

Van
tot Brouwergroep
100 jaar geschiedenis van een Urker familiebedrijf

© December 2016, Brouwer Groothandelsgroep
www.brouwergroep.nl
Dit boek is een uitgave van de Brouwer Groothandelsgroep
Tekstschrijver: Emma Wakker (Dames van DT)
Archiefwerk: Lenie de Vries-van den Berg
Organisatie en eindredactie: Jan Brouwer en Wilma van der Sloot-Brouwer
Fotografie: eigen materiaal, Josée van Attekum Fotografie, Foto Luuk Schudde, GBU media
Vormgeving: Lub Post, GBU media, Urk
Alle rechten voorbehouden

De kracht van verbinding in een familiebedrijf
Met gepaste trots presenteren wij u de geschiedenis van ons familiebedrijf. Deze geschiedenis beslaat ongeveer honderd jaar en vier generaties. Wat ooit begon op de Zuiderzee met een Urker botter groeide uit tot een groothandelsgroep met meerdere bedrijven. ‘Ora et Labora’ was de naam van die botter − de UK 75 − waarmee mijn opa Albert Brouwer zijn visserij op de Zuiderzee bedreef. Die naam ‘Ora et Labora’ (bid en werk) is honderd jaar lang leidraad gebleven voor ons familiebedrijf. Hard werken kan succes geven, gebed geeft zegen. Het besef dat verdienste ten diepste genade is.
Familiebedrijven staan volop in de belangstelling. Zestig procent van alle bedrijven in Nederland is een familiebedrijf. Zo bleek enige tijd geleden op het Familiebedrijvencongres uit een studie van Joost Vat. Ook premier Rutte sprak op dat congres over ‘de kracht van het familiebedrijf’, die van groot belang is voor de Nederlandse economie en het fundament van het Nederlandse bedrijfsleven.
Familiebedrijven hebben een eigen sfeer en dynamiek. Uit een gezamenlijke studie van de Universiteit van Nyenrode en belastingadvieskantoor Baker Tilly Berk blijkt, dat bij familiebedrijven meer dan gemiddeld sprake is van de kracht van verbinding. Typerend voor familiebedrijven is de wederzijdse betrokkenheid tussen bedrijf en medewerkers. Medewerkers die vele jaren voor hetzelfde bedrijf werken − soms een heel werkzaam leven lang − en die het gevoel met zich meedragen, dat het gaat om hun ‘eigen’ bedrijf. Ook is het ondernemerschap in een familiebedrijf vaak zeer creatief en innovatief. Vernieuwingen kunnen snel worden doorgevoerd en familiebedrijven kunnen zich veelal voortreffelijk aanpassen aan veranderende omstandigheden. Ook blijkt uit deze studie dat familiebedrijven vaak ontstaan uit ambachtelijke bedrijven. Dat mag
zeker ook gelden voor ons eigen familiebedrijf. Ons bedrijf heeft zijn wortels in het ambacht van mijn opa als het gaat om de visserij en in het ambacht van mijn vader wat betreft het maken van limonade, wijnen, advocaat en andere dranken in de kelder van ‘Havenzicht’ (de WABU).
In juni 2013 mocht ik er feestelijk bij stilstaan, dat ik 50 jaar werkzaam was in het familiebedrijf Brouwer. Bij een jubileum hoort verhalen vertellen, herinneringen ophalen, anekdotes delen. Bij dit jubileum besefte ik, hoe belangrijk het is om al dit soort informatie ook toe te vertrouwen aan het papier. Het idee voor dit boek was geboren!
Ik stelde me daarom in verbinding met uitgeverij GBU te Urk, vroeg mijn vriend Piet Wakker het omvangrijke archief van ons bedrijf te doorvorsen en te ordenen en uiteindelijk zijn we met een viermanschap aan het werk gegaan om de aanzienlijke klus te klaren wat betreft het vervaardigen van een boek. Voor het redactiewerk nam Emma Wakker de verantwoordelijkheid op zich, historica Lenie van den Berg ontfermde zich over het geordende archiefmateriaal en mijn zus Wilma van der Sloot coördineerde het geheel. Ik completeerde dit viermanschap, dat dus eigenlijk eerder een viervrouwschap mocht heten.
Ik hoop dat u dit boek met plezier leest. Zelf heb ik veel plezier mogen beleven aan de interviews met werknemers en oud-werknemers. Deze interviews getuigen van een warme band met de familie Brouwer die er is en altijd is geweest. Uit onze geschiedenis proef je verbinding en harmonie. Dat dit ook de smaak mag zijn van onze toekomst!
Ten slotte een hartelijk woord van dank aan een ieder die − op wat voor manier dan ook − een bijdrage heeft geleverd aan dit boek over de geschiedenis van ons familiebedrijf.
Jan Brouwer Sr.L ucas Brouwer
timmerman en koster
Sint Jansklooster, 4 maart 1801
† Haarlemmermeer, 5 juli 1857
Jantje Bosch
winkelierster
Zwartsluis, 12 juni 1807
† Urk, 22 juni 1877
A lbert Brouwer
timmerman en winkelier
Genemuiden, 8 april 1835
† Urk, 7 januari 1872
Geertje Ham (de Schokker)
manufacturierster
Schokland, 14 oktober 1833
† Urk, 23 februari 1911
dochter van Jan Ham, winkelier en kastelein op Schokland en kerkvoogd, en Annetje Tromp
1. J antje Brouwer
22 juli 1857
† 8 augustus 1857
2. L ucas Brouwer
28 november 1858
† 23 juni 1859
3. A nnetje Brouwer
18 maart 1860
† 18 april 1933
4. Lucas Brouwer (Luukesien)
30 oktober 1861
† 25 januari 1934
5. Jan Brouwer
22 oktober 1863
† 14 augustus 1941
6. Egbert Brouwer
14 augustus 1865
† 6 september 1939
7. Pieter Brouwer
4 augustus 1868
† 3 februari 1940
Iede Koffeman
27 februari 1858
† 11 april 1914
Stientje Visser
24 oktober 1864
† 19 augustus 1927
Cornelia Ras
7 november 1866
† 17 januari 1919
Jacoba Hofer
1 augustus 1868
† 16 januari 1908
Marretje Nentjes
12 november 1869
† 13 januari 1955
4. Lucas Brouwer (Lukesien)
schipper/eigenaar botter UK 131
30 oktober 1861
† 25 januari 1934
Stientje Visser
huisvrouw
24 oktober 1864
† 19 augustus 1927 =
1. Geertje Brouwer
14 februari 1887
† 7 oktober 1888
2. Albert Brouwer
7 oktober 1888
† 21 april 1932
3. Jurie Brouwer (Jurie v. Lukesien)
12 november 1890
† 1 april 1968
4. Geertje Brouwer
12 januari 1893
† 8 september 1895
5. Maria Wilhelmina Jacoba Brouwer
18 oktober 1894
† 5 mei 1969
6. Geertje Brouwer
1 mei 1896
† 27 december 1970
7. Riekelt Brouwer
2 januari 1898
† 2 april 1972
8. Jan Brouwer
11 oktober 1899
† 21 augustus 1906
9. Hendrik Brouwer
23 januari 1902
† 18 januari 1903
10. Annetje Brouwer
9 december 1903
† 12 mei 1974
11. Jantje Brouwer
26 oktober 1907
† 9 januari 1948
Hiltje de Vries
dochter van Riekelt Visser, visserman, en Maria Wilhelmina
Jacoba Tromp
= = =
16 november 1889
† 15 februari 1965
1.Fetje Hermina Jansma
2 november 1891
† 23 januari 1922
2.Grietje Post
1 maart 1902
† 8 juli 1992
Frederik Kapitein
31 januari 1892
† 29 november 1965
Pietertje de Groot
17 december 1898
† 4 juni 1987 =
Maarten Bakker
† 20 juni 1994 =
23 september 1900
Frans Brands
† 8 januari 1940 =
5 december 1903

Het begint met ondernemerschap
• 1913-1945
De Eerste Wereldoorlog, de afsluiting van de Zuiderzee en een economische crisis. In die onzekere tijden moesten Albert en Hiltje Brouwer hun eigen zaak overeind zien te houden. Eerst een kruidenierszaak en later omgebouwd tot hotel Havenzicht. Het was hard werken en een moeizaam bestaan. Het werd allemaal nog lastiger toen Albert op 43-jarige leeftijd overleed. Samen met haar kinderen zette Hiltje de schouders eronder. Het doorzettingsvermogen en ondernemerschap bleken het begin te zijn van wat uitgroeide tot een internationaal groothandelsconcern.

De jonge Albert Brouwer genoot in de laatste jaren van de negentiende eeuw een calvinistische opvoeding op het eiland Urk. Zijn vader was een man van aanzien, Lucas Brouwer, bijgenaamd Lukesien vanwege zijn tengere postuur; visserman, kerkenraadslid en eigenaar van een goedlopende bakkerij in Wijk 4. De moeder van Albert, Stiene Brouwer-Visser, was het gezicht van de bakkerswinkel en nam de dagelijkse gang van zaken waar, terwijl haar man op zee was. Lucas had een houten botter, de UK 131. In juli 1894 was de botter vol water gelopen en gestrand op de kust bij Petten. De bemanning was gered, maar de botter moest naar Nieuwendiep worden gebracht voor reparatie. Een persoonlijk drama voor Lucas en zijn bemanning.
Lucas Brouwer was zeer belezen, uniek voor een visserman in de 19e eeuw. Hij diende als preeklezer in de Gereformeerde Kerk en hield bij gelegenheid de aanspraak op begrafenissen.
ORA ET LABORA

Albert kreeg van jongs af aan van zijn ouders mee dat hij in het leven afhankelijk was van slechts twee dingen: bidden en werken. Zoals de op Urk bekende Latijnse spreuk dat zegt: Ora et Labora. Deze spreuk siert menig kotter. Ondernemen zat in zijn bloed en in 1913, zijn trouwjaar, kocht Albert op 24-jarige leeftijd de UK 75. De zeilbotter kreeg de toepasselijke naam Ora et Labora - bid en werk. Ondanks dat het vissersberoep zwaar en gevaarlijk was, genoot Brouwer ervan. Vrijheid op zee, goede besommingen, eigen baas zijn… het stemde hem allemaal tevreden.De UK
75 werd op 12 juli 1913 door Albert Brouwer ingeschreven in het Visserijregister. Dit register was in 1912 ingesteld en inschrijven was verplicht. De Ora et Labora was een bestaande zeilbotter, waarvan de vorige eigenaar onbekend is. Kort daarna trouwde de 25-jarige Albert op 21 oktober 1913 met Hiltje de Vries. Misschien was dit de reden om zelf een bedrijf te beginnen. Hoogstwaarschijnlijk had hij al de nodige werkervaring, maar 12 juli 1913 was het moment dat Brouwer zelfstandig ondernemer werd. Een positie die hij niet meer uit handen wilde geven en frappant genoeg geldt hetzelfde, meer dan honderd jaar later, nog steeds voor zijn nakomelingen. Overigens is het zeer waarschijnlijk dat die vorige werkervaring op zee was. Het was in die tijd een uitzondering als je geen visserman was en de broers van Albert waren allemaal al werkzaam in de bakkerij van vader Lucas Brouwer. In 1910 telde de Urker vissersvloot 216 schepen en 629 opvarenden en dat aantal groeide: in 1915 waren het al 230 vaartuigen.
GEVAARLIJK
De aankoop van een botter was een investering. Hoeveel de Ora et Labora heeft gekost, is niet meer te zeggen. In het jaar 1890 betaalde je voor een visklare botter ongeveer twee- tot drieduizend gulden. Van de UK 75 is bekend dat het schip zowel de Zuiderzee als de Noordzee bevoer. Met een kleine zeilbotter de Zuiderzee en Noordzee bevaren,

vooral wanneer het slecht weer was, bracht gevaren met zich mee. Veel vissermannen verloren hun leven op zee.
Een jaar nadat Albert Brouwer zijn bedrijf startte, volgde een hectische periode. De Eerste Wereldoorlog brak uit. Een oorlog waarvan op het land misschien niet zoveel te merken was, maar op zee des te meer. Het mijnengevaar was groot. In verband hiermee visten de botters dicht langs de kust. Daarnaast was er het gevaar voor Duitse onderzeeboten die schoten op elk vaartuig dat in hun ogen verdacht was. In die periode verloren twaalf Urker vissers, tussen de 18 en 58 jaar, het leven door ontplofte mijnen of door beschieting.
Een gevaarlijke periode, maar tevens een bloeiperiode. Niet alleen nam de visvangst toe, de prijzen stegen ook. In het jaar 1918 bracht de totale aanvoer bij diverse Zuiderzeeplaatsen zelfs een verdubbeling op in vergelijking met het jaar daarvoor.
Na de Eerste Wereldoorlog stonden veel vissers voor een belangrijke beslissing: doorgaan of stoppen. In dat jaar werd namelijk de wet tot afsluiting van de Zuiderzee aangenomen en de grote vraag was welke invloed dit zou hebben op de visserij. Tevens kelderden de visprijzen na de oorlog. Het verlies van afzetgebieden zoals Duitsland en Rusland zorgde voor economische terugval. Ook Albert Brouwer stond waarschijnlijk voor deze keuze. Waar veel vissers stopten, besloot hij te investeren in zijn bedrijf.
Waarschijnlijk kreeg hij hierbij financiële hulp van zijn vader. In het jaar 1919 ging Albert over tot de motorisering van zijn vaartuig.
MODERNISERING
Urk liep voorop in de motorisering van de vloot. In juni 1914 liet Wouter de Vries een 16 pk Kromhout in zijn botter de UK 64 ‘Zeelust’ inbouwen. Dat kostte 2.500 gulden. Twee jaar later, in 1916, volgden nog twee botters. In 1917 telde de Urker vloot al tien schepen met een motor en in 1919 volgde ook Albert Brouwer. Hij liet een 30 pk Kromhout inbouwen, een ingrijpende operatie.

Om van de zeilbotter een gemotoriseerde botter te maken, moest de voorkant worden versterkt en een schroefas gerealiseerd. Kortom: een flinke investering. Daar kwam bij dat je betaalde voor iedere pk. Het is waarschijnlijk dat de verbouwing zo’n drieduizend gulden kostte. Albert Brouwer was niet de enige die 30 pk had, wel behoorde hij met zijn schip tot de snelsten. De Urkers maakten er een soort onderlinge wedstrijd van. Ze stonden bekend om deze ondernemerszin. Volendam liep vergeleken met Urk bijvoorbeeld erg achter. Bijzonder: rond de jaren dertig bepaalde de rijksoverheid dat motorvaartuigen van 30 pk of meer niet langer op het IJsselmeer mochten vissen. Deze maatregel trof toen alleen de Urker vissers, want in andere voormalige Zuiderzeeplaatsen stonden zulke schepen niet geregistreerd.
Zoals gezegd zorgden de naoorlogse jaren voor economische terugval. De Urker vloot kromp drastisch: van 227
Urk liep voorop bij de modernisering van de vloot
schepen in 1919 naar 171 in 1920. Of het door deze economische terugval kwam of door gezondheidsklachten die begonnen te spelen bij Brouwer is niet duidelijk, feit is wel dat hij samen met zijn vrouw in 1923 het pand Wijk 1-65 kocht.
In de periode tussen 1850 en 1940 runden voornamelijk vrouwen - meestal vissersweduwen - het winkelbedrijf op Urk. Het is niet zeker dat de familie Brouwer direct na aankoop van het pand met de winkel is begonnen. Aannemelijk is dat Hiltje in eerste instantie de drijvende kracht achter Wijk 1-65 is geweest.



De botter Ora et Labora kwam pas twee jaar later, in 1925, in handen van een andere eigenaar, de heer Jacob Snoek. De inkomsten van de winkel kunnen op die manier dus een extra bron van inkomsten zijn geweest.
In diverse werken staat vermeld dat Albert Brouwer in 1931 stopte met zijn vissermansbestaan. Met zijn vrouw Hiltje aan zijn zij, zette hij uiteindelijk een nieuwe stap. De voormalige schipper begon op het eiland een winkeltje in ‘Kruidenierswaren en Comestibles’, oftewel verfijnde eetwaren en lekkere hapjes. Niemand - ook Brouwer zelf niet - bevroedde toen dat de nering in comestibles het bescheiden beginpunt vormde van wat bijna honderd jaar later een internationaal groothandelsconcern zou zijn.
GASTEN ATEN MEE
Het gezin van Albert en Hiltje telde uiteindelijk zes kinderen. Ze hadden het niet breed, ook niet in de tijd van Havenzicht, het hotel dat ze waren gestart op Wijk 1-65. Reizigers in het hotel waren vaak van hogere komaf, maar



De volgende stap: een hotel op de plek waar de toeristen aan wal stapten.
aten met de familie mee. De kinderen Lucas, Grietje, Stientje, Frans, Riekelt en Jurie leerden netjes met mes en vork eten. Ook moesten ze met twee woorden spreken en ’s avonds in hun gestreepte pyjama’s de gasten met een handdruk welterusten zeggen.
Door de beperkte medische mogelijkheden van die tijd kwam kindersterfte vaker voor. Ook Albert en Hiltje ervoeren de pijn die het verlies van een kind met zich meebrengt. Hun dochter Stientje overleed in 1928 op 7-jarige leeftijd. Het meisje was een paar dagen voor haar dood gevallen, waaraan ze een wond aan de knie overhield. De wond was ontstoken en dat had mogelijk complicaties veroorzaakt. Vier jaar later moest het gezin opnieuw door een periode van rouw. Vader Albert overleed, waarschijnlijk aan hartfalen of door een hersenbloeding. Hiltje stond er van de ene op de andere dag alleen voor. Gebroken. Ze kon maar moeilijk weer op gang komen, bang voor wat de toekomst haar zou brengen. De zwakke gezondheid van haar zoon Lucas baarde extra zorgen. Hij was vanaf zijn geboorte al een zorgenkind met een kwetsbaar gestel. Toch moest Hiltje verder en het was de dienstmeid die haar op praktische wijze het noodzakelijke zetje gaf. Kordaat trok ze alle lakens van de ramen*, en zei: ‘Kom op Hiltje, de boot komt eraan’.










Belangrijke jaartallen
7 oktober 1888: geboorte Albert
Brouwer
1912: Visserijregister ingesteld
12 juli 1913: UK 75 ingeschreven in het Visserijregister
21 oktober 1913: huwelijk Albert en Hiltje Brouwer-de Vries

1919: motorisering botter
6 februari 1923: echtpaar wordt
eigenaar Wijk 1-65
1925: Jacob Snoek koopt de UK 75 Ora et Labora
1928: overlijden Stientje Brouwer
21 april 1932: overlijden Albert
Brouwer op 43-jarige leeftijd
28 mei 1932: Zuiderzee wordt
IJsselmeer
Op zaterdagmiddag 28 mei 1932, om twee minuten over een, werd de Vlieter, het laatste gat in de Afsluitdijk, gesloten. Een historisch moment: Zuiderzee werd IJsselmeer.


De zoute zee werd zoet. Urk ging een onzekere toekomst tegemoet. Dit gold zeker voor de net weduwe geworden Hiltje Brouwer. Haar man plotseling overleden en met vijf kinderen stond ze er alleen voor. Er moest brood op de plank komen…
LIMONADE
Financieel ging het de familie niet voor de wind. Het bleef armoe troef, op vrijwel heel Urk. Het ene na het andere winkeltje sneuvelde. Toerisme was in die tijd een onontgonnen gebied en de inkomsten van de vier hotelkamers van Havenzicht waren bij lange na niet genoeg om het gezin te bedruipen.
Een bijverdienste was absolute noodzaak voor moeder Hiltje, wisten de oudste twee zonen Lucas en Frans. De jongemannen vatten het gedurfde plan op om zelf limonade, frisdrank en vruchtenwijn te bottelen. Een opmerkelijke keuze, want op het voormalige eiland had de bevolking van frisdrank amper gehoord en er werd bijna geen limonade gedronken. Daar kwam bij dat er op Urk nog geen voor productie geschikte watervoorziening was en voor grote hoeveelheden water waren de bewoners afhankelijk van de bootverbinding met Kampen. Het ondernemersbloed kriebelde echter bij de twee jongens en de bottelarij ging in 1939 van start in de kelder van Havenzicht.
Niet lang na het opmerkelijke besluit arriveerden de eerste grote houten fusten met water op Urk. Ze waren voorzien van de letters WABU (Weduwe Albert Brouwer Urk). Sterke mannen rolden de fusten richting de kelder van het hotel.
De zelf gebrouwen limonade verkreeg al snel bekendheid op het dorp. Een vetpot was het niet, maar via de talloze kleine winkeltjes raakte de limonade aan de man. De kel -
der onder Havenzicht, een donker hok waar flessen tot het plafond opgesteld stonden, diende als opslag, bottelarij en een zogenaamd laboratorium. Als twee Willie Wortels voerden Frans en Lucas het ene na het andere experiment uit en daarbij bezigden ze ook nog eens de juiste vaktermen. Als de ‘uitvinders’ het over leidingwater hadden, spraken ze van H 2O.
Op Urk hadden ze van frisdrank
Het werd een weg van vallen en opstaan. Zo kochten ze een vulmachinetje voor de productie van frisdrank, maar met geen mogelijkheid kregen ze prik op de frisdrank. Ze voer -

steeds hoger op, tot dat met enorme knal len de beveiliging van het deksel afvloog. Geen nood, Frans pakte gewoon twee zware gewichten uit de winkel om de beveiliging te verzwaren. Het gaf allemaal niets, want de vulmachine liet wel water door, maar geen koolzuurgas. De machine was louter geschikt voor het aftappen van bier. Een miskoop. Ze bleven nieuwe dingen uitproberen en op basis van een geheim recept met eieren en brandewijn fabriceerden Frans en Lucas hun zelfgemaakte advocaat.
De bedwelmende geuren die uit de ketel opstegen, misten hun effect op de Brouwers niet…
Een dorpsalcoholist fungeerde als proefkonijn
OORLOGSJAREN
De Duitsers verboden tijdens de oorlogsjaren
(1940-1945) de fabricage van alcohol. Lucas en Frans echter lieten zich niet tegenhouden door een verordening van de vijand. Illegaal of niet, ’s nachts stookten ze jenever in de kelder. Een notoire dorpsalcoholist fungeerde als proefkonijn. Hij mocht uitgebreid een stevige borrel proeven en wanneer hij de volgende ochtend nog overeind kon staan,





verklaarden de broers de alcohol geschikt voor consumptie. De productie van limonade werd in de oorlogsjaren bemoeilijkt door het tekort aan suiker en daarom moest zoetstof worden gebruikt. In plaats van lekker zoet, was de limonade zuur. De drank kreeg daardoor een heel andere functie: Urkers gebruikten het als een soort azijn bij de bereiding van de vis. Ook het hotel had te lijden onder de Duitse bezetting. De Ordnungscommandant op Urk vorderde al het linnengoed en de bedden van Havenzicht voor de soldaten, waardoor het hotel niet meer als logement kon dienen. Toch leefde de familie Brouwer betrekkelijk veilig tijdens de oorlog. Grote geweldsuitbarstingen waren er niet op Urk en door de visserij was er voldoende te eten. Het luchtalarm loeide regelmatig, maar werd een bijna vertrouwd geluid voor de bevolking. Frans at bij een luchtalarm zelfs eens eerst alle borden op tafel leeg, voordat hij zich bij zijn familie in de schuilkelder begaf.






Een greep uit de recepten waarmee de gebroeders Brouwer in de loop der jaren experimenteerden.




Frans haalde goede cijfers op de lagere school, maar het plotseling overlijden van zijn vader had wel zijn weerslag op het leren van zijn psalmversjes. Ook gedrag en vlijt lieten een neergaande lijn zien. Gelukkig was het van tijdelijke aard.


VERKERING
De oorlogsjaren brachten voor Frans ook iets goeds: hij sloeg in 1941 een pittige 20-jarige meid uit Rijssen aan de haak. Dini Kippers werkte op Urk als postbeambte en verbleef op basis van kost en inwoning bij Mie en Flerik Kapitein-Brouwer, een tante en oom van Frans. Frans en Dini bleken tegenpolen. Dini, een pragmatische, nuchtere vrouw en Frans, een fantasierijke idealist, een flamboyante man. De vonk sloeg over, de relatie was snel beklonken. Het stel schreef brieven tijdens de oorlogsjaren, waarin ze elkaar vertelden over hun belevenissen. In één van deze epistels verhaalt Frans over een bezoek aan Wijnhandel Nieboer uit Nieuwe Pekela. Voor het bottelen van wijn moest hij voldoende wijnflessen hebben, maar glas was schaars in 1943.


Na een lange treinreis kwam Frans aan in Oost-Groningen voor een gesprek met de heer Nieboer. Ze ontdekten al snel dat ze ‘gereformeerde broeders’ waren en die verwantschap maakte de onderhandelingen een stuk makkelijker. In de brief aan Dini vertelt Frans vol trots dat het hem was gelukt. De heerlijke sigaar die broeder Nieboer hem gaf, bleef niet onvermeld…
DE RAZZIA
De betrekkelijke rust tijdens de oorlogsjaren op Urk werd wreed verstoord op 17 november 1944. De dorpsomroeper schalde een verontrustende mededeling over het voormalige eiland. Alle jongens en mannen tussen de achttien en
Fragmenten uit briefwisseling...
Van Lucas Brouwer aan Frans Brouwer, 1941
Frans, Informeer zo eens terloops in die fabriek hoe of het mogelijk is dat ze zelf alcohol maken in die geheime distilleerderijen. Dan moet je me dat eens schrijven. Verscheur dit!
Groeten, Lucas
Van Frans Brouwer aan Dini Kippers, tijdens zijn stageperiode in Apeldoorn bij Limonadefabriek en Wijnhandel Ter Bals, 29 oktober 1941
Onthoud wat we met elkaar besproken hebben en wat je gezegd hebt: ,,Ik blijf je trouw”. Ik doe het jou ook, want ik hou van je.
Van Frans Brouwer aan Dini Kippers, Apeldoorn 9 november 1941
Het is gezellig hoor in de fabriek. Het is een fijn leventje. ’s Morgens om negen uur beginnen en ’s avonds om zes uur klaar. Soms zit ik een hele dag in de boeken van de baas op ’t kantoor te studeren in de wijnkunde. Het is een gezellig vak hoor!
Van Frans Brouwer aan Dini Kippers, Apeldoorn 26 november 1941
Nu ik bij jullie geweest ben lieve Dini ben ik nog meer van je gaan houden. Ik ben er nu diep van overtuigd dat er niet één meisje is dat zo lief is als jij. Ik zou niet meer buiten jou kunnen.
Van Frans Brouwer aan Dini Kippers, Apeldoorn 6 januari 1942
Morgen moet ik naar Lucas en moeder schrijven, maar voordat ik schrijf naar Lucas moet ik eerst dat recept hebben. Weet je wel, dat heb ik je toen verteld en dat is van groot belang, maar dat is een zeer geheim recept dat ik moet er wel veel moeite voor doen. Lucas wil dat absoluut deze week weten. Maar als ik het eenmaal weet, kom ik ook eerder op Urk om het zelf te gaan maken en er mee te verdienen natuurlijk! Als ik weer op Urk kom breekt voor mij een gouden tijd aan. Dan beginnen we weer limonade te draaien.
Fragmenten uit briefwisseling...
Van Frans Brouwer aan Dini Kippers in Rijssen, Urk 1943

Vanmiddag is er alweer een vliegtuig neergestort. Nog dichterbij dan die andere, maar het was ditmaal eens een Duitse jager. Met een man erin, welke nog leefde ook. Het vliegtuig is helemaal kapot. Het is wel vier keer over de kop geslagen en bleef toen op z’n rug liggen. Ik ben erbij geweest. De piloot kon er niet uit komen, maar is er met ijzerzagen uitgezaagd. Urk is evengoed gelukkig dat hier nooit iets in ’t dorp neervalt. Die Duitsers zeggen ook als dat Engelse vliegtuig op Urk terecht gekomen had met z’n twaalf bommen en tienduizend liter benzine hier alles kapot geweest was.
Van Frans Brouwer aan Dini Kippers, Urk 29 april 1943
Toen ik gistermiddag thuis kwam had ik niet eens tijd om me eerst rustig te verkleden, want ik moest eerst naar die vent van de waterboot toe. Of hij water in de bak wilde pompen, want we hadden in de kelder geen drup meer en Lucas wil niet naar die vent toe. Dat toen moest ik eerst die kerel zoeken welke ik niet direct vond. Toen ik hem sprak konden we niet eerder water krijgen dan vandaag. Er was niets geen limonade meer dus toen moesten we woensdagmiddag met bussen bij tante Marretje vandaan halen. Dat is bronwater. Daar doen we dan een beetje zout in dan is het ook wel goed, het is alleen maar zo’n hoop werk.
Van Frans Brouwer aan Dini Kippers, 5 mei 1943

Ik zal je eerst even schrijven over het werk in de kelder. We hebben het heel erg druk Dini. We hebben al vijfduizend liter limonade meer gedraaid dan verleden jaar. En we draaien steeds nog maar met alleen zoetstof. Dat mag niet weet je wel, maar Dini de keuringsdienst let er niet eens meer zo erg op. Weet je wat ik nog het mooiste vind schat. De mensen zeggen hier ‘je kunt toch wel proeven dat er weer wat suiker in zit’ en er zit geen gram in. Om je dood te lachen. Ik zeg vanzelf: ‘jazeker kun je dat proeven’. Dat moet ik toch wel zeggen, wat jij Dini?
Ik ben namelijk weer aan het stoken, begrijp je. Bij Piet. Het is al klaar, want er stond niet zoveel meer van dat gegiste spul. Nu maar weer wachten tot er vruchten zijn.
vijfenveertig jaar moesten zich melden in de Wilhelminaschool. De bezetters waren van plan om de Urker mannen naar Duitsland te sturen om te vechten tegen de geallieerden.
Frans, Lucas en Riekelt moesten zich alle drie melden. Moeder Hiltje wist dat ze de Duitse oproep te accepteren had, maar zette alles op alles om in ieder geval haar zorgenkind Lucas vrij te krijgen. Dankzij een doktersverklaring mocht hij vanuit de school terugkeren naar huis. Frans probeerde onder de gedwongen dienst uit te komen, door zich tijdens de razzia te verstoppen in de kelder van Havenzicht. Zijn nieuwsgierigheid deed hem de das om. Een Duitser ontdekte hem, toen hij om een hoekje naar de gebeurtenissen op straat stond te kijken. Frans moest mee, terwijl zijn familie machteloos achterbleef. Dini moest het uiteindelijk maandenlang zonder hem stellen.
Er was in de periode na de razzia veel onzekerheid op Urk over het welbevinden van de groep meegevoerde mannen en jongens. Hiltje maakte zich grote zorgen om Frans en
Zorgen over de naar Duitsland afgevoerde jongens
Riekelt, vooral ook door de berichten over de bombardementen op Duitsland. Iedere keer als ze ’s nachts vliegtuigen over Urk hoorde vliegen, riep ze naar haar jongste zoon: ‘Jurie, welke kant gaan ze op?’ Jurie stelde haar altijd gerust met hetzelfde antwoord, ongeacht de koers van de betreffende vliegtuigen: ‘De goede kant, moeder’.
Af en toe ontving het thuisfront een brief van één van de mannen. Frans schreef op 14 januari 1945 aan zijn moeder, broer Lucas en diens vrouw Jans: ‘Juist nu ben ik zo dankbaar dat ik opgevoed ben bij Gods Woord. Als ik om me heen zie hoe velen die troost moeten missen. En daarom kan ik ook niet zeggen moeder, dat ik me enigszins bezorgd maak. Dat heb ik ook aan Dini geschreven’.


In een andere brief aan Dini, vanuit het zuid-Duitse Kempten Im Algau schrijft hij: ‘Ik zie hier de besneeuwde berg -
Fragmenten uit briefwisseling...
Van Frans Brouwer aan Dini Kippers, Urk 19 mei 1943
Over zijn bezoek aan Nieuwe Pekela: Het is een grote wijnfabriek. Een prachtzaak. Dini, zo een zullen wij samen ook krijgen dat wil ik vast en dat komt ook hoor. Al moet ik het bij de koningin vandaan halen.
Ik heb erg gezellig met hem gepraat overal over. Het meest natuurlijk over wijn. Maar hij wou in het begin niet erg happen om wat te sturen. Maar ik voerde zoveel motieven aan dat hij eindelijk bezweek en daar krijg ik maar eventjes tweehonderd liter echte Vermouth Torino van hem van plusminus vijftien procent alcohol. Nou Dini wat zeg je daarvan, vier keer zoveel als in Winschoten. Maar er komt nog meer. Ik praatte meteen met hem af dat als ik driehonderd kilo suiker stuurde wij duizend liter vruchtenwijn van hem ontvangen zouden. Die suiker moet hij natuurlijk hebben voor de gisting. Zoals Nieboer zulke grote firma’s kunnen nog al wat vruchten krijgen begrijp je. Trouwens dat deden wel meer wijnhandelaren dat ze hem de suiker stuurden en hij dan vruchtenwijn leverde. Maar als we nu binnenkort zelf genoeg vruchten krijgen kunnen dan fabriceren we het zelf natuurlijk. Dan zal ik weer eens een pittig glaasje in elkaar draaien lieveling.
Van Frans Brouwer aan Dini Kippers, 24 mei 1943
Zo druk als verleden week hebben we het nog nimmer gehad. Het was in een woord overweldigend. Vooral verleden week zaterdag. We zijn toen begonnen om vijf uur tot ’s avonds acht uur en toen zijn we er maar mee opgehouden, want om negen uur kwamen ze nog om gazeuse. We hebben gedraaid in een tempo om gek van te worden, maar het is ook geen kleinigheid. In één dag zestienhonderd liter en ’s avonds nog honderden tekort. We hadden op ’t laatst zo dat we lieten de winkeliers buiten wachten en de deur op slot en dan hielpen we ze op volgorde. Wie aan de beurt was mocht in de kelder komen.
Van Frans Brouwer aan Dini Kippers, 15 juni 1943
Lucas gaat tegelijk morgen met me weg. Kijken of hij wat van die goeie zoetstof op de kop tikken kan in Naarden waar wij ook al eens geweest zijn. Maar er is haast geen zoetstof meer en daar komt bij dat het Rijksbureau de zoetstof geblokkeerd heeft. Heus draaien we nu alleen kleine flesjes, daar hebben we nog wel wat voor.
Fragmenten uit briefwisseling...
Van Frans Brouwer aan Dini Kippers, 1944
We hebben hier al twee dagen achter elkaar luchtalarm. Gisteren is een vreemde man doodgeschoten in het kanaal bij de sluisput. Eén gewond. Dorp A is ook geweldig beschoten. Het is ook ontzettend, zoveel vliegtuigen. Het einde van de oorlog is nu in zicht. Wat zal dat heerlijk zijn. Dan kom ik niet uit Rijssen weg.
Van Frans Brouwer aan Dini Kippers, Oldenburg 13 januari
1945
Maar Dini onthoud dit en laten we dat nu leren dat God alle dingen bestuurt en als het Gods wil is dat wij weer bij elkaar zullen komen, wees er dan zeker van dat dit ook zal gebeuren. Ik bid veel voor je en dat doe jij ook, dat weet ik. Alle dingen moeten meewerken ten goede. En dat kan troosten. En laten we ons bij Gods Woord houden, dan zal het goed komen. We liggen hier in een kazerne met allemaal kamers. Riekelt en ik liggen bij elkaar. We zijn tot nu toe met alle Urkers bij elkaar in een kazerne gebleven.
Van Frans Brouwer aan de rest van het gezin op Urk, 14 januari
1945

Riekelt heeft al het een en ander vertelt in welke omstandigheden we hier leven. Ik hoop moeder dat jullie het allen nog goed maken en dat u nog gezond bent. Wij hebben zojuist gegeten. We kregen pudding met likeur na. Wat het eten betreft kunnen we het er best mee doen. We krijgen precies hetzelfde als de Duitse soldaat. Wat zal het rustig zijn thuis en de klanken van het orgel zullen ook wel afgestorven zijn. Als we weer thuis zijn zullen opa, als hij nog in het land der levenden is, en ik nog eens een concert geven. Maar hoe is het anders op Urk? Het zal wel niet zo best meer wezen. U schrijft ons direct maar terug hoor. Zo moeder ik ga weer verder. Het is intussen avond geworden. De dienst is afgelopen. We hebben vandaag geen drukke dag gehad. Ik denk op het ogenblik aan thuis. Hoe jullie zo rustig de zondag gevierd hebben en de gelegenheid gehad hebben om naar de kerk te gaan. Maar moeder we moeten het zo zien dat alle dingen bestuurd worden en dan ben ik het met ome Riekelt eens. Die schreef dat alle dingen moeten ons medewerken ten goede. En juist nu ben ik zo dankbaar dat ik opgevoed ben bij Gods Woord, want als ik om mee heen zie hoe velen die troost missen.
toppen liggen. Als ik levend terug kom uit Duitsland, gaan we direct trouwen hè. Dan beginnen we samen met de zaak’.
Na veel omzwervingen door Duitsland kwam de treinreis van Frans en zijn plaatsgenoten vlak voor de Slag om Berlijn (april-mei 1945) tot een halt op het vliegveld Schönefeld, bij Berlijn. Een Duitse commandant sprak ze onheilspellend toe: ,,Jullie gaan met ons vechten tegen de bolsjewisten, auf wiedersehen in het hiernamaals…’’ Uiteindelijk werd de groep in de voorstad Spandau bevrijd door de Amerikanen.

Wonder boven wonder keerden alle Urker mannen heelhuids terug naar de Bult. Frans voegde de daad bij het woord en trouwde zijn Dini op 19 september 1945.
Dini ging direct aan de slag in Havenzicht. Ze had nog nooit een pan aangeraakt toen ze op die eerste dag meteen voor een groep hotelgasten moest koken. Pragmatisch als ze was, pakte ze deze opdracht voortvarend en met ondernemersvisie aan. Ze maakte zich de edele kookkunst eigen, met behulp van tips van schoonmoeder Hiltje en kamermeisje Jannetje, tevens een goede vriendin van Dini, en drukte daarmee haar eigen stempel op het horecaonderdeel.
Dini had het gevoel voor etiquette en stijl van geen vreemde, haar moeder Mine Kippers was als jong dienstmeisje werkzaam geweest op kasteel De Haar in Ruurlo. Mine
diende daar de adellijke familie Van Heeckeren en raakte zo vertrouwd met het leven van mensen ‘op stand’. De jonge Mine werd voor de uitdaging geplaatst om te koken en te braden voor grote gezelschappen, maar ook het zelf slachten en villen van wild. Deze ervaringen heeft ze binnen haar gezin en uiteraard met haar dochter Dini gedeeld.


De Tweede Wereldoorlog was ten einde en Nederland zag zich geplaatst voor de uitdaging om het land weer op te bouwen. Frans en Dini Brouwer leverden hun bijdrage aan het economisch herstel, door voortvarend aan de slag te gaan op Wijk 1-65: met volle kracht vooruit!
Fragmenten uit briefwisseling...

Nu Dini het gaat hier nog met het eten, ik heb nog wat groente in huis en aardappelen en we hebben weer een maand kolen gekregen. Ik natuurlijk twee maanden, omdat bessien ook hoofd is dus daar bofte ik weer bij. En ik had nog wat zwarte kool geruild voor een fles olie. Ja, die kon ik wel niet missen maar uit nood doe je maar wat en we hebben tot woensdag nog elektra en dan is dat ook afgelopen. Met de vettigheid is het van de week ook slecht. Er is geen vlees geweest, dat de meeste mensen hebben morgen niets, maar ik had nog een stukje spek. Mijn laatste en dat hebben wij morgen. Dus laten we onzen lieven Heer nog danken dat we het nog zo hebben. Veel mensen die het minder hebben in de steden. O, wat wordt daar geleden. Veertien dagen geleden moest ik er ook nog een onderdak verschaften uit Amsterdam, een meid van 24 jaar. Ze kwamen van het Rode Kruis, die was ’s morgens erg dankbaar. Nu Dini je vraagt over Frans zijn ring maar die heeft hij de eerste avond in school al afgedaan, dat die is in goede bewaring. Wees daar over gerust. Zaterdagavond kreeg ik nog een brief uit Haren, die was 26 december geschreven dus die was bijna een maand onderweg geweest. Ik zal hem er bij insluiten. Ik bedoelde met dat niet bereiken ten eerste heb je geen adres en ten tweede mogen er geen brieven over de grens, maar nu heb ik toch een adres want er zijn vandaag vier brieven uit Oldenburg gekomen. Die waren zes dagen onderweg geweest met de veldpost. Naar ik gehoord heb, hebben ze het er goed, maar ze krijgen zes weken oefening in ’t schieten en gymmen en is die tijd om moeten ze zelf voor het geschut. Luchtafweergeschut, dus dat is wel een gevaarlijke post, maar laten we ze maar aan den Heere toevertrouwen. Die is de Machtige en zal hen niet begeven of verlaten. Ik bid dat ze dat geloof maar mogen bezitten. Nu het gaat nu goed he met de oorlog. Misschien loopt het nu op een einde, we zullen het hopen. Wat zal het dan weer anders worden he, als eerst die druk maar van ons afvalt dan komt alles wel weer goed.

Fragmenten uit briefwisseling...

Ik zit hier in de kelder aan ’t stoken. We doen het dag en nacht door. Om reden we het zo spoedig mogelijk klaar willen hebben voor eventueel gevaar. Daarom doen we het nu ook maar bij ons in de kelder begrijp je. Maar de reuk is maar zo erg en dringt overal doorheen, zelfs buiten kun je het haast ruiken. Daarnet werd ik opgeschrikt door een hard gestommel. Ik dacht dat iemand lag te luisteren, maar ik heb gekeken maar niks gezien. Het is ’s nachts evengoed een beetje angstig. Maar ik ben niet bang hoor, jij toch ook niet? Als we deze nacht dag en nacht doorwerken komen we misschien klaar. Maar we hebben het een beetje te groot opgezet. We moeten met elkaar vijftienhonderd liter distilleren en daar komt vermoedelijk vierhonderd liter drank van. Dat is geen kleinigheidje.
Van Frans Brouwer aan Dini Kippers, tijdens de oorlog, datum onbekend
Ik ga volgende week donderdag en vrijdag naar Amsterdam voor een biercursus in de Van Vollenhove Bierbrouwerij. Dat is voor het vakdiploma waar ik volgend jaar examen voor moet doen. Ik wou dat je maar met me mee kon. Dan is het altijd zo gezellig met z’n tweeën op reis. Maar dat mag niet zijn. Als ik nu eens in Rijssen kom weet ik vast de weg niet meer, want het is nu al zo lang geleden dat ik in Rijssen geweest ben. Zaterdagmiddag ben ik met Teunis naar dat Engelse vliegtuig geweest. Dat is toch zo’n groot ding. Van de ene punt van de vleugel naar de andere punt is 65 meter, dus je kan je wel voorstellen hoe groot dat is. Er zaten twaalf bommen in en twaalf grote mitrailleurs. Ik heb hem helemaal bekeken, van binnen en buiten. Die dingen zitten toch zo perfect in elkaar. Vanmiddag zijn er twee hoge officieren geweest en hebben het hele vliegtuig in de lucht laten springen, ook de bommen. Het was een klap, nee maar. Verschillende ruiten zijn er gesprongen. Maar het mooiste is: we raken morgen lekker van die Duitsers af. We hebben ze vijftien dagen gehad.
Van Frans Brouwer aan Dini Kippers, tijdens de oorlog, datum onbekend
En dan zal ik je eerst even zeggen dat ik niet voor examen ga. Je zult wel zeggen ‘wat is dat nou voor een gezeur, eerst wel en dan weer niet’. Maar Dini, iedereen keurt het af en bovendien wil m’n moeder het ook niet hebben. Al heb je nog zoveel papieren, je voelt je nooit veilig omdat er ook al zoveel jongens met papieren zijn opgepakt. En daarom Dini wil ik maar liever niets riskeren. Het is erg jammer maar wat ik gestudeerd heb is toch niet weg is ‘t niet zo. Ik ga met scheikunde doorstuderen met meester Kroon. Bij PBNA. Voor analist. Als je op Urk bent zal ik je de prospectus wel laten zien. Hoe wist je Dini dat de boot beschoten was? Nu Dini dat is zo erg geweest en het is ook een eeuwig wonder dat van de zestig passagiers niet een dood is. Maar nu was de Enkhuizer boot ook precies om twaalf uur onderweg en dan vliegen juist de vliegtuigen. Nu is de dienst veranderd.








Het opstarten van de limonadefabriek
In april 1940 stond Europa aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. Polen was al in september 1939 bezet door Duitsland. Ook de Sovjet-Unie roerde zich door Estland, Letland, Litouwen en een deel van Finland te bezetten. De Duitse vloot en luchtmacht had in april 1940 Noorwegen en Denemarken in het vizier. Om
veel minder lijden onder honger en uitputting dan bijvoorbeeld het westen van Nederland. Verzet en vervolging waren tijdens de oorlog op Urk echter ook aan de orde van de dag. In april 1940 verkeerde men echter nog in zalige onwetendheid.

De firma Weduwe A. Brouwer, Hotel Havenzicht deed in april een aantal bijzondere bestellingen. De belangrijkste was bij Machinefabriek Gebr. van der Boon uit Arnhem. Van der Boon was een leverancier van machines en benodigdheden voor de dranken- en zuivelindustrie.
Frans Brouwer, oudste zoon van Albert en Hiltje Brouwer, wilde de limonadefabriek verder professionaliseren. Het fabriceren van limonade en andere dranken was in 1939 in de kelder van het hotel gestart.
De firma Brouwer sloot uiteindelijk een huurcontract af voor een Riesel Mineraalwatermachine en een limonadevulmachine. Bij plaatsing werd er 25 gulden afgerekend, waarna de Brouwers maandelijks 25 gulden huur plus rente moesten betalen. De limonade die gefabriceerd werd moest uiteindelijk ook in flessen verpakt worden. Glashandel Dijkstra (nog steeds actief in 2016!), met magazijnen in Amsterdam, Groningen, Delft en Maastricht, werd benaderd voor het leveren van glaswerk. De Urker Stoombootmaatschappij leverde in april een krat 250 Selterflesschen en 250 beugels met ring af op de Urker kade. Om het plaatje compleet te maken werden er ook etiketten voor de flessen besteld. Uiteraard met de merknamen van de Urker limonadefabriek erop. Omdat de levering echter stroef verliep, kreeg Frans Brouwer een stapel van 2.500 neutrale etiketten toegestuurd van zijn leverancier
Jos de Groot Reclameartikelen uit Amsterdam. ,,Om even geholpen te zijn’’, aldus de leverancier.



Knipwerk van Jantje de Knipper Hotel Havenzicht in de dertiger jaren
• Hotel Havenzicht had rechts aan de voorkant een trapje. In het knipwerk komt dat trapje terug, maar ook eenzelfde trapje aan de linkerkant. Dit valt te verklaren vanwege de symmetrie waarin Jan de Knipper altijd knipte.
• Het hek aan de voorkant vertoont gelijkenis met het hek wat langs de terraskant van het hotel stond.

• Hotel Havenzicht had geen bomen naast het hotel staan, maar Jan de Knipper gebruikte vaak bomen ter verfraaiing van zijn knipwerken.
• De indeling van het huis: een kamer met biljart en een kamer met een karaf wijn op tafel, doet ook vermoeden dat het om een hotel annex café gaat.
• Als er gasten in Hotel Havenzicht langs kwamen, werden de aanwezige kinderen van de familie Brouwer snel naar boven gebracht. Dat zou de verdieping met alle spelende kinderen kunnen verklaren.

Een onvermoed pareltje in de schatkist van de bekende Urker Henk Kapitein: een knipwerk van Hotel Havenzicht. Het kunstwerk is waarschijnlijk in de jaren dertig van de vorige eeuw gemaakt door Jan Visscher, oftewel Jantje de Knipper (1855-1938).
Henk Kapitein, is zelf knipper en voorzitter van de Nederlandse vereniging voor Papierknipkunst. Hij vertelt over Jan Visscher: ,,Jantje de Knipper was een Urker visserman, familie van de dorpsdichteres Mariap. Hij heeft het knippen van zijn oom geleerd en bleek er erg bedreven in te zijn. Heel bijzonder, vooral omdat ze in die tijd nog geen speciale scharen hadden voor de fijnere knipwerken. Jan knipte uit wat hij in het dagelijks leven tegenkwam en verkocht zijn werk met name aan toeristen op Urk.’’
In het Urker museum Het Oude Raadhuis zijn veel van de knipwerken van Jan de Knipper te vinden. De kunstenaar heeft inmiddels een plekje veroverd in het lexicon van Nederlandse kunstenaars van Pieter Scheen.
Volgens Henk is het knipwerk van Hotel Havenzicht goed thuis te brengen bij eerder werk van Jan. ,,Als ik kijk naar de compositie van het werk, dan heeft het zijn handtekening. De ontwikkeling van zijn knipwerk zat rond 1930 op het hoogtepunt, daar past dit werk ook bij. Hij geeft binnen en buiten in hetzelfde knipwerk weer, dat is een kunst op zichzelf.’’
Het regeltje ‘Huis op Urk’ bovenaan het bewuste knipwerk prikkelde de nieuwsgierigheid van Henk Kapitein. Om welk huis zou het gaan? Hij ging op onderzoek uit. ,,Ik keek eerst naar wat het niet kon zijn. Café de Verwachting en hotel Woudenberg in ieder geval niet en daaruit heb ik de conclusie getrokken dat het om Havenzicht gaat. Het vertoont de meeste gelijkenissen met het hotel uit die tijd. ,,Alle details overziend durf ik te stellen dat het om hotel Havenzicht gaat, de allereerste bed and breakfast op Urk. Leuk detail: de eigenaar van een bed and breakfast op Urk heeft het knipwerk van Havenzicht gekocht juist vanwege de historie van het voormalige hotel. De gasten van het bed and breakfast kunnen er straks allemaal van genieten.’’


Hoofdstuk 2
Succes na een moeilijke periode
• 1945-1960
De periode van opbouw na de Tweede Wereldoorlog was voor de Brouwers eerst nog vooral een periode van verdriet en financieel ongemak. Daarna had het ondernemerschap succes. Frans als de visionair met grootse plannen en Dini als nuchtere rekenaar die bepaalde of iets haalbaar was. De lunchroom van Havenzicht begon te draaien en de gebroeders Brouwer wisten een markt te veroveren op het gebied van de handel in wijn, likeur, gedistilleerd en limonades. Eerst nog op bescheiden schaal, maar de drankenproductie en -handel werd steeds verder geprofessionaliseerd.



Vlak na de Tweede Wereldoorlog waren de zogenaamde verlof-likeuren heel populair op Urk. De mierzoete drankjes (zoals Schilletje, Anisette, Apricot) met vijftien procent alcohol waren erg in trek, omdat zoetigheid tijdens de oorlog dun gezaaid was. Na de oorlog bleven grondstoffen als suiker echter nog steeds op de bon. Een bedrijf kreeg de zo benodigde grondstoffen alleen per toewijzing. Moeder Hiltje besloot persoonlijk naar Den Haag af te reizen, waar ze met behulp van de nodige pondjes paling extra suikertoewijzingen los wist te peuteren. Dankzij de daadkracht van Hiltje kon de familie toch de zo gewilde likeuren brouwen.
VERLIES BROER EN ZAKENPARTNER
De bottelarij had het niettemin moeilijk in die tijd. De afzetmogelijkheden waren te beperkt. Ook bleken de zelf geproduceerde dranken niet het ‘gouden ei’ waar de broers op hoopten.
Lucas kampte daarnaast met slepende gezondheidsklachten. Hij moest lange tijd in een hotel in de bossen van Rijssen verblijven en de kosten van zijn gedwongen rustperiodes en medicijnen, plus het gemis van Lucas in de dagelijkse bedrijvigheid, trok een zware wissel op de zaak.
Zijn ziekte weerhield hem er echter niet van om zich volop betrokken te voelen bij het bedrijf. Op afstand bleef hij regelmatig advies geven.
Lucas werd echter steeds zieker. De gezonde buitenlucht zou een positief effect moeten hebben op zijn gezondheid, maar het ging niet beter. Na een langdurig ziekbed overleed hij op 4 oktober 1948 aan de gevolgen van tuberculose (TB). Zijn jonge vrouw Jans en de kinderen Albert en Ria bleven achter.


De bank wilde het faillissement aanvragen
Frans was niet alleen zijn broer kwijt, maar ook zijn compagnon en zakenpartner. De nood was hoog binnen de zaak, want de bank wilde het faillissement aanvragen. Ooms van Frans, Jurie en Riekelt Brouwer, hielpen de familie uit de brand. Deze twee bekende én succesvolle Urker bakkers waren in de positie om financiële steun te verlenen. Alhoewel Frans en Dini geen enkele garantie konden bieden voor de lening, hielpen de twee bakkers hen toch. Een bijzonder dankbaar feit waar binnen de familie Brouwer generaties lang positief over wordt gesproken.









Dini
De limonadefabriek zoals deze gevestigd was in de kelder van Havenzicht. Een complete productielijn op een paar vierkante meter!
Van links naar rechts: de spoelbak, de spoelmachine, de impregneermachine (hierin werd water en koolzuur gemixt om ‘prikwater’ te maken), de voorsiroopmachine, de afvulmachine, de kroonkurkmachine (voor het ijzeren dopje op de flesjes), het etiketteerbakje en de houten kratten. De pijp van de afvulmachine ging door het plafond van de kelder en kwam achter de bar naar boven. Het sissende geluid van de machine was soms wel wat storend voor de gasten…

NIEUWE START
Na een kleine verbouwing heropenden Frans en Dini in 1948 de lunchroom van Havenzicht. De opbrengsten hieruit waren zeer welkom, in eerste instantie voor het terugbetalen van leningen, iets waar vooral Dini streng op toezag. Iedereen moest zo snel mogelijk het geleende geld terug krijgen, of het nu de bank, een leverancier of een familielid was.
Dini probeerde meer geld in het laatje te krijgen met de verkoop van lekkernijen. Er was geen geld voor een officiële toonbank, maar met wat op elkaar gestapelde kratjes kon de familie toch van start. De uitgifte van snacks was een primeur voor het vissersdorp.
Haar zelfgemaakte kroketjes werden vrij snel één van de populairste snacks. Op een tweepits gasstelletje bakte ze voor grote groepen jongens. Haar zelfgemaakte bami go -
reng, ook al een primeur op Urk, werd op verschillende adressen bezorgd. Ze was zo trots als een pauw toen slager Willem Blom haar balletjes gehakt uitriep tot de allerlekkerste van Urk. Want een echte slager; die kon het weten. Met slimme spaarzaamheid knoopte ze de eindjes aan elkaar. Als er markt was, ging Dini met een koffiekan op pad. De marktkooplui kochten een vers kopje koffie met een Urker kransje bij haar en Dini verdiende zo weer wat guldens. Ook begon ze een naaischool. Haar handwerktalent was onbetwist en ze leerde menig Urker meisje naaien. Dini naaide zelfs trouwjurken op bestelling.
Steeds vaker meldde Dini met blijdschap aan Frans dat er weer een beetje omzet gemaakt was. De geldzorgen waren niet direct verdwenen, maar het bedrijf kon wel weer vooruit.
Frans hield zich vooral bezig met de productie van limonade en de leveringen aan winkeltjes, melkboeren en de kantines. Bij het vergroten van de afzetmogelijkheden had hij zijn oog laten vallen op de kantines van Zuiderzeewerken, buiten de dorpsgrenzen.
deed van alles om meer geld in het laatje te krijgen
Potentiële klanten werden per brief benaderd om ze te bewegen om limonade van Brouwer te gaan verkopen. Hier twee voorbeelden van brieven die werden gestuurd naar de kantines van de werkkampen, opgezet voor de ontginning van de drooggevallen Noordoostpolder.






De mensen van Brouwer
Jan Kippers
Jan Kippers, geboren op 4 september 1932, ‘broertje’ van Dini Brouwer-Kippers, herinnert zich nog goed de lange logeerpartijen bij zijn zus. Op 14-jarige leeftijd vertrok Jan voor de eerste keer als echte landrot per boot naar Urk.

,,Na een treinreis naar Kampen, moest ik inschepen op de ‘Insula’ voor de bootreis naar Urk. Dat alleen al was opwindend voor een jonge knul die in die tijd nooit verder kwam dan Rijssen. In de zomervakanties bleef ik soms wel acht weken achtereen op Urk logeren en natuurlijk hielp ik dan ook mee. Zwager Frans was een bijzondere kerel. Altijd opgeruimd en er was altijd wat te beleven als hij in Rijssen op bezoek kwam. Vooral als hij zijn trekharmonica mee had genomen. In plat Rijssens zeggen we dan: ,,Dat was völle bak en völle plezeer. Of in gewoon Nederlands: dat was volle bak en veel plezier.”
Flessen spoelen, flessen vullen, etiketteren; voor Jan was er
altijd wel een klusje te vinden in de limonadefabriek. Dat een ongeluk in een klein hoekje zit, leerde Jan tijdens het maken van de enige echte WABU limonadegazeuse. Hij liet het kraantje van een vat van 200 liter vloeibare suiker open staan. Liters en liters suikersiroop belandden op de vloer… ,,Tegen de tijd dat ik het kraantje weer dicht had, was de grond een en al stroop en kleef. Ik ruimde alles zo snel mogelijk op, voordat Frans thuis zou komen. De suikerresten gingen later echter kristalliseren, zodat er overal brokjes suiker lagen. Frans begreep maar niet hoe dat kon. Ik hield wijselijk mijn mond.’’
Jan werd ook ingezet als hulpje bij de verkoop van souvenirs, ansichtkaarten en lepeltjes aan toeristen. Aan de achterzijde van Hotel Havenzicht was een kleine ruimte waarin alle toeristische prullaria werden geëtaleerd. ,,Soms moest ik ook de bootjes langs met wat spulletjes. Ik hield daar helemaal niet van en verkocht dan ook niets. Het was heel bijzonder om dat als jonge knul al mee te mogen maken.’’

Een oude motorfiets en vrachtwagentje dienden als transportmiddel. De dijken rondom Urk waren nog onverhard, dus een levering aan deze kantines was een hachelijk en vaak glibberig avontuur. De motorfiets en vrachtwagen (een Duke) waren nog restanten uit het Canadese leger. Hoewel de passagier achterop vaak doodsangsten uitstond op die onverharde dijk, reed Frans met maar één doel naar zijn klanten: zo snel mogelijk de spullen leveren.
Frans was inmiddels gediplomeerd limonadefabrikant en wijnbottelaar, maar toch verliep zijn productieproces niet altijd even vlekkeloos. Zo leverde hij zelf gebottelde wijn aan een grote kruidenierswinkel in Rijssen. Na een paar weken knalden de kurken spontaan uit de flessen vanwege een nagisting...
Door het vele experimenteren bouwde Frans een bijzonder ‘boekwerk’ op, met daarin de receptuur van tientallen producten. Deze recepten vormden jaren later de basis van een veel grotere frisdrankproductie.
Frans zat boordevol ideeën om geld te verdienen. Altijd inventief, maar niet altijd even praktisch. Een goed voorbeeld daarvan was de punchkraam… In de wintertijd vroor de haven vaak dicht en werd er geschaatst. Frans zette een kraam neer en verkocht zelfgemaakte punch aan de ver-
kleumde schaatsers. Tot ’s nachts de dooi onverwacht inviel en de kraam uit zichzelf de haven uit dreef.
De populariteit van de kroketjes van Dini leidde tot een ander idee bij Frans: het openen van een automatiek op Urk. Uniek voor het dorp, want tot die tijd was zoiets nog nooit geprobeerd. Een Urker zou geen patat frites lusten, zo werd gezegd. Toch zetten Frans en Dini door en de automatiek ging van start in de Torenstraat. Met groot succes, deze voorloper van de snackbar bleef jarenlang bestaan. De familie Brouwer verhuurde het pand later aan een andere snackbarondernemer.
De culinaire gaven van Dini raakten sowieso steeds meer vermaard op Urk. De keuken van Havenzicht kreeg het hierdoor nog drukker en de activiteiten werden uitgebreid met de catering van bruiloften.
TROUWERIJEN
Bruidsparen vierden hun trouwerij in de zaal van Havenzicht. Later werd het gebruikelijk om de feestzaal van Gebouw Irene te gebruiken, maar voor de catering konden stelletjes nog steeds terecht bij de familie Brouwer. Het kleine keukentje van Havenzicht deed qua prestatie niet onder voor een grootkeuken. Voor het vervoer van het eten

Stiene Brands, Dirkje Brands, Frans Brouwer en Grietje van Slooten.
Rekening van een Urker bruiloft….
De fantasie slaat een beetje op hol bij het zien van deze rekening voor de heer Jan Korf te Urk, gedateerd op 24 maart 1951. Op de factuur worden de bruiloft en receptie apart genoemd. Met wie was Jan getrouwd? Of vierde hij een jubileum? Ook worden er drie verschillende data genoemd, 10 maart, 15 maart en 17 maart. Het lijkt wel een Joodse bruiloft met drie dagen feest? De gasten van Korf hadden in ieder geval van veel verschillende spiritualia genoten. Wat te denken van een fles Schilletje, vier potten Boerenjongens, drie flessen Curacao en een liter Cognac, Citroen en Genever. De Advocaat was een topper, vijf flessen waren erdoorheen gegaan. De rekening bleef echter bescheiden, net onder de zeshonderd gulden voor drie dagen feest!


maakten Frans en Dini gebruik van een personenauto, met zelfgemaakte kisten voor de dekschalen en pannen. Naast de catering nam Frans ook nog, op verzoek, de taak van ceremoniemeester voor zijn rekening. Zijn opgedane ervaring als lid van de roemruchte reciteervereniging Dindua kwam hem hierbij goed van pas. De gasten genoten van de voordracht van Frans en van een door Dini heerlijk klaargemaakt diner. Op het menu stond bijvoorbeeld: zoete peertjes met koevleas (sudderlapjes), met een kookpuddinkje toe…
Het harde werken dat Nederland zo kenmerkte in de jaren vijftig, was ook voor de familie Brouwer een vanzelfsprekendheid. Het continu actief zijn op twee ‘fronten’, de horeca in Havenzicht en de productie en distributie van de limonadefabriek, was voor Frans en Dini echter niet ideaal. Daarom werd in 1960 besloten om een nieuwe limonadefabriek te openen op het eerste industrieterrein van Urk.
PIONIEREN
Pionieren op een nagelnieuw industrieterrein, met een uniek bedrijf voor het op de visserij georiënteerde Urk. Het was geen gemakkelijke taak waar de familie Brouwer zich voor gesteld zag in 1960; de opening van de eerste Urker limonadefabriek. Toch hakten Frans en Dini de knoop door: de limonadeproductie en bijbehorende drankenhandel zou verhuizen van de kleine kelder van Havenzicht, naar alle



Het was hard werken en actief zijn op twee frontenWillem Hoekstra aan de bottelmachine in de kelder van Havenzicht. Familiefoto van de Brouwers begin jaren zestig. Albert en Jan Brouwer.
ruimte op het industrieterrein op Urk. De productie werd hierdoor geprofessionaliseerd en dat was met een toenemende vraag naar de dranken van Brouwer ook wel hard nodig. Frans had er zin in, hij wilde het liefste zelf de fundering uitgraven van het nieuwe pand op het industrieterrein.
De limonadefabriek van Brouwer was het eerste bedrijf op het industrieterrein. Aan de buitenste rand van Urk was een gebied ingericht voor industrie, maar de bedrijvigheid moest nog op gang komen. De verhuizing bleek later een mijlpaal in de geschiedenis van het bedrijf. Niet alleen de productielijn werd geprofessionaliseerd, ook de distributiemogelijkheden waren gunstiger dan in het kleine, nauwe Oude Dorp. De start van de fabriek was op bescheiden schaal, in een groot uitgevallen schuur, maar al snel werd de fabriek groter.
AGENTSCHAPPEN
Een paar jaar later, in 1963, betrok de familie Brouwer een woning naast de fabriek. De focus binnen het bedrijf kwam op het produceren van limonade te liggen én op de ontwikkeling van een regionale drankengroothandel. Brouwer leverde inmiddels niet meer alleen eigen gebrouwen limonades en jus d’orange, maar ook frisdranken van allerlei merken en Heinekenbier. De limonadefabriek diende dus niet alleen voor productie, maar ook voor opslag van allerlei soorten dranken.

Brouwer was zelfs lange tijd de enige leverancier van Heineken op Urk en in de wijde omgeving. Een unieke positie voor een beginnende drankengroothandel. Frans dacht verder dan alleen Urk en had inmiddels ook in Kampen een handelskantoor. Voor het bestieren van de limonadefabriek op Urk had Frans een betrouwbare bedrijfsleider in zijn jongere broer Riekelt.

Bouwen op het industrieterrein
In 1961 vroeg Frans Brouwer een vergunning aan tot het bouwen van een opslagruimte op het Urker industrieterrein. Toen nog een onontgonnen gebied, waar nog geen straatnaam te vinden was. De bouwkosten bedroegen 24.000 gulden, de leges een luttel bedrag van 40 gulden. Het college van Burgemeester en Wethouders verleende de vergunning op 14 augustus 1961 en Brouwer kon van start. De bouw op het industrieterrein was het begin van de professionalisering van de limonadefabriek.

De plek van de limonadefabriek (zie witte pijl) op het eerste industrieterrein van Urk.

De limonadefabriek beschikte in die tijd nog niet over een etiketteermachine. Iedere fles werd met behulp van een bakje met lijm handmatig voorzien van een etiket.
De belangrijkste producten van de fabriek waren sinas, gazeuse, ranja, up en champagnepils. Voor het fabriceren van de zoete drankjes was suiker onmisbaar. Iedere dag gingen er talloze zakken vol met suiker in de suikersmelter. Daaruit ontstond vloeibare glucose en dat werd samen met water, kleuren smaakstoffen gemengd tot een limonadevariant.
De jus d’orange van de Brouwers was beroemd op Urk en in de regio. Menig zieke werd verblijd met een fles jus d’orange, gewikkeld in een cellofaan verpakking van de firma Brouwer. In de winter maakte de fabriek honderden liters punch voor de ijsbanen op Urk en omgeving.
KAMPEN
Het handelskantoor in Kampen was in de jaren zestig zo gegroeid dat er een nieuw pand werd gebouwd aan de Dieselstraat, met ruimte voor kantoor en opslag. Zo kreeg Brouwer Drankengroothandel een eigen plek in Kampen. In 1969 werd ook de limonadeproductie uitgebreid, toen de familie Brouwer ook in Kampen een eigen productielijn startte. Talloze jongeren uit Kampen vonden een vakantiebaantje in het bedrijf als flessensorteerder of aan de spoelmachine. De limonadefabriek was ook in Kampen een begrip geworden. De bestsellers van de limonadefabriek, de sinas en gazeuse, werden vooral verkocht door melk- en groenteboeren en buurtwinkeltjes. De ambachtelijke limonadeproductie bloeide en in die tijd telde Nederland zo’n 500 limonadefabrieken.


De mensen van Brouwer Marie Bode-Ras
Een vriendschap voor het leven. Dat was de band tussen Frans en Dini Brouwer en Frits en Marie Bode. Het begon met de vriendschap tussen Frans en Frits. Op 18-jarige leeftijd leerden ze elkaar goed kennen en beiden beschikten ze over een enorm enthousiasme. Frans voor het ondernemerschap en Frits voor de muziek.
Frits was een bakkerszoon, maar had zijn hart verpand aan de muziek. Hij kon goed orgel spelen, maar bleef ook lang betrokken in de bakkerij. Zo stond hij zijn muziek na te kijken tussen het bolletjes draaien door.
Frits hielp Frans ook in de limonadefabriek en als chauffeur. Zo reed hij 1948 door de polders buiten Urk, om bestellingen bier en limonade te bezorgen bij de kazernes. Hij had een rijbewijs, in tegenstelling tot Frans in die tijd. De zolder boven bakkerij Bode fungeerde als opslag voor de limonadefabriek, tussen de zakken met meel stonden kisten met limonade.

Frans en Dini waren inmiddels al getrouwd, terwijl Frits en
Marie verkering hadden. Samen gingen de stellen een weekje op vakantie, met het vrachtwagentje van de bakkerij: de Koektrommel. ,,Dat vrachtwagentje was multifunctioneel. We kookten er zelfs onze peertjes en koevlees in. Daar hebben we toen veel plezier van gehad tijdens die vakantie’’, blikt Marie terug. In 1952 trouwden Frits en Marie. Dini had de trouwjurk van Marie genaaid, ondanks alle drukte in de zaak. Marie denkt met genoegen terug aan de zaterdagochtenden ‘voor de kost’ in Havenzicht. Genoeglijke uurtjes waren dat, waarbij Frans en Frits onder het genot van een glaasje port gloedvol over muziek konden praten. ,,Ze hielden allebei van muziek. Frits had er vanuit zijn werk mee te maken, maar ook Frans mocht graag zingen. Ze hebben zelfs een tijdje een klein mannenkwartet gehad.’’
Toen het nieuwe pand in Kampen werd geopend in 1965 was Frits al een bekende muzikant. Hij fungeerde als ceremoniemeester van de opening en gaf zo blijk van de warme band tussen de twee families.

De mensen van Brouwer
Jannetje Snoek
Jannetje Snoek-Bakker (1929) was één van de eerste dienstbodes in Hotel Havenzicht na de Tweede Wereldoorlog. De gasten van het hotel waren in die tijd vooral zakenmensen en vertegenwoordigers. De Kamper en Enkhuizer boot meerden wekelijks aan en aan boord waren altijd wel vertegenwoordigers die zaken wilden doen met Urkers.
Ook reizigers uit Zwolle overnachtten vaak in het hotel, zodat er meer tijd was om gesprekken te voeren met de plaatselijke middenstand. In het najaar van 1945 deed Jannetje als 16-jarig meisje haar intrede in Hotel Havenzicht, in de volksmond bekend als Hotel de Wabu. Vier jaar zou ze er werken, samen met haar vriendin Alie Visser, en nog steeds kijkt ze met veel genoegen terug op die tijd.

,,Er zijn zoveel mooie momenten geweest met Frans en Dini. Die keer dat we onverwachts een groepje Engelse toeristen op bezoek kregen. Dat leek een probleem te worden, want wij spraken geen woord Engels. Dini kon het wel en in die paar uur dat de toeristen bij ons waren leerden wij van haar enkele woordjes. Het viel zeker goed in de smaak, want we kregen een flinke fooi van de Engelsen en dat was toentertijd zeker niet de gewoonte in hotels. Ik hielp Dini in het begin met koken. Ze kon het echt heel goed. Vreemde groentes als spinazie kwamen bij Dini gewoon op tafel. Voor een Urker onbegrijpelijk, die noemde dat ‘paardenpoep’. Dini was een echte ondernemer. Ze kon goed kostprijzen berekenen en was in staat om lang en hard te werken. Ze was onvermoeibaar.’’
Als dienstmeid in het hotel kende Jannetje een vaste routine. Iedere dag ruimde ze eerst boven de slaapkamers op en verschoonde ze de bedden. Op vrijdag kozen Jannetje en Alie er echter voor om beneden aan de slag te gaan en later pas de slaapkamers te verschonen. ,,Boven hadden we goed zicht op het IJsselmeer en konden we zien of de botters er al aan kwamen. Alie had verkering met een visserman en mijn vader en broer Sijmen voeren op de UK 126. Als we de botters aan zagen komen, was dat altijd zo’n leuk moment.’’

Het werken voor de familie Brouwer kende veel variatie. Als het hotel aan kant was, verhuisden de dienstmeiden naar de kelder om daar aan het werk te gaan in het limonadebedrijf.
,,Dat was altijd heel gezellig, flessen spoelen en vullen met gazeuse en etiketten op de flessen doen. Samen met het personeel zongen we dan de bekendste liederen. Ik denk dan in het bijzonder aan collega Teunis Schenk met zijn hoge tenorstem.’’
Improviseren konden de Brouwers als de beste. Zoals die keer toen Frans de gemeenteraadsvergadering vergeten was. Hotel Havenzicht was hofleverancier op het raadhuis, de familie Brouwer verzorgde bij iedere vergadering de catering.
,,Het was een dag in het voorjaar toen we juist druk bezig waren met de grote schoonmaak. Alles moest van boven tot beneden worden geschrobd en gezeemd en we waren er al de hele dag mee bezig. ’s Avonds ging de telefoon in het hotel. De gemeentebode aan de lijn. Ik hoor het Frans nog zeggen:
‘We koemen eran..’
Wij moesten op stel en sprong naar de bakker en de slager voor kransjes en leverworst.
Intussen stond de chocolademelk in de ketel te pruttelen, daar hadden Frans en Dini voor gezorgd. Even een veeg over ons gezicht, de kam door het haar, het schone witte schort voor en wij opperdan. De gemeenteraad heeft niet gemerkt dat Frans de vergadering helemaal vergeten was.’’ Een bijzondere eer was het voor Jannetje toen ze peettante werd van Jan, de oudste zoon van Frans en Dini. ,,Het was een mooie zomermorgen in 1946. Frans kwam ons bij binnenkomst in het hotel meteen vertellen over een blijde gebeurtenis. Hij was vader geworden van een zoon. Er lag een lief klein knulletje in de wieg, Jan Brouwer genaamd. Na een paar weken was op zondag de doopdienst in de Bethelkerk en werd ik gevraagd of ik de kleine Jan wilde dragen bij de plechtigheid. Nog steeds noemt Jan mij peettante en dat tekent onze band.
In 1949 trouwde Alie met haar Maarten en ik stapte met Sjoerd Snoek in de huwelijksboot. Nog steeds denk ik terug aan die mooie tijd bij de Brouwers. De band met de familie bleef. Dini bracht vaak een bezoekje met haar dochter Hilt aan ons huis in de Almerelaan. Even bij Jannetje kijken, zei ze dan.’’

Met een officiële verklaring van de Sociaal Economische Raad op zak, konden Frans en Dini Brouwer zich vanaf 20 mei 1965 gerechtigd ‘vakbekwaam’ noemen tot het bestieren van een café- of aanverwant bedrijf. De horeca-ervaring was er natuurlijk allang, maar met deze verklaringen kon café Havenzicht officieel gerund worden.





De mensen van Brouwer Willem Hoekstra

Willem Hoekstra, één van de medewerkers uit de tijd dat Hotel Havenzicht een begrip was op Urk, spreekt anno 2016 nog steeds over ‘ons’ en ‘wij’ als het over zijn tijd bij de Brouwers gaat. En dat terwijl hij al ruim veertig jaar geleden overstapte naar een ander bedrijf. In Havenzicht vervulde hij bijna alle denkbare functies binnen het bedrijf. Van ober tot ijsmaker, van wijntapper tot debiteurenbeheerder, hij was een echt manusje-van-alles. Willem bewaart goede herinneringen aan zijn tijd bij de familie Brouwer: ,,Frans en Dini hadden mijn ouders kunnen zijn, zó goed was onze band.’’
Begin jaren vijftig zette Willem voor het eerst voet over de drempel van Havenzicht. Als 18-jarige knaap maakte hij lange dagen in de bekende pleisterplaats voor toeristen en zakenlui. Van ’s ochtends half acht tot ’s avonds laat zette hij zich op alle mogelijke manieren in. Eén keer in het half jaar kreeg hij zijn loonzakje, op aangeven van zijn moeder. ,,Er was een kerkelijke band tussen de families Hoekstra en Brouwer en dat betekende ook dat je elkaar vertrouwde. Een wekelijks salaris kende ik niet. Als mijn moeder bij Frans aangaf dat er weer wat loon moest komen, dan werd er een zakje gebracht. Dat werd meteen door haar weggelegd, ik wist zelf eigenlijk niet eens wat ik verdiende in die tijd.’’
,,We hadden best wat aanloop van Urkers die het restaurant als een gezellig dorpscafé zagen. Vooral gedurende de zomer, als het terras ook geopend was. Eén van de plaatselijke predikanten, dominee De Boer, kwam weleens langs. Dat was bijzonder voor die tijd, van een dominee werd verwacht dat hij zich niet ‘zomaar’ ophield met het gewone volk. Ik heb wel meegemaakt dat een vaste klant van Havenzicht, die het zelf niet zo nauw nam met drank, kritiek gaf op de dominee die bij ons aan een glaasje wijn zat. Dat zoiets eigenlijk niet kon, een dominee ‘aan de drank’. Gelukkig kon de predikant hier goed mee omgaan. Hij diende de alcoholist vrij direct van repliek: ‘Ik maak er geen dagelijks werk van broeder.’ En: ‘Als Brouwer het mag maken, mag ik het drinken’. Dat soort dingen vergeet je nooit.’’

Hoekstra moest als ober meer dan eens de plaatselijke ondeugden een zetje in de goede richting geven als ze te diep in het glaasje hadden gekeken. ,,Dat ging altijd op een vriendelijke manier. Het werd ook van mij geaccepteerd en eigenlijk wel verwacht. Het was natuurlijk niet niks om als jonge jongen je staande te houden in zo’n omgeving. Je kwam er van alles tegen, van chique dames tot onbehouwen kerels. Ik heb er wel mensenkennis door gekregen. Uitgaansgeweld zoals je tegenwoordig ziet, bestond toen nog

niet. De mensen wisten dat er een grens was aan wat je kon uitspoken.’’
Opoe Hiltje Brouwer is een markant figuur in de herinnering van Hoekstra. ,,Het was een daadkrachtige dame. Ze woonde nadat de kinderen de deur uit waren lange tijd alleen in een klein huisje in Wijk 6, maar dat was op een gegeven moment niet meer verantwoord. Nadat ze bijna brand had gehad, grepen Frans en Dini gelukkig in. Opoe kwam op de bovenste verdieping van Havenzicht terecht. Met haar stok maakte ze haar wensen kenbaar aan ons op de benedenverdieping. Twee ferme tikken op de vloer betekende dat ze twee koffie wilde hebben.’’
Willem Hoekstra zag het bedrijf van Frans en Dini groeien en werkte daar zelf net zo hard aan mee. Vijftig jaar na dato spreekt hij nog steeds in de wij-vorm over Havenzicht. ,,Het was echt poot aan iedere dag. Bij ons in Havenzicht kon alles, we pakten alles aan. Van bestellingen brengen naar kazernes, tot het cateren van bruiloften. Als er geld mee te verdienen viel, dan gingen we ervoor.’’
In 1963 ging Willem aan de slag in een ander familiebedrijf: het Assurantiekantoor Hoekstra van zijn broer Jelle. Zijn

broer was ziek geworden en Willem moest in de zaak stappen om de dagelijkse leiding over te nemen. Tot op de dag van vandaag runt de 78-jarige Willem met verve het succesvolle makelaars- en assurantiebedrijf. Toch kijkt hij met weemoed terug op zijn tijd bij de Brouwers: ,,Als mijn broer niet ziek was geworden, werkte ik er vast en zeker nu nog.’’

De mensen van Brouwer
Grietje Brouwer-Hoekman
Grietje Brouwer-Hoekman kwam dankzij de impulsiviteit van haar man Jurie in 1965 bij Havenzicht terecht. Haar man Jurie, toen nog actief als limonadefabrikant, zag een zakelijke kans toen de familie Brouwer een nieuwe uitbater zocht voor de lunchroom met caféfunctie. Door Havenzicht een aantal jaar te runnen wilde Jurie genoeg startkapitaal vergaren om zijn droom te doen uitkomen: een zelfstandig transportbedrijf. In de praktijk kwam het erop neer dat zijn vrouw Grietje Havenzicht bestierde, terwijl hij als chauffeur op de weg actief was.

Het runnen van een horecagelegenheid was voor Grietje een compleet nieuwe ervaring. Op haar eerste avond achter de toog bleek juist de hele Urker vloot binnen te blijven en moest ze in rap tempo bier leren tappen. Het werk ging Grietje echter goed af, ze legde makkelijk contact en had een klik met de jeugd.
Ze hield ook van sfeer, in het café lagen de geblokte kleedjes op tafel en werden de kaarsjes ’s avonds aangestoken. ,,Ik was streng, maar rechtvaardig. Onze gasten hadden ook wel een natuurlijk ontzag voor me, want ik was ieder jaar zwanger in die
tijd. Stond ik daar met een dikke buik achter die toog, nou, dan lieten ze het wel uit hun hoofd om herrie te maken.’’
In die tijd ging er door heel Nederland een golf van flower power, maar op Urk heerste de degelijke moraal van de jaren vijftig. Meisjes kregen in Havenzicht geen bier of port, hooguit een half glaasje wijn. Wie jonger dan zestien was en naar binnen wilde, moest een briefje van zijn ouders bij zich hebben. Vloeken of dronkenschap werd door Grietje helemaal niet getolereerd. Maar de gasten vonden altijd een luisterend oor bij haar en ze stond garant voor een gemoedelijke ‘bij-ons-aan-dekeukentafel’-sfeer.
,,Jurie was echter geen rasechte horecaman. Een feest of partij hoefde van hem niet zo nodig, terwijl een horecaondernemer daar normaal gesproken toch gek op is. Het was puur een middel om iets op te bouwen.’’
Binnen vijf jaar hadden ze genoeg gespaard en konden Jurie en Grietje van start met de realisering van de droom van een eigen transportbedrijf, dat vandaag de dag nog volop draait: Brouwer

Agentschap van Heineken
In 1952 sloot Frans Brouwer al een agentschap af bij Heineken. Hiermee dwong hij exclusiviteit af in de regio. Wie Heineken wilde schenken in het café, moest klant worden bij Brouwer. En dat leverde de limonadefabriek en drankenhandel een trouwe klantenkring op.


Veel gazeuse
De rekening voor een levering aan het Jeugdgebouw op Urk. Er werd vooral veel gazeuse en jus d’orange gedronken. Opvallend is ook dat het bedrag voor de emballage bijna net zo hoog is als de geleverde dranken.
Leveren aan kazernes in en rond Kampen
In 1960 was de nieuwe limonadefabriek op het industrieterrein in gebruik genomen. De investering in nieuwe, professionelere apparatuur moest natuurlijk zo snel mogelijk worden terugverdiend. Het bedrijf van Frans en Dini Brouwer was daarbij afhankelijk van een aantal grote leveringen, onder meer aan de kazernes in Oldebroek, Wezep en Kampen. Om ook voor 1961 de omzetten veilig te stellen, schreef Frans Brouwer een persoonlijke brief naar het hoofd van de afdeling Inkoop Cadi (cantinedienst), die kantoor hield in de Doelenkazerne in Leiden.
Hij deed een klemmend beroep op de inkoper, of de firma Brouwer toch zou mogen blijven leveren aan de kazernes in en rond Kampen. ,,In deze fase zou U ons de grootste dienst bewijzen door ons in 1961 te laten leveren. U bent van onze zaken geheel op de hoogte en U weet hoe noodzakelijk het voor ons is om door te leveren. Door het uitermate slechte weer, gedurende practisch het gehele seizoen, moesten we alle zeilen bijzetten om de nieuwe fabriek lonend te doen draaien. Verlies hebben we gelukkig niet geleden, maar van verheugende winstcijfers is ook geen sprake.’’

De brief had effect, want de firma Brouwer mocht ook in 1961 gewoon door leveren aan de kazernes.

Bezoek van TRIO-delegatie
TRIO Vruchtenlimonade was in de jaren zestig en zeventig een bekende vruchtenlimonade. Koninklijk van kwaliteit en smaak, zoals de reclame affiches van TRIO luidden. In april 1960 had een delegatie van TRIO een hartelijke ontmoeting met Frans Brouwer op Urk. De limonadefabriek van Brouwer produceerde onder meer TRIO vruchtenlimonade en daarvoor moest een en ander worden afgestemd. Zoals de plaatsing van de decoratie op de kisten en de etiketten.
















Albert Brouwer
schipper/eigenaar botter UK 75, winkelier en hotelier
7 oktober 1888
† 21 april 1932
1. Lucas Brouwer
11 december 1914
† 4 oktober 1948
2. Grietje Brouwer
2 juli 1917
† 5 januari 1979
3. Stientje Brouwer
24 november 1920
† 21 maart 1928
4. Frans Brouwer
12 maart 1923
† 19 december 1986
5. Riekelt Brouwer
14 februari 1926
† 30 oktober 1983
6. Juriaan Brouwer
2 februari 1929
† 12 juli 1995
Hiltje de Vries
dienstbode, winkelierster en hotelierster
16 november 1889
† 15 februari 1965
dochter van Riekelt de Vries, visser en vishandelaar, en Grietje de Boer
= =
Jansje Visser
12 december 1924
† 29 april 2011
Hessel de Vries (de Matanja)
17 februari 1914
† 28 juli 1988
= = =
Lammerdina Kippers
23 april 1922
† 1 juni 2005
Philippina Johanna Hendrika Kippers
2 januari 1928
† 30 maart 2003
Grietje Hoekman
12 juni 1932
Frans Brouwer
hotelier en limonadefabrikant
12 maart 1923
† 19 december 1986
=
Lammerdina Kippers
hotelierster/restauranthoudster
23 april 1922
† 1 juni 2005
1. Jan Brouwer
12 juli 1946
2. Albert Brouwer
8 oktober 1947
† 19 februari 2007
3. Hiltje Brouwer
17 november 1948
† 16 augustus 2009
4. Frans Brouwer
24 maart 1957
5. Willemina Johanna
18 april 1961
= =
Jacobje Ras
12 juli 1946
dochter van Jan Kippers, fabrieksarbeider en stoker, en Willemina Johanna ter Harmsel
Gezinsfoto uit 1986 met v.l.n.r.

Jan, Hilt, Frans, Wilma en Albert. En voor Dini en Frans.
Ede Gerssen
10 oktober 1947
† 29 mei 2011
= =
Geertje Bode
26 oktober 1957
Klaas Johannes van der Sloot
1 oktober 1959

Hoofdstuk 3
Nieuwe generatie grijpt de kansen
• 1960-1990
De gezondheidsproblemen van Frans Brouwer zorgen ervoor dat de nieuwe generatie al op jonge leeftijd verantwoordelijkheid krijgt. Een periode van economische groei dient zich aan, die zich ook vertaalt in de omzet en activiteiten van de Brouwers. Op de steeds veranderende markt wordt alert gereageerd. Denken in kansen. Nieuwe activiteiten worden voortvarend aangepakt en minder rendabele worden afgestoten. Urk blijft thuisbasis, maar de bedrijfsactiviteiten overschrijden ruimschoots de gemeentegrenzen.
Aandeelhouder van Vrumona
,,Wij heten u daarom in onze kring van medestrijders van harte welkom en hopen, dat U altijd met genoegen zult terugdenken aan de dag waarop u het besluit nam tot ‘Bunnik’ toe te treden.’’ Nee, dit betreft niet de toetreding tot een jachtvereniging uit Bunnik, maar het is een citaat van de enthousiaste directeur van Vrumona uit Bunnik, gedateerd op 31 maart 1965.
Vrumona is de naam van een frisdrankenfabrikant en –leverancier gevestigd in Bunnik. De basis van het bedrijf was in 1945 gelegd toen enkele honderden kleine zelfstandige limonadefabrikanten besloten om een gezamenlijke fabriek te bouwen en gemeenschappelijke merkartikelen te gaan voeren. De bedrijfsnaam Vrumona (1953) verwijst naar het woord VRUchtenliMONAde. In 1965 was het bedrijf bekend vanwege een zestal zeer populaire producten: Si Si, Pepsi Cola, B3, Fosco, Polar en Royal Club.

Frans Brouwer trad in die tijd toe als aandeelhouder onder vennootschap, met vijf aandelen ter waarde van 1.000 gulden per stuk op zijn naam. Hij ontving een persoonlijke brief van directeur J. van der Schalk die de hoop uitsprak dat ‘wij zéér aanzienlijke bestellingen van u mogen ontvangen op onze producten. Dit zal dan het bewijs zijn, dat het ons beiden goed gaat.’
Met dit aandeelhouderschap van Vrumona ging de drankengroothandel van Brouwer echt van start.
De familie Brouwer heeft van oudsher goede contacten met de stad Kampen. Toen Urk nog een eiland was, werd water uit Kampen aangevoerd als basis voor de frisdrankproductie. De grote houten fusten ‘rolden’ vanaf de Urker boot richting de kelder van Havenzicht waar de limonadefabriek van de Brouwers was gevestigd. Het water uit Kampen werd op Urk gebruikt om de ‘dorst’ naar limonade te lessen.
Begin jaren zestig waren de rollen inmiddels omgedraaid. Toen bezorgde de Urker drankenhandel van Brouwer allerlei dranken in Kampen en omstreken. In 1963 was het eerste Brouwer-kantoor in Kampen een feit en daarmee eigenlijk ook de start van de drankengroothandel.

OVERNAMES
Frans Brouwer was een ondernemer met visie. Expansie van het bedrijf was het doel, zijn uitbreidingslust werd verder aangewakkerd door het advies van de mensen van Heineken om groothandels in de buurt aan te kopen. De eerste keer dat Frans een groothandel (familie Dokter in Kampen) overnam was dat noodgedwongen. De groothandel stond in het krijt bij de firma Brouwer en op deze manier kon de Urker limonadeproducent in ieder geval de klantenkring uitbreiden. In één klap kreeg Brouwer er dertig tot veertig horeca-afnemers in en rond Kampen als klant bij. Later volgden overnames van drankengroothandels in Kampen (Kattenberg), Hattem (Steenman) en Steenwijk (Van Kampen), ’t Harde (Evink) en Harderwijk (Visser). Bij iedere overname groeide het aantal klanten mee. De ene na de andere klant kwam op de leveringslijst. Na alle jaren waarbij het voortbestaan van de zaak zelfs onzeker was geweest, was het succes een welkome nieuwe fase.
De vliegende start kreeg een extra vliegwiel door het verwerven van het exclusieve agentschap voor Heineken in de regio. Onder het motto ‘het huis van je buurman komt maar één keer te koop’ nam Frans agentschappen over van verschillende concurrenten. Die visie verzekerde Frans op slag van een zeer loyale klantenkring. Wie Heineken bier wilde serveren, moest gebruik maken van Brouwer als leverancier. En als Brouwer eenmaal bier leverde aan een horecabedrijf, leverde dat automatisch ook andere bestellingen op. Een simpel principe, maar het was een gouden formule. De Overijsselse grond bleek vruchtbaar, de firma Brouwer
groeide en bloeide in Kampen. Met het succes nam echter ook de druk op Frans toe om de verantwoordelijkheid voor de zaak alleen te dragen.
In 1965 werd de energieke Frans letterlijk en figuurlijk stilgezet door een plotselinge hersenbloeding. Hij, als geboren ondernemer, verloor een deel van zijn sprankelende natuur. Op 42-jarige leeftijd, middenin de opbouw van de zaak, moest Frans noodgedwongen een stap terug doen. Zijn oudste zoon Jan, vers van de HBS, droeg samen met zijn broer Albert (die al in het bedrijf werkzaam was) van het ene op het andere moment een grote verantwoordelijkheid. In een keer veranderde het leven van de jongemannen voorgoed. De gezond -
heid van hun vader was blijvend kwetsbaar en dat was een heel andere situatie dan Jan en Albert voor zich hadden gezien.
Jan droomde als tiener van een leven als stoere visserman. Hij had als opgroeiend jongetje zijn hele leven vissersschepen zien aanmeren in de haven en vond dat altijd een geweldig moment. De vreugde van de thuiskomst, het beeld van de ruwe mannen met hun blauwe truien aan dek en het bijbehorende vrije leven… Het trok Jan enorm aan. Tot hij een weekje mee mocht met de kotter van de buurman, toen was het snel afgelopen met zijn droom. Het werk aan boord was een stuk minder aantrekkelijker dan de thuiskomst in de haven. Jan koos daarna met volle overtuiging voor een baan in de zaak van zijn vader. Het maakte niet uit wat het werk inhield.
Zelfs een baan bij de spoelmachine wilde hij graag doen. Samen met bekende figuren als Jan van Mariap en Jelle van Eerde ging
Jan aan de slag. Hij zag het productiewerk helemaal zitten, maar vader besliste anders. Het moest een kantoorbaan worden.
In 1963, op 17-jarige leeftijd, kwam Jan ‘zo groen als gras’ in de zaak. Vader Frans legde vanaf het eerste moment de complete administratie van het bedrijf bij zijn oudste zoon neer. Hij had vanwege het grote aantal overnames behoefte aan ‘eigen’ volk: zijn zoons.



Jan moest zich richten op de administratie en verkoop, terwijl Albert zich met de logistiek en bestellingen bezig hield. Albert was fel in zijn werk en kreeg vrij snel de bijnaam ‘het locomotiefje’. Een eretitel die hij, klein van stuk, verdiende door verschrikkelijk hard te werken. Ook Jan ging voorop in de strijd, ook om te laten zien dat hij meer was dan het ‘jongetje van de baas’. Computers waren in opkomst en er werden veel veranderingen doorgevoerd in het administratieve beheer. Met een doortastende blik pakte Jan door, vaak tegen de zin van de boekhouder in. Het moeilijkste moment voor de boekhouder was het afscheid nemen van zijn telmachine, maar voor zulke sentimenten was geen plek binnen de firma Brouwer.

Frans moest noodgedwongen een stap terug doenJan Brouwer. Albert Brouwer. Frans en Wilma voor de nieuwe limonadefabriek op Urk. Frans en Wilma.







NIEUWBOUW IN KAMPEN
De jongemannen hielden zich met name met de exploitatie van de drankengroothandel in Kampen bezig, op verschillende locaties in de Hanzestad. Logistiek gezien was het erg onhandig om verspreid over de stad te zitten, een groot, eigen pand stond hoog op het verlanglijstje van de familie. Op Urk iets vinden was niet makkelijk. De gemeente Kampen wilde graag investeren in het bedrijfsleven en bood alle ruimte. De gunstige ligging van Kampen, waaruit naast het noordelijk Veluwe gebied ook alle dorpen van de Flevopolder beleverd konden worden, gaf de doorslag. Niet op Urk, maar in Kampen zou nieuw gebouwd worden.
Zieken, bejaarden en schoolkinderen
werden getrakteerd
Op woensdag 25 oktober 1967 was het dan zover. Burgemeester

W.P. Berghuis van Kampen opende, met het ontsluiten van een fles jus d’orange, een gloednieuw bedrijfspand aan de Dieselstraat. Voor 100.000 gulden kon de firma beschikken over een pand van 40 meter lang, 20 meter breed en een totale terreinoppervlakte van 6.000 vierkante meter. De bekende dirigent Frits Bode, goede vriend van Frans en Dini, leidde de openingsplechtigheid als ceremoniemeester. Als openingsstunt had de familie Brouwer voor Sinterklaas gespeeld in Kampen: alle schoolkinderen, zieken die verpleegd werden in het ziekenhuis en de bewoners van het bejaardenhuis werden getrakteerd op frisdrank en jus d’orange.
NIEUWE TELEFONISTE

In 1964 was de 18-jarige Urkse Co Ras, die verkering had met Jan, in beeld gekomen binnen ‘de zaak’. Ze werd aangenomen als kantoorbediende in het bedrijf. Ze was thuis opgegroeid zonder vaste telefoon, maar werd bij de familie Brouwer meteen in het diepe gegooid. Haar eerste klusje op de zaak in Kampen was het bellen van diverse klanten. Geschokt sloot ze zich op in een apart kamertje om daar haar eerste telefoontje te plegen. Al snel had ze de slag te pakken en stond ze als geroutineerd telefoniste alle klanten te woord.
‘Knallen!’
De limonadefabriek van de familie Brouwer was wijd en zijd bekend in Kampen. Dat dat niet altijd positief was, bleek wel uit een brief van een mevrouw uit ’t Harde uit die tijd. Ze klaagde over de decibellen die de flessen van Brouwer in haar koelkast produceerden. Vanwege problemen met de gisting in de sinaasappellimonade knalden de flessen soms met een harde knal uit elkaar in de koelkast. Zelfs vader Frans Brouwer kreeg de gisting niet onder controle, zijn advies was dan ook om te stoppen met productie. De klachtenbrief gaf de doorslag: ,,We zijn hier in ons dorp bij de legeroefeningen in het Artillerie Schietkamp best wel wat gewend, maar de knallen van uw product overtreffen alles!’’

De mensen van Brouwer
De familie Brouwer heeft altijd het belang gezien van ‘samen de klus klaren’. Dat betekende dat het succes van het bedrijf stond of viel met goed personeel. De mensen van Brouwer hebben jaar in jaar uit bijgedragen aan de groei van het bedrijf. Of dat nu in het verre verleden was, of juist vandaag de dag: de Brouwergroep is de personeelsleden altijd erkentelijk geweest voor hun inzet. Dat begon al met vader Frans Brouwer. Toen hij leiding gaf aan het bedrijf, groeide de groep werknemers ieder jaar en werd het steeds belangrijker om alle neuzen dezelfde kant op te hebben staan. Frans Brouwer was open over de stand van zaken binnen het bedrijf en stak zijn waardering voor zijn personeel niet onder stoelen of banken en had altijd een persoonlijk woord voor de medewerkers van Brouwer. In de hiernaast afgebeelde speech gaf hij in 1970 blijk van de grote waardering voor de mensen van Brouwer.







In de zomermaanden, als alle horecabedrijven topdrukte hadden, maakte de drankenhandel lange dagen van ’s ochtends half zes tot ’s avonds elf uur. Het gebeurde meer dan eens dat Co ’s avonds laat nog een bestelling door kreeg via de telefoon en de volgende ochtend in alle vroegte dezelfde klant weer te woord stond. Niet vreemd dat de klant dan uitriep: ‘Wat zullen we nou krijgen! Slaapt u daar soms?’
Co was samen met haar schoonzus Hilt, zus van Jan, dagelijks actief op de kantoren van Brouwer en soms fungeerden de dames zelfs als (bij)rijdster op de vrachtwagens. Ze deden niet onder voor de mannen en sleurden net zo goed met bierfusten van vijftig liter. Op vrijdagavond maakten Co en Hilt het kantoor schoon van het pand aan de Dieselstraat. Co spaarde hiermee haar rijlessen bij elkaar.
Er gold geen speciale behandeling voor de verkering van zoon Jan, daar kwam Co al snel achter. Overuren werden bijvoorbeeld wel uitbetaald aan personeel, maar niet aan ‘eigen’ volk. Zuinig op spullen zijn, het was Frans uit het hart gegrepen. Zo had hij ook moeite met het koffiezetapparaat in de Dieselstraat dat gebruik maakte van plastic bekers. Verspilling, in zijn ogen.
In 1970 trouwden Jan en Co en gingen ze naast het bedrijf op het Kamper industrieterrein wonen. Hun toekomst leek in Kampen te liggen. Frans, Diana en Claus werden er geboren en ten doop gehouden in de Nieuwe Kerk. De ouders van Co waren getooid in klederdracht een bezienswaardigheid tijdens de doopdienst. Jan en Co voelden zich thuis in Kampen. De band met Urk bleef, al was het alleen maar omdat Jan twee keer per week naar Urk afreisde om te trainen met het eerste elftal van Sportvereniging Urk. Daarnaast was hij lid van de Urker Zangers. Stress kende hij echter niet, het ging immers goed met de zaak. Druk, maar de resultaten werden ieder jaar beter. Omdat de woning van Jan en Co diverse keren het mikpunt werd van inbrekers, verhuisden de Brouwers in 1976 terug naar Urk.

NIEUWBOUW HAVENZICHT
Havenzicht werd in die tijd tijdelijk gerund door een broer en schoonzus van Frans, Jurie en Grietje Brouwer-Hoekman. In 1970 kwam er een eind aan de verhuur van Havenzicht aan oom Jurie en tante Grietje. De lunchroom ging tegen de vlakte en het pand werd volledig herbouwd. Er kwamen vier verdiepingen en de officiële naam luidde vanaf die tijd: café-restaurant Havenzicht. De derde verdieping diende als restaurant, de benedenverdieping als café. De kelder kreeg ook een nieuwe functie: slijterij en opslag. De bovenste verdieping werd woongedeelte.

Werkdagen van ’s ochtends half zes tot ’s avonds elf uurFrans met zoon Albert. Jan en Co.
Het vernieuwde Havenzicht opende in 1972 de deuren. Een bekend gezicht keerde terug in de zaak: moeder Dini ging de keuken runnen. Met verve stortte ze zich op haar taak, ze wilde niets liever dan een succes maken van het splinternieuwe café-restaurant. De menukaart was zeer uitgebreid en niet te vergelijken met de spijslijst van een doorsnee eetcafé. Zo stonden er tien soorten omeletten op de kaart en konden klanten zelfs terecht voor chique hors d’oeuvres.

DE BOET
Het runnen van zo’n veeleisende horecagelegenheid als Havenzicht was een intensieve klus. Weken van tachtig uur waren eerder regel dan uitzondering. Na het opstarten van het vernieuwde Havenzicht werd het tijd voor Dini om een stapje terug te doen. Dochter Hilt nam de leiding over en ging boven het café-restaurant wonen.
Het gezin van Frans en Dini bestond uit vijf kinderen: Jan, Albert, Hilt, Frans en Wilma. Hilt was de oudste dochter en wist net als haar broers van aanpakken. Als de doener die ze was, zette ze zich voor de volle honderd procent in voor Havenzicht.
De talenten van Hilt lagen ook op een ander vlak. Zo was ze enorm creatief en kunstzinnig. Gaven die ze van niemand vreemd had, want ook moeder Dini had een talent voor kunstnijverheid. Zo was Dini jarenlang trouw lid van
de Weefkring in Emmeloord en was ze genoegzaam bekend vanwege haar vaardigheden met textiel. Het was een grote droom van Dini en haar oudste dochter Hilt om samen een ambachtelijk centrum te openen gericht op de verkoop van exclusieve handgemaakte producten. In 1976 kwam die droom uit, toen de deuren van centrum De Boet open gingen. Dini en Hilt konden hun beider passie voor vakmanschap volop kwijt in de nieuwe winkel. Hilt kreeg de dagelijkse leiding over De Boet en runde de zaak samen met haar schoonzussen Geertje, Co en Ede Brouwer. Zelfs het jongste zusje van Hilt, Wilma, draaide al mee. Het was echt de winkel van ‘de meisjes’ zoals de mannen uit de familie het omschreven. Dini en Hilt stuurden op een bijzonder assortiment en stemden daar de inkoop op af. De dames wisten al snel hun stempel te drukken op De Boet en bouwden zo in korte tijd een exclusieve reputatie op met de kunstzinnige winkel.
Hiltje was enorm creatief en kunstzinnig
NIEUWE HORECA-INVESTERINGEN
In de jaren zeventig was Albert Brouwer, samen met zijn broer Jan, volop actief als directeur van de Brouwer bedrij -
ven. Albert was een geestdriftige man met een neus voor buitenkansjes. Als hij een investering zag zitten, dan ging hij er ook voor, met of zonder overleg. Zijn impulsieve beslissingen leidden ertoe dat Jan vaak verrast werd met een nieuwe ‘aankoop’ van Albert. Dankzij het gedurfde karakter van Albert bezat de familie op een gegeven moment zelfs drie horecabedrijven en een slijterij op Urk: Havenzicht, het Wapen van Urk, Café De Verwachting en Slijterij Hoekstra.
In 1973 was De Verwachting, een café met terras aan de haven, op advies van de bank aangekocht. Het bedrijf was klant van de drankenhandel, maar kampte met financiële problemen. Zoals gebruikelijk in die tijd, zag de familie Brouwer een oplossing in een overname van het bedrijf. In 1977 was Albert het kantoor van Jan binnengestapt met de mededeling: ‘Ik heb ook het Wapen van Urk gekocht.’ Het Wapen van Urk was in die tijd een bekend hotel-restaurant op Urk. Met de aankoop van de onderneming was de drankenhandel van Brouwer verzekerd van de klandizie, maar daarnaast moest het horecabedrijf ook gerund worden. Dat loste de familie gewoon intern op: Frans, de jongere broer van Jan en Albert, ging samen met zijn vrouw Geertje (dochter van huisvriend Frits Bode) het hotel-restaurant beheren. Dat was Geertje wel toevertrouwd, want ze was al jarenlang actief betrokken bij de horeca-activiteiten en werkzaamheden van De Boet. Ze was breed inzet-


baar. Na hun trouwdag woonden Frans en Geertje enkele jaren boven het Wapen van Urk.
Het runnen van het Wapen van Urk was voor hen beiden een pittige klus, want het hotel-restaurant was een favoriete pleisterplaats voor busreizen en werd ook volop gebruikt voor trouwerijen en recepties. Daarnaast kende de onderneming een bezetting van tien hotelkamers. Het was hollen of stilstaan in het Wapen van Urk.
De horecabedrijven waren een passie voor Albert, hij hield van het onstuimige karakter van de horecabranche. En improviseren, daar hield hij van.
Gastvrij en dienstbaar zijn was het allerbelangrijkste voor horecapersoneel, vond Albert. Als een personeelslid het waagde om even een korte pauze te nemen, terwijl er een klant nog niet geholpen was, dan zwaaide er wat.
De familie besloot het Wapen van Urk in 1981 weer te verkopen en Frans en Geertje kregen hierdoor een nieuwe baan. Zij hielden zich vanaf dat moment bezig met het oudste bedrijf van de familie: Havenzicht. Frans voelde zich als een vis in het water in het restaurant. Hij hield van stijl en kwaliteit.
Begin jaren tachtig verkeerde Nederland in een zware economische recessie. Een hoge inflatie, een sterk gestegen
Van Havenzicht naar Wabu

De bedrijfsvoering van Havenzicht werd overgenomen door Cees Netel, die al jaren als ober in de zaak had gewerkt. Hij richtte zich op een jong publiek en veranderde de naam in Café de Wabu (vernoemd naar Hiltje Brouwer-de Vries). Jarenlang fungeerde de Wabu als uitgaansplek en trefpunt voor de Urker jeugd en menig huwelijk vond zijn oorsprong in het café. In het eerste decennium van het nieuwe millennium was de Wabu nog steeds het meest populaire café op Urk. Inmiddels wordt het horecabedrijf door nieuwe eigenaren gerund en draagt het pand vandaag de dag zijn oorspronkelijke naam weer. Op de foto Cees Netel en Dini Brouwer bij de officiële opening in 1994.

werkloosheid en een historisch hoge hypotheekrente betekenden echter niet dat het rustig was in de horecagelegenheden. Het binnenlands toerisme was juist toegenomen en ’s zomers zag het zwart van het volk op de haven. Havenzicht draaide topomzetten, maar na zeven jaar was de koek op voor Frans en Geertje. Frans was klaar met de horeca en wilde weleens iets anders. Ook Café De Verwachting en Slijterij Hoekstra werden verkocht.
FYSIEKE TEGENSLAG
De familie Brouwer merkte dan wel niet zoveel van de recessie in de jaren tachtig, de familie maakte op gezondheidsgebied wel moeilijke tijden mee. Zo werd Albert, die samen met Jan aan het roer van het bedrijf stond, getroffen door een zwaar hartinfarct en moest hij verplicht een stap terug doen. Ter ontspanning ging hij er vaak op uit om met een bijzonder visploegje, waar ook ome Jurie (de jongere broer van vader Frans) toe behoorde, te vissen op rode baars en snoekbaars. Het zakelijk instinct van Albert was echter niet in te dammen. De zoetwatervis bracht veel geld op en daar zag Albert kansen liggen. De familie Brouwer had op dat moment geen directe affiniteit met vis of de visserij. De drankenhandel, de daaruit voortvloeiende horecagroothandel en de limonadefabriek: dat was Brouwer. Albert zag echter een markt voor het verkopen van zoetwatervis en samen met oom Jurie smeedde hij een plan. De oude limonadefabriek op Urk, die bestond uit twee schuren, stond al een tijdje leeg en kon dienen als bedrijfspand. Frans (Fzn.) en Frank Visscher werden bereid gevonden om de dagelijkse leiding op zich te nemen. En zo zag Visscher Seafood het levenslicht.
Van de grond af iets moois opbouwen; dat ligt de familie Brouwer wel. Ook al heeft het bedrijf in de loop der jaren de nodige overnames gedaan, de kracht van de Brouwer Groothandelsgroep ligt toch in het pionieren en met visie te werk gaan. Zo is het ook gegaan met Visscher Seafood. Frans Brouwer ging samen met Frank Visscher op verkenning in de vishandel.
In 1988 stond het eerste visbedrijf van de familie Brouwer letterlijk en figuurlijk in de kinderschoenen. Visscher Seafood ging van start in de oude limonadefabriek, feitelijk in twee schuren naast de woning van de ouders van Frans. Het was in het begin behelpen in het verouderde gebouw. Zo moesten de chauffeurs van de vrachtwagens die de vis vervoerden, bij Dini aankloppen om van het toilet gebruik te maken. Geen enkel probleem voor de Brouwers want: alles voor de zaak.




Van de ene intensieve baan in de horecabedrijven van Brouwer, ging Frans Brouwer over in een andere veeleisende functie. Als bedrijfsleider bij Visscher Seafood moest hij
zorgen dat het bedrijf op de kaart kwam te staan. Binnen de familie was Visscher Seafood een geheel nieuwe uitdaging, er was nog nooit met dat bijltje gehakt. De drankenhandel en horeca, dat was waar men vertrouwd mee was. In de verse vishandel staat ook altijd druk op de ketel. De eerste jaren werd gewerkt met verse tong en dat betekende altijd werken. Dag en nacht.
In 1990 werd het bedrijf verbouwd en kwam er een pand met een nieuwe uitstraling. Het ging steeds beter met de handel en en passant werd de horizon van het familiebedrijf verbreed. In de vis werden de Brouwers gedwongen om zaken in heel Europa te doen en om ook daar de kansen te grijpen.
Frans vertrok in 1995 bij Visscher Seafood om bij Schiava, de nieuw aangekochte groothandel in Italiaanse producten, aan de slag te gaan. Frans had Visscher Seafood zien groeien van een ploeterende pionier in de visindustrie tot één van de moderne visverwerkingsbedrijven op Urk.
Ambachtelijk centrum De Boet De winkel van ‘de meisjes’
Het is aan de strijdlust van de Rijssense Dini Brouwer te danken dat een stuk Urker geschiedenis niet verloren is gegaan. In de jaren zeventig stond een houtopslag van Scheepstimmerbedrijf De Flux op de haven te koop. De schuur stamde uit 1865 en menig Urker botter was vroeger gebouwd in die schuur.
De gemeente Urk wilde de houtopslag slopen. Dini vond dat Urk geen afscheid moest nemen van het beeldbepalende historische pand. Samen met zoon Albert toog ze naar het gemeentehuis om de opslag te mogen kopen om er een nieuwe bestemming aan te geven.
Dini had samen met dochter Hilt een plan voor de opening van een winkel en een ambachtelijk centrum met ruimte voor verschillende ambachten zoals spinnen, weven en andere handwerkzaamheden. Met een gepassioneerd pleidooi, ondersteund door het laten zien van zelfgeweven kleden en handgesponnen
en geverfde wol, wisten ze de gemeente te overtuigen. En zo werd De Boet geboren.
De Boet was van meet af aan een winkel met een bijzonder assortiment boordevol exclusieve materialen.
De dames Brouwer waren verantwoordelijk voor de inkoop, ieder artikel in de winkel had een verhaal. Van originele Oostenrijkse handgemaakte kussentjes tot handwerk uit Kenia, van Workummer aardewerk tot handgetrokken kaarsen van bijenwas. Van het werk van een Friese pottenbakster tot Zweeds borduurwerk. De dames Brouwer gingen hoogstpersoonlijk naar Wales in Groot-Brittannië om in te kopen en kwamen terug met de meest bijzondere artikelen: schapenleren pantoffels, klossen weefwol en een uitgebreide collectie Engelse kleding.

In de winkel was veel aandacht voor uitstraling, door het gebruik van oude masten ademde De Boet nog steeds iets van de sfeer van de timmerschuur. De Boet was heel snel een begrip in kunst- en handwerkminnend Nederland, ook vanwege de

cursussen wolspinnen en weven. Dagjesmensen met gevoel voor ambachtelijke producten en kunst haalden hun hart op in de zaak. In de Margriet verscheen een reportage over dit bijzondere Urker bedrijf. En Hilt, die dagelijks de winkel runde, werd op Urk bekend als ‘Hiltje van De Boet’. Het omslagpunt kwam in 1979 toen Urker klederdrachtstoffen in het assortiment werden opgenomen. Dat kwam omdat Grietje Visser, op Urk beter bekend als Griet van Marij, aanklopte bij Hilt. Griet was eigenaresse van een klein winkeltje met Urker stoffen en sieraden. Tot die tijd had ze het alleenrecht op de verkoop van het Urker striepte boadjen (een rood-wit-blauw gestreepte boezeroen, klederdracht voor mannen) gehad. Deze specifieke stof werd op bestelling in een textielfabriek in Limburg gemaakt.
De Boet nam de inventaris van de winkel over en Griet ging in dienst bij De Boet. Hiermee boorde de winkel een compleet nieuwe doelgroep aan.
Begin jaren tachtig kende De Boet de hoogtijdagen. Het assortiment was verder uitgebreid met quilten en patchwork en

ook souvenirs vormden een steeds groter deel van de omzet van de winkel. Er werd in heel Nederland een prachtige folder verspreid om Urk als dagje-uit te promoten. Prominent op de folder prijkten Havenzicht, De Verwachting én… De Boet. Ede Brouwer, echtgenote van Albert, had naast Hilt met haar creatieve inbreng een grote rol in het vervaardigen van handgenaaide spullen. Ze naaide kleding en verschillende artikelen voor de verkoop. Ze bestierde een gezin van zeven kinderen en wist niettemin iedere dag wel wat verloren uurtjes te vinden om te naaien. Ook al hield dat dan in dat ze ’s ochtends voor dag en dauw op moest staan.

In 2000 sloot De Boet na 25 jaar definitief haar deuren. De familie Brouwer kijkt nog steeds met veel genoegen terug op de actieve periode van De Boet.
De familie Brouwer moest bij aankoop van de timmerschuur plechtig beloven om geen horeca te starten in De Boet. De gemeente was beducht voor illegale horecapraktijken, die in de jaren zeventig welig tierden op Urk. ‘Nog geen kopje koffie’ , beloofde de familie Brouwer. Vandaag de dag is op de plek van het ambachtelijk centrum een toprestaurant gevestigd, met de toepasselijke naam ‘De Boet’ .






De mensen van Brouwer
Hendrik van den Berg
Een van de trouwste personeelsleden van de Brouwer Groep is Hendrik van den Berg (1949). Door de familie Brouwer vanwege zijn kwaliteiten als limonadefabrikant ook wel Heinrich von Sprudelwasser genoemd. Een unieke medewerker die als multifunctionele arbeider bijna elk bedrijf van de groep wel van binnen heeft gezien.
Hendrik ging als jongeman op Urk aan de slag als limonadefabrikant. Later, toen de productie in 1969 naar Kampen verhuisde, werd Heinrich productiechef en legde hij zich toe op het maken van mixdrankjes: rum, jenever en vieux. Vooral bij de voetbalclubs vielen de drankjes van Heinrich, voorzien van kroonkurk, goed in de smaak. ,,Ik had best een zekere naam opgebouwd bij de voetbal, mijn drankjes gingen grif over de toonbank.’’

Haarlemmerolie had ook een goede bijnaam voor Hendrik kunnen zijn. Waar hij kon, hielp hij mee. Of dat nu met het bevoorraden van restaurants was, of als heftruckchauffeur in de fabriek, afwassen in het Wapen van Urk, het schoonmaken van de door Albert gevangen paling; het maakte voor Hendrik niet uit.

Zijn verdiende geld bracht hij niet naar de bank, maar verstopte hij achter het luik in de bedstee van zijn moeder. Toen directeur Albert Brouwer hoorde dat het om een bedrag van duizenden guldens ging, adviseerde hij Hendrik om een huis te kopen. Nog diezelfde week ging Albert met Hendrik naar een makelaar. In een mum van tijd was Hendrik eigenaar van een woning, waar hij tot op de dag van vandaag met zijn vrouw Alie woont.
Visscher Seafood
De Haarlemmerolie van het bedrijf is nog steeds actief bij de familie: hij werkt al meer dan 50 jaar voor de Brouwer Groep, waarvan de laatste 25 jaar bij Visscher Seafood. Hendrik heeft daardoor al drie generaties Brouwer meegemaakt, grootvader Frans, Jan en Frans, en nu Frans en Claus. Hij ziet terug op een mooie loopbaan bij het familiebedrijf. ,,Als je de gezondheid ervoor hebt, moet je gewoon lekker werken. Ik doe het allemaal met veel plezier.’’

De mensen van Brouwer Jan Vierhuizen

De drankengroothandel was geen plek voor weekhartige personeelsleden. Hard werken stond voorop, net als flink sjouwen en lange dagen maken. De familie Brouwer had echter nooit gebrek aan welwillend personeel. Zo was daar Jan Vierhuizen (1959), een echte doordouwer. Bijna veertig jaar lang ontzettend hard gewerkt voor de firma, tot hij vanwege gezondheidsredenen een paar jaar terug moest stoppen.

,,In 1974 was ik 15 jaar oud en deed ik al vakantiewerk bij de drankenhandel als flessensorteerder. Later kwam ik op de vrachtwagen terecht, totdat ik last van mijn rug kreeg. Toen mocht ik als magazijnchef bij de drankenhandel aan de slag. Met veel plezier trouwens, ook daar kon ik lekker aanpoten. Ik heb het bedrijf zien groeien. Natuurlijk zijn we ook weleens grote klanten kwijtgeraakt, omdat er niet betaald werd door de klant. Dat kon je zo maar 40.000 gulden kosten. De zomers waren onze drukste periodes. Dan hadden we drie grote vrachtwagens volledig vol gestouwd en die werden in één keer naar een festival gebracht. Machtig mooi vond ik dat.’’

Jan Vierhuizen mocht ook graag meegaan met het illustere
visploegje van Brouwer, dat onder meer bestond uit Albert Brouwer en ome Jurie, de jongere broer van Frans. ,,Dat waren altijd fantastische uitjes met elkaar. We hadden allemaal last van hetzelfde visvirus, echt jagen op die vissen. De humor, de sfeer van mannen onder elkaar, om nooit meer te vergeten.’’
De mensen van Brouwer
Gebroeders Kapitein
De connectie met de firma Brouwer lijkt bij de gebroeders Kapitein in de genen te zitten. Hun vader Meindert werkte er al en de drie broers Jelle (1948), Maarten Dirk (1951) en Jacob (1954) deden allen binnen de drankengroothandel de nodige ervaring op als limonadefabrikant, bottelaar en chauffeur.
Het begon met Jelle die als manusje-van-alles werd binnengehaald. Vader Meindert was boekhouder voor de Brouwers en vertelde zijn zoon dat er vast wel een baantje voor hem was bij de limonadefabriek. Al snel ging hij als bijrijder mee op de vrachtwagen. ,,Ik heb de strenge winter van 1963 meegemaakt, toen we alle tentjes op het ijs achter de vuurtoren moesten bevoorraden. Dat was hartstikke leuk om te doen.’’ Jelle zag het klantenbestand veranderen, van winkeltjes en groenteboeren tot kantines en horeca. ,,In 1965 kochten we twee groothandels. Toen we daardoor overschakelden van fabricage naar de groothandelsfunctie was dat een instant succes. Het leverde ons een explosieve groei op.’’
In totaal werkte Jelle 37 jaar voor de firma Brouwer tot hij in 1999 een andere baan aannam bij een drankenhandel in Barneveld. Heineken had in dat jaar de drankenhandel van Brouwer overgenomen, waardoor Jelle een nieuwe werkgever kreeg. Met weemoed denkt hij terug aan zijn tijd bij de Brouwers. ,,Het was een fantastisch familiebedrijf, met veel vrijheid voor het personeel. Ik heb later een heel andere bedrijfscultuur leren kennen en dat was toch wel wennen.’’
Broer Maarten Dirk kwam in de limonadefabriek terecht toen hij argeloos langs fietste op het industrieterrein. Riekelt Brouwer sprak hem aan: ‘Heb je niks te doen? Zet je fiets hier maar neer, dan kun je wat doen.’’ En dat was dat. ,,Vanaf dat moment ben ik blijven hangen. Eerst als spoeler en etikettenplakker, later als chauffeur. Mijn broer Jacob kwam een jaar na mij ook bij de ploeg en toen zijn we samen veel op pad geweest. Een gezellige tijd, vooral in de zomer. Al die dorpsfeesten die we moesten beleveren, de drukte op de terrassen. Dan maakte je weken van zestig uur, maar dat was geen probleem. Je had het gevoel dat je voor jezelf aan het werk was.’’
De drie broers denken met veel plezier terug aan de tijd dat ze samen werkten in het familiebedrijf van Brouwer. ,,Met het personeel waren we ook één grote familie, er was weinig verloop. Je
ging er met z’n allen voor, samen met de directie. Als je ziet dat Jan Brouwer ’s ochtends om half zes zelf ook een vrachtwagen staat te lossen, dan stimuleert je dat wel als personeel om hard aan de slag te gaan.’’
,,De vader van Jan, Frans, deed altijd rondjes door de zaak met zijn sigaartje in een mondhoek. Hij maakte met iedereen een praatje en gaf je wijsheden mee als: ‘wie op zijn lichaam past, past niet op een rotte appel’. Er hing echt een gezellige sfeer. Tussen de middag speelden we vaak een potje voetbal met de jongens bij de fabriek. Dat kon gewoon allemaal. Jan Brouwer was als directeur recht voor zijn raap. Hij sprak vaak zijn waardering voor ons als personeel uit.’’
Door het chauffeurswerk kwamen de broers in allerlei horecagelegenheden terecht. Van de duurste hotels tot de meest obscure kroegjes, de gebroeders Kapitein zagen het allemaal voorbij komen. ,,In de horeca kom je van alles tegen: gedreven ondernemers met passie voor het vak, echt culinair eten, maar ook de andere kant van de medaille. Bijvoorbeeld alcoholmisbruik, prostitutie en helaas ook steeds meer drugs.’’
Drugs en sinas
De opkomst van drugs in het horecaleven was een ontwikkeling die de heren niet snel zullen vergeten. ,,Wij kwamen er in de jaren zeventig toevallig achter toen we steeds meer sinas en fristi gingen leveren aan bepaalde cafés en dorpsfeesten. Eerst dachten we dat het een positieve ontwikkeling was, minder alcoholgebruik en meer frisdrank. Wisten wij veel dat drugsgebruikers liever iets zoets drinken. Het was in die tijd in de drugsscene een ideale combi: sinas en drugs. Bij Brouwer wisten we ondertussen nergens van.’’
Met eenzelfde naïviteit werden de eerste coffeeshops in Lelystad beleverd: ,,Wij vroegen ons vooral af hoe dat zat met die grote vloeien van de rokers. Totaal onbewust van wat er echt speelde. Later kreeg je dat natuurlijk wel in de gaten, maar er was een groot verschil tussen ons leven op Urk en waar we via ons werk mee in aanraking kwamen.’’
Daarnaast hebben de gebroeders Kapitein ook veel leuke dingen meegemaakt in de horeca. De eerste keer dat Brouwer een leveringscontract binnensleepte bij Flevohof, het agrarische themapark bij Biddinghuizen, was zo’n bijzonder moment. ,,We

waren als chauffeurs ook zo trots als een pauw, dat was echt een kick voor het bedrijf.’’


Of die keer dat ze druipend van het bier weer terug op de zaak kwamen. ,,We hadden een bestelling naar café de Noenzaal in Kampen gebracht. De cafébaas had ons gevraagd of wij het vaatje bier meteen wilden aanslaan, dat moest met een speciale slang gebeuren. Op de een of andere manier ging het verkeerd. Wij raakten allebei kletsnat onder het bier en het vat was half leeg. Daar was de cafébaas uiteraard niet zo blij mee.’’
Vertrouwen
Het ‘geknaak’ in de nauwe straten van de binnenstad van Kampen is de heren ook altijd bijgebleven. ,,Dan laadde je in op de Buiten Nieuwstraat en moest je twee straten verder weer uitladen op de IJsselkade. Wat een gedoe om daar te komen!’’
Het grote vertrouwen van horecaondernemers in de chauffeurs van Brouwer ziet het drietal ook als bijzonder. ,,We wisten van menig café waar de sleutel lag. Dat was uiteraard handig, zodat we altijd onze bestelling konden leveren, ook als de eigenaar er niet was. In sommige gevallen werd ons zelfs de alarmcode toevertrouwd.’’
De kracht van Brouwer’s Drankengroothandel is volgens de gebroeders Kapitein te verklaren door drie kenmerken: ,,We verkochten geen troep aan de mensen, we hadden goede merken in het assortiment en we waren met een goede ploeg personeel. De chauffeurs waren voor de klanten het gezicht van Brouwer en de ogen en oren voor het bedrijf. Wij zagen vaak als eerste als het wat minder ging in het café van een klant. Dat is altijd van grote waarde geweest voor het bedrijf en zo zag de directie het ook.’’








Einde van de limonadeproductie



Het succes van de ambachtelijke limonadeproductie was echter niet blijvend. Dat had alles te maken met de veranderde economische situatie in Nederland. De bestsellers van de limonadefabriek, de sinas en gazeuse, werden het meest verkocht door melk- en groenteboeren en buurtwinkeltjes. Deze categorie middenstand had het echter zwaar door de opkomst van de supermarkten. Steeds meer bedrijfjes sloten de deuren en in hun kielzog volgden de kleine limonadefabrikanten.


In die tijd kende Nederland nog zo’n 500 limonadefabrieken, in de jaren daarna zou dat aantal heel snel slinken naar nog maar 25 fabrieken. Na meer dan vijftig jaar volop in bedrijf, eerst op Urk (in 1977 gesloten) en later ook in Kampen, te zijn geweest, stopte de familie Brouwer in 1990 in de Hanzestad met de productie van limonade. Een moeilijke beslissing, maar uiteindelijk liet de familie het zakelijke belang het zwaarst wegen.

De mensen van Brouwer
Tiem van Oene
Via een neef werd Tijmen (Tiem) van Oene in de jaren zestig als goed volk geïntroduceerd bij de firma Brouwer. Geboren in Oldebroek was de jonge Tiem niet onbekend met het bedrijf. Al een paar jaar verleende hij als ijverige jongen hand- en spandiensten voor het bedrijf. Zo reed hij mee met zijn neef Jaap van der Meulen die werkzaam was als chauffeur/vertegenwoordiger voor Brouwer. Hij bleef uiteindelijk bijna vijftig jaar.
Van flessen uitzoeken tot bijrijder op de vrachtwagen, Tiem deed het allemaal. Op een dag werd hij echter benoemd tot vertegenwoordiger en moest zijn overall uit. ,,We hadden een vertegenwoordiger, meneer Dekker, maar die werd ziek. Toen hij thuis bleef, werd ik op kantoor geroepen. Het pak hing aan de kapstok voor me klaar. Of ik maar even langs de klanten wilde gaan. Het kwam niet in me op om te weigeren. In die tijd was je als werknemer heel loyaal. Dat kwam ook omdat onze directeuren net zo hard mee werkten.’’
In de periode dat Tiem vertegenwoordiger was, van de jaren 70 tot 2011, zag hij de klantenkring veranderen. ,,In het begin hadden we heel veel melkboeren en buurtwinkels onder onze klanten. Iedere week ging ik ook wel een keer naar Urk. We leverden aan bijna alle winkeltjes op Urk. Het sfeertje was heel familiair: ik mocht altijd langskomen, zelfs onder de kost, maar dan mocht ik niet over bestellingen praten. Mee-eten was nooit een probleem. De kleine winkeltjes gingen er in het hele land echter allemaal aan, door de komst van de supermarkten in de jaren zeventig. Dat was verschrikkelijk triest, vaak een persoonlijk drama. Die zaken waren jarenlang van vader op zoon voortgezet. Maar het betekende ook dat wij onze bakens moesten verzetten. We kregen steeds meer horecaondernemers als klant. Ons agentschap voor Heineken had daar natuurlijk een groot aandeel in. Een heel andere categorie mensen, maar ik heb altijd met veel plezier met ze gewerkt. In Lelystad waren de mensen veel meer op het Westen georiënteerd. Ik kom van de Veluwe, maar ik was bevriend met iedere horecaondernemer in Lelystad. Ik heb me er nooit bedreigd gevoeld, terwijl wij als vertegenwoordigers vaak met enorm veel geld op zak liepen. Alcoholisme was wel een groot probleem, maar dat was niet alleen in Lelystad zo. Ik heb tientallen horecamensen zien sneuvelen, omdat ze zelf te graag een glaasje dronken. In onze branche zit dat gevaar er natuurlijk altijd in. Het was vrij nor-


Tiem van Oene (rechts) veertig jaar bij de zaak.
maal dat je als vertegenwoordiger ook eens een pilsje meedronk. Ik deed dat ook weleens, tot die ene keer. Ik vond het niet meer verantwoord om auto te rijden en moest opgehaald worden. De volgende dag werd ik bij pa Brouwer op het matje geroepen. Hij had maar één vraag: ,,’Tiem jongen, zul je dat nooit meer doen?’
Toen was het klaar. Er waren voor de rest geen gevolgen. Ik heb tijdens het werk nooit meer gedronken. Die ene opmerking van pa Brouwer deed er voor mij meer toe dan welke consequentie dan ook.’’
Volgens Tiem van Oene maakte de service van het bedrijf het verschil. ,,De goedkoopste leverancier waren we niet. Onze prioriteit lag bij het verlenen van service. Ik heb wel op Kerstmiddag wat zakken friet gebracht bij een horecaondernemer in nood. Als je echt aandacht hebt voor de behoeften van de klant, dan wordt dat gewaardeerd. Het was altijd hard werken bij Brouwer, maar er was ook ruimte voor plezier. Na werktijd speelden we potjes voetbal en op vrijdagmiddag werd de week afgesloten met een hapje en een drankje. Kantoorlui, directie of productiemedewerkers, we deden allemaal mee. De Brouwers wisten een sfeer te creëren van saamhorigheid, je wilde je echt inzetten voor het bedrijf.’’
Op 1 september 2016 is Tiem van Oene, na een slopende ziekte, overleden op de leeftijd van 70 jaar.
De mensen van Brouwer
Jan Boers
,,Een heel flesje echte sinaasappelsap, helemaal voor mij alleen…’’ De ogen van Jan Boers gaan opnieuw stralen, als hij terugdenkt aan het gelukzalige gevoel dat hij als scholier in 1967 kreeg. Groothandel Brouwer opende op woensdag 25 oktober een nieuw bedrijfspand in Kampen en trakteerde voor die gelegenheid op frisdrank en sap. Alle scholieren kregen een flesje uitgedeeld. Een zeldzame traktatie voor de jonge Jan.
,,In die tijd was het nog bijzonder om frisdrank te drinken, helemaal op een doordeweekse dag. Ik kan me het nog zo voor de geest halen, een voor mijn gevoel enorme vrachtwagen met Brouwer in grote letters erop reed ons schoolplein op. Talloze groene kratjes werden uitgeladen. Iedereen kreeg een eigen flesje. Dat was echt een belevenis.’’
Jan Boers zou als 18-jarige aan de slag gaan bij de drankengroothandel en is tot op de dag van vandaag nog steeds werkzaam voor de Brouwer Groothandelsgroep. Limonadefabrikant, bijrijder drankenhandel, boekhouder en receptionist. Jan Boers heeft veel verschillende functies doorlopen binnen de firma Brouwer.

Als bijrijder was het flink aanpoten op de vrachtwagen. Dat zware werk tot zijn 65e moeten doen, dat zag Jan niet zitten. Hij vroeg aan Jan Brouwer of hij misschien een administratieve functie had. ,,Ik had een gelukje toen Wilma, de jongste zus van Jan, zwanger werd en niet meer terug zou keren op de administratie. Jan Brouwer kwam bij mij en zei: ‘dit is je laatste dag op de auto geweest, morgen zit je boven.’ Hij wist dat hij mij daar een groot plezier mee deed.
Jan groeide in zijn werk mee met het bedrijf. Alle administratie van alle bedrijven zag hij voorbij komen in zijn jaren op kantoor. ,,Ik ben zelfs met Frans Brouwer mee gegaan naar Schiava in Groningen. Het bleef zo groeien, op een gegeven moment was dat in zijn geheel niet meer te doen. Uiteindelijk ben ik bij Asia Express Food terecht gekomen, op de logistieke afdeling. En daar doe ik ook nog wat boekhouding zou je kunnen zeggen. Met onze klantenkring ontvangen we vaak veel contant geld, dat wordt door mij beheerd.’’ Lachend: ,,Ik ben de Dagobert Duck van dit bedrijf.’’
Jan vindt het bijzonder dat hij de huidige generatie Brouwers heeft zien opgroeien. ,,Frans, de zoon van Jan en Co, is eens met ons mee geweest naar een concert van Michael Jackson. En Dina kan ik me nog zo herinneren als giebelende tiener. Hoeveel mensen kunnen dat zeggen? Zolang ik tijd van leven heb, blijf ik actief voor de firma Brouwer.’’











De mensen van Brouwer
Broers Jaap en Age Koffeman
Café-restaurant Havenzicht werd een aantal jaren bestierd door Jaap Koffeman (1940). Jaap was een bekend gezicht voor de familie Brouwer, hij had zijn sporen al verdiend toen Jurie en Grietje de lunchroom nog runden. Jaap wist de juiste snaar te raken bij de Urker jeugd en heel wat jonge ren namen hem als vaderfi guur in vertrouwen.

Tijdens de zomermaanden was het doorgaans een topdrukte in het caférestaurant. Talloze toeristen, met busreizen aangevoerd of vanaf de bootjes, waren te gast in Havenzicht. Jaap Koffeman werd on der meer geassisteerd door zijn broer Age, van oorsprong een sigarenmaker.
Age maakte zich nuttig als afwasser en bij het maken van uitsmijters en sorbets. Hij hield van hard werken en dat kwam goed van pas in het drukke restaurant. Met het strenge rookverbod in de keuken had de sigaarliefhebber wel de nodige moeite. Hij zocht altijd naar een gelegenheid om toch een bolknak te roken. Zo moest een ‘stiekeme’ sigaar eens snel tussen de ketels weggemoffeld worden, toen Frans ineens de keuken binnenstapte. De sigaar was na het vertrek van Frans spoorloos. Tot aan het eind van de dag de bodem van de ketel tomatensoep in zicht kwam. Onderin de pan dreef de sigaar…
De familie Brouwer had in 1973 café De Verwachting overgenomen. Dit café werd gerund door Jacob Schraal, waarbij hij werd geassisteerd door Andries Veenhouwer, die als ober in dienst was. Met de overname werd ook een nieuw beleid ingevoerd in het café; zo behoorde het zogenaamde pofboek tot het verleden. Dat was niet meer aan de orde en dat betekende een hele omschakeling, vooral voor de klanten. Na een aantal jaren werd het café verkocht aan een Chinese horeca-ondernemer die er een restaurant in vestigde.

Jacob Schraal begon een nieuwe loopbaan als bedrijfsleider van een slijterij in de Torenstraat, terwijl Andries actief bleef in de horeca. Jacob werd in zijn werk ondersteund door Klaas van der Sloot, die als student wat extra’s verdiende in de slijterij. In die periode werd Klaas zelfs familie van de Brouwers toen hij trouwde met Wilma, de jongste zus van Jan en Albert. Hij is als predikant verbonden aan de Gereformeerde Kerk Nijkerk (PKN) en inmiddels woont de familie Van der Sloot-Brouwer al meer dan vijftien jaar op de Veluwe.

De mensen van Brouwer Johannes Molenaar
Johannes Molenaar (1962), een gewaardeerd personeelslid die in tal van bedrijven van de firma Brouwer zijn sporen heeft verdiend, weet zich de geestdrift van Albert Brouwer nog goed te herinneren. Eind jaren zeventig werkte Johannes als ober en kok in de horecabedrijven van de familie.
,,In alle drukte ging er ook weleens wat mis. Ik weet nog goed dat een serveerster in alle drukte de kraan op de bovenverdieping van het hotel open liet staan. Niemand had wat in de gaten totdat Albert binnen kwam ‘vliegen’. ,,Hebben jullie het soms druk gehad? Het water komt hier bij het plafond naar beneden!’’

Flexibel zijn en direct oplossingen zoeken bij problemen was een noodzaak in de horeca, aldus Johannes. ,,We hadden eens een diner voor 250 man. Samen met Hiltje bakte ik van tevoren een karrevracht aan aardappelen. Om ze warm te houden gebruikten we een braadslee in de oven. Tot het moment suprème, we moesten uitserveren en alles was verbrand. Paniek in de tent natuurlijk. We renden met blikken naar Havenzicht en de Verwachting en bakten op drie plekken tegelijk een nieuwe lading. De crisis was weer opgelost, maar op zo’n moment moet je wel de rust kunnen bewaren. Dat was niets voor Albert, hij was er veel te ongedurig voor.’’
Sinds 1997 werkt Johannes inmiddels bij Visscher Seafood.





























Jan Brouwer
directeur drankengroothandel
12 juli 1946
Jacobje Ras
12 juli 1946
=
dochter van Klaas Ras, grondboorder, en Grietje van Veen
1. Frans Brouwer
14 november 1970
=
Tiemetje (Tineke) van Veen
21 maart 1975
2. Diana Brouwer
13 juni 1972
Wouter de Vries
14 april 1970
3. Klaas (Claus)
13 november 1973
4. Jan
Albertje (Alberdien) Kapitein
16 juli 1976
24 maart 1976
Maria Wilhelmina Jacoba (Jannemie) Bakker
30 juli 1980
5. Albert
20 september 1986
= = = =
Antje (Anna) Snoek
11 december 1990
• Aaltje Jacobje (Jacolien), 13 februari 1997
• Jan, 24 november 1998
• Jacobje Diana (Anna-jo), 12 februari 2002
• Adrie Janne (Arianne), 10 juni 1996
• Frans Jan Johannes (Frans Jan), 15 december 1999
• Iede Wouter, 16 mei 2001
• Klaas Albert (Claus), 6 november 2004
• Jacobje (Corien), 1 maart 2000
• Klaas, 27 december 2002
• Willie Roelien (Willien), 8 februari 2006
• Dini Grietje Diana (Dianne), 22 juli 2012
• Janneco, 28 maart 2008
• Marja Grietje (Marit), 21 juli 2009
• Eva, 28 december 2012
Jan Brouwer sr. is al meer dan 50 jaar aan het familiebedrijf verbonden. De oudste zoon van Frans en Dini, Jan Brouwer sr., heeft van jongs af aan een belangrijke rol gespeeld binnen de opbouw en uitbreiding van de limonadefabriek en drankengroothandel, en de latere Brouwer Groothandelsgroep. In 2013 vierde hij zijn 50-jarig jubileum bij het bedrijf.
Met karaktereigenschappen als zakelijkheid, verkoopgerichtheid, en altijd in het belang van het bedrijf denkend, heeft hij veel aan de groei en continuering van het familiebedrijf bij kunnen dragen. Ook het toekomstgericht denken en het telkens weer investeren in nieuwe bedrijven, kenmerken hem. Vele medewerkers en ex-medewerkers spreken nog steeds met respect en waardering over Jan Brouwer. Tot op de dag van vandaag voelt Jan zich betrokken bij het bedrijf en geeft hij advies.

Albert Brouwer
directeur groothandel & horeca
8 oktober 1947
† 19 februari 2007
=
1. Frans Brouwer
25 maart 1970
† 26 september 1972
2. Jannetje (Janneke)
20 juli 1971
Ede Gerssen
10 oktober 1947
† 29 mei 2011
dochter van Lambertus Gerssen, timmerman, en Jannetje Hakvoort
3. Dina
Tijmen Robin (Robin) Koelewijn
19 januari 1970
4 juli 1972
4. Frans
Lubertus Klaas (Bert) Korf
11 juni 1965
19 december 1973
Pieternella (Petra) Sinke
23 maart 1973
5. Hiltje Willemina Johanna (Wille)
13 november 1975
= =
Klaas Hoekman
6 maart 1969
6. Lambertus (Bertus)
30 augustus 1980
Anna Kramer
8 februari 1991
7. Albert (Abbe)
15 oktober 1981
Antje Bakker
2 december 1983
8. Jacobje (Joekie)
25 september 1982
= = = = =
Fokke Post
10 juni 1982
• Joysi, 5 november 2009, Nicaragua
• Jannetje Ede (Jade), 15 maart 2002
• Marretje (Mara), 4 november 2004
We gedenken in dankbaarheid Albert en Ede BrouwerGerssen. Albert overleed in 2007 in de leeftijd van 59 jaar en Ede overleed vier jaar later, 63 jaar oud. Beiden hebben in de derde generatie als inventief en creatief stel hun stempel gedrukt op het bedrijf. Albert op de voorgrond als motor en aanjager en Ede op de achtergrond creatief met haar handen.

• Antje Ede (Thirsa), 31 oktober 2008
• Janneke Marretje (Tessa), 16 april 2011
• Albert Arie (Albert), 12 oktober 2004
• Ede Marretje (Emma), 16 februari 2007
• Diddi, 17 juni 2010
• Edie, 17 juni 2012
• Albert, 14 februari 2014
• Willempje Dina (Willina), 6 augustus 2007
• Ede Dina (Heidi), 22 februari 2009
• Elisabeth (Ilse), 16 mei 2013
• Yolande Henriëtte (Jody), 29 januari 2016

HIltje Brouwer
creatieve duizendpoot
17 november 1948
† 16 augustus 2009
Hiltje Brouwer overleed in 2009 onverwacht in de leeftijd van 60 jaar. Meerdere taken heeft ze in het bedrijf vervuld: in de drankenhandel in Kampen, restaurant Havenzicht, de slijterij, Het Wapen van Urk, maar het meest in het oog springend zijn de 25 jaar dat ze Ambachtelijk Centrum De Boet heeft gerund. Een herinnering die ons met dankbaarheid vervult.
Frans Brouwer
directeur groothandel en hotelier
24 maart 1957
Geertje Bode
1. Maria Lammerdina (Mardien)
17 september 1979
Arie Hendrik Adrianus (Arie) Radewalt
26 oktober 1957
dochter van Franz Friedrich Wilhelm
Johannes Benjamin Bode, musicus, en Marretje Ras
Willemina Johanna (Wilma) Brouwer
onderwijzeres
18 april 1961
= =
Klaas Johannes van der Sloot
predikant
1 oktober 1959
zoon van Johannes Willem van der Sloot, directeur school, en Marretje
Bode
15 oktober 1974
2. Hiltje (Hilde)
25 oktober 1981
Reinier Johannes (Rein) Zwaan
13 januari 1976
3. Frans Albert Lucas (Frans Lucas)
28 maart 1987
= =
Nelleke Jonkers
24 november 1987
1. Johannes Willem (Jonathan)
23 juni 1988
= =
Fenneke Kristel (Kristel) van Deuveren
3 juli 1993
2. Laura Dianne (Dianne)
3 november 1989
=
Jelmer Kooij
8 juli 1985
3. Emma Maria (Emma)
1 december 1995
• Bo, 13 mei 2005
• André Harm Hendrik Adrianus (André), 23 maart 2008
• Frans Lucas (Luc), 23 november 2010
• Jacob Johannes (Jaawk), 13 maart 2005

• Geertje Maria Lammerdina (Maartje), 13 november 2007
• Arie Hendrik Adrianus (Arie), 28 mei 2011
• Hendrika Johanna Margaretha (Hendrika), 2 juni 2006
• Frans, 7 augustus 2009
• Frederik Maarten (Maarten), 27 februari 2014

Hoofdstuk 4
Een periode van expansie
• 1990-2016
Met een vooruitziende blik bestierde vader Frans Brouwer zijn bedrijf in de jaren vijftig en zestig. Hij breidde steeds verder uit en ‘Brouwer’ was allang niet meer alleen een limonadefabriek. Verschillende drankengroothandels in de omgeving werden door Frans overgenomen en in het grote moederbedrijf opgenomen. Uiteindelijk zou die structurele lust tot expansie de winst opleveren die het bedrijf later weer kon investeren. Dankzij de goede resultaten van de drankenhandel konden nieuwe ondernemingen worden opgestart. De Brouwer Groothandelsgroep werd een feit en bestaat nu uit vijf bedrijven: Horecagroothandel Brouwer, Visscher Seafood, Asia Express Food, Schiava en Fisherman’s Choice.

Horecagroothandel Brouwer
• 1990-2016
Horecagroothandel Brouwer is een totaal-leverancier voor de horeca. Van oudsher een klassieke drankenhandel, maar inmiddels een bedrijf dat voor ieder type horeca-onderneming de juiste producten en service biedt. Horecagroothandel Brouwer is al jaar en dag een begrip in de regio. Kampen is de thuisbasis, maar de service beslaat een groot gebied van vele tientallen kilometers rondom de Hanzestad. De klanten van Horecagroothandel Brouwer kunnen rekenen op betrouwbaarheid, korte lijnen en een uitstekende service. ‘Brouwer’ is met recht een kwaliteitsmerk.
De drankenhandel van de familie Brouwer was steeds meer één groot familiebedrijf geworden waarin de zonen Jan, Albert en Frans volop meedraaiden. Maar ook Co van Jan, Hilt en jongste zus Wilma leverden hun bijdrage aan de expansie van het bedrijf. De dranken van Brouwer werden overal geleverd door heel de regio. Van Harderwijk tot Kampen en van ’t Harde tot Urk. De Brouwers zagen echter nog meer kansen voor uitbreiding. Waarom zouden ze de zaken beperken tot dranken? Met de overname van Bultman Diepvries in 1991 werd de drankenhandel ineens veel meer een totaalleverancier. Dat was het moment waar de kiem voor Horecagroothandel Brouwer werd gelegd.
In 1991 kreeg de familie Brouwer er met de overname van Bultman in één klap talloze diepvriesconnecties bij. De firma Bultman was een bekende naam in de regio en de Brouwers deden er alles aan om de overname zo vloeiend mogelijk te laten verlopen voor de Bultmanklanten. De drankenhandelklanten werden er daarnaast op attent gemaakt dat Brouwer nu ook diepvries kon leveren. Een win-winsituatie voor het bedrijf. Veel personeelsleden van Bultman gingen mee in de overname, waarvan een aantal altijd is gebleven.
Zoals Ria le Roux, letterlijk een bekend geluid voor de klanten van Horecagroothandel Brouwer, zij is al meer dan 25 jaar in dienst als telefoniste bij het bedrijf. Zij heeft de
explosieve groei van de horecagroothandel van dichtbij meegemaakt. ,,Ik was net een jaar in dienst bij Bultman toen we werden overgenomen door Brouwer. Dat leverde meteen heel veel extra klanten op. Ons bedrijf groeide met de week en we gingen steeds meer verkopen. We knapten bijna letterlijk uit ons pandje aan de Ambachtstraat. Er moest wat gebeuren op het gebied van de ruimte, dus werd er aan de Dieselstraat een vriescel gebouwd. Dat leverde soms wel wat rommelige situaties op. Klanten die bij mij aan de Ambachtstraat langskwamen voor een paar doosjes en dan weer doorgestuurd werden naar de Dieselstraat. En dat in een tijd zonder mobiele telefoons! Contact tussen magazijn en kantoor verliep met walkietalkies. Op twee locaties werken was natuurlijk niet efficiënt en uiteindelijk verhuisden we ook met het kantoor in 1998 naar de Dieselstraat.’’
INVESTEREN
Horecagroothandel Brouwer deed het goed en de winsten groeiden. Zoals de Brouwers altijd al hadden gedaan, werd het geld gebruikt om te investeren. Financiële kracht is altijd belangrijk geweest binnen het bedrijf en Jan Brouwer sr. dankt daar ook een groot deel van het succes aan. ,,Als de zaken goed gaan moet je niet ineens op grotere voet gaan leven. Nee, dan is het juist het moment om de winst weer te gebruiken voor investeringen. Toen we ons agentschap in Heineken verkochten in 1999 zijn we ook meteen gaan kijken naar mogelijkheden voor nieuwe bedrijven. Dankzij dat kapitaal hebben we onder meer Slothouber Seafood aan kunnen schaffen, inmiddels al jaren omgedoopt in Fisherman’s Choice en niet meer weg te denken uit onze groep.’’


Jan en Albert Brouwer hadden bij de start van Horecagroothandel Brouwer inmiddels diverse bedrijven om aan te sturen, waarbij er ook veel aandacht ging naar de ontwikkelingen binnen Brouwer Foodservice, de voorloper van Asia Express Food. Jan sr. richtte zich op acquisities voor de Brouwer Groothandelsgroep (de overkoepelende holding) en Albert sr. zette zich met name in voor het ‘los’ trekken van de foodimport-markt voor Brouwer Foodservice. De dagelijkse gang van zaken binnen Horecagroothandel Brouwer werd bestierd door Frans Töller, die dit zo’n twintig jaar zou doen. Inmiddels runt bedrijfsleider Jacques Leeuw de horecagroothandel, onder het toeziend oog van de Brouwer Groothandelsgroep.

ALLROUND
Horecagroothandel Brouwer is in 25 jaar uitgegroeid tot een bekende naam in de regio in en rond Kampen. Het bedrijf is een totaal-leverancier voor de horeca, scholen en bedrijven. De horecagroothandel levert verse etenswaren, diepgevroren en droge producten. Van knisperende slablaadjes tot diepgevroren friet, Horecagroothandel Brouwer is allround in haar assortiment.
Het bedrijf breidde de afgelopen jaren de dienstverlening ook in bredere zin uit, zo beschikt Horecagroothan -
del Brouwer over een eigen cafetariaformule (Smulpunt). Smulpunt onderscheidt zich van andere formules door de lage kosten en de klantgerichtheid. Klanten zijn van harte welkom om mee te denken over de acties.
Volop kansen door onderlinge samenwerking
Ook richt Horecagroothandel Brouwer zich voortdurend op nieuwe afzetmogelijkheden, waaronder grand cafés. De horecagroothandel werkt daarbij onder meer nauw samen met het Italiaanse broertje Schiava. Jacques Leeuw ziet volop kansen voor het bedrijf, zeker met het oog op de samenwerking tussen de verschillende Brouwer-bedrijven. ,,We zijn een zeer complete groep met elkaar en daar willen we voor onze klanten nog meer de vruchten van gaan plukken.’’
Dini Brouwer was de eerste echte keukenprinses binnen de familie Brouwer. Zij ontwikkelde in de jaren vijftig een eigen recept voor kroketjes. Deze ambachtelijke kroketjes waren een instant success. En nog steeds is de kroket naar ambachtelijk recept een topper in het assortiment van Brouwer.



KEES PENNINKHOF (1960)
• 25 dienstjaren
• Orderpicker en chauffeur

,,Ik ben een mensenmens, zoals dat zo mooi heet. Vroeger heb ik een rijdende winkel gehad, zo’n SRV-wagen. Later heb ik nog een buurtsupermarkt gerund. Het werk met mensen ligt mij heel goed. Ik koos later voor de zekerheid van een vaste baan en ging als chauffeur aan de slag bij groothandel Bultman. Toen Brouwer de zaak overnam, mochten alle chauffeurs in dienst blijven. Dat was een grote opluchting.
De eerste jaren waren we als chauffeurs eigenlijk ook verkopers. Je nam zelf een lijst mee met producten en dan probeerde je zo veel mogelijk bestellingen binnen te halen. Ik vond het fantastisch, je had veel vrijheid en kon volledig zelfstandig werken.

Ik heb klanten op Urk, in de Noordoostpolder en in Vollenhove. Allemaal heel verschillend van aard. In het begin moest ik enorm wennen aan de Urkers. Ze zijn recht voor de raap en dat was ik niet gewend. Ik heb leren houden van die mentaliteit en nu kan ik super met mijn Urker klanten. Ik zie zelfs generaties voorbij komen, zo zitten ze nog als puber in een café en zo lopen ze achter de kinderwagen, haha.
Als chauffeur vind ik het belangrijk om recht door zee te zijn. Als een klant zijn rekeningen niet betaalt, ga ik niet lossen. Dan maakt het niets uit of ik daar al jaren kom, al moet je soms slikken. Ik heb weleens staan bakkeleien met een klant over een paar dozen met roomijs. Het bedrag maakt mij niets uit, het gaat om het principe. Je betaalt voor wat je bestelt.’’
ANNETTE HAITSEMA (1973)
• 4 dienstjaren
• Verkoopadviseur
,,Horeca is mijn vak. Ik heb zelf jaren een hotel-restaurant, de Klokbeker in Drenthe, gerund met mijn toenmalige partner. Heel hard werken, maar ook een mooie tijd. Door de crisis werd het steeds moeilijker om de tent draaiende te houden en hebben we zelfs nog Herman den Blijker met z’n tv-programma op bezoek gehad. Het hielp, maar helaas maar eventjes. Toen heb ik besloten om een baan te zoeken.
Als verkoopadviseur is het een groot voordeel dat ik zelf uit het vak kom. Ik weet waar mijn klanten tegenaan lopen. Meedenken wordt gewaardeerd. Daar gaan we behoorlijk ver in. Wij hadden een klant die graag een voordelige kroket in zijn assortiment wilde opnemen, maar die niet enthousiast werd van ons aanbod. We hebben een compleet nieuwe kroket ontwikkeld, naar ambachtelijk recept. Nu is het een echte topper in ons assortiment.
De meeste klanten van Brouwer Horeca zijn ontzettend trouw. Ze zijn al jaren klant en weten dat ze op ons kunnen vertrouwen. De uitdaging ligt in de koude acquisitie en gek genoeg vind ik dat ook heel leuk. Gewoon binnenstappen bij een klant, ook al heeft die nog nooit zaken met je gedaan. En als er dan uiteindelijk toch besteld wordt, dan is mijn dag weer goed.
We zijn vanuit het bedrijf traditioneel altijd sterk in cafetaria’s en snackbars geweest. De consument is tegenwoordig steeds meer in grand cafés te vinden, dus daar richten wij ons ook op. We gaan met de tijd mee en dat biedt alleen maar kansen voor Brouwer Horeca.’’
JACQUES LEEUW (1980)
• 2 dienstjaren
• Bedrijfsleider
,,Ik zit hier nog niet zo lang als de meeste collega’s, maar ik voel me al helemaal opgenomen in de club. De betrokkenheid, de loyaliteit, de passie voor het werk; het zit hier in het DNA. De uitdaging waar we nu voor staan is om te blijven innoveren. Niet alleen maar overleven, maar juist uitbreiden.
Ik ben opgeleid in de logistiek en dat was in eerste instantie ook waar ik voor gevraagd was bij Brouwer Horeca. De logistiek binnen het bedrijf moest efficiënter kunnen en daar mocht ik mijn tanden in zetten. Maar terwijl ik daar mee bezig was, kreeg ik het idee dat er in het hele bedrijf kansen lagen. Ik heb dat aangekaart bij Frans en Dina en kreeg de mogelijkheid om een nieuwe koers uit te stippelen. Het bedrijf was de laatste jaren wat ingedut, maar nu zijn we weer volop pro-actief. We laten meer ons gezicht zien als Brouwer Horeca.
Typisch voor Brouwer Horeca vind ik de werklust. Met hard werken komt het goed, is het motto. Dat is natuurlijk een superinstelling, maar er zit ook een gevaar in. Want je redt het niet met alleen maar hard werken.
Als bedrijfsleider heb ik de helikopterview, maar we doen het met z’n allen. We hebben een doel uitgestippeld samen met het personeel. Iedereen denkt daarin mee. Brouwer Horeca is niet alleen de vertrouwde snackbarleverancier, we gaan meer doelgroepen bedienen. Ik zie de toekomst met ambitie tegemoet.’’
RIA LE ROUX (1972)
• 26 dienstjaren
• Commerciële binnendienst

,,Ik ben niet zo’n fan van internet. Ik weet dat het makkelijk is en veel voordelen biedt, maar ik houd gewoon van dat persoonlijke, telefonische contact met mijn klanten. Voor mij is dat het mooiste van mijn werk, even een belletje doen met een klant. Dat is zo belangrijk, zeker bij het opbouwen van een band. Ik ken veel van mijn klanten persoonlijk, ik weet wat er speelt. Als er een bruiloft is geweest, of juist iets verdrietigs, dan informeer ik daar naar. Nu doen we veel meer via e-mail en straks nog meer via de webshop. Dat vind ik jammer. Ik ben niet naïef en weet dat het erbij hoort. Maar ik blijf zo lang mogelijk telefoontjes plegen.

Het fijne van zo’n familiebedrijf als Brouwer, is dat je geen nummer bent. Als er iets is in je privésituatie, dan is er altijd contact, een blijk van medeleven. Je bent meer dan een personeelslid. Laatst hebben we mijn 25-jarig jubileum aan de zaak gevierd, dat was een complete verrassing. Knap gedaan van ze, want er is niet veel wat aan mijn aandacht ontsnapt. Ik ben een echte regelneef op kantoor. Des te leuker natuurlijk toen bleek dat Frans en Dina en de collega’s een surprisediner hadden gepland. Ik vond het fantastisch.
We zijn flink aan het ondernemen en dat brengt de nodige veranderingen met zich mee. Dat is niet altijd makkelijk, maar ik weet ook dat dingen moeten gebeuren. Wat mij betreft blijf ik hier zeker tot mijn pensioen werken. Het bedrijf heeft mijn hart.’’
Horecagroothandel
van Brouwer
VINCENT VAN BERGEN (1977)
• 21 dienstjaren
• Chauffeur
,,Ik ben hier als jongen van 17 jaar binnen gekomen. Vers van de LTS, met een diploma voor timmerwerkzaamheden op zak. Ik had geen zin om nog langer naar school te gaan en wilde graag aan het werk. Ik had al goede ervaringen met Brouwer, omdat ik een paar keer als vakantiekracht in de horecagroothandel had gewerkt. Mijn start als fulltime personeelslid was in het magazijn. Daarnaast werkte ik als invallend chauffeur. Dat heb ik jarenlang gedaan. In de afgelopen periode ben ik vaste chauffeur geworden en zit ik dus het grootste deel van de tijd op de vrachtwagen. De familie Brouwer is altijd goed voor ons als personeel geweest, je kunt altijd bij ze terecht. Het zijn eerlijke mensen en het maakt me trots dat ik bij een familiebedrijf werk. In de meer dan twintig jaar dat ik hier werk, heb ik veel zien veranderen. Van de verhuizing van de Ambachtstraat naar de Dieselstraat, daarnaast de verbouwing van het huidige pand toen het hele dak vervangen moest worden, maar ook de manier van werken.
Het gaat nu anders dan vroeger. Kijk alleen maar naar de huidige verbouwing van ons magazijn en de omschakeling naar een nieuw softwaresysteem. Ik ga er vanuit dat we met de huidige wijzigingen echt weer gaan groeien als bedrijf en dat is een goede zaak.
Mijn eigen functie is ook veranderd, mijn baan is nu veel meer afwisselend. Ik rijd niet iedere dag dezelfde route, maar heb daarnaast wel een aantal vaste klanten. Dat vind ik erg leuk, je bouwt ook wat op met elkaar.’’
JOHN TROTS (1971)
• 1 dienstjaar
• Verkoopleider
,,Mijn doel is Horecagroothandel Brouwer nog meer op de kaart te zetten. Brouwer staat in de regio bekend als de snackbarleverancier en we willen dat uitbreiden met nog meer restauratieve klanten. Om die doelgroep te kunnen bedienen moesten we verspartners zoeken. Dat was mijn eerste taak toen ik hier in november 2015 aan de slag ging. Ik heb jaren bij een andere horecagroothandel gewerkt, dus ik had wel een idee hoe ik dat aan wilde pakken.

Onze klanten willen vandaag kunnen bestellen en morgen hun producten in huis hebben. Daar moet je op kunnen schakelen en dat kunnen we nu ook met onze partners.
Verkoop is gunning, dat is mijn overtuiging. Het moet in je zitten om te genieten van verkoop en als je het goed doet, is prijs minder belangrijk. Als ik voel dat ik een klik heb met een klant en hij staat open voor advies, dan gaat het niet meer om de laatste cent. Uiteraard moet je prijs dan wel marktconform zijn. Horecagroothandel Brouwer is een familiebedrijf en ook dat ben ik gewend bij mijn vorige baan. Ik vind het prettig, maar je moet er wel tegen kunnen. Ik houd namelijk van overleggen en teamwork en dat hoort bij een familiebedrijf. Andere organisaties krijgen al snel zo’n Amerikaanse cultuur, van trappen naar onderen. Hier doen we het met z’n allen. Wat mij betreft kunnen we nog wel meer samenwerken, dat we binnen de groep meer gebruik maken van elkaar. De synergie tussen de verschillende bedrijven bevorderen.
Uiteindelijk hoop ik dat we op onze huidige plek uit ons jasje gaan groeien, dat we te groot worden voor wat we nu hebben. Dat zou natuurlijk fantastisch zijn, dat er een nieuw pand moet komen voor Horecagroothandel Brouwer. Ik verwacht dat dat nog wel jaren gaat duren, maar je moet doelen durven stellen immers?’’

SANDER ECHTEN (1981)
• 16 dienstjaren
• Chauffeur en onderhoud wagenpark

,,Dat ik het goed heb bij de Brouwers, dat blijkt wel uit het feit dat ik hier al zo lang werk. Ik ben twee weken weggeweest, maar was toen ook al rap terug. Ik rij wekelijks zo’n 800 kilometer en bezoek dan vooral cafetaria’s en voetbalverenigingen in het Veluwse gebied. Je bent niet alleen chauffeur, maar ook vertegenwoordiger. Je denkt mee, adviseert en bent zo het uithangbord voor het bedrijf. De meeste klanten ken ik al zolang dat ik de bestellingen eigenlijk van tevoren al weet. Handig als de klanten zelf wat vergeten, want dan kan ik ze daarop wijzen. Dat soort dingen wordt gewaardeerd en onderscheidt ons van andere leveranciers.”
,,In de loop der jaren zie je de klantentrouw afnemen. Het is niet meer vanzelfsprekend dat klanten tientallen jaren blijven hangen. Met betrokkenheid en service kunnen we ons onderscheiden om klanten vast te houden.”
,,Ook Brouwer Horeca zie ik veranderen. Binnen ons bedrijf wordt de routing veranderd, waardoor het samenstellen
van bestellingen sneller en efficiënter gaat. Ook een grote verbetering is dat bestellingen nu vooraf samengesteld worden. Eerder gebeurde dat ook nog vanuit de auto en dat werkte fouten in de hand. Zo zie je maar dat na al die jaren nog steeds verbeteringen mogelijk zijn.”

HANS HOOISMA (1966)
alias ‘King of Colli’
• 22 dienstjaren
• Orderpicker en chauffeur

,,Ik geloof er heilig in dat je een goede baan moet koesteren. Dat probeer ik jonge mensen ook altijd mee te geven. Je werk is belangrijk voor je hele leven. Op tijd beginnen en dan doorgaan tot het klaar is. Ik sta voor mijn werk, mijn werk is mijn brood. Daar ben ik principieel in. Of het nu lang duurt of kort, het werk moet af. En als mijn baas het goed heeft en mijn klanten hebben het goed, dan ben ik tevreden.
Ik werk al heel lang bij Brouwer Horeca, maar ik heb me nog geen dag verveeld. Het leukste vind ik het contact met mensen. Problemen oplossen, even een geintje maken, dat zijn de krenten in de pap. Ik heb een vaste klantenkring en daar bouw je een relatie mee op. Ik vind het leuk dat Brouwer een familiebedrijf is, je leert
iedereen goed kennen. De sfeer is ongedwongen en iedereen telt mee.
Met de chauffeurs hebben we wel wat gezonde competitiedrang. Wie de meeste colli (bestellingen) rondbrengt, mag zich ‘King of Colli’ noemen. Ik heb wel dagen van 900 collies op mijn route in Lelystad, dan ben je trots als alles op tijd en compleet bezorgd is.
Als chauffeur ben je de laatste, belangrijkste schakel binnen het bedrijf. Als je goed je werk doet, kun je klanten voor Brouwer ‘vasthouden’, zodat ze niet zomaar naar een andere leverancier gaan.’’




























































































Visscher Seafood
• 1986-2016
Een goed idee, genoeg geld om er wat van te maken en de inzet van enthousiaste medewerkers; ziedaar het recept voor een succesvolle onderneming. De familie Brouwer had midden jaren tachtig de nodige successen geboekt met de drankenhandel. Het bedrijf was flink gegroeid en beschikte over genoeg kapitaal om te investeren. Als vanzelfsprekend werd er vooral gezocht naar nieuwe kansen om de financiële ruimte nuttig in te zetten. Albert Brouwer, broer van Jan en Frans, zag mogelijkheden in de visindustrie op Urk, die explosief was gegroeid.
Van vis had de familie niet zoveel kaas gegeten, op overgrootvader Albert Brouwer na die zijn werkende leven als visserman was gestart. De daaropvolgende generaties waren echter geen van allen werkzaam geweest in de visindustrie, het vizier lag van oudsher op de horeca en drankenhandel.

Toch geloofde Albert stellig dat de familie moest investeren in een nieuw bedrijf ‘in de vis’. Een pand was al beschikbaar, de voormalige limonadefabriek aan de Industrierondweg stond al jaren leeg. Een enthousiaste karrentrekker was snel gevonden in de persoon van Frank Visscher. Toen een beginnende twintiger, maar al te graag bereid om aan de slag te gaan in een nieuw bedrijf. Niet gehinderd door enige kennis van zaken sprong hij in het diepe. Albert dacht dat er een mooie markt zou zijn voor de export van zoetwatervis, die in die tijd voor een mooie prijs verkocht kon worden in Zwitserland. Op 25 augustus 1986 ging Visscher Seafood officieel van start met een focus op zoetwatervis. De eerste aankoop, een ontschubmachine uit Canada, was snel gedaan en Frank ging voortvarend van start. De vis verwerken was geen probleem, maar verkopen bleek toch een heel ander verhaal.
De markt van zoetwatervis was goed afgeschermd en Visscher Seafood kreeg geen poot aan de grond.
Frans, de jongste broer van Jan en Albert, kwam vrij snel na de start van het bedrijf in beeld bij Visscher Seafood.
Het bedrijf moest een eigen plek veroveren in de Urker visindustrie en dat ging niet zonder slag of stoot. Frans en Frank kweten zich onvermoeibaar van hun taak. Na een half jaar aanmodderen, besloot het tweetal samen met de investeerders, de familie Brouwer, dat ze het over een andere boeg moesten gooien. Noordzeevis moest het worden. Menig Urker bedrijf was inmiddels succesvol in de handel in Noordzeevis, dus daar lagen de kansen. Makkelijker gezegd dan gedaan, want een nieuw gezicht op de Urker visafslag moest zich wel degelijk eerst bewijzen. Frank voelde zich in die tijd als een Calimero tussen de ‘reuzen’. ,,Ik kocht misschien zo’n tweehonderd kilo per week. Dat was voor andere bedrijven een lachertje, maar voor ons was het een begin. De grote bedrijven lieten altijd wel even merken dat ze mij als een amateur zagen. Ik moest echt het wiel uitvinden en dat ging niet zonder slag of stoot.’’ De directie kreeg echter het volste vertrouwen van de familie Brouwer, ondanks het dikke verlies in het eerste jaar. Het vinden van klanten was het belangrijkste voor de onderneming, maar dat bleek een hele klus. De beginjaren van Visscher Seafood waren op zijn zachtst gezegd tumultueus met spannende momenten en lange werkweken. Toen de eerste grote klant op het toneel verscheen veranderde alles voor Visscher Seafood.
EEN GESCHENK
Frank kwam in contact met ene meneer Baas van GB Supermarkt in België. Er was een klik en meneer Baas gunde de jonge visverkoper een mooie opdracht. GB Supermarkt maakte gebruik van een verwerkingsbedrijf, maar was op
zoek naar een geschikte partij voor tong. Visscher Seafood werd ‘uitverkoren’ en mocht als eerste order 9.000 kilo tong inkopen. Na al die maanden aanmodderen, was deze order een geschenk uit de hemel.
Met een besmuikte grijns nam Frank die bewuste vrijdag plaats in de bankjes van de mijnzaal. ,,Ik ging daar ineens serieus tong inkopen. Je zag de verbazing bij de andere kopers steeds groter worden. Het was echt een superdag. Helemaal toen ’s middags bleek dat ik ook nog eens voor een hele gunstige prijs had ingekocht. De tong was vijf gulden per kilo duurder geworden.’’
Visscher Seafood concentreerde zich voornamelijk op tong en andere Noordzeevis met de Benelux en Duitsland als afzetmarkt. Tot de ‘ontdekking’ van Oostzeekabeljauw. In grote aantallen werd deze vissoort aangevoerd en voorafgaand aan de komst van een machine werd gebruik gemaakt van een groep Spakenburgers om de kabeljauw te snijden. Later stapte Visscher Seafood over van het handmatig fileren naar een fileermachine. Meer productie en een machine zegt nooit nee.
Door de verkoop van kabeljauw aan Italië en Spanje werd de horizon van Visscher Seafood verbreed. Ook tong bleef belangrijk, in de glorietijd verwerkte het bedrijf tienduizenden kilo’s tong op een dag.
DE KEUZE VOOR ZALM
In de laatste tien jaar is de focus van Visscher Seafood opnieuw gewijzigd. De tonghandel kwam onder druk te staan door de keuze van het bedrijf om niet mee te doen aan de ‘veredeling’ van tong. ,,Er zijn nu machines op de markt die
een bepaald spul injecteren in de vis. Wij hebben er bewust voor gekozen om daar niet aan mee te doen. Dat heeft ons klanten gekost, maar wij willen op een eerlijke manier zaken doen. Dat heeft ertoe geleid dat we een ander product zochten.’’
Het werd uiteindelijk zalm. Nadat ook veel Duitse klanten hun zalm inkochten bij Visscher Seafood, kon nog groter en scherper worden ingekocht. De afhankelijkheid van de toeleveranciers was in de praktijk echter geen gewenste situatie en daarom werd gekozen om de verse zalm zelf uit Noorwegen te halen.

De euforie van de eerste grote ‘zalmklant’ was voor Visscher Seafood niet minder groot dan de vreugde rondom de order van meneer Baas. Het werd Sligro, de bekende horecagroothandel. Met de order van Sligro op zak investeerde Visscher Seafood een half miljoen gulden in de aankoop van een fileermachine. Een grote stap voor het bedrijf en achteraf een gouden greep.
Na een grote verbouwing in 2015 voldoet Visscher Seafood zelfs aan de BRC Global Standards. Een strenge normering die hygiëne- en voedselveiligheidseisen beschrijft voor bedrijven die direct leveren aan de retailsector. Met het BRCcertificaat op zak liggen er kansen in de retailmarkt voor Visscher Seafood en kan het bedrijf nog verder groeien. Visscher Seafood is inmiddels een gevestigde naam in de zalmmarkt en niet meer weg te denken uit de Urker visindustrie.





Aanschaf van een fileermachine was een gouden greep




FRANK VISSCHER (1966)
• 30 dienstjaren
• Inkoper
,,Als je de oudste zoon van een IJsselmeervisser bent en je kampt met zeeziekte, dan is je leven niet makkelijk. Ik kwam vers van de middelbare school aan boord bij mijn vader op de IJsselmeerkotter. Iedere nacht om drie uur beginnen en dan zo’n twintig uur per dag werken. Ik moest met lede ogen toekijken hoe mijn leeftijdsgenoten in de zomer op de terrasjes zaten als ik ‘s middags de haven weer uitvoer. En daarnaast bleek mijn zeeziekte maar niet over te gaan, dus voor mij was het snel duidelijk: ik moest een andere baan zoeken. Ik ben ontzetttend blij met de kans die die familie Brouwer mij in 1986 heeft geboden om een bedrijf van de grond af op te bouwen. Het was niet makkelijk, maar gelukkig ging het na een paar jaar echt goed lopen. Visscher Seafood is voor mij altijd een meer dan fulltime baan geweest. We maakten enorm lange weken. Om zes uur ’s ochtends beginnen was heel normaal en dan kon het zijn dat ik ’s avonds zelf nog op pad ging met de vrachtwagen om vis te leveren in Duitsland. Druk of niet, ik voelde me als een vis in het water. Ik deed alles, van productie tot verkoop. Het was een geweldige tijd, we waren echt iets aan het opbouwen in de markt. In het begin nog met telexen, later kwam de fax. Zo’n fax kwam op heel veel bureaus terecht. Het raakte al snel bekend dat Visscher Seafood goed in de prijs zat. En toen volgden de klanten vanzelf.
Ik ben trots op de gerespecteerde naam van Visscher Seafood. Er is veel zwarthandel in de visbranche en integriteit is een kostbaar begrip. Niemand zal de familie Brouwer kunnen betichten van sjacheren of marchanderen. Zij staan voor integer zaken doen.’’

In 2016 is Frank een nieuwe uitdaging aangegaan en is het dienstverband beëindigd.

BENNIE BUIS (1971)
• 25 dienstjaren
• Inkoper en verkoper
,,Je moet het leuk vinden om te handelen. Dan doe je fluitend je werk. Ik heb een lange geschiedenis in de handel, vanaf mijn achtste jaar stond ik al op de markt. Panty’s, sokken, dat werk. Ik verkocht het met veel plezier. Dat bleef niet onopgemerkt, want Jan Brouwer sr. bood me op een gegeven moment een baan aan. Hij bestempelde mij als een ‘vlotte kerel’ die vast wel wat producten voor de Brouwers aan de man kon brengen. Een kans die ik niet kon laten lopen. Ik begon als bijrijder, maar heb in de loop der jaren alles weleens gedaan. Van het nakijken van facturen en het bijwerken van de administratie tot aan het werken op de vloer. Nu ben ik al weer een paar jaar in- en verkoper en ik vind het geweldig. Het is het allerbeste wat er is: koop een product zo goedkoop mogelijk in om het zo voordelig mogelijk weer te verkopen. Het maakt voor mij nog steeds geen verschil of dat nu een pak sokken of een vrachtwagen met zalm is, de kick is hetzelfde. Als je geen passie voor handel hebt, dan ben je hier zo weg. Ik zie de toekomst dan ook rooskleurig in. Nu ons bedrijf zo gegroeid is qua oppervlakte kunnen we weer jaren vooruit. We zien steeds meer kansen, denk maar aan het leveren aan supermarkten en groothandels. Het is een mooie tijd om bij Visscher Seafood te werken.’’
JAN BUTER (1971)
• 18 dienstjaren
• Productiemedewerker
,,Ik ben al jaren productiemedewerker bij Visscher Seafood en dat bevalt mij prima. Mensen vragen mij weleens: wil je niet eens wat anders doen? Ik doe dit werk tenslotte al heel lang, ik zit al meer dan twintig jaar in de vis. Ook voordat ik bij Visscher Seafood terecht kwam. Maar ik zou niks anders willen. Het is mooi, eerlijk werk. Van het bijsnijden van zalm tot het fileren van kabeljauw, je bent met een vers product bezig. En als ik dan op vakantie in Frankrijk ons mooie product in de supermarkt zie liggen, dan ben ik daar best wel trots op. Dat vind ik mooi. Net zoals ik ook trots ben op ons nieuwe bedrijf. Tegenwoordig werk ik met de Ferrari onder de visverwerkingsmachines, echt de beste machine die in onze bedrijfstak te krijgen is. Visscher Seafood blijft wat dat betreft continu vernieuwen. Wij willen op kop lopen binnen de visverwerkende industrie. Je moet daar elke dag aan werken, maar dat kun je de familie Brouwer wel toevertrouwen. Zij hebben echt visie voor dit bedrijf en daar draag ik graag mijn steentje aan bij.’’
PIETER KORF (1984)
• 9 dienstjaren
• Productiemedewerker/Technische dienst
,,Als een machine kapot gaat, wil ik me daar mee bemoeien. Dat is altijd al zo geweest, die interesse heb ik van mijn va. Wij hebben wat met techniek. Het is natuurlijk het allerbelangrijkste dat een machine weer zo snel mogelijk in werking gaat, dus je moet wel een beetje tegen stress kunnen. Als een ploeg met fileerders op je vingers zit te kijken terwijl jij bezig bent met reparatie, voel je de druk wel toenemen hoor. Gelukkig kan ik daar goed tegen. Maar het liefste verricht ik preventief onderhoud. Gewoon lekker ’s avonds, als het rustig is en de machines niet draaien. Ik kan er trots op zijn dat we de machines goed ‘in shape’ houden, zodat er overdag volop gewerkt kan worden.
De combinatie van volan knallen in de productie en de rust die je voor technisch werk moet hebben, vind ik super. Ik mag ook graag op vrijdag de jonge jongens aan het werk zetten, dan ben ik misschien iets te bazig. Gelukkig hangt hier een hartelijke sfeer en kan er veel. Als je Claus of Frans tegenkomt, of dat nu op de zaak of gewoon in de supermarkt is, maken ze altijd even een praatje. We doen het samen en dat voel je hier.
Visscher Seafood is een boegbeeld van de Urker visindustrie en daar ben ik trots op. Er liggen mogelijkheden genoeg voor ons en ik hoop dan ook dat we blijven groeien.’’


De mensen van Visscher Seafood


MENNO RAS (1971)
• 20 dienstjaren
• Chauffeur
,,Ik heb jarenlang in de productie gewerkt, maar ik kreeg last van mijn rug en schouders. De familie Brouwer heeft een nieuwe functie voor me gecreëerd als chauffeur. Op de vrachtwagen gaat het een stuk beter. Naast het chauffeurswerk, doe ik voorraadbeheer in de diepvries. Ik kachel dagelijks met een gangetje van 25 kilometer per uur over Urk. Als chauffeur breng en haal ik verschillende visproducten bij Urker visbedrijven. Die bedrijven bestellen namelijk ook vaak wat bij elkaar. Op maandag en vrijdag heb ik het daar behoorlijk druk mee. Het is leuk werk, want je leert overal mensen kennen. Ik denk dat ik inmiddels van bijna alle mensen uit de visverwerkende industrie wel het telefoonnummer heb. Daarnaast haal ik de inkoop uit de afslag op, dan moet je altijd goed controleren of je de juiste spullen hebt.
Als chauffeur moet je de hele dag ‘effen’ wat ophalen of brengen. Het woord ‘effen’ hadden ze van mij niet uit hoeven vinden, haha. Soms weet ik niet of ik het allemaal wel ga redden, maar uiteindelijk komt het aan het eind van de dag altijd weer goed. Dat geeft me voldoening. De hard-werken-mentaliteit hier past goed bij mij. Mijn vrouw vraagt weleens: ‘hoe laat ben je thuis?’ Dan zeg ik altijd: zo laat als we klaar zijn.’’
ARIE PLUGGE (1958)
• 25 dienstjaren
• Distributiemedewerker
,,Ik weet nog goed toen ik voor het eerst met een trailer gevuld met handel voor Asia Express Food opperdan ging. Dat zal eind jaren negentig zijn geweest. Ik moest op maandagochtend om acht uur in Berlijn staan voor één specifieke toko. Alle Chinezen uit Berlijn leken te weten dat ik zou komen, want toen ik aankwam stond er al een horde paraat. Het was in die tijd nog heel bijzonder als je verse taugé kon leveren en dat was onze specialiteit. Een bijzonder gezicht hoor, al die Chinese mensen bij elkaar rondom de vrachtwagen en ik als enige Nederlander er tussen om de handel te lossen.


Als jongetje van 15 was ik al aan het werk. Oorspronkelijk kom ik uit Scheveningen, maar onze vakanties vierden we altijd op Urk. Daar leerde ik mijn vrouw kennen en zo ben ik op de Bult terecht gekomen. Via de vis en een transportbedrijf ben ik uiteindelijk via Albert Brouwer, broer van Jan en Frans, bij de Brouwers terecht gekomen. Albert bood mij een baan aan als manusje-van-alles, de ene dag zat ik op de vrachtwagen en de andere dag draaide ik mee in de vis bij Visscher Seafood.
Het was altijd hard werken, je draaide pittige weken. Zo startte ik op maandagochtend in de vis, in de namiddag reed ik door het Ruhrgebied. Dinsdag richting Berlijn, woensdagnacht weer thuis. Donderdag en vrijdag in de vis en op vrijdagavond reed je dan ook nog een paar ritjes naar Oostende en Boulogne. In die tijd was dat heel gewoon, het werk lag er en dat moest gewoon gebeuren. We waren toen ook met een veel kleinere ploeg natuurlijk.
Ik ben van mening dat je bij een baas moet werken, alsof het bedrijf van jezelf is. Dat heb ik altijd gedaan en dat maakte het werken voor de Brouwers ook geweldig. Zij waarderen die instelling. En als ik dan zie hoe groot het bedrijf geworden is... Niet alleen Visscher Seafood natuurlijk, maar ook Asia Express Food. Ik weet nog hoe dat begon, met wat exotische producten onder een afdak bij Horecagroothandel Brouwer en nu een gigantisch bedrijf in Kampen. Dat kun je je gewoon niet voorstellen. Ik ben daar ook echt trots op, want daar hebben we allemaal een steentje aan bijgedragen.’’
RICHARD BROUWER (1967)
• 17 dienstjaren
• Kwaliteitsmanager
,,Visscher Seafood is van ver gekomen. Ik vind het mooi dat ons bedrijf vanuit een veredelde garage doorgegroeid is naar het prachtige pand wat er nu staat. Ik heb mijn hele leven al in de vis gewerkt en kwam hier als doorgewinterde visverwerker op de vloer. Ik was eerst orderpicker en moest toen flink aan de bak. Visscher Seafood leverde in die tijd zo’n dertig producten en ik dacht dat ik wat wist van vis. Ik had nooit met meer dan drie of vier vissoorten te maken gehad. Dus dat was al een lekkere binnenkomer. Gelukkig kreeg ik al snel de taak van kwaliteitscontroleur toebedeeld, omdat ik volgens de directie wel ‘verstand van documenten had’. Zo ben ik er in gerold. Het begon met een HACCP-certificaat en daar is steeds meer bij gekomen. Tegenwoordig leveren wij ook aan klanten die aan supermarkten leveren en daar zijn weer specifieke eisen voor. Vroeger deed ik de kwaliteitscontrole erbij en was ik daarnaast gewoon orderpicker. Nu is het een fulltime baan. Met maandelijks kwaliteitsoverleg en audits.
Van die audits kan ik wel wakker liggen. Uiteindelijk kan één controleur je maken of breken. Je moet niet alleen beschikken over de juiste vakkennis, maar ook goed kunnen communiceren. Controleurs vertellen me gelukkig vaak dat het bij ons zo streng is qua hygiëne en kwaliteit, dat hoor ik uiteraard graag.

Wat mijn werk betreft is het alleen maar moeilijker geworden, maar de belangen zijn dan ook steeds groter geworden. We zijn een team en iedereen is zich bewust van zijn rol daarin.’’
FRITS BROUWER (1979)
• 17 dienstjaren
• Chef Technische Dienst/Productiechef

,,Als jonge knul werkte ik al in de vis als bijbaan. Op vrijdag- en maandagmiddag tot laat. Ik deed daarnaast een opleiding in de metaal en dat komt altijd goed van pas in een visverwerkend bedrijf met al die machines.
Bij Visscher Seafood stond toen al een kabeljauwlijn en daar werd ik verantwoordelijk voor gemaakt. Dat was toen nog het ouderwetse sleutelwerk. Nu komt er veel meer
ICT bij een machine kijken, maar daar ben ik gelukkig in meegegroeid. Ik heb de nodige cursussen gedaan op dat gebied. Omdat ik overdag ook de productie leid, weet ik hoe belangrijk het is dat alles goed draait. Gelukkig blijf ik altijd wel rustig. Er staat zo twintig man achter je mee te kijken.
Ik krijg veel vrijheid van de familie Brouwer in mijn zorg voor de machines. Dat vind ik prettig. Daarnaast wordt mijn mening ook gevraagd en er wordt goed nagedacht voor de aanschaf van een machine. Het personeel wordt echt bij de gang van zaken betrokken.
We zijn natuurlijk in de loop der tijd wel flink gegroeid, maar dat zorgt alleen maar voor meer uitdaging. Geen dag is hetzelfde. We hebben steeds weer een nieuw project onder handen. Zo worden onze bestellingen tegenwoordig via Skype aan de productievloer doorgegeven. Dat kon je vijf jaar geleden nog niet bedenken. Er is altijd wat nieuws en daardoor blijft mijn werk boeiend.’’



TIM BROUWER (1989)
• 4 dienstjaren
• Leiding in- en verkoop

,,Mijn start bij Visscher Seafood was via een open sollicitatie. Ik was vier jaar lang visserman geweest en als bijbaantje had ik gewerkt in de vispromotie. Visscher Seafood sprak mij als bedrijf het meeste aan en ik wilde hier graag aan de slag. Frans gaf mij de kans, hij had vertrouwen in mij ondanks een CV zonder verkoopervaring en met twee afgebroken studies. Ik denk dat dat ook iets is wat bij een familiebedrijf hoort, mensen vertrouwen en kansen durven geven.

Spanje werd de markt waar ik me op moest richten met de verkoop van Noordzeevis. Na een maand of twee had ik al wel een klein klantenbestand opgebouwd, maar ik kon er nog geen week mee vullen. Ik besloot, tussen de Spaanse verkoopdagen door, mijn pijlen ook op Noord-Europa te richten met de verkoop van zalm.
Met het nodige geluk haalde ik een grote Duitse cash-andcarry-keten binnen. Ik heb inmiddels al geleerd dat in de
visverkoop veel draait om de juiste timing, geluk, maar natuurlijk ook inzet. Je moet blijven bellen, proberen om klanten binnen te halen.
De grootste klapper tot nu toe was het moment waarop we een supermarktketen binnenhaalden. Een ingewikkeld traject waarbij ik zeker meer dan tweehonderd uur heb gei nvesteerd in het uitwerken van een passend voorstel. Ons grote voordeel was dat wij als enige visbedrijf al contacten hadden met een ASC-gecertificeerde leverancier. De supermarkten wilden voor 2016 de focus op leveranciers met ASC-certificering leggen en daar speelden wij direct op in. Na veel spannende gesprekken en een uitgebreid voorstel werden we in eerste instantie toch afgewezen door de supermarktketen. Toen zat ik wel even in zak en as, al ons werk leek voor niets te zijn geweest. Mijn collega Frank Visscher gaf me de tip om toch nog een keer contact te leggen met de inkoper en achteraf gaf dat extra telefoontje juist de doorslag. Een geweldig moment, dat hebben we echt gevierd hier met elkaar.
Het dynamische karakter van mijn werk maakt het voor mij iedere dag weer interessant. Het is snelle handel, tus -

sen de prijzen van vrijdagochtend en vrijdagmiddag kan al een enorm verschil zitten. Wat de toekomst betreft denk ik dat we met Visscher Seafood nog enorme stappen kunnen maken. We leveren nu aan verschillende markten: horecagroothandel, rokerijen, retail en cateraars. In Europa, maar inmiddels ook in Amerika. Dat kan allemaal nog groeien, daar ben ik van overtuigd.’’

TONNY BAARSSEN (1986)
• 10 dienstjaren
• ICT-medewerker


,,Officieel ben ik ICT-medewerker, maar manusje-van-alles zou een betere omschrijving van mijn baan zijn. Ik ben mede-verantwoordelijk voor de supply chain binnen Visscher Seafood. Ik houd me bezig met de expeditie, voorraadbeheer, de digitale orderverwerking en het onderhoud van onze computers en printers. De meeste tijd breng ik door achter mijn computer, waarbij ik binnen ons ERPprogramma de orders bekijk en in de gaten houd of alles goed door loopt. Ik ben het aanspreekpunt tussen de productievloer en de verkoop op kantoor. Het doel is om zoveel mogelijk te automatiseren zodat onze productie altijd door kan gaan. Ik ben opgeleid als vliegtuigmonteur en heb ook een tijd op Schiphol gewerkt. Dat was wel echt andere koek, met een steeksleutel aan de slag gaan met motoren van vliegtuigen. Nu zit ik met ICT in een hele andere hoek. Het leuke van mijn baan is, de ontwikkeling die erin zit. Ik ben begonnen als orderpicker en steeds een beetje doorgegroeid. Mijn verantwoordelijkheid is meegegroeid met mijn functie en dat vind ik erg leuk. Ik ben echt trots op de ontwik -
kelingen binnen ons bedrijf, wij hebben het hier echt goed voor elkaar. En dan zitten er ook nog allemaal plannen aan te komen, waar ik ook over mee mag denken binnen mijn vakgebied. Dat is toch prachtig!
Het mooie van werken in een familiebedrijf vind ik ook de sfeer hier, je voelt geen afstand tussen de directie en ons als personeel. Bij mijn oude werkgever op Schiphol was ik een nummer en dat is hier absoluut niet het geval. Werkplezier is heel belangrijk en dat vind ik hier volop.’’
FRANS BROUWER EN VISSCHER SEAFOOD

Frans Brouwer (jongste zoon van Frans en Dini) was in 1986 een van de oprichters van Visscher Seafood. Inmiddels zit hij niet meer in het familiebedrijf Brouwer Groothandelsgroep BV. De huidige aandeelhouders zijn hun oom erkentelijk voor al zijn inzet. Vandaar dat Frans de eer te beurt viel om de eerste paal te slaan voor de uitbreiding van Visscher Seafood. In 2015 is het totaal vernieuwde en fors uitgebreide pand in gebruik genomen.


Asia Express Food
• 1991-2016
Het kroonjuweel van de Brouwer Groothandelsgroep. De ‘sleeping giant’. Het bedrijf dat onstuimig genoeg toch maar door blijft groeien. Asia
Express Food is inmiddels al jaren het grootste bedrijf van de Brouwer Groothandelsgroep en tegelijkertijd de jongste loot aan de stam. De start van het bedrijf in 1991 was klassiek voor de Brouwers: een bedrijf met potentieel kwam in het vizier en de Brouwers gingen over tot aankoop. In dit geval ging het om Mol Food, een importeur van taugé en champignons.
Met name Albert Brouwer sr. zag wel heil in het bedrijf.
De naam Mol Food werd in eerste instantie veranderd in Brouwer Food, maar een naam met zoveel r’en bleek voor de Aziatische markt toch een brug te ver. Brouwer Food werd Asia Express Food, gericht op de Duitse markt. De kleine importeur van Aziatische producten van weleer, is inmiddels een van de grootste Europese importeurs met duizenden Aziatische en Afrikaanse food en non-food producten. Asia Express Food levert aan Aziatische en Afrikaanse supermarkten, toko’s, groothandelaren, foodservicebedrijven, supermarktketens, producenten en cateraars. Het bedrijf belevert een groot deel van Europa, met name West-Europa, met geselecteerde transporteurs en vrachtwagens voorzien van de laatste koeltechnieken.

wikkelen. Voor ons is het vooral belangrijk dat ze de taal goed spreken en de klant kennen. Ook vanuit onze verkopers komt waardevolle input, zij luisteren iedere dag naar onze klanten en weten waar behoefte aan is.’’
NIEUWE PROJECTEN
Totaalleverancier voor grote en kleine bedrijven
Jan Brouwer jr. (commercieel directeur) en Dina Brouwer (financieel directeur) van Asia Express Food (AEF) hebben de groei van nabij meegemaakt. Jan probeerde samen met zijn oom Albert de producten binnen te slepen om daar vervolgens weer klanten voor te vinden. In eerste instantie groeide het bedrijf met kleine stapjes. AEF kreeg steeds professionelere partners in de loop der tijd en werd ook door grote bedrijven als totaalleverancier serieus genomen. ,,Vanaf die tijd kwam de schwung erin. Ons telefonisch verkoopteam is daarbij heel belangrijk, zij zorgen voor de gunning en het vertrouwen. Wij hebben hele goede verkopers, die zich continu blijven ont-
Naast Aziatische producten levert AEF inmiddels ook een Afrikaans assortiment. Dat begon heel klein in 2009, maar ook die tak is groeiende. ,,Het viel ons op dat er in de grote steden erg veel Afro shops te vinden zijn, vaak in dezelfde buurten als de Aziatische toko’s. Het was voor ons dus een logische stap om ook die kant op te gaan. Wij proberen altijd weer op actuele ontwikkelingen in te spelen. Dat blijft belangrijk, kansen zien en dan daar op inspelen. Binnen ons bedrijf zijn gelukkig ook altijd financiële middelen geweest om nieuwe projecten te lanceren. Als iets niet helemaal ging zoals we dat verwacht hadden, dan stappen we daar overheen en gaan met frisse moed weer verder.’’ AEF was één van de eerste bedrijven die Aziatische biermerken leverde. Met een historie in de drankenhandel was dat voor de Brouwers een vertrouwde markt. ,,Het verbaasde mij echt dat bijna niemand daarop was ingesprongen. Zoals wij onze vertrouwde biermerken hebben, hebben de mensen in Azië dat ook. Nu leveren we tientallen soorten bier gericht op de Aziatische toko’s. De kansen zijn er altijd, je moet ze wel willen zien.’’

Niemand binnen de Brouwer Groothandelsgroep had kunnen voorzien waar AEF in 2016 zou staan. Een boekhouder uit de beginjaren had voorspeld dat het bedrijf een

‘sleeping giant’ was, maar dat het zo’n reus zou kunnen worden… ,,Het bedrijf heeft al jaren een continue groei te pakken. Dat heeft natuurlijk voor een deel te maken met onze inzet en die van onze partners. Maar ook de investeringen die we hebben gedaan spelen daarbij een rol. Het bedrijf is inmiddels een begrip in de markt. Dit wordt onderstreept door het feit dat er iedere week nog steeds nieuwe klantaanvragen binnenkomen. Ondanks dat we geen echte vertegenwoordigers hebben, dat wil zeggen geen mensen die met regelmaat de klanten bezoeken.’’
,,De relatie met onze partners is altijd van vitaal belang geweest voor AEF. Toen het Aziatische assortiment vorm kreeg werden de producten direct uit Azië geïmporteerd en daar heerst een totaal andere cultuur dan in Europa. Een onbekende wereld voor de Brouwers, maar die is inmiddels eigen gemaakt na talloze bezoeken aan het continent. ,,Wij zijn duidelijk en eerlijk. Een leverancier zoekt altijd een stabiele en betrouwbare partner en wij zijn dat bij uitstek. We behandelen onze leveranciers met respect, dat wordt op prijs gesteld. Bezoeken van diplomaten en zelfs ambas -



sadeurs van Aziatische landen, waren en zijn dan ook van groot belang. Naar onze begrippen doen we veel, maar qua gastvrijheid kunnen we ons niet meten met de Aziaten, dat is daar echt indrukwekkend.’’
Asia Express Food blijft anticiperen op ontwikkelingen in de markt en wil er alles aan doen om de verworven positie te behouden. Het bedrijf ziet echter wel dat de klant hierbij een sleutelrol vervult. Daarom staan klanten en hun wensen bovenaan voor AEF. ,,Wij zijn groot geworden met klanten die misschien niet groot in omvang zijn, maar voor ons veel betekenen. Van een bescheiden toko tot een grote supermarkt, voor ons is iedereen in tel. Wij blijven altijd op zoek naar verbeteringen in kwaliteit, service en assortiment.’’
Klanten en hun wensen staan bovenaan voor AEF




BENNIE PAP (1969)
• 22 dienstjaren
• Salesmanager
,,Kansen pakken als ze voorbij komen. Dat is het motto van de familie Brouwer en daar voel ik me helemaal in thuis.
Dat geldt voor het bedrijf, maar ook voor mij persoonlijk. Ik ben begonnen als vrachtwagenchauffeur en ben doorgegroeid naar salesmanager bij Asia Express Food. Dat had ik twintig jaar terug niet kunnen bedenken.
Ik heb de kans gehad om mezelf te ontwikkelen en dat vind ik typisch iets voor Brouwer. Aan de andere kant is niemand onmisbaar, want onze hele organisatie staat als een huis.
Als vrachtwagenchauffeur bemoeide ik me eigenlijk ook al met verkoop. Dan vroeg ik gewoon aan verkopers: ‘waarom is die klant nog niet gebeld?’. Het draait allemaal om omzet, dat vind ik nog steeds het leukste aan mijn baan. Het is altijd mooi als we een record draaien. En de kick die het geeft als we een target sneller halen dan gedacht, geweldig.

De uitdaging zit er bij mij in om juist aandacht te schenken aan de ‘stille klagers’, zoals ik deze groep noem. Klanten die gewoon niets meer bij je bestellen omdat ze ontevreden zijn. Die vallen in eerste instantie niet op, maar ik probeer daar altijd bovenop te zitten. Een paar jaar terug hadden we een klant die al jaren niets meer bij AEF had besteld. Ik heb er een verkoper op gezet en dit jaar is dat een klant van een ton omzet per jaar geworden. Dat zijn toch leuke dingen.’’
HANS HOEKMAN (1972)
• 7 dienstjaren
• Verkoper
,,Ik hang vaak zingend aan de telefoon met onze klanten. Zeker met de Afrikaanse jongens. Daar hoort een extraverte benadering bij. Maar ik kan ook flink op ze schelden. Het mooiste is: ze vinden het prachtig! Soms vragen ze d’r gewoon om: ‘schreeuw nog eens wat’. Als ze dan beginnen te lachen weet ik: de order is binnen. Dat maakt onze afdeling zo mooi, er is altijd roering in de tent. Handel is een kwestie van gunnen. Om een klant juist bij mij te laten kopen, dat is de kick. Prijs is natuurlijk belangrijk en ook beschikbaarheid. Maar uiteindelijk gaat het er om of je klanten jóu een plezier willen doen of je concullega. Het is een groot toneelspel, de hele dag. Het mooiste is een niet-actieve klant zover te krijgen om weer te bestellen. Dat geeft een kick. Typisch voor dit bedrijf is de no-nonsensecultuur. Hard werken, niet zeuren. De lijnen zijn kort en als er wat is, kun je altijd terecht.
Op dit moment richt ik me met name op het Afrikaanse deel van Asia Express Food en op de volumeklanten bij AEF. Onze business is een snelle handel, dus dat betekent dat je altijd op scherp moet staan. Ik kan echt kicken op omzet. En als je dan weet hoeveel potentieel d’r nog is. Er is nog zo’n grote markt waar wij niet eens aan toekomen. Voorlopig zijn we dus nog lang niet klaar.’’

AAGJE JANSEN-POST (1986)
• 5 dienstjaren
• Debiteurenbeheer


,,Ik ben niet zo streng als je zou verwachten van een debiteurenbeheerder. Natuurlijk moet ik zorgen dat onze klanten hun openstaande facturen op tijd betalen, maar uiteindelijk moet je er ook commercieel tegenaan kijken. Dat maakt mijn baan juist zo leuk. Ik blijf altijd vriendelijk, het maakt niet uit hoe vaak ik moet bellen. Want de relatie met onze klant is belangrijk en dat zet je niet op het spel voor één late betaling. Daar zijn onze verkopers uiteindelijk ook weer blij mee.


Ik houd de betalingen wel strak in de gaten, want ik maak er een sport van om alle klanten binnen de ‘eerste kolom’ te houden. De eerste kolom, is de eerste fase van ‘te laat betaald’, elke kolom daarna ga je dichter naar een incassotraject.
Een belangrijk deel van mijn werk is ook het checken van de kredietwaardigheid van nieuwe klanten. De eerste paar keer moet er contant betaald worden bij levering. Zodra dat goed gaat, gaan we over op digitaal betalen. Dat vinden wij uiteindelijk ook veel fijner én veiliger.

Oplichters betrappen geeft helemaal een kick. Soms heb je er mensen tussen die uitzonderlijk geslepen te werk gaan. Een nét niet kloppend adres, of een vervalste kredietwaardigheid. Als ik ze dan toch er uit weet te vissen, voordat ze ons financiële schade kunnen berokkenen, dan ben ik helemaal blij.
Het leuke van werken bij Asia Express Food is dat hier nog veel kan. Niets is te gek en dat merk je aan de sfeer.’’

MARC SMULDERS (1971)
• 21 dienstjaren
• Financieel verkoopleider

,,Je zou het nu niet meer kunnen bedenken, maar het is een tijd echt worstelen geweest met Asia Express Food. Het bedrijf was niet in één keer zo’n succesverhaal als het nu is. Ik kwam in 1995 in dienst op de verkoop en toen waren we nog volop aan het zoeken naar de juiste producten. We kampten met problemen met de voorraad, importeerden de verkeerde producten en waren ook nog aan het zoeken hoe we alles het beste konden opslaan. Het was bij tijd en wijle een drama. Zo hadden we Tenminste Houdbaar Tot (THT) voorraad waar we niet van afkwamen, zakken rijst die aangevreten waren door de muizen... Het was een hele moeilijke tijd, we leden veel verlies. Ik zie nog de boekhouder uit die tijd met een droevig gezicht de cijfers overhandigen, maand na maand werd het er niet beter op.

Het omslagpunt kwam toen we in Kampen alles goed op de rit gingen zetten. Een eigen magazijn, maar ook een eigen inkoper in de vorm van Jan Brouwer jr. Jan heeft echt gezorgd voor nieuw elan door zelf naar Azië te gaan en zo veel meer inzicht te krijgen in onze producten en merken. Mijn rol veranderde in die tijd ook, ik werd verantwoordelijk voor het margebeleid en ben dat nu nog steeds. Ik stel de prijs vast waar onze verkopers het voor mogen verkopen. In de Aziatische markt is onderhandelen heel gebruikelijk, dus onze verkopers hebben ook zelf wat speelruimte. Maar als er echt een klap op gegeven moet worden, dan komen ze bij mij.
Inmiddels werk ik meer dan twintig jaar bij AEF en nog steeds met veel plezier. Eigenlijk is het niet meer van deze tijd, zo lang bij één werkgever. Maar het blijft gewoon interessant om hier te werken. Je eigen ontwikkeling gaat mee met het bedrijf. Elke keer maken we weer die stap naar nog mooier en groter. De nieuwe uitdaging is om te zien hoe we onze groei kunnen ‘managen’.
Het is hier gelukkig ook nog steeds een familiebedrijf, met een open sfeer. We gaan familiair met elkaar om en dat is prettig. De goede sfeer en betrokkenheid zijn er mede debet aan dat ik hier al zo lang met zoveel plezier werk.’’
RAYMOND HULSTEIN
• 5 dienstjaren
• Product & marketing manager
STIEN CREBAS (1988)
• 5 dienstjaren
• Assistent-verkoopleider


,,Ik ben bij Asia Express Food begonnen als telefoniste. Al snel kreeg ik er wat taken bij, van het aanmaken van nieuwe klanten in het systeem tot andere verkoopgerelateerde zaken. Later werd ik assistent van Bennie Pap, onze verkoopleider, en dat ben ik nu nog steeds.
(1982)
,,Asia Express Food heeft een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Niet alleen in groei, maar ook als bedrijf zelf door van dozenschuiver naar merkenbouwer te evolueren. Tegenwoordig kan iedereen importeren, je gaat op internet en je kunt overal bestellen. Maar niet iedereen heeft de kennis en de relaties om een merk neer te kunnen zetten. Dat biedt AEF wel. Leveranciers verwachten ook van ons dat wij eruit halen wat erin zit.
Op mijn visitekaartje staat nog steeds product & marketing manager, maar mijn functie is eigenlijk veel breder. Samen met Jan jr. ben ik verantwoordelijk voor het commerciële deel van AEF.
Toen ik in 2011 aan de slag ging voor AEF, was het marketingstuk half ingevuld. Dat was mijn eerste taak, maar al snel groeide dat uit naar een veel bredere job. Dat maakt mijn baan ook zo leuk, de helikopterview die je moet hebben.
Tot nog toe groeien we elk jaar en dat betekent dat onze leveranciers ook steeds meer verwachten. Ze doen zaken met ons, omdat ze het vertrouwen hebben dat wij eruit halen wat erin zit. Dan moet er ook een plan zitten achter je inspanningen. Daar zie ik mijn toegevoegde waarde, want ik vind het leuk om onze ideeën schriftelijk te onderbouwen.
We houden hier van ondernemerschap, iedereen wordt uitgedaagd om mee te denken. We leren iedere dag en wat we gisteren deden willen we vandaag het liefst nog beter doen. Het concept van de constant lerende organisatie is iets wat bij ons eigenlijk al jaren ‘business as usual’ is.’’
Het is mijn taak om ervoor te zorgen dat het reilen en zeilen op de verkoopafdeling goed geregeld is. Ik richt me daarbij vooral op het organisatorische vlak. Als we bijvoorbeeld op zakenreis gaan zorg ik dat van tevoren iedereen weet welke klanten we gaan bezoeken, wat ons doel precies is. Onze klantbezoeken in Duitsland zijn altijd leuk om te doen. We pakken stevig door, bezoeken veel klanten, maar het is ook ontzettend gezellig. Jan jr. verliest tijdens deze reizen geen moment de focus: iedereen die relevant kan zijn voor AEF wordt aangesproken met de vraag waar hij of zij zijn boodschappen doet. Zo ontdekken we weer mogelijk nieuwe klanten.
Het mooie van werken voor een familiebedrijf is dat je ziet hoeveel passie de Brouwers voor de zaak hebben. Het is heel knap hoe ze altijd weer die kansen in de markt zien. Ze weten precies hoe ze iets aan willen pakken. Bijvoorbeeld toen we het diepvriesgedeelte meer gingen oppakken. In no time stond er een assortiment dat helemaal aansloot bij de wensen van de klant.
We zijn altijd op zoek naar nieuwe markten en dat is het mooie van mijn baan. Nu hebben we het bijvoorbeeld over Polen. Zien wat de kansen daar zijn. Er is nog meer dan genoeg om te ontdekken.’’


HELEEN MESSELINK (1977)
• 12 dienstjaren
• Kwaliteitsmedewerker
,,Voorkomen is beter dan genezen. Dat vat mijn werk wel zo’n beetje samen. Als kwaliteitsmedewerker moet ik er voor zorgen dat al onze producten ‘gecheckt’ zijn. En dat gaat verder dan kijken of het hygiënisch verpakt is. Er is een vracht aan regelgeving op het gebied van voedselveiligheid en in ieder land gelden weer andere richtlijnen. Dan kan iets onschuldigs als een kleurstof, die in Nederland bijvoorbeeld toegestaan is, voor grote problemen zorgen in Duitsland, waar weer andere eisen worden gesteld aan producten. Plus dat de wet- en regelgeving op dit gebied nooit lang hetzelfde blijft. Het is een continu proces, waarbij je steeds alert moet zijn.

Als onze inkopers een product op het oog hebben, wordt de eerste check door onze afdeling gedaan. We laten het product checken door een gecertificeerd lab en is de uitkomst niet naar tevredenheid, dan moet er iets gebeuren. Het productieproces moet dan gewijzigd worden, of we beslissen om het product niet in te kopen. Het is van het grootste belang dat Asia Express Food geen producten verkoopt die schadelijk zijn en daarom moeten we soms streng zijn. Wij zijn uiteindelijk bewakers van de kwaliteit. Natuurlijk doen we onze uiterste best om mee te denken met de inkopers. Vooral als het om iets gaat, dat heel simpel aangepast kan worden door de leverancier. Bijvoorbeeld door het toepassen van een andere kleurstof, die wel geaccepteerd wordt door de internationale richtlijnen. Samen kunnen we er dan toch toe komen dat er een goed product ingekocht wordt. En daar draait het allemaal om.’’
QUYEN WONG-DANG (1973)
• 15 dienstjaren
• Verkoper
,,Ik leerde Asia Express Food kennen toen ik zelf een klant was. Mijn ouders hadden een toko in Maastricht en Jan Brouwer jr. belde mij vaak op of ik wat wilde kopen. Toen ik hem voor de grap vroeg of hij soms een verkoper zocht, sloeg hij daar direct op aan. Binnen een week had ik een serieus voorstel van AEF om daar te gaan werken. Zo snel kan het dus gaan. Mijn talenkennis is nu een stuk verbeterd, maar toen ik begon kon ik alleen een beetje Duits, Engels en Kantonees. Mandarijn, wat eigenlijk algemeen beschaafd Chinees is, kon ik helemaal niet. Toen ik in mijn eerste jaar bij AEF voor het eerst met Jan mee naar China ging, moest ik echt aan de bak in het Mandarijn. Je kunt je voorstellen dat het toen niet allemaal even soepel verliep. Als ik nu mee naar China ga, kan ik me prima redden.
Samen gaan we dan op zoek naar nieuwe producten om ons Chinese assortiment mee uit te breiden en dat is erg leuk om te doen. Mijn kennis van de tokowereld komt dan natuurlijk goed van pas.

Ik heb AEF in vijftien jaar hard zien groeien. Een voorbeeld; toen ik er net was brachten we een paar bestellingen per week naar Wenen, een stad met heel veel toko’s. Er is zelfs een straat met zes of zeven klanten van ons, die allemaal naast elkaar zitten. Nu rijden we twee keer per week met vrachtwagens vol die kant op. Zo snel kan het dus gaan.
De familiale sfeer hier is ook heel bijzonder. Toen ik hier kwam, kwam Albert sr. iedere vrijdag even langs om te kijken hoe het ging. Hij deelde schouderklopjes uit of we kregen een lekker gebakken visje van hem. Dat was natuurlijk heel leuk. Ook maakte ik iedere woensdag samen met Hilde, een dochter van Frans en Geertje, tosti’s voor de hele zaak. Of ik nam lekkere aardbeien van de boer mee voor Ede, de echtgenote van Albert.
Ik heb gewoon een klik met de Brouwers. Het bedrijf is nu allemaal veel groter gegroeid, maar we hebben nog steeds een fijne sfeer met elkaar.’’
BERTWIN VIERHUIZEN (1987)
• 13 dienstjaren
• Voorman orderpickers




,,Mijn vader, Jan Vierhuizen, heeft jarenlang voor Brouwer gewerkt en zo ben ik er ook terecht gekomen. Ik heb er nog geen dag spijt van gehad. Het is een mooi bedrijf, waar je als medewerker als mens behandeld wordt. Je bent geen nummer, om het zo maar even te zeggen.
Ik ben begonnen als orderpicker en inmiddels mag ik voorman zijn. Daarnaast stuur ik de chauffeurs van de reachtrucks aan en ga ik over de indeling van het magazijn. Dat is soms best even puzzelen. Maar gelukkig hebben we binnenkort weer een uitbreiding van het magazijn op stapel staan.

We verstouwen de nodige orders, duizenden en duizenden per week, dus het is elke dag vol aan de bak. Ik ga voorop in de strijd, zodat de jongens zien dat we het met z’n allen moeten doen.
Het opleiden en goed inwerken van nieuwe orderpickers vind ik het leukste aspect van mijn baan. Dan krijg je ook precies de werkwijze die wij belangrijk vinden binnen Asia Express Food.’’


HAN DAO (1960)
• 16 dienstjaren
• Verkoper
,,Ik ben hier gekomen samen met Tuan. Wij werkten samen bij een ander bedrijf en zijn toen in contact gekomen met Jan jr. We konden echt binnen een paar dagen aan de slag, zo snel ging dat. Asia Express Food was toen in niets te vergelijken met wat het nu is. We werkten in een kleine ruimte met acht mensen, daar bleef het echter niet bij. Ieder jaar groeide ons bedrijf en kregen we nieuwe collega’s om ons team aan te vullen.
Ik heb in mijn begintijd ook nog gewerkt met Albert sr., de vader van Dina en Abbe. Hij was altijd zo blij als wij weer een nieuwe grote order binnen kregen, dat enthousiasme deelde hij direct met ons. Het contact met de klanten is eigenlijk het leukste van mijn werk. Ik heb in die zestien jaar zoveel vaste klanten door heel Europa, dat is echt heel leuk. Mijn focus ligt vooral op de Vietnamese klanten, aangezien dat mijn moedertaal is. De branche varieert van toko’s tot groothandels, met elk weer hun eigen producten. Het vertrouwen dat je krijgt is groot. Een voorbeeld: soms durft een klant een bepaald product niet in het assortiment op te nemen, maar omdat ik het aanbeveel willen ze het toch proberen. Dat is het leuke van mijn baan.’’
DICK DE GRAAF (1992)
• 3 dienstjaren
• Logistiek coördinator


,,Ik heb de leukste baan binnen Asia Express Food. Als logistiek coördinator houd ik me bezig met van alles en nog wat. Van accijnsadministratie tot het inplannen van zeecontainers en de lokale planning. Ik ben begonnen als orderpicker, dus heb zelf ook nog met pakbonnen gewerkt. Nu weet ik hoe belangrijk die pakbonnen zijn, maar ik weet ook nog goed dat je daar als orderpicker niet altijd boodschap aan had. Je kunt beter meedenken met je collega’s als je ‘op de vloer’ begonnen bent.
Logistiek coördinator zijn is ook een hectische baan, met de nodige piekmomenten. Het ene moment heb je een uitgebreid douaneonderzoek en het andere moment loopt het ergens spaak met een container. Die afwisseling, dat is juist zo leuk. Ik vind het een kick om met zo weinig mogelijk kosten toch alles op de juiste plek te krijgen.
Bij Asia Express Food is het belangrijk dat je je werk goed doet, maar dat je ook eerlijk tegen elkaar bent. Zelf initiatief nemen wordt beloond. Dat is typisch iets voor Brouwer in mijn optiek.’’
TUAN DINH (1974)
• 16 dienstjaren
• Verkoper
,,Toen ik hier kwam hadden we vrijwel geen Aziatische klanten. Het was bellen, gericht vragen stellen, meedenken, afspraken nakomen en zo het vertrouwen van de mensen winnen. Ik heb intussen een klantenportefeuille van 250 tot 300 klanten.”
,,Ik kwam in 1981 als vluchteling naar Nederland en groeide op in Zwolle, deed het Atheneum en ging studeren. Pas daarna kwam ik in aanraking met de Brouwers. Het contact kwam eigenlijk via een vakantiebaantje dat ik had bij een toko in Zwolle. De baas had goed contact met Albert Brouwer sr. en pas jaren later, toen ik al werkte bij een bedrijf dat robotarmen fabriceerde, attendeerde hij mij erop dat ze bij Brouwer Food een Vietnamees sprekende verkoper zochten. Mijn sollicitatiegesprek was met Albert Brouwer en het klikte meteen. Als iemand een goed mens is, dan kun je dat vaak aan de ogen al zien. De oprechte geïnteresseerdheid, de menselijkheid. Ik heb niet zo heel vaak samen met hem gewerkt, maar die band was er altijd. Albert is nog steeds een belangrijke reden waarom ik nog altijd bij Asia Express Food werk. Hij zit nog binnenin mij. Aziaten zijn nu eenmaal trouw en dat ervaar ik ook
bij mijn klanten. Die kopen niet bij Asia voor de prijs, het assortiment of het transport, want daarin verschillen we niet van andere leveranciers. De mens aan de andere kant van de lijn maakt het verschil voor de koper. Ik heb vooral toko’s in Duitsland, Tsjechië, Polen en Nederland als klant. Ik spreek hun taal, we hebben eenzelfde visie en ook dezelfde humor. Die klanten kunnen zich met mij identificeren. Als die band er eenmaal is, dan is de gunfactor ook heel groot.”
,,Ik heb dit bedrijf groot zien worden en ben er ook trots op. De organisatie is echter wel minder plat geworden. Steeds meer tussenlagen, en dat brengt ook beperkingen voor de verkoper met zich mee. Vroeger kon je als verkoper meer zelf beslissen en daardoor ook meer voor klanten betekenen. Je kan hierdoor het onderscheid maken met andere leveranciers.”
,,De grootste uitdaging is voor Asia Express Food om de eigen originaliteit te behouden. Niet te veel kijken naar concurrentie en kopieergedrag gaan vertonen. Nee, probeer het beter te doen. Ga uit van eigen kracht, en dat zijn vooral je eigen mensen.”






















































































































































































Groningen (NL)

Schiava
• 1994-2016
Passie voor de Italiaanse keuken. Dat is de slogan van horecagroothandel Schiava, het meest mediterrane bedrijf binnen de Brouwer
Groothandelsgroep. In 1994 nam de Brouwer-groep het bedrijf in NoordGroningen over van een Italiaanse familie. De ‘famiglia’ Schiava stond voor kwaliteit en verkocht authentieke Italiaanse producten aan pizzeria’s en Italiaanse restaurants. Hierdoor was de naam ‘Schiava’ verbonden aan veel goodwill. De goede naam en reputatie van de Italianen werd erkend door de familie Brouwer, want de Urker familie telde er in die tijd een mooi bedrag voor neer.
De
De Italiaanse cuisine is een heel ander verhaal dan het assortiment van de snackbars, sportkantines en cafetaria’s waar de familie Brouwer altijd mee te maken had gehad. Van frikandellen naar mozzarella was geen soepele stap. Daarnaast hadden de klanten van Schiava een heel eigen filosofie met betrekking tot zaken doen: la dolce vita (het goede leven) staat altijd centraal.


De calvinistische handelsaard van de familie Brouwer botste in het begin met het DNA van de Schiava-klanten: wel een liefde voor lekker eten en mooie spullen, maar minder genegen tot op tijd betalen en tot het maken van afspraken. Dit vergde een andere aanpak qua bedrijfsleiding. Frans Brouwer, de jongste broer van Jan en Albert en de meest bourgondische van de Brouwers, ging daarom het bedrijf in Groningen runnen en hij werd steeds enthousiaster van de mogelijkheden op het gebied van import. In Italië zocht hij naar de beste producten en specialiteiten en werd hij ook ‘besmet’ met de liefde voor la dolce vita.
De klantenkring van Schiava groeide en al snel werd een nieuwe, grotere bedrijfslocatie in Groningen gevonden. Toen Frans Brouwer zich eind jaren negentig terugtrok uit de dagelijkse leiding, kwam er een nieuwe bedrijfsleider.
De jaren daarna verliepen de ontwikkelingen bij Schiava
moeizamer. De groei van het klantenbestand stagneerde en nam zelfs iets af. De concurrentie verhevigde en klanten veranderden. Waar Schiava voorheen leverde aan Italiaanse families, werden de pizzeria’s nu bemand door Arabische eigenaren, die weer een heel andere bedrijfscultuur hadden. Ook dat had z’n gevolgen op de omzet van het bedrijf. De situatie zag er in 2010 niet gunstig uit voor de Groninger tak van de Brouwer Groep. De firma dacht zelfs na over verkoop.

ENTHOUSIASME
Totdat het enthousiasme van personeelslid Guido Akkerman Schiava nieuw leven gaf. De Brouwer Groep heeft door de geschiedenis heen altijd vertrouwen gehad in haar personeel en dat betaalde zich ook nu weer uit. Schiava kreeg een nieuwe kans. Akkerman werd bedrijfsleider en sinds drie jaar gaat het weer bijzonder goed met Schiava. Het bedrijf biedt niet alleen exclusieve Italiaanse producten, maar ook reguliere food-artikelen. Restaurants en grandcafés kunnen daardoor een totaalpakket bij Schiava inkopen.
Het ‘leading’ koffiemerk van Schiava, La Tazza d’Oro, is exemplarisch voor de kwaliteit waar de groothandel voor wil staan. La Tazza d’Oro is opgericht door de Sardijnse familie Murgia, die in 1938 de eerste koffiebranderij opende in de hoofdstad van Sardinië, Cagliari. ,,De bijzondere La Tazza d’Oro smaak is wijd en zijd bekend onder koffiekenners. Wie van een echt goede Italiaanse espresso houdt, kan zijn hart ophalen met La Tazza d’Oro. In de smaak proef je de passie en traditie van de Sardijnse koffiebran -
meest
Brouwer kreeg de leiding
ders. We zijn er trots op dat we het merk exclusief mogen voeren bij Schiava’’, aldus Guido Akkerman.

Het bedrijfspand van Schiava is inmiddels volledig verbouwd en uitgebreid. De groothandel biedt haar klanten een totaalconcept, het zogenaamde ‘one stop shopping’. Schiava is allround horecaleverancier: van keukenrol tot pizzadoos, ook op non-food gebied denkt het Groningse bedrijf graag met de klanten mee.
,,We regelen de inkoop voor de restauranthouder en adviseren over het bewaren en de presentatie van de producten. Wij bouwen een relatie op met de klant en denken graag mee. Wij denken en doen in kwaliteit. Zo ontvangen we onze klanten graag op ons bedrijf. Dan organiseren we een wijnproeverij, met lekkere hapjes erbij. Proeven is geloven, zo werkt het in de food business gewoon. Alles heeft met beleving te maken.’’
KWALITEITSPRODUCTEN
De invloed van de Italiaanse keuken in de Nederlandse horeca wordt steeds groter. Schiava ziet dan ook nog steeds kansen voor groei met de Italiaanse topproducten die het bedrijf voert. Wijn vormt inmiddels dertig procent van de omzet, mede te danken aan de verbintenis met een exclusief wijnhuis als 47 Anno Domini. De wijnen van 47 Anno Domini hebben recentelijk diverse gouden medailles gewonnen en behoren tot de beste wijnen uit Italië. Daarnaast biedt Schiava met het eigen kwaliteitslabel Principe del gusto een prachtige lijn van producten die aan ieders hoge verwachtingen zal voldoen.
,,Schiava is altijd op zoek naar de mooiste Italiaanse producten. Wij zijn dan ook vaak de eerste in het signaleren van een nieuwe trend. Mooie combinaties maken voor de Nederlandse markt is een tweede natuur voor ons. De lat ligt hoog bij onze leveranciers en dus ook bij Schiava. Wij willen de beste Italiaanse importeur van Nederland worden, dat is ons doel.’’






GUIDO AKKERMAN (1986)
• 6 dienstjaren
• Bedrijfsleider
,,Ik heb de beste baan die d’r is. Italië en het werken met Italiaanse producten heeft echt mijn passie. Italianen houden van lekker eten en mooie wijnen. Ze genieten van het leven, veel meer dan we hier gewend zijn in onze Nederlandse cultuur.
Ik werkte jarenlang als kok in een vakantiepark in Italië, werd daar in het diepe gegooid. Italiaans leerde ik door het werk in de keuken. Uiteindelijk keerde ik terug naar Nederland en ging de verkoop in. Na een baan als keukenverkoper kwam ik bij Schiava als vertegenwoordiger terecht.
Ik zag meteen de potentie van het bedrijf. Maar daarvoor moesten we wel weer terug naar de basis. Veel meer naar buiten treden. Zelf naar Italië gaan, de producten proeven en uiteindelijk kiezen wat bij je bedrijf en klanten past.
We hebben ook best wat tijd moeten besteden om ons als Schiava opnieuw te bewijzen. We hebben jarenlang moeten leuren met onze producten, maar nu komen de klanten weer zelf bij ons binnen. Dat is vooral te danken aan ons kwaliteitsniveau. Je moet zelf achter je assortiment staan.

Bij Schiava heb je tegenwoordig nog maar twee soorten producten: goed en nog beter.
De telefoon staat nu gelukkig weer roodgloeiend en dat hebben we met z’n allen bewerkstelligd. We willen het samen met de klant doen en daar onderscheiden we ons mee. We verwachten van onze klanten dezelfde passie voor de Italiaanse keuken als die wij er zelf ook bij voelen!’’
HENRI POSTEMA (1972)
• 14 dienstjaren
• Administratie, commerciële binnendienst

,,Het temperament van Italianen is mij welbekend. Ze zijn snel driftig, maar kunnen net zo vlug weer goede vrienden met je zijn. Het is een branche apart wat dat betreft. In eerste instantie heb ik als vertegenwoordiger bij Schiava gewerkt en dan leer je je pappenheimers wel kennen. Het zijn snelle jongens, vlot van de babbel, maar een snelle betaling past niet echt in de Italiaanse handel. Na mijn tijd in de buitendienst ben ik op kantoor aan de slag gegaan. Inmiddels doe ik weer wat telefonische verkoop, maar ik hoop op termijn toch weer buiten de deur aan de slag te kunnen. Het leuke is dat er iedere dag zo ontzettend veel te doen is. Je komt binnen en er ligt een stapel op je bureau, er is altijd werk.
Het handelsaspect blijf ik het allerleukste vinden. Door al die jaren in de buitendienst, ken je zoveel mensen persoonlijk.
Schiava staat echt voor kwaliteit en daar onderscheiden wij ons mee. We verkopen twee soorten producten zeggen we hier altijd: goed en nog beter. De passie voor eten en smaak past perfect bij onze klanten. Schiava stond altijd synoniem voor een grote passie voor de Italiaanse keuken en die reputatie hebben we nu weer helemaal terug.
Schiava is een bedrijf dat weer volop in ontwikkeling is. Er komt een webshop, meer acties en we zien een groei van klanten. We doen weer volop mee. Laatst nog was er een klant. Heineken leverde daar alles en nu zijn wij hoofdleverancier. Dan tik je dus gewoon Heineken uit zo’n zaak.

Mooi toch?’’
WARNER TEL (1984)
• 13 dienstjaren
• Inkoper logistiek, verkoper
,,Ik zie mezelf als een echte allrounder. Binnen Schiava heb ik al veel gedaan. Zelfs mijn vrachtwagenrijbewijs gehaald, al was dat niet echt mijn ding. Als je de kans krijgt om jezelf te ontwikkelen, moet je dat met beide handen aanpakken. De familie Brouwer heeft mij vanaf het begin, als jonge gast, toch die kans gegeven. Het zijn nuchtere mensen, met een goed oog voor handel. Zelf initiatief nemen is belangrijk in je werk. Ik ben een echte boerenzoon, opgevoed met het idee dat je overal op moet letten. Niet alleen maar op je eigen taak.
Het mooiste van het werken bij Schiava is de handel. Wij kunnen producten aanbieden die onze concullega’s niet aan kunnen bieden. Ik ben weleens mee geweest naar een grote beurs in Italië, ik wist niet wat ik zag. Mijn ogen zijn daar wel open gegaan voor de mogelijkheden. Ik ben er nog enthousiaster van geworden. Wij hebben gewoon prachtige kwaliteitsproducten en dat is heerlijk om mee te werken. In mijn ervaring speelt dat zeker mee in de verkoop. Als je zelf gepassioneerd bent, dan verkoop je ook makkelijker.
Ik zie een rooskleurige toekomst voor Schiava. Er liggen nog veel mogelijkheden binnen het assortiment. We kunnen nog meer met specialiteiten gaan werken. Maar ik zie ook kansen voor meer samenwerking binnen de groep. Het zou fantastisch zijn als we bijvoorbeeld ook verse vis kunnen aanbieden.’’
GUUS VAN ADRICHEM (1990)
• 2 dienstjaren

• Vertegenwoordiger
,,Ik heb altijd iets gehad met horeca. In mijn studententijd was het een leuke bijbaan en nu is het onderdeel van mijn leven geworden. Ik groeide op op een boerderij en werkte dus al in een familiebedrijf. Mijn vader ging van start met 100 koeien en is gegroeid naar 850. Hij is ondernemer in hart en nieren en mijn broer heeft dezelfde liefde voor de veehouderij. Ik heb voor een andere branche gekozen, maar bij Schiava voel ik dezelfde ondernemersgeest. Het bedrijf gaat echt voor groei en het is leuk om daar onderdeel van te zijn.
Als vertegenwoordiger ben ik veel op pad en spreek ik allerlei mensen. Het leuke van mijn baan is de diversiteit. Het ene moment zit je in het zonnetje bij een wijnboer in Italië aan tafel en het andere moment maak je afspraken over de levering van pizzadozen aan een Italiaans restaurant in Groningen. Zó gevarieerd is het dus. Sales heeft wat mij betreft niet zoveel met verkoop te maken, maar alles met mensenkennis. Als je mensen begrijpt, dan kun je pas verkopen. Je moet je inleven in de situatie van je klant. Dan wordt het een kwestie van gunnen en dat is helemaal in de horeca zo. Horeca heeft alles met mensen en met contacten te maken. Er gebeurt altijd zoveel. Ik zou niet aan een lopende band kunnen zitten, deze baan past perfect bij mij.

De mensen van Schiava




van Schiava
De

CHRIS HUNDERMAN (1977)
• 9 dienstjaren
• Magazijnmedewerker

,,Ik ben gestart als chauffeur bij Schiava. Een leuke tijd, waarbij ik veel van Noord-Nederland heb gezien. Ik had mijn klanten rondom Zwolle en Kampen zitten, maar ook richting Leeuwarden en Oost-Groningen. Inmiddels werk ik in het magazijn, waar ik veel leer over de logistiek van ons bedrijf. Het is leuk om van binnenuit te zien wat er allemaal speelt binnen Schiava.
De ochtend begint voor ons met het verwerken van nagekomen bestellingen, het klaarzetten van orders voor de chauffeurs en als de jongens eenmaal op pad zijn met de wagens, dan gaan wij het magazijn weer op orde brengen. De nieuwe vracht die binnengekomen is, het aanvullen van voorraad, ga zo maar door. We werken hier met een leuke ploeg collega’s, waarbij we allemaal hetzelfde doel nastreven: we willen groeien. Schiava heeft met Guido als bedrijfsleider echt wel een switch gemaakt en dat heeft nieuwe energie in het bedrijf gebracht. We hebben een jong team en we worden allemaal goed op de hoogte gehouden van wat er speelt. Samen vieren we ook successen, als we bijvoorbeeld een nieuwe grote order hebben binnengehaald. Op die manier zorg je dat het succes van het bedrijf bij iedereen leeft.
Nu zijn we ook druk bezig met het invoeren van het nieuwe softwaresysteem en dat is weer een uitdaging op zich. Op deze manier kan ik me ook blijvend verder ontwikkelen.’’
MAANDAANBIEDING
NOVEMBER 2016

Bosco Mar Vers ingevroren

Geitenkaas
€745
€745 per kg per kg



€3670 Per doos van 100 stuks

Champignons gevuld met roomkaas




€885
Sweet peppers gevuld met roomkaas






€1280 per kg

€975
Horecagroothandel Schiava Bieslookstraat 21 | 9731 HH Groningen
Tel.: 050-5491590 | www.schiava.nl


Geldig van 1 t/m 30 november 2016. Prijzen gelden zolang producten voorradig zijn. Schiava Horecagroothandel behoudt te allen tijde het recht het aanbod en de prijzen aan te passen. Typefouten en/of drukfouten voorbehouden. Prijzen zijn exclusief btw.

Stijlvol, elegant en een unieke uitstraling met een verfrissende smaak.
VANAF HEDEN ZIJN WIJ EEN OFFICIËLE PARTNER VAN PERONI!









Verkrijgbaar als:
Verhoog de beleving en uw verkopen met Peroni.ondersteuningspakkethetvan Denk bijvoorbeeld aan een stijlvolle tapzuil of de elegante glazen en viltjes.

Informeer naar de mogelijkheden.
Onderscheide nd alternatief voor het huidige bieraanbod.


Fisherman’s Choice
• 2003-2016
Fisherman’s Choice is al meer dan 25 jaar wereldwijd importeur en distributeur van visproducten en garnalen. Fisherman’s Choice wil meer dan alleen kwaliteit bieden, het bedrijf onderscheidt zich met toonaangevende producten en merken. Er wordt alleen gewerkt met de beste garnaal- en visproducten uit Azië en Australië. Daarnaast heeft
Fisherman’s Choice de enige King Prawn in de wereld die MSC (Marine Stewardship Council, gericht op duurzame visserij) gecertificeerd is. Deze
Spencer Gulf Gamba wordt erkend door chef-koks over de hele wereld. De focus op innovatie is altijd al bepalend geweest voor het Haagse visbedrijf.
Jan Brouwer sr. was als ondernemer altijd op zoek naar nieuwe kansen. Zo werd ook de potentie van Fisherman’s Choice door hem opgemerkt. Jan stuitte op het bedrijf uit Den Haag in een prospectoverzicht van de Fortis Bank. Het bedrijf heette toen nog Slothouber Seafood. Vooral de klantenportfolio van het bedrijf spraken Jan aan. ,,Het waren allemaal gevestigde namen, zoals de Makro, Sligro, Hanos en ISPC. Wij hebben daar in ons bedrijf natuurlijk ook de nodige ervaring mee en ik wist dat zo’n klantenbestand niet zomaar tot stand komt. Als je daar kan leveren, dan moet je als bedrijf wel niveau hebben. Ik was meteen geïnteresseerd in een overname.’’
Het contact tussen de Brouwer Groothandelsgroep en Slothouber Seafood werd gelegd en de verkoop van het bedrijf kwam in een stroomversnelling.

Het klantenbestand
maakte het bedrijf interessant
In de weinig sfeervolle omgeving van een Lelystads wegrestaurant werd de deal uiteindelijk in 2003 rond gemaakt en waren de Brouwers de trotse eigenaars van een nieuw visbedrijf. Gewapend met een grote ordner gevuld met vragen en opmerkingen onder zijn arm, stapte Jan Brouwer daarna regelmatig het kantoor van Fisherman’s Choice binnen, vergezeld van zoon Frans.
Tijdens de periodieke besprekingen bleek al snel dat verkoper Ruud van Zuidam een onmisbare informatiebron was binnen de onderneming. ,,Hij kende het bedrijf door en door en was dé contactpersoon voor de klanten. De kennis
van het product zat bij Ruud. Sterker nog, het bedrijf was wat het was dankzij Ruud. Hij was degene die het netwerk in de vishandel had en het assortiment samengesteld had. Dankzij hem werd eind jaren negentig de stijgende lijn ingezet.’’

Na drie jaar verliet de voormalige eigenaar Ben Slothouber conform de afspraak Fisherman’s Choice. Ruud van Zuidam werd directeur namens de Brouwer Groothandelsgroep. Fisherman’s Choice onderscheidt zich van zijn concurrenten door te focussen op innovatie. Het bedrijf was bijvoorbeeld één van de eerste ondernemingen die garnalen met een toegevoegde waarde in het assortiment opnam, zoals de garnalenkroketjes. ,,Dat was in de jaren negentig echt een innovatief product. Tegenwoordig is het een veelgezien product in de schappen, maar zo bekend is het natuurlijk niet van de ene op de andere dag’’, vertelt Ruud.

De goede contacten met Sekar Bumi, een grote garnalenfabriek in Sidoarjo in Indonesië, zijn belangrijk geweest voor het succes van de productinnovatie van Fisherman’s Choice. ,,We moesten daar echt vanaf nul beginnen. De mensen hadden nog nooit een snack gemaakt. Van het werken met nieuwe grondstoffen als filodeeg, het testen van smaakeigenschappen, we gingen door een heel proces. Gelukkig stond de eigenaar positief tegenover nieuwe ontwikkelingen en is het bedrijf met ons mee gegroeid. Van hoofdzakelijk rauwe garnalen is de focus bij Bumi veranderd naar garnalensnacks.’’
DIEPTE-INVESTERING
De snacklijn van Fisherman’s Choice is vandaag de dag een groot succes, maar is eigenlijk ontstaan uit een financieel debacle. Ruud noemt het liever een diepte-investering. ,,Oriëntaalse garnalen leek ons wel een leuk product. De concurrentie boekte succes met deze snackgarnalen, wij probeerden uiteraard ook in die markt te komen. Een van onze klanten wilde een grote partij afnemen en wij plaatsten daarom een, voor die tijd, enorme bestelling. Toen onze garnalen in Nederland aankwamen, was een concurrerende leverancier onder onze prijs gaan zitten. We konden de Oriëntaalse garnalen aan de straatstenen niet kwijt en op een gegeven moment begon het product tegen de houdbaarheidsdatum aan te lopen. Weggooien is natuurlijk het laatste wat je doet, dus verkopen tegen een dumpprijs was het enige alternatief. Op de een of andere manier heeft die keuze ons toch een plek in de markt opgeleverd. De goedkope snacks lieten onze klanten op een voordelige manier
kennismaken met het product. Het werd een introductie op het begrip garnalensnack en daarmee lag de markt voor ons open.’’
Binnen de Groothandelsgroep is Fisherman’s Choice qua logistiek een vreemde eend in de bijt. Het bedrijf besteedt zaken zoals orderpicking en transport uit, terwijl bedrijven als Asia Express Food en de horecagroothandels juist heel veel zelf doen. ,,Daar liggen in de toekomst voor ons kansen. We kunnen profiteren van elkaars kennis en kunde’’, stelt Frans Brouwer, de huidige directeur van de Brouwer Groothandelsgroep.

HET OOG WIL OOK WAT
Productpresentatie heeft ook altijd een belangrijke rol gespeeld bij Fisherman’s Choice. Ruud van Zuidam is terecht trots op de professionele uitstraling van de snacklijn. ,,Laten zien wat je hebt, dat is in onze markt heel belangrijk. Onze folders en verpakkingen zien er daarom altijd tiptop uit.’’ Frans Brouwer vult aan: ,,De Brouwer Groothandelsgroep heeft wat uitstraling betreft van Fisherman’s Choice geleerd om daar meer aandacht aan te besteden. Je kunt wel nuchter zijn, maar het oog wil ook wat.’’
Fisherman’s Choice levert aan Nederlandse bedrijven en ondernemingen in België, Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Frankrijk en Zuid-Europa.




van Fisherman’s Choice
RUUD VAN ZUIDAM (1954)
• 21 dienstjaren • Manager Directeur,,In onze business moet je voortdurend in ontwikkeling zijn en dat vind ik het leukste onderdeel van mijn werk. Onze snacklijn blijft innoveren en het is interessant om daar aan te blijven schaven. Daar heb je het meest een vinger in de pap. Inmiddels is onze lijn behoorlijk compleet, maar we zijn altijd op zoek naar nieuwe producten. Een paar keer per jaar gaan we op reis naar Azië. Samen met een collega proef ik dan de hele dag alleen maar snacks. Soms denk je dat je hét product gevonden hebt, maar dan wordt het door de consument toch weer anders opgevat. Zo heb ik laatst tempura garnalen met kleine stukjes wasabi geproefd, een hele ervaring. Voor de Nederlandse consument is dat best een lekkere snack, maar voor Zuid-Europese mensen is dat nog veel te pittig. Dan ga je op zoek naar een manier om zo’n snack internationaal gezien toegankelijker en dus milder te maken. Dat zijn voor mij de leuke dingen. Als directeur kan ik me daar gelukkig nog volop mee bemoeien. Dat is ook altijd mijn ambitie geweest. Ik ben blij dat ik de kans van de Brouwers heb gekregen om het bedrijf te leiden. Fisherman’s Choice is een autonoom bedrijf binnen de Brouwer-groep, we moeten onze eigen broek ophouden en dat past bij mij.’’


MICHEL SEBÖK (1978)
• 17 dienstjaren
• Sales manager
,,Ik kwam bij Fisherman’s Choice toen het nog van Slothouber was. Ik werkte in die tijd als logistiek medewerker, regelde transport en verzekeringen. Sindsdien heb ik dit bedrijf enorm zien groeien. Het voelt als familie, met een leuke, vaste kern aan medewerkers. Zoals het bedrijf gegroeid is, zo ben ik zelf ook doorontwikkeld, van logistiek naar sales.
Tegenwoordig werk ik alweer jaren aan de verkoopkant. We hebben klanten die ik al meer dan tien jaar ken. Dat maakt het werk eigenlijk alleen maar leuker. Plus: je komt nog eens ergens als verkoper. Ik heb klanten in Scandinavië, de Baltische Staten, Oost-Europa, Libanon, ZuidAfrika, Marokko, Dubai en het Caribisch gebied. Ik ben net weer terug van een bezoekje aan Roemenië en Bulgarije. Voor mij geeft het binnenslepen van een leuke order absoluut een kick. Je doet veel nieuwe contacten op als je in de verkoop zit. We gaan vaak naar beurzen, zoals in België, Spanje, Duitsland en Frankrijk. In die landen doen we het ook steeds beter. Het is leuk om onderscheidend te blijven en op kwaliteitsniveau doen we dat zeker met onze snacks. We hebben zoveel groei doorgemaakt, nu ligt de uitdaging er om dat vast te houden en verder uit te breiden. We zijn lekker zelfstandig als Fisherman’s Choice en daar ben ik blij mee. We krijgen veel vrijheid om het zo aan te pakken als we zelf willen.’’
ROGIER SPEELMAN (1978)
• 9 dienstjaren
• Inkoper
,,Als inkoper bij Fisherman’s Choice ben je verzekerd van een diverse baan. Er is geen dag hetzelfde. Of de prijs is gewijzigd, of de beschikbaarheid van een product ziet er opeens heel anders uit. Ik stuur dagelijks aanvragen uit naar landen als India, Bangladesh en Indonesië. De twee grootste soorten garnalen die bij ons centraal staan, zijn de vannamei garnaal (de witte garnaal) en de black tiger garnaal. Ik ben altijd op zoek naar de beste kwaliteit voor de beste prijs. Niet alleen voor Fisherman’s Choice trouwens, inmiddels doe ik ook de inkoop van garnalen voor Asia Express Food. Ik heb goede contacten met al onze leveranciers en dan blijkt er vaak toch wel veel mogelijk.
Het leukste in mijn werk vind ik het als ik een container in z’n geheel kan doorverkopen. Dan ben je één op één met je concurrent aan het strijden en dan geeft het toch wel een kick als het lukt.
De groei van het bedrijf staat bij ons centraal. We zijn tot nog toe ieder jaar iets gegroeid en ik hoop dat we dat vast blijven houden. Het is best knap wat we hier met een team van 9 personen neer weten te zetten. Ik ben er trots op om daar onderdeel van te zijn.’’
SJANA SEWTAHAL (1970)
• 10 dienstjaren
• Office manager (financieel en personeel)

,,Aan het begin van ieder nieuw jaar wordt de jaarafsluiting opgemaakt. Dat is voor mij altijd de drukste periode. Dan moet ik echt knallen om zo snel mogelijk alle cijfers aan te leveren bij onze accountant. Ik haal er een kick uit om dat zo snel én zo goed mogelijk te doen. In mijn beginjaren duurde het doorgaans maanden voordat we een jaar af konden sluiten, nu ik het zelf doe is de klus in drie weken geklaard. Het scheelt natuurlijk ook hoe je de cijfers gedurende een jaar bijhoudt en daar ben ik dan zelf verantwoordelijk voor. Mijn ultieme drive is dat de accountant bijna geen werk meer heeft van de jaarrekening, omdat het werk wat ik heb gedaan zoveel tijd scheelt. Daar ben ik dan ook echt trots op. Oorspronkelijk kom ik uit de toeristische sector, ik heb een opleiding Toerisme gedaan en gewerkt bij een reisorganisatie. Ik verkocht geen reizen, maar werkte op de financiële afdeling. Ik ben een secuur type en zo ben ik in de financiën gerold. In mijn werk kan ik precies zien waar iedereen zo hard voor werkt en wat dat dan oplevert. Dat vind ik een mooi aspect van mijn baan. Ondanks de crisis en de concurrentie is het alleen maar beter gegaan met Fisherman’s Choice. We hebben hier weleens een week dat alle verkopers buiten de deur zijn, maar dan nemen we het gewoon met elkaar over. Alle orders gaan door, iedereen pakt taken van elkaar over. We zijn een hecht cluppie met elkaar.’’

Choice
DOMINIQUE BROEKHUIZEN (1981)
• 8 dienstjaren
• Logistiek manager


,,Iedere container die voor Fisherman’s Choice in de Rotterdamse haven aankomt, is mijn verantwoordelijkheid.
Zo’n container heeft een hele reis afgelegd en moet eerst ingeklaard worden voordat wij er verder mee kunnen. Het inklaren houdt in dat er over de goederen die wij importeren, invoerrechten en heffingen betaald moeten worden.
Pas na het inklaren worden onze producten in het ‘vrije verkeer’ gebracht en kunnen wij ze verder verhandelen. De producten gaan dan naar ons vrieshuis, waar ze gecontroleerd worden op THT-data en artikelnummers. We hebben een hele goede samenwerking met ons vrieshuis, ze hebben een vast team dat alle orders van Fisherman’s Choice doet. Ze hebben kennis van onze producten en dat scheelt ons in tijd en kosten. Ik huur vervolgens weer transporteurs in die de producten bij de klanten brengen.
Als logistiek manager moet je al deze verschillende schakels overzien en draag je daar ook de verantwoordelijkheid voor. Daarnaast factureer ik orders en handel ik eventuele klachten af. In de logistiek kan er iedere dag iets gebeuren, je moet ervoor zorgen dat je er kort op zit. Als er een kink in de kabel zit, wil je niet dat de klant dat merkt of er last van heeft.
Dat kan alleen als je goed samenwerkt met je collega’s. We hebben een goede sfeer, waarin iedereen elkaar helpt waar nodig en ook kritiek van elkaar accepteert.
Ik hoop voor de toekomst dat we deze groeiende lijn vast kunnen blijven houden. Door hard werken moet dat lukken, want uiteindelijk is de inzet het allerbelangrijkste.’’
JIMEI TAI (1983)
• 3 dienstjaren
• Kwaliteitsdienst, marketing
,,Ik heb de opleiding Food en Business gedaan en dat past goed bij mijn huidige baan. Tijdens mijn studie heb ik veel geleerd over de voedingsmiddelenindustrie en daar wilde ik ook graag in gaan werken. Bij Fisherman’s Choice houd ik me met name bezig met het controleren van onze producten en specificaties, zodat ze altijd voldoen aan de eisen en normen die gesteld zijn. Daarnaast controleer ik importdocumenten en heb ik de supervisie over de resultaten die uit laboratoriumtests komen. Naast een controlerende taak op het gebied van kwaliteit, mag ik me ook inzetten op marketinggebied.
Dat vind ik erg leuk, de opmaak van onze labels en het promotiemateriaal samenstellen. Daar komt dan ook weer een stukje planning bij kijken, rondom beurzen. Ik kan ook altijd even overleggen met collega’s binnen de Brouwer Groep. Zo heb ik wel contact met Harold de Groot van Asia Express Food. Dat is altijd prettig, om even te kunnen sparren op marketinggebied. Sowieso zijn de lijntjes lekker kort binnen ons bedrijf. Als ik Ruud zoek, zit hij letterlijk en figuurlijk vlakbij.
Wat de toekomst betreft voorspel ik nog meer groei. Ik verwacht dat wij de komende jaren nog meer producten aan ons assortiment gaan toevoegen en daardoor kunnen wij absoluut verder groeien. Daar hebben we met z’n allen het volste vertrouwen in.’’
MICHIEL VAN ZIJP (1979)
• 3 dienstjaren
• Sales manager
,,Ik heb al jaren een affiniteit met voeding en horeca. Ik vind het leuk om te praten over smaak, om te proeven, om te ruiken. Zo heb ik vier jaar lang bier verkocht, een feest om te doen. Toen ik bij Fisherman’s Choice aan de slag ging, sprak deze branche me ook meteen aan. Ons product maakt het leuk. Ooit ben ik actief geweest in de energieverkoop, maar dat is echt een stuk minder aansprekend. Uiteindelijk draait het in de verkoop ook om wat je verkoopt. En wij hebben gewoon een goed product. Ik vind het fantastisch om onze merken en producten verder uit te bouwen. Daar zijn wat mij betreft ook nog volop kansen voor. Niet alleen binnen Fisherman’s Choice, maar ook met betrekking tot de synergie binnen de groothandelsgroep. Mijn samenwerking met Tim Brouwer van Visscher Seafood is daar een voorbeeld van. Hij is sales manager en, net als ik, vooral actief op de Duitstalige markt, Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. We proberen zo’n twee, drie keer per jaar samen op reis te gaan en onze klanten attent te maken op elkaars assortiment. Mijn klant neemt bijvoorbeeld al jaren garnalen bij Fisherman’s Choice af, maar heeft misschien ook wel belangstelling voor de zalm van Visscher Seafood. Vanuit de groothandelsgroep kun je samen een veel breder pakket aanbieden. Ik zie daar nog veel mogelijkheden voor en ik hoop dat we binnen de groep veel meer samen gaan doen.
De transparantie en openheid binnen Fisherman’s Choice is heel prettig. We zijn een team met elkaar en we gaan er voor de volle honderd procent voor. Iedereen is lekker direct en houdt van doorpakken en dat vind ik prettig. Samen maak je de leuke sfeer binnen het bedrijf.’’
MIREILLE VAN KERSCHAVER (1982)
• 2 dienstjaren
• Kwaliteitsdienst, marketing


,,Weten wat er speelt is het allerbelangrijkste in mijn vak. Ik kan er echt van genieten als ik mijn klanten goed van dienst kan zijn. De vis vind ik gewoon een leuke business, met een dynamische markt. Je hebt te maken met veel verschillende factoren, van de dollarkoers tot en met de kwaliteit van het product. Momenteel is er veel schaarste in de markt vanwege een slechte oogst. Dan moet je weer op een andere manier schakelen dan je zou doen als er heel veel aanbod is. Die afwisseling maakt het leuk. De combinatie van vaak op de weg zijn en daarnaast nauw samenwerken met ons hechte team in Den Haag bevalt mij ook goed. Ik kom overal, van de Benelux tot Groot Brittanië en Ierland en van de retail tot de kleine vishandelaar. We hebben veel concurrenten, dus het is zaak dat je verschil maakt in de kwaliteit. We zijn daarnaast ook flexibel, hebben alles op voorraad en denken graag mee met speciale aanvragen.
De toekomst zie ik vooral in niche producten richting de retail. Zo hebben wij een ASC gecertificeerde lijn en is er ook veel belangstelling voor producten met zo min mogelijk e-nummers. Die trend van bewustwording wordt steeds belangrijker in de voedselindustrie. Daar sluiten wij als Fisherman’s Choice natuurlijk weer op aan.’’
Fisherman’s Choice presents an international brand of quality products
Delicious fresh frozen shrimps




Finger licking good snacks


Torpedo-Breaded Shrimp with Japanese Style
20 tr x 10 pcs.


285g- Cooked Tail
Noodles


20 x 500g
Golden Oriental-Shrimps in filo-layer




Packaging: 10 x 1kg (100 pcs.) 20 x 500g (50 pcs.)
Dim Sum Shrimpers-Mix of 5 Shrimps Snacks


Packaging: 10 x 1kg (100 pcs.), 20 x 500g (50 pcs.)
Butterfly Breaded Shrimps

















Packaging: 10 x 1kg, 20 x 500g



Size: 26/30
Soft Shell Crab (Scylla serreta)
Packaging: 10 x 1kg
Size:































Whale 7 - 10 pcs./kg
Jumbo 10- 12 pcs./kg



Hotel 18 - 20 pcs./kg









• Prime 13- 15 pcs./kg
• Medium 24 pcs./kg
Dim Sum Shrimp Delight
Packaging:10 x 680g


Note: Including free sauce
Microwavable, Ready to steam










Value Added Products











Shrimp Sensation
Packaging: 10 x 1kg
Frans Brouwer (1970)
Zoon van Jan en Co Brouwer-Ras
Algemeen directeur van Brouwer Groothandelsgroep

Op dit jongetje moet u goed passen!’’ Zo sprak moeder Co Brouwer de chauffeur van de bus naar Kampen toe, terwijl haar oudste zoon Frans instapte. Een hele belevenis voor een jochie van 8 jaar oud. Als knulletje draaide Frans al mee in de emballagelijn van het bedrijf. Hij werd door zijn moeder op Urk op de bus gezet en stapte in Kampen vervolgens weer uit om vervolgens naar het bedrijf toe te lopen, waar zijn opa en vader zijn komst verwachtten. Alle beetjes hielpen in de drukte van de drankenhandel. Het familiebedrijf stond centraal en daar droeg iedereen zijn steentje aan bij, van jong tot oud.
In die jaren droomde Frans echter niet van een carrière binnen ‘de zaak’. Hij had een ‘woeste droom’ voor ogen: een leven op zee als stoere visserman. Zijn bijbaantjes waren echter allemaal gelieerd aan het bedrijf. Zo werkte hij graag in de limonadefabriek, al was dat voor een jonge knul een kostbare zaak. De verdiensten vielen niet tegen (vijf gulden per dag), maar de rekening voor de genuttigde frisdranken was altijd wel een tegenvaller. ,,De limonadeketel kon drie uur lang productie draaien en daarna moest er weer een nieuw mengsel gemaakt worden. Tijdens het klaarmaken van een nieuwe ketel, speelden wij als jochies buiten cowboy en boef. Daar werd je flink dorstig van, dus dat betekende heel veel colaflesjes. Die ook gewoon betaald moesten worden... Mijn vader heeft weleens gezegd dat ik de boekhouder moest bedanken dat ik geen geld toe hoefde te betalen’’, lacht Frans. ,,Wij leerden al vroeg de waarde van geld. Je hoeft niet je hand op te houden, je kunt gewoon aan de slag gaan. Ik heb ook nog veel met onze opa mogen werken. Een prachtige tijd. Hij was een lieve man, altijd vrolijk. En hij lanceerde iedere dag ook wel wat ongevraagde adviezen de wereld in.’’
BREED
Zo omvangrijk als de Brouwer Groothandelsgroep nu is, zo breed heeft Frans zich georiënteerd binnen de verschillende bedrijven. Van ranja maken in de herfstvakantie op 13-jarige leeftijd tot werken als bijrijder op de vrachtwagens van de horecagroothandel. Flessen sorteren, kisten sjouwen, alles wat er op productieniveau maar te doen was. Later ging hij aan de slag als visverwerker bij Visscher Seafood en op 19-jarige leeftijd werkte hij als zelfstandig chauffeur en bracht hij overal bestellingen rond.
De militaire dienstplicht bracht hij door als hofmeester bij de marine, waar hij zijn horeca-roots trouw bleef. Hij bediende de officieren, dekte de tafels, etc. Na de dienstplicht was de droom van visserman wat meer naar de achtergrond geraakt en wilde Frans toch wel graag aan de slag in het familiebe -
drijf. ,,Ik was én ben trots op wat ons voorgeslacht heeft neergezet. Daar wilde ik ook mijn steentje aan bijdragen.’’ Frans ging voltijds aan de slag bij Visscher Seafood, waar hij lange tijd een dubbelrol vervulde: overdag administrateur en in de avonduren productiemedewerker. ,,Het is goed om onderaan te beginnen. Je reist veel, ontmoet veel kleurrijke figuren, van gladde jongens tot saaie pieten. Maar je ontmoet ook mensen die je vrienden worden. Als je overal meedraait, leer je een bedrijf van binnen en van buiten kennen. Je leert wat een vrachtwagenchauffeur tegenkomt en waar de visverwerkers moeite mee hebben. Als je nog een leuke nabestelling krijgt is dat voor de verkoop top, maar op de productievloer is dat niet altijd even fijn. Daar moet je je in kunnen verplaatsen.’’
ONTWIKKELING
Frans groeide als verkoper door binnen Visscher Seafood en zijn ontwikkeling bleef niet onopgemerkt. Begin 2000 gingen vader Jan en oom Albert om tafel om de opvolging binnen de Brouwer Groothandelsgroep te bespreken. Het laatste wat de broers wilden was dat het bedrijf in de problemen zou raken door ongeschikte opvolgers. Oom Albert hakte de knoop door: Frans moest het worden. Na een sollicitatiegesprek werd hij op 33-jarige leeftijd aangesteld als algemeen directeur van de hele groep, inclusief alle bedrijven ,,Oom Albert wilde eerst apart met mij praten. Hij wees mij op de grote verantwoordelijkheid die bij deze baan hoort. Geleidelijk aan ben ik erin gegroeid, met het advies van mijn vader en oom Albert altijd achter de hand. Ik heb een ander karakter dan zij, ik lijk meer op mijn oom Frans. Mijn vader is erg zakelijk, denkt altijd aan handel en kan ook harde beslissingen nemen. Mijn oom Albert was de aanjager, een emotionele man. Hij kon ergens vol voor gaan, zoals Asia Express Food. Mijn oom Frans is daarentegen weer heel rustig, hij denkt altijd na voordat hij een beslissing neemt. Geen paniekzaaier en daardoor straalt hij ook wat uit. De grote lijnen bewaken, dat past bij hem en ook bij mij. Ik vind het heel bijzonder dat ik met alledrie heb mogen samenwerken.’’ Frans ziet het ondernemerschap als een familietrekje. ,,Heel veel Brouwers zijn zelfstandig ondernemers. Wij kunnen niet zo goed tegen een autoriteit boven ons die alles bepaalt. Wij willen het liever zelf bepalen! Wat ook typisch iets voor het familiebedrijf is, is de loyaliteit. Onze werknemers blijven vaak heel lang bij ons werken en vormen ook het hart van het bedrijf. Een proeftijd nemen we dan ook heel serieus. Als iemand na een jaar mag blijven en zelf ook tevreden is, blijft hij of zij meestal voor altijd. De instelling moet zijn dat je je in het team inzet voor het bedrijfsbelang, het gaat niet om individuele belangen.’’
Dina Brouwer (1972)
Asia Express Food

Dina Brouwer, of Dient zoals ze haar in de familie liefkozend noemen, is de enige vrouw binnen de directie van Asia Express Food. Ze is vernoemd naar haar oma Dini BrouwerKippers, ook een vrouw met ondernemersspirit. Dina raakte van kleins af aan vertrouwd met het bedrijf, groeide samen met haar broers en zussen op met de familiezaak.
Op 19-jarige leeftijd ging ze fulltime aan de slag in de zaak. Haar vader betrok haar binnen de groothandelsgroep bij een nieuwe opzet voor Mol Foodservice. Visionair Albert had het bescheiden Mol Foodservice aangekocht om de afzetmogelijkheden voor de groothandel te vergroten.
Als twee echte pioniers betraden Dina en haar vader in 1991 de onbekende wereld van de Aziatische foodproducten. Mol Foodservice had zich hoofdzakelijk beperkt tot het leveren van taugé en champignons, maar Albert zag veel meer kansen in de foodimport.
,,Het was een echte uitdaging. Vertegenwoordiger Jaap van der Meulen, mijn vader en ik begonnen in een klein kantoortje in het pand van Brouwer Drankengroothandel. We noemden het bedrijf Brouwer Foodservice en moesten van de grond af alles opbouwen. Met een kleine twintig klanten was het iedere dag keihard werken om omzet te draaien.’’
,,We kochten in Nederland producten en zetten die met name in Duitsland af. In die tijd woonden er veel Vietnamese vluchtelingen in Duitsland en dat leidde er toe dat Duitsers meer Aziatisch gingen eten. Het was een kleine markt, maar wel met groeipotentieel.’’
,,Makkelijk was het echter niet. We betaalden veel leergeld in de import. In het begin waren we te gretig op omzet en met die opstelling haalden we de slechte jongens als eerste binnen. Door schade en schande werden we wijs.’’
De beginjaren van Brouwer Foodservice waren niet bepaald rooskleurig. Sterker nog, het bedrijf kampte met miljoenenverlies. Jan Brouwer sr. zat meer dan eens bezorgd om tafel met zijn jongere broer Albert. Jan daarover: ,,Ik vroeg me af
of we wel door moesten gaan. Albert zei dan altijd: ‘geduld, het komt goed’. En daar vertrouwde ik dan op, want Albert kreeg vaak gelijk.’’
SLEEPING GIANT
Het succes voor Brouwer Foodservice kwam toen het bedrijf rechtstreeks kon gaan importeren. Eind jaren negentig zat het bedrijf dicht tegen de eerste winst aan. Inmiddels was er gekozen voor een internationale naam – Asia Express Food –en groeide het aantal klanten gestaag. De boekhouder sprak in die tijd profetische woorden over het tot dan toe matig draaiende bedrijfsonderdeel : ‘ It’s a sleeping giant ’. De visie en durf van Albert werden in het jaar 2000 eindelijk beloond met de eerste winst. Dina weet het nog goed. ,,Mijn vader liep naast zijn schoenen van trots. Asia Express Food was echt zijn kindje.’’ In februari 2007 overleed Albert. ,,Zijn gezondheid was al jaren kwetsbaar. Hij heeft de eerste jaren van winst nog mee mogen maken, maar het is jammer dat hij de explosieve groei van Asia in de laatste jaren niet heeft meegemaakt. Hij had het geweldig gevonden. Ik ben trots op mijn ouders, op de moed die ze hadden om met dit bedrijf door te gaan. Iedere dag werk ik met hen in mijn gedachten.’’
ASIA EXPRESS FOOD
Asia Express Food is hét kroonjuweel van het familiebedrijf Brouwer Groothandelsgroep. De onderneming staat voor authentieke producten van hoge kwaliteit en levert internationaal aan toko’s, supermarkten en groothandels. Naast een grote variëteit aan Aziatische producten, handelt het bedrijf ook in Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse producten. Van vers tot non-food, zoals cosmetica en pruiken. Asia Express Food maakte in twintig jaar een indrukwekkende ontwikkeling door. Van nog geen twintig klanten begin jaren negentig naar ruim 2.500 klanten vandaag de dag. Van een klein kantoortje tot een bedrijfsvestiging van 20.000 vierkante meter, met 15.000 vierkante meter aan uitbreidingsmogelijkheden. De huidige omzet doet de anderhalf miljoen gulden van de beginjaren verbleken. De boekhouder had gelijk: Asia Express Food was een sleeping giant
Claus Brouwer (1973)
Zoon van Jan en Co Brouwer-Ras
Inkoper en administrateur bij Visscher Seafood

Groen bij groen, wit bij wit. Op 6-jarige leeftijd sorteerde Claus Brouwer al flessen voor de drankenhandel. Zelfs ijverige kleuters kunnen tenslotte een taak(je) vervullen binnen het bedrijf. Het harde werken is kenmerkend voor Claus. Als puber sjouwde hij met grote vaten bier, reed op de vrachtwagen door heel Nederland en stond hij ’s nachts in de vis. ,,Gewoon aanpakken, er is altijd genoeg te doen.’’
Inmiddels werkt Claus op kantoor bij Visscher Seafood, maar hij steekt nog net zo graag de handen uit de mouwen. Als er eens op de productievloer aangepakt moet worden, trekt hij zijn groene vislaarzen aan. ,,Ik ben nooit een echte student geweest. Ik ben wel aan de MEAO begonnen, maar school interesseerde me niet zo. Toen mijn vader me vlak na mijn eerste rapport op de MEAO vroeg om in de zaak te gaan, hoefde ik dan ook niet lang na te denken. Ik vond het hartstikke mooi om aan de slag te gaan.’’
Als 16-jarige knaap had Claus een bijbaantje op de vrachtwagen bij Jelle Kapitein, één van de chauffeurs van de drankenhandel. Veel sjouwwerk, maar vooral een heleboel gezelligheid. ,,Samen met Jelle had ik een prachtige baan. De drankenhandel leverde aan tal van cafés en restaurants in de omgeving. Zo was het altijd prachtig om te bezorgen in
Elburg. De horeca zit daar in kelders, dus dat was qua sjouwen niet praktisch, maar de sfeer was top en dat maakte veel goed. De sfeer in cafés is voor een jonge knul natuurlijk een stuk plezieriger dan op kantoor. De gemoedelijkheid van de kroegbazen, de lolletjes met de klanten, echt een mooie tijd.’’
ALS EERSTE EN ALS LAATSTE
Op 17-jarige leeftijd werd Claus magazijnchef bij de drankenhandel in Kampen. Een baan die hem uitstekend beviel. Hij was er ’s ochtends als eerste, om ’s avonds als laatste weer weg te gaan. ,,Wel lastig dat ik in die tijd nog geen rijbewijs had. Dus mijn vader moest altijd tot laat blijven. Terwijl hij meer een vroege vogel was. Ik heb uiteindelijk mijn rijbewijs in een recordtijd gehaald. Dat was hard nodig, want we kregen steeds meer werk te doen bij Visscher Seafood. Op maandag en vrijdag werkte ik sowieso al in de vis, maar ook op andere dagen moest ik tussendoor vis leveren.’’
De drankenhandel werd in 1999 verkocht aan Heineken en dat betekende een nieuwe baan voor Claus. Hij kwam op de administratieafdeling van Visscher Seafood terecht, als ‘reserve’ voor inkoper Frank Visscher en werkt er tot op de dag van vandaag. ,,We hebben het geluk dat we bij Visscher Seafood een geweldige groep mensen hebben lopen, met hart voor de zaak. Daar mogen we trots op zijn.’’
Jan Brouwer (1976)
Zoon van Jan en Co Brouwer-Ras
Commercieel directeur Asia Express Food

Op het gezicht van Jan Brouwer verschijnt een meewarige glimlach als hij terugdenkt aan zijn eerste weken bij Asia Express Food. Vers uit de schoolbanken zou hij zijn opgedane kennis - lees theorieën - voor de ‘langetermijnkoers’ wel even in de praktijk brengen. Oom Albert vond het allemaal veel te hoogdravend en veegde Jans input vlotjes van tafel. ‘Handel is heel simpel’, legde hij zijn neef uit. ‘Je koopt in voor een dubbeltje en verkoopt voor een kwartje.’
En daar kon Jan het voorlopig mee doen. Met zijn kleine kinderhandjes draaide Jan op vijfjarige leeftijd al doppen op flessen voor de zaak. Doppen draaien was een mooi klusje voor de kleinste Brouwer-telgen en menig carrière van de kinderen ging van start aan de flessenband. ,,Later kreeg ik promotie, ik mocht de emballage doen. Alle flessen verzamelen en in kratten doen. Mooi werk hoor voor een jochie van acht.’’
Aan het eind van zijn eerste echte werkweek meldde Jan zich als een trotse pauw bij oom Albert voor zijn salaris. ,,Eerst kreeg ik de vraag: ‘Hoeveel colaflesjes heb je leeggedronken?’. In ’t begin zei ik stoer: ‘Nou, iedere dag wel vijf.’ Ik leerde heel snel om dat dus niet zo specifiek te vermelden, want iedere consumptie werd verrekend met mijn salaris. Soms moest ik zelfs toe betalen, dan stond ik helemaal raar te kijken.’’
Verwennerij was er niet bij voor de kinderen van de directie. Jan vond dat toentertijd vervelend, maar is er nu blij mee. ,,We zijn in de familie altijd gewend geweest om te werken. Iedere vakantie gingen we aan de slag. Als bijrijder op de vrachtwagens, helpen met het laden en lossen, in de vis bij Visscher Seafood. Dat was hard werken en goed verdienen.’’
WERKEN BIJ ASIA
Na zijn studie Marketing & Management ging Jan als manusje-van-alles aan de slag bij zijn vader Jan in het magazijn van de drankenhandel. Later werd hij verantwoordelijk voor de administratie en het beheer van de voorraad. ,,Een leuke baan, maar ik botste op het werk regelmatig met mijn vader. Hij heeft een eigenwijs karakter en ik heb die genen dus ook. ‘Geef Jan maar aan mij’, zei oom Albert tegen mijn vader en zo raakte ik betrokken bij Asia Express Food.’’ Werken met oom Albert was ook niet altijd makkelijk, ontdekte Jan. ,,Hij kon driftig reageren en ik ben ook een heetgebakerd mannetje. Oom Albert maakte het echter ook snel goed. Als hij weer eens flink tegen me uitgevallen was, lag er de volgende dag een Mars op je bureau. Dat was zijn manier van sorry zeggen. Als het er op aan kwam, waren we wel degelijk twee handen op één buik, zeker waar het de zaak betrof.’’
Jan werkte al snel als inkoper voor Asia en daarmee ging een wereld voor hem open. Honderden toko’s met de meest uiteenlopende producten zag hij van binnen en de eerste reis naar Azië was een belevenis. ,,Ik was tot die tijd nooit verder dan Oberiberg in Zwitserland gekomen. Daar vierden we al jaren alle vakanties met onze familie. Ik was dus eigenlijk altijd in een vertrouwde omgeving en verre van een kosmopoliet. De eerste keer naar Bangkok was een enorme cultuurschok. Ik was 25 jaar en belandde van het ene op het andere moment in een wereldstad. Ik keek mijn ogen uit.’’ Inmiddels is Jan 40 jaar en gepokt en gemazeld als het om zakenreizen gaat. Met grote regelmaat is hij in Azië te vinden en sinds enkele jaren doet Asia Express Food ook zaken in Afrika. Twee totaal verschillende continenten, stelt Jan. ,,In Azië kun je gewoon op z’n Hollands handel drijven. Dus ‘to the point’, nuchter en direct. De mensen zijn superprofessioneel, het is gewoon fijn om daar zaken mee te doen. Wat wel typisch Aziatisch is, is om de deal te sluiten tijdens het eten. Dan gebeurt het, dus daar moet je bij zijn. De eerste keer dat ik wasabi at tijdens zo’n diner, dacht ik dat mijn hoofd zou ontploffen, dat is nu gelukkig wel wat verbeterd. Sowieso is het gezegde dat Aziaten alles met vier poten eten, behalve een tafel, helemaal waar.
In Afrika is het heel anders. Daar kun je op maandagochtend een afspraak hebben en twee dagen later pas die persoon te spreken krijgen. In de familie zijn we, om het zacht uit te drukken, niet zo van het wachten. Mijn geduld wordt in Afrika dus wel op de proef gesteld.’’
Jan maakte de moeilijke beginjaren van Asia Express Food mee en was getuige van de groei. Wat is volgens hem het geheim achter het succes? ,,We hebben fantastische mensen en binnen onze zaak zijn ook nog eens veel nationaliteiten vertegenwoordigd, van Thailand tot Brazilië en van Portugal tot Singapore. Allemaal mensen die de taal van de klant spreken en die de producten kennen. Ze zijn belangrijk bij het bepalen van onze productkeuze en daardoor een wezenlijk onderdeel van het succes van Asia Express Food.’’ Andere ingrediënten die zorgden en zorgen voor succes, zijn volgens Jan hard werken, logisch nadenken, visie en doorzettingsvermogen. Wat dat betreft staat hij vooral stil bij de inbreng van zijn oom Albert. ,,Hij geloofde in de zaak en ging er voor, ondanks dat de accountants het niet zagen zitten en de cijfers om te huilen waren. Oom Albert zette door. Toen we de kans kregen om te leveren aan Albert Heijn, moest die listing vijftigduizend euro kosten. Een flink bedrag, maar hij hoefde er niet over na te denken en zei meteen: ‘dat doen we gewoon’. Zijn visie heeft ons uiteindelijk gebracht waar we nu zijn.’’
Abbe Brouwer (1982)

Doe wat je leuk vindt’, gaf Albert Brouwer als wijze raad mee aan zijn zoon Abbe. De een na jongste telg van Albert en Ede luisterde: hij werkte een paar jaar met veel plezier als visserman. Maar toch… Het familiebedrijf bleef trekken en inmiddels is Abbe al 9 jaar actief bij Asia Express Food. ,,Ik heb de leukste baan die er is’’, lacht hij.
Met school had Abbe nooit zoveel op. Zijn moeder wilde hem vanwege zijn afkeer van school goed in de gaten houden en dus moest hij op Urk naar het middelbaar onderwijs. Zijn oom Pieter had een kotter en Abbe was bevriend met een neef die graag visserman wilde worden. De keuze was daarom snel gemaakt voor de Visserijschool. ,,In de vakanties werkte ik altijd wel in de zaak. Ik wist dat mijn vader het leuk vond als ik in het bedrijf zou werken, maar hij benadrukte altijd dat ik moest doen wat ik leuk vond. Dat was voor mij op dat moment het vrije leven op zee.’’
Na een paar jaar vissen ging Abbe meer over de toekomst nadenken. ,,Ik merkte dat de visserman het steeds moeilijker kreeg, met name de knechten. Of het voor de lange termijn de beste keuze voor mij was, begon ik te betwijfelen. Toen mijn vader aangaf dat er nog wel plek was bij Visscher Seafood, hakte ik de knoop door. Ik ging van boord om op Urk zalm te fileren.’’
Na zo’n drie jaar bij Visscher Seafood kwam er een positie vrij bij Asia Express Food. Het bedrijf was toen nog gevestigd aan de Spoorstraat en was groeiende. Er was vaak personeel tekort, dus Abbe werkte er af en toe al op zaterdag. ,,Ik ging aan de slag als orderpicker. Al snel werd ik transportplanner, daar groeide ik gewoon in. Het bedrijf werd steeds groter en de logistieke projecten steeds interessanter. Stapje voor
stapje werd het een heel logistiek proces. Er zijn nu tientallen personen actief in ons magazijn.’’
De logistiek van een groothandel als AEF kent veel uitdagingen. Of zoals Abbe het zegt: bij logistiek vallen de meeste klappen. ,,Te laat geleverd, niet goed geleverd, een foutje bij het order picken, het zijn problemen waar onze klanten niet blij van worden uiteraard. Mijn grootste taak is dan ook het voorkomen van problemen. Binnenkort werken we weer met een vernieuwd systeem. Dan hopen we nog meer zaken te automatiseren. Uiteindelijk zijn alle onderdelen binnen ons bedrijf deel van één en dezelfde ketting. Als er een schakel breekt, hebben we daar allemaal last van.’’
UITDAGINGEN
Binnenkort staat er ook een grote uitbreiding op stapel binnen AEF, waarbinnen vooral wordt gezocht naar nieuwe mogelijkheden voor het diepvriesonderdeel. Abbe kan niet wachten om zijn tanden er in te zetten. ,,Dat is het leuke van nieuwe projecten, je kunt alles nog uitzoeken. Ik heb behoorlijk veel vrijheid binnen mijn baan en daar voel ik me prettig bij. Ik vond het vroeger best lastig om de controle uit handen te geven. Maar ik ben me inmiddels goed bewust dat de afdeling logistiek te groot is geworden voor één persoon.’’
Werken in het familiebedrijf noemt Abbe ‘fantastisch’. ,,Je werkt op een hele luchtige manier met elkaar samen. Dat moet ook wel, want we zijn vrij direct tegen elkaar. Omdat je familie bent, kun je juist veel tegen elkaar zeggen.’’ Abbe is vader van vier dochters en zou het mooi vinden als ze later ook in de zaak gaan werken. ,,Maar dan moeten ze het ook echt leuk vinden.’’
Albert Brouwer (1986)
Zoon van Jan en Co Brouwer-Ras
Hoofd inkoop vers Asia Express Food

Albert Brouwer is de jongste telg van Jan en Co Brouwer. Hij is ook de jongste van de Brouwers die actief is in de zaak. Toch heeft Albert al meer dan twaalf jaar ervaring binnen het bedrijf. Op 17-jarige leeftijd kreeg hij een vaste baan, waarbij hij min of meer voor de leeuwen werd gegooid. ,,Ik moest toentertijd de inkoper vervangen bij Asia Express Food. Na een spoedcursus moest ik binnen een paar weken zelfstandig aan de slag. Best spannend, maar ik zag het vooral als een uitdaging.’’
Albert is tegenwoordig hoofd inkoop van verse producten binnen Asia Express Food. Hij heeft het assortiment in de loop van de jaren zien veranderen. ,,Van oudsher richten we ons op champignons, paprika’s, taugé, witte kool en uien. Die groentes waren voor klanten van toko’s gemeengoed, niet al te exotisch. Vandaag de dag kopen we vooral Chinese bladgroentes, bakbananen, tamarinde, yams, zoete patat, witte jonge kokosnoten en gember in. Ons assortiment is ontzettend breed, teveel om op te noemen. Wat je in een gewone supermarkt niet zo snel kunt vinden, dát zijn onze producten. We doen nog wel wat taugé bijvoorbeeld, maar dat is meer als service naar onze klanten.’’
Verse groenten en fruit zijn seizoensproducten en zijn dus niet altijd even makkelijk beschikbaar. Albert importeert uit verschillende landen van China tot Brazilië, maar koopt ook in Nederland in. ,,De Chinese bladgroentes, zoals bijvoorbeeld Paksoi, Choi Sam en Shanghai Pak Choi zijn in de zomer volop te verkrijgen in Nederland. Wordt het winter, dan schakelen we over naar Spanje, waar dan nog wel geteeld wordt. De Nederlandse winters zijn een stuk kouder en ‘donkerder’ waardoor het gewas nagenoeg niet groeit. In Spanje zijn de temparturen in de winter ideaal. Dat is een leuke uitdaging in mijn werk, zorgen dat seizoenen mooi in elkaar overlopen.’’
De verschillende seizoenen vormen de klok waar Albert op loopt. Hij weet dat hij op het juiste moment moet schakelen met z’n inkoop. ,,Een mooi voorbeeld: rond het ‘Mooncake festival’, een oogstfeest in de herfsttijd, willen onze Aziatische klanten veel fruit hebben. Aan mij de taak om hiervoor te zorgen. Of rond Oud en Nieuw, dan willen Aziatische toko’s graag mandarijnen met het blad er nog aan. Onze Chinese klanten hebben de traditie om elkaar dan zo’n doos mandarijnen te schenken. Deze vrucht betekent in het Chinees; goud, vandaar. Ik weet dat ik in de maand december mijn slag moet slaan, terwijl ik de rest van het jaar niets aan die mandarijnen heb. Dat maakt het als inkoper juist interessant, wanneer koop je in en tegen welke prijs?’’
Geen dag is hetzelfde voor een inkoper van verse producten. Een oogst mislukt, een container wordt te laat verscheept,
je koopt te veel in of juist te weinig. Een ding blijft een gegeven: er is altijd behoefte aan eten. ,,De dynamiek in de markt maakt mijn werk leuk. Ook het zakendoen met al die verschillende culturen. In Afrika gaat alles er zo anders aan toe dan hier. Zo hebben we eens een container yams besteld, een eetbare knol. Toen onze container binnen was gekomen en we halverwege waren met de kwaliteitsinspectie troffen we in een flink aantal dozen stenen en touw aan! Hadden ze in Ghana de container daarmee bij geladen om toch aan het volume te komen. Of je bestelt een levering peultjes uit Kenia en daar ben ik bij wijze van spreken nu nog op aan het wachten. Niet te vergelijken met onze Nederlandse ‘afspraak is afspraak’ cultuur.’’
Albert denkt ook na over het in de markt zetten van zijn producten. Meegroeien en blijven innoveren is belangrijk in de food branche. Met verse producten komen er echter niet zoveel nieuwe producten en merken op de markt, in tegenstelling tot droogpakket producten (sauzen, rijstsoorten, etc.)
Door middel van het smeden van allianties met bekende merken timmert ook de ‘verstak’ aan de weg. ,,We zoeken contact met bedrijven die bekende namen hebben. Als je dan afspraken kunt maken met betrekking tot inkoop en verkoop, kan dat resulteren in een ‘sole agency’, oftewel dat wij alleen een bepaald artikel mogen verkopen. Dat zijn voor ons interessante samenwerkingsverbanden.’’
GESCHIEDENIS
Als zoveelste van de Brouwer-telgen heeft ook Albert als kleine jongen nog flessen gesorteerd binnen het bedrijf. Dat hij in ‘de zaak’ aan het werk zou gaan, stond voor hem altijd als een paal boven water. Toen hij na twee jaar MBO van school werd gehaald om als inkoper aan de slag te gaan, was Asia Express Food inmiddels een beginnend succes. ,,We waren toen met 9 collega’s, inmiddels werkt er zo’n dertig man op onze afdeling. En het bedrijf blijft maar groeien.’’ Albert kijkt met ‘vreselijk veel respect en bewondering’ terug op het levenswerk van de vorige generaties Brouwer. Hij hecht aan de geschiedenis die het bedrijf kent en heeft daarom iets speciaals met het nummer 75, het UK-nummer van de botter van zijn overgrootvader Albert Brouwer. En dat sentiment leidde zelfs tot een adreswijziging: ,,Mijn aanstaande vrouw en ik hebben een stuk grond gekocht op Urk, in een nieuw te bouwen wijk. Van de gemeente kregen we te horen dat het adres de Beug 71 zou worden. Toen heb ik ze gebeld en gevraagd of dat misschien Beug 75 zou mogen worden en heb ik verteld van mijn band met dat nummer. Om een lang verhaal kort te maken, het is gelukt! Als dan op ons huis ‘Ora et Labora’ komt te staan, de naam van de botter van mijn overgrootvader, dan zijn we de koning te rijk.’’

Wat hebben wij een geweldig mooi familiebedrijf!
En met ‘wij’ bedoel ik onze medewerkers, onze mensen en wij als familie, als aandeelhouders. Kun je, mag je trots zijn zonder op te scheppen? Ik denk dat we de samenstellers van dit boek kunnen complimenteren omdat ze dit goed gelukt is. Het weergeven van onze geschiedenis, de verhalen, de interviews, de manier waarop onze mensen, onze (ex)medewerkers spreken over het familiebedrijf Brouwer, het fotomateriaal, dit boek vervult mij met trots. Het zit vol met passie, inzet, enthousiasme, dynamiek, kansen pakken, gewoon doen, hard werken en betrokkenheid. Je voelt dat onze medewerkers trots zijn op ons bedrijf. Nee, op hun bedrijf!
Het boek blikt terug op honderd jaar geschiedenis en schetst daarnaast een actueel beeld van hoe nu de bedrijven werkzaam zijn. Het verleden en het heden lopen in elkaar over. Maar we kijken natuurlijk ook vooruit. Hoe ziet onze toekomst eruit? Waar gaan we voor? Wat is de toekomstvisie voor de Brouwer Groothandelsgroep B.V.? Elk jaar werken we bij al onze dochterondernemingen met een beleid, een visie, een strategie en een doelstelling. Echter, snel veranderende marktsituaties, gebeurtenissen in de wereld, verandering van aanbod en prijzen van bijvoorbeeld grondstoffen door extreme weersituaties, plotselinge nieuwe kansen en ontwikkelingen bij klanten en concurrenten, of juist problemen: al deze zaken zorgen ervoor dat wij regelmatig en soms snel moeten bijstellen en aanpassen. Het blijft lastig om een aan actualiteit onderhevige visie toekomstgericht neer te zetten. Wel kan ik zeggen wat mijn wens, mijn missie is voor de toekomst: ik hoop dat de kenmerken die in dit boek zo mooi naar voren komen
en hierboven worden genoemd, dat deze blijven bestaan en dat al onze medewerkers trots zijn en blijven om hun eigen aandeel te leveren aan een verdere groei en bloei van Brouwer Groothandelsgroep!
Ora et Labora – bid en werk – is in onze ogen een belangrijk onderdeel van het leven. Laten we niet vergeten om dankbaar te zijn voor alle zegen en de toekomst dan ook positief tegemoet zien met de woorden van Fil. 4:6: ‘Wees over niets bezorgd, maar vraagt God wat u nodig hebt en dank Hem in al uw gebeden.’
Als laatste foto in dit boek heb ik gekozen voor de foto hiernaast omdat we het als huidige groep aandeelhouders zo goed met elkaar kunnen vinden en met elkaar kunnen samenwerken. We kennen en respecteren elkaars sterke punten, maar ook onze zwakheden. We zijn een hecht team en we doen het samen, volop gesteund door onze partners, zoals dat in een familiebedrijf hoort en zoals onze vorige generaties dat ook altijd samen hebben gedaan. De foto laat de huidige generatie aandeelhouders zien met de portretten van de vorige generaties. Daaruit spreekt onze waardering en het respect! En met deze foto is dit boek over honderd jaar geschiedenis rond. Na verleden en nu het heden gaan we vol vertrouwen op weg naar de toekomst. Wat ons betreft: Volle kracht vooruit!
Namens het team van de huidige vierde generatie aandeelhouders danken wij u voor de interesse in de geschiedenis van ons bedrijf en voor het lezen van ons ‘Brouwerboek’.
Frans Brouwer Jzn.Va n Wabu tot Brouwer Groothandelsgroep : Dit boek verhaalt over de geschiedenis van het familiebedrijf Brouwer. Een historie die meer dan honderd jaar beslaat en vier generaties. Het vertelt over Albert Brouwer die in de beginjaren van de vorige eeuw met zijn botter zijn visserij op de Zuiderzee bedreef en over zijn vrouw Hiltje Brouwer-de Vries die later als weduwe een kruidenierswinkel en hotel Havenzicht runde. De naam WABU stamt uit die tijd (Weduwe Albert Brouwer Urk) en is onlosmakelijk verbonden aan de familie. Wat ooit begon met deze Urker botter groeide uit in de vierde generatie tot een internationaal groothandelsconcern met meerdere bedrijven. De ondernemersspirit bruist al meer dan een eeuw door de bedrijven van de ‘Brouwers’.
Echter, het is niet alleen te danken aan de visie en durf van de familie dat de Groothandelsgroep is uitgegroeid tot wat het nu is. De inzet van de medewerkers: dat is de kracht van het bedrijf. Op een bijzondere manier komt dat in dit boek naar voren, als vele oud- en huidige werknemers aan het woord komen om hun verhaal te doen. Uit al die herinneringen en anekdotes spreekt de kracht van verbinding. De warmte van wederzijdse betrokkenheid tussen bedrijf en medewerkers. Dit boek is daarom niet alleen een geschiedenis van geslaagd ondernemerschap. Het is vooral een geschiedenis van wat er mogelijk is dankzij de inzet en betrokkenheid van mensen. De rode draad in dit boek is dan ook de slogan: De kracht van teamwork maakt het bedrijf!
