De Filantropiekrant

Page 1

Dinsdag 30 september 2008

De Filantropiekrant Zelf de wereld verbeteren?

illustratie: Pierre Dala Palma

Filantropie is niet enkel een zaak van bemiddelde mensen. Meer en meer personen en ondernemingen wensen bij te dragen tot een betere wereld door geëngageerde dromen om te zetten in geslaagde maatschappelijke projecten.

D

oor te bevestigen dat « Filantropie werkt ! » wil het Centrum voor Filantropie van de Koning Boudewijnstichting niet enkel de gegrondheid en het succes illustreren van voorbeeldige acties opgezet op initiatief van personen, groepen, families of ondernemingen, maar eveneens eraan herinneren dat het succes van een actie zeker geen eenrichtingsverkeer is tussen schenkers en begunstigden. We willen bovendien aantonen dat er

vandaag een groeiend besef is van de meerwaarde van de filantropie bij de politieke en economische actoren en bij de burgers. Steun aan humanitaire verwezenlijkingen, aan culturele en sociale acties, aan de promotie van onderwijs en ontwikkeling, zijn belangrijke troeven voor onze samenleving. Dankzij goed toegankelijke wereldwijde informatie, versterkt door de mogelijkheid naar alle hoeken van de wereld te reizen, kan iedereen vandaag ook met

bescheiden middelen bijdragen tot het verbeteren van het lot van zijn medemensen, culturele of sportieve manifestaties promoten, de ontwikkeling van onderwijs en gezondheid bevorderen, misschien zelfs een beetje geluk aanreiken.

overeenstemmen met onze waarden. En het is in de eerste plaats deze «vriendschap voor de mens» die de onontbeerlijke dynamiek schept om een maatschappij uit te bouwen die wij allen wensen, een harmonische samenleving, die zich bekommert om talenten en rechten, die meer geluk biedt.

Daar ligt de kracht van de filantropie: in de wil en de keuze goede doelen te steunen en projecten op te zetten die

Deze publicatie wil complementair zijn aan de Dag van de Filantropie om de impact en de diversiteit van de filantro-

pie te illustreren. Elk zal er informatie, inspiratie en gedachten uit kunnen putten die de sessies van 30 september aanvullen. De verhalen die tussen vele andere gekozen werden, zullen ook hier tonen dat elk zijn eigen redenen heeft om tijd of geld te schenken en dat de gemene deler het verlangen blijft de wereld een klein beetje te verbeteren. Dank aan u allen voor uw aanwezigheid en uw interesse voor filantropie.

Filantropie kan het verschil maken Dr. Peter Piot is voorzitter van de Koning Boudewijnstichting. Sinds 1995, na een indrukwekkende wetenschappelijke en academische loopbaan, is hij uitvoerend directeur van UNAIDS, het VN-agentschap dat hij als de belangrijkste pleitbezorger van de aidsbestrijding wereldwijd uitbouwde. Hij krijgt de opdracht deze eerste ‘Dag van de Filantropie’ te openen. U opent deze Dag met een inleiding over de rol en de betekenis van filantropie in onze hedendaagse maatschappij. Maar wat is uw eigen beeld van filantropie? Wat is uw definitie van filantropie?

De Koning Boudewijnstichting heeft deze ‘Dag van de Filantropie’ georganiseerd om te illustreren hoezeer filantropie een verschil kan maken op het vlak van zeer diverse gebieden en sectoren van de maatschappij.

Filantropie start vanuit een drang om de samenleving te verbeteren. Het is een doordachte en gerichte actie om een succesvol en maatschappelijk project op te starten. Filantropie is ook heel divers en is eigenlijk veel breder dan het beeld dat de meeste mensen ervan hebben. Filantropen hebben de vrijheid te kiezen waarvoor en hoe ze zich wensen te engageren en willen de impact van hun gebaar kunnen beoordelen.

Heeft u ervaring met filantropie of met filantropen in uw functie aan het hoofd van UNAIDS, het VN-agentschap tegen aids?

Ze willen middelen ter beschikking stellen maar ook vaak tijd en deskundigheid en roepen er kennissen en andere actoren bij om tot oplossingen te komen die het algemeen belang duurzaam dienen.

Er is zeker en vast plaats voor filantropen in de actie van de Verenigde Naties, bijvoorbeeld in samenwerking met de verschillende agentschappen, en niet alleen in de aidsbestrijding. Geschikte formules bestaan en nieuwe samenwerkingen moeten gezocht worden: partnerschappen, direct funding? Maar zowel in mijn wetenschappelijke loopbaan als gedurende mijn mandaat aan het hoofd van UNAIDS heb ik veel

filantropen ontmoet die bereid waren zich te engageren. Klopt het dat het beeld van filantropie vandaag wordt beïnvloed door grote - vooral Amerikaanse - figuren? Met andere woorden, voelt u een Bill Gates- of een Warren Buffet-effect? En beschouwt u dat eerder als positief of negatief? Zonder twijfel staat filantropie vandaag - zoals gisteren trouwens - onder de invloed van grote figuren. Maar er is duidelijk een Bill Gates-effect. Zijn engagement heeft geleid tot een grotere media-aandacht en het concept ‘filantropie’ wordt ongetwijfeld steeds meer gebruikt en begrepen in de dagelijkse taal. Filantropie wordt opnieuw in de kijker geplaatst. Anderen zijn hem trouwens gevolgd. Bill Gates mag wel niet doen denken dat men indrukwekkende bedragen nodig heeft om een efficiënte filantroop te worden. Dit is zeker niet waar en het is ook een kernboodschap voor deze Dag van de Filantropie: kleinere middelen kunnen belangrijke impacten creëren. Zonder complexen tegenover de superstars. Talloze onbekenden zijn erin geslaagd hun dromen om te zetten

in geslaagde maatschappelijke projecten. Er zit een potentiële filantroop in elk van ons. Wat betekent filantropie voor België - nu en in de toekomst? Wat hebben de Belgische actoren/filantropen nodig? Filantropie is in België aanwezig en groeit. Meer en meer personen en bedrijven engageren zich.

Peter Piot

De Belgische samenleving is bezig de rol en de impact van de filantropie te erkennen. Het is een nog onvoltooid proces maar we zijn op de goede weg. Zo’n Dag van de Filantropie is hiervoor van uiterst groot belang, mede dankzij de media-aandacht.

verschillende beroepsdomeinen zich steeds meer inzetten om het filantropisch werk mogelijk en efficiënter te maken: notarissen, private bankiers, advocaten…

Voor efficiënte filantropie zijn natuurlijk ook aantrekkelijke wettelijke en fiscale maatregelen een belangrijke stimulans. Men moet dus steeds nieuwe maatregelen aanmoedigen die het filantropisch engagement van burgers én bedrijven zouden vergemakkelijken. Naast de overheden hebben zij een rol te spelen. Het is ten slotte zeer positief te kunnen vaststellen dat veel tussenpersonen in

Hoe ziet u de rol van de Koning Boudewijnstichting? Zeer concreet: al jaren geeft de Stichting advies en steun aan mensen en bedrijven die een filantropisch project hebben. Zij heeft veel ervaring opgebouwd die zij nu graag deelt. Het Centrum voor Filantropie zal een belangrijke speler blijven die meewerkt aan een effectieve, doeltreffende en betrouwbare filantropie in België en Europa.


Beter dan een avontuur: een traject. Alles begint met de wil om iets te geven. Geven met de bedoeling te werken aan een betere wereld. Dit is een droom die grondig moet worden voorbereid zodat alle doelstellingen die men gesteld heeft ook bereikt worden. Er moeten keuzes worden gemaakt. Men moet zich goed informeren. Er moet worden gepland, beheerd en geëvalueerd. Geven betekent vandaag niet meer hetzelfde als vroeger. Iedereen heeft zijn redenen om te geven, maar uiteindelijk hoopt men duurzame oplossingen te vinden voor de problemen van de samenleving. Filantropie beperkt zich allang niet meer tot een financiële gift, maar wordt eerder gedefinieerd als het belangloos inzetten van privé-middelen (geld, tijd, deskundigheid) ten dienste van het goede doel. Filantropie is een structureel engagement dat een zekere continuïteit wil

garanderen. Hierbij komt het er op aan de duur van zijn engagement te bepalen, oor te hebben voor wat er gebeurt op het terrein om goed te begrijpen wat er vooral op het spel staat en wat de actiemogelijkheden zijn, concrete doelstellingen te definiëren, samen te werken met andere actoren, de wettelijke en de fiscale aspecten te beheersen, te leren van de successen en de mislukkingen en de impact van zijn engagement te kunnen beoordelen... Deze belangrijke factoren stellen de filantroop in staat om de actie die hem nauw aan het hart ligt,

te structureren en om de coherentie van zijn keuzes te testen. Deze vragen zijn dus essentieel voor elke filantroop. Hij kan zelf op zoek gaan naar de antwoorden of hij kan zich hierbij laten helpen. Notarissen, private bankiers, vermogensbeheerders, advocaten en filantropieadviseurs kunnen hem over het hele traject begeleiden.

De rol van de notaris De notarissen kunnen een primordiale rol spelen bij de uitwerking van droom naar daad. Vaak zal hun advies de richting aanwijzen voor donateurs die tijdens hun leven of na hun overlijden een actie overwegen. Ook voor het oprichten van stichtingen « is men verplicht een notaris in te schakelen, » stelt Pierre Nicaise, erevoorzitter van de Koninklijke Federatie van Belgische Notarissen (KFBN). Zijn rol: het samen met de oprichter uitwerken van de statuten « om het voortbestaan van de stichting te verzekeren ». « De wetgever neemt

hiervoor een soepele houding aan en verwijst voor heel wat zaken naar de statuten », aldus Pierre Nicaise. Vandaar dat de notaris de gedachtegang van de oprichter begeleidt en hem aanzet tot het stellen van belangrijke vragen: Wat wordt het doel van mijn stichting? Hoe zal ze functioneren? « Onze taak bestaat erin om mensen die geïnteresseerd zijn in een filantropische aanpak, te helpen om hun plannen te concretiseren in een gepaste structuur, » zo benadrukt de erevoorzitter van de KFBN. Zo kunnen bepaalde oprichters er baat bij hebben om een gecoöpteerde raad van bestuur te benoemen, in functie van het doel van de stichting. « Wij kunnen de oprichters ook op een ander spoor zetten door hen bijvoorbeeld voor te stellen om hun structuur te creëren binnen een Fonds op naam, meerbepaald binnen de Koning Boudewijnstichting, » zegt Pierre Nicaise. Ook private bankiers en vermogensbeheerders spelen een belangrijke rol en kunnen de filantroop helpen. Dankzij hun

knowhow wat betreft analyse en beheer van doelstellingen en dankzij hun grondige kennis van de verwachtingen van hun klanten, staan ze hen steeds vaker bij om hun vrijgevigheid strategischer te kanaliseren. De filantropieadviseurs hebben op hun beurt een reeks specifieke vaardigheden ontwikkeld om de donateurs te begeleiden over het hele traject van hun initiatief. Het komt er op aan om een maximale impact van hun gift te garanderen. Ze helpen hen bij het vinden van de beste manier om te werken rond de problematiek die hen zo nauw aan het hart ligt. Filantropie is een mozaïek van praktijken. De eerste stap van een tussenpersoon is dat hij zich moet aanpassen aan een bijzondere verscheidenheid van familiesituaties en van vermogens, alsook aan een enorme waaier aan projecten en verwachtingen. Daarna zal het er voor hem op aankomen om uit elk geval een maximale impact te halen.

Het traject van de filantroop:

waar en hoe kunnen adviseurs als gids worden ingeschakeld?

Verduidelijken De wensen van de filantroop achterhalen

Hem uitnodigen om na te denken over een reeks elementen waarmee hij zich beter kan richten op het maatschappelijk probleem dat hij wenst te verhelpen en op de manier om dit te doen. Wat is zijn motivatie ? Wat zijn de problemen/onrechtvaardigheden die hem zo bezig houden? Welke groepen van mensen wil hij helpen? In welk deel van de wereld? Op welke manier kan hij verandering in de hand werken? In welke mate wenst hij hierbij te worden betrokken; niet alleen financieel maar ook qua tijdsbesteding?

Analyseren wat er op het spel staat en de actoren op het terrein identificeren Gedetailleerde analyses uitwerken van de maatschappelijke problemen, wat ze ook mogen zijn, en daarbij ook een actieplan uitwerken om deze problemen aan te pakken. Voor elke betrokken vereniging evalueren wat de capaciteit en het potentieel is, wat de behoefte is aan bijkomende financiering en wat de risico’s zijn die men loopt.

Plannen

De beste optie zoeken Rekening houdend met de financiële capaciteiten van de filantroop, zijn vermogenssituatie en andere parameters, wordt de haalbaarheid van een aantal mogelijke opties beoordeeld en wordt de meest efficiënte en de meest voordelige formule voorgesteld. Dat kan zijn: steun aan een organisatie, het oprichten van een stichting van openbaar nut, een private stichting, een vzw of van een Fonds dat door het Centrum voor Filantropie van de Koning Boudewijnstichting kan worden beheerd.

De (wettelijke) structuur definiëren Indien de filantroop beslist om een stichting van openbaar nut of een private stichting op te richten moeten er een aantal formaliteiten worden vervuld. De filantropieadviseurs kunnen bankiers en hun klanten bijstaan in de verschillende stappen van deze oprichting. De filantropen kunnen ook andere opties kiezen waarvoor de adviseurs hen ook moeten kunnen bijstaan.

De te volgen aanpak kiezen De filantropen helpen bij het bepalen van de aanpak die nodig is. Hiertoe moet duidelijk met hen worden afgesproken hoe ze ‘het verschil wensen te maken’.

Het Centrum voor Filantropie van de Koning Boudewijnstichting begeleidt filantropen bij elke fase van dit proces.

Organiseren De bestuursorganen en het management samenstellen

De filantroop helpen bij het samenstellen van een raad van bestuur, hem eventueel helpen om een team te vinden en om de noodzakelijke profielen te definiëren. Instaan voor bepaalde aspecten van de organisatie en het beheer: organisatie van vergaderingen van de raad van bestuur (uitnodiging, ter beschikking stellen van de zaal, verslaggeving,...), ondersteuning bij het verzamelen en het presenteren van de informatie die men aan de raad van bestuur moet meedelen, toezicht op een goed financieel beheer...

De strategische lijnen uitstippelen In tal van situaties zoals bij het opstarten van activiteiten, op cruciale momenten waarop men beslissingen moet nemen en strategische keuzes moet maken of bij het op regelmatige basis evalueren van de strategische doelstellingen ... kunnen filantropieadviseurs de nodige begeleiding geven. Dat kan gaan over het definiëren of aanpassen van een missie, de visie en de waarden van de stichting, de strategische analyse van haar situatie (SWOT) en de uitwerking van richtlijnen.

Financieel beheer Het (her)bekijken van het financiële beleid (organen die verantwoordelijk zijn voor het investeringsbeleid en de goedkeuring van de rekeningen), de investeringsstrategie en hulp bij de uitwerking, de presentatie van en de controle op de begroting.

Beheren

Projectenbeheer Of het nu gaat over de uitreiking van een prijs, de toekenning van beurzen, strategische ondersteuning van organisaties, projecten in België of in het buitenland, telkens kan de filantropieadviseur instaan voor het volledige projectenbeheer of voor een gedeelte daarvan. Dat kan zijn: de lanceringscampagne, het samenstellen van onafhankelijke jury’s, de selectieprocedure, het opstellen en de opvolging van overeenkomsten en de feedback van ondersteunde projecten en organisaties.

Budgetbeheer Filantropen die dit wensen, worden geholpen bij het uitwerken van de jaarbudgetten (administratieve kosten, herverdeling, fundraising,…), bij het superviseren en coördineren van de informatie die aan de bestuursorganen wordt doorgegeven en bij de presentatie van de financiële informatie relevant voor de buitenwereld.

Evalueren

Evaluatie van de projecten en evaluatie van de impact Het voorstellen van de evaluatie van projecten, van verenigingen, de evaluatie van de impact van programma’s...

Evaluatie van het financieel beheer De beleggingsstrategie en het financiële beheer evalueren volgens de opties die door de filantropen zijn genomen (zoals ethische en sociaal verantwoorde beleggingen).


Iedereen filantroop sinds het begin der tijden? illustratie: Pierre Dala Palma

Heeft de mens sinds zijn ontstaan medeleven gevoeld voor zijn soortgenoten? Heeft hij, gedreven door sociale of religieuze gevoelens, de juiste omstandigheden gecreëerd voor een meer formele aanzet tot het verbeteren van het leven rondom hem?

In de oudheid zijn er nergens sporen te vinden van eventuele mecenassen die prehistorische kunstenaars aanmoedigen. Toch zijn er dankzij de sociale en economische ontwikkeling, van de grote autocraten van de oudheid tot de burchten en kloosters in de Middeleeuwen, personen opgestaan die zich bezorgd toonden om anderen. Door middel van schenkingen financierden zij hulp aan de armen of de bouw van kathedralen,of beschermden ze kunstenaars.

In Europa mogen we Lorenzo de Médici, bijgenaamd « Il Magnifico » (in de betekenis van ‘vrijgevig’, ‘gul’) niet enkel beschouwen als een authentieke businessman van de Renaissance, maar ook als een typevoorbeeld van een filantroop. Hij was immers mecenas van de grootste kunstenaars van zijn tijd, zoals Boticelli, Leonardo da Vinci of Michelangelo. Een eeuw later wordt de figuur van Vincentius a Paulo, aalmoezenier van de galeislaven, in één adem vernoemd met zijn lobbywerk bij de Franse edeldames. Zij lieten zich

door deze heilige overtuigen geld te geven om ellende en armoede te bestrijden en ziekenhuizen en weeshuizen te bouwen. Maar tot de opkomst van de filosofie van de Verlichting in de 18de eeuw wordt er maar weinig over filantropie als dusdanig gesproken. Vrijgevigheid berust eerder op religieuze dan op sociale inspiratie, op de liefdadigheid van de « weldoener » die gehoorzaamt aan de regels van de christelijke naastenliefde. Rond het begin van de Franse Revolutie en later de Amerikaanse onafhankelijkheid, krijgt deze visie concur-

rentie van een meer liberale visie: sommige weldoeners tonen zich bereid hun economische welvaart te delen door middel van een legaat of een schenking aan een artistiek, sociaal of educatief initiatief. Het is dus voornamelijk de motivatie van de filantroop die in die periode verandert. Door het wegschenken van een deel van zijn bezittingen en door zijn sociaal statuut poogt hij zijn naam te vereeuwigen. Zo streeft hij niet enkel materiële rijkdom na, maar ook een soort van erkenning en “humanistische” verdienstelijkheid. Bovendien wil hij de draagkracht van zijn gebaar laten voortduren in de tijd. Volgens Antoine Vaccaro, Voorzitter van het ‘Centre d’Etudes et Recherches sur la Philanthropie’ (CERPHI – Frankrijk) volgt na de Verlichting en de ontwikkeling van de vrijheidsidealen een verschuiving van een macht die gelegitimeerd werd door het goddelijke, naar een macht die wordt bepaald door financiële, economische of politieke invloed. « De filantroop gebruikt als het ware zijn middelen door afstand te doen van zijn bezittingen of een deel van zijn rijkdom in ruil voor de verwerving van symbolische

macht die wordt vertaald in sociale erkenning, of simpelweg in morele voldoening. » Deze invloed, die vooral het voorrecht is van de opkomende bourgeoisie, groeit in Europa en vooral in de Verenigde Staten dankzij de industriële ontwikkeling. Bovendien wordt de beweging gesteund door tal van kunstenaars en auteurs zoals Hugo, Dickens, Multatuli, Zola of zelfs Ernest Claes, die zich inzetten om de nieuwe dominerende klasse een geweten te schoppen en te sensibiliseren voor de problemen van die tijd. Het beeld van de goede maar hulpbehoevende mens die door de vrijgevige mens wordt geholpen om te ontsnappen aan zijn harde lot, het besef van een « morele plicht » en het streven naar erkenning, zullen blijven duren tot in de jaren ‘70 van de vorige eeuw. Vanaf de 18 de eeuw kent liefdadigheid een sterke opkomst, met de opening van weeshuizen, armenhuizen of opvoedingscentra en dankzij de verspreiding van ideeën en de ondersteuning van cultuur. Een hoogtepunt wordt bereikt onder

impuls van grote industriemagnaten zoals Rockefeller, Ford of Carnegie. De huidige structuur van de Noord-Amerikaanse universiteiten, maar ook van de cultuurcentra, is trouwens een goed actueel voorbeeld van wat deze bedrijfsleiders nastreefden. Tijdens de jaren ’70 wordt het economische model opnieuw in vraag gesteld. Met de toenemende mobiliteit van de middenklasse leidt dit tot twee grote veranderingen aan de kant van de “schenkers en de oprichters”: enerzijds de opkomst en de popularisering van humanitaire acties, anderzijds de structurering van giften volgens de wettelijke en fiscale regelgeving in de verschillende landen. Vandaag de dag is filantropie gedemocratiseerd en berust ze op een meer collectieve mobilisatie, een actieve betrokkenheid en een eerlijk objectief bij het werven van giften en schenkingen. Filantropie is meer gestructureerd en maakt vaker gebruik van media en marketing om zichtbaarheid te verkrijgen en nieuwe actoren aan te trekken ten gunste van haar doelstellingen.


Filantropie : in geen cijfers te vatten

Heel wat tekenen wijzen erop dat de Belgen meer en meer belangstelling krijgen voor filantropie. Engagement, schenkingen, (duo-)legaten, de oprichting van vzw’s en stichtingen... het zijn allemaal indicatoren die op deze toename wijzen. Toch is het onmogelijk om concrete cijfers te vinden over het globale engagement van de Belgen, en dat om verschillende redenen. Dit betekent dat we onvoldoende het gewicht van de filantropie in de globale economische activiteit kunnen afwegen. Eric Todts, communicatieverantwoordelijke van Oxfam-Solidariteit: Er worden geen statistieken bijgehouden en er is niemand die de gegevens centraliseert. Bovendien moet het “veld” van de filantropie nog worden gedefinieerd: moet men elke collecte op lokaal niveau beschouwen als een onderdeel van deze cijfers? En de situatie wordt er nauwelijks duidelijker op als het gaat om erkende verenigingen. De beschikbare cijfers gaan over de fiscale aftrek, maar ook daar blijft alles hardnekkig vaag. Men telt meer toegekende vrijstellingen dan aangiftes en men zou het onderscheid moeten kunnen maken tussen giften en een filantropische inbreng of mecenaat. Desondanks maakt Eric Todts een redelijke schatting van de vrijgevigheid: per jaar 500 miljoen euro giften en 150

miljoen euro legaten en schenkingen. Hij baseert zich hiervoor op de cijfers van de Federale Overheidsdienst Financiën, van de Gewesten en van de leden van de VEF (de Vereniging voor Ethiek in de Fondsenwerving vzw). Maar hij vermeldt er wel bij dat het hier gaat om een extrapolatie. Het is zo goed als onmogelijk om een nauwkeurig beeld van de cijfers te schetsen. Voor het berekenen van het filantropische engagement moet men rekening houden met meerdere bronnen. Eerst en vooral zijn er de bedragen van de fiscale attesten, enerzijds van de in de wet genoemde instellingen en, anderzijds, van de erkende instellingen (op de website van Federale Overheidsdienst Financiën is er een

complete lijst daterend van 12 juni 2008 verkrijgbaar). Het laatste publiek gemaakte cijfer is van 1999! De som van de vrijstellingen waarvoor de attesten in dat jaar werden uitgereikt, bedraagt 120.197.343,42 euro. Volgens de rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 2003, heeft de aftrek van toegekende vrijstellingen in het jaar 2000 aan de staatskist 43,96 miljoen euro gekost. Voor de schenkingen en de legaten moet men bij de Gewesten inlichtingen inwinnen. De nultarief-campagne (www.nultarief.be) maakt voor de Gewesten voor het jaar 2005 melding van inningen op schenkingen en successies voor instellingen van algemeen nut voor een bedrag van zowat 15 miljoen euro. Aangezien deze inningen gemiddeld 7 à 8% van de schenkingen

en legaten bedragen, is dit dus een bevestiging van het door Eric Todts geschatte bedrag. Maar er zijn vooral de zovele andere ‘giften’, de andere engagementen... De filantroop die discreet handelt, door verenigingen in het buitenland te steunen of door ermee samen te werken, de giften aan instellingen die geen fiscaal attest kunnen afleveren, alle engagementen en gulle gebaren die geen fiscale aftrekbaarheid kunnen genieten (diners, spektakels, vernissages, giften in natura) en alle andere activiteiten bestemd voor het inzamelen van giften en engagementen (beurzen, tornooien, verkopen). En daarbij komen ook nog alle ondernemingen die sponsoring boven schenkingen verkiezen. Ten slotte kunnen de giften, de schenkingen en de legaten van jaar tot jaar

sterk verschillen. Zo zijn er verenigingen die in een bepaald jaar een gift, een schenking of een legaat ontvangen en daardoor een totaal andere balans voorleggen dan in het vorige jaar. Op een meer globaal niveau zullen een humanitaire ramp of een delicaat beursjaar de resultaten aanzienlijk beïnvloeden. Men moet de cijfers dus op middellange termijn vergelijken. Ter gelegenheid van de Dag van de Filantropie kan men dus onmogelijk concrete cijfers voorleggen. Daarom moet men bekijken of het belangrijk is om meer gestructureerde informatie te vergaren. Als het antwoord positief is, dan moet men een coherente methode bepalen om de evoluties van het filantropische engagement van de Belgen op een meer objectieve basis te kunnen volgen.

Stichtingen, verenigingen en fondsen De dynamiek van stichtingen en verenigingen, alsook hun groeiende aantal, vormen een ernstige indicator van de filantropische ontwikkeling in België. Er bestaan heel nauwkeurige gegevens over stichtingen die worden geregeld door de wet van 2 mei 2002. Eerst en vooral hebben we de stichtingen die gedefinieerd en erkend zijn als zijnde van openbaar nut. In 2007 zouden er in ons land 362 zijn, actief in domeinen zoals opvoeding, cultuur, het sociale of de wetenschappen. 73% van deze stichtingen werkt met eigen middelen. De overgrote meerderheid is opgericht door privépersonen. Deze stichtingen zorgen ook voor werkgelegenheid (zowat 5000 mensen werken er). Ze betekenen in activa meer dan een miljard euro en qua lonen zijn ze

goed voor zowat 560 miljoen (cijfers van 2005)... allemaal bedragen die uitsluitend voor het algemeen belang worden aangewend. Naast de stichtingen van openbaar nut bestaan er ook private stichtingen die volgens en sinds de wet van 2002 bestemd zijn om een patrimonium op belangenloze wijze te kunnen beheren. Half 2007 waren er iets minder dan 300 private stichtingen. Een cijfer dat sindsdien al ruim is overschreden. De wetswijziging is duidelijk een impuls geweest voor hun oprichting. De meesten ervan hebben hun officiële

zetel in Brussel (47%, Vlaanderen 40%, Wallonië 13%). Naar schatting staat ongeveer een vijfde ervan ten dienste van een belangeloos doel dat verder gaat dan een zuivere privéaanpak. Naast stichtingen kent België ook nog ongeveer 90.000 verenigingen die in de juridische vorm van een vzw, een ivzw of een ngo actief zijn. 17.000 eenheden hiervan stellen loontrekkend personeel tewerk, waardoor ze dus ook bijdragen tot het BBP a rato van 5%, wat een toegevoegde waarde van bijna 22 miljard euro vertegen-

woordigt. 70% van de verenigingen is actief in het sociale domein en in de gezondheidszorg; deze verenigingen vormen dus een invloedrijke factor op het vlak van werkgelegenheid (bijna één Belgische loontrekkende op tien). Sommige filantropen of ondernemingen opteren niet voor het creëren van een eigen entiteit, maar voor de

oprichting van een Fonds binnen de Koning Boudewijnstichting. Vandaag zijn dit zowat 200 Fondsen die zijn opgericht door particuliere filantropen, plus een vijftiental bedrijfsfondsen die sinds 1993 werden opgericht en twee Fondsen voor lokale ontwikkeling (het ‘Streekfonds West-Vlaanderen’ gecreëerd in 2000 en het ‘Streekfonds Een Hart voor Limburg’ opgericht in 2004).

In het teken van het nationale prestige De geschiedenis van de Nationale Loterij begint in 1934 al van meet af met een filantropische connotatie. De eerste doelstelling was namelijk het aanvullen van het begrotingstekort van Belgisch Congo dankzij de verkoop van loterijbiljetten, waarbij voor elk loterijbiljet dat men verkocht een frank werd gestort aan Belgische sociale en filantropische organisaties.

tot de Nationale Loterij zoals we ze ook vandaag nog kennen. De winsten die in de jaren zestig hoofdzakelijk werden gebruikt voor humanitaire hulp werden steeds meer ook voor werken van openbaar nut aangewend. De creatie van de Lotto, in 1978, werd ingegeven door de wens om hulp te verlenen aan de slachtoffers van de overstromingen in Ruisbroek.

Toen de tweede wereldoorlog uitbarstte, werd de Koloniale Loterij geschorst ten voordele van de Loterij van Winterhulp, die tot doel had steun te bieden aan de oorlogsslachtoffers.

Tegenwoordig wordt een groot deel van de winsten van de Nationale Loterij – 225.300.000 euro in 2007– toegekend in de vorm van subsidies aan talrijke verenigingen. Dit leverde de Nationale Loterij de titel op van “eerste mecenas van België”. De subsidies, waarvan de Nationale Loterij voor ogen houdt dat ze van de spelers komen, moeten volgens dezelfde geest naar de spelers terugkeren.

Na de oorlog hernam de Koloniale Loterij haar activiteiten en werd een steeds groter deel van de groeiende winsten toegekend aan Belgische caritatieve werken. Bij de Onafhankelijkheid van Congo in 1960 veranderde de Koloniale Loterij van naam en werd ze de Afrikaanse Loterij, tot ze in 1962 werd omgedoopt

Daarom worden er diverse initiatieven gesteund op sociaal, cultureel, wetenschappelijk en sportief gebied, met een voorkeur voor projecten die bijdragen tot het nationale prestige.


Geven, met fiscaal voordeel… Giften aan verenigingen, NGO’s en stichtingen vormen de ideale aanvulling van een politiek beleid dat soms binnen krappe budgettaire marges moet worden gevoerd. Om de vrijgevigheid aan te moedigen, werd de fiscale aftrekbaarheid van giften ingevoerd. Schenkingen en legaten kunnen eveneens fiscale voordelen opleveren. Het mecenaat bestaat al sinds de Oudheid. Het woord verwijst in oorsprong naar Mecenas, een Romeins politicus die in de tijd van keizer Augustus zijn fortuin en invloed gebruikte voor de promotie van kunsten en letteren. De tijden zijn veranderd en de filantropie heeft zich uitgebreid tot andere domeinen. Men moet geen de’ Medici meer zijn in het Firenze van de Italiaanse Renaissance, of meer recent geen Bill Gates of Warren Buffet, om giften, schenkingen en legaten over te maken. Ook omdat men in België kan genieten van fiscale aftrekbaarheid en vrijstellingen. Het doel van deze fiscale voordelen is het aanmoedigen van de vrijgevigheid van burgers en bedrijven ten gunste van verenigingen en instellingen die een doel nastreven dat door onze bestuurders als ‘van openbaar nut’ wordt beschouwd.

meer dan 32.270 euro, recupereert u langs de fiscale weg de helft van het geschonken bedrag; bij een gift van 30 euro is dat dus 15 euro. Indien uw jaarlijkse inkomsten zich situeren tussen 17.610 en 32.270 euro, kost uw vrijgevigheid u in de werkelijkheid slechts 16,50 euro in plaats van 30 euro enzovoort.

Mooi, maar wat zijn de concrete fiscale gevolgen voor Belgische schenkers? Om te beginnen, de giften: deze moeten minimum 30 euro per jaar bedragen om in aanmerking te komen voor aftrekbaarheid. Er is bovendien een limiet (‘plafond’)! Het maximale aftrekbare bedrag ligt op 10% van het totale netto-inkomen van de schenker en mag niet meer zijn dan 331.200 euro (voor 2008). Voor ondernemingen wordt de aftrekbaarheid beperkt tot maximaal 5% van het totale belastbare inkomen en tot 500.000 euro.

Niet enkel giften

Het eindresultaat is evenredig met de inkomsten van de schenker. Als u beschikt over een netto-belastbaar inkomen van

De fiscale aftrekbaarheid van giften geldt slechts indien de begunstigde een erkende instelling is of opgesomd wordt in de wet. Als dat niet het geval is, blijven giften uiteraard mogelijk, maar zal de fiscus er geen rekening mee houden bij het berekenen van uw belastingen. Ten slotte moet u weten dat giften in nature niet aftrekbaar zijn, tenzij het gaat over kunstwerken die worden geschonken aan openbare musea of aan bepaalde overheden die ze voor hun eigen musea bestemmen.

Behalve de gewone giften (en dan gaat het soms over aanzienlijke bedragen…), bestaan er andere mogelijkheden om bij te dragen tot de inspanningen van stichtingen of vzw’s: schenkingen en legaten. Het is goed om weten dat deze patrimoniale verrichtingen gevolgen hebben op het gebied van de successierechten. Een schenking is een middel om een deel van uw patrimonium bij leven af te staan aan een natuurlijke of rechtspersoon. Voor een schenking van onroerende goederen is een notariële akte verplicht. In het geval van schenking van

roerende goederen is het wel mogelijk een handgift te doen, zonder tussenkomst van de notaris en dus zonder het betalen van schenkingsrechten. Ook dan biedt de tussenkomst van een notaris echter meer zekerheid. Bij een handgift moeten de begunstigden immers successierechten betalen als de schenker binnen de drie jaren na de verrichting overlijdt. De schenkingen voor een notaris ontsnappen daarentegen aan deze belasting (want schenkingsrechten werden reeds betaald) en bieden de schenker bovendien het voordeel dat hij in de akte bepaalde voorwaarden kan laten opnemen (zie “www.fisconet. fgov.be” voor meer informatie over de berekening van deze rechten). Schenkers kunnen ervoor opteren niet tijdens hun leven maar wel wanneer ze komen te overlijden, een vermogensoverdracht te doen naar een doel van algemeen belang, met andere woorden, bij testament. De door de begunstigden te betalen successierechten zijn verschillend naar gelang van het Gewest waar de overledene zijn fiscaal domicilie had (zie de eerder genoemde websites). Vzw’s en stichtingen genieten van voordelige rechten.

Duolegaat Een interessante mogelijkheid is het duolegaat. Deze techniek wordt gebruikt als de erflater geen rechtstreekse nakomelingen heeft en zijn erfenis bijgevolg aan verre verwanten toekomt. In dat geval liggen de successierechten aan

België

En in Europa? Vraag aan de man in de straat wat hij denkt over het Belgische fiscale systeem en hij zal waarschijnlijk antwoorden dat de belastingen te hoog zijn in verhouding tot de buurlanden… Maar hoe staat het met de fiscale aftrekbaarheid van giften aan verenigingen en stichtingen? Is België een altruïstisch paradijs of een filantropische hel? Een snelle ronde van Europa, langs markante voorbeelden... Laat ons beginnen met twee slechte leerlingen uit de klas: Slowakije en Zweden. Daar is het eenvoudig zo dat er geen enkele regeling bestaat voor fiscale aftrek of belastingkrediet in geval van giften aan filantropische instellingen…, noch voor natuurlijke, noch voor rechtspersonen. Finland, Malta en Litouwen zijn evenmin uitblinkers: voor natuurlijke personen zijn er geen fiscale stimuli voorzien. Toch hebben deze landen een (bescheiden) stelsel van fiscale aftrekbaarheid voor giften

Duitsland

van ondernemingen. In vergelijking hiermee is Cyprus een echte kampioen. Giften van natuurlijke personen of van ondernemingen genieten er een totale, niet-geplafonneerde aftrekbaarheid! Een gift van 100.000 euro geeft recht op 100.000 euro aftrek van de netto-belastbare inkomsten. Eenvoudig, niet? Ook Ierland zit in de topcategorie: natuurlijke personen en vennootschappen kunnen tot 100% aftrekken als de gift meer dan 250 euro bedraagt. Hetzelfde principe geldt in Griekenland voor natuurlijke personen: 100% aftrekbaarheid voor giften in geld. Giften in natura komen enkel in aanmerking als het gaat om medisch materiaal geschonken aan een ziekenhuis. Toch een minpuntje: wat het cultureel domein betreft, is de aftrekbaarheid beperkt tot 10% van de inkomsten van de schenker. Voor giften van ondernemingen (enkel in geld), is het fiscale voordeel altijd beperkt tot 10% van hun belastbare basis, ongeacht het werkgebied. Zoals u kan vaststellen, is het fiscaal stelsel in verband met giften niet gelijk in de verschillende Europese landen… Zie de hierbij gevoegde tabel voor een vergelijking tussen de fiscale voordelen in België en in onze buurlanden.

Nederland

Luxemburg

Particulieren: 25 tot 50% aftrek naar gelang van de inkomsten

Particulieren: belastingkrediet ter waarde van 66% van de gift (in sommige gevallen 75%)

Particulieren: aftrek van het belastbaar inkomen

Particulieren: aftrek van het bedrag van de gift min 1% van het belastbaar inkomen

Particulieren: aftrek van het belastbaar inkomen

Bedrijven: aftrek van het belastbaar resultaat

Bedrijven: belastingkrediet ter waarde van 60% van de gift

Bedrijven: aftrek van het belastbaar resultaat

Bedrijven: aftrek van het belastbaar resultaat

Bedrijven: aftrek van het belastbaar resultaat

30 euro (aan eenzelfde instelling)

Nee

Nee

Particulieren: 60 euro of 1% van het belastbaar inkomen

120 euro (alle giften samen)

Fiscaal voordeel

Minimumgift

Frankrijk

de hoge kant (tot 65 en 80%). Een duolegaat is een middel om een bedrag te bestemmen voor een vereniging of Stichting, onder voorbehoud dat deze een nettobedrag overmaakt aan een welbepaalde persoon. De successierechten die deze persoon als legataris zal moeten betalen, zijn ten laste van de organisatie in kwestie. Het resultaat: u stelt een altruïstische daad en tezelfdertijd ontvangt de erfgenaam een hoger bedrag dan wat hij rechtstreeks zou hebben geërfd.

Bedrijven: 227 euro

Plafond

Schenkings- en / of successie-rechten

Particulieren:10% van het inkomen met een limiet van 331.200 euro (in 2008)

Particulieren: 20% van het inkomen (mag worden gespreid over 5 jaar)

Particulieren: 20% van het belastbaar inkomen en maximum 1 miljoen euro op 10 jaar tijd (mag worden gespreid over 10 jaar)

Particulieren: 10% van het inkomen

Particulieren: 500.000 euro of 10% van het inkomen

Bedrijven:5% van het resultaat met een limiet van 500.000 euro

Bedrijven: 0,5% van de omzet

Bedrijven: 20% van het resultaat (of 0,4% van de som van omzet en lonen)

Bedrijven: 10% van het resultaat

Bedrijven: idem

Verminderde rechten van 6,6% tot 25% al naargelang de aard van de gift, het gewest en de begunstigde

Vrijstelling

Vrijstelling

Vrijstelling

Verminderde rechten van 4,8% tot 7,2% naar gelang van de begunstigde (wordt herzien)


Vrienden van de Mens

To give away money is an easy matter and in any man's power. But to decide to whom to give it and how large and when, and for what purpose and how, is neither in every man power nor an easy matter.

De definitie van het woord « filantroop » ? Laten we er even de encyclopedieën en woordenboeken op nakijken. Van de lijvige klassiekers in stoffige boekenkasten tot de virtuele Wikipedia vertellen ze allemaal ongeveer hetzelfde: een filantroop is een mensenvriend. De etyAristote mologische betekenis wordt afgeleid uit het Grieks en in veel bronnen leest men meteen ook dat zijn tegenThe desire for power hanger de “misantroop” of mensenhater is. in excess caused angels to fall; Talrijke auteurs verduidelijken dat de filantroop ernaar streeft het lot van zijn medemensen te verbeteren via weldadigheid. Maar… er wordt meteen aan toegevoegd dat de filantroop niet alleen maar vrijgevig of liefdadig is! De protestanten en de Verlichting hebben ook hun licht laten schijnen op de definitie van het concept filantropie en zij lieten duidelijk sporen na in dit semantische debat met resoluut filosofische grondslag. Hun opvatting van filantropie verschilt van de christelijke liefdadigheid in die zin dat zij wijst op een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het Amerikaanse liberalisme gaat nog verder en definieert de filantropie als een opdracht van de burgersamenleving… waarbij stilzwijgend bedoeld wordt dat deze de tekortkomingen van de Staat aanvult. Kortom, wie geld geeft voor de slachtoffers van een tsunami is daarom nog geen filantroop. Maar toch al een mensenvriend… en dat is al iets. Colofon

De Filantropiekrant

Filantropie werkt. Complementaire informatie en getuigenissen bij de Dag van de Filantropie. Cette publication est également disponible en français sous le titre : “Journal de la Philantropie – La Philanthropie: ça marche. Informations et témoignages en complément à la Journée de la Philanthropie. Een uitgave van de Koning Boudewijnstichting, Brederodestraat 21 B-1000 Brussel. Coördinatie voor de Koning Boudewijnstichting : Dominique Allard, Vera Billen, Edith Carbonez, Brigitte Duvieusart, Ludwig Forrest, Frieda Lampaert, Sarah Reyn, Anne Van Meerbeeck Redactie- en productiecoördinatie : Blue Tattoo Communication. T. 02/503 52 77 Eindredactie en redactiesecretariaat : Christophe Sokal en Valérie Bailly Redactionele medewerkers en researchers : Junior Akotshi, Paule Alen, Marcel Bulkaert, Frédéric Chardon, Vincent Delannoy, Sylvie Fagnart, Juliette Hariga, Saâd Kettani, Hendrik Mertens, Carline Taymans, Charles van Dievort, Diane Warland Ontwerp en lay-out : François Grimonprez Illustratie : Pierre dalla Palma Drukwerk : Dossche Deze brochure kan gedownload of gratis besteld worden via onze website : www.kbs-frb.be Wettelijk depot : D/2893/2008/21 ISBN : 978-90-5130-624-8 EAN : 9789051306248 NUR : 844 September 2008

I have found that among its other benefits, giving liberates the soul of the giver. Maya Angelou

Ridiculous yachts and private planes and big limousines won’t make people enjoy life more, and it sends out terrible messages to the people who work for them. It would be so much better the desire for knowledge if that money was spent in Africa – in excess caused man to fall; and it’s about getting a balance. but in charity is no excess, Richard Branson neither can man or angels come into danger by it. La vraie générosité envers l'avenir Sir Francis Bacon consiste à tout donner au présent. Albert Camus

It is more blessed to give We make a living than to receive. by what we get, Acts 20:35 we make a life by what we give. Every dollar makes a difference. Winston Churchill And that's true whether it's Warren Buffett's remarkable $31 billion pledge When wealth is centralized, to the Gates Foundation, the people are dispersed. or my late father's When wealth is distributed, $25 check to the NAACP. the people are brought together. Michael Bloomberg

Confucius

Life begets life. No one is useless in this world Energy becomes energy. who lightens the burdens of another. It is by spending Charles Dickens oneself that one becomes rich. The value of a man resides Sarah Bernhardt in what he gives and not in what he is capable of receiving. Albert Einstein

Clubs en professionele verenigingen: een andere pijler van de filantropie Ook professionele verenigingen en clubs werken voor het goede doel. Door het organiseren van eenmalige of wederkerende fondsenwervingacties, door hun steun toe te zeggen, te helpen, te herverdelen… De Rotary Club, de Lions Club of nog de Ronde Tafel, alle brengen zij binnen hun regio mannen en vrouwen samen die professioneel actief zijn. Elk lid brengt met zijn en haar professionele kennis een meerwaarde aan. Maar buiten het mondaine aspect van dergelijke clubs vergeet men soms dat zij een filantropisch objectief hebben, wat met name één van hun bestaansredenen is. De Rotary Club bijvoorbeeld besteedt 30 à 40 % van haar tijd aan goede doelen. Op internationaal vlak organiseert dit netwerk acties rond globale problemen waarmee de wereld geconfronteerd wordt: armoede, gezondheid, honger, analfabetisme, watertekort en polio. Maar het is pas wanneer men het lokale aspect van

de activiteiten van de Rotary Club onder de loep neemt dat men goed beseft wat met solidariteit bedoeld wordt. Elke Rotary Club organiseert talrijke acties om geld in te zamelen dat naar verenigingen stroomt. Rotaryleden besteden als vrijwilligers veel tijd aan die activiteiten. Beurzen, toernooien, verkopen, matchen… brengen belangrijke bedragen op, die samen met een deel van het lidgeld gebruikt worden om goede doelen op lokaal en bovenlokaal vlak te ondersteunen. Een andere voorbeeld met een gelijkaardige filosofie is de Lions Club. « Onze 237 clubs en 7.350 leden in België organiseren meerdere sociale acties, zoals bijvoorbeeld de Voedselbank in samenwerking met Delhaize » verklaart Christian Leclef, algemeen secretaris van de Belgische tak. « Ons doel is de gaten te vullen die de Staat openlaat. Sinds de Lions Club opgericht werd in België zamelden wij al 5 miljard Belgische frank in. Wij zijn actief op drie ni-

veaus. Vooreerst op wereldvlak, daar moeten wij onze cijfers halen! Voor de internationale campagne ter bestrijding van blindheid moeten wij bijvoorbeeld een bedrag inzamelen dat overeenstemt met een bepaald percentage van het Belgisch BBP. Daarnaast zijn er nationale acties: elke club beslist of ze deelneemt of niet. Tot slot zijn wij ook actief op lokaal vlak. De clubs beslissen autonoom welke lokale acties zij willen steunen ». Goed nieuws: België scoort hoog binnen het internationale netwerk van de Lions: « Dit jaar zamelden wij bijvoorbeeld 1.346.000 euro in voor de bestrijding van blindheid. België haalt daarmee de twintigste plaats op de wereldlijst in absolute waarde ! » besluit Christian Leclef. De Clubs zijn er duidelijk niet alleen om de eigen relatiekring te verbreden, maar ook en vooral om netwerken te ontwikkelen die ingeschakeld worden om de meest kwetsbaren te helpen.


illustratie: Pierre Dala Palma

Vrouwen en filantropie in België en in Europa Vrouwen en filantropie… hun lot lijkt verbonden sinds het begin der tijden. Vrouwen hebben door de eeuwen heen in de filantropie een belangrijke rol gespeeld en ze hebben zichtbaar hun stempel gedrukt op de ontwikkeling ervan. . Kortom, hun invloed blijft alles behalve beperkt tot die van dames patronessen ! Vandaag kent filantropie overal ter wereld een aanzienlijke groei en de legitimiteit en impact ervan worden door de burgersamenleving erkend. Filantropie wordt zelfs als essentieel beschouwd om de uitdagingen van de huidige wereld aan te kunnen. Uit meerdere enquêtes blijkt ook dat vooral vrouwen voor filantropie gesensibiliseerd zijn en overtuigd zijn van het nut ervan.

Een middel voor emancipatie? Tot de vrouwen die zich voor filantropie inzetten, hebben altijd al kloosterzusters behoord. Met grote vrouwelijke figuren, zoals bijvoorbeeld MadeleineSophie Barat. Zij werd in Frankrijk geboren in de tijd van de Franse Revolutie en ze was erg getroffen door het onrecht veroorzaakt door geweld en oorlog. In 1800 trad ze toe tot de congregatie van het Heilig Hart, die zich toelegde op de opvoeding van jonge meisjes. De eerste school van het Heilig Hart werd opgericht in Amiens. Later reisde Zuster Madeleine-Sophie Barat door Frankrijk en de rest van Europa om er nieuwe gemeenschappen, pensionaten en scholen op te richten. Zo kreeg de congregatie een internationale dimensie. Vandaag strekt ze zich uit over een veertigtal landen, verspreid over alle continenten en telt ze duizenden kloosterzusters. Bij ons, in Brussel, is bijvoorbeeld het Heilig Hart van Linthout één van de realisaties van de congregatie van MadeleineSophie Barat. Ook in de burgermaatschappij waren vrouwen al vroeg betrokken bij filantropische initiatieven. In de 19de eeuw besteedden vele vrouwen hun eigen inkomen om werken te stichten die zij beheerden. Nog talrijker waren de vrouwen die vrijwilligerswerk presteerden om deze werken draaiende te houden. Hedwige Peemans-Poullet, historica aan de Vrouwenuniversiteit en gespecialiseerd in dit domein, benadrukt dat het bijna uitsluitend vrouwen zijn die zich toeleggen op goede werken voor vrouwen en kinderen. De « filantropische bourgeoisdames » en de « dames patronessen » beperken zich niet tot geven alleen. Ze zijn zelf actief op het terrein: ze kennen de problemen van gezinnen, ze zoeken oplossingen en gaan aan de slag. In die mate dat ze een hele sector van de « burgermaatschappij » beheren. Sommigen aarzelen trouwens niet om te stellen dat vrouwen in feite de basis gelegd hebben voor de sociale zekerheid. Heeft dat alles dan bijgedragen tot de emancipatie van de vrouw ? Moeilijk te zeggen. De filantropische vereniging was soms de enige plaats waar

vrouwen hun mening konden laten horen en zodoende kon ze inderdaad de smeltkroes zijn van sociale innovatie. Volgens Hedwige Peemans-Poullet moet men het echter niet zo ver zoeken: de vrouwelijke werken stelden niet het maatschappelijke, noch het patriarchale stelsel in vraag. Maar in elk geval hebben ze aan vrouwen de mogelijkheid gegeven om in te zien dat verenigingen belangrijk zijn voor het verdedigen van de belangen van vrouwen en ze hebben gewezen op een aantal thema’s die door alle latere feministische bewegingen zouden worden overgenomen. Vandaag dragen steeds meer vrouwen belangrijke verantwoordelijkheden in de maatschappij en in de zakenwereld. Ook in de filantropie is hun rol gewijzigd : ze stellen zich niet langer tevreden met de hulp aan soldaten, weduwen en wezen, of de inzameling van fondsen, maar ze ambiëren een actievere rol.

Een (te?) discrete aanwezigheid Ook al verandert de wereld van de filantropie voor vrouwen, dan nog kunnen we ons afvragen of deze verandering wel snel genoeg gebeurt. Hun ondervertegenwoordiging op het niveau van de besluitvorming in caritatieve organisaties kan hun manoeuvreermarge beperken. Toch schat men dat, enkel in de Verenigde Staten reeds en alleen al in giften aan stichtingen, vrouwen jaarlijks 50 miljard dollar zouden kunnen genereren. In een Britse studie van Suzan Mckenzie, directrice van Philanthropy UK, blijkt dat vrouwen die aan filantropie doen duidelijk minder worden erkend dan hun mannelijke evenknieën. Het bewijs: de statistieken van de Sunday Times Giving Index, die de top 30 weergeeft van de filantropen en hun giften berekent volgens hun fortuin. Deze index is overwegend mannelijk. Slechts 7 van de 67 personaliteiten die de laatste vier jaar in de index zijn vermeld, zijn vrouwen. Tien procent dus. In de index 2006 komt geen enkele vrouwelijke donateur voor. Deze index weerspiegelt echter niet het aandeel van vrouwen in de beslissingen over giften die binnen koppels of gezinnen worden genomen. Zoals blijkt uit het onderzoek van Philanthropy UK hebben vrouwen binnen hun relatie of hun gezin steeds meer invloed hierop. Een effect dat aan belang wint als men weet dat vrouwen zich in het algemeen vrijgeviger tonen dan mannen. Steeds meer stelt men een « filantropie binnen het koppel » vast. Tot de bekendste voorbeelden behoren Bill en Melinda Gates of Brad Pitt en Angelina Jolie.

Duidelijke verschillen Uit het onderzoek van Suzan Mcken-

zie blijken nog andere markante verschillen tussen mannen en vrouwen. Vrouwen zijn vragende partij voor een meer concrete betrokkenheid bij de begunstigde projecten. Ze willen meer dan enkel een overschrijving ondertekenen. Meer dan mannen zijn ze bereid hun tijd te schenken en emotioneel betrokken te worden. Een feit dat misschien ook verklaart waarom vrouwen geneigd zijn hun giften te bestemmen voor moeilijkere doelstellingen, die zich in het algemeen richten op de meest kwetsbaren van de samenleving. Zo zien we in de topdrie van de werken die door vrouwen worden gekozen: hulp aan vluchtelingen, geestelijke gezondheid en partnergeweld. Mannen kiezen eerder voor de strijd tegen kanker, schoolverzuim en uitsluiting, actiegebieden waar de resultaten gemakkelijker meetbaar zijn. Volgens dezelfde redenering zijn mannen meer geneigd hun stempel te drukken op het resultaat van hun vrijgevigheid, zoals hun naam geven aan een gebouw, wat vrouwen veel minder interesseert! We zien ook dat vrouwen, ondanks hun grotere discretie, op het gebied van de filantropie steeds vaker gelijk spelen met mannen en elkaar aanvullen, naar het voorbeeld van de gekende vrijgevige echtparen. Misschien hebben vrouwen alles te winnen met een filantropie waarin zij mede aan zet zijn. Dit geldt in het bijzonder voor de filantropie die het financiële en het sociale rendement van giften wil maximaliseren door microkredieten te verstrekken. Bekeken vanuit het perspectief van de begunstigden heeft dit filantropisch model als effect dat de economische situatie van vrouwen wereldwijd erop verbetert. Het lijkt er immers op dat de meeste sociale leningen aan vrouwen worden toegekend, want, zo zegt men, vrouwen boeken succes in zaken! En dan maar zeggen dat vrouwen en filantropie een tandem vormen…

Het Fonds Elisabeth en Amélie…

Een verhaal over familie en vooral over vrouwen! Voor Cécile Pirzio Biroli, lid van een familie die historische banden heeft met Inbev, is de oprichting van het Fonds Elisabeth en Amélie een familieverhaal waarin vrouwen een grote rol spelen ! « Ter gelegenheid van een familiebijeenkomst, drie of vier jaar geleden, kwam ik als vrouw tot het besluit dat het tijd werd een gedeelte van ons overschot uit te delen », vertelt ze. « De familiale situatie en de gezondheid van de onderneming waren goed. We zijn beginnen nadenken over de mogelijkheid van een filantropisch instrument dat zou toelaten onze rijkdom te delen met minderbedeelden. Het feit dat we samen gingen nadenken om een vrijgevige daad te stellen, wees al op de goede samenhang en dialoog tussen de generaties van onze familie. Dat is een zeer belangrijk punt en tevens een boodschap aan onze kinderen die het geluk hebben ook in de toekomst te kunnen rekenen op ruime inkomsten. Het leek ons erg belangrijk de opvoeding van onze jongeren aan te vullen met een filantropische dimensie en ze bij een concreet project te betrekken ». Er werd lang en hevig over gediscussieerd … en, zo merkt Cécile Pirzio Biroli op, in tegenstelling tot de mannen waren de vrouwen onmiddellijk voor de zaak gewonnen. « Vrouwen hebben meer gevoel voor solidariteit en mannen hechten meer belang aan het feit dat men om solidair te zijn aan geld moet geraken ! In familieverband speelt ook het element opvoeding en ik denk dat vrouwen ge-

voeliger zijn daarvoor. De jongere leden van de familie moeten de kans krijgen om vrijgevig te zijn ! » En het idee heeft vorm gekregen. « Wij hebben uiteindelijk gekozen voor de oprichting van een Fonds dat ondergebracht werd bij de Koning Boudewijnstichting, die ons trouwens veel geholpen heeft ». Voor het thema van het Fonds viel de keuze op water. « Dat thema vond bijval bij de hele familie, in die zin dat wij het probleem uit eerste hand kennen: het familiebedrijf verbruikt enorm veel water, omdat wij ons bezig houden met de distributie van dranken. Iedereen weet hoe cruciaal water is voor het leven op aarde. Zonder aardolie kunnen we overleven, maar niet zonder water! » Ook bij de keuze van de naam van het Fonds hebben de vrouwen mee hun stem laten horen: « Elisabeth en Amélie waren twee zusters die twee neven huwden en die de brouwerij Artois hebben meegebracht. » Een gepaste keuze ! Zes maanden na de oprichting waren er al zes projecten opgestart op het gebied van irrigatie, aanleg van waterputten en waterzuivering. Voor dit jaar zijn er elf projecten geselecteerd. En ook hier was de vrouwelijke bijdrage zeer belangrijk, benadrukt Cécile Pirzio Biroli: « Driekwart van de ingediende projecten worden opgestart door vrouwen, bijvoorbeeld projecten betreffende gezondheidscentra of het werk op de velden. » Vrouwen die vrouwen helpen… de cirkel is rond.


Foto: Anja Meulenbelt_Weblog

Het Vrouwenhuis van Istalif : werken aan de toekomst Jennie Vanlerberghe kan niet tegen onrecht. Toen de journaliste en auteur in 1992 geconfronteerd werd met de wrede verkrachtingen van vrouwen in Bosnië stampte zij prompt de Belgische tak van Mothers for Peace uit de grond.

bevolking werd ofwel vermoord of te maken. Maar ook toen dat er verdreven. eenmaal stond bleef de mannelijke Toen Jennie Vanlerberghe inging op bevolking gekant tegen de diensten het voorstel van Manila Khaled, een die het Vrouwenhuis verstrekt. “90% Afghaanse vluchtelinge, om haar van de bevolking is analfabeet. Het geboortedorp te bezoeken werd zij was dan ook niet gemakkelijk om de geconfronteerd met de erbarmelijke mensen ervan te overtuigen dat alfaomstandigheden waarin de vrouwen betisering nuttig is”, licht Jennie toe. (over) leven in Istalif. Zo zag zij bijvoorbeeld hoe Alles werd over een andere boeg het kind van een bedelares aangereden en aan z’n lot gegooid toen ook mannen konden overgelaten werd. Meer genieten van de voordelen die het nog, de vrouw verontschulVrouwenhuis biedt. digde zich en trok zich met Jennie is een toegewijde mama van haar bloedend kind terug in 2 kinderen en 4 kleinkinderen. Via een zijstraat. Voor Jennie was dit de Maar wellicht nog moeilijker was het de in Ieper gevestigde organisatie druppel die de emmer deed overlopen. om de jaloersheid van de mannen te Moeders voor Vrede is zij tevens de In samenwerking met Mères pour la omzeilen. Zij hadden er moeite mee symbolische moeder van vrouwen Paix startte zij het Vrouwenhuis op in dat de vrouwen toegang kregen tot en kinderen wereldwijd die in schrij- Istalif. Het doel: de vrouwen van Ista- bepaalde faciliteiten. Pas toen alles nende omstandigheden leven. Haar lif aan een opleiding en een inkomen over een andere boeg gegooid werd en organisatie maakt deel uit van het helpen zodat zij weer (zelf)respect ook mannen konden genieten van de internationale netwerk van Mothers krijgen en opkomen voor zichzelf. voordelen die het Vrouwenhuis biedt, for Peace, een apolitieke, internatio- “De situatie van de vrouw in Afghani- op voorwaarde dat zij hun vrouw, nale NGO die zich wereldwijd inzet stan is bijzonder slecht,” aldus Jennie. moeder of dochters toelaten naar om geweld tegen vrouwen en kinderen “Het is wellicht de meest onderdrukte het Vrouwenhuis te komen, kwam te bestrijden. MFP ontstond in het en vernederde vrouw ter wereld”. Dat er schot in de zaak. begin van de oorlog in het voormalige is niet alleen te wijten aan de invloed Joegoslavië. De boodschap van de van de Taliban maar is ook cultuur- en moeders die protesteerden tegen het traditiegebonden. oorlogsgeweld was duidelijk: “We heb- Op papier hebben mannen en vrou- Het Vrouwenhuis probeert de positie ben geen kinderen op de wereld van de vrouw te verbeteren via vier gezet om gedood te worden of om invalshoeken. Eerst en vooral werd “De situatie van de vrouw een medische dienst opgezet voor moordenaars te worden.” in Afghanistan is wellicht moeder en kind. Vrouwen bevielen tot De Belgische tak van het netwerk toe thuis en kregen weinig of geen de meest onderdrukte en dan werd in 1992 opgericht door Jenverzorging. In het medisch centrum nie Vanlerberghe. Zij werkte van vernederde vrouw ter wereld”. worden zorgen en geneesmiddelen meet af aan nauw samen met Mèverstrekt en leren de vrouwen hoe res pour la Paix in Frankrijk. Een van wen in Afghanistan gelijke rechten ze zelf enkele basiszorgen kunnen de belangrijkste projecten die onder maar in de praktijk komt daar niets verstrekken. haar impuls het licht zagen heeft te van terecht. De akkoorden van Bonn maken met het Vrouwenhuis in Ista- (2001), waarin na de verdrijving van Tevens worden alfabetiseringsklaslif, Afghanistan. De Belgische afde- de Taliban de grondbeginselen van sen georganiseerd, niet alleen in het ling mobiliseerde van meet af aan de nieuwe Afghaanse staat bepaald centrum zelf, maar ook in klasjes in de Nederlandstalige Vrouwenraad werden, blijven helaas theorie. “Een de heuvels. Inmiddels werden al 300 die op zijn beurt zijn leden opriep vrouw is minder dan stof in Afgha- vrouwen opgeleid. Ook voor mannen om het project te steunen. Zo was nistan!” verklaart Jennie. Zelfs het en kinderen worden klasjes georgahet mogelijk om in 2002 de eerste feit dat met de steun van de interna- niseerd. Engels is erg in trek, vooral steen te leggen van het Vrouwenhuis tionale gemeenschap een ministerie dan bij de jongeren. Op dit moment voor Vrouwenzaken opgericht werd krijgen 80 jongens en 50 meisjes Enin Istalif. bracht daar weinig verandering in. gelse les. Daarnaast is er bij de jongens “Het ministerie heeft geen geld en ook veel belangstelling voor wiskunde. geen macht”, aldus Jennie. “Het dreigt “Ze willen echt vooruit!” stelt Jenzelfs te verdwijnen door de talibani- nie vast. sering van het parlement.” Het is in deze moeilijke context dat Het Vrouwenhuis organiseert ook een Istalif, afgeleid van het Griekse woord het vrouwenhuis van Istalif opgericht aantal landbouwprojecten. Vrouwen kunnen terecht in drie klasjes en leren voor “wijngaard”, werd vroeger “de werd en nu al zes jaar opereert. onder andere hoe ze kippen kunnen boomgaard van Kaboel” genoemd. Het dorp bevindt zich 48km ten noor- Via de mannen de situatie van kweken. Zo beschikken ze over eieren die ze kunnen verkopen. Op die den van Kaboel. Met zijn fruitbomen, de vrouwen verbeteren. manier verdienen ze wat geld dat ze wijngaarden, graanvelden en rozen vormde het een mooi kader voor het De traditie, de gezinswet en de Tali- voor zichzelf of hun familie kunnen zomerpaleis van de laatste koning van ban hebben de Afghaanse vrouwen besteden. De landbouwprojecten voor Afghanistan, Zahir Shah. Het was volledig geïsoleerd en onderdrukt. de mannen (o.a. honingproductie) hier dat Ahmad Shah Massoud zijn Vrouwen hebben geen macht of aan- en de kleermakersopleiding kennen hoofdkwartier vestigde toen hij de zien in het land. De opstart van het eveneens veel bijval. strijd aanbond tegen de Taliban. Toen Vrouwenhuis verliep dan ook niet van Massoud en zijn strijders zich moes- een leien dakje. Zo moest er (door Daarnaast richtte het Vrouwenhuis ten terugtrekken maakte de Taliban mannen) onderhandeld worden met ook een naaiatelier op waarin profeshet dorp gelijk met de grond. Geen de mannen van Istalif om de bouw sioneel gewerkt wordt. De vrouwen huis, geen boom bleef gespaard; de van het Vrouwenhuis aanvaardbaar ontvangen een maandloon voor hun Moeders voor Vrede bekommert zich sindsdien om het welzijn van vrouwen die verdrukt worden. Welgeteld 10 jaar later belandde Jennie per toeval in Afghanistan. Opnieuw stak ze de handen uit de mouwen en richtte zij samen met het Franse Mères pour la Paix een Vrouwenhuis op. Inmiddels zijn zowat 3000 Afghaanse mannen en vrouwen betrokken bij het project. En steeds meer vrouwen krijgen hoop op een beter leven.

Moeders in actie

Vier aandachtspolen

werk, inclusief een vergoeding voor bekomen om een eigen activiteit op elk kwaliteitsvol eindproduct. Vrou- te starten. Zo worden de bezoekers wen die niet buiten mogen komen van het Vrouwenhuis geleidelijk aan van hun man krijgen het bezoek van autonomer. Tegelijkertijd wordt geeen naailerares die hen borduurwerk dacht aan het management van het geeft. Ook zij worden betaald voor centrum. De Afghaanse manager werd hun werk. Het feit dat de vrouw goed opgeleid en zou op termijn in financieel bijdraagt tot het inkomen van het gezin versterkt haar positie en geeft “Het break-evenpunt is nog niet haar een hefboom om zich te verzetten tegen slagen of bereikt. We zijn nog steeds afhanvernederingen. “Het is nooit de bedoeling om te geven kelijk van steun en giften, maar het zonder iets terug te krijgen”, is wel degelijk de bedoeling om op verklaart Jennie. “Wij willen termijn zelfbedruipend te zijn.” dat de mensen bij ons leren hoe ze zelf hun plan kunnen trekken. Wij geven de mensen bij wijze van spreken geen vis, staat moeten zijn om het Vrouwenhuis maar leren hoe ze moeten vissen”. draaiende te houden, ook zonder buitenlandse tussenkomst. “Het breakDe afgewerkte producten van het evenpunt is nog niet bereikt. We zijn Vrouwenhuis (landbouwproducten, nog steeds afhankelijk van steun en kleren, borduurwerk, keramiek…) giften, maar het is wel degelijk de beworden verkocht in de bazaar van doeling om op termijn zelfbedruipend Istalif. Gehoopt wordt dat de cyclus te zijn.” Jennie Vanlerberghe schat die op die manier geïnitieerd werd op dat het Vrouwenhuis over een drietal termijn rendabel blijkt te zijn. jaar op eigen vleugels kan vliegen. Dat zou een mooie overwinning zijn. “Van zodra de lokale mensen het aankunnen geven wij de leiding over. Het is nooit de bedoeling geweest om hun hand te blijven vasthouden.” Jennie is blij met de tot hiertoe geboekte Inmiddels telt het Vrouwenhuis een resultaten. vijfhonderdtal bezoekers per dag. In “Mijn grote dromen om de wereld totaal zijn er zowat 3000 mannen, te verbeteren heb ik moeten terugvrouwen en kinderen betrokken bij schroeven. Maar dat betekent niet dat het project. Volwassenen kunnen ik geen kleine bijdrage kan leveren, en naast opleidingen ook microkredieten dat zal ik zeker blijven doen.”

Op weg naar autonomie

Waarom een Vrouwenhuis in Istalif?

Wie meer informatie wenst over Istalif en het ontstaan en de groei van het Vrouwenhuis vindt in Jennie’s boek “Lach niet, Khanoem” zijn gading. Het verscheen in 2007 bij Roularta Books en is te koop in de boekhandel of bij de Nederlandstalige Vrouwenraad, nvr@amazone.be . Wie het Vrouwenhuis financieel wil steunen kan een bedrag storten op het rekeningnummer van de Koning Boudewijnstichting 000-000000404 met vermelding: project L79899 - Vrouwenhuis Istalif. Giften van 30 euro of meer zijn fiscaal aftrekbaar.


Nieuwe hoop voor (historische) tuinen! Niet iedereen heeft het geluk te kunnen genieten van een eigen tuin. Maar in de publieke tuinen en parken is er wel plaats voor iedereen. Jammer genoeg ontbreken soms de middelen om die goed te onderhouden of hun oorspronkelijke pracht te herstellen. Louise Vanden Bulcke, dochter van een hovenier uit Ganshoren, kreeg de liefde voor de natuur met de paplepel naar binnen. Haar tuin was haar hobby. En toen het tijd was om haar laatste schikkingen te treffen, regelde zij met haar notaris dat er na haar dood een fonds voor de aanleg en het onderhoud van tuinen en parken opgericht zou worden. Dat gebeurde in 2002, in samenwerking met de Koning Boudewijnstichting. Sindsdien trekt het Louise Vanden Bulckefonds voor dit nobele doel elk jaar een prijs uit van 6.000 euro en vanaf 2008 worden dat er 6.500.

De jaarlijkse Hans Vredeman de Vriesprijs Elk jaar kunnen particulieren en verenigingen een aanvraag indienen om de aanleg of het onderhoud van een al dan niet geklasseerde tuin of park in Vlaanderen (gedeeltelijk) te financieren. Het is de bedoeling dat dit bedrag besteed wordt aan concrete projecten, zoals het restaureren van architectonische elementen, het beschutten van planten tegen de weersomstandigheden, het

op niveau brengen van waterpeilers, de aanleg van een omheining, enz. De prijs is genoemd naar Hans Vredeman de Vries, de auteur van het boek “Hortorum viridariorumque... formae” (1583) dat van groot belang was voor de ontwikkeling van de tuinarchitectuur. Hij illustreerde het boek met zelf getekende prenten van tuinen, gezien van bovenaf, met parterres van geometrische velden, geschoren hagen, bomen, bloemen, hekken, portalen, loofgangen, paviljoenen, bassins en fonteinen.

Jean Canneel–Claes, in Liedekerke in zijn oorspronkelijke staat hersteld (2005). In 2006 was een 150 jaar oude serre in het park van Hoegaarden aan de beurt, gevolgd door de restauratie van het Lovertheater van Leeuwergem in 2007. Dit jaar ging de Hans Vredeman de Vriesprijs naar de restauratie van een rustieke grot en de aanpalende rotsstructuur in een laatromantische ommuurde stadstuin in West-Vlaanderen.

Een transparante procedure Het Fonds Vanden Bulcke bepaalt volledig autonoom welke projecten gesteund worden. Elk jaar wordt een oproep gelanceerd en kunnen geïnteresseerde particulieren of verenigingen een kandidaatsdossier indienen. Dat moet gebeuren tegen uiterlijk 15 oktober. De ingediende dossiers worden beoordeeld door een deskundige jury die verslag uitbrengt bij het bestuurscomité van het Fonds Louise Vanden Bulcke . Rond maart /

april wordt de beslissing meegedeeld aan de kandidaat. De prijsuitreiking zelf vindt in de lente van het daaropvolgende jaar plaats.

Het kandidaatsformulier kan gedownload worden van de website van de Koning Boudewijnstichting (www.kbs-frb.be).

Een mooi palmares De Hans Vredeman de Vriesprijs werd voor het eerst uitgereikt in 2003, meer bepaald aan het Annunciatenklooster van Veurne, dat met het ontvangen geld een tuinornament restaureerde. Het ging om een tuinvaas van het Norbertinessenklooster dat op die plaats gevestigd was tot 1785. Het Annunciatenklooster had de vaas zelf reeds gerestaureerd in 1996 maar kon dankzij de gewonnen prijs ook een gepast voetstuk voor de vaas laten maken. In de daaropvolgende jaren werden in verschillende Vlaamse provincies soortgelijke werken uitgevoerd. Zo werd een kleine perspectiefgevende praalboog in het domein Laarhof te Reet gerestaureerd (2004) en werd de enige overblijvende modernistische tuin uit het interbellum, die ontworpen werd door

In Isaan (Thailand) wordt de digitale kloof gedicht

Isaan, gelegen in het noordoosten, is de armste regio van Thailand. Zij telt 25 miljoen inwoners die hoofdzakelijk van de landbouw leven. Het gemiddelde inkomen in Isaan ligt de helft lager dan het nationaal gemiddelde. Veel dorpelingen migreren dan ook naar de steden. De kinderen, met slechts een basisopleiding op zak, volgen hun weg naar slecht betaalde jobs. Om daar iets aan te doen mikt het project Isaan van Deloitte op een verbetering van het onderwijs en vooral het dichten van de digitale kloof. Hoe kwam Deloitte terecht in Thailand? En hoe zit het project in elkaar? Een gesprek met Rony Wuytjens, partner bij Deloitte en initiator van het initiatief.

Wanneer individuele filantropie en bedrijfsmecenaat elkaar versterken Deloitte levert audit-, consulting-, tax- en accountancydiensten aan bedrijven en overheidsinstellingen. Het bedrijf nam Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) op in zijn bedrijfsstrategie en spitst zijn programma hoofdzakelijk toe op sociale en ontwikkelingsprojecten. Daarbij richt het zijn pijlen vooral op opleiding, ondernemerschap en vernieuwing. Deloitte, eerder al actief in Indonesië en Marokko, besloot in 2007 een project op te starten in Thailand. “Mijn vrouw, Sasikan, is afkomstig uit Isaan. Zij bracht

mij op het idee om ook eens iets voor haar geboortestreek te doen,” aldus Rony Wuytjens. Hij nam contact op met de vzw Thaibel en de consul van Thailand in België, Jocelyn Timmermans, en bekeek samen met hen wat er gedaan kon worden. Daarna volgde een bezoek aan Thailand en contacten met NGO’s die daar actief zijn. Zo ontmoette hij Supachia Duttuyawat, de directeur van de Prasat Thanong School die zowat 550 kinderen uit een twaalftal dorpen onderwijs verschaft, tot en met het lager middelbaar. “De scholen zijn er minder goed uitgerust dan in de steden, het niveau van het onderwijs ligt veel lager en de meeste scholen voorzien slechts onderricht tot en met de 9e graad, hetgeen overeenstemt met het 3e jaar middelbaar,” aldus Rony Wuytjens. In samenspraak met Deloitte besloot hij een project op te starten om het onderwijs in Isaan te verbeteren en extra middelen te verschaffen om de achterstand ten opzichte van de rest van het land weg te werken. “Wij willen ons steentje bijdragen om de locale economie te verbeteren en er het onderwijs en het ondernemerschap bevorderen”, aldus de partner van Deloitte.

De computerklas van Prasat Thanong Bij zijn bezoek aan de Prasat Thanong School stelde Rony Wuytjens vast dat

slechts 6 van de 18 computers van de computerklas werkten en dat ze allemaal uitgerust waren met een andere software. Van een netwerk of randapparatuur zoals een printer was geen sprake. Het eerste initiatief van Deloitte was dan ook om, in samenwerking met de internationale non-profitorganisatie Close the Gap – dat gebruikte computers ophaalt en weer gebruiksklaar maakt voor ontwikkelingslanden - de computerklas te voorzien van 24 PC’s die allemaal met dezelfde programma’s uitgerust zijn en aangesloten zijn op een multifunctionele printer. Tevens werd via satelliet gezorgd voor een internetconnectie. “Waar het op aankomt is de digitale kloof te dichten”, verklaart Rony Wuytjens. “Vroeger was analfabetisme het grote probleem, maar om mee te kunnen in de wereld is het nu even belangrijk, zoniet nog belangrijker, om het computeranalfabetisme te bestrijden. Daarbij is het niet alleen nodig om te leren werken met de courante programma’s maar ook om toegang te krijgen tot alle beschikbare informatie via het internet.” Door op de computers die in Isaan geleverd werden meteen ook een E-learningprogramma te installeren, kunnen de kinderen van de Prasat Thanong School nu op hun eigen ritme leren en vorderingen maken. Met deze aanpak zal het op

termijn mogelijk zijn om te voorkomen dat leerlingen systematisch afhaken op het einde van de 9e graad en zorgt men er tevens voor dat meer studenten doorstromen naar hogere opleidingen. “In augustus 2007 vloog ik samen met een IT-specialist van Deloitte naar Thailand om de computers te installeren, de elektriciteitsvoorziening te versterken en de leerkrachten op te leiden. Sindsdien worden de computers dagelijks gebruikt”, besluit Rony Wuytjens.

De multifunctionele Deloittehall In januari 2008 werd tevens de multifunctionele hall van de school, waarvoor Deloitte 5 miljoen Baht overhad, geopend. Deze dient niet alleen als refter en sportzaal maar wordt ook gebruikt voor de organisatie van sociale en culturele activiteiten, inclusief volwassenenonderwijs. Zo werd bijvoorbeeld een Engels taalkamp georganiseerd voor 150 leerlingen. De aandacht die besteed wordt aan het Engels taalonderwijs is nogmaals gericht op het verbeteren van de communicatie- en toekomstmogelijkheden van de leerlingen.

Goed begonnen is half gewonnen… Ondertussen richtte Rony Wuytjens het

Fonds Isaan op waarmee hij de initiatieven, gestart als partner bij Deloitte, privé verder zet. In september zullen een zestigtal computers Isaan bereiken en na de nodige infrastructuuraanpassingen geïnstalleerd worden in twee andere scholen uit de streek. Daarnaast verstrekt het Fonds studiebeurzen aan begaafde maar arme kinderen. Met die studiebeurzen, van gemiddeld 250 euro per jaar en per kind, hoopt het Fonds dat steeds meer leerlingen op termijn zullen doorstromen naar het hoger onderwijs. Last but not least worden, onder andere binnen Deloitte, vrijwilligers gezocht om Engels taalonderwijs te verstrekken. Dat wordt heel gestructureerd aangepakt. “Een onderwijsdeskundige werkt op dit moment een handleiding uit met de do’s en don’t voor de tijdelijke leerkrachten die wij naar Isaan zullen sturen. Het is de bedoeling dat de leerlingen een kwalitatief hoogstaand onderwijs genieten. Daarom worden de inspanningen zorgvuldig gecoördineerd,” aldus Rony Wuytjens. Kortom, nu het project in Isaan gelanceerd is ligt de weg open voor talrijke nieuwe initiatieven die ervoor moeten zorgen dat de bevolking van Isaan meer greep krijgt op haar toekomst!


FACE brengt een stroom van menselijke solidariteit op gang Dit is het verhaal van de confrontatie van een jonge moeder met de miserie van een stad en haar diepe verontwaardiging over de kansloosheid van kinderen. Het was voor Flavia Shaw-Jackson de aanzet tot het oprichten van Face, een NGO die het opneemt voor in de steek gelaten kinderen in de Egyptische hoofdstad Cairo. leveren. In België is er een groeiende bewustwording over het feit dat men concreet kan helpen bij projecten die de vooruitgang, zowel hier als elders, kunnen verzekeren. Belgen bekennen zich steeds meer tot de filantropie.” BMW, Panini en tal van andere, meer bescheiden spelers, hielpen bij de bouw van een weeshuis voor baby’s. Ze financieren ook de opleiding en het werk van onze kinderverzorgsters. Face zit nu in de eindfase van de uitbouw van een opvangcentrum voor straatkinderen, waar ze scholing zullen krijgen en hun gezondheid opgevolgd wordt. Een droom die steeds meer vorm krijgt, is ook de oprichting van een centrum speciaal voor moeders en kinderen in de grootste sloppenwijk van Caïro. Face wil er een medisch centrum bouwen en beheren. Daar komt dan ook een crèche, een school en een afdeling waarin moeders opgeleid zullen worden om op de juiste manier met hygiëne om te gaan.

“De giften gaan rechtstreeks naar onze projecten”, verklaart Flavia. “Onze persoonlijke werkings- en verplaatsingskosten betalen we nog altijd uit onze eigen zak. Ik ben dan ook erg trots dat de verbetering van het leven van die kinderen een realiteit is, en dat ze nu gesteund worden door plaatselijke instanties zoals het Egyptische Nationale Centrum voor Kinderen. De noodzakelijke voorwaarden voor het welslagen van een dergelijk project zijn immers plaatselijke steun, bekwaamheid en een lange termijnvisie op positieve verandering.” De goede resultaten die Face boekt zijn ook het resultaat van de visie van de hele ploeg: Liefde, Medeleven en Sociale rechtvaardigheid!

CC: Xavier Fargas

Inmiddels bestaat Face bijna tien jaar. De inspanningen van het personeel en het enthousiasme van vrijwilligers die het project dragen werden stilaan aangevuld met steeds meer grote en kleine bedragen van personen en bedrijven. “Het is fantastisch om te zien wat ons project al heeft bewerkstelligd. Het verzamelen van fondsen is een zware en tijdrovende aangelegenheid, en we zitten steevast gekneld tussen de noodzaak van het beheren van onze contacten om onze projecten te financieren, en het beheren van onze werkingsmiddelen ter plaatse.” Flavia voelt zich erg gesteund door de solidariteit van particulieren en bedrijven die haar nu dagelijks helpen: “We voelen dat mensen zich dingen ontzeggen om het leven voor de kinderen in Cairo te verbeteren, we ontvangen giften uit zowat alle sociale milieus. Bedrijven zijn er ook trots op ons een bijdrage te kunnen

www.facecharity.org

Mecenaat is bij uitstek een uiting van ondernemingsvrijheid Filantropie is niet hetzelfde als mecenaat. Maar het onderscheid tussen de persoonlijke drijfveren die iemand aanzetten tot maatschappelijk engagement aan de ene kant en de beredeneerde beslissing van een onderneming aan de andere kant is niet zo erg groot, meent Amélie d’Oultremont, General manager van Fortis Foundation Belgium.

illustratie: Pierre Dala Palma

Inderdaad kan het handelen van een onderneming ook het resultaat zijn van een engagement van individuele medewerkers die een project dragen, steunen of erin participeren. Heel wat werknemers van de bank-verzekeraar zijn persoonlijk betrokken in de acties die door de Fortis Foundation gesteund worden. “Het wordt zelfs meer en meer één van de motivaties die expliciet verwoord worden door de sollicitanten en medewerkers die we rekruteren.” Maar de verantwoordelijke voor de Fortis Foundation houdt er ook aan te verduidelijken wat maatschappelijk engagement betekent in de ogen van de decision makers van ondernemingen. “Ik zie verschillende voorwaarden die het mecenaat definiëren. Vooreerst gaat het sowieso om een vrije keuze van de onderneming. Ten tweede kan men stellen dat het om een project gaat dat losstaat van de louter commerciële activiteiten van een onderneming. Ten derde gaat het om een weloverwogen engagement op lange termijn en niet om een louter emotionele impuls. Tot slot creëert het mecenaat een reële toegevoegde waarde voor het bedrijf in zijn ontmoeting met het

verenigingsleven en toont het ‘de ziel’ van de onderneming”. De keuze van een stichting om bij te dragen tot meer sociaal welzijn, met inbegrip van de participatie van medewerkers, is vooreerst een uitdrukking van de bedrijfscultuur. “In ons geval wilden we coherent zijn in onze keuzes, dus in overeenstemming met onze strategie van nabijheid tot de klant. Die sociale lijn is zeker mee bepaald door de geschiedenis van Fortis en die van de voormalige ASLK. We ondersteunen enkel plaatselijke verenigingen, opvanghuizen voor ouderen en kinderen, activiteits- en integratiecentra. We streven ook goed nabuurschap op cultureel vlak na, sterk gedomineerd door musea en concertzalen in onze omgeving (o.m. via restauratiewerken en steun bij exposities). Op deze manier willen we de toegang tot deze centra openen naar een publiek dat er normaliter minder aanwezig is.” De Fortis Foundation Belgium tracht ook invloed uit te oefenen op de Belgische politieke wereld. Doel is dat de politiek eindelijk op een meer duidelijke manier de rol van ondernemingen in de verbetering van culturele, sociale en humani-

taire situaties gaat erkennen. Er is nood aan een wettelijk en fiscaal kader dat de voordelen voor bedrijven op dit breed solidair en waardevol maatschappelijk vlak stimuleert. In Frankrijk leidde de wet die het regime van het mecenaat vastlegde tot een explosie van de budgetten. “In 2003 vertegenwoordigde de financiering van sociale en culturele acties er 430 miljoen euro. In 2008 groeide dat budget tot 2,5 miljard euro! Zo’n 75% van de schenkers zijn KMO’s”. Wat voorheen niet het geval was. Een sprankje hoop biedt het feit dat het mecenaat in de regeringsverklaring is opgenomen. Om de werkelijke realisaties te tonen van bedrijven die naast hun commerciële activiteiten ook investeren in de genereuze samenleving, creëerde Amélie d’Oultremont de website: www. bedrijfsmecenaat.be. Daarop kan men vaststellen dat het de leiders van zowel kleine als grote ondernemingen niet ontbreekt aan initiatieven en projecten. De politieke wereld is zeker welkom om de goede intenties van onze ondernemingen te bevestigen en te versterken.


Jong talent helpen hun « Little Dream » waar te maken ! Na een schitterende carrière, eerst bij Genesis en daarna solo, wilde Phil Collins samen met Orianne Collins de succesdroom verwezenlijken van talentvolle jongeren in de muziek-, kunst- of sportwereld. Dit leidde tot de oprichting van de Little Dreams Foundation in 2000.

gehandicapten. De Stichting wil dus in de eerste plaats zowel de persoonlijke kwaliteiten, het potentieel als de motivatie van jongeren ondersteunen, en dat in bijna alle artistieke en sportieve disciplines. » De opdracht van de Stichting is duidelijk: het helpen van jong talent, zowel gehandicapte als niet gehandicapte jongeren. Het « No Difference » programma besteedt specifieke aandacht aan jongeren met een handicap die vastbesloten zijn om hun talent naar het hoogste niveau te tillen, wat bewondering en respect verdient. « Er zijn zoveel jonge talenten die niet kunnen doorbreken omdat hen de middelen ontbreken,” zo verklaart Stéphanie de Broux, communicatieverantwoordelijke van de Stichting in België. “En dit geldt des te meer als het gaat om

Vandaag heeft de Stichting die haar zetel in Zwitserland heeft, ook vestigingen in Frankrijk en (sinds maart 2008) in België, waar de giften door de Koning Boudewijnstichting worden beheerd via het Transnational Giving Europe netwerk. Ze ondersteunt de carrièreprojecten van een 90-tal veelbelovende jongeren in het domein van muziek, dans, spektakel, literatuur, evenals paardensport, tennis, wieler- of bergsport. « Elke jongere kan bij ons een dossier indienen met informatie over het project en over wat hij of zij al gerealiseerd heeft. Een comité van experts onderzoekt het kandidaatsdossier,

ervaringen en prestaties, waarna het beslist om eventueel financiële steun toe te kennen. Een dergelijke steun bedraagt tegenwoordig 4.000 tot 45.000 euro per jaar. Dit om jong talent te helpen zichzelf te bevestigen en aan een loopbaan te beginnen. Zo steunen wij Nicolas Peifer, een jonge tennisser in een rolstoel die al kampioen werd, en kon deelnemen aan de Paralympics in Peking ». Vandaag beheert de Little Dreams Stichting een jaarbudget van 600.000 euro, waarvan bijna 35% bestemd is voor het « No Difference » programma. Alle schenkers die geloven in het ideaal dat talent steun verdient, zijn uiteraard welkom. Little Dreams Stichting België E. Van Ophemstraat, 40C, 1180 Brussel. web: www.ldf.cc mail: belgium@ldf.cc

De Baobab van Scripta

Van wetenschappelijk onderzoek tot humanitaire actie Toen de Belgische primatoloog Jef Dupain in 1994 besliste zich in te zetten voor de grote Afrikaanse apen, was dat oorspronkelijk vanuit een wetenschappelijke bezieling. Bonobo’s in Congo waren bedreigd, op het randje van uitsterven, ook al was hun bijdrage tot het ecologisch evenwicht en hun waarde voor het wetenschappelijk onderzoek aangetoond. Een ondraaglijk idee in de ogen van een man die gekozen had zijn leven in het teken van de wetenschap te stellen. Jef Dupain nam zich dus voor in te staan voor hun bescherming. De hulp van de plaatselijke dorpelingen bleek al snel onmisbaar, vooral in tijden van conflict. In 2000 keerde hij om veiligheidsredenen terug naar België, maar hij liet zijn beschermelingen niet in de steek: in samenwerking met de Antwerpse dierentuin richtte hij de vzw Ape Assistance op. Het ingezamelde geld is bestemd voor de primaten, maar wel via de ‘omweg’ van een ontwikkelings- en

onderwijsprogramma voor de plaatselijke bevolking. Als ze elders financiële inkomsten kunnen vinden, is het voor de bewoners van de regio immers mogelijk meer belangstelling op te brengen voor de bescherming van hun leefomgeving. Ape Assistance ondersteunt inmiddels meerdere initiatieven die ontwikkeling en bescherming van de fauna koppelen. Een zeer recent voorbeeld is het project “Bijenteelt” in Kameroen, waarbij de dorpelingen hout hebben kunnen verwerven om bijenkorven te bouwen en honing te produceren die voor verkoop bestemd is. De eerste oogst werd binnengehaald in de zomer van 2008. www.ape-assistance.org

Zoals zo vaak begon het met de bewustwording van één persoon. In dit geval gaat het om Serge De Schryver, gedelegeerd bestuurder van de reclameregie Scripta, een man die gepassioneerd is door zijn werk. Tijdens een toeristische uitstap maakt hij kennis met het dagelijkse leven in Senegal. De onweerstaanbare drang om mensen vooruit te helpen, bekruipt hem. Bij zijn thuiskomst in België hanteert hij een eenvoudige logica: de wereld van de communicatie wordt gekenmerkt door bergen passie, veel fantasie, talloze ontmoetingen en handenvol geld. Dakar echter moet vechten, in de schaduw van baoab-bomen, om erop vooruit te gaan. De Senegalese hoofdstad bestaat uit kleine werkplaatsen, schooltjes zonder middelen, vrouwen die vechten om de eindjes aan elkaar te knopen en kinderen die knutselen en alles wat ze maar vinden, trachten te recycleren. Een ontmoeting tussen de twee werelden lijkt hem evident. Het jaar daarop ziet hij af van een traditionele zakenreis en neemt hij zijn medewerkers en enkele potentiële geïnteresseerden mee naar Senegal, maar

dan wel met de NGO Frères des Hommes. Het is een schot in de roos. Zowel de emotionele betrokkenheid als de actiebereidheid zijn zeer groot. Uit dit enthousiasme groeit in 2003 de vzw Baobab. Tegenwoordig kan Baobab, met de steun van een honderdtal leden, projecten van Frères des Hommes, Broederlijk Delen en de Senegalese vereniging Enda Graf ondersteunen. Ze bieden microkredieten en geven steun voor het voeren van opleidingscampagnes en voor het opzetten van naaiateliers. Maar vooral wil Baobab aan buitenlandse gasten deze andere kant van Dakar leren kennen. In de periode 2007-2008 werd in totaal meer dan 40.000 euro aan deze acties besteed. Een helpende hand, gereikt vanuit de hoogste rangen van de communicatiewereld. BAOBAB vzw Green Land B01 Etienne Demunterlaan 1 1090 Brussel, tel.: 02/475 37 81, mail: info@baobabblog.org , www.boababblog.org.

CC: Vit Hassan

CC: etrusia_uk

Hoe iets moois groeien kan


Het engagement van bedrijven Verschillende internationale en lokale bedrijven namen de beslissing om een deel van hun winst te investeren in maatschappelijk verantwoorde acties. Daarmee willen zij niet alleen aantonen dat zij zich echt bekommeren om hun sociale en culturele omgeving, maar ook dat succes en goede resultaten niet los kunnen staan van een inspanning voor een betere wereld rondom hen.

Voor deze bedrijven is de economie een onmisbare hefboom voor groei en vooruitgang. De bijdragen die zij leveren op het vlak van opleiding, sociale inschakeling, cultuur, hygiëneverbetering,… geeft hen een gevoel van fierheid, niet alleen omdat zij concreet verankerd zijn in de maatschappij waarin zij zich ontwikkelen, maar ook omdat hun

voorbeeld anderen kan inspireren. De verhalen en initiatieven die hierna worden beschreven, zijn er slechts enkele uit de vele mogelijke voorbeelden van engagement van onze bedrijven. Zij illustreren meteen ook hoe de keuze voor mecenaat en voor een strategische aanpak daarvan dikwijls leiden tot overtuigende resultaten voor het algemeen belang.

Gulle kijkers

In België zijn ook de omroepen belangrijke actoren voor de filantropie. Met acties zoals Kom op tegen Kanker, Levenslijn, Télévie of Cap 48 doen VRT, VTM, RTL-TVI en RTBF een beroep op de vrijgevigheid van het publiek. De kracht van de audiovisuele media zet een enorme golf van publiek medeleven in beweging. Kom op tegen Kanker : een verhaal van hoop, moed en verbondenheid Bijna 20 jaar oud is de campagne Kom op tegen Kanker -de tweejaarlijkse fondsenwervingscampagne van de Vlaamse Liga tegen Kanker en de VRT- maar er zit nog steeds rek op de groei. De campagne heeft sinds haar ontstaan in 1989 een indrukwekkend palmares opgebouwd. Elke campagne bracht meer op dan de vorige. Kom op tegen Kanker is daarmee uitgegroeid tot één van de grootste geldinzamelingsacties in Vlaanderen. Getuige daarvan is de bijzonder succesvolle campagne van 2006-2007. De VRT zette zich voor de tiende keer in voor Kom op tegen Kanker. De actie stond volledig in het teken van borstkanker. Het doel was om in Vlaanderen zoveel mogelijk vrouwen tussen de 50 en 69 jaar aan te sporen om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek. Het eindbedrag (11.612.242,49 euro) van de actie was indrukwekkend. Waar dat geld allemaal vandaan kwam? Kom op tegen Kanker steunt op drie pijlers: subsidies, acties zoals het Plantjesweekend en giften. De lokale acties leverden ongeveer evenveel op als vorige campagne en ook de subsidies bleven gelijk. Het nieuwe record is dus te danken aan een stijging van het bedrag aan giften. Die bedroegen 55,6% van de totale opbrengst. De Vlaamse Liga tegen Kanker en Kom Op tegen Kanker maken zo onze grote en kleine wereld wat zonniger.

Levenslijn : de veiligheid van jongeren in het verkeer op het voorplan Levenslijn, een initiatief van VTM en zowat de tegenhanger van Télévie bij RTL, heeft sinds de lancering in 1990 kolossale bedragen ingezameld om onder meer de strijd tegen multiple sclerose, tegen diabetes of tegen kanker te steunen. In 2002, besloot VTM om in de schoot van de Koning Boudewijnstichting het Levenslijn-Kinderfonds op te richten. De acties zijn geconcentreerd op de verkeersveiligheid van kinderen en jongeren, jammer genoeg nog altijd een belangrijk thema. Bijna

1,5 miljoen Vlamingen zijn jonger dan 19 jaar (24%). Als verkeersgebruikers zijn deze jonge mensen duidelijk zichtbaar. Maar de confrontatie tussen jonge mensen en het verkeer blijkt onthutsend pijnlijk. De preventiecampagne 2006-2007 van Levenslijn stond voor 100% in het teken van het meer en veilig fietsen. Bekende Vlamingen deden graag mee aan de actie.Voor de sensibiliseringscampagne werd een beroep gedaan op Tom Boonen. VTM en Levenslijn mobiliseerden Vlaanderen voor massale geldinzamelingsacties. Met de ingezamelde middelen werden ondermeer 120.000 fietslichtjes uitgedeeld aan de eerstejaars van de secundaire scholen.

Télévie of de actie voor het leven Reeds 20 jaar steunen duizenden vrijwilligers de acties van de Télévie. Via talrijke lokale sportieve, culturele of folkloristische activiteiten wordt een steentje bijgedragen. Elk heeft,

volgens eigen engagement of middelen, de kans bij te dragen tot de strijd tegen kanker en leukemie, in het bijzonder waar kinderen getroffen worden. De initiatieven van de vrijwilligers, gecombineerd met de verschillende antennes van de RTL-familie slagen er telkens weer in belangrijke bedragen te werven die volledig doorgesluisd worden naar het onderzoek (F.R.S., het (Franstalige) Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, de tegenhanger van het Nederlandstalige FWO). Aan de kant van de wetenschap beseft men hoe zeer het werk van de onderzoekers ondoorzichtig is voor het grote publiek. De televisie en Télévie in het bijzonder hebben beide werelden dichter bij elkaar gebracht en zorgen voor een beter begrip voor de acties en het werk van het wetenschappelijk onderzoek. Een gift, producten van Télévie kopen of verkopen of deelnemen aan de actie Télévie… het zijn belangrijke instrumenten voor participatie die voor allen toegankelijk zijn. En telkens is de commerciële omroep

er om eer te betonen aan deze vrijwilligers, deze menselijke avonturen te vertellen, deze buitengewone blijken van solidariteit en vrijgevigheid in de schijnwerper te zetten. Ook dit jaar werd 8.117.840 euro ingezameld. Een absoluut record !

Cap 48 vaart al een halve eeuw dezelfde koers 50 jaar geleden lanceert een medewerker van de toenmalige INR de solidariteitsactie 48.81.00 ten gunste van de meest kwetsbare mensen. Geleidelijk verschuift de klemtoon van de actie naar gehandicapten en naar jongeren met integratiemoeilijkheden. In 2003 wordt de campagne 48.81.00 omgevormd tot Cap 48. De RTBF ondersteunt deze actie via haar mediakanalen. Cap 48 ziet elk jaar haar naambekendheid stijgen en in het kielzog daarvan, uiteraard ook de giften. Het succes is reëel en blijft de vrucht van een geslaagde samenwerking tussen de RTBF, de vrijwilligers, de ondernemingen, de overheidsdien-

sten en het grote publiek. RTBF en Cap 48 blijven ijveren voor een betere perceptie van de handicap door de kijkers. Zonder in de plaats te willen treden van de openbare financiering laat Cap 48 toe een aanvullende ondersteuning te geven wat betreft sensibilisatie en andere noden op het gebied van de handicap. Sinds de oprichting heeft CAP 48 al 50 miljoen euro ingezameld. Dat heeft de financiering van 2.237 projecten mogelijk gemaakt ! Televisiezenders informeren en ontspannen maar bewijzen ook hun efficiëntie en hun impact bij het realiseren van de sociale rol die zij zich toebedeeld zien. Dat laatste is hen niet opgelegd, maar toch nemen de audiovisuele media en vooral de televisie deze taak op. Het kleine scherm is machtig : het informeert de grote massa en in het verlengde daarvan sensibiliseert het tot solidariteit, zodat de wereld van morgen een betere wereld wordt.

Muziek verzacht de zeden Bij Music Fund begon alles, hoe kan het ook anders, vanuit een passie voor muziek. De hedendaagse Belgische muziekgroep Ictus en hun medestanders halen hun inspiratie vooral uit het dagdagelijkse leven. Met deze instelling bezoeken de bandleden al jaren muziekscholen in achtergestelde regio’s en conflictgebieden, voornamelijk in Palestina, om plaatselijke muziekleraars een hand te reiken en “de muziek een kans te geven”. Gedurende hun omzwervingen viel het gebrek aan middelen van die muziekscholen hen erg op. Daaruit groeide spontaan het idee om muziekinstrumenten te gaan inzamelen. De groep Ictus richtte in 2005 de vereniging Music Fund op. Hun doelstelling is muziekinstrumenten van goede kwaliteit naar crisisregio’s over de hele wereld te sturen en desgewenst ook te zorgen voor een opleiding in het gebruik en de restauratie ervan. Dankzij de samenwerking met Oxfam en de steun van sponsors, vooral voor het internationaal transport, kwam er een eerste inzamelingsactie in 2005, en kon de nieuwe vereniging meteen rekenen op de steun van professionele organisaties. Sindsdien werden op verschillende gelegenheden al herhaaldelijk inzamelingen gehouden, met de mede-

werking van organisatoren van muziekevenementen. Op drie jaar tijd werden meer dan duizend instrumenten ingezameld, hersteld, gestemd en verzonden. In de eerste plaats naar Palestina en Israël, maar ook naar Mozambique, de Democratisch Republiek Congo, Zuid-Afrika en Brazilië. Stilaan komen de inzamelingen ook in Duitsland en Frankrijk op gang.

In zowat alle gevallen beperkt Music Fund zich niet tot het weggeven van instrumenten. Met de medewerking van plaatselijke ateliers levert men ook de kennis om instrumenten te stemmen, te herstellen en ze te onderhouden, zodat meteen ook de opleiding van plaatselijke muziekleraars er baat bij heeft.


« Onze strijd is geen liefdadigheid ! »

Het beroemde jeansmerk zou met een knipoog naar Picasso kunnen stellen: « overal waar ik grijs zie breng ik blauw ». Maar Levi Strauss ziet zijn maatschappelijke rol ruimer en wil ook een burgerlijke verantwoordelijkheid dragen: het succes van het bedrijf moet tegelijk een meerwaarde voor de gemeenschap betekenen. Levi Strauss vond zijn oorsprong in het milieu van de Europese migranten die in het westen van Amerika een nieuw leven wilden opbouwen. Dat historische gegeven heeft een grote invloed gehad: het merk stond traditioneel dicht bij een bevolking die af te rekenen had met problemen van sociale integratie. De familie van de stichter, die nog steeds aan het hoofd van het bedrijf staat, heeft die aanpak “op een vanzelfsprekende wijze” voortgezet. Maar het imago van de jeans evolueerde mettertijd, het wordt nu vooral geassocieerd met het gevoel van rock & roll, jeugd en vrijheid. De maatschappelijke doelstellingen van het bedrijf evolueerden mee. Opvallend in dat verband is de voortrekkersrol die Levi’s speelt in de strijd tegen aids en, bij uitbreiding, tegen onverdraagzaamheid en discriminatie in het algemeen. “Dit is werkelijk een uitdrukking van onze bedrijfscultuur”, onderstreept Régis Mulot, Vice President HR Europe Community & Corporate Citizenship. “De aanzet werd gegeven door Levi’s medewerkers in San Francisco in 1983, toen die stad erg te lijden had onder de aids-epidemie. Het leidde tot een globaal engagement van de groep: we steunen overal waar we aanwezig zijn sensibiliseringsacties en hulporganisaties voor aids-patiënten.” Vandaag is de steun aan lokale en internationale organisaties die aids bestrijden een van Levi’s grootste investeringen in de samenleving.

“ Ons doel reikt veel verder dan schenkingen en liefdadigheid - wij willen verandering brengen. Wij willen een actieve rol spelen in de maatschappij. Dat sluit zeer goed aan bij onze commerciële aanpak, en ook bij ons consumentenpubliek. Een cheque geven is iets, maar dat blijft nogal passief. Wij willen onze energie, onze middelen, onze know how inzetten voor issues die wij belangrijk vinden, om bij te dragen tot een betere wereld. Zo stellen wij bijvoorbeeld onze marketingkennis ter beschikking van de organisaties die wij steunen, zodat ze meer middelen en nieuwe financieringsbronnen voor hun projecten kunnen vinden.” Deze bedrijfsfilosofie komt duidelijk tot uiting in Levi’s keuze van maatschappelijke actiedomeinen, die allemaal te maken hebben met ontwikkeling, toegang tot betere levensomstandigheden en meer zelfredzaamheid. Drie thema’s werden vastgelegd: drie belangrijke maatschappelijke uitdagingen en tegelijk onderwerpen waarbij alle medewerkers, zowel op lokaal als internationaal niveau, betrokken kunnen worden. Het eerste thema: “Een initiatief waarbij onze medewerkers concreet betrokken zijn of dat door hen gesteund wordt. Het engagement in de strijd tegen aids is daarvan een voorbeeld. Vandaag vertaalt zich dat in de financiering van sensibiliseringsactiviteiten voor jongeren in de landen van

de vroegere Sovjet-Unie.” Tweede thema : recht op werk. “Het kan verrassend zijn dat een bedrijf groepen die weleens als activisten worden omschreven of vakbonden steunt, ” erkent Régis Mulot. “Maar veel opkomende landen hebben nog maar embryonale opvattingen inzake arbeidsomstandigheden. Wij vinden evenwel dat het hier gaat om een fundamenteel menselijk recht, en wij investeren veel in sensibiliseringsacties ter verbetering van arbeidsomstandigheden. We steunen ngo’s die aanwezig zijn op het terrein en vakbondsgroepen, we verstrekken informatie over de rechten van de werknemers, de werkduur, de voorwaarden inzake hygiëne en veiligheid, opleidingen. Soms zijn wij zelfs de bemiddelaar tussen drukkingsgroepen en bazen van lokale bedrijven, bijvoorbeeld in China!” Het derde thema van Levi’s sociaal engagement houdt verband met het consumentenpubliek van het merk, ook al komt het er voor het bedrijf hier niet op aan om commercieel voordeel te halen uit zijn acties. “Onze doelgroep, dat zijn de jongeren. Daarom willen wij in het algemeen aandacht schenken aan de uitdagingen waarmee de jeugd van vandaag heeft af te rekenen, meer bepaald aan de toegang tot betere levensomstandigheden en de integratie in de samenleving van deze leeftijdsgroep.” Levi’s verbindt die integratie met de toegang tot eigendom, mobiliteit en economische zelfredzaamheid. “ Het is natuurlijk

beste projecten eruit en implementeren die projecten dan wereldwijd. Onze medewerkers voelen zich betrokken bij onze globale strijd voor de bescherming van onze planeet.”

De waarden van de groep Accor worden bij uitstek gedragen door haar werknemers, en ontwikkelen zich rond twee pijlers: menselijkheid en duurzaamheid. “Dit hangt samen met onze job,” vertelt Christophe Vanswieten, Managing Director Benelux van Accor Hospitality. “De toekomst van onze planeet houdt ons bezig, zowel op het vlak van de bescherming van onze gezondheid en de promotie van onderwijs, als op het vlak van de bescherming van het leefmilieu. In de beide gevallen richten we ons op lange termijn. Wij voeren acties ten voordele van kinderen en jongeren, investeren in aidsbestrijding en treffen in onze hotels maatregelen om energie en water te besparen. Op het vlak van duurzame ontwikkeling organiseren we elk jaar met de hele groep een Earth Guest Day. Daar verzamelen we alle initiatieven van onze medewerkers omtrent energieverbruik, het terugdringen van het broeikaseffect en natuurbescherming. We pikken de

“Onze medewerkers voelen zich betrokken bij onze globale strijd voor de bescherming van onze planeet.”

Op menselijk vlak investeert de groep Accor ondermeer in Plan International

voor de bouw van medische en opleidingcentra in verscheidene ontwikkelingslanden. “In dit kader heeft Accor Hospitality Benelux een project in Cambodja gekozen. We bouwen er een lagere school in Siem Reap, in de schaduw van de Angkor Wat site. Sinds twee jaar financieren we de infrastructuur van de school. Dit jaar wordt die uitgebreid met een middelbare school. We voorzien er tevens een waterput, omdat de toegang tot water voor de kinderen en ouders uit plattelandsgebieden een bepalende factor is.” De financiering van het project gebeurde

de medewerkers, meer bepaald voor lokale projecten. “ Iedereen kan een voorstel indienen of een idee suggereren. Veel activiteiten komen trouwens voort uit het privé-initiatief van een werknemer van Levi’s, dat maakt ook de rijkdom en de dynamiek van zo’n project uit. Het enige wat wij willen is dat onze actie werkelijk effect heeft, ook al kan dat soms moeilijk gemeten worden. We willen niet dat onze activiteiten alleen als liefdadigheid worden gezien. Wij zijn hier om de wereld te helpen bouwen!”

Handelen naar het streefdoel van de onderneming

Een stichting met wel 1.000 initiatieven De Stichting Accor werd dit jaar opgericht. Aan het engagement en de structurering van de sociale acties van deze hotelgroep, aanwezig in meer dan 100 landen in het segment van hotels en diensten, ging een lange ontwikkeling vooraf die groeide vanuit de filialen zelf.

een zeer ruim thema”, verklaart Régis Mulot. “Wij steunen instellingen die microkredieten verlenen en microbedrijven, vooral in de voorsteden van West-Europa, waar veel immigranten wonen, of in Afrika. We investeren ook in opleidingen, toeleidingen naar werk, toegang tot eigendom…” Dit ambitieuze, gedenkwaardige programma dat verankerd is in de bedrijfsfilosofie, logisch voortkomt uit de interne ontwikkeling van het bedrijf en past bij de omvang van het internationale merk, wordt gefinancierd door de Levi’s Stichting, die de eigenaars en andere schenkers samenbrengt, maar ook door geldinzamelingen bij

op een originele manier: gedurende vier maanden was er een heffing van 1 euro per individuele kamer die via het internet werd geboekt in de deelnemende hotels van de Belux Group. De actie kreeg interne steun en werd met veel enthousiasme door de medewerkers naar de klanten toe gepromoot. Nu is de zorg van Accor Hospitality de actie te blijven ondersteunen. “Daarom vragen we op regelmatige basis een rapportering aan Plan International België over de vooruitgang van de school en de herverdeling van de geschonken middelen”, vertelt Christophe Vanswieten. “De Stichting Accor wordt regelmatig geïnformeerd over onze realisaties, en kan op die manier het project opvolgen en overnemen indien nodig. Ons doel is duurzame ontwikkelingsprojecten te ondersteunen en tevens het levensniveau van de mensen gevoelig te verbeteren. Verder willen we ook de bekwaamheden van mensen in een regio met hoog toeristisch potentieel verhogen.”

Reeds 38 jaar biedt Panini België zijn beroemde zelfklevertjes met tekenfilmhelden of sportvedetten aan aan jonge verzamelaars. « Het doel van onze onderneming is kinderen gelukkig maken met verzamelen en spelen» zo bevestigt afgevaardigd beheerder Thierry de Latre du Bosqueau, die zijn vader opvolgt aan het roer van het bedrijf. Panini’s business staat in het teken van het ludieke. Het is een filosofie die ook een humanistische dimensie krijgt wanneer de onderneming in contact komt met de vereniging Face for Children in Need.

Hij verbond zich tot een schenking aan de vereniging volgens zijn zakencijfer en hij mobiliseerde zijn eigen team om een internationale dimensie aan dit sportevenement te geven. De laatste editie in 2007 bracht de vroegere sterren van de Squadra Azzura en van de Rode Duivels en enkele tennisspelers uit ons ATP-klassement samen voor een vriendschappelijke wedstrijd op de grasmat van het stadion van Tubeke, voor een 2.000-tal toeschouwers. De fondsen die werden ingezameld, hebben Face in staat gesteld om nieuwe huisvesting te financieren voor kinderen die door de vereniging worden opgevangen.

Face for Children in Need werd in 1998 opgericht door een jonge vrouw, Flavia Shawn-Jackson, die geconfronteerd werd met de ellende van de straatkinderen in Cairo (zie ook ander artikel). Om fondsen te verwerven en onthaalstructuren te financieren voor de vele achtergelaten kinderen in de stad, wilde Face een sportief evenement organiseren. Hiervoor werd beroep gedaan op Thierry de Latre du Bosqueau omwille van zijn goede contacten in de Belgische voetbalwereld. Geboeid door de doelstellingen en het engagement van Face, besloot de afgevaardigde beheerder van Panini nog een stap verder te gaan.

Panini bood eerder al actieve steun aan Child Focus, de Make-a-Wish vereniging en het Kinderziekenhuis. Een nieuwe editie van het voetbaltreffen op hoog niveau, even prestigieus als vorig jaar, zou einde 2008 plaatsvinden. « Ik noem mezelf geen filantroop,” zegt Thierry de Latre du Bosqueau, “maar een mens die dankzij de goede gezondheid van zijn onderneming een evenwicht kan creëren tussen rentabiliteit en solidaire inzet voor het verbeteren van de wereld. Wij “produceren” als het ware vreugde voor kinderen van hier en wij willen ook vreugde schenken aan kinderen in andere landen.»


Filantropie in Europa vergemakkelijken

illustratie: Pierre Dala Palma

Grensoverschrijdende filantropie is nog niet vrij in Europa. Belangrijke fiscale en juridische aspecten ontmoedigen al te vaak schenkers die een project of een vereniging/stichting willen ondersteunen in een ander Europees land. De actie van de Europese Commissie en specifiek bestaand instrumentarium verbeteren deze situatie aanzienlijk.

Grensoverschrijdende filantropie wordt meer en meer een realiteit in Europa. De Europese bevolking is mobieler en de spreiding van het persoonlijk vermogen neemt toe. De sociale, culturele, milieu en menselijke aspecten overstijgen vaak de nationale grenzen. De toename van interna-

De sociale, culturele, milieu en menselijke aspecten overstijgen vaak de nationale grenzen. tionale uitwisselingen door betere communicatie en mobiliteit vergroot de ruimte voor vrijgevigheid. Het resultaat is dat schenkers zich meer en meer interesseren voor zaken die de nationale grenzen overschrijden. Een toenemend aantal Europese burgers wenst grensoverschrijdende giften, schenkingen of legaten te doen voor internationale initiatieven en projecten in het buitenland. Als een schenker (persoon of vennootschap) vermogen in zijn land van woonplaats wil schenken aan een buitenlandse vereniging/stichting of als diezelfde donateur aan een nationale begunstigde een vermogen wil schenken gelegen in een ander land van de Europese Unie, wordt hij geconfronteerd met een reeks nationale fiscale en juridische aspecten. De meeste lidstaten zullen hem geen fiscale aftrekbaarheid toekennen. Zijn gift of schenking zal niet genieten van verminderde schenking- of successierechten, waarvan in het algemeen

uitsluitend nationale instellingen genieten. Integendeel, de schenker zal vaak aan de hoogste geldende belastingsvoet worden onderworpen. In vele gevallen resulteert dit in het inhouden van gift of legaat .

Discriminerend en strijdig met het EU-verdrag Toch is deze toestand in strijd met de fundamentele vrijheden voorzien in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. De nationale bepalingen die een gelijke behandeling van nationale en grensoverschrijdende filantropie in de weg staan zijn strijdig met de vrijheid van vestiging, nondiscriminatie en vrij kapitaalsverkeer. De Commissie, gesterkt door het arrest van het Europese Hof van Justitie in de zaak van Centro di Musicologia Walter Stauffer, heeft trouwens al aan verschillende lidstaten (België, Ierland, Polen en het Verenigd Koninkrijk) gevraagd een einde te stellen aan deze discriminatie. Andere Lidstaten hebben spontaan het initiatief genomen om zich in overeenstemming te brengen met het Verdrag (Nederland, Slovenië, Finland). Idealiter zou deze toestand overgenomen moeten worden door alle Lidstaten. In het kader van een reeks initiatieven ter promotie van een betere coördinatie van de nationale systemen van directe fiscaliteit in de Unie, werd een technische subgroep opgericht om de problematiek van fiscale aftrekbaarheid van grensoverschrijdende giften te onderzoeken. Een gecoördineerde oplossing betekent uiteraard een belangrijke stap vooruit en is te

verkiezen boven een opeenvolging van individuele oplossingen.

Transnational Giving Europe: een efficiënte oplossing in afwachting van een wetswijziging In afwachting van verhoopte concrete gevolgen van deze Europese initiatieven, is het belangrijk te beklemtonen dat grensoverschrijdende filantropie in Europa toch al mogelijk is ook al is het soms moeilijk en ingewikkeld. In sommige omstandigheden en afhankelijk van betrokken landen worden oplossingen gevonden dankzij voordelige nationale regelingen (vrijstellingen, verminderde heffingen, unilaterale vrijstellingen…) of door bilaterale overeenkomsten (wederkerigheid, bilaterale overeenkomsten inzake dubbele belasting…). www.givingineurope.org simuleert oplossingen van een grensoverschrijdende filantropische transactie voor schenker, vermogensbeheerder of fondsenwerver, rekeninghoudend met de woonplaats van donateur en begunstigde en het land waar het vermogen is gevestigd. In andere gevallen kan een optimale oplossing worden gevonden door beroep te doen op private actoren (door een vereniging/ stichting te vinden in zijn land die banden mag leggen met de gewenste begunstigde of door zelf een stichting op te richten) of door gebruik te maken van het netwerk Transnational Giving Europe. Transnational Giving Europe (TGE) is vandaag de enige formule in Europa die het mogelijk maakt van fiscale

aftrekbaarheid te genieten in eigen land bij een grensoverschrijdende schenking . De werking is eenvoudig en hetzelfde ongeacht de betrokken landen. Bijvoorbeeld als een schenker, persoon of vennootschap, wonend in land A een gift wenst te doen aan een vereniging in land B, contacteert hij de partner van TGE in land A. Deze vraagt de partner in land B de gegevens van de begunstigde te onderzoeken. Als dit onderzoek een positief resultaat oplevert, stort de donateur zijn gift aan de TGE-partner in zijn

De werking is eenvoudig en hetzelfde ongeacht de betrokken landen. land die de donateur een fiscaal attest aflevert en die de gift doorstort aan de aangewezen begunstigde. Het grote voordeel van TGE is dat organisaties die schenkers hebben in het buitenland niet verplicht zijn in elk land antennes op te richten. Kosten die bovendien niet steeds in verhouding zijn tot de verwachte giften. TGE opent de grenzen voor fondsenwerving. Denk onder meer aan universiteiten en aan musea die veel contacten hebben in het buitenland. Denk ook aan internationale onderzoeksprojecten en aan grensoverschrijdende initiatieven. TGE biedt hun een eenvoudige oplossing, in afwachting van de resultaten van het initiatief van de Lidstaten en de Commissie. De exponentiële stijging van de giften

die beroep doen op het netwerk en de groeiende belangstelling ervoor bewijzen voldoende het belang en nut van het netwerk. Het is paradoxaal en tezelfdertijd een doelstelling van TGE: zo snel mogelijk groeien om zo snel mogelijk te verdwijnen. Het succes van TGE zal er ongetwijfeld toe bijdragen dat de Lidstaten en de Commissie de nodige maatregelen treffen die TGE overbodig zullen maken. Vandaag beheert het netwerk meer dan 2 miljoen euro giften (2007), het bestrijkt acht landen (Duitsland, België, Frankrijk, Ierland, Nederland, Polen, Verenigd Koninkrijk en Zwitserland) en gaat binnenkort uitbreiden naar andere Europese landen: Bulgarije, Hongarije, Italië, Luxemburg, Roemenië … Het is slechts als de meerderheid van de Europese landen gedekt zijn dat de grensoverschrijdende filantropie zich ten volle kan ontplooien. De recente ontwikkelingen op Europees niveau, het gebruik van private oplossingen en de groei van het netwerk Transnational Giving Europe laten een zeker optimisme toe. De grensoverschrijdende filantropie vergemakkelijken en verbeteren zal de filantropie in heel Europa stimuleren. Het gaat er niet om dat dit ten koste zou gaan van de nationale vrijgevigheid, maar eenvoudigweg om een groeiend aantal donatoren te helpen die op efficiënte wijze initiatieven in het buitenland wensen te steunen. Dit zal ongetwijfeld bijdragen tot een optimale ontwikkeling van filantropie in Europa, wat ons na aan het hart ligt.


Luxemburg, kruispunt van de filantropie? Op het vlak van de privéfilantropie zit Luxemburg opgescheept met heel wat beperkingen van een wet uit 1928 over stichtingen. Vandaag probeert het Groothertogdom deze achterstand op zijn buurlanden in te halen. De troeven van dit land zijn immers niet te onderschatten: dankzij zijn ligging vormt het een kruispunt in Europa, terwijl sommige experts het potentiële mecenaat schatten op minstens 0,18% van het BBP, namelijk 50 miljoen euro.

Het colloquium vond plaats in april van dit jaar en het heeft geleid tot heel concrete resultaten. De deelname en de impuls van de overheid, in de persoon van Premier Jean-Claude Junker, waren in dit opzicht doorslaggevend, eerst en vooral door de wil om het privé-engagement bestemd voor maatschappelijke acties(vrijwilligerswerk of giften) te erkennen en te belonen. «De Staat

voelt zich verschuldigd aan al deze vrijwilligers, in die zin dat zij niet op haar eentje de kwestie van de sociale cohesie kan aanpakken», zo verklaarde Meneer Junker in zijn Staatsrede kort na het colloquium. Die dag werden er ook concrete maatregelen aangekondigd. Het Groothertogdom wil dus zijn wetgeving over de schenkingen (tot op heden beperkt tot 10% van de inkomsten en 500.000 euro per jaar) wijzigen, maar tegelijk ook het land voorzien van een onafhankelijke stichting ter bevordering van de filantropie en het mecenaat. «Deze stichting moet als tussenpersoon fungeren tussen begunstigden en schenkers, particulieren en ondernemingen. Ze moet ook adviezen verstrekken om hen te helpen zich op een goede manier te engageren in projecten van openbaar nut en hen informatie verstrekken over nieuwe ontwikkelingen op filantropisch gebied.»

CC : Wesley Oostvogels

In een tijd dat de ontwikkeling van de Europese filantropie naar een hogere versnelling schakelt, heeft Luxemburg niet bepaald dezelfde vooruitgang gekend. Uitgaande van deze vaststelling heeft de Bank van Luxemburg hierover haar bedenkingen gelanceerd om stof te geven voor een debat en om te helpen bij de voorbereiding van een colloquium. Dit laatste was bedoeld om actiepistes te schetsen waarmee men de kansen voor de nieuwe filantropie in Luxemburg kan grijpen.

Bovendien moet ze de indrukwekkende successen beklemtonen die behaald werden in de buurlanden die al maatregelen getroffen hebben om privégiften en schenkingen beter te valoriseren (Frankrijk, Duitsland en België). Luxemburg heeft echter ook de ambitie zich als duidelijk Europees te profileren in zijn aanpak: «Dit moet niet alleen toe-

Het aantrekkelijke voorbeeld van Frankrijk

Terwijl de Belgische ondernemingen die aan mecenaat willen doen, hopen op een gunstiger wettelijk kader, genieten hun Franse collega’s sinds enkele jaren van een regelgeving, die hun terecht door heel Europa benijd wordt en duidelijk een verschil heeft gemaakt.

Het gaat om de wet Aillagon, genoemd naar de voormalige minister van cultuur en communicatie onder Jacques Chirac: sinds 1 augustus 2003 krijgen ondernemingen een fiscale vrijstelling ten belope van 60 % van de bedragen (binnen de limiet van 0,5% van hun zakencijfer) die zij besteden aan de financiering van projecten van algemeen belang en, met name,aan de oprichting van bedrijfsstichtingen. Een stevige verbetering ten opzichte van de vroegere wetgeving. Het effect van de nieuwe wet is niet uitgebleven: in 2004 werden niet minder dan achttien nieuwe bedrijfsstichtingen opgericht, bovenop de vijfenzestig stichtingen die reeds in 2002 bestonden. In 2005 kwamen er nog twintig nieuwe bij, in het daaropvolgende jaar dertig en in 2007 nog eens negenendertig. Dat is dus een verdriedubbeling van het aantal bedrijfsstichtingen in vier jaren. In een onderzoek gewijd aan dit verschijnsel stelt Ernst & Young bovendien vast dat de startbedragen geïnvesteerd in deze stichtingen almaar groter worden. De belangrijkste begunstigden zijn te vinden in het

culturele domein, maar de ondernemingen staan ook open voor projecten op het gebied van gezondheid en educatie. Vanzelfsprekend heeft de wet ook een groei mogelijk gemaakt van de giften van bedrijven die hun financiële of materiele steun of hun vaardigheden schenken aan organisaties van openbaar nut, hetzij op hun verzoek, hetzij – meer en meer – in het kader van een beleid dat gericht is op de ondersteuning van organisaties die aanleunen bij hun vakgebied en beroepsactiviteiten. Behalve deze fiscale voordelen putten de Franse ondernemingen uit de wet ook de mogelijkheid hun personeel te betrekken bij hun sociaal verantwoord ondernemen. Werknemers kunnen immers ‘humanitair verlof’ opnemen om zich gedurende bepaalde tijd te engageren in initiatieven van internationale solidariteit. Sommige ondernemingen combineren dergelijk initiatief met het organiseren van filantropische acties op de werkplaats, waaraan de werknemers kunnen deelnemen tijdens hun werkuren. Een dubbel voordeel dus, minstens.

laten dat men met kennis van zaken sociaal verantwoorde projecten kan kiezen en dat de gegrondheid van de vrijgevige investeringen wordt gewaarborgd, maar ook dat de kosten en dus ook het voortbestaan van de projecten gemakkelijker worden gedekt», zo benadrukt André Prüm, deken van de faculteit Rechten en Economie van de Universiteit van

Luxemburg. Het potentieel van het land is enorm, zo stellen diverse experts, en de regering is vastbesloten om niet langer in het Europese peloton te blijven hangen... wat een veel te bescheiden positie zou zijn in vergelijking met wat het land echt kan betekenen op de internationale scène van de vrijgevigheid.

De « One percent rule » : een baanbrekend idee in Europa

Op dit ogenblik hanteren vijf landen onder de nieuwe Lidstaten het « filantropische percentage ». Dit is een aftrek op de inkomstenbelastingen, die specifiek wordt besteed aan een filantropisch of maatschappelijk doel. Het idee is in 1996 ontstaan in Hongarije en al snel volgden vier andere landen dit nobele voorbeeld: Polen, Litouwen, Slowakije en, recenter, Roemenië. Het principe is eenvoudig. Enerzijds selecteert de Staat een reeks begunstigden, waarbij de keuzecriteria verschillen volgens het land. Anderzijds mag de burger ervoor kiezen om 1% van zijn belastingen te besteden aan een geselecteerd doel en hij mag daarbij zelf de organisatie van zijn keuze aanduiden. Het voordeel van dit systeem is dat de fondsen op vrijwillige basis en volledig transparant hun bestemming krijgen. Dit systeem laat de Staten ook toe om hun betrokkenheid en die van hun burger te bepalen bij de financiering van sociale, educatieve of culturele projecten en deze zodoende te voorzien van een regelmatig jaarlijks inkomen. Sommige landen hebben trouwens hun wetgeving al gewijzigd om de aftrek ten gunste van verenigingen te verhogen naar 2% van de belastbare inkomsten. Het streefdoel van deze landen is niet alleen het stabiliseren van de bijdragen van de burgers voor sociale initiatieven, vermits de gemiddelde inkomens er nog steeds lager liggen dan in de rest van de EU, maar ook het motiveren van de burgers om effectief en transparant solidair te zijn en om aan die solidariteit een nationale dimensie te geven. Voor de burgers biedt dit tevens het voordeel dat ze mogen kiezen waaraan hun bijdrage wordt besteed en dat ze – zonder inkomstenverlies - nauwer betrokken kunnen zijn bij de begunstigden van hun bijdragen. Ten slotte zien de vele vrijwilligers in het verenigingsleven van het land (alleen al in Polen telt men meer dan dertigduizend verenigingen) op die manier dat hun engagement wordt gewaardeerd en dat de doelstellingen van hun activiteit worden gefinancierd. Overigens hopen de vijf landen die dit principe van het filantropische percentage hanteren, dat ze een model van maatschappelijke financiering hebben aangereikt dat andere naties tot voorbeeld zal dienen. Tsjechië, Georgië, Oekraïne en Macedonië overwegen deze stap en ze voeren reeds gesprekken met de landen die deze vorm van burgersteun aan de sociale actie al hebben ingevoerd. Nog andere landen van de Unie bestuderen momenteel de haalbaarheid van het systeem bij hun burgers.

Meer informatie vindt u op www.onepercent.hu.


Koning Boudewijnstichting Samen werken aan een betere samenleving www.kbs-frb.be

De Koning Boudewijnstichting steunt projecten en burgers die zich engageren voor een betere samenleving. We willen op een duurzame manier bijdragen tot meer rechtvaardigheid, democratie en respect voor diversiteit.

Om onze doelstelling te realiseren, combineren we verschillende werkmethodes. We steunen projecten van derden, we ontwikkelen eigen projecten, we organiseren workshops en rondetafels met experts en burgers, we zetten denkgroepen op rond actuele en toekomstige thema’s, we brengen mensen met heel verschillende visies rond de tafel, we verspreiden de resultaten via (gratis) publicaties,.... De Koning Boudewijnstichting werkt samen met overheden, verenigingen, ngo’s, onderzoekscentra, bedrijven en andere stichtingen. We hebben een strategisch samenwerkingsverband met het European Policy Centre, een denktank in Brussel. Onze activiteiten zijn gebundeld rond deze thema’s: Migratie & multiculturele samenleving – integratie en multicultureel samenleven bevorderen in België en Europa Armoede & sociale rechtvaardigheid – nieuwe vormen van sociaal onrecht en armoede opsporen; projecten steunen die de solidariteit tussen de generaties versterken Burgersamenleving & maatschappelijk engagement – maatschappelijk engagement stimuleren; bij jongeren democratische waarden promoten; buurt- en wijkprojecten ondersteunen Gezondheid – een gezonde levenswijze bevorderen; bijdragen tot een toegankelijke en maatschappelijk aanvaarde gezondheidszorg Filantropie – bijdragen tot een efficiënte uitbouw van filantropie in België en Europa De Balkan – de rechten beschermen van minderheden en van slachtoffers van mensenhandel; een visasysteem opzetten voor studenten Centraal-Afrika – projecten steunen rond aidspreventie en de begeleiding van aidspatiënten De Raad van Beheer van de Koning Boudewijnstichting tekent de krachtlijnen van het beleid uit. Een zestigtal medewerkers -mannen en vrouwen, autochtonen en allochtonen, Vlamingen, Walen, Brusselaars- zorgt voor de realisatie. Jaarlijks besteedt de Stichting zo’n 40 miljoen euro. Naast ons eigen kapitaal en de belangrijke dotatie van de Nationale Loterij zijn er ook de Fondsen van personen, verenigingen en bedrijven. De Koning Boudewijnstichting ontvangt ook giften en legaten. Meer info over onze projecten en publicaties vindt u op www.kbs-frb.be. Een e-news houdt u op de hoogte. Met vragen kan u terecht op info@kbs-frb.be of 070-233 728 Koning Boudewijnstichting, Brederodestraat 21, B-1000 Brussel +32-2-511 18 40, fax +32-2-511 52 21 Giften op onze rekening 000-0000004-04 zijn fiscaal aftrekbaar vanaf 30 euro

Maakt geven gelukkig ?

illustratie: Pierre Dala Palma

De Koning Boudewijnstichting is onafhankelijk en pluralistisch. We werken vanuit Brussel en zijn actief op Belgisch, Europees en internationaal niveau. In België heeft de Stichting zowel lokale, regionale als federale projecten lopen. De Koning Boudewijnstichting werd opgericht in 1976 toen Koning Boudewijn 25 jaar koning was.

In een bijdrage die verschenen is in The New York Sun, schrijft Arthur C. Brooks, professor aan de Universiteit van Syracuse, dat de Amerikanen in 2007 bijna 30 miljard dollar geschonken hebben aan liefdadigheidsorganisaties, en dat deze gulheid – behalve het feit dat zij fiscale voordelen oplevert – verklaard moet worden doordat geven gelukkig

maakt. Arthur C. Brooks stelt dat het verschil in het gevoelen van geluk tussen mensen die geven en mensen die dat niet doen, niet zomaar berust op persoonsgebonden kenmerken zoals inkomen of geloof, maar eerder het resultaat is van het geven zelf. Bij gelijk inkomen, geloof, leeftijd, politieke overtuiging en geslacht heeft de persoon

die zijn geld of zijn tijd (vrijwilligerswerk, bijvoorbeeld) schenkt gemiddeld 11 keer meer kans « zeer gelukkig » te zijn dan wie dat niet doet.

« Verhoudingsgewijs klopt dat » bevestigt Pamala Wiepking, sociologe aan de Vrije Universiteit Amsterdam. De informatie werd opgenomen in de Nederlandse krant « Dagblad » en toont aan dat, indien de rijken effectief meer geven dan de

armen in absolute cijfers, dit proportioneel niet geldt.

profane werken en 1,7% aan werken van godsdienstige aard. Voor personen die beschikken over een jaarlijks inkomen dat meer dan 48.000 euro bedraagt, zijn deze percentages respectievelijk 0,87% en 0,77%.

Schenken is niet alleen gunstig voor uw goede doel, het is ook goed voor u !

Zijn de armen vrijgeviger dan de rijken ? Personen met een bescheiden inkomen (die minder dan 8.000 euro per jaar verdienen) geven gemiddeld 2,5% aan

Filantropie is belangrijk

en doeltreffend om een nieuwe wereld te verwezenlijken Dat bevestigt opiniepeiler Ipsos, na het ondervragen van meer dan 5.000 representatieve personen, ouder dan 18 jaar, in 5 Europese landen. Voor 70% van de ondervraagden is de filantropie belangrijk tot essentieel om de uitdagingen van de huidige wereld aan te gaan. De meerderheid van de respondenten verklaart dat geven kan bijdragen tot

een betere wereld en dat giften het openbaar initiatief moeten aanvullen. Het blijkt anderzijds dat voor meer dan twee derden van de ondervraagden het doel prioritair is. De belangrijkste doelen situeren zich in de medische branche (48%), gevolgd door de hulp aan noodlijdenden (43%), humanitaire actie in arme landen (40%),

Gulle miljardairs Warren Buffet, voortaan de rijkste mens ter wereld, heeft besloten het grootste deel van zijn fortuin af te staan aan de liefdadigheidsstichting opgericht door zijn voorganger in de rangschikking der superrijken, de Stichting Bill (en Melinda) Gates. Samen schenken zij kolossale sommen om sociale problematieken op wereldniveau aan te pakken, zoals armoede, gezondheid of onderwijs. Ambities op

maat van de geïnvesteerde middelen. Waar bijvoorbeeld Rockfeller in zijn tijd het onderzoek financieerde om polio wereldwijd uit te roeien is het de ambitie van Bill Gates en zijn echtgenote de twintig grootste ziekten uit te roeien, in de tijd die hem (of zijn echtgenote) nog rest te leven. Om dat te bereiken heeft de oprichter van Microsoft beslist zijn inspanningen te richten op zijn filantropische aktie.

Een beetje poezie… Er was eens een oude dame van 87 jaar, Ruth Lilly, de rijke erfgename van een grote farmaceutische groep, die zich een beetje depressief voelde en van poëzie hield… Zij had eerder reeds bijdragen voorgelegd aan het bescheiden tijdschrift

«Poetry» in Chicago, dat haar teksten systematisch geweigerd had. Sindsdien had zij zich blijkbaar neergelegd bij de beperktheid van haar poëtisch talent. Zonder wrok besloot zij in december 2002 het tijdschrift, dat kampte met

toegang tot onderwijs voor allen (21%), milieubescherming (20%) en tenslotte de artistieke creatie en de bescherming van het cultureel patrimonium (5%). Laatste maar niet onbelangrijke conclusie : belgen zijn enthousiaster en meer optimist over filantropie dan hun buren.

Gewend aan het bepalen van doelstellingen en aan operationele efficiëntie streven deze nieuwe liefdadigheidmagnaten ernaar de sociale impact van hun ingrepen te optimaliseren, zoals ze dat voorheen deden met de waarde van de aandelen van hun onderneming.

een gebrek aan middelen en succes, te helpen met een schenking van honderd miljoen dollar. Men kan zich de verbazing van de uitgevers en auteurs voorstellen bij dit hemels manna…


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.