UITGAVE VAN FLORENCE GEZONDHEID & ZORG • VOORJAAR 2022
GOED VOOR LICHAAM EN GEEST! DAGELIJKS EEN HALFUURTJE BEWEGEN, VERMINDERT HET RISICO OP ZIEKTEN
OLGA COMMANDEUR:
‘Ik wil mensen laten voelen wat beweging met je lijf doet’
Rust roest IN HET WATER, OP DE BAAN OF OP DE MAT: BEWEEG!
en verder...
PUZZEL
MEE EN WIN LEUKE PRIJZEN!
BLIJF BEZIG David van Bodegom: ‘We moeten meer scharrelen’ Kampioenen OOIT WAREN DEZE KANJERS DE ALLERBESTE ZELFSTANDIG FIT Betere conditie, meer energie
FOTOGRAFIE: STUDIO OOSTRUM
Blijf
in beweging
Harrie: ‘Elke week bel ik naar de afdeling waar Koos woont om te vragen of hij zin heeft om te fietsen. En als ik dan kom, zit hij al klaar. We fietsen een leuk rondje langs voor hem bekende plekken. De beweging, buitenlucht, mooie omgeving, onze gesprekken: hij geniet er enorm van.’
Rijswijk, in de omgeving van woonzorgcentrum Vredenburch Links: Koos van den Hoek (87) Rechts: Harrie van der Meer (73), vrijwilliger
Inhoud 6
WELKOM
Interessante weetjes, belangrijke feiten en korte berichten
8
INTERVIEW
Olga Commandeur: ‘Bewegen zorgt voor houvast, zekerheid en zelfvertrouwen’
12
18
ACHTERGROND
Verouderingswetenschapper David van Bodegom over het belang van ‘de hele dag een beetje bezig zijn’
20
REPORTAGE
29
PUZZEL MEE!
Maak kans op leuke prijzen
30
ZORG VOOR ELKAAR Vrijwilliger Eric Hazelzet speelt wekelijks koersbal met een groepje dames
‘Als ik een week niet geweest ben, heb ik direct veel minder energie’
24
KAMPIOENEN!
Deze vier toppers blijven gek op sport
Colofon
Florence & Co. is een uitgave van Florence Gezondheid en Zorg. www.florence.nl Redactie: Esther van der Sluis en Babet Keijzer, Florence Concept en realisatie: Pauline Mulder en Susanne Mullenders, mooi mag. www.mooimag.com Vormgeving: Oscar Kuin, Studio Ozz Vragen over deze uitgave? Stuur een mail naar traffic@florence.nl
RUST ROEST
Eén ding staat buiten kijf: álle vormen van bewegen zijn goed voor ons
© 2022 Niets uit deze uitgave mag geheel of gedeeltelijk worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. De uitgever sluit iedere aansprakelijkheid voor schade als gevolg van druk- en zetfouten uit.
voorwoord
‘Wist u bijvoorbeeld dat onze hersenen beter werken als we bewegen?’
andelen, hardlopen, fietsen, skiën, tennis; ik ben gek op sport! En als ik tijd had, zou ik nog veel sportiever zijn. Want bewegen is voor mij van levensbelang. Niet alleen voor mij natuurlijk: heel veel mensen – jong en oud – houden ervan om lekker te bewegen. Niet voor niets staat deze derde editie van Florence & Co. volledig in het teken van bewegen. Want we weten allemaal: bewegen is goed voor ons. De gezondheidsvoordelen van regelmatig een halfuurtje bewegen zijn ontzettend groot. Fysiek, maar zeker ook mentaal. Wist u bijvoorbeeld dat onze hersenen beter werken als we bewegen? Bovendien beleven velen van ons vooral veel plezier aan een uurtje bewegen. Zo vertellen verschillende collega’s, vrijwilligers en cliënten in deze editie over hun liefde voor zwemmen, dansen of Braziliaanse jiu jitsu. Zelf knap ik enorm op van een uurtje op de fiets door de duinen racen. Heerlijk! Tijdens het fietsen krijg ik de meest creatieve ideeën. Inspanning en ontspanning gaan op zo’n moment hand in hand.
Misschien denkt u nu wel: maar ik hou helemaal niet van sport... Of: ik ben oud en stram… Dan zou ik willen zeggen: beweeg op uw eigen niveau. Dat hoeft helemaal niet per se in de sportschool, op de tennisbaan of de judomat. Nee, de beste vorm van beweging is ‘een beetje bezig zijn’. Daarover vertelt verouderingswetenschapper David van Bodegom in deze editie (kijk op pagina 18 en 19). Hij stelt namelijk dat juist matig-intensief bewegen ons gezond houdt. Niet voor niets stimuleren we bij Florence mensen om actief te blijven. We organiseren tal van leuke activiteiten; van biljarten tot yoga en van koersbal tot aerobics. Maar nog belangrijker: we motiveren onze cliënten om te blijven doen wat ze kunnen. Dus als ze nog zelf een glaasje drinken kunnen inschenken, dan moeten ze dat zo lang mogelijk blijven doen. Juist die kleine spierbewegingen zijn belangrijk om te blijven herhalen. Die houden namelijk de spieren intact. Heel belangrijk! Zelf blijf ik zo veel mogelijk sporten. Omdat ik het lekker vind en ik hoop op die manier zo lang mogelijk fit te blijven. En wie weet kan ik dan net als mevrouw Willems of Brilmans op mijn 88e ook nog iedere week baantjes trekken in het zwembad. Heerlijk!
ELLEN MAAT raad van bestuur, Florence
5
Aanbevolen!
Om te kunnen profiteren van de gunstige effecten van beweging moeten volwassenen minimaal 150 minuten per week matig intensief (bijvoorbeeld wandelen of fietsen) of zwaar intensief (bijvoorbeeld voetballen of hardlopen) bewegen, verspreid over verschillende dagen. Bovendien moeten ze minimaal twee keer per week spier- en botversterkende activiteiten doen – voor ouderen horen daar ook balansoefeningen bij. Zo’n 44 procent van de volwassenen voldoet aan deze richtlijnen. Zij verlagen hiermee het risico op chronische ziekten zoals diabetes, hart- en vaatziekten, depressieve symptomen en botbreuken. Bron: Beweegrichtlijnen, Gezondheidsraad
Goed
voor lichaam en geest
Beweeg minimaal 150 minuten per week!
Eigenlijk weten we het allemaal wel: regelmatig bewegen is goed voor ons. Door te bewegen stimuleren we onze bloedsomloop. En dat zorgt ervoor dat we afvalstoffen sneller afvoeren en ons immuunsysteem versterken. Wie enkele maanden achter elkaar dagelijks een halfuur beweegt, loopt al minder risico op hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk en diabetes. Bovendien: regelmatige beweging verhoogt de botmassa, en dat verkleint de kans op botontkalking. Maar beweging heeft niet alleen positieve effecten op het lichaam: ook onze geest vaart er wel bij. Beweging ontspant en vermindert stress. En het houdt ons mentaal in vorm: wanneer we bewegen, krijgt het brein extra bloed en zuurstof. En dat heeft weer een gunstige invloed op ons geheugen. Kortom: kom in beweging! Dat hoeft niet ingewikkeld te zijn. Sta bijvoorbeeld wat vroeger op voor een wandeling, fiets lekker naar de bakker voor verse broodjes, of haal na een drukke dag uw yogamatje tevoorschijn voor een YouTube-lesje in uw woonkamer.
Scharrelen is gezond ‘Leven is als fietsen: om je evenwicht te houden, moet je in beweging blijven’ Albert Einstein (1879-1955), Duits-Amerikaanse natuurkundige
‘Om gezond oud te worden hoeven we geen marathons te rennen maar moeten we natuurlijk bewegen, zoals mensen al tienduizenden jaren bewegen: de hele dag door scharrelen, een klein beetje in beweging zijn, en af en toe iets doen waar je moe van wordt. Dat kan in de sportschool, maar ook in de moestuin.’ Dat schrijft verouderingsarts David van Bodegom in zijn boek Het geheim van de schildpad, Wat dieren ons leren over lang leven. Meer weten over zijn visie op beweging? Blader dan naar pagina 18.
7
Annemieke Hoonhout
Extra motivatie Fit blijven zonder sportschoolabonnement? Dat kan prima, zeker met een steuntje in de rug van deze apps en websites! > Walk At Home: het thuiswandelprogramma van Leslie Sansone. In Amerika is deze fitnessinstructrice een grootheid. U kunt meedoen aan haar wandelworkouts via de app Walk At Home, maar nog makkelijker is het om Leslies YouTubekanaal te bekijken. Scan de QR-code en meld u direct aan! Meedoen kan iedereen: de sessies zijn laagdrempelig, niet moeilijk (slechts vier passen vormen de basis) en door Leslies enthousiasme worden ze nooit saai. > 7 Minute Workout: een app waarmee u met hulp van animaties en gesproken aanwijzingen korte workouts kunt doen. Bij de (soms best pittige) oefeningen gebruikt u alleen uw eigen lichaam. Als u in de App Store of Google Play Store zoekt op ‘7 minute workout’ krijgt u verschillende resultaten die u kunt installeren op uw telefoon of tablet. > Optima Vita: op YouTube staan leuke workouts van diëtiste en sportprofessional Marloes Korver. Van krachttraining tot conditietraining, voor zowel beginners als gevorderden. Scan de QR-code en doe lekker mee vanuit uw woonkamer!
Een dagelijkse wandeling van 30 minuten kan symptomen van depressie met 36 procent verminderen
IS VRIJWILLIG DUOFIETSER Als het weer het toelaat, maakt Annemieke Hoonhout (64) op de donderdagmiddag fietstochten met bewoners van woonzorgcentrum Steenvoorde. Wat doet u precies als vrijwilliger? ‘Elke donderdagmiddag neem ik twee à drie bewoners mee voor een tocht op de duofiets. Met ieder van hen trek ik er dan ongeveer een uur op uit. Meestal overlegt de coördinator Informele Zorg al voor mijn komst wie er meefietsen. Als ik dan bij Steenvoorde aankom, neem ik de mensen mee naar de fiets. Ik help ze instappen, en dan gaan we: heerlijk door het bos!’ Waarom bent u het gaan doen? ‘Ik had al een band met Steenvoorde. Mijn ouders hebben er gewoond. Sinds zij er zijn gaan wonen, ben ik lid van de cliëntenraad; inmiddels ben ik daar ook voorzitter van. Maar mijn ouders zijn er niet meer, dus namens wie spreek je dan in die raad? Ik wil graag contact houden met de bewoners. En dat heb ik tijdens de fietstochten: ik spreek de mensen en krijg zo toch de sfeer mee.’ Wat is er zo fijn aan de fietstochten? ‘Alles eigenlijk. Zelf ben ik sportief en op zo’n middag verbrand ik aardig wat calorietjes – dat is al meegenomen. Het mooie van de duofiets is dat die zo afgesteld kan worden dat mijn bijrijders op hun eigen manier kunnen meefietsen. Ze bepalen zelf hoe hard ze trappen en of ze de hele route meetrappen of gewoon af en toe een stukje. Ze vinden het allemaal lekker om te bewegen. De inspanning geeft ze een goed gevoel over hun eigen kunnen.’ Hoe reageren bewoners? ‘De mensen genieten zichtbaar. Van de wind in hun haren, van de buitenlucht, de beweging, de mooie omgeving. Grappig is dat vooral ook mannen deze activiteit leuk vinden: lekker doelgericht bewegen. Je zit naast elkaar, hoeft elkaar niet aan te kijken en dan komen de verhalen, hoor! Onderweg krijgen we veel reacties: mensen lachen naar ons of steken een duim op. Ook daar worden mijn bijrijders blij van. En ikzelf ook natuurlijk.’
interview
8
Olga Commandeur:
‘Ik wil mensen laten voelen wat beweging met hun lijf doet’
9
In 1984 deed ze als atlete mee aan de Olympische Spelen in Los Angeles. Tegenwoordig kennen de meeste mensen Olga Commandeur als boegbeeld van het dagelijkse televisieprogramma Nederland in Beweging!. Daarin stimuleert ze jong én oud om zelf in beweging te komen. Belangrijk vindt ze: ‘Want bewegen zorgt voor houvast, zekerheid en zelfvertrouwen.’ TEKST: PAULINE MULDER FOTOGRAFIE: PRIVÉCOLLECTIE OLGA COMMANDEUR EN SOENAR CHAMID (ATLETIEKFOTO)
Of we dit interview misschien een uurtje vroeger kunnen houden, want dan kan ze meedoen aan een groepslesje in de sportschool… Elke dag doet de 63-jarige Olga Commandeur wel iets aan sport of beweging. Niet zo heel gek, want de oud-atlete is al 23 jaar hét gezicht van Nederland in Beweging!, een programma waarin lichaamsbeweging voor volwassenen centraal staat. Samen met Duco Bauwens begeleidt Olga de oefeningen, zodat de kijkers thuis kunnen meedoen. ‘Binnenkort starten de opnames weer’, vertelt ze in haar sportoutfit. ‘En dan nemen we 42 afleveringen op in zes dagen. Dus dan
moet ik fit zijn. Ik merk dat ik minder makkelijk in shape kom nu ik wat ouder word. Daarom is het nóg belangrijker dan vroeger dat ik het bijhoud. Ik ben lid geworden van een sportschool hier in de buurt. Dadelijk volg ik lekker zelf een lesje: samen met andere 60-plussers doe ik dan een circuittraining. Heel erg goed voor mijn hele lijf. En ik vind het heerlijk om zelf bij de hand genomen te worden!’
Buitenspelen Sport is de rode draad in het leven van Olga. Op haar 13e ging ze op atletiek in Velsen, waar ze opgroeide. ‘Dat ik lid werd, was op aanraden van mijn gymdocent’, vertelt ze. ‘Die zag mij rennen en vliegen tijdens zijn lessen. Ik sprong overal overheen en won alle hardloopwedstrijden – ook van de jongens. Hij vroeg me: “Jij zit vast op atletiek?!” “Atletiek, wat is dat?”, >
interview
10
‘De Olympische Spelen waren geweldig! Al die sporters bij elkaar: heel erg mooi’ antwoordde ik. Ik had er nog nooit van gehoord. Ik deed eigenlijk niet echt aan een sport. Samen met mijn vriendjes en vriendinnetjes uit de buurt speelde ik wél altijd buiten. Maar atletiek kende ik nog niet. Het leek me wel wat, dus ik werd lid van de atletiekvereniging. Het ging direct heel erg goed: ik won de ene na de andere wedstrijd en al snel kwam ik in de nationale jeugdploeg van zowel het speerwerpen als het hardlopen.’
Wereldjeugdrecord Vooral het hardlopen ging Olga in die jaren goed af. Zo vestigde ze op haar 17e een wereldjeugdrecord op de 800 meter en werd ze datzelfde jaar Europees jeugdkampioen op die afstand. ‘Ik was heel onbevangen’, vertelt ze. ‘Als ik aan de start stond, wist ik: dit ga ik winnen. Dus het was best wel logisch dat ik in 1976 naar de Olympische Spelen in Montreal zou gaan. Maar toen raakte ik geblesseerd: ik ging schaatsen op botte kunstschaatsen en viel hard – met een gescheurde achterste kruisband in mijn knie tot gevolg. Ik moest hard trainen om terug te komen op mijn oude niveau zodat ik toch naar de Olympische Spelen kon. Ik kreeg trainingsschema’s en een stopwatch. Het werd ineens allemaal veel serieuzer. Dat was ik niet gewend en dat kon ik mentaal ook niet
aan. Bovendien veranderde in die jaren mijn lijf. Ik werd langer, wat voller en zwaarder en dat zorgde ook mentaal voor een omslag. In die fase ben ik dat hele speelse kwijtgeraakt dat ik die jaren ervoor wel had.’
Zuurstofschuld Er kwam zelfs een moment dat Olga helemaal wilde stoppen met atletiek. ‘Ik vond het helemaal niet leuk meer. Die 800 meter is namelijk een nummer waarin je loopt met zuurstofschuld – zo noemen ze de verzuring in je benen. Als je wint voel je dat niet zo, maar als je niet wint… dan is dat echt heel pittig. Je voelt je benen nog amper. En het lukte me niet meer om te winnen.’ Om de liefde voor de sport weer terug te krijgen, pakte Olga de meerkamp weer op. ‘Maar ondertussen zat ik ook op de Academie voor Lichamelijke Opvoeding zodat ik ook mijn maatschappelijke carrière kon opbouwen. Ik moest wel, want in die jaren waren sporters zoals ik nog puur amateur: ik verdiende er he-le-maal niets mee! Je kreeg geen startgelden en je laten sponsoren mocht toen ook nog niet. Maar goed, ik had mijn vizier wel gericht op de Olympische Spelen van 1980 in Moskou. Dus ik had een tussenjaar genomen van school, zodat ik me dat jaar volledig op de sport kon richten. En toen scheurde ik mijn
enkelbanden. Dus ook die Spelen gingen aan mij voorbij…’
Los Angeles In 1983 rondde Olga de ALO af én kwalificeerde ze zich voor de Olympische Spelen van 1984 in Los Angeles. ‘En dat was geweldig natuurlijk!’, zegt ze stralend. ‘Het is een sportevenement dat met geen enkel ander evenement te vergelijken is. Al die sporters uit al die landen bij elkaar: dat was heel erg mooi! Bovendien had ik in de jaren ervoor een nieuw nummer ontdekt: de 400 meter horden. Dat ging me heel goed af. In Los Angeles haalde ik de halve finale. Ook al ging het ook toen heel amateuristisch hoor… Ik had niet eens een eigen trainer mee. Maar goed, ik ben nog altijd heel erg trots op mijn prestatie daar!’
Spin-off Kort na de Spelen kreeg Olga opnieuw een blessure aan haar knie en ze besloot te stoppen met topsport. ‘Maar het heeft nog wel een enorme spin-off voor me gehad hoor’, vertelt ze. ‘Ik heb dertien jaar gewerkt als docent lichamelijke opvoeding, en ik werd gevraagd als presentatrice voor het radioprogramma NOS Sportief. Daar heb ik van 1984 tot 1991 ochtendgymnastiek verzorgd. Op basis
11
daarvan ben ik geselecteerd om vanaf 2000 Nederland in Beweging! te gaan doen. En daarmee strooi ik nog steeds elke dag mijn visitekaartje het land in. Zo verzorg ik nu bijvoorbeeld ook allerlei workshops en evenementen op het gebied van bewegen. Ik zie mezelf als schakel tussen de theorie van “we moeten meer gaan bewegen met z’n allen” en “nu komen we echt in beweging”.’
Actieve houding Olga laat deelnemers van haar workshops en kijkers van het televisieprogramma Nederland in Beweging! bij voorkeur dan ook zélf voelen wat beweging met hun lijf doet. ‘Dat vind ik heel erg leuk! Vooral omdat ik zelf doorleefd heb wat sport met je doet. Sporten geeft houvast, zekerheid, zelfvertrouwen én een goed gevoel in je lijf. Door je bewust te zijn van je lijf, kun je ook weer nieuwe energie opwekken. Als ik bijvoorbeeld wandel en ik merk dat ik moe word, dan denk ik: let op je actieve houding! Als ik die aanneem voel ik gelijk weer energie om door te gaan. Bovendien: door te blijven bewegen, onderhoud je ook je vaardigheden. Laatst was ik in de sportschool en toen stond ik voor een verhoging van 50 centimeter. Het was de bedoeling om daar met twee voeten tegelijk op te springen. Ik dacht: dat lukt me niet. Maar de trainer gaf me uitleg: dan moet je met je benen veren, afzetten en dan zo – hup! – met twee voeten boven op het kistje springen. En toen lukte het! Dat gaf me een heel goed gevoel. Door dat soort uitdagingen te blijven opzoeken, voel je je weer even heel trots op jezelf.’
Grotere leefwereld Ontmoetingen met andere mensen: dat vindt Olga een ander belangrijk facet van sport. ‘Sport verenigt! Als ik straks een lesje in de sportschool heb gevolgd, drinken we na afloop samen een kopje koffie. Dat is heel gezellig want die ontmoeting en het na-kletsen vind ik ook belangrijk. Maar ook sporten met een competitie-element zorgen ervoor dat je andere mensen ontmoet. Dat was vroeger zo bij atletiek, maar dat merk ik tegenwoordig ook als ik tennis of golf speel. Een paar jaar geleden kreeg ik een nieuwe knie en in de fase na de operatie merkte ik dat mijn leefwereld echt een stuk kleiner werd. Toen ben ik keihard gaan werken om weer macht over mijn lichaam te krijgen. Het was heel fijn toen dat lukte; het maakte me trots dat ik de dingen weer kon. Nu doe ik weer aan golf en tennis en daarmee is mijn leefwereld ook weer enorm vergroot.’
Borstkanker Dat gezondheid zeker niet vanzelfsprekend is, ondervond Olga vorig jaar toen ze borstkanker bleek te hebben. ‘Dat was enorm schrikken. Maar ik heb zo’n ontzettende mazzel gehad: ik was er heel snel bij en daardoor was de kanker bij mij nog in een voorfase. Ik ben inmiddels twee keer geopereerd en binnenkort moet ik een derde keer onder het mes. Het heeft natuurlijk wel een enorme impact op mijn leven. Toevallig was ik al 17 jaar ambassadeur van A Sister’s Hope, een organisatie die zich inzet in de strijd tegen borstkanker. Maar ik ben onder meer ook ambassadeur van de Parkinson Vereniging, want zeker
ook bij die ziekte is het ongelofelijk belangrijk om te blijven bewegen. En ik ben ambassadeur van Florence Wenst. Want het is ontzettend belangrijk dat juist ook ouderen in beweging komen én elkaar weer ontmoeten.’ En dan is het tijd voor Olga om naar haar groepsles te gaan. ‘Ja, lekker. Daar heb ik zin in! In het begin vroegen de mensen me: “Heb jij dat nodig dan?” “Maar natuurlijk!”, antwoordde ik dan. Want fitheid komt ook mij zeker niet aanwaaien. En dat geldt voor iedereen: blijf daarom in beweging, Nederland!’
Wie is Olga? Olga Commandeur (30 oktober 1958) is een oud-atlete. In 1984 deed ze mee op de 400 meter horden op de Olympische Spelen in Los Angeles. Sinds 2000 is zij vooral bekend als presentatrice van het dagelijkse tv-programma Nederland in Beweging!. Ze is ambassadeur van Florence Wenst, een stichting die zich inzet voor het welzijn van bewoners, cliënten en buurtbewoners van de woonzorgcentra van Florence.
portretten
12
Roest
Rust
Beheerst, fanatiek, rustig, snel, ontspannen of juist heel ingespannen: bewegen kan op allerlei manieren. Maar één ding staat buiten kijf: álle vormen van bewegen zijn goed voor ons! En dat weten Brenda, Annelies en Wim, Ton, Dolly en Job maar al te goed: ‘Ik heb het echt nodig.’ TEKST: PAULINE MULDER FOTOGRAFIE: STUDIO OOSTRUM
13
Brenda Nijland (40) Verpleegkundig specialist
‘Sinds vier jaar doe ik aan Braziliaanse jiu jitsu; een soort mengeling van judo en worstelen. Waar het bij judo vooral om de worpen gaat, wordt er bij deze sport op de grond verder gevochten. Met een soort wurggrepen zorg je dat je een dominante positie krijgt, en zo probeer je te winnen. Ik vind het erg leuk! Bovendien ben ik heel dankbaar dat ik iets heb gevonden wat mij totaal uit mijn comfortzone haalt. Er komt veel techniek bij kijken en daardoor moet ik goed nadenken bij alles wat ik doe. Ik kan tijdens het sporten echt alles even helemaal vergeten en loslaten. Dat is belangrijk voor me, zeker met het werk dat ik doe. Wat ik ook zo leuk vind, is dat Braziliaanse jiu jitsu een heel onvoorspelbare sport is. Je weet nooit wat er gaat komen. Ik heb een tijd aan yoga gedaan en daarbij wist ik precies: dadelijk doen we deze beweging, en dan komt die beweging. Met Braziliaanse jiu jitsu is dat niet zo. Ik ben ermee in aanraking gekomen via mijn vriend. Hij doet het al een aantal jaren en toen hij de zwarte band uitgereikt kreeg, was ik bij de ceremonie. Ik dacht: dit vind ik erg leuk! Ook onze dochter van 6 en zoon van 4 doen het nu. Heel gezellig, want elke zondag gaan we met het hele gezin naar de Braziliaanse jiu jitsu-school in Delft. Mijn vriend is super trots! Zeker toen ik onlangs de blauwe band haalde. Ik merk dat ik door deze sport meer zelfvertrouwen heb gekregen omdat ik weet dat ik mezelf nu kan verdedigen. Ook fysiek ben ik sterker geworden: ik lig toch vooral met mannen op de mat.’
‘Ik lig toch vooral met mannen op de mat’
Wim (71) & Annelies (67) Heidinga Vrijwilligers verpleeghuis Duinstede
Annelies: ‘Bij mooi weer gaan wij elke dinsdagmiddag wandelen met bewoners van Duinstede die dementerend zijn. We maken dan een praatje pot en proberen de mensen uit de eenzaamheid te trekken. Als het weer wat minder is dan drinken we binnen een kopje koffie, maar het liefst doen we iets actiefs. Als de weergoden ons gunstig gestemd zijn, maken Wim en ik elke dag wel een ommetje van zo’n vijf kilometer. Eigenlijk zijn we langeafstandswandelaars. Eens in de maand lopen we nog een tocht van zo’n vijftien kilometer. Ja, dan voel je na afloop de spiertjes wel even, hoor. Maar ik ben het gewend: ik heb elf keer de Nijmeegse Vierdaagse gelopen. Daar ben ik mee gestopt omdat ik na vier dagen lopen erge last van mijn voeten kreeg. Wim houdt niet van die mensenmassa’s, dus hij heeft nooit meegelopen. Hij gaat liever de natuur in; lekker rustig en niks om je heen. Wandelen biedt ons vrijheid en we kunnen onze gedachten de vrije loop laten gaan. Het zorgt voor de ultieme ontspanning. En het houdt ons fit. Toen we nog werkten, waren we allebei ook al heel sportief. Wim liep hard en ging naar de sportschool. Ik was begeleidster van een wandelgroep. We fietsen ook veel: we zetten onze fietsen achter op de auto en dan rijden we ergens heen waar we een mooie tocht maken. Nee, we zitten niet graag stil. Want naast ons vrijwilligerswerk bij Duinstede doen we samen ook nog vrijwilligerswerk voor tal van andere verenigingen en stichtingen. Bovendien is Wim nu in opleiding om operator te worden in een filmhuis hier in Wassenaar. Ik verzorg dan de kaartjes, want we zijn net Jut en Jul: we doen alles samen.’
‘Wandelen zorgt voor de ultieme ontspanning’
15
Ton van Ravenswaay (83) Cliënt Florence Thuiszorg
‘Ik doe alles op de fiets. Alles! Als het kan, fiets ik elke dag zo’n tien of vijftien kilometer. Op een gewone fiets met versnellingen – niet op een elektrische fiets. Die gaat veel te snel. Elke zaterdag ga ik op de fiets naar de markt en ik doe alle boodschappen op de fiets. De auto heb ik de deur uit gedaan, en die mis ik niet. Vroeger maakte ik lange fietstochten: vanuit mijn woonplaats Rijswijk naar Voorschoten, over de Vlietlanden naar boerderij ’t Geertje in Zoeterwoude… Ik deed altijd op mijn gemak en haastte me nooit om terug te komen. Tegenwoordig ga ik iets minder ver. Ik ben toch iets voorzichtiger geworden vanwege mijn leeftijd. Toen mijn vrouw nog leefde, maakten we samen ook vele fietstochten. Op vakantie namen we de fietsen altijd mee. We fietsten uren over de Veluwe of door de duinen. Heerlijk! Twee jaar geleden is mijn vrouw helaas overleden. Ik mis haar nog elke dag. Maar ik ga niet stil zitten: twee keer per week klaverjas ik, ik puzzel graag, ik kook elke dag nog zelf en ik eet geregeld samen met een buurvrouw. Tot mijn 80e heb ik ook gevolleybald: dat was vooral heel gezellig. Hele weekenden ging ik met mijn team op pad om een toernooi te spelen. Toen de club werd opgeheven kwamen er allemaal andere jongens bij die ik niet kende. Die waren veel te fanatiek. Toen hoefde het voor mij niet meer en ben ik gestopt. Nu fiets ik om fit te blijven. Helaas mag ik nu door een operatie zes weken niet fietsen. Maar zodra het weer kan, pak ik de fiets weer, hoor!’
‘Tijdens mijn fietstochtjes haastte ik me nooit om terug te komen’
Dolly Kluiters-de Rouw(94) Cliënt Florence Thuiszorg
‘De hele dag puzzeltjes maken, is niks voor mij’
‘Zo ver als dat mogelijk is, doe ik alles nog zelf: ik loop naar de winkel om de boodschappen te halen en ik kook nog zelf. Ik krijg alleen huishoudelijke hulp en een beetje hulp van de thuiszorg bij het douchen. Ik kan namelijk niet meer zo goed bij mijn voeten komen. Als het weer het toelaat, ga ik elke dag even wandelen in het park. Want ik woon hier prachtig: lekker tussen het groen. En elke week loop ik naar het zwembad hier in Voorburg. Daar doe ik samen met een clubje mensen die net als ik op leeftijd zijn of die met een ziekte of blessure kampen, allerlei oefeningen in ondiep water. Dat vind ik heerlijk, zeker omdat gewoon zwemmen niet meer gaat. Daarvoor mis ik de kracht. Ik ben mijn hele leven actief geweest. Al vanaf dat ik jong was, heb ik ontzettend veel gelopen. Zeker ook in de oorlog – toen kon het niet anders. Dat lopen zit dus in mijn motoriek want ik ben het altijd blijven doen… En stevig ook hoor! En nog altijd loop ik flink door: zo hard als het gaat. Behalve lopen heb ik ook veel gefietst en natuurlijk heb ik altijd zelf het huishouden gedaan. Want toen ik trouwde, was het gebruikelijk dat de man ging werken en de vrouw thuisbleef. We kregen drie kinderen die ik opvoedde. Toen ze groot waren, ben ik vrijwilligerswerk gaan doen want ik was altijd graag bezig. En nog! Want de hele dag puzzeltjes maken, bevalt me niet. Daarom ben ik ook lid van de Zonnebloem: die organiseren geregeld gezellige dingen waar ik nog graag aan meedoe.’
17
Job Cornelissen (57)
Dans- en bewegingstherapeut in verpleeghuis Mariahoeve ‘Ik begon met dansen toen ik in de puberteit zat. Het waren de jaren 80 en ik danste hele avonden in de jeugdsoos op popmuziek uit die tijd. Het was mijn manier om te ontladen. Ik had veel boosheid in me die eruit moest en dat lukte met dansen. Ik viel wel op dus ik ging de dansacademie doen. Jaren heb ik gewerkt als danser en dansmaker voor verschillende dansgezelschappen. Voor mij was dansen in die jaren al een manier van persoonlijke ontwikkeling: het heeft mij verdieping gegeven voor de rest van mijn leven. Op mijn 45e besloot ik om een opleiding tot danstherapeut te volgen. In dat werk probeer ik via dans bewoners met dementie te begeleiden bij het uiten van hun gevoelens. Zo probeer ik lichaam en geest samen te brengen. Op die manier draag ik bij aan de verbetering van hun kwaliteit van leven. Hoe meer er gedanst kan worden, hoe beter, vind ik! Zelf dans ik tegenwoordig alleen nog op mijn werk. In mijn vrije tijd doe ik aan aikido en boksen. Aikido is een Japanse zelfverdedigingssport: je leert op een geweldloze manier jezelf te verdedigen en daarbij maak je vooral vloeiende bewegingen. Het mentale aspect is heel belangrijk. Je leert op een andere manier je lichaam te organiseren. Zo kun je in een gevecht ontspannen; dan roep je geen weerstand op. Spanning zorgt namelijk altijd alleen maar voor nog meer weerstand. Tijdens het boksen staat mijn lijf juist helemaal “aan”: je moet alert en wakker zijn. Het is een heel fysieke training. Dat vind ik ook een lekker gevoel hoor! Dat herken ik nog van de beginjaren dat ik danste. Nee, ik moet er niet aan denken dat ik niet zou kunnen bewegen: dan word ik somber. Ik heb beweging echt nodig.’
‘Hoe meer er gedanst wordt, hoe beter’
achtergrond
18
DAVID VAN BODEGOM:
‘WE MOETEN MEER SCHARRELEN!’ Hoe kunnen we langer gezond leven? Die vraag onderzoekt David van Bodegom, verouderingswetenschapper bij kennisinstituut Leyden Academy on Vitality and Ageing. Natuurlijk is voldoende beweging belangrijk voor onze gezondheid. En dan niet per se in de sportschool of al hardlopend. Nee, de beste vorm van beweging is ‘scharrelen’: de hele dag door een beetje bezig zijn. TEKST: SUSANNE MULLENDERS FOTOGRAFIE: MARC DE HAAN
Van huis uit is hij historicus, hij had een late roeping om arts te worden en specialiseerde zich uiteindelijk in de biologie van veroudering. Voor zijn promotieonderzoek kwam hij terecht op het platteland van Ghana, waar mensen heel anders oud worden dan in het westen. ‘Weliswaar zijn er in Ghana veel infectieziektes, maar typische ouderdomsziektes zoals diabetes, harten vaataandoeningen, hoge bloeddruk, zag ik daar niet. Toen ik terugkwam, kón ik gewoonweg geen huisarts meer worden. Ik wilde mensen niet beter maken, maar gezond houden.’
Gezonde levensstijl Van Bodegom benadrukt: ‘Ik wil me niet bezighouden met de vraag hoe
we nog ouder kunnen worden. Er zijn behoorlijk grote maatschappelijke verschillen. Hoogopgeleide mensen leven gemiddeld zes jaar langer dan laagopgeleide mensen. En bovendien leven ze gemiddeld vijftien jaar langer in goede gezondheid. Dat is niet omdat ze meer pillen kunnen betalen; dat komt doordat ze gezonder leven.’ Hij vindt het belangrijk dat meer mensen met pensioen gaan zónder een hoog cholesterol of last van hun knie. ‘Begrijp me niet verkeerd: iedereen kan pech hebben. Maar veel aandoeningen ontstaan door een verkeerde levensstijl. Ouderdomsdiabetes bijvoorbeeld: meer dan een miljoen mensen in Nederland hebben dat. Bij een groot deel van hen komt dat doordat ze te dik zijn – maar
19
Wie is David van Bodegom?
‘Een levend wezen hoeft maar zo lang mee te gaan als nodig is om zich voort te planten’ liefst 50 procent van de Nederlandse volwassenen heeft overgewicht. Diabetes kun je voorkomen. Je kunt het zelfs genezen. Hoe? Door een gezonde levensstijl. Het is mijn missie mensen daar bewust van te maken.’
Wegwerplichaam Volgens Van Bodegom is ouderdom geen ziekte maar een normaal slijtageproces dat al begint in de baarmoeder. We slijten namelijk niet alleen van externe factoren, maar ook van processen in ons lichaam, legt hij uit. ‘Ons lichaam is een chemische fabriek die stoffen omzet in andere stoffen en zo bijproducten vormt die schade aanrichten. En net zoals een wondje een litteken achterlaat, zo herstelt ons lichaam ook van binnen niet perfect.’ Van Bodegom gaat uit van de theorie van het wegwerplichaam: een levend wezen hoeft maar zo lang mee te gaan als nodig is om zich voort te planten. Hij zegt daarover: ‘Wij mensen planten ons voort tot een jaar of 40. Onze kinderen hebben ons dan nog een jaar of 20 nodig voordat ze zichzelf kunnen redden. Dus ons lichaam moet ongeveer 60 jaar meegaan. Na die 60 jaar verstrijkt de garantie, dan zitten we in onze biologische reservetijd. Hoe beter je in de periode daarvóór zorgt voor je lichaam, hoe beter de conditie waarin
het verkeert als het de reservetijd ingaat. En hoe groter dus de kans op een langer en vitaler leven.’
Historicus en arts David van Bodegom (1978) werkt als verouderingswetenschapper bij Leyden Academy. Daarnaast is hij hoogleraar Vitaliteit in een Verouderende Populatie bij de afdeling Public Health en Eerstelijnsgeneeskunde van het LUMC. Samen met Rudi Westendorp schreef hij het boek Oud worden in de praktijk (2015). In 2018 verscheen Van Bodegoms boek Ontpillen, waarin hij laat zien hoe we met minder pillen langer gezond kunnen blijven door kleine aanpassingen in onze dagelijkse routine aan te brengen. In zijn boek Het geheim van de schildpad (2019) deelt hij de meest actuele wetenschappelijke inzichten uit onderzoek naar veroudering. Kijk op pagina 29 hoe u een exemplaar van dit boek kunt winnen.
Plofkippen Om zo fit mogelijk die reservetijd in te gaan moeten we volgens Van Bodegom niet alleen voldoende slapen en gezond eten, maar ook meer ‘scharrelen’. Hij legt uit: ‘Op het platteland van Ghana komen welvaartsziektes bijna niet voor. Ouderen daar zijn slank en fit, doordat ze de hele dag scharrelen. Ze voeren de kippen, werken op het land, halen water. In het westen scharrelen we niet meer, hier leven we meer als plofkippen. We zijn veel te inactief en zitten te veel.’ Moeten we dan niet gewoon intensief gaan sporten? ‘Liever niet’, zegt Van Bodegom, ‘want intensief sporten veroorzaakt slijtage: als we een marathon rennen of aan zware krachttraining doen, hebben we grote kans op blessures.’ Nog niet zo lang geleden dachten wetenschappers nog: hoe intensiever de beweging hoe beter. Inmiddels weten we dat een stevige wandeling ook gezondheidsvoordelen oplevert, maar dan zonder het risico op blessures. Matig-intensief bewegen – dat houdt ons gezond. En daar valt van alles onder: flink wandelen, lekker doorfietsen, onkruid wieden, stofzuigen.
Luipaard versus luiaard ‘Om lang mee te gaan moeten we leven als een méns’, zegt Van Bodegom. ‘We moeten niet rennend door het leven gaan als een luipaard. Maar we moeten ook niet leven als een luiaard en hele dagen zittend op de bank of achter het bureau doorbrengen. Bewegen is belangrijk, maar dat hoeft niet intensief te zijn. Kortom: we moeten scharrelen zoals de Ghanezen. Of zoals ook wij westerlingen vroeger deden, toen we nog dagelijks water haalden, brandhout zochten, dierenverblijven schoonmaakten, varkens voerden, op het land werkten, naar de markt liepen…’ Meer scharrelen dus. Maar dan eigentijds. Dus: fiets naar de supermarkt, schoffel de tuin, veeg de stoep, neem de trap in plaats van de lift, laat de hond uit, lap de ramen, maak een ommetje na het eten, parkeer de auto een eindje van uw bestemming en snoei de heg! Want een levensstijl waarbij we gezond eten, voldoende slapen én veel scharrelen houdt ons zo lang mogelijk gezond.
interview
Bewegen zorgt voor energie
21
Twee keer in de week is COPD-patiënt Corrie van Veldhoven te vinden in de oefenruimte van de fysiotherapiepraktijk in Gulden Huis aan de Steenhouwersgaarde in Den Haag. Onder begeleiding van fysiotherapeuten Luciënne Brinkman en Jasper Scheewe volgt ze het beweegprogramma Zelfstandig fit. Corrie houdt zo haar conditie en spierkracht op peil. ‘Als ik een week niet geweest ben, heb ik direct veel minder energie.’ TEKST: PAULINE MULDER FOTOGRAFIE: STUDIO OOSTRUM
‘Goedemorgen Corrie! Hoe is het met je?’ Fysiotherapeut Luciënne Brinkman begroet Corrie van Veldhoven hartelijk als de 66-jarige komt binnenwandelen. ‘Nou, het gaat hè’, zucht Corrie. ‘We zullen het ermee moeten doen.’ Corrie is COPDpatiënt en heeft zowel chronische bronchitis als longemfyseem. ‘En dat maakt het allemaal een stukje lastiger’, verzucht ze. Door haar ziekte zijn haar longen beschadigd; ademen is lastig. Bovendien heeft ze veel minder energie. ‘Nou, inderdaad…’ zegt Corrie. ‘Ik ben heel snel moe. Maar ja, dat hoort bij deze ziekte. Normale dingen, zoals traplopen, klusjes doen >
22
‘Twee keer per week sporten zorgt voor een bepaalde routine. Die heb ik nodig’ in huis of boodschappen doen, kosten me veel energie. Daar heb ik niet altijd vrede mee hoor, maar ik zal ermee moeten omgaan.’
Zuurstof Juist voor patiënten zoals Corrie is bewegen extra belangrijk, legt Luciënne uit. ‘De oefeningen die we hier doen, zorgen dat haar spierkracht en conditie behouden blijven. Want door te bewegen bevordert ze de opname van zuurstof in haar cellen. Als ze dat niet zou doen, dan zouden haar spieren ook veel minder zuurstof krijgen en dan gaan ze achteruit; met alle gevolgen van dien. Bovendien zorgt beweging voor een toename van de conditie daardoor houdt ze veel meer energie over.’ Corrie beaamt dat: ‘Ik merk het direct als ik een week niet geweest ben. Dan heb ik gelijk veel minder energie! Daarom probeer ik echt twee keer per week te komen. Dat zorgt ook voor een bepaalde routine. Die heb ik nodig. Want anders blijf ik alleen maar langer in bed liggen.’
Niet vooruit Het is tijd om in beweging te komen. In de oefenruimte staan diverse bewegingsapparaten naast elkaar opgesteld. ‘Ik begin maar weer op de loopband, hè?’, zegt Corrie. ‘Dat doe ik altijd als eerste. Fietsen doe ik hier niet, want ik heb zelf een fiets. Een elektrische weliswaar, maar ik fiets nog best veel. Op de goede dagen dan. Er
zijn helaas ook dagen waarop ik zo verschrikkelijk benauwd ben dat ik niets kan.’ Ondertussen stapt ze de loopband op en programmeert geroutineerd de snelheid in: 3,5 kilometer per uur. Assistent-fysiotherapeut Jasper loopt rond in de ruimte waar inmiddels zes senioren aan het sporten zijn. ‘Ik werk ook in revalidatiecentrum Westhoff in Rijswijk. Daar begeleid ik mensen die aan het begin van hun traject nog maar weinig zelf kunnen, en die tijdens de behandeling enorme sprongen vooruit maken. Dat is mooi om te zien. Hier komen over het algemeen zelfredzame mensen die vaak ook nog behoorlijk fit zijn. Neem Corrie: zij heeft inmiddels goed geleerd om aan te voelen hoe het met haar gaat. Als ze een goede dag heeft, loopt ze wat steviger door. En als het wat minder gaat, dan zet ze de
band wat langzamer.’ ‘Maar hier loop ik gemakkelijker dan buiten, hoor’, zegt Corrie terwijl ze doorstapt op de band. Jasper: ‘Ja, dat kan wel kloppen. Buiten voel je waarschijnlijk meer weerstand. Hier hoef je alleen maar je voeten op te tillen en je gaat vooruit.’ ‘Nou, nee…’, lacht Corrie. ‘Ik ga op deze band niet vooruit hoor…’
Keuzes maken De sfeer in de ruimte is zeer gemoedelijk. Luciënne: ‘Ja, behalve de fysieke training, is het sociale aspect van deze ochtenden ook heel belangrijk. Eigenlijk duurt een sessie Zelfstandig fit dertig minuten. Toch is de intensiteit voor de deelnemers vergelijkbaar met een uur intensief sporten voor jongere, fitte mensen. En ondanks dat onze cliënten maar een
23
halfuur hoeven te bewegen, zijn de meesten hier wel een uur hoor…’ ‘Ja, met kletsen erbij lukt mij dat meestal ook wel’, zegt Corrie lachend. ‘Maar thuis ga ik dan altijd wel eventjes liggen. Anders kan ik de rest van de dag niks meer.’ Luciënne vult aan: ‘Zo is het met COPD nou eenmaal vaker: mensen moeten keuzes maken over wat ze wel en niet zelf kunnen of willen doen. Dat is voor de meeste patiënten best ingrijpend. Zeker omdat de ziekte vaak zo rond hun 60e gediagnosticeerd wordt – dan staan veel mensen nog midden in het leven. Maar alleen door een goede afweging te maken, kunnen ze de kwaliteit van hun leven zo hoog mogelijk houden.’
Emo-vreten Het kwartiertje op de loopband zit erop voor Corrie. Ze gaat door naar de Pully: een apparaat om de rug- en borstspieren te trainen. ‘Heel belangrijk voor COPD-patiënten als Corrie om die sterk te houden’, zegt Jasper. ‘Want voor de ademhaling is spieractiviteit nodig. En door de spieren in de rug, borst en buik te versterken, kunnen klachten bij benauwdheid en hoesten verlicht worden.’ Uiterst geconcentreerd begint Corrie met haar reeks oefeningen. Ook zij was begin 60 toen COPD bij haar gediagnosticeerd werd. Na een heftige aanval belandde ze in het ziekenhuis. ‘En daarna ben ik maanden behandeld op de afdeling longrevalidatie. Dat was heel heftig, want ik werkte toen nog gewoon als administratief-juridisch medewerker en ik wilde dat heel graag blijven doen. Maar op een gegeven moment ging dat niet meer. Toen ben ik in eerste instantie voor 50 procent afgekeurd. In 2020 kreeg ik een enorme terugval. En toen kwam ook nog corona… Daar was ik zó bang voor. Eind 2020 ben ik volledig afgekeurd. Dat vond ik heel erg. En ja, dan kom
Wat is COPD? De afkorting COPD staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease. Het is een chronische ziekte waarbij de longen zijn beschadigd. COPD is een verzamelnaam voor twee ziekten: chronische bronchitis en longemfyseem. COPD-patiënten hebben minder zuurstof en moeite met ademhalen. Hierdoor hebben ze steeds minder energie en worden ze snel moe. Dagelijkse dingen, zoals traplopen, boodschappen doen of zichzelf aankleden, kunnen lastig zijn voor de patiënten.
je alleen thuis te zitten. En wat doe je dan? Emo-vreten… dan kom je zo 15 kilo aan! Die krijg ik er niet meer af: dan zou ik heel hard moeten gaan trainen. Maar dat gaat dus niet met mijn ziekte.’
In door de neus… Corrie oefent inmiddels de mobiliteit van haar schouders. Een hoestaanval verstoort haar concentratie. ‘Dit is zwaar, hoor!’, zegt ze. ‘En daar raak ik dus buiten adem van. Maar zodra ik denk: het gaat wel weer, pak ik het op. ‘Daarom is het heel belangrijk om op je ademhaling te letten’, legt Luciënne uit. ‘In door je neus en diep uitademen door je mond… Je longen zijn als het ware een soort ballonnen: hoe beter je uitademt, hoe beter de oude lucht eruit kan. Zo kun je weer verse zuurstof inademen. Dat is goed voor je lijf en dus je spierkracht.’ Corrie doet haar best: ze ademt diep in door haar mond en diep uit door haar mond. ‘Ja ik weet het: eigenlijk moet ik natuurlijk inademen door mijn neus, maar die is altijd verstopt.’ Nog even een paar balansoefeningen en de sessie Zelfstandig fit zit er weer op voor vandaag. ‘Nou, ik ben er helemaal moe van’, zegt Corrie. ‘Ik ga straks lekker even liggen. En morgen en overmorgen ga ik ook plat, haha.’ ‘Nee, dat kan niet: overmorgen ben je weer hier’, zegt Luciënne. ‘Die routine is goed voor je!’ ‘Dat is waar’, zegt Corrie. ‘Tot dan.’ ‘Tot dan!’
Fysiotherapie In Gulden Huis in Den Haag wordt het beweegprogramma Zelfstandig fit aangeboden. Dit programma is bedoeld voor senioren of mensen met een lichamelijke aandoening die zelfstandig wonen. Twee keer per week kunnen ze sporten onder begeleiding van gediplomeerde fysiotherapeuten. Op deze manier vergroten ze hun spierkracht en verbeteren ze hun conditie. Florence biedt voor mensen die zelfstandig wonen ook fysiotherapie aan op andere locaties in Den Haag en in LeidschendamVoorburg, Rijswijk, Voorschoten en Wassenaar. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de locatie dicht bij u in de buurt, of kijk op www.florence.nl/ specialisten/fysiotherapeut Ook binnen haar woonzorgcentra en verpleeghuizen biedt Florence fysiotherapie. Daar worden bewoners met een complexe zorgvraag behandeld.
24
portretten
ONZE
KAMPIOENEN Eén met het water, de bal of de weg. En ooit... ooit waren ze de allerbeste! Deze vier bloedfanatieke toppers zijn en blijven heel erg gek op sport. ‘Het plezier is het allerbelangrijkst.’ TEKST: PAULINE MULDER FOTOGRAFIE: STUDIO OOSTRUM
25
Inez van Hulsen (27) fysiotherapeut
in woonzorgcentrum Mariënpark en verpleeghuis Mariahoeve. In haar jeugd werd ze regelmatig kampioen met haar basketbalteam. In de eredivisie waren ze de eeuwige tweede. ‘Op mijn 6e begon ik met basketbal: ik moest mee met mijn moeder die ook basketbalde. In mijn jeugd werden we regelmatig kampioen; voor mijn gevoel ging dat toen heel gemakkelijk. Bij de senioren heb ik jarenlang op het hoogste niveau gespeeld, maar we werden nooit kampioen. We waren zeg maar de eeuwige tweede. Ik raakte een beetje uitgekeken op het basketbal, dus toen ik begon met werken heb ik een stapje teruggedaan. Tegenwoordig vind ik vooral fietsen heel mooi. Het geeft mij een ultiem gevoel van vrijheid. Ik kan er bijvoorbeeld enorm van genieten om vanuit mijn woonplaats Den Haag naar Utrecht op en neer te fietsen. Dat brengt rust in mijn hoofd en geeft me ruimte om alles op een rijtje te zetten. Zonder sporten word ik echt onrustig. Ik zorg er dan ook voor dat het in mijn dagelijkse routine past. Voordat ik begin met werken ga ik meestal al een uurtje zwemmen. En na het werk ga ik een rondje hardlopen. Ik doe ook zo’n zes triatlons per jaar. Kwart of halve triatlons hoor, dus die afstanden vallen reuze mee! Vorig jaar won ik de triatlon van Rotterdam. Dat was wel leuk! Samen met een groepje mensen die net zo gek zijn als ik, train ik nu voor een hele triatlon in oktober: de Ironman. Dat is 3,86 kilometer zwemmen, 180 kilometer fietsen en 42 kilometer hardlopen. Als je er goed voor kunt trainen is het mogelijk, denk ik. Waarom ik dit wil? Het is vooral heel vet! En ik vind het heel leuk om mezelf uit te dagen. Als je je doel behaalt, geeft dat een heel voldaan gevoel en het geeft vrijheid!’
‘Ik train nu voor de Ironman, dat is vooral heel vet!’
Idool: Annemiek van Vleuten Inez: ‘Er is geen sporter die zó veel trainingsuren maakt als zij. Plus: ze lijkt met het jaar beter te worden.’
portretten
26
Cassandra van den Berg (44) is programmadirecteur ‘Het leven leiden dat je lief is’ bij Florence. Toen ze 12 jaar was, werd ze regiokampioen tennis van Nieuwe Waterweg Noord.
‘De tennisbaan was mijn tweede thuis’
‘Op mijn 9e begon ik met tennissen bij K.S.V.V. ’71 in Schiedam. Het was al snel duidelijk dat ik goed balgevoel had en bovendien was ik bloedfanatiek. Al snel speelde ik op behoorlijk niveau: B-niveau heette dat vroeger, nu is dat niveau 3/4. Ik won de ene na de andere wedstrijd. Als ik op een toernooi tegen de eerst geplaatste speler moest, dan was het mijn missie om die persoon van de baan te vegen. Ik speelde als een soort pitbull! Op mijn 12e werd ik regiokampioen van Nieuwe Waterweg Noord: een sportief hoogtepunt. Kort daarna deed ik samen met Raymond Sluiter mee aan de Rotterdamse kampioenschappen. Tot mijn vijftiende gloorde de top van het tennis, maar daarna werd het een drama… Ik zat aan het maximale van mijn kunnen en verloor steeds meer wedstrijden. Daar kon ik niet mee omgaan. Ik ging heel agressief spelen en heb heel wat rackets stuk geslagen. Toen ik begin twintig was, ben ik gestopt. Dat was nadat ik tegen Michaëlla Krajicek moest spelen: zij was een stuk jonger dan ik en een heel klein opdondertje. Zij won. Ik kon niet meer voldoen aan de verwachtingen die ik voelde. En doordat mijn onbevangenheid verdween, verdween ook het plezier in de sport. Gelukkig heb ik dat nu teruggevonden in het spelen van golf. In die sport speel je vooral tegen jezelf en leer je met veel geduld met dingen om te gaan. Toegegeven: ook met golf ben ik heel fanatiek. Tja, zo ben ik nou eenmaal, haha. Achteraf kijk ik met veel plezier terug op de jaren dat ik tenniste: de tennisbaan was mijn tweede thuis. Ik heb er een prachtige tijd gehad: ik leerde er mijn eerste biertje drinken en ontmoette er mijn eerste vriendje. Die periode is goud waard!’
Idool: Steffi Graf Cassandra: ‘Zij had een slice backhand. Velen zagen dat als zwakte, maar het was juist haar geheime wapen!’
27
Cathrien Willems of Brilmans (88) woont in woonzorgcentrum Adegeest. Op 8-jarige leeftijd won zij haar eerste zwemwedstrijd. Niet veel later kwam ze bij het Nederlandse jeugdteam. Nog altijd is zwemmen haar lust en haar leven.
‘In mijn tijd was zwemmen eigenlijk iets voor rijke mensen, maar wij waren thuis helemaal niet zo rijk. Toch kreeg ik al jong les bij zwemclub Neptunus. Ook al was ik een klein opdondertje, ik bleek talent te hebben. Vooral de mannen waren jaloers op me hoor, dat ik zo snel ging in het water. Ik kwam in het Nederlandse jeugdteam terecht en won de ene na de andere wedstrijd. Borstcrawl was mijn specialisme, maar ik won ook met de schoolslag, de rugslag en de wisselslag. Na de oorlog mocht ik meedoen met wedstrijden in Denemarken en Engeland. Op mijn 15e overleed mijn vader en toen moest ik van school om in de sigarenwinkel van mijn ouders te werken. Zelf haatte ik die vieze sigaren en sigaretten, en ik heb nooit gerookt. Maar ik moest ze wel verkopen. Door dat werk kon ik veel minder zwemmen dan ik wilde. Ik heb mijn leven lang gestampvoet dat ik meer wilde zwemmen, want ook toen ik zelf kinderen kreeg had ik er minder tijd voor dan ik wilde. Toen ik ouder werd, heb ik zwemles gegeven aan kinderen. Zwemmen is voor mij vanzelfsprekend: het hoort bij mij. Ik heb het altijd met veel plezier gedaan. En nog ga ik elke week zwemmen in Het Wedde, hier in Voorschoten. Als er kinderen zijn in het zwembad, geef ik ze nog steeds aanwijzingen. Ik vind het belangrijk dat iedereen leert zwemmen; dat is mijn missie in het leven! Ik vind dat je jezelf moet kunnen redden in het water want anders kan je zomaar verdrinken. Bovendien is zwemmen echt erg leuk. Ik heb er in elk geval altijd veel plezier in gehad. Ik ben een echt waterratje.’
Idool: Erica Terpstra Cathrien: ‘Zij zat net als ik bij zwemvereniging Neptunus in Amersfoort!’
‘Zwemmen hoort bij mij’
28
portretten
‘Het plezier in de sport was het allerbelangrijkst: ik werd er zo vrolijk van’ Dina de Lincel (91) woont in
woonzorgcentrum Adegeest. In haar jonge jaren was ze een fanatiek kunstschaatsster en reed ze de Elfstedentocht. Bovendien deed ze aan atletiek én werd ze Nederlands kampioen hardlopen. ‘Ik heb mijn hele leven gesport: toen ik nog heel jong was ging ik hardlopen in de duinen en op het strand. Ik wilde nooit onderdoen voor de mannen. Maar in mijn tijd mochten vrouwen nog niet alle onderdelen van de sporten doen. Als ik aan wedstrijden meedeed, wilde ik het altijd heel goed doen. Maar het plezier in de sport was het allerbelangrijkst. Ik werd er zo vrolijk van! Toch was ik erg trots toen ik Nederlands kampioen hardlopen op de weg werd. Ik won de vijf kilometer. Naast hardlopen deed ik ook aan kunstschaatsen. Ik had een heel kort fluwelen rokje aan met een bontrandje erlangs; de mannen kwamen graag kijken, haha. Maar ik schaatste ook lange afstanden. In 1961 zou ik meedoen aan de Elfstedentocht. Toen we al onderweg waren naar Friesland, kregen we het bericht dat de tocht was afgelast. ’s Nachts was de dooi ingevallen en het stopte die dag niet meer met regenen. In 1997 heb ik alsnog meegedaan aan de tocht der tochten, samen met mijn zoon Frank. Helaas werd ik na 75 kilometer heel hard aangereden door een andere schaatser; ik blesseerde mijn stuitje. Frank heeft me nog 25 kilometer op sleeptouw genomen, maar ik moest het uiteindelijk toch opgeven. Zo jammer! Het sportieve zit in de genen want behalve Frank is mijn kleinzoon Max ook heel sportief; hij doet aan wielrennen. Helaas kan ik nu niet meer lopen, maar ik blijf zo veel mogelijk bewegen. Ik doe hier in Adegeest altijd mee aan yoga en aan dansactiviteiten en ik fiets op de labyrintfiets. Bovendien doe ik elke ochtend in bed mijn oefeningen om toch zo fit mogelijk te blijven.’
Idool: Sjoukje Dijkstra Dina: ‘Zij was een heel goede kunstschaatsster en werd meerdere keren wereldkampioen’
puzzel & win deel v. Gelderland
snee brood
blokjesspeelgoed
intens genoegen
1
adellijk persoon
ingenieur
kasteel
staat in Amerika vettige mist
catastrofaal
4
waakzaam verlichting snee
deel v. Gelderland
brood oordeel intens genoegen
pier
korte nota
werkwijze
promotieopname
1
Europeaan
gevechtsvliegtuig
roomskatholiek
pl. in
promotieItalië opname
chaos
Spaanse titel
betaalloket
doorn
deel v.e. boom
spil vlechtwerk roomsEngelse katholiek titel
draagzak
gevechtsvliegtuig
chaos
op die plaats
radeloosboomheid
12
bescheiden
deel v.e. haven soort roos
gebergte in ZuidjaarAmerika getijde
14
8 door water omgeven land
deel v.e. haven soort roos
Verenigde Naties
middel
verwerping
ik getal
cerium
door water omgeven land
1
2
3
10
deel v.d. bijbel
smalte
pausennaam
smalte
5
vuurwapen
Puzzel mee!
ik
getal
natrium
8
Verenigde Naties
10
nummer
deel v.d. bijbel
beste prestatie
pausennaam
4
7 8 9 5 6 1 2 3 4 Vul de Zweedse puzzel in. De omcirkelde nummers vormen samen de oplossing. Stuur uw oplossing naar de redactie en maak kans op een leuke prijs.
Het geheim van de schildpad Waarom worden schildpadden dubbel zo oud als de mens? In dit boek leren we onze eigen veroudering beter begrijpen. Het geheim van de schildpad, David van Bodegom, ISBN 9789045038933, Uitgever Atlas Contact, € 16,15. Florence verloot drie boeken onder de goede inzendingen.
dierenpension
olijk
12
3x
9
kroon
ruilnummer
cerium
beste prestatie natrium
scheut
verboomgebergte scheut in Zuid-werping Amerika kroon
draagzak
5
5
vuurwapen
7
6
10
11
5x Handige Dopper Handig tijdens het sporten en ook nog eens duurzaam: volgens onderzoek voorkomt één Dopper-fles dat per jaar veertig plastic wegwerpflessen in onze oceanen belanden. Florence verloot vijf Florence-Doppers onder de goede inzendingen.
3
6
vlechtwerk Engelse titel
smelting
tijdperk
spil
ruilmiddel
smelting
dierenpension
pl. in Italië
doorn
olijk
nihil hok met gaas
Spaanse titel
betaalloket
de oudste
decigram
119
jaargetijde
voormalig Perzië
6
Europeaan
radeloosheid aantekenboek treurspel grote bijl
3
eetlust tijdperk
korte nota
op die plaats
gravin v. Holland waakzaam
hok met oordeel gaas werkwijze
Europees land woonplaats
13nihil
verlichting
pier
7
huidblaasje
de oudste
11
grote bijl
14
staat in Amerika vettige mist
2
aansteekkoord bloedgever
vreemde munt grote garnaal
voormalig Perzië
decigram
4 aantekenboek
adellijk persoon
ingenieur
kasteel
eetlust
catastrofaal
bescheiden
13
abonnee
Europeaan
treurspel
Europees land woonplaats
gravin v. Holland
blokjesspeelgoed
deel v.e. boom
7
huidblaasje
vreemde munt grote garnaal
abonnee Europeaan
2
aansteekkoord bloedgever
8
12
9
13
10
11
14
12
!
13
14
!
3x Rituals-set Bevat een mini doucheschuim en bodyscrub, verrijkt met heilige lotus en jujube, en een droge olie en pillow mist met de geur van lavendel en heilig hout. Florence verloot drie setjes onder de goede inzendingen.
Mail de oplossing van de puzzel, uw adres, e-mailadres en telefoonnummer voor 31 augustus 2022 naar: liever@florence.nl
FOTOGRAFIE: STUDIO OOSTRUM
Zorg voor elkaar
Leidschendam, woonzorgcentrum Mariënpark Van links naar rechts: Riet, Irene, Annette, Riet, Tineke en vrijwilliger Eric Hazelzet (72)
Eric: ‘Met dit groepje dames speel ik al drie jaar lang elke donderdagochtend koersbal. Eerst drinken we lekker koffie, daarna doen we een wedstrijdje. Ze hebben er altijd zin in en iedereen wil wel winnen. Maar het is vooral ook gezellig, we hebben echt lol en lachen veel!’
Koersbal is een balspel dat lijkt op jeu de boules. Er worden grotere ballen gebruikt die een afwijking naar links of rechts hebben. Spelers moeten daarmee zo dicht mogelijk bij de ‘jack’ – het doel – komen. Het spel wordt gespeeld tussen twee teams.
Wij zijn Florence. Wij zijn ouderenzorg. En we zoeken jou. Bij Florence zijn we een team. In goede en in slechte tijden. Wij zijn de eigenzinnigheid van Tyrone, de leergierigheid van Julia en het inlevingsvermogen van Jeanet. Wij zijn de scherpe blik van Soumia, de gulle lach van Nellie en het zorghart van Mulu. Heb jij een hart voor de ouderenzorg, zoek je een fijne werksfeer en collega’s waar je op kunt bouwen? Dan verwelkomen we jou graag op wijzijnouderenzorg.nl
Gezondheid en Zorg