Inhoud Woord vooraf Inleiding Zelfbeproeving – Voorbereidingszondag Troost – Maandag Belofte – Dinsdag Geloof – Woensdag Gemeenschap – Donderdag Sursum corda – Vrijdag Hoog omhoog Gedachtenis – Zaterdag Nodiging – Avondmaalszondag Rots der eeuwen Gesprek Zegen Vragenbeantwoording Ter overdenking Literatuur Bijlage I Bijlage II
Noot: Voor de leesbaarheid zijn (aanspreek)titels van personen weggelaten.
5 6 10 13 17 20 25 29 32 33 37 38 39 41 44 51 52 54 63
Zelfbeproeving Voorbereidingszondag
Er zijn gemeenteleden die smachtend uitzien naar het avondmaal. Er zijn ook gemeenteleden die er als een berg tegen opzien. De woorden van het avondmaalsformulier of ten diepste van God door Zijn apostel in 1 Korinthe 11:23-29 zijn niet bevrijdend maar bedreigend en beklemmend. Die eerste woorden gaan nog wel. Maar zodra de woorden een oordeel eten en drinken tijdens de voorbereidingsdienst klinken, breekt sommigen het angstzweet uit. Een diepe huiver daalt over de gemeente. Wie kan dan bestaan of aangaan? Het moge duidelijk zijn dat niemand aan het avondmaal des Heeren kan aangaan, dan enkel op grond van Gods genade. Evenzeer is duidelijk dat de apostel Paulus wil dat Gods kinderen gebruikmaken van het avondmaal (vers 28). Dat geldt ook voor u of jou. We zijn er niet klaar mee als we zeggen: ‘Ik ben onbekeerd’, of: ‘Ik erger me groen en geel aan sommigen van de gemeente.’ Laten we ernst maken met de inzetting van het avondmaal en ons houden aan de gezonde woorden van de apostel in 1 Korinthe 11. We dienen niet een ander te beproeven, maar onszelf (vers 28). De nadruk valt in dit gedeelte niet op de waardige11 avondmaalganger. Paulus wijst erop dat het avondmaal op de juiste, dat is rechte wijze gebruikt wordt. Daaraan schortte het in Korinthe. Dat stelt de apostel aan de kaak. Niet meer en niet minder. Dat deed hij dus met het doel dat men aan de tafel des Heeren aanging en niet opdat men zou afblijven. De klassieke fout die in de week van voorbereiding vaak gemaakt wordt is: gaan zitten rekenen. Optellen en aftrekken. En na de week van voorbereiding maken we de balans op: wel of niet aangaan. Maar dat is niet des Heeren avondmaal houden! Paulus, ten diepste de Heere (vers 23), wil dat 11. Er is nooit enige waardigheid in de avondmaalganger. Paulus zegt echter: ‘die onwaardiglijk eet en drinkt …’ Het gaat hier om een waardig gebruik. Het is geen gewone maaltijd, maar de maaltijd des Heeren. Daar gaat het om! Dat dient de avondmaalganger zich te realiseren.
10
het avondmaal gevierd wordt, niet tot een oordeel (vers 29), maar tot een zegen. We dienen in de week van voorbereiding niets meer van onszelf te verwachten, maar alles van de Heere. Zodat we niet langer afblijven, maar aangaan op het Woord van de Heere, Die zegt: Doet dat tot Mijn gedachtenis. Een woord voorwaar niet gegeven om het maar naast ons neer te leggen. Lezen: 1 Korinthe 11:17-34 – Zingen: Psalm 139:1,14 Vragen Verlángt u naar het avondmaal? Motiveer. Waarom is de week van voorbereiding op het avondmaal belangrijk? Wat is het doel? Leg eens aan een ander de woorden van vers 29 uit (vergeet niet het verband waarin de apostel dit zegt). Uitspraken: 1. ‘Zij eten en drinken zich een oordeel. Er staat een oordeel, en niet het oordeel. Onder hét oordeel staan ze toch al, ook al zouden ze nimmer aan het avondmaal deelnemen. (…) Vele schuchtere gemeenteleden hebben er aanleiding in gevonden om zich van het avondmaal te onthouden. Ten onrechte.’ (K. Exalto) 2. ‘Luther heeft in zijn avondmaalspreken nadrukkelijk gewaarschuwd tegen een in de middeleeuwen gangbare angstvallige en bijgelovige manier van zelfbespiegeling en zelfonderzoek met het oog op het deelnemen aan het avondmaal. Luther noemt het geloof het énige kenmerk dat hem toegang geeft tot het heilig avondmaal. Ook Calvijn heeft van een scrupuleus12 onderzoek van het geweten niet willen weten. (…) Wij moeten veeleer zien op hetgeen ons door de Heere Jezus Christus in het avondmaal aangeboden wordt.’ (K. Exalto) 3. ‘Men kan zich een oordeel eten, maar ook tot een oordeel afblijven.’ (G. Wisse) 4. ‘De zelfbeproeving is een taak voor de ware christenen. Daarom is het doel bij Teellinck niet om de mensen van het Heilig Avondmaal af te houden, maar juist om ze beter en verzekerder te doen aangaan, opdat ze dan ook 12. Calvijn was geen tegenstander van het zelfonderzoek, maar was er een tegenstander van om het geweten als het ware op de pijnbank te leggen. Dat drukt in essentie het woordje ‘scrupuleus’ uit.
11
meer vrucht zullen krijgen. De zelfbeproeving heeft met andere woorden een pedagogisch doel. Wel kan het hierbij gebeuren dat mensen die denken een waar christen te zijn, blijken ongelovig te zijn.’ (A. Knevel) 5. ‘Er is dan ook zelfbeproeving nodig of wij de ware bekering en het oprechte geloof in onze Heere Jezus Christus kennen. Als wij menen dat ons leven in Christus te vinden is, moeten wij erkennen dat wij dood zijn in onszelf.’ (J. Hoek) Uit het avondmaalsformulier: Geliefden in de Heere Jezus Christus, hoort aan de woorden der inzetting van het Heilig Avondmaal van onze Heere Jezus Christus, welke ons beschrijft de heilige apostel Paulus in 1 Korinthe 11:23-29. Extra: Artikel 35 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis en Heidelbergse Catechismus Zondag 28, v&a 75.
12