8 minute read

Energietransitie gaat sneller dan beleggers

Energietransitie gaat sneller dan beleggers denken

DOOR RENÉ BOGAARTS

Advertisement

2020 kan het omslagjaar worden in de energietransitie. Institutionele beleggers beginnen fossiele brandstoffen al te mijden, maar weten volgens Sebastiaan Masselink, Senior Impact Investment Manager bij ACTIAM, nog niet hoe ze hun portefeuille toekomstbestendig kunnen vormgeven

‘De energietransitie zou weleens een stuk sneller kunnen verlopen dan de meeste mensen denken’, zegt Sebastiaan Masselink. ‘Bedrijven die decennialang de energiemarkt domineerden, zeggen dat het allemaal niet zo snel zal gaan. Veel institutionele beleggers gaan mee in die gedachte, al zie ik wel dat sommige daar vraagtekens bij zetten. Ze zijn daarom al begonnen de meest risicovolle fossielebrandstofspelers uit hun portefeuille te weren. Aan de andere kant van het spectrum, dat van nieuwe toepassingen en technologieën, vragen vele institutionele beleggers zich nog af wat ze moeten doen.’

Masselink was een van de sprekers tijdens het seminar Climate Change & Energy Transition in a Disruptive World, dat eind oktober door Financial Investigator werd georganiseerd. Als Senior Impact Investment Manager bij vermogensbeheerder ACTIAM let hij vooral op de kansen die de energietransitie biedt. In een razendsnel betoog legde hij zijn toehoorders uit welke uiteenlopende factoren er allemaal achter die aanstormende energietransitie zitten, en dat je daar als investeerder op in kunt spelen door te kijken naar bewezen energie-efficiëntere technologieën of naar nieuwe, duurzame technologieën. Masselink begrijpt overigens wel dat traditionele olie- en gasbedrijven zeggen dat er nog decennialang behoefte zal blijven aan hun producten. ‘Ze hopen hun kostbare infrastructuur zo lang mogelijk operationeel te houden. Maar bij sommige nutsbedrijven is de energietransitie al duidelijk te zien. Ik herinner me dat de traditionele kolencentrales in 2014, 2015 zeiden dat grootschalig gebruik van wind- en zonne-energie nog wel tien of twintig jaar zou duren. Nu zie je dat zij die de boot hadden gemist, zich heel snel proberen te herpakken. Een overlevingsstrategie, nadat ze de veranderingen aanvankelijk te laat zagen aankomen. Zoiets kan in de olie-, gas- en automotive-industrie ook gebeuren.’

Hoe je het ook wendt of keert, alleen al de demografische ontwikkelingen maken de energietransitie volgens Masselink onontkoombaar. De wereldbevolking, die van vier miljard mensen in 1974 naar zeven miljard in 2015 steeg, groeit naar verwachting door tot maar liefst negen miljard mensen in 2050. Tegelijkertijd verdubbelt het gemiddeld inkomen tussen 2011 en 2050 en zal het energiegebruik van 2007 tot 2035 met 50% toenemen. De elektriciteitsbehoefte verdubbelt tussen 2005 en 2050. Tegenwoordig wordt 9,2 miljard ton CO2 per jaar geproduceerd, een hoeveelheid die bovendien stijgt, terwijl de aarde maar ongeveer vijf miljard ton kan opnemen. Voor zover bedrijven niet door internationale afspraken en regelgeving verplicht worden om te verduurzamen, zullen ze er volgens Masselink wel door steeds bewustere consumenten of investeerders toe gedwongen worden. ‘Als asset managers weten we hoe we waarde kunnen opbouwen. Maar wat hebben we daaraan als we onze belangrijkste asset, de aarde, leeghalen?’

Twee manieren

Tijdens zijn presentatie hield Masselink zijn publiek voor dat ze op twee manieren kunnen profiteren van de energietransitie: inspelen op de energie-efficiëntie van bewezen technologieën als led-verlichting, recycling en

Alleen al de demografische ontwikkelingen maken de energietransitie onontkoombaar.

warmtepompen, of inzetten op nieuwe, duurzame, eventueel disruptieve technologieën als wind- en zonne-energie, elektrische en zelfsturende auto’s, li-ionaccu’s en waterstof. Met uitgebreide slides liet hij zien dat dit op korte termijn oude bedrijfsmodellen uit de markt kan drukken.

‘Je moet als belegger echt weten wat er speelt, of anders die kennis extern inwinnen’, aldus Masselink. ‘Je hebt aan de ene kant allemaal verschillende wetten en regels, terwijl er op andere gebieden ook van alles kan veranderen. Tot ieders schrik voerde Spanje bijvoorbeeld enkele jaren geleden ineens belasting in voor zonne-energie. Door verdere technologische verbeteringen is de prijs per kWh nu gelukkig zo laag, dat dit niet langer deert.’

‘Het is belangrijk om naar de lokale mogelijkheden te kijken. In Duitsland en Denemarken komt op een goede dag, als het voldoende waait en de zon schijnt, bijna de helft van de energievoorziening voort uit hernieuwbare energie. In Nederland is dat maar 6 tot 8%’, legt Masselink uit. ‘Frankrijk heeft een systeem met hele goede feed-intarieven. Daar garandeert de overheid een minimumtarief als je stroom aan het net levert. Dat is natuurlijk een mooie incentive om nieuwe installaties neer te zetten. Duitsland had die tarieven ook, maar heeft ze afgebouwd omdat ze niet meer nodig waren. Nederland daarentegen is een klein land met korte afstanden, een fantastisch testgebied voor elektrische auto’s. Niet voor niets is Nederland Tesla’s bruggenhoofd naar Europa.’

Met huis-tuin-en-keuken-logica red je het niet, maakt Masselink na afloop van zijn presentatie duidelijk. ‘Elk bedrijf of project moet apart worden geanalyseerd. Dat vereist kennis van verschillende technologieën, van de markten erachter, lokale omstandigheden en de kwaliteit van het management van het bedrijf of project. Daar is een rol weggelegd voor gespecialiseerde managers.’

Omslagjaar

Het feit dat de rente zo laag is, maakt de energietransitiemarkt volgens Masselink in deze tijden helemaal interessant. ‘De traditionele beleggingscategorieën hebben op dit moment over het algemeen lage rendementen. De energietransitiemarkt is nu nog zo gefragmenteerd en zo gespecialiseerd, dat je er heel goede returns kunt halen. Tenminste, als je weet waar je naar moet kijken.’ voor’, zegt Masselink. ‘Maar de consequentie daarvan is dat er op bepaalde momenten heel veel aan het netwerk geleverd wordt. Opslag van energie is het eerstvolgende aandachtspunt. Dat zal in eerste instantie om accu’s gaan. Dan hebben we het niet alleen over setjes lithium-ionbatterijen waarvan de prijs elke twee jaar halveert, maar ook over software, over artificial intelligence die deze sets automatisch gaat aansturen. Dat biedt voor beleggers allerlei kansen. Bijvoorbeeld door te beleggen in de winnaar van die softwareapplicaties.’ Tijdens zijn presentatie vertelde hij dat onderzoek van de Amerikaanse universiteit Stanford erop wijst dat 2020 een omslagjaar zal zijn. ‘Dan zijn de opwekking en opslag van wind- en zonne-energie goedkoper dan alleen al de distributie van elektriciteit uit fossiele brandstoffen.’

De productie van waterstof, een gas dat bij verbranding niets anders dan water uitstoot, wordt een nieuwe vorm van energieopslag. ‘Nu al wordt er in Nederland met behulp van aardgas waterstof geproduceerd, de zogenoemde grijze waterstof. Als je de CO2 daarvan afvangt, krijg je blauwe waterstof. De provincie Groningen wil hier graag mee aan de slag’, vertelt Masselink. ‘Tegen de tijd dat we snappen hoe het precies moet met opslag en distributie, is de capaciteit

van hernieuwbare energie, als wind op zee, gestegen van zes naar zestien gigawatt. Voldoende om groene waterstof te maken. Zo zal de transitie vermoedelijk verlopen. In Nederland kunnen we voor waterstof heel veel voordelen benutten van de bestaande gas-infrastructuur. Als we daarvan ten volle willen profiteren - en waterstof is wat mij betreft dé oplossing - moeten we wel heel veel capaciteit aan wind- en zonne-energie aanleggen. Daar ontbreekt het nu nog aan. We lopen heel erg achter in de EU. Volgens mij staan we op de 25ste plaats, van de 27 lidstaten.’

Risico’s

Op de vraag naar de risico’s van beleggen in nieuwe technologie antwoordt Masselink: ‘Wanneer moet je instappen? De uitdaging van veel nieuwe technologie is dat er vaak nog te weinig schaal te maken is. Naarmate je meer schaal maakt, daalt de prijs en wordt technologie toegankelijker voor een groter publiek. Dat wil je als belegger. Veel technologie is in handen van private equity- of private debt-partijen. Als de technologie naar de beurs gaat, wordt het toegankelijk voor grote investeerders en komen er mogelijkheden om op te schalen. Tesla is daar een mooi voorbeeld van. Hoe vaak is al niet voorspeld dat het merk het niet ging halen? Hoe vaak heeft het geen nieuwe aandelen moeten uitgeven? Toch slaagde het er altijd in een volgende mijlpaal te halen, waarna de waardering weer omhoog schoot.’

Het omslagpunt naar elektrisch rijden ligt volgens Masselink vlakbij. ‘In Nederland kosten elektrische auto’s inmiddels bijna net zoveel als gewone benzineauto’s, terwijl de gebruikskosten als tanken en onderhoud aanzienlijk lager zijn. Zelfrijdende auto’s, waarvoor lidar-technologie nodig is, een combinatie van laser en radar, zijn de volgende stap. Ook dat gaat snel, want ook de kosten van die technologie halveren elk jaar.’

‘Als je niet van grote volatiliteit houdt, wil je daar als belegger misschien van weg blijven’, zegt Masselink. ‘Dan

Zonne- en windenergie zullen heel snel in grote volumes beschikbaar komen, daar is geen enkele belemmering meer voor.

is investeren in energie-efficiëntie voor veel institutionele beleggers misschien interessanter. Beleggen in energiebesparing levert niet alleen een lagere uitstoot van CO2 op, maar ook een kostenbesparing doordat bedrijven efficiënter zijn. Bij de productie van bijvoorbeeld voedsel of staal worden nog steeds fossiele brandstoffen gebruikt, en vaak zelfs van een heel slechte soort. De eerste stap, die sommige bedrijven al hebben gezet, is de overstap naar gas. Maar ze kunnen ook overstappen op warmtepompen, nu die zoveel beter en goedkoper geworden zijn. Met goed thermisch management zou zelfs op grote schaal warmte gerecycled kunnen worden, zodat je maar een fractie van de brandstof nodig hebt. Dergelijke investeringen hebben een terugverdientijd van vijf jaar. In deze markt is dat een heel goede investering.’

Transitie

Er zijn volgens Masselink wel institutionele beleggers met een afdeling die zich richt op private equity, maar over het algemeen gaat het om slechts een deel van de beleggingen. Grotere bedragen kunnen institutionele beleggers kwijt in beursgenoteerde bedrijven. ‘Dan kan het verstandig zijn om te kijken naar bedrijven die een transitie in gaan’, zegt hij. ‘Een mooi voorbeeld vind ik het Belgische bedrijf Umicore, dat in een heel vieze industrie werkte. Het produceerde allerlei metalen, met schadelijke effecten voor de volksgezondheid. Umicore heeft zijn kennis van metalen weten in te zetten om een batterijbedrijf te worden. Dat is zeer succesvol verlopen. Zo’n bedrijf evolueert naar een hogere toegevoegde waarde en verdient daarmee de aandacht van beleggers. Al was het maar omdat zo’n transformatie niet zonder beleggers kán.’

Er is in het algemeen een groot verschil of je in energiebesparende technologie belegt of in schone, nieuwe technologie, stelt Masselink. ‘Bij energie-efficiëntie leveren de besparingen een vaste, voorspelbare cashflow op. Als je een gebouw energiezuinig maakt, kun je met het geld dat je overhoudt leningen aflossen. Investeringen op dat gebied hebben vaak de vorm van een lening. Nieuwe technologie zit daarentegen vaak in de equity-hoek. De returns zijn er veel hoger, omdat ook de risico’s veel hoger zijn.’

Maar Masselink nuanceert zijn uitspraak meteen. ‘Het hangt er ook vanaf. Een technologie als zonne-energie heeft zich razendsnel van iets nieuws naar iets voorspelbaars ontwikkeld. Zo voorspelbaar dat equity bij veel projecten al nauwelijks meer een rol speelt.’ «

This article is from: