9 minute read
Op eigen wijze naar de top
Trainer Willem Weijs
Op eigen wijze naar de top
Geïnspireerd raken én zelf mensen inspireren. Met Willem Weijs (36) heeft FC Eindhoven dit seizoen een excentrieke hoofdtrainer voor de groep. Een voetbalgek en jonge vader, die graag buiten de gebaande paden denkt en al zijn inzichten nu etaleert op profniveau, bij de blauwwitten. Een interview over het papa zijn, over opa Piet, de achtertuin van Peter Bosz en werken in de absolute top met ‘mini-Pep’.
TEKST: THOMAS DAL | FOTO’S: LUCA ENGELBRACHT
Het Jan Louwers Stadion is vaak een oase van rust. Maar tijdens de interlandperiode nog ietsje meer. Weijs zit er ook ontspannen bij, met de benen over elkaar. Toch is zijn todo lijstje ellenlang. „Het is minstens zo druk als tijdens normale weken. Voetbal stopt eigenlijk nooit”, vertelt de coach, die vervolgens flink wat zaken opsomt. „Maar ik krijg er heel veel energie van, van het werk hier. En ik merk dat ik nog genoeg overhoud voor mijn gezin in Nuenen, voor Charlotte en onze kleine, Julie.”
Eind november wordt zijn eerste kroost één jaar. Haar aanwezigheid heeft Weijs zijn leven voorgoed veranderd. „Het is een heel ander soort houden van, dat ik pas sinds kort ken. ‘s Ochtends spelen we vaak even samen voordat ik naar de club ga. En na het werk trek ik hier bij Eindhoven makkelijk de deur dicht, wetende wat er thuis op me wacht. Ik kan het voetbal dan ook écht even loslaten. Pas op het toilet of onder de douche denk ik er weer aan. Wie moet ik nog appen? Wat te zeggen tijdens individuele gesprekken? Hoe iets tactisch trainbaar maken?”
‘Tijdens mijn lessen op school zat ik al te bedenken waar ‘s middags te voetballen’
Op de club aan de Aalsterweg horen ze hem bijna uitsluitend over de balsport praten. Weijs is bezeten van het spelletje, en dat groeide ooit zo in het Limburgse Broekhuizenvorst. „Een echt voetbaldorp, en mijn familie was ook behoorlijk voetbalgek. Ik kon zelf ook helemaal niet stilzitten. Tijdens mijn lessen op school zat ik al te bedenken waar ‘s middags te voetballen, met wie, en met wat voor regels. Mijn vader, mijn ooms: iedereen voetbalde bij ons. Maar met wie ik het meeste link was mijn opa, Piet Weijs, een begrip in Broekhuizenvorst. Hij was ook gek van het spel, kon goed voetballen én was docent - in die tijd een hoog aangeschreven beroep.”
Voetbal én werken met mensen: het zijn ook de twee passies van Piets kleinzoon, Willem Weijs. Al op zijn twaalfde zwaaide hij de scepter bij de allerkleinsten van het lokale SVEB. Gewoon, op verzoek van zijn dorpscluppie. „Ik kreeg er geen stuiver voor. En hoewel ik het trainerschap daarna steeds serieuzer nam, dacht ik nooit dat het écht een beroep was.” Dat kwam pas toen hij als twintiger last-minute mee mocht naar Amerika om te werken op een voetbalkamp van Frans Hoek, oud-prof en keeperstrainer. „In twee weken tijd leerde ik meer dan in een heel seizoen bij mijn amateurclub. De lat lag veel hoger, we stonden uren op het veld en waren intensief bezig met de oefenstof. Het vuurtje werd daar aangewakkerd.”
Zijn hbo-opleiding? Die zette hij stop, om zich volledig op een trainerscarrière te richten. De PSVopleiding werd het startpunt van een lange reis: in de onderbouw leerde Weijs daar de basis van het jeugdtrainerschap (2007-2013). Later bij Ajax in de bovenbouw (2013-2017) lag de nadruk meer op het team. „Ik was al betoverd door FC Barcelona en Pep Guardiola, en de speelwijze van Ajax ligt daar wat dichter bij. We sparden onderling veel als jeugdtrainers: hoe tactisch druk te zetten? Hoe een vrije man te creëren in de opbouw?”
Johan Cruijff, Erik ten Hag, Arne Slot, Peter Bosz: stuk voor stuk trainers die hem inspireren. „Bij Peter Bosz ben ik een paar keer thuis geweest, en heb ik lang met hem gepraat in zijn achtertuin. Ook ging ik eens langs bij Bayer Leverkusen toen hij daar nog trainer was, om te sparren over voetbal.” Wat Weijs ervan leerde? „Je ziet dat de bidons bij FC Eindhoven op trainingen zoveel mogelijk tussen de oefeningen in staan. En wat ik ook van Bosz heb, en hij is daar wel heel extreem in: hij vindt dat spelers op het veld geen warmingup meer moeten doen. Als je een warming-up nodig hebt, dan doe je dat maar van tevoren. Dat hebben wij hier doorgetrokken met de prep, waarbij je een kwartiertje binnen aan de slag gaat en we op het veld meteen de dingen kunnen doen die we belangrijk vinden. Dat brengt een stukje zelfverantwoordelijkheid met zich mee.”
Weijs raakt graag geïnspireerd. Hij is altijd op zoek naar andere inzichten, nieuwe ideeën. Boeken, documentaires, onderzoeken: de coach leest en kijkt het allemaal. En
ook schroomt hij niet om even aan het jasje te trekken bij de absolute top, zoals basketbalcoach Ton Boot of hockeybondscoach Marc Lammers. „Marc is bijvoorbeeld heel goed in het in een flow krijgen van mensen. En ik heb nu ook een vrij goede band met AZ-directeur Alex Kroes, die mij kan inspireren met hoe hij een club leidt. Bij Ajax sprak
Weijs raakt graag geïnspireerd. Hij is altijd op zoek naar andere inzichten, nieuwe ideeën.
ik regelmatig met de scouting, over hoe zij kijken naar talenten. Dat is hun passie. Iedereen heeft een bepaalde kennis. Achtergrond maakt me niet uit; het gaat om kwaliteit leveren, om mensen in beweging krijgen.”
Van wat hij opsteekt, maakt Weijs weer een deel eigen. Het liefst treedt hij buiten de gebaande paden, zoals met Neuro Linguïstisch Programmeren (NLP). „Alle mensen, dus ook alle spelers, verwerken op hun eigen (voorkeurs)manier informatie. Maar hoe kun je als trainer dan toch íedereen raken? Door het totale plaatje te bieden, zoals de beste films dat doen: het beste verhaal, de beste muziek, het beste beeld, et cetera. Of je herkent de voorkeur en weet zo hoe iemand te prikkelen.” Hoe Weijs dit toepast? „Door te proberen, te experimenteren. En als iets aanslaat, blijf je het doen. Ik heb met jeugdteams bijvoorbeeld nog nooit een penaltyserie verloren op al die toernooien, omdat we de serie eerst visualiseerden in het kleedlokaal. Ogen dicht, de bal pakken, op de stip leggen, een aanloop nemen en schieten. De jongens die scoren, moeten dan hun hand opsteken. Natuurlijk scoorden ze niet allemaal in het echt, maar ze hebben wel de overtuiging dat ze het kunnen, en dat weegt mee in het succes.”
Zijn reis bracht hem na Ajax bij NAC Breda, waar hij over teamprocessen leerde en aansluiting vond bij het eerste elftal. Weijs debuteerde er begin 2020 zelfs als interimhoofdtrainer in het betaald voetbal.
Maar zijn echte kennismaking met de absolute top en wat daar gevraagd wordt, vond na een seizoen bij de Willem II O21 (2020-2021) plaats bij RSC Anderlecht (2021-2022). Niet omdat de gevallen Belgische grootmacht nog geweldig presteert. „Maar omdat toenmalig hoofdtrainer Vincent Kompany wel dé top is. Daar ben ik van overtuigd. Ik heb altijd erg opgekeken naar Pep Guardiola en Vincent is eigenlijk een mini-Pep. Hij heeft in de laatste drie jaar dat hij geblesseerd was bij Manchester City meegekeken en de werkwijze van Guardiola tot in de kleinste details gekopieerd, en voorzien van zijn eigen sausje.”
Zijn tijd als assistent-trainer bij Anderlecht was leerzaam maar ook zwaar. De staf was bijna nooit vrij en leefde van hotel naar hotel. „Het was nooit genoeg. We speelden tegen Gent en analyseerden vooraf het voetbalgedrag van alle mogelijke basismiddenvelders, vijf of zes stuks. We keken zo’n veertig à vijftig clips per speler, aanvallend en verdedigend. Uren waren we bezig. En toen Vincent ze had bekeken, zei hij: ik wil ze nog een keer zien. Dat was echt Vincent. Het was altijd meer, en beter.” Of hij zichzelf in Kompany herkent? „Ja, die bepaalde gedrevenheid, de eisen die je stelt aan jezelf en aan de mensen om je heen, de aanvallende filosofie, het openstaan voor nieuwe initiatieven en het toeval willen uitsluiten. Hij kwam op de club en had dan thuis ook weer zitten broeden. Als hoofdtrainer ben je altijd bezig. Hij is mij, maar dan beter. Nog meer energie, nog beter voorbereid, nog meer uitstraling.”
‘Don’t believe the hype, don’t believe the drama’
Kompany had een citaat op zijn bureau staan dat Weijs nog altijd ter harte neemt: don’t believe the hype, don’t believe the drama. De 36-jarige kijkt altijd naar de context en is wars van het opportunisme dat regeert in de conservatieve voetbalwereld. Daarom passen de rust en de nuchterheid van FC Eindhoven ook zo goed bij hem. „Eindhoven was een bewuste keuze. Je kunt je hier helemaal op voetbal richten, in de luwte werken. Ik voelde me in week één al thuis. Wat ik mooi vind, is dat je hier aan de ene kant topsport kunt bedrijven, maar aan de andere kant ook menselijk kunt zijn. Dat je met humor op de club kunt komen, met een lach, met plezier. En ik geloof ook dat dat een deel van de basis is waarom we hier presteren. De cultuur bij FC Eindhoven is heel duidelijk en kenmerkend, en we selecteren ook spelers die daarbij passen.”
Weijs kende dit seizoen een historische start bij FC Eindhoven: zijn eerste negen competitieduels was het team ongeslagen, en dat lukte nog geen enkele andere trainer bij de blauwwitten. De kennisspons heeft nu al veel geleerd in Eindhoven, waar hij neerstreek na een jaar assistent-trainerschap bij Lommel SK (2022-2023). „Ik ken mijn eigen ambitie en drive, maar ben ook wat rustiger geworden de laatste jaren; ik ben niet bezig met volgende stappen. Laat ik eerst dit eens tot een goed einde brengen. Niet alleen door te winnen, maar ook door voor de toekomst iets op te bouwen. De club heeft al flinke stappen gezet in het professionaliseren, maar in mijn ogen kan het nog veel beter. Laten we dat eerst voor elkaar krijgen.”