er duidelijke, geformaliseerde afspraken gemaakt zijn over wat familiale zaken zijn en wat business, dan heeft een familiebedrijf voorsprong. Daar ben ik rotsvast van overtuigd. In een familiale onderneming is er meer dat je bindt dan enkel het zakelijke. Er zit iets in je DNA dat je sterker maakt.

Een typische Wouter Torfs-uitspraak is: “Ik vind mezelf geen topondernemer, maar ik werk wel in een toponderneming.” Zeg je daarmee eigenlijk niet hetzelfde, want is het niet de top-CEO die er een toponderneming van maakt? (lacht) “Ik vind dat iets anders. Het is echt geen besmuikte vorm van valse bescheidenheid. Wel een mooie quote, ik sta er nog altijd achter. Als je denkt aan

nota bene - Het magazine van Notaris.be

“Er is een groot verschil tussen de dingen goed doen en de goede dingen doen” nota bene - Het magazine van Notaris.be

53


“Als je geen tegenspraak duldt, moet je het maar allemaal zelf doen” een topondernemer, denk je aan iemand die claimt dat alles wat in het bedrijf gebeurt zijn of haar verdienste is – of toch op zijn minst het gevolg is van zijn of haar strategische keuzes. Ik werk in een toponderneming waar het accent ligt op de collectiviteit. Ik geloof in de kracht van samenwerking en ja, daarin heb ik mijn rol uiteraard wel gespeeld. Natuurlijk kan ik geen strategie ontwikkelen met alle medewerkers, maar ik ben er wel trots op dat ik mij heb laten omringen door een heel sterk team. Met mensen die mij stuk voor stuk overklassen in hun vakgebied. Ik ben geen ondernemer die alles meent te weten over alles – ook dat beeld van het ondernemerschap is een karikatuur. Wel durf ik te zeggen dat mijn salesmanager de beste salesmanager van heel België is. Dat onze aankoopmanager het product ‘schoenen’ door en door kent. Dat onze HR-manager op haar conto mag schrijven dat we tien keer verkozen zijn tot beste werkgever. En ga zo maar door. Mijn rol is die van de lijm in het systeem. Het is aan mij om mijn team te inspireren, uit te dagen, samen te laten werken… En als het nodig is hindernissen uit de weg te ruimen. Strategische beslissingen neemt ons managementteam collectief. Die manier van werken is niet zo doordeweeks, denk ik.” Die manier van werken vereist niet alleen inspraak, maar ook tegenspraak. “Natuurlijk. Dat is inherent aan onze bedrijfsvoering. Ik kies voor talent dat sterker is dan mij. Het spreekt

54

nota bene - Het magazine van Notaris.be

vanzelf dat je dan ook tegenspraak moet dulden, anders moet je het allemaal maar zelf doen. Maar ik daag hen wel een voor een uit.”

zeggen: ‘Ik ben een jager en daar is het wild. Ik plunder alles leeg en denk enkel aan mijn eigen profijt’, is voltooid verleden tijd.”

Laat me raden: het managementteam bij Torfs is geen duivenhok. Wie past in het bedrijf, blijft lang en loyaal op post. “In dertig jaar zijn er welgeteld twee personen vertrokken. Dat is inderdaad weinig. Je zou kunnen zeggen dat stagnerend water stinkt, maar ik zie het als een sterkte. Als een motie van vertrouwen en een garantie op continuïteit. Natuurlijk mag je niet wegzakken in een zekere zelfvoldaanheid. Je moet jezelf blijven challengen en jezelf voortdurend in vraag stellen. Vandaar het belang van een sterke raad van bestuur die het management uitdaagt – en goed omringt.”

“Je moet sociaal ondernemen en niet alleen oog hebben voor winst. Trouwens, ook het begrip ‘winst’ moet je herdefiniëren. Great Place to Work, dat is geen financiële winst, maar wel winst. We hebben die prijs niet toevallig tienmaal gewonnen. Het is de kern van ons verhaal, niet zomaar een façade. We besteden allemaal meer tijd op ons werk dan thuis. We kunnen er met andere woorden maar beter voor zorgen dat die tijd een beetje aangenaam is en dat je je als mens kunt ontplooien en niet alleen, ik zeg maar wat, de boekhouder moet zijn. We moeten ook goede doelen steunen en echte engagementen aangaan. Dat is in elk geval voor mij en mijn familie heel belangrijk.”

Welke andere ondernemers inspireren jou? “Colruyt is een heel inspirerend bedrijf, met straffe mannen zoals Jef en Frans. Het heeft sterke cultuur rond soberheid, dienstbaarheid en vakmanschap en blijft heel trouw aan dat DNA.”

“Leidt onze visie en bedrijfscultuur automatisch tot megawinsten? Natuurlijk niet. De eerste maanden van dit jaar zijn moeilijk geweest. De druk van de e-commerce is enorm op de hele retailsector. Door alleen te denken aan Great Place to Work zullen we het niet halen. We moeten ook de juiste keuzes maken. Anders zal het game over zijn.”

Je staat erom bekend dat je graag kennis deelt. Waar haalde jij de mosterd toen je de touwtjes in handen nam? “Halverwege de jaren tachtig, toen ik in het familiebedrijf begon, bestond er nog niet zoiets als het internet. Netwerking stond bovendien op een veel lager pitje dan vandaag. Het was in die tijd veel meer een zaak van ‘ieder voor zich en God voor ons allen’. Plantrekkerij. Dat is gelukkig allemaal veranderd. Ik zie een grote bereidheid tussen zelfstandigen en ondernemers om kennis te delen. Ik ben zelf een grote promotor van die openheid, want ik geloof sterk in de sharing economy en netwerk economy. Gezonde bedrijven leven in een sterk ecosysteem. Daar kan elke ondernemer mee aan bouwen door partnerschappen af te sluiten, door synergieën op te zoeken met leveranciers en zelfs concurrenten, door communities op te bouwen met je klanten.” Hoe hard moet je zijn om succesvol te zijn en hoeveel hart moet je hebben? “Waardengedreven ondernemen draag ik hoog in het vaandel. Wie duurzaam wil groeien, is niet alleen bezig met zijn eigen aandeelhouders, maar neemt verantwoordelijkheid op voor alle stakeholders. Ook voor de klanten en de samenleving. De tijd dat je als bedrijf kunt

Hoe zorg je ervoor dat die visie niet vastloopt in 101 dagelijkse beslommeringen? “Alles heeft te maken met persoonlijk contact. Dat bepaalt de kwaliteit van je leiderschap. Ik spreek zoveel mogelijk met de 700 medewerkers en de klanten en hou de vinger aan de pols. Ook de 85 winkelmanagers zijn mensgericht en vriendelijk, dat zijn absolute vereisten voor wie bij ons aan de slag gaat. Ik hoor graag klanten vertellen dat ze bij ons komen omdat we altijd zo vriendelijk zijn. Omdat het ook het bewijs is dat onze medewerkers zich gelukkig voelen en hun job zinvol vinden. Wie gewoon het regeltje ‘je moet vriendelijk zijn’ volgt, valt snel door de mand. Mensen voelen het als iets niet gemeend is.” Hoe verloopt de zoektocht naar een opvolger? “Rustig. Ik ben 61 en het tijdperk ‘Torfs na Wouter’ komt er langzaam maar zeker aan. Maar het is geen kwestie van overhaasten. Het managementteam is een diverse groep van negen personen en ik heb er goede hoop op dat mensen kunnen doorgroeien en er over een jaar of vijf zullen staan. Bij voorkeur komt mijn opvolger uit eigen huis, maar als het moet komt hij of zij van buitenaf. Dit bedrijf verdient de best mogelijke CEO.”

Je dochter Tine stapte onlangs in de zaak. (Pretoogjes en mondhoeken verraden dat Wouter Torfs ervaart wat zijn grootmoeder moet hebben gevoeld toen hij destijds in het familiebedrijf stapte) “Ja, zij had gesolliciteerd voor een job op de marketingafdeling. Dat Tine mijn dochter is, speelde geen rol tijdens de selectieprocedure. Ze kwam als beste kandidaat uit een extern assessment. Het laatste wat ze wil is binnenkomen als ‘de dochter van’, met als gevolg dat ze zich van de weeromstuit dubbel plooit en extra haar best doet.” Wat beschouw je als je grootste verdienste? “Ik ben heel trotst onze Beste Werkgever-awards, omdat ze onze bedrijfsvoering bekronen. We bewijzen ermee dat het echt wel anders kan.” En je grootste mislukking? “Mislukking is misschien een te groot woord, maar het is allemaal op relatief kleine schaal gebleven. We zijn dan wel marktleider in België, maar Schoenen Torfs had misschien ook een internationale dimensie kunnen hebben.”

WOUTERS TAKE-AWAYS 3 tips voor elke ondernemer Laat je niet opslorpen door de waan van de dag. Neem geregeld de tijd om vanop afstand naar je business te kijken, groot of klein. Stel jezelf de vraag: ben ik goed bezig? Ken het verschil tussen de dingen goed doen en de goede dingen doen. Hou persoonlijk contact met de vloer van je bedrijf, met al je medewerkers. Luister naar je klanten. Een wijsheid van mijn bomma: een goed woord doet zoveel meer dan een kwaad woord. We hebben het toch zo moeilijk met het geven van waardering. Vaak denken we: dat weten ze toch? Of nog erger: als we hen te veel waarderen worden ze lui en zelfgenoegzaam. Dat is pertinent onwaar.

nota bene - Het magazine van Notaris.be

55


tekst Maud Vanmeerhaeghe

foto Jan Crab

ONDERNEMEN

Wouter Remmerie stampte twee jaar geleden (aero)dynamisch bedrijf AirShaper uit de grond

“Het moet een passie blijven” Het startte met een auto in zijn vrije tijd, ontworpen volgens aerodynamische methodes die hij ook vandaag nog hanteert. Wouter Remmerie, ondernemer en baas van zijn eigen start-up AirShaper – maar ook echtgenoot en vader van twee kinderen – verliet zijn vaste job om zijn eigen zaak op poten te zetten. Vandaag is hij blij met de keuze die hij heeft gemaakt, al is een eigen zaak runnen volgens hem in niets te vergelijken met werken in loondienst: “Door AirShaper heb ik mezelf leren kennen.”

Jong bloed met ondernemerszin Ze zijn jong en ze willen wat. En voor dat 'wat' leggen ze hun lat liever hoog dan laag. Koen Naulaerts en Kenny Hermans klopten aan bij monniken overal ter wereld en lanceerden hun Tribute box, een ode aan al het lekkers dat trappisten aller lande te bieden hebben (p. 59). Voor Wouter Remmerie (foto), aan de andere kant, is het de combinatie van zijn liefde voor fysica en een gezonde dosis durf die van zijn bedrijf AirShaper stilaan de referentie maakt op het vlak van aerodynamica. En om te zorgen dat die passies passies kunnen blijven, geeft notaris Frédéric Magnus zeven tips (p. 62) om van elke start-up een succes te maken.

56

nota bene - Het magazine van Notaris.be

Het verhaal van AirShaper is ook dat van een zelfontworpen auto. Wat is de link tussen die twee? “De auto die ik jaren geleden ontwierp, was er een volgens een aerodynamisch principe. Ik had software noch ervaring op dat moment, maar wou toch graag mijn idee testen. Met mijn concept trok ik naar het Vlaams Innovatiecentrum, dat mij op zijn beurt naar Voxdale (een engineeringbureau in Antwerpen, red.) stuurde. Een simulatie zou mij te veel geld kosten, dus liet ik het idee varen. Mijn vrouw en ik zegden onze job op en vertrokken voor drie maanden op reis. Na onze terugkeer klopte ik opnieuw aan bij Voxdale. Twee weken later mocht ik daar beginnen, zes jaar lang heb ik er met plezier gewerkt. Daar beantwoordde ik voor heel wat klanten dezelfde vraag als die die ik me stelde over mijn auto: ik heb een ontwerp, maar wat is de aerodynamica daarachter?”

Bij Voxdale deed je min of meer hetzelfde als nu bij Airshaper. Waarom maakte je de keuze om het veilige nest in te ruilen voor het onzekere ondernemerslandschap? “Passie. In mijn vrije tijd bleef ik bezig met die auto. De aerodynamica daarachter – een simulatie opzetten, paramaters instellen... – bleek een redelijk repetitief proces. Daarom wou ik een cloud-software ontwikkelen om dat proces te automatiseren. Klanten uit diverse sectoren zouden zo een 3D-model en een paar simpele gegevens kunnen uploaden, het ontwerp op aerodynamisch vlak analyseren en inzicht creëren doen wij. Zo wilde ik aerodynamica toegankelijk maken voor iedereen.” “Op een gegeven moment heb ik mezelf voor de keuze gesteld: blijf ik dit als hobby doen, of ga ik er professioneel mee verder? Eigenlijk was de keuze snel gemaakt. nota bene - Het magazine van Notaris.be

57


Een van die eisen was mensen in dienst nemen. Hoe moeilijk was het om daarin keuzes te maken, als beginnend ondernemer? “Dat was toch een van de grootste uitdagingen. Vooral de zoektocht naar personeel was arbeidsintensief. Eerst sprak ik zelf iedereen met een geschikt profiel aan via LinkedIn, maar ik moest soms wekenlang op antwoord wachten. Ondertussen leerde ik dat omgekeerd werken beter is: kanalen die specifiek gericht zijn op de sector waarin wij mensen zoeken – de IT-sector, bijvoorbeeld – bleken ideaal. Via zo’n kanaal heb ik iemand gevonden met een advertentie die 50 euro kostte. De uren die ik in eerste instantie in de zoektocht had gestopt, hebben wel wat meer gekost”. (glimlacht) “Los daarvan is het moeilijk dat er geen vergelijkbare bedrijven bestaan. Een gat in de markt vinden is fantastisch, maar zorgt er tegelijk ook dat je van nul moet beginnen. Een nieuwe supermarkt heeft genoeg vergelijkingsmateriaal, wij hadden geen enkel referentiepunt. Proberen was dus de boodschap, en zo snel mogelijk ondervinden wat wel en niet werkt. Daarom ben ik zo blij met onze adviesraad, een netwerk van (ex-)ondernemers dat elke drie maanden samenkomt om ons te helpen. Gepassioneerde mensen rond je hebben die je sturen op basis van hun ervaring is cruciaal. Mensen die ik jaren geleden vertelde over mijn idee, begeleiden me nu mee in de zaak. Da’s tof.” Wat was de grootste meevaller tot nu toe? “Door dit te doen, besef ik hoe belangrijk een netwerk is. Ik kon een aantal klanten uit mijn vorige job meenemen – in overleg met mijn vorige werkgever, uiteraard – en door AirShaper via LinkedIn te promoten, sprong een aantal vroegere klanten mee op de kar. En er is de samenwerking met Vlajo, natuurlijk.” Door die samenwerking kan je op subsidies rekenen. Waren die nodig, financieel gezien, om AirShaper verder uit te bouwen? Met een lijvig dossier onder de arm trok ik naar Vlaio (Agentschap Innoveren en Ondernemen, red.) om subsidies aan te vragen. Door dat dossier uit te werken, heeft ons businessplan mee vorm gekregen. Daarna was het bang afwachten, maar uiteindelijk hebben we de subsidies gekregen. Mits een aantal voorwaarden.”

58

nota bene - Het magazine van Notaris.be

“Ik heb een huis, een vrouw en twee kinderen. Té grote risico’s kan ik mij niet permitteren. Veel van mijn spaarcenten zijn in dit project opgegaan, maar ik heb wel een buffer voor als er iets zou mislopen. Daarom was het subsidieverhaal inderdaad ideaal. Ik verdien nu een stuk minder dan toen ik nog in loondienst werkte, maar zolang ik rondkom op het einde van de maand, is dat voor mij genoeg.”

“Het verschil met vroeger is dat ik nu ook verantwoordelijk ben voor het loon van anderen. Ik ben degene die ervoor moet zorgen dat iedereen op het einde van de maand zijn centen krijgt. Dat zorgt wel voor druk.” Hoe moeilijk is het om de balans met je privéleven te behouden? “Mijn dagen zijn nogal georkestreerd, net omdat ik die balans wil behouden. Bijna elk kwartier plan ik in. Werken gebeurt zo efficiënt mogelijk. Waar ik vroeger al eens durfde af te dwalen, probeer ik nu altijd gefocust te blijven. Want wat ik overdag niet doe, moet sowieso ’s avonds nog gebeuren.” “Ik maak er wel een punt van om om vijf uur op kantoor te vertrekken – een keer per week zelfs nog vroeger, om de kinderen van school te kunnen halen. Maar als zij in bed liggen, werk ik verder tot ik op een vast tijdstip ga slapen. Vast, ja – anders haal ik mijn aantal uren slaap niet. Ik zei toch dat mijn dagen goed gepland zijn.” (lacht) “Ik ben 24 op 7 met AirShaper bezig. ’s Avonds gezellig in de zetel zitten is er vaak niet bij, maar een echte opoffering vind ik dat niet. Het enige wat ik mis, is vaker op café gaan met vrienden. Maar ik begin elke avond met plezier opnieuw te werken, want AirShaper leert me enorm veel bij. Niet alleen op vlak van ondernemen, maar ook over mezelf. Het is confronterend om te zien hoe snel ik overgeschakeld ben van werknemer naar werkgever. Ook mijn omgang met mensen is veranderd.” Wat staat er de komende periode nog op het programma? “We willen de referentie worden voor iedereen die met aerodynamica werkt. Voor kleine bedrijven spreekt dat nu al aan, maar ook grote bedrijven willen we overtuigen met het gebruiksgemak van ons platform.” “Verder wil ik de balans werk-privé behouden. Een of twee jaar kan je hard gaan en alles verwaarlozen, maar AirShaper is bedoeld voor de long run. Dus moet de combinatie met mijn privéleven mogelijk zijn en blijven. De dag waarop dit bandwerk wordt, stop ik er beter mee. Maar voorlopig zie ik dat niet gebeuren: AirShaper is een van mijn grootste passies.”

tekst Bart Claes

foto Jan Crab

Ondernemen met de zegen van de monniken Met twaalf zijn ze al, de cisterciënzersabdijen die het enige echte trappistenbier brouwen. Wars van platte commercie en naar aloude traditie. Toch wonnen twee jonge ondernemers hun hart – een unicum. Koen Naulaerts (25) en Kenny Hermans (25) lieten hun blitse marketingjobs voor wat ze waren en klopten op de poorten van de trappistenabdijen in heel de wereld.

K

oen Naulaerts (25) liet er een gegeerde marketingfunctie in Dubai voor staan en Kenny Hermans (25) werkte voor Coca-Cola. Het kriebelde bij de twee studiegenoten om hun eigen zaak te starten. Eentje waar ze met plezier hun hart en ziel konden inleggen en zo kwamen ze bij bier terecht. Trappistenbier. Maar eerst moesten ze de zieltjes winnen van de paters zelf. Klooster per klooster. Ze reisden Europa door en trokken zelfs naar de Saint Joseph’s Abbey in Spencer, Verenigde Staten om in de gratie te komen en het brouwproces van op de eerste rij te beleven. De aanhouder wint, want uiteindelijk kregen ze de zegen van de voorzitter van de Internationale Vereniging Trappist (IVT). De allereerste keer dat de monniken iemand zoveel commercieel vertrouwen geven. Vandaag leiden Koen en Kenny hun onderneming Trappist Tribute met respect voor het kloosterleven van de cisterciënzers. Ze verdelen niet alleen bier maar ook

nota bene - Het magazine van Notaris.be

59


trappistenkaas, - mosterd, -varkensvlees en veel meer lekkere abdijproducten uit heel de wereld. Dat leveren ze in maandelijkse proefpakketten bij iedereen die zich de specialiteiten van de trappisten wil verdiepen. De uitvalsbasis is De Kloostergang in Aarschot, maar de onderneming Trappist Tribute is meer dan dat. Waar is de kiem gelegd voor dat ondernemerschap? Kenny: “Al in de middelbare school. In het zesde leerjaar startten we er een minionderneming op. We maakten en verkochten juwelenhouders. Met een kleine groep, waarbij iedereen zijn taak had. Ik herinner me nog hoe ik in de lokale Brico vroeg of we het afvalhout mochten gebruiken. Ik hield ervan, van dat prille ondernemerschap. En toen wist ik dat het iets was dat ik later ook wilde doen. Mijn studies stonden in het teken van ondernemen, marketing en management. Na de schoolbanken deed ik ervaring op in de bedrijfswereld. Ik maakte fouten maar daar leerde ik uit. Eigenlijk wilde ik liefst zo snel mogelijk zelf dingen ondernemen. Ook Koen had datzelfde gevoel en we begonnen na te denken over wat we wilden doen. Welk bedrijf konden we nog opstarten dat anders dan anders was? Het was meteen duidelijk dat het geen bakkerij zou worden.” Welke ideeën haalden het niet? Kenny: “Veel, van wafels bakken in het buitenland over een bierbus opstarten tot frieten verkopen in Australië.” Wafels, frieten, bier. Op en top Belgische producten, hoe kom je daarbij? Koen: “Het zijn producten die wij als Belgen door en door kennen. En je moet je product toch kennen voor je het verkoopt?” Kenny: “Onze eigen populaire gerechten zijn nog niet altijd doorgedrongen in het buitenland. Terwijl het voor een Chinees heel gewoon lijkt om hier een restaurant of een zaak met Oosterse specialiteiten te starten. Dus dachten we: waarom nemen we niet een Belgisch topproduct en vermarkten we dat in het buitenland? Zoals Wafels & Dinges in New York? En vanaf dan is het een opeenvolging van toevalligheden: toevallig vielen we allebei tussen twee jobs in, toevallig kwam het pand in Aarschot leeg, toevallig hielden we allebei van trappistenbier.” Koen: “Een studiegenoot van ons waagde zijn kans in Zuid-Afrika om er Belgische wafels te verkopen. Helaas is zijn project niet van de grond geraakt en is hij moeten stop-

60

nota bene - Het magazine van Notaris.be

pen. Maar hij zei ons dat hij nog nooit in zijn leven zoveel geleerd had. Zijn advies aan ons: gewoon doen. Misschien werkt het, misschien niet, maar je gaat er sowieso uit leren.” Een zaak opstarten is altijd een financieel risico. Jullie huren een pand, hebben het ingericht, hebben abdijen in heel de wereld bezocht en bestellingen geplaatst. Was geld een drempel? Koen: “Het is voor allebei het meest geschikte moment. We hebben nog geen grote leningen lopen, we wonen nog allebei thuis en hebben dus geen grote kosten, en we hebben wat kunnen sparen dankzij de job die we hadden.” Kenny: “Een bedrijf starten doe je niet op de dag van de opening. Dat plan je lang op voorhand, ook het financiële plaatje. We hebben een budget vooropgesteld om op te starten, maar ook eentje om van te leven, en een noodbudget voor als er iets tegenvalt.” Koen: “Het trappistenbier zelf is niet onze grootste kost. Wel de inrichting van De Kloostergang, het communicatiebureau dat we ingeschakeld hebben, de logistieke organisatie van onze Trappist Tribute Boxen. In die box zit naast bier ook een bijbehorend glas en andere trappistenproducten. Zoals kaas, confituur, wijn, likeur, vlees, mosterd. Allemaal heel lokale producten waarvan we de verhalen ook willen vertellen. We moeten genoeg voorraad hebben om honderd boxen te vullen, maar in de opstartfase waarin we nu zitten, kunnen we geen exacte aantallen voorspellen. Dus het risico bestaat dat we met een veel te grote voorraad blijven zitten.” Komen de bedrijfsinkomsten van deze Trappist Tribute Boxen? Kenny: “En van de drie dagen dat De Kloostergang open is, op donderdag, vrijdag en zaterdag. Maar we organiseren ook workshops, kookmomenten met topchefs en evenementen waarbij je de trappistenproducten kan ontdekken en proeven. Trappist Tribute staat voor een hele beleving.” Jullie zagen het aanvankelijk nog grootser, tot jullie de abdijen bezochten en kennismaakten met de nuchterheid van de monniken zelf. Koen: “We dachten aanvankelijk om ook augmented en virtual reality te gebruiken, zodat we onze klanten nog meer de ervaring van het echte kloosterleven konden bieden. Misschien kan het later nog, maar we nemen stap voor stap. Net zoals de paters zelf. De deuren ble-

ven aanvankelijk trouwens dicht voor de twee jonge ondernemers die ‘misbruik’ wilden maken van de trappisten. Het bezoek aan de abdijen heeft onze ogen geopend. De monniken werken traag, gestaag, met respect voor mens, milieu en maatschappij. Terwijl je buiten die abdijmuren mensen hebt die zeldzame trappistenbieren aan woekerprijzen verkopen. Zo willen wij niet werken, hebben we daaruit geleerd. We mochten op de koffie bij broeder Xavier van de abdij van Orval, de voorzitter van de Internationale Vereniging Trappist (IVT). Het kwam uiteindelijk tot een stemming en de vereniging gaf ons haar vertrouwen.” Jullie zijn nu gestart. Welke doelen hebben jullie jezelf gesteld? Kenny: “Ik zie dit nog als een testfase. Werkt het, des te beter. Moeten we bijsturen, dan doen we dat. Als onze pop-up in Aarschot niet werkt, moeten we misschien een andere stad proberen of ons toeleggen op evenementen op verplaatsing. Hetzelfde met onze Trappist Tribute Box. We starten met honderd en we zien wel hoe het loopt. We hopen zo snel mogelijk break-even te draaien.” Wat waren jullie grootste moeilijkheden en meevallers? Koen: “Het papierwerk was een rompslomp. Je hebt een vergunning nodig voor de dranken, voor het terras, om iets aan de gevel te veranderen, een brandweerverslag, een elektriciteitskeuring, verzekeringen en wat nog allemaal. Nogal omslachtig, maar één keer dat alles achter de rug is, kan je voort.” Kenny: “Een stevig netwerk is belangrijk. Vrienden die mee komen bouwen, een boekhouder die je administratief helpt, een communicatiebureau als professionele steun. Als ondernemer reken je op veel andere mensen. Met ons twee alleen hadden we dit nooit gekund.” Koen: “Ook dat is een risico, dat we met twee zijn. Had je ons enkele maanden geleden gesproken, dan hoorde je twee heel verschillende visies. Van de grote ideeën die toen in onze hoofden speelden, hebben we samen moeten werken naar het concrete, tastbare ding dat we vandaag hebben. Met toegevingen langs beide kanten. En soms roepen we nog wel eens op elkaar, maar ’s avonds drinken we een trappist.”

nota bene - Het magazine van Notaris.be

61


Wat je moet weten voor je je start-up start Een project lijkt boeiend en smeekt om van start te gaan. Maar het is goed om een aantal belangrijke stappen in gedachten te houden. Notaris Frédéric Magnus, gespecialiseerd in vennootschapsrecht, geeft praktische tips. De vooruitzichten op het vlak van investeringen onderzoeken, nagaan of het project financieel haalbaar is, een marktonderzoek uitvoeren, indien nodig een prototype lanceren, beslissen over de bedrijfsstructuur, zichtbaarheid optimaliseren... Er zijn tal van zaken waarmee je rekening moet houden als je een start-up wil oprichten. Stel een coherent businessmodel op Beantwoordt het project aan een vraag van de doelgroep? Gaat het niet om een modeverschijnsel? Aan de hand van een marktonderzoek kun je je een duidelijker beeld vormen en de haalbaarheid van je project nagaan. Nog beter wordt het als je je product kunt testen met een prototype. Word lid van een starterscentrum of een start-up accelerator Soms zijn dat structuren die verbonden zijn aan instellingen zonder winstoogmerk, zoals universiteiten of andere structuurtypes zoals bedrijven, banken... Maar er bestaan ook heel wat privé-initiatieven die een beetje verspreid liggen over het hele land. Het voordeel is dat je er ervaringen kunt uitwisselen, kunt netwerken, relaties kunt smeden, een netwerk van specialisten kunt opbouwen en dat er een bijzonder motiverende wedijver heerst. Haal de nodige fondsen op voor de opstart van het bedrijf Een starter heeft meerdere financieringsmogelijkheden. Aarzel nooit om inlichtingen in te winnen over de verschillende premies en subsidies die bestaan in elk van de gewesten. Ook crowdfunding is een populair systeem. Win informatie in over de verschillende bestaande formules. Er zijn ook organisaties die crowdfundings centraliseren. Durf een vennootschap oprichten Een start-up is vaak een project dat wordt geleid door een aantal vrienden met een gemeenschappelijk idee. De manier waarop alles zal verlopen tussen die mensen, moet dus goed georganiseerd worden. Bij starters gaat het vaak om een activiteit als eenmanszaak. Maar al snel zullen de betrokkenen een vennootschap oprichten, met

62 62

nota nota bene bene -- Het Het magazine magazine van van Notaris.be Notaris.be

alle fiscale voordelen die daaruit voortvloeien. Een vennootschap maakt het mogelijk om de werking van het bedrijf en de functies van de verschillende oprichters vast te leggen. Bovendien kan een vennootschap oprichten je aansprakelijkheid beperken. Raadpleeg een boekhouder, een bedrijfsrevisor en een notaris Een cijferspecialist is het best geplaatst om de jonge ondernemer te adviseren. Ook een notaris is nuttig bij de opstart van je onderneming: hij of zij beantwoordt je vragen met het oog op een optimale oplossing voor je specifieke project. Bovendien kan een notaris je helpen om de keuze te maken tussen een eenmanszaak en een vennootschap. Verzorg je communicatie Networking, sociale media, wedstrijden... Vandaag is een grote zichtbaarheid onmisbaar voor het slagen van elk project. WELK TYPE VENNOOTSCHAP? Sinds 1 mei 2019 is het Wetboek van Vennootschappen volledig hervormd naar het Wetboek Vennootschappen en Verenigingen. Vanaf nu zal de BVBA als meest gebruikte vorm vervangen worden door de Besloten Vennootschap. Het voordeel van die nieuwe vennootschapsvorm is de grote flexibiliteit. Een minimale hoeveelheid kapitaal inbrengen is geen formele vereiste meer om een BV op te richten. Maar opgelet: voorzie je onvoldoende middelen, dan kan je mogelijk aansprakelijk worden gesteld. Een ander interessant punt is dat inbreng in arbeid nu ook is toegestaan. Als een ondernemer een fantastisch project heeft, maar geen financiële middelen en als een investeerder bereid is geld in het project te pompen, is het nu dus mogelijk voor een startende ondernemer om arbeid te investeren in de vennootschap in ruil voor aandelen. Ook de investeerder krijgt aandelen. Arbeid en knowhow kunnen dus even zwaar doorwegen op de weegschaal als financiële middelen. De kans bij uitstek voor de ondernemer om de controle over zijn bedrijf te behouden tegenover investeerders.

De 5 vennootschapsvormen Bij elke onderneming past een juridische vorm. Die keuze is belangrijk voor de verdere toekomst van je vennootschap. Je doet er dan ook goed aan om bij de oprichting je onderneming advies te vragen. Dat kan bij je notaris. De 5 vennootschapsvormen op een rijtje: BV (de vroegere BVBA) • Aanbevolen rechtsvorm voor een klein of middelgroot bedrijf • Minimaal 1 aandeelhouder • Geen minimumvereiste voor aanvangskapitaal, maar moet voldoende zijn rekening houdend met de activiteit van de vennootschap • Financieel plan: minimale inhoud wettelijk vastgelegd • Beperkte aandeelhoudersverantwoordelijkheid • De statuten worden bij notariële akte opgemaakt NV (naamloze vennootschap) • Aanbevolen voor grote bedrijven of kmo’s, vooral wanneer veel kapitaal nodig is • Minimaal 1 aandeelhouder • Startkapitaal van minimaal €61.500 • Financieel plan: minimale inhoud wettelijk vastgelegd • Beperkte aandeelhoudersverantwoordelijkheid • De statuten worden bij notariële akte opgemaakt

CV (coöperatieve vennootschap) • Een coöperatie biedt beperkte aansprakelijkheid • Minimaal 3 aandeelhouders • Geen minimaal startkapitaal, maar moet voldoende zijn rekening houdend met de activiteit van de vennootschap • Financieel plan: minimale inhoud wettelijk vastgelegd • Beperkte aandeelhoudersverantwoordelijkheid • De statuten worden bij notariële akte opgemaakt VOF (vennootschap onder firma) • Minimaal 2 vennoten • Geen minimumkapitaal vereist • Geen financieel plan vereist • Weinig formaliteiten • Aansprakelijkheid van vennoten is hoofdelijk en onbeperkt CommV (commanditaire vennootschap) • Minimaal 2 vennoten • Geen minimumkapitaal vereist • Geen financieel plan vereist • Weinig formaliteiten • Aansprakelijkheid van de gecommanditeerde vennoot is hoofdelijk en onbeperkt Info: notaris.be

Opgelet: bij de oprichting van een vennootschap moet rekening worden gehouden met het financieel plan dat de ideale evolutie van de vennootschap bepaalt tijdens de eerste twee jaar. Als het eigen startkapitaal niet voldoende is, loop je als ondernemer het risico om problemen te krijgen met aansprakelijkheid in geval van faillissement van de vennootschap binnen de drie jaar na oprichting. tekst Gilda Benjamin

nota bene - Het magazine van Notaris.be

63


tekst Bart Claes

foto Jan Crab

ONDERNEMEN

Nnof maakt nieuwe inrichting uit bestaand materiaal

Meubilair krijgt eeuwig leven Wat doe je als bedrijf met oud kantoormeubilair? Weggooien? Naar de kringwinkel misschien? Waarom laat je er niet gewoon nieuwe meubels van maken? Of toch bijna nieuw. Trendy en stijlvol, op maat van wat jouw bedrijf nodig heeft. Dat is de specialiteit van Nnof (Nearly new office facilities) in Vilvoorde. Een duurzaam economisch model waar zelfs Ikea de noodzaak van inziet.

E Hart voor ondernemen én voor de planeet Met duurzame meubels de aandacht van Ikea trekken of binnenkort de lunchverpakking voorzien voor alle kinderen op school: Nnof en re.fold weten waarmee ze bezig zijn. Didier en Christophe Pierre, Anne Lenaerts (Nnof, foto) en Anneleen Buyle (re.fold, p. 67) zetten elke dag hun groenste beentje voor om van hun duurzame concept een gevestigde waarde te maken. Want werken voor de planeet, dat zijn twee vliegen in één klap en dubbel zoveel voldoening.

64

nota nota bene bene -- Het Het magazine magazine van van Notaris.be Notaris.be

en kantoor wordt ongeveer om de zeven jaar heringericht met nieuw kantoormeubilair. Oude stoelen, afgesleten tapijten, beschreven bureaubladen en andere gedateerde spullen ruimen plaats voor nieuw materiaal. Als je de oude meubelen zou hergebruiken of ombouwen naar iets nieuws, dan verklein je niet alleen de afvalberg maar ook de CO2-uitstoot. Een fraai staaltje van circulaire economie, vonden de broers Didier en Christophe Pierre. “Het familiebedrijf had in de jaren 90 een kleine, Brusselse verhuisfirma overgenomen, gespecialiseerd in kantoorverhuizingen”, vertelt zaakvoerder Didier Pierre. “Toen we de ecologische voetafdruk van de firma liet berekenen, stelden we vast dat veel meubilair gewoon werd weggegooid omdat de klant geen ruimte had of er geen oplossing voor zag. Daar zat een businessmodel in en Nnof werd geboren. Vandaag werkt hier een team van 21 mensen.” Meubelen die een tweede leven krijgen, dan denk je aan de kringwinkel. Wat biedt Nnof meer? Didier Pierre: “We begeleiden bedrijven en organisaties naar een duurzame werkomgeving, en dat doen we vooral door zoveel mogelijk van het kantoormateriaal een tweede of derde leven te geven. Van oude panelen

maken we nieuwe meubels, ijzeren onderstellen krijgen een andere functie, lagen laminaat schrapen we af: er zijn meer mogelijkheden dan je denkt en onze designers gaan heel ver. Anne Lenaerts, sales- en marketingmanager van Nnof: “Zo werden de grote werktafels van Deloitte in het nieuwe Gateway-gebouw in Zaventem pingpongtafels en vergaderopstellingen. Ook het nieuwe Herman Teirlinckgebouw op het terrein van Thurn en Taxis kreeg duurzaam meubilair. We kunnen 60 tot 70% van een nieuwe inrichting maken uit bestaand materiaal. Daarmee kan de klant zijn impact op het milieu met 80% verkleinen in vergelijking met een heel nieuw kantoormeubilair.” Nnof was een koploper, sindsdien zijn ecologie en duurzaamheid steeds belangrijkere thema’s geworden. Zagen jullie de evolutie? Didier Pierre: “Ja, wij kwamen eigenlijk nog iets te vroeg met ons idee. Die eerste jaren hadden we het daarom vrij moeilijk om ons product in de markt te zetten, maar stilaan hebben we onze positie veroverd en bouwden we een toekomstgericht businessmodel uit vanuit een traditionele sector. Onze klanten zijn grote bedrijven en overheden. Zo hebben we net een raamnota bene - Het magazine van Notaris.be

65


contract met de Vlaamse overheid afgesloten, wat betekent dat alle steden en gemeenten en alle afdelingen van de Vlaamse overheid op ons een beroep kunnen doen aan dezelfde voordelige voorwaarden. Dat zijn grote stappen in de evolutie van een klein bedrijf als het onze.” Geeft duurzaamheid of de prijs de doorslag voor jullie klanten? Anne Lenaerts: “Het speelt allebei een rol, maar we zien wel dat bedrijven steeds meer belang hechten aan hun impact op de planeet. Met de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties – de SDG’s – als leidraad. Zij vormen een mooie kapstok om de duurzaamheidsinspanningen aan op te hangen. En wij helpen hen daar graag bij.”

Werken jullie zelf ook duurzaam? Anne Lenaerts: “We doen alles wat je kan bedenken, we zijn zelfs EMAS-gecertificeerd. EMAS is het Europees Milieumanagement- en Audit Schema, een instrument dat helpt bij het duurzaamheidsbeleid van je bedrijf. Dat gaat ver, hoor. Elke medewerker van ons bedrijf heeft zijn eigen, heel concrete milieudoelstellingen. Zo mogen onze chauffeurs geen dubbele file veroorzaken, want in een stad zorgt dat voor opstoppingen en dus meer fijn stof in de lucht. Een magazijnier zal altijd het licht uitdoen en de muziek uitzetten als hij als laatste een ruimte verlaat. Het zijn kleine dingen maar ze maken samen een groot verschil.”

Anneleen Buyle vervangt met re.fold de traditionele brooddoos

“Ik wil geen gadget zijn, maar een gevestigde waarde”

En wat met hele woningen (her)inrichten? Ook gezinnen willen duurzamer leven. Anne Lenaerts: “We moeten ons richten op grote volumes, dus op bedrijven en organisaties. Het zou gewoon te duur zijn om een salontafel en enkele stoelen om te vormen. We doen dat zelf, in ons eigen atelier waar we trouwens ook mensen met afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk hebben. We hebben wel een online winkel – nnofshop.com – waar ook de consument spullen kan kopen, zoals showroommodellen.” Maatwerk in jullie eigen atelier? Dan klinkt een meubeltje dat je zelf in elkaar vijst uit Ikea goedkoper. Didier Pierre: “Dat is het ook, maar we zijn goedkoper dan andere merken die kwalitatief maatwerk maken. Het economische model van Ikea is niet houdbaar in de toekomst. Dat beseft de keten zelf ook. Ikea Zweden heeft met ons contact gezocht in hun zoektocht naar duurzame oplossingen in de circulaire economie. De groep wil bekijken hoe het haar meubilair een tweede leven kan geven en vraagt onze raad. Vandaag kan dat niet: je kan de meubels van Ikea niet eindeloos uit elkaar halen en recupereren. Maar daar kan dus verandering in komen.” Bij Nnof blijft het niet bij meubels recupereren. Jullie zorgen er ook voor dat je kan blijven hergebruiken. Anne Lenaerts: “Klopt. Als we meubels maken, werken we bij voorkeur met vlindermoeren in plaats van met lijm. Zo kan je het meubelstuk later ook weer gemakkelijk demonteren. Ook een refurbished meubel komt ooit aan het einde van zijn leven, wij kunnen het dan gemakkelijk recupereren.”

Fold, enjoy, re-use. Zo simpel als de baseline is, zo geniaal is het duurzame concept van Anneleen Buyle (28). Vanuit haar liefde voor textiel biedt ze met re.fold weerwoord aan grote brooddozen of vervuilende verpakkingen voor je lunch: “Re.fold is niet ‘wéér iets groens’. Het is duurzaam, dat wel, maar ook praktisch én mooi.” tekst Maud Vanmeerhaeghe

66

nota bene - Het magazine van Notaris.be

foto Jan Crab

nota bene - Het magazine van Notaris.be

67


Je hebt mode gestudeerd, maar kiest er met re.fold voor om geen kleren te ontwerpen. Vanwaar die keuze? “Catwalkmode spreekt tot de verbeelding, maar ik heb me nooit 100% comfortabel gevoeld bij het concept ‘fast fashion’. Ik kijk op een andere manier naar textiel: hoe kan ik materialen hergebruiken? Hoe ga ik duurzaam aan de slag met stoffen?” “Het BAAS-ondernemerstraject dat ik vorig jaar bij stad Leuven volgde, zette alles in een stroomversnelling. Op dat moment gaf ik workshops rond verpakken met textiel, een hype die kwam overgewaaid uit Japan. BAAS stimuleerde me om verder te denken en een product op de markt te brengen. Verpakken met stof heb ik daarom doorgetrokken naar het dagelijkse leven: wat pakken mensen elke dag in en kan heel wat duurzamer? Het antwoord lag voor de hand: boterhammen. Iedereen neemt al eens een lunch mee, maar nog al te vaak wordt die verpakt in vervuilende aluminiumfolie of lompe brooddozen. Re.fold moet daar een handig en duurzaam alternatief voor bieden.” Welke keuzes heb je gemaakt om je merk zo duurzaam mogelijk te maken? “Elke keuze die ik maakte, was er een met het oog op duurzaamheid. De zoektocht naar materialen die aan al mijn eisen voldeden, nam dan ook enkele maanden in beslag. Ik wilde stoffen die waterafstotend, voedselveilig en duurzaam zijn én op Belgische bodem gemaakt worden. En ze moesten tegen vlekken kunnen. Het uitdokteren van het logo – dat ik zelf maakte – duurde ook even. Ik wilde dat uiteraard niet op echte lederen labels laten drukken, dus ging ik op zoek naar een milieuvriendelijk alternatief.” “Tot voor kort maakte ik alle re.folds zelf, maar het is stilaan niet meer mogelijk om alles op mijn eentje draaiende te houden. Dus ging ik op zoek naar een maatwerkbedrijf om mee samen te werken. Ook daar lagen mijn eisen hoog. Vanuit een shortlist van acht kanshebbers maakte ik mijn selectie: welk bedrijf is enkel met textiel bezig? Wie werkt enkel in België? Welke firma zet zich in voor sociale projecten?” Is ook dat sociale engagement iets wat je typeert? “Uiteindelijk heb ik voor een maatwerkbedrijf gekozen dat zich inzet op sociaal vlak, ja. Ik bezocht de ateliers om zicht te krijgen op de manier van werken. Het bedrijf waarmee ik in de toekomst samenwerk, biedt kansen aan mensen die elders moeilijk aan de bak geraken.”

68

nota bene - Het magazine van Notaris.be

Hoe moeilijk is het om je bedrijf als duurzaam te positioneren? “Opvallen tussen alle groene en semi-groene bedrijven is moeilijk. Elk bedrijf wil zich vandaag als duurzaam positioneren, maar consumenten zijn kritisch en stellen hoge eisen. Hoogstwaarschijnlijk is re.fold voor sommige mensen niet duurzaam genoeg, maar net zoals je niet 100% gezond kan leven – een vegan ademt ook elke dag schadelijke stoffen in – is 100% duurzaam een utopie. Kies daarom voor duurzamer, pleit niet voor duurzaamst. Die oorlog kan je toch nooit winnen.” “Een mentaliteitsverandering is nodig, dat is waar. We moeten onze voetafdruk in het oog houden. Maar ik ben tegen met het vingertje wijzen. Iedereen maakt fouten. Ik ben me ook bewust van de beperkingen van mijn product. Re.fold is multifunctioneel en ecologisch verantwoord, maar zal niet voor iedereen dé oplossing zijn.” Is het duurzame karakter van re.fold de hoofdreden voor klanten om je product te kopen? Of gebeurt dat vooral uit sympathie voor jou als jonge onderneemster? “Heel wat klanten leren re.fold kennen via pop-upshops of via de website. Die mensen weten niet dat ik het gezicht achter het merk ben. De ervaring leert dat in 90% van de gevallen het praktische de doorslaggevende factor is: re.fold als alternatief voor een onpraktische brooddoos. Dat mijn merk ook nog eens duurzaam is en in eigen land gemaakt is, is mooi meegenomen voor veel kopers, maar niet de hoofdreden voor hun aankoop.”

Is het de bedoeling om de re.fold-lijn verder uit te breiden in de toekomst? “Nu verkoop ik lunchzakjes en de traditionele re.fold in twee formaten. Ook in de toekomst blijft mijn hoofdfocus textiel. Het is al moeilijk genoeg om één product perfect in de markt te zetten, laat staan dat je je wil verdiepen in iets waarvan je eigenlijk niks afweet. Ik ben niet thuis in de wereld van ecologische drinkbussen of herbruikbare rietjes, dus moet ik me daar niet in willen profileren.” “Het zou slimmer en leuker zijn om samen te werken met iemand die daar wel iets van afweet, maar die bijvoorbeeld geen kaas gegeten heeft van textiel. Ik ben ook een pietje precies, dus neem geen genoegen met half werk. Beter om één ding heel goed te doen dan tien dingen maar half. Duurzaamheid moet wel de basis blijven in alles wat ik doe. Niet alleen in de zin van ecologisch verantwoorde keuzes voor mijn product, maar ook als in duurzame relaties met partners. Alleen zo kan re.fold een gevestigde waarde worden.” Elke re.fold is simpel te vouwen. Met de klittenband pas je je re.fold aan aan de grootte van je lunch. Klaar met eten? Elke re.fold was je met de hand en wat afwasmiddel. Ook handig te gebruiken als placemat of schootmatje.

Welke plannen heb je nog met re.fold? “Ik heb heel wat ideeën voor nieuwe ontwerpen en krijg meer en meer aanvragen van potentiële verkooppunten. Broodjeszaken willen een re.fold geven als geschenk bij een volle spaarkaart, zodat hun klanten die bij elke bestelling kunnen hergebruiken om hun broodje in te verpakken. Maar ook scholen zijn geïnteresseerd. Via een groepsaankoop zouden ouders de verpakkingen aan een lager tarief kunnen aankopen.” “Over elke keuze denk ik grondig na, want ik wil niet dat re.fold een gadget wordt. Mensen moeten het associëren met een leuk alternatief voor iets wat ze dagelijks gebruiken. Ik zou het jammer vinden als potentiële klanten hun neus optrokken: ‘wééral iets groens’. Re. fold is duurzaam, dat klopt. Maar het is ook handig, compact en mooi.”

nota bene - Het magazine van Notaris.be

69


Matthias kocht zijn appartement online KOPEN EN VERKOPEN

“Een muisklik en het appartement was gekocht” tekst Bart Claes

foto Thomas De Boever

De openbare vastgoedverkoop gaat digitaal: steeds meer mensen kopen hun woning of bouwgrond met een enkele muisklik op het verkoopplatform Biddit. Dat gaat een pak sneller en is transparanter dan de klassieke verkoop. “Het is nagelbijtend afwachten als die laatste seconden wegtikken”, vertelt Matthias Dhont, die zijn appartement in Zaffelare online kocht.

N

iet langer het hamertje van de notaris heeft het voor het zeggen, maar de aftelklok die onverstoorbaar de minuten en seconden wegtikt Het online verkoopplatform Biddit vervangt langzaam maar zeker de verkoopdagen in cafés en zaaltjes. Sinds de Federatie van het Notariaat (Fednot) in september vorig jaar Biddit introduceerde, werden er al ruim duizend panden en gronden te koop aangeboden. Ook het ruime appartement in Zaffelare waar Matthias Dhont zijn oog op had laten vallen. “Ik huurde samen met mijn vriendin een appartement in hartje Lokeren, maar het werd tijd om zelf iets te kopen. Dichter bij het werk en de streek waar ik ben

Onlineverkoop vastgoed via Biddit is de toekomst

“In enkele weken tijd ben je eigenaar” 70

nota bene - Het magazine van Notaris.be

opgegroeid”, vertelt Matthias. ”We registreerden ons op Biddit en toen de verkoop van start ging, hebben we meteen het eerste bod gedaan.” Het hoogste bod Volgens de spelregels van Biddit (zie kader) kreeg Matthias acht dagen om te bieden. “Heel spannende momenten”, blikt Matthias terug. “De eindtermijn werd in totaal een half uur verlengd omdat er telkens nog een hoger bod kwam. Twee bieders bleven maar tegen elkaar opbieden. Toen dat opbod was stilgevallen, deed ik zelf nog een hoger bod. Het laatste bod, zo bleek.” Eigenaar in zes weken De transparantie, de snelheid en het gemak van het online verkoopsysteem zijn grote troeven, vindt Matthias. “Wel jammer dat je niet weet wie de andere bieders zijn. In een verkoopzaaltje weet je wie je concurrenten zijn. Zijn ze zenuwachtig en zitten ze aan hun limiet? Hebben ze er alle vertrouwen in of niet? Dat weet je niet.” Amper zes weken na het hoogste bod kregen Matthias en zijn vriendin de sleutels van hun nieuwe appartement. Door de controles door de notaris vooraf een pak sneller dan bij een traditionele verkoop. Matthias: “Alle mogelijke informatie, voorwaarden en geldende reglementering staan online en kan je op voorhand doornemen. Zo sta je niet voor een onaangename verrassing.”

Gedaan met de zaaltjes waar de notaris de hamer zwaait, de toekomst van de openbare verkoop is online. Sinds Fednot, de Federatie van het Notariaat, het verkoopplatform Biddit lanceerde, gaat het snel. Al meer dan duizend eigendommen werden online verkocht en steeds meer verkopers zien de voordelen ervan in. “Het gaat sneller, is veilig en transparant”, legt notaris Joni Soutaer uit.

D

e spanning is te snijden in het zaaltje van café De Welkom. De notaris houdt zijn hamer omhoog. “Voor de allerlaatste keer. Niemand biedt hoger? Kan ik definitief toewijzen? En… verkocht!” Voor de derde keer gaat de hamer naar beneden. De verzamelnota bene - Het magazine van Notaris.be

71


koopsvoorwaarden bij. Heel transparant, zonder onaangename verrassingen. ” Al krijg je als verkoper altijd wel het laatste woord. Notaris Soutaer: “Als jouw minimale prijs niet gehaald wordt, kan je beslissen om de verkoop in te houden. Maar uit ervaring weten we dat de verkopen via Biddit evengoed de marktconforme prijs halen.”

de familie knikt tevreden, de koper lacht, de notaris geeft een rondje. Is deze manier van openbare verkoop weldra folklore? Misschien wel, want Biddit is sneller, eenvoudig, transparant en veilig. Voor koper en verkoper. Daar is ook notaris Joni Soutaer van overtuigd. “Een verkoper krijgt vandaag de keuze uit verschillende manieren: een onderhandse verkoop, de klassieke openbare verkoop of een onlineverkoop via Biddit”, vertelt ze. Voorbereiding is alles Hoe werkt het? Het pand of de grond wordt te koop aangeboden op www.biddit.be, met de instelprijs erbij en het moment waarop de verkoop start. Kandidaat-kopers kunnen zich in deze periode registreren via de website. Dat doen ze met hun identiteitskaart en hun contactgegevens. “Voor de verkoop van start gaat, neemt ons kantoor contact op met elke bieder. Dat zijn er gemiddeld negen per verkoop, hebben we onderzocht. We raden de potentiële kopers aan om zich goed voor te bereiden: breng een bezoek aan de woning, ken de limieten van je beschikbare budget en als je een lening wil aangaan, neem dan zeker vooraf contact op met je bank. Kandidaten waar we twijfels bij hebben, kunnen we een borgstelling vragen. Net als bij een klassieke openbare verkoop.” Het laatste woord In tegenstelling tot een klassieke verkoop, is een online verkoop een stuk sneller afgehandeld. “Bij een online verkoop via Biddit zal de notaris immers alle controles vooraf hebben afgerond, zodat je als koper én als verkoper meteen weet waar je aan toe bent. Pas als je ons groen licht hebt, wordt het eigendom online geplaatst met alle mogelijke informatie, geldende regels en ver-

72

nota bene - Het magazine van Notaris.be

Logische evolutie Voor notaris Joni Soutaer zal Biddit op termijn de verkoopzaaltjes vervangen. Een logische evolutie in onze digitale maatschappij. “Mensen maken zich ook niet zomaar vrij voor een verkoop, zonder de zekerheid dat het ook jouw eigendom wordt. En het zijn echt niet alleen de jonge trendsetters die online verkopen. Bij mijn tweede online verkoop was de eigenaar een pientere man van 91 jaar oud. Hij was heel tevreden met hoe het allemaal is verlopen.”

DE SPELREGELS VAN BIDDIT Bieden gebeurt – logischerwijze – online. Geregistreerde bieders krijgen acht dagen om hun bod uit te brengen, telkens met een minimale verhoging van – meestal – 1.000 euro. Elk uitgebracht bod is zichtbaar voor koper en verkoper.

eStox, uw beveiligde digitale effectenregister

Bieden kan overal. De enige vereiste? Internetverbinding. Volgt in de laatste vijf minuten van de achtste dag nog een bod, dan verlengt de termijn met vijf minuten. Enkel zij die eerder al een bod uitbrachten, kunnen dan mee bieden. Komt er nog een bod tijdens die verlengingsperiode, dan wordt de termijn opnieuw met vijf minuten verlengd. Zo gaat het door tot de biedingen stoppen. Geen tijd om zelf te beiden? Dan kan je het systeem vragen om dat voor jou te doen. Stel je hoogste bod in en Biddit zal, telkens er een hoger bod komt, de minimaal toegestane verhoging doen. Tot je maximumbedrag is bereikt. Na je aanvaard bod duurt het zes weken voor je officieel eigenaar bent. Een stuk sneller dan bij een klassieke verkoop, waar er drie à vier maanden zitten tussen de verkoopovereenkomst en de akte. De reden? Bij een online verkoop rondt de notaris alle controles af voor het vastgoed te koop wordt aangeboden.

Discretie verzekerd

UBO-verplichtingen worden automatisch nagekomen

Altijd en overal beschikbaar

Een digitaal register met talrijke voordelen, aangeboden door de notarissen, de accountants en de belastingconsulenten.

www.estox.be

Powered by nota bene - Het magazine van Notaris.be

73


tekst Eva Van den Eynde

foto Jan Crab

KOPEN EN VERKOPEN

Debbie Baute kocht een deel van een beschermd historisch pachthof

“Hier hangt een unieke sfeer” Na een lange zoektocht naar de perfecte woning valt je oog op die prachtig gerenoveerde watermolen of dat charmante godshuisje in de stad. Je bent op slag verkocht, maar dan blijkt dat jouw droomwoning een beschermd gebouw is. Laat je je afschrikken door de verantwoordelijkheden die dat met zich meebrengt of volg je je hart en koop je de woning?

E Zoals het klokje in je beschermde woning tikt... ...tikt het nergens. Want ook al hangen er voorwaarden aan je aankoop en verbouwing (p. 80), de ziel en het verleden krijg je er in je beschermde erfgoed gratis bij. Dat zag ook Debbie Baute, die voor Nota Bene de deuren van haar imposante vierkantshoeve in de rand van Brussel openzette (foto). Net als Michel Gilbert, art nouveau-bewonderaar die een huis van de grote Victor Horta bewoont (p. 77), zou ze haar karakterhuis voor geen nieuwbouwwoning willen ruilen.

7474

nota bene - Het magazine van Notaris.be nota bene - Het magazine van Notaris.be

en imposante vierkantshoeve met een idyllische binnentuin en mooi gerestaureerde historische elementen in een rustige omgeving aan de rand van Brussel: geen wonder dat dit pand in het oog sprong toen Debbie Baute op zoek was naar een nieuwe woning. Na een bezoek aan het voormalige woonhuis op het erf was de knoop snel doorgehakt. Dat het om een beschermde site ging, was voor Debbie geen onoverkomelijke hindernis. “De eerste reactie van mensen is vaak ‘zou je dat wel doen, zo’n beschermde woning, daar komen veel regeltjes bij kijken’”, zegt Debbie. “En het klopt ook wel dat er meer bij komt kijken dan bij de aankoop van een nieuwbouwwoning bijvoorbeeld. Maar ik wist waar ik aan toe was, ik had in het verleden nog als consultant voor het agentschap Onroerend Erfgoed gewerkt. Bij de aankoop van een beschermd goed komen verantwoordelijkheden. Het is je taak om zorg te dragen voor het erfgoed en het verleden te respecteren. Je kan dus inderdaad niet zomaar een muur uitbreken. Maar daar staat tegenover dat je wel in een uniek pand woont met een ziel en een verleden.” Frankische nederzetting Wie een blik op het erf werpt, begrijpt meteen wat Debbie bedoelt. De plek ademt geschiedenis. Het hof was

wellicht een Frankische nederzetting uit de zevende eeuw. Vermoedelijk is het zelfs de geboorteplaats van de heilige Goedele, de patroonheilige van Brussel, naar wie ook de Sint-Michiels en Sint-Goedelekathedraal werd genoemd. In de elfde eeuw behoorde het gebouw toe aan de abdij van Affligem en deed ze dienst als pachthof waar vee werd gekweekt en gewassen geteeld om de abdij te bevoorraden. In de middeleeuwen werd het een versterkt woonhuis met een omwalling tegen plunderaars. Het gebouwencomplex met een neerhof, een opperhof en stallingen, bleef tot de jaren 90 van de 20ste eeuw een landbouwbedrijf. Tot de hele site begin jaren negentig grondig werd gerenoveerd en opgesplitst in acht appartementen in het voormalige neerhof, twee woningen in de vroegere stallingen en twee woningen in het oorspronkelijke woonhuis. Debbie kocht een deel van het voormalige woonhuis, waar ook een privétuin bij hoort die uitmondt in de groene omgeving van de Maalbeekvallei. “De hele omgeving is beschermd, blijkbaar was dit strategisch een belangrijke plaats”, zegt Debbie. In de tuin staan ook een historische waterput en een bakhuis, die uiteraard ook beschermd zijn. “Aan het bakhuis zijn wat herstellingswerken nodig waarvoor de nodige toelatingen vereist zijn.” nota bene - Het magazine van Notaris.be

75


tekst Gilda Benjamin

Want inderdaad, wie in een beschermde woning woont, moet over bijna elke ingreep overleggen met het agentschap Onroerend Erfgoed. “We kunnen bijvoorbeeld niet de doorsnee mortel gebruiken om het gebouwtje te voegen, het moet er net zo uitzien als het oorspronkelijk was en net dezelfde functionaliteiten hebben als vroeger. Dat vraagt wat opzoekingswerk, maar de contacten met het agentschap zijn heel goed. Ook voor hen is het soms zoeken, ook bijvoorbeeld wat de wetgeving betreft want die is vaak voor interpretatie vatbaar. Het is een kwestie van samenwerken.”

“Het is wat zoeken naar zo veel mogelijk hedendaags wooncomfort” Patrimonium vrijwaren In dit geval zijn zowel de buitenkant van de gebouwen als de interieurs beschermd en ook de omgeving is geregistreerd als beschermd dorpsgezicht. “Dat betekent dat zelfs de verfsoort aan bepaalde vereisten moet voldoen. Niet alleen voor de look van het interieur, maar ook om technische redenen. De muren zijn een meter dik en bevatten vocht, om ze te laten ‘ademen’ gebruiken we best een specifieke kalkverf. Ook is het moeilijk om hier ecologische ingrepen te doen en aangezien het gebouw hoge plafonds heeft, scoren we niet fantastisch op het vlak van energie-efficiëntie. Het is wat zoeken naar zo veel mogelijk hedendaags wooncomfort in de gegeven context. Maar anderzijds zorgen we er wel voor dat ons patrimonium in goede staat blijft.” Of ze dan helemaal niet getwijfeld heeft om zich aan dit avontuur te wagen? “Je mag je er niet blind instorten natuurlijk, maar als je je goed geïnformeerd hebt en je weet waar je aan begint, dan zie ik geen reden om het niet te doen. Wat ik wel aanraad, is om een notaris in de arm te nemen. Zo weet je van bij de start waar je aan toe bent. Soms wordt afgeraden om een historische woning te kopen omdat die veel regels en verantwoordelijkheden met zich meebrengt, maar dat is jammer. Mensen zouden juist aangemoedigd moeten worden om zich te engageren voor het vrijwaren van erfgoed.” Wat de situatie nog wat ingewikkelder maakt, is dat het erf bestaat uit twaalf verschillende wooneenheden. Ieder is eigenaar van zijn deel en staat mee in voor

76

nota bene - Het magazine van Notaris.be

foto Jan Crab

Eigenaar van een beschermde woning

de gemeenschappelijke delen zoals het binnenhof, de bestrating en de boomgaard aan de straatzijde. “We houden jaarlijks een eigenaarsvergadering en laten de gemeenschappelijke delen onderhouden door een tuinman. Dat verloopt allemaal vlot. Iedereen is hier op zijn rust gesteld en dat wordt onderling gerespecteerd.” Verminderd verkooprecht Debbie kocht de woning in haar eentje. “Dat was toch wel een extra stressfactor aangezien financieel alle last op mijn schouders komt. Maar ook dat kon mij niet tegenhouden om de woning te kopen. Voor de aankoop heb ik een erfgoedconsulente uitgenodigd om samen door de woning te lopen en te bekijken welke ingrepen wel en welke niet mogelijk waren. Je koopt zo’n pand immers zoals het is, je kan er niet zomaar een veranda gaan aanbouwen.” Mensen die een beschermd monument aankopen als gezinswoning kunnen ervoor kiezen om gebruik te maken van verminderd verkooprecht (1% in de plaats van 7% van de aankoopsom). Wie voor die regeling kiest, is wettelijk verplicht om een beheersplan te laten opstellen en het voordeel van de 6% te investeren in het behoud van het erfgoed. “Het is een heel werk om zo’n beheersplan op te stellen en het is uiteindelijk een lijvig dossier van ruim 100 pagina’s geworden. Er komt dan een architect gespecialiseerd in erfgoed langs en die inventariseert alle erfgoedkenmerken tot in de kleinste details. Er wordt ook in opgenomen welke herstellingen er dienen te gebeuren en op welke manier, want je moet de oude technieken en materialen die gebruikt werden respecteren.” “Er komt veel kijken bij de aankoop van een beschermde woning, maar dat heb ik er wel voor over. Ik begeleid als coach bedrijfsleiders bij organisatieverandering en laat de individuele sessies hier op het erf doorgaan. Je merkt dat deze speciale omgeving mensen meteen op hun gemak stelt. Het is die sereniteit die hier hangt die voor mij de doorslag gaf om de woning te kopen.”

Michel Gilbert is al enkele jaren gepassioneerd door de art nouveau, én eigenaar van een paar woningen die werden ontworpen door onze bekendste architect, Victor Horta. Het huis waar hij samen met zijn gezin woont, Hotel Max Hallet, is een pareltje dat dankzij het engagement van zijn bewoner in zijn oude glorie is hersteld.

Michel Gilbert: een passie voor Horta D

e pracht en praal van het in 1904 gebouwde huis springen al bij de voordeur in het oog, zonder echter op enig moment overdadig aan te doen. Het is eerder een soort uitgelaten vervoering bij het zien van de majestueuze trap, de lichtheid van de ruimtes en dat prachtige glasraam, dat overigens boven aan het restauratielijstje van de eigenaar staat. Vanwaar die passie voor Horta? “Ik was al geboeid door de art nouveau en zo kwam ik tot de slotsom dat Horta de allerbeste was, maar ik had nooit durven dromen dat ik op een dag eigenaar zou zijn van een van zijn woningen. Er zijn er namelijk niet zo heel veel van. De eerste kans die zich aandiende, was met het Huis Vinck in de Washingtonstraat in Brussel. Dat was niet beschermd, en is dat verbazend genoeg ook vandaag nog steeds niet. Ik wilde het beetje bij beetje, in de geest van Horta, in zijn oude glorie herstellen. Daarna kocht ik het Huis Winssinger, de Villa Carpentier in Ronse en ten slotte Hotel Max Hallet, alle drie tussen 2000 en 2007. Aangezien ik zelf actief ben in de vastgoedsector leken de werken me niet onoverkomelijk. Maar al snel leerde ik dat er een groot verschil is tussen renoveren en restaureren. Bij een restauratie moet je een huis renoveren met respect voor de oorspronkelijke architect, zonder je eigen willetje de overhand te laten krijgen.”

nota bene - Het magazine van Notaris.be

77


Is dat niet beangstigend, een beschermd monument kopen? “Het klopt dat dat voor veel mensen een struikelblok is. Huis Winssinger was maar gedeeltelijk beschermd, Villa Carpentier en Hotel Max Hallet helemaal. Ik was wel een beetje bang dat ik niet zomaar kon doen wat ik wilde en helemaal gerust was ik niet in mijn ontmoeting met de verantwoordelijken van Monumenten en Landschappen! Ik ontdekte al snel dat zij een belangrijke rol spelen in het behoud van ons erfgoed. Maar zij zijn natuurlijk niet degenen die in een beschermde woning moeten wonen, dus zij hebben geen last van de problemen waar wij dagelijks mee te maken krijgen. Soms zijn ze dus nogal star. Er is een verschil tussen het restaureren van het Horta-museum of het Paleis voor Schone Kunsten, wat openbare gebouwen zijn, en een woning waar de eigenaar ook echt wil gaan wonen. Er was al een andere koper voor Hotel Max Hallet, de verkoopovereenkomst lag klaar. Toen die persoon ontdekte dat het gebouw beschermd was, is hij gaan praten met Monumenten en Landschappen. Geen van de werken die hij wilde uitvoeren, was toegelaten, dus besloot die persoon om af te zien van de koop.” Voor welke eisen heb je moeten vechten? “Wanneer ik een huis koop om erin te wonen, is het normaal dat ik er een keuken en badkamer in wil plaatsen volgens de moderne normen en niet in de kelder. Een Horta-huis hoeft zich niet te beperken tot een museum of een prestigeproject. Je moet weten dat verschillende huizen werden opgekocht om er kantoren van te maken. Vlak voor zijn dood heeft Horta zijn archieven vernietigd, dus we beschikken over weinig sporen van zijn werken. Die huizen werden allemaal verschrikkelijk lelijk verbouwd en Winssinger is ongetwijfeld het werk van mijn leven wat de restauratie betreft. Het huis had duidelijk te lijden gehad onder de tijd. We zijn erin geslaagd om het zijn cachet terug te geven, maar als eengezinswoning kan het niet meer dienen. Villa Carpentier daarentegen blijft dicht bij hoe het oorspronkelijk was.” En hier? “Je moet schipperen tussen de drang om je eigen stempel te drukken en de verplichting om de geest van Horta te respecteren. Monumenten en Landschappen toont zich wat vasthoudend over alles wat bestaand, gekend en oorspronkelijk is. Zo mocht ik de zijde op de muren niet veranderen. Als ik onomkeerbare werken aan het huis laat uitvoeren, ben ik in overtreding. Die muurbe-

78

nota bene - Het magazine van Notaris.be

kleding werd op precies dezelfde manier herdaan door de vorige eigenaar. Ze kunnen er ook op aandringen, zonder verplichting, om bepaalde installaties te laten zoals ze zijn, zoals ontbrekende deurklinken die vervangen moeten worden. We bespreken al die dingen geval per geval. Ikzelf werk samen met architect Barbara van der Wee, die gespecialiseerd is in Victor Horta. Zij is het dan ook gewend om te communiceren met Monumenten en Landschappen en werkt steeds ten dienste van het erfgoed. Er zijn toegevingen gedaan op technisch vlak, zoals de elektriciteit en de inplanting van bepaalde kamers. Het was immers ook de bedoeling om er een aangename eengezinswoning van te maken.” Raak je op de duur gepassioneerd door restaureren? “Ik vind het bijzonder boeiend om een oud huis nieuw leven te geven. Ik beschik over de juiste contacten en weet wie de beste vaklui zijn om mee samen te werken. Het is een waar plezier om de werken met hen te bespreken, om alles te zien evolueren, want zij zijn al even gepassioneerd als ik. Je moet niet denken dat ik voortdurend op de vingers word gekeken. De werken worden opgevolgd, volgens een heel precies bestek. En dat is ook normaal, je mag niet in het wilde weg beginnen te werken. En bovendien krijg ik er subsidies voor.”

Is het moeilijk om subsidies aan te vragen? “Je moet een precieze aanvraag indienen. Voor onderhoudswerken is het proces veel eenvoudiger. Voor restauratiewerken heb je absoluut de steun nodig van Monumenten en Landschappen, zoals voor het herbouwen van de schouw, het plaatsen van ramen en deuren, zelfs voor het afbreken van een element dat later aan de originele constructie werd toegevoegd. In Brussel gebeurt dat hele proces vrij snel. Voor grootschalige werken kun je zelfs een voorschot krijgen. In Vlaanderen daarentegen liggen de zaken veel ingewikkelder. Ik wilde het dak van de Villa in Ronse vervangen, volgens het originele ontwerp, maar toch heeft het zeven jaar geduurd voor ik mijn vergunning kreeg!” Hoe leef je in een beschermd monument met vrouw en kinderen zonder dat je de indruk hebt in een museum te verblijven? “De twee zijn perfect compatibel. Mijn jongste kinderen zijn 5 en 6 en weten waar ze voorzichtig moeten zijn. In hun kamer werden de muren gewoon geschilderd en mogen ze hun tekeningen en zo ophangen. Wij leven hier zoals alle andere gezinnen.” Kunnen we stellen dat je een soort samenwerkingsverband hebt met Monumenten en Landschappen? Je werkt samen aan het behoud van het erfgoed. “Het zou nog beter kunnen. Ik zou graag een suggestie doen: dat Monumenten en Landschappen proactiever gaat werken. Als een goed beschermd is, en dat is algemeen bekend aangezien de notaris de partijen informeert over de stedenbouwkundige situatie van het goed, zou het geen slecht idee zijn als Monumenten en Landschappen tijdens de ondertekening van de akte naar het kantoor van de notaris kwam om bijkomende informatie te geven, een lijst, een folder met wat meer uitleg over de te ondernemen stappen.” Bent u verplicht publiek toe te laten tot uw woning? “Nee, dat is een algemene misvatting. Ik ben niet verplicht mijn huis open te stellen tijdens de Erfgoeddagen bijvoorbeeld. Iedere eigenaar beslist dat zelf. Ik persoonlijk organiseer enkele bezichtigingen tijdens het jaar. Niet voor het geld, hoewel de opbrengst van die inkomtickets natuurlijk wel helpt, maar omdat ik mijn passie wil delen.”

nota bene - Het magazine van Notaris.be

79


Een beschermd huis: een hele klus Een beschermd monument roept vaak het beeld op van een kasteel in goede of minder goede staat, van een indrukwekkende abdij of zelfs een fantastisch restant uit het industriële tijdperk. Maar soms zijn het ook gewoon huizen die perfect verkocht kunnen worden. Heel aanlokkelijk, maar wat kun je verwachten?

Wanneer je een woning koopt die beschermd is als monument, of die op weg is naar die status, ben je als eigenaar verplicht om die woning met de grootste zorg te onderhouden. Het is dan verboden om het gebouw lelijker te maken, te laten verkommeren of het af te breken. Je mag wel ruimtes en elementen veranderen, aanpassen of verbeteren, maar daarbij moet je erop toezien dat de historische, originele en belangrijke delen bewaard blijven. Wanneer je eigenaar bent van een beschermde woning heb je dus bepaalde verplichtingen, maar er zijn ook rechten aan verbonden zoals specifieke steunmaatregelen en bepaalde fiscale voordelen. De hoofdzaak is het behoud van ons patrimonium. In België valt die bevoegdheid onder de Gewesten. Vlaanderen Wil je in Vlaanderen een beschermd onroerend erfgoed aankopen, ga dan eerst ten rade op de website van het Agentschap Onroerend Erfgoed (onroerenderfgoed. be). Daar vind je alle info over vergunnings- of toelatingsplicht, de mogelijkheden rond financiële ondersteuning en actief en passief behoud. Want koop je een beschermd erfgoed, dan doe je dat volgens het actief en passief behoudsbeginsel. Volgens het actieve beginsel ben je als eigenaar verplicht om beheers-, onderhouds-, herstellings- en beveiligingswerken uit te voeren voor het behoud en het onderhoud van je onroerend erfgoed. Het passieve beginsel, aan de andere kant, verbiedt elke handeling die de erfwaarde van je beschermd terrein of goed kan aantasten. Slopen of vernietigen is met andere woorden altijd verboden.

80 80

nota nota bene bene -- Het Het magazine magazine van van Notaris.be Notaris.be

Plan je beheers-, onderhouds- of restauratiewerken aan of in je beschermd onroerend erfgoed? Dan verschilt de procedure afhankelijk van het statuut van je erfgoed en het soort werken dat je wil uitvoeren. Voor regulier onderhoud is uiteraard geen toelating nodig, voor kleine en grote(re) werken aan je beschermd monument wel. Zowel bij de aankoop als de restauratie van je erfgoed heb je mogelijk recht op financiële ondersteuning. Ook over premies vind je op Onroerend Erfgoed alle informatie. Extra tip: vraag een vooroverleg aan om je geplande werken te bespreken voor je effectief je aanvraag indient. Dat vooroverleg is vaak gekoppeld aan een plaatsbezoek door de erfgoedconsulent van de gemeente, zodat eventuele euvels al in de startfase verholpen kunnen worden. Brussels Hoofdstedelijk Gewest De regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft de uitvoering van haar beschermingsbeleid toevertrouwd aan de Directie Cultureel Erfgoed. Die dienst wordt bijgestaan door andere directies: Brussel Stedenbouw en Erfgoed (BSE), de cel Inspectie en Administratieve Sancties (IAS) en de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen (KCML). Alle werken die men wil uitvoeren aan geklasseerde gebouwen of panden die ingeschreven staan op de beschermde lijst (d.w.z. gebouwen waarbij de onderzoeksprocedure lopende is of die definitief beschermd zijn) zijn onderworpen aan een unieke stedenbouwkundige vergunning. Zonder een dergelijke vergunning is het verboden om een goed geheel of gedeeltelijk te restaureren, er te graven of onderzoek te doen, het geheel of gedeeltelijk te verplaatsen en het uitzicht ervan te veranderen. In het Brussels gewest behandelt de omgevingsvergunning tegelijk de stedenbouwkundige en erfgoedaspecten. Een besluit van zogenaamd ‘miniem belang’ legt de handelingen en werken vast die met inachtneming van bepaalde voorwaarden mogen uitgevoerd worden zonder de KCML en/of de gemeente te raadplegen.

Hoeveel kost een garage in België? Samen met de kustgemeentes vormen twee Brusselse gemeentes de top 10 van plaatsen waar de prijs voor garages het hoogst ligt in België.

Terwijl garages meer en meer aan belang winnen als onroerend goed, brengt de Federatie van het notariaat (Fednot) voor het eerst cijfers uit over de prijzen van garages in België. Tijdens de eerste zes maanden van 2019 bedroeg de gemiddelde prijs van een garage 29.242 euro, goed voor een stijging van 0,6% ten opzichte van het gehele jaar 2018. Die gemiddelde prijs omvat zowel garageboxen als parkeerplaatsen. De eerste categorie kost gemiddeld 3.300 euro meer dan de tweede. De gemiddelde prijs wordt sterk beïnvloed door de gemeente waarin het goed gelegen is. In Knokke-Heist zijn de prijzen het hoogst, met een gemiddelde van 57.700 euro per garage. Van de tien Belgische gemeentes waar de prijzen van de garages het hoogst liggen, bevinden er zich acht aan de kust.

De twee uitzonderingen op de regel bevinden zich in Brussel: Elsene en Brussel-Stad. Met een gemiddelde prijs van 43.835 euro per garage is Elsene zelfs de vierde duurste gemeente van het land. “Er zijn twee fenomenen die de stijgende vraag verklaren. Eerst en vooral zijn openbare parkings steeds meer betalend, en soms verdwijnen ze zelfs. Het fenomeen breidt zelfs uit naar de kleinere steden”, legt notaris Renaud Grégoire uit. Gezien de lage rentevoeten is een investering in vastgoed bovendien een vaste waarde voor mensen die hun geld willen laten opbrengen. “Vijftien tot twintig jaar geleden hadden mensen een garage om er hun auto in te parkeren. Tegenwoordig kopen ze een parkeerplaats of garage om ze te verhuren”, gaat de notaris verder. Een garage biedt ook een aantal voordelen ten opzichte van een investering in een appartement of een huis: de aankoopprijs ligt minder hoog, het beheer van het goed is makkelijker, er is meer flexibiliteit voor de verhuur... Brussel: tweemaal goedkoper in Anderlecht dan in Elsene Voor het hele Brussels Hoofdstedelijk Gewest bedraagt de gemiddelde prijs van een garage 28.681 euro, een stijging van 3% ten opzichte van het gehele jaar 2018. De prijzen variëren sterk van gemeente tot gemeente. De gemiddelde prijs van een garage in Anderlecht, 19.676 euro, is bijvoorbeeld meer dan tweemaal goedkoper dan die van een garage in Elsene. In Brussel-Stad tel je gemiddeld 37.325 euro neer voor de aankoop van een garage. De mediaanprijs ligt echter op 30.000 euro, wat wil zeggen dat de helft van de verkopen gebeurt tegen een lagere prijs. tekst Tom Jenné

Voor bepaalde werkzaamheden aan definitief beschermde gebouwen kan je genieten van financiële ondersteuning. Een besluit van de regering legt de voorwaarden voor toekenning van die subsidies vast.

Tekst Gilda Benjamin en Maud Vanmeerhaeghe

nota bene - Het magazine van Notaris.be

81


D E N O TA R I S

Isolatieregels strenger vanaf 2020

Denk aan je dak Per 1 januari moeten alle daken en ramen van woningen én huurwoningen in Vlaanderen voldoende geïsoleerd zijn. Wie niet in regel is, krijgt strafpunten. Dat kan je parten spelen als je een woning wil verhuren of kan leiden tot de ongeschiktheid van je woning. Voor welke woningen geldt de regel? Daar kunnen we kort in zijn: zowat álle woningen. De Vlaamse dakisolatienorm heeft het expliciet over woningen (ook studio’s en appartementen) die “vóór 1 januari 2006 aangesloten zijn op het elektriciteitsnet”. Recentere woningen voldoen meestal al aan de norm. Enige uitzondering: kamers en daken kleiner dan 2 vierkante meter. Er is isolatie en er is isolatie… … en dus moet er een norm zijn. Voor wie technisch aangelegd is: de warmteweerstand moet minstens 0,75m² K/W (m² kelvin per watt) bedragen. Voor alle anderen: het hangt natuurlijk af van de kwaliteit van het isolatiemateriaal, maar het komt ongeveer op een laag van 3 tot 4 cm. Is je zolder onbewoond en onverwarmd? Dan is dat geen excuus om niet te isoleren. Wel voldoet een zoldervloer- of plafondisolatie. Wie zal dat betalen? Voor energiebesparende investeringen kun je via netwerkbeheerder Fluvius premies aanvragen voor onder meer isolatie van daken, muren en

82

nota bene - Het magazine van Notaris.be

vloeren en de plaatsing van hoogrendementsglas. Beschermde afnemers hebben recht op hogere premies en kunnen bovendien gebruik maken van een gratis energiescan. Wie een woning verhuurt aan beschermde afnemers, kwetsbare groepen of onder een bepaalde prijs kan ook aanspraak maken op isolatiepremies. Wat als je dak niet voldoet? Dan kan de wooninspecteur je strafpunten toekennen. In theorie kan iedereen een onderzoek naar de ongeschiktheid van je woning aanvragen, maar de kans dat de inspecteur aanklopt bij je eigen woning is klein. In de praktijk gebeurt zo’n interventie het vaakst op vraag van huurders – zo’n aanvraag doe je bij de gemeente – of een derde partij (OCMW, sociaal verhuurkantoor). Vooral verhuurders zullen dus met de maatregel te maken krijgen. Heb je een maximaal aantal strafpunten, dan kan je woning ongeschikt verklaard worden. Vanaf 2023 kan het ontbreken van dubbelglas al leiden tot ongeschiktheid. In de tussenperiode krijg je strafpunten voor enkele beglazing.

Je (verhuur)woning is ongeschikt, wat nu? Isoleren, natuurlijk. Doe je dat niet binnen het jaar, heft de gemeente een belasting tussen de 500 en 900 euro. Een ongeschikte woning mag je niet verhuren of ter beschikking stellen – daar staan boetes en zelfs een gevangenisstraf tegenover. Lopende huurovereenkomsten kunnen nietig verklaard worden. Bovendien kan de huurder huur terugvorderen. Moet de huurder verhuizen? Dan draai je op voor de kosten. Mag je een ongeschikt verklaarde woning verkopen? Dat mag, maar dat zal nadelig zijn voor de verkoopprijs en bovendien zal de notaris de koper daarover informeren. De nieuwe koper draait immers op voor de heffing, maar krijgt daarvoor twee jaar vrijstelling – voldoende tijd om de werken aan te vatten. Meer info: energiesparen.be en notaris.be

tekst Dirk Remmerie

Een akte via videoconferentie voor een nog toegankelijker notariaat Voortaan is het mogelijk om een notariële akte af te sluiten via videoconferentie. Een innovatie die aantoont dat de Belgische notarissen de digitale kaart trekken en oplossingen aanreiken die de cliënt tijd besparen. Wie een woning wil kopen of een nalatenschap wil afwikkelen, hoeft zich niet langer te verplaatsen naar de notaris van de andere partij. Het betreft hier een nieuwe stap in de digitale transformatie van het notariaat. Die nieuwe technologie stelt notarissen en hun cliënten in staat om de akte op afstand te bespreken, het voorlezen ervan bij te wonen en aanpassingen aan de akte aan te brengen zonder zich te verplaatsen. Het wordt zelfs mogelijk om de akte op afstand te ondertekenen. Dat levert een aanzienlijke tijdsbesparing op, want er is minder heen en weer gerij. Het notariaat wil een verandering teweegbrengen waarbij de nadruk wordt gelegd op het milieu, en videoconferentie is daarvan de eerste stap. “Na de lancering van Biddit, het online verkoopplatform voor onroerend goed, draagt het notariaat nu opnieuw bij aan de digitale transitie van de samenleving. De ondertekening van een akte op afstand maakt de diensten van de notaris alweer een stap toegankelijker. Die technologie zal op grote schaal in het notariaat worden uitgerold. Ze is een van de eerste concrete stappen van het notariaat in zijn ambitie om bij te dragen aan een ecologische en duurzame bewustmaking. Die aanpak moet ertoe leiden dat de betrokken partijen minder verplaatsingen moeten maken zodat er meer tijd is om zich langer en in overleg met de notaris op de kern van de zaak te concentreren”, zegt Philippe Bosseler, voorzitter van de Federatie van het Notariaat (Fednot).

De nieuwe benadering is wettelijk mogelijk gemaakt door de wet Potpourri V die het verlijden van een akte op afstand regelt. De akte kan op afstand worden betekend via videoconferentie, voor twee of meer notarissen, op voorwaarde dat alle partijen het eens zijn over die werkwijze. De partijen en interveniënten die niet aanwezig zijn bij de notaris die de oorspronkelijke akte bijhoudt, worden vertegenwoordigd met een volmacht op het moment dat de akte moet worden ondertekend. In geval van een koopovereenkomst is het meestal de notaris van de koper die de oorspronkelijke akte bewaart. Mogelijks rekent de notaris voor de akte op afstand een beperkte kost aan. Notarissen mogen immers bepaalde administratieve en technische kosten doorrekenen. Cliënten mogen de notaris altijd op voorhand vragen welke kosten hij al dan niet voor de akte op afstand aanrekent. De houder van de volmacht is een persoon die aanwezig is in het kantoor van de notaris die de oorspronkelijke akte (‘de minuut’) bijhoudt, bijvoorbeeld een medewerker. Voor zover die volmacht authentiek moet zijn, bepaalt de wet dat de volmacht voor het verlijden van een akte gratis op afstand wordt geregistreerd en vrijgesteld is van het recht op geschriften. De kosteloosheid van die volmacht is eveneens een nieuwe wettelijke bepaling. De partijen moeten er ook op toezien dat alle nodige documenten in hun oorspron-

kelijke vorm (bij een aankoop: elektrische keuring, postinterventiedossier, basisakte, EPB-verslag enz.) en minstens een sleutel op voorhand (zeker vijf werkdagen voor het verlijden van de akte) worden overhandigd aan de notaris die de minuut bewaart. Dat kan zowel per post als in persoon. Wegens de technische beperkingen kan men slechts twee notariskantoren over het beveiligde netwerk met elkaar verbinden. Zowel de houder van de minuut als de notaris die op afstand intervenieert moet tijdens de volledige duur van de videoconferentie aanwezig zijn. De notaris die de minuut bijhoudt, kan het proces in gang zetten en de videoconferentie starten op het tijdstip van het verlijden van de akte. De akte zelf zal tijdens de videoconferentie op groot scherm worden overlopen. Alle partijen en alle notarissen kunnen vragen stellen en/of opmerkingen formuleren. Ook tijdens de videoconferentie kunnen nog aanpassingen worden aangebracht tijdens het overlopen van de akte, rechtstreeks op het scherm, zodat alle betrokkenen de wijzigingen kunnen zien. Pas daarna wordt de akte (opnieuw) afgedrukt en ter ondertekening voorgelegd. Bij het verlijden van een akte in fysieke aanwezigheid van alle partijen, moeten de partijen elkaar kunnen zien en horen. Dat zijn twee belangrijke aspecten die gewaarborgd moeten worden. De videoconferentie is een volwaardig technologisch alternatief: de partijen en notarissen zien en horen elkaar op het scherm en via de luidspreker, waardoor het menselijke aspect behouden blijft en een rijke dialoog mogelijk is. Philippe Bosseler: “Notarissen moeten voortdurend waken over en bijdragen aan de evolutie van de rechtszekerheid door IT- en digitale ontwikkelingen te omarmen. Met de hulp van hun notaris moeten burgers gebruik kunnen maken van alle wettelijke garanties die de digitale wereld hun biedt.” Tekst Tom Jenné

nota bene - Het magazine van Notaris.be

83


Marc Herremans

“Ik heb geen pech gehad, maar heel veel

geluk� 84

nota bene - Het magazine van Notaris.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.