5 minute read
Dit dagboek is van Douwe Egberts
30 mei 754
Vandaag springen konijnen leuk in de velden maar de mensen waren minder blij want ze hadden gehoord dat er soldaten en iemand die mensen overtuigd om in hun geloof te geloven. Maar het probleem was dat ze dat met geweld deden.
Advertisement
Maar net zo als altijd ga ik eerst bij de heilige eik bidden. En ik neem ook een lekker stuk vlees mee voor de goden Donar en Wodan. Nadat we met zen alle hebben gebit en geofferd was de Dag al voorbij.
1 Juni 754
Ik voelde me vandaag niet lekker en gister voelde ik me ook al niet lekker. Dus als je het niet erg vind ga ik slapen.
2 Juni 754
Ik ben eindelijk beter dus is het tijd om te oogsten.
Ik hoop dat het een goede oogst is want we hebben veel geofferd. Helaas is de oogst niet goed maar morgen komen de knechten van de Heer dus ik hoop dat ze wat minder komen halen want anders weet ik niet of we de zomer door komen. Ik ga nu even bidden voor de heilige Eik. Ik ben klaar met voor de Eik bidden want het is al heel laat dus ik ga slapen.
3 Juni 754
Der wordt bij de deur aangeklopt.
Ik weet precies wie het zijn.
Ik doe de deur open en ik zie ridders het eerste wat ik doe is buigen en de ridders zeggen wat de oogst is. Ik zeg dat de oogst helaas heel slecht is.
Hoeveel kilo vragen de ridders.
Ik zeg :’ vijftig kilo, De ridders zeggen;’ oké dan willen we iets meer dan normaal want de oogst is slecht. Wat willen jullie dan zeg ik.
We willen de helft van de oogst en twee koeien.
Ik zeg [wat] maar hoe krijgen we dan nog eten en drinken. De Ridders zeggen:’ dat is je eigen probleem. Geef de oogst en twee koeien dan gaan we naar de volgende. Ik zeg:’ maar mag ik alsjeblieft
Een koe houden anders hebben we geen drinken?
Nee zeggen de ridders want zo kunnen wij het ook geef vijfentwintig kilo tarwe en twee koeien anders nemen we u huis in. Oké zeg ik. Nadat ik de oogst heb gegeven ga ik bidden voor de heilige Eik.
Ik bid omdat ik bang ben voor om met mijn familie te sterven door de honger. Na dat ik had gebid ging ik slapen.
4 juni 754
Vandaag hoorde ik van een vriend via een brief dat er iemand. bij hun in de stad kwam om mensen te overtuigen. Hij heet Bonifatius en mijn vriend zei dat hij naar Dockum kwam en daar woon ik hij zei dat Bonifatius hun heilige Eik hat om gehakt!
Ik was een beetje bang dus ik ging bidden voor de heilige Eik. En toen kwam ik thuis en ik zag mijn vrouw huilen. Ik vroeg wat is er mijn vrouw zei onze zoon heeft de pest en de dokters zeggen dat ze hem niet kunnen helpen. Ik schok me rot toen ik het hoorde ik moest huilen. Ik rende naar mijn zoon die in bed lag hij had allemaal paarse blauwe plekken op zijn buik en rug en zelfs op zijn hoofd!
Ik zij tegen hem ik hou van je. En toen deed hij zijn ogen dicht ik wist niet of hij dood was of ging slapen. Ik liet hem zijn ding doen want ik wist dat hij het niet ging overleven en ik zou morgen wel terug komen. Ik zei tegen mijn vrouw dat we niet bij hem in de buurt moesten komen anders kregen wij het ook. En toen ging ik slapen.
5 Juni 754
Toen ik wakker werd ging ik kijken of mijn zoon nog leefde. Ik kwam in zijn kamer en ik vroeg of hij nog leefde er was geen antwoordt toen liep ik naar hem toe toen zag ik hem zo wat hellemaal paars met bloed. Ik wist meteen dat hij dood is. Na de begrafenis ging ik bij de heilige Eik om te bidden.
Toen ik bij de boom was kwam er ineens een man op een paard met een goud kleurige lange mantel.
En met een raar groot boek. Hij zei dat ik niet meer
Voor de heilige Eik moest bidden.
Hij zei ook nog dat ik in God moest geloven en dat hij je beschermde in plaats van dat hij wraak zou nemen. En hij zei dat God ook een zoon heeft genaamd Jezus. En toen begon die ineens de boom om te hakken we waren allemaal bang dat Wodan en Donar wraak zouden nemen we dachten dat we dood waren. Maar er gebeurde hellemaal niks.
Toen kwam er iemand aan rennen met een groot zwaard en vermoordde de man.
Dit dagboek is gevonden door James
Dagboek Sietse
Het is 29 mei 754 n. Chr. De koeien grazen lekker in de wei. En de zon schijnt. Wij hebben zelf ook een koe die halen we 30 mei uit de wei. Wij gaan varen in de boot en dan zwemmen. We horen van de brugwachter dat er 5 juni een man ons iets komt vertellen. Trouwens mijn vader is smid we gaan nog even bidden bij de heilige eik daarna We eten hutspot en we gaan slapen.
30 mei n. Chr.
Ik word wakker en ik eet 3 broodjes we gaan een rondje door de stad lopen mijn moeder ligt nog in bed. Wij komen bij een boerderij en gaan helpen koeien melken. Voor onze hulp krijgen we een fles melk. We lopen terug naar de smederij de hele middag hebben we lekker gezwommen. We eten vandaag Boerenkool en daarna bidden we nog even bij de heilige eik. We gaan lekker slapen.
31 mei 754 n. Chr.
Ik ben ziek dus ik slaap lekker door.
1 juni 754 n. Chr.
Gelukkig ben ik niet meer ziek. Ik word wakker en het regent pijpenstelen.
Dus ik zet de tv aan en ik kijk de hele dag door.
2 juni 745 n. Chr.
Ik word wakker en we gaan brood eten. En dan gaan we mijn vader helpen in de smederij. We moeten een wiel maken van een boer. En daarna brengen het wiel ook weer terug dan is de dag alweer bijna voorbij. We gaan nog even bidden bij de heilige eik. Daarna gaan we stamppot andijvie eten.
3 juni 745 n. chr.
We worden wakker en gaan brood eten ik eet 4 broodjes. Daarna gaan we dieren offeren bij de heilige eik. 1 hert 1 zwijn en 1 kip. het was zwaar werk daarna gingen we nog even bidden en dan slapen.
4 juni 745 n. chr.
Het word een lange dag vandaag. De zon schijnt lekker door de ochtenddauw.
Gerben een boer die kwam zijn paard brengen en vroeg willen jullie dit paard nieuwe hoeven geven. Ik riep: ja is goed!
Heb je nog nieuws? Ja er komt een man over god vertellen hij heet Bonifatius.
O maar hij blijft van onze heilige eik af!
Nou haal je paard morgen maar weer op.
Wij gaan vandaag bij mijn oma kijken want zij ligt in het pesthuis.
Mijn oma heeft de pest aan de pest maar nu heeft ze het zelf.
We komen aan bij het pesthuis. We zien allemaal mensen met maskers op. Ze vroegen komen jullie iemand bezoeken?
Ja mijn oma zij heet Jannie. Leeft zij nog?
Ja ze heeft geluk zij is bijna genezen morgen zal ze weer fris zijn. O gelukkig dan gaan we naar de heilige eik. Dieren offeren en morgen de eik beschermen voor die Bonifatius. We gaan nog even wat drinken bij mijn buurman. Hij kan hele lekkere koekjes bakken. Ik zei heb jij vandaag al koekjes gebakken? Ja een hele voorraad. O lekker mag ik er een? Ja o lekker ik ga weer varen met mijn boot moet ik je naar de overkant brengen anders zijn mijn benen al kapot voordat je er bent. Ja graag. Oké dan vul ik de tank bij. Als ik terug kom zit mijn moeder op mij te wachten ze zij we gaan eten. Na het eten ga ik slapen.
5 juni n. chr.
Ik word wakker en ik ga 2 broodjes eten daarna ga ik naar de heilige eik. Om hem te beschermen tegen
Bonifatius. Op de heenweg kom ik ook andere mensen tegen. Zij gaan ook de heilige eik beschermen ik zie hem al ik ben te laat hij is al doodgemaakt door mijn vader en zeg goed bezig wij hebben gewonnen.
Ferdy