BAROMETER
STEEDS MEER MULTINATIONALS HALEN HUN FINANCIERINGSCENTRUM WEG UIT BELGIË Meer en meer multinationals verhuizen hun treasury- of financieringscentrum van België naar een ander, meer aantrekkelijk land. Geld is nu eenmaal redelijk ‘mobiel’. Toch is het een stap waar veel bij komt kijken. In de zoektocht naar een geschikte locatie dienen bedrijven namelijk naast de belastingdruk ook rekening te houden met beschikbaar bekwaam personeel, infrastructuur, perceptie enzovoort.
STEVEN CLAES & WERNER HUYGEN VENNOTEN BIJ DE TAX & LAW SERVICE LINE VAN EY
TE HOGE BELASTINGDRUK – DAN MAAR NAAR HET BUITENLAND? In deze CFO Barometer bevroegen we de finance community over de aantrekkelijkheid van België voor financieringscentra. Met enige regelmaat lezen we in het nieuws dat grote multinationals hun treasuryof financieringscentrum verhuizen van Belgie naar een ander, meer aantrekkelijk land. Zo wil BASF zijn treasury centrum dit najaar verhuizen naar Ierland. Bedrijven als IKEA en Statkraft gingen BASF al voor. M AÏTÉ HO LVO ET | JE RRY DE BRIE
BIO
Steven Claes en Werner Huygen zijn beiden vennoot bij de Tax & Law service line van EY. Deze afdeling, die wordt geleid door Steven Claes, adviseert Belgische en buitenlandse ondernemingen op het vlak van fiscaliteit en begeleidt onder meer bedrijven met hun financieringsof treasury activiteiten. Als hoofd van Learning & Development waakt Werner Huygen bovendien over de permanente opleiding van de EY fiscalisten en bijgevolg over de hoge kwaliteit van de dienstverlening.
Holding- en financieringsactiviteiten worden soms aan elkaar gekoppeld, maar in feite staan die los van elkaar. Werner Huygen: “Met holdingactiviteiten spreken we over het houden en beheren van deelnemingen en aandelen. Hoe dit gestructureerd wordt, is vanuit verschillende perspectieven zeer belangrijk. Vanuit fiscaal oogpunt is het namelijk essentieel om winsten, die door de operationele groepsvennootschappen worden gerealiseerd, op een efficiënte manier te laten opstromen en de cash op de juiste plaats te laten terechtkomen.” Een goede groepsstructuur is dus essentieel om het financieringsvehikel te spijzen met cash en de cash te laten circuleren binnen de groep. Steven Claes: “Daarbij is ook belangrijk om te onderlijnen dat deze winsten reeds een eerste maal belast werden op het niveau van de groepsvennootschappen, namelijk daar waar operationele activiteiten plaatsvinden en toegevoegde
waarde wordt gecreeerd. Daarna is het voor de groep dus aangewezen om ervoor te zorgen dat deze (reeds belaste) winsten zo neutraal mogelijk naar de aandeelhouder opstromen en binnen de groep worden aangewend.” INTERNATIONALE FISCALITEIT We schetsen eerst even het internationale fiscale kader dat van belang is voor multinationale ondernemingen. Steven Claes: “Voor puur Belgische lokale ondernemingen kan dit internationale kader een minder grote impact hebben, maar voor ondernemingen die in verschillende landen aanwezig zijn, is dit van groot belang.” Sinds 2012 zijn landen, bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk, vraagtekens beginnen te plaatsen bij hoe bijvoorbeeld multinationals hun operaties wereldwijd organiseren en een minimum aan belastingen betalen in landen waar zij belangrijke operationale activiteiten ontplooien. Steven Claes: “Dit heeft ertoe geleid dat de OESO, gesteund door de G20 en de Europese Unie, een actieplan heeft ontwikkeld om op een gecoordineerde manier de gepercipieerde internationale belastingontwijking van multinationals tegen te gaan. Dit actieplan, bestaande uit vijftien specifieke actiepunten, bevat maatregelen en aanbevelingen om te vermijden dat multinationale ondernemingen hun belastbare basis zouden uithollen of hun winsten zouden verschuiven van landen met een hoog belastingtarief naar landen met een laag belastingtarief. Een eenvoudig voorbeeld is bijvoorbeeld het verschuiven van winsten gerealiseerd in Duitsland of België naar meer exo-
LEES DIT ARTIKEL INDIEN U WILT WETEN: • Hoe aantrekkelijk België is voor financieringscentra • Waarom multinationals hun financieringscentrum verhuizen • Hoe het fiscale plaatje in België evolueerde #treasury #taks #financiering
Is fiscaliteit een concurrentieel item voor uw bedrijf?
48,28%
51,72%
■ Ja ■ Nee 25 CFO MAGAZINE #210
Welke andere factoren zijn belangrijk/doorslaggevend? (op schaal van 1 tot 5)
3,1 3,0
■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Aanwezigheid van goed opgeleide medewerkers? Kostprijs van de tewerkstelling van medewerkers ? Aanwezigheid van infrastructuur ? Aanwezigheid van gereputeerde banken ? Beschikbaarheid van kapitaal? Flexibele juridische regelgeving? Administratieve lasten/rompslomp?
2,9 2,8 2,7 2,6 2,5 2,5
WERNER HUYGEN:
“Er woedt een storm doorheen onze fiscale wetgeving. Niet alleen in België, maar ook in andere landen.” tische belastingparadijzen.” Dit initiatief wordt ook wel het Base Erosion en Profit Shifting (BEPS) project genoemd. Landen gaan nu aan de slag met de 15 BEPS actiepunten en gebruiken deze om hun eigen regels aan te passen. Steven Claes: “De Europese Unie (EU) is een grote voorstander van dit initiatief en streeft naar een uniforme aanpak van die maatregelen binnen Europa. De EU wenst dat haar lidstaten tenminste een aantal van deze actiepunten opnemen en implementeren in hun eigen wetgeving. Hiervoor kwam de EU zelf ook met een aantal eigen initiatieven op de proppen; één daarvan is de Anti-Tax Avoidance Directive, dat geïnspireerd is op het BEPS initiatief en dat al de Europese Is België een aantrekkelijke locatie voor treasury- en financieringscentra in vergelijking met de volgende Europese landen (schaal 1 tot 5 waarbij 3 even aantrekkelijk is) 3,1
lidstaten verplicht om bepaalde regels in te voeren.” Ook de LuxLeaks en de Panama Papers hebben hun impact gehad op de internationale fiscale omgeving. Werner Huygen: “De belastingontwijking van bepaalde bedrijven die de voorbije jaren in de media kwamen en de lege staatskassen die na de financieel-economische crisis opnieuw gevuld moesten worden, hebben geleid tot meer samenhorigheid en naar de eis dat bedrijven een “fair share”
3,0 2,9 2,8 2,7 2,6 2,5 2,5 CFO MAGAZINE #210 26
■ ■ ■ ■ ■ ■
Luxemburg” Nederland” Zwitserland” Ierland” Malta” Cyprus
aan belastingen zouden betalen. Vroeger stond de pendel helemaal links: Europese initiatieven hadden als doel om dubbele belasting te vermijden. Naar aanleiding van het BEPS-actieplan, ondersteund door de EU-initiatieven, is de pendel naar de andere kant aan het slaan: namelijk, het vermijden van niet-taxatie en het voorkomen van misbruiken.” En er komen nog meer nieuwe belastingregels op ons af, denk maar aan de Europese voorstellen om spelers zoals Facebook en Google aan belastingen willen onderwerpen in de staten waar haar gebruikers zijn gevestigd.
Is de bespreking van verhuis naar een andere land
FISCALITEIT IN BELGIË Op Belgisch niveau is er op het vlak van fiscaliteit veel veranderd door al deze maatregelen en initiatieven. Werner Huygen: “Er woedt een storm doorheen onze fiscale wetgeving. Niet alleen in België, maar ook in andere landen. En die veranderingen leiden ertoe dat ondernemingen hun business modellen herbekijken.” We zetten de veranderingen sinds de jaren ’80 in België even op een rij. Werner Huygen: “In de jaren tachtig werd een gunstregime voor zogenaamde coördinatiecentra ingevoerd als incentive om buitenlandse investeringen naar België te halen. Deze coordinatiecentra specialiseerden zich in financiële maar ook in ondersteunende dienstverlening voor andere groepsvennootschappen zoals bijvoorbeeld administratie, boekhouding en marketing. Deze regeling was één van de toonzetters waar veel andere landen jaloers op waren. De coördinatiecentra waren in de jaren tachtig namelijk heel populair en heel wat multinationals hebben daarvan gebruik gemaakt hetgeen ertoe leidde dat vele buitenlandse (voornamelijk Amerikaanse) multinationals hun Europees hoofdkwartier en beslissingcentrum in Belgie vestigden. Het grootste voordeel dat ze konden realiseren was dat zij maar zeer matig belast werden op de inkomsten die ze realiseerden op hun (financierings-)activiteiten. Alle soorten financiering, zowel op korte als lange termijn, vielen onder deze wetgeving.” Toen dit gunstregime in 2003 onder Europese druk omwille van mogelijke staatssteun uit de wereld geholpen moest worden, heeft België de notionele interestaftrek ingevoerd om de coördinatiecentra in het land te houden.” De
notionele interestaftrek werd ingevoerd in 2005. De manier waarop deze maatregel ingevoerd werd, leidde ertoe dat niet alleen de multinationals hiervan konden genieten, maar ook de Belgische KMO’s. Werner Huygen: “De notionele interestaftrek legt de focus op het eigen vermogen van een vennootschap. In de mate waarin een vennootschap een eigen vermogen heeft, kan ze een fictieve rente aftrekken van haar belastbare basis.” Echter, door de daling van de financiële rente is de notionele interestaftrek heel wat minder voordelig geworden. Werner Huygen: “De notionele interestaftrek is thans, door de lage rentestand, zo goed als waardeloos geworden. Bovendien besloot de regering om de incentive van de notionele interestaftrek verder te kortwieken door het voordeel niet langer te berekenen op het totale eigen vermogen, maar enkel op de toevoeging van het eigen vermogen in een bepaald jaar. Dat heeft ertoe geleid dat sommige multinationals hun financieringsactiviteiten naar andere landen hebben verplaatst.” De regering heeft nu beslist om het belastingtarief in de vennootschapsbelasting te verlagen naar 29,58% en vanaf 2020 naar 25%. “Als je dit tarief echter vergelijkt met landen zoals Ierland, dat een tarief heeft van 12,5%, of Hongarije dat een tarief heeft van 9%, zie je dat België sterk gezakt is op de lijst van toplocaties voor financieringsactiviteiten.” De evoluties waar we naar verwijzen, in het bijzonder de notionele interestaftrek die zijn glans verloor, had vooral een negatieve impact op financieringsvennootschappen die zich bezighielden met financiering op lange termijn. Steven Claes: “Vennootschappen die optreden als interne bank en gespecialiseerd zijn
70 60 50 40 30 20 10 0
■ Al gedaan? ■ Staat op de agenda? ■ Staat niet op de agenda?
27 CFO MAGAZINE #210
hebben een aantal al hun activiteiten overgebracht naar andere landen. Andere ondernemingen hebben hun cashpool activiteiten nog steeds in België omdat de notionele interestaftrek hier minder op speelt en het een hele klus zou zijn om de expertise ondertussen opgebouwd in ons land elders opnieuw te verzamelen en op te bouwen.” De deelnemers van de enquête geven inderdaad ook aan dat één van de meest cruciale elementen bij het kiezen van de vestigingsplaats voor financieringsactiviteiten de aanwezigheid van goed opgeleide medewerkers is. Daarna komen de aanwezigheid van infrastructuur, de kostprijs van de medewerkers en de juridische flexibiliteit.
Heeft de introductie van BEPS (in het bijzonder : de vereiste van gedetailleerde transfer pricing documentatie, uitwisseling van rulings, rente-aftrekbeperkingen in functie van EBITDA, …) de lokale belastingwetgeving van de Europese landen een impact op uw beslissing om de treasury- en financieringscentrum in België te houden, dan wel te verplaatsen ? 10,71%
89,29%
■ Ja ■ Nee
STEVEN CLAES:
“In de beoordeling naar een geschikte locatie dienen we enerzijds te kijken naar factoren die spelen op het niveau van de financieringsvennootschap en anderzijds naar elementen op het niveau van de groepsvennootschap die fondsen nodig heeft.” in cashpool activiteiten, werden echter minder geïmpacteerd hierdoor omdat de winsten die zij realiseren eerder beperkt zijn. Van de financieringscentra die voorheen in België gevestigd waren,
Vindt u dat de notionele interestaftrek terug aantrekkelijk moet worden gemaakt ?
60 50 40 30 20
■ Alleen voor KMO’s ■ Alleen voor Multinationals ■ Voor KMO’s en Multinationals CFO MAGAZINE #210
28
10 0
LOCATION LOCATION LOCATION Ook al is geld mobiel, toch is het verplaatsen van een financieringscentrum een belangrijke stap. Maar wat zijn nu die factoren op basis van dewelke een bedrijf beslist om al dan niet te verhuizen naar een ander land? Steven Claes: “In de beoordeling naar een geschikte locatie dienen we enerzijds te kijken naar factoren die spelen op het niveau van de financieringsvennootschap en anderzijds naar elementen op het niveau van de groepsvennootschap die fondsen nodig heeft.” “Op het niveau van de financieringsvennootschap speelt uiteraard de belastingdruk een belangrijke rol. De effectieve belastingdruk op het rente-inkomen zo laag mogelijk houden, is dan ook cruciaal. Vroeger werd dit bewerkstelligd door bijvoorbeeld het gebruik van de notionele interest-aftrek, of door het gebruik van specifieke financiële instrumenten. Maar die financiële instrumenten verdwijnen ook als gevolg van het BEPS initiatief. Er wordt bovendien meer en meer aandacht besteed aan de vraag of een financieringsvennootschap “echt” is. Dat wil zeggen, voldoende substantie en personeel heeft, met de nodige kwalificaties en expertise opdat de vennootschap in staat is om een effectieve financieringsactiviteit uit te oefenen en de nodige beslissingsmacht heeft om leningen te verstrekken aan andere groepsvennootschappen. Bekwaam personeel vinden in een bepaald land is dus een belangrijke factor bij het kiezen van een locatie voor een financieringsvennootschap. Een andere belangrijke factor is de perceptie en de ethiek naar de buitenwereld toe. Zeker in een B2C omgeving speelt hoe
klanten het bedrijf percipiëren een rol. In een negatief daglicht in de pers geplaatst worden wegens het ontwijken van belastingen kan voor sommige bedrijven heel nefast zijn. Ten laatste is transparantie naar de fiscus steeds meer een realiteit in het huidige fiscale landschap.” “Op het niveau van de groepsvennootschappen die fondsen ontlenen is het vooral belangrijk dat de interesten die worden betaald aan de financieringsvennootschap, ook fiscaal in aftrek kunnen worden genomen. De interestkost is voor hen een beroepskost. In dit verband dient rekening te worden gehouden met de zogenaamde blacklists. Als vennootschappen interesten betalen aan een financieringsvennooschap die gelegen is in een land die op dergelijke lijst voortkomt, kunnen er gevolgen zijn voor de fiscale aftrekbaarheid van die interesten. Europa heeft recent een dergelijke blacklist uitgebracht. Een ander punt is de roerende voorheffing die wordt ingehouden op interestbetalingen. Ondernemingen hebben er belang bij om deze roerende voorheffing tot een minumum te beperken. Dit kan, onder andere, aan de hand van dubbelbelastingverdragen die landen met elkaar afsluiten of middels bijzondere vrijstellingen die in lokale wetgevingen zijn ingebed. Aldus is het van belang dat de financieringsvennootschap gelegen is in een land met een uitgebreid verdragsnetwerk of kwalificeert voor die lokale vrijstellingen.”
Naar waar ‘vluchten’ de bedrijven die hun financieringscentrum willen verhuizen dan? Er zijn verschillende mogelijkheden, waaronder Nederland, Luxemburg, Zwitserland, Ierland, Malta en Cyprus. Uit de CFO Barometer blijkt dat de meest aantrekkelijke locaties in vergelijking met België Ierland, Cyprus en Luxemburg zijn. Steven Claes: “Dat Cyprus zo aantrekkelijk is, kan op het eerste zicht verwonderlijk zijn, maar Cyprus, een lidstaat van de EU, heeft een notionele interestaftrekregime dat op dit moment aantrekkelijker is dan het Belgische. Hetzelfde geldt voor Liechtenstein trouwens dat deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte. Dat Ierland een populaire bestemming is, spreekt voor zich. Niet alleen heeft Ierland een laag belastingtarief van 12,5%, ook de rechtszekerheid spreekt veel multinationale bedrijven aan. De verscheidene aanpassingen aan de notionele interestaftrek (en andere regels) die in België doorheen de laatste jaren werden doorgevoerd, zijn niet van aard om vertrouwen te geven aan investeerders, en zijn dan niet ook niet altijd in goede aarde gevallen. Ierland houdt al lang vast aan haar 12,5% tarief, ook in tijden van financiële moeilijkheden en ook wanneer het land onder druk van Europa kwam te staan. Daarnaast is Luxemburg al lang een land waar de financiële dienstensector een belangrijke rol speelt. Dat zal niet meteen veranderen.”
Hoe ziet u de evolutie van de aantrekkelijkheid van België in de komende drie jaar? 7,69% 26,92%
65,38%
■ Niet positief, niet negatief ■ Negatief ■ Positief
CFO BAROMETER De CFO Barometer is een onafhankelijk researchinitiatief van de redactie van CFO Magazine in samenwerking met EY. Bij een representatief staal van om en bij de tweehonderd Belgische CFO’s van middelgrote tot grote multinationale ondernemingen werd een vragenlijst omtrent een actuele CFO-topic afgenomen. De focus van de CFO Barometer is lokaal, waardoor de resultaten heel representatief zijn voor de Belgische markt en de CFO Barometer een benchmarktool wordt voor de in België actieve CFO. De resultaten worden hier weergegeven en becommentarieerd door specialisten en geïllustreerd met praktijkervaringen.
29 CFO MAGAZINE #210