7 minute read
Dossier Hoe beoordeel ik de ondergrond en wat zet ik in qua product
CHECKLIJST IS GEEN OVERBODIGE LUXE
KIES DE JUISTE PRODUCTEN VOOR DE VERBETERING VAN DE ONDERGROND
Advertisement
Het succes van een mooie parketvloer staat of valt met de voorbereiding van de plaatsing. Cruciaal bij de installatie is hoe de ondergrond werd aangepakt. Dit betekent dat er op voorhand nauwgezet gecontroleerd wordt waarop de parketvloer geplaatst wordt en dat er een aantal stappen gerespecteerd worden.
Het allerbelangrijkste om weten, is dat de beschikbare ondergronden bijzonder divers zijn en dat elk daarvan specifieke problemen kan hebben: opstijgend vocht, schotelen van planken, povere hechting,... Een bestaande tegelvloer, een nieuwe chape of anhydrietvloer, een oude plankenvloer,… ze vragen elk hun eigen aanpak. Opdat de juiste voorbehandeling kan volgen, moet een (niet exhaustieve) checklijst al zeker de volgende zaken bevatten: vlakheid en hoek, zuiverheid en verontreiniging, scheuren en barsten, stevigheid, poreusheid, droogte en vocht.
Vlakheid en hoek
Een te grote afwijking van de vlakheid en de hoek van de ondergrond moet je absoluut vermijden. Dit betekent dat oneffenheden voor het egaliseren moeten weggewerkt worden. Zo moeten grote oneffenheden en sleuven opgevuld worden, haal je slecht hechtende delen weg en maak je het geheel stofvrij, voor de juiste primer wordt aangebracht.
Zuiverheid en verontreiniging
Zaken als olie-, was-, verf-, vet-, mortel- of gipsresten moeten consequent verwijderd worden, waarna het oppervlak zorgvuldig schoongemaakt wordt. Oppassen is het als de ondergrond bestaat uit keramische tegels. Hier is niet enkel een stevige basisreiniging nodig, maar moet het hoogteverschil tussen de tegels en de voegen weggewerkt worden en mag nooit vergeten worden te ontvetten voor de plaatsing van parket. Ook lijmresten zijn absoluut uit den boze.
Scheuren en barsten
Scheuren en barsten kunnen al evenzeer roet in het eten gooien. Merk je dat de ondervloer statische microscheuren vertoont van minder dan 1 mm, dan volstaat het aanbrengen van een geschikte primer. Zijn de scheuren groter, dan moeten die gevuld worden. De scheuren worden eerst opengeschuurd, waarna ze stofvrij gemaakt worden en vervolgens volgegoten worden met een 2K epoxygiethars, afgezand met kwartszand, of met een silicaathars met twee componenten. Barsten worden opgevuld met een epoxyhars of een silicaathars met twee componenten. Vul ze evenwel nooit met een sneldrogende reparatiemortel omdat die na het opgieten een fijne haarscheur toelaat, net als horizontale beweging. Stevigheid
De ondergrond moet verder voldoende stevig zijn. Dus moet de druksterkte 8 N/m² of meer en de treksterkte 0,5 N/m² of meer bedragen. Tegelijkertijd mag de ondervloer niet poederig of korrelig zijn, noch buigzaam of flexibel, bijvoorbeeld bij een oude plankenvloer. De stevigheid kan nagegaan worden met een krastest. Hiervoor wordt een raster van krassen aangebracht met een raster-scoreapparaat. Leidt dit tot afbrokkelen, dan is de ondervloer niet in orde. Met een staalborstel check je bovendien of de ondergrond geen al te hoog niveau van slijtage vertoont. Tot slot voer je een hamerinslagtest uit. Daarbij tik je met een hamer lichtjes zijwaarts op het oppervlak.
Poreusheid
Is de vloer niet voldoende poreus, dan kan dat voor problemen zorgen bij de hechting. Poreusheid ga je na met een druppeltest. Laat een druppel water op de ondergrond vallen en als je vaststelt dat deze na minder dan 5 seconden verdwenen is, kan je concluderen dat de vloer zeer absorberend is. Duurt het 5 tot 30 seconden, dan is hij normaal absorberend. Duurt dit meer dan 30 seconden, dan is hij zwak tot niet-absorberend.
Droogte
Heel belangrijk is dat de ondergrond voldoende droog is, zonder risico op opstijgend vocht. Pas op voor drukkend vocht bij plaatsing op vollegrond zonder een kruipkelder en op een oude tegelvloer. Een verse cement- of betonvloer bevat dan weer mogelijk te veel restvocht. Het vochtgehalte meet je eerst met een niet-destructieve meter. Is er twijfel, schakel dan ook een calciumcarbidemeter in. Hierdoor laat je een staal van de ondergrond chemisch reageren met calciumcarbide, waarbij gas wordt gevormd. Omdat dit in een drukfles gebeurt, wordt het vochtgehalte heel nauwkeurig gemeten. Boor dit staal niet uit de vloer, want de warmte die zich daarbij ontwikkelt, geeft een vertekend beeld.
Vocht
Overschrijdt het vochtgehalte de voorgeschreven vochtpercentages kan er een vochtscherm aangebracht worden. Opgepast: je kunt enkel een waterdichte ondergrond afsluiten. Een vochtscherm wordt meestal met de rol aangebracht, in meerdere lagen, en dit op een zuivere, nieuwe ondergrond zonder lijm-, primer- of egalisatieresten. Algemeen bestaan er twee types van vochtschermen. Allereerst zijn er de gebruiksklare dispersievochtschermen, die bestaan uit polymeerdispersie, additieven en water. Daarnaast zijn er ook epoxyvochtschermen beschikbaar, met een polyaminegehard epoxyhars en twee componenten.
Bron: FloorTech
Het woord aan enkele specialisten :
Bona
Vóór het plaatsen van een parket, moet eerst de toestand van de ondergrond nagegaan worden. Deze moet stabiel, egaal, droog, schoon, vrij van scheuren en stof zijn. Het oppervlak moet enigszins ruw zijn. Indien van toepassing, moet de ondervloer voldoen aan de eisen van lokale normen of praktijkrichtlijnen. Bij gebruik van Bona silaanlijmen is een primer meestal niet nodig. Wanneer de ondervloer problematisch is, dan kan een primer zoals Bona D501, R540 of R590 dit verbeteren. Oneffenheden en gaten moeten worden opgevuld met een stabiel egaliseermiddel zoals Bona H600, H610 (het vullen van gaten) of H660. Vochtige dekvloeren? Bona R590 is geschikt voor het primeren en/ of blokkeren van restvocht in dekvloeren van cement of beton (tot 5% CM/90% RH), voordat er een houten vloer op wordt gelegd. Het kan ook worden gebruikt voor het tot op zekere hoogte versterken van zwakke ondervloeren. Het is compatibel met zowel alle Bona silaanlijmen als met alle Bona egalisatiemiddelen. Belangrijk is uiteraard ook steeds de juiste keuze van het type lijm, deze hangt af van de ondervloer en de werkmethode. Bona heeft verschillende soorten parketlijm ontwikkeld voor verschillende situaties.
Bostik
6 criteria zijn van cruciaal belang bij het voorbereiden van een ondergrond. De ondergrond moet voldoende vlak en stevig zijn, vrij van krimpscheuren, zuiver permanent droog zonder gevaar voor opstijgend vocht en normaal poreus. Bostik heeft een aantal producten die kunnen worden gebruikt bij moeilijke ondergronden. Zo is er RENO P520 EASY: een oplosmiddelvrij 2 K-reparatiehars voor het vullen en herstellen van krimpscheuren. De HYTEC E336 XTREM is een 2K Epoxy vochtscherm inzetbaar bij elk vochtgehalte en ook bij drukkend vocht. Om de toplaag van broze dekvloeren te verstevigen biedt Bostik de HYTEC P510 RENORAPID, een sneldrogende 1 K PU primer die gemakkelijk aan te brengen is. Na het herstellen/saneren van de dekvloer met deze producten kan je de dekvloer egaliseren mits het gebruik van de juiste primer: GRIP A500 MULTI voor poreuze ondergronden en anhydriet dekvloeren, GRIP A936 XPRESS voor gesloten ondergronden en GRIP X910 FILL&WOOD voor houten ondergronden. De keuze voor de egaline hangt af van de bestemming van de vloer en de mogelijke belasting bij ingebruikname. Emfi
Voordat het parket op een bestaande drager wordt geplaatst, moet die eerst proper, droog en voldoende samenhangend gemaakt zijn, voor een bekleding wordt aangebracht. Om de drager te verbeteren, kan men overgaan tot een schuurbeurt / afzuiging, welke verplicht is voor anhydriet chapes, een PU-primer EMFIPRIM PU MONO aanbrengen, die het oppervlak van de drager versterkt, of een epoxy primer EMFIPRIM EPOXY in één of twee doorgangen gebruiken, waarna de laatste doorgang moet worden geschuurd. Terwijl men de DTU 51.2 in Frankrijk en de andere installatieregels in onder meer Duitsland en België respecteert, kan men een polyaanfilm onder de chape gebruiken of een epoxyprimer EMFIPRIM EPOXY toepassen op de drager in twee gekruiste lagen, waarbij de laatste laag geschuurd wordt. In het EMFI-gamma gebruiken we EMFIPRIM PU MONO om het oppervlak van de drager te versterken en EMFIPRIM EPOXY voor het tot stand brengen van een vochtbarrière.
Thomsit
Thomsit biedt voor diverse problemen een oplossing: vocht, geringe sterkte, barsten en scheuren, vuil, olie of oude lijmresten… Deze producten zijn normaal gezien compatibel aan deze van andere merken maar toch geeft Thomsit de voorkeur aan werken in systeem van 1 merk. Er bestaan volgens Thomsit weliswaar universele primers die veel van bovengenoemde problemen oplossen, maar geen primers die alle problemen afdekken in 1 product. Sterproducten bij Thomsit zijn de Thomsit R 729 Silicaatgiethars om scheuren te vullen, de Thomsit R 766 Multiprimer om voor te strijken, het Thomsit R 755 Vochtscherm om vocht te blokkeren, het Thomsit R 790 Vul- en voorstrijkmiddel om naden dicht te zetten en voor te strijken in 1 handeling, het TF 201 Thomsit Floor membraan om een slechte vloer te bedekken zonder deze eruit te hoeven halen en Thomsit RS Fix om oneffenheden en hoogteverschillen weg te werken.