5 minute read
Verantwoord beleggen wordt mainstream, maar is nog niet merkbaar, Bekendmaking VBDO
Verantwoord beleggen wordt mainstream, maar is nog niet merkbaar
Aan het slot van de educatieve bijeenkomst over Klimaatverandering, Klimaatrisico en Transitierisico werd traditiegetrouw de VBDO Benchmark Pensioenen 2021 bekendgemaakt. Er was veel om verheugd over te zijn, maar er klonken ook urgente aanbevelingen voor pensioenfondsen.
Advertisement
Door Baart Koster Fotografie Mark van den Brink Photography
Het is een goede gewoonte: aan het eind van de klimaatbijeenkomst van Financial Investigator die elk jaar in het najaar plaatsvindt en waar experts hun visie delen op duurzaam beleggen, volgt als kers op de taart de bekendmaking van de VBDO Benchmark Responsible Investment by Pension Funds in the Netherlands 2021. Voordat Xander Urbach, Senior Project Manager Responsible Investment bij de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling, de winnaars in de verschillende categorieën bekendmaakte, gaf hij weer waar pensioenfondsen nu staan qua duurzaam beleggen. De geschetste status quo berust op de feedback die de 50 grootste Nederlandse pensioenfondsen gaven op een 51 vragen tellend document, wat weer heeft geleid tot een rapport van 55 pagina’s. Dat de VBDO over een scherpe foto van die status quo beschikt, komt doordat alle pensioenfondsen hun feedback gaven. Samen zijn die goed voor een belegd vermogen van € 1.540 miljard en vertegenwoordigen ze 89% van het totaal belegde vermogen in de Nederlandse pensioensector.
Meest kwetsbare groepen het hardst geraakt Na een intensief communicatietraject over de bij VBDO aangeleverde informatie is alle verstrekte feedback door de pensioenfondsen gevalideerd. Zo kon Urbach naar eigen zeggen ‘de juiste en beste informatie delen’ met het bij Achmea Investment Management in Zeist aanwezige publiek. Welk beeld ontstond daaruit? Voordat Urbach die vraag beantwoordde, gaf hij het woord aan Gerard Roest, Vakbondsbestuurder bij FNV. De VBDO Benchmark Pensioenen komt elk jaar tot stand met steun van zijn organisatie. De klimaatrisico’s blijken nu al navrant te zijn en slaan helaas vaak neer bij de meest kwetsbare groepen, merkt Roest op. Zo neemt momenteel de honger toe doordat de opbrengst van gewassen rond de evenaar als gevolg van de klimaatverandering sterk terugloopt. Ook de S van ESG heeft Roests aandacht. En met reden. De COVID-19-pandemie heeft er bijvoorbeeld voor gezorgd dat meer kinderen bij kinderarbeid betrokken zijn geraakt. Daarnaast wijst Roest onder andere op de discrepantie tussen de oprechte duurzaamheidsambities van pensioenbeleggers en de daadwerkelijke impact daarvan op de reële wereld. ESG wordt weliswaar meer mainstream, maar de ‘impact on the ground’, zoals Roest het formuleert, is iets waar we meer op moeten focussen.
Kleintjes komen eraan De VBDO Benchmark leert overigens ook dat een aantal kleine en middelgrote pensioenfondsen dit jaar substantieel beter scoren in de benchmark. Een goede score blijkt dus niet alleen weggelegd voor de grote fondsen met hun grote vermogen en uitvoeringsapparaat, concludeert Roest. En dat is goed nieuws. Hij sluit af met de constatering dat je ook als klein pensioenfonds met gefocust beleid en de tegenwoordig beschikbare, vaak passieve ESGbenchmarks grote stappen kunt zetten. Ook alle kleinere fondsen die niet in de onderzochte top 50 staan, wil hij daarom oproepen om gestructureerd aan de slag te gaan en gericht na te denken over beleggingskeuzes ten gunste van duurzaamheid. Vervolgens duidt Urbach de resultaten van de VBDO Benchmark. De benchmarkscores kennen vier categorieën die het leiderschap bepalen, legt hij uit.
Dat zijn governance, beleggingsbeleid, implementatie en verantwoording & transparantie. ‘The proof of the pudding is in the eating’, en daarom is implementatie een belangrijke categorie die ook voor meer dan 50% meetelt. Qua implementatie blijken de scores dichter bij elkaar te zijn gekomen. Kleine pensioenfondsen met ambitieus beleid kunnen volgens Urbach daarom op korte termijn wellicht al de leiderschapspositie in de benchmark over gaan nemen.
90% van alle pensioenfondsen past ESG-integratie toe binnen een significant deel van de portefeuille, bijna 90% past op een substantieel niveau engagement toe met bedrijven in de aandelenportefeuille en meer dan 90% doet dit met uitsluiting. Maar niet alleen in de categorie aandelen wordt hierop hoog gescoord. Dit geldt ook binnen andere asset classes, vertelt Urbach. Zijn belangrijkste conclusie is dat dit gebruik van instrumenten voor duurzaam beleggen nog onvoldoende in staat is gebleken om duurzaamheid in de echte wereld te realiseren. Dit moet volgens Urbach verbeteren, waarbij hij aantekent dat het uiteindelijk de pensioenfondsen zijn die hun asset managers aansturen en aanzetten tot een ambitieuzere implementatie van instrumenten ter bevordering van duurzaamheid.
Wees expliciet naar je vermogensbeheerders Vorig jaar viel op dat het kennisniveau van pensioenfondsbestuurders die verantwoordelijk zijn voor verantwoord beleggen te laag was. Nu kon Urbach met trots melden dat er beduidend meer aandacht is gekomen voor kennisverwerving. Daar is middels opleidingen van externe partijen aan gewerkt, waardoor dit jaar meer bestuursleden kennis van ESG-beleggen konden aantonen. Desondanks heeft 80% van de pensioenfondsen nog geen uitgewerkte klimaatstrategie en heeft 30% wel doelstellingen waarmee in 2050 op net zero uitstoot kan worden uitgekomen, maar nog geen concrete strategie om die doelstelling te halen. Dit terwijl volgend jaar de actieplannen voor klimaatcommitment klaar moeten liggen.
Urbach sloot zijn beschouwing af met een belangrijk onderdeel van de klimaatstrategie: de escalatiestrategie. Tussen de vaak toegepaste instrumenten engagement en uitsluiting zit nog een gereedschapskist vol bruikbare alternatieven. 86% van de pensioenfondsen spreekt ondernemingen aan op vooraf gedefinieerde ESG-thema’s en 72% heeft een stembeleid dat ESG-vereisten voor routinematige stembeslissingen bevat. Toch stemde slechts 52% van de pensioenfondsen tegen het management van een onderneming na een periode van falend engagement. Dat is nog te weinig, constateert Urbach. ‘Hierin is veel te winnen. Wees daarom heel expliciet naar je vermogensbeheerders over wat je qua stembeleid van hen verwacht.’ Het is al gezegd: verantwoord beleggen wordt mainstream. Maar de stappen voorwaarts die al zijn gezet, hebben de wereld nog niet duurzamer gemaakt. Urbach besloot daarom met een belangrijke aanbeveling voor pensioenfondsbesturen: ontwikkel een klimaatstrategie met hele expliciete eisen voor vermogensbeheerders en voor de bedrijven in je portefeuille.
Na die analyse was het tijd voor loftuitingen en bloemen. ABP kwam voor de vierde keer op rij uit de bus als nummer 1 van de Benchmark. De snelste stijger was Pensioenfonds ING, dat 17 plekken klom naar de 29ste plek in de rangschikking. Het Pensioenfonds voor het Bakkersbedrijf manifesteerde zich als beste kleine fonds. Het was misschien het meest inspirerende nieuws tijdens de informatieve bijeenkomst: de kleintjes komen eraan. Dat kan helpen de groten scherp te houden.