Onze grootste ijver moet zijn: ons in het leven van Jezus Christus verdiepen.
8
9
Als je heel de Bijbel vanbuiten kende en alles wat geleerden geschreven hebben, wat zou je eraan hebben zonder de liefde en genade van God?
10
Ik verlang liever de diepe verslagenheid van berouw in mijn hart te gevoelen dan de definitie ervan te weten.
11
Een deemoedige boer die God dient, is beter dan een trotse wijsgeer die de loop der sterren observeert maar zichzelf verwaarloost.
12
Dit is de allerhoogste en meest nuttige les: jezelf waarachtig kennen en nietig achten.
13
Omdat velen meer uit zijn op weten dan op goed leven, gaan zij vaak dwaalwegen en brengen zij bijna geen of alleen slechte vruchten voort.
14
Waarlijk voorzichtig is hij die al het aardse schade en drek acht, opdat hij Christus moge gewinnen.
15
Men moet niet ieder woord en iedere opwelling geloven. Nee, een zaak dient behoedzaam en volhardend te worden gewogen overeenkomstig Gods norm. 16
Mensen gaan voorbij, maar de waarheid van de Heere blijft in eeuwigheid.
17
Onze nieuwsgierigheid hindert ons vaak bij het lezen van de Schriften, wanneer wij willen begrijpen en beredeneren waaraan wij eenvoudig voorbij moesten gaan.
18
Er is dus geen vrede in het hart van een vleselijk mens; ook niet in het hart van een mens die toegewijd is aan de uiterlijke begeerten; maar wel in het hart van een vurig en geestelijk mens. 19
Wees niet ingenomen met jezelf vanwege je bekwaamheid of verstand, opdat je niet mishaagt aan God van Wie alles is wat je aan goeds van nature bezit.
20
Wens alleen met God en Zijn engelen vertrouwelijk te zijn en vermijd het bekend willen zijn bij mensen.
21
Als God in ons midden is moeten wij soms onze eigen meningen laten varen vanwege het goede van de vrede.
22
23