Studio Getijdenrivier
Projecten bundel 2017
Studio Getijdenrivier
Projecten bundel 2017
Studio Getijdenrivier Projecten bundel 2017
Studio Getijdenrivier Projecten bundel 2017
Colofon Rotterdamse Academie van Bouwkunst / Future Urban Regions (FUR) Jaar 2016-2017 Waar Rotterdam, Nederland Onderzoeker FUR (organisatie): Willemijn Lofvers Studenten RAvB: Joeri Bellaard, Jason Broekhuizen, Mikolai Brus, Rob Damen, Mark Gjaltema, Jelle van Kampen, Chiel Lansienk, Gaary Leisberg, Koen Marks, Amber Nederhand, Umut TĂźrkman, Sem Vrooman Docenten Alexander Herrebout (LINT), Willemijn Lofvers (Bureau Lofvers / FUR), Catja Edens (bureau Spatie), Helmut Thoele (PZH) RAvB: Wouter Veldhuis Betrokkenen: Gijs Zonneveld (WNF / ARK), Han Bakker - River Art R&D foundation, Robbert Wolf - Havenbedrijf, environmental management; Pieter de Greef - gemeente Rotterdam; Florian Boer - De Urbanisten; Fransje Hooimeijer - TUDelft; Lotte van den Berg - building conversation; Arie Lengkeek - Rotterdamse Schouwburg / club imagine; Gerwin de Vries - LINT, Ruut van Paridon (Paridon x de Groot landschapsarchitecten) Stakdeholders gemeente Rotterdam: Sander Klaassen en Pieter de Greef
2/209
3/209
Inleiding In het tweede semester van studiejaar 2016-2017 hebben elf studenten van de Rotterdamse Academie van Bouwkunst ontwerpend onderzoek gedaan naar de relatie tussen rivier en stad en de ontwikkelingsmogelijkheden die daaruit voortvloeien. Onder leiding van Alexander Herrebout, Catja Edens en Willemijn Lofvers onderzochten ze vanuit verschillende invalshoeken de vraagstelling: hoe kan de verdichtingsopgave voor Rotterdam zich verhouden tot de rivier als autonome entiteit? Het ontwerpend onderzoek leverde verrassende resultaten op die werden gepresenteerd op een publieke bijeenkomst in september. Het eerste deel van dit boek omvat een korte introductie van de opgave en de presentaties van de afzonderlijke projecten. Daarbij spelen zaken als de getijdendynamiek, het krachtenspel van de natuur, de rol van het eigendom, en de historie en betekenis van de rivier voor de stad. In woord en beeld schetsen de studenten nieuwe perspectieven voor een gezonde stedelijke ontwikkeling. In het tweede deel van dit boek reflecteren de docenten, de opdrachtgever en de academie op de resultaten en de onconventionele aanpak van deze opgave. Hoe werk je vanuit een ongekend perspectief aan stedelijke opgaven? Studio Getijdenrivier is geagendeerd door het lectoraat Future Urban Regions II in nauw overleg met de gemeente Rotterdam en de Rotterdamse Academie van Bouwkunst. FUR agendeert gezonde stedelijkheid, ontwerpend onderzoek en nieuwe vormen van samenwerking of opdrachtgeverschap. De bundel is op initiatief van de studenten tot stand gekomen en gefinancierd door een bijdrage van de Rottterdamse Academie. De geprinte oplage bedraagt 20 exemplaren. De publicatie is te downloaden via de websites ravb.nl en futureurbanregions.org [https://issuu.com/futureurbanregions�https://issuu.com/futureurbanregions]
4/209
Inhoudsopgave 1. De Opgave
Blz: 6 t/m 9
2. Projecten
2.1. Koen Marks 2.2. Joeri Bellaard 2.3. Mark Gjaltema 2.4. Amber Nederhand 2.5. Sem Vrooman 2.6. Jason Broekhuizen 2.7. Rob Damen 2.8. Jelle van Kampen 2.9. Garry Leisberg 2.10. Chiel Lansienk 2.11. Umut Türkman
Blz: 10 t/m 25 Blz: 26 t/m 41 Blz: 42 t/m 57 Blz: 58 t/m 73 Blz: 74 t/m 89 Blz: 90 t/m 105 Blz: 106 t/m 121 Blz: 122 t/m 137 Blz: 138 t/m 153 Blz: 154 t/m 169 Blz: 170 t/m 185
3. De studio. De som der delen of het team, de aanpak en de uitkomsten
Blz: 186 t/m 195
4. De Rotterdamse getijdenrivier Ruimte voor de Rivier 2.0
Blz: 196 t/m 197
5. Getijdenrivier, of, de hippe onhipheid van het ontwerp
Blz: 198 t/m 203
6. Bijlagen/Bibliografie
Blz: 204 t/m 207
5/209
1. De opgave Hoe kan de verdichtingsopgave voor Rotterdam zich verhouden tot de rivier als autonome entiteit? We onderzoeken de relatie van de rivier met de stad en de ontwikkelingsmogelijkheden die daaruit voortvloeien. Stofstromen, mensen (actoren) en dingen (factoren) bieden de basis voor ontwerpen waarin ruimtelijke identiteit, circulaire economie, sociale ontwikkeling en natuurbehoud samen komen. Context Sinds 2013 woont meer dan de helft van de wereldbevolking in stedelijke gebieden. Dit percentage zal naar verwachting oplopen tot 70 procent in 2050. Deze groei leidt tot een verstedelijkingsproces van ongekende omvang die de toekomst van mens en milieu negatief kan beĂŻnvloeden. Prognoses voor de stad Rotterdam laten een groei zien van 629.000 naar 676.000 inwoners (Woonvisie 2016 Rotterdam) en de gemeente verwacht een bouwopgave van circa 30.000 extra woningen in bestaand stedelijk gebied (ibid). We moeten op zoek naar een gezond verstedelijkingsmodel, waarin een duurzame, veerkrachtige omgang met het bestaande een vereiste is in samenhang met een sociaal-culturele, economische en ecologische transformatie op de schaal van de regio, stad en straat. De aandacht gaat uit naar de verdichting van de bestaande stad. De rivieroevers en voormalige havenbekkens worden gezien als (potentieel) aantrekkelijke woonmilieus. Onlangs is het tweede groeidocument en programma ‘Rivier als Getijdenpark’ verschenen (2016). Dit document laat zien hoe stad en haven, natuur en recreatie samen kunnen gaan en een bijdrage kunnen leveren aan vitale en aantrekkelijke woon- en leefgebieden. De vraag is hoe de gezonde en de verdichte stad zich tot elkaar verhouden en hoe tendensen te combineren zijn met gezonde verstedelijking en de stofwisseling van de stad in al haar aspecten. Opgave De opgave gaat om de verkenning van het grijze gebied tussen twee uitersten: enerzijds de stad bij voorkeur aan de rivier hardcore verdichten en anderzijds de rivier helemaal de ruimte geven en vergroenen. Deze studio richt zich nadrukkelijk op de omgang met de rivier als veerkrachtig systeem en als hart van
6/209
C
de stad. Van oudsher zijn stad en rivier nauw met elkaar verweven. Rond de rivier komen veel uiteenlopende belangen bij elkaar: van verschillende overheden, bedrijven en industrieën, van ontwikkelaars en omwonenden, recreanten en passanten. Dit leidt tot verschillende visies: de rivieroevers en havenbekkens als aantrekkelijk woongebied, de rivier als transportader van bulkgoederen, de rivier als een obstakel tussen noord en zuid en de stad op twee rivieroevers. Anderen zien juist kansen in het gebruik: de mogelijkheid van nutriëntenterugwinning als economisch verdienmodel of als gebied om te recreëren. Ook kan de rivier worden gezien als landschapsmachine: zij voert sediment en water af en aan, bevat warmte en is een habitat voor vissen en een bron van voedsel. In de afgelopen eeuw zijn de oevers op veel plaatsen verhard, gereguleerd en geprivatiseerd. Slechts op enkele ‘luwe’ plekken is de rivier nog benaderbaar. In tegenspraak met de verdichtingsopgave waarin het wonen aan de rivier als belangrijke kans wordt gezien, is de afstand van de stad tot de rivier vaak groot. Telkens wordt gezocht naar meer ruimte voor het gebruik van de rivier. Tegelijkertijd zijn aan het gebruik en de benadering van de rivier allerlei regels en voorschriften maatregelen gekoppeld. Daarbij gaat het om het waarborgen van veiligheid, het beperken van overlast, de zorg voor waterkwaliteit en andere zaken. In deze studio plaatsen we daar een andere stellingname tegenover, die van de rivier met autonoom bestaansrecht. De rivier is niet ons bezit, maar bestaat in haar eigen recht. Zij heeft – net als ieder ander levend wezen – ruimte nodig om ‘gezond’ te functioneren, haar kwaliteiten te behouden, zich te ontwikkelen, een gebalanceerd ecosysteem te 7/209
vormen en meer. Waar hebben wij als gebruikers en bewoners recht op met betrekking tot de rivier? En wie komt op voor de rechten van de rivier, het water, de vissen, het slib en andere elementen? Aan de basis van deze studio ligt een ontwikkelingsperspectief waarin stad en rivier elkaar nodig hebben en waarin zij met elkaar verweven zijn. Wat is er nodig om de rivier optimaal te laten functioneren als hart van de stad en de stad als omgeving van de rivier? We draaien daarom het vertrekpunt van deze studio om. We claimen niet waar we recht op denken te hebben met betrekking tot de rivier, maar we onderzoeken wat nodig is om de rivier te laten functioneren als levensader van de stad. We kijken naar wat de rivier nodig heeft als veerkrachtig, metabolisch en ecologisch systeem. We onderzoeken hoe haar stromen een optimale bijdrage kunnen leveren aan het leefgebied van mens en dier. Het uitgangspunt is: de rivier bezit zichzelf of in Maori-termen: ‘de rivier is zichzelf’. In de studio onderzoeken we de veerkrachtige relatie van de rivier met de stad en de ontwikkelingsmogelijkheden die daaruit voortvloeien. Parlement der dingen
Hoe werken we aan deze opgave? De aanpak verlangt een ongebruikelijke insteek en een creatieve omgang met het vraagstuk. Met de hulp van experts uit verschillende invalshoeken zullen we tijdens de eerste bijeenkomst de opgave verkennen. De verschillende (onderzochte) elementen worden vervolgens in een tweede stap ingebracht in het Parlement de Dingen. Dit biedt een middel om vanuit andere perspectieven naar ruimte te kijken: een ruimte die niet alleen wordt bepaald door mensen (actoren) maar ook door dingen (factoren) –zoals de flora, de fauna, het slib, de algen, de boten - en hun onderlinge relaties. Het 8/209
Excursie 2e Maasvlakte Presentaties
ontwerp speelt daarin een rol als verbinder, als ‘agency’. Dit wordt getoetst in de derde stap en verbeterd in de laatste fase van het traject van ontwerpend onderzoek. Het ontsleutelen van een alternatief perspectief op de opgave biedt de mogelijkheid om op een andere manier te ontwerpen aan het verbeteren van de gezondheid van stedelijke ecosystemen. Daarvoor is creativiteit nodig evenals de bereidheid om samen dit experiment aan te gaan.
9/209
Het Nieuwe Maeslant
Het Nieuwe Maeslant Koen Marks
Koen Marks (stedebouw)
Toelaten in de stad
De rivier de Nieuwe Maas is een transportader. De voornaamste vracht ligt niet in de schepen, maar drijft in het water. Miljarden deeltjes zand, klei, zout en metalen dwarrelen in het water. Boven water merk je daar vrij weinig
10/209
van, het blijft grotendeels onzichtbaar. De enorme hoeveelheden steen, grind, zand en klei die vanaf de bron in Zwitserland mee worden vervoerd door de rivier, daarvan is weinig terug te zien in de Nieuwe Maas. Waarom zijn deze sedimentatieprocessen zo
Eerste impressie voor het Nieuwe Maeslant
Met deze constatering begon mijn zoektocht naar het sediment van de Nieuwe Maas, met als eerste bestemming: het Quarantaineterrein op de Heijplaat, een van de weinige stranden in Rotterdam. Het aangespoelde strand is gevormd door enkele kribben. Het is een van de weinige plekken waar je een geleidelijke oever ziet van de Nieuwe Maas. Het strand ligt vol met grof zand, dat het eerste afgezet wordt, omdat dit het zwaarst is. Tussen de basaltblokken trof ik zwarte, fijne klei aan. De Heijplaat wordt kunstmatig op haar plek gehouden door een betonnen talud, met daar bovenop een kunststof zeil.
Het land wordt gefixeerd en verhard, om erosie en verplaatsingen van het land te voorkomen. Verandering van de grens tussen water en land heeft consequenties voor eigendomsrechten, de economische activiteit en de veiligheid: het is niet verrassend dat deze grens verhard wordt. Ruimte is geld, dat geldt zeker voor het stedelijke gebied rondom de Nieuwe Maas. Wanneer een instantie of een particulier ruimte in eigendom heeft, is de verwachting dat dit niet meer verandert. Dit toont aan dat fixatie diep verankerd is in onze samenleving. Rijkswaterstaat, de haven van Rotterdam en de gemeente Rotterdam hebben de rivier stevig onder controle, omdat ze geleerd hebben van de tijden waarin de natuurlijke dynamiek van de rivier een bedreiging vormde voor de stad en het achterland. Vanaf de achttiende eeuw vormde
Het Nieuwe Maeslant Koen Marks
onzichtbaar geworden in de rivier ter hoogte van Rotterdam? Is het mogelijk om het krachtenspel van de Nieuwe Maas weer toe te laten in de stad? Welke kansen kan dat bieden voor de stad en de rivier?
11/209
12/209
Het Nieuwe Maeslant Tekening F. Palmboom kaart 1300 Koen Marks geprojecteerd op huidige situatie AxonometrieĂŤn verschillende stadia van de Nieuwe Maas
Landophoging
Cyclus van bagger in de Nieuwe Maas
Bouwmateriaal
Baggernatuur
+- VOL IN 2060
1/3 van de bagger stroomt terug de rivier in
Zandscheiding
65 MILJ. M3 RUIMTE
Ontwatering
78 MILJ. M3 VERVUILDE BAGGER
Loswallen Noordzee
VERSPREIDEN
VERWERKEN
Baggerdepot de Slufter
OPSLAAN
BAGGER
SEDIMENT
bodemsedimentatie
grindafdekking
6 3
NAP
0 -3 -6 -18
erosiekuil
-12 -15 -18
200
400
600
Zand aangelegd
Kleiig zand
Zand ďŹ jn
Veen
Klei
Zand grof
800
1000
1200
1400
1600
dichtslibbing van de Maasmonding een enorm gevaar voor de stad. Door de dichtslibbing heeft de rivier minder capaciteit om water af te voeren, waardoor de overstromingskans toeneemt. Daarnaast werd de stad steeds minder goed bereikbaar door het dichtslibben van de Maasmonding, en de veranderende vaargeulen leidden tot talrijke schipbreuken.1 Daarom zijn de overheden en het havenbedrijf zich steeds meer gaan bemoeien met de rivier. De oplossing voor de problematiek werd uiteindelijk
de Nieuwe Waterweg, een gigantisch plan van ingenieur Pieter Caland. Hiermee werd de Rijn-Maasmonding kunstmatig gefixeerd.2 Met inzet van de vernieuwde baggertechnologie, waardoor schepen met het deinende golven konden blijven baggeren, bleek deze ingenieurskunst mogelijk. Baggeren werd zo ook een belangrijk Nederlands economisch export product.
1 Meyer H. 2006, blz 72.
2 Meyer H. 2006, blz 79
Het Nieuwe Maeslant Koen Marks
Afstand in meter
13/209
De gefixeerde rivier
Het aanzicht van de Nieuwe Maas nu, is een nieuw gezicht. De rivier is naar schatting vijftien miljoen jaar terug ontstaan.1 De Nieuwe Maas is de monding van de rivier de Rijn, waaraan we veel te danken hebben. (‌) in essentie is het grondgebied van de Nederlandse delta tot stand gekomen door het transport en bezinken van sediment, aangevoerd door het water van de rivieren en de zee. (‌)2 De rivier is nooit gestopt
Het Nieuwe Maeslant Koen Marks
Schematische weergave van de diepteligging van de rivier
1 Senckenberg Research Institute and Natural History Museum 2 Meyer H. 2006, blz. 18
14/209
met sedimenteren, maar ze kan haar sediment nu vrijwel nergens meer kwijt in de stad. Waar voorheen het slib belandde op de zachte overgangen van de uiterwaarden, om vervolgens het land natuurlijk op te hogen, belandt het nu in de havenbekkens. Dit zijn de weinige plekken waar het water bijna stil staat en de kleine slibdeeltjes kunnen bezinken. Ironisch genoeg zijn dit de plekken waar het slib het meest in de weg zit van de scheepvaart, die juist baat heeft bij een diepe vaargeul. De diepte van de rivier is daarom vastgelegd in de zogenoemde trapjeslijn: dit zijn afspraken gemaakt
-8
-10
-12
-14
-16
-18
-20
Theoretische trapjeslijn 1970 Gemiddelde bodemligging 2008
Foto’s genomen aan het Quaratainestrand op de Heijplaat 3 Tillie, N. Klijn, O. Borsboom, J. Looije, M. 2014
De rivier is fysiek gefixeerd, door middel van de harde oeververdediging, kades en ophoogplaten, maar ook conceptueel gefixeerd door regelgeving en afspraken tussen allerlei belanghebbenden. Is het mogelijk om deze teugels weer iets te laten vieren, en kunnen we het krachtenspel van de Nieuwe Maas weer toelaten? Wat voor kansen kan dat bieden voor de stad Rotterdam?
Het Nieuwe Maeslant Koen Marks
tussen Rijkswaterstaat, het havenbedrijf en de waterschappen over de diepte van de rivier. De scheepvaart en de haven hebben belang bij een vrije, diepe vaargeul door de rivier. Er wordt dus gebaggerd, afgegraven en opgespoten, ten behoeve van de scheepvaart en de bereikbaarheid van de havens. Het sediment komt van twee kanten, vanuit de zee en vanuit de rivier de Rijn, en in mindere mate uit de IJssel en Oude Maas. Per jaar komt vanuit de rivier acht miljoen m3 rivierklei en zand, vanuit de zee veertien miljoen m3 zeiklei en zand.3
15/209
16/209
Het Nieuwe Maeslant Koen Marks Polder de Esch als centrale schakel in de recreatieve zoom van Rotterdam
ook in de verte nog allerlei punten bovenuit steken, ontstaat er, net als bij coulissen, een extra dieptewerking. Dit maakt het bewegen langs de bocht tot een spektakel: je beweegt zelf en alle lagen bewegen ten opzichte van elkaar.’1 De dynamiek van de rivier hoort bij de dynamiek van de stad Rotterdam, en verandering ligt in de kern van haar identiteit.
1 Palmboom F. 1987 blz. 54 Foto’s genomen aan de rand van Polder de Esch
De stad Rotterdam staat bekend om haar enorme dynamiek, en hierbij speelt de rivier een essentiële rol. De Nieuwe Maas spiegelt haar stad, en creëert schalen en taferelen die in Nederland uniek zijn. Het schouwspel is zichtbaar, aankomend vanaf de Maasboulevard, Frits Palmboom schetste in 1987 al het volgende schouwspel: (…) ‘de stad kan hier zichzelf zien liggen, als het ware aan een baai. Omdat de bebouwing langs de bocht niet aaneengesloten is maar de achterliggende binnenhavens er doorheen schemeren en omdat er
Het Nieuwe Maeslant Koen Marks
Van fixatie naar dynamiek
17/209
Het Nieuwe Maeslant Koen Marks
Huidige situatie
De sedimentatieprocessen zijn een essentieel onderdeel van de Nieuwe Maas en vrijwel onzichtbaar in Rotterdam. Door de sedimentatieprocessen van de rivier plaatselijk te herstellen, maken we de dynamiek van de rivier onderdeel van de stad. Door dit te combineren met de woonopgave, ontstaan hier mogelijkheden voor unieke woonmilieus. In de stedelijke luwte, aan de oostkant van de stad, ligt een scherpe bocht van de rivier, waar de rivier enorm veel sediment afzet: de oever van Polder de Esch. In deze polder zie ik kans om de rivier ruimte te geven om haar sediment af te zetten. De Nesserdijk, een historisch dijklichaam, omzoomt de polder. In het verlengde van de dijk ligt de
18/209
Behoud bestaande dijklichaam
imposante laan Kralingse Zoom, richting het westen, ligt de Honingerdijk. Aan de zuidzijde bevindt zich het verscholen Eiland van Brienenoord en de wijk Feijenoord en de Kuip. De Esch is een schakel tussen stedelijkheid en luwte. Het ligt aan de rand van de recreatieve zoom van Rotterdam. Deze zoom nu gefragmenteerd, maar kansrijk als aaneengeslote recreatieve route. Polder de Esch vormt hierin de centrale schakel, samen met het Eiland van Brienenoord, pal aan de rivier. De polder voelt als een eindbestemming van de stad, terwijl deze zou kunnen fungeren als schakel tussen extensieve en intensieve stedelijkheid. Daarvoor zijn uitnodigende plekken nodig, waar direct contact mogelijk is met de rivier.
Watercirculatie en verspreiding sediment
?
Nieuwe zoeklocatie
Bebouwing op terpen
Aanslibben
4 3
6
1
5
8
7
Verondieping baaien
9
Dichtslibbing
Kansrijke ontwikkelstrategie
Het Nieuwe Maeslant Koen Marks
Baggernatuur
19/209
Schetsvoorstel Het Nieuwe Maeslant Het Nieuwe Maeslant Koen Marks
Luisteren naar de rivier
20/209
De Nesserdijk wordt doorgeknipt op twee plekken. De achterliggende dijk heeft nu al de functie als primaire waterkering, dus het water kan de polder in stromen, zonder het bestaande waterkerende netwerk aan te tasten. Er wordt een geul uitgegraven, zodat een kreek het gebied in kan stromen. De bestaande historische woonboerderijen worden ingekapseld door een dijk, met vloeiende bochten. De bochten creëren kleine baaien, waar langs de kreek stroomt. Voor alle uitgravingen, ophogingen en dijklichamen kan het Havenbedrijf
helpen met bagger aanleveren, daar hebben ze tenslotte meer dan genoeg van. Twee kreken stromen door het gradiëntenlandschap, waar zich in de loop der jaren rivierbiotopen zullen ontwikkelen. Dit landschap verandert door de getijden, stormen en aanwas van sediment. Aan de rivierzijde, in de binnenbocht, houdt een langsdam het sediment aan de oeverzijde, waardoor hier een strand ontstaat. Het gradiëntenlandschap kenmerkt zich door subtiele overgangen tussen water en oever. Flora en fauna krijgen alle kans zich hier te ontwikkelen.
100 m
Het Nieuwe Maeslant Koen Marks
200 m
21/209
Uitwerking Het Nieuwe Maeslant
Een schakeringaan milieus en landschapstypen
Ontwerpen vanuit de rivier levert een schakeling aan landschapstypen op en een rijkdom aan biotopen. Een landschap wat altijd in de beweging is met eb en vloed, en continue van vorm kan veranderen door de aanwas van het sediment uit de rivier.
110 won per ha
Nevengeul
Eiland van Brienenoord
Het Nieuwe Maeslant Koen Marks
200
22/209
Zand aangelegd
Kleiig zand
Veen
Klei
Zand ďŹ jn
Nieuwe Maas
Langsdam
400
Waterkant
Strand
Dijklichaam
600
Sedimen
Slikeiland
Nevengeul
Sedimentbaai
Doorsnede toont de dynamiek en werking van het sediment op het landschap
130 won per ha
Primaire waterkering
Bestaand stadsdeel
NAP
800
1000
1200
Afstand in meter
Het Nieuwe Maeslant Koen Marks
ntbaai
100 won per ha
23/209
Impressie langsdam en strandzijde Het Nieuwe Maeslant Koen Marks
Kreeftjes leven in het natte slib, vissen in het ondiepe water, de vogels eten deze weer op. Kortom, er ontstaat een rivierbiotoop. Op de locatie wordt landschappelijk gewoond. Langs de lijnen die gevormd zijn door de dijklichamen, ontstaan verschillende nederzettingen. Deze zijn geclusterd, als terpdorpen. Hierdoor blijft het landschap met afwisselende momenten van dichtheid en openheid ervaarbaar. De woningen spelen in op de dynamiek van de locatie, de typologie vormt een reactie op het landschapstype. De waterwoningen drijven mee met de getijden, in de sedimentbaai. De strandappartementen houden het zand vast, en staan met hun pootjes in op het strand. De woningen gaan spelenderwijs om met het waterpeil, door middel van verhoogde collectieve ruimtes. Bij de woningen is rekening
24/209
gehouden dat het water tot dichtbij kan komen, maar de entrees en collectieve ruimtes worden altijd veilig gesteld boven het maximale waterpeil van drie meter hoog. Als het water verder stijgt, sluit de Maeslantkering, en stopt het waterpeil met stijgen. Dit komt gemiddeld eens per tien jaar voor. In een stad wordt gewoond, en op de gekozen locatie komen nieuwe rivierbewoners te wonen, die zich identificeren als Rotterdammers en als Nieuwe Maasbewoners. Ze herkennen het tijdstip aan de getijden als ze naar buiten kijken. Ze snappen dat een deel van hun tuin een deel van de tijd onder water staat en verandert van vorm. De openbare ruimte wordt gevormd door de dijk, het dijkplateau en het omringende open gradiĂŤntenlandschap, een landschap dat bestaat uit vloedbossen, kreken,
De Nieuwe Maas vraagt ons om minder fixatie en meer aanpassingsvermogen. Nu is het aan ons, ontwerpers, ingenieurs en managers, om te luisteren naar de rivier. Impressie sedimentbaaien
Er liggen buiten de polder nog andere kansrijke locaties waarin de rivierdynamiek uitgenodigd kan worden. Juist in de stedelijke luwtes, kan er plaatselijk worden onderzocht of de Nieuwe Maas haar sediment meer mag afzetten. De strategie is om in samenwerking met het havenbedrijf en de overheden de sedimentatieprocessen te herstellen,
door plaatselijke ingrepen, zonder dat dit meer baggerwerkzaamheden veroorzaakt. Langsdammen, het inknippen van dijken, het laten sedimenteren van ongebruikte havenbekkens, behoren tot de vele mogelijkheden. Er is een samensmelting nodig tussen het Havenbedrijf Rotterdam, de stad en de rivier. Allen als gelijke gesprekspartners.
Het Nieuwe Maeslant Koen Marks
zandbanken en slikken. Dit is een type landschap wat amper nog bestaat in Rotterdam. De dynamiek van de rivier wordt zo uitgenodigd, en verenigd met de dynamiek van de stad.
25/209
Ode aan de Heemraad
Ode aan de Heemraad Joeri Bellaard
Joeri Bellaard (architectuur)
26/209
Zuiver water. In 1832 werd het voor ons ineens duidelijk; vuil water en ziektes zoals de pest en cholera gaan hand in hand met elkaar. Deze ontdekking bleek een groot probleem met zich
mee te brengen, omdat onze hele economie en daardoor onze hele stedenbouwkundige opzet gebaseerd is op een nauwe relatie met water. Wat pijnlijk duidelijk werd is dat wij afhankelijk zijn van water, maar water niet van ons.
27/209
Ode aan de Heemraad Joeri Bellaard
Vervuilende stoffen aangetroffen in de Maas
Meetlocaties rijkswateren Ode aan de Heemraad Joeri Bellaard
De grachten waaraan we woonden waren er niet alleen om goederen te vervoeren. Ze werden ook gebruikt als open riolering en een plek waar je afval in kon gooien. Zolang het water het met de stroming mee neemt is er niets aan de hand. Dan is het ook gewoon weg toch? Dit was lange tijd onze heersende mentaliteit waar het onze omgang met afval betrof. In 1832 werd duidelijk dat voornamelijk de verontreiniging van het water in de binnensteden een probleem vormde en dus schoon moest worden gemaakt. Gemeentes werden verantwoordelijk voor het opvangen en scheiden
28/209
van menselijke uitwerpselen. Veel systemen werden bedacht waaronder het tonnen systeem. Bij het tonnen systeem was het de bedoeling dat burgers een gat in de grond hadden waaronder een ton geplaatst was, je kon zo je behoefde doen in de ton en de gemeente kwam de ton na een maand ophalen en leverde er direct een kreeg je een lege ton voor in de plaats terug. Dit systeem was uiteindelijk nog winstgevend ook omdat verse droge uitwerpselen verkocht kon worden als mest voor de tuinbouw. De natte uitwerpselen en uitwerpselen uit arbeidswijken die
Afkomst vervuiling water
sjieke badgasten niet echt waarderen, daarom besloot Den Haag om in de zomer het water in de stad stil te leggen. De stad was een open riool en dan deze stillegging uitvoeren in de warmste maanden van het jaar, dat was natuurlijk vragen om de verspreiding van ziekte.
Ode aan de Heemraad Joeri Bellaard
door hun onvoedzame maaltijden werden gezien als slechte mest werd gewoon verderop in de grote rivier geloosd. Zo daar ben je dan ook weer van af, stroomt nu zo de provincie in. Steden die onderaan de stroming zaten waren daar natuurlijk ook echt niet blij mee, vooral Den Haag was een grote beerput. Hier werd dan ook in 1832 voor het eerst in Nederland cholera aangetroffen. In Den Haag stroomt veel water vanuit de provincie door de stad heen om vervolgens bij Scheveningen de zee in te verdwijnen. Omdat Den Haag zulk sterk vervuild water op zee loosde stonk het enorm op Scheveningen. En dat konden de
29/209
De ESCH Ode aan de Heemraad Joeri Bellaard
Ook in Rotterdam ging het mis. In 1866 stierven 1211 bewoners aan de cholera. Het heeft de stad doen besluiten om een drinkwaternet aan te leggen ver buiten de toenmalige stad. Het ontwerp was van C.B van der Tak en het complex werd in 1874 in gebruik genomen. Het water werd vanuit de Maas ingelaten in twee ruime bezinkbassins en daarna biologisch gezuiverd in een reeks grote gemetselde bakken met lagen zand en grind. Via een uitgebreid stelsel van ondergrondse kokers werd het water naar de 48 meter hoge watertoren met een waterreservoir van 1000 m3 (een miljoen liter water voor de druk op het leidingsysteem) en de reinwaterkelders (de buffervoorraad) getransporteerd. Voor dit transport zorgden de met stoom aangedreven pompen in het pompgebouw. Het systeem werkte naar volle tevredenheid
30/209
en het gekke is dat het niet veel verschilt van de manier waarop wij vandaag de dag nog ons water filteren. Tegenwoordig is het waterzuiveringsbedrijf meer richting de Brienenoord gevestigd. In principe filteren we ons water dus nogsteeds ongeveer op dezelfde manier als destijds in 1874. In ons afvalwater drijven ‘vieze’ deeltjes, door bacteriën en veel zuurstof toe te voegen aan het water vermenigvuldigen de bacteriën zich, de bacteriën nemen alle afvalstoffen uit het water in zich op, waardoor de bacteriën zelf groter en zwaarder worden en vanzelf naar de bodem zakken. Er vormt zich een zogenaamde laag slib op de bodem, het schone water drijft hierboven en kan gemakkelijk afgevoerd worden. Vervolgens wordt ook de sliblaag verwijderd en uitgeperst, het droge slib dat overblijft gaat naar de vuilver-
Het DWL terrein voor 1970
Jazeker, je leest het goed, per dag wordt er maar liefst 158 miljoen liter schoon water geloosd op de Maas, dor de hoogheemraadschappen en het gekke is: Je merkt er helemaal niets van, sterker nog, Rotterdam heeft als enige in Nederland een ondergrondse waterzuivering gelegen onder de Dokhaven. 11 meter onder een plek waar mensen gewoon wonen. Het hele proces achter het schone water heeft dus eigenlijk wel iets mysterieus.
Je doet de kraan open en “Poef� er is schoon water. Het hele achterliggende proces is verstopt en ik wil het weer tevoorschijn halen!
Ode aan de Heemraad Joeri Bellaard
branding om daar verbrand te worden, het schone water wordt geloosd op de Maas.
31/209
Ode aan de Heemraad Joeri Bellaard
Oudste en grootste watertoren van Nederland
32/209
33/209
Ode aan de Heemraad Joeri Bellaard
Water bassins bij de watertoren
Waterfilterhuisje
Ode aan de Heemraad Joeri Bellaard Ontwerpplan de Esch
34/209
Brug naar overzijde
Om ons meer bewust te maken over schoon water in het algemeen wil ik nieuw leven blazen in het uitgebluste DWL-terrein van de Esch. De Esch is op dit moment een plek die een beetje verstopt ligt achter een drukke autoweg en die ook totaal niet aansluit op de naastgelegen Maasboulevard. In mijn plan wil ik de kades aan elkaar verbinden zodat de Maasboulevard voor wandelaars verlengd wordt. De oude glorie van het DWL-terrein is nog steeds aanwezig in haar monumentale gebouwen en bassins, ze staan alleen stil. Er moet weer beweging in komen en het water en de energie in het gebied moeten weer gaan stromen. Het water moet weer onttrokken worden uit de naastgelegen Maas en gefilterd worden in de bassins. Ik wil verschillende watersystemen aanleggen om op kleine schaal te kunnen zien en laten zien wat er gebeurt met
ons water. Buiten het Maaswater wil ik dus ook ons regenwater, douchewater, WC-water en vuile kraanwater via aparte leidingen en gescheiden kunnen observeren en filteren. De Oude watertoren gaat hierin een grote rol spelen. Deze toren is tegenwoordig een appartementencomplex, de bewoners krijgen van ons gratis schoon water als zij instemmen met een gescheiden leidingsysteem waarmee wij hun afvalwater kunnen monitoren. Het hemelwater wordt met een gescheiden riolering gevoerd naar de oude waterbassins die omgebouwd zijn tot Helofytenfilters. Al het gefilterde water wordt opgevangen achter het nieuw te bouwen informatiecentrum. Deze plek biedt nu schoon water voor mensen om in te recreĂŤren, de lage kade wordt een publiek strand waar mensen zorgeloos kunnen zwemmen en genieten van het water en de omgeving.
Ode aan de Heemraad Joeri Bellaard
Ode aan de heemraadschappen.
35/209
Strand
Ode aan de Heemraad Joeri Bellaard Info afbeelding
36/209
Het interieur van het nieuwe gebouw waarin het informatiecentrum gehuisvest zal worden is opgebouwd uit een centrale entreehal van waaruit je als bezoeker een lift naar boven neemt. Hier begint het avontuur. De verschillende watertypen, WC- , douche-, wasmachine-, kraan-, hemel-, riool- en Maaswater, komen ook hier nog onge-
filterd binnen en er kan hier gemeten worden op afvalstoffen. Misschien treffen we in het WC-water wel drugsresten of in het Maaswater wel giftige industriestoffen. Hier worden alle varianten in watertype en gevonden stoffen getoond. Het water stroomt vanaf hier rustig naar beneden en als bezoeker volg je de stroming en kom je achtereenvolgens door verschillende kamers waarin elke keer een andere filterwijze inzichtelijk wordt gemaakt. Zou kun je inhoudelijk zien hoe een mossel nou 5 liter water per uur kan filteren of loop je door de UV-lichttunnel om medicijnresten uit het water te zien verdwijnen. Aan het eind van de tour kom je terug in de centrale hal en zie je hoe het gebouw het schone water terug geeft aan de Maas.
Ode aan de Heemraad Joeri Bellaard
Brug naar overzijde
Het interieur van het informatiecentrum Het informatiecentrum biedt als het ware een kijkje in de kwaliteit van ons water en in hoe wij ons water schoon houden. Daarnaast is het de bedoeling mensen bewust te maken van wat je zelf kunt doen om het water schoner te houden. Er wordt hier getest op wat er allemaal in ons water zit en op diverse manieren gefilterd, dit gebeurt allemaal op kleine schaal en toegankelijk en inzichtelijk voor eenieder om te zien.
37/209
Doorsneden
Ode aan de Heemraad Joeri Bellaard Doorsneden
38/209
39/209
Ode aan de Heemraad Joeri Bellaard
Mosselfilter
40/209
Ode aan de Heemraad Joeri Bellaard
41/209
Ode aan de Heemraad Joeri Bellaard
Laten zien en gebruiken Getijdenwerking in de Rijnmond
Getijdenwerking in de Rijnmond van verborgen naar zichtbaar
Laten zien en gebruiken Mark Gjaltema
Vanaf de dijk langs de maas is tussen de stenige huizenblokken en metalen golfplaten zo af en toe nog een stuk ouderwets polderland te zien. Daar grazen wollige schaapjes
42/209
Mark Gjaltema (stedebouw)
in gras zo hoog dat hun lammetjes erin verdwijnen. Tussen het gras groeien gele boterbloemen en wit fluitenkruid sieren de slotenoevers. Vanaf het fietspad, hoog op de dijk is het frisse groene landschap goed te overzien. Zodra je het landschap betreed, rijkt de begroeiing tot ver boven je hoofd en bieden alleen de rechte sloten nog
Wie dit romantische beeld van het polderlandschap met zijn knotwilgen langs slootjes en bollenvelden nog omarmt is zich waarschijnlijk - net als de schapen, kikkers en koeien - niet bewust van het feit dat deze landschapsmachine onder druk staat van door veranderende natuurlijke processen. Het polderlandschap staat onder toenemende druk van zout en brak water vanuit de rivieren en de bodem. Zout water wordt met enorme hoeveelheden zoet water uit de polders ‘gespoeld’ om de landbouwgrond
vruchtbaar te houden. De werking van deze zoetwatermachine loopt tegen zijn grenzen aan. In de nabije toekomst zijn nieuwe grootschalige aanpassingen aan het poldersysteem nodig om het zoute water tegen te houden, maar tot op welke hoogte en kosten moeten wij de natuur zo nodig blijven tegenwerken? De mens heeft de rivier door de eeuwen alleen als economische motor naar eigen hand gezet. Daardoor is er nauwelijks nog iets waarneembaar van een rivierlandschap met de natuur die bij zowel zilte en brakke als zoete
Laten zien en gebruiken Mark Gjaltema
mogelijkheid tot vergezicht.
43/209
Flora Holland
wateren hoort. Bij laag tij wordt goed zichtbaar hoe versteend de kades zijn, om erosie van de oevers te voorkomen en de vaarroutes niet dicht te laten slibben. Waar tussen Vlaardingen en Maassluis oevers zijn ingericht voor recreatie
met groene grasvelden en bossen met geasfalteerde wandelpaden, wordt het water nog altijd buitengehouden met een verhoogde kade met keien. Hier valt bij eb een stukje strand droog dat alleen wordt gebruikt door een groep zwanen.
Duinen
Poldergemaal Poldersloot
Zee
Bo
Polder
ZO
Laten zien en gebruiken Mark Gjaltema
Kwel
44/209
BRA
ZO
oezem
17.362 mg/l 3.318 mg/l
1.40 NAP - 0.90 NAP
1.395 mg/l 137 mg/l
18.170 mg/l 17.409 mg/l
1.46 NAP - 0.70 NAP
91mg/l 82 mg/l
115 mg/l 87mg/l
86 mg/l 77 mg/l 1.19 NAP - 0.41 NAP
4.784 mg/l 159 mg/l 74 mg/l 75 mg/l
70 mg/l 66 mg/l
Het (on)zichtbare water Fietsend langs het Brielse meer, aan de rand van de Maasvlakte, lijkt het grootschalige industrielandschap met de verontrustende chemische geuren en rookpluimen eindelijk op te houden.
Waar op de Maasvlakte de mens zo nietig leek, is hier het gras weer groen en wordt de mens zelfs verleid om neer te strijken op een grasveld met prullenbakken met de opening precies op een comfortabele, functionele hoogte, in de schaal van Rivierdijk
Boezemgemaal
Ringvaart Rivier
Zouttong
OET
AK
OUT
Mark Gjaltema 08-03-2017
Laten zien en gebruiken Mark Gjaltema
Kwel
45/209
de mens ontworpen. Midden in deze groene oase, aan de oever van het Brielse meer, lijkt het onwerkelijk dat het zoete water uit dit spaarbekken helemaal naar de andere kant van de nieuwe waterweg wordt gepompt. De leiding heeft een capaciteit van 4000 liter water per seconde. Daar wordt de glastuinbouw in het Westland van zoet water te voorzien. Dit is een van de vele ingrepen die zijn gedaan om het polderlandschap en de economisch belangrijke activiteiten in stand te kunnen houden. Vanwege de logistiek interessante locatie zo
Laten zien en gebruiken Mark Gjaltema
Potentie nieuw zoetwatersysteem in de regio Rijnmond
46/209
vlak bij de bloemenveiling, haven en luchthavens blijven tuinders het zoete water inkopen omdat het een fractie van de winst kost, maar op de lange termijn worden deze kosten alleen maar hoger omdat de druk van het zoute water op het landschap toeneemt. Ingrepen zoals de Brielsemeerleiding onder de Nieuwe Waterweg zijn in het verleden gefinancierd door de staat, maar bij nieuwe ingrepen om zoet en zout water in de toekomst gescheiden te houden is het goed denkbaar dat de kosten op de intensieve gebruiker worden verhaald.
een verhoogde kade met keien. Hier valt bij eb een stukje strand droog dat alleen wordt gebruikt door een groep zwanen.
Tekst tekst en nog een tekst Tekst tekst en nog een tekst Tekst tekst en nog een tekst Tekst tekst en nog een tekst Tekst tekst en nog een tekst Tekst tekst en nog een tekst Tekst tekst en nog een tekst Tekst tekst en nog een tekst Tekst tekst en nog een tekst Tekst tekst
en nog een tekst Tekst tekst en nog een tekst Tekst tekst en nog een tekst Tekst tekst en nog een tekst Tekst tekst en nog een tekst Tekst tekst en nog een tekst Tekst tekst en nog een tekst Tekst tekst en nog een tekst Tekst tekst en nog een tekst Tekst tekst en nog
Info afbeelding
De mens heeft de rivier door de eeuwen alleen als economische motor naar eigen hand gezet. Daardoor is er nauwelijks nog iets waarneembaar van een rivierlandschap met de natuur die bij zowel zilte en brakke als zoete wateren hoort. Bij laag tij wordt goed zichtbaar hoe versteend de kades zijn, om erosie van de oevers te voorkomen en de vaarroutes niet dicht te laten slibben. Waar tussen Vlaardingen en Maassluis oevers zijn ingericht voor recreatie met groene grasvelden en bossen met geasfalteerde wandelpaden, wordt het water nog altijd buitengehouden met
Verdwenen Estuariumlandschap
Laten zien en gebruiken Mark Gjaltema
Rivierendelta’s kenmerken zich van nature door de estuaria waar zoet en zout water zich vermengen tot brak water. Dit proces vindt zeker nog plaats in de riviermonding van de Nieuwe Maas in de Noordzee. Het water krijgt nagenoeg geen kans om oevers te overspoelen en daarmee kenmerkende zilte natuur de ruimte
47/209
te geven. Daardoor ontbreekt een belangrijke basis voor de natuur die van oudsher in deze delta te zien was. Is het juist niet duurzamer om nu te beginnen met het toelaten van de natuurlijke menging van zout en zoet water in de riviermonding? Levert dit schematische uitgangspunten
stedelijke rivieroevers? Is er nog wel behoefte aan plek voor industrie aan de rivier vlak bij de stad? Is de landbouw nog wel rendabel op grond die steeds zouter zal worden? Moeten we elke vierkante meter aan de rivier nog wel een vaste functie opleggen of moeten we de rivier weer de ruimte geven om het landschap vorm te geven? De rivier is een kanaal geworden waarbij oevernatuur als onnodige, onvoorspelbare grondgebruiker geldt waaruit geen winst te behalen valt voor de economische motor. Brakke en zoute oevernatuur zou meer ruimte moeten krijgen in de riviermonding, al is het maar om de bezoeker van de rivierdelta zich bewuster te maken van de natuurlijke en onnatuurlijke werking van het water op het landschap. Daarnaast is oevernatuur waardevol voor het ecosysteem wat uiteindelijk leidt tot schonere lucht en helderder water. Dat is weer een positieve ontwikkeling voor de mens en het woonmilieu aan de rivier.
Laten zien en gebruiken Mark Gjaltema
Ruimte voor oevernatuur
naast de breed uitgemeten problemen voor de landbouw en tuinbouw misschien ook nog voordelen op? En wat betekent deze nieuwe visie voor het gebruik van water in plaats van het tegen te houden met de harde industriĂŤle kades, dijken en (hoog)
48/209
Hoe dat landschap eruit zou kunnen zien is goed waarneembaar op het eiland van Brienenoord. Een eiland midden in de Nieuwe Maas en ook midden in de verder versteende stad. De getijden van de Nieuwe Maas zorgen voor verschil in waterhoogtes en zoutgradiĂŤnten. Dit zorgt voor unieke flora en fauna die verder stroomafwaarts door de verharde, steile kades nergens terugkomt. Onder
Plankaart ontwerpingrepen toegepast op de Waalhaven
De geleidelijke natuurlijke oevers zoals die op het van Brienenoordeiland zouden strategisch kunnen worden ingezet in combinatie met bestaande dijken alswaterkering. Daarnaast kunnen in de oeverzone oppervlakkige
geulen worden gemaakt met kleinschalige ingrepen die het zoete water kunnen destilleren uit de rivier om het zo stapsgewijs het landschap in te laten. Op deze manier zouden de oevers van de nieuwe maas als een zoet-water- filter kunnen functioneren en het polderlandschap op een zichtbare, relatief natuurlijke manier van zoet water kunnen voorzien. Zo zal de rivier vloeiend overgaan in de groene structuren van de stad, zoals mogelijk het Zuiderpark bij de
Laten zien en gebruiken Mark Gjaltema
de Brienenoordbrug blijven bij eb kraakheldere poelen over in een laag slib en klei. Planten vormen een groen dek over deze grond die twee keer per dag overstroomt. Zo spoelt nieuw, vruchtbaar slib aan.
49/209
Laten zien en gebruiken Mark Gjaltema
Dynamische dijk, zichtbaar / onzichtbaar afhankelijk van getijden
waterkering. Daarnaast kunnen in de oeverzone oppervlakkige geulen worden gemaakt met kleinschalige ingrepen die het zoete water kunnen destilleren uit de rivier om het zo stapsgewijs het landschap in te laten. Op deze manier zouden de oevers van de nieuwe maas als een zoetwater- filter kunnen functioneren en het polderlandschap op een zichtbare, relatief natuurlijke manier van zoet water kunnen voorzien. Zo zal de rivier vloeiend overgaan in de groene structuren van de stad, zoals mogelijk het Zuiderpark bij de Waalhaven in Rotterdam Zuid, het volkspark met de Wilhelminahaven in Schiedam of Het weidse Midden Delfland. Door tactisch om te gaan met het waterbeheer kunnen oevers veiliger worden, de natuur zich ontwikkelen en de mens meer met en aan de rivier leven in plaats van ‘binnen de dijk’.
50/209
Getijdenrivier toegepast Ik heb de Waalhaven gekozen om mijn onderzochte principes op toe te passen. Door een filtersysteem aan te leggen in de oevers van de Waalhaven kunnen meerdere stedelijke opgaven opgelost worden; namelijk het aanvoeren van zoet water in het stedelijke watersysteem, nieuwe groene woonmilieus aanleggen en een ecologische brug maken tussen de Waalhaven en het Zuiderpark. De havens zijn nu nog sterk afgescheiden van de stadsrand door de dijk, spoorlijnen en de doorgaande weg die er lopen. De barrière tussen de twee gebieden zorgt er ook voor dat het Zuiderpark en de vlieten met hun zoete water geen directe verbinding maken met de Rivier. Dit terwijl er wel water uit de Nieuwe Maas wordt gepompt om te gebruiken voor onder andere het Zuiderpark. In de toekomst
Laten zien en gebruiken Mark Gjaltema
zal het water bij het innamepunt steeds minder vaak zoet genoeg zijn om te gebruiken in het watersysteem van dit deel van Rotterdam Zuid. Door een sluizensysteem aan te leggen tussen de Waalhaven en het Zuiderpark kan zoet water worden vastgehouden voor droge perioden. Om het Zuiderpark in stand te houden. Het gebruik van de havenpieren in de Waalhaven is al jaren aan het transformeren van industrie naar functies die minder afhankelijk zijn van bereikbaarheid per schip. De nog actieve industrie trekt door schaalvergroting uiteindelijk grotendeels weg, zoals ook in andere oude havens gebeurde. Hierdoor komt er op de pieren ruimte vrij voor nieuwe initiatieven. De woningdichtheid is relatief hoog in Charlois, de Rotterdamse wijk grenzend aan de Waalhaven. Verbindingen met nieuwe oevernatuur aan de Waalhaven zou
51/209
Laten zien en gebruiken Mark Gjaltema
Technische werking drijvende dijk
ten goede komen aan het woonmilieu in deze wijk. Daarnaast zal er met het verdwijnen van industrie ruimte komen voor het bouwen van nieuwe woningen op de pieren. Een kans om te voorzien in de verdichtingsopgave waar Rotterdam de komende jaren voor staat. Waarnemingen van flora en fauna concentreren zich in het groene Zuiderpark terwijl er in de weidse Waalhaven slechts enkele plantjes in de stenige kademuren worden gezien. Een blauwe verbinding tussen het water in de Waalhaven en het water in het Zuiderpark zou een ecologische verbinding in stand kunnen brengen die overgaat in nieuwe groene rivieroevers. Deze ecologische verbinding wordt een groene oase tussen bestaande stad en uitbreiding op de oude havenpieren. De parallelle opgaves komen samen
52/209
bij het creĂŤren van een oplossing in de vorm van een getijdenoever. Een oever die zoet water kan infiltreren in het achterland en die een groene oase is voor mens en natuur. Dit principe is niet alleen relevant voor de Waalhaven maar op vele plekken in de Rijnmond waar beleving van het estuarium en haar kenmerkende natuur gewenst is.
53/209
Laten zien en gebruiken Mark Gjaltema
Laten zien en gebruiken Mark Gjaltema
Tussen kade en oever Al in de eerste weken van mijn onderzoek naar de rivier werd mijn interesse gewekt door het groene, open Midden-Delfland. Het landschap houdt zich dapper in stand tussen de uitdijende steden en industrie. Op de kaart lijkt het de enige plek ten westen van Rotterdam waar ongeschonden, natuurlijke oevers aan de Nieuwe Maas bestaan. De rest is grijze betonnen kade. Op dit punt langs de rivier is de dynamiek tussen zoet en zout water het grootst. Bij laag tij is de rivier hier zoet of licht brak. Bij hoog tij is het water zout. Dit moet invloed hebben op de oevervegetatie. Reden voor mij om deze plek te bekijken als een doorsnede. Van de Rivier tot het landbouwgebied achter de dijk. Het buitendijkse gebied langs het Midden Delfland bestaat uit een recreatiezone; Het Oeverbos. Daarlangs loopt de dijk waarachter het
54/209
Midden Delfland begint, maar nog wel een keer doorsneden wordt door de Hoekse lijn. Het was tegen 19.00 toen ik aankwam via een fietspad over de dijk uit de richting van Vlaardingen. Het zicht naar de rivier was tot dan toe belemmerd door industriĂŤle gebouwen. Wel was het zicht naar rechts, naar het Midden Delfland al adembenemend mede doordat het zoveel lager ligt dan de dijk waarop ik mij bevond. Na de Industrie van Vlaardingen boog het fietspad naar links waar het plotseling mogelijk was om de rivier te zien. Het was een vlakte waar zichtbaar onlangs een bos was gekapt waardoor er een veld boomstronken over was gebleven. Er tussendoor liepen slingerende asfaltpaden die uitkwamen op een fietspad parallel aan de rivier. Hier kwam ik er achter dat het natuurgebied het Oeverbos
De rivieroevers bij eb
De waterstand was op zijn laagst op dit tijdstip waardoor grote keien langs de oever door het wateroppervlak prikten. In de bocht van de kade was een strand van slib drooggevallen. Onbereikbaar voor de mens door de steile, gladde kade. Er waren een stuk of tien zwanen die zich op deze plek ophielden. Hier ben ik kort blijven zitten. Over het water vlogen visdiefjes op jacht naar voedsel. Er kwamen enkele schepen voorbij. In een kwartier tijd vier schepen. Tussen de kadekeien groeide brandnetel en gras. Over het fietspad kwamen veel wielrenners voorbij, alleen of in groepen. Ook waren er twee wandelaars en andere fietsers. Opvallend was het grote aantal zingende vogels die flink van zich lieten horen in de bossen direct naast het fietspad. De bossen werden afgewisseld met strak gemaaide recreatieveldjes. Door de lage waterstand was de stroming goed zichtbaar aan de hand van de
obstakels onder het wateroppervlak. Vanaf deze plek aan de oever ben ik terug naar de dijk gefietst langs de weg die eroverheen loopt. Linksaf was een afslag schuin de dijk af en tussen de weilanden door. Het was te merken dat deze kant van de dijk lager was dan de buitendijkse zijde. Er waren sloten waar het waterpeil nauwelijks hoger kon. Het water in de sloten stroomde door tot een houten sluisje waar het in een lager pijl terecht kwam. In de weilanden stond het gras tot schouderhoogte. Ertussen groeiden vele gele boterbloempjes. In de bermen bloeide het witte fluitenkruid. De slootjes vormden, naast de paden de enige lange zichtlijnen door het landschap. Langs deze slootjes groeiden knotwilgen. Tussen de bloemrijke wijden stonden idyllische boerderijen. Terug in Rotterdam heb ik deze observatie vergeleken met het Eiland van Brienenoord dat ik eerder bezocht had. Eigenlijk had ik verwacht dat ik in het oeverbos soortgelijke drassige oevers met bijzondere vegetatie zou
Laten zien en gebruiken Mark Gjaltema
geen natuurlijke oever had maar een verhoogde kade met keien. Ik ben het fietspad gevolgd richting Maassluis tot ik bij een bocht in de kade kwam.
55/209
Laten zien en gebruiken Mark Gjaltema
aantreffen die ik ook op het Eiland van Brienenoord gezien had. Dit was niet het geval. Het oeverbos zou alleen bij buitengewoon hoge waterstanden kunnen overstromen. Het is daardoor meer als een recreatiegebied met velden en bossen ingericht die zoet water nodig hebben. Op het eiland van Brienenoord spoelt water uit de Nieuwe Maas twee maal daags over de oevers waardoor het een natuurgebied is waar plaats is voor bijzondere vegetatie en geen strakke aangelegde grasvelden. Toch is ook op het eiland sprake van recreatie omdat er wandelaars op af komen die de plek bijzonder vinden en aantrekkelijk omdat de rivier er zijn invloed uitoefent met unieke natuur tot gevolg. De stille elementen die de rivier maken Verslag Parlement de dingen 10 april 2017 Op de maandagmiddag kwamen we als deelnemers aan de studio Getijderivier, de meesten direct vanuit het werk, samen bij de ingang van
56/209
de Rotterdamse Schouwburg. Ik was vlak daarvoor nog aan het werk bij de gemeente. We begonnen met koffie. Dit was een ontspannen overgang van het enigszins drukke werk naar een compleet andere setting waarin we met elkaar het gesprek aan zouden gaan in een kring. Denkend vanuit de rivier en alle elementen in plaats van vanuit het vak stedenbouw. Van tevoren had ik niet echt een concreet beeld van hoe de middag eruit zou zien. Ik ging er open in. Wel had ik nagedacht over elementen die bij de rivier horen en die een stem verdienden in het parlement. Binnen begonnen we met de voorbereiding van het parlement. We kozen 20 elementen die allemaal een stem zouden krijgen. We waren echter met 15 mensen, dus zou er gerouleerd worden met de elementen en de personen die namens het element spraken wanneer dit uitkwam. Ik koos als element het zout omdat ik daar al veel onderzoek naar had gedaan en het veel invloed heeft gehad op hoe de mens de rivier heeft vormgegeven.
Zoetwater- versus ziltwaterlandschap
Later ben ik gewisseld van ‘de arbeid’ naar de vogels om te kijken of mijn perspectief en mening zou veranderen als ik een andere rol zou innemen. Daarbij dacht ik na over of de overheid er wel is voor natuur of alleen voor de mens en economie etc. Ook leken alle natuurlijke elementen zonder de mens prima te kunnen bestaan in de rivier. Tegen het einde was er sprake van het vormen van een revolutie door
de natuurlijke elementen tegenover geld, overheid en arbeid. Daarbij werd mij duidelijk dat de mening van de personen achter het element er in werkelijkheid helemaal niet was waardoor vraagtekens konden worden gezet bij de ‘wil’ van de natuurlijke elementen. Waarschijnlijker is dat deze elementen zichzelf altijd aanpassen aan de omstandigheden en als die in en om de rivier niet voldoen dan zullen sommige elementen weggaan naar andere plekken. Ik zag de middag als een nieuwe manier van informatie-uitwisseling vanuit de onderzoeken die iedereen al tijdens het project had gedaan. Daarbij ging het niet om nieuwe informatie delen, maar het wisselen van perspectieven en het overzicht te krijgen over wat de rivier is en hoe die functioneert en waarom de rivier eruit ziet zoals die nu is. Dit overzicht over de rivier kan mij waarschijnlijk goed helpen met het aanscherpen van mijn visie over hoe de rivier kan of zou moeten veranderen. En daarbij kan ik ontwerpingrepen bedenken die ik in het verdere verloop van de studio vorm kan geven.
Laten zien en gebruiken Mark Gjaltema
Uiteindelijk begonnen we het parlement in een kring. Er was geen agenda. Het gesprek kwam de eerste minuten zeer moeizaam op gang. Uiteindelijk begon bijna iedereen met het voorstellen van zichzelf als element en een korte beschrijving over wat zij met de rivier te maken hadden. Ik was eerst het element ‘arbeid’ Ik beeldde mij daarbij alle havenactiviteiten in en de ruimte die het in beslag had genomen langs de rivier. Daarna kwam er al snel een discussie opgang waarbij de natuurlijke elementen lieten weten dat ze zich niet gehoord voelden door de overheid en last hadden van de ingrepen en vervuiling van de mens.
57/209
Op een klapstoeltje op de kade,
een nieuwe dynamiek in de Waalhaven.
Op een klapstoeltje op de kade. Amber Nederhand
Amber Nederhand (stedebouw)
Aboutaleb schrijft in het boek ‘De Haven van Rotterdam’: ‘.. ik denk dat de Rotterdamse haven een van de weinige wereldhavens is waar mensen op een klapstoeltje op de oever van de rivier gaan zitten om te genieten van de schepen. En dat is misschien wel het geheim dat de Mainport van Europa tot excellente haven maakt: de combinatie van bedrijvigheid en menselijkheid.’ Rotterdammers voelen zich aangetrokken tot de haven en gaan er graag heen. Om boten te
58/209
kijken, een stukje te fietsen of om te vissen. Dit doen Rotterdammers gewoon op plekken die ze zelf uitkiezen. Plekken die daar niet voor zijn ontworpen, maar toevallig wel perfect zijn. Neem bijvoorbeeld de kop van de Sluisjesdijk. Een grote parkeerplek, bij de entree van de luwe Waalhaven aan de snelstromende Nieuwe Maas; betere condities voor een perfecte vis-stek vind je niet, aldus de vissers die ik daar heb gesproken. Ook ik ben één van die Rotterdammers
Recreatie in de haven. 2
FUTURELAND
die op een klapstoeltje boten gaat zitten kijken. Het houden van de haven van Rotterdam zit in mijn DNA: van mijn opa leerde ik dat onze roots in de haven liggen: mijn beide overgrootvaders van die kant van de familie werkten in de haven. De haven die Rotterdam zo groot heeft gemaakt, de haven waar wij Rotterdammers zo trots op zijn en de haven die mij fascineert. In
dit
ontwerpend
onderzoek
is
uitgebreid onderzocht hoe de Rotterdammer in de haven recreĂŤert. Door middel van observeren, participeren, zintuigelijk en literair onderzoek is ontdekt dat ondanks dat Rotterdammers zo trots zijn op hun haven en er graag komen, de haven niet altijd dichtbij is. Sterker nog, havenactiviteiten trekken steeds verder de stad uit.
Op een klapstoeltje op de kade. Amber Nederhand
=
59/209
Ontwikkeling van de haven De Rotterdamse haven is altijd in beweging. Lange tijd waren de haven en de stad ĂŠĂŠn. Aan de dam in de Rotte ontstond rond 1260 Rotterdam met daarbij een kleine haven waarin goederen werden overgeladen en waar rondom handel werd gedreven. Nog vele eeuwen zijn de havens in of rondom het centrum van de stad gebleven. Tot na de oorlog. Toen Rotterdam na het bombardement een leeg canvas had en zich kon gaan
Op een klapstoeltje op de kade. Amber Nederhand
De intensiteit van recreatie in de haven.
60/209
profileren als petroleumhavenstad. Dit soort bedrijvigheid was vervuilend en werd uit de stad verdreven. Steeds verder trok de Rotterdamse haven naar het westen toe, en de bedrijven gingen mee. Net als de havens zelf kent ook de recreatie in de haven verschillende vormen die mee bewegen met de veranderende havenactiviteiten. Zo hebben nieuw toegevoegde functies van getransformeerde havenbekkens gezorgd dat er eigenlijk pas recent
zodat je niet meer je eigen klapstoeltje hoeft mee te nemen. Zo is in het nieuwste havengebied, de Tweede Maasvlakte, meer dan voldoende ruimte ontworpen voor de recreant. Er bevinden zich verschillende stranden en zelfs een bezoekerscentrum waar mensen vanuit heel Nederland op af komen. Je zou kunnen zeggen dat in die zin de Tweede Maasvlakte Aboutalebs bewustwording van de recreatieve aantrekkingskracht van de al bestaande havens belichaamt. Opvallend is dat deze nieuwe vormen van recreatie een enorme schaalsprong maken. Deze nieuwe vormen van recreatie in de haven zijn enorm grootschalig en trekken veel mensen aan. Hoe verder je van de stad af gaat, des te meer mensen je dus in de haven ziet.
Op een klapstoeltje op de kade. Amber Nederhand
kansen voor recreatie zijn ontstaan in deze havens. In de tijd dat die havenbekkens nog in functie waren, was er nog bijna geen sprake van vrije tijd. En als je vrije tijd had, dan ging je niet naar die vervuilende haven. De haven was om in te werken, en niet om in te recreĂŤren. Ten tijde van de aanleg van de nieuwe Stadshavens, Botlek en Europoort zijn deze functies veel meer gaan mengen. Vrije tijd is vanzelfsprekender en de haven is in vergelijking met vroeger een stuk schoner en toegankelijker geworden. De dynamiek in de haven trekt aan; er is altijd wel wat te zien en te beleven. Het is een spannende andere wereld. Je ziet de mensen in deze puur functionele havens met hun klapstoeltje onder de arm richting de kaden gaan. Het is pas sinds kort dat we ook echt rekening houden met de recreant in de haven, dat we bankjes plaatsen,
61/209
Het klinkt mij heel onlogisch in de oren: hoe verder je van de stad af gaat, des te meer mensen je in de haven ziet. Juist dicht bij de stad wil je de haven waar wij zo trots op zijn en die Rotterdam zo groot heeft gemaakt aantrekkelijk en uitnodigend maken. Rotterdam weer verbinden met de haven en het water. Ik zie de kans om dit te doen in de Waalhaven, een van de weinige plekken waar de stad en de in werking zijnde haven aan elkaar grenzen.
Concept
Op een klapstoeltje op de kade. Amber Nederhand
Om de Waalhaven aantrekkelijk en uitnodigend te maken denk ik dat er een nieuwe dynamiek moet komen die de ‘oude’ dynamiek van de weggetrokken water gerelateerde
62/209
havenactiviteiten overneemt. Dit wil ik gaan doen door de haven en de stad te laten versmelten in een combinatie van wonen, werken en recreatie. Dit veranderende gebruik brengt een nieuwe dynamiek met zich mee en zal het gebied opnieuw aantrekkelijk maken en houden voor recreanten. Om dit te laten werken moet ook de bereikbaarheid vanuit de stad worden vergroot. Zowel vanuit de achterliggende wijk, als vanuit het grootschalige recreatienetwerk van het Zuiderpark. Vanuit haar kant heeft de rivier ter hoogte van de Waalhaven unieke condities, die met de veranderende dynamiek zichtbaar/ mogelijk zullen worden en het gebied versterken en profileren.
Versteende kades.
Raamwerk
Huidige recreatie.
Water- gerelateerde havenactiviteiten.
Pierenstructuur
Kranen en spoorrails.
Haven architectuur.
Omdat de Waalhaven zo’n uniek gebied is met een rijke geschiedenis, is het een must de authentieke relieken die de sfeer van het gebied ademen en de geschiedenis vertellen, te behouden. Dit zijn onder andere de versteende kades. Deze tonen de grootschaligheid van het gebied en vertellen het verhaal van het grootst gegraven havenbassin ter wereld. Ook de baksteenarchitectuur met blauwe accenten en zadeldaken die het gebied rijk is en uniek maken zal behouden blijven. Evenals de spoorrails, kranen en pierenstructuur. Ook de meeste watergerelateerde havenactiviteiten en het huidige recreatief gebruik blijven behouden. Dit betekent niet dat deze relieken persÊ in huidige vormen/gebruik behouden moeten blijven. Gebouwen kunnen worden gerenoveerd om nieuwe functies te krijgen, havenactiviteiten kunnen worden gemoderniseerd en kades kunnen worden vervormd. Zolang de sfeer die ze uitademen maar behouden blijft en het verhaal van de Waalhaven niet verloren gaat.
N
63/209
Op een klapstoeltje op de kade. Amber Nederhand
Inbedding van het gebied Om het gebied in beginsel goed te kunnen laten werken moeten een aantal ingrepen worden gedaan. Het liefst vandaag al. De eerste is de inbedding van het gebied in het recreatienetwerk van Rotterdam: de verbinding met het Zuiderpark die echt beter moet. Daarvoor is een landschappelijke verbinding nodig. In plaats van het gebied kronkelend in verschillende paden te laten eindigen met bebouwing op onlogische plekken, vormt het landschap één groot gebaar dat met onderbreking van de historische dijk richting de nieuwe dijk zal lopen. Aldaar nodigt de van veraf al zichtbare betonnen trap uit om over de dijk te gaan. Tevens biedt dit een uitzichtpunt over de Waalhaven en alle nieuwe sferen. Het spooremplacement achter de dijk blijft behouden en in werking zijn. Het beton van de trap wordt als een pad tussen de spoorrails aangelegd. Om de veiligheid te vergroten zullen er spoorwegovergangen worden gemaakt. Deze spoorwegovergangen zullen maar sporadisch gebuikt hoeven te worden, want er is geen enkel bedrijf meer dat nog frequent gebruik maakt van het spoor. De bereikbaarheid vanuit de wijk Charlois wordt verbeterd door het herinrichten van het Plompertstraatgebied. Waar nu letterlijk achtertuinen grenzen aan de Waalhaven, zal een nieuwe ‘voortuin’ voor zowel de haven als de stad komen. Nieuwe kleinschalige woonblokken hebben een alzijdig uiterlijk en houden de verbindingen tussen haven en stad
64/209
vrij. Tevens zullen in deze nieuwbouw geluidswerende gevels worden toegepast, om de geluidsoverlast van de haven tot een minimum te beperken. Zo zal de bebouwing niet alleen als overgangszone, maar ook als geluidsscherm functioneren. De nieuwe waterkering die ook op dit punt overbrugd moet worden, krijgt net als de dijk ter hoogte van het Zuiderpark een trap.
Ingrepen in het gebied - vandaag Naast de nieuwe overgangen tussen de stad en de haven, zijn er in de Waalhaven zelf ook ingrepen die vandaag al gedaan kunnen worden. Een daarvan is bijvoorbeeld de verdere uitloper van het Zuiderpark. Een logische verlenging van deze verbinding is pier vier, de meest smalle pier. Pier vier is een alleen voor langzaam verkeer bereikbare pier waar vaak boten zijn aangemeerd. De rivier heeft op dit punt eigenlijk de unieke omstandigheden om het een interessanter gebied te maken. Deze unieke omstandigheden ontstaan doordat het een ondiep gebied is. Tevens is alleen op de kop van de onderste pier, pier vijf, nog water-gerelateerde havenactiviteiten, waarbij dus boten moeten kunnen aanmeren. Er hoeft met uitzondering van de kop van pier vijf dus niet meer gebaggerd te worden en daar kan interessante getijdennatuur ontstaan. Er ontstaat door het behoud van de harde kades, benoemd in het raamwerk, een soort natuurlijke vooroever.
65/209
De verbeterde overgang tussen haven en stad.
De verbeterde verbinding tussen het Zuiderpark en de haven.
Jachthaven met hoog water. Jachthaven met opkomend water. Op een klapstoeltje op de kade. Amber Nederhand
Jachthaven met laag water.
66/209
Door tussen pier vier en vijf ook een getijdenjachthaven te situeren, verdubbelt op recreatief vlak niet alleen de mogelijkheid om met een pleziervaartuig aan te meren in Rotterdam Zuid, maar wordt ook de natuuraanwassing in het gebied versnelt. Dit komt door de palen van de steigers waaraan de boten aanmeren. Door deze ingrepen op deze plek te doen krijg je uiteindelijk een driedubbele winst: 1. Het getij wordt zichtbaar en zorgt samen met de natuur voor een nieuwe dynamiek en het maakt het natuurlijke proces van de rivier zichtbaar: met hoog water drijven de boten en is de natuur minder aanwezig en met laag water vallen de boten droog en komt de natuur naar boven. 2. De jachthaven versnelt het aangroeien van de getijdennatuur. 3. De jachthaven in de Waalhaven zorgt voor een nieuwe recreatieve waarde voor Rotterdam Zuid. Als over wat langere tijd de natuur is ontwikkeld in het gebied en stabiel is, kan een element van recreatie toegevoegd worden. Het wordt een ruig natuurgebied dat bij laag water begaanbaar is. Hier kun je tussen de drooggevallen boten mossels en kokkels zoeken en lamsoor plukken. Bij hoog water kun je het gebied niet in. Op deze manier wordt de dynamiek van de rivier niet alleen zichtbaar maar manifesteert zij zich ook breder.
Ingrepen in het gebied - morgen kans om het experiment te starten. Naast dat het een logische plek is waarbij het eerst en het meest vrij komt, is het ook de plek waarbij de huidige woningen al direct aan de haven grenzen. Het is dus meteen een echte mix-mogelijkheid. Tevens zit er een mogelijkheid om op recreatief vlak een boulevardstructuur langs de noordzijde van de Sluisjesdijk te vormen. Deze rand valt namelijk onder de bebouwingsvrije zone vanuit de Nota ‘Gedifferentieerde veiligheidszonering oevers Nieuwe Waterweg/Nieuwe Maas’. Door middel van bruggen kunnen de Robbenoordsehaven en SintJanshaven worden verbonden. Aan de boulevard kan ruimte komen voor openbaar vervoer over water en de havenbekkens kunnen worden gebruikt voor nieuwe, water- gerelateerde bedrijvigheid of kunnen worden omgevormd tot getijdenparkjes aan de Nieuwe Maas.
Op een klapstoeltje op de kade. Amber Nederhand
In het eerdere stadium werd rekening gehouden met alle bedrijven die er nu nog in de Waalhaven zijn. Als we kijken naar de toekomst van de bedrijven in de Waalhaven, dan zien we dat er zoals gezegd in de toekomst vooral gefocust gaat worden op de deep-sea containeroverslag aan de Waalhaven Westzijde, Transport en Logistiek aan de Waalhaven Zuidzijde en de Maritieme dienstverlening en industrie aan de Waalhaven Oostzijde. Dit zorgt er waarschijnlijk voor dat bepaalde bedrijven uit het gebied zullen trekken. Dit zijn vooral de logistiek en transport en de voedselverwerkings-bedrijven. Samen met de al lege plekken in de Waalhaven bieden deze plekken kansen tot het experimenteren met de mix van wonen, werken en recreatie. Opvallend is dat veel bedrijven in de noordelijke strook tussen de Dokhaven tot en met de Willingestraat leeg staan of leeg komen te staan. Hier ligt de
67/209
Ingrepen
in
het
gebied
-
overmorgen Als we kijken naar welke havenactiviteiten er in de verdere toekomst nog zouden kunnen zijn, of er nieuw bij zouden kunnen komen, dan is dat erg lastig om te voorspellen. Wat voor mij vast staat is dat de twee pieren onder de Sluisjesdijk, pier twee en drie, beschikbaar zullen blijven voor water gerelateerde havenactiviteiten. In de toekomst kunnen er op deze pieren zelfs plekken vrijkomen voor nieuwe water gerelateerde havenactiviteiten. Deze activiteiten blijven op deze plek behouden op een geïsoleerde manier, omdat deze bedrijven een grotere geluidscontour behoeven dan andere bedrijvigheid. Toch zijn dit ook de bedrijven die het meest interessant zijn om naar te kijken als recreant. In dit gebied zelf blijft het mysterieuze karakter van ‘mag ik hier wel naar binnen?’ en het meenemen van je klapstoeltje behouden. De mens wordt hier toegelaten, maar
Kop van de Sluisjesdijk, herinrichting en renovatie.
68/209
mondjesmaat. Op de Sluisjesdijk komt in de verre toekomst plek voor een boulevard rondom de gehele pier. De boulevard kent verschillende sferen; de Noordkant van de pier waar het water van de Nieuwe Maas snel stroomt en met uitzicht op de skyline van Rotterdam; op de kop bij de entree van de Waalhaven, wat de perfecte visstek is en waar je op het terras van de gerenoveerde radartoren een hapje of een drankje kunt doen, en tot slot de zuidzijde van de pier waar je heerlijk op een afstandje kunt kijken naar de dichtbijgelegen industrie. Aan deze zuidzijde van de Sluisjesdijk wordt de bestaande bebouwing gerenoveerd en wordt een aantrekkelijke buitenruimte gecreëerd. Deze boulevard vormt een veiligheidsen geluidsbarrière voor de nieuwe woningen op de Sluisjesdijk. Het faciliteren van uitzicht op de havenactiviteiten wordt met deze ingreep nieuw geintroduceerd in het
Renovatie van beeldbepalende objecten. Nieuwbouw.
OF
Zuidkant van de Sluisjesdjijk en pier twee, een neiuwe boulevard waarbij je uit kijkt op de havenactiviteiten.
gebied. Dit staat in schril contrast met de moeilijk toegankeljke pieren aan de overkant, waar de havenactiviteiten zich bevinden. en het voegt daardoor een nieuwe kwaliteit toe aan het gebied. Op de gehele Sluisjesdijk blijft het huidige stratenpatroon met doorkijkjes naar de Nieuwe Maas, zoals bepaald in het raamwerk, behouden. Daartussen blijft ook de beeldbepalende architectuur behouden. Wellicht worden ze gerenoveerd tot woning of werkplek. Of zoals bij de radartoren tot horeca gelegenheid. Bijzondere aspecten van het gebouw blijven behouden of worden juist geaccentueerd. Op de overgebleven lege plots kan nieuwbouw komen. Deze nieuwbouw heeft altijd een open plint, met daarin winkels, horeca of een werkplaats. Boven de plint komen woningen of kantoren. Het nieuwe gebouw heeft een uitstraling die past bij het beeld van de haven.
69/209
70/209
Op een klapstoeltje op de kade. Amber Nederhand
Op een klapstoeltje op de kade. Amber Nederhand
Pier vijf.
Op de meest zuiderlijke pier, pier vijf, komt een mix van wonen, werken en recreatie met een groen karakter dat aansluit bij de omliggende getijdennatuur. Op deze pier zijn voorzieningen die horen bij de jachthaven en de getuijdennatuur of daar goed op aansluiten. Denk bijvoorbeeld aan een mosselkwekerij of restaurant waar gekookt wordt met producten uit de zilte moestuin van de Waalhaven.
71/209
Slot
Op een klapstoeltje op de kade. Amber Nederhand
Het toevoegen van een mix van wonen, werken en recreatie zorgt voor een nieuwe dynamiek in de Waalhaven. Deze nieuwe dynamiek neemt de dynamiek van weggetrokken watergerelateerde havenbedrijvigheid over en behoudt de watergerelateerde havenbedrijvigheid en recreatieve waarden die er zich op dit moment in het gebied bevinden. Op deze manier behoud je oude kwaliteiten van het gebied, waardoor recreanten in eerste instantie al naar de Waalhaven wilden komen, maar trek je door de stad, haven en het water te verbinden ook nieuwe recreanten in het gebied aan. Recreanten kunnen dus zowel op je klapstoeltje op de kade zitten en boten kijken, als op een daarvoor speciaal neergezet bankje. Doordat het plan in fasen is onderverdeeld die zijn ontstaan door huidige en toekomstige veranderingen in de haven in beeld te brengen is er een realistisch plan ontstaan dat een meerwaarde heeft voor de stad Rotterdam.
72/209
73/209
Op een klapstoeltje op de kade. Amber Nederhand
overmorgen.
morgen.
vandaag .
Waalhaven Wetlands
Waalhaven Wetlands Sem Vrooman
Sem Vrooman (stedebouw)
De rivier heeft altijd een grote rol gespeeld in Rotterdam en haar omgeving. In de loop der eeuwen heeft de mens het landschap steeds meer naar zijn hand gezet en zijn de rivieren gekanaliseerd. Het oorspronkelijke afwisselende en dynamische rivierenlandschap is verdwenen. Het is, vooral in de stad,
74/209
eenzijdig en uniform geworden. Er is minder ruimte voor de rivier met haar natuurlijke processen en habitats. Door de aanleg van de havens zijn de overgangen tussen rivier en land hard. De stedeling ervaart of beleeft de krachten en eigenschappen van de rivier nauwelijks meer.
Stenig havengebied
zorgen dat steden leefbaar blijven. Mijn onderzoek richt zich op de natuurlijke landschappen van het rivierengebied en van de rivier in de stad. Met inzet van ontwerpend onderzoek heb ik onderzocht hoe deze natuurlijke landschappen kunnen worden teruggebracht en welke vorm deze moeten krijgen. Ook ben ik op zoek gegaan naar bijpassende stedelijke programma’s. Rivier als hart van de stad om steden leefbaar te houden. Natuur is een belangrijk onderdeel van de rivier, maar daarvan is weinig te merken in de stad. Uit de analyse is gebleken dat veel van de natuurlijke processen zijn verdwenen uit Rotterdam met name door de kanalisering van de rivier. Natuur komt alleen maar op kleine schaal voor. De sleutelfactoren voor ecologie, zoals variatie in afvoerdynamiek of de aanwezigheid van stromingsluwe zones, zijn hierbij van belang.
Waalhaven Wetlands Sem Vrooman
Dat is een gemiste kans omdat het veel kan opleveren voor de kwaliteit van de stad Tijden veranderen. Er is steeds meer aandacht voor het vergroenen van de stad met de rivier als belangrijke schakel. Natuur in de stad en het vergroten van de veerkracht van de stad zijn belangrijke thema’s. Organisaties als Deltares en Ecoshape met het ‘Building with Nature concept’ zijn hier druk mee bezig. Hoe kan de rivier als belangrijk ecosysteem versterkt worden in het stedelijk gebied? Hoe maakt dit onderdeel uit van het grotere ecologische systeem? Hoe kunnen natuurlijke processen weer een plek krijgen en hoe kan ook de stedeling hiervan profiteren? Hoe moet de rivier dan ingericht worden en welke mogelijkheden zijn er om stedelijke programma’s te koppelen aan de rivier en haar natuur? Deze vraagstukken vind ik belangrijk voor de toekomst van de stad om te
75/209
De natuurlijke rivier 1. ONGELIMITEERDE RIVIER
2. OVERSTROMINGSLIMIET
3. LIMIET MORFODYNAMIEK
4. VOLLEDIG GELIMITEERD
Waalhaven Wetlands Sem Vrooman
De gekanaliseerde rivier
In de binnenstad zijn veel van deze factoren gelimiteerd waardoor natuurlijke habitats voor flora en fauna grotendeels ontbreken. Als we kijken naar de Natura 2000 gebieden, of de ecotopenkaart, zien we dat de Nieuwe Maas niet mee doet. In de Maas liggen kansen om de natuurlijke processen weer zichtbaar te maken en de stedeling hiervan bewust te maken. Zijn er plekken in of dichtbij de stad waar we de rivier gedeeltelijk kunnen verlossen uit het korset van stenige kades en harde overgangen? Kunnen
76/209
natuurlijke processen, op juist die plek waar zoet en zout bij elkaar komen en waar de getijden een belangrijke rol spelen, weer de ruimte krijgen? Naast de natuurwaarde die dit oplevert, liggen hier veel meer kansen voor de stad. De riviernatuur kan bijvoorbeeld worden ingezet als recreatielandschap, als klimaatbuffer, of als productielandschap. Daarnaast kan een gekoppeld stedelijk programma zorgen voor een goede fysieke en sociale verbinding tussen stad en de rivier.
ECOLOGIE STROMENDE W ATEREN 1. AFVOER DYNAMIEK Variatie in de afvoer r. Neerslag van de rivie wordt vastgehouden in het stroomgebied - e ming . Menselijke ingrepen zorgen voor versnelde afvoer met hogere afvoer drogere perioden . Dit heeft invloed op aquatische organismen.
2. GROND W ATER delen . Heeft direct invloed op factoren r, chemische als temperatuu samenstellingr.Wvan ordthet beïnvloe wate verandering van landgebruik.
3. CONNECTIVITEIT ‘Mate waarin sediment , organisch materiaal en organismen vrij kunnen.Wbewegen ordt l . Zade beïnvloed door barrieres , sluizen als stuwen en gemalen en door aantasting van de beg kunnen hun geschikte leefgebied niet bereiken.
4. BELASTING Belasting van het water door stoffen die in het milieu , nutriënten voorkomen , zout zoals of he lozen van koelwater (vooral .Tebij veel grote van rivieren) een bepaalde stof kan zorgen voo oeverplanten of tot bijvoorbeeld blauwalg.
5. TOXITEIT Belasting van rvlatewater het oppe door stoffen die NIET . Kan in invloed het milieu hebben horen op afw groei of .sterfte
6. NATTE DOORSNEDE de samenstelling van het sediment en de ontwikkeling . Breedte/diepte van verhouding vegetatie .Vaakis beïnvloed door kanalisatie en . verbreedt en verdiept
7. BUFFERZONE Zone/strook langs de waterloop die in natuurlijke. Biedt situatie ruimte uit voor bos of ov en habitats als afgetakte , uiterwaarden armen en . Ook laagtes hierbij is de kwaliteit sterk b en landgebruik.
8.W ATERPLANTEN De ontwikkelingenr- van en oeverplanten wate .Aanwezigheid van voldoende , nutriënten ,licht geschikt subst stromingscondities .W aterplanten hebben invloed op de aanwezigheid, stroomssnel van aquatis , licht en substraatvariatie en zorgen voor organisch materiaal.
9. STAGNATIE
De afwezigheid van stroming, ofwel in de stromingsluwe waterloop zones komt in natuurli van belang voor sedimentatie , de groei van waterplanten en de ontwikkeling van pla
Waalhaven Wetlands Sem Vrooman
SLEUTEL FACTOREN
77/209
Perspectief voor de Waalhaven Er zijn verschillende kansrijke gebieden aan te wijzen binnen de stad waar een dergelijke ontwikkeling zou kunnen plaatsvinden. Vooral het havengebied, en dan met name de stukken waar de havenactiviteiten op termijn grotendeels zullen verdwijnen, biedt grote kansen voor het versterken van het ecosysteem en het creëren van goede omstandigheden voor flora en fauna midden in de stad. In de havens, buitendijks gelegen en van grote omvang, liggen kansen om een groot gebaar te maken en natuurontwikkeling te combineren met stadsontwikkeling. De Waalhaven is een voorbeeld van een kansrijk gebied. Het heeft een grote omvang, ligt midden in de stad maar wel buitendijks
Waalhaven Wetlands Sem Vrooman
Huidige processen
78/209
en zal in de toekomst de functie als haven verliezen. Hier liggen kansen om de dynamiek terug te brengen, variatie te creëren en de gradiënten tussen het water en het land te herstellen. In de enorme Waalhaven kunnen bijvoorbeeld echt stromingsluwe zones worden gecreëerd door stukken half af te sluiten. Door toelaten en versterken van de sedimentatie kan hier een afwisselend landschap ontstaan met eilanden, slikken en schorren, geulen, rietlanden en wilgenbossen. In het ontwerp voor de Waalhaven is gekeken naar de huidige stromingen en sedimentatieprocessen die plaatsvinden in de bekken. De snelle stroming wordt afgeremd in de
De rivier doet mee
De Waalhaven zal omgevormd worden tot afwisselend natuurlandschap in combinatie met een nieuw stuk stad. Om dit te bereiken zal een aantal relatief eenvoudige ingrepen worden gedaan in het landschap. De belangrijkste ingreep is het maken van een doorbraak tussen de Waalhaven en de Eemhaven waardoor er een nevengeul ontstaat en het water kan gaan circuleren. Om te
zorgen voor een versnelling van het sedimentatieproces zullen op twee strategische plekken keringen komen die de stroming van het water kunnen beĂŻnvloeden. In het gebied tussen de keringen zal gebaggerd havenslib worden losgelaten. De natuur doet verder het werk. Kijkend naar de huidige sedimentatie in de havens kan worden voorspeld dat de bodem van de haven langzaam verder zal opslibben. Daardoor ontstaat een afwisselend landschap waarin de processen van de rivier weer zichtbaar en voelbaar zijn.
Waalhaven Wetlands Sem Vrooman
havenbekken en slibdeeltjes zakken naar de bodem. Achterin de haven is de stroming nog langzamer en is de bodem al flink hoog opgeslibt.
79/209
De waterkeringen die aan beide kanten van het gebied liggen, kunnen open en dicht waardoor de stroming in het gebied beĂŻnvloed kan worden. Hierdoor kan het gebied verschillende functies vervullen. Ten eerste kan door afsluiting de stroming vertraagd worden, zodat slibdeeltjes sneller naar de bodem zakken en het landschap zich sneller ontwikkelt. Daarnaast kan het gebruikt worden als waterberging waar het water een tijdje wordt vastgehouden om zo vertraagd te worden afgevoerd. Verder wordt het water wat door het gebied stroomt op
een natuurlijke manier gezuiverd door de aanwezige vegetatie. Het nieuwe dynamische landschap kan worden ingedeeld in drie zones. In het middengebied, met de getijden-geul erbij, staat de natuur met moeras-zones, kreken, geulen, eilanden en slikken centraal. Op grote schaal zal het een verbindende schakel vormen in het groennetwerk van Rotterdam tussen het Zuiderpark en Pernis.
9,9m
13,7m
11,9m
Huidige sedimentatieproces
8,9m
5,9m
8,6m
6,9m
2,9m
Stroming remt af in havenbekken
9,9m
13,7m
10,9m
11,9m 8,9m
5,9m
9,9m
8,6m
Uitgebaggerde vaargeul
8,9
8,9m
6,9m
5,9m
13,5m
3,9m
10,9m
2,9m
2,9m
2,9m
10,9m 9,9m
5,9m 8,9m 3,9m
10,9m
Achterin de waalhaven wordt veel veel sedimentatie plaats
Waalhaven Wetlands Sem Vrooman
5,8m
3,9m 2,9m
2,9m 5,9m
5,8m
Sommige delen al erg ondiep
80/209
8,
13,5m
3,9m 2,9m
9,9m
13,7m
11,9m 5,9m
8,6m
6,9m
8,9m
A
5,9m
13,5m 2,9m
2,9m
10,9m
A
9,9m
B
8,9m 3,9m
10,9m 2,9m 5,9m 3,9m
5,8m
2,9m
A
A
Doorbraak en keringen
A
B
A
Stroming stagnatie, aanslibbing, hergebruik baggerslib
Keringen open, circulatie van stroming, regulering
Waalhaven Wetlands Sem Vrooman
8,9m
81/209
NATUURONTWIKKELING VERBINDENDE FACTOR
HEIJPLAAT PERNIS
CHARLOIS
PERNISSERPARK WIELEWAAL
ZUIDERPARK
STEDELIJKE ONTWIKKELING
Waalhaven Wetlands Sem Vrooman
NUTTIG LANDSCHAP
82/209
Waalhaven Wetlands
bio-energie (direct op het land) worden opgewekt. Ook hier maakt een netwerk van paden het gebied toegankelijk. Tot slot kan het noordelijk deel meer ingericht worden voor de oogst en kweek van verschillende bijzondere gewassen, schelpdieren of vissen. De pieren en de gebieden er omheen zullen zich ontwikkelen tot diverse woon en werk milieu’s en reageren op wat er gebeurt in het getijdenlandschap. Oude havengebouwen worden afgewisseld met bijzondere appartementenblokken en op verschillende plekken wordt energie opgewekt. Vanuit alle kanten is het landschap toegankelijk.
Waalhaven Wetlands Sem Vrooman
Een recreatieve route doorkruist de verschillende landschappen en kleinere paden en vlonders maken het gebied toegankelijk. Aan de route liggen clusters bebouwing met bijzondere drijvende en amfibische (meebewegend met het water) woontypologieĂŤn, midden in de natuur. In het landschap vinden vissen een rustplek om te paaien. Voor vogels is het een aantrekkelijke, voedselrijke plek. Het water trekt zich twee keer per dag terug waardoor de dynamiek van de rivier weer zichtbaar is. Het zuidelijke deel zal vooral bestaan uit vloedbossen die alleen met hoge waterstanden overstromen. Door de wilgentakken te oogsten kan lokaal
83/209
Stuw regelt de stroming
Uitkijkpunt en informatiegebouw
Langzaamverkeersroute
Ontmoetingsplekken aan het water met uitzicht op de kering
Waalhaven Wetlands Sem Vrooman
Doorgang boten
De Kering. Aan beide kanten van het gebied regelen keringen de stroming. De kering bestaat uit een stuw die open en dicht kan, een doorgang voor boten, en een informatiegebouw.
84/209
85/209
Waalhaven Wetlands Sem Vrooman
Maat en schaal van de blokken zorgt voor een stedelijke sfeer
Door de langzame stroming in de geul zakken slibdeeltjes naar de bodem waardoor op lage delen zandplaten en kale slikken ontstaan en op hoger opgeslibte delen , begroeide schorren. Zo ontstaat een geleidelijke overgang van land naar water naar land.
Brede wandel- en fietsboulevard langs de gehele geul staat in verbinding met Charlois en Pernis.
Afwisselende woon- en werkmilieus in het oude havengebied langs de geul.
De Getijdengeul. Tussen de Waalhaven wordt een doorbraak gemaakt waardoor een getijdengeul ontstaat
Wonen in de getijdengeul op palen of meebewegend met het water.
Landschap toegankelijk voor sport, spel en educatie
Landschap met mogelijkheden
kansen
en
Belangrijk is dat de voordelen die de natuur biedt echt benut worden en de mens ervan kan profiteren. Door de aanslibbing van de havens ontstaan verschillen in dieptes, stroomsnelheden en overstromingsfrequentie. Daarmee zullen verschillende vegetatiezones ontstaan. Het gebied zal bestaan uit
slikken, moerassen, rietlanden en bijvoorbeeld wilgenvloedbossen. Dit landschap zorgt voor een vergroting van de biodiversiteit en biedt mogelijkheden voor recreatie, maar het is ook op verschillende andere manieren aantrekkelijk. Wilgenvloedbossen hebben een reinigende werking op het water en zorgen voor een natuurlijke
KWEEK EN OOGST
Waalhaven Wetlands Sem Vrooman
Het noordelijk deel kan meer in worden voor de oogst en kwee verschillende bijzondere gewas schelpdieren of vissen. Mosselb en oesterriffen, viskweek bassin landbouw in het landschap.
86/209
biezenvegetatie. De reinigende werking die deze planten hebben zorgt voor een natuurlijke zuivering van het rivierwater maar kan ook gebruikt worden om afvalwater van keukens of bedrijven uit de omgeving te reinigen waardoor het niet naar het riool hoeft en bijvoorbeeld kan worden hergebruikt.
RECREATIEVE ROUTE Een recreatieve route doorkruist de verschillende landschappen en zorgt voor bewustwording. Aan de route liggen clusters bebouwing met bijzondere drijvende en amfibische (meebewegend met het water) woontypologieĂŤn, midden in de natuur.
WETLANDS Natuurlijke verbindingszone met op de lager opgeslibte delen moerassen, eilanden en droogvallende slikken en platen met geulen en kreken. Dit zeer voedselrijke gebied vormt een aantrekkelijke plek voor bodemdieren vissen en vogels. Het water trekt zich twee keer per dag terug waardoor de dynamiek van de rivier weer zichtbaar is. De vegetatie (riet en biezen) heeft een zuiverende werking op het water.
HAVENPIEREN De pieren zullen zich ontwikkelen tot diverse woon en werk milieu’s en reageren op wat er gebeurd in het getijdenlandschap. Oude havengebouwen worden afgewisseld met bijzondere appartementenblokken die passen bij de schaal van de haven. Woningen en bedrijven worden voorzien met energie uit biomassa.
VLOEDBOSSEN De hoger gelegen vloedbossen overstromen alleen met hoge waterstanden. Hier ontstaan diverse bomen en struiken zoals wilgen. Ook wilgen hebben een zuiverende werking en de oogst van Wilgentakken levert biomassa op voor lokale energieproductie. Een netwerk van paden maakt het gebied toegankelijk.
Waalhaven Wetlands Sem Vrooman
ngericht ek van ssen, banken ns en
versterking en daardoor vermindering van onderhoudskosten van de kades. Daarnaast leveren ze houtige biomassa op waarmee duurzame energie opgewekt kan worden. Deze energie zou weer kunnen worden gebruikt voor nieuwe woningen in het gebied. Een ander voorbeeld zijn de moeraslandschappen met riet- en
87/209
Observatie Waalhaven vs Eiland Brienenoord Op 20 mei vloog ik met een drone door de Waalhaven en observeerde ik het gebied vanuit vogelvlucht perspectief. Dit vergeleek ik met mijn observaties op het Eiland Brienenoord
Waalhaven Wetlands Sem Vrooman
Ik heb honger. Vanuit de lucht zoek ik naar een mogelijkheid om even te landen en mezelf op te laden. Dit zou toch een goede plek moeten zijn met die grote rivier? Maar nergens zie ik voedsel. Het enige wat ik zie is een grijze vlakte met daartussen diep, donker en vies water. Buiten een paar vissen die voor mij te groot zijn, is er
88/209
weinig leven te bekennen. Het water is dood en de grote apparaten die er overheen bewegen schrikken me af. Die apparaten stoppen bij de grijze pieren en zetten daar weer andere apparaten neer. Ik weet niet precies wat ze doen maar het lijkt me geen veilige plek. Ik wil gewoon even rustig zitten en wat eten. Dan begint het te regenen. Heel hard. Grote hoeveelheden water vallen uit de lucht en landen op de grijze vlakte. Op de stenen. Het gaat niet door de stenen heen maar stroomt gelijk in de rivier. Het maakt dan onderdeel uit van dat zwarte water, en lijk te verdwijnen. Er is nergens een boom of plant die het water kan opdrinken. Die horen hier niet thuis, net als ik. Overal staan apparaten, dingen waarvan ik niet
grijs. Ik maak me klaar om de landing in te zetten. Tussen de bomen zie ik een mooie plek om vanuit daar eten te zoeken. Ik tref iets bijzonders aan. Iets wat ik nog niet veel heb gezien in dit gebied. Er is langzaam stromend, ondiep, schoon water! Er zwemmen vissen en er zijn kleine schelpdieren die ik kan eten. Er groeien allerlei planten en bomen waar ik me kan verstoppen en misschien wel kan broeden. Een oase van rust, anders dan de grijze vlakte. Het water stroomt het land op en in dat water vind ik mijn eten. De hele middag blijf ik hier. Het water komt hoger te staan en meer stukken overstromen. Later zakt het weer terug.
Waalhaven Wetlands Sem Vrooman
begrijp wat ze zijn of doen. Er zijn ook geen andere wezens te bekennen die ik kan opeten. De grijze vlakte strekt zich uit tot ver richting zee en lijkt oneindig. Een te lange weg voor mij om af te leggen. Ik moet hier weg. Misschien moet ik de andere kant proberen. Daar in de verte, waar ik andere kleuren dan grijs zie. Ik vlieg verder over de rivier. Onder mij zie ik nog steeds veel grijs maar toch ook een beetje groen. Dan zie ik in mijn ooghoek een klein eilandje. Een groen eilandje. Eindelijk een goede plek om te landen? Als ik dichter bij kom wordt het nog beter en hoor ik mijn soortgenoten. Het ziet er gezellig uit en ik zal niet de enige zijn op het eiland. Vanuit de lucht lijkt het wel een paradijsje tussen al dat
89/209
wat de natuur ons geeft
Naar wat de natuur ons geeft Jason Broekhuizen
Jason Broekhuizen (architectuur)
90/209
De natuur kruipt daar, waar zij niet gaan kan. De Rotterdamse haven is hier een goed voorbeeld van. De haven is een vervuild gebied waar veel fossiele brandstoffen worden gebruikt. Er reiken veel schoorstenen de lucht in. Er zijn stortplaatsen voor giftig materiaal. Toch groeien
zelfs daaromheen nog planten. De natuur past zich aan, naar wat de mensen er plaatsen. Wat als we dit nu eens omdraaien? De mens past zich aan, naar wat de natuur ons geeft. Dit is het uitgangspunt voor een nieuwe vorm van energie winnen in de
Dde steenkoolcentrales in de Rotterdamse haven zorgen voor smog in de stad Rotterdam
gebruikt, kunnen Rotterdam en de Rotterdamse haven een jaar lang van energie worden voorzien. De Maas hoeft daar maar zeventig minuten voor de zee in te stromen. Onderzoek en investeringen zijn nodig om deze techniek tot zijn volledig potentieel te ontwikkelen. De energietransitie is nodig omdat Nederland en Europa afspraken hebben gemaakt om de weg naar duurzame energie voort te zetten. In 2020 moet minimaal 14 procent van de energiewinning uit duurzame bronnen komen. In Nederland ligt dit percentage nu op 5,5 procent daarmee is het een van de slechts scorende landen in Europa. Rotterdam doet het nog iets slechter, slechts 2 procent van de energie is hier duurzaam geproduceerd.
Naar wat de natuur ons geeft Jason Broekhuizen
Rotterdamse haven. De haven en Rotterdam zijn groot geworden door hun ligging aan het water, het water wordt gebruikt als een transportader met een directe verbinding met het achterland, maar ook met de rest van de wereld. Dit heeft Rotterdam een internationaal karakter gegeven. Rotterdam heeft een hoop te danken aan het water. En het water kan Rotterdam veel meer bieden. Het unieke van het water in Rotterdam is de vermenging van het zoute en zoete water. Door de ligging aan zee stroomt zout water de stad binnen vanuit het westen. Vanuit het achterland stroomt zoet water vanaf de oostkant de stad in. Deze twee botsen in het centrum van Rotterdam. Deze vermenging levert energie op. Als deze vermenging van twee types water tot zijn volledig potentieel wordt
91/209
as se n) (k d tW es tla n he g ric ht in g in id wa rm te le 870 MW
550 MW
2110 MW 520 MW
po te nt ie
le
ort Bra 7 ko ziliĂŤ 7 9 len ove 80 kilo rlsa t g te on koo rmi nal l s
200 MW
imp
Naar wat de natuur ons geeft Jason Broekhuizen
43 MW
85 MW
energiehuishouding haven 175 PJ
92/209
sletchts 2% van de energie is duurzaam, de overige 98% komt uit fossiele brandstoffen
de Rotterdamse haven als energiebron voor Nederland steenkool stroom
energie centrale fossiele brandstof energie centrale hernieuwbare brandstof windmolenpark
energie stroom restwarmte locatie restwarmte stroom geplande restwarmte stroom transitie van zout naar zoet water
Naar wat de natuur ons geeft Jason Broekhuizen
820 MW
124 MW
209 MW
269 MW
5PJ d6 rlan m ede terda t rN naa uit Ro t ort exp kom 2 5%
energiehuishouding stad 45 PJ
93/209
De mogelijkheid om in 2020 de 14 procent te gaan halen is bijzonder laag. Daarvoor is het eigenlijk al te laat. Om toch aan de regelgeving van de Europese Unie te voldoen, moeten er snel nieuwe technieken ontwikkeld worden. Alleen wind- en zonne-energie is niet voldoende. Osmose is ĂŠĂŠn van de meest betrouwbare vormen van energie opwekken. Dit komt door een kracht die er altijd op aarde zal zijn. De zwaartekracht. Het water stroomt vanuit de Franse Alpen richting de monding van de
Naar wat de natuur ons geeft Jason Broekhuizen
aan energiebron gerelateerde havenbedrijven
94/209
zee. Dit zoete water stroomt bergafwaarts. Het zoute water stroomt vanuit de zee tijdens de vloed de riviermonding in. Dit komt door de zwaartekracht van de maan. Dit gebeurt twee keer per dag. Dit is nodig om een osmose centrale te laten werken. De bron van energie is dus altijd aanwezig.
diepte van de vaargeul in de Maas zoutwater instroom de haven in
bewegende giraffen in een drukke mierenhoop. De hightech haven heeft meer nodig dan deze trage molens om aan de energiebehoefte te voldoen. De molens leveren maar 2 procent van de energie in de haven. Dit terwijl de
Naar wat de natuur ons geeft Jason Broekhuizen
De haven verkrijgt haar groene karakter nu door de vele windmolens die aan de zuidkant van de haven liggen. Deze windmolens leveren energie aan een aantal huishoudens in Rotterdam. De windmolens vormen de langzaam
95/209
Naar wat de natuur ons geeft Jason Broekhuizen
proefopstelling Osmose-energiecentrale, de Afsluitdijk
96/209
Europese regelgeving per 2020 aan geeft dat dit percentage moet stijgen naar 14 procent. De molens leveren dus niet genoeg, tenzij we de gehele Noordzee vol zetten met windmolens. Osmose is een nieuwe techniek die het potentieel heeft dit gat op te vullen. Door het plaatsen van een osmoseenergiecentrale, boort Rotterdam een nieuwe vorm van energiewinning aan. Osmose staat nog in de kinderschoenen, er zijn enkele werkende centrales op de wereld.
Eentje daarvan is in Nederland: op de Afsluitdijk. Doordat deze techniek nog relatief nieuw is, levert het nog niet zoveel op als meer bekende technieken zoals windmolens of zonne-energie. Toch heeft osmose diverse voordelen, zo is er voor omwonende geen overlast en ontstaat er op geen enkele manier CO2 uitstoot. Dit is bij winden zonne-energie anders. Wind- en zonne-energie leveren een aantal praktische nadelen op. Zo worden windmolens door veel mensen gezien als lelijke objecten in het landschap.
Als locatie voor een osmosecentrale heb ik gekozen voor de Petroleumhavens. Deze locatie heeft een lang aanvoerkanaal direct vanuit zee. Hier stroom het zoutewater de haven in. Aan het einde van dat kanaal is een open water, hier daalt de stroomsnelheid. Hierdoor zakt het zout naar de bodem. Het zoete water komt dan naar het oppervlak. Deze twee typen water kunnen worden opgeslagen in de reservoirs. De Petroleumhaven ligt midden in het havengebied, transportlijnen naar de rest van de haven zijn daardoor relatief kort. Deze haven ligt ook dichterbij het Westland dan andere havens. Het ‘afval product’, als er goed gefilterd wordt is zoetwater. Dit zoete water kan in het Westland
gebruikt worden om de kassen van water te voorzien. Osmose werkt als volgt; het zoete water en het zouten mengen niet met elkaar. Zoet water is lichter dan zout water. Zout water zakt daardoor naar de bodem. Water wil toch met elkaar mengen en zichzelf balanceren. Door een membraan tussen deze twee soorten water worden de positieve ionen eruit gefilterd. Zout bevat veel positieve ionen. Door meer zout water dan zoet water binnen te laten, ontstaat er een drukverschil tussen de twee soorten water. De positieve ionen in zout kun je bijvoorbeeld zien als je zout op ijs gooit. Het ijs smelt dan. De energie komt vrij, het ijs smelt. Doordat het zout aan één kant wordt opgevangen en het water naar de andere kant stroomt ontstaat er aan de ene kant een ophoping van negatieve ionen (zout arm) en aan de andere kant positieve ionen (zout rijk) hier kan een elektrische stroom uit onttrokken worden. Dit werkt hetzelfde als in een batterij. Dit levert dan uiteindelijk energie op.
Naar wat de natuur ons geeft Jason Broekhuizen
Ook levert een windmolen veel geluidsoverlast op voor omwonenden. Zonne-energie levert relatief gezien weinig overlast op. Zonnepanelen liggen op de daken. Het nadeel van deze vorm van energie is het klimaat. Nederland kent minder zonuren dan vele andere landen die dichter bij de evenaar liggen. De zonnepanelen kunnen daarom nooit tot hun volledige potentie gebruikt worden in Nederland.
97/209
werking van de osmose-energiecentrale
electriciteit brakwater
electrolyt negatieve ionen membraan positieve ionen membraan electroden zoetwater
Naar wat de natuur ons geeft Jason Broekhuizen
zoutwater
98/209
werkreservoir
Naar wat de natuur ons geeft Jason Broekhuizen
woonreservoir energiereservoir
99/209
doorsnede, osmose-energiecentrale in context
Door dit proces op een grote schaal te laten plaatsvinden ontstaat er voldoende stroom om Rotterdam te voorzien van energie. De laatste ontwikkelingen in dit gebied is het schakelen van verschillende waterstromen. Zout- en zoetwater hoeven niet perse in twee aparte tanks bewaard te worden. Deze twee waterstromen kunnen op een horizontale manier langs elkaar stromen. Eigenlijk zoals een snelweg, maar in plaats van gescheiden rijrichtingen lopen deze langs elkaar. Meer stromen die langs elkaar stromen zorgen dus voor meer energie. Dit is dus een interessant potentieel dat gebruikt kan worden. In de haven wordt veel zout- en zoetwater aangevoerd en op deze manier kan er meer water verwerkt worden.
Naar wat de natuur ons geeft Jason Broekhuizen
De transitie van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare brandstoffen, zal een geruime tijd in beslag nemen. Verschillende systemen zullen moeten worden aangepast. Europoort en Botlek zijn nu vooral opgebouwd om te voorzien in die fossiele brandstoffen. In dit gebied zijn bijvoorbeeld ruim 200 opslagreservoirs te vinden waar olie en vloeibaar gas worden bewaard om later verwerkt te worden. Zelfs op de tweede Maasvlakte zijn
100/209
deze reservoirs te vinden. Dit om te voorkomen dat olie schaars zou kunnen worden zoals tijdens de oliecrisis in 1973 en 1979. Deze reservoirs komen leeg te staan als de ontwikkeling van fossiele haven naar duurzame haven wordt ingezet. De petroleumhavens in de Rotterdamse haven zijn nu vooral een verlaten terrein waar veel energie ligt opgeslagen. Het potentieel om hier een interessant woongebied van te maken zijn groot, door de unieke ligging in de Maas. De petroleumhavens vormen een schiereiland in het water. Wonen aan het water kan dus aan bijna alle kanten van de Petroleumhavens. De petroleumhavens vormen nu een barrière in de groene verbinding. ‘De Groene Poort’, aan de noordkant van de Petroleumhavens, is een gebied waar de kades haar natuurlijke vorm weer terug krijgen. En de compensatie bossen aan de zuidkant van de haven worden onderbroken door de Petroleumhavens. Door een verbinding te leggen met de Petroleumhavens wordt een groter natuurgebied
doorsnede huidige situatie, de haven is dominant in dit gebied
de Petroleumhaven ontleed doorsnede nieuwe situatie, verbinding in de groene structuur
Naar wat de natuur ons geeft Jason Broekhuizen
aangelegd. Door deze verbindingen wordt het schiereiland in drie wijken verdeeld. Een westelijke-, centraleen oostelijke wijk. Iedere wijk wordt zelfvoorzienend en krijgt haar eigen osmose-energiecentrales. Doordat ‘het afvalproduct’ zoetwater is, bied dit ook de mogelijkheid om voedselproductie te laten plaats vinden op de daken van de reservoirs.
101/209
Naar wat de natuur ons geeft Jason Broekhuizen
102/209
woonreservoir
werkreservoir
energiereservoir
103/209
Naar wat de natuur ons geeft Jason Broekhuizen
Kaart, de Petroleumhavens verdeeld in wijken
Naar wat de natuur ons geeft Jason Broekhuizen
104/209
Doordat de Petroleumhaven wordt verdeelt in drie wijken. Ontstaan er kleinere woongemeenschappen op het schiereiland. Dit maak het buurtgevoel groter dan wanneer de gehele Petroleumhaven vol wordt gezet met de torens. Elk reservoir is volledig
omdijkt, dit is gedaan vanuit de veiligheidsvoorschriften van nu, na de transitie is dit niet meer nodig. Toch blijven de dijken liggen. Deze dijken zorgen voor privacy
sfeerbeeld, de Petroleumhavens
de Maas straks te zien.
Naar wat de natuur ons geeft Jason Broekhuizen
en zorgen ervoor dat elke woning een riante tuin heeft. De zichtlijnen naar het water zullen versterkt worden door het sterke grid dat de Petroleumhavens onderscheid van de rest van Rotterdam. Vanaf elk punt in de Petroleumhaven is
105/209
Nieuwe vondst
Rob Damen (architectuur)
Eerste Maasvlakte
Tweede Maasvlakte
Europoort
Nieuwe vondst Rob Damen
106/209
vuilende plekken. Dit omdat klimaatverandering en duurzaamheid nu (en in de toekomst) een grote rol spelen. Uit de analyse blijkt dat Vondelingenplaat een interessante plek is. Hier is voornamelijk chemische industrie gevestigd, aangevuld met kleinschal-
Vondelingenplaat
Botlek
De focus van dit project ligt op het heruitvinden van de haven. Dat gebeurde in een aantal stappen. De eerste stap bestond uit een harde analyse op het thema transport. De analyse kreeg richting en diepgang door te zoeken naar de meest ver-
Ondiep (5 tot 6m)
Intensieve industrie in het havengebied
Diepte vaarwegen
Diep (+20m) Bron: www.rijkswaterstaat.nl; www.portofrotterdam.com
Nieuwe vondst Rob Damen
Waalhaven
Merwe Vierhaven
Eemhaven
ige containerindustrie. Vergeleken met andere havens is de productie van Vondelingenplaat laag. Daarbij is het in verhouding de meest vervuilende omgeving. Door een observatie heb ik het gebied op een zachte manier verkend. Daarbij ontdekte ik dat het een plek is die zich afschermt van de publiciteit, enorm stinkt en veel geluid produceert. In het ‘Parlement der Dingen’ kwam naar voren wat de dingen om ons, als mens, heen écht willen. Het was een kringgesprek wat de zachte kant van de studio nogmaals benadrukte. Het zette ons vizier op scherp.
107/209
Mate van vervuiling in het havengebied Nieuwe vondst Rob Damen
Hoeveelheid overslag van goederen
Afbeelding boven: De vervuilingskaart is zelf opgemaakt om op basis van type industrie te zoeken naar de meest vervuilende plekken. Het wordt duidelijk dat dit in de regio Vondelingenplaat is.
108/209
Afbeelding onder: De overslag wordt in deze kaart gekoppeld aan vervuiling. Het wordt nu duidelijk welke havens effectief zijn, en in welke mate de havens vervuilende goederen binnenhalen.
109/209
Nieuwe vondst Rob Damen
Observatie leidt tot nieuwe inzichten
Observatie Een belangrijk onderdeel van de analyse was het afleggen van een observatie. De tocht is weergegeven op de kaart (vorige pagina). Hierna volgt een selectie van het verslag.
Nieuwe vondst Rob Damen
Tankhoofd Na wat verder fietsen kom ik aan bij mijn eerste pauze. Wat me allereerst opvalt is dat er een man zit te vissen. Kort maken we een praatje. Hij blijkt een echte Rotterdammer te zijn, is al met pensioen en vist zo’n twee keer per week op deze plek. Hij kiest specifiek voor deze plek, hij vermaakt zich hier goed en het is dicht bij huis. Zijn vangst gooit hij vaak terug, behalve als het Tong is. Vanaf de kade bij Tankhoofd zie ik ten noorden de industrie van Vlaardingen en rechts van me de ingang van de 1e Petroleumhaven. Hier valt me op dat er een enorm schip aangemeerd is. Ik besluit te
110/209
gaan zitten op een dukdalf en de situatie wat beter te bekijken. Ineens zie ik het schip ‘Rijndelta’ westwaarts varen. Het is een schip met een vreemde uitstraling: veel leidingen en een grote laadbak. Na wat zoeken kom ik erachter wat voor schip het is. Het is één van de stofzuigers van de rivier. Met sterke pompen zuigt het zand, klei, slib en grind van de bodem. Dit verzekert de diepgang voor de grotere boten. Petroleumweg Nu sta ik tussen de kade en de doorgaande weg. De plek is wat afgelegen, puur bedoeld om de steiger te betreden, waaraan de boten zijn aangemeerd. In de haven liggen enkele olietankers. Door de locatie is er een grote grasvlakte ontstaan. Bij de toegang van dit pad fietste ik onder een dikke leiding door. Deze leiding gaat over alles heen, ook de
Propaanweg De kade is hier weer anders vormgegeven. In een talud zijn er keien aangebracht ter versteviging. In het water, op enkele meters van de kade, liggen nog veel keien. Als een soort dammetje, wellicht om de golven wat te breken. Boten meren aan bij de steiger, op nieuwe aanmeerplekken. Voorheen gebeurde dit nog aan de kade zelf. Op een van de boten lees ik de diepgang af, zo’n 14 meter. De schepen dragen diverse vlaggen, Nederland,
België, Griekenland, Duitsland en Roemenië. In de kade zijn nog wel aansluitingen zichtbaar om de schepen te laden en lossen van olie. Na een tijdje besluit ik de indrukwekkende route af te sluiten. Het heeft me aan het denken gezet, ervoor gezorgd dat ik een richting kan kiezen. Ik ben geschrokken van de stank, het geluid en de omvang van het gebied. We kunnen de industrie schoner en efficiënter maken. Zo kan er ruimte ontstaan voor de rivier en al de entiteiten daaromheen.
Nieuwe vondst Rob Damen
hekwerken van verschillende bedrijven. Door deze leiding wordt de olie wordt namelijk door het ene bedrijf opgeslagen en vervolgens getransporteerd naar het andere bedrijf, door deze leiding dus. Bij dat bedrijf vindt er raffinage plaats en wordt de olie bewerkt. Daarna is het olieproduct klaar voor export.
111/209
Parlement der Dingen
Nieuwe vondst Rob Damen
‘De Dingen’ in het Parlement der Dingen
Het ‘Parlement der dingen’ hebben we als groep gemaakt. Volgens de filosofie van Bruno Latour, waarin hij roept om een stem voor de dingen om ons heen. We werden uitgenodigd om, vanuit onze studio, een parlement op te richten. Tijdens de
112/209
introductie van het kringgesprek viel voor mij veel op zijn plek. De verhalen die Willemijn ons verteld heeft gedurende de begeleidingen hadden dus ook hiermee te maken. We moeten onze zintuigen trainen om te letten op de dingen om ons heen. Dat
In het parlement spraken het water, de stad, de vogels, de vissen, het afval, de lucht, het sediment, de aarde, de bomen, de planten, het onzichtbare, de recreant, de tijd, het zout, het geld, de arbeid, de boten, de vracht, de koeien en de klimaatverandering. Om dit visueel te maken werd ieder ding vertegenwoordigd door een object. Het gesprek werd gevormd in een cirkelvormige opstelling van krukjes. Na een lange stilte verheffen de dingen zijn of haar stem. Hier en daar ontstaan discussies, en vragen waarop het antwoord uitblijft. Soms wisselt een persoon van ding, om de lege plaats ook een stem te geven. Dit neemt de helft van de tijd in beslag, zo’n dertig minuten. Ineens lijkt het parlement de agenda (en urgentie) gevonden te hebben. De dingen hebben zelfs gewisseld van positie om te hergroeperen en sterker te worden. Politiek, geld en arbeid vormen een kleine groep. De overige dingen vormen het tegengeluid. Bij deze samenstelling zou je zeggen dat de grote groep het overwicht zou hebben. Dit was niet zo, het blijkt dat de politiek, het geld en de arbeid een stevig front vormde. Het water, de vogels, het onzichtbare en de rest van de groep verweet het drietal zich niet gehoord te voelen. Er komt meer kritiek, maar het drietal houdt zich sterk en wuift het weg. Vreemd genoeg is dit beeld best logisch. De politiek, het geld en de
arbeid zijn namelijk dingen die we zelf ooit in het leven hebben geroepen. Dit werd niet direct na het parlement geconstateerd, maar een paar weken later tijdens een extra terugblik. Het is bijzonder wat dit kringgesprek uiteindelijk heeft gebracht. We zijn ons niet bewust genoeg van dit beeld wat ontstaan is, het komt pas aan het licht als je vanuit de dingen praat. Het heeft voor mij opgeleverd dat ik de ‘mindset’ van de studio beter aan ben gaan voelen.
Nieuwe vondst Rob Damen
was de les van deze dag.
113/209
Ontwerp Met het thema transport is de ontwerpopgave geformuleerd: Kan een nieuwe haven plaats maken voor de rivier en de dingen om haar heen? Inspiratie wordt geput uit de utopische steden van Yona Friedman. Het concept is een nieuw havenmodel dat de ruimte geeft aan de rivier. De vorm is afgeleid van bestaande havenbek-
Nieuwe vondst Rob Damen
Plankaart van het cocnept
114/209
kens. Dit wordt als negatief gebruikt om de motoriek van het varen te bevorderen. Het nieuwe model legt de focus op overslag van water naar water (boot naar boot), en water naar land (trein of vrachtwagens) en vice versa.
Doorsneden van het concept
gecombineerd met recreatie. Nieuwe vondst Rob Damen
De kaart op gebiedsniveau laat zien wat de kansen zijn voor de rivier, natuur en Rotterdam. De oever van het gebied is een plaats waar rivier en aarde een spel spelen. Het voorstel is hier een groene rand te maken. Het is een broedplaats voor flora en fauna,
115/209
Impressie activiteiten op en aan de structuur
Nieuwe vondst Rob Damen
Het concept; een nieuwe structuur met nieuwe kansen
116/209
117/209
Nieuwe vondst Rob Damen
Impressie van de nieuwe havenstructuur
118/209
Nieuwe vondst Rob Damen
119/209
Nieuwe vondst Rob Damen
Plankaart van de nieuwe havenstructuur
Nieuwe vondst Rob Damen
Afbeelding boven: Op grote schaal is zichtbaar hoe de structuur zich verhoudt tot de rest. In het westen (links op de kaart) is de huidige harde kade nog zichtbaar. Hier is Botlek gevestigd. Richting het oosten komt de structuur in beeld. Het strekt zich uit over de watervlakte. Boten kunnen aanmeren of zich vrij manouvreren in de baaien. Verder naar het oosten komt de groene rand in kaart. De strekdam is een bossig gebied. De oever is een mix van groen en recreatie.
120/209
Afbeelding onder: Deze kaart laat zien wat het ontwerp op grote schaal biedt: efficiĂŤntere overslag van water naar land (en vice versa), meer ruimte voor de rivier en recreatie.
Doorsnede over het gebied
De oever is voornamelijk aan de uiterste rand beplant. Daardoor ontstaat er een scheiding tussen het park en de snelweg. Richting het water wordt het meer open en is er plek voor recreatie.
Nieuwe vondst Rob Damen
Afbeelding midden: De groene rand heeft een natuurlijke structuur. De oever heeft een lichte helling. De strekdam is een rijk beplant gebied. Daar ontstaat meer ruimte voor flora en fauna.
121/209
Natte voeten Jelle van Kampen
Natte voeten
Als ik denk aan Rotterdam, denk ik aaneenarbeidersstadwaaraltijdhard gewerktwordt.Eenhavenstadaande Maas,maarnietperseeeenstaddieop eenanderemaniereenrelatiemetde rivier aan gaat. Dat is jammer gezien derivierzoveelvoordestadtebieden
122/209
Jelle van Kampen (stedebouw)
heeft.Daaromishetooklogischdater nuvraagisnaareennieuweverstandshoudingmetderivier.Eenzachtere relatiemetruimtevoorwonenenrecreĂŤren.
Relatie stad en rivier
Omeenmaniertevindenomdevraag naardezenieuwerelatiemetderivier intevullen,benikgaanonderzoeken hoe de huidige relatie tot stand is gekomenendezevandaagdedag werkt.
haallijnen zijn ook de rode draad voor mijn ontwerp. Landwinning en programma
Onderzoek Het onderzoeksterrein is zo groot dat je je makkelijk kunt verliezen in de hoeveelheid informatie. Daarom heb ik gekozen om twee verhaallijnen te analyseren die op grote schaal de relatie tussen mens en rivier vertellen. Deze ver-
Natte voeten Jelle van Kampen
Zo heb vanuit het verleden gekeken hoe een nat rivierenlandschap is toegeigend,isbewerktenhoehetleefbaarisgemaakt.Daarnabenikgaan kijken hoe dit landschap is ingevuld enwatditgebrachtheeft.Omtebepalenwaarenhoederivierdezenieuwe relatieaankangaanmetRotterdam.
123/209
Bedijken van zandplaten Natte voeten Jelle van Kampen
Landwinning LandwinningOm het rivierengebied leefbaar te maken voor de mens zijn grote stukken land eerst als eilanden en later als geheel bedijkt. Zo is er door de jaren heen enorm veel ruimte van de rivier afgenomen en op een onnatuurlijke manier droog gehouden door het water steeds uit het land te pompen. Door het vernauwen van de rivier krijgt ze niet meer de ruimte die ze nodig heeft, waardoor de druk op het bedijkte land groter wordt. Zo is er een doorlopend proces ont-
124/209
staan waar de dijken steeds hoger worden en rivier steeds verder wordt ingegraven. Dit zorgt voor een conflict tussenlandenwaterommaardroge voeten te houden.
1740 1955 Natte voeten Jelle van Kampen
Programma De groot aangewonnen stukken land waren enorm vruchtbaar en werden gebruikt voor landbouw. De stad begon binnendijks en
groeide langzaam met de haven om de rivier heen. Door de gunstige ligging van Rotterdam en de industrialisatie groeide de stad de haven en de landbouw in enorme schaalsprongen met de haven als economisch uitgangspunt. Dit resulteert in een enorme fragmentatie van de stad. Zo is de Maas omlijnd door de haven die op haar beurt is longezongen van de stad. En groeide de stad steeds verder van de rivier af naar buiten toe. Dit zorgt ervoor dat er weinig menselijke schaal meer langs
125/209
Natte voeten Jelle van Kampen
Huidige relatie stad en rivier
Waar staan we nu? Het conflict tussen het aangewonnen land en water zorgd voor een opeenhoping van problemen die allemaal met elkaar in verband staan. Zo bestaat een groot deel van het aangewonnen land uit veen dat door de droogte ongeveer 1cm per jaar zakt. Zo komt het oppervlak steeds dichter bij het zoute grondwater terwijl het juist voor droge voeten wordt beschermd. De uitdroging van veengebieden zorgt door het oxideren van de oude plantenresten op grote schaal weer voor een enorme co2 uitstoot (alles bij elkaar net zoveel als 2mlj auto’s per jaar) dat op die manier een steentje bijdraagd aan de opwarming van de aarde en zo de stijging van de zeespiegel. Dit maakt hogere dijken en een betere be-
126/209
scherming noodzakelijk. De problemen worden groter en versterken elkaar. Behalvedeaangewonnenruimte staat ook de functie van het gebiedonderdruk.Deproductiviteit vandelandbouwgrondneemtin grotesprongenafwaardooreral grotestukkengrondnietmeer.gebruiktworden.Erkannietmeerop geteeltwordenenhetgrondwaterzorgdvooreendrassigezoute grondwaardoorergeenkoemeer kan grazen. Als de druk van de stad op de rivier toeblijft nemen en mensen de zachte kant willen ervaren, zal er ruimte gevonden moeten worden die de rivier niet verder belast.
Nieuw situatie: Natte voeten
Hoe nu verder? Wanneer het onnatuurlijk drooghouden van het aangewonnen land niet meer de hoogste prioriteit heeft kan de druk van de ketel worden gehaald. Is het alle moeite die het kost waard dit landschap boven water te houden? Het landschap is uitgeput en begint steeds minder te functioneren.
Eenlandschapheeftgeenbescherming tegen het water nodig, de stad en de leefomgeving van de mens wel. Door het water toe te laten in deveengebiedenkanhetuitgeputte landschap zich weer herstellen en transformerentoteennieuwgebied. Hiervoormoetenwedecontroleaan derivieroverlatenzodathetlandschap op een natuurlijke manier gevormd kan worden. De druk ophetlandzalafnemeneneennieuw natuurlijk landschap zal ontstaan.
Natte voeten Jelle van Kampen
Kortomrelatietussenhetlandschap derivierisenerzijdseenbedrijgingen eenopeenstapelingvanproblemen diewemaarproberenuittestellenen vooronsuitteschuiven.Anderszijdsis destadenormafhankelijkvanderivier op economisch gebied en is er een grotevraagnaareenmenselijkeschaal langshetwaterwaargewoondengerecreĂŤrd kan worden.
127/209
128/209
Natte voeten Jelle van Kampen
129/209
Natte Voeten Jelle van Kampen
Nieuwe ruimte voor de maas in Midden-Delfland
Natte voeten Jelle van Kampen
Midden Delfland de achtertuin van Rotterdam Midden Delfland, het veengebied Westelijk van Rotterdam is ĂŠĂŠn van deze landschappen onder druk. Het land is uitgeput en de bodemdaling heeft op sommige plekken het grondwater al bereikt. Ongebruikte drassige gronden zijn het resultaat. De al twee meter onder NAP liggende polders hebben hun functie verloren en transformeren langzaam naar recreatiegebied voor fietsers en wandelaars. Kortom de juiste locatie om het
130/209
landschap te herstellen. DoordeAalkeetpolder,BroekpolderenFoppenpolderbuitendijks temakenenterugtegevenaande rivierzullendezedoellozegronden zowel voor de rivier als achtertuin van Rotterdam weer een functie gaan vervullen.
Natuurlijke sedimentatie zorgt voor nieuwe natuurontwikkeling Natte voeten Jelle van Kampen
Menselijke schaal aan de rivier De nieuwe ruimte die wordt terug gegeven aan de rivier
geeft ook de mogelijkheid om de menselijke schaal aan de rivier te koppelen. De rivier zal groter worden en zo ook de mogelijkheid om weer in aanraking met het water te komen. Rotterdam zal de ruimte krijgen om weer langs
131/209
Natte voeten Jelle van Kampen Gemaal als getijdedeck
132/209
133/209
Natte voeten Jelle van Kampen
Dijkdoorbraak bij het gemaal
Natte voeten Jelle van Kampen
Nieuw woon milieu De verdichtingsopgave van Rotterdam krijgt de unieke kans direct aan deze achtertuin te liggen en zo onderdeel te zijn van het natuur vormingsproces. Vanuit je woonkamer kan je het tij zien rijzen en dalen en in de openbare ruimte zelfs ervaren. Door de nieuwe woningen verhoogd in het ondergelopen land te zetten kan het landschap direct onderdeel van de leefomgeving zijn. De openbare ruimte bestaat uit decks die afhankelijk van het tij soms boven of onder
134/209
water te vinden zijn. Ook kan het sediment langs de woningen afzetten waardoor er op langer termijn nieuw land ontstaan. Zo veranderd de leefomgeving mee met de rivier in plaats van andersom. Door de dynamiek van het getij, het zoute water en de ontwikkeling van een nieuw landschap zal Midden Delfland een unieke achtertuin zijn voor Rotterdam.
Natuurlijke sedimentatie zorgt voor nieuwe natuurontwikkeling Natte voeten Jelle van Kampen
Unieke leefomgeving Vanuit je woonkamer kan je het tij zien rijzen en dalen en in de openbare ruimtezelfservaren.Doordenieuwewoningenverhoogdinhetondergelopen landtezettenkanhetlandschapdirectonderdeelvandeleefomgevingzijn.Zo zou Midden-Delfland de nieuwe achtertuin zijn voor Rotterdam.
135/209
Natte voeten Jelle van Kampen Het getij als dynamiek in de openbare ruimte
136/209
137/209
Natte voeten Jelle van Kampen
De woningopgave van Rotterdam onderdeel laten zijn van de natuurontwikkeling
De Vloedstad Garry Leisberg
De Vloedstad
Op een bankje langs de dijk van de Esch zit ik te genieten van het rivierwater dat zich door de gekanaliseerde rivier de Maas verplaatst. Urenlang zit ik voor mij uit te staren en het slaande geluid van de rivier tegen de stenen intrigeert mij. Schepen die voorbij
138/209
Garry Leisberg (architectuur)
varen brengen een golf die zich over het water verplaatst en tegen de dijk gebroken wordt. De dijk vormt een overgangsgebied van land naar water. Aan de ene kant hoor je het karakteristieke geluid van het water dat tegen de stenen aan klotst.
Polder de Esch
Wat dan de aandacht trekt is de rust en het ruisende achtergrondgeluid van het stromende rivierwater. De beweging van rivier zorgt ervoor dat het gebied gedurende de dag anders ervaren wordt. Af en toe wordt de rust verstoord door voorbij varende schepen. Op de dijk is een aantal passanten waar te nemen: de jogger die zijn route via de dijkt loopt, het koppel dat hand in hand via de dijk loopt om over het water heen te kijken en de skyline van Rotterdam te ervaren, de vissers even verderop. De andere zijde van de dijk kent een ander verhaal.
Mijn weg vervolg ik door van de hoger gelegen dijk naar het wat lager liggende land te lopen die zich direct achter de dijk bevindt. Ineens heerst er een plotselinge stilte, ik word omsloten door de wanden van de dijk en het voelt alsof ik in een andere wereld ben. Het klotsende geluid van de rivier dat ik als oriĂŤntatie wil gebruiken, is er niet meer. Het enige dat geluid maakt komt van de mensen die over de dijk lopen en de vogels die in het gebied aanwezig zijn. Als ik tussen de bomen doorkijk zie ik enkele huizen staan. Hier wordt gewoond, op een lager gelegen stuk land dat afgeschermd wordt door een dijk. Door het doen van deze observatie van de Esch ben ik tot de ontdekking gekomen hoe de dijk een belangrijke rol speelt in dit gebied. Echter wordt de rivier in haar vrijheid beperkt door het menselijk handelen.
De Vloedstad Garry Leisberg
Bij laagtij trekt het water zich terug waardoor dit geluid ineens een andere dimensie krijgt.
139/209
Spanningsveld tussen mens en rivier
De zee is een bedreiging Het meanderen van de rivier heeft in de loop der jaren een reliĂŤf achter gelaten. Door de insnijding, als gevolg van watererosie is een diepe gleuf ontstaan. Op de bovenloop en benedenloop is ruimte ontstaan voor de mens om zich zo dicht mogelijk langs de rivier te vestigen.
De Vloedstad Garry Leisberg
Steden langs de rivier
140/209
Noordzee
steden De Maas De Rijn
Nederland
Het stelsel in de beneden Rijn oftewel de Delta kent echter een ander verhaal. Nederland bevindt zich aan het einde van het rivierensysteem. Hier vormt zich de Delta. De rivierendelta is een stelsel van aftakkingen van rivieren voordat deze in de Noordzee uitmonden. Als land zijn we het meest kwetsbaar voor
Watersnoodramp 1953 Watersnoodramp 1953
bron: http://www.zeeuwseankers.nl/nl-NL/verhaal/554/watersnoodramp-1953-een-rampzalige-nacht
combinatie met springtij, waarbij het water extreem hoog steeg. Dit met als gevolg dat de dijken doorbraken. Het was een enorme watersnoodramp doordat het water landinwaarts trok. De getroffen dorpen waren niet beschermd tegen dit soort rampen.
De Vloedstad Garry Leisberg
bron: http://www.telegraaf.nl/binnenland/23719473/__Identiteit_na_60_jaar_bekend__.html
dit dynamische rivierensysteem. Naar aanleiding van gebeurtenissen uit het verleden hebben wij ons weten te beschermen tegen de rivier. De watersnoodramp van 1953 laat zien hoe belangrijk dat is. De ramp werd veroorzaakt door een stormvloed in
141/209
Om natuurrampen zoals deze te voorkomen moesten extra maatregelen getroffen worden. Het plaatsen van dijken is een van de manieren om ons te beschermen tegen een stormvloed. Daarnaast zijn er initiatieven die zich richten op de rivier
om deze teontlasten tegen extreme debieten en waterstijging. Ruimte voor de rivier is een van de projecten, de rivier krijgt op enkele plaatsen de ruimte om op te wellen. Dan kan het water stijgen en het gebied instromen tijdens extreem hoog water.
Hoogwater Noordereiland De Vloedstad Garry Leisberg
bron: https://noordereilandrotterdam.files.wordpress.com/2011/12/hoogwateren-31.jpg?w=500
Vanaf het eerste moment dat mensen zich aan onze kust vestigden, hebben we geprobeerd de grens van land en zee vast te leggen om ons te beschermen tegen het water. Tot laat in de Middeleeuwen deden we dat door het opwerpen van terpen. Later
142/209
bouwden we dijken. Hierdoor hebben we ons weten te beschermen tegen het naar binnen kolkende zeewater en de stijging door smelt –en regenwater. Dijken maken van de rivier een kanaal. Met de getijden dringt het zeewater
het kanaal binnen. De doorgang door het bedijkte gebied is nauw en het water wordt opgestuwd. Door de opstuwing ontstaan er in het bedijkte gebied plaatselijk grotere getijverschillen dan langs kust. Doordat het water in de gekanaliseerde rivier minder ruimte heeft. Dit heet resonantie, een natuurkundig verschijnsel voor een opwaartse beweging van het bekken.
De rivier de Maas te plaatse van Rotterdam, is het uitgangspunt voor deze opgave. Ik ben gaan onderzoeken hoe de rivier op Europees schaalniveau werkt, van oorsprong tot monding. Het rivierstelsel in de Nederlandse delta kent twee belangrijke rivieren, de Maas (een regenrivier, directe neerslag en grondwater) en de Rijn (een gemengd rivier van gletsjerwater en regenwater). De oorsprong van de Maas ligt in Frankrijk. Zij stroomt door BelgiĂŤ en Nederland waar zij uiteindelijk uitmondt in de Noordzee. De Rijn ontspringt in de Alpen in Zwitserland en stroomt bergafwaarts door Zwitserland, Duitsland en Nederland waar zij in de zee terechtkomt. De Rijn heeft de grootste kracht op het hele rivierensysteem in de delta. Doordat de mens zich constant langs de rivier wil vestigen en daar wil uitbreiden en daarvoor de rivier aan banden wil leggen, is het natuurlijk systeem van de rivier uit balans geraakt. Dit zorgt ervoor dat de rivier niet meer zichzelf kan zijn en bij extreem hoogwater kan het zijn dat de dijken doorbreken.
De Vloedstad Garry Leisberg
Strijd tegen de rivier Al vanaf oudsher is er een strijd van de mens tegen de rivier. Sinds jaar en dag is men bezig om met technische ingrepen het natuurlijk systeem van de rivier aan banden te leggen, om veiligheid te garanderen of het economisch gewin te vergroten. Het statische van het systeem is tegenstrijdig met de dynamische (bewegelijk, levendig en veranderbaar) aard van het natuurlijk systeem dat constant op zoek is naar een natuurlijk evenwicht. Het tegenhouden en kanaliseren leidt tot onvoorziene ecologische problemen en maakt constant onderhoud noodzakelijk. Om deze verhouding tussen mens en natuur te verlichten is het essentieel om niet tegen de natuur in te werken, maar om de natuurlijke dynamiek toe te
laten en met de natuur mee te groeien. Kunnen we een manier vinden waarbij mens en natuur een balans bereiken?
bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Rijndelta
143/209
oorzaak schijntij
Als we zo doorgaan als nu, zal het in de toekomst noodzakelijk zijn om op zoek te gaan naar nieuwe oplossingen. Mijn onderzoek, op het rivierenstelsel van oorsprong tot bron, heeft aangetoond dat er een apart verschijnsel optreedt. Als gevolg van het ontspringen van de rivier en het naar beneden stromende rivierwater dat zich landuitwaarts wil verplaatsen, ontstaat er een botsing met het opkomende getij dat zich landinwaarts wil bewegen.
botsing is een natuurkundig verschijnsel dat schijntij heet. Het schijntij vindt ter hoogte van Rotterdam plaats en is aanzienlijk hoger dan het normale getij. Door de dijken krijgt het rivierwater niet de ruimte om uit te wellen, tijdens deze botsing. Doordat er een botsing ontstaat tussen de twee tegenpolen wordt het opgestuwd. Met behulp van data heb ik kunnen ontdekken waar dit fenomeen precies optreedt. 3.00m +NAP Maeslantkering in werking
inlaat
1.48m +NAP gemiddelde stand schijntij
generator
schoep
energie opwekking
uitlaat
1
Schaal 1:100
Gemiddeld t.o.v. NAP
Hoek van Holland
Maassluis
Vlaardingen
Rotterdam Schijntij
0
2
4 m
2000
4000 m
Krimpen a/d IJssel
148 Springtij GEMIDDELD HOOGWATER (GHW)
De Vloedstad Garry Leisberg
Doodtij
GGEMIDDELDE WATERSTAND
132
126
115
116
90
95
9
13
124
132
103
19
136 124
112
24
108
29
126 115 100
33
NAP -15 -26
LAAGWATER
-55
-55
- 47
144/2091 Rijkswaterstaat. (2016). getijdentafels voor Nederland. Den Haag, Nederland: Sdu.
-39
schaal 1:100.000
0
+ extrapolatie 2050 500 m 200 km
Dynamische
schaal 1:8.000.000
0
200
400 km
natuurlijke aard van de rivier
dijken
N
Statische
schaal 1:100.000
0
2000
4000 m
ingrepen door de mens
Amfidromisch punt
Vianen
Rotterdam
De Vloedstad Garry Leisberg
0
Schijngetij
LW
HW
LW
HW
LW
Schijntij gevolg
HW
LW
N scale 1:200.000
0
4000
8000 m
145/209
De Vloedstad
De ingrepen op water in relatie tot ons stedelijk netwerk blijven uit. Onze bouwtraditie is er niet op ingericht om rivierwater in ons stedelijk netwerk toe te laten. Door de klimaatverandering en de stijgende zeespiegel is het echter wachten op de volgende ramp.
Daarom is het nodig om het tij te keren en onze bouwtraditie waterbestendig te maken. Mijn ontwerp stelt een dialoog voor tussen het stedelijk netwerk —het statische— en het natuurlijk systeem
Vloedstad locaties
Merwehaven
Schiehaven st. Jobshaven
Rijnhaven Maashaven
Waalhaven
De Vloedstad Garry Leisberg
Vloedsteden
Eemhaven
van de rivier —het dynamische—. Een deltaconcept waarbij de steden kunnen groeien naar de rivier en de rivier de ruimte krijgt om te wellen. Vloedsteden is een netwerk van amfibische steden die langs de rivier gevestigd zijn.
146/209
N schaal 1:20.000
08
400
00 m
Het gebied de Rijnhaven in Rotterdam werk ik verder uit als casestudie. De Vloedstad in de Rijnhaven is een autarkische zelfvoorzienende wijk die de rivier de ruimte geeft om zichzelf te zijn.
Rijnhaven 21 woningen per ha
Voor de bewoners moet het een feest zijn als het water het land binnen dringt. Hierdoor wordt er energie opgewekt en wordt de bodem schoongeveegd. Het water heeft als voordeel dat het voedingsrijke nutriĂŤnten met zich mee neemt.
scale 1:2500
0
125
250 m
De bodem van deze gebieden kent een voedselrijke bodem waar landbouw op geteeld kan worden. De Vloedstad Garry Leisberg
19,8 ha
N
Rijnhaven
147/209
Verlaagde dijk 3.00m +NAP Maeslantkering in werking
inlaat 1.48m +NAP gemiddelde stand schijntij
generator
energie opwekking
schoep
uitlaat
Schaal 1:100
Gemiddeld t.o.v. NAP
Hoek van Holland
Maassluis
Vlaardingen
Rotterdam Schijntij
0
2
4 m
2000
4000 m
Krimpen a/d IJssel
148 Springtij GEMIDDELD HOOGWATER (GHW) Doodtij
GGEMIDDELDE WATERSTAND
132 115 90
9
126
124
13
103
19
136 124
112
116 95
132
108
29
24
126 115 100
33
NAP -15 -26
LAAGWATER
-55
-55
- 47
-39
De Vloedstad Garry Leisberg
schaal 1:100.000
Het ingenieuze van dit ontwerp is de grens tussen land en water. Door de Rijnhaven droog te leggen en een verlaagde dijk te introcuderen, wordt het water bij een lage waterstand tegengehouden door de dijk. Tijdens een hoge waterstand of schijntij kan de rivier meer landheroveren en het water zal over de verlaagde dijk de
148/209
0
vloedsteden bereiken. Het ontwerp is gebaseerd op pontons, deze pontons hebben een footprint van 60 x 60 meter, representeren een bouwblok en staan op het land. De Vloedstad is een preventief stedenbouwkundig concept dat de rivier te ruimte geeft om bij schijntij
Gebruikelijke situatie Situatie bij Schijntij
mens steeds individueler, anoniemer, en eenzamer wordt.Om de sociale cohesie te vergroten hebben de bouwblokken een gemeenschappelijke binnentuin. Daarnaast gaan alle routes door de gemeenschappelijke tuinen. Hierdoor kruizen diverse bewoners elkaars pad alvorens ze hun woning betreden.
De Vloedstad Garry Leisberg
meer land te heroveren. Bij extreem getij treedt het water de vloedstad binnen en drijven de pontons met de waterstand mee. Iedere bouwblok heeft de taak om de hele wijk te voorzien van een bepaalde behoefte. Het idee is dat er in een gemeenschap geleefd wordt en dat mensen op elkaar aangewezen zijn. Ik merk dat de
149/209
Situatie bij Schijntij De Vloedstad Garry Leisberg
De Maas (situatie bij schijntij)
150/209
verlaagde dijk
rietlandschap
woongemeenschap 20 woningen
wilgenbomen
woongemeenschap 24 woningen
wilgen
Gebruikelijke situatie Doorsnede de Vloedstad woongemeenschap 24 woningen
woongemeenschap 20 woningen
verbindingsbrug parkeren onder de brug
woongemeenschap 24 woningen
activiteiten gebied
De Vloedstad Garry Leisberg
nbomen
151/209
LeidingtracĂŠ
leidingwerk
leidingwerk
bergingen
De Vloedstad Garry Leisberg
LeidingtracĂŠ
152/209
technische laag
bergingen
Schaal 1:200
0
4
8 m
De Vloedstad biedt een unieke ruimtelijke beleving die inspeelt op de uitdagingen van de toekomst, waar mens en rivier elkaar aanvullen.
De Vloedstad Garry Leisberg
De mens is in strijd met de rivier om zich zo dicht mogelijk langs de rivier te vestigen. De maatregelen die wij genomen hebben om ons tegen het rivierwater te beschermen hebben geleidt dat er een natuurlijk verschijnsel van schijntij optreedt.
153/209
Happy Flood Chiel Lansink
Happy Flood
‘Nederland zegt flexibeler met zoet en zout water om te willen gaan en weer te leren ‘leven met het water’ – de Viet- namezen in de Mekong Delta doen het. Denken we in Nederland bij ‘overstroming’ aan rampspoed en schade vanuit zee, in
154/209
Chiel Lansink (stedebouw)
de Mekong Delta hebben ze het over mùa núóc nô – happy flood. Het zoete rivierwater komt langzaam over de delta heen, het brengt vis en sediment mee en, niet onbelangrijk, het spoelt de ratten weg.’ [1]
[1] Metz, T., & Van den Heuvel, M. (2012). Zoet en Zout: Water en de Nederlanders. Zoet en Zout (pp 36-36). Rotterdam, Neder land: NAi Uitgevers.
Door de grootschalige groei in de 20e eeuw is in Rotterdam een gecultiveerd landschap ontstaan. Hierbinnen zijn de havenindustrie, tuinbouw en landbouw belangrijke economische motoren voor zowel de regio als op nationaal schaalniveau. Vooral voor de landbouw en tuinbouw is zoet water van immens belang. Veel gewassen en planten kunnen niet tegen hoge chloridewaardes. Om de economische systemen rondom landbouw en tuinbouw draaiende te houden is het
belangrijk het zoute water buitendijks te houden. Hierdoor is een binnendijks kunstmatig zoetwater- landschap tot stand gebracht. Deze “zoetwatereconomie� is momenteel nog steeds de basis van het economisch stelsel in de Maasdelta, maar staat onder druk door verzilting van oppervlaktewater en grondwater. Om deze verzil- ting tegen te gaan worden per seconde niet minder dan twintig zeecontainers aan zoetwater door het watersysteem in de regio tussen Rotterdam en [2] Metz, T., & Van den Heuvel, M. (2012). Zoet en Zout: Water en de Nederlanders. Rotterdam, Nederland: NAi Uitgevers.
Happy Flood Chiel Lansink
Happy Flood is een pleidooi voor een nieuwe manier van omgaan met de Rivier. Het ontwerp is gebaseerd op het leren leven met wat de rivier ons brengt. Want naast zoet brengt de rivier ons ook zout. En hoe ga je daar- mee om in een groeiende stad die zich vooral in haar voedselproductie erg afhankelijk van zoet water opstelt?
155/209
Systeem verzilting Happy Flood Chiel Lansink
Verzilting in de maasdelta Amsterdam gepompt[2]. Verzilting in de maasdelta heeft een grote impact op het economisch systeem van de stad. Hierboven wordt inzichtelijk welke sectoren hier de grootste hinder van zullen ondervinden. Het gaat dan vooral
156/209
om de landbouw, tuinbouw en drinkwatervoorziening. Maar ook het stedelijk groen zal de gevolgen van verzilting ervaren. Op de kaart hiernaast is goed te zien dat verzilting vooral buiten de stad in de minder stenige gebieden een grote impact
157/209
Happy Flood Chiel Lansink
2
verzilting tast gewassen landbouw aan
1 verzilting tast gewassen tuinbouw aan
3
Dijk
Tuinbouw/landbouw
Water
Verzilting
impact verzilting op economisch syteem in de maasdelta
verzilting brengt drinkwaterproductie in gevaar
verzilting heeft indirecte gevolgen voor stedeling terug te leiden naar voedsel, drinkwater en flora/fauna
Happy Flood Chiel Lansink
Door klimaatverandering is de zoetwater-toevoer steeds noodzakelijker, de rivier kent door extremere droogte in de zomermaanden minder waterafvoer waardoor zouttongen verder het land kunnen binnendringen. Hierdoor kan zelfs niet altijd meer worden voldaan aan de vraag naar zoet water. Wanneer dit gebeurt treedt de verdringingsreeks in werking waardoor sectoren in volgorde van belangrijkheid geen zoetwater meer krijgen. Landbouw en tuinbouw worden in deze reeks als eerste getroffen.[3] voedselsysteem dat tegen de rivier vecht, kan een lokaal voedselsysteem dat de rivier omarmt helpen om Rotterdam klimaatbestendig te maken. Het huidige zoetwatersysteem loopt tegen zijn grenzen aan en de kosten hiervan worden te hoog, mede door klimaatverandering. In combinatie met de zoektocht naar kli- maatadaptieve
158/209
klimaatadaptieve steden is verzilting een actueel thema geworden. De overgang naar een natuurlijke balans heeft voor veel verschillende actoren ingrijpende gevolgen. Maar wat merk je hier als Rotterdammer direct en indirect van? Verzilting heeft vooral veel indirecte gevolgen voor de stedeling. Voedsel en drinkwater worden immers nauwelijks meer in onze directe omgeving geproduceerd. Maar hoe ziet een wijk eruit als dit in onze directe omgeving opgelost moet worden? Hoe produceren we lokaal voedsel op kleine oppervlaktes en zorgen we voor ons eigen drinkwater in een van nature zilt klimaat? In een tijd waar grootschalige voedselproductiesystemen steeds meer onder druk komen te staan[4] is het interessant te onderzoeken hoe Rotterdam deze situatie kan aangrijpen om lokaal te produceren en consumeren en zo een nieuwe gezonde landbouweconomie te
Positie Maasdelta t.o.v.werelddelta’s en strategie voor adaptatie verzilting
bouwen. Een economie waarin lokaal produceren en consumeren centraal staan met respect voor de rivier. [3] De Boer, H. C. (2011). Verzilting in Nederland: Oorzaken en perspectieven. Retrieved from https://www.researchga te.net/publication/241870367_Verzilting_in_Nederland_oorzaken_en_perspectieven
Happy Flood Chiel Lansink
[4] Tegenlicht Boer zoekt voedsel at [Video le]. (2017, April 23). Retrieved from https://www. vpro.nl/programmas/tegenlicht/kijk/ a everingen/2016-2017/boer-zoekt-voedsel at.html.
159/209
Observatie zoetwater-Bies-
Happy Flood Chiel Lansink
2 mei 2017
Lopend over een verhard pad langs de oever van de Nieuwe Merwede vraag ik me af waarom ik eigenlijk hier ben? Wind ritselt door de bomen, regen raakt mijn gezicht. Water teistert mijn gemoedstoestand. Water, dat eigenlijk heel normaal voor me geworden is. Bijna een gegeven in mijn dagelijks leven. Water dat een hele cyclus doorloopt. Maar voor ons is het er gewoon. De Biesbosch is een van de weinige gebieden in Nederland die deze perceptie in mij verandert. Een landschap gedomineerd door water. Hier wordt ik me bewust van de kracht en grootschaligheid van de cyclus van water. Ironisch dat ik juist vandaag wordt getrakteerd op regen. Ga je op zoek naar water, dan kan je het krijgen ook. De Biesbosch, in volle glorie. Ik volg een verhard pad langs de rivier die zich langzaam door het landschap snijdt en zijn weg zoekt naar zee. De regen daalt neer op het wateroppervlak en laat een laatste afdruk achter voor deze zich weer nederig voegt in het geheel. Ik besluit even te schuilen onder de bomen. Ik sta stil, de wereld om me
160/209
heen is in constante beweging. De drukte van de stad ebt langzaam uit mijn systeem. De natuur neemt het over. Ik begin de regen langzaam te waarderen en besluit weer op pad te gaan. Ik volg een modderig pad dieper de Biesbosch in en verlies het contact met de Nieuwe Merwede. Vanaf hier verlies ik mijn oriĂŤntatie gedeeltelijk, mede door de begroeiing die zich hier thuisvoelt en daardoor langer is dan ik. Dan gebeurt er iets geks, al lopend zie ik iets waardoor ik terug moet denken aan de st. Elizabethsvloed die dit gebied heeft geteisterd. Hele dorpen zijn toen weggevaagd door de kracht van het water. Alleen de kerktorens staken nog boven het oppervlaktewater uit, als een relikwie van het verloren land. De natuur liet zijn ware aard zien en had geen genade met de mens. De verhoudingen waren weer hersteld. Ironisch genoeg is dezelfde situatie vandaag de dag terug te vinden in de Biesbosch. Iets minder poĂŤtisch, maar toch vergelijkbaar. Waar vroeger kerktorens de dienst uitmaakten vallen me nu de historische lanen met bomen op. Of beter gezegd, bomen die waarschijnlijk een laan hebben
Twee opties liggen voor me, het onbekende modderige pad of de verharde weg. Doorweekt als ik ben besluit ik het modderige pad maar te nemen, waarom ook niet? Na een kleine vijf minuten weet ik al dat dit de juiste keuze is geweest en ik hier geen spijt van ga krijgen. Het pad leidt me via enkele kleine bruggetjes en vlonders door de Bies- bosch zoals ik mij die had voorgesteld. De biezen en slikken domineren de oevers en op de enkele plekken waar het zicht vrij is, heb ik een prachtig doorkijk op een uitgestrekte watermassa waarop de kille grijze lucht word gere- ecteerd. Pas dan besef ik dat het droog is geworden. Van tijd tot tijd wordt de grijze re ectie op het water verstoord door watervogels die ik jammer genoeg niet goed genoeg bij naam ken. Lepelaars gok ik dan maar. Ik ben nu onge- veer een half uur onderweg en ben inmiddels dubbel en dwars overtuigd waarom ik hier ben. De grootschaligheid van water valt niet af te lezen in kaarten of doorsnedes. Ik besef dat water in al zijn facetten erg complex kan zijn, en dat ik in mijn project slechts op een klein aspect focus. Vanuit mijn onderzoek naar verzilting probeer ik me voor te stellen hoe de Biesbosch zich zou verhouden tot de verhoogde chloridewaardes
tot de verhoogde chloridewaardes die door klimaatverandering kunnen ontstaan. Waarschijnlijk zullen de biezen plaats maken voor zeekraal en zal het landschap een stuk horizontaler zijn. De laatste sporen van de biezencultuur in de Biesbosch zullen dan verdwenen zijn. Wederom zal de menselijke cultuur het dan van de natuur verliezen. Want waar wij de Biesbosch karakteriseren als een zoetwatergetijdengebied denkt de natuur daar waarschijnlijk heel anders over. Zou de Haringvlietdam er niet liggen dan zou de Biesbosch in de toekomst tijdens droge zomerperiodes het strijdtoneel worden van zee- en regenwater. De lepelaar tegenover me lijkt me dan ook wel gevlogen. Maar ik krijg niet de indruk dat die daar nu om maalt. Geen enkele soort cultiveert, beheert en manipuleert de aarde zoals wij dat doen. De rekening ervoor betalen doen ze dan weer wel, zonder dat ze het weten. In twijfel trek ik verder door de Biesbosch en besluit te genieten van de schoonheid die voor me ligt. Of de toekomst nu zoet, zilt of zout is, de Biesbosch past zich wel aan. Of de mens en zijn perceptie dat gaan doen is maar de vraag. En of ik ooit nog weer een lepelaar zie in de Biesbosch ook. Ik heb in ieder geval besloten het te accepteren en er niet tegen te vechten. Want als ik een ding heb geleerd is het wel dat de Biesbosch altijd wint, hoe dan ook. Ik vertrek liever met een zoete nasmaak en een frisse blik op de toekomst.
Happy Flood Chiel Lansink
gevormd, aangezien ze inmiddels half onder water staan. Een relikwie van boerenerven in de Biesbosch-polders, voor deze werden teruggegeven aan de rechtmatige eigenaar. Ruimte voor de rivier genoemd in ambtstermen. Blijkbaar leert de mens toch van het (verre) verleden. Het einde van het pad brengt me terug naar het heden.
161/209
Happy Flood Chiel Lansink
Zelfvoorzienende Waalhaven De Waalhaven is de ideale locatie om deze strategie toe te passen. Vanwege haar historie met havenindustrie heeft het gebied een korrelgrootte die geschikt is om voedselproductie op grote schaal toe te passen. Daarnaast sluit deze ontwikkeling aan op de tendens van de stad om steeds meer richting de haven te ontwikkelen. Een zelfvoorzienend huishouden van drie personen heeft vierhonderdtien vierkante meter aan oppervlakte nodig voor voedselproductie. Hierbinnen vallen ook energieopwekking en wateropslag. Deels zal de voedselproductie worden opgevangen binnen het collectieve blok door het plaatsen van verticale farms die per container vier huishoudens kunnen voorzien [4]. maar voor het totale aantal meters zijn collectieve voorzieningen hard nodig. Hierdoor zullen binnen de wijk oude havenloodsen worden omgevormd tot aquaponics en enkele collectieve vertical farms worden
162/209
toegevoegd. Daarnaast biedt de wijk ruimte aan zilte teelt en stadslandbouw op de daken. Ook zal er regenwater worden opgevangen en gezuiverd via de daken en de verdiepte straat. Dit water wordt vervolgens opgeslagen en hergebruikt(grijs water) in de zilte teelt/stadslandbouw of gezuiverd voor drinkwater in de waterzuivering. Om het lokale karakter en de relatie met de rivier te versterken zullen er extra havenbekkens worden gecreĂŤerd. Door het aanleggen van getijdendammen wordt er tijdens vloed water aangevoerd en krijgt tijdens eb sediment de kans zich af te zetten. Hierdoor ontstaat op den duur gebiedseigen zilte vegetatie. De combinatie tussen het voedselproductielandschap en de zilte flora/ fauna zorgt voor een productieve zelfvoorzienende woonwijk met een lokaal karakter die de rivier heeft omarmd.
163/209
Happy Flood Chiel Lansink
Matrix voor een zelfvoorzienend huishouden
Impressie Waalhaven +4M NAP
Happy Flood Chiel Lansink
+5M NAP
164/209
+3 NAP
ONTWERPINGREEP - ZILTE HAVENBEKKENS 1. Bestaande situatie De Waalhaven is momenteel onderdeel van de havenindustrie van Rotterdam en ligt op +5m NAP
2. Behouden grootschalige havenloodsen De grootschalige havenloodsen kunnen hergebruikt worden voor het produceren van voedsel/huisvesten van aquaponics
3. Uitgraven Havenbekkens Door het uitgraven van de havenbekkens op +3 NAP wordt de relatie met de rivier versterkt en sedimentatie gestimuleerd
4. Plaatsen getijden-dammen Door dammen te plaatsen op +4M NAP worden de havenbekkens alleen tijdens vloed voorzien van water waardoor sedimentatie versterkt wordt en er zilte vegetatie ontstaat.
1. Wateropslag / Zuivering / NutriĂŤntenwinning De straat en daken dienen als wateropvangsysteem. van hieruit wordt het water afgevoerd naar opslag(grijswater) en de waterzuivering van waaruit het weer wordt gebruikt voor de voedselproductie en drinkwater. Bij de waterzuivering worden ook nutrienten uit het water gefilterd die weer gebruikt kunnen worden als grondstof voor vertical farming / aquaponics
2. Zilte teelt Het openbare groen wordt gebruikt als een productief ziltlandschap. Gewassen als zeekraal, aardappelen, uien etc kunnen hierop verbouwd worden. Daarnaast dient de zilte teelt ter bewustwording dat een zilt landschap ook vruchtbaar kan zijn.
3. Vertical farming Vertical farming wordt ingezet in containers op zowel blok als wijkniveau voor het verbouwen van voedsel. Hierbij worden vooral bladgroenten geteeld.
4. Aquaponics Aquaponics worden ingezet voor voedselproductie op grote schaal. Hiervoor worden oude havenloodsen hergebruikt i.c.m. nieuwe kassen.
Happy Flood Chiel Lansink
transformatiestrageie Waalhaven SYSTEEM - VOEDSELPRODUCTIE
165/209
Collectieve aquaponics
Zilte havenbekken
Stadslandbouw Zilte havenbekken
B
Vertical farming op blokniveau
NutriĂŤntenwinning Herbestemming havenloodsen naar aquaponics Zilte teelt Zilte havenbekken
Happy Flood Chiel Lansink
ISOMETRISCHE PROJECTIE WAALHAVEN
166/209
Isometrische projectie zelfvoorzienende Waalhaven Toegankelijkheid zilte natuur
Contact met water
Foodlab Zilte havenbekken
Food lab
Waterzuivering & Opslag A
Industrieel karakter behouden
Productief hoogstedelijk landschap
B’ B A’
Collectieve vertical farm Zilte havenbekken Zilte havenbekken
Happy Flood Chiel Lansink
Stadslandbouw
167/209
Foodlab Individuele stadslandbouw Aquaponics
A Wateropslag
Zilte havenbekken
Aquaponics in havenloodsen
Toegankelijke zilte natuur
Happy Flood Chiel Lansink
B
168/209
Systeem wateropslag
Doorsnedes zelfvoorzienende Waalhaven stadslandbouw op daken
Industrieel karakter behouden
Systeem wateropslag
A’
Foodlab
Collectieve vertical farm
Zilte havenbekken
Wateropslag
B’
Happy Flood Chiel Lansink
Vertical farm op blokniveau
169/209
Het Nieuwe Parlement
Het Nieuwe Parlement Umut Türkmen
Umut Türkmen (architectuur en stedenbouw)
De getijdenrivier alsautonoom (zelfstandig in het bepalen wat hij wilt) entiteit (iets wat een bestaan heeft) De getijdenrivier fascineert mij omdat zij zelfstandig en grenzeloos lijkt te zijn. Tegelijkertijd heerst er een ergernis
170/209
dat de rivier simpelweg niet meer te beschouwen is als een autonoom entiteit. De rivier is gekoppeld aan een – onzichtbaar en bijna onbetwistbaar – paradigma van eeuwenoude rivierenbeleid waardoor de rivier niet meer ‘zelfstandig bepaalt wat zij wil’.
Collage ommuurde rivier
De rivier is verstrikt geraakt in het web dat de mens eeuwenlang heeft ontwikkeld door lagen over lagen te introduceren en systemen over systemen te laten waken. De rivier als wezen die van nature geneigd was om vrij te fluctueren en een bestaansrecht voor iedereen bood, is gevangengenomen. Het belang van de ontheffing van eigendomsrechten kan ik in mijn pleidooi explicieter toelichten. Ik maak ze in de huidige context bespreekbaar. Ik gebruik hiervoor bureaucratische, klimatologische en filosofische/ visionaire invalshoeken; absurditeit 1 km2 15 eigendommen 5 type eigendomsrechten 1 eigenaar ...
Het Nieuwe Parlement Umut Türkmen
Het delirium van eigendomsrecht heeft ons gemeenschappelijke geweten eeuwenlang overheerst. Dit geweten heeft de rivier hermetisch afgesloten en ommuurd. De absurditeit van deze onzichtbare grenzen in de rivier wordt pas zichtbaar wanneer deze fysiek geprojecteerd worden. De absurditeit van eigendomsrechten kan ik op zijn best laten zien binnen een vierkante kilometer. Deze vierkante kilometer is opgedeeld in vijftien eigendommen en onderverdeeld in vijf eigendomstypen maar behoort uiteindelijk tot één eigenaar, namelijk de staat-het kapitaal.
171/209
Collage ommuurde rivier
Het Nieuwe Parlement Umut TĂźrkmen
Collage ommuurde rivier
172/209
173/209
Het Nieuwe Parlement Umut TĂźrkmen
Collage heterotopie
Collage heterotopie
174/209
Het Nieuwe Parlement Umut Türkmen
175/209
Het Nieuwe Parlement Umut TĂźrkmen
Ommuurde rivier
Vrijheid van roerende zaken
2.Klimatologisch
De eerste reden dat we de orthodoxie van eigendomsrechten moeten verwerpen is dat we vasthouden aan een eeuwenoude paradigma van rivierenbeleid waarin de rivier altijd ondergeschikt is gemaakt aan de handel en zeevaart. De staat heeft zich laten leiden door het kapitalisme. En het kapitalisme bepaalde hoe de mens met de rivier omging. De burger lijkt geen recht meer te hebben op de rivier. Dit is opmerkelijk omdat de rivier van oorsprong van niemand is en tegelijkertijd bestemd is voor ieder die er gebruik van wil maken.
Er is geen ontkomen aan onze wateropgave, de stijgende waterspiegel zal leiden tot een vermenging van eigendomsrechten. Willen we dit organiseren of incasseren? Er komt een moment dat klimatologische invloeden de sterkere hand krijgen. Ik neem als casus het jaar 2100 waarin we met de volgende scenario’s te maken zullen krijgen; 2.A Het scenario volgens KNMI waarin in 2100 een zeespiegelstijging van 35 tot 85 cm wordt verwacht ten opzichte van het niveau van 1990. 2.B Het scenario in 2100 volgens de deltacommissie waarin de zeespiegelstijging 120 cm bedraagt (exclusief 10cm bodemdaling). De zeespiegelstijging zal niet enkel leiden tot grotere overstromingsgebieden in Nederland maar ook tot extremere getijden.
Het Nieuwe Parlement Umut TĂźrkmen
1.Bureaucratisch
176/209
Ten derde moeten we onze verstandhouding met de rivier herondervragen. Om een idealere zienswijze van eigendomsrechten toe te lichten haal ik de theorieën John Locke (filosoof ) en Buckminster Fuller (uitvinder-architect) aan. 3.A John Locke stelde in zijn filosofie dat ieder mens eigendom heeft over zijn eigen lichaam en daarmee eigendom over de vruchten van zijn arbeid. Eigendomsrecht op grond gaat dan over op de gene die de grond bebouwt, doordat deze zijn arbeid en de grond met elkaar vermengt. Zodra we deze stelling letterlijk nemen en naar de basis gaan van grondclaims, wil dat zeggen dat ieder in staat is om zijn of haar grond te claimen zodra hij/zij deze wilt bebouwen. 3.B Buckminster Fuller stelde dat eigendomsrecht, het bezitten van eigendommen, ouderwets en achterhaald is. De revolutie tegen eigendomsrecht volgens Fuller is niet om het eigendomsrecht aan te vallen maar om te laten zien dat het achterhaald is. In de architectuur
kwam Buckminster Fuller met concepten die geen vaste plek kenden maar meer nomadische van aard waren. ‘’You don’t have to own the ocean to have a boat, you don’t have to own the air to have a plan, you don’t have to own land have a dwelling’’ – Buckminster Fuller Het idee is niet om letterlijk terug te vallen op Fullers of Locke’s theorie uit respectievelijk de vroeg-twintigste eeuw en de zeventiende eeuw maar om de hedendaagse vertaling hiervan te introduceren die vrijheid van zelfbeschikkingsrecht rechtvaardigt. Hiervoor dienen we de kaarten opnieuw te schudden. We moeten een balans introduceren tussen de staat en de burger. Dit kan geregeld worden door de volgende ronde van internationale regelgeving te betrekken op alle niveaus; Xm2 Landwinning ten behoeve van exploitatie vraagt om Xm2 (natuur-)compensatie waarvan winst collectief goed is. De verdeling van deze balans gebeurt in HET NIEUWE PARLEMENT.
Het Nieuwe Parlement Umut Türkmen
3.Verstandhouding
177/209
178/209
Het Nieuwe Parlement Umut Türkmen
179/209
Het Nieuwe Parlement Umut TĂźrkmen
Vermenging van eigendomsrechten
Het Nieuwe Parlement Umut TĂźrkmen
De ingreep schetst de situatie in het jaar 2100 als gevolg van: Een ontkoppeling van het bureaucratische eigendomsrecht(1); Acceptatie van de klimatologische invloeden(2); En een herinterpretatie van ons geweten (3).
model noch privaat en noch publiek. Er is geen sprake van eigendomsrecht maar van ingebruikneming. Dit levert een stedenbouw op die aansluit bij de deregulatie van beleid en stimuleert een experimentiele gebruiksvorm. In uitwerking worden elementen uit het postindustrieel landschap Van oorsprong is de rivier van hergebruikt en verwerkt. niemand specifiek en bestemd voor ieder die er gebruik van Het verstedelijkingsmodel wil maken. Dit gegeven vormt ontleent zich in zijn een invalshoek waarbij de rivier binnenruimte aan activiteiten beschouwd kan worden als die de samenleving voorziet een vorm van heterotopie, die van primaire behoeften en noch privaat noch publiek is. diensten. Productie ligt in de De natuurkundige kracht van handen van de burgers om de rivier en de getijden kunnen extreme marktwerking door nomadische stedenbouw kapitalisme tegen te werken. Er faciliteren. Grond kent geen is sprake van een ruileconomie vaste plek, kan drijven en en burgers genieten ultieme vestigen. Zo dynamisch als de vrijheid in ruil voor het leveren rivier is wordt ook de grond van diensten aan het collectief. waarop we ons vestigen. Burgers exploiteren en de winst is niet commercieel maar Het nomadische groeimodel collectief goed. grijpt terug naar een archetype verstedelijkingsmodel en herintroduceert deze. Het nieuwe groeimodel bestaat uit drijvende domeinen die aan elkaar geplakt worden. Openbare ruimte is in dit
180/209
181/209
Het Nieuwe Parlement Umut Türkmen
Catal Hoyuk
182/209
Het Nieuwe Parlement Umut Türkmen
183/209
Het Nieuwe Parlement Umut TĂźrkmen
Nomadische stroming
DE RIVIER VAN... Presentatie I Umut Turkmen 0904306 10 maart 2017
Bron: Marineregions - UNCLS
INTERNATIONALE WATEREN 370 KM EXCLUSIEVE ECONOMISCHE ZONE
2 1
EIGENDOM:
3 2 1
De volle eigendom is als het ware de som van de blote eigendom en het vruchtgebruik . De volle eigendom omvat namelijk het recht op het gebruik, de vruchten én de beschikking van een goed.
Bron: Marineregions - UNCLS
NIEMAD
EIGENDOM VAN DE STAAT
EIGENDOM VAN GEMEENTE - land
EIGENDOM VAN DE GEMEENTE - land onder water
GEDEELD EIGENDOM
ERFPACHT UITGEGEVEN
VOLLEDIG EIGENDOM
ZAKELIJKE RECHTEN ONTLEEND Bron: Kadaster
GRENS - MIDDEN RIVIER
GRONDIEGENDOM DERDEN = STAAT
GRONDEIGENDOM
(INFRASTRUCTUUR EN MILIEU) VOLLEDIG EIGENDOM NIEUWE MAAS
ERFPACHT UITGEGEVEN MAASHAVEN EN KONINGSHAVEN
GEDEELD
BINNE
Gemeente Rotterdam Havenbedrijf Ro
Eigenaar Havenbe Gemeente R De st
Het Nieuwe Parlement Umut Türkmen
?
184/209
?
BURGERS
GSEducationalVersion
Krachten op de rivier
INTERNATIONAAL United Nations Convention on the Law of the Sea Exclusieve economische zones (EEZ's) liggen buiten de territoriale wateren en zijn dus deel van de internationale wateren. Voor EEZ's geldt dan ook andere wetgeving dan voor territoriale wateren.
Soevereine staten hebben in de EEZ: A. soevereine rechten ten behoeve van de exploratie en exploitatie, het behoud en het beheer van de levende en niet-levende natuurlijke rijkdommen van de wateren boven de zeebodem en van de zeebodem en de ondergrond daarvan, en met betrekking tot andere activiteiten voor de economische exploitatie en exploratie van de zone, zoals de opwekking van energie uit het water, de stromen en de winden; B. rechtsmacht ten aanzien van de bouw en het gebruik van kunstmatige eilanden, installaties en inrichtingen, het wetenschappelijk zeeonderzoek en de bescherming en het behoud van het mariene milieu.
N
EU
+
Landwinning t.b.v. haven - industrie = natuurcompensatie voor verloren zeenatuur
Bodembeschermingsgebied
Aanleg en beheer: Rijksoverheid is verantwoordelijk voor aanleg en beheer van bodembeschermingsgebieden. Controle: Europese Comissie 1. TERRITORIALE WATEREN 2. AANSLUITENDE ZONE 3. BINNEN WATER
+ Natuurcompensatie
Verloren (zee-)natuur
STAAT Het grondgebied bepaalt de geografische zone waarin de staat zijn bevoegdheden kan uitoefenen. Hieruit volgt één van de voornaamste zorgen van de staat, namelijk het afbakenen van zijn territorium, zowel ter land, ter zee als in de lucht. Deze bepaling heet ook wel het territorialiteitsbeginsel. 3
50
100
200
km
NATIONAAL - REGIONAAL Beheer: Rijkswaterstaat en Waterschappen
N
200
400
800
meters
GEMEENTE
D EIGENDOM
ENHAVEN
VOLLEDIG EIGENDOM
ZAKELIJKE RECHTEN ONTLEEND
RIJNHAVEN
SPOORWEGHAVEN EN BINNENHAVEN
Burgerlijk Wetboek Boek 5 Geldend van 01-01-2014 t/m heden Titel 3. Eigendom van onroerende zaken
m (belast met erfpacht) otterdam (erfpacht)
De eigendom van de grond omvat, voor zover de wet niet anders bepaalt:
edrijf Rotterdam N.V. : Rotterdam 70% taat 30%
a. de bovengrond; b. de daaronder zich bevindende aardlagen; c. het grondwater dat door een bron, put of pomp aan de oppervlakte is gekomen; d. het water dat zich op de grond bevindt en niet in open gemeenschap met water op eens anders erf staat; e. gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen en werken, voor zover ze geen bestanddeel zijn van eens anders onroerende zaak; f. met de grond verenigde beplantingen. N Tijdelijke overstromingen en opzettelijke drooglegging veranderen grenzen niet. 200
400
800
meters
?
S - DE MENS
Het Nieuwe Parlement Umut Türkmen
?
185/209
3. De studio De som der delen of het team, de aanpak en de uitkomsten Willemijn Lofvers, Catja Edens, Alexander Herrebout De uitkomsten van Studio Getijdenrivier zijn vanuit verschillende invalshoeken te interpreteren. De reeks van ruimtelijke voorstellen toont een opwindend spectrum van relaties tussen de rivier en de stad: historisch, bodemkundig, natuurlijk, dynamisch, planeet-gerelateerd. Veel van de plannen leggen de effecten van het menselijk handelen of ingrijpen op pijnlijke wijze bloot en tonen een nieuw perspectief dat vraagt om een verdere ruimtelijke uitwerking. Zonder af te willen doen aan de kwaliteit van de afzonderlijke plannen, is het duidelijk dat de kracht hier schuilt in de verzameling van alle plannen en de relaties die daartussen bestaan. Misschien is de belangrijkste uitkomst van deze studio wel de wijze waarop studenten en docenten hebben samengewerkt. Tijdens de studio was er een voortdurende uitwisseling van bevindingen, kennis en ideeën. Er is gewerkt vanuit de solidariteit en kracht van het team. Zo ontstond een collectieve ontwikkeling die uitsteeg boven een reeks van individuele onderzoeken en ontwerpen. We zullen dat hier illustreren door te reflecteren op de samenstelling van het team, en de opzet en de werkwijze van de studio. We sluiten af met een interpretatie van de resultaten als geheel. Team Elf studenten van de Rotterdamse Academie van Bouwkunst deden vanuit verschillende invalshoeken ontwerpend onderzoek naar de relatie tussen rivier en stad en de ontwikkelingsmogelijkheden die daaruit voortvloeien. Zij werden daarin begeleid door docenten Alexander Herrebout, Catja Edens en Willemijn Lofvers en tijdens de (tussen)presentaties bijgestuurd door opdrachtgever Sander Klaassen. De groep studenten (producenten) was zeer gemêleerd en bestond uit eerstetot en met derdejaars. Voor sommigen was het pas de tweede studio terwijl het voor een ander de laatste studio was voor het afstuderen. Met zes studenten stedenbouw en vijf studenten architectuur – landschapsarchitectuur is geen onderdeel van het Rotterdamse curriculum – was de samenstelling ook wat betreft studierichting gemengd.
186/209
De docenten (experts) hebben een achtergrond als onderzoeker: als architect/ stedebouwkundige, als architectuurhistoricus en als landschapsarchitect. Vanuit verschillende invalshoeken en ervaringsgebieden leverden ze een bijdrage aan de kennis en vaardigheden voor het doen van onderzoek, het ordenen van materiaal, het lezen en schrijven van teksten, en het vertalen van al die informatie naar een ruimtelijk ontwerp. Daarnaast deelden verschillende vertegenwoordigers van publieke en semipublieke organisaties (informanten) hun kennis over de omgang met de rivier als culturele ader, transportroute, natuurgebied, economische drijfveer, zone voor klimaatadaptatie en woonomgeving (Han Bakker- River Art R&D, Pieter de Greef – gemeente Rotterdam, Robbert Wolf Havenbedrijf ). Andere deskundigen is gevraagd om specifieke kennis in te brengen over de ontwikkeling van de stad in relatie tot het water (Fransje Hooimeijer: Waterstad) en de ordening van onderzoeksresultaten en de visuele representatie (Catalogtree). Elke FUR- studio kent een opdrachtgever. Dit leidt tot een tweezijdige samenwerking met een wisselwerking tussen onderzoek, onderwijs en de werkpraktijk. Voor Studio Getijdenrivier was de gemeente Rotterdam opdrachtgever. In de studio werden ruimtelijke inzichten op complexe vraagstukken gegenereerd die de gemeente als opdrachtgever kennis en inspiratie bieden. FUR doet onderzoek naar stedelijke (eco)systemen en vernieuwende ontwerpmiddelen om te komen tot een gezondere leefomgeving. Het gaat om het werken aan sociaal-culturele, economische en ecologische doelen op de schaal van de regio, stad en straat, met een coalitie van burger, bedrijven en overheden. Voor de FUR-studio Getijdenrivier functioneerde de gemeente als opdrachtgever en klankbord. Het thema is in overleg vastgesteld maar nog belangrijker is dat de gemeente de vraagstelling als opdrachtgever kan concretiseren en actualiseren. De vraag is ‘echt’ en geworteld in de praktijk. Voor de FUR-studio’s aan de Rotterdamse Academie van Bouwkunst geldt bovendien dat de opdrachtgever niet alleen kennisneemt van het eindresultaat maar dat zij de ontwikkelingen van de opgave binnen de academische context nauwgezet volgt. Na afronding van het academiejaar (of het semester) presenteert de studio de resultaten samen met het onderzoek en de onderliggende argumentatie aan de opdrachtgever en een groter publiek in een publiekspresentatie. Aanpak Grote transitieopgaven vragen om een andere manier van denken over de stad en een nieuwe rol voor ruimtelijk ontwerpers. FUR agendeert ontwerpend onderzoek en verkent methodes in de onderwijspraktijk. De opzet van de studio volgt het format van ontwerpend onderzoek, ontwikkeld 187/209
door FUR (2017). In vier stappen doorlopen we het proces van inform, combine, choose en implement. Het is een proces van divergeren door kennis te vergaren en deze ruimtelijk te onderzoeken. Op basis daarvan volgen keuzes die worden getoetst in het ruimtelijk ontwerp. De opgaven worden vanuit verschillende invalshoeken benaderd. Om de dynamiek vanuit een gekozen perspectief te begrijpen, verzamelen de studenten concrete data (deskresearch)– een vaardigheid die de oudere student beter past. Daarnaast doen zij observerend veldwerk in verschillende vormen– waar de jongere student ongehinderd door ‘hoe het moet’ een natuurlijke lenigheid in lijkt te hebben. Voor de Studio Getijdenrivier zijn verschillende vormen van fieldresearch ingezet, zowel individueel als in collectief verband. Het resulteerde in een verzameling persoonlijke en ruimtelijke anekdotes: in de vorm van verkenningen en ontmoetingen. Van grote betekenis was het Parlement van de Dingen. Dit theatrale gesprek maakte het mogelijk om te ervaren hoe het is om namens de dingen (actoren en factoren) te spreken en zo andere perspectieven op het vraagstuk te verwerven. Naar gelang de invalshoek en de fase van de studio is voor allerlei manieren en vormen van ontwerpen gekozen. Daarbij zijn verschillende notatiewijzen ingezet: methodes om relaties in diagrammen om te zetten, vertaling in tekeningen en schetsen, filmpjes en teksten (in de vorm van verhalen, anekdotes en statements). Het bood de basis om te werken aan ruimtelijke ontwerpen. Daarbij is het uitgangspunt dat alles is – en kan zijn. Er is geen hiërarchie, er zijn geen ondenkbare relaties. Er is een volledige vrijheid in denken en ontwerpen. Dat is de kracht van de FUR-studio Getijdenrivier. Hoe? 1. Observaties – In plaats van een verre reis te ondernemen om referentieprojecten te bestuderen, besloten we de rivier zelf te verkennen tijdens een gezamenlijke fiets-, voet- en boottocht op en langs de Maas: van de monding van de rivier bij Hoek van Holland en de Tweede Maasvlakte terug naar Rotterdam. Het was een ontdekkingstocht om nieuwe landschappen te kunnen zien en ervaren, voor onverwachte ontmoetingen, en voor het onderling uitwisselen van kennis en ervaringen. Ook individueel zijn de studenten erop uitgetrokken. Zij maakten fietstochten langs de waterkant om bijvoorbeeld de verschillende vormen van recreatie in beeld te brengen (Amber Nederhand), de invloed van verzilting op de flora (Sem Vrooman, Mark Gjaltema), en de haven in al zijn verschijningsvormen (Rob Damen). Studenten bezochten het eiland van Brienenoord en de Esch (Koen Marks en Garry Leisberg), en bijvoorbeeld de Biesbosch (Chiel Lansink) om de invloed van de getijdenrivier in een meer natuurlijke setting te kunnen aanschouwen. Ze brachten een bezoek aan het Emscherpark in het Ruhrgebied (Rob Damen) of de Osmosecentrale op de Afsluitdijk (Jason Broekhuizen) om 188/209
de transformatieprocessen te begrijpen. Samen met zorgvuldige observaties ter plekke en de inzet van verschillende middelen zorgde dit voor een complete aanpak met aandacht voor de rijkdom van processen, belangen en betekenissen. Dit bood de basis om veranderingen in gang te kunnen zetten. 2. Ervaringen – Wij zien en begrijpen de rivier vanuit een menselijk perspectief. Maar wat levert het op om te denken vanuit het perspectief van de rivier zelf en de factoren en actoren die horen bij de rivier? Een belangrijk element in deze studio was het ‘Parlement van de Getijdenrivier’ dat het denken vanuit andere perspectieven heeft geïnspireerd en in gang gezet. Deze versie van het Parlement van de Dingen werd geleid door Lotte van den Berg en Daan van ’t Sas en georganiseerd in samenwerking met Club Imagine van de Rotterdamse Schouwburg. Het Parlement van de Dingen is een theatraal gespreksmodel geïnspireerd op de filosofie van Bruno Latour. In dit Parlement spraken studenten, docenten en andere geïnteresseerden namens de actoren en factoren in en rond de rivier. Zo werd het mogelijk om het perspectief van ‘de dingen’ te kiezen en zo een dialoog aan te gaan. In het Parlement waren twintig elementen vertegenwoordigd door vijftien personen. Zo kreeg de rivier een stem. Daaruit diende zich een aantal belangrijke zaken aan: - De natuurlijke versus de bestuurlijke en economische wereld. Er is nooit geluisterd. De dingen hebben de politiek niet nodig om te bestaan. De situatie is zoals die is. Het is de mens die denkt, die verplaatst en oplossingen heeft. ‘De dingen hebben geen politiek of politieke interesse. De politiek is een ding van de mensen.’ - Het menselijk gedrag in relatie tot dingen, tot de omgeving wordt geregeerd door een voortdurende nood aan verandering. ‘Klimaatverandering is niets anders dan een gevolg van processen die lastig zijn te begrijpen.’ - Het is onwennig om namens een ding te spreken, maar het emotioneert ook te voelen wat je bent. ‘Als sediment bijvoorbeeld ben je heel oud’. Je moet je inlevingsvermogen toelaten en je verhouden tot de andere dingen. - Een van de dingen die de deelnemers een stem besloten te geven was het onbekende – dat wat nog niet ontdekt is, de mythe met de rivier als persoon of entiteit met zijn bijbehorende verhaal dat nog niet tevoorschijn wil komen. Het Parlement gaat over samenhangen, netwerken opbouwen, naar elkaar luisteren, verhoudingen aftasten. Kan je dit ook oefenen? Open staan in plaats van hermetische vragen te stellen, jezelf op de achtergrond te plaatsen in plaats 189/209
van in het centrum. Pas wanneer het gesprek werkelijk stil valt zet je jezelf in. De werkwijze Ook tijdens de studio stond luisteren als vaardigheid onuitgesproken centraal. Het ging om luisteren naar de bron en naar elkaar, om horen wat de ander zegt of nodig heeft – als individu of als team. Daarin hielden de studenten en docenten zichzelf en elkaar scherp. Zo ontstond er een balans tussen expertise en productie, in- en output, maar ook tussen individu en team. Noden, bevindingen en expertise werden voortdurend en vanzelfsprekend met elkaar gedeeld. Het werken aan complexe vraagstukken leent zich bij uitstek voor het werken in teamverband (Huig 2017). Daarin worden delen van het geheel ‘opgelost’, wordt kennis onderling gedeeld en is de uitkomst groter dan de som der delen. Hierin is elk teamlid onmisbaar door zijn of haar persoonlijke inzet en kwaliteiten. Voor Studio Getijdenrivier geldt dat alleen zó, namelijk door te delen en elkaar scherp te houden en kritisch te bevragen, een collectieve kennis kon ontstaan over een opgave met een ongekend perspectief. Hier was niemand expert en konden ego’s niet domineren. Zo ontstond een collectieve ontwikkeling die uitsteeg boven een reeks van individuele onderzoeken en ontwerpen. De resultaten: een meervoudig luik De resultaten vormen een meervoudig luik van individuele projecten, die gebaseerd zijn op een amalgaam van inzichten over de rivier en de stad. Het is een verzameling van projecten die de getijdendynamiek, het krachtenspel van de natuur, de rol van het eigendom en de historie en betekenis van de rivier voor de stad laten zien. De elf projecten staan weliswaar op zichzelf en geven als zodanig antwoord op de vraag van de gemeente Rotterdam als opdrachtgever, maar gezamenlijk zijn zij het antwoord op de door het lectoraat geformuleerde opgave. Het geheel kan op verschillende wijzen worden geïnterpreteerd. Hieronder een korte beschrijving vanuit drie verschillende invalshoeken: de plek, de typologie, het autonome gegeven. 1. Plekken In een traditionele ordening van de projecten zouden de plek en de schaal van de verandering centraal kunnen staan. Dit biedt een uitgangspunt om de plannen te bevragen op hun waarde. De transformatie van het havengebied met een specifieke invalshoek, zoals nieuwe energievoorzieningen (Jason Broekhuizen), havenopslag- en transportstructuren (Rob Damen) of waterzuivering (Joeri Bellaard). De transformatie van een specifiek gebied dat aan de stad grenst zoals de Waalhaven dat – in zekere zin voorspelbaar –als woongebied wordt ontwikkeld. 190/209
Toch zijn de voorstellen van Chiel Lansink, Sem Vrooman, Amber Nederhand en Mark Gjaltema behoorlijk uitgesproken en hangt de ontwikkelingsdynamiek daarvan onderling nauw samen of versterkt deze elkaar zelfs. We zien een langzame transformatie van het havengebied in relatie tot processen van verzilting en sedimentatie die gerelateerd zijn aan gebruiks- en verblijfsplekken, dan wel aan het wonen. Tenslotte zijn er ruimtelijke voorstellen die de ontwikkeling van plekken relateren aan de dynamiek van de rivier zelf: de sedimentatie die nieuw land creëert in het plan van Koen Marks, de drijvende enclaves van Umut Türkmen die de ‘statenloosheid’ van het water benutten, en de rivier die brengt en haalt en op een natuurlijke wijze orde aanbrengt (Jelle van Kampen), of de notie van vloedstad, anticiperend op het spel van opkomend en afstromend water, de ontmoeting van zee en rivier (Garry Leisberg). 2. Nieuwe typologieën Er is ook een ordening mogelijk op basis van nieuwe typologieën die gebaseerd zijn op de dynamiek van verschillende systemen. De studio heeft vernieuwende ruimtelijke typologieën opgeleverd. Een voorbeeld zijn de enclaves: de drijvende vrijstaat-enclaves van Umut Türkmen, de autarkische buurt Sluisjesdijk van Chiel Lansink, de Vloedsteden gerelateerd aan extreme waterstanden van Garry Leisberg. Een ander voorbeeld zijn de landschapsmachines die leiden tot een nieuwe ruimtelijke typologie: de sedimentbaai van Koen Marks ter hoogte van polder De Esch, een natuurlijke omgeving in de luwte van de stad, de diffuse oeverzones van water en land, gedifferentieerde woonomgevingen die het zoete water uitfilteren. Ook zijn er mooie voorbeelden van programmatische typologieën zoals de transformatie van het havensysteem om de ruimtebalans tussen rivier en haven te veranderen van Rob Damen. Daarnaast zijn uitdagende voorstellen gedaan om tegemoet te komen aan grote actuele vragen zoals de osmosecentrales in het voormalige Petroleumhavengebied met de ontwikkeling van nieuwe woongebieden van Jason Broekhuizen, de koppeling van waterzuivering aan recreatie (Joeri Bellaard) of de aan- en afvoer van sediment en andere materialen als basis voor een nieuwe woonwijk aan het water (Koen Marks). Verder zien we dat het systeem wordt gekozen als drager voor typologische vernieuwing: het zichtbaar maken van onzichtbare processen die ten grondslag liggen aan een gezonde verstedelijking of een gezonde omgang met de omgeving en die inzichtelijk maken – zoals in de plannen van Joeri Bellaard en Chiel Lansink. Maar ook de plannen van Jelle van Kampen en Mark Gjaltema laten de veerkracht van de rivier zien en de telkens veranderende relatie tussen het water en het landschap en de inrichting en het gebruik als uitdrukking van die (bodem)dynamiek. 191/209
3. Autonoom De plannen op te vatten als een gezamenlijk antwoord op de centrale vraag doet het meeste recht aan de studio. Hoe kan de verdichtingsopgave voor Rotterdam zich verhouden tot de rivier als autonome entiteit? Hoe laat je dingen spreken die niet voor zichzelf kunnen spreken? Of hoe ervaar je de politieke machteloosheid – wanneer de dingen doen en mensen geen antwoord hebben. Met andere woorden hoe leren we omgaan met onzekerheden in ontwerpprocessen. Zoals Jelle van Kampen schrijft: ‘Het beheersen van de dingen is het protest van de dingen.’ De rivier: hoe begrijpen we haar essenties en wat zijn die? Vanuit een historisch perspectief tekent Jelle van Kampen de dynamiek van de rivier op en beschrijf hij de impact van de beheersing van het autonome systeem, bekeken vanuit een eigen belang. Alle ontwikkelingen in de delta zijn ‘gefundeerd’ op landaanwinning en (economisch) programma: agrarische productielandschappen op vruchtbare gronden, het industriële havencomplex nabij de monding van de Maas, en wonen aan het water als voorkeurlocatie. Ten gevolge van die activiteiten en de moeite die we ons getroosten om ze in stand te kunnen houden in tijden van transitie, hebben we nu te kampen met overstromingen, verzilting, het inklinken van de bodem en stijging van het bodemwater. De natuurlijke veerkracht van de rivier en het landschap biedt ruimte voor nieuwe vormen van stedelijke ontwikkeling. Het spanningsveld tussen menselijk ingrijpen en de dynamiek van de rivier is het uitgangspunt voor het concept Vloedstad. De statisch-dynamische benadering leidde tot de interessante ontdekking van wat Garry Leisberg ‘Schijntij’ noemt. Dit is het moment waarop de natuur (springtij) de effecten van het ‘kanaliseren’ ontmoet en zich manifesteert in een piekmoment van watertoevoer. Voor de plek waar dit effect in alle hevigheid optreedt bedenkt hij een stedelijk energetisch plan voor een drijvende wijk in de Rijnhaven. Wat heeft zij ons te bieden? Luisterend naar de stem van de rivier, kijkend naar wat de rivier mee beweegt, vraagt Koen Marks zich af waar het sediment blijft dat door de rivier wordt aangevoerd. De bagger wordt opgegraven en afgevoerd naar zee, die haar vervolgens weer naar binnen brengt. Het water heeft een tomeloze energie in het halen en brengen van grondstoffen. Anticiperend op die dynamiek volgt het voorstel voor een sedimentbaai, als stedelijke ontwikkellocatie. Daar waar de rivier de zee ontmoet ontstaat wrijving tussen zout en zoet. Jason Broekhuizen benut deze om, op basis van eeuwenoude principes met moderne technologie, schone energie te winnen in voormalige gasopslagtanks. Hergebruik leidt tot transformatie en een schone, veilige woonomgeving met 192/209
een Rügen-achtige uitstraling. Het voorstel stelt de rol van het havengebied als een belangrijke Nederlandse leverancier van fossiele brandstoffen ter discussie en dwingt Rotterdam allereerst tot lokale schone ambities. Door drie civiele ingrepen zet Sem Vrooman een natuurlijk proces van ontwikkeling in gang. Het faciliteren van de natuurlijke dynamiek leidt tot de ontwikkeling van een zeer gelaagd havenlandschap, met kansen voor natuurontwikkeling, recreatie en woonvormen op plekken die zich voorheen kenmerkten door harde kades, regels en posities. Die ontwikkeling leidt tot een groene gordel in de tweede linie – waar ooit de bedding van de rivier lag – en stedelijke (her) ontwikkelingsmogelijkheden. Wat is de relatie van de rivier met de stad? Nieuwe haven- en transporttechnologieën bieden kansen voor de rivier om terug te veren in haar natuurlijke bedding. Rob Damen maakt met zijn ontwerp een utopische dystopie met een efficiënte havenoverslag voorstelbaar. Continu onderhoud aan de Nederlandse economie werkt in tegen de natuurlijke dynamiek van het landschap dat zich herstelt en van gedaante verandert. Die kansen benut Mark Gjaltema en maakt hij zichtbaar in de vorm van een landschapsmachine ten behoeve van de herontwikkeling van de Waalhaven, die zoet water van zout water scheidt en een aantrekkelijke waterrijke woonomgeving biedt met meer ruimte voor de rivier. Als de rivier altijd aanleiding is geweest voor stedelijke ontwikkeling, wat is er dan nu nodig om een adaptieve stedelijke ontwikkeling mogelijk te maken? Chiel Lansink toetst de kansen voor een zelfvoorzienende stedelijke ontwikkeling ter plaatse van de Sluisjesdijk. In een stadswijk situeert hij installaties voor stadsteelt en energiewinning. Joeri Bellaard grijpt de eeuwenoude relatie tussen de stad als vervuiler met de rivier als reinigende kracht voor een ingreep te doen die tegelijkertijd van educatieve en recreatieve waarde is. Hij blaast een oud waterzuiveringsterrein aan de Esch nieuw leven in door er een centrum voor onderzoek en educatie op het gebied van waterzuivering te vestigen gecombineerd met een stadstrand en een nieuwe voetgangersverbinding langs de oever. Van wie is de rivier? Op de grens van stad en water vinden ontmoetingen plaats tussen mens en rivier. Beiden zijn, aldus Amber Nederhand, op zoek zijn naar ruimte: ruimte om in te verblijven en te zijn (als bestaansrecht) en de vrijheid om die ruimte te beleven. Die wederkerige relatie vormt de basis van een ontwikkelingsvoorstel voor Charlois aan het Water. Drager van het plan is een langzame transformatie van het havengebied door de dynamiek van het water en de bijbehorende processen vrij spel te geven evenals de ingebruikname van die ruimten door mensen. 193/209
Juist door het onzichtbare zichtbaar te maken, worden de claims op datgene wat van niemand is pijnlijk duidelijk. Umut Türkmen bestudeert het bestaansrecht en het eigendom van de rivier. Zijn plan geeft illustratief uitdrukking aan de notie van bureaucratische, ecologische en verstandelijke concepten van eigendom door deze te verenigen in een ruimtelijk concept voor een drijvende enclave. Als een vorm van nomadische stedenbouw ontleent de enclave haar bestaansrecht aan het ontbreken van eigendomsrecht op water. Tenslotte Studio Getijdenrivier toont aan wat de opbrengst van een echte collectieve inspanning kan zijn. De teamleden werkten in een open verstandhouding die niet werd gehinderd door onderlinge concurrentie, maar juist volop ruimte bood om te profiteren van elkaars kennis, ervaring en ideeën. De bijdrage van de minder ervaren studenten blijkt daarbij even belangrijk als die van studenten die hun studie al bijna afronden. Hetzelfde betreft de professionele achtergrond of studiegebied. Het gaat om expertise, kennis en vaardigheden maar ook om een onbevooroordeelde, lenige houding, authentieke vragen en nieuwsgierigheid. Door het uitwisselen en samenwerken kon hier een dieper en beter doorvoeld begrip van de rivier en haar omgeving ontstaan wat heeft geleid tot projecten die recht doen aan de rijkdom van factoren, actoren en ontwikkelingen die een rol spelen. Dit levert inzicht in natuurlijke processen, het werken vanuit veerkracht, het inspelen op het adaptievermogen van plekken. Het inspireert tot ideeën voor unieke stedelijke (woon)milieus passend bij specifieke plekken in de stad, de verbeelding van nieuwe typologieën en er worden onverwachte ruimtelijke relaties tussen verschillende stromen en ontwikkelingen gelegd. Dit is cumulatieve kennisontwikkeling. Verantwoording: Studio Getijdenrivier is een FUR-RAvB project van Joeri Bellaard, Jason Broekhuizen, Rob Damen, Mark Gjaltema, Jelle van Kampen, Chiel Lansink, Garry Leisberg, Koen Marks, Amber Nederhand, Umut Türkmen, Sem Vrooman, Alexander Herrebout (LINT), Willemijn Lofvers (Bureau Lofvers / FUR), Catja Edens (bureau Spatie) en Sander Klaassen (gemeente Rotterdam). Referenties Future Urban Regions (2017). Stedelijke vraagstukken, veerkrachtige oplossingen – Ontwerpend onderzoek voor de toekomst van stedelijke regio’s. Haarlem, Amsterdam: trancity*valiz. Lofvers, Willemijn (2017). Future Urban Regions. Huig #18, p. 66-77.
194/209
De input van Chris van Langen: het Antropocentrisme zet de mens centraal. Lees ook eens Timothy Morton: Dark Ecology, Ecology without nature, … https://www.vpro.nl/programmas/tegenlicht/lees/biografieen/m/timothymorton.html https://www.boomfilosofie.nl/auteurs/select/auteur/14/Bos René ten Bos (2015). Water. Een geofilosofische geschiedenis. https://www.vn.nl/de-filosofie-van-het-water/ https://www.youtube.com/watch?v=J6MCG1TwZsE
195/209
4. Rotterdamse getijdenrivier Ruimte voor de Rivier 2.0 Sander Klaassen (Gemeente Rotterdam) Dat we de rivier de getijdenrivier noemen, zowel in het atelier als bij de gemeente zegt eigenlijk genoeg. De rivier heeft van nature een dynamiek die we willen herwinnen. Het is een rivier die geeft en neemt en dus nieuwe ruimte zou kunnen bieden aan de groeiende stad. De benadering in het FUR atelier om vanuit de rivier te denken, wat die nodig heeft om goed te kunnen functioneren en wat vanuit dat perspectief bezien de rivier biedt voor de stad is best bijzonder. Een andere denkwijze dan het traditioneel bedwingen en beteugelen van het natuurlijke systeem van de rivier. Doorgaans wordt vanuit bijvoorbeeld de bouwopgave en het bijbehorende programma het natuurlijk systeem verder ingedamd. Feit is wel dat er een omvangrijke en urgente bouwopgave ligt die een verdere verstedelijking van het buitendijks gebied in Rotterdam op zich als logisch vervolg schetst. Een bouwopgave die de inspiratie was voor de opgave van het atelier terwijl bij de gemeente het besef groeit dat dit niet op de gebruikelijke manier zal gebeuren. Maar hoe dan wel, en wat zijn de mogelijkheden? Dit FUR atelier bood ruimte voor ontwerpend onderzoek en heeft onderzocht hoe de stad kan groeien op een vernieuwende wijze in dat buitendijks gebied. Denkend vanuit de rivier heeft onder anderen geresulteerd in doorbreken van: dijken, virtuele eigendomsgrenzen, klassieke verstedelijkingsprincipes, logistieke principes van de haven, de fossiele energieproductie, de grens tussen stad en haven, etc. Dat is een rijke schakering van gedurfde denklijnen die, hoe verschillend ook, juist aanvullend zijn op elkaar. En dat maakte dat de studenten een eigen onderwerp grondig hebben kunnen uitwerken zonder de druk van de noodzaak van een totaal integraal en op alle aspecten uitgewerkte plan. De totale verzameling geeft daarom een breed en inspirerend perspectief. Een mooie invulling van de onderzoekende ambities van het FUR atelier die met dit teamwerk kennelijk goed tot bloei kwam. De rode draad in het onderzoek is dat op basis van de principes van de rivier bijzondere er dynamische stedelijke milieus in de delta te bedenken zijn die weer een stap verder zijn in de ontwikkeling van Rotterdam. Zilte leefmilieus, wonen
196/209
en energie opwekken in gerecyclede opslagtanks, een intelligente haven zonder overcapaciteit, getijde woonmilieus, een vloedstad, nomadische transformatie van de haven, doorbraak in de waalhaven, etc. Ze pogen allen op een of andere manier de dynamiek en unieke eigenschappen van de rivier onderdeel te maken van, te verweven met, de groei van Rotterdam. In de bijzondere en soms ook verwarrende tijd van het uitvinden van een omgevingsvisie, nieuwe samenwerkingsverbanden en bijvoorbeeld nieuwe financieringsconstructies is een onderzoekende werkwijze waardevol en nodig. De gemeente zit natuurlijk niet stil en is vol bezig. Maar juist ongebonden ontwerpend onderzoek doen , en verbonden in een elkaar aanvullend team, kan mooie en vooral diverse perspectieven opleveren die ons ook weer helpen verder te kijken dan we gewend zijn. Je zou het onderzoek kunnen plaatsen onder het nationaal project “ruimte voor de rivier”, maar dan anders,……. ruimte voor de rivier 2.0?
197/209
5. Getijdenrivier Getijdenrivier, of, de hippe onhipheid van het ontwerp Chris van Langen (Rotterdamse Academie van Bouwkunst) - 5 september 2017 Maandagavond 4 september. De studenten, docenten en opdrachtgever van de RAvB/FUR-studio ‘Getijdenrivier’ spreken zoals het spreken over een mening, opinie of standpunt bedoeld is: publiekelijk. Een spreken, en een embryonaal gesprek, dat fascineert, verwart, ontwricht, wellicht. Dat op een radicaal onhippe manier hip is, ook. De aanvliegroute voor de studio kende een tegen de hipheid van de intellectuele actualiteit aanschurkende bravoure. Het zou een oefening in ontwerpmatig denken en handelen vanuit een onbekend/ongekend perspectief worden. Een waarachtig afdalen in, of opstijgen naar, een terra incognita, “... to go where no man has gone before”. Een, evenzo waarachtig, dwalen in het antropoceen. De opgave was om de ontwikkeling(sopgave) van Rotterdam aan, of beter: in relatie tot, de rivier vanuit de rivier - de rivier zelf, haar (inherente) logica, haar willen - tegemoet te treden. Een dergelijke opgave verhoudt zich doelbewust tot de (intellectuele) actualiteit en hipheid. De programmering van ‘het parlement der dingen’ maakt dat ontegenzeggelijk duidelijk. “Parlement der dingen” zeggen, is Bruno Latour denken. En van daaruit is het maar een kleine stap, via René ten Bos (Dwalen in het antropoceen), naar Timothy Morton (Dark Ecology). Welkom in de hippe wereld van het ecologisch denken! Maar hoe relevant en ontwrichtend de posities van dergelijke krachtige tegendenkers ook zijn, het debat dat ze teweeg brengen, kent veelal een stevige mate van onproductiviteit. Vaak, te vaak, verharden de standpunten in een stellingname, het betrekken van een defensieve stelling, die elk gesprek onmogelijk maakt. De minst interessanten, de ontkenners, komen met het hoofd boven het maaiveld door de kop het in het zand te steken en elke vorm van denken over de vernietigende kracht van de mens weg te wuiven. De sensitieven komen veelal niet veel verder dan een radicale terugtocht uit het mensenpark. Hetzij doorheen een enorme mensenhaat, hetzij doorheen de wenteling in de weemoed van de nostalgie, het romantisch terugverlangen (en terugkeren) naar
198/209
een pré-menselijke, paradijselijke toestand - die nooit geweest is (“Ich bin dahin zurück gekehrt, wo nie zuvor ich war”). Niets van dat alles in deze studio. Een deel van haar aangename onhipheid is juist gelegen in het zich verre houden van dergelijke posities. Hoewel de valkuil van het romantisch verlangen niet overal, niet door eenieder, ontlopen kon worden, ontberen de studioresultaten, van de studenten afzonderlijk én van de studio als geheel, elke vorm van dystopische gemakzucht en luiheid. In plaats daarvan wordt de vrolijke noestheid geagendeerd, de welhaast tot uitputting leidende vitaliteit van de ontwerpkracht van de architectuur en stedenbouw als ‘vrolijke wetenschap’. Een ander aspect dat (een groot deel van de deelnemers aan) het actuele duurzaamheidsdebat, hetzij in het kielzog van denkers als Latour en Morton, hetzij van andere pluimage, kenmerkt, is de zelfgenoegzaamheid. De zelfgenoegzaamheid, en dus het overtuigd zijn, van de eigen, onbemiddelde (en vaak ook ongeïnformeerde) mening - een meer algemene ziekte waar de mensheid aan lijdt, trouwens. Een zelfgenoegzaamheid en een zekerheid die elk gesprek onmogelijk maken. En, dientengevolge, ook elk denken en handelen - en de ontwikkeling ervan - feitelijk onmogelijk maken. Denken en handelen, ontwerpmatig of anderszins, krijgen immers pas betekenis (en nieuwe energie), ontplooien zich pas, in de publieke ruimte van het gesprek, in de verhouding tot de ander. Ook van dit alles niets in deze studio. De studiodeelnemers weigerden zich, zeer tegen de stroom van de tijd in, op voorhand zekerheden toe te eigenen, hadden zeker niet genoeg aan zichzelf. Nee, ze stortten zich, vol enthousiasme, gretig én met open vizier - hard kijkend, luisterend, proevend, ruikend én voelend - in de rivier, in een wereld die ze niet kenden en waarvan ze vermoedden dat die grotendeels onkenbaar was. Stellingen werden niet betrokken, maar van alle kanten bestudeerd. Standpunten werden niet ingenomen om ze te bezitten, te hebben en, dus, te bevriezen, maar om te genieten van de perspectieven die ze bieden. Resultaten werden niet ‘onder de pet’ gehouden, maar gedeeld. Het kruit werd kwistig verschoten. Met én doorheen die dubbele onhipheid vormt de studio ‘Getijdenrivier’ één groot en vurig pleidooi voor de noodzaak van het, juist ook ontwerpmatig, heroverwegen van het menselijk denken en handelen in relatie tot haar context, als niet-hiërarchisch onderdeel van haar context. Een context (en dus ook menselijkheid) die niet alleen, maar zeker ook, gevormd wordt door de door de mens gecreëerde, maar allang niet meer door de mens gecontroleerde en beheerste/te controleren en beheersen, kunstmatige systemen, mechanismen 199/209
en krachten, maar evenzeer door hybride (menselijke X niet-menselijke) en ‘natuurlijke’ (niet-menselijke) systemen, mechanismen en krachten. Leidt dat pleidooi dan ook tot daadwerkelijk ‘nieuwe’ vormen van, ook ontwerpmatig, denkend handelen/handelend denken? In beperkte mate. Hier en daar zijn eerste sprankjes van een ‘ander’, aanvullend, door het denken geïnformeerd handelingsperspectief (en dus ontwerpinstrumentarium) te zien - denk bijvoorbeeld aan Garry’s voorzichtige stapjes naar een dynamisering van de stedenbouw, Jasons’ onttovering van het objet trouvé, Robs’ technocratischnatuurlijke herlezing van de figure ground of Umuts’ ontwrichtend-verruimtelijkend meedeinen op de narratieve, bureaucratisch-kapitalistisch-juridische logica, om er maar een paar te noemen). Maar bovenal krabt de studio aan deuren, ook wel bekend als oogkleppen, die niet eerder opgemerkt waren, duwt er een paar open, trapt er een paar in. En daarachter, zo toont de rijke dis aan die door de studio wordt opgediend, is nog een hele wereld, een ongelooflijk opwindende brave new world, te winnen! Verantwoording Rotterdamse Academie van Bouwkunst / Future Urban Regions (FUR) Jaar 2016-2017 Waar Rotterdam, Nederland Onderzoeker FUR (organisatie): Willemijn Lofvers Studenten RAvB: Joeri Bellaard, Jason Broekhuizen, Mikolai Brus, Rob Damen, Mark Gjaltema, Jelle van Kampen, Chiel Lansink, Garry Leisberg, Koen Marks, Amber Nederhand, Umut Türkmen, Sem Vrooman Docenten Alexander Herrebout (LINT), Willemijn Lofvers (Bureau Lofvers / FUR), Catja Edens (buro Spatie) en Helmut Thoele (PZH) RAvB: Wouter Veldhuis Betrokkenen: Han Bakker - River Art R&D foundation, Robbert Wolf - Havenbedrijf, environmental management,; Pieter de Greef - gemeente Rotterdam; Gijs Zonneveld (WNF); Florian Boer - De Urbanisten; Fransje Hooimeijer - TU-Delft; Lotte van den Berg - building conversation; Arie Lengkeek - Rotterdamse Schouwburg / club imagine; Gerwin de Vries - LINT, Ruut van Paridon (Paridon x de Groot landschapsarchitecten) en onze gasten tijdens de publieke slotpresentatie. Stakeholders gemeente Rotterdam: Sander Klaassen (Stadsontwikkeling Ruimte & Wonen)
200/209
1. Op maandag 4 september 2017 nodigden HET LECTORAAT FUTURE URBAN REGIONS (FUR), de gemeente Rotterdam, LINT, bureau Spatie en de studenten van de Rotterdamse Academie van Bouwkunst het publiek uit om kennis te nemen van de resultaten van de FUR-studio Getijdenrivier. De slotpresentatie vond plaats in de YellowSpot van Het –voorheen- Gele Gebouw, in het Zomerhofkwartier van Rotterdam. Doel van de avond was delen van kennis, ideeën en ontwerpen van de studenten door deze te presenteren aan een publiek van buiten de academie om vervolgens met hen te reflecteren op de aanpak en de uitkomsten. 2. Gemeente Rotterdam (2016). Woonvisie Rotterdam. Koers naar 2030. Agenda tot 2020. 3. De Urbanisten en Strootman Landschapsarchitecten in opdracht van het programma Rivier als Getijdenpark – gemeente Rotterdam. 4. Een lid van de Van der Leeuwkring en passant de rivier als een obstakel: “de rivier vormt geen barrière meer wanneer we het over de binnenstad hebben. Die bevindt zich nu op twee oevers. Nu is het tijd voor de vervolgstap. Hoe trekken we de ontwikkeling verder, naar andere wijken?” 5. decorrespondent.nl/4447/wat-als-een-rivier-rechten-krijgt 6. Bruno Latour (1994). We zijn nooit modern geweest – pleidooi voor een symmetrische antropologie. inzet van het Parlement van de dingen’ als gesprek- en onderzoeksvorm van het perspectief op de ruimte volgens de ‘dingen’ ism Lotte van den Berg en Partizan Republic. Zie Stadsklas 12. www.stadsklas.nl of archined. 7. Havenbedrijf en lokale overheden: gemeentelijke organisaties, water en/of heemraadschap. 8. – voor de studio’s aan de Rotterdamse academies is FUR een samenwerking aangegaan met gemeente Rotterdam. 9. De bijeenkomsten dragen naast de reflectie van de studenten op hun rol opgave, het benoemen van kansen en uitdagingen en de kennsiontwikekling van het lecotraat en de opdrachtgever. Tijdens de publieke slotbijeenkomst op 4 september (2017) waren circa 40 mensen aanwezig. 10. Studenten kozen eigen invalshoeken: sediment, flora, fauna, energie, recreatie, afval, eigendom, getijden, historie, cargo, zout en zoet water. 11. De volgende elementen hadden zitting in het parlement: vissen, vogels, recreant, water, politiek, macht, geld, stad, klimaat, arbeid, planten, zout, grond, macht, boom, tijd, bodem en politiek. 12. Terwijl in de onderwijssituatie juist het individuele resultaat van het project en de ontwikkeling van de student telt.
201/209
6. Bibliografie Boeken
Meyer, H. (2016). De staat van de Delta, waterwerken, stadsontwikkeling en natievorming in Nederland. Blz 18 t/m 166. Uitgeverij van Tilt, Nijmegen
Brinke, ten W. (2004) De beutegelde rivier. Bovenrijn, Waal, Pannerdensch kanaal, Nederrijn-Lek en IJssel in vorm. Veen Magazines, Diemen
Palmboom F. (1987) Rotterdam, verstedelijkt landschap. Uitgeverij 010
Bijkerk, R., & Beers, M. (2010). Handboek Hydrobiologie. Amersfoort, Nederland: STOWA.
Brinkman, E. (2015). De haven van Rotterdam. Rotterdam: nai010 Uitgevers.. Geuze, A., & Feddes, F. (2005). Polders!; gedicht Nederland. Rotterdam, Nederland: NAI uitgevers. Hooijmeijer, Meyer, H., & Nienhuis, A. (2005). Atlas of Dutch Water Cities. Amsterdam, Nederland: SUN.
Bibliografie
Jenkins, D. (2007). Strange Death of Architectural Criticism: Martin Pawley Collected Writings. London, Verenigd Koninkrijk: Black Dog Publishing.
202/209
Meyer H. (1996) De stad en de haven. De stad, de haven en de waterkering. Uitgeverij Jan van Arkel, Utrecht.
Prominski, M., Stokman, A., Zeller, S., Stimberg, D., & Voermanek, H. (2012) RiverSpace Design: Planning Strategies, Methods and Projects for Urban Rivers. Basel, Zwitserland: Birkhäuser. Schama, S. (2015). Overvloed en Onbehagen. Amsterdam, Nederland: Atlas Contact Uitgeverij. Schoor, M. M., Greijdanus, M., & Kouwen, G. W. van. (2011). Een Nevengeul vol leven: handreiking voor een goed ecologisch ontwerp. Rotterdam, Nederland: Rijkswaterstaat. Vriend, H. de, & Koningsveld, M. van. (2012). Building With Nature. Dordrecht Nederland: EcoShape. Wageningen UR. (2011). Verzilting in Nederland: Oorzaken en perspectieven.
BlueEnergy (2014) Blue energy action needed to deliver on the potential of ocean energy in European seas and oceans by 2020 and beyond: communication from the Commission to the European Parliament, the Council, the European Economic and Social Committee and the Committee of the Regions and impact assessment synopsis. De Urbanisten. (2016). De rivier als getijdenpark. Geraadpleegd van getijdenpark/Rivier-als-getijdenpark_ groeidocument-2-kleiner-bestand.pdf BSR ecologisch advies, & Andeweg, R. W. G. (2007). Mogelijkheden voor Muurflora in het Havengebied. Geraadpleegd van http://www.floron. nl/LinkClick.aspx?fileticket=qdY7qsU51 44%3D&portalid=1 Deltares, Ecoshape, & Witteveen + Bos. (z.j.). Factsheet Wilgenbos. Geraadpleegd van http://www. buildingwithnatureindestad.nl/images/ applications/factsheet-wilgenbos-v2. pdf Everts, F. H., & Jansen, G. J. (z.j.). Rivierenlandschap. Geraadpleegd van pas.natura2000.nl/ files/5-rivierenlandschap.pdf
Gemeente Nijmegen. (2012) Beeldkwaliteitsplan, Ruimte voor de Waal. Nijmegen Geraadpleegd van http:// www2.nijmegen.nl/mmbase/ attachments/1303403/5.1_beeldkwalit eitplan_%E2%80%9Cruimte_voor_de_ waal_nijmegen%E2%80%9D Gemeente Rotterdam. (2014). Natuurkaart Rotterdam. Geraadpleegd van https://www. rotterdam.nl/wonen-leven/ natuurkaart/Natuurkaart_ Rotterdam_2014.pdf Guerin, K. (2003). Property Rights and Environmental Policy: A New Zealand Perspective (New Zealand Treasury). Geraadpleegd van http://www.treasury.govt.nz/ publications/ research- policy/wp/2003/03-02 Havenbedrijf Rotterdam NV. (2015). Mer verdieping Nieuwe Waterweg en Botlekachtergrondstudie morfologie (078678890:A.1). Geraadpleegd van http://docplayer. nl/13533439-Mer-verdiepingnieuwe-waterweg-en-botlekachtergrondstudie-morfologie.htm Heezik, van A. A. S. (2007). Strijd om de rivieren (Institutional Repository). Geraadpleegd van https://repository. tudelft.nl/islandora/object/uuid: 92e6cc9a-68e1-4cae-9621- 57ce6cab 4239?collection=research
Bibliografie
Publicaties
203/209
Hoofdgroep Planvorming Water AP. Notanummer AP/2004/15 Geraadpleegd van http://edepot.wur. nl/323390 IABR. (2014). Stedelijk Metabolisme. Rotterdam: Mediacenter Rotterdam. Luxembourg: Publications Office,. Print. Ministerie van Verkeer en Waterstaat. (2000). Herstel van estuariene gradienten in het Waddengebied. Geraadpleegd van http://edepot.wur. nl/174256 Ministerie van Economische zaken. (2014). Natuurambitie Grote Wateren 2050 en verder. Geraadpleegd van https://www.rijksoverheid.nl/ documenten/rapporten/2014/12/01/ natuurambitie-grote-wateren-2050en-verder
Bibliografie
Nillesen, A. (2015). The Synergy between flood risk protection and spacial quality in coastal cities (Research in Urbanism Series). Geraadpleegd van http://rius. tudelft.nl/index.php/rius/article/ download/840/1042
204/209
Overkamp, E. T. M., & Kerkum, F. C. M. (2014). De Ontwikkeling van Natuurlijke Oevers Langs de Maas. Geraadpleegd van http://www. delevendenatuur.nl/downloadpdf.php ?artikel=90192&pdf=web115096-100. pdf
Port Reseach Centre Rotterdam-Delft, Baptist, M., Vries, M. de, & Meer, J. van der. (2007). De Rijke Dijk. Geraadpleegd van https://www. portofrotterdam.com/sites/default/ files/De-rijke-dijk.pdf Rijkswaterstaat, Reeze, A. J. G., Buijse, A. D., & Liefveld, W. M. (2005). Weet Wat er Leeft Langs Rijn en Maas: Ecologische Toestand van de Grote Rivieren in Europees Perspectief. Geraadpleegd van http://edepot.wur. nl/251484 Rijkswaterstaat. (2008). EcotopenKartering Rijn-Maasmonding 2006: Biologische monitoring zoete en brakke rijkswateren. Geraadpleegd van http://library.wur. nl/ebooks/hydrotheek/1885246.pdf Rotterdam, Kaart van de stad. Geraadpleegd van https://www. rotterdam.nl/wonen-leven/kaart-vande-stad/2016-Kaart-van-de-StadBrochure_Webversie_small.pdf Sijmons, Dirk, Jasper Hugtenburg, Anton Van. Hoorn, and Fred Feddes. Landscape and energy: designing transition. Rotterdam: Nai010 Publishers, 2014. Print. Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer, Reeze, B., & Buijse, T. (2015). Ecologische Sleutelfactoren voor Stromende Wateren: Een Methodiek in Ontwikkeling (StowaRapport nr 2015-W-06).Geraadpleegd van http://stowa.nl/upload/ publicatie2014/2014-19_site.pdf
STOWA, Vossen, J. van, & Verhagen, D. (2009). Handreiking Natuurvriendelijke Oevers. Geraadpleegd van http:// natuurvriendelijkeoevers.stowa. nl/Upload/publicaties/2009-37_ webversie_150dpi.pdf
NRC Wie baas is over de rivieren, is de baas van het rijk. (2016, 06 oktober). Geraadpleegd van https://www.nrc.nl/ nieuws/2016/10/06/wie-baas-is-overderivieren-is-de-baas-van-hetrijk-4588909-a1525401
Wageningen UR. (2011). Verzilting in Nederland: Oorzaken en perspectieven. Geraadpleegd van edepot.wur. nl/186856
Website artikelen
Beintema, N. (2016, 29 december). Nieuwe natuur: geulen, slikken en rietkragen. Geraadpleegd van https:// www.nrc.nl/nieuws/2016/12/29/ nieuwe-natuur-geulen-slikken-enrietkragen-5934261-a1538884 Codonesu, G. (2017, 16 maart). Nieuw-Zeelandse rivier krijgt dezelfde rechten als een mens. Geraadpleegd van https://www.trouw.nl/groen/nieuwzeelandse-rivier-krijgtdezelfderechten-als-een-mens~ad933026/ Didde, Rene. “Stroom uit zoet en zout water - Wetenschap - Voor nieuws, achtergronden en columns.” De Volkskrant. N.p., 25 Nov. 2014. Web. 12 June 2017. NRC “Overzicht Blue Energy: De voor- en nadelen van osmoseenergie.” Nieuws & informatie over innovatie, duurzaam ondernemen en hernieuwbare energie. N.p., 20 June 2016. Web. 12 June 2017.
Aquaplaats. (n.d.). Aquaponics gewassen. Geraadpleegd van www.aquaplaats.nl/ aquaponics/ index.php?id=aquaponics_gewassen Atelier GroenBlauw. (z.j.). Amfibiewoningen, Maasbommel. Geraadpleegd van http://www. groenblauwenetwerken.com/projects/ amphibious-homes-maasbommelthe-netherlands/ CLO. (2009, 6 januari). Baggerproblematiek in Nederland. Geraadpleegd van http:// www.clo.nl/indicatoren/nl0210baggerproblematiek-in-nederland Compensatie voor verloren zeenatuur. (z.j.). Geraadpleegd op 22 februari, 2017, van https://www.maasvlakte2. com/nl/index/show/id/106/ bodembeschermingsgebied
Bibliografie
Krantenartikelen
Aarsbergen A. (2016) Nationaal Park De Biesbosch: een aangelegde wildernis. Geraadpleegd van http://www. nationalgeographic.nl/artikel/ nationaal-park-de-biesbosch-eenaangelegde-wildernis
205/209
Deltares. (n.d.). Habitat - spatial analysis tool. Geraadpleegd van https://publicwiki. deltares.nl/ display/HBTHOME/H1330++Schorren+en+zilte+graslanden Dijk van, W. (2011). Het dijkplateau, het Deltalandschap als schakel tussen stad en rivier. Geraadpleegd van https://www. archined.nl/2011/11/archiprix-2011genomineerd-het-dijkplateau-hetdeltalandschap-als-schakel-tussenstad-en-rivier Exclusieve economische zone. (z.j.). Geraadpleegd op 21 februari, 2017, van https://nl.wikipedia.org/wiki/ Exclusieve_economische_zone Havenmeester. (z.j.). Geraadpleegd van https://www. portofrotterdam.com/nl/ havenbedrijf/organisatie/ havenmeester
Bibliografie
H+N+S Landschaps-architecten. (z.j.). Adaptief + dijkontwerp, de dijk is nooit af. Geraadpleegd van http://www.groenblauwenetwerken. com/projects/amphibious-homesmaasbommel-the-netherlands/
206/209
Locke J. (filosoof ). (z.j.). Geraadpleegd op 23 maart, 2017, van https:// nl.wikipedia.org/wiki/John_Locke_ (filosoof )
Natuur mag niet lijden onder economie. (2017, 22 februari). Geraadpleegd van https://www.maasvlakte2.com/nl/ index/show/id/59 Rijkswaterstaat (2015) Langsdammen Waal Geraadpleegd van https://issuu.com/ ruimtevoorderivier/docs/factsheet_ langsdammen_waal_tcm174-3 Rijkswaterstaat. (2016, 23 maart). Verlaagde kribben en langsdammen vergroten veiligheid voor recreatievaart en omgeving. Geraadpleegd van https://www. rijkswaterstaat.nl/over-ons/nieuws/ nieuwsarchief/p2016/03/verlaagdekribben-en-langsdammen-vergrotenveiligheid-voor-recreatievaart-enomgeving.aspx Rijksoverheid. (z.j.). Richtlijn herstel en beheer (water)bodemkwaliteit. Geraadpleegd van https://www. bodemrichtlijn.nl/ Rijksoverheid Helpdesk water. (n.d.). Verzilting. Geraadpleegd van https:// www.helpdeskwater.nl/ onderwerpen/water-ruimte/ waterkwantiteit/verzilting/ Rivers Acces Campaign. (z.j.). Geraadpleegd op 21 februari, 2017, van https://en.wikipedia.org/wiki/ Rivers_Access_Campaign
Stam B. (2016) Havens Rotterdam en Amsterdam geven natuur de ruimte. Een aantrekkelijke ha ven heeft oog voor natuur. Website Maritiem Nederland Geraadpleegd van http://www. maritiemnederland.com/achtergrond/ een-aantrekkelijke-haven-heeft-oogvoor-natuur/item1877 Territoriale wateren. (z.j.). Geraadpleegd op 23 februari, 2017, van https:// nl.wikipedia.org/wiki/Territoriale_ wateren TNO. (2015, 28 mei). https://www. tno.nl/nl/over-tno/nieuws/2015/5/ in-een-aantal-minuten-van-baggernaar-baksteen/. Geraadpleegd van https://www.tno.nl/nl/over-tno/ nieuws/2015/5/in-een-aantalminuten-van-bagger-naar-baksteen/ Trikt, J. van, Ahrens, H., & Naturalis. (z.j.). Bodems. Geraadpleegd van http://www.geologievannederland.nl/ ondergrond/bodems Wageningen UR. (n.d.). Mogelijkheden voor teelt op zilte landbouwgronden. Geraadpleegd van: https://www.wur.nl/nl/show/ Mogelijkheden-voor-teelt-op-ziltelandbouwgronden.htm
Wikipedia “Blauwe energie.” Wikipedia. Wikimedia Foundation, 14 Mar. 2017. Web. 12 June 2017.
Videofragmenten
NOS. (n.d.). Verzilting kan boeren miljoenen kosten [Blog post]. Geraadpleegd van http://nos.nl/ artikel/2100800-verzilting-kanboeren-miljoenen-euro-s-kosten.html VPRO Tegenlicht. (2017, April 23). Boer zoekt voedselflat [Video file]. Geraadpleegd van https://www.vpro. nl/ programmas/tegenlicht/kijk/ afleveringen/2016-2017/boer-zoektvoedselflat.html Wetsusnl. Blue Energy. YouTube, 16 Sept. 2011. Web. 12 June 2017.
Wet- en regelgeving
Ter motivatie en inspiratie zijn de volgende wetboeken geraadpleegd voor dit project: Burgerlijk Wetboek Boek 5. Zakelijke rechten Geldend van 01-01-2014 t/m heden. Burgerlijk Wetboek 1837 ’S Gravenhage, Ter Algemeene Lands Drukkerij
Bibliografie
Sediment Transport and Deposition. (2014, 5 december). Geraadpleegd van http://www.fondriest.com/ environmental-measurements/ parameters/hydrology/sedimenttransport-deposition/
207/209