Familie portret
Els: ‘Mijn vader is dementerend en mijn moeder had na haar beroerte moeite met het verwoorden van haar gedachten en de logica van handelingen. Zelfstandig wonen ging niet meer. In De Mantel kunnen ze samen blijven wonen. Het liefst zitten ze de hele dag hand in hand in hun appartement. Met vier kinderen, tien kleinkinderen en acht achterkleinkinderen hebben ze over aanloop niet te klagen: elke dag komt er wel iemand langs.’
Voorburg, woonzorgcentrum De Mantel
Van links naar rechts: Boven: Patrick (kleinzoon), Fred (zoon), Karin (dochter), Nathalie (kleindochter), Logan (achterkleinkind), Seline (schoonkleindochter). Onder: Els (dochter), Moeder Rina, vader Leo, Hannah (oudste achterkleindochter) en Jaylinn (kleindochter). Niet op de foto: Dochter Astrid met haar kinderen, Max, Tim, Suzanne, Bas en Rob. Kleinzoon Marco en zijn vrouw Priscilla met hun kinderen Djaylana, Ashley en Jake. Kleinzoon Danny. Kleinzoon Ralph en zijn vrouw Sheila met hun kinderen Joah en India.
Inhoud
WELKOM
Interessante weetjes, belangrijke feiten en korte berichten
ACHTERGROND
Contextueel therapeut Gerrie Reijersen van Buuren over de kracht van familiedynamiek
20 REPORTAGE
Geestelijk verzorger Esther de Groot: ‘De familie waar mensen uitkomen heeft veel impact’
INTERVIEW
Bert van Leeuwen: ‘Je familie krijg je cadeau. Zorg dat je elkaar in de ogen kunt kijken’
FAMILIETRADITIES
PUZZEL MEE!
Maak kans op leuke prijzen
30
WE DOEN HET SAMEN
Tijdens het Alzheimer Café wisselen de bezoekers ervaringen en kennis uit
Colofon
Florence & Co. is een uitgave van Florence Gezondheid en Zorg. www.florence.nl
Redactie: PR & Communicatie Florence Concept en realisatie: Pauline Mulder en Susanne Mullenders, mooi mag. www.mooimag.com
Vormgeving: Oscar Kuin, Studio Ozz
Vragen over deze uitgave? Stuur een mail naar traffic@florence.nl
IT’S ALL IN THE FAMILY
Even creatief, hetzelfde kuiltje in de kin of een warm kloppend zorghart
© 2022 Niets uit deze uitgave mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. De uitgever sluit iedere aansprakelijkheid voor schade als gevolg van druk- en zetfouten uit.
familie kunnen we niet. Ook niet bij Florence’
eze vierde editie van Florence & Co. heeft als thema familie. We zijn allemaal onderdeel van een familie. En de een koestert die, de ander wat minder. Maar vast staat dat familie de basis vormt van wie we zijn.
Zelf kom ik uit een warm nest. Mijn ouders hebben mijn zus en mij een fijne en zorgeloze jeugd kunnen bieden. Wij konden een eigen identiteit ontwikkelen en werden gestimuleerd om zelf na te denken en te geloven in onszelf. Die waarden probeer ik nu zelf ook mee te geven aan mijn drie dochters. Hoe belangrijk deze basis is, leest u op pagina 18 en 19 in het interview met systeemtherapeut Gerrie Reijersen van Buuren.
Als ik aan de naderende feestdagen denk, denk ik zeker ook aan mijn familie. Want zo lang ik me kan herinneren breng ik die door met hen. Heerlijk om op die dagen samen te zijn: dat is gewoon een traditie geworden. Ook met mijn schoonfamilie hebben we inmiddels tradities ontwikkeld. Zo brengen we bijvoorbeeld de voorjaarsvakantie met z’n allen door in de bergen. En dat is elk jaar weer een feestje! Net als voor mij, blijkt voor veel mensen het belang van tradities groot. Vanaf pagina 24 vindt u daar vier mooie voorbeelden van.
Ik ben mijn ouders dankbaar voor de tradities en waarden die ze mijn zus en mij hebben meegegeven. Inmiddels vervullen mijn zus en ik ook de rol van mantelzorger – net als zo’n vier miljoen andere Nederlanders. Natuurlijk is dat soms best pittig, maar ik merk dat ik die rol heel vanzelfsprekend vind: dat doe je gewoon voor familie.
Maar ik realiseer me ook dat de zorg een steeds groter beroep doet op familieleden. Ook bij Florence. Door de grote uitdagingen in de zorg – denk vooral aan krapte op de arbeidsmarkt die de komende jaren niet oplost – onderzoeken we wat we samen met familieleden voor bewoners en cliënten kunnen betekenen. Daarom doen we samen met de Hogeschool Rotterdam en met Mantelzorg.nl mee aan het project ‘Samen optrekken’. Daarin onderzoeken we hoe we als Florence nóg meer samen met familieleden kunnen optrekken. Heel belangrijk, want zonder familie kunnen we niet. Ook niet bij Florence.
ELLEN MAAT
Raad van Bestuur, Florence
‘ZonderJeugdsentiment: Visite, Lenny Kuhr
Bingewatchen!
In de volgende drie series staan bijzondere families centraal. Kruip lekker met een dekentje op de bank en bingen maar!
Modern Family is een komische televisieserie die bekroond is met vier Emmy-awards en een Golden Globe. Centraal in de serie staan Jay en zijn veel jongere, Latijns-Amerikaanse vrouw Gloria en haar zoon Manny. Na een paar seizoenen krijgen ze bovendien samen nog een zoon: Joe. Daarnaast volgen we ook de gezinnen van Jay’s kinderen uit zijn eerste huwelijk, Claire en Mitch. Jay wordt gespeeld door Ed O’Neill die vooral bekend werd als Al Bundy uit die andere bekende serie Married with children. Modern Family telt elf seizoenen en liep tot april 2020. Hilarisch.
Op Netflix zijn de vier seizoenen van de Zweedse hitserie Bonusfamiljen te bekijken. Een mix tussen een dramaserie en een comedy – dramedy. Centraal staan partners Lisa en Patrik. Samen met hun exen, kinderen en ouders gaan ze alle emotionele en praktische uitdagingen van het leven aan. Op een originele manier toont Bonusfamiljen dat het leven van een samengesteld gezin beslist niet altijd over rozen gaat.
Wie kent Family Ties nog? De televisieserie dateert uit de jaren 80 en werd uitgezonden door Veronica. Family Ties is dé serie waarin Michael J. Fox doorbrak als Alex Keaton, een aartsconservatieve en studentikoze zoon van twee linksgeoriënteerde ouders. De combinatie tussen de slimme Alex en zijn totaal verschillende familieleden, levert hilarische scenes op. Family Ties liet zien dat ondanks verschillen tussen familieleden, de familieband sterk genoeg is om diverse crisissituaties het hoofd te bieden.
Erfelijk belast
Desoxyribonucleïnezuur, beter bekend als DNA, zit in de lichaamscellen van elk levend wezen. De structuur van DNA ziet eruit als een lange wenteltrap. Op de treden liggen bouwstenen voor de erfelijke eigenschappen. Een aantal van die treden achter elkaar noemen we de genen. Ieder mens heeft meer dan 30.000 genen. Die bevatten een soort bouwtekeningen voor erfelijke eigenschappen, zoals welke kleur ogen iemand krijgt of welke karaktereigenschappen iemand heeft. Zo zijn we door ons DNA allemaal erfelijk belast.
een kind van je ouders Voor altijd
Waarom hebben familiewaarden en -normen – ook als we allang op eigen benen staan – zo veel invloed op ons? Het antwoord? Verticale loyaliteit. Een begrip uit de koker van de Hongaars-Amerikaanse psychiater Ivan Boszormenyi-Nagy.
In ons dagelijks leven worden we voortdurend gestuurd door loyaliteit. In relaties met bijvoorbeeld vrienden, partners of collega’s. Dan gaat het om horizontale loyaliteit omdat de relatie gelijkwaardig is en je zelf voor die relatie gekozen hebt.
Van een andere orde is verticale loyaliteit: de loyaliteit tussen ouder en kind. Al onze keuzes – van onze carrière tot onze partnerkeuze –worden gekleurd door de wens om aan ouderlijke verwachtingen te voldoen. Doordat de band tussen ouder en kind nooit ongedaan gemaakt kan worden, blijft de loyaliteit altijd aanwezig. Hoe slecht onze ouders ons misschien ook behandelen en je alle contact hebt verbroken of zelfs als ze allang dood zijn, je blijft een kind van je ouders. Meer lezen over de invloed van familie op de keuzes die je (niet) maakt? Kijk op pagina 18. Bron: Psychologie magazine
‘De band die je ware familie verbindt is niet een van bloed, maar van respect en vreugde in elkaars leven’
Richard Bach, Amerikaans schrijver
Jeugdsentiment!
In deze editie delen alle geïnterviewden een liedje dat hen aan hun jeugd of aan hun familie doet denken. Bij elk interview staat een QR-code die u kunt scannen met de camera of QR-scanner van uw mobiele telefoon. U komt dan direct op het YouTube-filmpje dat hoort bij dat liedje. Op Spotify staat bovendien een Florence & Co.-playlist. Zoek op Florence & Co. winter 2022 en luister naar alle verschillende familieliedjes. Veel luisterplezier!
Familieliedjes
In de loop der jaren zijn er duizenden liedjes gemaakt met het onderwerp familie. Hieronder twee van onze favorieten.
In M’n Bloed, Snelle
Want hoe ouder ik word, hoe beter ik begrijp Dat mijn ouders geen helden zijn, maar lijken op mij Ze doen net alsof, ze bedoelen het goed Maar waar de tijd niets aan verandert Maar word ik ooit volwassen? Is wat er zit in m’n bloed
We Are Family, Sister Sledge
We are family I got all my sisters with me We are family Get up everybody and sing
Marleen Kuiper
IS LID VAN DE CLIËNTENRAAD VAN VERPLEEGHUIS DUINSTEDE
Sinds april 2020 is Marleen Kuiper lid van de cliëntenraad van verpleeghuis Duinstede in Wassenaar waar haar schoonmoeder woont. Zo’n zes keer per jaar komt de cliëntenraad bijeen.
Wat doet u als lid van de cliëntenraad? ‘Samen met drie andere personen vorm ik de cliëntenraad van verpleeghuis Duinstede. Wij hopen daarmee de stem te zijn van alle bewoners van Duinstede. We willen hun leven zo prettig mogelijk maken. Daarover spreken we met het management. Over het algemeen gaat het niet om grote dingen; het zijn juist de kleine dingen die het ‘m doen. Een voorbeeld? Zorg dat iedereen in de ochtend zijn gehoorapparaat inkrijgt, zodat je mét hen kunt praten.’
Waarom bent u het gaan doen?
‘Vanuit compassie met mensen. Toen mijn schoonmoeder dementie kreeg, hebben mijn man en ik tien jaar voor haar gezorgd. Hij regelde alle praktische zaken en ik had contact met haar zorgaanbieders. Toen ze in Duinstede kwam te wonen, wilde ik iets blijven doen naast mijn fulltimebaan en mijn gezin.’
Wat wilt u bereiken?
‘Door deze rol heb ik meer inzicht gekregen in de organisatie van zorg in het algemeen. Hierdoor kan ik beter de koppeling maken tussen beleid en bewoner. Daarmee hoop ik van toegevoegde waarde te zijn. Ik zou het mooi vinden als er nog meer oog komt voor de verschillende behoeften van mensen. Ik probeer besef te creëren dat er nog meer maatwerk nodig is.’
Bezoekt u uw schoonmoeder geregeld?
‘Jazeker. Familie is sowieso heel belangrijk voor bewoners – juist ook als ze dementie hebben. Onze kinderen gaan ook heel regelmatig mee. Onze oudste zoon is 26 en heeft altijd een heel goede band met zijn oma gehad. Zij vindt het maar lastig te bevatten dat het jongetje waar ze vroeger altijd op paste, nu een man is geworden. Maar ze verslaat hem nog steeds met Rummikub.’
‘Hoe mooi naastenliefde ook is, ik heb altijd mijn gezin op nummer één gezet’
Familieman Bert van Leeuwen
Hij is presentator van het populaire televisieprogramma Het Familiediner, mediator en dagvoorzitter. Maar hij is vooral echtgenoot, vader, schoonvader en opa. Want Bert van Leeuwen is eerst en vooral een familieman. ‘Mijn gezin staat op nummer één!’
TEKST: PAULINE MULDER FOTOGRAFIE: WILLEM-JAN DE BRUIN, INEKE OOSTVEEN EN ARCHIEF EOMaar juist dat is ook de kracht van het programma denk ik: er zit heel veel herkenbaarheid in. En bovendien: de spanning die ik op een draaidag voel – zal het vandaag gaan lukken? – die voelen de kijkers ook.’
Verlangen
De afgelopen twintig jaar reisde de 62-jarige Bert van Leeuwen voor het populaire televisieprogramma Het Familiediner stad en land af om ruziënde familieleden weer bij elkaar te brengen. Een rol die hem op het lijf geschreven is. ‘Maar de ene keer werkt mijn aanpak, de andere keer niet’, legt hij uit. ‘We hebben er helaas ook weleens dagen tussen zitten dat we voor niks hebben gedraaid omdat mensen bijvoorbeeld weigeren toestemming te geven om de opnames uit te zenden. Gelukkig wil het merendeel van de deelnemers wel meewerken en stapt de limousine in – een eerste stap naar verzoening. Ook al roepen veel deelnemers in eerste instantie dat ze niet mee willen werken. Dat hoor ik trouwens ook vaak om me heen van mensen; dat ze zelf nóóit mee zouden doen aan zo’n programma.
Voordat Bert het programma ging presenteren, volgde hij een cursus mediation. ‘Ik wilde toch wat instrumenten hebben om een gesprek dat dreigt vast te lopen, in goede banen te leiden. Deelnemers aan Het Familiediner zitten vaak muurvast. Ze strooien in het begin alleen maar met verwijten naar die ander. Daar moet ik doorheen zien te breken. Als ik tegenargumenten dan anders vertaal, kan ik iets bereiken. En ik weet nu: achter elk verwijt zit een verlangen. Zo deed onlangs een heel koppige Fries mee die al zeven jaar een conflict had met zijn zus. Toen hun ouders overleden zou zij hebben gezegd: “Zo, nu hoef ik nooit meer naar het Noorden te rijden.” Deze man gaf aan dat hij beslist niet voor de camera wilde verschijnen. Ik moest echt lullen als Brugman. Uiteindelijk deed hij toch mee en stapte de limousine in. Toen
hij zijn zus zag, gaven ze elkaar drie dikke zoenen en was de kous af… Kijk: in de kern blijken mensen vooral vaak heel onhandig te zijn in hun gedrag. Ze doen heel hard of stoer. Maar ze blijken vaak ten diepste gekwetst te zijn door die ander. En als ze elkaar dan na een lange tijd weer in de ogen kijken, breken ze. Mooi toch?!’
Blijven praten
Zelf vindt Bert ruziemaken maar lastig; hij is een ster in relativeren en alles van meerdere kanten bekijken. ‘Dat is zeker ook niet altijd ideaal’, realiseert hij zich. ‘Want ik kan geneigd zijn om dingen naast me neer te leggen en dan op te kroppen. Want ja, natuurlijk: in elke familie is weleens wat, dus ook in mijn familie, zowel in mijn eigen gezin als het gezin van herkomst. Daar zijn mensen natuurlijk altijd nieuwsgierig naar: hebben jullie weleens ruzie in jullie familie en hoe ga je daarmee om? Maar conflicten praten we uit. We gaan ervoor zitten met elkaar want je moet het wel allebei willen oplossen. Dat is de kunst: even de emoties parkeren en met elkaar uitzoeken waar het in de kern overgaat. Ja ik weet het… dat klinkt als een open deur. Zo simpel is het in de praktijk niet altijd. Maar toch: blijven praten met elkaar helpt echt. Bovendien: je familie krijg je cadeau en
je komt elkaar altijd weer tegen. Zorg dus dat je elkaar altijd weer in de ogen kunt kijken.’
Kerstbomen rausen
En familie kreeg Bert volop cadeau: hij is het derde kind in een gezin van zeven. Hij groeide op in een Haagse volksbuurt. ‘Dat Haagse zit er echt bij me in’, lacht hij. ‘Zo is het jaarlijkse kerstbomen rausen me met de paplepel ingegeven, haha! Maar ik denk dat ik door mijn Haagse roots ook gemakkelijk contact leg met allerlei verschillende werelden – dat komt me bij Het Familiediner ook goed van pas. Bovendien waren mijn ouders beslist geen “curling-ouders”: mijn broers en zussen en ik werden al jong behoorlijk
vrijgelaten, we moesten veel dingen zelf uitzoeken. Zo zijn we snel zelfstandig geworden. Het geloof speelde een heel grote rol in het leven van mijn ouders; ze waren actief lid van een Pinkstergemeente. Wat hen kenmerkte en wat mede uit het geloof voortkwam, is dat ze altijd voor anderen klaar stonden. Zo kwam het regelmatig voor dat er iemand in nood bij ons thuis werd opgevangen. Dat ging altijd heel harmonieus hoor. Maar toch vond ik dat als kind niet altijd leuk. Met terugwerkende kracht waardeer ik dat heel erg van mijn ouders – ze leven inmiddels beiden niet meer. Want die naastenliefde van hen is iets hartstikke moois natuurlijk!’
‘In de veertig jaar dat ik in dit vak zit, heb ik vaak mijn grenzen aangegeven zodat ik bij mijn gezin kon zijn’
Nummer één
Toch heeft Bert het zelf anders gedaan toen hij met zijn vrouw Carla een gezin stichtte. ‘Misschien wel bewust. Want hoe mooi naastenliefde ook is, ik heb altijd mijn gezin op nummer één gezet. Niet mijn werk of andere zaken, maar mijn gezin. Zeker in het werk dat ik doe, kun je je gemakkelijk over de kop werken. Zo word ik bijvoorbeeld geregeld gevraagd om in het weekend een klus te doen, maar dan kan ik goed “nee” zeggen. In die veertig jaar dat ik in dit vak zit, heb ik vaak mijn grenzen aangegeven zodat ik bij mijn gezin kon zijn. Dat zie ik nu ook weer terug bij mijn vier kinderen; zij zijn ook heel erg op hun gezin gericht.’ Ook het geloof ervaart Bert anders dan zijn ouders. ‘Mijn ouders hadden een bijna jaloersmakende zekerheid als het om het geloof ging. Die heb ik beslist niet. In de kern is het geloof voor mij heel belangrijk, maar het is geen “zeker weten” zoals dat bij mijn ouders. Het is meer een soort van “hoop” die ik heb. Daar houd ik me aan vast.’
Gezellige boel
Behalve vier kinderen, hebben Bert en zijn vrouw inmiddels ook vijf kleinkinderen. ‘En de zesde is op komst’, zegt hij trots. ‘We kunnen niet wachten. Want ik ben absoluut een ontzettende familieman. Mijn kinderen wonen inmiddels weer allemaal in een straal van vijftien kilometer bij ons vandaan. En ik ben heel blij dat ik ze te pas en te onpas zie. Van maandag tot en met zondag zeg maar, haha! Afgelopen weekend bijvoorbeeld: de twee kinderen van mijn oudste dochter kwamen logeren omdat mijn dochter en haar man een neven- en nichtenborrel hadden. Dat zegt trouwens ook wel wat hè, dat zij ook zo’n goede band hebben met hun neven
Het Familiediner
In het EO-programma Het Familiediner probeert presentator Bert van Leeuwen families na een ruzie weer tot elkaar te brengen. Hij laat beide partijen afzonderlijk hun kant van het verhaal doen en gaat vervolgens op zoek naar wat er nu eigenlijk is misgegaan en hoe het weer goed zou kunnen komen. Met een limousine worden de kandidaten opgehaald voor een diner waarbij ze hun familie weer zullen ontmoeten: stappen ze in of niet? Ook een conflict met een familielid op te lossen? Aanmelden kan via www.hetfamiliediner.nl
en nichten, ook familiemensen dus –maar dat terzijde. Op zondagochtend belde mijn oudste zoon: of ze konden komen ontbijten. En zo was het ineens een gezellige maar drukke boel. Ik geniet daar intens van. En mijn vrouw minstens zoveel!’
Gepuzzel
Echte familietradities kent de familie Van Leeuwen niet. Bert: ‘Nou ja, of je moet echt de tijd nemen voor elkaar een traditie willen noemen. Want dat doen we zeker wel. Zo zijn we dit voorjaar met zijn allen een week naar Frankrijk geweest. Vooraf brainstormen we uitgebreid wat we gaan doen. En het is altijd een heel gepuzzel met de agenda’s wanneer iedereen kan. Maar uiteindelijk was het weer een fantastische week! Dat zijn de dingen waar je eind aan het jaar blij op terugkijkt. En ook kerst vieren we trouwens traditioneel met elkaar. We proberen altijd een moment te prikken tijdens de feestdagen om met elkaar door te brengen. En dan is mijn vrouw ook nog eens op 27 december jarig – derde kerstdag. Op die dag zijn we sowieso allemaal samen. Heerlijk! Voor
mij is het belangrijk dat ik op mijn sterfbed niet hoef te zeggen: “Had ik maar meer tijd doorgebracht met mijn gezin.” Dat doe ik gelukkig voldoende.’
Wie is Bert?
Bert van Leeuwen (21 maart 1960) is televisiepresentator van diverse EOprogramma’s. Hij begon in 1984 als omroeper bij de EO en presenteerde diverse programma’s als Ik weet het beter en That’s the question. Hij verwierf grote bekendheid met Het Familiediner dat sinds 2001 op de buis is en wekelijks ruim een miljoen kijkers heeft. In 2020 deed hij mee aan het RTL 4-programma Het perfecte plaatje. Naast presentator is Bert ook mediator en dagvoorzitter.
Jeugdsentiment: Het dorp, Wim Sonneveld
‘Mijn oma woonde in het Gelderse plaatsje Gameren. Om haar huis liep een grindpad. Regelmatig loop ik het liedje te galmen.’
It’s all in the family
Allemaal even creatief, hetzelfde kuiltje in de kin of een warm kloppend zorghart. Familieleden lijken vaak veel op elkaar. En of ze nu 8 jaar oud zijn of 100: de appel valt vaak niet zover van de boom. Vijf families aan het woord.
TEKST: PAULINE MULDER FOTOGRAFIE: STUDIO OOSTRUMOp 20 juni werd Miep Matveld, bewoonster van woonzorgcentrum Steenvoorde in Rijswijk, 100 jaar! En dat vierde ze met bijna alle kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. De familie is dol op “oude oma”. Niet in de laatste plaats omdat ze eigenlijk altijd goed gemutst is.
Miep (100): ‘Mensen vragen me weleens hoe ik dat gedaan heb, 100 jaar worden. Dan zeg ik: “Gewoon blijven ademhalen.” Ik ben nog altijd heel actief hoor! Zo ben ik bijvoorbeeld altijd blijven gymmen. Kijk: ik kan mijn benen nog heel hoog krijgen. Ik heb vier zoons gekregen en vroeger thuis was het altijd feest. Toen de jongens het huis uit waren ben ik de moedermavo gaan doen. Ik heb gewerkt als coupeuselerares en was altijd erg handig en creatief. En ik brei nu nog steeds. Ook voor de kleinkinderen en mijn achterkleinkinderen. Maar die komen vooral ook langs voor de koekjes.’
Zoon Jos (74): ‘Ik ben de oudste van vier zoons. Helaas is onze jongste broer Rob overleden. Dat was natuurlijk heel naar: je verliest iemand die erbij hoorde. Ook voor mijn moeder was dat heel verdrietig. Maar ze is over het algemeen goed gemutst. Ook toen ze van de zomer 100 jaar werd. Stiekem was ze best wel trots dat de burgermeester haar kwam feliciteren. We hebben het ook met bijna de hele familie gevierd – alleen een neef van ons was er niet bij omdat die met zijn gezin in de Verenigde Staten woont. Zelf bezoek ik mijn moeder elke week. En hoop dat nog lang te kunnen doen. Ze is een onderdeel van m’n leven, en altijd bij me geweest.’ Schoondochter Trix (64): ‘Ook als schoondochter heb ik een heel goede band met haar. Ze is heel lief. Vroeger bakte ze altijd voor alle kinderen en kleinkinderen pannenkoeken en koekjes. En ik maakte samen met haar kleding. Want ik ben behoorlijk creatief – net als mijn schoonmoeder en eigenlijk de hele familie Matveld.’
Kleindochter Fleur (37): ‘Dat creatieve zit echt in onze familie. Ik heb zelf ook een opleiding in de mode gedaan en ben in mijn vrije tijd eigenlijk altijd bezig met mijn handen. Mijn zus Simone is ook zo. Alleen mijn broer Joe is meer het fysieke type – net als Tycho, mijn zoon. Die twee lijken veel op elkaar. Ik vind dat we een heel leuke familie hebben. Iedereen is goed terechtgekomen. Ik zeg vaak gekscherend: we zijn goed gelukt!’
Achterkleinzoon Tycho (8): ‘We hebben de leukste familie! Ik speel veel met mijn neefjes en nichtjes en ben graag bij mijn opa en oma. En ook “oude oma” zie ik best vaak. Ze is hartstikke lief, want ze geeft meestal lekkere koekjes…’
Jeugdsentiment: Let it be, The Beatles
‘We hadden vroeger thuis altijd de radio aan en dan kwamen The Beatles vaak voorbij.’
‘We hebben gewoon de leukste familie!’
Minke Nauta-Beukema (46) leerde haar man Sjoerd (49) kennen in het studentenhuis waar ze woonden. Hij studeerde rechten, zij geneeskunde. Inmiddels werken ze beiden bij Florence, net als hun oudste dochter Hanna (21).
‘Sinds zeven jaar werk ik als specialist ouderengeneeskunde in de verpleeghuis Mariahoeve en woonzorgcentrum De Mantel. Mijn man Sjoerd begon al in 2000 als uitzendkracht bij Florence, in verpleeghuis Duinstede. We ontmoetten elkaar in het studentenhuis in Leiden waar we beiden woonden. Ik studeerde geneeskunde en had een bijbaantje in de zorg. Sjoerd studeerde rechten, maar hij had ook nog flink wat wilde haren. Omdat hij heel handig is en praktisch is ingesteld, vroeg ik hem of een baantje in de zorg ook niet iets voor hem was. Zo is hij erin gerold. En hij is nooit meer weggegaan bij Florence. Hij is nu verpleegkundige bij Spoedzorg Haaglanden. Een regionaal team dat acute zorg en overbruggingszorg biedt. Florence is een van de samenwerkingspartners. Sjoerd vindt het heerlijk om dagelijks aan het bed te staan bij patiënten. Volgens hem houdt een verpleegkundige zich met de mens bezig en een dokter zich met de ziekte. Maar dat ben ik niet met hem eens. Ik vind juist het sociale aspect van mijn werk als arts ook heel fijn: je kunt echt het verschil maken. Maar ik vind het ook heel mooi om een soort puzzel te kraken – om erachter te komen wat het juiste behandelplan is. Het is voor Sjoerd en mij een vanzelfsprekendheid om je leven aan te passen aan dat wat er nodig is voor patiënten en bewoners. Het maakt uit wat we doen. Ik zou niks anders willen doen. Natuurlijk was het thuis weleens een gepuzzel. Want behalve Hanna hebben we nog een dochter en een zoon. Toen ze klein waren, waren Sjoerd en ik afwisselend thuis. Nu ze ouder worden, wordt het gemakkelijker. Hanna studeert nu psychologie en woont op kamers. Maar daarnaast werkt ze ook al zo’n vier jaar als huiskamerassistent bij Duinstede. Daar kwam ze al toen ze 2 was: ik liep toen coschappen en Sjoerd werkte al bij Duinstede. Door onderbezetting moest hij weleens invallen. Als hij geen oppas had, ging Hanna met hem mee. Dan zat ze boven op de pillenkar en ging ze van schoot tot schoot. Daar kwam alles al samen.’
Jeugdsentiment:
‘Onderweg naar ons vakantieadres in Frankrijk, draaiden we dit nummer minstens zes keer.’‘We kunnen in ons werk echt het verschil maken. Ik zou niks anders willen doen’
Het regent zonnestralen, Acda en De Munnik
Deze zomer verhuisde de 97-jarige Goverdine van der Eem naar woonzorgcentrum Vredenburch in Rijswijk. Ze kwam bij toeval op dezelfde afdeling te wonen als haar 90-jarige broer Gijsbert Pruissen. En ondanks dat de twee graag op zichzelf zijn, is dat wel zo gezellig.
Gijsbert: ‘Ruim een halfjaar geleden overleed mijn vrouw. We waren 62 jaar getrouwd. Op advies van mijn zoon ben ik toen naar Vredenburch verhuisd. Ik heb het hier prima naar mijn zin alhoewel ik niet heel veel contact heb met de andere bewoners. Ook mijn zus Goverdine zoek ik niet heel veel op. We zien elkaar wel elke dag met het eten en dan praten we wat. Onze band is altijd gewoon goed geweest. Ook vroeger thuis; er was eigenlijk nooit herrie. We komen uit een arbeidersgezin met zeven kinderen en hadden het niet erg breed thuis. Zeker niet in de oorlogstijd. Mijn vader was stoker aan de gasfabriek. Elke dag maakte mijn moeder een broodtrommeltje voor hem klaar. Als het leeg was, vulde hij het trommeltje stiekem met kolen. Tja zo ging dat in die tijd… Hierdoor was het bij ons in huis nooit koud en konden wij altijd koken. Ook andere mensen kwamen geregeld hun pannetje eten bij ons opwarmen. Wij kinderen pikten daar dan wat uit want we lustten altijd wel iets extra’s. Ik weet nog dat we alleen op woensdag en zondag vlees kregen. Gelukkig is dat hier in Vredenburch nu wel anders.’
Goverdine: ‘Ondanks dat we vroeger thuis niet veel geld hadden, gingen de feestdagen nooit zomaar voorbij. Mijn moeder zorgde altijd voor cadeautjes voor ons allemaal. Nu geef ik niet meer om de feestdagen: het is altijd hetzelfde en het gaat alleen maar om geld uitgeven. Bovendien ben ik ook graag op mezelf. Ik heb geen kinderen en mijn man is al een tijd geleden overleden. Ik kijk veel televisie: sport vind ik het leukst, vooral voetbal. Vroeger zwom ik heel veel. Ik weet nog dat ik diplomazwemmen had en het zwembad vol zat met ouders en andere familieleden. Maar mijn ouders waren er niet. Ik zal het nooit vergeten… Ik haalde mijn zwemdiploma, maar mijn ouders hebben er nooit naar geïnformeerd. Dat interesseerde ze gewoon niet. Ze hebben ons ook niet echt gestimuleerd om door te leren. Terwijl ik goed kon leren en het leuk vond. Toen het kon, ben ik centjes gaan verdienen. Tot aan mijn pensioen heb ik als typiste gewerkt bij het ministerie van Justitie.’
‘De feestdagen werden vroeger thuis altijd gevierd’
Naast haar studie hbo Verpleegkunde, werkt Selina Onvlee (20) bij verpleeghuis Duinstede in Wassenaar. Net als haar moeder Carolien Alblas (47) én haar oma Tineke Alblas (69). De drie staan niet alleen bekend om hun zorgzaamheid, maar ook om hun gezelligheid.
‘Als ik aan het werk ben hoor ik vaak: “Hé, je oma werkt vandaag ook!” of “Gisteren sprak ik je moeder nog.” En dan vertellen de bewoners mij hele verhalen over wat mijn moeder of oma gezegd of gedaan heeft. Soms weten ze al dingen over mij die ik ze niet zelf verteld had. Want als iemand één ding over je weet, dan weet iedereen het in Duinstede, haha! Mijn oma werkt al 46 jaar in de zorg. Inmiddels werkt ze 23 jaar bij Florence als helpende. Eigenlijk had ze al lang met pensioen gekund, maar ze weet niet van ophouden. Mijn moeder werkte eerst als assistent-accountant. Maar op haar 43e besloot ze zich om te scholen. Ze heeft eerst drie jaar als voedingsassistent gewerkt. Sinds mei 2021 is ze leerling in de zorg: ze is nu veel gelukkiger! De zorg is echt haar roeping, net als van mij en mijn oma. Vroeger wist ik niet wat ik wilde worden. Tot mijn oma ze: “Is de zorg ook niks voor jou?” Toen ben ik eerst mbo Verpleegkunde gaan doen en kreeg ik een bijbaantje in de ouderenzorg. Dat vond ik zó leuk. Daarom doe ik nu hbo. Vooral de gesprekken die ik voer met de bewoners zijn bijzonder. Elke dag is anders. Ik benader bewoners altijd heel positief. En ik ben eigenlijk altijd vrolijk: zo kennen de mensen mij ook. Als ik een keer niet zo vrolijk ben, dan spreken bewoners me erop aan. Ook de mensen met dementie. Want die zijn natuurlijk niet gek! Ook mijn moeder en oma zijn eigenlijk altijd vrolijk. En we zijn alle drie behoorlijk direct en positief. We proberen altijd voor anderen klaar te staan. Dat maakt ons ook echt ons. Vanwege mijn studie zit ik nu op kamers in Nijmegen dus ik zie mijn moeder en oma wat minder vaak. Maar de band is heel sterk: ze betekenen heel veel voor me.’
Jeugdsentiment: La vie est belle, Diggy Dex ‘Dit nummer herinnert me eraan om altijd positief te blijven. Ook al zit het soms tegen: er komen altijd momenten die het leven weer mooi maken.’
‘Dat we altijd voor iedereen klaar staan, maakt ons ons’
Net als haar broer Bram (20) werkt Julie van ’t Hoff (19) met veel plezier in woonzorgcentrum Vredenburch Rijswijk. Moeder Carla (53) doet vrijwilligerswerk. Naastenliefde is voor de familie Van ’t Hoff heel vanzelfsprekend.
‘Mijn broer Bram doet mbo Verpleegkunde en combineert werken en leren. De zorg is hem op het lijf geschreven. Toen hij nog maar een jaar of 14 was, belandde onze opa op een crisisafdeling. Wij zagen toen hoe goed hij – toen al – met patiënten om kan gaan. Hij is zo lief voor mensen: dit werk past hem echt. Zelf vind ik de zorg ook heel leuk, maar ik denk niet dat ik fysieke zorg wil bieden. Daarom studeer ik nu Pedagogische Wetenschappen aan de Erasmus Universiteit. In de toekomst wil ik graag met kinderen werken, bijvoorbeeld iets in de jeugdcriminaliteit. In ieder geval vind ik het mooi als er nog iets op te lossen is aan het begin van een leven. Naast mijn studie ben ik flexwerker bij Vredenburch. Ik help bij het uitdelen van de maaltijden, zit achter de receptie en help op de huiskamers. Van alles wat en heel erg leuk én leerzaam. Ik zie veel dingen gebeuren en daarom ben ik de zorg nóg meer gaan waarderen. Bij ons thuis zit zorgen voor elkaar er helemaal in. Naastenliefde is ons met de paplepel ingegeven. Niet alleen in ons gezin, maar eigenlijk in de hele familie. Mijn ouders staan altijd voor anderen klaar. Niet zo gek misschien, want mijn vader is dominee. Mijn moeder is naast haar werk als juf in het basisonderwijs ook nog vrijwilliger voor een bewoonster van Vredenburch. Heel mooi natuurlijk dat ze daar tijd voor maakt. Eigenlijk is het nog niet voorgekomen dat Bram, mijn moeder en ik elkaar tegelijk tegen zijn gekomen in Vredenburch. Bram en ik werken weleens tegelijkertijd. Dan zegt hij tegen cliënten: “Wist u dat dit mijn zusje is?” “Nee joh, dat meen je niet!”, zeggen ze dan in volle verbazing. Soms verwarren ze me ook met zijn vriendin – want die werkt ook in Vredenburch!’
Jeugdsentiment: Fix you, Coldplay
‘Mijn vader heeft ons de liefde voor muziek meegegeven – en zeker ook voor dit nummer van Coldplay. Elk jaar kijken we samen hoe hoog het staat in de Top 2000.’
‘Naastenliefde is ons met de paplepel ingegeven’
‘VAN
WIE BEN JIJ ER EEN?’
DE KRACHT VAN FAMILIEDYNAMIEK
Kun je maar moeilijk nee zeggen? Voel je je vaak minder dan anderen? Hang je de clown uit in gezelschappen? Grote kans dat dit veroorzaakt wordt door de dynamiek in je familiesysteem. De omgeving waarin je bent opgegroeid is bepalend voor wie je bent en vaak ook voor eventuele klachten die je op latere leeftijd ontwikkelt, vertelt contextueel therapeut Gerrie Reijersen van Buuren. ‘Niemand is een op zichzelf staand persoon. We horen allemaal ergens bij.’
TEKST: PAULINE MULDER‘I
n relaties tussen mensen gaat het eigenlijk altijd om de balans tussen geven en ontvangen. Als die balans goed is en er is respect en belangstelling voor elkaar, dan geeft die relatie energie. Maar als mensen het idee krijgen dat ze meer geven dan ontvangen, gaat dat schuren.’ Aan het woord is Gerrie Reijersen van Buuren, docent intergenerationele familiedynamiek en contextueel therapeut. In haar werk gaat ze ervan uit dat de manier waarop we ons als volwassenen opstellen in relaties, zijn oorsprong vindt in onze jeugd. ‘Want veel van onze onbewuste overtuigingen en de manier van reageren die we als volwassenen
hebben, vinden hun oorsprong in het intergenerationele familiesysteem waarin we zijn opgegroeid. Dus als mensen problemen met relaties in andere systemen ervaren –bijvoorbeeld met collega’s, een groep mensen die samen op een afdeling van een verpleeghuis woont of een vriendenkring – zijn die vaak te herleiden naar de dynamiek in hun familie die van generatie op generatie is doorgegeven.’
Afhankelijk
Ieder mens is onderdeel van een familie en elke familie heeft zijn eigen dynamiek, stelt Reijersen van Buuren. ‘Of je nu wilt of niet, we hebben als mens nu eenmaal anderen nodig. In de basis om onze soort in stand te houden en te beschermen tegen buitenstaanders. Wij mensen
zijn afhankelijk van anderen die voor ons zorgen en die ons beschermen. Zo is eeuwen terug ook het huwelijk ontstaan: door te trouwen werden vrouwen meer beschermd. Zo konden ze overleven.’
Elk mens leeft in systemen, vervolgt Reijersen van Buuren. ‘We zijn ervan afhankelijk. Als alle systemen goed functioneren lijkt het misschien dat je er minder afhankelijk van bent. Dat is vaak het geval in rijke landen zoals dat van ons. Maar als er iets misgaat in het leven, dan merken mensen dat ze anderen nodig hebben. Heel vaak richten ze zich dan toch op hun familie. Dat komt door loyaliteit binnen een familie. Dit noemen we existentiële loyaliteit – een begrip uit de koker van de Hongaars-Amerikaanse psychiater Ivan Boszormenyi-Nagy, de grondlegger van contextuele therapie.’
Een systeem is veel oppervlakkiger dan de intergenerationele familiedynamiek: die gaat generaties terug. Een systeem is en functioneert in het hier en nu.
Wie is Gerrie Reijersen van Buuren?
Gerrie Reijersen van Buuren (1954) is docent intergenerationele familiedynamiek en contextueel leertherapeut. Deze therapievorm gaan ervan uit dat de dynamiek van je familie grotendeels bepalend is voor wie je bent en dus ook voor eventuele klachten die je ontwikkelt. Naast haar werk als docent en leertherapeut is Reijersen van Buuren als expert betrokken bij Psychologie Magazine. U kunt haar via de website van Psychologie Magazine om advies vragen op het gebied van familie en relaties. Meer lezen over dit onderwerp? www.gerriereijersenvanbuuren.nl
Bij existentiële loyaliteit gaat het om de onverbreekbare band tussen ouders en kind. Onverbreekbaar omdat de ouders het kind het leven gegeven hebben. Deze vorm van loyaliteit is door geboorte ontstaan. Hoewel het kind niet gekozen heeft voor het leven, is hij het leven wel verschuldigd aan zijn ouders. Aan de andere kant zijn de ouders hun verantwoordelijkheid verschuldigd aan het kind. En hoewel het contact verbroken kan worden, blijft de existentiële band. ‘En daarmee ook de loyaliteit’, legt Reijersen van Buuren uit.
Behoedend en gunnend Maar die loyaliteit kan de ontwikkeling van mensen in de weg staan. ‘Want ook al gunnen ouders hun kinderen het beste en willen ze hen voor het slechtste behoeden – ze doen ook maar hun best – dat kan ook beperkend zijn voor het kind’, vertelt Reijersen van Buuren. ‘Omgekeerd willen kinderen hun ouders géven – het ze naar de zin maken. Daardoor kan het moeilijk zijn om eigen keuzes te maken – want die maakten onze ouders altijd voor ons. Daar kunnen we op latere leeftijd last van krijgen. Een voorbeeld? Misschien was er thuis veel ruzie en reageerde je daar als kind op door altijd het zonnetje in huis te zijn. Dan is de kans groot dat je dit in je volwassen relaties blijft doen. Je hebt geleerd om andere karaktereigenschappen achter dat het gedrag dat past bij het “zonnetje in huis” te verbergen, maar daardoor krijg
je vroeg of laat het gevoel dat je niet echt wordt gezien.’
Je ware zelf
En uiteindelijk raakt de balans scheef als we niet ons ware zelf zijn, aldus Reijersen van Buuren. ‘Dan kunnen we vastlopen in het leven, werk of relaties. Daarom vind ik dat iedereen de plicht heeft naar zichzelf toe – en naar eventuele volgende generaties – om zichzelf tot zijn recht te laten komen. Dat je stil staat bij vragen als: Wat past bij mij en waardoor kom ik het beste uit de verf? Door je ware zelf te durven en mogen zijn, ontsla je ook je ouders van hun plicht en neem je zelf de verantwoordelijkheid. Maar veel mensen denderen maar door en verdringen veel. Totdat vroeg of laat dat gevoel van onbehagen tot uiting komt en relaties of juist zijzelf stuklopen.’
Van wie ben jij er een?
Je hebt je familie ook nodig om erachter te komen hoe jij en jouw gewoonten feitelijk in elkaar zitten, aldus Reijersen van Buuren. ‘Daarom zoeken veel kinderen van een anonieme donor zich vaak suf naar hun ouders. Veel van die kinderen krijgen de behoefte om zich te plaatsen in een groter geheel. Zo hopen ze bepaalde eigenschappen van zichzelf te kunnen herleiden naar die kant van hun stamboom. Dat kan om allerlei zaken gaan: welke beroepen waren er eigenlijk in de familie? Welke ziekten?’
Maar ook mensen die hun biologische ouders kennen, gaan vaak op zoek naar feiten. Daarom maken ook zoveel mensen een stamboom. Mensen willen weten waar ze vandaan komen. Vroeger werd in dorpen ook vaak aan mensen gevraagd: “Van wie ben jij er een?” Want niemand is enkel een op zichzelf staand persoon. We horen allemaal ergens bij.’
Principes
Om de familiegeschiedenis te kunnen duiden, zijn verhalen ook zo belangrijk, legt Reijersen van Buuren uit. ‘Verhalen uit de familie geven ons een eigen identiteit. Daar wordt onze geschiedenis – waar jij een onderdeel van bent –groter en groter door. En er is in de geschiedenis altijd wel een link die je goed doet. Natuurlijk: het is niet leuk om erachter te komen dat je opa een NSB’er was. Maar het is wel goed als je dan bijvoorbeeld weet dat hij zijn principes tijdelijk verwaarloosde om zijn gezin eten te kunnen geven. Wij mensen doen de dingen met een reden: zeker voor onze familie.’
Jeugdsentiment:
Psalm 133:3 Waar liefde woont gebiedt de Heer zijn zegen
‘Het is niet direct een lievelingsliedje van mij, maar dit was het motto van mijn moeder. Inhoudelijk is het bepalend voor de aandacht die ik in het leven aan liefde geef.’
is belangrijk dat een ander af en toe bij je stilstaat’
‘Het
Bewoners van Steenvoorde die worstelen met een vraag of die een verhaal willen delen kunnen terecht bij Esther de Groot. Ze is een van de twee geestelijk verzorgers die werkzaam zijn in het Rijswijkse woonzorgcentrum. Ze organiseren herdenkingsbijeenkomsten, voeren gesprekken over het leven, gaan familiebijeenkomsten voor en soms zitten ze gewoon even naast iemand.
TEKST: PAULINE MULDER FOTOGRAFIE: STUDIO OOSTRUM‘Goedemiddag meneer Hartman! Mogen we even binnenkomen?’ Esther de Groot duwt de deur een stukje open. De 85-jarige Aad Hartman komt half overeind uit zijn sta-op-stoel. Als hij ziet wie het is zegt hij: ‘Je verliest wat.’ Esther kijkt achterom. ‘Je voetstappen!’, lacht hij. ‘Trapte ik er toch weer in’, zegt Esther. ‘U bent een moppentapper…!’
Dagelijks voert de 33-jarige geestelijk verzorger, Esther de Groot, gesprekken met de bewoners van Steenvoorde. In die gesprekken is familie – of soms het gebrek eraan – eigenlijk altijd de rode draad, vertelt ze. ‘De familie waar mensen uitkomen en het verlies van dierbaren hebben een enorme impact op mensen. Kijk maar naar meneer Hartman. Hij gedraagt zich als een moppentapper. Maar hij heeft ook veel verdriet. Zijn zoon is op jonge leeftijd om het leven gekomen bij een kano-ongeluk. Dat raakt hem nog altijd.’
Tanja Groen
Als we op de kamer van meneer Hartman zitten, vraagt Esther naar zijn kinderen. ‘U kreeg al jong drie kinderen, toch?’ Meneer Hartmans gezicht betrekt: ‘Twee dochters en een zoon. Maar mijn zoon is op z’n 22e verongelukt. Hij heeft drie weken in het water gelegen voordat ze hem vonden. Het lichaam van Tanja Groen is nog steeds niet gevonden. Dat is verschrikkelijk voor die ouders. Wij hebben onze zoon niet meer mogen zien – het lichaam was er al te slecht aan toe – maar we hebben hem gelukkig nog wel kunnen begraven.’ Het blijft stil in de kamer. Esther laat het gebeuren.
Een beetje van onszelf
De stilte in de kamer van meneer Hartman wordt doorbroken: een verzorgende komt thee serveren. Het meisje zegt: ‘Ik leg de thee hier neer, goed?’ ‘Nou dat heb ik liever niet hoor’, zegt meneer Hartman. ‘Ik heb liever dat je het neerzét!’ Het meisje maakt zich blozend uit de voeten.
Esther neemt weer het woord: ‘Weet u wat ik u nog wilde zeggen, meneer Hartman. Dat ik het laatst zo fijn vond dat u mij troostte toen ik zo verdrietig was…’ Ze legt ons uit: ‘Onlangs was ik in tranen omdat ik ging scheiden van mijn man. Meneer Hartman zag dat ik verdrietig was en hij werd daar ook verdrietig om. Hij was er toen voor mij.’ ‘Dat vind ik normaal’, bromt meneer
Hartman. Esther: ‘Ik vind het heel fijn. Want we kunnen alleen gesprekken hebben met elkaar als we allebei een beetje van onszelf laten zien…’
Met z’n achten Deze openheid typeert Esther. Ze vertelt: ‘In mijn jeugd leerde ik al vroeg dat praten over gevoel helend is. Bij ons thuis mochten alle emoties er zijn. Ik was 4 toen wij als gezin een ernstig auto-ongeluk kregen waarbij mijn vader om het leven kwam. Mijn moeder en broer waren er erg slecht aan toe maar zijn gelukkig wel hersteld. Een paar jaar later hertrouwde mijn moeder met een man die zijn vrouw had verloren aan kanker. Hij had ook twee kinderen en hij zei altijd: “We gaan met z’n zessen verder, maar met z’n achten door…”
Die gebeurtenissen zijn de aanzet geweest van het werk dat ik nu doe. Hier zie ik veel mensen die niet gewend zijn om te praten. Als ik écht contact wil maken met hen, moeten zij ook Esther leren kennen. Dus ik vind het belangrijk dat ik mijn kwetsbaarheid toon. Dat schept een band. Ik ben hier namelijk niet om iemand te behandelen. Ik kom zonder doel.’
Aanwezigheid
Het belangrijkste van het werk als geestelijk verzorger zit volgens Esther
dan ook niet in iets oplossen, maar puur in de presentie – de aanwezigheid. ‘Kijk, mensen worstelen sowieso wel met levensvragen. De essentie van het werk van een geestelijk verzorger is dat we er voor mensen zijn zodat ze niet alleen door die worsteling hoeven. Zo was er onlangs een bewoonster stervend. Ik werd erbij geroepen want ze had aangegeven dat ze zo bang was. Ik ben bij haar gaan zitten en vroeg: “Ben je bang?” Ze kon niet meer praten, maar de tranen rolden over haar wangen. Ik ben heel dankbaar dat deze mevrouw op dat moment niet alleen door die emotie hoefde. Dat ik gewoon bij haar kon zijn.’
Familieviering
Na het bezoek aan meneer Hartman nemen we een kijkje bij een kerkviering die in de theaterzaal plaatsvindt. Bij deze viering zijn alle bewoners welkom, maar mag familie ook altijd aansluiten. Vandaag gaat collega Marianne van Haastrecht de bijeenkomst voor. ‘Dit is een oecumenische bijeenkomst –voor iedereen die christelijk is’, legt Esther uit. ‘Mijn collega Marianne put veel uit de bijbel en gebruikt rituelen die horen bij het katholicisme. Je ziet dat er vooral veel bewoners aanwezig zijn. Slechts een enkeling is aanwezig met een familielid. Dat is bij de
‘We kunnen alleen gesprekken hebben met elkaar als we allebei een beetje van onszelf laten zien…’
kerkvieringen op de afdelingen voor mensen met dementie wel anders. We noemen de bijeenkomsten daar belevingsvieringen vanwege het meer intuïtieve karakter ervan. Daar is altijd veel meer familie bij aanwezig. En in de weekenden organiseren kerken uit de buurt de kerkvieringen hier. We vragen familie expliciet om op die dagen mee te komen met de bewoners van de psychogeriatrische afdelingen om hen te begeleiden.’
De Ander
Zelf is Esther een niet institutioneel gezonden geestelijk verzorger. Ze legt uit: ‘Vrijgevestigd noemen ze dat; ik werk dus niet vanuit een bepaalde geloofsgemeenschap. Dat betekent niet dat ik persoonlijk niks geloof. Ik geloof dat het leven mij gegeven is door een Ander – ja, met een hoofdletter. Het is aan mij om de ander – met een kleine letter a – een stukje te dragen in het leven. Want het is voor iedereen zo belangrijk dat een ander af en toe bij je stil staat. Dat geeft mij persoonlijk heel veel voldoening.’
Dankbaarheidsdoosjes
Wat Esther ook voldoening geeft, is als ze merkt dat bewoners nadenken over het contact met haar. ‘Bijvoorbeeld als er een bewoner langsloopt en zegt: “Ik heb nog eens nagedacht over wat je laatst zei…” Of als ik op een kamer kom en daar nog een dankbaarheidsdoosje zie staan. Die doosjes heb ik samen met bewoners gemaakt. Ik ben in gesprek gegaan over het leven en wat het met ze doet dat ze hun zelfredzaamheid uit handen moeten geven. Maar ik heb ze ook gevraagd wat ze dankbaar maakt. Ik heb ze gevraagd dat op een briefje te schrijven en dat briefje in een doosje te doen. Iemand zei: “Ik heb zelf nooit kinderen gekregen, maar ben wel ontzettend dankbaar voor de twee kinderen die ik geadopteerd heb. Daar ben ik zo trots op!” Door dat op te schrijven en letterlijk in een doosje te doen, word je veel bewuster van het gevoel.’
Verhalen delen
Wanneer mensen stervend zijn, staat Esther er ook. ‘In mijn rooster zijn wekelijks drie uur flexibele uren gereserveerd. Die kan ik bijvoorbeeld gebruiken als er iemand op sterven ligt. Vaak breng ik de familie een waakmand, gevuld met onder meer een fleecedekentje, een pittenzak en een flesje met verzorgende olie. Die mand ga ik bij de familie langsbrengen. Soms blijf ik om te praten: want veel familieleden hebben juist op zo’n moment behoefte om verhalen over de stervende te delen. Ik zit naast ze als dat gewenst is en geef aan dat ze me altijd kunnen bellen.’
Gedenkboom
Twee keer per jaar organiseren Esther en haar collega een herdenkingsdienst waarin de bewoners die het afgelopen halfjaar overleden zijn, worden herdacht. ‘Tijdens de dienst schrijven we de naam van alle overleden personen op stenen en die namen lezen we voor. Samen met de familie die aanwezig is, leggen we na afloop de stenen onder de gedenkboom die hier in de tuin staat. Ik vind dat een waardevol ritueel. Herdenken markeert ook een stuk in de rouw. Ik vind het fijn om al die stenen met namen nog eens door mijn handen te laten gaan. Voor mezelf is dat ook een afsluiting van een fase. Voor mij hoort de dood bij het leven. Ik praat er gemakkelijk over – ook met mijn drie kinderen van 2 en 5. Als ik thuiskom van het werk, vragen ze weleens: “En, is er nog iemand doodgegaan?” Dit zorgt er mede voor dat het werk voor mij nooit zwaar wordt. Ik heb het mooiste werk dat er bestaat!’
Als ik naar huis ga, schuifelt meneer Hartman in de gang voorbij. ‘Waar ga je naartoe?’, vraagt hij. ‘Naar huis’, zeg ik. ‘Waarom?’, vraagt hij. ‘Eh, omdat ik daar woon.’ ‘Nee’, zegt hij. ‘Omdat het huis niet naar jou toe komt. Fijne avond!’
Fijne avond meneer Hartman!
Geestelijke verzorging
Op alle locaties van Florence werken geestelijk verzorgers. Behalve individuele gesprekken, bieden ze bewoners onder meer begeleiding bij een ingrijpende gebeurtenis, stervensbegeleiding en rouwverwerking. Ook organiseren ze gespreksgroepen, kerkdiensten en familiebijeenkomsten. Ook familieleden en medewerkers van Florence kunnen bij de geestelijk verzorgers terecht voor ondersteuning en een luisterend oor.
Jeugdsentiment:
Avond, Boudewijn de Groot ‘Mijn moeder draaide dat grijs in de jaren nadat mijn vader overleden was. Ondanks het verdriet, heb ik er warme herinneringen aan.’
Familie -
tradities
Sommige gebruiken of momenten zijn zo ingesleten dat ze met recht tradities genoemd mogen worden. En of je deze tradities nou met je biologische familie in stand houdt of met dierbaren die je zelf gekozen hebt, ze geven je een gevoel van verbondenheid. ‘Waar het om gaat, is dat we er op zulke momenten echt voor elkaar zijn.’
‘De band tussen mijn oma en haar zoons was heel hecht. Daarom dronken mijn vader en zijn drie broers élke zaterdagochtend om half elf koffie bij haar thuis. Een traditie die al in gang was gezet door mijn oma en haar moeder – mijn overgrootmoeder. Zij deden dit ook al elke week. Toen mijn overgrootmoeder overleed – ze werd 101 – hielden mijn vader en zijn broers de traditie in stand en bezochten elke zaterdag mijn oma. Ze praatten over hun week en deelden de laatste nieuwtjes uit het dorp. Mijn oma maakte altijd zelf een pan soep en zorgde voor iets lekkers bij de koffie: ze had kasten vol koekjes en snoep. Ik weet nog dat ze een heel grote snoeptrommel had waar wij – de kleinkinderen – een eierdopje met snoepjes uit mochten scheppen. Iets te grote snoepjes wilde je liever niet, want dan was het eierdopje te snel vol. De kunst was om de snoepjes flink aan te stampen, zodat er zoveel mogelijk in het dopje kon. Het was altijd een flink kabaal met tien volwassenen en elf kleinkinderen. Maar oma kon daar enorm van genieten en aanschouwde het gezelschap vanaf het randje van de wandkast waar ze op leunde. Helaas kreeg mijn oma dementie en verhuisde ze naar een verpleeghuis. Ook toen bezochten mijn vader en zijn broers haar elke zaterdagmorgen. In 2015 is ze overleden. Heel erg verdrietig, want ze was ontzettend lief en zorgzaam. Toch houden mijn vader en zijn broers de familietraditie in stand. Nog steeds drinken ze elke zaterdagochtend een kopje koffie samen; dan bij de één en dan bij de ander thuis. Regelmatig sluit ik aan omdat het zo gezellig is. Ik hoop dat als ik ooit zelf een gezin heb, ik de traditie bij mijn ouders thuis kan voortzetten.’
Jeugdsentiment: Tarzan & Jane, Toy-Box
‘Dit liedje stond op de cd FanTastic van Toy-Box uit 1999. Deze cd ging overal mee naartoe! Tarzan & Jane was echt m’n lievelingsliedje en stond altijd op repeat. Ik heb er heel wat op gedanst.’
‘Elke zaterdagochtend drinken we samen koffie’
Anneke (78) en Hans Vink (83)
Bewoners woonzorgcentrum Adegeest in Voorschoten
Hans: ‘Elke middag tegen vier uur drinken Anneke en ik een glaasje witte wijn in de recreatiezaal, met daarbij een schaaltje borrelhapjes. Bij voorkeur nestelen we ons dan in twee grote rode fauteuils voor de haard. We proosten altijd even: dan klinken we met de glazen tegen elkaar. Dat geluid van de glazen vindt Anneke zo mooi. We zijn geen grote drinkers, maar wel regelmatige drinkers. Eigenlijk is dat altijd zo geweest. We genoten enorm van borrelen en eten met vrienden en familie. Zeker ook met onze twee zoons. Fantastische knullen zijn dat! En het fijne is dat ze elkaars beste vrienden zijn. En hun vrouwen – onze schoondochters – zijn ook heel goede vriendinnen. Feest- en verjaardagen vieren we graag met het hele gezin: we hebben inmiddels ook zes kleinkinderen. Daarnaast vieren we Pasen met de hele familie van Anneke – asperges zijn dan vaste prik. De kleinkinderen moeten dan eerst eieren zoeken: wie het grote en moeilijk verstopte Gouden Ei vindt, is de grote winnaar van de dag. Op die speciale dagen drinken we graag een speciale wijn: een Bourgogne of een mooie Bordeaux. Maar echte wijnkenners zijn we niet hoor, vooral liefhebbers. Hier in Adegeest drinken we alleen alcoholvrije witte wijn. Als gezin bezochten we regelmatig onze favoriete restaurants: Strandpaviljoen Sport in Wassenaar – daar eten Anneke en haar drie zussen traditiegetrouw op hun verjaardagen – of restaurant Waterfront in de Vlietlanden. Daar lag ons bootje en gingen we vroeger met de jongens waterskiën.
In 2019 is Anneke gevallen waardoor ze uiteindelijk hier in Adegeest belandde. Ze heeft hier eerst een paar maanden alleen gewoond maar inmiddels ben ik ook hier naartoe verhuisd. We zijn samen altijd erg happy geweest, inmiddels 54 jaar. En nu we hier wonen, zijn we misschien nog wel meer happy dan we al waren.’
mooi klinken’
Jeugdsentiment: Hans: I will always love you, Whitney Houston Anneke: Tell him, Barbara Streisand & Celine Dion
‘Proost! Anneke vindt dat geluid van de glazen zo
‘Als ik met de bewoners om tafel zit, voelt dat als één grote familie’
Jeugdsentiment:
‘Vroeger zongen wij dit als gezin heel regelmatig in de auto. Bovendien is Maria voor mij een voorbeeld van een sterke vrouw: moeder, vrouw en echtgenote. Ze heeft alle facetten van het leven meegemaakt.’
‘Tot mijn 67e was ik docente Huishoudkunde en Gezondheidskunde. En daarvoor was ik jarenlang officier Voedingsadviseur bij de Koninklijke Landmacht. Maar net als mijn drie kinderen die alle drie in de zorg werken, heb ik een echt zorghart. Iets doen voor een ander vind ik heel belangrijk – je bent nou eenmaal niet alleen op deze wereld. Mede daarom werk ik elke donderdagochtend als vrijwilliger in woonzorgcentrum Adegeest in Voorschoten. Samen met bewoners van een afdeling kook of bak ik: soep, hartige taart, cake of koekjes… Ik bereid de gerechten in de keuken en daarna eet de groep het lekker op. We gebruiken altijd verse ingrediënten uit de volkstuin van mijn man en mij. Ik neem groenten, fruit of kruiden mee die op dat moment geoogst kunnen worden en laat de mensen ruiken, voelen, proeven én schoonmaken. Dat roept heel veel herinneringen op en daar praten we samen over. Veel mensen blijken bijvoorbeeld zelf een volkstuin te hebben gehad. Of de geur van een product doet ze aan vroeger denken. Toen ik hiermee begon, startten we met twee deelnemers. Eén van die twee dames zei dat ze stramme handen had en écht geen groenten kon schoonmaken. Maar nu hakt, schilt en snijdt ze moeiteloos. Inmiddels bestaat onze groep uit zo’n dertien personen. Ze kijken allemaal echt uit naar de donderdagmorgen als “de bakmevrouw” komt – ik dus. Als we bij elkaar om de tafel zitten, voelt dat als één grote familie. Iedereen heeft zijn leven geleefd en de één kan daar wat beter mee omgaan dan de ander. Maar waar het om gaat, is dat we er voor elkaar zijn. De warmte van deze mensen is zo mooi. Ik hoop dat als ik straks oud en hulpbehoevend word, dat er ook mensen zijn die iets voor mij doen.’
Pauline Backbier (70) Vrijwilliger woonzorgcentrum Adegeest in Voorschoten Ave Maria van Schubert, uitgevoerd door Andre Rieu en MirusiaRiet (68) en Wim Mooiman (68)
Vrijwilligers woonzorgcentrum Steenvoorde in RijswijkRiet: ‘In 2011 belandde onze toenmalige buurman in Steenvoorde. Omdat hij geen familie had, werd ik zijn vaste mantelzorger. Zo leerde ik de locatie kennen. Ik ging op dinsdagavond koffieschenken en algauw deed ik dat ook op zaterdagochtend. Iets later vergezelde Wim me op dinsdag: dat is nu al járen onze vaste avond samen. Ik ben ook nog lid geweest van de cliëntenraad, maar toen de oud-buurman overleed ben ik daarmee gestopt. Ik ben ook mantelzorger geweest van verschillende andere bewoners van Steenvoorde. Dat waren gewoon zulke lieverds. Daar deed ik van alles voor! Inmiddels zijn ze overleden: het maakt me nog verdrietig... Na de dood van de laatste mevrouw die ik hielp, heb ik gezegd: “Nu even niet meer.” Het werd te heftig voor me. Want je gaat om die mensen geven. Wim en ik hebben geen kinderen en misschien is dat wel de reden waarom we dit vrijwilligerswerk zo graag doen: je moet toch ergens met je liefde heen?! En weet je hoe veel liefde je hier krijgt?!’
Wim: ‘Ondanks dat ik mijn carrière begonnen ben als timmerman, ben ik een echt mensen-mens. Ik heb jaren gewerkt als bewaarder in een penitentiaire inrichting. Daarnaast deed ik altijd al vrijwilligerswerk: zo was ik onder meer leider van een voetbalteam en samen met Riet zwommen we wekelijks met gehandicapten. Ik doe nu drie dagdelen per week vrijwilligerswerk op Steenvoorde: op dinsdagavond samen met Riet. Zij staat achter de bar en ik loop rond. Af en toe doe ik ook nog wat klusjes of ga ik mee met uitstapjes. En ik maak elke week het koffieapparaat schoon. Ik weet precies hoe iedereen z’n koffiedrinkt. Dan zeg ik: “Alstublieft, met twee zoetjes en een rietje.” Dat wordt volgens mij wel gewaardeerd. Ik maak makkelijk contact met de bewoners. Er wonen hier mensen met alle soorten karakters: ja ook chagrijnen. Maar ik behandel iedereen op dezelfde manier. Ik zeg altijd: “Als ik dat niet meer doe, dan stop ik ermee.” Maar voorlopig blijven we nog, hoor! We wijken echt niet af van onze dagen hier. Nooit.’
‘Weet je hoe veel liefde je hier krijgt?’
Jeugdsentiment: Graceland, Paul Simon
‘Dit is echt ons liedje. Het is van de eerste cd die we samen kochten.’
vleesgerecht vaartuig
Europees land pakken insecteneter errore excepto dwingeland kroot brede sjaal herfstbloem zitcombinatie test
veldvrucht koraaleiland
delfstof karakter akelig nummer
tuinhuis vis onzes inziens gloed
heilige vent regelmaat hulpwagentje hevig projectieplaatje
veeleer laatstleden 4
paard hectare jaartelling nu 11
5 6 7 8
woonschip gewicht een zekere grond met ijzer riv. in Spanje
2 3
roeiriem roofvogel pl in Duitsland bijwoord spil uitroep v. afkeer spinsel golfterm vis 1
12 13 14 9 10
grote golf Italiaans gerecht
nieuwerwets voorzetsel categorie destijds paling werpspel eikenschors loofboom heden op de wijze van wreed heerser 1234567891011121314
telwoord verlies
samen We doen het
Het Alzheimer Café is een ontmoetingsplek voor familie en mantelzorgers van mensen met dementie. Elke derde woensdag van de maand is het Alzheimer Café Voorschoten geopend van 19.00 tot 21.00 uur. Op deze foto deelt docent verpleegkunde Karin Schokker haar kennis met de aanwezigen. Zij is ook initiatiefnemer van De Mobiele Verwarring: een caravan die belangstellenden laat ervaren hoe het is om dementie te hebben.
Jan: ‘De sfeer tijdens het Alzheimer Café is altijd gemoedelijk. We wisselen ervaringen en kennis uit. Deze keer is Karin onze vraagbaak: ik interview haar en natuurlijk kan het publiek ook vragen stellen. Naderhand drinken we samen een glaasje en praten we gezellig na.’
Alzheimer Café Voorschoten, Odense Huiskamer, Voorschoten Sprekers – links: vrijwilliger Jan Oosterling, rechts: docent verpleegkunde Karin Schokker Publiek – mensen met dementie, familie, mantelzorgers en expertsWij zijn Florence. Wij zijn ouderenzorg. En we zoeken jou.
Bij Florence zijn we een team. In goede en in slechte tijden. Wij zijn de eigenzinnigheid van Tyrone, de leergierigheid van Julia en het inlevingsvermogen van Jeanet. Wij zijn de scherpe blik van Soumia, de gulle lach van Nellie en het zorghart van Mulu. Heb jij een hart voor de ouderenzorg, zoek je een fijne werksfeer en collega’s waar je op kunt bouwen? Dan verwelkomen we jou graag op wijzijnouderenzorg.nl
Gezondheid en Zorg