Trainer Willem Weijs
Op eigen wijze naar de top Geïnspireerd raken én zelf mensen inspireren. Met Willem Weijs (36) heeft FC Eindhoven dit seizoen een excentrieke hoofdtrainer voor de groep. Een voetbalgek en jonge vader, die graag buiten de gebaande paden denkt en al zijn inzichten nu etaleert op profniveau, bij de blauwwitten. Een interview over het papa zijn, over opa Piet, de achtertuin van Peter Bosz en werken in de absolute top met ‘mini-Pep’. TEKST: THOMAS DAL | FOTO’S: LUCA ENGELBRACHT
Het Jan Louwers Stadion is vaak een oase van rust. Maar tijdens de interlandperiode nog ietsje meer. Weijs zit er ook ontspannen bij, met de benen over elkaar. Toch is zijn todo lijstje ellenlang. „Het is minstens zo druk als tijdens normale weken. Voetbal stopt eigenlijk nooit”, vertelt de coach, die vervolgens flink wat zaken opsomt. „Maar ik krijg er heel veel energie van, van het werk hier. En ik merk dat ik nog genoeg overhoud voor mijn gezin in Nuenen, voor Charlotte en onze kleine, Julie.” Eind november wordt zijn eerste kroost één jaar. Haar aanwezigheid heeft Weijs zijn leven voorgoed veranderd. „Het is een heel ander soort houden van, dat ik pas sinds kort ken. ‘s Ochtends spelen we vaak even samen voordat ik naar de club ga. En na het werk trek ik hier bij Eindhoven makkelijk de deur dicht, wetende wat er thuis op me wacht. Ik kan het voetbal dan ook écht even loslaten. Pas op het toilet of onder de douche denk ik er weer aan. Wie moet ik nog appen? Wat te zeggen tijdens individuele gesprekken? Hoe iets tactisch trainbaar maken?” Op de club aan de Aalsterweg horen ze hem bijna uitsluitend over de
8
balsport praten. Weijs is bezeten van het spelletje, en dat groeide ooit zo in het Limburgse Broekhuizenvorst. „Een echt voetbaldorp, en mijn familie was ook behoorlijk voetbalgek. Ik kon zelf ook helemaal niet stilzitten. Tijdens mijn lessen op school zat ik al te bedenken waar ‘s
‘Tijdens mijn lessen op school zat ik al te bedenken waar ‘s middags te voetballen’ middags te voetballen, met wie, en met wat voor regels. Mijn vader, mijn ooms: iedereen voetbalde bij ons. Maar met wie ik het meeste link was mijn opa, Piet Weijs, een begrip in Broekhuizenvorst. Hij was ook gek van het spel, kon goed voetballen én was docent - in die tijd een hoog aangeschreven beroep.” Voetbal én werken met mensen: het zijn ook de twee passies van
Piets kleinzoon, Willem Weijs. Al op zijn twaalfde zwaaide hij de scepter bij de allerkleinsten van het lokale SVEB. Gewoon, op verzoek van zijn dorpscluppie. „Ik kreeg er geen stuiver voor. En hoewel ik het trainerschap daarna steeds serieuzer nam, dacht ik nooit dat het écht een beroep was.” Dat kwam pas toen hij als twintiger last-minute mee mocht naar Amerika om te werken op een voetbalkamp van Frans Hoek, oud-prof en keeperstrainer. „In twee weken tijd leerde ik meer dan in een heel seizoen bij mijn amateurclub. De lat lag veel hoger, we stonden uren op het veld en waren intensief bezig met de oefenstof. Het vuurtje werd daar aangewakkerd.” Zijn hbo-opleiding? Die zette hij stop, om zich volledig op een trainerscarrière te richten. De PSVopleiding werd het startpunt van een lange reis: in de onderbouw leerde Weijs daar de basis van het jeugdtrainerschap (2007-2013). Later bij Ajax in de bovenbouw (2013-2017) lag de nadruk meer op het team. „Ik was al betoverd door FC Barcelona en Pep Guardiola, en de speelwijze van Ajax ligt daar wat dichter bij. We sparden onderling veel als jeugdtrainers: hoe tactisch druk te