JULY 2013 UITGAVE VAN BRASSERIE ENGELENTIJNE NUMMER4 Engelentijne krijgt een vriend
Poppenschouwburg “Van Campen”
Inderdaad! De Neus, weer een poppenfiguur vindt zijn gading in een nieuw huis.
Jozef-Judocus Van Campen mijn overgrootvader (5 september 1882- 17 december 1965) was decorateur. Hij was zeer begaafd in schilderen, decoreren, restaureren en musiceren. J.J. Van Campen was geïnteresseerd geraakt in het poppenspel dankzij Pol Van Bogaert, die in “De Poesje” in de Repenstraat speelde. Van Bogaert en J.J. Van Campen hadden elkaar kort na de Eerste Wereldoorlog leren kennen. Pol huwde later met Pauline Van Campen, de zus van Jozef-Judocus. Dit even ter informatie.
De Neus ( van Baron) is onze volgende locatie, te Hombeek. Een locatie waar we graag iets langer openhouden, beperkte kaart, met late evening snacks, vers, gezond en naar ieders beurs. Locatie Hombeek Frans Reyniersstraat over bruine kroeg ‘ Den Bruinvis’ . Vermoedelijk openingdatum half oktober 2013. Wat je er al zo kan vinden, daarvoor zal je de komende weken, maanden de nodige feed back van krijgen. Natuurlijk is iedereen weer welkom. De neus is ons derde eethuis en kan meer betiteld worden als een estaminet. Eten en iets drinken. Onze openingsuren tijdens het week end keuken open tot 24.00 voor ‘the late evening snacks’. Voor meer info vraag naar Patrick vanaf 15 augustus. sss Verleden
Heden
sss
Mijn Ghost writer Hugo, mijn langst zittende klant in Baron van Zon. 13 Jaar geleden kwam hij binnen gestapt, voor een lunch, 13 uur later zat hij nog steeds aan tafel maar dan voor het avondmaal. Uren hebben we aan de toog geprobeerd de wereld te verbeteren, vele affiches heeft hij ontworpen voor de optredens in Baron van Zon. En nog steeds doet het me plezier als ik hem zie binnenstappen, hier te Engelentijne of in Baron van Zon. Zijn liefde voor de Nederlandse taal, is onuitputtelijk, zijn kritieken terecht en opbouwend. Hugo bedankt voor alle teksten, affiches feedback en de vriendschap.
Omdat tijdens de jaren ‘30 de bevolking eerder naar de bioscoop trok dan naar poesjenellentheaters dreigden de poppentheaters te moeten sluiten. Pol Van Den Bogaert overwoog zelfs de poppen tot brandhout te hakken en/of ze weg te geven aan kinderen in de buurt. Journalist Jan De Schuyter kocht het Poesjenellenpoppentheater echter over en Jozef Judocus Van Campen kon Bogaert overtuigen met deze financiële steun verder te doen. Op 21 oktober 1935 gaf Poppenschouwburg Van Campen zijn eerste voorstelling in de Stoofstraat 14, Antwerpen, waar de familie Van Campen toen woonde. De “schaviezen” waren onder meer : Pol Van Bogaert, Corneel Van Cakenberghe, de gebroeders Cordon en Willy Van Campen. “Poppenschouwburg Van Campen” groeide uit tot een waar familiebedrijf en begon voorstellingen te geven die meer op kinderen gericht waren. Dit onder de leiding van mijn grootvader, Constant Van Campen. Met zijn vader en broers speelde zij alle rollen. Constant Van Campen was net zoals mijn vader kunstschilder, hij restaureerde porselein en kunstwerken en was muzikaal, hij speelde viool op zijn eigen manier. Op 13 juni 1936 trad Poppenschouwburg Van Campen voor het eerst op in de kelder op de Sint-Niklaas-plaats, eigendom van de Commissie voor Openbare Onderstand. Hier treden ze tegenwoordig nog steeds uitsluitend op. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef het theater doorspelen, al kregen ze één keer problemen omdat ze “samenscho-
lingen van meer dan 5 personen” zouden organiseren. Na de oorlog duurde het tot 26 oktober 1948 voor het poppentheater weer voorstellingen begon te geven. De première werd zelfs bijgewoond door gouverneur Declercq en burgemeester Lode Craeybeckx. Craeybeckx was laaiend enthousiast en zorgde er vanaf 1949 voor dat Poppenschouwburg Van Campen een vaste speelruimte kreeg in de kelder op de Sint Niklaasplaats, bij de Sint-Niklaaskapel in de Lange Nieuwstraat. De opvoeringen kenden andermaal een groot succes, maar door de opkomst van televisie liep het bezoekersaantal terug en in 1964 moest het theater zelfs sluiten. Amper achttien maanden later, in het najaar van 1965, heropende de poppenschouwburg alweer. Karel van Campen en Constant van Campen (28 augustus 1907- 1 december 1982) traden hiermee in de voetsporen van hun overleden vader. Het poppentheater bloeide weer helemaal op en ontving in 1970 een ereplakket van minister van Cultuur Frans Van Mechelen. Drie jaar later ont-
www.engelentijne.be
ving Constant van Campen een Gouden Palm in de Kroonorde uit handen van de Antwerpse Schepen van Cultuur Jos van Elewijck. In 1982 dreigde de poppenschouwburg te moeten verhuizen naar een ander gebouw omdat de brandveiligheid niet gewaarborgd was. Nadat hieraan een mouw was gepast kon het gezelschap verder optreden. De bekendste stukken zijn: “De Vliegende Hollander”, “Tinneke”, “Blinde Beatrijs”, “De Schele in het Steen”, “Smokkel in de Moriaan”, “Christoffel Plantijn”, “Neus de Schavies”, “De Zwarte Ruiter”, “Morgen is het Bruiloft”, “Fé de Smid”, “Toverij en Goud”,... Wat de Poppenschouwburg uniek maakt is dat de poppen veel kleiner zijn dan die in “De Poesje”. Ook kunnen ze via een ingenieus mechanisme echt stappen. Dit even ter nagedachtenis van mijn grootvader die in vele artikels over het poppenspel vergeten wordt.