112 Netwerk - editie 3 - 2014

Page 1

ACUTE ZORG IN TWENTE EN OOST-ACHTERHOEK LPA8: Professionals denken mee over nieuwe protocollen

net werk Samen werken aan veilig vervoer patiĂŤnten Ambulance Oost en Brandweer Twente slaan de handen ineen

Toekomst acute zorg: nieuwe technieken Niveau 3 IC normering VRT voorbereid op kernongeval

JULI 2014


112 JOURNAAL

Wij staan niet stil! Voor u ligt het magazine 112 Netwerk dat we vier keer per jaar uitgeven. Dat doen we samen met onze ketenpartners en we willen u graag informeren over de ontwikkelingen op het gebied van acute zorg. Als manager Acute zorg bij Ambulance Oost mag ik het voorwoord schrijven voor deze editie en neem ik dat stokje over van Gerard Leerkes. Bij een goede samenwerking stem je zaken op elkaar af. Een goed voorbeeld hiervan is de invoering van LPA8, de nieuwe versie Landelijke Ambulance Protocollen die we in het najaar in gaan voeren. Nieuwe inzichten leiden tot nieuwe methodes. Medewerkers moeten zich deze protocollen eigen maken, worden daarin geschoold, nieuwe materialen worden eventueel aangeschaft zodat alles optimaal kan worden uitgevoerd. Maar ook voor onze ketenpartners heeft dat gevolgen. De ambulanceverpleegkundige draagt een patiënt over aan de Spoedeisende Hulpverpleegkundige en doet dat volgens een afgesproken methodiek. Op dit moment is dat de MIST methode: • Mechanism of injury; • Injuries found and suspected; • Signs; • Treatment given.

2

Met de invoering van LPA8 gaan we over op de SBAR-methode. Deze staat voor: • Situation; • Background; • Assessment; • Recommendation. De reden om over te gaan is dat de SBAR-methode een gemakkelijk te onthouden en concrete methode lijkt, die goed bruikbaar is bij kritische situaties waarbij onmiddellijke aandacht en actie immers noodzakelijk is. Het resultaat van de communicatieverbetering zorgt voor een betere teamsamenwerking wat leidt tot een verbetering van de patiëntveiligheid. Onze medisch manager, Fred van Eenennaam, licht in een interview alvast een tip van de sluier op. In de praktijk informeert hij onze ketenpartners al over de op handen zijnde wijzigingen. Verder wil ik van deze gelegenheid gebruik maken om u te attenderen op het unieke kinderboek dat wij, Ambulance Oost en RAV IJsselland, samen met bureau Meteau hebben ontwikkeld. Kinderen die met ambulancezorg te maken krijgen geven wij dit boek, een dapperheidsdiploma, een bouw-/en een kleurplaat en een medaille. Door de kinderen uitleg te geven hopen we de samenwerking met de burgers weer verder te verbeteren. Wat weer prima aansluit op de publiciteitscampagne ‘De mensen van de ambulance’.

Astrid van Tilborgh Manager acute zorg Ambulance Oost

Nieuw project grensoverschrijdende samenwerking Na twee succesvolle Euregionale projecten heeft Bureau Acute Zorg Euregio, in samenwerking met zijn Duitse partner Feuerwehrund Rettungsakademie Bocholt, subsidie gekregen voor een nieuw People-to-People project van het Interreg programma. In het ‘Strategisch plan voor grenzeloze acute zorg tot 2022’ dat de ketenpartners in de EUREGIO hebben opgesteld, neemt de medewerker werkzaam in de agenda zorg, een bijzonder positie in. Ongeacht de functie van de medewerker, leidinggevende of inhoudsdeskundige, moet hij/zij weten welke handelingen hij/ zij aan de andere kant van de grens kan en mag doen. In het nieuwe project ‘Staff in cross-border urgent care in the EUREGIO’ (­SourcE) worden financiële, juridische en organisatorische barrières voor de grenzeloze inzet van ambulancepersoneel in de EUREGIO verminderd en kennis over de do’s & don’ts overgedragen.

De projectpartners willen hiervoor randvoorwaarden scheppen: • Het ontwikkelen van een opleidingsmodule ‘samenwerken in een Euregionaal grenzeloos acute zorg landschap’. • Het ontwikkelen van tools voor betere kennisoverdracht voor medewerkers werkzaam in de Euregionale acute zorg. • Het faciliteren van stages, het uitwisselen van medewerkers en het opstellen van concepten voor de grensoverschrijdende erkenning van diploma’s. Het project loopt vanaf 1 juni 2014 t/m 31 maart 2015. n

112 NETWERK | JULI 2014


Het eerste kinderboek over ambulancezorg Samen met Bureau Meteau hebben RAV IJsselland en Ambulance Oost een boek ontwikkeld waarin specifiek uitleg wordt gegeven over ambulancezorg. Het boek is bedoeld voor alle kinderen in de leeftijd van 4-12 jaar. Aan de hand van een realistisch verhaal met Rik, Isa, hondje Bogus en ambulanceverpleegkundige oom David leren kinderen meer over de ambulance. Ook staat het vol met spelletjes en puzzels. Een ambulancevervoer is een ingrijpende gebeurtenis. Er gebeurt vaak veel in korte tijd. Het boek kan wellicht emoties bespreekbaar maken en angst en onzekerheid wegnemen. In principe is het boek bedoeld voor kinderen die met de ambulance worden

vervoerd. Vandaar dat de eerste pagina is opgemaakt met het dapperheids­ diploma. Die kinderen krijgen naast het boek ook een medaille. Voor kinderen die het boek willen gebruiken bij hun spreekbeurt is het boek digitaal beschikbaar op de sites ravijsselland.nl of ambulanceoost.nl. n

Lotte en Chiara, twee leerlingen uit Almelo, bij de uitreiking van het eerste kinderboek.

Terugblik netwerkbijeenkomst crisiscommunicatie 'De mate waarin een instelling geconfronteerd wordt met de gevolgen van een crisis wordt voor een groot deel bepaald door de mate van verwijtbaarheid, de relevantie die de crisis heeft voor het publiek en de snelheid waarin de informatie zich verspreidt in de (social) media' (Wet van Pleuris). Een belangrijke les hierbij is dat de buitenwereld bepaalt wanneer iets een crisis is. De adviseurs van InConnect namen de deelnemers aan de netwerkbijeenkomst van 15 mei mee in een pittige, realistische oefening waarin

bovenstaande op verschillende manieren naar voren kwam. In de oefening, waar het scenario een schietpartij op een huisartsenpost was, werden de deelnemers verdeeld in verschillende groepen van betrokkenen rondom crisiscommunicatie. De discussies die plaatsvonden op basis van zowel goede, als minder goede voorbeelden van crisiscommunicatie, in combinatie met de ingebrachte ervaringen van de deelnemers zorgden ervoor dat ook het middagprogramma veel nieuwe inzichten gaf. Het was een zeer inspirerende dag waaraan alle deelnemers optimaal hebben bijgedragen. n

Onderzoek naar beheersplan voor OTO-activiteiten Nick Keur, student Integrale Veiligheidskunde, zal zich de komende tijd richten op een onderzoek naar een beheersplan voor OTO-activiteiten. Doel van het onderzoek is om antwoord te krijgen op de vraag: Welke OTO-activiteiten moeten de ziekenhuizen in de Euregio minimaal uitvoeren om te voldoen aan de huidige geldende (kwaliteits)kaders? Om tot een antwoord op deze vraag te komen wordt in het onderzoek onder meer de crisisorganisatie van de ziekenhuizen onderzocht. Tevens wordt er geïnventariseerd welke OTO activiteiten hebben plaatsgevonden en welke nog gepland staan volgens de OTO jaarplannen. Daarnaast wil er inzicht worden verschaft in de geldende kaders, waar het ‘Kwaliteitskader Crisisbeheersing en OTO’ een centrale rol in speelt. De motivatie voor dit onderzoek is om het bestaande traject rondom opleiden, trainen en oefenen effectiever te laten verlopen waarbij de kwaliteit minimaal gehandhaafd blijft. n

Onderzoek Spoedpost Enschede Ook patiënten met een niet-spoedeisende zorgvraag kunnen zich bij de SEH melden, wat onnodig hoge kosten met zich meebrengt. Een mogelijke oplossing hiervoor is het vormen van een geïntegreerde spoedpost. Dit is een post waarbij de huisartsenpost nauw samenwerkt met de SEH op dezelfde locatie en met één gemeenschappelijke balie. Margo Koster, student Industrial Engineering and Management, tracht door middel van onderzoek inzicht te verkrijgen in de effecten van integratie van de SEH van MST en de huisartsenpost in Enschede (HDTOost). Hierbij wordt gekeken naar logistieke indicatoren voor patiënttevredenheid en indicatoren voor de efficiëntie van de organisatie. Het effect wordt bepaald door gebruik te maken van een computersimulatiemodel dat ook is gebruikt bij de Spoedpost in Almelo. n 112 NETWERK | JULI 2014

3


INNOVATIE

Druk 1 voor centralist, 2 voor arts, 3 voor computer Monitoring op afstand maakt andere keuzes mogelijk Door Lucien Engelen, Radboudumc De wereld om ons heen is in beweging, op het internet gebaseerde technologie begint op stoom te komen. ‘Te komen’ denkt u misschien? Ja, we staan pas aan het begin.

W

4

e leven in een wereld waarin een computer (IBM’s Watson) de vijftien top-cardiologen van de Cleveland Clinic en de vijftien top-oncologen van Johns Hopkins verslaat door op basis van dezelfde gegevens het bijna dubbel zo snel bij het juiste eind te hebben. Een tijdperk waarin wij vanuit REshape in staat waren om negen vitale parameters van Giel Beelen tijdens zijn bijna 200 uur durende wereldrecord vanuit Nijmegen te monitoren met een ‘pleister’ (www.zorgpatch.nl).

Andere keuzes? Wat zou er gebeuren als de centralist aan de telefoon de beschikking heeft over gegevens met betrekking tot hartslag, ecg, ademhaling? Of als de huisarts aan de telefoon mee kan kijken naar de bloeddruk en saturatie? Zouden er dan andere keuzes gemaakt worden? Allemaal zaken die naar mijn inschatting geen 24 maanden meer van ons vandaan liggen en deels al vandaag kunnen.

IC om de pols Momenteel testen wij dit soort pleisters, maar ook een ‘mobiele intensive care’ die de patiënt om de pols draagt, waarmee vanuit de IC de patiënt naar op de afdeling kan worden gemonitord (ViSi Mobile). Koppel dat aan de bewegingen die Apple, Google en Samsung maken en zie het patroon: gezondheid wordt big business. Nu niet meer met pillen, poeders en shakes, maar met techniek die inzicht gaat geven in hoe het er met uw lijf, leden en geest er voor staat. Dit alles is te plaatsen in de 112 NETWERK | JULI 2014

andere ontwikkelingen die de komende jaren opgang gaan vinden en die ik (in ‘goed’ Nederlands) het ‘4D-path’ heb genoemd. Digitaal, Democratisering, Dislocatie en Duiten.

Nieuwe spelers op de markt De eerste spreekt voor zich, de democratisering verwijst naar de eigen keuzes die mensen net als in de reisbranche en bankieren zijn gaan maken en nu ook in de zorg zijn intrede gaat doen.

Door de techniek zullen we de zorg weer meer in de buurt van de burger gaan leveren en Duiten slaat op het feit dat gezondheid(szorg) nu voor het eerst écht een markt gaat worden door geheel nieuwe spelers op de markt. Slimme techniek maakt dat we acute inzetten kunnen gaan voorkomen, doordat monitoring op afstand in combinatie met algoritmes zal gaan voorzien. Ik ben nieuwsgierig naar hoeveel acute zorg dát zal gaan voorkomen. n

De ViSi Mobile meet de ECG, hartslag, bloeddruk, ademhaling en huidtemperatuur.


KETENPARTNERS

Uniek in Nederland: de natuurbrandbestrijdingscontainer Nieuwe eenheid van Brandweer Twente en IJsselland Door Sushrut Derks, Brandweer Twente Brandweer Twente vindt innovatie belangrijk en is altijd op zoek naar nieuwe ideeën en uitvindingen. Landelijk staat Brandweer Twente daar ook om bekend. Sinds enige tijd heeft Brandweer Twente samen met de collega’s van IJsselland de beschikking over een nieuwe eenheid: de natuurbrandbestrijdings-­­­­­ container (+bijbehorend personeel), oftewel de Handcrew Overijssel. Een container die volledig is ingericht om natuurbranden te bestrijden. Uniek in Nederland en ontworpen in Twente, in samenwerking met de brandweer van IJsselland.

B

ij de brandweer heb je te maken met verschillende ‘soorten’ branden. Denk hierbij aan woningbranden, autobranden en natuurbranden. Natuurbranden zijn een bijzonder fenomeen waar je als brandweer steeds vaker mee te maken hebt. Dit soort ­ branden kunnen lastig te bestrijden zijn. Natuurbranden kunnen op begaanbaar terrein voorkomen (bijvoorbeeld heide), onder de grond woeden of juist in moeilijk begaanbaar terrein branden (bijvoorbeeld veengebieden of bossen die moeilijk bereikbaar zijn). Daarnaast is het nablussen van natuurbranden vaak een langdurige klus. Brandweer Twente en IJsselland hebben de handen ineen geslagen en een innovatief concept ontwikkeld dat moet helpen bij het effectief bestrijden van natuurbranden. Eén van de initiatiefnemers voor het nieuwe concept, Adriaan ter Huurne van Brandweer ­ Twente, heeft het idee meegenomen uit Amerika.­Tijdens zijn verblijf bij de

5 Foto: Gert Veurink.

San Bernardino County Fire Department in ­ Californië is hij bij diverse natuurbranden geweest. 'Daar heb ik gezien dat door het gebruik van een aantal relatief simpele materialen een brand ‘ingepakt’ kan worden', aldus Adriaan. 'Samen met Brandweer I­Jsselland heeft Brandweer Twente zich gebogen over de vraag in hoeverre de Amerikaanse technieken voor Nederland toepasbaar zijn. Hierin hebben we ook de kennis en ervaring vanuit Nederland meegenomen. Dit heeft geleid tot het ontwikkelen van een container voor natuurbrandbestrijding.'

Materialen De natuurbrandbestrijdingscontainer bevat een aantal materialen (handgereedschappen) die brandweerlieden helpen bij het effectief bestrijden van natuurbranden. Al deze materialen zijn nieuw voor Nederland, met uitzondering van de vuurzweep. In de container zijn, naast de vuurzweep, aanwezig een ‘Pulaski’ (soort bijl), ‘McLeod’ (soort hark gecombineerd met een schoffel), een aangepaste ‘bats’ en waterrugzakken om kleine brandhaarden af te blussen. Met deze materialen moeten de

brandweerlieden het veld in. Te voet en in vaak in de brandende hitte. Een zware klus.

Pilot Het concept van de Handcrew ­Overijssel is nieuw en deels overgenomen naar Amerikaans voorbeeld. IJsselland en Twente zijn de eerste regio’s in Nederland die over een dergelijke ‘handcrew’ beschikken. Een aantal brandweercollega’s uit Nijverdal, Dedemsvaart en Den Ham (IJsselland) zijn opgeleid om de container te gebruiken. Ze zijn allemaal enthousiast, ondanks het zware werk. Ideeën om het concept verder uit te breiden zijn er inmiddels ook al. n

Historische inzet Op 20 april 2014 is er historie geschreven: de eerste inzet van de container in het Matenbos in Breda. Twee dagen later volgde nog een inzet op de Veluwe. Het team kijkt terug op een goede inzet en is trots op deze Overijsselse innovatie!

112 NETWERK | JULI 2014


GROOTSCHALIGE ZORG

De voorbereiding op Veiligheidsregio's Twente, IJsselland en Drenthe slaan de handen ineen Door Ron Poot, GHOR Twente

Vlak over de grens in het Duitse Lingen ligt de kerncentrale ‘Emsland’. Een flinke centrale met een vermogen van 1400 megawatt, bijna drie keer zo groot als de enige Nederlandse centrale in Borssele. Wat als er iets mis gaat in deze centrale: is het denkbaar dat er hier een ramp plaatsvindt die vergelijkbaar is met Tsjernobyl (1986) of Fukushima (2011)? Wat zijn de risico’s en hoe zijn we voorbereid? 6

D

e kerncentrale heeft een reactor met als ‘brandstof’ een groot aantal staven radioactief uranium die door kernsplitsing veel stralingsenergie leveren. De kerncentrale in Lingen gebruikt deze energie om water om te zetten in stoom onder hoge druk. Deze stoom laat een enorme turbine draaien, waardoor er elektrische stroom wordt opgewekt. Dat is de stroom die geleverd wordt aan zo’n 3,5 miljoen huishoudens in Duitsland.

Kernongeval Het gaat mis als de staven om wat voor reden dan ook niet meer gekoeld kunnen worden door het water en dreigen oververhit te raken. De staven beginnen te smelten en in de reactor bouwt zich een grote inwendige druk op. De reactor is omgeven door een dikke betonnen mantel die dit minstens 24 uur kan opvangen. Als de druk toch te groot is zal er een gasontsnapping plaatsvinden en komt er een wolk vrij met een mengsel van edelgassen en radioactieve stoffen zoals jodium en cesium. Het meest voorkomende radioactieve materiaal bij dit type kerncentrale is het jodiumisotoop I-131. Deze radioactieve wolk zal zich verspreiden in de omgeving. Als de wind uit het noorden of oosten komt, zal de wolk richting Nederland drijven. 112 NETWERK | JULI 2014

Plannen De Duitse overheid heeft een rampbestrijdingsplan gemaakt voor het geval er iets mis gaat, dit geldt voor het eigen grondgebied. Daar een kernongeval ook effecten kan hebben over de grens, is aan Nederlandse zijde eveneens een rampbestrijdingsplan voor een kernongeval opgesteld. De verantwoordelijke instantie voor het maken van zo’n plan is de Veiligheidsregio. Veiligheidsregio Twente ligt het dichtste bij, maar ook de regio’s IJsselland en Drenthe grenzen aan Lingen. Deze drie regio’s hebben de handen ineengeslagen en onder aanvoering van Veiligheidsregio ­Twente een gezamenlijk plan gemaakt dat in 2012 is vastgesteld.

Maatregelen De maatregelen in het plan zijn gebaseerd op een zogenaamd maatscenario, een denkbaar scenario dat kan optreden bij een kernongeval waarbij radioactief materiaal ontsnapt. Dat scenario is: er is een ongeval in de kernreactor waardoor de koeling van de staven uitvalt. Door oververhitting smelten de staven en er wordt druk opgebouwd in de reactor. Na 24 uur bezwijkt de reactor en er ontsnapt een radioactieve wolk die in een tijdsperiode van vier uur over Nederland trekt. Het plan omvat

de onmiddellijke maatregelen die binnen 24 uur moeten worden genomen. Vlak bij de centrale zal een voorbereide evacuatie plaatsvinden, in een straal van tien kilometer binnen het Duitse grondgebied. Dat is onderdeel van het Duitse plan. Voor Nederland zijn de mogelijke maatregelen: schuilen en uitdelen van jodiumtabletten. Het schuilen is bedoeld om te voorkomen dat de bevolking in contact komt met radioactief stof en dit mogelijk in het lichaam krijgt. Deze maatregel duurt tot de wolk overgetrokken is. Met geavanceerde meetapparatuur van brandweer, defensie en het RIVM zal de stralingswolk gevolgd worden. Vanuit de regionale en landelijke crisisstaven zal de bevolking op de hoogte worden gehouden van de situatie, zullen de maatregelen afgekondigd worden en adviezen gegeven worden hoe te handelen.

Jodium Het uitdelen van de jodiumtabletten (kaliumjodide) vindt plaats in een cir­


GROOTSCHALIGE ZORG

een kernongeval

7

kel van 25 kilometer rond de centrale aan alle mensen tot 40 jaar. Vooral jonge mensen zijn gevoelig voor radioactief jodium. In Nederland valt het dorp ­Denekamp binnen deze grens. De Duitsers kennen bovendien een gebied van 100 kilometer rond de kerncentrale waarin jodiumtabletten uitgedeeld worden aan zwangere vrouwen en minderjarigen. In Nederland is deze grens nog

niet vastgesteld, maar de verwachting is dat deze harmonisatie spoedig plaatsvindt. Dan zullen veel meer regio’s te maken hebben met de maatregelen. In Zoetermeer ligt een grote voorraad jodiumtabletten gereed, maar dichterbij is ook een opslag: in Hengelo heeft de Veiligheidsregio Twente een container met 500.000 pillen onder handbereik. Het rampbestrijdingsplan beperkt zich

Wat doet jodium? Een eigenschap van jodium is, dat het opgeslagen wordt in de schildklier. Als het jodium radioactief is zal het een stralingsbron vormen in de schildklier en daardoor schade en ziekte (kanker) kunnen veroorzaken. Door voorafgaand aan de blootstelling de schildklier met jodiumtabletten te verzadigen, krijgt bij blootstelling het radioactieve jodium geen kans zich te hechten en verlaat dit het lichaam via de natuurlijke weg. Het slikken van jodiumtabletten heeft pas zin als een blootstelling wordt verwacht, het heeft een paar uur tijd nodig om zich te hechten in de schildklier en de werkingsduur is een tot enkele dagen. Slikken als er niets aan de hand is heeft geen enkele zin en kan hooguit negatieve bijwerkingen veroorzaken.

tot de dreiging en het daadwerkelijke vrijkomen van een radioactieve wolk. Als er werkelijk een wolk over het land trekt zijn er nog meer maatregelen te verwachten, bijvoorbeeld over het gebruik van gewassen op het land. Deze zullen vanuit het rijk op basis van de actuele situatie worden bepaald.

Toekomst Duitsland wil kernenergie in de nabije toekomst afbouwen. Het plan is dat de kerncentrale Emsland in 2022 buiten gebruik gaat. Daarmee is de kous nog niet af, want de radioactieve staven hebben nog vele jaren nodig om hun stralingsactiviteit te verliezen. Op het terrein van de kerncentrale Emsland is een zogenaamde tussenopslag, waar de radioactieve staven liggen uit te werken. De dreiging van een oververhitte reactor is dan echter wel weggenomen. n Meer informatie is te vinden op de site van Veiligheidsregio Twente, www.twenteveilig.nl. 112 NETWERK | JULI 2014


COVERINTERVIEW

Vele handen maken licht werk Werken met nieuwe procedure tilassistentie Door Annemarie Smidt, Geen Blad voor de Mond

Eind 2012 startte Ambulance Oost het project Veilig Vervoer Corpulente Patiënten (VVCP), met als doel veilige werkinstructies in spoedeisende situaties. Hiervoor sloeg de ambulancedienst onder andere de handen ineen met Brandweer Twente, partner 8

op het gebied van tilassistentie. Arrand Klein: ‘Deze samenwerking betekent winst voor alle patiënten.’

N

a een succesvolle pilot is de nieuwe procedure tilassistentie klaar voor de praktijk. Zes kazernes van Brandweer Twente beschikken over een hoogwerker: Oldenzaal, Hengelo, Enschede, Almelo, Nijverdal en Rijssen. Deze zijn allemaal voorzien van speciale materialen die bij een gezamenlijke inzet gebruikt worden (XXL-wervelplank met bijbehorende spin en XXL-tilmat). In samenwerking met Brandweer Twente zijn de manschappen getraind. Arrand Klein is namens Ambulance Oost projectleider voor het project VVCP: ‘Zodra patiënten op een hoger gelegen verdieping liggen, werken we samen met de brandweer. Voor iedere inzet gaan we via een vaste procedure te werk. Zodra wij als ambulanceteam bij een patiënt zijn gearriveerd, maken we een inschatting of we de brandweer nodig hebben en in welke hoedanigheid. Daarvoor hebben we drie typeaanduidingen geformuleerd. Bij TAA1 hebben we alleen een hoogwerker nodig omdat de patiënt op hoogte ligt, bij TAA2 hebben we te maken met een zware patiënt zodat we 112 NETWERK | JULI 2014

extra handen nodig hebben voor het tillen en bij TAA3 hebben we zowel de hoogwerker als de extra handen nodig.’

Materiaal en mankracht De speciale reddingsmaterialen liggen op alle hoogwerkers en kunnen voor alle patiënten worden ingezet. Dus ook voor een patiënt die zich wel op de begane grond bevindt, maar te zwaar is om met de reguliere materialen vervoerd te worden. Michel Boersma is vanuit Brandweer Twente betrokken bij het project. ‘Wij ondersteunen de ambulancedienst al geruime tijd bij het afhijsen van patiënten. Voor de nieuwe procedure had Ambulance Oost er ook voor kunnen kiezen om hun eigen voertuigen van deze materialen te voorzien. Dat had niet alleen veel geld gekost, maar de materialen zijn ook niet altijd nodig. Nu kunnen wij extra ondersteuning bieden met materiaal én mankracht. Samen bieden we nu maatwerk.’ Een ander, belangrijk verbeterpunt dat in de procedure is vastgelegd, is dat Ambulance Oost tijdens het aanrijden


COVERINTERVIEW

Evac-Mattress in ambulances

‘Samen bieden we nu maatwerk voor alle patiënten’

Naast de speciale materialen waarover Brandweer Twente beschikt, zijn sinds maart 2014 ook alle ambulances van Ambulance Oost voorzien van een Evac-Mattress. Dit is zowel een reguliere brancardmatras als een sleepmatras, waardoor ook in acute situaties moeilijk toegankelijke plaatsen bereikt kunnen worden. De patiënt wordt dan op de matras vastgemaakt en kan op die manier veilig en snel over galerijen en/of in trappenhuizen vervoerd worden.

Arrand Klein, Henk Mondeel (Ambulance Oost) en Michel Boersma (Brandweer

van de hoogwerker al contact heeft met de bemanning. Op deze manier kan de hoogwerker direct op de juiste plaats worden opgesteld – er wordt dus zo min mogelijk tijd verloren – en weten de brandweerlieden welke assistentie er van hen verwacht wordt. Hierover zijn ook afspraken gemaakt met de meldkamer Ambulancezorg. Zij coördineren samen met de meldkamer van de brandweer de inzet en zorgen samen voor het aansturen van de juiste eenheden.

Twente) zijn trots op de

Kracht van samenwerking

samenwerking

Sinds 17 maart is de procedure in heel Twente operationeel. Klein: ‘Dat de procedure tot stand is gekomen door een intensieve samenwerking tussen van beide hulpdiensten, werd al in de pilotfase duidelijk. Al na drie inzetten waren de reacties vanaf de werkvloer positief en dat geeft aan dat we de juiste werkwijze hebben gevonden. In alle gevallen hebben we nu een goede manier om een patiënt te behandelen, te verplaatsen waar nodig en te vervoeren.’ Ambulance Oost gebruikt het komende jaar om de nieuwe procedure te evalueren. Op verbeterpunten die naar voren komen wordt direct ingespeeld, mede door de korte communicatielijnen tussen beide hulpdiensten. Henk Mondeel, teammanager AHV bij Ambulance Oost: ‘Waar we met name trots op zijn, is dat een probleem dat op de werkvloer wordt gesignaleerd in zo’n goede samenwerking is opgepakt. Ambulance en brandweer hebben elkaar gevonden, over en weer is enthousiast medewerking verleend aan het project en in korte tijd is een in beide organisaties een nieuwe werkwijze geïmplementeerd. Wat ons betreft kunnen we deze vorm van samenwerking in de toekomst vaker verwachten, we willen nu eenmaal allemaal het beste voor de patiënt.’ n

die tot stand is gekomen. Mondeel: ‘We hebben de stap gemaakt van improvisatie naar een structurele oplossing.’

112 NETWERK | JULI 2014

9


OVER DE GRENS

Samen van goed... Hoe grensoverschrijdende samenwerking acute zorg kan verbeteren Door Alexandra Ziemann, Manon Bruens en Volker Tondorf, Acute Zorg Euregio bleek een afdeling kindergeneeskunde in het ziekenhuis in Gronau op te zetten, heeft het Initiative geprobeerd een grensoverschrijdend oplossing in samenwerking met Medisch Spectrum Twente (MST) te vinden. MST heeft Bureau Acute Zorg Euregio gevraagd om de mogelijkheid tot s­ amenwerking tussen MST en de zorginstellingen in Gronau te onderzoeken.

Het afgelopen half jaar heeft Acute Zorg Euregio samen met de gemeente Tubbergen en Dinkelland, en de acute zorgaanbieders in Noordoost Twente (HDT-Oost, Ambulance Oost, Verloskundigenkring Oldenzaal, Dinkelland en omgeving en de HAGro

Afspraken met Enschede

Dinkelland) gekeken naar mogelijkheden om de bereikbaarheid en beschikbaarheid van de acute zorg in Noordoost Twente te verbeteren. 10

E

en van de mogelijkheden om de acute zorg te verbeteren, is door over de grens naar alternatieven te zoeken. Acute Zorg Euregio heeft hierbij gekeken naar samenwerking met de EUREGIO-Klinik in Nordhorn.

In Gronau (Westfalen) Sinds 2013 probeert het ‘Initiative Pro Kinderstation’, dat het belang van ouders uit Gronau (Duitsland) vertegenwoordigt, de acute zorg voorzieningen voor kinderen in Gronau verbeteren. Aangezien het niet realistisch

Er is een structureel probleem met de bereikbaarheid van de klinische behandeling voor kinderen uit Gronau. Vanuit het oogpunt van de Gronause ouders zijn de afstanden en mogelijkheden om met het openbaar vervoer naar een Duits ziekenhuis met een kinderafdeling te reizen onvoldoende. Een doorverwijzing naar het dichtbij gevestigde MST is een alternatief voor deze ouders. Na het voeren van inventariserende gesprekken met de zorginstellingen in Gronau en MST door Acute Zorg Euregio, zijn er voldoende aanknopingspunten om grensover-

In Noordoost Twente Om de kwaliteit van de acute zorg in Nederland te bewaken en borgen zijn richtlijnen opgesteld voor een basis SEH. Daarnaast zijn aanvullende competenties en eisen opgesteld voor het behandelen van zes patiëntengroepen, die meer zorg vereisen dan op een basis SEH kan worden aangeboden. Indien patiënten er vanwege de bereikbaarheid voor kiezen om gebruik te maken van een ziekenhuis over de grens, is het van belang dat duidelijk is of dit ziekenhuis aan dezelfde normen voor tweedelijns acute zorg voldoet als een Nederlands ziekenhuis. De Euregio-Klinik in Nordhorn voldoet aan de Nederlandse eisen van een ­ basis SEH, is DGU gecertificeerd voor de traumazorg en voldoet aan de ­Nederlandse eisen die gesteld worden voor de profielen neuro-interventies, acute aneurysma aorta abdominalis, pre- en dysmature zorg en acute gedragsstoornissen. 112 NETWERK | JULI 2014

Afspraken om acute zorg over de grens te verbeteren zijn in voorbereiding.

3

1

2


OVER DE GRENS

naar beter schrijdende afspraken te maken om kinderen uit Gronau ook door te verwijzen naar MST door de Gronause artsen.

Wat moet er nog gebeuren? Er vinden nu overleggen plaats om nieuwe contracten op te stellen tussen de Landkreisen die verantwoordelijk zijn voor het ambulancevervoer naar Nederland en met de EUREGIO-Klinik en MST over de mogelijkheid tot het opvangen en behandelen van acute patiënten uit Noordoost Twente resp. Gronau. In de zomer van 2014 vinden gesprekken plaats met vertegenwoordigers van de zorgverzekeraars uit Nederland en Duitsland, om duidelijkheid te krijgen rondom de financiering en vervolgzorg, als ook de mogelijkheid om pilotregio te zijn voor de grensoverschrijdende acute zorg. Want de bereikbaarheid en beschikbaarheid van de acute zorg is goed, maar samen kan het beter.

Terugkoppeling uit de praktijk Inmiddels heeft Acute Zorg Euregio de eerste terugkoppelingen uit de praktijk ontvangen. Onlangs reed een Duitse ambulance vanuit de regio Grafschaft Bentheim naar een Nederlandse patiënt die tijdens een dagje uit in Nordhorn met angineuze pijn bewusteloos raakte. De in de workshop Nederlands geleerde vaktermen en omgangsvormen werden direct tijdens de hulpverlening ingezet zodat de anamnese, die vroege

diagnose en de getroffen behandeling in het Nederlands gebeurde. De patiënt en zijn familieleden voelden zichtbaar veiliger en maakten na de overdracht complimenten en dat stelden de ambitieuze ambulanceverpleegkundigen op prijs. Zoiets geeft natuurlijk steun om door te gaan en herinnert eraan: Elkaar ontmoeten en elkaars taal spreken blijkt een belangrijk punt voor de toekomstige grensoverschrijdende samenwerking in de acute zorg te zijn. n

11

Workshop NL-D Op woensdag 14 mei hebben vier SEH-verpleegkundigen, een meldkamercentralist en negen ambulanceverpleegkundigen, allen werkzaam in de Grafschaft Bentheim in Duitsland, een eendaagse workshop Nederlands gevolgd. Deze workshop is georganiseerd door Acute Zorg Euregio, in samenwerking met Talen Twente. De deelnemers hebben kennis kunnen nemen hoe de acute zorgverlening in Nederland geregeld is ten opzichte van Duitsland en welke specifieke medische begrippen ze tegen kunnen komen en deze door middel van rollenspellen geoefend. Ook is een bezoek gebracht aan de SEH-afdeling van MST en een ambulance van Ambulance Oost. Daarbij lieten Roald Bos (MST) en Tjeerd Boersma (Ambulance Oost) indrukwekkend zien waar de verschillen tussen Nederland en Duitsland zitten maar ook waar de systemen helemaal op elkaar lijken. Op deze manier ontstond een levende discussie. 112 NETWERK | JULI 2014


KETENPARTNERS

IC-patiënten blijven voortaan in regio Toekenning van de niveau 3 status kroon op het werk MST Door Marja Nijkrake, Acute Zorg Euregio Op de afdeling Algemene Intensive Care van Medisch Spectrum Twente (MST) werd begin april een klein feestje gevierd. De Commissie Nationale Kwaliteitsvisitatie Intensive Care (NKIC) heeft de afdeling algemene Intensive Care namelijk de niveau 3 status IC-zorg toegekend.

D

12

e KNIC toetst de IC’s in Nederland en kent de verschillende niveaus toe. Niveau 3 IC-zorg is het hoogst haalbare level voor de intensieve zorgafdeling in Nederland. Een niveau 3 IC is een IC-afdeling met een bovenregionale functie, met functies als IC-behandeling

van hoog complexe chirurgie, IC-behandeling van (multi)traumapatiënten of patiënten met gecompliceerde aandoeningen.

Flinke ontwikkeling De afdeling Algemene Intensive Care heeft zich de laatste jaren flink ontwikkeld om tot dit niveau te komen. De afdeling is continu bezig met de ontwikkeling van de kwaliteit van zorg en er is 100% aandacht voor de begeleiding van patiënten en hun familie - zelfs na ontslag - door strikte enquêtering en een nazorg-poli. Ook is er een team intensivisten gevormd dat 24/7 bezetting garandeert.

IC-zorg dichtbij Omdat MST als enige ziekenhuis in Twente en de Oost-Achterhoek is ge-

promoveerd tot de hoogste status, houdt het behalen van het niveau 3 IC in dat patiënten uit de regio na een ernstig ongeval of een andere fatale aandoening voortaan bijna altijd in Enschede kunnen worden verpleegd. Voorheen moesten patiënten die dit hoge niveau van zorg nodig hadden, uitwijken - per traumahelikopter of per ambulance - naar ziekenhuizen in Nijmegen en Groningen. Voor patiënt én familie is hier dus een grote winst behaald. Volgens de intensivisten van MST worden op jaarbasis twintig tot veertig patiënten meer verwacht. Naast de academische ziekenhuizen en MST, hebben ook de Isala Kliniek in Zwolle, het Lieve Vrouwe Gasthuis te Amsterdam en het St. Antonius ziekenhuis in Nieuwegein dit zelfde niveau. n

Medewerkers van de afdeling Algemene Intensive Care en Raad van Bestuur zijn blij dat hun inzet is beloond.

112 NETWERK | JULI 2014


PATIENTENZORG

LPA8: nieuwe werkwijze voor onmisbaar instrument Professionals denken mee over inhoud nieuwe protocollen Door Annemarie Smidt, Geen Blad voor de Mond De ambulancesector is één van de weinige sectoren binnen de Nederlandse gezondheidszorg waar sprake is van een landelijk, uniform kwaliteitskader voor de behandeling van de patiënt. In het Landelijk Protocol Ambulancezorg (LPA) wordt conform de laatste stand van de wetenschap en op basis van praktische toepasbaarheid aangegeven op welke zorg een patiënt mag rekenen. Op 1 januari 2015 wordt de achtste versie in gebruik genomen.

D

oor ambulanceverpleegkundigen en -chauffeurs wordt het protocol gezien als een onmisbaar instrument bij het verlenen van de dagelijkse zorg aan patiënten. In tegenstelling tot vorige versies, ligt in LPA8 meer nadruk op het bieden van ondersteuning aan de ambulanceverpleegkundige. Hierdoor kan de ambulanceverpleegkundige beter bepalen wat de juiste zorg op dat moment is, aangezien dat per patiënt kan verschillen. Fred van Eenennaam is medisch manager bij Ambulance Oost. Hij is betrokken bij de totstandkoming van het nieuwe landelijke protocol, maar ook verantwoordelijk voor de implementatie hiervan binnen zijn eigen organisatie. Fred: 'De voorbereiding van LPA8 heeft bijna twee jaar in beslag genomen en is daarmee een relatief lang en intensief proces geweest. In tegenstelling tot voorgaande jaren is gewerkt met tien expertgroepen, bestaande uit ambulanceverpleegkundigen en medisch managers, die uitgebreid (literatuur)onderzoek hebben gedaan naar de beste werkwijzen en medicijnen. Daarna zijn de eerste concept protocollen afgestemd met wetenschappelijke beroepsorganisaties, zoals het Nederlands Huisartsen Genootschap en de Nederlandse Vereniging voor Traumatologie en Cardiologie.'

maar het gaat er ook om dat het protocol praktisch uitvoerbaar is. Kunnen ambulanceverpleegkundigen de voorgestelde handelingen uitvoeren? Zijn de daarvoor benodigde instrumenten aanwezig in de ambulance? En heeft de handeling een meerwaarde in de periode tot de patiënt in het ziekenhuis is? We kunnen in de praktijk niet altijd de werkwijze volgen die in theorie het beste zou zijn.' De professionele verantwoordelijkheid van ambulancemedewerkers wordt met de invoering van het nieuwe protocol groter. 'Voor-

heen werden medewerkers geacht de stroomschema’s in het boekje te volgen. Vanaf 1 januari krijgen onze mensen meer vrijheid om te handelen naar de behoeften van de patiënt. Dat vraagt meer kennis, inzicht en een andere manier van denken.'

Opleidingsprogramma Na de zomer start Ambulance Oost met de instructieprogramma’s voor medewerkers, om ze bekend te maken met nieuwe medicijnen, apparatuur, handelingen etc. De interne opleidingen moeten voor 1 december met goed gevolg zijn afgerond, dan wil de ambulancevoorziening namelijk aan de slag met LPA8. Fred: 'Landelijk wordt LPA8 1 januari ingevoerd, wij hebben deze datum voor onszelf bewust een maand eerder vastgesteld. Zo hebben we de december om de laatste puntjes op de ‘i’ te zetten en zijn we op 1 januari echt klaar om te werken volgens het nieuwe protocol.' n

Praktische uitvoerbaarheid Heeft de nieuwe werkwijze nieuwe inzichten opgeleverd? Fred: 'Literatuuronderzoek en de adviezen van beroepsverenigingen zijn heel belangrijk, 112 NETWERK | JULI 2014

13


ACHTERGROND

Zorginstellingen in Twente GHB-problematiek: expertgroep acute psychiatrie buigt zich over detox-beleid en Door Annemarie Smidt, Geen Blad voor de Mond

De expertgroep acute psychiatrie is in het najaar van 2013 voor het eerst bijeengekomen in de nieuwe samenstelling. Op de planning voor 2014 stond onder andere een inventarisatie van de GHB-problematiek op het gebied van detox-beleid en verantwoordelijkheid. Hiermee is ook Tactus Verslavingszorg een belangrijke gesprekspartner geworden voor de acute zorg partners. 14

Z

iekenhuizen, huisartsen(posten) en GGZ-instellingen in de regio zitten met de handen in hun haar als het gaat om de aanpak van GHB-patiënten. Verslaafden die zich bij één van de zorginstellingen melden met een acuut letsel moeten behandeld worden, maar bij gebrek aan hun vaste dosis GHB zullen zij binnen een paar uur last krijgen van heftige onthoudingsverschijnselen. Daarnaast worden er ook patiënten binnen gebracht die een overdosis GHB hebben gebruikt. Deze twee patiëntencategorieën behoeven een structurele aanpak, zowel vanuit de ziekenhuizen als vanuit de huisartsen, ambulancevoorzieningen, GGNet, Dimence, Mediant en Tactus.

Waar hoort een patiënt? René Sorel is werkzaam als psychiater en medisch manager bij ZGT en voorzitter

van de expertgroep acute psychiatrie. 'Als een GHB-patiënt wordt binnengebracht in het ziekenhuis, zorgen we ervoor dat de acute levensbedreiging wordt tegengegaan. Is er sprake van een delier, wat maar voor een klein deel van de patiënten geldt, dan wordt de patiënt opgenomen op de psychiatrische afdeling. In alle andere gevallen hebben we binnen de expertgroep afgesproken om de patiënt na het verlenen van somatische zorg door te verwijzen naar de juiste instantie, bijvoorbeeld Tactus. Als ziekenhuis beschikken we namelijk niet over de faciliteiten om iemand te laten afkicken. Daarnaast is op verzoek van de expertgroep een flowchart opgesteld met acties en verantwoordelijkheden in het geval van een acute GHBonthouding. Doordat alle partners bij het formuleren van het nieuwe beleid betrokken zijn geweest, worden pro-

bleemgevallen niet langer van het kastje naar de muur gestuurd. We willen er met elkaar voor zorgen dat deze patiënten op de juiste plaats terecht komen. De volgende stap is om ervoor te zorgen dat het nieuwe beleid op de werkvloer wordt geïmplementeerd.'

3 à 4 GHB-ers per week

Onbekendheid

Per week worden er drie à vier GHB-gevallen bij het ziekenhuis binnengebracht. Dat aantal is de afgelopen jaren fors gestegen. Vaak hebben ze teveel GHB tot zich genomen, of is er verkeerd gecombineerd met andere drugs. Het verschil tussen ‘out’ gaan of je fijn voelen, verschilt soms maar enkele druppels GHB. Vooral in de gemeente Twenterand is het probleem van GHB-gebruik al jaren relatief groot.

Dat de richtlijn in samenwerking met Tactus tot stand is gekomen, geeft het advies een stevig fundament. Adil Arabou, verpleegkundig specialist/projectleider GHB bij Tactus: 'Onze betrokkenheid bij de expertgroep acute psychiatrie heeft een grote meerwaarde, ook voor ons. Tijdens de vergaderingen

112 NETWERK | JULI 2014


luiden noodklok

Het volgende magazine van

verantwoordelijkheid

net werk verschijnt in oktober 2014

Colofon 112 Netwerk is een uitgave van Acute Zorg Euregio, Ambulance Oost en GHOR Twente. Dit magazine verschijnt vier keer per jaar en bericht over ontwikkelingen rondom acute zorg in Twente en Oost-Achterhoek. Jaargang 2014, editie juli

Redactie Kitty Muntenaar kmuntenaar@ambulanceoost.nl Marja Nijkrake m.nijkrake@acutezorgeuregio.nl Cees Schenkeveld c.schenkeveld@acutezorgeuregio.nl Irma Huiskes info@ghortwente.nl Annemarie Smidt a.smidt@geenbladvoordemond.nl

waren veel partijen aanwezig die met de GHB-verslaafden te maken krijgen, ook dit vergroot het draagvlak. Ik heb met name Manon (Bruens, beleidsmedewerker bij Acute Zorg Euregio) geïnformeerd over de bestaande GHB-

problematiek. Wat is het probleem, met welke factoren moet je rekening houden? Maar ook als er specifieke vragen waren vanuit de groep, heb ik een toelichting gegeven. Er is nog veel onbekendheid over het gebruik van GHB en de gevolgen daarvan. Op instellingsniveau waren er tot op heden nog te weinig afspraken. Daar heeft de expertgroep nu een eerste, goede stap in gemaakt. Nu moeten de nieuwe protocollen en afspraken in de praktijk worden gebracht. Ook daarbij wil Tactus haar acute zorgpartners graag ondersteunen om tot een gecoördineerde, eenduidige aanpak van het GHB-probleem te komen.' n

Coverfotografie René Koele Bladformule, vormgeving, eindredactie en drukwerk

GEEN BLAD VOORDE MOND MAKERS VAN MAGAZINES

Geen Blad voor de Mond B.V. Lasondersingel 149-151 7514 BR Enschede tel. 053 460 9002 geenbladvoordemond.nl ISSN 2211-8225

112 NETWERK | JULI 2014

15


Download de 112 Netwerk app! De 112 Netwerk app is beschikbaar voor tablets en smartphones met besturingssystemen van Apple iOS en Google Android. Je kunt dus met je tablet of smartphone overal waar je bent, het 112 Netwerk magazine lezen en bekijken. De app is gratis te downloaden en bevat vele extra’s zoals foto’s, video’s, rapporten en weblinks.

Android

Apple iOS

Google play

iTunes App Store

Gebruikers van een iPad of iPhone kunnen de app downloaden in de iTunes App Store. Gebruikers van een tablet of smartphone met Android kunnen de app downloaden vanuit Google play.

Postbus 50000

Postbus 1400

Postbus 784

7500 KA Enschede

7500 BK Enschede

7550 AT Hengelo

Tel. 053 487 20 97

Tel. 088 256 78 50

Tel. 074 256 22 22

info@acutezorgeuregio.nl

secretariaat@ghortwente.nl

info@ambulanceoost.nl

acutezorgeuregio.nl

ghortwente.nl

ambulanceoost.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.