6 minute read
Het dagboek van herry
30 mei 754
Het is erg winderig en koud het is nacht en we moeten ook nog offeren aan God het vuurtje houd ons warm. Ik en de anderen offerden een ; zwaard vlees, en buigden voor de oomachtige eik. We gingen naar bed.
Advertisement
31 mei 754
Ik heb niet veel kunnen slapen. Ik ging naar de eik en aanbidden de eik en er gebeurde niet veel bijzonders meer.
3 juni 754
Ik kwam uit bed ik maakte een lekker ontbijtje. IK ging naar de kinderboerderij. En daar zag ik een paard ik zag ook nog een; varken, kip, koe en nog veel meer ik ging naar
Dokkum. Ik huurde een kamer in een hotel.
4 juni 754 Ik bleef in het hotel nog een nachtje.
5 juni 754
IK ging naar de oomachtige eik. En toen kwam een rare man en een hulpje.
Die de oomachtige eik omhakken en toen kwam er een fity en hei verdedigde zich de bijbel omdat ik een zwaard op zijn hoofd wou slaan .
Ben
Het dag boek van fleur
3-juni-754
Hallo ik ben fleur mijn huis staat in Friesland er lopen loeiende koeien in de wei en het is lekker weer vandaag gaan we kijken bij de heilige eik daar staat een vreemde man ze zeggen dat hij Bonifatius heet ik heb die man nog nooit gezien het wordt al een beetje schemerig ik loop naar huis maar ik zag
Bonifatius nog steeds bij de heilige eik staan nou ja ik loop gewoon weer door naar mijn huis ik ga slapen……
4 juni-754
Het is een nieuwe dag en Bonifatius staat niet meer heilige eik misschien is hij wel weg gelopen ik loop verder hij is niet weg gelopen hij staat voor mij ik zeg niks en ik loop weg naar het huis ik heb honger zeg ik ga eten maken het avond eten is klaar het is al best laat ik ga na het eten slapen ik ga slapen……
5-754juni Bonifatius stond niet meer bij de heilige eik ze zeiden dat hij is vermoord
Dag 1 27 mei 754
Ik ben Kai. Ik woon in Friesland in het dorp Dokkum.
Ik eet nu samen met mijn familie brood maar we moeten wel veel brood overhouden want dat moeten we geven aan Donar en Wodan anders gebeuren er erge stormen.
Ik eet mijn laatste stukje brood en neem een groot stuk brood voor Wodan en Donar.
Dag 2 28 mei 754
Mijn familie en ik en de stad gaan bidden voor de heilige eik. We bidden en opeens komt er een man met een mijter en mannen die heel groot en stoer waren hij noemde zich Bonifatius hij zij dat Donar en Wodan niet bestonden.
Onze stad was boos wij zeiden dat hij ze niet boos moesten maken. En de stoere mannen hadden bijlen. Dus we moesten maar luisteren, ik ging nog even kijken bij de mensen die bij de eik aan het bidden waren maar daarna ging ik naar huis.
Dag 3 29 mei 754
We gingen Bonifatius eten geven maar we geloofden nog steeds in Wodan en Donar hij ging met zijn mannen gingen langs alle huizen lopen ik zag heel veel mensen van ons dorp achter hem aan lopen dus ik dacht ik loop ook even mee. Ik wou weten wat hij van plan was ik liep achter hem aan maar hij ging het bos in lopen en we liepen achter hem aan waren bij een boom en hij ging zitten en zei:’ Ik ga met jullie de bijbel lezen ik wist niet wat een bijbel was.
Hij ging lezen over zijn God hij heette God wij luisterden naar hem maar we vonden het best lastig om in zijn God te geloven ik ging weer terug lopen naar huis.
Dag 4 30 mei 754
Ik ging vandaag naar de heilige eik met mijn hele dorp we gingen brood mee nemen voor Wodan en Donar. We waren met het hele dorp we gingen allemaal zitten voor de heilige eik. Die ene Bonifatius was met zijn mannen bij de smid alleen de smid was er niet om te bidden. Ik liep weg van de eik en ging naar de smid ik ging Bonifatius afluisteren hij zei dat hij scherpe bijlen nodig had hij ging met zijn mannen naar buiten ik rende weg. En ik liep naar huis gelukkig waren mijn ouders niet thuis dus ze wisten er niets van.
Dag 5 31 mei 754
Ik lag gisteren wakker in bed want ik dacht na over zal ik het tegen het dorp vertellen dat Bonifatius iets ergs van plan was. Ik dacht dat is het beste wat ik kan doen want nu is Bonifatius en zijn mannen een eindje aan het lopen. Ik pakte een lepel en een pan uit de kast en ging naar buiten. Ik sloeg op de pan met mijn lepel en alle mensen kwamen naar buiten. Ik zei tegen iedereen dat Bonifatius iets van plan was we zeiden allemaal laten we die Bonifatius even goed in de gaten houden ik zei dat we nu allemaal naar huis moesten voordat Bonifatius komt. Ik was erg blij dat ik het tegen de mensen had verteld. Het was avond ik at nog een stuk vlees en ging naar bed.
Dag 6 1 juni 754
Ik ging vandaag een rondje lopen in het bos want daar was Bonifatius ook ik ging een stuk aardappel eten en ging achter hem aan ik was stiekem achter hem aan gegaan hij ging diep in het bos. Opeens ging hij stoppen hij ging bidden voor een boom hij zei iets over God ik ging iets dichterbij staan bij hem maar per ongeluk stond ik op een takje en hij zag me ik rende zo snel mogelijk het bos uit maar hij ging achter mij aan. Ik rende zo snel naar mijn huis en ik zag hem niet meer dus ik was veilig. Ik zei alles tegen mijn ouders ik was voorlopig veilig.
Dag 7 2 juni 754
Ik kan vandaag niet mijn verhaal vertellen van vandaag want ik ben heel erg ziek.
Dag 8 3 juni 754
Ik ga vandaag weer bidden voor Wodan en Donar met de hele stad gaan we naar de heilige eik. Ik pak vlees en een stuk brood en ga er naartoe. Ik kom aan en ik zie al heel veel mensen van ons dorp. Iedereen was er in de stad en ik legde mijn stuk brood en mijn stuk vlees voor de heilige eik. En we wouden net gaan bidden en opeens kwam Bonifatius hij pakte onze schenken en hij ging weg we waren boos want waarschijnlijk waren Wodan en Donar heel erg boos omdat we geen schenken hadden voor hun. Ik ging opzoek naar Bonifatius maar ik kon hem nergens vinden dus ik ging naar huis lopen gelukkig kwam ik veilig thuis zonder gezien te worden.
Dag 9 4 juni 754
Ik ga vandaag weer opzoek naar Bonifatius vandaag dacht ik misschien heb ik vandaag wel geluk. Ik stap uit bed en ga naar buiten ik ga het bos in en ik ga daar kijken. Ik was in het bos en ik hoorde een stem het kwam me bekent voor. Ik ging naar de stem zoeken kijken waar hij vandaan kwam ik zag iemand die leek op Bonifatius en hij draaide zich om en ik zag Bonifatius. Hij was niet alleen en hij zei we gaan morgen die ene heilige eik omhakken morgen in de nacht. Ik ging iets dichterbij kijken en hij zag mij ik rende weg en ik liep zo snel mogelijk naar huis ik wist niet als hij mij ging achtervolgen maar ik kwam veilig thuis.
Ik pakte een pan en een lepel uit de la en liep naar buiten ik sloeg op de pan. Ik zag heel veel mensen van ons dorp naar mij toe komen. Ik zei tegen de mensen dat morgen
Bonifatius onze heilige eik om ging hakken dus ik zei tegen de mensen dat we in het bos moesten schuilen en Bonifatius op wachten ik zei neem je zwaarden en bijlen mee als we moeten verdedigen als dat nodig was. Ik liep blij en tevreden naar huis.
Dag 10 5 juni 754
Vandaag was de dag dat we moesten klaar staan voor Bonifatius. Ik liep met ons dorp naar het bos en we gingen wachten tot Bonifatius kwam eventjes later.
Bonifatius kwam met zijn bende en hij liep recht op de boom af en hij zei dat zijn mannen de eik moesten om hakken en ze liepen er naar toe en ze sloegen hem om. Ons dorp rende op Bonifatius af en we sloegen met zwaarden tegen hem aan en hij lag dood op de grond zijn mannen renden weg dus hun konden we niet pakken. Onze dorp ging weer naar het dorp toe lopen. We kwamen aan en we