Titel:
Het experiment in de Nederlandse film
Vak:
CKV
Duur:
3x 50 minuten
Films:
Regen (Joris Ivens, 1929), Houen zo! (Herman van der Horst, 1952), Fanfare (Bert Haanstra, 1958), Als twee druppels water (Fons Rademakers, 1963), Blind kind (Johan van der Keuken, 1964), Ik kom wat later naar Madra (Adriaan Ditvoorst, 1965) en Living (Frans Zwartjes, 1971)
Benodigdheden:
Computers + werkend internet Koptelefoons (1 per leerling) Smartboard Smartphones of videocamera’s (laatste les) Houen zo! (Herman van der Horst, 1952), Fanfare (Bert Haanstra, 1958), Als twee druppels water (Fons Rademakers, 1963) en Ik kom wat later naar Madra (Adriaan Ditvoorst, 1965) zijn geheel te downloaden via Ximon tegen een kleine vergoeding
LES 1 Inleiding Het belangrijkste kenmerk van de experimentele film is, de naam zegt het al, het experiment. De filmmaker is op ontdekkingstocht en kijkt wat er allemaal mogelijk is met montage, muziek, contrast, herhaling, compositie en camerabewegingen. De experimentele film heeft eigenlijk meer overeenkomsten met beeldende kunst dan met film. De filmmaker gebruikt zijn film als schilderdoek, zijn acteurs en objecten als verf. In de jaren ’20 zien we de eerste experimentele films opduiken. Kunstenaars hebben zich het medium film in die tijd voldoende eigen gemaakt om er mee te kunnen experimenteren. Met name vanuit kunststromingen als het dadaïsme# en het surrealisme# zien we veel korte experimentele films opduiken. Zowel het dadaïsme als het surrealisme zijn bewegingen die zich afzetten tegen de gevestigde orde en worden ook wel ‘avant-garde’ genoemd. De verhaallijn in deze films ontbreekt vaak gedeeltelijk of geheel, vorm staat boven inhoud en er wordt volop geëxperimenteerd met live muziek en vreemde geluiden.
In de jaren ’60 is er een herleving van de experimentele film, met kunstenaars als Andy Warhol en Bruce Conner als grote voorbeelden. Deze New American Cinema is een grote inspiratiebron voor bijvoorbeeld Frans Zwartjes en Johan van der Keuken. De afstudeerfilm Ik kom wat later naar Madra (Adriaan Ditvoorst, 1965) wordt als hij verschijnt, alom geprezen en gezien als een hoogtepunt van het genre. In West Europa breekt de experimentele film weer door nadat eind ‘67 in België het Vierde Internationale Festival van de Experimentele Film wordt gehouden. 5 minuten, leesopdracht, individueel Laat de leerlingen bovenstaand artikel Meer weten over experimentele film lezen, te vinden bij de films Blind kind (Johan van der Keuken, 1964), Ik kom wat later naar Madra (Adriaan Ditvoorst, 1965) en Living (Frans Zwartjes, 1971).
20 minuten, zoekopdracht, individueel of in tweetallen Laat de leerlingen de fragmenten van Blind kind (Johan van der Keuken, 1964), Ik kom wat later naar Madra (Adriaan Ditvoorst, 1965) en Living (Frans Zwartjes, 1971) bekijken, te vinden op de tijdlijn. Onderstaande zoekopdracht hoort ook bij deze films. Kijk zelf bij de bijlage voor handige websites en zoektips!
ZOEK! Ik kom wat later naar Madra (Adriaan Ditvoorst, 1965) is een opvallende afstudeerfilm. Het experiment staat voorop en de film is een duidelijk voorbeeld van de Nouvelle Vague-stroming. Ook Johan van der Keuken heeft zich laten beïnvloeden door de experimentele film. Het experiment is bij Blind kind (1964) aanwezig, maar niet overheersend, zoals dat bij Ik kom wat later naar Madra (Ditvoorst, 1965) en Living (Frans Zwartjes, 1971) wel het geval is. Zoek drie voorbeelden van experimentele films, waarvan minimaal één uit Nederland afkomstig is. Je mag maar één film uit de Filmcanon gebruiken. Verzamel de internetbronnen. TIPS VOOR LEERLINGEN Tip 1: Zoek op termen als ‘experimentele film’, ‘experimental film’ en ‘Nederland’ ook in bovenstaande sites! Tip 2: Bekijk de fragmenten van Ik kom wat later naar Madra op de tijdlijn Tip 3:Denk na over films die je zelf hebt gezien, vertrek vanuit je eigen ervaring Tip 4: Lees meer over experimentele film op Filmcanon.nl Tip 5: Bekijk de fragmenten bij Living op de tijdlijn
UITWERKINGSVOORBEELDEN Ik kom wat later naar Madra (Adriaan Ditvoorst, 1965) Living (Frans Zwartjes, 1971) Un Chien Andalou (Luis Bunuel, 1929) Fireworks (Kenneth Anger, 1947) Empire (Andy Warhol, 1964) Voor meer voorbeelden in Nederland kijk op: http://experimentele.filminnederland.nl/ Nouvelle vague Eind jaren ‘50 staat er in Parijs een groep autodidacte# filmmakers op, die zich afkeert van de gangbare filmtaal van Hollywood. Hun kritiek is dat deze manier van filmen je laat vergeten dat je eigenlijk naar film kijkt. Het zorgt ervoor dat nergens opvalt dat er een constructie# van een verhaal is; de montage van de beelden verloopt dermate soepel dat je je er niet van bewust bent dat het ene shot in het andere overgaat. Deze filmmakers willen dit anders en met de film À bout de souffle (Jean Luc Godard, 1960) laten ze zien dat dit ook anders kan. We noemen deze groep filmmakers de Nouvelle Vague.
Alles wordt ingezet om zoveel mogelijk aandacht naar het filmmaken zelf toe te trekken. Losse camerashots, acteurs die tegen de camera spreken, het verspringen van het beeld en asynchroon# geluid; als kijker ben en blijf je bewust van het kijken naar de constructie van de film. In Nederland werkt de Franse cameraman Raoul Coutard (À bout de souffle) samen met Fons Rademakers aan Als twee druppels water (1963), waar hij de Nouvelle Vague stijl zeer losjes toepast. Maar het bekendste voorbeeld van een nouvelle vague film in Nederland is Ik kom wat later naar Madra (1965) van Adriaan Ditvoorst. Deze film werd ook door de Nouvelle Vague filmmakers zelf opgemerkt en gewaardeerd.
5 minuten, leesopdracht, individueel Laat de leerlingen bovenstaand artikel Meer weten over nouvelle vague lezen, te vinden bij de films Als twee druppels water (Fons Rademakers, 1963) en Ik kom wat later naar Madra (Adriaan Ditvoorst, 1965).
5 minuten, leesopdracht, individueel Laat de leerlingen bovenstaand artikel Meer weten over nouvelle vague lezen, te vinden bij de films Als twee druppels water (Fons Rademakers, 1963) en Ik kom wat later naar Madra (Adriaan Ditvoorst, 1965).
20 minuten, argumentatieopdracht, individueel of in tweetallen De leerlingen gaan aan de slag met onderstaande opdracht en formuleren hun mening. Kijk zelf bij de bijlage voor handige websites en tips!
WAT VIND JIJ? 20 minuten, individuele opdracht Een film als Living (Frans Zwartjes, 1971) is niet gemakkelijk te bekijken. Je moet goed opletten wat er gebeurt en dan nog kun je je afvragen of je het verhaal wel goed begrepen hebt. Of valt er misschien niets te begrijpen? Is het helemaal aan jou, wat je er van wilt maken? Niet alleen experimentele films werpen deze vragen op, ook Hollywoodfilms van hedendaagse filmmakers als David Lynch doen dit. Vanuit de overtuiging dat film niet per definitie ontspanning moet zijn, maar de kijker ook uitgedaagd kan worden om na te denken over wat het medium film nou eigenlijk kan betekenen. Wat vind jij, kijk jij film alleen voor de ontspanning? Of vind je het wel fijn als je moet nadenken over wat een film je wilt vertellen? Waarom wel of niet?
TIPS VOOR LEERLINGEN Tip 1: Deze opdracht gaat over jouw mening, je mag dus alles opschrijven wat je wilt. Als je het maar goed beargumenteert! Hoe doe je dat? Kijk eens op: http://www.schooltv.nl/eigenwijzer/project/3056546/debat-archief/ Tip 2: Bekijk de fragmenten van Living op de tijdlijn Tip 3:Denk na over films die je zelf hebt gezien, vertrek vanuit je eigen ervaring
Titel:
Het experiment in de Nederlandse film
Vak:
CKV
Duur:
3x 50 minuten
Films:
Regen (Joris Ivens, 1929), Houen zo! (Herman van der Horst, 1952), Fanfare (Bert Haanstra, 1958), Als twee druppels water (Fons Rademakers, 1963), Blind kind (Johan van der Keuken, 1964), Ik kom wat later naar Madra (Adriaan Ditvoorst, 1965) en Living (Frans Zwartjes, 1971)
Benodigdheden:
Computers+werkend internet Koptelefoons (1 per leerling) Smartboard
LES 2 Avant garde In de jaren twintig van de vorige eeuw zijn er filmmakers die inzien dat je film ook kunt zien als een eigen kunstvorm. Naast het vertellen van een verhaal, kun je ook spelen met de vorm van film. De filmmakers die hiermee gaan experimenteren noemen we 'avant-garde filmmakers'. Deze filmmakers zien film los van de traditie van het theater, de schilderkunst en de literatuur, waar film tot dan toe zijn wortels in heeft. Unieke aspecten van film als licht, camera-standpunten, beweging en montage zijn daarbij extra belangrijk. Aan het begin van Man with a Movie Camera (1929), een avant-gardistische film van Dziga Vertov, wordt met de volgende tekst nog eens heel duidelijk gemaakt waar het hen om te doen is. Bekijk het fragment in de tijdlijn! “De film Man with a Movie Camera laat zien EEN EXPERIMENT VAN FILMISCHE TRANSMISSIE# van visuele# fenomenen ZONDER HET GEBRUIK VAN TUSSENTITELS (een film zonder tussentitels) ZONDER HULP VAN EEN SCRIPT (een film zonder script)
ZONDER HULP VAN THEATRALE MIDDELEN (een film zonder acteurs, zonder filmset, etc.) Dit nieuwe experimentele werk van Kino-Eye is gericht op het creëren van een authentieke#, internationale absolute taal van de cinema- ABSOLUTE KINOGRAPHY- op basis van de volledige scheiding van de taal van theater en literatuur.” De Nederlandse filmmaker Joris Ivens is duidelijk geïnspireerd geraakt door de avant-gardestroming en heeft deze beeldtaal in Regen (Joris Ivens, 1929) toegepast. Ook latere films als Houen zo! (Herman van der Horst, 1952) doen hier en daar denken aan het werk van de avant-gardisten. 5 minuten, leesopdracht, individueel Laat de leerlingen bovenstaand artikel Meer weten over avant garde lezen, te vinden bij de films Regen (Joris Ivens, 1929) en Houen zo! (Herman van der Horst, 1952).
20 minuten, kijk- en schrijfopdracht, individueel Laat de leerlingen de introductievideo bij Regen (Joris Ivens, 1929) kijken . Vervolgens gaan ze aan de slag met de SCHRIJF! opdracht die bij Regen (Joris Ivens, 1929) en Houen zo! (Herman van der Horst, 1952) hoort. Kijk zelf bij de bijlage voor handige websites en tips!
SCHRIJF! Avant-garde is niet alleen een stroming binnen de film, maar ook een erg belangrijke stroming binnen de beeldende kunst. Avant-garde betekent letterlijk ‘voorhoede’, en omschrijft groepen kunstenaars die vooruitstrevend werk leveren en zich afzetten tegen hun voorgangers in de kunst. Wanneer ontstond de historische avant-garde in de beeldende kunst en welke kunststromingen behoorden tot deze groep? Kies één van deze stromingen uit en schrijf op wat de kenmerken van deze stroming was. Verzamel alle internetbronnen die je gebruikt hebt!
TIPS VOOR LEERLINGEN Tip 1: Zorg ervoor dat je bronmateriaal klopt, net als bij de zoekopdracht Tip 2: Deze schrijfopdracht gaat niet over jouw mening, maar over feitelijkheden. Iets kan dus waar zijn of niet, houd daar rekening mee. Tip 3: Kijk ook de introductievideo van Regen in de tijdlijn.
UITWERKINGSVOORBEELD Historische avant- garde bestaat van 1910-1940 en omvat kunststromingen als dadaïsme, kubisme, expressionisme, constructivisme en surrealisme. Dadaïsme: een stroming die zit afzet tegen het rationele en de algemene standaard. Het is vaak humoristisch en maakt gebruik van reeds bestaande voorwerpen die een nieuwe functie als ‘kunst’ krijgen om het idee ‘kunst’ als zodanig te verwerpen. http://nl.wikipedia.org/wiki/Dada%C3%AFsme Kubisme:een stroming die de waarneming ter discussie stelt. Het perspectief is verwarrend, er wordt gebruik gemaakt van verschillende standpunten en geometrische vormen. De vereenvoudiging van de waarneming, daar draaide het om. http://nl.wikipedia.org/wiki/Kubisme Expressionisme:een stroming die uitgaat van het subjectieve, het gevoel, in plaats van de werkelijkheid. Het expressionisme kent maar eén wet en dat is dat er geen wetten zijn. De kunstenaar en zijn persoonlijke waarneming staat centraal. http://nl.wikipedia.org/wiki/Expressionisme Constructivisme: stroming die uitgaat van het vereenvoudigen van objecten in de schilderkunst en het vervolgens opnieuw opbouwen/ herconstrueren van het geschilderde object. http://nl.wikipedia.org/wiki/Constructivisme_%28kunst%29 Surrealisme: in deze stroming staat de door vrije associaties gekenmerkte bewustzijnstoestand van de droom centraal. http://nl.wikipedia.org/wiki/Surrealisme
Russische filmmontage In de eerste periode van de film is film nog erg verwant aan theater. De camera staat op een statief en voor de camera speelt zich een toneelstukje af. Dat eindigt met de opkomst van Russische filmmakers als Kuleshov, Eisenstein en Vertov. Kuleshov ontdekt dat shots die je achter elkaar zet elkaar beïnvloeden. Zet je een beeld van een neutraal kijkende man na een beeld van een doodskist, dan is hij verdrietig. Maar plaats je hetzelfde beeld na een mooie vrouw, dan lijkt hij ineens verliefd. Dit effect wordt het ‘Kuleshov-effect’ genoemd. De theater- en filmregisseur Eisenstein vindt in de geest van de Russische revolutie dat een film het publiek wakker moet schudden in plaats van het in slaap te sussen. Geïnspireerd door Kuleshov ontwikkelt hij de ‘intellectuele montage’. Door beelden te combineren kunnen gedachten worden opgeroepen die nog niet bij de losse beelden aanwezig zijn. In de film ‘Oktober’ plaats hij bijvoorbeeld het beeld van de nieuwe leider Kerensky naast het beeld van een mechanische pauw die met zijn veren pronkt. Daarmee vertelt hij iets over de ambitie en de hoogmoed van Kerensky. Bekijk het fragment op de tijdlijn! In de beeldrijm die Bert Haanstra vaak gebruikt zie je nog iets van die montagetechniek terug. Bij Haanstra gaat het echter veel meer om het komische effect dan om het wakker schudden van het publiek.
5 minuten, leesopdracht, individueel Laat de leerlingen bovenstaand artikel Meer weten over Russische filmmontage lezen, te vinden bij de films Regen (Joris Ivens, 1929) en Fanfare (Bert Haanstra, 1958) op de tijdlijn.
20 minuten, argumentatieopdracht, individueel of in tweetallen De leerlingen gaan aan de slag met onderstaande opdracht en formuleren hun mening. Kijk zelf bij de bijlage voor handige websites en tips!
WAT VIND JIJ? In de jaren twintig van de vorige eeuw zijn er filmmakers die inzien dat je film ook kunt zien als een eigen kunstvorm. Naast het vertellen van een verhaal, kun je ook spelen met de vorm van film. De filmmakers die hiermee gaan experimenteren noemen we 'avant-garde filmmakers'. Deze filmmakers zien film los van de traditie van het theater, de schilderkunst en de literatuur, waar film tot dan toe zijn wortels in heeft.
Wat vind jij het belangrijkste element aan film? Het verhaal, de beelden of de soundtrack?
TIPS VOOR LEERLINGEN Tip 1: Deze opdracht gaat over jouw mening, je mag dus alles opschrijven wat je wilt. Als je het maar goed beargumenteert! Hoe doe je dat? Kijk eens op: http://www.schooltv.nl/eigenwijzer/project/3056546/debat-archief/ Tip 2: Kijk ook de introductievideo van Regen en Fanfare in de tijdlijn!
Titel:
Het experiment in de Nederlandse film
Vak:
CKV
Duur:
3x 50 minuten
Films:
Regen (Joris Ivens, 1929), Houen zo! (Herman van der Horst, 1952), Fanfare (Bert Haanstra, 1958), Als twee druppels water (Fons Rademakers, 1963), Blind kind (Johan van der Keuken, 1964), Ik kom wat later naar Madra (Adriaan Ditvoorst, 1965) en Living (Frans Zwartjes, 1971)
Benodigdheden:
Computers+werkend internet Koptelefoons (1 per leerling) Smartboard
LES 3 50 minuten, praktische opdracht, individueel Deze opdracht vraagt meer begeleiding. Een film maak je niet dagelijks. Onderstaande site kunnen de leerlingen helpen om op gang te komen. Ze kunnen zelf filmen met een videocamera of met een smartphone. Bespreek met de leerlingen wie welke rol tot zich neemt: wie bedient de camera? Wie komt er in beeld? Wie is de regisseur? Om te monteren kunnen leerlingen gebruik maken van iMovie of Windows Moviemaker, afhankelijk van of ze over een PC of een Apple beschikken. Kijk ook eens op: http://www.inhetonderwijs.com/ddd/digitalisering/videodemontreren/index.html MAAK! In Living (1971) valt op dat Zwartjes alles in de camera monteert. De film ontstaat terwijl hij filmt. Er komt geen montageprogramma (toen nog een montagetafel) aan te pas. Maak een film van een minuut waarin je een ruimte op jouw school in beeld brengt. Bedenk van te voren wat je wil laten zien, hoe je wilt bewegen, hoe je de camera wilt vasthouden en neem vervolgens alles in een keer op. Gebruik daarbij de camera van je mobiele telefoon en minstens tien verschillende shots. Upload je video, als deze klaar is, met behulp van het formulier op de site. TIPS VOOR LEERLINGEN Tip 1: Bekijk de fragmenten van Living op de tijdlijn