4 minute read

Dagboek Hielke

Het is 28 mei 754 n. Chr. De koeien die grazen in de wei. De bloemen bloeien en het is erg warm in het Friese land. Het is een hele lekkere dag met veel zon. Iedereen is aan het zwemmen en aan het uitrusten. Dat zie ik vanuit mijn kamer beneden. We drinken uit de regenton. We gaan morgen naar de (heilige) eik denken we, maar eerst nog even lekker zwemmen in de sloot. In de avond gaan we nog even een rondje lopen en kijken bij de buren honderd meter verder op. We gaan vanavond knollen eten dat vind ik super lekker eten.

29 mei 754 n. Chr.

Advertisement

Na een heerlijke warme nacht in de kamer ben ik weer wakker geworden en zin in de dag. Eerst wat eten en dan weer aan de nieuwe dag beginnen. Onder het eten zag ik dat het buiten heel hard regent ik dacht nog aan gisteren toen was het namelijk zonnig. Ik zei:’’ Ik ga zo niet naar de (heilige) eik, want dan worden we helemaal nat en mijn jas ik ook kapot.’’

Toen stopte het in een keer met regenen en gingen we naar de boom. Laten we naar de eik gaan dan kunnen we offeren voor onze goden die in de boom zitten. Even later zijn we aan het offeren en dachten we aan onze goden. Later gaan we weer naar huis en zagen we dat de zon weer ging schijnen. Toen dacht ik dat ik een bommetje in de sloot kon gaan maken maar tot mijn verbazing ging het regenen en zagen we een regenboog. In de avond gingen we weer heerlijke knollen eten zoals altijd in de avond.

31 mei 754 n. Chr.

Na weer een nacht geslapen. Voel ik me een stuk minder lekker ik voel me een beetje ziek. Ik denk dat ik vandaag niet zoveel kan gaan doen als eergisteren. Dus niet naar de boom. niet naar buiten. spelen met mijn vrienden,. het lukt allemaal niet hopelijk lukt het morgen wel weer om dat allemaal te doen.

1 juni 754 n. Chr.

Na een lekkere dag slapen wordt ik wakker van de kraaiende haan. Lekker veel zon daar hou ik van.

Gelukkig voel ik me weer een stukje beter dus kan ik vandaag weer meer doen dan gisteren.

Eerst een broodje eten en dan een rondje lopen.

Na het lopen ga ik mijn vader helpen met klusjes, want dat kan weer.

In de avond eten we knollen dat vind ik heel erg lekker.

Daarna nog een toetje van aardbeienijs met slagroom en spikkels echt heel lekker. Nu lekker slapen.

In mijn dromen beleef ik allemaal avonturen zoals:

Boeven vangen, de politie helpen en draken vangen echt super cool.

2 juni 754 n. Chr.

De volgende ochtend hoor ik de deurbel al om 8 uur `s ochtends gaan.

Ik ga meteen naar de deur en zie ik een meneer staan.

Hij zegt:’’ ik kom jullie groot nieuws vertellen. Bonifatius komt er aan. Ik heb het ook al aan de burgermeester vertelt en hij zei dat we terug moesten vechten. Hij wil de (heilige) eik omhakken hij denkt dat er geen goden in zitten.’’

Nou dacht ik dan moet ik het maar aan heit en mem vertellen. Heit, mem Bonifatius wil de eik om hakken!

Oh nee snel wat eten en naar de eik voor dat hij om gehakt wordt. Na het eten gaan we snel naar de eik om de goden te bedanken want als de eik om gaat ons leven er aan.

Toen we bij de eik waren gingen we meteen bidden.

Toen we daar waren zagen we ook andere boeren ik vertelde dat Bonifatius de eik om wou hakken.

De boeren zeiden dat ze het al wisten.

Dus ik dacht dat Bonifatius er al bijna was.

Onder tussen liep Bonifatius al in Dokkum het duurde nog maar twee dagen voor dat hij bij de eik was.

3 juni 754 n. Chr.

Na een heerlijke nacht rust werd ik wakker van de kraaiende haan dus niet van de deurbel.

Lekker veel zon zoals gewoonlijk.

Na het eten zien we wel weer verder wat we dan gaan doen.

O ja we gingen ook nog naar de eik.

Dan kunnen we nog bidden voor dat Bonifatius de boom om hakt.

Dat wil toch geen enkele Fries of wel.

Ik wil dat in ieder geval niet.

Als de eik om gaat wil ik nog wel geboden hebben.

Dan kunnen we nog onze goden nog even bedanken.

Toen ik had gevaren gingen we meteen naar de boom.

Toen we bij de eik waren zagen we weer de boeren die er gisteren ook waren.

Ze riepen met ze allen bedankt goden bedankt goden!

4 juni 754 n. Chr.

Na een lekkere nacht rust schijnt de zon weer door mijn slaapkamer raam.

Ik wordt niet van de haan wakker niet van de deurbel maar van Heit en Mem die ruzie maken.

Ik riep dat ze dat niet moesten doen ze schrokken meteen van mij reactie.

Sorry Hielke wil je eigenlijk wat eten.

Nee ik wil naar de eik!

Misschien is de eik al om gehakt of wordt hij vandaag om gehakt.

Toen ik bij de eik was zag ik hem nog overeind staan.

Gelukkig dacht ik.

Heit en mem kwamen ook gehaast aan gerend.

Ik weet niet wat ze dachten maar ze leken wel opgelucht.

Toen gingen bidden voor onze goden.

Onder het bidden hoorde we een ineen keer een stem we keken om en zagen de andere boeren.

We gingen met z’n alle bidden voor onze goden weer hoorde we een stem deze keer was het Bonifatius.

Hij pakte zijn zwaard uit zijn zwaardhouder.

Hij ging bij de boom staan en zij dat er geen goden in de boom zitten.

Wij dachten van wel.

Als nog hakte hij de boom om.

We dachten waar blijven die goden nou.

Bonifatius zei:` zie je wel er zitten geen goden in de boom.

Hij zei dat als je bij de christenen wilde horen

Dat je gedoopt moest worden.

Dat wouden we wel dus werden we allemaal gedoopt door Bonifatius.

Na een moeilijke nacht als gevoel van christenen werd ik wakker.

Zullen we naar de eik?!

Heit zei dat de eik er niet meer was en dat we christenen waren.

Ik dacht aan gisteren toen de eik werd om gehakt.

Dat was een raar moment.

Zullen we dan maar zwemmen het is zulk mooi weer om te zwemmen dat ik er wel van kan dromen.

Het was een moeilijke dag, maar ik heb wel weer lekker gezwommen.

Dat kon de afgelopen dagen niet meer zo lekker was, omdat het veel regende.

Vandaag regende het niet en scheen de zon daardoor konden we vandaag zwemmen.

Dus waarom zou ik vandaag niet zwemmen en de andere dagen wel.

Na het zwemmen hoorde ik van de buren dat Bonifatius was vermoord door de Friezen die niet christenen wilde zijn. Dat vond ik heel erg, want hij was de leider van de christenen.

Wij geloofden heel erg in hem, maar na vandaag was hij dood.

This article is from: