1 minute read

De overspelige vrouw

Next Article
Gods Lichtdrager

Gods Lichtdrager

Zij hadden mij gegrpen na die nacht En me in de tempel bij de Heer gebracht Daar stond ik vol van schaamte en pijn Pijn om mijn zonde, rood als karmozijn “Wat oordeelt Gij o Heer? de zonde is groot Naar Mozes wet verdient zij nu de dood” De Meester bukte zich en met zijn hand Is Hij gaan schrijven in het zand Dan ziet Hij naar de mensen om mij heen “Wie zonder zonde is werpe de eerste steen” Weer bukt Hij zich terneer en met zijn hand Gaat Hij ten tweede male schrijven in het zand De mannen kijken twijflend om zich heen Dan gaan ze stil naar buiten een voor een Zodat ik enkel voor de Meester kwam te staan Toen hield het schrijven op. Hij zag mij aan ’k Zag in zijn ogen wel een groot verdriet Toch klonk zijn stem:” Ik oordeel vrouw u niet! Wat in het zand geschreven staat gaat draverloren Maar zo gij naar mijn stem en mijn gebod wilt horen Dan schrijf Ik dat uw zonden zijn geboet In onuitwisbaar schrift: “Ik schrijfdat met mijn bloed!”

This article is from: