For Real
NFF CONFERENTIE 2021
1
Federico Campagna in Technic and Magic: The Reconstruction of Reality, 2018 gerenommeerde sprekers het thema vanuit allerlei hoeken tegen het licht.
In navolging van het thema van 2020, Life As We Know it, waarbij we vol verbazing en verwondering een wereld beschouwden die in hoog tempo in verandering is, richtten we ons tijdens de NFF Conferentie 2021 op de nieuwe werkelijkheid van het afgelopen jaar. Met dit citaat van Federico Campagna in gedachten vroegen we ons af: wat is de realiteit vandaag de dag? Binnen het thema For Real doken we met onze vakgenoten in een wereld onder invloed van online meetings, fake news, de klimaatcrisis en een nieuw stadium van de COVID-19-pandemie waarin we elkaar langzaam maar zeker weer ‘in the flesh’ mogen ontmoeten. Wat voor rol spelen de verhalen die we elkaar vertellen, en welke verhalen moeten we elkaar dan vertellen? In een tiental programma’s vol panels, discussies, presentaties en casestudies hielden nationale en internationale
NFF CONFERENTIE 2021
Tijdens de opening in de NFF Studio trapte moderator Nicole Terborg de conferentie af met directeur Silvia van der Heiden, Hoofd Professionals & Talent Sterre de Jong, programmeurs Paulien Dresscher en Khaeta Chittick en columnist Farid Tabarki die het thema en de verschillende programmaonderdelen toelichtten: naast aandacht voor hoe de pandemie het audiovisuele veld heeft beïnvloed, is er volop ruimte voor onderwerpen als inclusiviteit en emancipatie en speelt de relatie tussen mens en technologie een prominente rol. Paulien Dresscher, Programmeur Digitale Cultuur, vertelt hoe nieuwe technologieën onze relatie met de werkelijkheid beïnvloeden, én nieuwe verhalen opleveren. “We hebben zoveel online gemedieerde systemen die we zijn gaan omarmen. We zijn daarbij zelf ook anders geworden. We moeten beter kijken naar de verhalen die we elkaar vertellen, en hóe we die elkaar vertellen.” Deze tijd vraagt om verhalenvertellers die bereid zijn dit veranderende perspectief te bieden. Paulien Dresscher: “Ons hele mens-zijn en ons leven stellen we ter discussie. Dat is waar we het als makers over moeten hebben.” Met zijn openingscolumn sluit Farid Tabarki zich hierbij aan. “Deze tijden vragen om een revolutie. Soorten van de aarde, verenigt u! Bankiers, technologen en ja, ook filmprofessionals.”
2
leven. Willem Bosch, scenarioschrijver en regisseur van onder meer Hiernamaals, is het daarmee eens: ”Het is ook gewoon iets dat uit je innerlijk opborrelt. Een soort soep, en op een gegeven moment gaat het naar iets smaken. Maar waar het allemaal precies vandaan komt… ik zou het niet weten. En sterker nog, als ik het zou weten, zou het minder goed zijn.”
‘Een bij vlagen ijzingwekkende film’. Zo omschreef Het Parool Antoinette Beumers Mijn vader is een vliegtuig, de openingsfilm van het Nederlands Film Festival 2021. Het is de verfilming van Beumers goed ontvangen, semiautobiografische debuutroman, gebaseerd op haar persoonlijke ervaringen met thema’s als familietrauma en het verliezen van de eigen grip op de realiteit. In haar hele oeuvre is het bezweren van gekte, of de angst om gek te worden, een terugkerend thema. Antoinette Beumer verwerkte veel autobiografische elementen in haar film, maar bij het schrijven was het ook niet altijd duidelijk waar de werkelijkheid ophield, en haar verbeelding begon. Zo attendeerde haar zus haar op een scène waarvan ze dacht dat deze volledig aan haar fantasie was ontsproten, maar toch echt gebeurd was. Het is dus zeker niet altijd zo klip en klaar waar inspiratie vandaan komt, en in hoeverre de fictie echoot met het eigen
Acteur Leyla de Muynck werd tot het uiterste gepusht door regisseur Vincent Boy Kars om haar eigen psyche en ervaringen te doorgronden en, in zekere zin, uit te buiten. In een hybride filmexperiment waarin documentaire en fictie voortdurend in elkaar overlopen, speelt Leyla de Muynck een aantal cruciale scènes van haar recente, werkelijke leven na, onder meer over de dood van haar vader. Voor Leyla de Muynck bleek dit filmische experiment een heel complex en gelaagd proces, waarbij ze voortdurend uit haar emoties moest tappen. Een van de pijnlijkste scènes was het diner met haar moeder, gespeeld door Elsie de Brauw, waarbij haar moeder vertelt dat ze met haar broer naar India vertrekt om de as van haar vader uit te strooien. Hoe is het om film of televisie te maken over dierbaren, zoals ouders, die nog in leven zijn? “Ik wilde haar beschermen, maar ook eerlijk laten zien wat me heeft gevormd.” Haar moeder vond het lastig, maar had er uiteindelijk vrede mee. Een voorbeeld van de manier waarop film ook een vorm van therapie kan zijn. Voor Antoinette Beumer zou dit ondenkbaar zijn geweest. Als haar ouders nog hadden geleefd, had ze deze film niet kunnen maken, daarvan is Beumer overtuigd. “Dat zij dan geconfronteerd worden met een versie waarin zij zich niet herkennen, waartoe zij zich dan ook nog moeten verhouden, en op aangesproken worden. Ik wilde rücksichtslos zijn.” Ook Willem Bosch verloor een ouder een moeder in dit geval. In
Hiernamaals zien we hoe de vijftienjarige Sam en haar overleden moeder in de hemel herenigd worden. Willem Bosch zegt over de betreffende scène, en de manier waarop hij als schrijver uit zijn eigen ervaring putte: “Ik heb me dat moment van weerzien ook voorgesteld. Maar mijn moeder is gestopt met bestaan. Op een gegeven moment veranderen de mensen in je leven in die acteurs. En dan wordt het (de film, red.) ook een soort hybride, nieuwe versie van de werkelijkheid. Dan is het zaak - als maker - om te
kiezen voor je kunst.” Willem sluit af met een gezonde dosis relativering. “Je bent professional first. Zes maanden na de dood van mijn moeder was ik bezig met een boek, maar dat kon linea recta de prullenbak in. Rouw en verdriet is vaak ook heel drakerig. Je ziet het verschil niet meer tussen belangrijk en onbelangrijk. Bijvoorbeeld, je zit in de tuin en dan: kijk, die vlinder, of die duif. Of dat schilderij, dat is zíj. Dat is allemaal echt, en heel belangrijk. Maar no one gives a shit.”
Sprekers Antoinette Beumer - Regisseur Mijn vader is een vliegtuig Willem Bosch - Regisseur en scenarist Hiernamaals Leyla de Muynck - Acteur Drama Girl Moderator: Nicole Terborg - Journalist en presentator
NFF Conferentie: Healing through film . © Nederlands Film Festival/ Joke Schut
NFF CONFERENTIE 2021
4
(bioscopen en grote filmtheaters) in heel Nederland. Zowel kleine als grote filmtheaters hebben hun aantal voorstellingen flink opgevoerd in de loop van de afgelopen tien jaar, en de bezoekersaantallen groeiden mee. Zo zagen de kleine filmtheaters bijna een verdubbeling in bezoek, waar het bezoek bij de grote filmtheaters groeide met 60%. De latente klantbehoefte bleek in de kleinere plaatsen veel groter dan in de grotere plaatsen. Nog wat feiten op een rij over spreiding en demografie: • Door de COVID-19-pandemie steeg het filmaanbod explosief en nam de concurrentie tussen titels sterk toe. Het creëren van zichtbaarheid is daarmee één van de grootste uitdagingen voor distributeurs, en er is behoefte ontstaan aan nieuwe manieren om arthousefilms naar de mensen te brengen. Hoe kan de regio daarin een rol spelen? De zoektocht naar antwoorden start met de presentatie van een onderzoek naar kleinschalige filmhuizen door het hele land, uitgevoerd door Filmkenniscentrum en Natte Haring. Waar bevinden deze filmhuizen zich? Hoeveel bezoekers trekken deze vertoners en is het in de regio echt allemaal zo rooskleurig als het lijkt? Voor creative producer Hidde de Vries van Natte Haring, zelf opgegroeid in Friesland, valt het belang van dit soort plekken niet te onderschatten. Als aftrap van de sessie deelden hij en Dick Smits van Filmkenniscentrum de eerste, voorlopige resultaten van hun onderzoek. De laatste tien jaar is het aantal kleinschalige vertoningsplekken in Nederland gegroeid: de onderzoekers telden maar liefst 94 filmhuizen (dit aantal is voorlopig), die naar schatting ongeveer 100.000 bezoekers per jaar ontvangen. Op dit moment zijn er 171 kleine vertoners (filmhuizen en kleine filmtheaters) en 195 grote vertoners
NFF CONFERENTIE 2021
•
•
•
Overijssel heeft de meeste filmhuizen. In Drenthe en Flevoland zijn geen grote filmtheaters. Alleen kleine vertoners als filmhuizen en filmtheaters vertonen daar arthousefilms. In Groningen, Friesland en Zeeland kennen alleen de provinciehoofdsteden elk één groot filmtheater. Buiten deze steden verzorgen de kleine vertoners het filmhuisaanbod. Kleine vertoners zijn hoofdzakelijk actief in omgevingen met ≤10.000 inwoners; veel filmhuizen en kleine filmtheaters zijn dus in kleine gemeenschappen en verzorgingsgebieden actief. Blijkbaar blijven veel mensen liever dichtbij huis.
Het altijd al geroemde Nederlandse filmlandschap is dus nog veel vertakter dan eerder werd aangenomen. Wat hebben deze vertoners gemeen? Uit het onderzoek kwam naar voren dat er opvallend weinig vertoners bestaan met een eigen locatie waar zij volledig zeggenschap over hebben. Dat heeft op verschillende vlakken consequenties voor hun filmvertoningen. Uit het onderzoek blijkt ook dat de gemeenschap een belangrijke rol speelt. Zij houden de boel draaiende,
5
kopen kaartjes en geven geld uit aan de bar. De activiteiten van kleine filmtheaters zijn in veel gevallen breder dan alleen film, en vaak zijn de vertoners aangesloten bij een cultureel podium of een ander soort instelling. Het onderzoek is nog niet voorbij, want er liggen plannen om het land in te trekken en de filmtheaters verder aan de tand te voelen. Ondanks de groeiende belangstelling bij het publiek is het voor kleinschalige filmondernemingen hard werken om het schip - of het bootje - drijvende te houden. Als filmmaker en directeur van het Antwerpse initiatief MOOOV heeft Maarten Alexander een interessante oplossing. Hun ‘filmclub’ Zebracinema is een netwerk van plekken die eigenlijk geen filmtheater of filmhuis zijn, maar onder de vlag van Zebracinema toch arthousefilms kunnen vertonen. Ze opereren volgens een lidmaatschapsmodel. MOOOV regelt de filmboekingen, de facturatie en een gemeenschappelijke communicatie, maar de promotie en kaartverkoop van de individuele vertoningen wordt uitgevoerd door de locaties. Zij betalen zelf filmhuur, het drukwerk en bijkomende kosten voor bijvoorbeeld een randprogramma. Maarten Alexander: “We kapen schermen: van schermen van multiplexen waar geen arthouse was, tot cultuurcentra waar geen film was om daar film te vertonen.” Sinds MOOOV Zebracinema onder zijn hoede heeft mag Zebracinema mee in de gewone bioscooprelease, en hoeven individuele vertoners dus niet te wachten met vertonen tot het theatrical window voorbij is. Distributeurs zien Zebracinema als één partij en niet als twaalf losse plekken, en dat scheelt moeite, tijd en geld. De keuze om de promotie voornamelijk bij de vertoners zelf neer te leggen, komt niet uit de lucht vallen. Maarten Alexander: “Het is essentieel dat er iemand enthousiast is op de plek waar de vertoning plaatsvindt. Als die er niet
NFF CONFERENTIE 2021
is, werkt het niet.” Al sinds 1995 brengt Zebracinema films naar plekken waar anders weinig tot geen arthouse wordt vertoond. Inmiddels zijn dat twaalf plekken in heel Vlaanderen. Na de presentatie over Zebracinema nam een gedreven panel van regionale vertoners plaats: Jacco van de Weerd (directeur van Filmhuis Veenendaal), Netty Posthumus (directeur van Filmhuis Kollum) en Paul Becker (directeur van Cinemaclub Dongen). Alledrie benadrukken zij de sterke sociale functie die hun vertoningen hebben. Paul Becker runt ‘zijn’ Cinemaclub Dongen in een zaaltje van een verzorgingstehuis:
Jacco van de Weerd beaamt dit: in de gemeente Veenendaal, dat midden in de biblebelt ligt, vormt de kerkgang de voornaamste activiteit op zondag en zijn hun filmvoorstellingen het enige culturele uitje. Netty Posthumus over de keuze om een pauze tijdens de voorstelling in te lassen: “Ons filmhuis is ook echt bedoeld als plek om elkaar te ontmoeten. We ontvangen geen subsidie dus mensen kunnen bij ons wat drinken en praten, en zo halen we ook geld op.” Veel kleine filmhuizen zijn niet aangesloten bij de NVBF; zij werken
6
vaak met DVD, Bluray of VOD en kunnen geen DCP-projector bekostigen, die nodig is om bij de vereniging aangesloten te zijn. Vrijwilligers zijn de levensader van dit soort lokaal gerunde initiatieven. Filmliefhebbers werken onbezoldigd en keihard om een professioneel niveau te bereiken. Volgens Paul Becker is er dan ook maar één groot struikelblok. “Geld! We hebben bijvoorbeeld €50.000 nodig voor een DCP-projector, en dat kost jaren om te realiseren. Ik heb het altijd raar gevonden dat die kleine theatertjes niet opgenomen worden.” Netty is daar niet zo rouwig om. “We willen graag onafhankelijk zijn. We hebben ook geen subsidie en willen zelf bepalen wat we vertonen. We zijn Friezen en willen graag onze vrijheid houden.” Als puntje bij paaltje komt hebben filmtheaters en -huizen dus niet alleen een belangrijke culturele, maar vooral ook sociale functie, en kunnen zij
alleen bestaan bij de gratie van de gemeenschap die het steunt en mede vormgeeft. Filmhuizen werken als baken voor lokale initiatieven en organisaties, zoals scholen en bibliotheken. Ook is het een plek waar makers hun werk op een laagdrempelige manier kunnen tonen aan lokaal publiek. Netty vertelt dat film vaak dé manier is voor ouders om hun kinderen op een laagdrempelige manier kennis te laten maken met cultuur. Hun zalen zitten altijd vol. Hidde de Vries en Dick Smits hopen dan ook dat met hun onderzoek harde cijfers op tafel komen waarmee het belang van lokale filmhuizen nog beter wordt onderschreven. Het zou zomaar een eye-opener kunnen zijn voor de sector: dit regionale circuit van kleinschalige instellingen die buiten de ‘mainstream’ infrastructuur van grote spelers vallen zijn een verrijking voor de nationale filmcultuur.
Sprekers Dick Smits - Filmkenniscentrum Maarten Alexander - MOOOV en Zebracinema Jacco van de Weerd - Directeur Filmhuis Veenendaal Paul Becker - Directeur Filmclub Dongen Netty Posthumus - Directeur Filmhuis Kollum Moderator Hidde de Vries - Creative producer en oprichter Natte Haring
NFF CONFERENTIE 2021
7
de audiovisuele sector? Volgens een onderzoek naar de regionale verdeling van het budget van het Filmfonds, uitgevoerd door studenten van de RUG en Screen Noord, domineert Amsterdam in dit geval op allerlei vlakken, en dit is slechts één voorbeeld. Werk aan de winkel dus. Maar waarom is het eigenlijk zo belangrijk om lokaal talent te stimuleren? Merel Theloesen, beleidsadviseur cultuur bij de Provincie Limburg:
‘De regio’ is in opkomst, zowel in de cultuur als in de maatschappij als geheel. Geograaf Josse de Voogd: “Overal zijn gemeenschappen die allemaal anders zijn. Zien we het juiste Nederland gerepresenteerd in de media?” Volgens de Voogd neemt de regionale polarisatie toe ten aanzien van een dominant stedelijk perspectief. De regio ‘ontwaakt’ zogezegd. Nederland is daarin niet uniek; in het buitenland speelt deze ontwikkeling ook. Maar hoe is de regio dan eigenlijk gerepresenteerd binnen
NFF CONFERENTIE 2021
Maarten Ton, beleidsadviseur cultuur bij de Gemeente Assen, sluit zich hierbij aan. “Het begint met regionale investeringen op het gebied van film. Daarna kun je aan de landelijke fondsen laten zien dat je iets te bieden hebt met verhalen die verteld kunnen worden - en ook móeten worden.” Joris Hoebe over het succesverhaal van ‘zijn’ makersplatform New Noardic Wave in Friesland: “In 2018 werden we verkozen tot culturele hoofdstad en dat is echt een katalysator geweest voor makers om ons op te zoeken. Zo zijn we in 2018 begonnen met New Noardic
8
Wave. We organiseren vooral netwerkevenementen in het Noorden.” Guido Franken heeft als directeur van de Limburgse talenthub CineSud en het Limburg Film Fonds en medeinitiatiefnemer van Screen Talent NL een soortgelijke drive om lokaal talent vleugels te geven. CineSud speelt sinds 2011 een voortrekkersrol in Nederland in het ontwikkelen van talent. Ook door een regionaal filmfonds krijgen lokale makers de kansen om door te stromen naar de nationale en internationale industrie, en wordt de lokale filmcultuur en -industrie versterkt, wat goed is voor de lokale economie. Daarbij worden professionals uit de Randstad aangetrokken om juist in het Zuiden te gaan filmen. CineSud benadert andere regio’s actief om de krachten te bundelen. Zo ontstond bijvoorbeeld ook het Euregion Film Festival, dat zich richt op de grensgebieden nabij Limburg. Joris Hoebe en Guido Franken verenigden zich, samen met andere regionale talenthubs zoals MACA, de Machinerie en We Are Playgrounds, in het nieuwe initiatief Screen Talent NL, een samenwerkingsverband van alle regionale talent- en productiehubs van
NFF CONFERENTIE 2021
Nederland. Onder het motto ‘think globally, act locally’ stelt Screen Talent NL zichzelf tot doel om de regionale ecosystemen voor film en media te versterken, het regionale talent- en productieklimaat te bevorderen en om zo het nationale ecosysteem als geheel te boosten. Samenwerking is daarbij de sleutel: uitwisseling van best practices, het ontwikkelen of aanpassen van regionale infrastructuren en het over regiogrenzen heen opzetten van gezamenlijke trajecten en activiteiten. Van distributie en festivals tot opleidingen en trainingen, alles wordt uit de kast getrokken om makers te verenigen en te stimuleren. Makers Tom Tieman, Iris Vandermeule en Luciënne Venner hebben zelf in de praktijk ondervonden hoe belangrijk regionale talenthubs kunnen zijn. Zo hielp het Next Talent Program, opererend vanuit Eindhoven, Luciënne bij haar eerste Filmfonds-aanvraag. Concluderend: als elke regio een eigen infrastructuur voor film en media(talent) heeft, helpen we de lokale talenten en Nederlandse filmindustrie als geheel en kunnen we de uitdagingen waar onze nationale AV-sector staat beter ondervangen.
9
Sprekers Guido Franken — Directeur/bestuurder CineSud en Limburg Film Office Joris Hoebe — Creative Director New Noardic Wave Josse de Voogd - Geograaf Merel Theloesen - Beleidsadviseur cultuur Provincie Limburg Maarten Ton - Beleidsadviseur Cultuur Gemeente Assen Maureen Prins - Directeur BROET, Projectcoördinator Next Talent Program Fay Breeman - Coördinator Talentontwikkeling De Machinerie Katrien van Leeuwen - Moving Arts Centre Amsterdam Luciënne Venner - Filmregisseur Tom Tieman - Documentairemaker Iris van der Meule - Digital artist Dana Linssen - Kwartiermaker FilmForward Moderator Kiki van Aubel - Acteur en presentator
NFF Conferentie: De regio’s aan zet . © Nederlands Film Festival/ Tom Heuijerjans
NFF CONFERENTIE 2021
10
intimiteitscoördinator is overgewaaid vanuit de Verenigde Staten en wordt langzaam maar zeker ook ingezet in Nederland. Susan Visser is in opleiding als intimiteitscoördinator in de filmwereld om acteurs, regisseurs en producenten te begeleiden wanneer er intimiteit in het spel is, op welke manier dan ook.
Het goede nieuws: mede onder invloed van #MeToo is er meer aandacht in de samenleving voor seksuele intimidatie op de werkvloer. Het slechte nieuws: voor acteurs is het nog steeds niet vanzelfsprekend om zich veilig te voelen wanneer zij scènes spelen waarin zij intieme handelingen moeten verrichten. Of het nou gaat om een gewelddadige verkrachting of een liefdevolle vrijpartij; acteurs beelden soms vrij extreme handelingen uit, waarbij hun lichamelijke integriteit niet zelden in het geding kan komen. Seks en naaktheid speelt als sinds jaar en dag een prominente rol in de Nederlandse film, maar ‘het hoort er nou eenmaal bij’ is een uitspraak die deze vakgenoten niet meer willen horen. Toch is er veel mogelijk, zolang er maar goede afspraken gemaakt worden. De werkgroep Veilige Werkvloer van ACT vindt dat het genormaliseerd moet worden om intimiteitscoördinatoren in te schakelen, of dat er op z’n minst meer aandacht voor is in de Nederlandse AVindustrie. Het fenomeen van de
NFF CONFERENTIE 2021
De intimiteitscoördinator wordt ingeschakeld om de acteurs te ondersteunen bij het technische aspect van het acteren van intieme handelingen, emotionele begeleiding te bieden en afspraken te maken tussen makers en acteurs. Zo hoeven acteurs niet zelf hun grenzen aan te geven in aanloop naar en tijdens het filmen. Ook kunnen bijvoorbeeld regieaanwijzingen geconcretiseerd worden. Wat verstaat de regisseur bijvoorbeeld onder een ‘intieme kus’? Je kunt de functie vergelijken met stuntcoördinatie: het heeft dezelfde functie en structuur, maar met een focus op het intieme aspect van de fysieke handeling. Het werk wordt uitgevoerd door mensen op het hele genderspectrum. Tijdens de sessie keken we naar drie korte films waarin intimiteit op verschillende manieren een rol speelt: Maysa (Leila Sahir), Dienstmeid #2 (Roxanne Stam) en Funkele (Nicole Jachmann). Bij deze korte films was geen intimiteitscoördinator betrokken, al was dat volgens de aanwezige acteurs wel nuttig geweest. Zo horen we Derin Mine Oksal en Sergio Fontana over hun samenwerking voor de korte film Maysa. In de film zien we hoe een stoer tienermeisje zich verhoudt tot de door hiphop beïnvloede jongerencultuur waarbinnen ze opgroeit. Ze is niet op haar mondje gevallen, maar wanneer ze gekust wordt door haar mannelijke tegenspeler lijkt ze even te bevriezen. Dit fenomeen van ‘tonic immobility’ treedt op wanneer mensen of dieren in een staat van gevaar verkeren. Op deze manier speelt de film met de
11
ambiguïteit van de situatie. Wilde ze wel, of wilde ze niet? Derin Mine Oksal en Sergio Fontana ontmoetten elkaar pas na de casting, maar er vond goed overleg plaats voor aanvang van de shoot. Dit maakte het makkelijker voor hen beiden om zo’n intieme scène te spelen. In Dienstmeid #2 speelt intimiteit een hele andere rol, en werd ook van de acteurs een ander soort inzet gevraagd. Voor Maike Meijer en Roxanne Stam bleek de technische kant de grootste uitdaging: tijdens het zoenen bijt Maike Meijer een stukje tong af van haar medespeler, waarna zij het uitspuugt en er letterlijk een ‘punt’ achter zet. Bij zo’n technische
kus is er weinig ruimte om na te denken over de intimiteit ervan, maar hierbij had een intimiteitscoördinator kunnen helpen. Funkele, de derde korte film die we tijdens deze sessie bekeken, toont de seksuele zelfontdekking van de vijftienjarige Robin. De kwetsbaarheid van de handelingen - masturberen, zoenen - is groot, zeker voor een adolescent. Hoe zou het filmen geweest zijn als er een intimiteitscoördinator voor en tijdens het filmen beschikbaar was geweest? Omdat er geen nagesprek bij deze derde film was bleef deze vraag onbeantwoord, maar het antwoord laat zich raden.
Sprekers Derin Mine Oksal - Acteur Sergio Fontana - Acteur Maike Meijer - Acteur Roxanne Stam - Regisseur Moderatoren Susan Visser - Acteur, intimiteitscoördinator in opleiding en lid van de commissie Veilige Werkplek bij ACT Maxime Vandommele - Acteur en lid van de commissie Veilige Werkplek bij ACT
NFF CONFERENTIE 2021
12
vormen van ‘talentontwikkeling’ in de praktijk te worden gebracht. ‘Life long learning’ staat bij de sprekers hoog in het vaandel. Getalenteerde makers kunnen gedurende hun loopbaan blijven profiteren van de mogelijkheden die bepaalde regelingen en programma’s bieden. Hanneke Bouwsema is algemeen secretaris van het NPO-fonds, dat verantwoordelijk is voor de verdeling van 16 miljoen euro voor dramaproducties, documentaires en talentontwikkeling bij de NPO. Op de vraag ‘wat betekent jong talent voor jullie?’ antwoordt zij: “Startende makers, en niet per se jong. [...] Je moet jezelf levenslang blijven ontwikkelen, dus je kunt bij ons diverse fondsen aanspreken.” Maureen Prins, directeur van BROET en projectcoördinator van Next Talent Program sluit zich hierbij aan:
Maarten Treurniet, regisseur en voorzitter van Dutch Directors Guild, heeft zijn eigen definitie van het begrip ‘talent’ paraat: “Bij talent spelen aangeboren eigenschappen een rol, in tegenstelling tot vaardigheid waarbij vooral ervaring en handigheid een rol speelt. Talent is gerelateerd aan intelligentie, maar om talent in de praktijk te brengen is meer nodig. Talent moet worden ontwikkeld, waar vaardigheden moeten worden aangeleerd. Wanneer iemand in staat is om vanuit een eigen, diepere, innerlijke laag iets te creëren, spreken we van natuurlijke begaafdheid.” Er blijken onder de sprekers verschillende
NFF CONFERENTIE 2021
Talentvolle makers komen niet uit de lucht vallen, die moeten gespot worden. Daarbij weten zij zelf ook niet altijd de weg naar de juiste trajecten. Hoe wordt talent gevonden en geselecteerd? Het Next Talent Program maakt gebruik van het landelijke netwerk van talenthubs en hun platform BROET. De organisatie heeft
13
als doel om individuele makers en collectieven te ondersteunen in het ontwikkelen, verbreden en verdiepen van hun vaardigheden. Ze bieden een programma op maat in intensieve samenwerking met allerlei partijen in educatie en de av-industrie (zoals Submarine en The Panics), met een focus op lokaal talent. Door het landelijke netwerk van regionale hubs is het programma toegankelijk voor makers door het hele land. “We halen namen op uit het veld en die krijgen de uitnodiging om hun zakelijke en artistieke ontwikkelingen op te schrijven. Aan het begin van dit traject weet ik niet wat we vooraf gaan doen met die persoon. De uitkomst kan dan alle kanten op: van stemtraining tot een jaar begeleiding door een oud Next-lid.” Generation Inclusion is een ontwikkelingstraject voor nieuwe makers dat zich richt op diversiteit en inclusiviteit. Missie: creatief talent dat niet vanzelfsprekend toegang heeft tot de juiste kanalen, of bijvoorbeeld niet de gebruikelijke achtergrond of opleiding heeft, een kans te bieden op een kick-start of vervolgstap voor hun carrière in de film- en televisiesector. Makers kunnen zich aanmelden bij een van de scouts middels het insturen van hun motivatiebrief, cv, en een plan voor een film of serie. Peggy Driessen van Generation Inclusion: “We werken met zeven scouts en in diverse regio’s. We hadden meer dan tweehonderd aanmeldingen. Zo wordt je wel weer zo’n heel competitief platform, wat niet de bedoeling is.” Waar opleiding of ervaring bij Generation Inclusion niet doorslaggevend zijn, zijn gedrevenheid en ambitie dat wel degelijk. Ook de andere sprekers onderschrijven het belang van deze eigenschappen bij nieuwe makers. Hoe stimuleer je die gedrevenheid? Volgens Hanneke Bouwsema (NPO-fonds) doen ze dat door middel van budget en hele goede begeleiding. .” Maarten Treurniet grijpt terug op het belang van veiligheid bij
NFF CONFERENTIE 2021
het ontwikkelen van talent. “Het is voor veel mensen moeilijk om hun talent te vinden. Twijfel aan het eigen kunnen is een groot obstakel. Juist de uitdagingen zorgen ervoor dat je verder komt en jezelf ontwikkelt. [...] Talent komt ook voort uit je emoties, en dat kan alleen in een veilige omgeving tot uiting komen. Zó moet een ontwikkelingstraject zijn. Alles moet bespreekbaar zijn.” Ook samenwerking speelt een belangrijke rol. Hanneke Bouwsema: “Je wordt scherper als je werkt in teams, je maakt iets samen.” Samenwerking met de ‘oude rotten’ wordt daarbij ook als waardevol gezien, ook in wederkerig opzicht. “De ervaren makers leren weer van de jonkies omdat zij bijvoorbeeld nieuwe technologieën kunnen introduceren.” De vrijheid die makers krijgen in het proces kan zowel positief als negatief uitpakken. In hoeverre moeten bijvoorbeeld de wensen van een bepaald publiek of opdrachtgever een rol spelen? Hierover ontstaat wat discussie. Maarten Treurniet is stellig: “Ik vind het gevaarlijk om te zeggen voor welk publiek je moet maken, want voor je het weet zitten ze in een richting die ze misschien zelf niet eens uit wilden.” Ook Hanneke Bouwsema ziet het belang van vrijheid: het belangrijkste is om talent te begeleiden en vrij te laten. Het gaat er niet om wie kijkt maar dát er publiek is, zodat ze ook reacties vanuit die kant krijgen. Maureen vult aan dat het ook van belang is om te leren wat je wilt maken, en welke kant je uit wilt gaan. Peggy Driessen: “In ons programma betrekken we ook de industrie erbij. Dus partners zoals FilmForward mogen ons talent leren kennen in diverse sessies. Partners doen mee omdat ze het zo belangrijk vinden dat deze deelnemers nu wel bij hen terechtkomen terwijl het eerst wellicht te hoogdrempelig was voor deze makers.” Maarten Treurniet vult aan:
14
“Er kwam laatst iemand naar me toe die zei ‘kunnen we Netflix niet eens uitnodigen om te horen wat ze willen dat we maken, in plaats van dat we iets maken waar wij achter staan en dat dan aan hen pitchen?’ Maarten Treurniet ziet dat niet zitten.
Al met al kunnen we na deze sessie stellen dat er geld en experiment nodig is om talent te ontwikkelen, en dat nieuwe makers op hun bek moeten kunnen gaan. Een tailormade
benadering wordt voor alle spelers steeds belangrijker, waarbij de behoeften van het talent centraal staat. Zo haalt iedereen uiteindelijk het meeste uit dit soort trajecten. Terug naar het spreekwoordelijke ‘stuwmeer’ van talent: fictie of realiteit? Maureen Prins is het niet eens met die stelling dat er teveel mensen worden opgeleid, maar heeft wel een kanttekening: niet iedereen hoeft dezelfde ambities na te streven. “Ik denk dat er veel mensen worden opgeleid met een bepaald beeld van wat ze moeten worden. Dat mag diverser. Dus ook meer goede uitvoerende producenten in plaats van alleen maar topregisseurs. Het gaat erom dat wij mensen opleiden tot zelfstandige ondernemers met een mooi ambacht - dat kan variëren.”
Sprekers Maarten Treurniet - Regisseur en voorzitter Dutch Directors Guild (DDG) Hanneke Bouwsema - Algemeen secretaris NPO-fonds Maureen Prins - Directeur BROET, Projectcoördinator Next Talent Program Peggy Driessen-Bussink - Producer Generation Inclusion ROSE Stories Moderator Ido Abram - Directeur SEE NL en adjunct-directeur Eye Filmmuseum
NFF CONFERENTIE 2021
15
Via een videoverbinding in Londen trapt onderzoeker en activist Imani Jacqueline Brown de sessie af met een presentatie over haar werk voor Forensic Architecture. Forensic Architecture is een onderzoeksbureau dat methodologieën vanuit de architectuur en baanbrekende digitale technologieën inzet om schendingen van mensenrechten en milieugeweld gepleegd door overheden en bedrijven, te onthullen. Forensic Architecture werkt met zogenaamde ‘counter forensics’: zij maken onderzoeksstrategieën die vooral beschikbaar zijn voor de staat toegankelijk voor het gewone publiek via opensourcetechnologieën. Browns onderzoek richt zich op milieuracisme in Death Alley in de Amerikaanse staat Louisiana; een gebied dat zich uitstrekt langs de rivier de Mississippi, tussen New Orleans en Baton Rouge. Lang geleden was dit gebied ‘Plantation Country’. Suikerriet was het meest verbouwde gewas, en een groot deel van de bevolking stamt af van tot slaaf gemaakte mensen. Deze geschiedenis vormt de grondslag voor het structureel racisme dat de zwarte gemeenschap ook vandaag nog teistert en dat vele levens in gevaar brengt. Death Alley wordt nu ook wel de ‘Petrochemical Corridor’ genoemd: tegenwoordig heerst de petrochemische industrie in het gebied. Door de giftige lucht in het gebied zijn de cijfers van allerlei ziekten, met name kanker, op het hoogste niveau van het hele land.
NFF CONFERENTIE 2021
Elke plantage had begraafplaatsen om de tot slaaf gemaakte mensen te begraven. Hiervan waren bijna geen sporen meer te vinden. Nu petrochemische bedrijven de grond opengraven om nieuwe industrie te vestigen, komen deze aan het licht. In samenwerking met diverse lokale activistische bewegingen ontwikkelde Forensic Architecture een methode waarbij talloze historische kaarten gebruikt werden om deze begraafplaatsen op te sporen, vaak herkenbaar door clusters van bomen, die geplant werden door de nabestaanden. Het Louisiana-project maakt zichtbaar dat er sprake is van een ‘continuum of violence’ en wakkert het bewustzijn aan; we zien milieuracisme dat te herleiden is tot de kolonisatie door de Franse kolonisten, 300 jaar geleden. De coronapandemie was een katalysator waardoor het onderzoek zich vrijwel volledig naar het online domein verplaatste. Hier lukte het om tot concrete resultaten te komen door middel van remote sensing: satelliet en luchtfotografie. Al het onderzoek is open source en beschikbaar voor het publiek. Het resulteerde in een onderzoeksvideo en een tachtig pagina’s tellend rapport. Ook het onderzoekscollectief Bellingcat maakt volop gebruik van de mogelijkheden van het online domein, en vooral opensource-onderzoek. Foeke Postma legt uit hoe ze methodes ontwikkelen om internet-data te analyseren en anderen helpen dit ook te doen:
16
De doorbraak van Bellingcat was het onderzoek naar het neerhalen van vlucht MH17, waarbij ze de separatisten wisten te achterhalen die de raket afvuurden, maar de onderzoekers zijn vrij om hun persoonlijke fascinaties en journalistieke instincten te volgen. Wat volgt is een presentatie van een specifieke case van Bellingcat om hun werkwijze te verduidelijken: de Instagram-post van voetballer Memphis Depay die poseerde met een jonge tijger. Hoe kwam deze foto tot stand? Het is immers illegaal om te poseren met bedreigde diersoorten. Bellingcat ging aan de slag en via Google en Instagram lukte het vrij eenvoudig om Memphis Depays bewering dat het om een tijger uit een dierentuin ging, te ontkrachten. Ze legden een illegale verhuurpraktijk bloot die wilde dieren uitleent aan beroemde mensen om mee te poseren. De moraal van het verhaal: ja, social media is een plek waar fake news rondgaat, maar het is ook een dankbaar en laagdrempelig middel om de waarheid te achterhalen. Ook de datajournalisten van Follow the Money maken vaak gebruik van publiek toegankelijke data, in dit geval financiële gegevens. “This is how you follow the money: you go into reports. The numbers, the data, you go to the chamber of commerce and there it is.” Op deze manier is het platform van Eric Smit in staat om grootschalige criminele activiteiten als fraude en diefstal bloot te leggen. Voor Eric Smit vormt de Nederlandse overheid een groot struikelblok in hun zoektocht naar de waarheid: zo werd bijvoorbeeld in de coronacrisis geen informatie gegeven.
NFF CONFERENTIE 2021
Dit ondanks de Wet Openbaarheid van Bestuur: “We’re one-and-a-half years down the road and this is building a wall between transparency of a government and controlling power. This is a huge issue, I would say.” In de paneldiscussie die volgt vraagt moderator Dan Hassler-Forest zich af wat de hindernissen zijn voor onderzoek dat niet per se ten dienste staat van de heersende macht. Imani Jacqueline Brown antwoordt dat om verandering in gang te zetten, de toegankelijkheid tot informatie belangrijk is, maar ook de kanalen die tot je beschikking staan om je boodschap over te brengen: “How do you get it out into the world that it gets to be seen by people, challenging power, challenging governments, challenging corporations.” De manier waarop je je boodschap verpakt is daarbij essentieel. Imani Jacqueline Brown is ervan overtuigd dat hun onderzoeksvideo’s als documentaires beschouwd kunnen worden, en zo een groot publiek vinden. Tijdens het onderzoek denkt Forensic Architecture al na over de vertaalslag naar een audiovisueel product, met het publiek in gedachten.
Kortom, film kan helpen om effect in de samenleving te sorteren. Hoe creëer je met je onderzoek nog meer impact om gerechtigheid te bereiken? Foeke Postma van Bellingcat: “If we think an authority can do anything, we will obviously alert them. If it has to do with authorities that are already corrupted, we publish and hope for the best. It’s a case by case scenario.” Eric Smit sluit zich aan. “If the message and information is strong enough, it will be picked up.”
17
Sprekers Eric Smit - Medeoprichter en co-hoofdredacteur Follow the Money Imani Jacqueline Brown - Artiest, activist en onderzoeker Forensic Architecture Foeke Postma - Onderzoeker en trainer Bellingcat Moderator Dr. Dan Hassler-Forest - Cultuur- en mediawetenschapper Universiteit Utrecht
NFF Conferentie: Healing through film. © Nederlands Film Festival/ Joke Schut
NFF CONFERENTIE 2021
18
nieuwe Gouden Kalveren: vanaf deze editie werden de Gouden Kalveren voor Beste Bijrol in een Dramaserie en Beste Hoofdrol in een Korte Film voor het eerst uitgereikt. Na de bekendmaking van de nieuwe opzet ontstond rumoer in de pers en op social media. Jenny Booms zag veel aandacht voor de tegenstanders ontstaan, maar vindt het belangrijk om dit beeld te nuanceren. “Het is goed om aan te geven dat er negatieve reacties waren, en dat deze in aantal heel beperkt zijn gebleven.” Zo zeiden slechts drie van de meer dan 500 leden hun DAFFlidmaatschap op.
Bij de beslissing om de Gouden Kalf Competitie op de schop te nemen ging men niet over één nacht ijs. Na een kritisch artikel in de Groene Amsterdammer in 2017 en het afschaffen van het manvrouwonderscheid bij bijvoorbeeld de Berlinale in 2021, de Televizierringen in 2018 en de Grammy’s in 2012 was er aanleiding om ook bij de Gouden Kalveren na te denken over verandering. Via een enquête konden de circa 530 leden van de DAFF hun mening geven. Ook zijn er bijeenkomsten over dit thema georganiseerd met stemgerechtigden en DAFF-leden en was er een ALV van ACT Acteursbelangen. Silvia van der Heiden: “Uit deze bijeenkomsten volgde het advies: ga het gewoon dóen.” En zo geschiedde. De acteerprijzen waarbij het onderscheid tussen man en vrouw gemaakt werd, werden omgevormd tot de categorieën Beste Hoofdrol en Beste Bijrol. Ook introduceerde de organisatie twee
NFF CONFERENTIE 2021
Maar het was toch goed zoals het was? Actrice Manoushka Zeegelaar Breeveld, voorzitter van ACT en initiatiefnemer van diversiteitsaanjager KLEUR, antwoord met een stelling ‘nee’. “Nee, omdat het niet ging over het vak. Romana Vrede zei tegen mij: Als Usain Bolt gaat rennen, dan win ik niet, want hij rent gewoon veel harder dan ik. Maar ik kan echt niet harder acteren dan een ander.” Anders gezegd, je kunt een acteerprestatie moeilijk vatten in neutrale oordelen, en het is dus altijd moeilijk om te bepalen wie het beste is. Het doet er daarbij niet toe welk gender je hebt, maar wie de grootste acteerprestatie levert. Silvia van der Heiden vult aan:
Daar is Manoushka Zeegelaar-Breeveld het hartgrondig mee eens. De prijs is een eerste stap in een grote verandering die in de hele sector plaats
19
moet vinden, dus ook op het gebied van de producties die gemaakt worden. “We moeten toe naar een brede representatie van alle acteurs. Er zou meer te kiezen zijn als we meer zouden nadenken over wat voor soort verhalen we willen vertellen waarbij we iedereen in de samenleving betrekken. Dat gesprek wil ik heel graag voeren met iedereen die film maakt. Verhalen gaan nog teveel over een dominante groep.” Is het aanpassen van de Gouden Kalf Competitie dan wel de juiste stap? Moet die toegankelijkheid niet juist op allerlei andere manieren verbeterd worden? Jenny Booms onderkent dat er nog veel verbeterd kan worden. “De prijs zit inderdaad helemaal aan het einde van de keten, maar in de rest van de keten moet er van alles gebeuren. We gaan zeker ook naar het begin van de keten kijken.” In de tweede helft namen regisseur Norbert ter Hall, journalist Joyce Roodnat, acteur Tarikh Janssen en actrice Hanna van Vliet plaats op de bank. Actrice Hanna van Vliet is blij dat de prijzen genderinclusief zijn geworden, zodat non-binaire personen ook kans maken op een Kalf, maar ziet bezwaren op het gebied van zichtbaarheid van vrouwen; een genderinclusieve prijs zou de zichtbaarheid van vrouwen verder kunnen ondermijnen. “Mijn angst is dat het patriarchaat zegeviert; dat er minder rollen voor vrouwen zijn, en ook zeker minder interessante rollen. Het was dus spannend wat de nominaties zouden zijn. Het lijkt er deze keer mooi uit te komen - met acht vrouwen en elf mannen - maar ik denk wel dat het heel veel aandacht verdient.” Voor Hanna van Vliet voelt het als een verlies voor de vrouw: vroeger was er elk jaar een vrouw die een Kalf won voor haar acteerprestatie. Nu niet meer. Bovendien zijn vrouwen überhaupt minder zichtbaar in films. Dit wordt bevestigd door het onderzoek Beter is nog niet goed van Stichting Vrouwen in Beeld: 42% van de rollen is voor vrouwen. “De grote vraag is: wat voor rollen zijn dat? Zijn dat interessante, complexe rollen?” Zo las de krantenkop ‘Onderscheid tussen man en vrouw
NFF CONFERENTIE 2021
niet meer nodig’. Dat is niet wat je wilt, want de vrouw moet juist prominent in beeld en serieuze rollen krijgen. Het onderscheid is nog wél nodig.” Ook journalist Joyce Roodnat van NRC had haar bedenkingen toen ze het persbericht onder ogen kreeg. “In een tijd dat we eindelijk een keer gaan onderzoeken of er vrouwelijk talent is blijven liggen, gaan we bij film de prijs voor vrouwen weghalen. De eerste jaren zullen ze waarschijnlijk wel proberen gelijkwaardig te zijn... Maar daarna?” Joyce Roodnat betwijfelt of acteerprestaties los te zien zijn van gender. En zijn er eigenlijk genoeg verhalen voor vrouwen die Gouden Kalfwaardig zijn? Of is het appels met peren vergelijken? “Ik ben het ermee eens dat je het gelijkschakelt, maar de film is er nog niet aan toe.” Daar is Tarikh Janssen het niet mee eens, maar deelt wel bepaalde zorgen over het gebrek aan diversiteit in rollen. “Ik ben er wél aan toe. Is het rechtvaardig? Ja, natuurlijk moeten we het genderinclusief maken. Laat dit een motivatie om meer sterke vrouwenrollen neer te zetten. Er moeten vooral meer rollen komen voor IEDEREEN. Er is toch ook geen prijs voor Beste Zwarte Acteur?” Regisseur Norbert ter Hall neemt ook graag zijn verantwoordelijkheid als maker.
20
Is een quotum dan een goed idee? Joyce Roodnat is duidelijk hierover: een quotum is daarvoor niet de oplossing. “Er is ook nog artistieke vrijheid.”
binnen de Gouden Kalf Competitie zijn niet het énige antwoord als het gaat om het verbeteren van inclusiviteit en diversiteit, maar wel een onderdeel van de inspanningen. De ophef heeft in ieder geval een mooi bijeffect: het debat wordt gevoerd binnen en buiten de sector, en dit vormt een kans om ervoor te zorgen dat er stappen gezet worden: meer en betere representatie van allerlei groepen. Acteur Jacqueline Blom vanuit het publiek: “Er moeten daden gesteld worden. Het is geen uitgekauwde discussie, integendeel, het begint net.”
Al met al is er vooral behoefte aan systemische verandering, op alle niveaus in de keten. De hervormingen Sprekers Silvia van der Heiden - Algemeen Directeur NFF Manoushka Zeegelaar Breeveld - Aanjager KLEUR en voorzitter ACT Jenny Booms - Voorzitter DAFF Norbert Ter Hall - Regisseur Joyce Roodnat - Journalist voor o.a. NRC Tarikh Janssen - Acteur Hanna van Vliet - Acteur Moderator Jörgen Tjon a Fong - Theatermaker en oprichter theatergroep Urban Myth
NFF Conferentie: Het kalf van stal. © Nederlands Film Festival/ Tom Heuijerjans
NFF CONFERENTIE 2021
21
Precies één jaar geleden werd ontwerper Roosje Klap en haar Amsterdamse ontwerpstudio ARK gevraagd om een video-essay te maken voor het NFF met het thema ‘Life As We Know It’ dat kon dienen als openingsmoment voor de gelijknamige conferentie. Met een eclectisch team van kunstenaars, ontwerpers, architecten, curatoren, historici en denkers ging ARK aan de slag. LAWKI (acroniem van Life As We Know It) was hier het resultaat van. LAWKI is geïnspireerd op het gegeven dat we tijdens de COVID-19-pandemie allemaal gedwongen thuisbleven en de wereld ervoeren via ons computerscherm. Het video-essay is samengesteld uit flarden beelden en geluiden zoals deze tot ons kwamen de afgelopen anderhalf jaar. “We’re travelling through the whole world without limits. We can climb the Mount Everest or
take a hike in Central Park or touch the ceilings in the Sistine Chapel, through technology. All from our own homes. Prompted by technology of surveillance, of tracking and targeting, our sense of spatial belonging and temporal orientation has drastically changed,” aldus Klap. LAWKI is een wereld zonder grenzen, maar ook zonder perspectief. In de film is de traditionele chromakeytechniek (ook wel bekend van de ‘green screens’) gebruikt om de beelden samen te voegen; een grotendeels handmatig proces. Vervolgens ontstond, op uitnodiging van het Noorderlicht Festival, het idee om de film te doorontwikkelen tot een interactieve kunstinstallatie, samenwerkend met kunstmatige intelligentie en machinelearning. Dit vervolgwerk, getiteld LAWKI NOW, is gebaseerd op AIalgoritmes en wordt dus gemaakt door technologie die reageert op mensen, in plaats van andersom. Het toont wat op dat moment gegoogeld wordt door mensen van over de hele wereld, van politiek tot populaire cultuur, en wordt geactiveerd door de bezoekers die in de nabijheid zijn van het werk, zowel door het aantal als door de specifieke individuele bezoekers. Het werk is geen twee momenten hetzelfde, en bezoekers worden dan ook uitgedaagd te experimenteren met de installatie. De zintuiglijke ervaring van het werk wordt beschreven als ‘ghostly’: het resoneert op een lichamelijk niveau wat niet direct verklaard kan worden. Een magische ervaring, of een technologische ervaring? Om te spreken met de woorden van Federico Campagna, schrijver en filosoof die ook meeschreef aan het script: “It’s technique ánd magic.” Voor regisseur Grace Boyle staat
zintuiglijkheid centraal. Met haar Londense studio The Feelies maakt ze ‘sensory stories’; een systeem waarbij ze verschillende zintuigen inzet als medium. In haar onderzoek werkt ze samen met wetenschappers, technologen, parfumexperts, productontwerpers en engineers. Volgens Boyle verbinden onze zintuigen ons met de realiteit en stellen zij ons in staat om de wereld om ons heen te ervaren en betekenis te geven. Toch staat ‘zien’ nog steeds centraal in de wijze waarop de meeste verhalen tot ons komen:
Met The Feelies wil Boyle afscheid nemen van de klassieke mind-bodydualiteit en hiërarchie van de zintuigen. Ze wil alle zintuigen verwelkomen bij het ervaren en vertellen van verhalen. Met het multi-zintuigelijke werk Munduruku, dat ze in samenwerking met Greenpeace ontwikkelden, kon het publiek via de zintuigen op ‘bezoek’ bij het inheemse Munduruku-volk in het Braziliaanse Amazonegebied. Door middel van een zeer geavanceerde compositie van geur, geluid, tast en beeld creëerden ze een werk dat je het gevoel geeft werkelijk in de jungle te zijn en deel uit te maken van hun huiselijke leefomgeving. Dit leverde een transformerende ervaring die op een nieuwe manier aandacht en impact genereert voor een belangrijk thema: ontbossing. Een heel andere manier waarop we ons kunnen begeven in het digitale domein wordt geboden door Amber Jae Slooten, creatief directeur en oprichter van The Fabricant. Een nieuwe look voor je
NFF CONFERENTIE 2021
debuut op Fortnight, of een story op Instagram? The Fabricant biedt mode die alleen bestaat uit nullen en eentjes, en waar dus geen centimeter stof of draad aan te pas komt: als we electronic waste buiten beschouwing laten, vormt het een radicaal milieuvriendelijk alternatief voor de zeer vervuilende textielindustrie. Oprichter Amber Jae Slooten is ervan overtuigd dat dit de weg is naar een meer verantwoorde toekomst: “Toxic dyes are everywhere and there are no regulations. Textile waste that we have in The Netherlands is distributed in Ghana and 80% of that ends up in landfill. That’s a massive problem.” Haar antwoord: alle mode en events worden in 3D ontworpen. Op die manier wordt er alleen data gebruikt en activeren we onze verbeelding - als een manier om te communiceren en onszelf uit te drukken. Recent is er voor deze manier van werken ook een nieuw verdienmodel ontstaan: sinds NonFungible Tokens (NFT), oftewel nietinwisselbare echtheidscertificaten op de markt zijn gekomen, kan The Fabricant hun ontwerpen beter monetizen. Unieke bestanden worden voor (veel) geld verkocht aan mensen die deze stukken in hun online ‘garderobe’ bezitten. Zo werd een jurk die fysiek niet bestond geveild voor 9500 euro. De ophef was groot, maar The Fabricant ziet dit als de toekomst. Volgens Ambert Jae Slooten gaan we kleding met sensoren dragen die vooral comfortabel is, en daaroverheen draag je een virtuele laag die je blijvend kunt aanpassen, afhankelijk van je stemming of de gelegenheid. De ontwikkeling binnen AR laat ons al een beetje zien waar dat heen zou kunnen gaan. Als laatste spreker was av-ondernemer Avinash Changa aan het woord. Hij is geïnteresseerd in de manier waarop ons sociale leven zich steeds meer afspeelt in het digitale domein of - de term die hij zelf liever gebruikt - de metaverse. Met zijn bedrijf WeMakeVR
1
ontwikkelt en onderzoekt hij nieuwe manieren van verhalen vertellen door middel van Virtual Reality. Voor Avinash Changa bevindt de metaverse zich op het grensvlak van de fysieke en digitale wereld. De tweedeling tussen wat ‘echt’ en ‘virtueel’ is, is voor hem slechts schijn. Beide dimensies vloeien in elkaar over en kunnen net zo ‘echt’ aanvoelen. Onder de noemer ‘live social VR’ vertelt hij over hoe we in staat zijn om digitaal samen te komen door middel van geavanceerde VRtechnologie, en de emotionele waarachtigheid van dit soort ontmoetingen.
Luisterend naar deze vier pioniers kunnen we de conclusie trekken dat de scheidslijn tussen onze online en offline identiteit vervaagt, evenals de grens tussen mens en machine Dit opent allerlei nieuwe mogelijkheden voor expressie, voor verbeelding, voor ervaringen, voor samenzijn. Belangrijk hierbij is de vraag hoe we ervoor zorgen dat het niet alleen bigtechbedrijven zoals Facebook en Google zijn die het alleenrecht hebben op het ontwerpen van deze nieuwe omgevingen en platforms. Er moeten meer ruimte en middelen komen voor de kunstenaars en cultureel-publieke initiatieven.
Sprekers Roosje Klap - Kunstenaar, art director en ontwerper ARK Grace Boyle - Founder en director The Feelies Avinash Changa - Founder WeMakeVR Amber Jae Slooten - Co-Founder en creative director The Fabricant Moderator Dr. Dan Hassler-Forest - Cultuur- en mediawetenschapper Universiteit Utrecht
NFF CONFERENTIE 2021
2
werd de scope van het onderzoek vastgesteld, met focus op een aantal sleutelfuncties voor en achter de schermen: productie, regie, scenario, camera, montage, sound design, setgeluid, production design, hoofdrollen, bijrollen en research. Data over een periode van tien jaar werd verzameld en geanalyseerd. Willemien Sanders: “Toen zijn we gewoon gaan tellen: hoeveel mannetjes, hoeveel vrouwtjes, en wat is het verschil.” Is het onderscheid zo zwart-wit? Willemien zegt zich ervan bewust te zijn dat het plakken van genderlabels problematisch is, maar uit pragmatisch oogpunt toch gedaan is. De verschillen bleken nog groter dan gedacht. In alle functies, behalve research, hebben mannen - soms ruimschoots - de overhand. Willemien Sanders: “Ik vond het op sommige punten schokkend. Vrouwen zijn wel heel erg afwezig.” Waar is het eitje gelegd voor dit onderzoek? Een jaar geleden richtte Esther Schmidt met een groep vrouwen uit de film- en televisiesector de stichting Vrouwen in Beeld op, om het werk van vrouwen voor en achter de schermen zichtbaarder te maken en hun arbeidspositie te versterken. Om werkelijk bewustwording te creëren bleek extra inspanning nodig. “We horen heel vaak, het gaat toch heel goed in Nederland?! Dus dat gesprek is heel moeilijk aan te gaan. We moesten het gaan staven met cijfers.” Willemien Sanders was al bezig met een pilotonderzoek, dus de krachten werden gebundeld. Na de werving van een aantal fondsen zijn ze met een grote groep onderzoekers aan de slag gegaan. IDFA, NFF en het Nederlands Filmfonds werden betrokken als partners in het onderzoek, onder meer voor het verstrekken van de nodige data. Daarnaast is door de onderzoekers ook aanvullend onderzoek gedaan, met name ten behoeve van de data van commerciële producties. In overleg met de partners
NFF CONFERENTIE 2021
Wat conclusies op een rij: • Het beeld laat zien dat de verhoudingen op de set nog verre van gelijk zijn. • In de functies productie, regie en scenario is de verhouding over de afgelopen tien jaar ongeveer een derde vrouw, twee derde mannen. • Bij de technische beroepen zoals camera, montage, setgeluid en sound design zijn de verschillen zelfs nog groter. Zo is slechts 10,3% van de cameramensen vrouw. • Bij production design en acteren zijn de verschillen in verhouding minder groot, maar nog steeds aanzienlijk. • Alleen bij research (voor documentaire, in dit geval) zijn de vrouwen in de meerderheid (63,4%), maar het aantal producties is weer veel minder hoog. • Wat opvalt is dat er over tien jaar weinig verandering is. Er
3
treedt dus ook geen verbetering op. Er is in het onderzoek ook aandacht voor de verschillende type producties, waarbij opvalt dat de verhoudingen bij aan televisie gerelateerde types zoals series en single plays de verhoudingen gelijker zijn dan bij bijvoorbeeld speelfilms en korte films. Ook bij documentaires is de ongelijkheid minder groot. Zo bestaat de groep researchers voor zo’n tweederde uit vrouwen. Willemien Sanders: “Wat we zien is dat vrouwen bij documentaire meer kansen krijgen. Daar gaat het beter, maar de vraag is natuurlijk: waaróm gaat het beter? Als het te maken heeft met risicomijding omdat het gewoon minder kost, en omdat het gaat om dienstbaarheid, of omdat vrouwen empathischer zouden zijn… dan moet je je afvragen of dat terecht is, en of dat niet veranderen moet. Conclusie, beter is nog niet goed.” Hoe nu verder? Esther Schmidt: “We hebben nu de cijfers, dus we kunnen ook aan de slag. Tijdens het onderzoek heb ik contact opgenomen met de diverse vakverenigingen. Er is heel veel bereidheid om er iets mee te doen, bijvoorbeeld met diversiteitscommissies. We zijn aan het onderzoeken of we ook kwalitatief onderzoek kunnen doen. We hebben het over absolute cijfers, maar we hebben het nog helemaal niet over beloning gehad. Dat is de volgende stap.” Willemien Sanders: “We zijn nog lang niet klaar.” Waarom is het dan zo moeilijk om verandering te bewerkstelligen? Volgens Esther Schmidt gaat het om het geven van kansen.
Jacqueline Blom kan meepraten over kansen en beperkingen in haar werk als actrice. In 2019 kwam zij in opstand bij de makers van een nieuwe uitvoering van een stuk van Tsjechov, waarin zij gecast was in een eendimensionale rol: die van de bitch. Meerdimensionale rollen voor vrouwen zijn schaars. Geïnspireerd door kunsthistoricus Mary Beard besloot ze zich er niet bij neer te leggen. “Zolang je dit soort verhalen blijft vertellen, ook als acteur, ben je medeplichtig aan dit soort machtsverdeling.” Als reactie is ze met Corien van der Zwaag een podcast begonnen met de titel De hoer en de bitch, over representatie van vrouwen in theater. Samen bevragen zij in gesprekken met allerlei gasten de mechanismen en systemen die ten grondslag liggen aan de ondergeschoven positie van vrouwen in het openbare leven. De emoties in de gesprekken lopen soms hoog op. “Vrouwelijke collega’s zijn tegenwoordig opgelucht dat het benoemd wordt. Dat men erover durft te praten. Bijvoorbeeld over ongelijke beloning. Het is gênant om te weten wat je mannelijke collega verdient versus wat wij verdienen. Ik steek heel graag mijn nek uit nu.” Blom liet tijdens de sessie twee fragmenten horen van de podcast waarin ze theatermaker en acteur Naomi Velisarriou interviewt. Velisarriou deelt dezelfde visie als Blom, en heeft besloten niet langer zulke rollen te spelen. Zij is stukken gaan schrijven en regisseren, met andere, meer diverse rollen voor vrouwen. Die cijfers liggen er nu, en liegen er niet om. Hoe nu verder? Uit de zaal komt de vraag, hoe nu de mensen - en dan met
NFF CONFERENTIE 2021
4
name mannen - te bereiken die verandering kunnen brengen.
Er is dus behoefte aan actie. Voor wie wil bijdragen is er pointofview.nu, een platform dat zich inzet voor gelijkwaardige vertegenwoordiging van
vrouwen en het vrouwelijke perspectief in de Nederlandse kunst en cultuur. “We hebben handen, contacten en geld nodig.” Tot slot: wat voor rol kan het publiek spelen in het bewerkstelligen van verandering? Een bezoeker weet raad. “Het uitspreken voor de liefde voor films die wel passen bij wat we graag zouden willen zien. Omdat er vaak nog een idee heerst over wat commercieel interessant is. Ik denk dat er een heel groot publiek is dat behoefte heeft aan andere verhalen. En die verhalen moeten applaus krijgen.” Bekijk de eerste onderzoekresultaten.
Sprekers Jacqueline Blom - Acteur Esther Schmidt - Initiatiefnemer Stichting Vrouwen in Beeld Willemien Sanders - Docent Media & Cultuur, initiatiefnemer en onderzoeksleider Moderator Farid Tabarki - Studio Zeitgeist
NFF Conferentie: Beter is nog niet goed. © Nederlands Film Festival/ Tom Heuijerjans
NFF CONFERENTIE 2021
5
NFF CONFERENTIE 2021
6