Het Urkerland - Kerstkrant 2023

Page 1


INTERKERKELIJKE STICHTING ETHIOPIË/ERITREA

MAANDAG

EERSTE KERSTDAG

TUSSEN 12 EN 1 UUR LUIDEN DE KLOKKEN WEER.

De bussen staan bij:

• De Hofstee • Kerkje aan de Zee

• Bethelkerk • Petrakerk

• Moria • Jan de Bakker

• De Poort • Maranatha

• Het Hop • Pniëlkerk

• Rehobothkerk • Talma Haven

• Zorgcomplex Het Dok

• Immanuelkerk

• Protestants Kerkcentrum te Tollebeek

In Tollebeek wordt de collecte gehouden direct na de kerkdienst tot 11.15 uur.

Het banknummer is NL55 ABNA 0451 1156 27

t.n.v. Interkerkelijke Stichting Ethiopië/Eritrea Het is ook mogelijk om via Tikkie een overmaking te doen.

De QR-code staat ook op de collectebus.

ISEE al 50 jaar een begrip LET OP!

In maart werd ik namens het ISEE bestuur gebeld door Willem Jan, ze waren op zoek naar een nieuwe voorzitter. Hoewel ik het bestuur nog niet kende en er nog niet veel van wist, was ik wel direct enthousiast. Want ISEE is immers al 50 jaar een begrip op Urk. Wie kent het niet?

Maar hoe weinig ik er eigenlijk écht van wist, dat werd in de maanden erna wel duidelijk. Ik mocht met het bestuur optrekken, en er kwamen heel veel namen, projecten en bedragen langs. ISEE is een stichting met een rijke en diepe historie, dat was duidelijk. Maar ik vond het toch nog lastig er écht een beeld bij te krijgen.

Dit veranderde toen we afgelopen zomer het 50-jarig jubileum vierden. Er waren uit het hele land mensen en zelfs uit Ethiopië mensen gekomen die zich op allerlei manieren inzetten voor de stichting. Wat een rijkdom! En hier ontmoette ik dr. Mulu. Een vrouw met een zachte stem maar wijze blik. Dr. Mulu is een gerenommeerd specialiste in fisteloperaties. En zij voert vrijwel dagelijks operaties uit in haar hospitaal in Ethiopië. En toen viel het kwartje. Hier stond een zeer deskundige dokter van de andere kant van de wereld, die hulp kan bieden aan vrouwen die dat dringend nodig hebben dankzij wat wij hier op Urk in een bus gooien. Geld waar deze vrouwen direct mee worden geholpen. Het werd ineens heel concreet. Hier doen we het voor. Voor deze vrouw met haar innemende glimlach en haar patienten.

Maar naast Dr. Mulu heeft ISEE nog diverse andere projecten onder haar hoede. En we werken daarbij het liefst met lokale initiatieven. Wij hoeven niet te vertellen aan onze contacten wat ze moeten doen, dat weten zij beter dan wij. Maar wij hebben iets dat ze daar niet hebben, en dat is overdaad en

financiële middelen. En precies daar ligt onze taak en verantwoordelijkheid als ISEE en als Urker bevolking.

Op dit moment is er in Ethiopië weer veel onrust en kunnen we wel spreken van een burgeroorlog in het land dat toch al zo veel te verduren heeft. En in Eritrea is het langere tijd onrustig en onveilig. Toch houden we juist door deze lokale contacten vooralsnog zicht op de lopende projecten: zoals de blindenschool en de ondersteuning van Medhen Social Center van sister Senkenesh. Een van onze oudste projecten, die we al 35 jaar kunnen steunen! En zelfs in Eritrea konden we dit jaar bijdragen aan een project via de Nederlandse Stichting Eritrea Hagez.

Afgelopen jaar bestond ISEE maar liefst 50 jaar. En daar kunnen we alleen maar dankbaar voor zijn. Zeker als we zien waar de stichting nu staat. We staan er financieel gezond voor, met een capabel en betrokken bestuur, een fanatieke projectcommissie, de leukste winkel van Urk met een gepassioneerd team en een uitgebreid netwerk van partners in Ethiopië en Eritrea. Niets dan dankbaarheid. Want dit kan alleen dankzij de giften van u. Kunnen we ook dit jaar weer op u rekenen?

Ik wens u allen een gezegend Kerstfeest en een gelukkig Nieuwjaar.

Jan van den Berg voorzitter ISEE

Ritske Brouwer schilderde de voorpagina

Een grijs vlak. Maar kijk, met een paar penseelstreken fel oranje wordt de suggestie van een neergaande zon al gewekt. Om zijn rechterhand met kwast te laten doen wat hij wil, is ook zijn linker nodig. Ter ondersteuning. Het gaat verre van soepel, maar het gaat. Om de grote tafels bij Interakt Contour zitten deze novemberwoensdag meer mannen. Ze verschillen in leeftijd en werken aan diverse projecten, maar één ding hebben ze gemeen: niet aangeboren hersenletsel. Onder hen Ritske Brouwer (71). De gevolgen van de ziekte van Parkinson beperken hem verregaand, maar – en ook dat is iets wat deze mensen kenmerkt – wat hij nog wél kan, doet hij. Met passie.

,,Als je me tien jaar geleden had gezegd dat ik er zo bij zou komen te zitten, had ik je nooit geloofd.’’ Ondanks de harde realiteit – een opname in het noodappartement van De Hofstee was dit najaar noodzakelijk – klinkt Ritske strijdbaar. Hij prijst de prachtige voorziening, maar mist zijn eigen spulletjes en vooral Agnes. De opluchting is daarom groot als na er de noodopvang een appartement voor twee personen in De Hofstee beschikbaar komt. Het zijn drukke weken door deze tweede verhuizing in korte tijd, maar de twinkel in zijn ogen, die een tijdlang ontbrak, is terug. De ziekte van Parkinson sloopt langzaam maar zeker zijn lichaam. Niet alleen is lopen bijna niet meer mogelijk, ook zijn spraak – met name de verstaanbaarheid ervan – holt achteruit. Een straf voor een meesterverteller als Ritske. Inmiddels heeft hij een spraakcomputer gekregen. Om mee te oefenen, voor als het straks echt niet meer gaat. De bekende fotograaf – hét gezicht van Het Urkerland – kwam als gevolg van de ziekte in zijn ogen al veel te jong thuis te zitten. Maar zeker niet achter de geraniums. Naar buiten. Lopend – met wandelstok- en fietsend. Toen ook dat niet meer lukte bracht een driewielfiets met trapondersteuning uitkomst. Om wat om handen te hebben en vooral vanwege de gezelligheid van mensen om zich heen, probeerde Ritske de dagbesteding bij Interakt Contour op de haven uit. Daar kwam hij naast Betty Hoekstra te zitten. Schilderen. Misschien was dat wat voor hem? Een schot in de roos. Niet in de laatste plaats tot zijn eigen verbazing, kwam wat hij met acrylverf op het doek zette, tot leven. Hij grin-

Ongeneeslijke hersenziekte

Door de ziekte van Parkinson gaan bepaalde cellen in de hersenen langzaam maar zeker kapot: de cellen die het stofje dopamine maken. Dit kan voor allerlei klachten zorgen, zoals moeite met bewegen en problemen met denken. De ziekte van Parkinson is op dit moment ongeneeslijk en progressief; met medicatie kunnen bepaalde symptomen slechts en in beperkte mate worden onderdrukt. In 2021 was van 52.900 mensen bekend dat ze de ziekte hebben, het aantal diagnoses stijgt verder; het is de snelst groeiende hersenziekte van dit moment. Meer informatie: parkinson.nl.

nikt er zelf wat om, maar de vraag of hij dit nieuw ontdekte talent in zou willen zetten voor de voorpagina van de kersteditie van Het Urkerland, sloeg hij in eerste instantie af. Tot afgelopen najaar de vraag nogmaals klonk. ,,Het wordt wel een beetje anders dan jullie gewend zijn,’’ vertrouwde hij na een paar weken bedenktijd toe. Een schilderij moet een verhaal vertellen. En als dat verhaal eenmaal is ontstaan, komt het werk vanzelf op het doek. Met die overtuiging ging Ritske aan de slag. Hij verzamelde beeld. Bekend beeld: het aangezicht van Urk vanaf het water, de Ommelebommelestien, de kleuren van een ondergaande zon. En daarnaast zong die bekende zin zo door zijn hoofd: ‘ons mooie dorp maak je niet kapot’.

Een slogan die met al die posters en advertenties niemand kan zijn ontgaan. Als er iets is waar Ritske van houdt, is het Urk. Compleet met rafelrandjes en inktzwarte bladzijden. Die lang niet altijd worden veroorzaakt door aanvallen van buiten, maar net zoals al het goede van Urk, doorgaans uit het eigen dorp komt. Uit de mens. Ruzie, boze woorden, kapotmaken. Als fotograaf van Het Urkerland stond hij decennia vooraan. Bij ongelukken, bij woningbranden, maar ook zette hij ontelbare, nieuwgeboren Urkertjes op de foto voor de Welkom. ,,Kijk nou naar de Ommelebommelestien, waar we volgens de Urker legende toch allemaal vandaan komen. Daar zaten we als onschuldige kindertjes in verstopt, ruzie wordt daar niet gemaakt hoor.’’ Daarom moet dat element terugkomen in het schilderij, net als het mooie beeld van Urk vanaf het water en het prachtige natuurschoon van een ondergaande zon. De dag is eindig, het leven is eindig. Een plaat om over na te denken.

 Een zelfportret. Het is een van de eerste werken die Ritske bij Interakt Contour maakte en – ook zichzelf – verraste met het resultaat. Inmiddels is door de ziekte zijn fijne motoriek verder achteruitgegaan.

‘Wor bin jie bai?

Op Urk weten we meteen wat met die vraag bedoeld wordt. Meestal volgt als antwoord de naam van een kerk of gemeente.

Kerst is een periode waarin bijna iedereen naar de kerk gaat. Mensen hebben behoefte om hun ziel te voeden. Behoefte om terug te blikken op wat het afgelopen jaar gebracht heeft. Nu we in het slot van 2023 zitten, wil ik dat ook met u doen. Als we érgens weten dat werken op zee risicovol is, dan is het wel op Urk. Begin dit jaar werden we daar meteen weer bij bepaald. In februari voer kotter de Z-525 op een rots, vlak voor de zuidwestkust van Engeland. Het schip verdween in zee. Wat zijn we dankbaar dat de bemanning bewaard bleef.

Mijn gedachten gaan met medeleven uit naar de families die in het afgelopen jaar geliefden verloren. Ongeborenen, baby’s, kinderen, jonge mensen, oude mensen. Soms zó onverwachts: u kreeg niet eens de kans om afscheid nemen... In die ruwe werkelijkheid raakt het me diep hoe we als gemeenschap juist op die momenten om elkaar heen staan. We leven mee met elkaar, we bidden voor elkaar. Het is een bewonderenswaardige kracht van de Urker gemeenschap. Wij weten dat. Wij voelen dat. Wij ervaren dat. En die kracht valt op in ons land. Zo toonde in het afgelopen jaar een onderzoek van Elsevier aan, dat Urk tot de meest sociale gemeenten in ons land hoort. Koester die sociale kracht, wees er zuinig op.

Die saamhorigheid openbaart zich in tijden van verdriet, maar ook als het leven zoet is. We denken aan onze kleurrijke Urkerdag, aan Urk in Wintersferen, aan onze zomerse, fameuze tentenkampen. Gezinnen en buren trekken die dagen intensief met elkaar op. Regen of geen regen: overal in ons dorp worden de buurtbarbecues aangestoken, wupkussens en waterglijbanen opgezet, kinderen knutselen naar hartenlust in de gezellige tenten. We hebben het goed, doordat we elkaar opzoeken.

We zoeken elkaar ook op bij schokkend wereldnieuws. Als we de datum 7 oktober 2023 noemen, herinneren we ons de dag waarop we schrokken van het nieuws over de terreur van Hamas in Israël. Velen van u zochten elkaar op bij de vuurtoren en later die week in de Bethelkerk. We zongen samen het Hatikwa. We erkenden de waarde van elk leven en vouwden onze handen voor vrede. Vrede in Israël, in Palestina, in de wereld.

De vrede zoeken en die najagen. U kent die woorden wel. Ze passen bij onze christelijke identiteit, het past bij waar we voor staan en waar we dagelijks invulling aan willen geven. In dat opzicht moet ik denken aan de openhartige gesprekken die we voeren met veel van onze jongeren en ouders. Wat is het goed om te ontdekken dat de wens voor een veilig uitgaansleven breed leeft. We willen er echt werk van maken met elkaar. Samen met onze toegewijde en betrokken gemeenteraad, onze ambtenarij, ja, met onze complete Urker samenleving. We zijn ervan doordrongen, dat het nodig is om hierin gemeenschappelijk op te trekken. En we weten dat we goede wegen zijn ingeslagen.

Op die wegen loop ik nog een kleine tijd met u mee. Want zoals u weet, ga ik bij leven en welzijn in februari aan de slag in de gemeente Goes. Maar u mag erop rekenen dat ik u tot die tijd met ijver en toewijding blijf dienen. Het betekent wel dat 2023 een bijzondere kerst wordt voor mij: mijn laatste kerst als burgervader van Urk. Des te meer wordt weer duidelijk dat in onze levens dingen veranderen. Soms onverwacht, soms veel sneller dan verwacht. Maar – en op Urk leeft breed het besef – er is er Eén die nooit verandert. Hij is altijd en overal bij ons. Ook op Urk herdenken we Zijn geboorte, de komst van Jezus Christus naar de aarde. Hij, Het Licht in onze duisternis. Hij, die ons elke dag nieuwe hoop geeft. Hoop die ons ook naar onszelf doet kijken. Naar wie wij zijn. Naar hoe wij in het leven staan. Naar hoe wij zelf ‘een lichtend licht’ kunnen zijn. Voor onze kinderen, voor onze ouders, voor onze familie, voor onze buren, voor onze naasten.

Hoe zou het zijn als we vanuit die gedachte elkaar deze kerst niet vragen: ‘wor bin jie bai?’, maar: ‘Van Wie ben jij, van Wie wil jij zijn?’

Ik wens u van harte een gezegend kerstfeest toe!

Cees van den Bos Uw burgervader

administratie

Wij wensen u gezegende kerstdagen en een gezond 2024

Ook voor uw belastingaangifte in 2024 kunt u bij ons terecht.

Floraweg 5, 8312 RK Creil

Tel. 0527-623777 | e-mail: info@ mkadministratie.nl

GEZEGENDE KERSTDAGEN EN EEN

VOORSPOEDIG 2024

Schoolvereniging Rehoboth wenst u

Gezegende Kerstdagen en een voorspoedig 2024

in het naie jaor

Rabobank Het Nieuwe Land

Voor het in ons gestelde vertrouwen in 2023 zeggen wij u allen hartelijk dank.

Wij wensen u GEZEGENDE KERSTDAGEN EN VOOR HET NIEUWE JAAR bieden wij u ONZE BESTE WENSEN aan en hopen ook in 2024 uw vertrouwen waardig te tonen. en personeel

OOK IN 2024: ,,COENEN UW SCHILDER’’

Pyramideweg 5, 8321 CG Urk Tel. 0527-681683 • www.schildertennapel.nl

Vuul eil en zegen in het naie jaor

DUBBELE & HELEEN RAS

wensen de gehele bevolking van Urk een gezond en een gezegend 2024 toe.

Vanuit hartje Amsterdam wens ik alle Urkerland-lezers fijne kerstdagen en een gelukkig nieuwjaar.

Drs. M. Schraal

wensen hun relaties, vrienden en bekenden

GEZEGENDE KERSTDAGEN en een VEILIG en VOORSPOEDIG 2024

wenst u allen Fijne Kerstdagen en een voorspoedig nieuwjaar

Met kerst zijn wij gewend om met elkaar het kerstevangelie te lezen over Jozef en Maria, de geboorte van onze Heere Jezus of over de herders in het veld die de engelen hoorden zingen. Van vrede op aarde in mensen een welbehagen. Ja, dat vinden wij mooi. We maken het wat gezellig en voelen een stukje genegenheid voor elkaar. We delen wat uit of wij ontvangen. Wanneer je nog mag werken krijg je vaak een kerstpakket, of als je al wat ouder bent, een attentie van de kerk. Kortom: kerst is een goede tijd! Degenen die het goed hebben en overvloed kennen, geven wat aan hen die het wat minder hebben.

Nu wil ik jullie meenemen naar kerst 1959 en een verhaal vertellen waarin dat precies andersom gebeurde. Iemand die bijna niets had, gaf iets kostbaars aan iemand die al heel veel had. Kan dat dan?, zult u misschien zeggen. Als je niets bezit hoe kun je dan iets kostbaars weggeven...

Ergens in de Achterhoek woonde een bejaarde man. Niemand wist hoe oud deze man precies was. Hij had geen familie, vrienden of kennissen en woonde achteraf, aan de rand van de bossen. Niemand bemoeide zich met deze wat zonderlinge man. In het dorp wist men wel genoeg over hem te vertellen. Bijvoorbeeld dat zijn woning nooit aangesloten was op de moderne voorzieningen. Er was geen gas en geen elektriciteit. Alleen een pomp voor water, maar dat was het dan ook. Men vond hem maar een raar persoon. Je had dan geen last van hem, maar een visiteplaatje was het toch ook niet. Rondom zijn huisje was het maar een rommeltje. Er was niet veel voor nodig of het zou zomaar in elkaar zakken. Helemaal verwaarloosd, nooit wat aan gedaan, niet onderhouden. En men wist ook nog te vertellen dat het een zeer zuinige vieze man was. Een soort kluizenaarsbestaan en in het dorp lieten de mensen het maar zo.

Te druk. Geen tijd. Te moe.

Nooit was er iemand geweest uit het dorp die dacht ‘ik ga eens kijken of het allemaal wel goed gaat met deze man en of hij misschien hulp nodig heeft’. Iedereen had het te druk met zijn eigen zorgen, bedrijf, familie, verenigingen, of werk binnen de kerk. Zo had men geen oog voor de armoede en eenzaamheid die er op korte afstand beleefd werd. Te druk. Geen tijd. Te moe. Durf niet. Rond de kerstdagen kwam er dan toch aandacht voor hem. Van een journaliste die gehoord had van deze bijzondere manier van leven. Ze was er nieuwsgierig van geworden. Hoe is het mogelijk dat iemand zo eenzaam kon leven? Ze wilde er een artikel over schrijven en besloot om maar gewoon bij hem aan te kloppen. Ze moest nogal moeite doen om over het rommelige erf een pad te vinden naar de deur. Lang nadat zij had aangeklopt werd de deur opengedaan en stond de oude man voor haar. Een beetje overrompeld door diens bleke en trieste gelaat begon zij te vertellen wie ze was en wat ze kwam doen. De man opende de deur en nodigde haar hartelijk uit om binnen te komen. Een beetje beduusd volgde zij hem door een lange donkere gang, waar het muf rook en erg koud was.

De man liep langzaam en moeilijk. Toen ze eindelijk in de kamer kwamen viel het meteen op hoe primitief deze was ingericht. Een grote buffetkast, een traporgeltje en in het midden een vloerkleed met twee stoelen en een tafel. Wat kleine schilderijtjes aan de wand en in de hoek een grote stoel met daarnaast een klein tafeltje. Dat was het wel zo’n beetje. Het vertrek werd verlicht door een olielamp en de openhaard smeulde nog een beetje, maar gaf niet veel warmte meer. Ook lag er geen hout naast om op het vuur te gooien.

Hij ademde zwaar, met een piepend geluid.

De oude man had gezien hoe zij alles in zich had opgenomen en gemerkt dat zij het koud vond in de kamer. ‘Als je wilt zou je dan wat hout willen halen voor in de haard? Het valt mij zo moeilijk dit zelf te doen.’

Toen pas viel het haar op dat de oude man van het stukje lopen naar de woonkamer erg vermoeid was. Hij ademde zwaar, met een piepend geluid.

Met moeite vond zij in het duister de weg naar het achterplaatsje, waar het hout voor de haard moest liggen. De voorraad die daar lag was zeker niet genoeg voor de komende winter en met enige schaamte nam zij twee blokken mee voor op het vuur.

Ze had inmiddels wel gezien hoe armoedig alles eruitzag en ze vroeg zich af hoe het mogelijk was dat iemand zo eenzaam en met zo weinig middelen kon leven. Zij vergeleek het met haar eigen zorgeloze bestaan. Zij had een goede carrière gemaakt, kon kopen wat ze wilde en het uitgaansleven was haar niet onbekend. Een mooie auto, dure kleren en vakanties; het lag allemaal binnen haar bereik. Maar echt gelukkig, nee dat was ze niet.

‘Nooit,

nooit kom ik hier meer terug!’

Een gevoel van onrust overviel haar steeds vaker. Op advies van de dokter was zij al een tijdje met ziekteverlof geweest, maar ook dat had haar geen rust gegeven. De onrust zat dieper. Was het haar moeder aan wie zij steeds vaker moest denken? Moeder, die met haar bleke gelaat handenwringend haar gesmeekt had om niet weg te gaan, maar hoe zij toch was gegaan. Hoe ze had geroepen: nooit, nooit kom ik hier meer terug!’. Weg wilde ze. Van de regels en de wetten van haar strenge vader. Genieten van het leven en vrij zijn van de ouderwetse gedachten van haar ouders. Met een harde klap had zij de deur achter zich dichtgegooid.

De eerste tijd was er nog wel de twijfel. Of ze wel goed had gedaan. Maar na een poosje was dat overgegaan en genoot ze van haar vrijheid. Ze leefde voor plezier en uitgaan. De laatste tijd was zij steeds vaker depressief en onrustig. Toen ze weer terug in de kamer kwam leek de oude man wel te slapen. Voorzichtig legde zij het hout op het smeulende vuurtje en draaide de olielamp wat hogerop. De oude man schrok wakker: ’neem mij maar niet kwalijk. Ik ben de laatste tijd zo moe en val dan steeds in slaap. Waarmee kan ik je van dienst zijn?’

Ze begon met haar vragenlijstje en schreef alles op wat de oude man vertelde. Dat hij nog maar vier jaar samen met zijn vrouw hier woonde toen zij plotseling ziek werd en binnen twee weken gestoven was. Hoe hij alleen achterbleef. Zonder kinderen, zonder vrouw. En dat hij boos was op iedereen. Ook op God. Zeer verbitterd was hij en leefde een teruggetrokken leven. Hij bemoeide zich met niemand, leefde van wat hij verbouwde in zijn moestuin. Naarmate hij ouder werd, ging alles moeizamer en soms zat hij dan dagen in deze stoel.

‘Maar hoe kunt u zo leven? Zo afgezonderd en alleen. Zonder radio en tv. Dan moet u zich toch erg eenzaam voelen?

‘Ja’, beaamde de oude man. ‘Er was een tijd dat alles in mij duister was en dat ik mij alleen en verlaten voelde, maar nu is dat veranderd. Ik ben niet meer alleen. Ik heb nu altijd Iemand bij mij.’

Verbaasd keek de journaliste hem aan. De man pakte van het kleine tafeltje naast de stoel een oude Bijbel en vertelde: ‘Lange tijd wilde ik hier niets van weten. Ik leefde mijn eigen leven zonder God. Totdat ik vorig jaar ernstig ziek werd en ik voelde dat mijn tijd op aarde niet meer zo lang zou duren. Toen

Over de auteur

ben ik gaan lezen. Soms dagen achter elkaar en mocht ik ontdekken dat ik mij niet langer eenzaam en zielig voel. Ik verlang ernaar thuis te komen bij mijn Redder en Zaligmaker. Sommige mensen denken dat ik rijk ben en veel geld heb. Geld heb ik niet, maar rijk ben ik wel nu ik mag weten dat Hij op aarde kwam als onze Zaligmaker en dat Hij stierf voor onze zonden. Ook voor mijn zonden. En als ik dan lees in mijn bijbel dan ben ik niet eenzaam, maar dan mag ik weten dat Hij voor mij zorgt. Dag aan dag. Ik heb een Gids die trouw en goed mij door dit leven leidt. Ik heb een Vriend die uit Gods schoot op aarde nederkwam en hier voor mij Zijn bloed vergoot, als schuldloos Offerlam. Ik heb een God die ‘t hervonden kind met godenloze liefde mint.

‘Nee, bang om te sterven ben ik niet’

Stil had de jonge vrouw geluisterd. Veel had zij niet meer opgeschreven. De oude man zweeg. Vermoeid van het lange praten. Na een tijdje vroeg de journaliste: ‘U voelt zich ziek en bent al oud, bent u dan niet bang om hier straks eenzaam te steven?’ Toen kwam er een glans op het oude gelaat. ’Nee, bang om te sterven ben ik niet want ik weet dat mij dan een veilige haven wacht. Dan mag ik thuiskomen. Nimmer kan de wereld geven ‘t heil waar nu ons oog op ziet. Slechts daarboven is het leven waar men ongestoord geniet. Daar zal ‘t na deez’ aardse pijn, eeuwig eeuwig zalig leven zijn.’

Het waren deze woorden die de vrouw raakten. Diep in het hart en haar tot inkeer brachten. Dit was voor haar de kerstboodschap die zij mocht krijgen van deze oude man. Zo kon het gebeuren dat die kerst een verloren dochter thuis mocht komen.

Riekelt Kapitein (64 jaar, getrouwd met Anneke Kapitein-Meun) is in het dagelijks leven schilder, maar pakt als het even kan pen en papier erbij om verhalen op te tekenen. Compleet fictief, maar mét een boodschap. ,,Dat vind ik belangrijk. Een prikkel geven, om nog eens over na te denken’’, zegt Riekelt. Dit verhaal schreef hij al eerder en las het voor aan bewoners van ‘t Kompas. ,,Naderhand kwam er iemand naar me toe. Dat het haar zo raakte. Bijzonder vind ik dat.’’

Petra en Annabeth in de Filipijnen

Wie zijn jullie? ,,Wij zijn

Petra (iene van Thijs en Greetje van Urk) en Annabeth (iene van Albert en Ruth Koffeman) en wij zijn achttien jaar oud.’’

Waar zijn jullie en wat doen jullie daar? ,,Wij zijn op dit moment in de Filipijnen aan het rondtrekken. Na de middelbare school wilden we graag wat meer van de wereld zien. Na een paar maandjes werken na onze examens zijn we op het vliegtuig naar Zuidoost-Azië gestapt. We hebben hiervoor een maand door Thailand gereisd.’’

Missen jullie Urk? ,,Op het moment is het best koud op Urk, dus dat missen we niet heel erg. Maar we missen natuurlijk wel onze families en de gezellige contacten.’’

Kerst: ,,Kerst staat voor ons vooral voor de gezellige tijd met je familie en dat gaan we dit jaar wel erg missen. In de Filipijnen vieren ze uitbundig kerst, dus het wordt hier waarschijnlijk wel gezellig en wij gaan er met zijn tweeën het beste van proberen te maken.’’

Wat zijn jullie toekomstplannen? ,,We willen hierna nog naar Vietnam en Laos reizen en in september hopen we te gaan studeren.’’ Groeten: ,,We willen de groetjes doen aan onze families (we missen jullie) en we wensen jullie allemaal fijne kerstdagen!’’

‘Oost west, thuis best’, luidt het bekende spreekwoord, dat veel Urkers overtuigd zullen beamen. Toch zijn er plaatsgenoten die voor korte of lange tijd elders verblijven. Voor studie, werk, evangelisatie of om aan de drukte van Nederland te ontsnappen. Wie zijn deze Urkers, die ook de kerstdagen in het buitenland doorbrengen? Ze vertellen en brengen tot slot hun (kerst)groeten uit.

Familie Van den Berg in Mexico

Wie zijn jullie? ,,Rein en Martine en kinderen Sophie (16), Hendrik (14) Willem (13), Joas (11), Myrthe (8) en Jade (bijna 6) van den Berg.’’ Waar zijn jullie en wat doen jullie daar? ,,Wij zijn in Mexico. Na een sabbatical zijn we hier teruggekomen om onder andere een stuk land te ontwikkelen. Het is heel waardevol om als gezin op avontuur te zijn en een nieuwe cultuur te leren kennen.’’

Missen jullie Urk? ,,Vanzelf, er is niks mooier dan Urk! We missen allereerst de f..... - familie zou je denken, maar de kinderen zeiden frikandellen. Zeutjen. Maar even serieus, zo ver weg te zijn van iedereen van wie je houdt, is niet te onderschatten. Ook facetimen maakt dat niet goed. Langeafstandscontact is iets waar je van tevoren niet zo goed over nadenkt en echt moet leren. Gelukkig komen we in de zomer drie maanden thuis en zorgen we dat we bij iedereen de deur platlopen. Nee hoor, grapje.’’ Kerst: ,,Kerst in de tropen. Hier zien we rond deze tijd vooral flink versierde rotondes, opgeblazen sneeuwpoppen, kerstmannen (bloedheet in die pakken), kerststallen, versierde katholieke kerken, thuis bij de mensen verlichte altaartjes met Mariabeeldjes. Voor ons betekent kerst, naast met de kinderen heerlijk genieten van het verhaal van Jezus als kindje, dat God het pro-

Willianne Kramer in Sierra Leone

Wie ben je? ,,Ik ben Willianne Kramer, 25 jaar. Ik ben er iene van Hilda Kaptein en Jan Kramer.’’ Waar ben je en wat doe je daar? ,,Ik ben op dit moment in Sierra Leone, hiervoor mocht ik voor een paar maanden wonen in Senegal. Ik ben teamleider van het palliatief team op Mercy Ships. Samen met mijn team geef ik zorg aan mensen die ongeneselijk ziek zijn en helaas niet meer in aanmerking komen voor een operatie.’’ Mis je Urk? ,,Haha, soms wel een beetje. Eens een Urker, altijd een Urker!’’

bleem bij de wortel heeft aangepakt. Een groot geschenk in donkere tijden. We zijn Hem dankbaar en zien uit naar Zijn terugkomst. Wij gaan onze kerstdiensten via de livestream van ZDA Apeldoorn of Antwerpen volgen en daarnaast de kinderkerstdienst van de Sing4Him (dus even zwaaien naar Mexico, Thijs en Anne Sophie) en andere mooie Urker initiatieven. Daarna gezellig kletsen bij een kerstdiner over ‘sweet memories’, het ‘hier en nu’ en onze toekomstplannen.’’ Groeten: ,,De kerstgroeten van ons aan iedereen!’’

Kerst: ,,De kerstvibe is goed aanwezig op het schip. Alle versiering, activiteiten en diensten zijn volop aanwezig. Ik hoop zelf met mijn team de kerstboodschap met mijn patiënten en hun familie te delen en samen met hen kerst te vieren.’’ Wat zijn je toekomstplannen? ,,Voor nu hoop ik nog een tijdje op Mercy Ships te mogen dienen en wat de toekomst verder brengt, geen idee!’’

Groeten: ,,Aan mijn bèbe en bes Jelle en Willie Kaptein en mijn opa en oma Klaas en Co Kramer, zij moedigen mij continu aan en zijn er voor mij in alles!’’

Wie ben je? ,,Ik ben Miranda Hoekstra, 32 jaar en ik ben er iene van Klaas en Brechtje Hoekstra.’’

Waar ben je en wat doe je daar? ,,Momenteel woon ik al bijna tien maanden op Sint Maarten en hier ben ik aan het werk in het ziekenhuis als apothekersassistente.’’

Mis je Urk? ,,In het begin had ik heel erg heimwee naar Urk, natuurlijk naar mijn familie en

Willemijn de Boer in Californië, VS

Wie ben je? ,,Ik ben Willemijn, 21 jaar en dochter van Peter en Jacoba de Boer.’’ Waar ben je en wat doe je daar? ,,Momenteel woon ik in Redding, Californië. In Redding ga ik naar een Bijbelschool. Ongelooflijk dankbaar voor alles wat ik hier mee mag maken en mag leren, niet alleen over God en ‘ministry’, maar ook van andere culturen (we hebben ze bijna allemaal hier!).’’

Mis je Urk? ,,Zekers! Je hebt hier een Nederlandse community, maar ik mis lekker Urkers praten. Oh, en hoe erg ik lekker eten mis… ongekend. Al moet ik zeggen, het leven in Amerika is ontzettend vrij.’’ Kerst: ,,Ik heb net Thanksgiving gevierd, en dat is eigenlijk ook hoe ik kerst ervaar.

Heerlijk dankbaar zijn voor elke dag en

Miranda Hoekstra op Sint Maarten

vrienden, maar ook naar hoe makkelijk wij het soms hebben. Hier ga je echt even terug in de tijd en dat was heel erg wennen voor mij.’’

Kerst: ,,Kerst betekent voor mij gezellig met vrienden en familie tijd doorbrengen en natuurlijk de geboorte van Jezus. Dit wordt mijn eerste kerst buiten Urk en dan ook nog in de Cariben. Kerstavond en eerste kerstdag moet ik werken, de rest is gevuld met afspreken met vrienden.’’

Wat zijn je toekomstplannen? ,,Voor nu kom ik eind februari terug en begin ik in maart weer in het Flevoziekenhuis, maar ik sluit zeker niet uit dat ik dit nog eens ga doen!’’

Groeten: ,,Ik wil de groetjes doen aan mijn familie en vrienden! En aan mijn lieve tuttezeggers Rebecca, Janna en Romi.’’

het leven van en met Jezus. Ik ga met een Mexicaanse vriendin mee naar haar thuisland met kerst. In Mexico wordt kerst heel groots gevierd, en niks tipt vanzelf aan die burrito’s…’’

Wat zijn je toekomstplannen? ,,Volgend jaar hoop ik hier het tweede jaar te mogen doen, een jaar met de focus op leiderschap. Ik hoop nog een master te gaan doen later. En eerlijk: zelf ben ik ook wel eens benieuwd naar m’n toekomstplannen.’’

Groeten en wens: ,,De kerstgroeten zijn vanzelf voor m’n maos (ik mis jelui), en m’n va en moe! M’n grootste wens is dat de mensen in Nederland, en vooral Urk, echt aangeraakt gaan worden door God en honderd procent gaan kiezen voor een leven met Hem.’’

Aimée Cretier in Tsjechië

Wie ben je? ,,Mijn naam is Aimée Cretier, 17 jaar oud en ik ben er iene van Gijsbert en Jorina Cretier.’’

Waar ben je wat doe je daar? ,,Momenteel ben ik bezig met mijn stage in het Tsjechische Praag. Ik werk hier in het 4-sterren Hotel Panorama bij de receptie. Ik verwelkom de gasten, check in en check out, doe papierwerk en beantwoord alle vragen.’’ Mis je Urk? ,,Met sommige dingen mis ik Urk wel. Alles is dicht bij elkaar in de buurt en de connecties die iedereen met elkaar heeft. Ook mis ik mijn vrije weekenden met m’n maos op de box en elke zondag een bekkien bij de familie.’’

Kerst: ,,Kerst betekent voor mij een fijne en gezellige tijd. Ik vier het altijd met een etentje met familie en we gaan dan samen naar de kerk. Dit jaar vier ik het met m’n va en moe en broertjes in Praag. Hier in Praag is het momenteel erg gezellig met veel sneeuw, kerstmarkten, schaatsbanen en heel de stad is versierd.’’

Wat zijn je toekomstplannen? ,,Momenteel studeer ik International Aviation Services aan het Deltion College en ik zit nu in mijn tweede jaar. Tijdens deze opleiding leren studenten om stewardess te worden en daar wil ik ook mijn baan van maken. Na mijn studie hoop ik aan het werk te gaan bij KLM of Emirates als stewardess.’’ Groeten en wens: ,,Mijn kerstwens is om mijn stage hier goed af te sluiten en in januari weer veilig terug te keren naar Urk. Graag doe ik de groeten aan mijn familie en m’n maos.’’

Oliehandel Klaas de Boer B.V.

URK - IJMUIDEN - HARLINGEN - LAUWERSOOG - DELFZIJL - EEMSHAVEN - EMDEN

Voor al onze vissers: een goede vangst en een behouden vaart. En vanzelfsprekend staan wij ook in 2024 weer graag voor u klaar!

URK: Tel. 0527-681343 E-mail: urk@klaasdeboer.nl

IJMUIDEN: Tel. 0255-513240 E-mail: lubes@klaasdeboer.nl

HARLINGEN: Tel. 0517-415647 E-mail: harlingen@klaasdeboer.nl

DELFZIJL/EEMSHAVEN: Tel. 06-22412884 E-mail: delfzijl@klaasdeboer.nl

BUNKERAFDELING Tel. 0255-820210 E-mail: bunkers@klaasdeboer.nl

Wij wensen al onze relaties goede feestdagen en een voorspoedig en gezond 2024 Wij wensen u en uw familie een voorspoedig uiteinde en een comfortabel nieuwjaar.

Serena Kramer in Virginia, VS

Wie ben je? ,,Ik ben Serena en ik ben 19 jaar oud. Ik bin er iene van Ron en Lijanne Kramer.’’ Waar ben je en wat doe je daar? ,,Ik woon op het moment in Virginia, Amerika. Ik ben hier als au pair. Ik doe dit omdat ik het werken met kinderen megaleuk vind en het leek me gaaf om een andere cultuur te leren kennen. Hoe kan je dat nou beter doen dan gewoon een jaar bij een Amerikaans gezin te gaan wonen?’’

Mis je Urk? ,,Mijn familie en mijn maos vooral. Maar over het algemeen vind ik het hier hartstikke leuk en ben ik erg blij dat ik de keuze gemaakt heb om hier naartoe te komen.’’ Kerst: ,,De betekenis van kerst vind ik erg belangrijk. Ik ga hier dan ook elke week naar de kerk. Mijn hostfamilie is katholiek, dus gaan we met kerst naar een katholieke kerk, hier ben ik erg benieuwd naar. En er zijn de welbekende cadeaus onder de kerstboom.’’

VERVOLG

Wilma de Vries in Albanië

Wat zijn je toekomstplannen? ,,Wanneer ik terugkom uit Amerika ga ik fulltime werken, op ‘de peuter’ of in de kinderopvang.’’ Groeten en wens: ,,Ik wil graag de groetjes doen aan mijn lieve familie, maos en mijn vriendinnen van Shine. Dikke poes aan

m’n liefste buurjongetjes waar ik nu helaas niet meer kan oppassen. Ik wens iedereen een warme, liefdevolle kerst en alvast een gezond en goed 2024.’’

Wie zijn jullie? ,,Johan (46), Janneke (40) en kinderen Jennie (17), Aida (16), Jantine (14), Albertine (13), Harrie (10), Carolien (8), Janna (6), Williene (4) en Johni (2) Jelies.’’

Waar zijn jullie nu en wat doen jullie daar? ,,In het Spaanse Pinoso. We wonen hier om ons in rust terug te trekken en opnieuw te beginnen als gezin. We zijn echt op onszelf aangewezen en doen het samen als gezin. Dat heeft onze banden nog meer versterkt, maar het levert soms ook wat onenigheid op. Toch

Wie ben je? ,,Ik ben Wilma de Vries (36), iene van Albert van Lumme van Lub van Jan van Bubbe en Cootjen van Hendrik de slager.’’ Waar ben je nu en wat doe je daar? ,,Ik woon sinds februari in Tirana, Albanië. Vanuit de Maranathagemeente ben ik uitgezonden als diaconaal werker. Naast het leren van de taal, werk ik als verpleegkundige in een gezondheidskliniek en help kwetsbare kerkjes hun diaconale taak vorm te geven.’’ Mis je Urk? ,,Ik ontvang hier veel, waardoor ik weinig mis. Maar als ik iets moet noemen: de roendjes over de haven. De overgang van het Oude Dorp naar de drukke stad was groot.’’

Familie Jelies in Spanje

is dat zo weer opgelost, want we praten veel met elkaar. Jennie werkt in een restaurant van Nederlanders. Aida, Jantine en Albertine volgen middelbaar onderwijs en Harrie, Carolien, Janna en Williene zitten op de basisschool. Johan werkt in de bouw. We zijn de afgelopen tijd gevolgd door de cameraploeg van ‘Een huis vol emigreert’. De beelden zijn vanaf 2 februari elke week te zien op televisie.’’ Missen jullie Urk? ,,Johan en ik missen onze maos en familie en ook de oudste twee meiden ervaren het gemis. Maar de rest van de kinderen horen we niet. Zij hebben hier alweer maos en hobby’s.’’

Kerst: ,,Kerst wordt hier groots gevierd, maar vooral gericht op de Driekoningen op 6 januari. Dan gaan we naar het dorp toe en krijgen de kinderen een cadeautje. Dit jaar komen broers van Johan met de kerstdagen langs en helpen ze hier een handje. Met kerst zelf gaan we gezellig eten.’’ Wat zijn jullie toekomstplannen? ,,Wij hebben veel olijfbomen op ons erf en gaan daarom olijfolie verkopen. We krijgen een eigen website hiervoor. Op dit moment wordt er druk gewerkt om alles klaar te maken voor verzending. Verder is Johan bezig met het opknappen van een huis dat we willen gebruiken als verblijfsaccommodatie voor familie en vrienden.’’

Groeten: ,,We willen de groeten doen aan heel Urk. In het bijzonder aan onze familie en maos en aan onze gemeente, die we erg missen.’’

Kerst: ,,Kerst is het feest van genade: Hij werd voor mij arm, zodat ik rijk mag zijn. Dit wonder wordt steeds groter en onbegrijpelijker. In Albanië wonen weinig christenen. Kerst wordt nauwelijks gevierd, nieuwjaar is hier wel een groot feest. In de kerken wordt kerst gevierd op de zondag ervoor. Tijdens de kerstdagen zal ik verbonden zijn met mijn thuisgemeente, met vrienden samen zijn en vooral tijd met de Heere doorbrengen om Hem te danken voor Zijn genade voor mij en deze wereld.’’ Wat zijn je toekomstplannen? ,,De komende jaren hoop ik in Albanië te dienen. Zodra ik de taal machtig ben, zal mijn werk zich meer uitbreiden. In Titus 3 lezen we het zo krachtig: Hij maakt zalig vanwege Zijn barmhartigheid. Deze barmhartigheid wil ik doorgeven op de plekken waar ik geroepen ben.’’ Groeten en wens: ,,De groeten aan al mijn dierbaren: familie, maos en de Maranathagemeente. Het is mijn gebed dat iedereen voor het eerst of steeds meer onze armoede mag ruilen voor de rijkdom van Jezus Christus en daaruit mag leven en delen.’’

WILLEM

Stef Bos is een liedjesmaker. Een troubadour. Een van zijn liedjes heet ‘De Hemel’. Stef vertelt daarin hoe hij als kind uitzag naar de hemel met haar gouden straten, ‘nooit meer honger, nooit meer pijn’. Maar hij groeide op. En met het groter worden verdween de hemel steeds verder uit het gezicht. Totdat de hemel was verdwenen. Triest. De liedjes van Stef. Er gaat toch altijd zo’n koude rilling over je rug.

Jannie houdt ook van zingen. Vroeger was het iedere zondag genieten. Na het avondeten nam ze de gitaar op schoot. De kinderen tetterden verzoeknummers. Liedjes die ze hadden geleerd op zondagsschool en van Elly en haar Rikkert. Maar de kinderen groeiden op. En één voor één haakten ze af. Behalve met kerst. Dat zijn speciale dagen. Het is net of ook grote kinderen dan weer even klein willen zijn. Nu zijn we al zo’n beetje een familiekoor. De jongensstemmen van Knielus en Will’m, Zuun en Ben met de echtgenotes en natuurlijk Dochter en schoonzoon Ferdi. Die laatste zit nog altijd wat onwennig met een schermpje voor zijn neus, waarlangs de tekst voorbijkomt in een tempo dat Urk vreemd is. ‘Jullie gaan niet snel genoeg’, sputtert hij dan. Maar goed, hij probeert het tenminste.

Dan is het zover. Kerstavond. Na een heerlijke maaltijd laten we ons zakken voor de haard. ‘Goan we zingen, Bes?’, vraagt Knielus. ‘Vanzelluf’, zegt Bes. De gitaar komt uit de hoes en wordt door Jannie op toon gebracht. De eerste akkoorden kabbelen door de kamer. ‘Stille nacht’, vind ik wel mooi om mee te beginnen. ‘Je moeten de kiengeren lotten kiezen, va’, zegt Zuun die altijd weet hoe het wel moet. Maar voor mij werkt dat niet zo. Ik ben van een andere generatie. ‘Eerbied voor de grijze haren’, heb ik nog geleerd. Bovendien komen de kinderen altijd met die eigenaardige liedjes. ‘Twinkel, twinkel, Bes!’, is het dan. Maar dat is immers geen kerst. Ze mogen van mij kiezen uit ‘Er is een kindeke’ en ‘De herdertjes’.

Een heleboel verzoeknummers verder, eindigen we met het ‘Ere zij God’. Ik mag de Van Nelle-bas dan altijd vol opengooien en dat klinkt, voor mij tenminste, verbazend goed. Wanneer de laatste tonen wegzweven, wordt het nagenoeg stil. Jannie tokkelt nog wat na. Grote, stoere Ben wrijft in zijn ogen en het is niet van de slaap. De kinderen liggen stil tegen Bes Jannie aan. Ze dromen ‘rozerig’ weg. Het haardvuur flakkert op en maakt sprookjesachtige schaduwen op de muur. Hier en daar brandt een kaarsje. Zelfs Puk heeft zijn poten eerbiedig gevouwen. Zijn grote kop rust erop.

De liedjes van kerst. Ontroerend. Maar ook mooi. Ze brengen je voor een ogenblik in een andere wereld. Eventjes kijken over de rand van de kribbe. Daar ligt Hij. Het Kind van kerst. Dat ‘om jou te redden, de hemel verliet’. Dan wordt het warm vanbinnen. Dan blik je eventjes de hemel in. Was Stef maar hier.

 Staand v.l.n.r.: Wim Romkes, Fokke Hoekstra, Wilbert Mazereeuw, Jan G.Kramer, Lub Snoek, Rick Verhoeff, Riekelt Korf, Nel en Jan Liefting, Klaas Nentjes, Jelle Loosman, Wiebren Faber, Willem van Urk, Jan Kramer en Steven Korf. Voor v.l.n.r.: Jan Oost, Henk Boer, Arie van der Wal, Jelbert Kramer, Jannes de Boer, Johan Maris, Lucas Hoekman, Lubbert Kramer en Rob Buys.
 Feest na het binnenhalen van het kampioenschap in 1985. V.l.n.r.: Riekelt Korf, Steven Korf, Jelbert Kramer, Gerrit Korf, Jannes de Boer, Jan Oost, Jan Bos, Lubbert Kramer, Klaas Nentjes, Auke Brouwer, Rick Verhoeff en Herman Verheij.

‘Weer die laatste minuut?’

Urk 1 onder trainer Jan Liefting (1981-1988)

Het was een bont gezelschap van mannen, de meesten de leeftijd van 60 jaar al gepasseerd, die zaterdagochtend 4 november samenkwamen in de BCU-ruimte op sportpark De Vormt. Urker, Urkers woonachtig in den vreemde en een aantal échte vreemden. De gemene deler? Ze waren allemaal speler of begeleider van het eerste elftal van SV Urk in de periode 1981 tot 1988 toen Jan Liefting trainer was.

Het idee voor een reünie werd geboren toen Jacob Hakvoort, oud-secretaris van SV Urk, voor het clubblad een interview had met Jan Liefting. Ruim twee maanden na het bewuste interview was het zover en kwamen ruim twintig mannen bij elkaar om herinneringen op te halen. Herinneringen aan een prachtige tijd, met heel veel sportieve hoogtepunten.

In 1979 was Liefting al een paar maanden interim-trainer geweest als opvolger van Ad Stuurop, die vanwege drukke werkzaamheden moest besluiten zijn taken als trainer van SV Urk neer te leggen. Ook in 1981 kwam Liefting in eerste instantie als interim, nadat toenmalig trainer Ad Derksen zijn ontslag had ingediend. Na de interim-periode volgden voor Liefting vanaf 1982 nog zes seizoenen als hoofdverantwoordelijk trainer. De inwoner van

Kampen is daarmee nog steeds de langstzittende trainer van SV Urk.

Vanaf het begin van de reünie zat de sfeer er goed in en volgde de ene na de andere plaagstoot elkaar op. ,,Hé Lub, jij hebt toch ook een jaar bij Flevo Boys gezeten? Dat klopt, vooral gezeten.” Het is maar een klein voorbeeld van alle opmerkingen die over en weer vlogen en waaraan geen einde leek te komen.

(Urk 1, seizoen 1984-1985) Staand v.l.n.r.: De Hoop (Sponsor), Herman

Spelers over Jan Liefting:

Een ‘vreemde’; echte trainer, inclusief lange regenjas en grote bek, bluf en humor (Jelle Loosman).

Die beste trainer die ik ooit heb gehad (Lubbert Kramer).

Een warme, menselijke trainer (Arie van der Wal).

Enthousiast en met veel inzet en tijd heeft hij de voetbalbeleving op een hoger peil gebracht (Rob Buys).

Moderne trainer, maar ook manager. Heeft aan de basis gestaan van de toen ingezette opmars naar de top van het zaterdag amateurvoetbal (Lucas Hoekman).

Een zeer gedreven trainer (Klaas Nentjes).

Een bevlogen trainer met veel eigen voetbalervaring (Johan Maris).

Een bijzondere vent met ontzettend veel humor en een mentaliteit van ‘we gaan dit fixen’ (Jelbert Kramer).

Jan heeft organisatorisch veel gedaan voor SV Urk. Hij heeft de club weer op de kaart gezet (Lub Snoek).

Urk speelde, toen Jan Liefting als trainer aantrad, in de derde klasse. ,,Te laag. Bestuurlijk was het in die tijd niet best geregeld bij SV Urk. Er was te weinig binding met het voetbal en ze waren niet ingespeeld op de ontwikkelingen van die tijd. De uitstekende kwaliteiten van Urker spelers werden onvoldoende onderkend, waardoor ze op het niveau van de derde klasse bleven steken”, aldus Liefting. Aan het eind van het tweede seizoen onder zijn leiding, moest een beslissingswedstrijd tegen Enter Vooruit, gespeeld op het veld van Berkum, bepalen wie zich als kampioen van de derde klasse B mocht kronen. Tot een minuut voor tijd stond Urk op voorsprong en lag het kampioenschap binnen handbereik. Een foutje van doelman Riekelt Korf bezorgde Enter Vooruit alsnog de gelijkmaker. Een tweede beslissingswedstrijd, een week later, werd door de ploeg uit Enter met 3-2 gewonnen, waardoor zij promoveerden en Urk nog een jaar veroordeeld was tot spelen op het niveau derde klasse. “Soms schiet ik midden in de nacht wakker en zit dan rechtop in bed. Nel (de vrouw van Jan red.) weet dan meteen wat er aan de hand is: oh, weer Riekelt? Weer die laatste minuut?

Nadat SV Urk-voorzitter Dick Hellinga alle reünie-deelnemers welkom had geheten, kreeg Wiebren Faber het woord. De inwoner van Emmeloord was in 1983 als verzorger bij de eerste selectie gekomen als opvolger van de heer Pothof, de man die wonderen verrichtte met eigen geïmporteerde tijgerbalsem. Faber vertelde dat je als verzorger veel ziet en hoort in de kleedkamer, maar dat je daarmee niet naar buiten gaat. Hij gaf echter toe dat toch ooit een keer wel te hebben gedaan... Ene Jan (Bos of Oost) was nog niet gearriveerd in de kleedkamer voor een wedstrijd. De groep zou het niet accepteren als hij wel in de basis zou starten. Dat heb ik toen maar aan de trainer laten weten. De betreffende Jan startte op de bank en een probleem was voorkomen.”

Rick

SVVN met 2-2 werd gelijkgespeeld. Het won de districtsbeker Oost door in de finale met 4-0 te winnen van MVR, onder meer door een onvervalste hattrick van Arie van der Wal. De Urkers werden daarna ook nog eens Algeheel bekerwinnaar bij de zaterdagamateurs door af te rekenen met Drachten en Spakenburg. Helaas was Limburgia in de wedstrijd om de Algehele Amateurbeker in Brunssum na verlenging te sterk voor Urk en werd naast de laatste prijs van een fantastisch seizoen gegrepen.

Tijdens het samenzijn in de BCU-ruimte werd er niet alleen met en over elkaar gesproken, maar was er ook tijd voor een muzikaal intermezzo. Onder leiding van Jelbert Kramer achter de piano en Wilbert Mazereeuw (vocaal), werd uit volle borst door alle aanwezigen een aantal Beatles-songs meegezongen. Daarmee werd de herinnering levend gehouden aan de legendarische teamavondjes in Kampen bij Jan en Nel thuis. Uitjes waar velen met veel plezier aan terug denken, maar waarover de lippen stijf op elkaar bleven.

Het toetje van dat prachtige seizoen kwam op 12 oktober 1985, toen Urk op sportpark De Vormt in de eerste ronde van de KNVB Beker mocht aantreden tegen AZ. De eredivisionist uit Alkmaar nam geen enkel risico en trad aan in de sterkst mogelijke opstelling. Urk wist AZ een halfuur lang van scoren af te houden, maar kreeg in de slotfase van de eerste helft twee doelpunten te slikken. Direct na rust schoot Auke Brouwer de aansluitingstreffer achter doelman Hans de Koning en leek het weer spannend te worden. Helaas voor Urk duurde dat maar vijf minuten. De marge werd weer twee doelpunten en de gasten speelden daarna de wedstrijd professioneel naar een einde. De uitslag werd 1-4, maar heel Urk kon trots terugkijken op een prachtige wedstrijd en de positieve media-aandacht die dat opleverde.

 Ruud Heus probeert Jan Bos te stoppen in de bekerwedstrijd Urk-AZ.

Het seizoen 19841985 is de boeken in gegaan als een van de meest succesvolle jaren in de clubhistorie van SV Urk. Het elftal van Liefting werd eindelijk kampioen van de derde klasse, nadat tijdens een zenuwslopende laatste competitiewedstrijd op eigen veld tegen

De laatste drie seizoenen onder leiding van Jan Liefting ontwikkelde Urk zich tot een stabiele tweedeklasser. Na zes jaar als hoofdtrainer van SV Urk was in 1988 de tijd rijp voor Liefting om afscheid te nemen. Er was een goede basis gelegd, waarmee de volgende oefenmeester verder kon bouwen aan de sportieve toekomst van SV Urk. Opvolger Meindert de Boer zorgde er twee jaar later voor dat Urk zich meldde op het hoogste amateurniveau van Nederland.

De reünie werd afgesloten met een bezoek aan de wedstrijd in de Derde Divisie tussen Urk en Harkemase Boys. Het was niet de afsluiting die iedereen zich wenste. Urk verloor het treffen met de ‘Harekieten’ namelijk met 0-6. Een nederlaag die hard aankwam bij de huidige Urker spelersgroep. De laatste keer echter dat Urk op eigen veld tegen een 0-6 nederlaag was aangelopen, was op 6 november 1982 tegen CSV’28. Wie er toen trainer van Urk was? Juist, Jan Liefting.

Verheij (grensrechter), Riekelt Korf, Klaas Nentjes,
Verhoeff, Jelbert Kramer, Jan Oost, Gerrit Korf, Wiebren Faber, Jan Liefting en Marius van den Heuvel. Voor v.l.n.r.: Steven Korf, Auke Brouwer, Arie van der Wal, Jannes de Boer, Janus Tahamata, Henk Boer, Lubbert Kramer en Lucas Hoekman.

Jan Liefting over spelers:

Frans Kramer: Ik heb één keer tegen hem mogen voetballen. Ik wist niet wat me overkwam, alleen die ogen al. Ik ben niet gauw bang, maar ik was blij dat hij gewisseld werd.

Jan Brouwer: Als het eens tegenzit dan haal ik die lach van Jan Brouwer terug. Als ik die in gedachten hoor, weet ik dat er nog veel leuke dingen zijn in deze wereld.

Lubbert Kramer: Altijd voorop in de strijd, maar ook altijd: ‘het was weer niks en het wordt ook nooit wat, trainer’; maar ik wist dat hij het positief bedoelde.

Lub Snoek: Flegmatiek tot op het bot, maar wel met zo’n geheimzinnige grijns, zo’n onbegrijpelijk lachje als hij weer eens had gescoord.

Henk Boer: Ik heb het nooit gezegd, maar vaak gedacht: ‘misschien was je wel een betere keeper dan ik ooit was.’

Jan Bos: Speler met ontzettend veel techniek. Had echter met Frans Kramer vaak meer oog voor vrouwelijk schoon dan voor voetbal. Als trainer moeilijk te begrijpen, maar als mens 100 procent.

 Jan Liefting, Henk Boer, Johan Maris, Lucas Hoekman en Willem Romkes luisteren aandachtig als Wiebren Faber aan het woord is.

Anekdotes

Een reünie is natuurlijk niet compleet zonder anekdotes en die waren er die zaterdag in november meer dan voldoende. Of ze allemaal even waarheidsgetrouw en niet een tikkeltje overdreven zijn.... Een kleine selectie:

Jan Liefting: We speelden een uitwedstrijd in Enschede. Vooraf waren we in de kantine om wat te drinken, toen Willem Romkes op me afstapte. ‘Trainer, ze hebben hier een hekel aan ons, want ze willen geen koffie geven.’ Ik liep met Willem naar de bar en vroeg hem om nog eens te bestellen. ‘Heeft u ook een bekkien?’ - ‘Willem, ze hebben geen hekel aan jou, maar ze verstaan je niet.’

Lucas Hoekman: Jan had gezegd dat ze bij Noordscheschut nog geen strandbal konden raken. Deden ze op Urk de warming-up met een strandbal.

Jelbert Kramer: Een bekerwedstrijd ergens in een onmogelijk dorp op een veld zonder tribune. Mijn toenmalige vriendin Bruiny (nu al 34 jaar mijn vrouw) was voor het eerst mee en zocht een schuilplaats voor de regen. Er stonden ter hoogte van de middenlijn twee hokjes (dugouts) met alleen maar kerels daarin. Bruiny vroeg vriendelijk of ze konden opschuiven, zodat ze droog kon zitten. Liefting dacht dat het een grap was, maar het bleek bittere ernst. Later die dag heb ik haar vriendelijk verzocht niet meer te komen kijken.

Lubbert Kramer: Riekelt Korf kreeg tijdens een wedstrijd een schop in zijn gezicht waardoor zijn kunstgebit brak. Hij gaf de speler en mep en werd uit het veld gestuurd. De behandeling van zijn rode kaart was mondeling. Riekelt ging er met zijn kapotte kunstgebit in een zakje naar toe en werd vrijgesproken. De scheidsrechter werd een klasse lager gezet.

 Jelbert en Wilbert. Niet alleen goede voetballers, ook op muzikaal gebied weten ze van wanten.

Arie van der Wal: We moesten eens voor de beker tegen Go Ahead Eagles 2. De afdeling Zwolle was die zaterdag in zijn geheel afgelast, maar daar hoorden wij niet bij, al dacht Jan Bos van wel. Hij kwam dus niet opdagen voor die wedstrijd.

Als afsluiter nog een uitsmijter van de trainer zelf: ,,Als ik gasten krijg willen we nog wel eens naar Urk gaan en dan met name het oude dorp. Eigenlijk doe ik dat om een beetje indruk op mijn gasten te maken. Ik hoop dan namelijk bekenden te ontmoeten die dan op me afkomen en zeggen: ‘Ha die Jan, wat leuk je te zien, wat hadden we onder jou een goede tijd.’ Ik ben een keer of zeven met gasten op Urk geweest, maar ben geen hond tegengekomen die me kende.”

 Jan Liefting aan het woord tijdens de reünie.
 Klaas Nentjes, Jan G. Kramer, Jan Kramer, Lub Snoek en Jan Oost.
 Het was meer dan gezellig.

Wij wensen klanten, vrienden en familie gezegende kerstdagen en een voorspoedig 2024

Voor vermoeiden en belasten

Die Hem zoeken dwalend tasten

Schenkt God in de kerstnacht

Nieuwe moed en levenskracht

Gezegende kerstdagen

Geloof, hoop en liefdevol 2024

Kom langs in onze showroom

Elke zaterdag van 9.00-13.00 uur geopend en elke werkdag / middag / avond op afspraak

Westgat 21-L • Urk • www.hoorntegelwerken.nl Jelle Hoorn 06-13367846 Jan Hoorn 06-12539995

VROUWENTAAL

Weet u het nog? Samen met moat Petra had ik afgelopen januari (is dat echt alweer 11 maanden geleden?) een mooie en ambitieuze lijst gemaakt voor ons Year Kompass. Een handzaam boekwerk waarmee je kunt reflecteren op het voorbije jaar en je plannen voor het komende jaar kunt noteren. Oftewel: om je als drukbezet persoon aan NOG EEN to-do overzicht vast te klampen. En zoals dat gaat, een jaar is sneller ‘op’ dan een portie Katjang Pedis in handen van mijn echtgenoot. Dan pak je dat lijstje er weer bij en blijken de uitkomsten in schril contrast te staan tot de verwachtingen…

Zo stond hoog op het jaarkompas: goede gewoontes op het mentale vlak inzetten dan wel onderhouden. Want het draait in het leven om veel meer dan uitjes en etentjes, ECHT contact met elkaar, daar gaat het om! Verwachting: meer Pieterpad-wandelingen maken met mijn wandelmaos want dat is heerlijk om te doen, goed voor hart en ziel. Uitkomst: niet één keer gekuierd met dat gezelschap afgelopen jaar. Not even once, dat is toch gewoon triest? Wel een hele barre en natte fietstocht met de dames en bijbehorende mannen in Leuven overleefd, waarbij we zo verkleumd raakten dat een jacuzzi vol glühwein ons nog niet kon opwarmen, maar geen centimeter langs wit-rode paaltjes gekuierd.

Ook een verwachting: vaker op een bekkien gaan bij mijn lieve ome Willem en nog lievere tante Mar. Uitkomst: ÉÉN KEER for freaks sake. In de tussentijd heeft mijn vice-bèbe een keer in het ziekenhuis gelegen, zijn er plotselinge valpartijen geweest en gaan ze misschien wel verhuizen naar een nieuwe stek!

Hoe verhoud ik mij nu tot deze list of shame? Je zou van minder depressief worden als dit je jaar-evaluatie is. On a sidenote: het woord ‘evaluatie’ komt van het Latijnse valere, wat ‘op waarde schatten’ betekent. Als ik 2023 op waarde schat, heb ik gelukkig veel meer dan alleen mislukkingen te noteren. Er is ontzettend veel goed gegaan, gepland of niet. Dat mag ik mijn Ta-Da-lijst noemen, zo las ik op internet, de vrolijke neef van de to-do-lijst. In plaats van je focussen op wat je niet hebt gedaan, ga je kijken naar wat er wel gedaan is.

Tien minuten guuzen in mijn iCloud en ik zie dat ik meerdere keren op de latten heb gestaan, zo groos as een bessum was op onze oudste in haar eerste galajurk, genoten heb van een geweldig tuinfeest op de Grindrug, geknoerkt met baby Arne (nothing beats snuiven aan een verse baby), succesvol een cursus presenteren heb afgerond, onze Pieter uitgezwaaid bij Groep 8, de klapkar op diverse campings op de mooiste plekken heb zien shinen, een geweldige Urkerdag heb beleefd, de vlag uitgehangen heb voor onze geslaagde Anne Wil, kortom: TA-DAAAAA!

En dan heb ik het nog niet eens over de vier seizoenen die we inmiddels achter de rug hebben met de Senior Stars in Het Atelier. Het is een grote zegen. Mijn ouders die zo genieten van hun mooie, gloednieuwe plek (mijn vader omschrijft het als een herberg: warm en comfortabel), de kinderen die schaamteloos hun bèbe in kunnen zetten als taxichauffeur, naar bessien vliegen met een verstelklusje of die kleine momenten van even vijf minuten poeiermelk samen drinken en hup weer door. Ondertussen managet mijn vader de milieustraat van de Grindrug (ik heb in geen maanden meer met containers hoeven slepen) en verzorgen wij de post en de plantjes als de pensionado’s weer eens op vakantie zijn. Ik kan het letterlijk op mijn sloffen af en dus heb ik mijn ouders te kennen gegeven dat ik de mantelzorg op deze manier en alleen zo blijf doen: op mijn sloffen. Zonder gekheid: ik wens alle lieve lezers van Het Urkerland een gezegend kerstfeest en heel veel Ta-Da in het nieuwe jaar!

Ga in het Oude

Dorp op zoek naar alle getallen!

In de etalages vind je de getallen terug die ingevuld moeten worden in de zin. Het grote getal staat voor een letter. Voorbeeld: als het grote getal 43 is, kijk je in de kolom eerst naar de verticale lijn bij de 4, daarna naar de horizontale lijn bij de 3. Waar deze elkaar kruizen is dé letter die je nodig hebt om in te vullen op de juiste plaats.

• De oplossing kun je in de brievenbus bij Tourist Info Urk (Dormakade 1) doen of mailen naar: info@oudurk.nl voor 3 januari 2024.

• De prijswinnaar wordt tijdens de Grande Finale op donderdag 4 januari 2024 bekendgemaakt en is daarna terug te vinden op www.oudedorpurk.nl

Prachtig in beeld gebracht door een vrachtwagenchauffeur

In de dozen met oude dia’s die bij Frans de Hart (79) uit Bruchem op zolder liggen, bleek ook een aantal schitterende foto’s van Urk te zitten. Hij legde contact met Het Urkerland, want: ,,Op Urk zijn er vast mensen die herkenning aan deze foto’s hebben, bij mij staan ze maar op mijn overvolle computer. Sommige mensen zullen nog leven, zoals het jonge mannetje met de colafles.’’

Frans’ vader, ook Frans de Hart, maakte de foto’s in de Urker haven, waar hij zo nu en dan kwam voor zijn werk. ,,Hij was vrachtwagenchauffeur en had altijd zijn camera mee. De meeste foto’s maakte hij in de Bommelerwaard, waar we woonden. Urk vond hij interessant, omdat het een eiland was geweest en je er niet zomaar kwam.’’

Frans senior leefde van 1911-1974, hij overleed niet lang nadat hij de foto’s begin jaren 70 op Urk had gemaakt.

Steven de

 Ook als de kotter voor de kant ligt, gaat het werk onverdroten voort. Op deze foto zijn Klaas Ras (rechts) en Fokke Buter te zien, aan het werk op de UK 105.

 Dit moet Gerrit Wakker van de UK 3 zijn, te herkennen aan zijn karakteristieke houding.

 Een bekend beeld: de in de volksmond genoemde ‘leugenbank’ zat ook toen al dagelijks vol. Op deze foto zijn (v.l.n.r.) Maarten Bakker, Jan de Boer van de UK 97, Teunis Wakker woonachtig aan de Slikhoogte, Albert van Veen, Andries Ras en Klaas Brands, ook wel de zendeling genoemd, te zien.

Boer, broer van Louwe, inspecteert de netten. Hij was eigenaar van de UK 225.

 De mensen die op deze foto voorbijlopen aan de UK 105 van Klaas Ras, zijn waarschijnlijk ‘vreemden’ die de bedrijvigheid in de haven komen bekijken.

 Het waren de hoogtijdagen van de Noordzeevisserij voor Urk, te zien aan de kotters in de Urker haven en de manier waarop ze voor de kant zijn gelegd: zo dat er zoveel mogelijk aan de kade pasten. De mannen van Vrienden van Urk schatten dat deze foto’s in 1967/1968 gemaakt moeten zijn. We zien hier onder andere de UK 218 van de gebroeders Romkes en Jan de Boer, de UK 68 van Jelle Meindert Romkes, de UK 168 van Jurie Korf en de UK 42 (voorloper van de 68) van Dirk Kuyt.

Wie is wie en wanneer was dit?

Met dank aan de Vrienden van Urk

Een tip voor iedereen die op een oude foto van Urk stuit en zich afvraagt: wie of wat zie ik hier, wandel even binnen bij de Vrienden van Urk in Museum het Oude Raadhuis. Evert Weerstand, Albert van Urk en Jan van den Berg (v.l.n.r.) somden moeiteloos alle namen op van de mensen op deze foto’s, plus bijbehorende kotternummers. Bovendien weten de mannen te schetsen hoe het Urk van toen, in die gloriejaren, eruit zag. Een vloot van meer dan honderd Noordzeekotters, waarvan 90 procent wekelijks de Urker haven opzocht. De kotters werden dakpansgewijs aangemeerd, en je kon over de schepen heen naar de andere kant van de haven lopen. De bedrijvigheid die dat met zich meebracht, was ongekend. Albert van Urk weet nog als de dag van gisteren hoe hij zich op vrijdagmiddag uit school haastte, naar de haven rende en het water aftuurde naar de komst van zijn vaders kotter, de UK 96. ,,Op de plek waar nu

Restaurant Het Achterhuis staat, stond toen een betonnen schuilkelder, indertijd gebouwd voor de werklui die als het luchtalarm klonk, geen kant op konden om zich te verschuilen. Daar net voor was een lantaarnpaal waar je vrij makkelijk in kon klauteren. Op die post keek ik uit naar de kotter die richting de haven kwam.’’

 In ieder geval de UK 17 van Jan Kaptein ligt hier voor een beurt op de ‘ellege’ van Metz.
 Hendrik Visser is bezig met onderhoud van zijn schip, de UK 246.
 Een prachtig tijdsbeeld. Wie herkent deze jongen?

Voor onderhoud, APK- en bandenservice en leaseauto’s. Meer informatie: 06-30774009 of www.autocentrumflevoland.nl

Auto Centrum Flevoland heeft altijd de juiste auto

Wij willen al onze klanten hartelijk bedanken voor het in ons gestelde vertrouwen het afgelopen jaar. Tevens wensen we u Gezegende Kerstdagen en een gezond 2024!

Wij voelen ons thuis bij het water en de vloot. Bij het dorp en de mensen. Bij de vissers en de ondernemers. Bij het ambacht en de innovatie.

Bij de historie en de toekomst.

Wij voelen ons thuis op Urk.

Firda maritieme campus wenst u gezegende kerstdagen en een geslaagd nieuwjaar!

WIJ WENSEN IEDEREEN

OPENINGSTIJDEN FEESTDAGEN

WOENSDAG 20 T/M

22 DECEMBER 07.00 - 21:00 uur

ZATERDAG 23 DECEMBER 07.00 - 20.00 uur

ZONDAG 24 T/M

DINSDAG 26 DECEMBER Gesloten

WOENSDAG 27 DECEMBER T/M VRIJDAG 29 DECEMBER 07.00 - 21.00 uur

ZATERDAG 30 DECEMBER 07.00 - 20.00 uur

ZONDAG 31 DECEMBER EN MAANDAG 1 JANUARI 2024 Gesloten

Wij danken u voor het in ons gestelde vertrouwen en wensen u fijne dagen toe!

Wij wensen Klanten, relaties tevens de gehele Urker bevolking.

Allen gezegende kerstdagen en een voorspoedig en bovenal gezond en schoon 2015 toe.

Wij wensen klanten, relaties en tevens de gehele Urker bevolking allen

Schoonmaak bedrijf Gebr. Nentjes Inschot 10, 8321 MB Urk gezegende kerstdagen en een voorspoedig, bovenal gezond en schoon 2024 toe.

SCHOONMAAKBEDRIJF GEBR. NENTJES Inschot 10, 8321 MB Urk

We wensen alle kersverse ouders fijne Kerstdagen toe en hopen op een vruchtbaar 2024.

onderhoud en reparatie van uw orgel

Wij zijn sinds 2006 actief in de digitale orgelbranche. U kunt van ons kwaliteit en vakmanschap verwachten, zodat uw orgel weer klinkt en speelt zoals het hoort. Door onze jarenlange ervaring en expertise kunt u bij ons terecht voor reparatie van diverse merken.

Visser, voorganger, meroetie

Het leven van Tijmen Wakker (1912-1992) liep ongeveer gelijk op met de door hem zo gevreesde Sovjet-Unie. Hij is vier jaar oud als de Russische revolutie uitbreekt; minder dan vier maanden voor Tijmens dood valt de unie uiteen. Het verhaal van een visser die nooit echt vaste grond onder de voeten kreeg.

 Een durfal, ruw en onverschillig.

I Een rusteloze Urker

Het is maandag 5 november 1932. De UK 166 ligt voor de Noordzeekust te vissen als plotseling het achterschip vol water stroomt. De bemanning slaagt erin de botter op het strand te zetten en komt ongedeerd van boord. Een van de opvarenden is Tijmen Wakker, net twintig jaar oud. ,,U zult misschien denken dat mij dit wel deed buigen voor God. In geen geval. Ik verhardde mij en dit maakte mij nog onverschilliger”, zou hij later schrijven over deze schipbreuk. Begin jaren vijftig is Tijmen een ander mens. Bekeerd. Ernstig. Hij is predikant, of ‘leraar’, geworden van een vrije gemeente in IJsselmuiden. De roerige weg daarnaartoe beschrijft hij in een gestencilde brochure van 34 pagina’s: De bekering van een Urker visser, zijn roeping tot leraar, zijn uittreden uit de Herv. Kerk In het boekje met beige omslag begint Tijmen bij het begin. Hij groeit op in een doorsnee vissersgezin. Op school is hij ‘een lastig heerschap’. Kort na zijn twaalfde verjaardag gaat hij aan het werk. Of in Tijmens woorden: ‘het volle leven in’.

Wat volgt is een serie baantjes op het eiland: in een garnalendrogerij en een sigarenfabriekje. Daarna vissen op verschillende botters. Intussen trouwt hij met Willempje Kaptein, die Wip genoemd wordt. Ze is nagenoeg blind. In het gezin worden drie dochters geboren en later nog een zoon, die echter rondom de geboorte sterft. Het is een armoedige tijd, net als voor zoveel andere Urkers. Het Wonder van Urk, de intrede van de welvaart op Urk, zal nog tientallen jaren op zich laten wachten. En als de welvaart komt, dan is Tijmen allang vertrokken. Geld zal altijd een probleem voor hem blijven. Tijmen groeit op in de Gereformeerde Kerk. Op het eiland Urk is dat in die tijd de kerk van de macht. Vooraanstaande burgers zitten er in de kerkenraad en de Bethelkerk trekt veel meer bezoekers dan het hervormde Kerkje aan de Zee en het ‘christelijke karrekien’ aan de Kerkstraat.

Van buiten is Tijmen een durfal, een zeebonk die ruw en onverschillig door het leven gaat. Als jongen moet hij meermaals van de verdrinkingsdood gered worden. En als niemand oplet, gaat hij rustig even varen met een scheepje van een nietsvermoedende dorpsgenoot. Als jonge visserman produceert hij de gruwelijkste vloeken en verder komt er ook weinig verstandigs uit zijn mond. ‘Zottentaal’, zo vat hij het zelf samen. Alleen thuis houdt hij zich in. Maar zijn brave ouders hebben wel degelijk door dat het steeds verder de verkeerde kant opgaat met Tijmen. Ze vrezen daarom het moment dat hij in militaire dienst moet. Als Tijmen voor langere tijd van Urk af gaat en terechtkomt tussen ongelovige jongens, dan zal het alleen maar verder en harder bergafwaarts gaan, zo redeneren ze. Via schoolmeester Johannes Verstelle slagen ze erin om uitstel en later vrijstelling aan te vragen. Van binnen is Tijmen een totaal ander mens, schrijft hij zelf. Hij heeft een ‘ongeredde ziel’ en dat drukt zwaar op hem. Pas getrouwd en vader van dochter Jannie, stapt hij over naar de Nederlandse Hervormde Kerk. In de derde kerk van het dorp, de Christelijke Gereformeerde Kerk, komt in datzelfde jaar, 1937, een nieuwe predikant: Everard du Marchie van Voorthuysen. Het is een predikant van adellijke komaf, een man die al tijdens zijn studie opzien baart en die kan kiezen uit een waaier van 16 beroepen. Groot is de verrassing dat hij kiest voor de kleine gemeente op het afgelegen en arme eiland Urk. En hoewel Wakker dus net hervormd is geworden, trekt het nieuws zijn aandacht. Tijmen gaat aan de slag bij het baggerwerk rondom Urk. De dijken van de polder worden aangelegd. Omdat bij toerbeurten de wacht gehouden moet worden op de zandbok, is hij vaker van huis dan eerst. En dat in een tijd dat het thuis hele-

maal niet goed gaat. Zijn tweede dochter, Dirkje, is erg ziek geweest en daardoor is zijn vrouw overspannen geraakt. Om de lange stille avonden op de zandbok door te komen, neemt hij op een keer een boek van de Engelse oudvader Jac. Durham uit het huis van zijn schoonouders mee naar boord.

Het is Goede Vrijdag 1938 en die dag leest hij vier van de zes preken. Ze bevallen hem, al spreekt de inhoud niet speciaal tot hem. Totdat de toepassing van een van de preken inslaat als een bom. Durham vraagt zijn gehoor wie er zeker van is levend het kerkgebouw te verlaten en roept op: ‘Gedenkt te sterven’.

,,O, wat kreeg ik het benauwd,” schrijft Tijmen, ,,alles aan boord was in beweging, ik lei het boekje neer en ging naar boven, naar ’t dek, weg van beneden waar het zo benauwd was. Alles begon tegen mij te getuigen, ja het werd mij zo benauwd, dat ik in de ankerkettingbak kroop, het was alsof er met vuurhamers op de ijzeren bak werd geslagen. Een Heilig, Rechtvaardig en vertoornde God moest ik ontmoeten. Het was of de oordeelsdag voor mij was aangebroken. God kón ik niet ontmoeten en toch moest het.”

Tijmen verliest alle besef van tijd en huilt onophoudelijk: ,,Intussen kwam alles op mij af, de schuld van mijn geboorte af.” Rond kwart over twee die nacht bedaart hij wat en beseft dat inmiddels meer dan vijf uren verstreken zijn. In de chaos benedendeks zoekt hij de Bijbel, waaruit hij wil lezen om ‘vertroosting te vinden’. Maar het tegendeel gebeurt: ,,Elke bladzijde veroordeelde mij.”

Als zijn zwager Hendrik Kaptein de volgende ochtend aan boord komt en verbaasd vraagt wat er gebeurd is, zegt Tijmen ‘dat God eraan te pas was gekomen’. Hij vermaant zijn zwager dat ook die voor God moet verschijnen.

 Van binnen een totaal ander mens.

Vanaf dat moment gaat hij gebukt over Urk. Het valt uiteraard ook zijn vrouw op: tijdens een wandeling informeert ze bezorgd wat er aan de hand is. Maar het lukt Tijmen niet om helder uit te leggen wat er allemaal in hem rondspookt. Hij geeft een dubbelzinnig antwoord, waardoor zijn vrouw vreest dat Tijmen met zelfmoordgedachten rondloopt. En dat klopt.

Na een doorwaakte nacht neemt Tijmen vroeg in de ochtend van tweede pinksterdag een besluit: hij zal die ochtend niet naar het Kerkje aan de Zee gaan, maar naar de Christelijke Gereformeerde Kerk van ds. Du Marchie van Voorthuysen. Daarna zal hij via ‘steegjes en sloppen’ naar de werkhaven glippen, om zichzelf daar te verdrinken: ,,Een touw, een steen, en het is voorbij.”

II Een begaafde spreker

Tijmen loopt die tweede pinksterdag 1938 als een ‘kat in een vreemd pakhuis’ het kerkje van de Christelijke Gereformeerde Kerk in de Kerkstraat binnen. In eerste instantie is hij diep onder de indruk van de vorm: de stilte die hier heerst voorafgaand aan de dienst. Dan het ‘eerbiedig binnentreden van de kerkenraad met leraar’.

Het eerste psalmvers slaat ‘als een bliksem’ in zijn gemoed: Psalm 139, vers 4. Onder de preek vergeet Tijmen al snel dat hij in de kerk zit. Het is alsof alles wat gezegd wordt alleen voor hem bestemd is. Du Marchie stelt zelfs de vraag of Satan hem ervan overtuigd heeft er maar een eind aan te maken, omdat hij tegen de Heilige Geest gezondigd zou hebben. Vanuit de diepte wordt Tijmen vervolgens naar een moment van grote blijdschap geleid. ‘Toen rees voor mij die Zaligmaker op. Als ik ooit blijdschap heb geproefd, dan was het toen, dat er een weg ook voor mij was.’ Van de rest van de preek kreeg Tijmen niets meer mee: ‘want ik zag niemand anders meer dan Jezus. Mijn oordeel was weg en ik mocht leven.’ Thuis zit zijn vrouw inmiddels in de zenuwen. Een dienst in het Kerkje aan de Zee duurt nooit langer dan anderhalf uur; de dienst met Du Marchie ruim twee uur. De opluchting is groot als Wip Tijmen het huisje hoort binnenkomen. Hij jubelt het uit: ‘Dat zo iemand zalig kan worden, dat is het grootste wonder.’ Het is het begin van een heerlijke tijd. Tij-

men zit met veel vreugde onder het gehoor van Du Marchie, hij krijgt een visioen waarin hij door de Heilige Geest een trap op geleid wordt bij het licht van een ouderwetse olielamp én hij ervaart een roeping tot het ambt van predikant. Tijmen beleeft mooie jaren onder de prediking van Du Marchie. Maar dan komt een dag waarop plotseling alle zekerheid onder hem weg wordt geslagen. Tijmen beschrijft hoe God hem de oorlog verklaart: ‘Het was gezichtsbedrog geweest, mijn schuld was niet verzoend.’ Tot overmaat van ramp neemt Du Marchie juist in die periode, 1942, het beroep naar Driebergen aan. Het wordt weer duister in Tijmens geest. Toch ervaart hij met Pasen 1943 hoe hij herinnerd wordt aan zijn roeping tot het ambt. Nota bene bij een preek van ds. A. Pietersma in het Kerkje aan de Zee, waar Tijmen na het vertrek van Du Marchie weer kerkte. Tijmen verzet zich hevig tegen de roeping: ‘Ik was maar een domme visser, die net fatsoenlijk zijn handtekening kon zetten. Ik had geen geld, was 31 jaar oud, had een gezin en een ongeschikte woning. En de kerk eiste een studie van zeven of acht jaar.’ Daarbij voelde Tijmen zich ‘een huichelaar, een vijand van God’. Hij besluit: ‘Als visser ben ik geboren, als visser zal ik sterven.’

En waarom ook niet. Tijmen is twee jaar eerder schipper geworden op de botter van zijn vader en vist samen met zijn broer. Het gaat uitstekend. Totdat de voorspoed omslaat. De besommingen kelderen en de schade aan de netten begint enorm op te lopen. Als ze met zwaar weer opnieuw een net verspelen, roept zijn broer hem toe dat het Tijmens schuld is. Hij ervaart dat het waar is, terwijl de zee zo ruw wordt dat ze dreigen te stranden. Hij belooft de zee vaarwel te zeggen. Aan wal breekt een periode van bittere armoe aan. Wip en hij moeten de sieraden van hun klederdracht verkopen om niet van de honger om te komen. ,,In die nood dreef de Heere me naar de pastorie van dominee Pietersma.”

Tegenover de hervormde predikant, die pas enkele weken op Urk staat, legt Tijmen zijn hele innerlijke strijd op tafel. De tegenspoed op zee, de roeping tot het ambt. De dominee wil hem wel helpen en vindt onderwijzer A. Kroon bereid om Tijmen eerst maar eens bij te spijkeren. Intussen probeert Tijmen het toch ook weer met de visserij: ,,Maar God wist daar wel weg en raad mee.”

 Echtgenote Willempje Wakker-Kaptein.

Het werk breekt bij zijn handen af. Staande netten verdwijnen en uiteindelijk krijgt Tijmen het zo benauwd dat hij stopt. In het najaar van 1945 gaat hij aan de slag bij de Gemeentereiniging. Later verricht hij nog schrijfwerk in het interneringskamp Beenderribben tussen Blokzijl en Steenwijk.

Het werk is moeilijk te combineren met de studie. Tijmen valt flink af, wordt met ziekteverlof gestuurd en neemt ontslag. Hij ervaart dat God van hem eist dat hij zich alleen nog zal inzetten voor de studie. Om zich heen voelt hij hoon en spot, terwijl hij zichzelf ook niet spaart: ,,Huichelaar, bedrieger, luilak, moordenaar van je vrouw en kinderen, daar zit je nu te verhongeren; je buren komen met een eerlijk verdiend loon thuis. Je wilt leraar worden; je kunt jezelf nog niet leiden, laat staan een ander, daar ben je te dom voor.”

 In een gestencild boekje beschrijft Tijmen de eerste pakweg veertig jaar van zijn leven.

Dan neemt hij een besluit. In SGP-blad De Banier plaatst hij een oproep om financiële steun. Het is zaterdag als er een brief uit Ouddorp komt: Tijmen zit in zak in as, want voor de volgende dag is er geen eten. In de brief zit echter een donatie van 25 gulden. Kort daarop krijgt hij van een zekere S. uit Rotterdam maar liefst 1500 gulden. De financiële zorgen zijn voorlopig voorbij. Tijmen studeert door en haalt eind 1947 zijn akte als godsdienstonderwijzer. Daarmee ligt ook de weg open om binnen de hervormde classis Kampen een stichtelijk woord te mogen spreken. Niemand minder dan predikant en SGP-kamerlid Pieter Zandt regelt de eerste preekbeurt voor Tijmen: in gebouw Elim in Zwolle, op de plek waar nu het Maagjesbolwerk staat, het winkelcentrum waarin de MediaMarkt zit. Met lood in de schoenen reist hij op zaterdag naar die stad. Tot zes uur in de ochtend ligt hij wakker, om na een kort slaapje vanuit zijn logeeradres te zien hoe de kerk aan de overkant

van de straat begint vol te lopen. Het zweet staat in zijn handen. Maar eenmaal op de kansel verdwijnen de zenuwen. Zo voelt hij dat de roeping tot predikant bevestigd wordt. Wakker is los. Al snel preekt hij elke zondag wel ergens in het land. In een paar jaar tijd ontwikkelt hij zich tot een populaire voorganger. Kerken die hem uitnodigen voor doordeweekse preekbeurten, maken reclame in de krant en raden de lezer aan om ‘deze begaafde spreker te komen beluisteren’. Wakker verstaat ook de kunst om de Bijbel toe te passen op de actualiteit en zo wordt hij ook al snel gevraagd om voor lokale SGP-afdelingen tijdredes te houden. Maar er knaagt iets aan Wakker. Van zijn roeping als leraar was hij inmiddels helemaal zeker, maar was hij ook een kind van God? Was hij wel gerechtvaardigd? Na een preekbeurt, op zondag 18 december 1949 in Aalburg, ervaart Tijmen ’s nachts hoe hij door God ‘met het paradijszwaard wordt gedood en afgesneden’. In zijn boekje schrijft hij er uitgebreid over: ,,Het leven trok overal uit, de koude des doods trok door al mijn leden. De hemel werd voor mij geopend en ik hoorde zingen: Psalm 118: 13. Gezegend zij de grote Koning, die tot ons komt in ’s Heeren naam. De verhoogde Christus kwam zich vertonen, evenals aan Johannes op Patmos. Hij gaf Zijn Geest bevel het stenen hart weg te nemen en een vlezen hart te geven.” Tijmen doet zijn ogen open. Naast hem ligt zijn vrouw te slapen. Het is half zes en hij gaat uit bed, naar buiten, de kou in. Daar ervaart hij een grote vrede. De kat van de ouderling waar ze logeren springt op zijn schouder. Vogels staan om hem heen en de kat laat ze met rust: ,,Toen was het vrede op aarde, zo zou het zijn op de nieuwe aarde.”

Maandenlang leeft Tijmen in ‘zoetheid en zaligheid’. Totdat hij op een avond zal voorgaan in Bilthoven. Terwijl hij zich voorbereidt op de dienst, ervaart hij hoe Satan op hem afkomt. Hij schrijft hoe het volgende gesprek zich ontspon:

Satan: Zeg, ge denkt nu dat ge gerechtvaardigd zijt, maar ge bedriegt zichzelf.

Tijmen: Dat denk ik niet en dat heb ik ook nooit tegen iemand gezegd.

Satan: Maar ge denkt toch wel dat ge Christus als deel hebt ontvangen?

Tijmen: Dat heb ik niet te denken, dat is wel zeker. Ik weet veel te goed hoe dat gebeurd is.

Satan: Maar… zijt ge dan in de vierschaar Gods gedagvaard? Heeft de goddelijke Rechter het vonnis over u geveld? En heeft de goddelijke donder van Heiligheid en Majesteit u weg gebliksemd? En is toen in het wegvallen Christus tussenbeide gekomen? Heeft Hij toen gezegd: Vader, Ik wil niet dat deze in het verderf nederdale, Ik heb verzoening gevonden?

Tijmen: Nee, dat is niet geschied. Satan: Nu, dan heb ik toch gelijk, dat het een bedrieglijke zaak is? Nu heb ik een bevel van de Heere om u te vertellen dat ge een gevierde huichelaar bent en u als zodanig openbaar te maken.

Van ellende kruipt Tijmen onder het bed en hij voelt hoe Satan hem bij de keel grijpt. Maar: ,,Toen kwam God spreken en Satan liet mij los: Vraag en antwoord 59 uit Zondag 23: ‘Wat baat het u nu of gij dit alles gelooft? Dat ik in Christus rechtvaardig voor God ben.’ Satan was op slag verdwenen.”

III Een vrije voorganger

Wakkers ster blijft rijzen. De preken die hij zondag aan zondag houdt, vallen zo in de smaak dat er markt is voor de uitgave van twee afzonderlijke preken. Maar formeel blijft hij godsdienstonderwijzer. Binnen de Nederlands-Hervormde Kerk vormden godsdienstonderwijzers destijds een aparte categorie. Het waren de voorlopers van de latere kerkelijk werkers en ze konden voor allerlei taken ingezet worden: godsdienstles geven op openbare scholen of catechisatie verzorgen aan kerkelijke jeugd. Ook het leiden van begrafenissen of evangelisatiewerk op straat kwamen voor. In mei 1949 wordt Wakker benoemd tot godsdienstonderwijzer in Groot-Ammers, een dorp op een kleine twintig kilometer ten oosten van Rotterdam. Een jaar later verhuist het gezin naar die stad. ‘We werden verlost uit het krot waarin ik met mijn gezin en een slechtziende vrouw woonde’. De verhuizing wordt gratis gedaan door Jannes van Slooten. Ze komen te wonen aan de Vredenoordlaan in Rotterdam Kralingen-Crooswijk.

Bij alles wat Tijmen Wakker over zijn eigen leven heeft opgeschreven en verteld, blijven deze jaren onderbelicht. Ze trekken in Rotterdam op met Gods volk, schrijft hij. Ze beleven er een goede tijd. Maar wat hij precies deed en hoe hem dat bevalt? Hij schrijft er met geen woord over. Over Groot-Ammers zwijgt hij, terwijl hij er ruim anderhalf jaar een aanstelling had. In november 1950 begint het te rommelen. Tijmen heeft al langer een bijzondere betrekking op Aalburg, de plek waar hij het jaar ervoor dat gesprek met Satan had gevoerd. En nu voelt hij hoe de weg naar Aalburg leidt, waar een groep leden van de Hervormde Kerk ontevreden is en een eigen gemeente wil beginnen. Tijdens een nachtgezicht zit Tijmen op een bruin paard dat op een draf naar Aalburg rijdt en daar rustig rondstapt. Maar Tijmen wil terug naar Rotterdam, het paard steigert echter en wil geen stap in die richting doen. Met een stok begint Tijmen het dier te slaan. Totdat de woorden uit Psalm 32 klinken: ‘Wil toch niet stug gelijk een paard weerstreven’.

Het is duidelijk. God wil hem de Hervormde Kerk uitjagen, waar hij zich inmiddels een ‘geacht en gevierd’ man voelt. Hoe het nou precies zit, blijft vaag. In zijn boekje schrijft Wakker dat hij niet begeerde dominee te worden, maar tegelijk spat de ambitie ervan af. De studie tot godsdienstonderwijzer was hij ooit gaan volgen omdat de reguliere predikantsstudie praktisch onmogelijk was. En hij voelde zich toch echt geroepen tot het leraarsambt.

Het is duidelijk dat Tijmen zijn oog heeft laten vallen op Aalburg, maar daar niet verder komt dan losse preekbeurten. En dan is er bij een vrije gemeente in Rhenen ook nog allerlei trammelant, waarover Tijmen alleen in bedekte termen schrijft. Over Stolwijk zwijgt hij, maar volgens De Waarheidsvriend (het blad van de behoudende Gereformeerde Bondsvleugel binnen de Hervormde Kerk) raakte Tijmen daar betrokken bij het conflict tussen de Hervormde Kerk en een plaatselijke evangelisatie.

Tijmen neemt een radicaal besluit. Hij laat zijn gezin uitschrijven als lid van de Nederlands-Hervormde Kerk, hij levert zijn akte als godsdienstonderwijzer in bij de classis en bedankt voor zijn aanstelling in Groot-Ammers.

Begin 1951 verbouwt ouderling Schouten zijn schuur in Aalburg tot kerkzaaltje. Het is de ouderling waar Tijmen logeerde toen hij die wonderlijke ervaringen met het nachtgezicht en de vredige kat en vogels had beleefd. Prompt wordt Tijmen uitgenodigd voor een preekbeurt in de nieuwe vrije gemeente. Hij spreekt er in februari voor twintig kerkgangers. De maand erop wordt hij al bevestigd tot predikant. En ook dat gaat niet vanzelf.

Hij krijgt te maken met een heftige innerlijke strijd. Is hij wel echt geroepen om in de volle bediening te staan? Hij wil in de week na de bevestiging alles alweer afblazen, maar op aandringen van de kerkenraad zet hij toch maar door. Staande voor de preekstoel wordt hij opnieuw bevestigd, maar nu echt. Dit is de plek waar hij geroepen is om de zuivere waarheid te verkondigen. Vanuit de afgescheiden groep in Aalburg bekeken is het niet vreemd dat ze Tijmen graag wilden hebben. Er was in de periode ervoor een band ontstaan. Maar Tijmen gooit met deze stap wel in een klap alle maatschappelijke zekerheid overboord. Jarenlang heeft hij gestudeerd om zijn diploma te behalen. Hij heeft er met zijn gezin armoede voor geleden. God gebruikte storm en tegenslag om hem aan de studie te zetten. Anonieme SGP’ers doneerden geld. Hervormd voorman Pieter Zandt hielp hem in het zadel. Ze verhuisden ervoor naar het verre en vreemde Rotterdam. En dan deze stap.

Wie zich verdiept in het leven van Tijmen Wakker, begint hier een patroon te zien. Nooit blijft het leven stabiel. Een droom, een inzicht, een stem uit de hemel kan plotseling alles weer op losse schroeven zetten. En steeds draait het om gehoorzaamheid. Doet Tijmen wat hij zelf wil? Of volgt hij de weg van God?

Maar wie zich verdiept in Tijmen Wakker wordt zelf ook elke keer voor het blok gezet. Is dit nu echt hoe het is gegaan? Was de stap uit de Nederlandse Hervormde Kerk een zuivere navolging van zijn roeping? Of speelde er meer? Worden ordinaire menselijke conflicten beslecht met een beroep op het hogere? Of leidt gehoorzaamheid aan God nu eenmaal tot vijandschap met de wereld? Iedereen mag er zijn eigen visie op loslaten, maar wen er alvast maar aan: met Tijmen Wakker kom je nooit los van die twijfel. De vraag is misschien eerder: wat gelooft hij zelf?

IV Een zwervende predikant

In Aalburg gaat het uitstekend. De gemeente groeit al snel en nog datzelfde jaar wordt er een pastorie gebouwd en een houten kerkje aan de Polstraat. Intussen blijft Tijmen door het hele land preken. Hij begint in het landschap van losse gemeenten en samenkomsten een positie te veroveren. En daarmee trekt hij ook de aandacht van de Vrij Hervormde Gemeente in IJsselmuiden. Net als in Aalburg een kleinere gemeente, die bijna letterlijk in de schaduw van de grote Nederlandse Hervormde Kerk staat. Op Oudejaarsdag 1952 wordt een beroep uitgebracht. In Aalburg staat alles net goed en wel op de rit, maar Tijmen zal het beroep aannemen.

Intussen is Tijmen ook betrokken geraakt bij de oprichting van een nieuw kerkelijk blad. Het waren in die tijd de kerkelijke week- en maandbladen waarin gelijkgestemden elkaar vonden. Nu was aan de rechterflank een nieuw initiatief ontstaan: een blad dat ‘Tot de wet en tot de getuigenis’ zou heten. Onder de initiatiefnemers zijn onder anderen de vooraanstaande oud gereformeerde predikanten ds. L. Gebraad en ds. E. du Marchie van Voorthuysen. Ook Tijmen is erbij.

De plannen komen echter nooit goed van de grond, maar dat de naam van Tijmen erbij opduikt, is tekenend voor zijn positie. Met name in de jaren vijftig zal hij verschillende keren proberen om aansluiting te krijgen bij een kerkverband. Zo klopt hij aan bij de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland en ook bij de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Maar die houden de deur dicht. Ze willen hem niet als predikant in hun midden opnemen, ook niet als hij een gemeente meeneemt. Een latere kennis weet het zeker: dominee Du Marchie van Voorthuysen, de man tegen wie Tijmen zo hoog opkeek, die moest niets van Tijmen hebben.

In een interview met Het Urkerland, in 1987, kijkt Wakker terug op deze periode. Hij meldt dat hij zich destijds aansloot bij de Oud Gereformeerde Kerk en eerst predikant werd in Aalburg en toen in IJsselmuiden. De argeloze lezer zal misschien concluderen dat hij dus wel degelijk werd opgenomen in het kerkverband. Maar dat klopt niet. De werkelijkheid is dat hij altijd een eenling bleef op kerkelijk gebied. In IJsselmuiden is Tijmen de opvolger van ds. Johannes Keller. Die is in 1931 uit de plaatselijke Hervormde Kerk gezet en daarna op een steenworp afstand met een eigen gemeente begonnen. In 1945 overleed hij en nu denkt de gemeente in Tijmen Wakker een geschikte opvolger gevonden te hebben. Het is een kwestie van maanden voordat het mis begint te gaan. In de gemeente ontstaat onrust. Ze hadden Wakker toch duidelijk gemaakt dat ze door wilden gaan in de lijn van Keller? En dat betekent: een kerkelijk leven dat totaal afzijdig is van andersdenkenden. Het is bijvoorbeeld niet toegestaan om mensen van buiten de kerk te groeten of hun begrafenissen bij te wonen. Een man is er in de kerkelijke ban gedaan omdat hij de begrafenis van zijn moeder had bijgewoond. Tijmen wil al snel breken met de in zichzelf gekeerd traditie en weet zich gesteund door een minderheid binnen de gemeente. Wellicht heeft de ambitie meegespeeld om binnen een groter verband van kerken binnen te komen.

De rest van de jaren vijftig zullen in IJsselmuiden in het teken staan van een bittere strijd. Predikant en gemeenteleden komen meermaals voor de rechter terecht. De buitenwacht slaat de gebeurtenissen gade met afschuw, leedvermaak of een combinatie van beide.

Al in 1953 komt de politie eraan te pas. Tijmen dreigt een dienst stil te leggen als kerkgangers vanwege onenigheid weigeren iets in de collectezaak te gooien. Als iemand dit inderdaad weigert, staakt Tijmen de dienst en wordt de politie opgeroepen. Die weigert in te grijpen, waarop Tijmen maar weer verder gaat met de preek, die wrang genoeg handelt over 1 Korinthe 13, over ‘De uitnemendheid der liefde’.

Bij de bevestiging van nieuwe ambtsdragers staat Tijmen weliswaar op de kansel, maar laat hij uit protest de leiding over aan een ouderling. Die staat voor de katheder, waar iemand nog probeert hem weg te duwen, terwijl een deel van de gemeente uit protest buiten op straat staat.

Tijmen komt met een deel van de gemeente tegenover de kerkenraad te staan. In een rechtszaak krijgt Tijmen gelijk: de kerkenraad moet de gemeenteleden in

een vergadering aan het woord laten over betwiste benoemingen van ambtsdragers. Maar voordat het zover was, wordt Tijmen door de kerkenraad geschorst. Wat volgt is een zeer rumoerige zondagochtend, waarop Wakkers medestanders al zingend voorkomen dat een ouderling kan spreken. De politie komt er opnieuw aan te pas en op maandag staat iedereen alweer voor de rechter in Zwolle. Die geeft Tijmen opnieuw gelijk, vooral omdat de kerkenraad geen deugdelijke kerkorde heeft om de besluiten op te baseren. In de periode die volgt kan Tijmen langzaam maar zeker de macht naar zich toetrekken. Zijn schorsing wordt ongedaan gemaakt, de benoeming van diverse ambtsdragers teruggedraaid. Een hoger beroep in Arnhem verandert daar niets meer aan. De gemeente gaat uiteen, met dubbele diensten in hetzelfde kleine kerkje. Vanuit de grote Hervormde Kerk iets verderop zal ook dit met afschuw en leedvermaak bezien zijn, misschien wel vooral leedvermaak. Een jaar of vier blijft het rustig. Wakker preekt tweemaal per zondag in de eigen gemeente; zijn gezin woont in de pastorie en met de bus kan hij geregeld een bezoek brengen aan familie op Urk.

Dan gaat het toch weer mis. Er is opnieuw tweespalt in de gemeente gekomen. Begin 1959 legt hij zijn ambt neer. Tijmen wil zich vervolgens aansluiten bij het kleine kerkverband van de Christelijke Gereformeerde Gemeenten in Nederland (CGGiN), een groep rondom dominee J.G. van Minnen. Na een oriënterend gesprek zoekt Tijmen zelf de pers en vertelt hij dat de overgang rond is. Inderhaast komt de geschrokken classis van de CGGiN bij elkaar: er is nog helemaal niets afgesproken. Maar nu wordt alsnog een besluit genomen: Wakker komt er niet in.

In de regio IJsselmuiden/Kampen heeft Tijmen nog steeds een groep aanhangers. Met hen begint hij op 11 januari 1959 een nieuwe, vrije gemeente: de Vrij Hervormde Gemeente van Kampen. De plek van samenkomst is een opvallende: het pand van de Vrijmetse-

laarsloge in de Boven Nieuwstraat te Kampen. Nog steeds zit die organisatie daar. Bij de huidige leden doet de gemeente van Wakker geen belletje rinkelen, wel zijn ze ervan overtuigd dat de diensten plaatsgevonden moeten hebben in een benedenzaal, die in de loop der tijd ook in gebruik is geweest als kinderopvang en biljartclub. In de vergaderzaal van de loge zullen de diensten niet plaatsgevonden hebben, laat staan in de tempel op de eerste verdieping. Terwijl hij voorganger is geworden van een nieuwe gemeente, woont Tijmen met zijn gezin nog in de pastorie in IJsselmuiden. In goed overleg, zo zegt hij zelf. Maar de gemeente wil van hem af. Helemaal als het ze is gelukt een nieuwe predikant te beroepen. Het is C. de Jonge, die zes jaar eerder door Tijmen bevestigd was in Delft.

De kerkenraad dringt erop aan dat de familie Wakker vertrekt. Liefst zo snel mogelijk, maar in elk geval als de nieuwe predikant komt. Hij krijgt zelfs een andere woning, in Wilsum, aangeboden. Tijmen blijft echter zitten en de nieuwe predikant gaat met zijn gezin dan maar tijdelijk in de consistorie wonen.

De kerk stelt een ultimatum en op de dag dat dit verstrijkt, gaat Tijmen met zijn vrouw doodgemoedereerd op familiebezoek naar Urk. Als hij terugkomt, staat de huisraad op straat, inclusief het huisorgel. Tijmen neemt het geheel in ogenschouw, loopt naar het orgel, gaat erachter zitten en begint zichzelf te begeleiden, terwijl hij volgens een van de verslagen zingt: ‘Als g’ in nood gezeten, geen uitkomst ziet.’ Een ander meent dat het Psalm 42 vers 5 was: ‘Maar de Heer’ zal uitkomst geven’. Een derde weet zeker dat het Psalm 84 vers 2 was: ‘Zelfs vindt de mus een huis, o HEER’. Misschien heeft hij ze wel allemaal gezongen. Volgens Het Parool werd hij uiteindelijk door de politie met klem verzocht te stoppen met zijn openluchtconcert. Het geheel had inmiddels een aardige volksoploop veroorzaakt. En volgens een verslaggever werd alles nauwgezet gadegeslagen door de vrouw van de nieuwe predikant, veilig van achter het raampje van de consistorie. ’s Avonds laat Tijmen een vrachtwagen komen, waarmee de huisraad wordt opgehaald en ondergebracht bij verschillende gemeenteleden. De volgende fase in Tijmens roerige leven is aangebroken. De naam van de vrije gemeente wordt in 1962 veranderd in Oud Gereformeerde Kerk, niet te verwarren met de Oud Gereformeerde Gemeente in Nederland, die even verderop in Kampen zit. Gemeenteleden kopen in IJsselmuiden een woning voor het gezin en met name doordeweeks preekt hij geregeld elders in het land. Op zich zijn het rustige jaren, maar eind 1966 blijkt dat het inwendig niet rustig is geweest bij Tijmen. Hij heeft een auto-ongeluk meegemaakt en dat deed in geestelijk opzicht het nodige met hem. Daarnaast is hij steeds meer in de ban geraakt van profetieën over de toekomst van Nederland en Europa, waarbij hij het communisme en de Sovjet-Unie als groot gevaar ziet. Het zijn boetepreken zoals die van Theodorus van de Groe (1705-1784) die grote indruk op Tijmen maken. Diens zuster Eva van der Groe (1704-1770) bestudeerde de vaderlandse en Europese geschiedenis nauwgezet, op zoek naar aanwijzingen dat God via oorlogen en epidemieën de zonde van het volk ging straffen.

>>

De Flux en personeel wensen u gezegende feestdagen en een voorspoedig 2024

Voor al onze varende relaties een goede vaart en behouden thuiskomst.

WIJ WENSEN IEDEREEN

een

gezond 2024

en personeel wensen u Gezegende Kerstdagen en een Voorspoedig Nieuwjaar.

prettige feestdagen en

Keteldiep 7 | 8321 MH Urk | Tel. 0527-687700 | www.deflux.nl

Gezegende feestdagen en een voorspoedig 2024

Handelskade6Urk tel.686870 www.elektrovakman.nl

Hubo Urk

Industrierondweg 21c 8321 EB Urk 0527-681768 www.hubo.nl

Aan het einde van het jaar bedanken wij al onze klanten, voor het door hun in ons gestelde vertrouwen en de prettige samenwerking.

Wij wensen u Prettige Kerstdagen en een Gelukkig Nieuwjaar.

J. Kramer en L. Post

FlevoMeer Bibliotheek wenst je veel geluk in 2024. Lid of geen lid, je bent altijd welkom!

Het is lastig om precies terug te halen welke profetische geschriften Tijmen in deze fase gevormd hebben, maar één stuk springt er wel uit. Het is een geschrift dat in 1863 verscheen in Gorinchem, geschreven door een zekere freule F.A.C. van Stralen. Ze profeteerde dat Nederland ten onder zou gaan door het water. Dat er een tijd zou komen waarin de schepen over Nederland heen zouden varen en de zeelieden hun hoofd zouden schudden over de ondergang van dat eens zo gezegende land.

Tijmen raakt er langzaam maar zeker van overtuigd dat de tijd aanbreekt om Europa te ontvluchten en naar Zuid-Afrika te gaan. In de nacht van 30 op 31 december 1966 komt de bevestiging in een droom. Daarin komt God met de woorden uit Jeremia 6: ‘Vlucht met hopen, gij kinderen Benjamins’.

Die Oudejaarsdag maakt Tijmen zijn gemeenteleden meteen deelgenoot van de openbaring. Hij preekt over dezelfde tekst en roept op om mee te gaan. Het is het begin van de volgende dramatische wending in het leven van Tijmen en zijn gezin.

V Avonturier in Zuid-Afrika

De oproep om mee te emigreren naar Zuid-Afrika leidt bij de gemeenteleden tot grote ophef. Maar ook de buitenwacht raakt erdoor geboeid. De burgemeester van IJsselmuiden roept burgers op om niet overhaast te vertrekken en goed na te denken. De ambassade van Zuid-Afrika laat weten dat het land helemaal niet zit te wachten op ongeschoolde arbeiders. En de media smullen ervan. In korte tijd sturen diverse landelijke bladen een journalist naar IJsselmuiden. Een verslaggever van De Tijd maakt eerst kennis met Tijmens vrouw, die beweert dat de verhalen over emigratie berusten op leugens. Dan verschijnt een dochter die stelt dat er wel wat gedachtes zijn, waarna in de middag Tijmen zelf bereid is tot een interview. Hij vertelt onomwonden dat de emigratie op handen is. Van de 120 leden van de gemeente zouden er zo’n tachtig mee willen gaan. De reden? Weggaan uit Europa voordat de Russen komen en een godsdienstvervolging ontketenen.

Ook de bekende Urker visserman Louwe de Boer komt aan het woord. Die bevestigt dat er wel plannen zijn om zich te oriënteren op visserij bij Zuid-Afrika. Maar hij voegt eraan toe dat de kans groot is dat het bij plannen blijft.

Sommige kranten maken er in hun verslaggeving een rommeltje van. Feiten gaan ten onder in alle smeuïgheid rondom de strenge dominee in het zwart en zijn volgelingen. Maar voorlopig hebben de media hem in het vizier.

Trouw meldt eind 1967 dat Wakker en zijn vrouw in het geheim op verkenning zijn geweest in Zuid-Afrika. Er gaan verhalen rond dat de dochters niet mee willen en dat het huis al verkocht is, ook al was dat een geschenk van de gemeente.

Het is de tijd dat Jelle Zijlstra premier van Nederland is. Cabaretier Wim Kan schrijft over hem het liedje ‘Jelle zal wel zien’, op de melodie van Yellow Submarine van The Beatles. In IJsselmuiden klinkt de tekst iets anders: ‘Wakker zal wel zien’. Als Tijmen ervan hoort zegt hij gevat: ,,Maar wat Wakker niet zal zien, is dat jullie blootsvoets afgevoerd worden naar Siberië.” Want tegen die tijd verwacht Tijmen weg te zijn uit Europa. In de loop van 1968 komt de emigratie op gang. In februari vinden besprekingen plaats, in maart ontstaat eerst nog onenigheid binnen de gemeente, maar in mei gaan de eerste 13 gezinnen toch met Wakker naar Zuid-Afrika. Later in het jaar volgen meer gezinnen, ook enkele mensen van elders. Een klein deel van de gemeente blijft achter. In het begin wordt nog geprobeerd om kerk te houden met geluidsopnamen van Wakker als preek, maar al snel raakt de klad erin. In 1969 stopt de Oud Gereformeerde Kerk van Kampen. Al na een paar jaar is Wakker zelf langere tijd in Nederland. Zijn vrouw Wip is ernstig ziek. Ze komen voor behandeling terug en ze volgt het destijds populaire Moermandieet. In 1974 overlijdt ze en wordt begraven bij het Kerkje aan de Zee op Urk. Tijmen gaat daarna weer naar Zuid-Afrika.

De gemeente is in die eerste, spannende jaren bij elkaar gebleven. Ze houden hun diensten in een klein kerkje in Silverton, vlakbij Pretoria en Johannesburg. Het is een gemeente met zo’n tachtig leden. Een deel is teruggekeerd naar Nederland, maar de meesten zijn gebleven.

Over het algemeen hebben de mensen het niet makkelijk. Sommigen hebben in Nederland een prachtig boerenbedrijf verkocht en proberen nu de kost te verdienen als fabrieksarbeider. Maar de overtuiging zit diep. In het totaal andere land blijven ze wat ze waren: oud gereformeerd.

En het idee dat hun vaderland vroeger of later ten onder zal gaan, zit ook diep. Als een van de vrouwen van de gemeente op bezoek is bij iemand die in een hoge flat woont, ziet ze ’s avonds in het donker aan de horizon het vuur van een hoogovenbedrijf. Geschokt roept ze uit: ‘Nederland staat in brand!’ Wakker komt, vreemd genoeg, al snel een beetje aan de zijlijn te staan. Hij was nota bene de charismatische leider die zijn volgelingen naar de andere kant van de wereld leidde. Je zou verwachten dat zijn rol alleen maar groter zou worden, als leider van een klein groepje gelovigen in een ver land.

Misschien komt het omdat hij vanwege de ziekte van zijn vrouw lange perioden afwezig is. En misschien begint de leeftijd te tellen. En terwijl het altijd leek alsof Tijmen juist floreerde bij het feit dat zijn leven nooit in rustig vaarwater was, komt nu voor het eerst een moment dat het hem allemaal te veel wordt. In 1975 krijgt hij langere tijd verlof vanwege overspannenheid. Intussen laat hij al enkele jaren merken dat hij wel voelt voor aansluiting bij de Dopperkerk, een groot kerkgenootschap, vergelijkbaar met de traditionele Gereformeerde Kerk in zijn vaderland. Uiteindelijk stapt Tijmen over, maar blijft de gemeente zitten. Die verkeert echter al wel enige tijd in onenigheid. Het ontbreekt er aan orde en tucht, zo klaagt een deel. Ook deze Wakkergemeente valt uiteen. Een deel vindt aansluiting bij de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Een ander deel probeert onderdeel te worden van de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Dat lukt niet, maar later gaan ze deel uitmaken van de grote Nederduits Hervormde Kerk, zij het wel met behoud van de eigen identiteit. Wakker is intussen verder gegaan als zelfstandig predikant. Net als vroeger in Nederland, reist hij van gemeente tot gemeente om het Woord te brengen. En dat inmiddels ver buiten eigen kring. Zo is hij regelmatig te gast in gemeenten van kleurlingen in de Kaap. Onder het apartheidsregime van het Zuid-Afrika van die tijd wordt onderscheid gemaakt tussen zwart, blank en kleurling.

De grote schok moet dan nog komen. Begin jaren tachtig wordt bekend dat Tijmen zich heeft laten dopen in een Volle Evangelie Gemeente. Op Urk bezoekt hij ineens niet de Jachin Boazkerk maar de Morgenster. En in Zuid-Afrika leidt hij voortaan vooral samenkomsten van zwarte gemeenten in de townships. En verdedigde hij in de jaren zeventig nog de Apartheid, inmiddels kijkt hij daar anders tegenaan. Zijn loopbaan als prediker is in een heel nieuw gebied beland. Hij leidt nachtelijke tentdiensten vol uitbundige zang en hij komt zelfs bekend te staan als gebedsgenezer. Nog wel in zijn vertrouwde zwarte pak.

VI De Meroetie

Bij zijn nieuwe status hoort een nieuwe titel: Meroetie. De naam komt uit een van de talen die gesproken wordt in de zwarte gemeenten en al snel raakt die zelfs op Urk ingeburgerd: Tijmen de Meroetie. Het is opvallend hoe hij in de laatste fase van zijn leven weer betrokken raakt op Urk. Hij wordt geïnterviewd door Het Urkerland en houdt de Urkers regelmatig op de hoogte van zijn wel en wee, via een brief in de krant. Daarnaast komt hij om de zoveel tijd langs. Dan viert hij zijn verjaardag in een zaaltje en werkt hij met een geestelijk woord mee aan concerten van mannenkoor Onger Oens. Tijmen wordt min of meer geadopteerd door een groep mannen uit de kring van Onger Oens. Ze sturen hem geregeld geld, want geld is nog steeds een probleem. Met steun vanaf Urk kan hij uiteindelijk een klein autootje kopen: een Datsun. Daarmee tuft hij geregeld opgewekt vanuit Pretoria naar de Kaap, een volle dag rijden. Als hij onderweg even pauze houdt, dan moet hij vervolgens voorbijgangers ronselen om het haperende wagentje weer aan te duwen, maar dat is voor Tijmen geen enkel probleem. De gelovigen uit de gemeenten die hij bezoekt, nemen het autootje mee in hun gebeden. Tijmen liep met een huppel in zijn stap, vertelt een oud-plaatsgenoot die hem in Zuid-Afrika meemaakte. Een kleinzoon vertelt hoe Tijmen vaak hardop geeste-

lijke liederen zong als ze over straat liepen. Als tiener gingen ze dan een stukje achter hem lopen, maar van die schroom was bij Tijmen zelf niets te merken. Als hij in een restaurant at, ging hij voor de maaltijd staan en vroeg hij stilte voor het gebed. Tijmen zag het leven altijd rooskleurig in, of zoals ze in Zuid-Afrika zeggen: ‘Hij liep nooit op moedverloren vlaktes’. Begin 1990 wordt hij ziek. Tijmen raakt gedeeltelijk verlamd. Tegen een kennis die hem bezoekt, oppert hij dat zijn aandoening het gevolg is van een betovering die in een van de door hem bezochte townships is uitgesproken. Het komt kennelijk niet bij hem op dat hij inmiddels al tegen de tachtig begint te lopen en dat ook voor hem de jaren gaan tellen. In de twee jaar die volgen, gaat langzaam zijn kaarsje uit. Hij wordt begraven in Pretoria, vanuit een van de grotere, algemene protestantse kerken. Een bewogen leven is voorbij.

Verantwoording

Over het leven van Tijmen Wakker is veel geschreven. H. Hille maakte een levensbeschrijving die in 2002 in diverse delen gepubliceerd werd in het Urker Volksleven. Dat stuk kwam ook terecht in de boekenserie Predikanten en Oefenaars. In het verhaal dat in deze Kerst- en Nieuwjaarsbijlage verschijnt, is geprobeerd om ook alle blinde en wazige vlekken uit Tijmens leven in te kleuren. Daarvoor is gebruikgemaakt van een door hemzelf geschreven brochure over het eerste deel van zijn leven en van de talloze publicaties in dagbladen, kerkelijke bladen en Het Urkerland Daarnaast is de inbreng van diverse familieleden en kennissen gebruikt. Het doel was om niet in de eerste plaats de predikant, maar de mens op de voorgrond te zetten. Daarom wordt hij in dit verhaal vooral aangeduid als Tijmen.

 In een dienst in een van de zwarte townships.
De HOfstee

TUSSEN URK EN AMSTERDAM

Onlangs nog met een paar kleinkinderen wat jaartallen doorgenomen. Wanneer begon in Nederland de oorlog? Wanneer heeft Nederland zich overgegeven? Op welke dag eindigde de oorlog? Ze hadden het niet paraat. De oorlog is voor hen iets uit een ver verleden. Iets van opa. Dat laatste klopt maar half. We moeten nog een generatie verder terug. De vader van opa. Toch is ook mijn generatie sterk beïnvloed door de oorlog. De oorlog is ook voor ons, de generatie van net na de oorlog, het kader waarin we denken, voelen en oordelen. Mijn vader (1914-2011) was in mei 1940 gelegerd bij de Grebbeberg. Daar werd hard gevochten. We hebben nog een afscheidskaart die hij toen aan mijn moeder geschreven heeft. Het is voor hem tenslotte niet tot vechten gekomen. Het bombardement van Rotterdam maakte een abrupt einde aan de strijd. Nederland capituleerde.

Ik voel me dus een oorlogskind, hoewel ik net na de oorlog geboren ben. Begin november 1945. Het was in die jaren allemaal nog zo dichtbij. Jarenlang was de oorlog nog voelbaar en tastbaar aanwezig. Als we bijvoorbeeld opmerkingen hadden over het eten, klonk steevast: ‘In de oorlog zouden ze er om gevochten hebben’. We begrepen dat dat geen loze opmerking was. De oorlog was de toets. Toch werd er niet veel over de oorlog gesproken. Helaas hadden wij ook nog niet de goede vragen. Nu heb ik er veel, maar aan wie moet je ze stellen? Toch verstonden we ook iets van wat niet werd gezegd. Het verdriet, de onmacht, de angst en al dat eindeloze leed. Het lot van Joodse dorpsgenoten (Dirksland) heeft op mijn vader en moeder een onuitwisbare indruk gemaakt. Het heeft zich vertaald in een diepe en intense liefde voor het Joodse volk. Een liefde die ze hebben weten over te brengen op al hun zes zonen en die ook weer op de volgende generatie is overgegaan. En toen kwam de periode van ‘na de oorlog’. Maar die uitdrukking lijkt zijn zeggingskracht inmiddels verloren te hebben. Altijd was er overal wel oorlog, maar waarom voelt het nu ineens zo dichtbij? Waarom voelt Oekraïne dichtbij? Niet alleen omdat het grenst aan Europa. Het is vooral de dreiging die van deze oorlog uitgaat. Je durft er nauwelijks aan te denken, maar het zou zomaar vreselijk uit de hand kunnen lopen. Met de oorlog in Israël heeft dit gevoel zich nog vele malen versterkt. Weer oorlog en weer zijn de joden in gevaar. Het is onmogelijk om afstand te houden. We zijn direct betrokken, we zijn er onderdeel van.

Pijnlijk vind ik het om bij mezelf te ontdekken dat ik zo snel oorlogsmoe ben. De aandacht en het gebed voor Oekraïne ebt weg. Het duurt al zo lang. Hoe zouden de vrije landen indertijd over onze oorlog hebben gedacht? Vijf jaar is lang. Gelukkig hebben de geallieerden het vertrouwen en de moed toen niet verloren. Hoewel sommigen in ons eigen land daar wel toe neigden. Oud-premier Hendrik Colijn publiceerde half juli 1940 al een brochure waarin hij betoogde dat het verstandig was ervan uit te gaan dat in de toekomst Duitsland het vasteland van Europa zou besturen. ‘Op de grens van twee werelden’, heette het werkje. Hij had daarin weinig of geen oog voor de positie van de Joden. Heel anders klonk de toon van de illegale brochure ‘Bijna te laat’ die de Amsterdamse dominee Jan Koopmans ruim drie maanden later uitgaf. Hij had daarin heel veel oog voor het lot van de Joden. Hij houdt een vurig pleidooi om in verzet te komen. In oorlogstijd heb je zieners nodig. Grote en kleine. Vandaag heb ik het verhaal gelezen dat Pieter Brands op ‘Urk in wintersferen’ in de Botterschuur heeft gehouden. Over de hulp aan piloten en Joodse onderduikers rond de werf van de familie Hakvoort. Ik heb het met tranen in mijn ogen gelezen. Wat een moed en wat een liefde. Nog even terug naar die oorlogsvermoeidheid. Als we samen ons avondgebed doen, voel ik de zwaarte van de oorlog. Soms vergeet ik de oorlog liever even. Ik schaam me ervoor. Ik moe? In Oekraïne en in Israël zijn ze moe, doodmoe. Vanuit dat oogpunt ben ik ook blij met de verschillende bidstonden die er gehouden worden. Je moet elkaar ook helpen met bidden.

In 2023 vieren we kerst in oorlogstijd. Kerst in loopgraven en in tunnels. Ruim 2000 jaar geleden leed het volk Israël ook onder een bezetter. En toen ging plotseling de hemel open. Herders hoorden de belangrijkste boodschap ooit: ‘de Redder is geboren.’ En er klonk een wonderlijk mooi lied. ‘Ere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen.’ Als ik het ‘Ere zij God’ zing, zit ik in gedachten weer naast mijn moeder. Als in het laatste, derde couplet ’vrede op aarde’ wordt gezongen, dempt het orgel haar geluid. Er wordt zacht gezongen, bijna fluisterend. Het is ook zo breekbaar: ‘Vrede op aarde’.

Krijn de Jong

...en voorvader van vele Urkers

Petrus Plancius. Predikant, cartograaf, astronoom, bewindhebber en mede-oprichter van de VOC, initiatiefnemer van de reis naar Nova Zembla; wat was hij eigenlijk niet? Plancius was een veelzijdig man, die op diverse gebieden veel heeft betekend voor de Nederlandse geschiedenis. Onder meer straten, scholen en ook een planetoïde zijn naar hem vernoemd. Maar dat is niet alles: Petrus Plancius blijkt ook nog eens een heel bijzondere link met Urk te hebben. Een groot deel van ons dorp bestaat namelijk uit zijn nazaten.

Petrus Plancius werd in 1552 geboren in het West-Vlaamse Dranouter, tegenwoordig een dorp van zo’n zevenhonderd inwoners. Bij zijn geboorte heette hij overigens nog Pieter Platevoet, later heeft hij dit ‘verlatijnsd’, zoals in die tijd wel gebruikelijk was. Over zijn jeugd is niet veel bekend. Hij ging naar school in Hondschote, dat zo’n dertig kilometer van Dranouter ligt, en studeerde vervolgens theologie, geschiedenis en talen in Duitsland en Engeland.

In 1576 had Plancius zijn studies afgerond en werd niet lang daarna bevestigd als predikant. Hij diende in Brussel als predikant de Nederduits Gereformeerde Kerk, die later de Nederlandse Hervormde Kerk zou worden. Dit deed hij een aantal jaar. De godsdienstkwesties gingen in die tijd echter ook in de Zuidelijke Nederlanden spelen en dus vluchtte hij in 1585, vanwege de dreiging van de Inquisitie, naar de Noordelijke Nederlanden. Dit deed hij overigens vermomd als soldaat. Hij vestigde zich in Amsterdam en zijn ambt als predikant kon hij hier snel weer oppakken.

Theologie

Petrus Plancius zou bekend komen te staan als een rechtzinnige predikant, die een strikte aanhanger was van de calvinistische beginselen. Niet zelden bestreed hij met felheid de mensen die niet zo rechtlijnig waren als hijzelf, en verschillende keren moest hij worden gemaand zijn toon vanaf de preekstoel iets te matigen. Hij stond tevens bekend als een van de voormannen van de contraremonstranten. Al jaren pleitte hij voor een synode en was daarin niet de enige. Aan die oproep werd in 1618 dan gehoor gegeven: de welbekende Synode van Dordrecht volgde, waarbij onder meer opdracht werd gegeven tot de Statenvertaling. Plancius zelf was niet bij deze

synode aanwezig, hij liet zich vervangen door jongere collega’s. Wel was hij door dezelfde synode benoemd tot revisor van het Oude Testament en was betrokken als een van de vertalers van het Latijn naar het Nederlands. Helaas heeft hij deze taak niet lang kunnen vervullen; Plancius stierf al in 1622. Zijn rol hiervoor is dus wat beperkter gebleven, maar zijn naam is wel verbonden aan de Statenvertaling, die uiteindelijk in 1637 gereed zou komen.

Cartografie

Naast zijn werk als predikant hield Plancius zich ook op diverse andere terreinen bezig. Voornamelijk met zijn bijdrage voor de cartografie, het maken van kaarten, is hij wereldberoemd geworden. De bekendste kaart van Plancius is de wereldkaart uit 1590, ook wel de ‘Orbis Terrarum’ genoemd. Deze kaarten, waarvan er verschillende uitvoeringen zijn, waren opgenomen in atlassen en Deux-Aesbijbels. Hoe Plancius aan deze kaarten kwam, is overigens niet bekend. Diverse informatie op deze kaarten was destijds Portugees staatsgeheim en op het lekken hiervan stond de doodstraf. Het zal een risicovolle onderneming zijn geweest, maar van deze bijdrages van Plancius werd later dankbaar gebruikgemaakt. In de tijd van Plancius werd al de mogelijkheid onderzocht voor de ‘Noordoostelijke Doorvaart’, oftewel een scheepvaartroute door de Noordelijke IJszee. Reden voor cartograaf en geograaf Plancius om zelf ook het initiatief te nemen tot het vinden van deze route. Hij nam contact op met zeevaarder Willem Barentsz en samen met hem wist hij een drietal expedities te organiseren. De eerste twee waren niet bijster succesvol, de derde zou echter een beroemde worden, ondanks het feit dat ook deze keer de bewuste route niet werd gevonden. Deze expeditie resulteerde namelijk wel in de bekende overwintering op Nova Zembla.

Als cartograaf was Petrus Plancius niet alleen betrokken bij de reis naar Nova Zembla, maar vanaf 1602 ook – als medeoprichter – bij de VOC. Het aantal land- en zeekaarten dat hij precies voor de VOC heeft gemaakt is niet bekend, maar het moet een groot aantal zijn geweest, gezien de (verre) reizen die ondernomen werden en de gebieden waar de activiteiten van de VOC plaatsvonden. Niet alleen gaf Plancius de zeevaarders kaarten mee, maar ook navigatie-instrumenten, tabellen en Bijbels, en werd hierdoor beschouwd als ‘vader van de zending’. Mede dankzij Petrus Plancius en zijn kaarten groeide de VOC uit tot de grote handelsonderneming die het in die tijd is geweest. Plancius wist als astronoom tevens sterrenkaarten

te maken, die gebaseerd waren op de aantekeningen van deze zeevaarders. Hij introduceerde aan de hand van deze kaarten twaalf sterrenbeelden. Overigens zijn dit niet de bekende twaalf sterrenbeelden van de zogeheten dierenriem, maar iets minder bekende. Ze zijn alle twaalf aan de zuiderhemel te zien.

Nalatenschap

Op 15 mei 1622 overleed Petrus Plancius op 70-jarige leeftijd in Amsterdam en werd daar begraven op de begraafplaats bij de Zuiderkerk. Hij had ook voor een graf in de kerk kunnen kiezen, maar heeft dit bewust niet gedaan. Vanuit het oogpunt van hygiëne wilde hij namelijk per se op het kerkhof begraven worden, en niet als ‘rijke stinkerd’ in de kerk zelf. Een standpunt dat hij bij leven al jarenlang had. Petrus Plancius heeft dus, om het kort samen te vatten, enorm veel betekend voor de Nederlandse geschiedenis. In het Nationaal Biografisch Woordenboek van België wordt niet voor niets als volgt over hem gesproken: Het was dankzij Plancius dat het strenge Hollandsche calvinisme zegevierde in Nederland. Het was ook aan hem te danken dat de Verenigde Provincies in de eerste helft van de zeventiende eeuw een maritieme en economische wereldmacht zijn geworden. De West-Vlaamse theoloog en geograaf speelde eveneens een eersterangs rol in de evolutie van de cartografie en de grote bloei die deze in Holland kende sedert het einde van de zestiende eeuw.’

Zijn naam leeft vandaag de dag nog voort. Zo telt Amsterdam onder meer een Planciusstraat, een Planciusbuurt en een Planciusschool. Sinds 2009 vaart het schip ‘De Plancius’ expeditiecruises naar Arctische én Antarctische wateren. Aan personen die zich in het bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt voor de geografie, wordt sinds 1913 de Planciusmedaille uitgereikt. En zo zijn er nog veel meer zaken naar hem vernoemd. In Plancius’ geboorteplaats Dranouter staat – uiteraard op het Planciusplein – een gedenkteken, waar in 2022 zijn vierhonderdste sterfdag werd herdacht.

Petrus Plancius en gezin Zoals in de inleiding al vermeld, is er een link tussen Petrus Plancius en de huidige Urkers. Plancius is in 1579 in Brussel getrouwd met Johanna Geubels, met wie hij acht kinderen heeft gekregen: zeven zoons en een dochter. Maar liefst zes zoons traden in de voetsporen van hun vader en werden predikant; dochter Sara was met een predikant getrouwd. Hoewel Petrus Plancius redelijk vermogend was,

 Petrus Plancius.

ontvingen al zijn zoons studiebeurzen, toegekend door de magistraat van Amsterdam. Bij het stadsbestuur van Amsterdam zal Plancius kennelijk goed aangeschreven hebben gestaan.

Isaac Plancius

Eén van de zoons van Petrus was Isaac Plancius (1600-1631), die ook wel Isaacus werd genoemd. Hij is geboren en gedoopt in Amsterdam. Net als zijn vader zou hij predikant worden, de eerste gemeente die hij diende was die van het Gelderse Lathum. Later zouden Heemstede en Gouda volgen. In Leiden was hij getrouwd met Hester Lincklaen, met wie hij drie kinderen zou krijgen. Noemenswaardig is wel dat alle Urker vrouwen met de voornaam Ester uiteindelijk naar deze Hester zijn vernoemd. Isaac Plancius stierf in 1631 in Gouda op slechts 30-jarige leeftijd. Hij werd begraven ‘dicht onder de preekstoel’.

Petrus Plancius

De oudste zoon van Isaac en Hester was Petrus Plancius (1626-1678), die net als zijn vader en grootvader predikant was. Hij is geboren in Gouda, waar zijn vader Isaac destijds actief was als predikant; zelf stond Petrus op de preekstoel in Leiderdorp en in Harderwijk. In de laatstgenoemde plaats zal hij zijn tweede echtgenote hebben ontmoet: Mechteld Schrassert. Zij was twintig jaar jonger dan Petrus en kwam uit een vooraanstaand geslacht, dat zelfs nog terug te leiden is naar Karel de Grote. Samen kregen ze vijf kinderen.

Harderwijk kwam op 18 juni 1672, het jaar dat in de geschiedenis bekendstaat als het Rampjaar, in handen van de Fransen. De Franse troepen hielden flink huis in Harderwijk en ook het doopregister moest eraan geloven. Het huis van dominee Plancius werd door de Fransen in brand gestoken en zowel zijn gehele huis, als het doopboek van de gereformeerde gemeente in Harderwijk dat zich in het huis bevond, gingen in vlammen op.

Frederik Plancius

Op 22 september 1678 werd in Harderwijk de jongste zoon van Petrus Plancius en Mechteld Schrassert geboren: Frederik Plancius. Zijn vader Petrus stierf drie maanden na zijn geboorte. De doop van Frederik vond drie dagen na zijn geboorte plaats, en daar zit nog een bijzonder verhaal achter. De vrede met Frankrijk was namelijk enkele dagen ervoor gesloten en hierom werd hij gedoopt als ‘Vrederijck’. Bij de doop staat daarover

het volgende vermeld: 1678. Den 22 September op Sondagh avont omtrent 6 uyren is mama (Megteld Schrassert echtgenoote van Ds. Petrus Plancius) verlost weer van een jonge soon en ‘s Woensdaeghs daeran op den dag dat men Godt danckte voor de vrede die met Francrijck geslooten was, waer over oock savons gevuijrt wiert, van Dominus Mulerius gedoopt en daerom Vrederijck genoemt.

Onomstreden was Frederik zeker niet. Hij kreeg in 1703 een buitenechtelijk kind bij Johanna Scharbach, die daarbij in het kraambed overleed. Een lange en pijnlijke juridische procedure was het gevolg. Frederik kwam immers uit een vooraanstaande familie en van zo’n gebeurtenis werd op zichzelf al schande gesproken. Frederik trouwde in 1709 met Sophia (Fijtje) Cornelissen. De afkondigingen van dit huwelijk vonden, op last van de heren van de magistraat van Harderwijk, geen doorgang. Ook trouwde Frederik met dit huwelijk beneden zijn stand, en werd door de adellijke kant van de familie verstoten. Het zat het stel niet in de weg, want uiteindelijk trouwden ze toch en kregen samen een aantal kinderen. Veel van de ‘Frederikken’ op Urk hebben hun voornaam overigens wel aan deze Frederik Plancius te danken.

Hester, Dirkje en Leendert

In 1720 zag in Harderwijk de jongste dochter van Frederik en Sophia het levenslicht. Deze Hester

Plancius was getrouwd met Cornelis Aaltse of Aaltsen, een visserman uit Harderwijk. Het echtpaar bleef er hun hele leven wonen en kreeg er een gezin met zeven kinderen. Eén van hun kinderen was Dirkje Aaltse, die in 1759 is geboren in Harderwijk. Ze is in 1783 in Nunspeet getrouwd met Leendert Hoefnagel; en hier is het waar Urk voor het eerst in beeld komt. Zo rond 1789 kwam Leendert namelijk als chirurgijn op het eiland terecht. Ze hadden al vier kinderen en hier op Urk werden nog eens vijf kinderen geboren. Via hun kinderen Fredrik, Hester, Evert en Dirkje zijn er vandaag de dag nog nazaten op Urk. Dirkje Aaltse stierf in 1842 op Urk; als dochter van ‘wijlen Cornelis Aaltse en van Hester Plancius, indertijd echtelieden’. Het is de enige vermelding van de achternaam Plancius in een akte van de burgerlijke stand op Urk; en zo zijn Urk en de naam Plancius toch nog vrij dicht bij elkaar gekomen.

Dat Petrus Plancius nageslacht op Urk heeft nagelaten, blijkt wel. Sowieso mag elke Hoefnagel op Urk, en dus ook elke Urker met een Hoefnagel in zijn of haar voorgeslacht, zich een Plancius-nazaat noemen. Onder meer het volledige nageslacht van ‘Hente van Trui’ en dat van Meindert en Aaltje de Boer-Meun stammen van Petrus Plancius af. Via de tak die in 1789 op Urk is beland, leven er nu op Urk en in omstreken in totaal zo’n 18.000 nazaten. Hiermee mag hij toch wel de voorvader van vele Urkers genoemd worden.

 De ‘Orbis Terrarum’ uit 1590. Het bijschrift luidt: ‘Beschrijvinghe der geheeler werelt, van nieus in velen plaetsen verbetert door Petrum Plancium.’

 Het gedenkteken voor Petrus Plancius in zijn geboorteplaats Dranouter.

u een

Namens

Wilco en Carin Bloed Esther, Manus, Anneke, Gerriët, Colinda, Liesbeth, Noa Jennie, Andra, Michelle Grietje

wenst u Gezegende Kerstdagen en een voorspoedig nieuwjaar

Tussen de feestdagen is ons kantoor gesloten

Bestuur en fractie van danken de Urker bevolking voor het in haar gestelde vertrouwen in het afgelopen jaar. We hopen ook in 2024 ons werk te kunnen doen met uw steun!

Wij wensen u

GEZEGENDE KERSTDAGEN, EEN VOORSPOEDIG NIEUWJAAR EN ZORG VOOR ELKAAR.

www.cda-urk.nl

Directie en personeel van Het Irene wensen de gehele Urker bevolking

Gezegende Kerstdagen en veel heil en zegen in het nieuwe jaar

Tevens willen wij u bedanken voor het in ons gestelde vertrouwen het afgelopen jaar.

Ook in het komende jaar hopen wij u weer van dienst te zijn voor de verzorging van uw warm/koud buffet, stijlvolle receptie of een gezellige bruiloft.

Kwaliteit voor een betaalbare prijs en natuurlijk een vlotte en prettige bediening, dat is Het Irene ten voeten uit.

CHÂTEAU GNODDE

Mijn aanhef is ondertussen al wel een keer of tien veranderd. Na een stukje vorig jaar voor de kersteditie, werd mij, Harry, gevraagd dat dit jaar weer te doen. Veel mensen hebben ervan genoten, was de opmerking. In de aanloop naar het schrijven toe, passeerden er ondertussen best veel ingrijpende voorvallen, zowel op Urk – ik word op de hoogte gehouden door de digitale krant natuurlijk – als hier in Bussière (Frankrijk). Het ene wat ingrijpender dan het andere, maar toch.

Iets wat vroeger nooit voor zou komen is dat ik steeds later en later op bed ga. Voorheen lag ik met de kippen op stok, maar ik begin steeds meer naar de gewoontes van mijn moeder te neigen. Als zij haar werkdag beëindigde (achter haar naaimachine wegstapte), dan pakte ze een boek en ging zitten lezen, soms wel tot twee uur in de nacht. Hoewel ik heel veel boeken heb versleten, is het nu voornamelijk de telefoon waar ik ‘s avonds laat gerust een paar uur op kan scrollen, en ook op die manier op de hoogte blijf van alles wat er op Urk en in de rest van de wereld gebeurt.

Ik lig net goed en wel als ik zie dat mijn maat Jelle de Keppel (dat is niet om hem te pesten, maar ik heb meerdere maten Jelle, en nu weet iedereen gelijk wie ik bedoel) een foto heeft geplaatst op Facebook, met een voor mij bekende eend voor een groot water, en met een pakkende tekst daarbij. Omdat het bericht er net op staat, reageer ik met: ‘Is hij niet meer?’. Jelle beaamt dit door te antwoorden: ‘Ja, helaas vanmiddag overreden’. Nou bevreemdde mij dat niet, want eenieder die weleens het straatje is ingereden bij Jelle, werd vrijwel altijd begroet door – inderdaad – de eend. Luid kwaterend (mix van kwaken en kwetteren) kwam hij dan op de auto afrennen en begon als een bezetene op je banden te pikken. Blijkbaar leefde hij met de gedachte op deze manier het terrein te kunnen bewaken. Omdat ik geen ‘eendenlogie’ heb gestudeerd, weet ik niet of een eend kan denken, maar anders heeft hij dus verkeerd gedacht, met alle gevolgen van dien. Ik zie nog net een bericht verschijnen van onze maire (burgemeester) en probeer nog om het te vertalen, maar dan is de batterij van mijn telefoon leeg. Dus besluit ik maar te gaan slapen. Het gebeurde houdt mij toch even bezig. Die eend was niet zomaar een eend, het was een maatje. Jelle houdt van veel mensen om zich heen, maar is het liefst alleen. Met die gedachte val ik in slaap. Het spookt die nacht enorm rond het kasteel en Frankrijk wordt geteisterd door windvlagen die zijn weerga niet kennen. Aan de kust worden snelheden van wel 240 kilometer per uur gemeten. Al dat natuurgeweld gaat ook ons niet ongemerkt voorbij. Als we ‘s morgens naar buiten kijken door de ramen van de salon, ligt daar één van de mooi-

ste en imposantste eiken op de grond voor ons terras. Een rondje daarna over het terrein vertelt ons dat er nog vijf andere bomen zijn gesneuveld. Bernadette weet tijdens de koffie te vertellen dat er nog een boom over het pad bij de hoofdpoort ligt. Deze gaat Jacob gelijk wegzagen, omdat we nog meer visite krijgen. We zitten gezellig met z’n allen aan de koffie als ik mij het berichtje van de burgemeester herinner en vraag erover bij Bernadette. ‘Ik heb het gezien’, zegt ze, ‘hij roept op om een beetje naar oude mensen om te zien; door de storm en regen van afgelopen tijd kan het zijn dat iemand die wat ouder is hulp nodig heeft’. Ik kijk haar vragend aan en zeg: ‘Zo iemand als u?’ Ze schiet in de lach en zegt: ‘Nee, ik kan mijzelf nog heel goed redden’. Als even later iedereen weer weg is, praat ik hier met Gré nog wat over na. Dan vragen ze wat ik nou mis. Dit dus, het geven om elkaar. Dit overkomt je op Urk niet. ‘Nou’, zegt Gré, ‘waar de oudere generatie is, daar vind je het niet. De jongere generatie heeft dat ook niet meer’. We zijn wat weken verder. Gré is in haar doen en heeft wat kerststukken gemaakt. ‘Hier’ zegt ze, en geeft er één in Jacob zijn handen. ‘Breng dit eens even naar Bernadette’. Het duurt geruime tijd eer hij terug is. ‘Nou, dat is ook wat’, zegt hij, ‘ze ligt al ruim een week behoorlijk ziek in bed’. En daar schrikken we echt van. Het was vooral Harm die contact hield met haar. ‘Maar’, zegt Jacob, ‘ze heeft mijn nummer ook, ze had mij ook kunnen bellen’. We zitten elkaar aan te kijken, en gelijk wordt er gezegd: dit bedoelde de burgemeester dus. Het omzien naar elkaar. Er wordt gelijk een plan gesmeed om de eenzamen van Bussière te benaderen en uit te nodigen voor een middag op het château. Sophie wordt gevraagd wie er het meest voor in aanmerking komt, en die middag brengt zij een lijst waar je de Koningshof mee zou kunnen vullen. We kijken haar vragend aan, ze schudt met haar hoofd en glimlacht: ‘Ze hebben me niet begrepen op het gemeentehuis, dit zijn alle inwoners van het dorp’. Ze bukt zich over het papier en begint te strepen. Na een ruim kwartier is er driekwart van de lijst doorgestreept. Ze kijkt ons vragend aan. ‘De rest is allemaal 70 plus?’, vraag ik haar. Ze begint nog eens te strepen. Even later kijkt ze op en zegt: ‘Nu wel’. Ik krab op mijn hoofd en zie nog een behoorlijk aantal staan. Doe dan de alleenstaanden, vraag ik haar. En weer wordt er een aantal weggestreept. ‘Oké’, zeg ik, ‘dit is te doen’. We maken een soort flyer met de mededeling dat er een gezellige middag is op château La Châteline en brengen die rond op de adressen die nog over waren. Er gaat een tijdje overheen als Gré vraagt of er respons is gekomen op de flyer. Ik moet ontkennend schudden. Er is totaal niet op gereageerd. Onze hulp en vraagbaak Elisabeth wordt hiervoor benaderd, en zij zegt gelijk: ‘Nee, dat doen Fransen niet. Als je nou een datum en tijd op

de brief had gezet, hadden ze dat als een verplichting gezien en waren ze allemaal gekomen. Maar jezelf aanmelden? Dat zeker niet’. ‘Nou’, zegt Gré, ‘als ik alleen zou zijn, zou ik het wel weten. Dan greep ik iedere gelegenheid aan om me ergens te melden’. Iedereen schiet in de lach. ‘Zolang ze koffie hebben met wat erbij, zou ik vooraan staan’, zegt ze. We moeten van strategie veranderen dus. Er wordt besloten Bernadette en Elisabeth een aantal mensen te laten uitnodigen, en dat werkt. Op de bewuste dag komt er ‘s morgens een leuk groepje mensen, die na te hebben genoten van koffie met wat erbij, gezellig met z’n allen kerststukjes gaan maken. Het is een vrolijk gekwetter van Frans, Engels, Nederlands en Urkers door elkaar. Er wordt als lunch gebakken vis geserveerd en de dag kan niet meer stuk. Het is al laat in de middag en er aanstalten gemaakt wordt om weer naar huis te gaan, als een van de oudsten naar Gré toeloopt en haar hand vastpakt en begint met: ‘Merci de me laisser venir ici’ (bedankt dat ik hier mocht komen). Het verhaal dat ze daarna vertelt, wordt door Elisabeth

vertaald. ‘Ik ben zo blij met deze dag, het doet me herinneren aan vroeger bij ons thuis. Daar was het rond de kerst ook altijd zo gezellig’. Ze vertelt nog meer, maar besluit met: ‘Ik begin het alleen zijn wel te merken’. Zonder dat Elisabeth dit vertaald heeft, verstaan we dit door de toon van haar stem, en daar sta je dan, niet wetende hoe je een opbeurend iets moet zeggen tegen zo’n oude vrouw. Gelukkig grijpt Elisabeth in en brengt onze dankbaarheid over aan alle aanwezigen voor hun komst, met de belofte dat we dit vaker gaan doen. Als we ‘s avonds op bed liggen, denk ik nog na over deze dag. Dat brengt me weer bij Jelle. Niet dat hij eenzaam is, dat zeker niet, maar hij mist nu wel hetzelfde als die mensjes: een maatje. Als ik bij Jelle wegging, liep hij samen met Grubbelt (zo heette de eend) met mij mee naar de auto. Ondertussen sprak hij tegen Grubbelt en die antwoordde met gekwaak. Zei Jelle niks, dan hoorde je Grubbelt ook niet. En het zal zeker een gemis zijn nu Grubbelt het tijdelijke met het eeuwige heeft verwisseld.

Psalm 134 : 3

Langs deze weg willen wij al onze familie, vrienden en bekenden, maar ook de bevolking van Urk, gezegende kerstdagen en een gezond en voorspoedig nieuwjaar toe wensen

Arie en Geertje van Urk

Oslolaan 4 A103, 8321 HE Urk

Joh. Romkes & Alie Romkes-Korf Oslolaan 4 A-204

wensen familie, vrienden en bekenden Gezegende Kerstdagen en Gods onmisbare zegen voor 2024

Pieter, Alie en Meindert

Wij wensen familie, vrienden en bekenden Gezegende kerstdagen en een voorspoedig nieuwjaar

Klaas en Willy de Boer | Reiger 53, Urk

Hekwerkwebshop.nl is dé winkel voor hekwerken. Wij leveren hekwerken en poorten op maat in binnen- en

Jaap de Boer Vrouwenzand 24, 8321 PE Urk

Het organiseren van transport, inmetingen en montage’s.

Wij zoeken een

wenst de Urker bevolking

GEZEGENDE KERSTDAGEN

PLANNER

Klanten helpen bij het maken van de beste keuze.

Het bevestigen van producten bij klanten in het land.

VOORSPOEDIG 2024

VERKOPER

www.hekwerkwebshop.nl

werken@hekwerkwebshop.nl 036 - 84 54 240 www.hekwerkwebshop.nl/vacatures

MONTEUR

Hekwerkwebshop.nl is dé winkel voor hekwerken. Wij leveren hekwerken en poorten op maat in binnen- en buitenland.

Wij wensen cliënten en bevolking van Urk gezegende kerstdagen en een voorspoedig 2024

Klanten helpen bij het maken van de beste keuze.

wenst de gehele bevolking van Urk Gezegende Kerstdagen en een voorspoedig 2024

Het bevestigen van producten bij klanten in het land.

Mail werken@hekwerkwebshop.nl

Bel 036 - 84 54 240

Bezoek www.hekwerkwebshop.nl/vacatures

Het organiseren van transport, inmetingen en montage’s.

Wijk 2-25a, 8321 ER Urk T 06-19511914, info@swhoekman.nl www.scheepswerfhoekman.nl

TOPSLAGERIJ CRETIER

wenst cliëntèle en bekenden

GEZEGENDE KERSTDAGEN en een VOORSPOEDIG 2024

TOPSLAGER

Jan de zeilenmaker wenst de gehele bevolking Gezegende Feestdagen en een voorspoedig 2024

In plaats van kaarten

De mooiste kerkdienst van 2023 was meteen al op de tweede zondag van het jaar. De locatie was St Martinin-the-Fields, een bekende kerk aan de rand van Trafalger Square in Londen. Vlak voor de dienst liep ik, op weg naar het toilet, tegen Sam Wells op. Hij is de predikant van deze kerk, maar tevens professor in de christelijke ethiek. Het jaar ervoor had ik een tentamen gemaakt over het overzichtswerk dat hij over dit onderwerp schreef. En dus vond ik dat ik mezelf even moest voorstellen. ‘I’ve read your book’, stamelde ik, toch wat overrompeld. ‘Which one?’, grinnikte de koster, die met me meeliep. Dochter 2 stond zich intussen af te vragen waarom ik mij zo aanstelde. Wat me van de dienst bijbleef was een korte preek waarvan elk woord doordacht en raak was, en het plechtige binnendragen van het evangelie, voorafgaand aan de lezing.

De mooiste kerk van 2023 was de Sint Stefanus Basiliek in Boedapest. Indrukwekkend en imposant van buiten, van binnen zo rijk gedecoreerd dat je ogen tekort komt. Centraal in de kerk staat een groot wit marmeren beeld van een man met baard. Hij houdt een staf vast en heeft een aureool boven zijn hoofd. Het is Christus, nam ik meteen aan. Niet lijdend, maar leidend. Triomferend.

Ik zat mis, het was de heilige Stefanus en nee, niet de eerste martelaar uit Handelingen, maar de eerste koning van Hongarije, die in deze contreien ook als heilige wordt vereerd, omdat hij rond het jaar 1000 zijn volk tot het christendom bracht. De kerk is dus ook naar hem vernoemd. In een zijgewelf ligt, in een zeer kostbare reliekschrijn, de gemummificeerde rechtervuist van deze koning. En voor wie nog twijfelde waar het in deze kerk om draait: het grote plein ervoor is ook naar hem vernoemd.

Nadat de vuist van het overleden koningslichaam gescheiden raakte, was die trouwens nogal eens op de vlucht voor rovers of tegenstanders. De vuist zag het huidige Bosnië, Kroatië en Oostenrijk en allerlei uithoeken van het destijds veel grotere Hongaarse rijk. Toen de Russen kwamen, lag de vuist verscholen in een Oostenrijkse grot. Daarna kwam hij schoorvoetend terug, maar kreeg huisarrest in zijn prachtige kerk. Na de val van het

communisme mag de vuist elk jaar weer in processie door de stad gedragen worden. Een rusteloze vuist.

Het mooiste boek van 2023 ging ook over een kerk. Het was De geuren van de kathedraal van Wendy Wauters. Een overweldigend boek over de Onze-Lieve-Vrouwekerk in het centrum van Antwerpen, in de zestiende eeuw. Een kerk waarin het hele leven samen kwam: devotie en geld verdienen, macht en armoe, schuld en boete, vroomheid en prostitutie. En dat in een wolk van wierook, vee, zweet, kaarsenwalm en ontbindende lijken. Een plek waar hondenslagers op honden jaagden en elk gilde indruk probeerde te maken met een fraai altaar en plechtig gezongen missen. Stal en heiligdom tegelijk.

In de preek in Londen ging het, naar aanleiding van Jesaja 42, onder andere over leiderschap. Sam Wells destilleerde vier kenmerken uit de gelezen passage: Leiderschap is kalm, vriendelijk, veerkrachtig en het heeft oog voor de mensen aan de randen van de samenleving.

Ik heb het afgelopen jaar herhaaldelijk gedacht dat het hoog tijd is om weer eens terug te gaan naar die fascinerende kerk in Antwerpen. Ook heb ik vaak teruggedacht aan het ongemakkelijke gevoel dat ik kreeg van de kerk in Boedapest. Pas toen ik de preek van Wells teruglas, kon ik het ongemak volledig plaatsen.

We hebben geen koning in een paleis. Ook geen koning in een als kerk vermomd paleis. We hebben

We hebben geen koning in een paleis. Ook geen koning in een als kerk vermomd paleis. We hebben een koning in een stal. Die koning sloeg ook wel eens met de vuist op tafel, maar had verder altijd de handen geopend. Onze koning is niet van donder en geweld, niet uit alle macht, niet kwaadschiks, niet buigen of barsten. Onze koning is machtig in zijn machteloosheid. Het probleem is alleen: dat vergeten we elke keer.

Jelle Bakker

‘Wat is er va?’, vroeg m’n oudste zoon van zeven jaar, ik was even in gedachten, dus er niet helemaal bij, zeg maar.

Het jaar is alweer bijna om en wat is er veel gebeurd, het lijkt wel of dit jaar de wereld in stukken is gescheurd. Oorlogen, aardbevingen, bosbranden, wat een ellende allemaal, al die haat en liefdeloosheid, het is eigenlijk abnormaal. Er is in de wereld zoveel aan de hand, ja, de schepping staat letterlijk en figuurlijk in brand.

De ene gebeurtenis is nog amper verwerkt, of een nieuwe hoop ellende wordt alweer opgemerkt.

We zingen straks met kerst weer over vrede op aarde, maar wat heeft die boodschap in onze tijd nog voor waarde?

Je leest dagelijks in de krant over onschuldig bloed vergieten, het lijkt soms wel of mensen van het moorden lijken te genieten.

Maar ook op ons geliefde dorp gebeurde er een heleboel, en geeft daarom Dankdag vele dorpsgenoten niet een dubbel gevoel?

Denk eens aan de klappen die de visserij kreeg te verwerken, want dat de vloot flink is uitgedund, dat moet iedereen wel merken.

Hoeveel kotters gingen er naar het oud ijzer en de sanering, week in, week uit op de zee en dit als dank en waardering?

Ook de boeren hadden niet het meest voorspoedige jaar, maar veel steun was er vanaf Urk, als een goed gebaar.

De eerste nieuwbouw van de Zeeheldenwijk werd helaas niet aan

Urker bedrijven gegeven,

ook voor hen wordt het steeds moeilijker om te overleven.

En denk ook eens aan alle zieken en mensen met diepe pijn, mensen die moeten leven met de gedachte dat elke dag hun laatste zou kunnen zijn.

En hoeveel dorpsgenoten raakten we het afgelopen jaar kwijt, soms in onze ogen veel te vroeg, vaak op hele jonge leeftijd.

Een lege plaats tijdens kerst waar normaal iemand had gezeten, de plaats van een dierbare die nooit meer wordt vergeten.

Het afgelopen jaar was niet makkelijk, maar een harde werkelijkheid, en met het dagelijks nieuws erbij leven we in een donkere tijd.

En toch is er in deze donkere tijd hoop, want kerst komt eraan, het feest waar we dit jaar meer dan ooit bij stil moeten staan.

God schonk ruim 2000 jaar geleden in een donkere tijd een nieuw begin,

Zijn Zoon kwam naar de wereld en daardoor kreeg het leven weer zin.

Jezus kwam toen naar een donkere wereld en werd door weinigen verwacht,

maar Hij heeft hier op aarde alles wat gedaan moest worden, volbracht. Wij wachten in een donkere tijd op Zijn wederkomst op de wolken, als Hij terugkomt als Heerser over alle natiën en volken.

Maar tot die tijd vieren we kerst, dat het Licht in de wereld is gekomen, de geboorte van Jezus, die door de herders werd vernomen.

Laten we met hen naar de stal gaan waar Jezus werd geboren, en laten we zingen zodat iedereen het kan horen.

O kind, ons geboren, liggend in de kribbe, neem onze liefd’ in genade aan! U, die ons liefhebt, U behoort ons harte! Komt, laten wij aanbidden die Koning!

Kerstdagen

wenst u gezegende en de beste wensen voor 2024

Wij hopen u in het nieuwe jaar weer te zien!

Gezegende Kerstdagen en een Voorspoedig 2024

Wij danken jullie voor het vertrouwen in het afgelopen jaar en wensen iedereen gezegende feestdagen.

Wij zijn gesloten van 27 december 2023 tot en met 1 januari 2024. Dinsdag 2 januari 2024 staan wij weer voor u klaar

Industrierondweg 20 • 8321 EB Urk • Tel. 0527-684857 • www.bikeshopurk.nl Op ‘t Hof Urk wenst u gezegende kerstdagen en een voorspoedig nieuwjaar toe

De dichtende stukadoor

Hendrik Korf schreef een gedicht voor de Kerst- en Nieuwjaarsbijlage

Overdag strijkt en stuukt hij wat af bij Vlak & Strak, maar wanneer hij thuis is en inspiratie heeft, duikt hij achter zijn laptop. De 35-jarige Hendrik Korf dicht namelijk graag, met name over het Woord en de toepassing in het dagelijkse leven. Een paar jaar geleden ontdekte deze nuchtere Urker dat hij de gave van het dichten heeft en het is intussen een ware passie van hem geworden.

Met Sinterklaas valt het familie altijd al op: Hendrik kan lekker dichten. Toch doet hij in eerste instantie niet veel met dit talent. Tot Pasen 2017. Hendrik krijgt het op het hart een gedicht over de kruisiging en opstanding van Jezus te schrijven en deelt dat met bekenden. ,,Ik dacht: misschien is er iemand bij die denkt: daar kan ik wat mee.’’ Hij begint frequenter te schrijven, deelt de gedichten op Facebook en krijgt positieve reacties. In 2018 is Hendrik te vinden bij de avonden van Zingen in de Zomer en hij besluit een gedicht te schrijven over het thema, ‘kleur bekennen’. ,,Het was heel raar, maar het leek wel of dat gedicht zich vanzelf schreef.’’ Hendrik deelt het gedicht en komt al snel in contact met Jan de Boer van de organisatie van het zangevenement.

Jan is enthousiast en komt met de vraag of Hendrik het zelf wil voorlezen tijdens de avond van Zingen in de Zomer. ,,Ik dacht: wie ben ik om voor een stampvolle Bethelkerk over Zijn Naam te vertellen? Met knikkende knieën, maar gedragen door Zijn Geest heb ik het gedicht voorgelezen. Na de tijd kreeg ik veel positieve reacties.’’ De meeste indruk maakt het telefoontje uit Arnemuiden. ,,Een meneer belde met de vraag of hij mijn gedicht mocht gebruiken binnen zijn gemeente. Het gedicht had hem veel gedaan. Dat gaf echt voldoening en moedigde me aan om met het dichten verder te gaan.’’

Schatten in de hemel

Het stellige geloof dat Hendrik nu heeft, is niet altijd zo vurig geweest. ,,Ik was eigenlijk zo’n jongere waar er zoveel van zijn. Ik genoot van het jong zijn en ik zocht God nauwelijks of niet. Toen ik trouwde werd ik wel wat serieuzer en deed wat er dan van je verwacht wordt. Je gaat op de lidlare en doet belijdenis. Je laat je kinderen dopen en gaat op in de gemeente, zoals dat hoort. Toch voelde ik diep vanbinnen dat ik iets miste en verlangde naar meer.’’ Tot zijn zwager vraagt of hij met hem jongensclub wil gaan geven. Daar leert Hendrik Jacco Kapitein kennen. ,,Hij is inmiddels helaas niet meer onder ons. Het was een jonge jongen die in een rolstoel zat vanwege zijn spierziekte. Als hij over zijn geloof sprak, begon hij te stralen en sprak hij vol overtuiging. Hij had iets bijzonders wat ik niet had.’’

In 2015 gaat Hendrik met zijn maot Auke van Veen mee met Urk Goes. Hendrik wordt geraakt tijdens de evangelisatiereis in Moldavië. ,,Bij het rondbrengen van voedselpakketten kwam ik in contact met een lokale bewoner zonder benen, woonachtig in een armoedig huis. Ik dacht: waar ben ik beland? Ik vroeg hem: ‘waar leeft u nu eigenlijk voor?’ De meneer begon te stralen en zei: ‘mijn schatten zijn niet op de wereld, maar in de hemel’. Ik dacht deze man wat te brengen, maar hij gaf mij zoveel terug. Het was opnieuw iemand met een persoonlijke relatie met God, die ik nog miste. Deze meneer en Jacco ben ik gaan zien als geloofshelden en zij zorgden voor een kantelpunt in mijn leven. Geloven is meer dan het volgen van christelijke religie. Het moet veel dieper

gaan, er moet een persoonlijke relatie met de Drie-enige God zijn. Het geloven gaat dan evengoed nog met vallen en opstaan, maar het is zo bijzonder om te weten dat je het in het dagelijks leven niet alleen hoeft te doen. Hij is erbij en helpt je weer overeind als je valt.’’

Gedichtenbundels

Hendrik zit op dit moment in het derde jaar van zijn ambt als jeugdouderling binnen de Gereformeerde Kerk Urk. In 2021 schreef hij een gedicht over de persoon Petrus. ,,Ik dacht: wat moet ik hiermee? Ik ben in de Bijbel op zoek gegaan naar figuren die een rol als ‘geloofsheld’ hebben. Over deze personen heb ik gedichten geschreven.’’ Hendrik laat altijd eerst zijn werk lezen aan zijn oud-buurvrouw Annette de Boer, waar hij een bijzondere band mee heeft. ,,Door mijn deelname aan Urk Goes, waar Annette in de leiding zat, heb ik haar pas echt leren kennen.’’ Annette checkt de spelling en geeft feedback waar nodig.

Dan komt het idee om de gedichten bij elkaar te brengen, en met wat hulp is na een krap jaar een eigen gedichten-

bundel een feit. In totaal verkoopt Hendrik 400 exemplaren, waar hij erg dankbaar voor is. ,,In oktober dit jaar heb ik mijn tweede gedichtenbundel uitgebracht, dit keer over Bijbelse personen die niet altijd op een voetstuk staan, maar waar zo veel van te leren is.’’ Momenteel is Hendrik alweer met een volledig nieuw project bezig.

Terugblik

Voor de kerstkrant klom Hendrik in de pen en hij schreef een gedicht waarin hij terugblikt op het afgelopen jaar. ,,De ellende in de wereld raakt je. Denk aan de oorlogen en de afschuwelijke beelden die je voorbij ziet komen. Ik blik in het gedicht ook terug op wat we op Urk voor onze kiezen hebben gekregen en nog steeds krijgen. Er zijn zoveel mensen op ons dorp die met zo’n intens verdriet te maken kregen en dat raakt je. En zo heb ik maos die visserman zijn, het is voor velen van hen niet gemakkelijk. Als je het breder bekijkt leven we in een donkere tijd. Maar Jezus, de Zaligmaker, is ook in een donkere tijd geboren, en zal in een donkere tijd weer terugkomen, en dat geeft hoop!’’

n Hendrik samen met zijn dochter Ariana en zoon Lub.

Medewerkers Talma Thuiszorg en Welzijn & personeel wenst al haar relaties en de gehele Urker bevolking gezegende kerstdagen en een voorspoedig

Praxis Urk wenst iedereen fijne feestdagen en een gezond 2024 wensen iedereen een gezegend en voorspoedig 2024

Keteldiep 11 - 8321 MH Urk - Tel. 0527-684457 - www.klaaysentotaalonderhoud.nl Wij wensen u allen GEZEGENDE KERSTDAGEN en een VOORSPOEDIG 2024

Ook in het nieuwe jaar, staan wij weer voor u klaar.

Tankstation Westwal Fam. G. de Boer en medewerkers

Wij bedanken al onze klanten voor het vertrouwen in het afgelopen jaar.

DE TWIEDE BOET

Gezegende feestdagen en een voorspoedig nieuwjaar

Da’s goed zeg... zeker van de Pyramideweg!

Da’sgoedzeg… zekervandepyramideweg!

Als je valt.

In de armen van Oneindig

Gerdien Romkes (46) vertelt over haar fietsongeluk dat een beerput opentrok van depressie en PTSS

Gerdien Romkes-Vrugteveen is getrouwd met Roelof (55) en moeder van Lubbert (25), Henk (24), Riekelt (23), Willeke (21), Siebe (16), Sijmen (13) en Jacobus (10).

Zoeefff... Met een flinke duw in zijn rug maakt hij extra vaart en vliegt vooruit. Moeder Gerdien trapt een tandje harder om hem weer in te halen. Ze wisselen elkaar af in snelheid. Lekker gekjagen, moeder en zoon genieten ervan. Wanneer ze vaart wil minderen, blokkeert de rem van de elektrische fiets plotseling. Jacobus, die net weer een lekkere duw in zijn rug heeft gekregen en voorop fietst, kijkt achterom, en schrikt. Het staat op zijn netvlies gegrift. Zijn moeder, ze ligt daar, onder het bloed, leeft ze nog? Gerdien wordt met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht voor onderzoek. Na een aantal hechtingen en scans, lijkt er verder niets aan de hand. Ze mag naar huis. Dat is goed afgelopen. Lijkt het.

n Gerdien uit haar gevoelens creatief in het maken van beeldjes bij de Herstelgroep van Ut Leeger. Links is zijzelf, ze prijst haar Heere in alle omstandigheden voor zijn grootheid, in het midden rust zij in de onzichtbare armen van God. Rechts mag zij schuilen bij Hem in de rots.

Kort na het ongeluk op 23 april 2022 is Gerdien de wanhoop nabij. ,,Ik dacht dat ik me moest laten opnemen. Het ging zo slecht. Er was een beerput van ellende opengetrokken waarvan de deksel niet meer dicht kon.’’ Haar hoofd, het knalt uit elkaar. Alsof het een kermisattractie met zwaaiende discolichten is, knipperend, tikkend, loeiend. Gerdien weet het zeker: ze móet hersenschade hebben opgelopen door de val. Het worden bezoeken aan de neuroloog en aan een revalidatiecentrum voor niet aangeboren hersenletsel. Maar die waarschuwen: ‘We kunnen geen verdere stappen ondernemen, vóórdat je psychotherapie hebt doorlopen’’. Onzin, denkt Gerdien, wat kan therapie nou oplossen aan hersenschade?!

Ze zet toch de eerste stap richting therapie na een gesprek met de huisarts. Die vertelt haar dat de wachtlijst voor een GGZ-psycholoog 26 weken is. ‘Dat haal ik niet, dan ben ik dood!’, Gerdien schreeuwt het in haar gedachten uit. Thuis lopen haar man Roelof en de kinderen al op hun tenen, Gerdien kan geen geluid verdragen. ,,Mijn hoofd

stond 24/7 op alarmstand, waardoor mijn hersenen nooit in een diepe rust konden komen. Niemand zag wat zich in mijn hoofd afspeelde. Dat ik vanbinnen ontplofte. Alleen aan mijn ogen kon je zien dat ze donker keken. Dat ik verdronk.’’ En niet alleen zij. Het ongeluk had ook een enorme weerslag op Jacobus. Hij werd stiller, bleef thuis, sprak niet meer met vrienden af. Gerdien komt bij de praktijkondersteuner terecht. De neuroloog benadrukt dat ze een psycholoog moet opzoeken. Langzaam begint het door te dringen: het is geen hersenschade, het zijn psychische klachten.

Lawine

In november vorig jaar komt Gerdien bij psycholoog Janneke Brouwer terecht. Samen gaan ze op zoek naar de waslijst aan klachten waar Gerdien mee kampt. Waar komen ze toch vandaan? Janneke graaft dieper, er blijkt een immense hoop aan onverwerkt trauma te zijn. Gerdien kan het niet meer aan. Ze valt uit: paniekaanvallen, hyperventilatie, herinneringen, blokkades. Het raast als een lawine over haar heen. Rechtop blijven staan is onmogelijk. Het is te zwaar. Ook de therapie. Ze stopt ermee, om aan te sterken.

Maar hoe doe je dat wanneer je hoofd een stoomtrein is waarvan de fluit nooit uitgaat? Gerdien merkt dat ze balanceert op het randje van de afgrond. Waar ze tijdens de 21ste verjaardag van haar dochter Willeke op 17 januari vanaf stort. Ze zweeft tussen hemel en aarde. Tegen haar man zegt ze: ,,Ik ben zo klaar met het leven, ik wil inslapen.’’ Het enige waar ze naar verlangde was rust.

‘Ik wil inslapen en nooit meer wakker worden’

Gerdien kampt met een zware depressie. Het is overduidelijk. Een traject met antidepressiva wordt ingezet. ,,Ik dacht altijd dat depressie onzin was. Nou, dat heb ik geweten. Ik ben door een hel gegaan.’’ Overdag kan ze niets, haar lichaam is op bij de geringste inspanning. Zoals inkt een glas water zwart maakt, zo vertroebelen de negatieve gedachten haar geest. ‘s Nachts teisteren verschrikkelijke nachtmerries haar. Maar hoe donker het ook is, hoe diep Gerdien ook valt, ze voelt: om haar sluiten onzichtbare armen. De armen van Oneindig. Die zorgen dat ze de grond van de duisternis niet zal raken.

Langzaam wordt de dosering antidepressiva opgebouwd. Pas als de gewenste spiegel is bereikt, kan Gerdien verder met therapie. Gerdien roept het uit naar God: wilt U mijn nachtmerries wegnemen, zodat ik tot rust kan komen voordat ik met therapie begin? ,,Twee maanden lang sliep ik als een roos, dus op een gegeven moment dacht ik: is die therapie nog wel nodig? Het gaat zo wel beter. Het antwoord daarop kreeg ik snel genoeg. De volgende dag viel ik mentaal om en kwamen de nachtmerries terug.’’ Werk aan de winkel. Samen met Janneke gaat ze in maart van dit jaar aan de slag. Het herstel gaat stap voor stap. Na weken intensieve therapie durft Gerdien in mei eindelijk weer

naar buiten te gaan. Met hond Jack fietst ze iedere dag naar de dijk. ,,Hij is echt een hulphond geworden voor mij. Waar ik hem in het begin niet kon verdragen door zijn geblaf en zijn energie, begon hij mij steeds meer aan te voelen en legde zijn kop op mijn schoot als ik heel diep zat. En hij zorgde ervoor dat ik weer buiten kwam. Op de dijk voel ik me fijn, met alle ruimte om mee heen. In ben in Canada opgegroeid en daar was alles wijds en uitgestrekt. Op de dijk kan ik ademhalen.’’ De volgende stap is de Herstelgroep in Ut Leeger. Ze duikelt er in een warm bad. Een kleine doorbraak in de vicieuze cirkel. Van de kinderen naar school werken, slapen, kost maken, weer in bed liggen, eten, naar bed gaan, is er nu een bijzonder lichtpuntje op de donderdagmorgen. ,,Ik was de enige bij de Herstelgroep. Moet je nagaan: iemand trok er zo een hele ochtend voor uit om met míj te praten. Zo ontroerend. Ik dacht dat ik het niet waard was, en nu bleken er wel mensen om mij te geven.’’ Die bevestiging kwam nog eens, toen Gerdiens gedachten zo donker en eenzaam waren. ,,Op dat moment kwam een vriendin binnenlopen, die zei: ‘ik had het gevoel dat ik jou nu een knuffel moest komen geven.’ Dat was een prachtig teken en het zorgde voor een omschakeling in mijn gedachtenpatronen. Ik was niet eenzaam, en mensen geven écht om mij!’’

De therapiesessies met Janneke blijven ontzettend heftig, Gerdien heeft tussen de sessies door álle tien dagen nodig om bij te komen. Naast depressie lijdt Gerdien ook aan PTSS (Posttraumatische Stressstoornis), waardoor ze achtervolgd wordt door traumatische herinneringen. Bij triggers die zich op de meest onverwachte momenten voordoen, is Gerdien compleet van de kaart. Na een jaar en drie maanden van ellende, lijkt er in juli 2023 eindelijk een stijgende lijn ingezet.

Storm op zee

Die zomer, wanneer herstel ingezet lijkt, besluit Gerdien na haar therapiesessie naar een dienst van Zingen in de Zomer te gaan. Daar gaat het erover dat de discipelen bang zijn voor de storm op zee, ondanks dat Jezus in de boot is. ,,Ik dacht er op dat moment niet bij na, dat Jezus mijn storm kon stillen. Na deze dienst wachtte ik de klap af, die altijd na therapie kwam. Hoeveel dagen zou het kosten

Wat

is depressie?

Bij een langere periode een abnormale somberheid of een abnormale lusteloosheid kan men spreken van depressie. Maar ook het verlies van interesse in de omgeving of naasten is kenmerkend voor depressie, net als het onvermogen om ergens van te genieten. Zo’n vijf procent van de Nederlanders heeft jaarlijks een depressie. En maar liefst 19% van de Nederlanders krijgt in het leven te maken met depressie. Ongeveer de helft van de mensen met een depressie herstelt binnen drie maanden. Een ander deel, ongeveer een vijfde, kan er jarenlang last van hebben.

om er bovenop te komen? Maar de klap kwam niet! Ik kon de volgende dag gewoon uit bed komen, terwijl ik anders dágen op bed had gelegen. Ik kreeg hoop dat mijn storm gestild kon worden. Ik had mijn hoop op het leven opgegeven, ik wilde er niet aan dénken dat ik 90 jaar zou moeten worden.’’

De lichtpuntjes verschijnen die zomer vaker. Willie Nentjes van Ut Leeger vraagt of ze haar mag coachen met de Inner Steps methode. ,,Het viel als een puzzelstuk in elkaar. Ik zag als een berg op tegen de zomer, omdat mijn therapie bij Janneke door vakantie vijf weken stillag, maar het werd de mooiste zomer ooit!’’

Met Willie gaat Gerdien de natuur in. ,,In de prachtige schepping mocht ik ontdekken dat de Vader vreugde in míj vindt. Dat Hij het beste met mij voorheeft. Dat hij het mooiste stuk vlees voor mij bereidt als ik bij Hem thuiskom.’’ Het klinkt wat abstract, maar tijdens zo’n sessie kreeg Gerdien de vraag om een plek te zoeken voor haar angst. ,,Ik koos een lelijk stuk zwarte grond. ,,Willie liet me inzien dat zelfs op die plek van angst, in die vieze zwarte grond, wortels groeien, dat het in de bodem rijkelijk aan het groeien en bloeien is. Zo is dat ook met de donkere plekken in mijn leven. Aan de oppervlakte lijkt het duister, maar daaronder gebeurt zoveel meer. Ik leerde in mijn diepste put, de diepste liefde kennen. Van Iemand die er altijd bij is. Ook heb ik door deze donkere tijd een rijker leven gekregen, net als die zwarte grond rijk is. Ik heb veel meer bewogenheid gekregen voor de mensen om mij heen, die ook door moeilijke perioden heengaan.’’

In mijn diepste put, leerde ik de diepste liefde kennen

Vanaf september merkt Gerdien dat ze minder last heeft van overprikkeling. En dat maakt overmoedig. ,,Ik ging al gauw weer de randjes opzoeken van wat ik kon. Een paar weken later brak ik mijn

Wat is PTSS?

Soms kan het jarenlang onder de oppervlakte sluimeren, een posttraumatische stressstoornis. Maar bij het ontwaken ervan hebben mensen last van klachten die niet langer te negeren zijn. Trauma’s komen in flashbacks opdoemen in nachtmerries of door een voorval (trigger) in het leven van alledag. Mensen met PTSS worden dan heel bang, boos, verdrietig of ze bevriezen. Soms gaat het gepaard met hyperventilatie, zweten en trillen. Oorzaken van PTSS kunnen verschillen, van een ernstig ongeluk, misbruik, geweld of pesten, tot het meemaken van een natuurramp of oorlog. Voor de behandeling wordt meestal psychotherapie ingezet.

schouder, toen moést ik wel rustig aan doen. Ik denk dat dat een seintje van Boven is geweest.’’

Op dit moment zit Gerdien nog volop in het herstelproces. De PTSS maakt nog steeds onderdeel uit van haar leven; bij een trigger is Gerdien nog altijd dagen uit het veld geslagen. ,,Ik heb verschillende trauma’s, chronisch en complex. Ondanks alle therapie reageer ik nog altijd heftig op triggers, ik lig dan dagen op bed om bij te komen. Ook prikkels kan ik nog niet goed verdragen, in een ruimte met veel mensen word ik al gauw duizelig en kan ik moeilijk focussen. Maar ik vertrouw erop dat het steeds beter zal gaan. Bovendien: ik leef in het nu. Ik kijk niet vooruit. Het nummer van Kinga Bán, ‘Vandaag’, heeft me daar echt bij geholpen. ‘Je hoeft alleen maar te zijn’, daar houd ik me aan vast. Er zijn voor mijn gezin, ook al was en is het overleven. God mag mij gebruiken in het weinige dat ik nu kan. Mijn verlangen is dat ik alles, elke nare gebeurtenis, bij Hem in het licht mag brengen.

Het was de val van haar fiets die Gerdiens leven op

zijn grondvesten deed schudden. Het werd een periode van herstel. Deels fysiek, maar voor een veel groter deel en zo onverwacht, mentaal. ,,God is erbij in het diepst van het dal. Ik begreep nooit waarom Paulus en Silas in de gevangenis gingen zingen. Nu wel. Het was het enige wat ze kónden doen. In mijn donkerste dagen was ook het enige dat ik kon: zingen voor God. I’ll praise You in this storm. Een lied. Het houdt me vast. Ik verdrink, ondanks alles, toch niet.’’

Maar nu, alzo zegt de HEERE, uw Schepper, o Jakob! en uw Formeerder, o Israël! vrees niet, want Ik heb u verlost; Ik heb u bij uw naam geroepen, gij zijt Mijn. Wanneer gij zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn, en door de rivieren, zij zullen u niet overstromen; wanneer gij door het vuur zult gaan, zult gij niet verbranden, en de vlam zal u niet aansteken. Jesaja 43:1-2, de tekst waaruit Gerdien van het begin van haar depressie tot op heden kracht haalde om door te blijven gaan.

Naschrift

Begin november gaat het toch ineens slechter. Komt het door de winterperiode? Na overleg met Janneke over andere soorten therapie, gaat Gerdien naar de dokter. De medicatie blijkt zijn werking verloren te hebben. Binnen 12 dagen moet ze overstappen op een ander middel. Dit is een heftig en onzeker proces. ,,Elke dag ligt in de handen van mijn Vader. Dat geeft kracht.’’

Hoe gaat het met Jacobus?

n Gerdien met jongste zoon Jacobus, hond Jack en dochter Willeke.

Door het ongeluk kreeg ook Jacobus te maken met PTSS. Hij werd daarvoor een halfjaar later behandeld bij Progress. ,,Het voelt vreselijk om als moeder niet te zien dat je kind lijdt. En dat dit indirect komt door mij. Gelukkig heeft de therapie hem goedgedaan, het gaat nu heel goed met hem, en hij is weer zijn vrolijke zelf.’’

Rijschool J. Post

Arubastraat 23, 8321 GX Urk Tel. 06-53703206

wenst alle leerlingen en de gehele bevolking een gezegend kerstfeest en een voorspoedig nieuwjaar.

Gezegende Kerstdagen en een voorspoedig 2024

68 36 91

b.g.g. 06-20136471

Riekelt de Vries wenst u gezegende kerstdagen en een voorspoedig nieuwjaar

Wij wensen u gezegende kerstdagen en een gezond & bouwrijk 2024

De innovatieve partner in duurzame oplossingen voor uw leefomgeving

GEZEGENDE

KERSTDAGEN EN EEN GELUKKIG NIEUWJAAR

Ketels / warmtepompen Haarden

Northseafood wenst de Urker gemeenschap 2023

Service en onderhoud Bodemwarmtespecialist Loodgieterswerk Ventilatiesystemen

Sanitair

Elektra Afgiftesystemen

Bestuur, dirigent en leden van Crescendo wensen u gezegende kerstdagen en Gods zegen en nabijheid voor 2024

Northseafood Holland B.V. Stortemelk 12 - 14, 8321 EE Urk

T 31 527 684222 I www.northseafood.com E info@northseaood.com

Vanuit Slijterij ‘Onger de Kurruk’ wensen Fokke en Nella, Jan, Coby en Lisa u veel HEIL en ZEGEN in het nieuwe jaar

Lijkant 11a, telefoon 240568

Wij bedanken al onze klanten voor het in ons gestelde vertrouwen het afgelopen jaar.

We wensen een ieder gezegende kerstdagen en een voorspoedig 2024. Ook volgend jaar hopen wij u nog vaak van dienst te mogen zijn.

Hartelijke groet, Fam. de Boer De Noord 41 8321 BC Urk

HOEKMAN MARITIEM

wenst u GEZEGENDE FEESTDAGEN en een VOORSPOEDIG NIEUWJAAR.

• Bemiddeling bij aan- en verkoop van visserijvaartuigen en overige beroepsvaartuigen.

• Levering van onderdelen voor scheepsmotoren, nieuw of gereviseerd.

Telefoon: +31 (0)6 54262325

e-mail: info@hoekman-maritiem.nl web: www.hoekman-maritiem.nl

Cafetaria Gebr. Meun en personeel

wensen de gehele Urker bevolking

GEZEGENDE KERSTDAGEN en een VOORSPOEDIG 2024

wenst u Gezegende Kerstdagen en een Voorspoedig 2024

Jansje van Urk-Brands

Beste vrienden en bekenden, vanuit Emmeloord wil ik jullie hartelijk bedanken voor uw gebeden, bezoekjes en vele kaarten, tijdens mijn ziek zijn. Ik voelde mij ‘rijk’.

Tevens wil ik jullie Gezegende kerstdagen en een voorspoedig Nieuwjaar toewensen.

Adri de Man

WENST U

GEZEGENDE KERSTDAGEN EN HET ALLERBESTE VOOR HET NIEUWE JAAR.

- Contracten met alle zorgverzekeraars - Geen verwijzing nodig van huisarts of specialist Bereikbaar van maandag t/m zaterdag tussen 7.30 en 21.30 uur. Ook aan huis. Ook ‘s avonds en op zaterdagmorgen.

wenst u goede feestdagen en een gezond 2024

Ettie van Urk en Hennie Heimans

Het Dok

Vlechttuinen 1b 8322 BA Urk 06-19181213

Kindcentrum Urk Slenk 1a 8321 LD Urk www.kinderfysiourk.nl

wenst u

Gezegende Kerstdagen en een Voorspoedig Nieuwjaar

Bornholmlaan 17, 8321 TM Urk, tel. 685510

Gezinsleden familie Schenk bundelen de krachten en treden op als ‘The Schenk Family’

Van de nood een deugd maken. Dat was de insteek van het online huiskamerconcert van de familie Schenk in december 2020. Achteraf blijkt dit het begin van een bijzondere muzikale samenwerking, die zich zo langzamerhand steeds verder uitbreidt.

Jacob (50)

is muzikant, waaronder organist, en dirigent van vier koren: Urker Zangers, De Lofzang Heerde, het Apeldoorns Christelijk Mannenkoor en het Christelijk Nationaal Koor. Speelt sinds zijn achtste orgel en deed na de middelbare school het conservatorium. Had als kind al een fascinatie voor alles wat geluid maakt. ,,Ik maakte muziek met een kopje en een lepeltje en was altijd onder de indruk van luidende kerkklokken.’’

Het is 2020 als de gezinsleden door de coronamaatregelen veel thuis zijn. ,,Repetities en concerten waren afgelast, en daarom besloten we om thuis muziek te maken’’, vertelt Gerben. ,,In december onderzochten we de mogelijkheid om samen een online kerstconcert te verzorgen.’’ Op dat moment zijn Matthias en Rebecca niet gelijk overtuigd. Toch worden ze meegenomen in het enthousiasme van de rest van het gezin. Over een naam voor het gezelschap hoeven ze niet lang na te denken: ,,The Schenk Family, met een knipoog naar de beroemde The Kelly Family’’, lacht Albertje.

Verbondenheid creëren

Na een vrij korte voorbereiding is het op 22 december 2020 zover: een live huiskamerconcert van de familie Schenk, via YouTube. Ze maken van tevoren reclame via de sociale mediakanalen van Jacob. Maar de hamvraag blijft tot het moment van uitzending: zouden er wel wat mensen inschakelen? Ze zijn bij aanvang wat gespannen, maar het decor – hun eigen huiskamer – zorgt ervoor dat het zo natuurlijk mogelijk blijft. En het slaat

Albertje (47)

komt uit de muzikale familie Baarssen, zingt zelf al jaren, en begon ooit als lid bij het koor van haar, inmiddels echtgenoot, Jacob. Had een eigen winkel, werkte daarna in de vis en heeft sinds 2018 een nagelsalon bij huis.

aan: duizenden mensen genieten van het muzikale gezin in kerstsferen, en reacties komen uit het hele land.

Het kwintet houdt het dan vooralsnog bij het kerstrepertoire. ,,Door de beperkingen die er in 2021 door covid nog steeds waren, hadden we opnieuw het plan opgevat om een online concert in kerstsferen te houden. Het doel van het familieconcert was opnieuw: een stukje verbondenheid creëren in de onzekere tijden van het coronavirus’’, vertelt Jacob. Ze treden deze keer op vanuit een studio en krijgen – net zoals in 2020 – hulp bij beeld en geluid van Douwe Gnodde en Riekelt Bakker, van D&R Live Streaming. Deze uitzending schakelen zelfs meer kijkers in. Het is een bevestiging voor het vijftal: dit smaakt naar meer. Vlak daarna wordt voor het eerst het idee geopperd: zullen ze als gezin een heuse kerst-cd uitbrengen? Daar zien ze allemaal wel heil in.

Meerstemmig

Instrumenten worden gestemd, audioapparatuur wordt gereedgemaakt en de stemmen krijgen een opwarmbeurt. Het is hartje zomer 2022 als de kerst-cd van

The Schenk Family wordt opgenomen. Gewoon, op de slaapkamer van Matthias, waar ze eigenhandig een studiootje hebben gebouwd. ,,We hebben bijna alle taken zelf uitgevoerd’’, vertelt Gerben. De opnames van de vijfstemmige samenzang, het inspelen van de instrumenten en zelfs de mixage en het artwork zijn verzorgd door Matthias. ,,De tien nummers vormen samen de cd ‘A Christmas with The Schenk Family’, die in november vorig jaar is verschenen’’, vertelt Gerben trots. ,,Met deze cd hopen we vooral mensen te bereiken die eenzaam zijn tijdens de feestdagen’’, vult Jacob aan.

De stijlen van de nummers zijn uiteenlopend en zowel geestelijke als niet-geestelijke nummers passeren de revue op de cd. ,,Een beetje van alles’’, lacht Jacob. ,,Het meerstemmige komt nog het meest terug in ons repertoire.’’ Zo hebben ze allemaal hun eigen specialiteit als het om de zangstem gaat: Gerben is bas, Matthias bariton, Jacob tenor, Rebecca alt en Albertje sopraan. Jacob, professioneel musicus zijnde, vertelt: ,,Ik hoef er niet al te strak bovenop te zitten. Ze pakken hun rol goed op. Toch is oefenen wel nodig, het gaat niet automatisch. Elke zondagavond repeteren we.”’

In het middelpunt

Een huiskamerconcert zit er in 2022 niet in, want door het opheffen van de coronabeperkingen zijn de agenda’s weer goed gevuld. De familie Schenk bevindt zich in december vorig jaar op een andere locatie dan de Bult: een riviercruiseboot op de Rijn. Albertje: ,,Als gezin waren we gevraagd om vijf dagen mee te reizen met een adventscruise en al zingend het kerstverhaal te vertellen.’’ Het is een indrukwekkende ervaring voor het vijftal. ,,We stonden in het middelpunt en waren in dat opzicht de ‘professionals’ om de muzikale programma’s aan elkaar te knopen. Hier is wel wat improvisatie aan te pas gekomen’’, lacht Albertje. ,,Maar we kijken er met een dankbaar gevoel op terug.’’

The Schenk Family houdt het vooralsnog bij het kerstrepertoire, en ook dit jaar pakken ze uit. Op het moment van het interview bereiden ze zich voor op het kerstconcert op 13 december in het Kerkje aan de Zee. Het volledige programma wordt verzorgd door de vijf gezinsleden. Gerben: ,,De piano, mandoline, gitaar, panfluit, accordeon, mondharmonica en Ierse ‘whistle’ komen deze avond allemaal langs.’’ Het gezin blikt vooruit en Jacob ziet potentie. De kans is groot dat ze het niet alleen bij het kerstrepertoire houden. Ze zien vooral wel wat de toekomst brengt. De passie van het kwintet ligt bij het muziek maken en hiermee hopen ze nog veel mensen te bereiken én te amuseren.

Gerben (25)

kwam op zijn achtste op Vlieland in aanraking met de mondharmonica en leerde die bespelen. Bracht cd’s uit met het instrument en trad ermee op in onder andere Canada. Zit in het laatste jaar van het ArtEZ Conservatorium in Zwolle. Nam twee tussenjaren om weer even orde op zaken te stellen, maar wil dit jaar afstuderen. Hoopt dit te doen op mondharmonica en is daarmee een van de weinigen in Nederland. Is lid van Vocalgroup VIVID Zwolle. Speelt verder nog basgitaar en piano, schrijft nummers en arrangeert muziek.

Rebecca (23)

is kunstenaar en noemt zichzelf een duizendpoot: ze tekent, schildert en schrijft, en is van jongs af aan al creatief bezig. Heeft op het Cibap tijdelijk de opleiding mediavormgeving gevolgd. Zat ooit bij Geke’s Tiental, speelt een beetje ukelele, schrijft zelf nummers en zingt graag: ,,Al heb ik daar nog niet veel mee gedaan.’’ Staat niet al te graag voor een grote groep mensen.

Matthias (18)

heeft de havo afgerond en zit nu in een tussenjaar. Lost in het dagelijks leven zeecontainers en werkt bij Dayseaday. Speelt gitaar en treedt op bij kleine evenementen. Is handig met de knoppen: opnames maken en mixen gaan bij hem van een leien dakje.

Wij we se u gezege de feestdage .

O 2024 za a se e uitdagi ge bre ge v r Ur e de Ur er ec ie.

Sa e grij e we die a se e u e we de uitdagi ge aa .

Sa e staa we ster !

Wij wensen cliënten en bevolking van Urk gezegende kerstdagen en een voorspoedig 2024

T 0527-681788, info@hoekmanshipbuilding.nl www.hoekmanshipbuilding.nl

wenst de gehele Urker bevolking en in het bijzonder haar leden, vrijwilligers, supporters en sponsors

prettige en gezegende feestdagen, een goede jaarwisseling en een sportief en gezond 2024

Stichting Babadag-Roemenië wenst u gezegende kerstdagen en een gelukkig en voorspoedig nieuwjaar.

Heel veel dank voor uw hulp in het afgelopen jaar en wij hopen dat wij ook in het nieuwe jaar op uw hulp mogen rekenen.

Ontdek onze boerderijwinkel

www.boerderijwinkelversluis.nl URKERWEG 16, EMMELOORD 0527 612 984

Bildtstar eigen land 1,

400 gram 0,99

Scharreleieren uit eigen hok

Gieser Wildeman uit de polder 3 kilo 3,99

30 stuks 3,49

Heerlijke nieuwe oogst Grote Spaanse sinaasappels

Desembrood oor 4,99 en mag!

Ambachtelijke kip

5 voor 2,99

Er is weer malse kip-/kalkoenrollade van Laarman

Bildtstar eigen land 1,99

Huisgemaakte ost0,99

Desembrood

oor 4,99 en mag!

Lastminute kerstpakket nodig? Kom gerust langs!

BOERDERIJWINKEL VERSLUIS WENST IEDEREEN HELE FIJNE FEESTDAGEN EN ALLE GOEDS VOOR 2024!

Scharreleieren uit eigen hok

100 gram grillworst + 100 gram kipdijenvlees samen 1,89 Biologische sapjes

30 stuks 3,49

Ambachtelijke kip

100 gram grillworst + 100 gram kipdijenvlees

samen 1,89

Huisgemaakte ost0,99

Biologische sapjes

ZETTERSBEDRIJF

wenst iedereen Gezegende Kerstdagen en een Voorspoedig 2024

Blauwe Zeedistelstraat 6 8321 XN Urk tel. 0527-684431 GLAS

De pleuris op Urk

Isolatie, sinds corona weten we er alles van. In de vorige eeuw was er een soortgelijke ziekte, ook verspreid via geïnfecteerde druppeltjes, die het leven van mensen op de kop zette: tuberculose, in de volksmond bekend als de tering of de pleuris. Veel Urkers zaten door tbc maanden of zelfs jaren in isolatie.

n Tbc-huisje in het Openluchtmuseum. (Foto: LdV)

n Jane Visser-Kramer (90) in haar appartement in De Hofstee. (Foto: LdV)

De 60-plussers kunnen het zich nog goed herinneren: de Mantouxtest. Om tbc op te sporen kregen schoolkinderen een kruisje op de bovenarm, waar vloeistof in werd gespoten. Verscheen er binnen een paar dagen een bobbeltje, dan was het mogelijk foute boel en werd je doorgestuurd voor een röntgenfoto.

Wie nu tbc oploopt krijgt een medicijnkuur van ten minste zes maanden voorgeschreven; bedrust is niet nodig. Dat was heel anders in de vorige eeuw, toen effectieve medicijnen nog niet voorhanden

waren. De diagnose tbc was voor de patiënten een zeer ingrijpende: het betekende een abrupt einde aan het leven zoals ze dat kenden. Patiënten moesten maanden- en soms jarenlang bedrust houden en kregen te maken met heimwee, verveling en eenzaamheid. Zelden hadden ze toegang tot onderwijs, toekomstplannen gingen in de ijskast. Bij voorkeur werden Urker tbc-lijders opgenomen in christelijk sanatorium Sonnevanck bij Harderwijk. Over hen publiceert het Urker Volksleven in 2024 een aantal bijzondere verhalen. Maar het aantal beschikbare bedden was beperkt en niet iedereen kon of wilde weg uit het gezin. De thuisblijvers lagen of afgezonderd op een slaapkamertje, in de lighal van de kruisvereniging, of in een ‘keetje’. Op Urk was namelijk een aantal tbc-huisjes te vinden: demontabele houten huisjes met ramen aan de zonkant. Hoe het leven er voor deze thuisblijvers uitzag herinneren Jane Visser-Kramer en Stiene Kramer-Brands zich als de dag van gisteren.

Anderhalf jaar in een tbc-keetje Jane Visser-Kramer is vijftien als ze last krijgt van ernstige vermoeidheid en draaierigheid bij het bukken. Eerst geeft ze er geen aandacht aan. Ze is in 1933 als tweede van dertien kinderen geboren in het gezin van Cornelis en Zwaantje Kramer. De familie is net verhuisd naar een woning op Wijk 5-60 (deze is later afgebroken). Door ruimtegebrek slaapt Jane bij haar bessien Jane Hakvoort-Post. Daar ligt ze in één bed met tante Jannetje. Haar tante ligt inmiddels ziek in bed met iets wat de dokter een ‘zware longontsteking’ noemt. ,,Ik begon me echt ziek te voelen”, vertelt Jane, in haar gezellige appartement in De Hofstee, waar ze nu enkele jaren woont. Als de pijn niet overgaat gaat Jane naar dokter Andriessen. ,,Typhus”, is zijn vermoeden en stuurt haar door naar het ziekenhuis in Kampen. ,,Ik weet nog dat ik daar op een koude plaat lag. Er werd een röntgenfoto gemaakt. De uitslag: de pleuris, oftewel long-tbc. Het was volgens de dokter nogal besmettelijk.”

Voordat Jane ziek wordt, heeft ze een zware tijd achter de rug. ,,Wij woonden eerst in een heel oud, klein huisje. De dakpannen lagen los op de plinten; als het stormde, stormde het binnen ook. Er was geen stromend water. Ik was altijd aan het sjouwen met bakken naar de pomp”, vertelt Jane. Door de crisis is er weinig te eten, de vis die vader Cornelis meebrengt was de enige bron van eiwitten. De ver-

n Jane aan het breien in het tbc-keetje.

n Jane laat zich als ze beter is in Kampen op de foto zetten.

huizing levert iets meer ruimte op, maar het gezin woont nu pal naast een stal met paarden, koeien en varkens. Jane: ,,Zowel ik als broer Tiemen kregen tbc. Ik heb me altijd afgevraagd of dat misschien door de dieren kwam.”

Kuren in Kampen

In Kampen wordt bij Jane vier keer een dikke naald via de rug ingebracht om vocht uit de longen te halen. ,,Elke keer kwam er een liter etter uit. De dokter legde uit dat het vocht naar mijn hoofd liep als ik bukte, daarom had ik zoveel pijn. Hij kwam op een dag met een glaasje wit spul bij me. ‘Jane, dit is een nieuw medicijn. Lekker is het niet, maar je moet het opdrinken’. Het drankje heet ‘PAS’, para-aminosalicylzuur, dat net is vrijgegeven. ,,Drie keer daags kwamen de zusters het brengen. Na een week kwam er weer een beetje leven in me.” Intussen was tante Jannetje overgebracht naar een sanatorium in Zwolle; het was dus toch tbc. Er werd een long bij haar verwijderd. ,,Ontzettend veel mensen werden toen naar sanatoria gestuurd. Velen hebben het niet gered”, vertelt Jane. Zelf ligt ze negen weken in het ziekenhuis. Dan blijkt er een tbc-tentje op Urk beschikbaar te komen: het huisje waar eerder Tiemen van Urk, de zoon van Klaas en Mariap van Urk, in had gekuurd. Het huisje stond inmiddels in het tuintje van Jan en Fetje Post. Jan en twee van de drie kinderen waren naar Sonnevanck gestuurd. Het keetje wordt Jane’s nieuwe onderkomen. In het houten hok van zo’n twee bij twee meter zal ze anderhalf jaar verblijven. Het keetje staat in een andere wijk en bovendien hebben haar ouders hun handen vol. Vader Cornelis is zetschipper op de UK 162, broer Cornelis vaart op de UK 32. Bijna elk jaar breidt het gezin uit door de geboorte van een broertje of zusje. Moeder Zwaantje regelt eten en schoonmaak. Jane krijgt verder hulp uit onverwachte hoek: buurvrouw Fetje heeft genoeg aan haar hoofd, maar brengt dagelijks kopjes thee en koffie.

Eenzame uren

Hoe is het voor Jane om in een keetje te liggen? ,,Ik had geen pijn maar was wel erg moe. Het was een houten hok, niet geïsoleerd en op het noorden. Het was erg koud in de winter. Er stonden alleen een bed en een stoel. Ik mocht heel lang niet naar de wc, dus ik moest op de po. Fetje bracht elke dag een bak water zodat ik me kon wassen. Het eerste halfjaar mocht ik alleen maar platliggen, daar had ik al snel genoeg van.”

Vader Cornelis heeft voor een klein radiootje gezorgd – dat helpt Jane de eenzame uren door. Vriendinnen komen af en toe langs. Ze zwaaien vanachter het raam. Na een halfjaar wordt het regime iets minder streng: ,,Op een gegeven moment mocht ik een uur per dag lezen. Ik was een boekenwurm, dus al snel las ik alles wat mensen bij me brachten: meisjesboeken, romans over boerenge-

zinnen op de Veluwe, De Spiegel en de Panorama.” De komst van breigaren zorgt voor een doorbraak. ,,Garen was nog op de bon maar bessien Jane kreeg het voor elkaar om roze, lichtblauw en lichtgroen garen te kopen. Ik heb toen meteen een truitje voor mezelf gebreid, en een voor mijn twee tantes. Met elk truitje knapte ik verder op.” Jane heeft nu zoveel energie dat ze ’s avonds stiekem een rondje doet. ,,Even om de toren en over de havens. Ik hield het anders niet uit.”

Door de tbc mist Jane de kans om door te leren. ,,Urk kreeg in die tijd een Mulo en meester Loosman had mijn naam ook op de lijst gezet. Ik was niet dom hoor! Dat ik niet op de Mulo kon vond ik heel erg.”

Sterk geworden

Anderhalf jaar na de diagnose wordt Jane gezond verklaard. Nu kan ze haar leven weer oppakken. Ze helpt haar moeder in de huishouding en krijgt alsnog de kans om in de avonduren de modevakschool in Kampen te volgen. Ze blijkt een talent voor naaien en breien te hebben. Als ze marinebroeken van blauw laken begint te naaien, wordt dit een rage onder jonge mannen. Het verdient goed en ze kan ‘vrijers zat krijgen’. Op 19-jarige leeftijd trouwt ze met visserman Klaas Visser.

Klaas komt uit een gezin van veertien; samen krijgen ze niet minder dan vijftien kinderen: ,,Je weet hoe het gaat, je krijgt het ene kind na het andere.” Naast het moederschap en de boekhouding voor het visserijbedrijf werkt Jane als naaister. Ook breit ze op bestelling met een breimachine. En haar gezondheid? ,,Nooit ergens last meer van gehad. Ik ben er sterk door geworden. Maar zonder het nieuwe medicijn had ik het niet overleefd. De Here heeft me er doorgetrokken.”

Kindertijd in de schaduw van tbc

Een kindertijd bepaald door ziekte. Stiene Kramer-Brands had zelf geen tbc, maar haar moeder wel. Met fatale gevolgen. ,,Wij waren als kinderen nogal gevoelig voor besmetting. Als iemand kuchte waren wij meteen ziek. Ik weet niet beter dan dat we hoestend naar school gingen”, vertelt Stiene, net als Jane woonachtig in De Hofstee. Geboren in 1933, groeit ze op in een gezin dat zwaar getekend is door ziekte. Vader Frans Brands heeft darmkanker en ligt ziek

Een helpende hand

Het Witte (later Groene) Kruis en ‘dameskransen’ streden op Urk onvermoeibaar tegen de pleuris. In 1914 deed de kruisvereniging haar best om een ‘lighal’ voor tbc-lijders te realiseren. Dameskrans Voor Armen Werken is Ons Doel beloofde te zorgen voor de noodzakelijke ‘versterkende middelen’. Die lighal kwam er, maar pas na 1931. Toen kreeg het Witte Kruis een eigen gebouw in Wijk 4 (achter de Oude Bakkerij). Hier was ruimte voor een röntgenapparaat, een kantoortje voor bezoekend longarts dokter Offringa en een kamer met zo’n tien bedden voor tbc-patiënten. Een andere dameskrans, Het Goede Doel, steunde de kruisvereniging. Die haalde geld op door middel van bazars. Het Goede Doel werd in 1931 geïnitieerd door de 15-jarige Jacoba Brouwer. Zij was een ervaringsdeskundige: tien jaar lang lag ze ziek op bed, bijna haar hele leven. Vlak voor haar overlijden nodigde ze een twintigtal vrouwen uit en stuurde een geldverzoek naar de winkeliers. De opbrengst was zó bevredigend dat de vrouwen na Jacoba’s dood het bestrijden van tbc voortzetten. Het Goede Doel bezocht patiënten thuis en in sanatoria en voorzag hen niet alleen van gerookte paling en fruit, maar ook van noodzakelijke spullen als kussens, dekens en reiswiegen. De vrouwen reisden regelmatig in Urker klederdracht naar Sonnevanck, waar ze de patiënten een hart onder de riem staken.

n Stiene Kramer-Brands (90) in De Hofstee.

op bed. Moeder Jantje Brands-Brouwer houdt het gezin op de rit tot ze begint te hoesten. ,,Als ze buiten in de kou en regen de was deed hoorden we haar hoesten. Zuster De Wit kwam langs en zei: ‘Je moet je door laten lichten in Kampen.’ Moeder wilde niet. ‘Alleen arme mensen worden doorgelicht’, zei ze. Dokter Vonk drong erop aan dat ze ging kuren in een sanatorium. Maar va zei: ‘Als jij gaat, Jantje, ga ik dood hoor’. En dan zei ze tegen ons: ‘Loop even naar Martha van Jan Woord om een drankje of wat pilletjes.’”

Mag ik thuiskomen?

Alle drankjes en pillen ten spijt, ook moeder Jantje komt op bed te liggen. Er staan nu twee ledikanten in de woonkamer. Dirkje en Lucas, de jongsten, worden bij familie geplaatst; Jannetje en Stiene blijven thuis. Jannetje gaat drie dagen naar school, Stiene twee dagen. ,,Er moest altijd iemand bij moeder zijn, om te helpen. We hielpen in het huishouden en deden klusjes bij de buren, die een groentezaak hadden. We pasten er op de kinderen, schilden aardappels, zoutten boontjes in en snipperden kool. Dan kregen we elk een gulden en een peer voor mijn moe.”

Vader Frans overlijdt begin 1940, Stiene is dan zeven. Moeder Jantje is te ziek om naar de begrafenis te gaan.

Af en toe tikt Lucas, de jongste, op het raam: ,,Moe, mag ik al thuiskomen?” Het gaat iedereen aan het hart, maar het antwoord is onverbiddelijk: ,,Zo gauw ik beter ben.” Zus Dirkje durft niet eens meer aan te kloppen.

In de gezinnen waar tbc heerst is het armoede troef, vertelt Stiene. ,,We leefden van de kerk”, vertelt Stiene. Het is haar taak om op vrijdagavond bij de diaken een envelop met vijftien gulden op te halen. ,,Moeder vond het vreselijk. Ze was altijd blij als het winter was, want dan was het ’s avonds donker en kon niemand me zien.” Stiene wordt op school door kinderen uitgescholden voor ‘kerkopvreter’.

Verwater niet

Als de oorlog uitbreekt heeft dit voor de familie ook een voordeel: ze krijgen vanwege de ziekte dubbele bonnen en hebben van de Duitsers geen last. ,,Elk jaar mochten Jannetje en ik naar Kampen met de boot om longfoto’s te laten maken. Prachtige tochtjes waren dat.” De Vrijmaking van 1944 hakt er ook bij Jantjes familie flink in. Als familieleden op bezoek komen wordt er hevig gediscussieerd over theologische zaken. ,,Moeder zat dan met een rood hoofd in haar bed. Ze vond het verschrikkelijk.”

Moeder Jantje ligt acht jaar op bed. De kinderen zien haar alleen in een nachthemd. Vlak voor haar dood in 1948 trekt ze nog een keer haar Urker dracht aan en bezoekt een zus bij de vuurtoren.

n Stiene met zus Jannetje en tante Marij Pasterkamp.

Stiene: ,,We vonden haar toen de mooiste vrouw van heel Urk.” Stiene is dertien als haar moeder overlijdt. ,,Blijf bij elkaar en bij de kerk. Verwater niet”, zijn haar afscheidswoorden. De meisjes lopen aan de hand van oom Jurie mee in de begrafenisstoet. Stiene blijft met haar zus in het ouderlijk huis wonen; Lucas mag eindelijk weer thuiskomen. Maar ziekte blijft hen achtervolgen. Beide zussen blijken astma te hebben. Jannetje moet een jaar bedrust houden, Stiene een halfjaar. Stiene heeft tot op de dag van vandaag snel last van haar longen en luchtwegen. Wat is de impact van tbc op het leven van Stiene geweest? ,,De ziekte heeft ons onze jeugd ontnomen. Jannetje en ik hebben elkaar opgevoed. Spelen deden we eigenlijk niet. Op verjaardagen kregen we geen spelletjes maar kleren. Een ‘goeie ouwe tijd’, we weten eigenlijk niet wat dat is”, concludeert Stiene. Ze voelt zich niet bitter, maar vraagt zich wel eens af hoe ze het allemaal gedaan heeft. En terecht.

Wil je ook je verhaal over tbc, het kuren en in de impact op patiënten en families delen? Mail ze via info@vriendenvanurk.nl.

Tbc-opleving

Als vanaf 1900 de sterftecijfers door tbc op Urk worden bijgehouden, blijkt dat die hoger liggen dan het landelijk gemiddelde. Tussen 19011905 is bijna 27 procent van de sterfgevallen te wijten aan tbc, versus bijna 18 procent landelijk. Op Marken is dit trouwens nóg hoger: daar is bijna 35 procent van de overlijdens te wijten aan de tering. Vanaf 1916 verbetert de situatie snel en komt het Urker sterftecijfer zelfs onder het landelijk gemiddelde te liggen.

Maar in de jaren 30 gebeurt er iets vreemds: de tbc-sterfte stijgt weer, tot zo’n 14 procent tegenover het landelijke cijfer van 6 procent. Urk gaat de oorlog in met een zorgelijk hoog aantal infecties; de sterfte is nog altijd ruim het dubbele van de rest van Nederland. Dit betekent dat ondanks alle vooruitgang Urk terug is naar af: de cijfers lijken verdacht veel op de gemiddeldes van het begin van de twintigste eeuw. Wat de situatie nog zorgelijker maakt is dat het vooral jonge mensen zijn die aan tbc komen te overlijden. 16 procent is jonger dan 5 jaar, bijna 75 procent jonger dan 30. Als patiënten eenmaal de 30 gepasseerd zijn neemt de kans op overlijden snel af.

Dr. L.J.H.B. Paul onderzoekt in 1941 op Urk 2666 inwoners (67 procent van de bevolking). Hij wil weten waarom onder de gezonde en sterke bevolking een hoog tbc-sterftecijfer wordt aangetroffen. Hij treft naast sporen van oude een relatief groot aantal nieuwe, actieve besmettingen aan, 52, waarvan 15 open tbc. Dr. Paul gaat niet in op de sociaal economische omstandigheden voor en tijdens de oorlog. Hij wijt de infecties aan het ‘bijeenhokken in de vooronders’, hygiëne op de schepen, gebrekkige behuizing en het ‘zeer intensief’ maatschappelijk verkeer op het eiland. Ook erfelijke factoren zouden een rol kunnen spelen, maar daar vindt Paul geen bewijs voor.

Door Lucia de Vries

‘En nadat zij de koning aangehoord hadden, gingen zij op weg. En zie, de ster die zij in het oosten gezien hadden, ging hun voor, totdat hij boven de plaats kwam te staan waar het Kind was.’ MATTHEÜS 2 : 9

BEWONERS, CLIËNTEN, MEDEWERKERS, BESTUUR EN RAAD VAN TOEZICHT VAN TALMA URK WENSEN U

In deze tijd vol verandering mogen we vol vertrouwen omhoog zien op Hem, die altijd dezelfde is. We wensen iedereen voor nu en het nieuwe jaar die onveranderlijke, troostrijke en hoopgevende boodschap van kerst toe.

Gezegende kerstdagen en een voorspoedig nieuwjaar

Werkpl aats: Doove Balg 1, 8321 WE Ur k Tel.: 0527 683459 l.:

Bij inlevering van deze waardebon* bij het Haventje van Urk krijg je een gratis getapt Bokkerbier! *GELDIG T/M 31 JANUARI 2024

Willem, Johan, Vincent & Geert wensen u namens

Timmerbedrijf en Meubelmakerij ‘Jora Urk’

Gezegende Kerstdagen en een Voorspoedig 2024.

Tel. 0527 - 684053

wenst u een gezegend en voorspoedig nieuwjaar

wenst u veel heil en zegen in het nieuwe jaar.

EEN FIT EN GEZOND 2024 KUNT U WEER BIJ ONS TERECHT.

Wij wensen de Urker bevolking

Gezegende Kerstdagen en een Voorspoedig 2024

P.V. ‘Tot Weerziens’

wenst een ieder GEZEGENDE KERSTDAGEN en een GOED, SPORTIEF 2024

Bestuur en leden

Tel. 0527-239013 | info@FlevoPallets.nl | www.FlevoPallets.nl

WENST U GEZEGENDE KERSTDAGEN EN EEN VOORSPOEDIG 2024

Handelingen 9 : 33 en 34 Mannenkoor Enéas

wil langs deze weg de bevolking van Urk Gezegende Kerstdagen en een gezond en voorspoedig Nieuwjaar toewensen.

Bestuur, koor en dirigent

Wij wensen iedereen gezegende Kerstdagen en een voorspoedig 2024

Bedankt voor het in 2023 in ons gestelde vertrouwen.

We wensen u een gezegend en voorspoedig 2024.

jongens van AB Tuinstijl

Bestuur, dirigent en leden van het mannenkoor ‘URKER

wensen de bevolking van Urk

Over veerkracht Doorzettingsvermogen En de roepstem

Het duurt eventjes voordat de deur open zwaait. Niet alleen omdat de familie De Boer niet gewend is de voordeur te gebruiken; iedereen komt immers gewoon achterom? Maar ook omdat traplopen voor Klaas geen vanzelfsprekendheid is. Niet meer. De goedlachse 29-jarige nodigt hartelijk binnen. Even later schuift ook Willize aan. Een pittige jonge vrouw. Ze vullen elkaar gedurende het gesprek naadloos aan. Waar hij even hapert, weet zij moeiteloos feiten op te sommen. Waar zij stilvalt, vindt hij de woorden. Een gesprek over hoe het is een ledemaat te verliezen. Een deel van jezelf. Zo maar, ineens. Maar vooral over veerkracht. Doorzettingsvermogen. En de roepstem. Zoek Hem!

Wn De brandweer werd ingeschakeld om de gewonde visserman van boord te takelen.

illize zit met haar kinderen rond de keukentafel. Vrijdag. Patatdag. Maar bovendien: vader Klaas komt dan thuis van de kotter. Ze ontvingen die middag nog een berichtje van hem. Vanuit het Duitse Cuxhaven. Het werk zat er bijna op. Nog even nieuwe klossen insteken en de broers, (schipper) Maarten en Klaas, zouden in de auto naar Urk stappen. Vier uurtjes rijden. Nou ja, met het gure weer en de sneeuwval, misschien een halfuurtje langer, maar dan kan het weekend beginnen. In Cuxhaven besluiten de broers hun garnalenkotter in de binnenhaven te leggen. Een fijnere plek, zo aan de Elbe. Want in de buitenhaven, waar ze nu nog de laatste puntjes op de i zetten, is het scheepje onderhevig aan de getijden. Een gedoe met het uitmeten van de touwen, zodat er voldoende lengteverschil inzit. Wanneer ze aankomen bij de sluis, zien ze het meteen: die ligt stampvol. Hun UK 156 kan er nog nét bij. Klaas staat op de boording om het meertouw om de bolder te werpen. Een routineklusje. Maar ook precisiewerk. Met zo’n volle bak in de sluis liggen beschadigingen door botsingen op de loer en het is dus zaak om de kotter zo snel mogelijk stil op zijn plek te krijgen. Bij het aangooien haakt het touw om zijn rech-

terenkel. Hij ziet het gebeuren. Schreeuwt naar Maarten die op zijn beurt de kotter meteen in zijn achteruit zet. Klaas probeert zijn voet los te wrikken, maar het touw sluit zich. Steeds vaster. De staalkabel die schuin over het dek richting de giek voert, komt akelig dichterbij. Het been van Klaas beweegt onvermijdelijk richting die kabel en eerder dan dat hij de pijn voelt, hoort hij de botten in zijn enkel knappen. Als luciferhoutjes. Door de immense kracht van het schip. Dit is mis. Broer Maarten rent vanuit de stuurhut naar het dek. Als Klaas zo schreeuwt, is er iets ernstigs aan de hand. Schreeuwen, dat doen ze bij de broers De Boer immers niet zomaar tegen elkaar. Daarom heeft hij direct al, nog voordat hij naar beneden rent, de sluiswachter gewaarschuwd. Hulpdiensten zijn onderweg. Klaas ligt op het dek. Zo vanbuiten is er weinig aan te zien. Maar hij is erg in paniek en praat maar door. Over zijn voet, over dat het kapot is. Dat het zo verschrikkelijk veel pijn doet. Maarten legt vakkundig de kotter vast, en haast zich terug. Meer mensen van andere schepen proberen vanaf de kade Klaas gerust te stellen. Eerst die laars maar eens los. Zien wat er loos is. Een mes wordt aangereikt. Maar Klaas verzet zich ertegen. Die laars

blijft aan. Hij voelde het eerder al: die voet hangt alleen nog dankzij mijn vel aan mijn been vast. De rest is stuk.

Sneeuwvlokjes worden door de ijzige wind over het dek geblazen. Ambulancepersoneel besluit de brandweer in te schakelen om Klaas van boord te takelen. De man geeft zoveel pijn aan; hoe moet het anders? Met handen en voeten proberen ze zich in steenkolenengels heen en weer verstaanbaar te maken. Het Duits zijn de broers De Boer weinig machtig. Pain, pain. Klaas blijft het herhalen. Een infuus wordt aangelegd. Eindelijk morfine. Been gebroken. Met die boodschap belt broer Jan – in dezelfde haven maar met een andere kotter –zijn schoonzus Willize. Net als Klaas liggend op het dek al had berekend, denkt ook zij: die is een week of twaalf uit de running. Een gebroken been duurt wel even qua herstel. Het huis aan het Noorderzand stroomt gedurende die vrijdagavond vol. Bezorgde familieleden willen weten hoe het gaat. Schoonvader Klaas komt langs. Hij wil wel met Willize naar Cuxhaven rijden. Zelf zien hoe het is. De moeder van Willize is uit Grafhorst dan al gearriveerd. Zij gaat op de kinderen passen: Lukas, dan ruim twee jaar en Joselien, de baby van vier maanden. Intussen probeert Willize haar man te bereiken, maar haar berichtjes worden niet gelezen. Het loopt inmiddels tegen tienen en nog altijd is er geen nieuws vanuit Duitsland. Wat duurt het allemaal gek lang, ze zullen zijn been er toch niet afhalen? Een gedachte die dan al door haar hoofd schiet.

Broer Jan is met Klaas mee gegaan naar het ziekenhuis. Zijn broer wordt op een brancard de lift ingeduwd. De deuren sluiten. Urenlang blijft het stil. Wanneer de laars van zijn been wordt verwijderd en de artsen zich over het vermeende gebroken ledemaat buigen, zien ze het al snel. Dit wordt een schier onmogelijke klus. Niet alleen de botten zijn gebroken, alle pezen, alle vaten, alles is stuk. Na een slapeloze nacht, nog altijd zonder teken van leven van Klaas, stapt Willize die zaterdagmorgen met schoonvader Klaas in de auto richting Cuxhaven. De vier uur lijken eindeloos te duren. Wanneer ze rond tienen arriveren valt alles ineens samen: Klaas ligt in zijn ziekenhuisbed, zijn rechterbeen is ingezwachteld en er steken allemaal metalen pinnen uit, de chirurg is er ook net om uit te leggen hoe het verder gaat. Hoe slecht het met zijn been gesteld is. Hoe groot de kans is, dat de voet alsnog geamputeerd zal moeten worden. Misschien is het de taalbarrière, of de manier waarop het allemaal gaat in deze kleine kliniek, eigenlijk niet berekend op een dergelijke ingreep, maar ze willen er simpelweg niet aan. Eerst Klaas maar eens naar Nederland zien te krijgen. Naar een vertrouwd ziekenhuis. Maar als Willize de voet van haar man vastpakt voelt ze het. Koud. Levenloos. De pijn van een afstervend ledemaat is onbeschrijflijk. In de Duitse kliniek leggen ze de strips medicatie voor de hele dag alvast op het nachtkastje. Klaas blijft er naar grijpen. Alles om die afgrijselijke pijn te verhelpen. Willize handelt kordaat. Ze doseert de medicatie en slaat samen

met Maarten en Jan aan het bellen. Klaas naar een Nederlands ziekenhuis krijgen; het moet hoe dan ook lukken. Intussen blijven de artsen op een amputatie hameren. een chirurg doet het in het ziekenhuiskamertje voor. Hoe Klaas jaren zal strompelen, als hij voor behoud van zijn voet kiest en hoe hij fluitend met een prothese door het leven zal kunnen gaan. Het idee staat zover van ze af. Bovendien: daarmee zou zijn vissermansbestaan in één klap voorbij zijn.

Uren en tientallen telefoontjes later komt er vanuit Nederland het gehoopte antwoord. Er is een repatriëringsmogelijkheid voor Klaas. Maandagmorgen, dankzij extra inzet van de mensen van Broeder de Vries, wordt hij opgehaald en naar Zwolle vervoerd. Later zien ze het als besturing. Dat het toch nog binnen de gestelde termijn lukte. Een dag later en amputatie, daar in Duitsland, was niet meer te vermijden geweest. Een levensveranderende ingreep. Zonder begeleiding in je eigen taal. Ze moeten er niet aan denken.

Vijf chirurgisch specialisten buigen zich in het Isala ziekenhuis over de voet van Klaas. De doppler wordt erbij gehaald om op vaatniveau energie te meten. Nul. Maar ik voel het wel. Klaas is overtuigd dat hij de tanden van de vork die de chirurg over zijn voetzool haalt, voelt. Dan moet hij zijn ogen dichtdoen, zijn hoofd onder het kussen stoppen. En dit? Voel je dit? Klaas blijft stil.

Haal dat been er dan alsjeblieft nu meteen af. Klaas is stellig wanneer de artsen vertellen dat amputatie de enige manier is. Dat ze gaan proberen het zo goed mogelijk te doen. Dat ze tot ongeveer 15 centimeter onder de knie willen sparen, om de manier van lopen met een prothese, later, na een lang revalidatietraject, zo goed mogelijk te laten zijn. Als het lukt. Want het verstervingsproces in de voet is al langer ingezet. Klaas’ tenen verkleuren. Er is haast geboden.

Het doet wat met haar wanneer ze Klaas gedag kust. Onder het laken zijn nu nog de contouren van twee voeten zichtbaar. Straks, dan komt hij zonder rechteronderbeen weer bij haar terug. Hoe zal het gaan? Hoe zal Klaas ermee omgaan?

Wil je het zien? Je moet er toch een keer naar kijken. Het is de verpleegkundige op de gipskamer die een paar uur na de amputatie gips moet aanbrengen op de stomp om zwelling zo goed als mogelijk tegen te gaan.

Het is november 2023. Dik een half jaar na het ongeluk op vrijdag 10 maart aan boord van de UK 156 en de amputatie van zijn rechteronderbeen, drie dagen later. Klaas trekt zonder schroom, in een gemakkelijke houding op de bank in de huiskamer aan het Noorderzand, zijn prothese los. Foto’s van hoe de stomp eruit zag laat hij zien. Kijk maar. Vergelijk het eens met nu. Kijk, een veel smaller been. De prothese is dan ook al meerdere keren aangepast. Hij kan ermee uit de voeten, maar helemaal eigen voelt het niet. Er zit geen gevoel in. Feitelijk sleept hij dagelijks meerdere kilo’s dood gewicht aan zijn rechterknie mee. En dat kost energie. Veel meer dan je zou denken. Hij moet er dingen voor laten. Op de vloer samen met Lukas autootjes laten racen bijvoorbeeld. En even? Dat is er niet meer bij. Maar Willize en hij zijn op elkaar ingespeeld. Laat Klaas per ongeluk zijn horloge boven liggen, rent zij even voor hem op en neer

om het te halen. Ze weet hoeveel moeite het hem kost. Dat hij dat later weer moet terugbetalen. Als het tegenzit in de vorm van blaren op zijn stomp, waardoor hij de prothese niet kan dragen. Klaas laat het lang niet altijd merken, hoeveel meer energie het kost, maar dat hij niet met haar meeloopt wanneer ze voor de kerkdienst de kinderen bij een snaor brengt, zegt alles. Die honderd meter extra, het zou zomaar te veel kunnen zijn.

Niettemin zijn ze dankbaar. Voor hoe vlot het herstel toch verliep. Dat Klaas niet eens intern in de Vogellanden hoefde te revalideren, maar na een week ziekenhuis en een weekendje verlof ‘gewoon’ bij zijn gezin kon zijn. Dankzij handige broers en vrienden, die in no-time het toilet thuis geschikt hadden gemaakt voor een invalide. Dat er een scootmobiel op de kop kon worden getikt, waarmee hij op mooie zomerdagen met zoontje Lukas rondjes over de haven kon doen. Dat hij inmiddels zelfs, al schiet zijn prothesevoet nog weleens van het pedaal af, met de fiets opperdan kan. Dat ze elkaar nog hebben. Maar ook omdat ze zijn stilgezet. Er is hard op de rem getrapt. Zo voelen ze het allebei. Het leven gaat niet alleen om werken. Om geld verdienen. Om je taak in je gezin te vervullen. Het was een duidelijke roepstem.

Wie

Klaas is de zestiende in het achttien kinderen tellende gezin van Klaas en Wybrigje de Boer. Hij ontmoette Willize van Wendel uit Grafhorst, tijdens de Visserijdagen op Urk. Op Urk gaan wonen? Prima. Maar dan ga ik er ook helemaal voor. Dat nam Willize zich stellig voor en het lukte. Binnen een jaar sprak ze vloeiend Urkers. De twee trouwden op een prachtige maar koude dag in april 2019 vanuit de Jachin Boazkerk en werden gezegend met de geboorte van Lukas en Joselien – een ondernemend stel kinderen van nu drie en bijna een jaar.

Werk

Voordat Klaas in 2013 aan boord stapte van één van de garnalenkotters in het familiebedrijf, werkte hij achtereenvolgens bij een garagebedrijf en in het installatiebedrijf van een broer. Vader Klaas hamerde er bij al zijn zonen op dat ze, voordat ze visserman zouden worden, een opleiding aan de walle genoten. Om op terug te kunnen vallen. Klaas koos het vak automonteur en ontwikkelde zich tot een jongeman met twee rechterhanden, voordat hij toch aan boord verdaagde. Een uitkomst, want met de kennis uit de sector en die twee rechterhanden, heeft hij tijdens zijn revalidatie werk gevonden. Bij VCU/TCD is hij nu drie middagen per week in zijn element als magazijnman. Een kans die hij met beide handen aangreep en waarvoor hij dankbaar is.

Waarom

Je verhaal vertellen in de kerstkrant van Het Urkerland? Klaas en Willize zeiden niet meteen volmondig ja. Want op de voorgrond staan, dat past helemaal niet bij hen. Doe maar gewoon. Maar het is ook een gelegenheid om te laten weten hoe het nu gaat en een heel hartelijk dankjewel te zeggen tegen al die mensen die na het ongeluk zo vol medeleven waren. Kaartjes, attenties, en zelfs gevulde enveloppen, werden door de brievenbus gegooid en voor de deur gezet. Ook door mensen die ze helemaal niet kennen. Dankbaarheid daarvoor in woorden uitdrukken, is bijna niet te doen. Wat een warmte ging ervan uit!

n Revalideren, zoon Lukas wandelt mee. n Zelf weer in de tuin aan de slag.

Fijne Feestdagen

Fijne Feestdagen

Maak kans op mooie prijzen!

Maak kans op mooie prijzen!

Prijsvraag

Prijsvraag

Weet jij bij welke winkel de foto genomen is?

Weet jij bij welke winkel de foto genomen is?

22 DECEMBER

‘My wish for you’ wensboomactie 10.00-14.00 uur en een gelukkig nieuwjaar en een gelukkig nieuwjaar

Namens kinderdagverblijf Ut Kuukediefien wensen wij u

en een voorspoedig 2024

NIJVERHEIDSPAD 10 URK www.facebook.com/utkuukediefien | 0527 851109 | www.kinderdagverblijfurk.nl

Ok in 2024 bringen wai mit un bult liefde al ut lekkers wat wai maken wier bai jelui in eus! Snack Driving Home for Christmass

Goede vangst en steeds een behouden thuiskomst! wenst de Urker bevolking en

Fam. Gnodde wenst een ieder

en een

We staan ook in het nieuwe jaar, graag weer voor u klaar. www.lachateline.eu

Bedankt voor het in 2023 in ons gestelde vertrouwen. We wensen u een gezegend en voorspoedig 2024.

Gedwongen uit Parijs, gesetteld in Londen, maar thuis op Urk

Nassima Mahdaoui (30) is een echte Franse Urker

Ze werd als dochter van Algerijns-Marokkaanse ouders geboren in de omgeving van Parijs, kwam als kind terecht bij familie Van Urk-Kaptijn en woont tegenwoordig in Londen. Niet verwonderlijk dus dat in haar spreken Franse, Urker en Engelse woorden elkaar in rap tempo afwisselen. Nassima Mahdaoui blijft zich verbonden voelen met het dorp waar ze haar jonge jeugd doorbracht: ,,In Londen en Parijs is het leuk hoor, maar niet zo als op Urk.”

De plek bovenin de karakteristieke, rode dubbeldekker biedt een mooi uitzicht op het altijd in beweging zijnde centrum van Londen. In het donker van de avond vallen de fonkelende straatversieringen en vrolijk opgetuigde kerstbomen extra op. Ondertussen doet Nassima als een volwaardige gids enthousiast verslag van de voorbijglijdende bezienswaardigheden. Dan priemt haar vinger plotseling richting een donker portiek, links van de straat. Zeven hoopjes liggen op matrassen naast elkaar. Ook dat is Londen.

n Nassima met haar hondje Mickey.

Haar achtergrond leerde haar verder te kijken dan de verlichte gezelligheid. Om oog te hebben voor de minder bedeelden. Om jong te vechten voor haar positie in de samenleving. Om zelfstandig en ambitieus te zijn. ,,Hoe noem je dat… Not afraid of challenges? Soms weet ik even het Nederlandse

woord niet”, verontschuldigt ze zich. ,,Ik ben erg avontuurlijk. Morgen kan ik in New York wonen”, klinkt het vervolgens vastberaden. De spontane verhuizing naar Londen in 2019 maakt het niet moeilijk om haar op haar woord te geloven. Hoe avontuurlijk ook, ergens voelde Nassima zich ook gedwongen om deze stap te maken. De zoektocht naar een baan in Parijs verliep stroef. Eerder rondde ze met succes zowel een bachelor Foreign Languages als een master Education af aan twee Parijse universiteiten. Gedreven als ze is, wilde ze graag een mooie baan, passend bij haar niveau. Na meerdere afwijzingen bekroop haar een vervelend gevoel. Ze hadden haar liever niet.

Leven in krankzinnigheid

Ingewikkeld. Zo noemt Nassima de omstandigheden waarin ze opgroeide in Nanterre, een westelijke buitenwijk van Parijs. Maar noem het maar gewoon zeer armoedig. Nassima’s ouders, Mohammed en Houria, leefden de eerste jaren van hun huwelijk samen met hun vier kinderen een onstabiel leven in een bidonville, een sloppenwijk. Kort daarvoor waren ze geëmigreerd, Mohammed uit Algerije en Houria uit Marokko. Samen met Algerijnse, Portugese en Marokkaanse immigranten zochten ze hun kans in Europa. Al snel bleek dat er geen plek voor hen was in Parijs en zo belandden ze in de sloppenwijk. Grote geldproblemen, een tekort aan eten en drinken, geen elektriciteit en een overschot aan muizen vormden daar de dagelijkse realiteit. Stukken karton werden gebruikt als dak en bed en een stuk hout diende als muur. De wijk werd in de volksmond daarom ook wel la folie genoemd: krankzinnigheid. Met die term werd bedoeld dat de omstandigheden in de wijk de mensen haast tot krankzinnigheid zouden drijven. Voor steun waren de inwoners van la folie afhankelijk van elkaar, of van stichtingen die langskwamen.

Nassima wordt samen met haar tweelingzus Fatna op 9 februari 1993 geboren in het ziekenhuis van Nanterre. Even verkeert familie Mahdaoui op een roze wolk, blij als ze zijn met de geboorte van de tweeling. Maar zodra de ziekenhuisdeuren zich achter hen sluiten, weten ze wat hen te wachten staat. Geen slingers, geen taart en geen wiegjes in ieder geval. Zorgen voor twee pasgeboren baby’s in la folie; hun leven in de sloppenwijk lijkt steeds krankzinniger te worden.

Afscheid zonder vooruitzicht

Op een dag komen ook De Vreugdezaaiers langs. De leden van die stichting laten hun oog vallen op familie Mahdaoui. ,,Hun doel was om Franse kinderen die in armoede leefden, een kans te geven op een goede toekomst. Ze wilden mijn zus Fatna en mij, gezien onze jonge leeftijd – we waren nog maar baby’s – graag in bescherming nemen. Ze vertelden mijn ouders dat ze ons aan de stichting konden

meegeven tijdens de crisisjaren, dan zouden zij een goed thuis voor ons zoeken. Ondertussen moesten m’n va en moe dan werk zoeken en hun situatie verbeteren, zodat wij weer terug konden komen als het thuis beter ging. Dat was de deal.”

Het is even stil.

Dan vervolgt ze: ,,Maar zeker geen eenvoudige, ik weet zeker dat het ze veel pijn heeft gedaan. Mijn moeder praat er nooit echt over. Wel heeft ze me verteld dat mijn vader en zij niet wilden dat we in een atheïstische omgeving zouden terechtkomen. Ze had wel vertrouwen in de christenen, die noemde ze people of the book. Er was geen geld voor onze opvoeding, voor melk niet en voor pampers niet. Ze hadden geen keuze, eigenlijk waren ze verplicht om akkoord te gaan.”

In het najaar van 1993 nemen Mohammed en Houria afscheid van hun twee meisjes. Ze weten niet wanneer ze hun kinderen weer in hun armen kunnen sluiten. Wel weten ze dat hen een betere en veiligere omgeving wacht dan die zij op dat moment kunnen bieden. Een omgeving waar ze onbezorgd kind kunnen zijn. Een laatste kus en knuffel, een allerlaatste groet. Dan sluiten de deuren van de bus voor hun ogen. Nassima en Fatna, nog slechts negen maanden oud, liggen in de armen van een vrijwilliger. De bus zet koers naar Nederland.

De tweeling gescheiden

In gespannen afwachting staat Alie Kaptijn, samen met haar vader Kees, tussen alle andere Nederlandse gezinnen in Zwolle. Wat zouden ze krijgen? Een jongen? Een meisje? Of misschien toch die ene tweeling? Dat zou gezellig zijn! Afgezien van de dag en tijd dat ze in Zwolle moesten zijn, was hen niets verteld. Nog even... Dan zullen hun vragen eindelijk worden beantwoord.

Nassima: ,,Aan Alie was verteld dat ze de tweeling wel kon krijgen, maar die belofte bleek ook aan een andere vrouw gemaakt te zijn. Bij aankomst hebben ze ons daarom maar gesplitst. Mijn zus Fatna ging mee naar Epe en ik ging met Alie mee naar Urk. We geloven allebei dat dit zo heeft moeten zijn, God wist wat het beste was voor ons. Ik ben daarna zo’n drie jaar bij Alie gebleven. De Nink 76, ja, ik weet het nog precies.”

Onrust in Frankrijk Pas een aantal jaren nadat de tweeling een veilig tweede thuis heeft gevonden, komt de Franse overheid met vragen. Waar zijn jullie kinderen?! ,,Toen mijn ouders vertelden dat wij in Nederland waren, startte de overheid een onderzoek naar het werk van De Vreugdezaaiers. Met als resultaat dat mijn zus en ik na drie jaar weer terug zijn gegaan naar Frankrijk. We mochten gelukkig nog wel iedere schoolvakantie naar Nederland, dat regelde de stichting.”

Als Nassima acht is, ligt er ineens een officieel uitziende brief op de mat. Met de uitslag van een rechtszaak. Wat bleek? De stichting mocht niet langer naar Frankrijk komen. Dit zou betekenen dat Nassima en Fatna nooit meer naar Nederland konden. ,,Ik moest kreeten, ik wilde graag naar Urk. Mijn zusje wilde ook graag naar haar familie in Epe. Onze ouders besloten toen om ons elke schoolvakantie zelf naar Nederland te brengen. Samen met vader gingen we met een bus van Eurolines naar Sloterdijk, daar haalde Alie mij dan op.”

Nassima druul urtepuul Nassima. Het kleine meisje met haar donkere krulletjes is al snel een bekendheid op haar vakantie-adres op de Nink. Vanaf haar derde jaar is Nassima iedere schoolvakantie op Urk te vinden ,,Ik werd door iedereen opgehaald voor een roendjen en dan kreeg ik ook een ijsje. Kinderen op de buurt kwamen langs om te vragen of ze met me mochten spelen, ik had heel veel maos. Ook had ik een klein hondje Mickey, dat nam ik overal mee naartoe in mijn wagen. Ik stond daarom ook wel bekend als ‘het maotjen met Mickey in de wagen’. Mn bèbe had ook een leuke naam voor me: Nassima druul urtepuul. Zo noemde hij me vanaf dag één.”

Herinneringen aan Urk zijn er te veel om op te noemen. Maar eerst is het tijd voor thee, in overeenstemming met de Britse theetraditie. Het interview wordt vervolgd in Nassima’s woonkamer in de Londense wijk Cricklewood. Vanuit de keuken klinken flarden van een Franstalig gesprek met één van haar huisgenootjes. Moeiteloos schakelt Nassima vervolgens over op het Urkers. ,,Ik heb ook een schaaltje met koek erbij, op z’n Urkers hè.” ,,Pannenkoeken. Mega veel pannenkoeken bakken op de Pyramideweg. Mét m’n bèbe.” Het is het eerste dat Nassima te binnen schiet. ,,Ik kan me ook nog goed herinneren dat er op het plat vier koepels zaten, daar kwam zo’n heerlijke geur uit! Ik ging dan door het raampje kieken en ruiken. Bèbe vertelde me dan dat ze bij Jan de Bakker brood aan het maken waren. Voor mij is dat echt een geur van vroeger, een soort souvenir van Urk. Ook mocht ik bèbe altijd helpen met het netten boeten.” Dan schiet ze in de lach: ,,Ik was de eerste dag dat ik weer op Urk was altijd zo enthousiast, dan rende ik met veel kabaal de trap op bij bèbe en bes. ‘Rustig, rustig’ zei bèbe dan.

Net voor de vakanties mocht ik altijd mee met mijn nichtjes

n Het lievelingsplekje van Nassima: het bankje boven bij de vuurtoren.

naar de basisschool. Ik was dan al op Urk, omdat de Franse zomervakanties langer zijn. ‘Jie bin dat Fraanse maotjen?’ vroegen ze dan. Bij verjaardagen mocht ik ook een verjaardagshoedje op en mee met trakteren. Ik vond het super gezellig en wilde nooit weg. Als ik weer terug moest naar Frankrijk, probeerde ik altijd een weekje langer te blijven, zodat ik ook mee kon naar school.”

‘Ik móét nou naar Urk. Dan haal ik een ticket en dan ga ik’

In eerste instantie speelde Nassima vooral in de straatjes nabij de Nink en de Pyramideweg. ,,Op het hoekje bij de apotheek deed ik altijd rommelmarktje met Alie Snoek. Met het geld dat we ophaalden, mochten we naar Jan de Bakker. Daar haalde ik zure snoepjes, heerlijk vond ik die. Ook de patat van de Ouwe Möllum vond ik lekker. Maar mijn lievelingsplekje is toch wel het bankje boven bij de vuurtoren. Daar hoor je het geluid van de zee: sssjjjjhh sssjjjhhh”, met haar hand maakt ze een golvende beweging. ,,Als ik op Urk ben, moet ik altijd naar dat bankje. Dan ga ik eerst om een bekkien bij mijn familie. Dat vind ik ook zo fijn aan Urk: die gastvrijheid”, klinkt het tussendoor. ,,Het is hier altijd: ‘eerst effen een bekkien!’. Daarna ga ik dan gelijk naar dat bankje. Daar kijk ik altijd weer terug op mijn jeugd. Hoe kan het dat ik hier, na al die jaren, nog steeds op dit bankje zit? Dat ik nog steeds die band heb met Urk? Veel Franse kinderen zijn nooit meer teruggekomen in hun Nederlandse dorp of stad, maar ik kan niet zonder Urk. Soms heb ik gewoon zo’n moment dat ik denk: ik móét nou naar Urk. Dan haal ik een ticket en dan ga ik”, klinkt het resoluut. ,,Urk is echt een stukje van mij.”

Wonen op Urk?

In Londen heeft Nassima inmiddels haar plekje gevonden als technisch accountmanager. Daar kijkt niemand naar haar afkomst, zoals dat in Frankrijk wel het geval was. Haar gevoel vertelde haar dat de vele afwijzingen in Parijs verband hielden met haar naam en achtergrond. Inderdaad, ze kent een instabiel verleden. Maar juist daarom vindt ze een stabiele toekomst en een plek waar ze geaccepteerd wordt zo belangrijk. Waarschijnlijk in Engeland, maar wie weet ooit ook wel op Urk. De plek waar ze zich, boven Parijs en Londen, écht thuis voelt. ,,Urk vergeet je niet. Ik denk dat ik later met mijn eigen kinderen, als ik die mag krijgen, ook weer naar Urk ga. Dan gaan we samen nieuwe herinneringen maken.”

Het Berechja College bruist! Dat mogen we doen onder de zegen van de Heer en dat kunnen we doen omdat we mogen putten uit de Bron:

Bron van Goedheid; overstelpend

Bron van Licht; overweldigend

Bron van Trouw; onveranderlijk

Naar Jacobus 1:17

Elke goede gave en elk volmaakt geschenk is van boven (Bron van Goedheid) en daalt neer van de Vader der lichten (Bron van Licht), bij Wie er geen verandering is, of schaduw van omkeer (Bron van Trouw)

GezegendeKerstdagen

en een Gelukkig Nieuwjaar

bedankt al zijn klanten voor het door hun gestelde vertrouwen

Wij wensen u: GEZEGENDE KERSTDAGEN EN EEN VOORSPOEDIG NIEUWJAAR

Sterk onze hand, en zegen onze vlijt. Bekroon ons werk en nu, en t’ allen tjd.

Team Urk van RST Zorgverleners wenst u gezegende kerstdagen en Gods zegen voor het nieuwe jaar.

Ook in 2024 kunt u voor passende verpleging en verzorging thuis weer bij ons terecht.

Wij zijn 24 uur per dag bereikbaar op telefoonnummer 085 - 000 07 13.

RegioOndernemersUrk wenst iedereen Gezegende Kerstdagen en een Voorspoedig 2024!

Gezegende Kerstdagen. Veel Heil en Zegen toegewenst!

Het team van Profnis wenst u gezegende feestdagen en een voorspoedig nieuwjaar!

Van de Biblebelt naar het einde des lands

Het plaatje klopte. Dominee en domineesvrouw in een CGK-gemeente van het zwaardere soort. Hij altijd in zwart pak, zij in lange rok. Gezin met zeven kinderen. SGP, SV, RD en alle andere juiste afkortingen. Door en door Biblebelt. Maar sinds een jaar wonen Albert en Jolien Hoekman met hun gezin in Hongerige Wolf, een vlek in Groningen, die haast niet verder verwijderd kan zijn van de wereld die zo lang als vertrouwd voelde. Wat is er gebeurd?

Albert komt de kamer binnen met een paar blokken hout die hij van buiten heeft gehaald. De potkachel wil nog niet op gang komen deze ochtend, maar even later trekt een behaaglijke warmte door de voorkamer. Inmiddels heeft Jolien ergens in de lange, uitgebouwde arbeiderswoning koffie gemaakt en komt daarmee binnen.

Buiten ligt het lege land onder een grauwe hemel. ‘Van het einde des lands roep ik tot U’, citeert Albert Psalm 61 met een knipoog. Het past uitstekend bij Hongerige Wolf, een gehucht in het oosten van de provincie Groningen. Vanaf Urk rijd je er in bijna twee uur naartoe. Van de rest van Nederland merk je hier niet zoveel, behalve als de grond soms beeft als gevolg van het gas dat hier jarenlang zo dankbaar is opgepompt. Elkaar helpen is hier zo gewoon dat dankjewel zeggen als ongepast wordt ervaren. De omgeving is rijk aan prachtige herenboerderijen, waarvan sommige oogverblindend gerestaureerd zijn en andere in verval geraakt. Hongerige Wolf is niet veel meer dan een rij woningen die samen schuilen tegen de wind, die hier altijd waait.

Tien jaar studeren

Op de middelbare school wist Albert al dat hij predikant wilde worden. Hij werd geroepen met de woorden die klinken bij de roeping van Jesaja. Hij studeerde eerst vijf jaar theologie in Utrecht en daarna nog vijf jaar aan de Theologische Universiteit in Apeldoorn. ,,In 2007 werd ik beroepen door Rotterdam-Kralingen. Met vier kleine kinderen verhuisden we daarheen vanaf Urk. In 2015 hadden we inmiddels zeven kinderen, van wie de meeste in de tienerleeftijd, toen we naar Alphen aan den Rijn gingen.”

Een hele overgang. ,,Van een sterk vergrijsde gemeente met ongeveer 300 leden naar een jonge bruisende gemeente met ruim 400 leden. Van gemiddeld tien begrafenissen per jaar naar twee jaar zonder begrafenissen, maar met volop doopdiensten en trouwerijen. We beleefden een prachtige tijd, met onze tieners waren we er als gezin onderdeel van, regelmatig zaten we met een grote groep jeugd rondom de vuurkorf.”

Maar alles kwam op de kop te staan. Bij de kerkenraad kwamen brieven binnen waarin geklaagd werd over de koers van Albert. Zonder dat er een gesprek met de predikant plaats had gevonden werden die brieven door de kerkenraad in behandeling genomen. Midden in de coronatijd besloot de kerkenraad de classis te betrekken bij de kwestie. ,,Het contact met de gemeente was juist door corona niet groot in die tijd. De drie kerkenraadsleden dachten dat een meerderheid van de gemeente van me af wilde. Het bleek achteraf juist een kleine minderheid. Toen dat duidelijk werd, was het proces allang in gang gezet. De classis werd er bij

betrokken en die oordeelde dat er geen sprake meer was van een vruchtbare samenwerking. Het losmakingsproces werd in gang gezet door een kerkenraad die inmiddels nog maar uit drie van de tien leden bestond.”

Vluchtelingen op slippers

De kiem voor de spanningen werd volgens Albert en Jolien gelegd in 2015, toen Alphen een belangrijke rol speelde in de opvang van het grote aantal vluchtelingen dat Nederland binnenkwam. ,,In de kerk zaten uiteindelijk zo’n dertig vluchtelingen, waarvan een aantal in de winter op slippers en in hemdjes liep. Er moest iets gebeuren. Een deel van de gemeente zette zich ervoor in, anderen bleven afzijdig. Er was onvrede: moest de kerk en de dominee dáár energie aan geven? Kon die tijd niet beter besteed worden aan huisbezoeken?”

Toen Albert enkele jaren later zijn baard liet staan, zorgde dat opnieuw voor ophef. ,,Het was in de tijd van de Nashvilleverklaring. Ik voelde vrijmoedigheid om een baard te gaan dragen. Iets wat ik altijd al in me had gehad. Zo heeft God me immers geschapen? Maar de kritiek was groot. Ik kreeg brieven waarin gevraagd werd de baard toch maar af te scheren. Mensen vroegen of ik bezig was joods te worden of dat ik wilde lijken op de islamieten.” ,,Eerlijk is eerlijk. Vroeger stond voor mij ook vast dat een predikant geen baard kan hebben. Ik denk dat ik thuis was gebleven als er toen in de Eben Haezerkerk een predikant met een baard was komen preken. De baard werd in verband gebracht met meegaan met de mode en ook sterk met de hippies. Het kon niet. Maar toen ik ging inzien dat het een uiting is van man zijn in een tijd waarin in de maatschappij aan van alles getornd wordt, kreeg ik er de vrijmoedigheid voor. Natuurlijk klinkt het argument dat je juist om de vrede te bewaren meegaat in de bezwaren en geen baard meer draagt. Tegelijk was voor mij de christelijke vrijheid heel belangrijk.”

Moeilijke vragen parkeren Albert ervoer al langer een verdieping in zijn persoonlijke geloof: ,,Ik heb altijd de gewoonte gehad om geestelijke vragen eerst te parkeren als ik er geen duidelijk antwoord op had. Niet meteen uit alle macht proberen om iets ergens naartoe te praten. Tijdens mijn studie heb ik zo de nodige vragen geparkeerd. Als predikant ben ik steeds blijven studeren en heb ik een deel van die vragen alsnog opgepakt.” ,,Persoonlijk ervoer ik een existentiële verdieping. Ik zag hoe mensen op het einde van hun leven in de klem gehouden werden door de duisternis. Ze konden het heil niet aannemen, omdat ze altijd geleerd hadden daar heel passief in te zijn. Het moet je immers allemaal maar gegeven worden. Terwijl voor mij steeds duidelijker werd wat het betekent dat de Heere Jezus is opgestaan en leeft. Juist dat

Hij leeft, gaf mij vertrouwen en overtuiging. Ik vind niet dat ik veranderd ben in mijn geloof, maar het heeft zich zeker verdiept.”

De spanningen die ontstaan rondom de positie van Albert, lijken achteraf op een ramp in slow motion. In de eerste fase ziet het predikantsechtpaar nog volop kansen om eruit te komen. Ze willen door. In Alphen hebben ze het immers goed? En de kinderen voelen zich er thuis, hebben een grote vriendengroep.”

Onrecht aangedaan Albert gebruikt stevige woorden: ,,Er werden onwaarheden over mij verteld, waarbij geen wederhoor werd toegepast. Zelfs onze kinderen zijn onder druk gezet. Ons is onrecht aangedaan, maar gelijk hebben en gelijk krijgen zijn twee dingen. We hebben er bewust voor gekozen niet tot het uiterste te gaan om ons gelijk te halen. Dat zou de gemeente schaden en daar was die ons te lief voor.”

De losmaking was uiteindelijk op 15 juli 2021. Maar een harde breuk werd het allerminst. Er volgde alsnog een goed gesprek met de toenmalige kerkenraad en er werd samen Heilig Avondmaal gevierd. Het gezin kon tijdens het zoeken naar een andere woning in de pastorie blijven wonen en toen de afscheidsdienst werd gehouden, was bijna iedereen aanwezig. ,,We misten uiteindelijk 15 mensen. Veel gemeenteleden hielden het die dag niet droog, bij het handengeven wilde iedereen iets zeggen en de meest gestelde vraag was: ‘Waarom moet dit zo?’”

Zware jongen ,,Dit proces heeft mij de ogen geopend voor hoe we in de Biblebelt maar al te vaak omgaan met predikanten. In mijn geval zijn er gemeenteleden geweest die gedacht hebben: Hoekman is de zware jongen die ons nog een paar tikkeltjes naar rechts trekt. Toen dat niet het geval bleek, ontstond de onrust. Want een predikant is onderdeel van iemands identiteit. Het hele plaatje moet kloppen: je gemeente en je predikant. Ze hebben je nodig om in hun prijzenkast te zetten. Je bent als predikant dus eigendom van de gemeente. Toen ik mij dat realiseerde voelde ik me een beetje vies.”

Na het vertrek uit Alphen is Albert nog een paar keer terug geweest om er te preken. ,,Heel fijn dat het kon en goed om iedereen weer te zien. Maar na een preekbeurt ben ik een week ziek van alle spanning die het met zich meebrengt.”

Jolien: ,,De laatste jaren in Alphen hebben we geleefd in documenten. We waren er niet genoeg voor onze kinderen, deden alles op de automatische piloot. We hebben dus gewoon een paar jaar gemist. Ik was in die tijd altijd moe en had vaak hoofdpijn. De littekens zitten heel diep, en nog steeds ben ik de stress niet kwijt. Elke nacht droom ik erover en zweet ik enorm. Ik droom over falen, steken laten vallen en ook over hele beschamende dingen. Als Albert ’s nachts ergens van wakker wordt, dan is

hij vaak meteen in paniek wakker.”

Albert: ,,Een tijdje terug kreeg ik van een gemeente een mailtje over een dienst waarin ik als gastpredikant zou voorgaan. In de bijlage stonden wat aanwijzingen, alleen had die bijlage als titel ‘brief’. Dat was genoeg om me even te laten verstijven. We hebben de afgelopen jaren zóveel brieven gekregen. En meestal betekenden ze slecht nieuws.” ,,Zie je nu wat er gebeurt”, zegt Jolien. Ze wijst op haar benen, die in de afgelopen minuten langzaam zijn gaan trillen. ,,Ik ben op dit moment helemaal niet gespannen, maar het praten over alles wat er is gebeurd, zorgt voor een fysieke reactie. Zo diep zit het.”

Rust bij de botenbouwer

Met de losmaking van de gemeente kwam de vraag: wat nu? Ze begaven zich ook op totaal nieuw terrein: de woningmarkt. Een schok. Voor een gezin met zeven kinderen bleek een woning onbetaalbaar. ,,Oost-Groningen en Zeeuws-Vlaanderen waren zo’n beetje de enige opties. We bekeken diverse woningen en kregen bij het aanvragen van een hypotheek steun van een gemeentelid uit Rotterdam-Kralingen.”

Intussen was Albert begonnen aan een leren-werkentraject bij een botenbouwer: ,,In de eerste plaats omdat ik wilde werken en daarnaast omdat ik met mijn handen bezig wilde zijn. In die tijd sliep ik bijna niet. Telkens lag ik twee nachten op rij wakker en sliep ik de nacht daarop vier of vijf uur. Door het werk kwam ik weer tot rust.” En, niet onbelangrijk, Albert werd een stuk han-

diger. Dus toen ze in Hongerige Wolf een woning vonden die binnen hun budget paste, maar waaraan nog flink wat moest gebeuren, dacht hij: geen probleem, dit kan ik. Met hulp uit Rotterdam, Alphen en Urk werd de woning binnen vier weken vertimmerd tot een ruime woonboerderij, waarna de verhuizing medio november plaatsvond. ,,Mensen die op Google Maps kijken waar we met ons gezin terecht zijn gekomen, zien alleen de voorkant en denken dat we in een poppenhuisje wonen, maar het is een flinke oppervlakte, net zoveel vierkante meters als ons vorige huis.” Achter het huis ligt bovendien een zeer diepe tuin, waar kippen scharrelen, een moestuin is aangelegd en waar de zelfgebouwde pizza-oven van Albert staat.

Welkom in Midwolda

De verhuizing naar dit verre oord was uit nood, maar eenmaal geland, gebeurde er iets bijzonders. Het gezin kwam in de CGK van Midwolda, een moderne gemeente volgens de reformatorische hoek van de kerken. ,,Maar voor ons was het een warm bad. We voelen ons zó welkom en de gemeente geniet van de jeugd die wij binnen hebben gebracht. Komend voorjaar doen drie van onze kinderen er belijdenis. Dat waren ze daar niet meer gewend.”

Albert gaat de meeste zondagen uit preken: ,,Ik kom nu overal waar ze mij vragen. Van Vrije Oud Gereformeerde Gemeente en Hersteld Hervormde Kerk tot Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. En ja, ook in gemeenten waar de vrouw in het ambt staat. Dat is nog steeds niet iets waar ik zelf achtersta, maar ik heb niet de vrijmoedigheid om van-

wege die reden een uitnodiging af te slaan.”

Albert zegt het zelf met enige verbazing: ,,Want eerlijk waar, de GKv was voor mij het terrein van goddelozen. Die mensen leefden zomaar, maar ik heb ontdekt dat overal dezelfde geestelijke vragen leven.”

Andersom is het soms lastig. ,,Een tijdje terug vertelde ik voor een dienst aan een ouderling dat ik ook preekte in de GKv. Ik zag hem gewoon verstijven. Alhoewel er ook echt heel positieve reacties zijn in de Biblebelt, krijgen veel mensen het niet op een rijtje. Ik voel me soms een vreemde eend in de bijt, al zouden Jolien en ik nog steeds zó terug kunnen. Of de kinderen dat ook zouden kunnen, is een andere vraag.”

Ook terug naar de oude manier van leven? Dat zit er dan weer niet in. Met een mengeling van verbijstering en humor vertellen ze over het zwarte pak in de vouwwagen. Jolien: ,,Als we vroeger op vakantie gingen, dan hing twee weken lang het zwarte pak van Albert in de vouwwagen. Want dat moest op zondag wel aan!” Albert: ,,En dat deed ik niet uit overtuiging, dat was alleen omdat ik dacht: wat als ik een bekende tegenkom?”

Als Albert op de kansel staat, dan komt de vraag wel bij hem binnen: ,,Zou ik weer een beroep willen? Ik geloof dat ik het kan, maar kan ik het aan, dat is wel een vraag. Het is één keer misgegaan, niemand geeft de garantie dat het niet opnieuw kan gebeuren. Het vertrouwen is weg. Maar bij dit alles: ik verwacht het van de Heere Die leeft!”

Bedankt voor het vertrouwen!

Wij wensen u fijne feestdagen en een voorspoedig nieuwjaar

GEZEGENDE KERSTDAGEN EN VEEL RIJPLEZIER IN 2024

Toyota Van der Linde

Emmeloord,

Steenw ijk , Broek slagen 12, 0521-515660, toyot a-s

Bestuur en leden van Biljartvereniging ‘Het Groene Laken’

wensen de gehele Urker bevolking en in het bijzonder de biljartliefhebbers

Gezegende kerstdagen en een voorspoedig 2024

Familie Koffeman kijkt al jaren uit naar hun adoptiezoon en -broertje

Wachten op een wonder

Alles stond klaar. Zijn kamer, zijn bedje, zijn gevulde kledingkast. De voorbereidingen voor de reis naar China waren getroffen. En toen kwam het coronavirus. Grenzen gingen dicht, het bedje bleef leeg. Klaas-Willem (40), Greetje (39), Cobie (16) en Jayden (11) missen hun zoon en broertje inmiddels al vier jaar. Hun Gerrit zit aan de andere kant van de wereld. Zij kunnen alleen maar wachten. En bidden.

Het ging allemaal zo voorspoedig. Alle stappen en nodige procedures waren doorlopen. Van adoptiecursus en gezinsonderzoek tot een bezoek aan de rechtbank en de Chinese ambassade. Dan is daar, veel sneller dan verwacht, het telefoontje dat het leven van gezin Koffeman ingrijpend verandert.

Woensdagavond, 15 januari 2020. Greetje heeft net Jayden naar voetbal gebracht. Klaas-Willem is op zakenreis naar Cyprus. Samen met Cobie eet ze patat, lekker makkelijk. Nog voor ze een hap kunnen nemen, gaat de telefoon. Een nummer dat begint met 078. Het zal toch niet weer voor die energiekosten zijn? Greetje neemt op.

‘Met Ineke, ik heb heel mooi nieuws! Ik mag een voorstel doen voor een kindje. Het is helemaal gezond. Het mist wel twee wijsvingertjes en het derde en vierde vingertje zijn met elkaar vergroeid. Overleg maar met Klaas-Willem wat jullie antwoord is.’ Cobie, die het gesprek woord voor woord heeft gevolgd, kijkt haar verbaasd aan. Tranen springen in hun ogen. Is dit echt waar? Snel, eerst Klaas-Willem bellen.

Ze hoeven er niet eens over na te denken. Terwijl Klaas-Willem live meeluistert, belt ze Ineke terug. ‘Ons antwoord is natuurlijk ja!’ Dan horen ze het geslacht en de naam van hun kindje. Een zoon, hij heet Qing Rui Li. Net twee jaar geworden. Een vrolijk mannetje. Hij kan lopen, zelf eten, papa en mama zeggen en is erg lief en verlegen. Een niet te beschrijven vreugde gaat door hen heen. Alle spanningen, al het verdriet, al hun verliezen van de afgelopen jaren. Even lijken ze voorbij.

Ze hebben een zoon!

Klaas-Willem en Greetje noemen hun zoon Gerrit Sjoerd Dirk Qing Koffeman, vernoemd naar zijn opa, bèbe en oom. Zijn roepnaam is Gerrit Koffeman. Wat zijn ze dankbaar, blij en gelukkig met dit grote wonder.

De eerste kennismaking

Wat zou Gerrit nu aan het doen zijn? Zou hij al slapen? Wie zorgt er voor hem? Ze proberen het zich voor te

n Een lieve foto van Gerrit vanuit het kindertehuis.

stellen. Een klein jongetje, aan de andere kant van de wereld, wachtend op vader en moeder. Niet te bevatten. Familie en vrienden zijn inmiddels op de hoogte. Wat is iedereen blij. Een aantal dagen later rijdt het gezin samen met de moeder van Greetje naar hun adoptiecontactpersoon in Hendrik-Ido-Ambacht. Daar zien ze de eerste foto’s van Gerrit en lezen ze zijn medisch dossier. Verwonderd bekijken ze foto na foto. Dus dit is hem… Wat een mooi mannetje! Ongelofelijk. Dat zij voor hem mogen zorgen. Dat hij voor hen bestemd is. Dan volgen er filmpjes. Nog mooier en nóg echter. Ze horen zijn stem, ze zien hem lopen en spelen. De weken na hun bezoek kijken ze de foto’s en filmpjes telkens opnieuw. Langzaam maar zeker dringt het tot hen door: dit is hún zoon, hún Gerrit.

Weken van voorbereidingen en blij uitzien gaan voorbij. Het is de bedoeling dat ze van Amsterdam naar Beijing vliegen. Daarna nog een binnenlandse vlucht naar provinciehoofdstad Jinan, daar wordt Gerrit naartoe gebracht. Nog even en ze kunnen Gerrit eindelijk in hun armen sluiten.

Dan wordt plotseling een dikke streep gezet door hun plannen. Covid-19. Een virus dat – uitgerekend vanuit China – de hele wereld platlegt. Het is onduidelijk wanneer ze Gerrit kunnen ophalen. In China wordt het stil.

Wie had dit ooit verwacht? Ze zouden al een aantal weken samen thuis zijn nu. Ze zouden al gewend zijn aan elkaar. Een welkomstfeest gevierd hebben. Hij zou misschien al wat Urkers praten. Hij zou al op de fiets gezeten hebben. Hij zou… Hoe anders is alles gelopen. Wel krijgen ze gelukkig regelmatig foto’s en filmpjes toegestuurd vanuit het kindertehuis. Gerrit wordt goed voorbereid op hun komst. Ze zien hem, kijkend naar hun foto’s, hun namen noemen. Hun hart breekt. Het liefst zouden ze hem in hun armen nemen en nooit meer loslaten. Klaas-Willem en Greetje zitten niet stil. Ze zoeken contact met alle mogelijke instanties die bij de adoptie be-

trokken zijn. Het ministerie van Buitenlandse Zaken, de Tweede Kamerfractie van de SGP, de ambassade in Beijing en Hongkong. Ze sturen foto’s en dozen vol met spullen naar het kindertehuis. Ze zouden zo graag veel meer willen doen.

Waarom is het wel mogelijk om naar China te reizen voor zaken of familiebezoek, maar niet om hun kind op te halen?! Hun kind dat een beperking heeft, een special need, zoals ze dat noemen. Gerrit kan hier gewoon meedraaien in de maatschappij, in China is hij afgeschreven. Waarom kan er niets geregeld worden? Boosheid en verdriet wisselen elkaar af. Toch is er ook hoop. Nog steeds geloven ze dat Gerrit niet voor niets op hun pad is geplaatst. Ze wachten op een wonder.

Gerrit viert binnenkort zijn zesde verjaardag. In China. Niet bij gezin Koffeman, dat al zo lange tijd naar hem uitkijkt. Het leven gaat door, maar voor hen staat de tijd al jaren stil. Het voelt als verloren tijd. Gerrit wordt niet alleen ouder en wijzer, hij praat inmiddels volledige Chinese zinnen. Het ledikantje en de commode in de woning aan het Zomerpeil hebben plaatsgemaakt voor een groot bed. De wagen en alle peuterspulletjes zijn met pijn in het hart weggedaan. Ze hebben al zoveel gemist. Hoelang moeten ze nog wachten?

Lange tijd horen ze niets meer van het kindertehuis. De Chinese autoriteit heeft verboden om nog langer informatie te delen met adoptieouders. Hun hoop ebt stukje bij beetje weg.

Maandag 27 november 2023 krijgen ze plotseling een mail. Afzender: het adoptiebureau. Ze worden verwacht. Samen met de acht andere wachtende gezinnen in Nederland. Op zeer korte termijn. Er is informatie vanuit de Chinese overheid. Zou het dan nu eindelijk? Na dagen van leven tussen hoop en vrees, volgt vrijdag helaas een slecht bericht. Vanwege gewijzigde wetgeving in China kunnen adoptieprocedures niet afgerond worden. China wil namelijk volledig stoppen met interlandelijke adoptie. Het nieuws slaat in als een bom. Alle aanwezige adoptieouders zijn verstomd. Wat nu? Wat is de weg die ze moeten gaan? Betekent dit het einde?

Een bezoek aan justitie is hun allerlaatste hoop. Daar krijgen Klaas-Willem en Greetje te horen dat er op het allerhoogste niveau aan hun procedure gewerkt wordt. Het is nog de vraag of de wetgeving ook geldt voor de al langer lopende procedures. Ze wachten en bidden. Opnieuw. Niet zonder hoop. Achteromkijkend zien ze dat ze tijdens deze moeilijke jaren tóch vastgehouden werden. Met steun van familie en vrienden én hun gebed vervolgen ze hun weg. Zonder Gerrit naast zich, al is hij nooit ver weg. Stevig verankerd in hun hart.

n Ook al is Gerrit niet bij hen, hij is nooit ver weg.

Grote Fok

De bezorgers van Het Urkerland wensen alle lezers een

De medewerkers van Huisartsenpraktijk Grote Fok en van de GoedGezondGroep wensen iedereen op Urk een mooi en vooral gezond 2024

Gelukkig & Voorspoedig 2024

Wij wensen alle cliëntèle, vrienden en bekenden Gezegende Kerstdagen en een Gelukkig en gezond 2024

• VERKOOP • ONDERHOUD • REPARATIE • PERSONENVERVOER • SCHIPHOLSERVICE • AUTOVERHUUR • TANKSERVICE • SCHADEHERSTEL • FINANCIERING • LEASING • CARAVAN EN CAMPER ONDERHOUD Het Spijk 19, 8321 WT Urk Tel. 0527-681666 info@van-slooten.nl www.van-slooten.nl

Leven in gezondheid is een groot goed en goede gezondheidszorg ons doel

Wij wensen opdrachtgevers en werknemers

Gezegende

Kerstdagen

en een voorspoedig 2024.

Hartelijk dank voor het in ons gestelde vertrouwen in 2023.

Klaas Koffeman, Evert Visscher, William Hoorn, Gerrit Jan van Slooten, Freek Visscher, Dirk Visscher, Willem van Urk, Tonnie Post, Heleen Kramer, Henk Visser, Harm Visscher

WIJ WENSEN U gezegende feestdagen EN EEN voorspoedig 2024

Visveiling Urk BV

locatie Urk en Harlingen

Leven bij de dag, het lukt dankzij Hem

Geert (38) en Attie (28) ten Napel vertellen over hun zoon Sem (3), een ondernemende peuter met een ernstige stofwisselingsziekte

Het was een zwangerschap zonder opvallendheden, een normale bevalling en een fijne kraamweek. Baby Sem deed het goed. Hij bleef wel wat geel zien en was wat later weer op geboortegewicht, maar verder was hij vooral die lieve newborn van zijn trotse ouders, Geert en Attie ten Napel. Hoe anders zou het er acht weken later voorstaan. Sem vecht voor zijn leven. Een leven met een grote kans op kanker. Een leven met een ontwikkelingsstoornis die elk moment kan toeslaan. Maar bovenal een leven vol liefde.

Toch gek: af en toe ziet Sem ineens knalgeel, maar dat trekt toch telkens weer bij.

Attie: ,,We hadden het vermoeden dat het kwam doordat hij borstvoeding kreeg, borstvoedingskindjes zien wel vaker langer geel. Op zaterdagmiddag waren we op de koffie bij mijn moeder en Sem was niet zo fit, beetje suf en weer geler. Mijn zus vroeg: ‘klopt dit wel?’ Het trok toch weer wat bij, maar ‘s middags zat Geert met Sem in de veranda, toen hij ineens weer heel geel werd. We gingen naar de huisartsenpost. Ze bekeken Sem, maar zeiden: ‘we hebben ze wel eens geler gezien’. We konden weer naar huis.’’ Geert: ,,Sem wilde de rest van de dag niet meer lekker drinken. Na steeds weer proberen gaf ik

hem ‘s avonds weer een flesje. Maar toen begon Sem te spugen, er kwam spuug mét bloed uit zijn neus en Sem stikte er in. We belden meteen weer de huisarts. Toch gaf ook dit incident geen rode vlag, zoiets is niet zeldzaam bij kindjes. Het bloed kwam waarschijnlijk door de verzuurde slokdarm van het spugen.’’

Epileptische aanval

Geert en Attie vertrouwen het niet en zetten het ledikantje bij hen op de slaapkamer. Als ze ‘s avonds net op één oor liggen hoort Geert Sem rare geluiden maken. Hij gaat kijken en ziet Sem verstijfd in zijn bedje liggen. Geert pakt hem op en ziet de ogen van Sem wegdraaien, het kindje maakt stuiptrekkingen.

Geert: ,,Ik schrok me wild, ik dacht dat ik op dat moment ons kind zou verliezen. We belden de huisartsenpost. Die hield in eerste instantie de boot af maar na aandringen mochten we toch komen. Ter plekke kreeg hij weer een epileptische aanval, waardoor ze eindelijk zagen dat het niet goed ging. Terwijl de dokter zat te dubben of Sem naar Sneek of Groningen moest, ondernam de ambulancebroeder meteen actie en speerde met ons naar Zwolle.’’

Attie: ,,Daar werd Sem meteen aan allerlei slangen gelegd en zijn bloed werd getest. Alles bleek mis. Zijn leverwaarden waren rood, zijn stollingswaarden waren slecht en zijn suiker en vitamine K had een groot tekort. De zuster vroeg of ons iets opgevallen was. Ik vertelde dat hij een blauw plekje op zijn achterhoofd had en bloeduitstortingen op zijn nageltjes. Daarom werd er een CT-scan gemaakt. Een half uur later kregen we te horen dat hij een hersenbloeding had, en dat we direct naar Groningen moesten.’’

Bij een levertransplantatie was Sem leeggebloed

In het specialistisch kinderziekenhuis in Groningen wordt Sem meteen in slaap gebracht. Terwijl hij slaapt wordt hij van top tot teen onderzocht. Alle mogelijke artsen en specialisten komen

Wat is Niemann-Pick type C?

Niemann-Pick type C is een stofwisselingsziekte die zich kan uiten in oogbewegingsstoornissen, balansstoornissen, epilepsie, verwardheid en dementie op jonge leeftijd. De oorzaak ligt bij vetten, zoals cholesterol, die zich opstapelen in lichaamscellen, waardoor deze cellen steeds slechter hun werk kunnen doen. Vooral de cellen in de hersenen, de lever en in de milt moeten veel vettige stoffen verwerken. Daarom hebben deze cellen en deze organen de grootste problemen als gevolg van het missen van het NPC-eiwit. De meeste kinderen krijgen hun eerste klachten op lagere schoolleeftijd, maar soms worden de klachten pas zichtbaar op volwassen leeftijd. Nieman-Pick Type C is een zeldzame ziekte, wel komt de ziekte vaker voor op Urk dan op andere plekken.

langs, maar niemand heeft een idee wat er aan de hand is met Sem. Attie: ,,Eén ding was wel zeker: de lever van Sem functioneerde niet goed. De beste optie leek een levertransplantatie. We gaven akkoord en de voorbereidende onderzoeken startten. Maar de volgende dag kwam daar een streep door. Sems milt was veel te groot en zijn bloedstolling was zo slecht, dat hij bij een levertransplantatie was leeggebloed.’’

Geert: ,,Alles stond stil. Want, wat nu? Het leek de artsen goed om Sem wakker te maken en te kijken hoe dat zou gaan. Maar er was geen enkele zekerheid.’’

Het moment dat Sem na een week op de IC zijn oogjes weer opendoet is onbeschrijflijk. Wreed waren ze van elkaar losgerukt, maar nu mogen ze hun kind weer even in hun armen sluiten. Het voelt alsof ze hun zoon opnieuw krijgen.

Geert: ,,Na anderhalve week kwam het ‘verlossende’ antwoord. Uit de uitslag van het genetisch onderzoek bleek dat Sem Niemann-Pick Type C had. Wij bleken allebei een verschillend defect in ons DNA te hebben wat bij Sem tot uiting kwam in deze stofwisselingsziekte. De kans hierop is zó klein, het is een lot uit de loterij – die je niet wilt winnen.’’

Attie: ,,Normaal wordt deze ziekte veel eerder ontdekt, maar Sem had niet de ‘normale’ tekenen van deze ziekte. We vermoeden dat zijn lichaampje langer ‘normaal’ kon functioneren door de stoffen die hij binnenkreeg via borstvoeding. Bij tekorten van het kindje past de moedermelk zich daarop aan.’’

Een glucosecensor schieten, ineens is het routine Geert en Attie leven zes weken in het Groningse ziekenhuis. Sems waardes blijven slecht en hij krijgt veel medicatie. Geert en Attie leren alles van de verpleegkundigen. Hoe plaats je een sonde, hoe werkt zo’n sondepomp, hoe maak je medicijnen klaar, hoe schiet je een glucosecensor, lees je een dexcom en prik je suiker. Al deze medische handelingen maken ze zich eigen. Het verweeft in de dagelijkse routine van tanden poetsen en handen wassen.

Attie: ,,Hoewel deze tijd heel onzeker en moeilijk was, hebben we enorm veel steun gehad van familie en vrienden. Iedere dag kwam er wel iemand langs. Mijn schoonzus hield zelfs een genderrevealparty van haar kindje in het ziekenhuis. Dat zorgt ervoor dat we ook op mooie dingen terug kunnen kijken.’’

Geert: ,,Na zes weken mochten we naar huis. Dat was spannend. Sem had hyperinsulinemie; als hij ook maar vijf minuten te laat zijn sonde kreeg, veranderde hij in één klap van een actief kereltje in een vaatdoek. Ontzettend gevaarlijk en dat maakt je alert, dag en nacht.’’

Attie: ,,’s Nachts stond het geluid van de babyfoon op max en het beeld aan. Bij elk geluidje stonden we naast ons bed. Sem had 24 uur zorg nodig. Ook ‘s nachts moest er om de drie uur nieuwe voeding in de sondepomp, anders zou hij een hypo krijgen. Ik had een dagtaak aan de vijf medicijnmomenten en zijn glucose in de gaten houden.’’

Opeens een dik buikje

Sem is een half jaar oud als Geert ontdekt dat zijn buikje wel heel dik wordt. Hij belt met het ziekenhuis.

Geert: ,,In eerste instantie zeiden ze: kom maandag maar, maar even later werd ik opgebeld dat we meteen langs konden komen. Er bleek een liter vocht in Sems buik te zitten. De ziekenhuisopname om dit vocht er weer uit te krijgen duurde twee weken.’’

Na deze spannende opname gaat de zorgintensieve periode thuis weer verder. Het is mei 2021 als Geert twee rare bobbels voelt op de lever van Sem.

Geert: ,,Sem had moeite met poepen. Dan masseerde ik zijn buikje altijd even. Nu voelde ik twee bobbels. Dat meldde ik bij de dokter en we gingen voor een controle. Er werd een echo gemaakt, inderdaad: twee bobbels. Twee dagen later volgde de MRI.’’

De bobbels, de extra vergroting van de lever, de echo en de MRI wijzen erop: dit is kanker.

Attie: ,,We stonden in de startblokken om de kanker te bestrijden. Er werd contact gelegd met het Prinses Máxima Ziekenhuis in Utrecht voor behandeling. Bij Sem werden er zes biopten afgenomen van de le -

ver om te testen welke chemokuur de meeste kans van slagen had.’’ Geert: ,,Na een week kregen we toch ander nieuws dan we dachten. Er bleek helemaal geen sprake te zijn van kwaadaardige cellen. Het was een zware vorm van levercirrose: groeiend littekenweefsel door de schade in zijn lever.’’

Het rampscenario wordt afgewend. Sem heeft géén kanker!

Ondeugend en met een groot hart Wonder boven wonder gaat het langzaam steeds beter met Sem. Als hij 14 maanden is hoeft hij geen sonde meer. Zijn lever blijkt zichzelf enigszins te herstellen, nu de tekorten zijn aangevuld en zijn lichaam niet op overlevingsstand staat. Hij groeit zelfs over zijn suikerziekte heen! Voor het oog is de nu drieënhalfjarige Sem een gezond en levendig jongetje. Ondeugend en met een groot hart; een kopie van zijn vader. Alleen in sommige dingen is te merken dat Sem in zijn jonge leventje al veel heeft meegemaakt. Hij heeft een hele hoge pijngrens, trekt zonder een kik te geven zijn nageltje uit zijn vinger. Sem oogt gezond, maar de zorgen blijven.

Geert: ,,We leven van onderzoek naar onderzoek. Iedere 4 maanden ondergaat Sem een MRI-scan of een echo. De afgelopen anderhalf jaar is het rustig, stabiel. De laatste scan bleek dat Sem zijn milt groter was geworden, hoewel zijn lever was gekrompen. Dit hadden de artsen nog nooit gezien. Onze dokter zei: ‘Typisch Sem, het klopt weer nergens mee’. Bijna alle uitslagen van Sem zijn uniek.’’

Attie: ,,Van de bezoeken aan het ziekenhuis maken we een uitje. We gaan elke keer naar de McDonald’s en soms overnachten we in het hotel, zodat Sem er niet tegenop ziet, maar er juist naar uitkijkt. In het ziekenhuis zelf doet Sem het zo goed, hij is het gewend en doet zelf zijn trui omhoog voor het onderzoek. Wat wel naar om te zien is, is het roesje dat Sem krijgt voor de MRI. Eerder viel hij meteen in slaap, maar nu zie je hem tegenstribbelen, het voelt voor hem niet fijn.’’

God heeft alles in Zijn Hand

In verwachting van een tweede

Naast alle ziekenhuisbezoeken voor Sem, speelde er in de afgelopen jaren nog iets anders. De wens voor een tweede kindje. Al bij het geneticaonderzoek van de toen acht weken oude Sem, werden Geert en Attie gewezen op het PGT-traject. Hiermee wordt een eicel bevrucht door een zaadcel te injecteren (ICSI), waarna de embryo getest wordt op genetische afwijkingen.

Attie: ,,Je gunt een tweede kind niet de ziekte van Sem. Dit PGT-traject duurt twee jaar voor je aan de beurt bent; zo’n twaalf maanden lang is onderzocht wat precies de defecten in ons DNA zijn die voor Niemann-Pick zorgen. Toen dat duidelijk was kwamen we op de wachtlijst voor de hormoonbehandelingen.’’

Geert: ,,We kozen hiervoor omdat we ook geloven dat God ons deze kennis heeft gegeven om ziektes te voorkomen. Het is niet dat we de beslissing maken of we een jongen of meisje, of blauwe ogen willen. De test is puur gericht op NPC. Er bestaat dus alsnog de kans dat de embryo een andere ziekte heeft.’’

Attie gaat het vruchtbaarheidstraject in, met alle ellende die daar bij komt kijken. Spuiten, heftige en gevaarlijke overstimulatie, puncties om de eitjes eruit te halen, het wachten op de uitslag of er een gezond embryo is en het terugplaatsen in de baarmoeder.

Attie: ,,Twee terugplaatsingen mislukten. Er ging een heel jaar overheen voor ik weer aan de beurt was. Dit keer waren er 5 embryo’s drager, 1 had Niemand-Pick en 1 was helemaal gezond. De laatste werd teruggeplaatst. Die terugplaatsing was succesvol en in april verwachten we een broertje voor Sem.’’

Hoe ziet de toekomst eruit? Iedere ouder hoopt op een vredige toekomst voor zijn kinderen. Maar de ziekte van Sem, en veel meer nog zijn levercirrose, die ieder moment kan omslaan in kanker, hangt als het zwaard van Damocles boven hun hoofd. Wanneer komt de klap?

Attie: ,,Dat is één grote onzekerheid. Het kan een jaar duren, of misschien wel tien, voor Sem leverkanker ontwikkelt. Van de ontwikkelingsstoornis die bij de Niemann-Pick komt kijken, merken we nu nog niets. Dat kan ineens beginnen en uit zich in slechter praten of lopen. Wij leven daarom bij de dag en het maakt mij dankbaar voor elk moment dat we samen hebben.’’

Geert: ,,Dat we zo in het leven staan, kan alleen dankzij God, die alles in Zijn Hand heeft.’’

Nieuwe medicijnen of een levertransplantatie

In Duitsland is een proef gestart met nieuwe medicijnen voor Niemann-Pick met hoopvolle resultaten. Attie: ,,Voor nu mag iedereen meedoen aan de proef als je achteruitgang vertoont, en dat heeft Sem nog niet. We hopen dat het medicijn na goedkeuring in Nederland beschikbaar komt. Anders zouden we verhuizen naar Duitsland, daar wordt de behandeling voor inwoners vergoed.’’

Maar met de huidige staat van Sems lever, is het waarschijnlijker dat hij eerder een levertransplantatie nodig heeft. Deze is nu wél mogelijk omdat zijn stollingswaarden weer goed zijn, maar er is één probleem: Sem staat door zijn ziekte onderaan de wachtlijst – mensen met een duidelijk hogere levensverwachting worden eerder geholpen. Zijn kans op een donorlever is daarmee nihil.

Wij wensen u gezegende Kerstdagen en een zonnig 2024.

Fitis 4, 8322 CH Urk • Tel. 06-20197968 info@dtmtechniek.nl • www.dtmtechniek.nl

Keteldiep 25F, 8321 MH Urk • Tel. 06-20197968 info@dtmtechniek.nl • www.dtmtechniek.nl

MET VERTROUWEN OP WEG NAAR 2024

Bedankt voor het vertrouwen dat u dit jaar weer in ons heeft gesteld. De directie en medewerkers wensen u gezegende feestdagen en een voorspoedig nieuwjaar.

Wij wensen u gezegende feestdagen en een voorspoedig 2024!

9, 8321WG Urk | dbkc.nl |

ZANGSCHOOL GEKE’S TIENTAL WENST DE GEHELE URKER BEVOLKING

‘Bijzonder dat we elkaar gevonden hebben’

Twee verschillende achtergronden, één vriendschap

Niets is fijner dan een goede vriend hebben. Iemand met wie je altijd ál je lief en leed kunt delen. Het is nóg fijner om een goede vriend te hebben als je op een plek komt wonen waar je een vreemdeling bent. Een plek waar je de taal niet spreekt, niemand je kent en geen idee hebt van wat de normen en waarden zijn. Op de bank zit de 20-jarige Rahel Tsegab uit Eritrea, en als vluchteling zijnde bouwde ze de afgelopen jaren een bijzondere band op met de 23-jarige Jellie van Slooten.

Door een stage zijn de twee voor het eerst met elkaar in contact gekomen, weet Jellie zich te herinneren: ,,In 2018 moest ik voor mijn studie social work op zoek naar een stageplek. Bij het oriënteren kwam ik al snel uit bij ‘Ik was een vreemdeling’, een Urker stichting die zich inzet voor vluchtelingen.’’ Het werk van de stichting spreekt Jellie aan en een helpende hand is op dat moment meer dan nodig. Ze krijgt in eerste instantie te horen dat ze het taalmaatje wordt van de Eritrese Embaba, de zus van Rahel. Haar vader woont op dat moment al op Urk.

,,Toen de familie in Nederland kwam, kregen we echter te horen dat Embaba, die toen rond de 16 jaar was, tijdens de vlucht uit Eritrea was opgepakt en gevangengezet’’, vertelt Jellie. ,,Daarom werd ik taalmaatje van hoofdzakelijk Rahel en daarnaast ook van haar twee broertjes.’’ Dit houdt in dat ze de drie opvangt en wegwijs maakt hier op Urk en in Nederland, waar alles nieuw voor ze is. Dit terwijl de familie in spanning is, want ze hebben geen contact meer met Embaba.

De dag na aankomst van Rahel gaat Jellie gelijk bij

n Jellie (l) en Rahel praten bij onder het genot van een lekkere warme drank.

de familie langs en ze maken kennis. Al snel wordt duidelijk dat communiceren lastig wordt. Jellie: ,,Met handen en voeten kwamen we er wel uit. We gingen in die eerste weken vooral veel op pad samen, gezellig naar het strand of de kinderboerderij.’’ De dames praten veel met elkaar, al is het soms ingewikkeld om de ander te begrijpen. Maar ze komen eruit. Door het vele optrekken ontstaat er geleidelijk een vriendschap. Het voelt goed, voor zowel Rahel als Jellie.

Rahel leefde in Eritrea in een dictatuur: ,,Er was geen vrijheid. Mijn vader is eerst naar Nederland gevlucht en later ben ik samen met mijn moeder, twee broertjes en babyzusje ook naar Europa gereisd, onder andere met de boot.’’ Intussen zijn er hier in Nederland nog twee broertjes geboren. Tot grote blijdschap kwam in 2021 zus Embaba weer vrij en vond op Schiphol de hereniging met haar ouders, broertjes en zusjes plaats. ,,Een heel bijzonder en emotioneel moment om mee te maken’’, zegt Jellie. De familie Tsegab is christelijk, en wat dat betreft is Urk een veilige haven voor het gezin. Toch komt het niet helemaal overeen met de overtuiging van Jellie. ,,Maar we leren zo wel van elkaar’’, vertelt Jellie. ,,Het zet je stil bij bepaalde gebruiken.’’ Rahel gaat naar een Eritrese kerk in Zwolle, waar in de diensten haar moedertaal wordt gesproken.

Gezien worden Momenteel woont Rahel vijf jaar in Nederland en is ze bezig met de opleiding pedagogisch medewerker op Firda (voorheen ROC Friese Poort). Ze loopt stage op een basisschool in Espel. Wat betreft het Nederlands leren spreken is Rahel nog volop in ontwikkeling: ,,Het is fijn dat ik altijd hulp kan vragen aan Jellie als ik een schoolopdracht niet begrijp.’’ In de vrije uren staat Rahel in de vis, bij Diepvries Urk. Jellie is bezig met haar hbo-master pedagogiek op de Hogeschool Utrecht, en werkt bij het asielzoekerscentrum in Luttelgeest, waar ze alleenstaande minderjarige vluchtelingen on-

dersteunt. Ze heeft het naar haar zin en haalt veel voldoening uit het werk. ,,Het contact met Rahel en andere gevluchte jongeren heeft mij denk ik ook de motivatie gegeven om juist met deze doelgroep te willen werken. Ik wil de vluchtelingen een veilige thuisbasis bieden. Zij verlangen ernaar om gezien te worden.’’ Jellie’s inzet voor de medemens klinkt hier opnieuw in door.

,,Doordat ik betrokken ben gebleven bij het werk met vluchtelingen, ben ik destijds benaderd om mee te werken aan het opstarten van de Urker afdeling ‘Connect Us’ van Stichting Gave’’, aldus Jellie. Het doel van ‘Connect Us’ is om sport- en spelactiviteiten te organiseren voor vluchtelingjongeren, maar ook voor jeugd uit diverse kerken uit dezelfde plaats. Een ontmoetingsplaats, om vooral contacten te leggen. Jellie en Rahel zijn er graag te vinden. Zo kletsen ze over luchtige én serieuze onderwerpen, maken ze cupcakes en doen ze het typisch Hollandse spel stoelendans.

Dankbaar

De twee dames komen bij elkaar over de vloer en kletsen veel, onder het genot van een kopje koffie of thee. Een leuk gegeven is dat Jellie door een bezoek aan de familie van Rahel koffie is gaan drinken. Lachend: ,,Ik durfde het warme drankje niet af te slaan.’’ En zo is Jellie verzot geraakt op de Eritrese injera, een soort pannenkoek. Rahel is daarentegen weer gek op een lekker Nederlands patatje.

Tijdens het gesprek lichten de ogen van Rahel telkens op als het over hun vriendschap gaat. Ze vertelt: ,,Ik vind het bijzonder dat we elkaar gevonden hebben.’’ En daar zijn ze allebei dankbaar voor. Ze blijven herinneringen maken, en er zijn er al genoeg op te noemen: naar de haven op Urkerdag, een dagje winkelen in Utrecht en bowlen met de groep van ‘Connect Us’. Vooral samen blijven ondernemen en delen. Kletsen over van alles en nog wat. Op nog vele jaren vriendschap.

WAI WINSEN AL OENZE GASTEN

JOAR TOE!

VOR DE GEZELLIGHEID UT OFGELOEPEN JOAR!

Meubelmakerij Mussche het adres voor uw keuken op maat

Bij Mussche bent u aan het juiste adres

Meubelmakerij Mussche is een moderne meubelmakerij met een ambachtelijk tintje. U kunt hier terecht voor keukens en meubelen op maat gemaakt

Wij zijn het juiste adres voor op maat gemaakte meubelen, houten keukens, een ruim assortiment witgoed- en keukenapparatuur en vele soorten werkbladen.

Hoogstaande kwaliteit, handgemaakt en normale prijzen.

Een dakkapel die aan alle voldoet!regels

FEESTDAGEN

EN EEN VOORSPOEDIG 2024

Met een dakkapel van Van Hattem meer daglicht, leefruimte & woonbeleving.

Uw adviserende dakkapelspecialist sinds 2004

KOMO gecertifceerd Vakkundig personeel Uitsluitend A-merken Kwaliteitsgarantie

Van Hattem Dakkapellen, zekerheid voor u!

Wilt u ruimer wonen zonder te verhuizen? Een grotere zolder met meer daglicht en precies dé uitstraling die bij uw huis past? Kies voor een VH Dakkapel. In één dag meer woongenot, energiebesparing en als klap op de vuurpijl een waardevermeerdering van uw woning.

Bel voor een vrijblijvend adviesgesprek! T 038 33 77 989

Klaas Fuitestraat 33a, 8281 BX Genemuiden 038 337 7989 info@vhdakkapellen.nl www.vhdakkapellen.nl

Gezegende kerstdagen en een voorspoedig 2024

Samen sterk in kwaliteit

Indien gewenst wordt de keuken volledig gemonteerd door Roo

Special Cleaning Flevoland

Het Scheer 3, 8321 MS Urk

Tel. 06-14525724 info@straalbedrijffevoland.nl www.straalbedrijffevoland.nl

wenst cliënten en de hele Urker bevolking

fjne feestdagen en een stralend 2024

De apothekers en medewerkers van

Apotheek Urk en Apotheek Het Ruim

wensen u prettige Kerstdagen en een voorspoedig en gezond 2024

Het team van Huisartspraktijk Steenbank wenst u:

Troost, wanneer 2023 gevuld was met verdriet

Een gezegend Kestfeest gezond 2024 en een

Henk Jan Pot, Yvonne Knorren, Annemarie van Andel, Demi Bremer, Ester Douma, Jantine Brands, Dieke Zwier, Tineke Hoekman, Margriet Romkes, Marit Houtman, Marlene Middelkoop, Francien de Vries, Agnes Steenbeek, Els van Veen, Wilco Bloed, Ida de Jong, Magdalena Slijkhuis, Angelina Pikstra en Ilse Feenstra

‘‘wat binnen je plannen vor de koemende dagen?’’

Praat met elkaar over de gevolgen van overmatig alcohol- en drugsgebruik.

Geef om elkaar!

Donker, omringd door muren, geen uitzicht meer hebben. Het zijn woorden waarmee Roelof-Gerrit Loosman een inktzwarte periode uit zijn leven omschrijft. Het begon als een leuk experimentje met maos. Het eindigde in een complete nachtmerrie. Een verhaal over de sterke ban van een drugsverslaving.

Als de donkere wolken van een verslaving zich samenpakken. Én verdwijnen.

Roelof-Gerrit Loosman (24) vertelt zijn verhaal.

Toch scheen de zon in Kaapstad

Vanaf zondagavond had hij non-stop gebruikt. Hij had niet gegeten, niet geslapen. Hij had er geen behoefte aan. Hij kón niet eens meer slapen. De huisarts had hem al gewaarschuwd. Deze drugs gaan op je zenuwstelsel zitten. De zenuwen zullen langzaam maar zeker afsterven. Het uitte zich in vreemde, schokkende bewegingen. Hij kon niet eens meer normaal zitten.

Na een paar uurtjes werken schuifelt hij maandagmiddag zijn ouderlijk huis aan de Holkenkamp binnen. Klapt zijn laptop open voor een volgende urenlange gamesessie. Dan blokkeert zijn lichaam. Het schokken wordt al erger. Binnen enkele seconden is hij buiten bewustzijn. Met zijn volle gewicht klapt hij boven op zijn hand.

Zijn lichaam geeft het eerste duidelijke signaal. Zo kan het niet langer.

Roelof-Gerrit groeide op als tweede kind in het gezin van Hein en Babette Loosman. Met één broer, vijf zusjes en twee broertjes was het thuis een gezellige boel. Omdat Roelof-Gerrit zo’n ‘moend vol’ is, werd hij al snel ‘Roelof’, of nog korter ‘Roel’ genoemd.

Op Urk liggen echter niet alleen goede herinneringen. Wanneer Roelof het bordje Urk passeert, maakt een onrustig gevoel zich van hem meester. Daarom is hij nog maar eens per maand een weekend thuis. Een nieuw leven, weg van Urk. Dat was voor hem écht nodig.

Ontevreden en ongemotiveerd

Het leek hem allemaal voor de wind te gaan. Roelof had een vrij zorgeloze jeugd en begon na de Pieter Zandt aan de opleiding verpleegkunde aan het Hoornbeeck in Kampen. Halverwege stapte hij over naar de opleiding verzorgende IG en ontmoette zijn vriendin. Maar ook die opleiding wordt voortijdig beëindigd. Roelof belandt op 17-jarige leeftijd in de vis, ontevreden en ongemotiveerd.

Samen met zijn maos begint hij te experimenteren met drugs. ,,We probeerden eerst MDMA- en XTC-pillen. Serieuze troep, mijn kalletjen wist er niets van af. We gingen steeds meer gebruiken. Cocaïne, amfetamine, ketamine; we probeerden de meest gekke dingen. Eerst alleen nog in het weekend.”

‘Mijn kalletjen, mijn familie, mijn baas, allemaal zeiden ze hetzelfde: ‘zoek hulp, Roelof’

En dan probeert Roelof 3-MMC. Deze onschuldig lijkende designerdrug waar veel jongeren (óók op Urk) de mist mee ingaan. De eerste drie maanden houdt het hem overeind. Hij kan het nog verborgen houden, ook financieel is het te doen. In de

combinatie van gebruiken en gamen vindt Roelof wat hij al die tijd al zocht: rust. Van de wereld zijn. Alle problemen even vergeten.

Stukje bij beetje nemen de drugs de controle over. Roelof blijft steeds meer thuis. Als hij bij zijn vriendin is, gaat hij eerder weg om drugs te halen. Iets wat steeds makkelijker gaat, nu hij wat langer gebruikt. Hij slaapt niet meer, valt kilo’s af. Dat bleef niet onopgemerkt in zijn omgeving. ,,Mijn kalletjen, mijn familie, mijn baas, allemaal zeiden ze hetzelfde: ‘zoek hulp, Roelof’.”

Zijn werkgever neemt een drastisch besluit en gaat samen met Roelof naar Waypoint. Daar wordt hij doorverwezen naar een ambulante behandeling in Amsterdam. Roelof moet open kaart gaan spelen, iets waar hij erg tegenop ziet. Al zijn leugens zouden op tafel komen. ,,Ik dacht: zo groot is mijn probleem toch helemaal niet?”

Clean, maar doodongelukkig

Stap één. Toegeven dat je verslaafd bent. Het lukt hem niet. Wil hij zijn leven echt weer op de rit krijgen? Dan moet hij per direct overal mee stoppen, is de boodschap van de hulpverlening. En dat doet hij. Het lukt een maand. Roelof is doodongelukkig. Probeert wanhopig het gat te vullen die de drugs geslagen hebben. Eerst door gigantisch veel te drinken, om de leegte dragelijk te maken. Na een paar weken valt hij terug. Alcohol of drugs, wat maakt het uit?

Ik ben echt een junk. Hij schrikt van zijn eigen gedachte. Maar het is waar. Wat moet hij doen? Eerlijk zijn? Dat is geen optie. Hij zou té veel verliezen. Zijn familie, zijn kalletjen, hun mooie huis in Espel dat bijna af is... Hij zwijgt en worstelt eenzaam verder. Totdat zijn lichaam ingrijpt.

Het blijft niet bij één epileptische aanval. Eén dag voor zijn 24ste verjaardag schakelt zijn lichaam opnieuw uit. Dit keer zonder dat hij veel heeft gebruikt. Opnieuw een trauma voor het gezin. Voor het eerst voelt Roelof dat hij moet veranderen.

Zijn ouders zorgen ervoor dat Roelof in contact komt met ex-verslaafden. Zij tippen de kliniek van Jimmy Geduld in Hilversum.

Roelof gaat er heen, puur omdat hij moet. Hij doet er alles aan om maar niet heen te hoeven gaan. En hij blijft gebruiken. ,,Net of ik niet normaal kon denken. Mijn hoofd zat vol met wolken. Elke keer als er iets van een emotie kwam, was het meteen weer weg. Weggestopt door de drugs.”

Dan komt er een plek vrij in een gespecialiseerde kliniek in Zuid-Afrika. Roelof tekent. Met tegenzin. Als in een laatste poging probeert zijn verslaving hem kapot te maken. De ruzies thuis worden erger. Zó erg zelfs, dat zijn ouders zich genoodzaakt voelen Roelof uit huis te zetten. Twee weken lang zwerft hij in Emmeloord. ‘s Nachts leeft hij op, overdag gaat hij alleen zijn bed uit om drugs te halen. Zorgen voor zichzelf doet hij al lang niet meer. Zijn kiezen breken af, hij heeft een lange baard en trekt constant aan zijn haar. Zijn hele lichaam doet zeer, soms staat hij tijdens het gamen helemaal strak door de verkrampingen. En dan die blikken van mensen, voor zijn gevoel kijkt iedereen naar hem. Wordt hij constant achtervolgd, waar hij ook naartoe gaat. Roelof wordt suïcidaal. ,,Ik had geen controle meer. Zag geen licht. Ik voelde dat ik vreselijk diep was gezonken.”

De veiligste plek op aarde

Met het eerste ochtendgloren is Roelof op een heldere dag in april onderweg naar Schiphol. Zwaait zijn familie gedag. Nog steeds onder invloed van de drugs, ondergaat hij als in een waas de routinematige procedures op het vliegveld. Net voordat hij instapt, vliegt het hem aan. Waar is hij mee bezig? Hij is boos. En bang. Bang voor wat komen gaat.

Net als hij denkt dat er nooit meer een einde komt aan de vlucht, landt het vliegtuig na elf eindeloze

uren in Kaapstad. In de hal wordt hij opgewacht door de manager van de kliniek. Zijn paspoort heeft hij al ingeleverd. Hij heeft geen andere keuze dan instappen. In het donker van de avond komt Roelof aan bij de kliniek. Een hele ploeg staat hem op te wachten. ,,Welcome!” Na een grondige fouillering, zoekt hij meteen zijn bed op. Twee dagen lang heeft hij niet geslapen. Toch kan hij de slaap niet vatten. Plotseling realiseert hij zich dat hij ergens in Kaapstad in een grote villa ligt. Op een slaapkamer met vier vreemden. De veiligste plek op aarde zou dit zijn, zeiden ze. Zelden voelde hij zich zó eenzaam als nu.

Na een moeilijke, donkere nacht schijnt de volgende dag tóch de zon in Kaapstad.

Waar zit hij, op een kleuterschool? De eerste weken moet Roelof enorm wennen. Aan de mensen, het eten, de strakke regels. Maar het zijn vooral de confronterende gesprekken die hem zwaar vallen.

‘Stelen van je kleine zusje, Roelof. Ben je wel goed?!’

In de verschillende therapiegroepen delen de clienten hun verhalen met elkaar en spreken elkaar aan op hun gedrag. ,,Verslaafden hebben nogal de neiging om hun gedrag te bagatelliseren en alles als minder erg voor te stellen. In de kliniek werden zulke gedachten keihard de grond in gestampt. ‘Stelen van je kleine zusje, Roelof. Ben je wel goed, zie je wel wat je deed?’ Er werd op elkaar geschreeuwd en gevloekt. Ik vond het echt verschrikkelijk. Om telkens weer die confrontatie aan te gaan. Ik voelde me het zwarte schaap, en dat gevoel kwam in de kliniek elke dag terug.”

Drie maanden lang volgt Roelof een intensief programma. Afgezien van de drie telefoontjes per week naar familie, is er geen contact met de buitenwereld. ,,Zo kon ik volledig focussen op mijn herstel.” En dat was hard werken. Zijn familie hielp door brieven te schrijven. ,,Daarin beschreven ze welk effect mijn gedrag thuis op hen had. Ik zag toen pas dat er al die tijd een muur om me heen had gestaan. Ik had helemaal niet door hoeveel last iedereen in het gezin had van mij, ik dacht altijd dat ik de enige was die gigantisch in de penarie zat.”

volgende uitdaging te wachten. Een safe house in Wateringen, een klein dorpje onder Den Haag. Roelof moet het nu echt zelf gaan doen.

De overgang vanuit de kliniek naar het ‘normale leven’ blijkt groter dan gedacht. ,,Toen ik rond de negen maanden clean was, kakte ik helemaal in. Dat is normaal, bij een verslaving gaat het op en neer. Gelukkig mocht ik mijn sponsor dag en nacht bellen. Een sponsor is iemand die al langer clean is en aan hetzelfde programma heeft meegedaan. Het bellen heeft mij enorm geholpen. Hij was er altijd voor me en liet me zien waar ik vandaan kwam. Verbinding is zo vreselijk belangrijk. Juist door dagelijks te bellen met mijn sponsor en door eerlijk te zijn, kon ik verdergaan.”

‘Eén op de honderd blijf clean.

Ik wilde die ene zijn’

Inmiddels is Roelof ruim achttien maanden clean. ,,Elke dag is weer een keuze. Elke dag kan ik ervoor kiezen om te gebruiken. Elke dag zie ik mensen vallen, zelfs in mijn nabije omgeving. Verslaving betekent helaas vaak terugvallen. Eén op de honderd blijft clean. Ik wilde die ene zijn. Intussen ben ik echt groos op mezelf. Ik wil niet afbreken wat ik opgebouwd heb en de mensen om me heen weer verdriet doen.”

Roelof leerde praten over zijn verslaving. En zijn excuses aan te bieden. ,,Dat gevoel had ik nog niet eerder meegemaakt. Uiteindelijk bleken mijn excuses pas echt, doordat ik clean bleef. Dat zegt veel meer

Daarnaast krijgt zijn familie ondertussen zelf ook hulp. ,,Daardoor leerden ze hoe ze om moesten gaan met een verslaafde in het gezin.”

***

‘Roelof, ik denk dat jij het echt gaat halen. Jij kan dit’. Een medewerker komt op de rand van zijn bed zitten. Met zijn kale kop en tatoeages net een bendelid. Maar als ex-verslaafde een ervaringsdeskundige. De bemoedigende woorden, juist van hem, geven Roelof in de laatste weken net even het zetje dat hij nodig heeft. ,,We hadden het allemaal verbruid en we probeerden allemaal iets van ons leven te maken. Er was veel liefde voor elkaar, dat was heel waardevol. Verslaving is een ziekte van isolatie en eenzaamheid, dus die verbinding had ik de afgelopen maanden echt gemist.”

Het geloof krijgt in de kliniek ook een andere dimensie voor Roelof. ,,In het programma werd van je verwacht dat je geloofde dat er ‘iets’ was dat jou kon helpen. Het werd beschreven als een hogere macht. In de kliniek heb ik geprobeerd om mijn geloof weer op te pakken, ik heb veel in de Bijbel gelezen en gebeden. Dat heeft me geholpen.”

Een nieuw begin

dan het woordje ‘sorry’. Ik zat eerst opgesloten in mijn zelfmedelijden. In de kliniek hoorde ik: ‘Je bent gewoon, Roelof. Je bent niet speciaal of bijzonder. Je bent niet meer uniek dan een ander persoon’. Dat zette me met beide benen op de grond.”

Sinds augustus woont Roelof samen met een andere ex-verslaafde in Den Haag. ,,Ik zit nu nog in een project van nazorg. Inmiddels werk ik ook veertig uur per week, dus ik draai weer volop mee in de samenleving. Ook ben ik zelf sponsor geworden, dat helpt mee in mijn zelfwaarde. Ik zie nu in dat ik goed ben zoals ik ben en dat ik er mag zijn.”

‘Ik heb dingen gewonnen, maar ben ook veel kwijtgeraakt’

Over het waarom zo breed open kaart willen spelen en zijn verhaal aan heel Urk vertellen, is Roelof duidelijk. Hij heeft de jeugd op het oog. ,,Drugs voegen niks toe aan je leven. Als je niet gelukkig bent, wees daar dan eerlijk over. Door drugs verdaag je in een gevangenis, in een inrichting of dood.

Dat is wat het is. Iedereen wil je helpen, het maakt niet uit bij wie je aanklopt. Dat heb ik echt geleerd. Misschien is dit jouw moment om hulp te zoeken, dus zoek alsjeblieft vooral die hulp. Ik heb dingen gewonnen, maar ben ook veel kwijtgeraakt.”

n De kliniek in Kaapstad.

WIJ ZIJN U GRAAG VAN DIENST GEWEEST IN HET AFGELOPEN JAAR EN WENSEN U

EN EEN GEZOND 2024

Fijne Kerstdagen

Freddie Hoekstra

Pieter Keuter

Antine Nentjes

Klaas Post

Heidi Loosman

Bianca Romkes

Marina Visser

Fokke-Jan Gnodde

Bennie de Boer

Liesbeth Smit

Tina Oost

Gré Hennink

Nelly Oost

Mierande Weerstand

Bert Korf

Richard Oost

Evert Barends

Albert Brouwer

Edi Hoefnagel

Ruben Romkes

Klaas Ras

Andy Wernke

Emma Wakker

Jelle Bakker

Lub Post

Liselotte Nijboer

Jacob de Vries

Marieke van Veldhuisen

Ritske Brouwer

Theresia Visser

Tim Hoekstra

Gerrit Hakvoort

Johan Post

Lub Romkes

Harm-Hendrik Koffeman

Nicolien Kruithof

Edith Visser

Natasja van Oosten

Rein Bos

Willy de Vries

Jan Broersma

Jeffrey van Dam

Rein van den Berg

Jan Marten Bakker

Gery Mazereeuw

Jasper Kloosterman

Simone Kempenaar

Rik de Vries

Gijs van der Bent

Annette Bakker

Stagiaires: Willeke de Bruine

Ruben Post

Jaap Bakker

Albert-Jan Kramer

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.