Forum van de Regisseurs 35e Nederlands Film Festival 23 sep t/m 2 okt 2015 Utrecht filmfestival.nl
meer dan een bioscoop meer dan een filmhuis Binnenkort op DVD, Blu-ray en VOD
Forum van de Regisseurs
Inhoud
35e Nederlands Film Festival
I 3
5
Forum van de Regisseurs – Een filmische trampoline, door Jan Pieter Ekker en Dana Linssen
6
Verlangen naar de horizon – De echo van Menno ter Braak, door Nina Polak
10
Vliegende Hollanders – Nederlandse cinema in vogelvlucht, door Kees Driessen
14
Lucifer van Gust Van den Berghe, ingeleid door Hans Croiset – Donderdag 24 september, 19.00 uur – Louis Hartlooper Complex 2
16
Prins van Sam de Jong, ingeleid door rapper Donnie – Vrijdag 25 september, 19.00 uur – Louis Hartlooper Complex 2
18
Werk van Erik van Lieshout, ingeleid met My Life as an Artist van Racké & Muskens – Vrijdag 25 september, 21.30 uur – Louis Hartlooper Complex 2
20
Tussen 10 en 12 van Peter Hoogendoorn, ingeleid met een video-essay Kees Driessen – Zaterdag 26 september, 19.00 uur – Louis Hartlooper Complex 2
22
Zurich van Sacha Polak, ingeleid door dichter Ingmar Heytze – Zaterdag 26 september, 21.30 uur – Louis Hartlooper Complex 2
24
Those Who Feel the Fire Burning van Morgan Knibbe, ingeleid door theaterregisseur Daria Bukvić – Zondag 27 september, 19.00 uur – Louis Hartlooper Complex 2
26
Een dag in ’t jaar van Margot Schaap, ingeleid met illustraties van Nina Maissouradze – Zondag 27 september, 21.30 uur – Louis Hartlooper Complex 2
28
Groenland van Tomas Kaan, ingeleid door scenarioschrijver Philip Huff – Maandag 28 september, 19.00 uur – Louis Hartlooper Complex 2
30
The Paradise Suite van Joost van Ginkel, ingeleid door cabaretier Raoul Heertje – Dinsdag 29 september, 19.00 uur – Louis Hartlooper Complex 2
32
Atlantic. van Jan-Willem van Ewijk, ingeleid met een performance van Janica Draisma – Woensdag 30 september, 19.00 uur – Louis Hartlooper Complex 2
34
Wilde mossels van Erik de Bruyn, ingeleid door Nuff Said – Donderdag 1 oktober, 19.00 uur – Louis Hartlooper Complex 2
37
De jury: Thibaud Delpeut, Caroline Strubbe en David Verbeek
38
Colofon
Lucifer
Forum van de Regisseurs
35e Nederlands Film Festival
I 5
Forum van de Regisseurs
Een filmische trampoline “Wie in Holland over film schrijft, weet dat Holland niet voor de film gewonnen is, hoewel het wekelijks met nieuwe producten wordt overstroomd.” Deze woorden schreef Menno ter Braak in 1929 in zijn beroemde Cinema Militans. Ze in de herinnering roepen op het jaarlijkse ‘feestje van de Nederlandse film’ klinkt een beetje als de mopperige oom aan de bar op een familiedag. Maar we weten allemaal dat hij gelijk heeft. Gouden Films, Gouden Kalveren en klaterende bezoekcijfers kunnen niet verhullen dat een film in Nederland pas een succes is als hij succes heeft en dat Ter Braaks oproep om film ook als kunst te zien ook 85 jaar na dato nog steeds niet ruimhartig is ingelost. Geen wonder dan ook dat Ter Braak zich als geestelijke godfather opdrong toen Willemien van Aalst, directeur van het Nederlands Film Festival, ons vroeg deze eerste editie van het Forum van de Regisseurs samen te stellen. Het Forum van de Regisseurs is een nieuw competitieprogramma op het Nederlands Film Festival, dat gebruikmakend van de ruimte die het Academysysteem voor de Gouden Kalveren heeft geschapen een platform is voor auteurs en artfilms, experimenten en meesterwerken, en eigenlijk álles waarbij niet de grootste gemene deler de leidraad was. We hebben een internationale jury gevraagd om zich voor hun prijs te laten leiden door alles wat film kan zijn en doen: verrassen, ontroeren, verwarren, toenaderen, afstoten, activeren, ontmoeten, door je hoofd spoken.
Toen we Lucifer van de Vlaamse regisseur Gust Van den Berghe zagen wisten we het: deze hervertelling van het toneelstuk van Joost van den Vondel moest onze inspiratie zijn bij het samenstellen van het programma. Vondel beweerde in zijn toneelstuk dat hoogmoed voor de val kwam. Maar moet kunst niet op z’n minst een beetje overmoedig zijn? Met zijn ronde kaders en de keuze voor Mexico als locatie voor het verhaal over de weerbarstige engel die zich met Gods lieveling de mens wilde meten, liet Van den Berghe in ieder geval volop filmische móed zien. Die moed zien wij terug in de films die we selecteerden; ze trotseren verteltradities, zwaartekracht, kaders en andere grenzen. Geïnspireerd door deze films stelden we een programma samen waarin alle films worden ingeleid door kunstenaars uit verschillende disciplines. Na afloop vindt een gesprek met makers en inleiders plaats. Dit live-element en deze ontmoetingen zijn cruciaal: ze beklemtonen dat de Nederlandse filmgeschiedenis er altijd een van openheid en uitwisseling is geweest. Tussen genres en stijlen, tussen landen en opvattingen, en tussen feit en fictie. Toch springen we veel te weinig uit de band. Laat het Forum van de Regisseurs een filmische trampoline zijn. Welkom bij deze eerste editie! Jan Pieter Ekker en Dana Linssen curatoren
Atlantic.
Forum van de Regisseurs
35e Nederlands Film Festival
I 7
De echo van Menno ter Braak
Verlangen naar de horizon Journalist en schrijver Nina Polak bekeek de selectie van het Forum van de Regisseurs in het licht van Menno ter Braaks beroemde ‘Cinema Militans’-essay en concludeerde: dit zijn makers die nieuwe perspectieven zoeken en ons bekende verhalen met andere, en vooral andermans ogen doen zien.
door Nina Polak Het is moeilijk uit te maken wat precies de actuele waarde is van Menno ter Braaks klassieke essay ‘Cinema Militans’ uit 1929. Wie door het intellectuele jaren twintig-proza heen bijt kan concluderen dat het Ter Braak eigenlijk om simpele dingen te doen was. Film kán en moet kunst zijn, dat ten eerste. En: Nederland heeft een bar klimaat voor de ontwikkeling van die kunst. Inmiddels zijn beide uitgangspunten tot cliché verworden. Film is kunst, dûh. Maar ons Nederlandje is niet bepaald een filmland. Zoals met alle clichés zijn ze een beetje waar, maar ook onvruchtbaar en rijp voor evolutie. Om met dat tweede cliché maar te beginnen: de selectie voor het NFFprogramma Forum van de Regisseurs laat zien dat er in dit zogenaamd barre cinemaland van ons wel degelijk op hoog niveau gedacht wordt over wat film tot kunst maakt. Geen van de geselecteerde makers zou Ter Braaks voornaamste aanname betwisten: cinema is art, ladies and gentlemen, we zeggen het nog eens. Dat uitgangspunt resulteert soms in plichtmatige artistiekerigheid (nadeel van het cliché) maar ook in prachtige films, waarvan zeggen dat ze kunst zijn eigenlijk overbodig is.
Het gansche ding Waar Menno ter Braak op hamerde is inmiddels gemeengoed. ‘De eerste waarheid is, dat niet de persoon, maar het gansche beeld “acteert”’, schrijft hij. Film is kunst als het alléén maar film kan zijn (en niet bijvoorbeeld evengoed literatuur of toneel). Wat kunst onderscheidt van niet-kunst is de mate waarin het medium optimaal en compleet benut wordt, waarin het vertelde zich uitstrekt en alle aspecten van dat medium vult. Film die in de ogen van Ter Braak voor kunst door kan, gáát daarmee automatisch ook over dat medium. En belangrijker: waar nieuwe verhalen verteld moeten worden, moet dus ook het medium op nieuwe manieren worden gebruikt. Het ‘gansche’ ding moet het verhaal immers vertellen. Concreter. Voor deze makers is het vanzelfsprekend om te experimenteren met beeldformaten, chronologie, cameravoering, art direction, geluid. Zo (her)vond de Vlaamse Gust Van den Berghe een rond beeldformaat uit om het paradijselijke, het eindeloze, te benaderen dat past bij Vondels Lucifer. Margot Schaap kiest in Een dag in ’t jaar een manier van draaien, elke maand één dag, die haar en haar crew bevrijdt van het gangbare, slepende productieproces. Kunstenaar Erik van Lieshout zaait in Werk verwarring met zijn fragmentarische montage, waaruit uiteindelijk juist de samenhang van zijn gefragmenteerde werkproces naar voren komt.
Engagement Uiteraard gaat het bij dit soort experimenten idealiter, en in de meeste van deze films, niet alleen om vorm. Wat opvalt aan de gekozen films is een
8 I
Forum van de Regisseurs
35e Nederlands Film Festival
nadrukkelijk maatschappelijke inhoud. Niet allemaal zijn ze even expliciet politiek of ook maar actueel. Maar bijna in alle films staat vormexperiment in dienst van engagement. Dat engagement zit ‘m niet zozeer in pamflettistische boodschappen als wel in de weloverwogen, verfijnde manier waarop ze hun verhaal brengen – vanuit welk perspectief ze het vertellen, welke verwachtingen ze doorbreken, hoe ze hun kijkers zich laten verhouden tot wat ze zien. Neem de jonge documentairemaker Morgan Knibbe (25). In zijn film Those Who Feel the Fire Burning volgt hij vluchtelingen door de hel die ze wacht als ze de oversteek wagen. Tijdens hun nachtelijke zeereizen, in volle, open boten, maar ook aangekomen in de verharde randen van Europa, waar ze hopen vrede aan te treffen, maar stuiten op doffe, kafkaëske ellende. Vieze donkere kamers, gure havens waar doodskisten zich opstapelen, geïmproviseerde gebedskelders waar halsstarrig wordt gebeden. De filmmaker zelf is bijna afwezig in zijn registratie. Hij maakt van zijn camera een gedesoriënteerde, nederige entiteit, vaak laag bij de grond, wiebelig, dicht op de huid van de groep verstekelingen. Haast kinds laat zijn frame zich meevoeren. De blik is naïef, zonder uitgesproken oordeel. In de claustrofobie van die armzalige halve onderwereld vindt Knibbes oog af en toe ook een kinderlijke lichtheid. We zien twee Senegalese mannen aan tafel in gesprek over de surrealistische logistiek van hun situatie als het shot ineens afdwaalt, verwonderd, naar een kakkerlak op de verweerde muur. We volgen het insect op zijn vlucht de kamer uit, het beeld kantelt, draait op z’n kop, zoals vaker in de film.
verhaal van Nina, die haar geliefde Boris is verloren. De film begint met deel 2, is zuinig met informatie en hoe de verhouding tussen Nina en haar minnaar precies zat wordt moeizaam duidelijk. Knibbe stelt zijn perspectief in dienst van empathie. We reizen als vanzelf mee met de groep vluchtelingen alsof we er deel van uitmaken. Polak daarentegen, maakt het haar publiek moeilijker. Zurich werkt in negatief. De voorbije liefde waar het om draait krijgt alleen gestalte in de diepte van het gemis (soms bijna té beklemmend vertolkt door Wende Snijders). Er zijn geen flashbacks naar betere tijden, er is geen tekst over wat er was tussen Nina en Boris. Het is een veeleisende manier van vertellen – Zurich is niet voor iedereen, vereist inspanning. Maar het past bij de rol die Nina vervuld blijkt te hebben in het leven van haar dode geliefde dat we haar verhaal in negatief krijgen voorgeschoteld. Uiteindelijk voelen we namelijk hoe ons eigen oordeel en onbegrip de gekooide hoofdpersoon omsluit.
Afwijken van het voor de hand liggende Narratieve spaarzaamheid typeert trouwens de hele selectie. Geen van de films is tekstzwaar (hoewel er bij Van Lieshout veel doelloos gebabbeld wordt) en de regisseurs hebben – af en toe iets te braaf – hun arthousehuiswerk gedaan: veel verstilling, stasis, rust.
Empathie
Peter Hoogendoorn bijvoorbeeld, neemt in Tussen 10 en 12 provocerend lang de tijd om te laten zien hoe goed zijn sets gedresst zijn – een lege meisjeskamer, een parkeerterrein, een doorzonwoning. Ok, dat is flauw. Ook hier gaat het om afwijken van het voor de hand liggende perspectief.
Ook Sacha Polak gebruikt desoriëntatie als stijlmiddel. De hare is minder visueel dan chronologisch. Zurich – de titel verwijst, even verwarrend, naar een andere locatie dan je verwacht – vertelt in twee delen het rouw-
De film volgt twee agenten die een familie moeten vertellen dat hun dochter is omgekomen bij een auto-ongeluk. Meermaals wanneer je verwacht
Forum van de Regisseurs
35e Nederlands Film Festival
dat de camera het centrum van het drama volgt blijft hij hangen, in de omgeving of bij een van de buitenstaanders. Het dominante perspectief wordt dat van het vriendinnetje van de broer van het slachtoffer (mooi en slim gespeeld door Elise van ‘t Laar). De film mijdt het melodrama dat zich makkelijk aan zo’n plot hecht. Zo miserabel als Polak het ons maakt, zo relativerend springt Hoogendoorn om met de dood. Knap is het dat de film er niet minder ontroerend om wordt. Bij Hoogendoorn zie je hoe gedoseerde informatie over de personages – kleine grapjes, korte telefoontjes, cd’tjes in de kast – ons efficiënt voor ze inneemt. Het is een populistischer, minder gewaagd procedé. Meer vakwerk dan kunst misschien, bescheidener dan Zurich, die zich nogal aan je opdringt in wat je al te makkelijk zijn ‘rauwheid’ zou noemen.
Levenslust Rauw is niet een woord dat bij je opkomt bij Prins, het speelfilmdebuut van Sam de Jong. Zijn esthetiek is gelikt, overdadig en (sorry, dit wil natuurlijk geen hipster horen): hip. Prins speelt in de achterstandsbuurt van de sympathieke tiener Ayoub, die niet is afgestemd op de grimmigheid van zijn realiteit. Hij is verliefd op het vriendinnetje van de getatoeëerde straatrat die hem intimideert, heeft een verslaafde vader en een labiele moeder, en kan maar half vertrouwen op zijn vriendjes. Toch behoudt hij een levenslust en dagdroomt erop los. Die levenslust vangt De Jong in zijn extravagante, aan kitsch grenzende styling – er zijn paarse Lamborghini’s, glimmende trainingspakken, gouden kronen, pompende soundtracks, openingstitels in neonroze. De regisseur weigert Ayoubs grotestadsleven alleen als mistroostig af te schilderen; kiest voor glansrijk. Daarmee krijg je fijn, lichtvoetig ‘sociaalrealisme revisited’ dat erg lijkt (soms te veel) op dat van de Canadese Xavier Dolan (en ook wel wat op onze eigen klassieker Dunya & Desie).
I 9
Het is hoe dan ook een interessante greep van De Jong om zijn hoofdpersoon zo glorieus boven het slachtofferschap te laten uitsteken. Ayoub is geen ongedierte, hij is een prins.
Heldenepos over individuele kracht Iets vergelijkbaars doet Jan-Willem van Ewijk, die formeel misschien wel de meest traditionele film maakte, maar veel bewerkstelligt. Atlantic. gaat over de Marokkaanse surfer Fettah. Hij woont vredig in een godverlaten kustdorp, waar surfers van over de hele wereld hun zomers doorbrengen en Fettah confronteren met de vrijheid en rijkdom van het Westen. Wanneer hij verliefd wordt op een Nederlandse (Thekla Reuten) wordt zijn verlangen naar de horizon te groot en besluit hij naar Europa te windsurfen. Het is een megalomaan plan, een potentieel heldenepos over individuele kracht dat we niet snel associëren met migrantenverhalen. In de clash van die twee narratieven zit het subversieve van Van Ewijks film. Het beeld van migranten als ratten in de val (zo pijnlijk in beeld gebracht door Knibbe) wordt doorbroken. Ter Braak meende dat filmmakers zich, volkomener dan welke andere kunstenaars dan ook, ‘offeren aan de schijnbare objectiviteit’. Recente, grensverleggende films als die van Van Ewijk, De Jong en Knibbe gaan ervan uit dat zoiets als objectiviteit niet bestaat als het om film gaat. Ze gebruiken vormexperiment om nieuwe perspectieven te smeden die ons bekende verhalen met andere, en vooral andermans ogen doen zien.
Stand van de maan
Forum van de Regisseurs
35e Nederlands Film Festival
I 11
Nederlandse cinema in vogelvlucht
Vliegende Hollanders Loskomen van de grond, kijken achter de dijken en vliegen voorbij de horizon. Dat mag de Nederlandse film vaker doen.
door Kees Driessen Hij wil maar niet echt van de grond komen, de Nederlandse film. Uitzonderingen daargelaten blijft dat het overheersende gevoel. Vliegen en zweven zijn ongebruikelijk. De lucht in gaan, of dat nou hoog tussen de wolken is of laag over de grond, doet de Nederlandse cinema zelden. Een boude bewering, gestoeld op ervaring, intuïtie, grasduinen en rondvragen. Alle Nederlandse films terugkijken is niet te doen. En is de Nederlandse film grondvaster dan die van andere landen? Ook niet te turven, maar volgens mij: als je naar het westen, oosten of zuiden reist wel. En dat suggereert een culturele verklaring. Toen Michael Dudok de Wit, werkend in Londen, weer eens iets echt Hollands wilde maken, kwam hij met Father and Daughter (2000), de mooiste animatiefilm over Nederland. Vanuit de verte zag hij des te scherper de essentie: strakke horizon, fietsen over de dijk, naar binnen gedrukte emoties. Nederland als Mondriaan-land, met overal kaders – fysiek en geestelijk. De verklaring daarvoor ligt enerzijds in het land en klimaat en anderzijds in de religie en geschiedenis – elkaar wederzijds beïnvloedend. Nederland
is overheersend calvinistisch, nuchter en realistisch. Zuinig. Met beide benen op de grond. Liever naar binnen dan naar buiten. Dat uit zich in strenge, uitgebeende films zonder franje, vooral in de arthousecinema.
Calvinisme Zie de schamele hoeveelheid horror en sciencefiction in de Nederlandse filmgeschiedenis. Dat vraagt fantasie en die komt er bij ons bekaaid vanaf. We zijn beeldenstormers: heiligen en andere mythologische figuren vinden we aanstellerij, onzin, niet serieus te nemen. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Wie zijn personages van boven, onder of gekanteld filmt, heeft wat uit te leggen. Wie ze, gewoon, netjes op ooghoogte filmt niet. Ook toen de cinéma de papa van Haanstra en Rademakers plaatsmaakte voor de jonge honden Pim & Wim en Paul Verhoeven, was hun stilistische wapen meer realisme, niet minder. De camera, kleiner en goedkoper geworden, kwam in beweging – maar niet van de grond af. Meelopen, meerennen en meefietsen vanaf de schouder, ja, maar het schudden en zwiepen was geen dichterlijke droom maar juist een imitatie van de normale menselijke blik. En toch bleef zelfs die vorm van dynamiek zeldzaam. Des te opvallender, als je kijkt naar de uitschieters die telkens de Nederlandse filmwereld leken op te schudden, prijzen wonnen, publiek trokken – en toch nauwelijks school maakten. Paul Verhoevens Turks fruit (1973), Robert Jan Westdijks Zusje (1995), Jean van de Veldes Lek (2000), Erik de Bruyns Wilde
12 I
Forum van de Regisseurs
35e Nederlands Film Festival
mossels (2000), Jim Taihuttu’s Wolf (2013): steeds werden hun energie en durf toegejuicht; toch bleven ze zwarte zwanen. Tegenover één Dakota (1974), waarin de koppige Verstappen wel het luchtruim koos, staan ontelbare films waarin het gezin weer strak om de eettafel is gekaderd.
Amerika Voor wie toch wil vliegen, biedt de Nederlandse cinema drie uitwegen. De eerste is de kinderfilm: daar mag meer. Gekkigheid toegestaan. De titelheld van Abeltje (Ben Sombogaart, 1998) vliegt in een lift door de lucht; die van Wiplala (Tim Oliehoek, 2014) op een duif boven Amsterdam en die van Iep! (Rita Horst, 2010) is zelf een halve vogel. De tweede uitweg is het introverte portret met een dromerige sfeer van verloren onschuld, zoals Diep (Simone van Dusseldorp, 2005), Kan door huid heen (Esther Rots, 2009) en Kauwboy (Boudewijn Koole, 2012), waarbij de camera niet alleen realistisch maar ook lyrisch psychologisch beweegt – al is dat niet om de kijker op te tillen van de grond, maar juist om hem naar binnen te trekken in de kleinst denkbare ruimte, de menselijke geest. De derde uitweg biedt Hollywood. Uit die bron putten makers als Paul Verhoeven en Dick Maas, net als Mike van Diem, Jean van de Velde, Erik de Bruyn en Robert Jan Westdijk. Ze laten zich inspireren door het grote gebaar, sturen hun personages naar Amerika of vertrekken zelf erheen. On-Hollands, zeggen we dan. Films die voelen alsof het land hun makers te klein is. Maar zelfs bij hen komt de camera slechts bij uitzondering echt van de grond.
De horror Niet dat de Nederlandse poldertraditie niets moois oplevert – integendeel, hij dient gekoesterd te worden. Zie de effectieve strengheid van Guernsey
(Nanouk Leopold, 2005), Onder ons (Marco van Geffen, 2011) en Tussen 10 en 12 (Peter Hoogendoorn, 2014). Maar daarnaast is ruimte voor meer lyriek en fantasie. En daar lijkt de laatste tijd ook daadwerkelijk beweging in te zitten. Zo is er, sinds Dick Maas’ Sint (2010), met titels als Zwart water (Elbert van Strien, 2010) en De poel (Chris W. Mitchell, 2014) en de groei van het verwante thrillergenre, een beetje hoop voor de Nederlandse horrorfilm (die altijd op sterven na dood was). Zeker als we Alex van Warmerdams incubusdrama Borgman (2013) meerekenen. En voor het eerst sinds Als je begrijpt wat ik bedoel (Harrie Geelen, Bjørn Frank Jensen en Bert Kroon, 1983) worden in Nederland weer lange animatiefilms gemaakt – het medium bij uitstek voor fantasten. Nu nog bescheiden, met Nijntje de film (Hans Perk, 2013) en Trippel Trappel Dierensinterklaas (Albert ’t Hooft en Paco Vink, 2014), maar er staan meer, ook volwassener projecten op stapel. Andere filmmakers halen inspiratie uit stripverhalen, een kunstvorm die zelf gestaag aan aanzien wint. Strakke kaders zijn het stripverhaal niet vreemd, maar hun invloed uit zich bij films als De wederopstanding van een klootzak (een eigen-stripverfilming door Guido van Driel, 2013), De ontmaagding van Eva van End (Michiel ten Horn, 2012) en Aanmodderfakker (Ten Horn, 2014) ook in een verfrissende visuele speelsheid. Ook hier zie je genoeg strenge kaders. En het nuchtere Hollandse realisme, zeg maar de lulligheid, is nooit ver weg. Maar met deze invloeden van genrefilms, strips, animatie en, bijvoorbeeld, het werk van Wes Anderson waart een prille geest van fantasie en dromen door de Nederlandse cinema. Is het dan te optimistisch te hopen dat ook de camera vaker met fantasie ter hand genomen zal worden?
Forum van de Regisseurs
35e Nederlands Film Festival
Dutch angles Anderson is een invloed van buiten. Want wat het politieke discours de laatste jaren ook moge suggereren, Nederland wordt onverbiddelijk multicultureler, bereisder, hoger opgeleid – en toleranter voor afwijkende opnamehoeken (die over de grens godbetert Dutch angles worden genoemd), omdat iedereen tegenwoordig een filmcamera op zak heeft en je zo’n mobieltje nu eenmaal alle kanten op draait. Deze dingen ga je merken. Niet alleen verkleurt de Nederlandse film eindelijk, tergend langzaam maar zeker, zodat de multicultuur in een film als Prins (Sam de Jong, 2015) gewoon een gegeven kan zijn in plaats van een onderwerp, ook gaan ambitieuze jonge makers voor hun eerste of tweede film de grens over, zoals bij Rabat (Victor D. Ponten en Jim Taihuttu, 2011), om internationale verhalen te vertellen met politiek-maatschappelijke relevantie – iets waarom de Nederlandse arthousecinema jarenlang verlegen heeft gezeten. En als de luiken opengaan, verandert de stijl vaak mee. Kijk naar Atlantic. (2014) van nota bene ex-vliegtuigontwerper Jan-Willem van Ewijk, over een jonge Marokkaanse windsurfer die over de Atlantische Oceaan illegaal naar Europa wil surfen. Marinus Groothofs The Sky Above Us (2015), dat zich afspeelt in Belgrado tijdens de NAVO-bombardementen. Leonard Retel Helmrichs Stand van de zon/maan/sterren (2001/2004/2010), over een christen-islamitisch gezin in turbulent Indonesië. Those Who Feel the Fire Burning (2014), waarvoor Morgan Knibbe langs de zuidgrens van Europa reisde, waar vluchtelingen in een existentiële schemerzone leven – een onderwerp dat alleen maar urgenter wordt.
Horizon Deze makers hebben het lef om hun camera, in meer of mindere mate, te laten zweven, op de golven van zee, drugs en verloren zielen. Op de cadans
I 13
van dromen en nachtmerries. En daarbij kiezen hun camera’s op geëigende momenten het luchtruim, gedragen door vliegtuigen, helikopters en drones. Niet alleen voor een cliché establishing shot, maar als geïntegreerd onderdeel van stijl en verhaal. En dat is meer dan een aardige stijlkeuze. Als meer films dat doen, als de Nederlandse cinema dat vaker doet, zal dat onze blik op de wereld beïnvloeden. Met zo’n zwevende, golvende camera staan we niet meer met beide benen op de grond. Hij ondermijnt ons calvinistisch realisme. Hij zegt dat onder boven en boven onder kan zijn, dat de horizon niet altijd horizontaal is. Dat zekerheden kunnen vervliegen en dat je je dan, of je wilt of niet, moet overgeven aan een ander, onvoorspelbaar perspectief. Het gezichtspunt van een geest, een vliegtuig, een drenkeling, een god, een dier, een vogel of, bij Retel Helmrich en Knibbe, een kakkerlak. Waardoor de wereld zich opent in heel haar angstaanjagende uitgestrektheid, die je eigen uitgangspunten en cultuur relativeert en die grenzen – landsgrenzen, regels, wetten, raamkozijnen, eettafels, polders – reduceert tot wat ze zijn: constructies. Dat is een Nederlandse cinema die buiten de kaders breekt. Waarvoor landsgrenzen en naturalisme maar een deel van het verhaal vormen. De genoemde voorbeelden kun je toeval noemen, het gevolg van keuzes van enkele individuele makers en de toegenomen beschikbaarheid van drones en handzame camera’s. Maar dat geloof ik niet. Ik denk dat Nederland er klaar voor is. Klaar om minder naar binnen en meer naar buiten te kijken. Klaar om los te komen van de grond. Klaar om te vliegen.
14 I Lucifer BelgiĂŤ / 2014 / 108 minuten Scenario & regie Gust Van den Berghe Camera Hans Bruch Jr. Montage David Verdurme Production Design Natalia Trevino Productie Tomas Leyers Met Gabino Rodriguez, Norma Pablo, Maria Toral Acosta, Jeronimo Soto Bravo Website luciferthefilm.com
Forum van de Regisseurs
35e Nederlands Film Festival
I 15
Lucifer
(openingsfilm, buiten competitie) Niets is normaal in Lucifer, Gust Van den Berghes variatie op het gelijknamige, in de hemel gesitueerde treurspel van Joost van den Vondel uit 1654. De Vlaamse regisseur nam de film op in de Mexicaanse staat Michoacán, met leden van de lokale indianengemeenschap. Er wordt Spaans en Purépecha gesproken. Een echte plot ontbreekt, Van den Berghe doet niets om het theatrale concept te verbergen, en grasduinde voor zijn allegorische vertelling ook bij schilder Jheronimus Bosch, de mystieke dichter Roemi, taoïsme-grondlegger Lao-Tse en bij Roberto Rossellini. Maar het meest in het oog springende aan Lucifer – na En waar de sterre bleef stille staan (2010) en Blue Bird (2011) het derde deel van zijn triptiek van literaire grootheden der Lage Landen – is het cirkelformaat: Van den Berghe nam de film op met het speciaal ontworpen Tondoscope-procedé, wat zowel slaat op het cirkelvormige filmbeeld als op het spectaculaire 360°-perspectief van een aantal shots. Het resultaat is een bevreemdende én vervreemdende kijkervaring, die als vanzelf als leidraad diende bij het samenstellen van de eerste editie van het fonkelnieuwe NFF-competitieprogramma Forum van de Regisseurs.
Inleiding Hans Croiset (1935) is werkzaam als schrijver, regisseur en acteur in zowel theater als film. Hij was de oprichter van de theatergroep Publiekstheater, sinds 1987 bekend als Toneelgroep Amsterdam. Croiset speelde onder andere in de film Guernsey (2005) en de dramaserie Dokter Deen (2013). Zijn meest recente boekpublicatie is Lente in Praag (2013). Hans Croiset werd twee keer koninklijk onderscheiden, in 1977 en in 2012.
Vertoning op het Forum van de Regisseurs
Donderdag 24 september, 19.00 uur, Louis Hartlooper Complex 2
16 I Prins Nederland / 2015 / 78 minuten Scenario & regie Sam de Jong Camera Paul Ă–zgĂźr Montage Mieneke Kramer Production Design Sanne Schat Productie Gijs Kerbosch, Roel Oude Nijhuis, Gijs Determeijer Coproductie Sjoerd Raaijmakers, Thijs Boon Distributie Just Film Distribution Met Ayoub Elasri, Sigrid ten Napel, Achraf Meziani, Chaib Massoudi, Colin George, Elsie de Brauw, Freddy Trathlener, Jorik Scholten, Olivia Lonsdale, Oussame Addi, Peter Douma, Vincent van de Waal Website prinsdefilm.nl
Forum van de Regisseurs
35e Nederlands Film Festival
I 17
Prins “Onze tijd komt nog”, zegt de 17-jarige, aldoor zonnebloempitjes kauwende Ayoub in Prins tegen zijn drie vrienden uit Amsterdam-Noord. Hetzelfde geldt ongetwijfeld voor schrijver en regisseur Sam de Jong, die zich voor zijn aanstekelijke coming of age-film liet inspireren door grootheden als Fellini, Pasolini, Bresson, Herzog en Scorsese, maar voor alles wilde dat zijn amateurcast zijn film zou snappen en op waarde zou schatten. Hij slaagt met lof. Het door Halal en Vice geproduceerde Prins, uitverkoren als openingsfilm van het Berlinale-onderdeel Generation 14plus, valt op door een meer dan fijne soundtrack van Palmbomen/Kai Hugo (met It Takes a Muscle to Fall in Love van Spectral Display én Con te partirò van Andrea Bocelli), een paarse Lamborghini Diablo die het grootste deel van het budget opslokte, en mooie rollen van Ayoub Elasri, Oussama Addi, Elsie de Brauw, Sigrid ten Napel, Alfred (Freddy) Tratlehner, aka Vjèze Fur van de Jeugd van Tegenwoordig, en rapper Jorik Scholten alias Lil’ Kleine. Als tegenprestatie regisseerde De Jong de videoclip voor Drank & drugs van Lil’ Kleine & Ronnie Flex, die er mede voor zorgde dat het nummer een megahit werd.
Inleiding Rapper Donnie stond voorheen bekend als Young Kermit. Hij heeft Zweedse roots maar groeide voornamelijk op in Amsterdam. Donnie werkt veel samen met Freddy a.k.a. Vjèze Fur van de Jeugd van Tegenwoordig, die hij ook wel zijn mentor noemt. Voor Prins (2015) maakten de twee het nummer Koud als ik je zoen. Donnie bracht vorig jaar in samenwerking met Vjèze Fur en Appelsap Fresh Music Festival zijn eerste mixtape Brakka van Balmain uit. Mannelogie is zijn debuutalbum.
Vertoning op het Forum van de Regisseurs
Vrijdag 25 september, 19.00 uur, Louis Hartlooper Complex 2
18 I Werk Nederland / 2015 / 80 minuten Regie Erik van Lieshout Scenario Inge Hardeman, Suzanne Weenink, Erik van Lieshout Camera Erik van Lieshout, Kuba Szutkowski Montage Core van der Hoeven Animatie Dirk van Lieshout, Erik van Lieshout Production Design Erik van Lieshout Productie Kuba Szutkowski, Dragan Bakema Coproductie Suzanne Weenink Distributie Cinema Delicatessen Website popovfilm.nl/projecten/ gerealiseerd/werk
Forum van de Regisseurs
35e Nederlands Film Festival
I 19
Werk Hee, zeg, wie is hier eigenlijk de kunstenaar? In Werk maakt de Brabantse multimedialist Erik van Lieshout een zelfportret van de kunstenaar als arbeider. Want ‘werk’ daar gaat dit essayistische egodocument over. Kunst is ook (maar) werk. Al zal het de liefhebbers van linkse hobby’s soms zwaar vallen in de chaos van het scheppingsproces de orde van het burgermansbestaan te herkennen. Maar misschien gaat het daar ook wel over. Over chaos en orde. En dat kunstenaars de hele tijd afdwalen, en dat dat hun werk is – “Nu niet afdwalen”, zegt Van Lieshout immers aan het begin van de film, toch niet zonder zelfspot, als hij vertelt dat hij is uitgenodigd een werk te maken voor de Biennale van Venetië. Wat volgt is een brutaal-banale, associatief-onnavolgbare rapsodie die ons van Helmond tot in de kelders van de Hermitage in Sint-Petersburg brengt. Een hedendaagse totaal paradoxale ‘Against Interpretation’.
Inleiding Quirine Racké (1965) volgde de Gerrit Rietveld Academie en deed een masteropleiding aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Ze is werkzaam als regisseur en producent, veelal in samenwerking met Helena Muskens. In hun videowerk, korte films en documentaires onderzoeken ze thema’s als identiteit, menselijke relaties en gemeenschappen. Helena Muskens (1963) studeerde kunstgeschiedenis in Utrecht en scenarioschrijven in Florida, Verenigde Staten. Ze is werkzaam als scenarist, regisseur en producent, veelal in samenwerking met Quirine Racké. Samen maakten zij o.a. The Tower (2001), Celebration (2005), Come Back Kate (2007) en My Life As (2015)
Vertoning op het Forum van de Regisseurs
Vrijdag 25 september, 21.30 uur, Louis Hartlooper Complex 2
20 I Tussen 10 en 12 Nederland, België, Frankrijk / 2015 / 71 minuten Scenario & regie Peter Hoogendoorn Camera Gregg Telussa Montage Tom Denoyette Production Design Ben Zuydwijk Productie Keren Cogan Galjé, Petra Goedings, Maaike Benschop Coproductie Tomas Leyers, Philippe Avril Omroep AVROTROS tv Distributie Amstelfilm BV Met Cynthia Abma, Olga Louzgina, Elise van ‘t Laar, Ko Zandvliet, Nasrdin Dchar, Raymond Thiry Website tussen10en12.nl
Forum van de Regisseurs
35e Nederlands Film Festival
I 21
Tussen 10 en 12 Kun je een komedie maken over verdriet? Kun je je het ergste moment uit je leven herinneren, namelijk het moment dat je hoorde dat je zusje dood was, en dan alleen nog maar weten dat het zo absurd was? Omdat er twee agenten aan de deur stonden, en je op zoek moest naar je vader, op de achterbank van de politieauto, en dat het er opeens om ging of je iedereen wel op tijd zou vinden? In plaats van dat er iemand verloren was. Peter Hoogendoorns semi-autobiografische debuut Tussen 10 en 12 is zo’n estafette van verdriet. De kaders worden uitgerekt door de tijd, alsof in elk beeld twee klokken tikken, en alles precies gebeurt op het perspectivische verdwijnpunt. Het leven van de 17-jarige Mike valt stil, terwijl om hem heen alles van de lopende band loopt. Slapstick in slow-motion. Een film over de klap, de verdoving, het gesuis in je oren en de echo. Niet voor niets was het geluid er eerst.
Inleiding Kees Driessen (1971) studeerde psychologie in Amsterdam. Hij is werkzaam als filmjournalist, schrijft veel voor Vrij Nederland en af en toe voor de Filmkrant.
Vertoning op het Forum van de Regisseurs
Zaterdag 26 september, 19.00 uur, Louis Hartlooper Complex 2
22 I Zurich Nederland, BelgiĂŤ, Duitsland / 2015 / 89 minuten Regie Sacha Polak Scenario Helena van der Meulen Montage Axel Skovdal Roelofs Camera Frank van den Eeden Production Design Jorien Sont Productie Marleen Slot Coproductie Karsten Stoter, Dries Phlypo, Marina Blok, Simon Ofenloch, Benny Drechsel, Jean-Claude Van Rijckeghem Omroep NTR, ZDF/ARTE Distributie CinĂŠart Nederland bv Met Wende, Sascha Alexander Gersak, Barry Atsma, Martijn Lakemeier, Zinsy de Boer Website vikingfilm.nl/portfolio/zurich/
Forum van de Regisseurs
35e Nederlands Film Festival
I 23
Zurich Zurich begint met deel 2, Hund, waarin een jonge vrouw, Nina heet ze, met vrachtwagenchauffeurs van truckerscafé naar wegrestaurant lift in Duitsland en Noord-Nederland. Op zoek naar warmte en fysieke liefde, maar bevreesd voor al te veel intimiteit. Beelden van Nina’s gekwelde gezicht worden afgewisseld met flarden uit haar verleden, vervreemdende visioenen en een museumbezoek, waarbij ze kijkt naar installaties en videokunst met dode beesten en veel bloed – de dood is nooit ver weg in Zurich. Helena van der Meulen, eerder verantwoordelijk voor het script van Polaks Hemel, schreef het scenario speciaal voor zangeres Wende Snijders. Zij, de bij vlagen beeldschone fotografie, de fraaie soundtrack van Rutger Reinders en het indringende sound design van Markus Krohn maken Zurich tot een intense roadmovie over verraad, eenzaamheid, onmetelijk verdriet en vergeving. Over het leven dat doorgaat, en het verleden dat als een koude, klamme mantel op je schouders blijft rusten.
Inleiding Ingmar Heytze (1970) studeerde Taal- en Cultuurstudies in Utrecht. Hij is werkzaam als dichter en columnist. Van 2009 tot 2011 was hij de officiële Utrechtse stadsdichter. Een aantal van zijn gedichten zijn door de stad Utrecht heen te vinden op bruggen en gebouwen. In 2009 richtte hij samen met dichter Ellen Deckwitz en bassist Cor van Ingen de band Asfaltfeeën op.
Vertoning op het Forum van de Regisseurs
Zaterdag 26 september, 21.30 uur, Louis Hartlooper Complex 2
24 I Those Who Feel the Fire Burning Nederland / 2014 / 74 minuten Scenario & regie Morgan Knibbe Camera Morgan Knibbe Montage Xander Nijsten Visual Effects Danny Hollander Productie Katja Draaijer, Frank Hoeve Uitvoerend producent Katja Draaijer Distributie Cinema Delicatessen Website facebook.com/ thosewhofeelthefireburning
Forum van de Regisseurs
35e Nederlands Film Festival
I 25
Those Who Feel the Fire Burning De nacht is pikzwart, de zee woest; enorme golven slaan stuk op een gammel bootje vol vluchtelingen. Plotseling slaat een oude man overboord, zijn handen grijpen wanhopig in het niets. Bliksemschichten kleuren de hemel, die verandert in het bovenaanzicht van een drukke stad. De oude man zweeft tussen leven en dood, tussen de zee en het beloofde land. Zijn zoekende ziel fladdert langs de randen van Europa en beziet een aantal vluchtelingen die de oversteek naar het veronderstelde paradijs wél tot een goed einde hebben gebracht. Zij blijken zich evenzeer in limbo te bevinden; hun positie is eigenlijk nauwelijks beter. Morgan Knibbe maakte het hypnotiserende, uitermate geëngageerde, actuele en noodzakelijke Those Who Feel the Fire Burning voor een habbekrats, met een Wildcard van het Nederlands Filmfonds, die hij verdiende met zijn even eigenwijze, zelfbewuste afstudeerproductie (meer essay dan documentaire) A Twist in the Fabric of Space. De confronterende, compromisloze film werd op IDFA genomineerd voor de hoofdprijs en de prijs voor de beste Nederlandse documentaire.
Inleiding Daria Bukvić (1989) werd geboren in Tuzla, voormalig Joegoslavië, nu Bosnië en Herzegovina. Samen met haar moeder vluchtte ze toen in 1992 de oorlog uitbrak naar Nederland. Ze brachten twee jaar in een asielzoekerscentrum door voor ze een permanente verblijfsvergunning kregen. Bukvić studeerde aan de Toneelacademie Maastricht. Haar voorstelling Nobody Home (2014) is een van de meest bezochte én best besproken theatervoorstellingen van het afgelopen theaterseizoen en staat tot de zomer van 2016 geboekt.
Vertoning op het Forum van de Regisseurs
Zondag 27 september, 19.00 uur, Louis Hartlooper Complex 2
26 I Een dag in ’t jaar Nederland / 2015 / 73 minuten Regie Margot Schaap Scenario Johan Sonnenschein, Margot Schaap Camera Casper Brink Montage Margot Schaap, Tim Wijbenga Productie Hasse van Nunen, Renko Douze Distributie Mokum Filmdistributie Met MichaÍl Bloos, Anne Gehring, Vera Ketelaars Website eenvandejongens.nl/project/ een-dag-in-t-jaar
Forum van de Regisseurs
35e Nederlands Film Festival
I 27
Een dag in ’t jaar Een dag in ’t jaar zou ook ‘een jaar in een dag’ kunnen heten. Margot Schaap begon tijdens haar onderzoeksmaster aan de Nederlandse Filmacademie met de vraag wat er gebeurt als je een jaar lang elke maand één scene opneemt? Levert dat een andere manier van filmmaken op? De Nederlandse Boyhood zorgt in ieder geval voor een andere manier van de tijd ervaren: in je herinneringen kan alles tegelijkertijd een doorlopende stroom én een kettingreactie van hotsebotsende voorvallen zijn. Schaap voegt nog een andere tijdlijn toe: de zwalktochten van de drie vrienden Seb, Misha en Yvonne die om de missende schakel in hun vriendschap rouwen, voorziet ze als regisseur en bedenker van hun waargebeurde levens van een zelfgesproken voice-over. Ze kibbelen en kussen en doen vaker helemaal niets, terwijl de camera met hen door de stad danst als een hedendaagse variant op de vroege films van Ed van der Elsken of Johan van der Keuken. Een portret van een generatie.
Inleiding Nina Maissouradze studeerde aan ArtEZ hogeschool voor de kunsten in Arnhem. Ze is werkzaam als illustrator en docent. Met haar bedrijfje ‘doemijnina’ maakte ze illustraties voor o.a. Oerol, de VPRO en het Movies that Matter Filmfestival. Zelf schrijft ze dat ze voornamelijk mensen wil verzamelen, blootleggen en hun imperfecties wil tonen. “Laten zien hoe ze hun kont draaien en wat voor schoentjes ze aan hebben.”
Vertoning op het Forum van de Regisseurs
Zondag 27 september, 21.30 uur, Louis Hartlooper Complex 2
28 I Groenland Nederland / 2015 / 89 minuten Regie Tomas Kaan Scenario Philip Huff Camera Ruben Impens, Jonathan Wannyn Montage Axel Skovdal Roelofs, Maurik de Ridder Production Design Elsje de Bruijn Productie Laurens Drillich, Annemieke van Vliet Coproductie Joost de Wolf Omroep VPRO TV Met Thomas Ryckewaert, Gaite Jansen, Jeroen de Man, Ellen Parren, Elisa Beuger
Forum van de Regisseurs
35e Nederlands Film Festival
I 29
Groenland “Er was een tijd waarin ik dacht: jullie zakken er maar in. Er was een tijd waarin ik dacht: jullie komen er nog wel achter. Dat was voor mijn huwelijk.” Hugo is een geëngageerde, ambitieuze, zeer antiburgerlijke documentaire-fotograaf, afkomstig uit een Vlaams gat. Tijdens de opening van een expositie met foto’s die hij op Groenland maakte van de Inuit valt zijn blik op de oogverblindend mooie Iris, een jonge stadse vrouw die altijd haar eigen hoofdkussen meeneemt, omdat ze anders niet lekker slaapt. Hoewel ze verschillen als dag en nacht krijgen de twee een relatie. De amour fou is eigenlijk slechts bijzaak in Groenland, het gaat om de vorm waarin Tomas Kaan zijn eerste lange (televisie)film goot: voortdurend worden de grenzen opgezocht tussen documentaire, fictie, vorm en verhaal. Maar Groenland – geproduceerd door Endemol voor de VPRO, naar een script dat Philip Huff baseerde op zijn eigen verhaal Zij – valt niet alleen op door het camerawerk (in kleur en zwart-wit), de vormgeving en de montage; de soundtrack met muziek van o.a. Japan, The Cure, Grauzone en Charles Aznavour is indringend en Thomas Ryckewaert en Gaite Jansen zijn overtuigend in de hoofdrollen.
Inleiding Philip Huff (1984) studeerde filosofie en geschiedenis in Amsterdam. Hij is werkzaam als essayist, romanschrijver en scenarist. Hij schreef onder andere voor NRC Handelsblad, De Correspondent, Das Magazin en De Gids. Nadat Tomas Kaan succesvol Huffs debuutroman Dagen van gras (2009) verfilmde, besloten de twee verder samen te werken aan een volgende film. Groenland (2015) is hun tweede samenwerking.
Vertoning op het Forum van de Regisseurs
Maandag 28 september, 19.00 uur, Louis Hartlooper Complex 2
30 I The Paradise Suite Nederland, Zweden, Bulgarije / 2015 / 119 minuten Scenario & regie Joost van Ginkel Camera AndrĂŠas Lennartsson Montage Bob Soetekouw, Teun Rietveld, Wouter van Luijn, Joost van Ginkel Production Design Gerard Loomans Productie Ellen Havenith, Jeroen Beker Coproductie Olle Wirenhed, Jessica Ask, Kalinovi Brothers Distributie September Film Distribution Met Anjela Nedyalkova, Boris Isakovic, Erik AdelĂśw, Issaka Sawadogo, Jasna Djuricic, Magnus Krepper, Dragan Bakema, Reinout Bussemaker, Victoria Koblenko, Raymond Thiry, Jeroen Spitzenberger
Forum van de Regisseurs
35e Nederlands Film Festival
I 31
The Paradise Suite The Paradise Suite is een muziekstuk waarin de stem van het paradijs alleen tussen de noten klinkt. En het is de naam van de kamer waar de Bulgaarse seksslavin Jenya haar laatste illusie verliest. De tweede speelfilm van Joost van Ginkel gaat over de ‘dirty pretty things’, zoals Stephen Frears de illegalen achter de façade van de westerse consumptiemaatschappij ooit doopte. We ontmoeten de mannen die in de bloementeelt werken, en de Servische oorlogsmisdadiger Ivaca, vader en beul. Als in een stukgeslagen kralenketting, een mozaïekfilm waarin de ontbrekende puzzelstukjes het verhaal vertellen, observeert Van Ginkel hun levens. Gelukszoekers, mensenhandelaren, iedereen is ontheemd, niemand is veilig. En daartussen dwaalt de engelachtige Zweedse Lucas, een eenzaam wonderkind wiens vader moet leren dat zijn zoon pas virtuoos Liszt kan spelen op de piano, als hij ook in het meesterschap van het menszijn mag excelleren en de kwaliteit van menselijke emoties leert. Een doorvoeld beroep op onze eigen medemenselijkheid.
Inleiding Raoul Heertje (1963) studeerde International Relations en Theatre Studies in Jeruzalem en Birmingham. Hij is werkzaam als essayist, schrijver en stand-up comedian. Zijn broer Eric Heertje en hij zijn de oprichters van het eerste Nederlandse gezelschap van stand-up comedians, Comedytrain. Zijn meest bekende boek is Mark Rutte is lesbisch (2011), waarin hij de draak steekt met wat hij ‘het circus’ noemt. Hij ontrafelt hierin de zogenaamde successpelletjes die we met elkaar kunnen spelen.
Vertoning op het Forum van de Regisseurs
Dinsdag 29 september, 19.00 uur, Louis Hartlooper Complex 2
32 I Atlantic. Nederland, België, Duitsland, Marokko / 2014 / 94 minuten Regie Jan-Willem van Ewijk Scenario Jan-Willem van Ewijk, Abdelhadi Samih Camera Jasper Wolf Montage Mona Bräuer Production Design Karim Haffad Productie Bero Beyer Coproductie Marion Hänsel, Fabian Massah, Jan-Willem van Ewijk Omroep NTR Distributie Cinemien Met Fettah Lamara, Thekla Reuten, Jan-Willem van Ewijk, Mohamed Majd, Boujmaa Guilloul, Hassna Souidi Website facebook.com/atlantic. windsurfer
Forum van de Regisseurs
35e Nederlands Film Festival
I 33
Atlantic. De oceaan wordt wel eens een moeder genoemd. Of een minnares. Ze is allebei in Jan-Willem van Ewijks tweede lange speelfilm Atlantic.. De zee is begin, einde, droom en noodlot voor de 32-jarige Fettah, een Marokkaanse surfer die een 1000 kilometer lange surftocht onderneemt naar Europa, vele zeemijlen van de kust om de militaire zone te omzeilen die Europa van Afrika scheidt. Want de zee en de lucht zijn niet van iedereen. Fettahs leven stuit op grenzen, terwijl zijn verlangen natuurwetten tart. Atlantic. is niet alleen een film over de zee, maar ook een film als de zee; even grillig, droomachtig en elliptisch als de spectaculair gefilmde golven. Centraal staat de vraag: wat is vrijheid? Is het de vrijheid van geld, een paspoort, of is vrijheid een mensenrecht? Atlantic. gaat ook over een andere vrijheid, eentje die durft te zeggen: ik besta. Een zeemanslied in het zicht van de laatste golf.
Inleiding Janica Draisma (1964) werd geboren in Zimbabwe, groeide voornamelijk op in Zambia en verhuisde halverwege haar kindertijd naar Nederland. Ze studeerde aan de Gerrit Rietveld Academie. Draisma is werkzaam als actrice, fotograaf en regisseur. Voor haar rol in Kyodai Makes the Big Time (1992) ontving ze een Gouden Kalf voor Beste Actrice. Haar fascinatie is het op een subtiele manier onthullen van de ziel of essentie.
Vertoning op het Forum van de Regisseurs
Woensdag 30 september, 19.00 uur, Louis Hartlooper Complex 2
34 I Wilde mossels Nederland / 2000 / 115 minuten Scenario & regie Erik de Bruyn Camera Joost van Gelder Montage JP Luijsterburg Production Design Ben Zuydwijk Productie Erik Schut, Peter van Vogelpoel Coproductie Wim Odé, Monique van Welzen Omroep NPS TV Distributie Upstream Pictures BV Met Will van Kralingen, Josse De Pauw, Fedja van Huêt, Frank Lammers, Angelique de Bruijne, Frederik Brom, Marina de Graaf, Hans Veerman, Melek Karasu
Forum van de Regisseurs
35e Nederlands Film Festival
I 35
Wilde mossels (slotfilm, buiten competitie)
J. Kesssels is niet de eerste film van Erik de Bruyn waarmee het Nederlands Film Festival van start gaat; vijftien edities geleden opende het festival met Wilde mossels, het brutale, eigenwijze en onorthodoxe speelfilmdebuut van de destijds 37-jarige acteur, muzikant en scenarioschrijver. In Wilde mossels speelt Fedja van Huêt een Zeeuwse twintiger die genoeg heeft van het lamlendige, voorspelbare leven in het vissersdorpje tussen de dijken. Hij verlangt naar iets anders, maar wat precies weet hij niet. Als hij een zonderlinge Ierse man ontmoet, neemt hij het besluit van zijn leven: hij wil naar Ierland. Op het Nederlands Film Festival werd Wilde mossels in 2000 bekroond door de Nederlandse filmcritici; de film won ook de Aanmoedigingsprijs van het Amsterdams Fonds voor de Kunsten en de CJP aanstormend talent award, en markeert het begin van een bijzonder interessante carrière. De digitaal gerestaureerde versie van deze fraaie ‘aardappelwestern’, zoals De Bruyn zijn film destijds typeerde, staat daarom nu als slotfilm van het Forum van de Regisseurs geprogrammeerd.
Inleiding Nuff Said is een Amsterdamse rockband van Middelburgse origine, opgericht in 1996. De band bestaat uit Marijn Slager (gitaar/zang), Michiel Slager (bas) en Wille Berrevoets (drums/zang). In Wilde mossels (2000) speelt de band als de fictieve band Paelingvet. Het nummer Lekker Dieng, dat ze schreven voor de soundtrack van deze film, wordt door velen nog steeds als het alternatieve Zeeuwse volkslied beschouwd.
Vertoning op het Forum van de Regisseurs
Donderdag 1 oktober, 19.00 uur, Louis Hartlooper Complex 2
feliciteren Atlantic., Een dag in ‘t jaar, Groenland, Prins, The Paradise Suite, Those Who Feel the Fire Burning, Tussen 10 en 12, Werk en Zurich met de selectie voor het Forum van de Regisseurs.
Forum van de Regisseurs
35e Nederlands Film Festival
I 37
De jury Een driekoppige jury reikt voorafgaand aan de vertoning van de slotfilm Wilde mossels de prijs van het Forum van de Regisseurs uit, waaraan een geldbedrag van 5.000 euro is verbonden. De jury bedenkt tijdens het kijken zijn eigen prijs. Het hoeft dus niet een prijs voor de beste film te zijn, of voor de beste artistieke prestatie, maar het kan ook gaan om al die andere dingen die film met je doet: verrassen, aan het denken zetten, tegen de borst stuiten, verwarren, ontroeren.
haar speelfilmdebuut met het veelgeprezen, zintuiglijke Lost Persons Area. Vier jaar later regisseerde ze I’m the Same, I’m an Other, het tweede deel van een trilogie die volgens Strubbe eigenlijk uit één film bestaat. Strubbes speelfilms waren te zien in het filmprogramma van het Museum of Modern Art in New York. In 2013 kreeg ze de Jo Röpcke-award voor haar ‘ingetogen, poëtische drama’s die drijven op sfeer en suggestie en die de beelden voor zich doen spreken’.
Thibaud Delpeut
David Verbeek
Thibaud Delpeut (1978) is artistiek directeur van Theater Utrecht, een van de grote gezelschappen in Nederland, dat afgelopen zomer door het land toerde met Stad der blinden, naar het boek van Nobelprijswinnaar José Saramago. Delpeut studeerde klinische psychologie en volgde de regieopleiding aan de Toneelschool Amsterdam. Sindsdien werkte hij onder meer voor Toneelschuur Producties, het Nationale Toneel en Toneelgroep Amsterdam. Als componist en geluidsontwerper werkte hij mee aan verschillende (inter)nationale film- en theaterproducties; als scenarist schreef hij verschillende scripts voor film en televisie waaronder Proces en Terug, beide in de regie van Jenneke Boeijink, en Voor Emilia, een One Night Stand van Martijn Maria Smits die Loes Schnepper vorig jaar het Gouden Kalf voor Beste Actrice Televisiedrama opleverde.
David Verbeek (1980) studeerde aan de Nederlandse Filmacademie. Met zijn derdejaars film Beat (2004), gemaakt voor nog geen vijfhonderd euro, werd hij al geselecteerd voor het hoofdprogramma van het International Film Festival Rotterdam. Na zijn afstuderen vertrok Verbeek naar Shanghai, waar hij onder meer de korte film Melody Z (2007) en Shanghai Trance (2008) draaide. Verbeeks R U There, over een professionele gamer, werd in 2010 opgenomen in de sectie Un certain regard van het festival van Cannes. Full Contact ging kort voor het NFF in wereldpremière op het Toronto International Film Festival. De film over een dronepiloot die per ongeluk een school in het Afghaans-Pakistaanse grensgebied bombardeert, was opgenomen in de nieuwe Platform-competitie.
Caroline Strubbe De Vlaamse Caroline Strubbe (1965) studeerde film aan de Escuela Cinematografica de Barcelona en IAD in Louvain-la-Neuve. Na haar studie produceerde ze het theaterstuk Le garçon d’appartement van Gérard Lauzier en coregisseerde ze een aantal documentaires. In 1993 regisseerde ze de korte fictiefilm Melanomen, die meermaals werd bekroond. In 2009 maakte ze
Filmmaker David Verbeek vervangt de Duitse criticus en curator Josef Schnelle, die kort voor het festival moest afzeggen.
38 I
Colofon Curatoren Jan Pieter Ekker Dana Linssen Productie-assitentie Nikki Ywema Auteurs Kees Driessen Nina Polak Eindredactie Mariska Graveland Met speciale dank aan Jolanda Breman Claire van Daal Emile Fallaux Menno Kooistra Jolien Merks Marlou Rutten Jos Stelling Geertje Veenbergen Steiny Vos Nikki Ywema en alle filmmakers en inleiders Omslagfoto Xander DB van Oudheusden Ontwerp Jan Pieter Ekker Druk Imprimo Bussum
De Prijs van het Forum van de Regisseurs is ontworpen door Jolanda Breman en Steiny Vos van SUS Goudsmeden, Utrecht. Het Forum van de Regisseurs en de Prijs van het Forum van de Regisseurs worden ondersteund door VEVAM FONDS. Deze publicatie wordt ondersteund door het Nederlands Filmfonds.
Geïnspireerd geraakt door het Forum van de Regisseurs? Bij de DDG staat de regisseur het hele jaar door centraal! De Dutch Directors Guild is dé beroepsvereniging voor filmen televisieregisseurs in Nederland en telt rond de 330 leden. Het doel van de vereniging is het behartigen van de belangen van regisseurs, zowel collectief als individueel. Zo vertegenwoordigt de DDG regisseurs bij omroepen, producenten, fondsen en de politiek, op het gebied van contracten, honorering auteursrecht en meer. Hoe groter we zijn, hoe sterker we staan. Leden kunnen gebruik maken van ons juridisch spreekuur en met korting naar diverse filmhuizen, bioscopen en festivals. Verder biedt de DDG talloze momenten om collega’s te ontmoeten en kennis en inspiratie op te doen tijdens ledenavonden, seminars en workshops.
Word lid! Meld je aan via onze website: directorsguild.nl/over-de-ddg/word-lid/
Forum van de Regisseurs
35e Nederlands Film Festival
I 39
Het Nederlands Film Festival bedankt zijn partners Hoofdsponsors
Partners
360FOODEVENTS • ABN AMRO Foundation • Beamsystems • Cam-a-lot • Centrummanagement Utrecht • CommITment Cuisine on tour • Dutch Game Garden • EMC Cultuuronderzoeken • Event Engineers • FedEx Express • FestivalTickets BV FilmTechniek BV • Haarhemel Hairstylists Amsterdam • HNK - Het Nieuwe Kantoor • INDYVIDEO • Infofilm Klépierre Management Nederland BV • Livetime Productions • Mr.Beam • Ondernemersvereniging Stadhuiskwartier Residenties in Utrecht • ShortsTV • TSC Crowd Management • Twitter • Universiteit Utrecht • U-OV • WarnierPosta
Subsidiënten en fondsen
CoBO • Fentener van Vlissingen Fonds • Kees Eijrond Fonds
Holland Film Meeting wordt ondersteund door
Binger Filmlab • Cam-a-lot • CineLink • Cineuropa • City of Utrecht • CoBO • Court Hotel Utrecht • Creative Europe Desk Hamburg Creative Europe Desk NL | DutchCulture • Creative Europe Desk NRW • Creative Europe Media Desk Austria Creative Europe Media Desk Flanders • Dutch Cultural Media Fund • EAVE • Embassy of Israel in the Netherlands European Talent Network • EYE Film Institute Netherlands • EYE International • Festival Scope • FFA • Filmmore Film Producers Netherlands • Grand Hotel Karel V • Haghefilm Digitaal • Irish Film Board • Meetings on the Bridge New Nordic Films • No Risk • Producers Network (Marché du Film/Festival de Cannes) • Screen International • Série Series Versteeg Wigman Sprey Advocaten • Wallonia-Brussels Federation Film and Audiovisual Center • WarnierPosta
Programma Forum van de Regisseurs Donderdag 24 september, 19.00 uur, LHC2: Lucifer van Gust Van den Berghe, ingeleid door theaterregisseur Hans Croiset Vrijdag 25 september, 19.00 uur, LHC2: Prins van Sam de Jong, ingeleid door rapper Donnie Vrijdag 25 september, 21.30 uur, LHC2: Werk van Erik van Lieshout, ingeleid met My Life as an Artist van Racké & Muskens Zaterdag 26 september, 19.00 uur, LHC2: Tussen 10 en 12 van Peter Hoogendoorn, ingeleid met een video-essay van Kees Driessen Zaterdag 26 september, 21.30 uur, LHC2: Zurich van Sacha Polak, ingeleid door dichter Ingmar Heytze Zondag 27 september, 19.00 uur, LHC2: Those Who Feel the Fire Burning van Morgan Knibbe, ingeleid door theaterregisseur Daria Bukvić Zondag 27 september, 21.30 uur, LHC2: Een dag in ’t jaar van Margot Schaap, ingeleid met illustraties van Nina Maissouradze Maandag 28 september, 19.00 uur, LHC2: Groenland van Tomas Kaan, ingeleid door scenarioschrijver Philip Huff Dinsdag 29 september, 19.00 uur, LHC2: The Paradise Suite van Joost van Ginkel, ingeleid door cabaretier Raoul Heertje Woensdag 30 september, 19.00 uur, LHC2: Atlantic. van Jan-Willem van Ewijk, ingeleid met een performance van Janica Draisma Donderdag 1 oktober, 19.00 uur, LHC2: Wilde mossels van Erik de Bruyn, ingeleid met een optreden van Nuff Said