3 minute read

Column: Gwennie geeft van Jetje

Ik heb verschillende lagen in mijn identiteit en één ervan is ‘sociaal werker’. Sociaal werk is een speciaal beroep. Ik voel me vaak gewaardeerd, door mijn cliënten en collega’s alleszins, want door mijn loon voel ik het niet. Ik besef dat ik cynisch klink en ik ga mij hiervoor niet excuseren. Cynisme is een manier van mij om het menselijk leed waar ik dagelijks mee geconfronteerd word een plaats te geven. Door de jaren heen heb ik geleerd het leed van me af te laten glijden, als een rivier. Niet altijd gemakkelijk, maar wel heel noodzakelijk. De laatste maanden stroomt deze rivier niet meer en vormt er zich een dam ter hoogte van mijn borst. Een genocide, een conflict, de situatie, een verdedigingsmanoeuvre, een oorlog? Mensen struikelen en zoeken naar woorden.

Mijn cliënten noemen het voornamelijk een ‘herbeleving’. Een herbeleving van bommen die hun aarde doen opschudden. Een nachtmerrie die niet stoppen wil als ze hun ogen openen. Daar zit ik dan, te luisteren naar hen. De mens in mij wil de dam breken en huilen in een hoekje van de gespreksruimte, de sociaal werker zegt hoe verschrikkelijk ze het vindt. ‘Ik begrijp u’ is totaal misplaatst, want hoe kan ik dit begrijpen, ik heb nog nooit een oorlog van dichtbij gezien, Alhamdulillah! Daar zitten we dan, in een put van machteloosheid. Cliënten die niet meer slapen, dagelijks filmpjes bekijken die erger zijn dan een horrorfilm en opgezadeld zitten met een schuldgevoel dat zij veilig zijn. ‘Hoe kan ik lachen, madam Gwennie, ik wacht op het moment dat ik hoor dat mijn zus gestorven is.’

Soms vind ik de kracht om mijn dam op te kruipen en ze als brug te gebruiken. Ik benoem de verschillen tussen mij en de overlever aan de overkant om zo dichter bij elkaar te komen. ‘Ik ben wit en ik hoor jou’. ‘Ik ben geen Moslim en ik zie jou’. We zien elkaar op betogingen en voelen de kracht tussen ons. Ik gebruik mijn pen (lees ‘toetsenbord’) als wapen, maak tekeningen, draag een keffiyeh, en verspreid symbolen met watermeloenen. Op deze manier grijp ik mijn macht terug. Hoe grijp jij jouw macht terug? Deze vraag stel ik nu ook aan mijn cliënten. Ik krijg de mooiste antwoorden. Er wordt gebeden en veel geschreven. Met één van mijn cliënten eindigen we de afspraak steevast met een gedicht. Zelf geschreven, dan voorgelezen in het Arabisch en dan een slechte vertaling via Google Translate. Ik laat hem het gedicht altijd luid en duidelijk opzeggen zodat de ruimte zich vult met prachtige Arabische verzen. Op deze manier vinden de overlever, de sociaal werker en de mens in mij elkaar terug.

Gwennie De Vogelaer volgt ‘Creatief Schrijven’, elke donderdag tussen 13 en 15 uur in GC Essegem. Kriebelt het bij jou ook? Schrijf je in op de Jetse Academie!

This article is from: