112 Netwerk - editie 4 - 2014

Page 1

ACUTE ZORG IN TWENTE EN OOST-ACHTERHOEK Gezamelijke triage SEH en huisartsen in nieuw MST

net werk

Nieuw protocol LPA8: wijzigingen met impact Medewerkers en ketenpartners Ambulance Oost klaar voor 2015

Visitaties kwaliteitskader van start Risk Factory Twente Traumazorg in regio op gewenst niveau

OKTOBER 2014


112 JOURNAAL

Nieuwe wegen Een nachtmerriescenario: een calamiteit in een zorginstelling met veel slachtoffers, ondanks alle inspanningen van de hulpdiensten. Een brand, een ziektegolf, uitval van belangrijke voorzieningen of anderszins. Niet voor niets hebben we als GHOR Twente afgelopen jaren samen met zorginstellingen geïnvesteerd in goede voorbereiding op dit soort situaties. We hebben nu een stevig netwerk met 24 zorginstellingen in Twente. Dit jaar bekrachtigen we deze samenwerking met de ondertekening van een samenwerkingsovereenkomst.

2

De wereld van de zorg verandert. Verzorgingstehuizen verdwijnen en de vroegere bewoners zullen steeds meer voor zichzelf moeten zorgen. Ook oude en minder zelfredzame mensen blijven veel langer thuis wonen dan voorheen. Zorginstellingen krimpen of sluiten zelfs. Ons netwerk wordt kleiner… en daarmee ook de veiligheid? In de gesprekken met de zorginstellingen vraag ik wat deze ontwikkeling betekent voor de veiligheid van de mensen. Meer dan eens krijg ik als antwoord, dat hulpdiensten rekening moeten houden met meer calamiteiten als de beschermende omgeving van een instelling er niet meer is. De groter wordende groep zelfstandig wonende minder zelfredzame mensen heeft geen BHV, ontruimingsplan of crisisteam. Deze nieuwe omstandigheden zullen een stempel zetten op de agenda voor de komende jaren. De zorgzame overheid maakt plaats voor de zelfredzame mens. Beperkingen worden niet meer gezien als belemmeringen. Met goede hulpmiddelen en goede buren zullen minder zelfredzame mensen uit de voeten moeten als de nood aan de man komt. De uitdaging is nu te zoeken naar nieuwe wegen om de veiligheid te waarborgen. Manieren om de zelfredzaamheid te vergroten, met behulp van techniek en steeds meer communicatiemiddelen, maar ook met gebruikmaking van kennis en kunde van mensen in de omgeving en door te investeren in grotere bewustwording rond veiligheid. Twente profileert zich als een innovatieve regio. Niet voor niets. In het domein Veiligheid zijn er al mooie initiatieven te zien. Op het voormalige vliegveld staat inmiddels een Risk Factory waarin jongeren en ouderen in de praktijk veel kunnen leren over veiligheid en bewust worden van hun eigen rol daarin. Er is al een alarmeringssysteem voor burgers die een AED kunnen bedienen. Voor zorginstellingen komt er nu iets dergelijks om collega-zorgverleners in de buurt te kunnen alarmeren bij een calamiteit. Het eerste geneeskundig trainingscentrum in Nederland draagt bij om de veerkracht en slagkracht van zorginstellingen te vergroten. De samenwerking tussen hulpdiensten, zorginstellingen en gemeenten is van cruciaal belang om antwoord te geven op de nieuwe vragen en nog meer oplossingen te vinden die passen bij deze tijd. Twentse noaberschap is al van oudsher een goede basis voor dit soort samenwerking. Ook dat is innovatie: krachtige samenwerkingsvormen vinden die leiden tot creatieve ideeën en resultaten, dromen die daden worden en bijdragen aan een veilige samenleving. Laten we daar in blijven investeren: samen staan we sterk.

Ron Poot Hoofd bureau GHOR Twente 112 NETWERK | OKTOBER 2014

Workshop NL-D Op woensdag 14 mei hebben vier SEH-verpleegkundigen, een meldkamercentralist en negen ambulanceverpleegkundigen, allen werkzaam in de Grafschaft Bentheim in Duitsland, een eendaagse workshop Nederlands gevolgd. Deze workshop werd georganiseerd door Acute Zorg Euregio, in samenwerking met Talen Twente. De deelnemers hebben kennis kunnen nemen hoe de acute zorgverlening in Nederland geregeld is ten opzichte van Duitsland en welke specifieke medische begrippen ze tegen kunnen komen en deze door middel van rollenspellen geoefend. Ook is een bezoek gebracht aan de SEH-afdeling van MST en een ambulance van Ambulance Oost.

Inmiddels heeft Acute Zorg Euregio ook de eerste terugkoppelingen uit de praktijk ontvangen. Onlangs reed een Duitse ambulance vanuit de regio Grafschaft Bentheim naar een Nederlandse patiënt die tijdens een dagje uit in Nordhorn met angineuze pijn bewusteloos raakte. De recent in de workshop Nederlands geleerde vaktermen en omgangsvormen werden direct tijdens de hulpverlening ingezet zodat de anamnese en diagnose in het Nederlands werden besproken. De patiënt en zijn familieleden voelden zich veiliger en maakten na de overdracht complimenten aan de ambitieuze ambulanceverpleegkundigen. Zoiets geeft natuurlijk een goed gevoel dat motiveert om door te gaan en eraan herinnert: elkaar ontmoeten en elkaars taal spreken is een belangrijk punt voor de toekomstige grensoverschrijdende samenwerking in de acute zorg. n


Zo snel mogelijk bij de patiënt, in alle gevallen SOS Toegang maakt met een simpel gecodeerd openingssysteem terreinen die voorzien zijn van een slagboom, goed toegankelijk voor ambulances. Vanuit de dagelijkse praktijk merkte Regionale Ambulance Voorziening (RAV) IJsselland dat er vaak obstakels zijn die een snelle hulpverlening in de weg staan. Daarom hebben terreineigenaren nu de mogelijkheid om zich aan te sluiten bij SOS Toegang. Met SOS Toegang kan door een speciale zender de ambulance zelf slagbomen, roldeuren en verzinkbare paaltjes openen. Inmiddels zijn 300 slagbomen voorzien van de speciale zender. SOS Toegang is onderdeel van ‘Speuren naar deuren’ waarmee RAV IJsselland in 2013 de prestigieuze nationale Pati-

Elwin Klappe is een van de terreineigenaren die blij is met SOS Toegang.

ëntveiligheidsprijs won. SOS Toegang, bedacht door RAV IJsselland, wordt inmiddels door steeds meer ambulancediensten in Nederland gebruikt. n Kijk voor meer informatie op www.sostoegang.nl of mail naar g.berendschot@ravijsselland.nl.

Pijnbestrijding van A tot Z Op 19 juni vond het minisymposium ‘Pijnbestrijding van A tot Z’ plaats. Dagvoorzitter Mettje Hanje (anesthesioloog pijnbestrijding in MST) leidde het symposium in door het belang van aandacht voor pijn aan te geven. Verpleegkundig specialist bij Ambulance Oost, Johan Keijzer, nam ons mee in het pijnbestrijdingsbeleid binnen de ambulancewereld en het verdwijnen van het gebruik van lachgas met het nieuwe protocol LPA 8.0. Onderzoeker Jorien

Pierik presenteerde de resultaten van haar onderzoek naar onderbehandeling van acute pijn op de SEH en de risicofactoren voor het ontwikkelen van chronische pijn. SEH-arts in MST, Rein IJmker gaf een overzicht van de gebruikte middelen en het pijnbestrijdingsbeleid op de SEH door de jaren heen. Als laatste vertelde Sivera Berben, onderzoeker van Acute Zorgregio Oost ons de resultaten van haar onderzoek naar belemmerende en bevorderende factoren van pijnmanagement bij traumapatiënten in de acute zorgketen. n

Axira gaat CO2uitstoot te lijf Bewust van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid gaan de zeven partners van Axira de uitstoot van CO2 aanpakken binnen hun coöperatie. Ze worden daarbij ondersteund door de experts van bureau BlueConsultant. Om inzicht te krijgen in welke ‘boosdoeners’ CO2 veroorzaken, worden momenteel alle regio’s bezocht, werkprocessen bekeken en met medewerkers gesproken. Niet alleen wordt op die manier essentiële informatie verzameld die resulteert in doelgerichte acties om de uitstoot van CO2 terug te dringen, ook de persoonlijke bewustwording en betrokkenheid van de medewerkers worden zo gestimuleerd. Denk mee over jouw eigen werkplek en -proces en draag ideeën aan om jouw werk CO2 neutraler en dus milieuvriendelijker te maken. Samen voor een CO2 bewuster Axira, samen voor een beter milieu. n

Evaluatie samenwerkingsovereenkomst huisartsen Op 22 mei 2012 hebben de Twentse huisartsen en de GHOR een samenwerkingsovereenkomst ondertekend waarin zij gezamenlijke afspraken hebben vastgelegd. Hierin staat onder andere beschreven welke rol de huisartsen hebben tijdens rampen en crisis in Twente en hoe de contact- en communicatielijnen tussen GHOR en huisartsen zijn georganiseerd. In de afgelopen jaren zijn deze afspraken beoefend en getest. Zo zijn er onder andere alarmeringsoefeningen georganiseerd. Begin dit jaar is samen met de huisartsen en de GHOR een start gemaakt met de evaluatie van de samenwerkingsovereenkomst. De conclusie die daarbij is getrokken, is dat de samenwerking goed verloopt en dat beide partijen deze graag willen doorzetten. Na het doorvoeren van wat kleine aanpassingen wordt de overeenkomst dan ook met twee jaar verlengd. n 112 NETWERK | OKTOBER 2014

3


GROOTSCHALIGE Z0RG

Regionale visitaties crisisbeheersing en Visitatiecommissie geeft advies om kwaliteit van voorbereiding op rampen en crisis Door Joost Hofhuis, Acute Zorg Euregio

In 2013 is het Kwaliteitskader crisisbeheersing en OTO landelijk gelanceerd onder het toeziend oog van het ministerie van VWS. De ROAZ regio’s hebben middels een eigen ‘regionaal implementatieplan’ afgesproken in 2014 te starten met visitaties op het kwaliteitskader. 4 In 2014 zijn binnen het Netwerk Acute Zorg Euregio visitaties gepland voor de ziekenhuizen en de GGD. Inmiddels hebben drie visitaties plaats gevonden. Zo zijn de Ziekenhuisgroep Twente (juli), het Medisch Spectrum Twente (september) en de GGD Twente (september) inmiddels gevisiteerd. Het Streekziekenhuis Koningin Beatrix zal in oktober gevisiteerd worden.

De visitaties worden uitgevoerd door een visitatiecommissie die specifiek is opgeleid om te visiteren aan de hand van het kwaliteitskader Crisisbeheersing en OTO. De commissie bestaat

standaard uit een (technisch) voorzitter, een landelijke inhoudsdeskundige, een regionale inhoudsdeskundige en een notulist. Op aanvraag van de te visiteren instelling kan de commissie uitgebreid worden met een (kwaliteits) functionaris vanuit de GHOR. Voor de invulling van de positie van de regionale inhoudsdeskundige is een regionale visiteurspoule bestaande uit tien personen opgericht. Dit is gedaan in nauwe samenwerking met het Netwerk Acute Zorg Zwolle. Beide netwerken hebben functionarissen vanuit de ziekenhuizen en GGD opgeleid als visiteur. Deze functionarissen hebben in de eigen instelling allen een rol in de koude

Overleg commissie tijdens visitatie MST.

Overleg commissie tijdens visitatie GGD Twente.

Opzet visitaties

112 NETWERK | OKTOBER 2014

Terugkoppeling door de visitatie commissie aan bestuur en m

(OTO) en/of warme fase binnen de crisisbeheersing. Doel van de visitaties is om het verhogen van de kwaliteit van de voorbereiding op rampen en crises. De insteek van de visitaties is om dit op intercollegiale wijze te bewerkstelligen. Dit betekent dat de tijdens de visitatie afgenomen interviews op gelijkwaardig niveau worden gehouden. De vraagstelling is voor een groot deel open en er is ruimte om tijdens de interviews persoonlijke ervaringen, goede maar ook minder goede zaken met elkaar te delen. Door open met elkaar in gesprek


GROOTSCHALIGE Z0RG

Kwaliteitskader OTO te verhogen

5

management van GGD Twente.

te gaan, is de visitatiecommissie in staat om de instelling aanbevelingen te doen die als handvatten gebruikt kunnen worden ter verbetering van de staande crisisorganisatie.

Ervaringen tot zover Elke visitatie is, zoals elke visitatiecommissie, anders dan de vorige. Omdat de kwaliteit van de visitaties en het uiteindelijke visitatierapport voor een groot deel afhankelijk zijn van de visitatiecommissie is een gedegen voorbereiding van groot belang. Een andere,

minstens zo belangrijke factor, is de openheid en inbreng van de gevisiteerde instelling. Bij de visitaties die tot nu toe gehouden zijn, hebben alle instellingen een zeer open houding laten zien.

Belang en meerwaarde Bij alle visitaties heeft de commissie kennis kunnen maken met gedreven, zeer enthousiaste en betrokken professionals. Zowel de beheerders van het ROP (rampenopvangplan), teamhoofden, procesleiders, management en be-

trokken bestuurders onderschrijven het belang en meerwaarde van de visitaties. De commissies hebben getracht maatwerk te leveren per gevisiteerde instelling. De eerste resultaten zijn goed en onderschrijven dat de tijd en energie die ge誰nvesteerd is in de voorbereiding op rampen en crises de afgelopen jaren alles behalve voor niets is geweest. De aanbevelingen die voortkomen uit de visitaties zullen (waar mogelijk) zoveel mogelijk uniform op regionaal niveau opgepakt worden in overleg met de gevisiteerde instellingen. n 112 NETWERK | OKTOBER 2014


INNOVATIE

Spoedeisende Hulp en huisartsen werken met triage in nieuw MST Samenwerking leidt straks tot lagere zorgkosten Door afdeling PR, Medisch Spectrum Twente De wanden zijn onlangs geplaatst en daarmee tekenen zich de eerste contouren af van de toekomstige huisartsenpost en de Spoedeisende Hulp (SEH) in het nieuwe MSTziekenhuis in Enschede. Als het gloednieuwe gebouw begin 2016 officieel zijn deuren opent, zullen de SEH en de huisartsenpost letterlijk en figuurlijk zij aan zij gaan optrekken.

80% van alle zelfverwijzers thuishoort bij de eerstelijnszorg. Door de ’filtering’ via het triagesysteem, zullen er straks in het nieuwe ziekenhuis meer mensen worden geholpen door de huisartsenpost. ‘Wij krijgen het drukker,' beaamt Noltes. ‘Hoe we die extra patiëntenstroom gaan opvangen, daar denken we nu al volop over na in nauwe afstemming en samenwerking met het MST.’ Huisartsen en artsen van MST zijn nauw betrokken bij het verder invullen van de nieuwe werkwijze. Volgens Stijnen is er een ‘hoge betrokkenheid’, waardoor Rondleiding nieuwbouw MST.

6

O

nder regie van de huisartsenpost is het de bedoeling dat er straks minder mensen onnodig op de SEH belanden. Met de ingebruikname van de nieuwbouw begin 2016 zijn de SEH en de huisartsenpost naast elkaar gevestigd met één gezamenlijke ingang en balie. Onder regie van de huisartsenpost zal worden gewerkt volgens het Nederlands Triage Systeem (NTS). Dit houdt in dat bij iedere persoon die zich onaangekondigd aan de balie meldt, in een aantal stappen wordt vastgesteld of er daadwerkelijk zorg nodig is en zo ja, of de huisarts die kan geven of dat er toch spoedeisende hulp is vereist. ‘Het kan straks dus ook zijn dat iemand met een zelfzorgadvies naar huis wordt gestuurd,’ zegt algemeen directeur Jacqueline Noltes van HDT-Oost. De nieuwe werkwijze zal tot kortere wachttijden leiden voor de SEH. ‘Maar ook tot een kostenbesparing omdat die zorg duurder is dan de huisarts,' aldus Elles Stijnen, projectleider Ketenzorg bij MST.

Harmonicamodel Zogeheten ’zelfverwijzers’ zijn een bekend probleem van ziekenhuizen en huisartsen. Ze verschijnen zonder eerst de huisarts te bellen bij de SEH, die hen vervolgens niet mag weigeren terwijl volgens schattingen maar liefst 50 tot 112 NETWERK | OKTOBER 2014

steeds meer voordelen kunnen worden behaald. Omdat beide afdelingen straks naast elkaar zitten, wordt het bijvoorbeeld voor een huisarts veel makkelijker om er even een arts-assistent bij te halen. En wanneer het erg druk is op de SEH of andersom bij de huisarts, kunnen ze gebruik maken van elkaars wachtruimten en expertise. ‘Een soort harmonicamodel voor efficiënte zorg', aldus Noltes. Begin 2015 besluiten de huisartsen van HDT-Oost definitief over de plannen voor samenwerking op deze wijze. n


OVER DE GRENS

Training Duits voor acute zorg professionals Beter samenwerking zonder taalbarrière Door Marja Nijkrake, Acute Zorg Euregio

7

Stephanie Bendt legt de Duitse terminologie van het lichaam uit.

Netwerk Acute Zorg Euregio vindt het belangrijk om professionals, beleidsmakers, managers en bestuurders die te maken hebben met grensoverschrijdende acute zorg in de Euregio te faciliteren op het gebied van Duitse taal. In het najaar van 2012 heeft Acute Zorg Euregio daarom in samenwerking met Talen Twente (www.talentwente.nl) ­een intensieve taaltraining Duits ontwikkeld.

G

oede kennis van de Duitse taal draagt bij aan goede communicatie in de directe patiëntenzorg in zowel reguliere als opgeschaalde situatie, maar ook in de samenwerking over de grens op organisatorisch en bestuurlijk niveau. De training is zowel in het

voorjaar als in het najaar van 2014 aangeboden aan de medewerkers van de ketenpartners.

Verschillende zwaartepunten Van april tot en met juli hebben maar liefst 28 deelnemers, vakinhoudelijke professionals en beleidsmedewerkers/ managers, de tien sessies durende cursus gevolgd. De samenstelling van de groepen is ontstaan na een (digitaal) schriftelijk dan wel (telefonisch) mondelinge intake en is afhankelijk van het niveau van de deelnemers. De inhoud van de cursus verschilt in zwaartepunten, afhankelijk van de functies en de bruikbaarheid. Voor acute zorg professionals bijvoorbeeld lag het accent op medisch/acute zorg vakjargon en het voeren van (familie)gesprekken. Voor de beleidsmedewerkers en managers lag de focus meer bij ambtelijke en bestuurlijke vakterminologie, vergaderen (spreken) en schrijven. In de eerste van de tien sessies van elk twee uur werd in overleg met de deelnemers de leerdoe-

len vastgesteld. Hierbij kun je denken aan bijvoorbeeld:

Leerdoelen zorgprofessionals • Communicatie met patiënten: geruststellen, aandoening/anamnese toelichten en social talk. • Communicatie met familieleden: toelichten van de situatie. • Communicatie met omstanders.

Leerdoelen beleidsmedewerkers • Mondelinge communicatie met instanties/collega’s uit Duitsland over beleids en organisatorische zaken. • Schriftelijke communicatie met instanties/collega’s uit Duitsland. De scholing is professioneel opgezet en gebaseerd op onder andere: Deutsch im Krankenhaus (2012), samengestelde vakliteratuur Talen Twente (2012-2014), Duitse grammatica voor Economisch Onderwijs (2009). Uitvoerende instantie Elycio Talen is een ISO-gecertificeerd trainingsinstituut. n 112 NETWERK | OKTOBER 2014


COVERINTERVIEW

LPA8: anders denken, anders handelen Nieuw protocol staat nog dichter bij de praktijk Door Mathilde van de Veen, Geen Blad voor de Mond

Op 1 januari 2015 wordt de achtste versie van het Landelijk Protocol Ambulancezorg (LPA) in gebruik genomen. Albert van Eldik en Arjan Hosmar van Ambulance Oost vertellen over LPA8. Albert: ‘In het nieuwe protocol zijn veel wijzigingen aangebracht 8

die samen een grote impact hebben.’

D

e veranderingen hebben betrekking op het materiaal in de ambulance, de werkwijze van de ambulanceverpleegkundigen en de communicatie met ketenpartners. Vanuit zijn functie als staffunctionaris opleidingen is Albert betrokken bij de landelijke projectgroep die het nieuwe ambulanceprotocol heeft opgesteld, en bij de implementatie ervan binnen Ambulance Oost. Albert: 'Naast praktische wijzigingen, zoals het in gebruik nemen van infuuspompen in de ambulance, vereist LPA8 een andere denkwijze van ambulancemedewerkers. Op dit moment volgen onze medewerkers het protocol en indien ze daarvan afwijken, beargumenteren ze achteraf waarom ze zijn afgeweken. Bij LPA8 bepaal je vooraf welke handelingen je uitvoert op basis van de situatie en de toestand van de patiënt. Dat zie ik als een heel andere aanvalsstrategie.’

Communicatie met ketenpartners Arjan, kerninstructeur bij Ambulance Oost, vult aan: ‘Bij LPA8 moeten ambulanceverpleegkundigen meer zélf nadenken en gebruik maken van hun kennis en ervaring. Maar het protocol 112 NETWERK | OKTOBER 2014

blijft altijd een duidelijke richtlijn voor verantwoorde ambulancezorg.’ Een andere belangrijke wijziging is de communicatiemethodiek die bij de vooraankondigingen en overdracht van patiënten gebruikt wordt. Voorheen was dat de MIST-methode, nu wordt dat de SBAR. ‘De SBAR wordt in veel ziekenhuizen gebruikt. Daar sluiten we nu dus beter bij aan,’ vertelt Albert. ‘Hoewel de methodiek in essentie niet verschilt, wijkt de SBAR in de praktijk toch af van de MIST. Voorheen vertelden wij het ziekenhuis in de vooraankondiging wat onze bevindingen bij de patiënt waren. Aan de hand van die informatie besliste het ziekenhuis of er bijvoorbeeld een traumateam nodig was om de patiënt op te vangen. Bij de SBAR is dat anders: wij vertellen het ziekenhuis nu wat zij het beste kunnen klaarzetten. Die aanpak blijkt heel zinvol, omdat ziekenhuizen soms moeite hebben met het maken van een juiste inschatting over de toestand van de patiënt.’ Het is belangrijk dat, naast SEH’s, ook andere ketenpartners weten wat de grote wijzingen in het protocol zijn. Het nieuwe protocol heeft bijvoorbeeld invloed op de werkwijze


COVERINTERVIEW

Communicatie bij aankondiging De MIST staat voor: • Mechanism of injury • Injuries found and suspected • Signs • Treatment given Deze verandert met het LPA8 in de SBAR: • Situation • Background • Assesment • Recommendation Bij de overdracht van patiënt naar bijvoorbeeld de SEH, wordt de staat van de patiënt gecommuniceerd aan de hand van deze vier speerpunten.

Albert van Eldik en Arjan Hosmar van Ambulance Oost: 'De wijzigingen hebben niet ­alleen invloed op de werkwijze van ambulanceverpleegkundigen, maar ook op die van onze keten-

van de brandweer. Albert: ‘Uit onderzoek is gebleken dat het helemaal niet nodig is in alle gevallen van (verdenking van) wervelkolomletsel een totale wervelkolomimmobilisatie uit te voeren. Onnodig gemanipuleer kan soms zelfs meer schade toebrengen. Dat is ook voor de brandweer, die slachtoffers bevrijdt en verplaatst, belangrijke informatie. Voordat we met LPA8 gaan werken, bezoeken we de ketenpartners om uitleg te geven over het nieuwe protocol.’

partners.'

Regionaal niveau

'Sommige wijzigingen zijn een bevestiging van wat ambulanceverpleegkundigen al jaren denken'

Hoewel LPA8 een landelijk protocol is, wijken regionaal toch een aantal zaken af. Albert: ‘De reden daarvoor is vooral praktisch van aard. Voor mensen met bijvoorbeeld een hartinfarct wordt niet in elk behandelcentrum dezelfde therapie gegeven. Om de juiste medicatie in de ambulance te kunnen toedienen, hebben we vastgelegd welke medicatie in onze regio wordt gebruikt. Verder is afgesproken naar welk ziekenhuis in de regio we een patiënt brengen. Dat is belangrijke informatie, want niet alle ziekenhuizen bieden dezelfde behandelingen.’ Als kerninstructeur houdt Arjan zich bezig met de implementatie van het regionaal en landelijk protocol binnen Ambulance Oost. Voor de ambulanceverpleegkundigen zijn er (inloop)trainingen om ze bekend te maken met LPA8. Deze worden afgesloten met een toets. Gelukkig zijn de reacties grotendeels positief. ‘LPA8 staat nóg dichterbij de praktijk dan vorige versies. Zo is het nieuwe protocol ‘wervelkolomimmobilisatie’ eigenlijk een bevestiging van wat ambulanceverpleegkundigen al jaren denken.’ n 112 NETWERK | OKTOBER 2014

9


KETENPARTNERS

Veiligheid in eigen hand: Interactief veiligheidseducatiecentrum voor burgers is uniek in Nederland Door Robin Pater, Veiligheidsregio Twente

Hoe kan ik brand in mijn huis voorkomen? Wat zijn de gevaren van alcohol? Hoe neem ik veilig deel aan het verkeer? Hoe kan ik veilig vluchten? Wat moet ik doen als de sirene gaat? Hoe bel ik 112? Allemaal veiligheidsvraagstukken waar burgers mee te maken hebben. En allemaal scenario’s die bezoekers van de Risk Factory Twente op een realistische manier aan den lijve ondervinden. 10

W

at je kunt voorkomen, hoef je niet te bestrijden. En jong geleerd is oud gedaan. Dat is het motto van de Risk Factory Twente, het veiligheidseducatiecentrum van de Veiligheidsregio Twente waar basisschoolleerlingen en groepen met een verhoogd risico veiligheidsbewuster worden gemaakt. Door realistische en interactieve scenario’s op een speelse manier te beleven, leren bezoekers gevaren te herkennen en worden alle bezoekers veiligheidsambassadeur in hun eigen omgeving. Deze olievlekwerking helpt om onze samenleving veiliger te maken.

Multidisciplinair De Risk Factory is een multidisciplinair initiatief en focust op allerlei soorten veiligheid, zoals brandveiligheid, omgaan met alcohol, verkeersveiligheid, vandalisme en cyberveiligheid. In de Risk Factory participeren naast initiatiefnemer Brandweer Twente, de Veiligheidsregio Twente, GHOR Twente, GGD Twente, Politie, ROV-Oost Nederland en Tactus Verslavingszorg. Ook zijn Universiteit Twente, Saxion Hogescholen en de Risk Factory Edinburgh (Schotland) betrokken. Door al deze veiligheidsonderwerpen te bundelen en interactief te maken, worden deelnemers op een 112 NETWERK | OKTOBER 2014

compacte, aansprekende en leerzame manier geconfronteerd met risicovolle situaties.

Doelgroep Primaire doelgroep zijn basisschoolleerlingen uit groep 7 en 8. In groepen van acht personen doorlopen zij onder begeleiding de negen scenario’s. Het ‘Be a hero’-concept legt een positieve focus op veiligheid en sluit daarmee aan bij de idoolcultuur van deze doelgroep. Deelnemers kunnen zelf ‘safety heroes’ worden door ‘hero-badges’ te verdienen. Het competitie-element motiveert hen als individu, groep en klas. Deelnemende scholen kunnen onderling in een ‘safety battle’ de titel ‘Veiligste school van Twente’ verdienen.

Stand van zaken De Risk Factory Twente is in relatief korte tijd tot stand gekomen. Na een bezoek aan de Risk Factory in Edinburgh (Schotland) in mei 2013 heeft de projectgroep Risk Factory het Twentse concept uitgewerkt en een proefopstelling gebouwd in hangar 7 op Twente Safety Campus op het vliegveldterrein in Enschede. In april en mei 2014 is er een try out uitgevoerd met 350 leerlingen en leerkrachten van twaalf Twentse basisscholen. En met succes: zij waardeerden

de Risk Factory met een 8,8! Ook uit parallel wetenschappelijk onderzoek door de Universiteit Twente en Saxion Hogescholen bleek dat de Risk Factory een significante impact heeft op het veiligheidsbewustzijn van bezoekers. Uit het hele land is er grote interesse in de Risk Factory Twente; zowel scholen, veiligheidsprofessionals als bestuurders zijn zeer enthousiast. We zijn in gesprek met diverse nieuwe partners uit het veiligheidsveld die ook kansen zien in participatie. Kortom: er zijn al veel successen geboekt.

Ambassadeurs van veiligheid Momenteel wordt de Risk Factory verder verbeterd en worden de bedrijfsmatige consequenties in kaart gebracht. In oktober start een try out met een tweede doelgroep: senioren. En op dit


KETENPARTNERS

Risk Factory Twente

11

moment wordt een serious game ontwikkeld die duurzame betrokkenheid en ambassadeurschap moet stimuleren.

Risk Factory wil immers geen ‘bezoekers’ creëren, maar een actief netwerk van (jonge) veiligheidsambassadeurs

Enkele reacties van schoolkinderen: ‘Het zelf doen was leuk’ ‘Het was heel leerzaam’ ‘Ik dacht dat het echt was!’ ‘Je weet nu wat voor gevaren er thuis zijn’ ‘Ik vond het goed, omdat je het dan kunt voorkomen’ ‘Nu weet ik wat ik moet doen als de rookmelder gaat’ ‘Ik heb geleerd wat NL-alert en vandalisme is’ ‘Superleuk bedacht!’ ‘Het werd goed uitgelegd’ ‘Het was zoooo leuk, gewoon zo doorgaan’ ‘Ik wil nog een keer naar de Risk Factory!’ ‘Goed initiatief! Goed project’ (leerkracht) ‘Dit is helemaal wat kinderen van nu willen’ (leerkracht)

die hun eigen veiligheid ter hand nemen en zo zelf hun leefomgeving veiliger maken. Meer zien van de Risk Factory? Kijk op www.riskfactorytwente.nl. Ziet u kansrijke mogelijkheden of samenwerkingsverbanden, neem dan contact met ons op via info@riskfactorytwente.nl. n

112 NETWERK | OKTOBER 2014


PATIENTENZORG

Traumazorg in Twente en beter dan de norm Uitbreiding van bestaande dataset biedt daarnaast mogelijkheid om resultaten niet Door Nancy ter Bogt en Ralph de Wit, Acute Zorg Euregio

De recente rapportage van de landelijke traumaregistratie (LTR) over de jaren 2008-2012

laat zien dat de traumazorg in de regio Twente en Oost-Achterhoek van goede kwaliteit is. De uitkomstevaluatie van de patiënten (op basis van ziekenhuismortaliteit) is in overeenstemming met de

geldende norm of zelfs beter dan de gestelde norm. 12

D

e regionale traumazorg in de regio Twente en Oost-Achterhoek (samen de Euregio) wordt verzorgd door de ziekenhuizen MST (traumacentrum), ZGT en SKB. De registratie van de prehospitale gegevens wordt verzorgd door de ambulancediensten Ambulance Oost te Hengelo en Witte Kruis te Apeldoorn. Bureau Acute Zorg Euregio coördineert de traumaregistratie in de Euregio. In 2012 werden in de Euregio 3.770 klinische ongevalpatiënten geregistreerd. Landelijk was dit aantal ruim 76.000.

De belangrijkste gegevens: • Prehospitale doorstroomtijden bie-

den de mogelijkheid om de gang van de patiënt door de traumazorgketen op een meer volledige wijze in beeld te brengen. In de landelijke registratie waren van ongeveer de helft van patiënten de prehospitale ambulance doorstroomtijden bekend, terwijl dit voor onze regio voor bijna 90% van de patiënten bekend was. Dit komt de betrouwbaarheid van deze registratie in de Euregio ten goede. • De snelheid waarmee de ambulance de traumapatiënt bereikt (aanrijtijd), altijd een zorgenpunt in onze uitgestrekte regio, is op orde. Deze aanrijtijd was gemiddeld 10 minuten; dit

is ruim binnen de gestelde norm van 15 minuten. Deze aanrijtijd was stabiel over de afgelopen vijf jaar. Wat betreft de spreiding van de ongevalpatiënten is een trend zichtbaar in de Euregio dat patiënten vaker in MST werden opgevangen in plaats van in een regionaal ziekenhuis. In 2008 lag dit percentage in de Euregio nog op 30%, inmiddels is dit ruim 40%. Ongeveer driekwart van de specifiek ernstig gewonden patiënten (multitraumapatiënten) werd in de Euregio opgevangen in MST; dit percentage is de afgelopen jaren stabiel gebleven. Landelijk was dit percentage ongeveer 60%. De aard van de letsels (soort verwondingen), verdeling van letsels naar deel van het lichaam (ook voor ernstige letsels) van de ongevalpatiënten in de Euregio was vergelijkbaar met de landelijk geregistreerde letsels. Als naar de overleving van patiënten wordt gekeken, dan was deze in de Euregio gedurende de afgelopen jaren in overeenstemming met de geldende norm of zelfs beter dan de gestelde norm. Met andere woorden minstens evenveel patiënten uit de Euregio hebben een ongeval overleefd zoals op basis van de referentiewaarden kan worden verwacht. In 2012 was de daadwerkelijke sterfte significant lager dan de verwachte sterfte. Het beeld van de traumazorg door de gezamenlijke inspanning van de ambulancediensten en de ziekenhuizen in de Euregio mag worden gezien!

Toekomst traumaregistratie Vanaf 2014 is de LTR uitgebreid met nieuwe items om tot een Europees model van registreren te komen. Hierdoor kunnen de resultaten niet alleen op nationaal niveau, maar ook inter112 NETWERK | OKTOBER 2014


PATIENTENZORG

Oost-Achterhoek: alleen nationaal maar ook internationaal te vergelijken aantal trauma's Euregio 2008-2012.pdf

1

10/7/14

4:40 PM

Landelijke Traumaregistratie 2008-2012 Acute Zorg Euregio MST

SKB

ZGT 2.171 2.025

2000

2.014 1.862

1.651

Aantal

1.574

1.499

1500 1.122

1.106

1.406

1.179

1.205 1.127

1.194

959

1000

551

552

500

493

535

545 765

846

2008

2009

809

735

2010

2011

615

0 2008

2009

2010

2011

2012

2008

2009

2010

2011

2012

2012

Traumazorg in beeld

Ziekenhuizen MST (Traumacentrum) SKB

landelijke Traumaregistratie 2008 - 2012 acute zorg euregio

ZGT locatie Almelo ZGT locatie Hengelo

Aantal traumapatiënten per ziekenhuis(locatie) in de Euregio gedurende de periode 2008-2012. De volledige LTR-rapportage met de resultaten van de Euregio staat op acutezorgeuregio.nl.

nationaal niveau vergeleken worden. Daarnaast heeft Bureau Acute Zorg Euregio een online tool ontwikkeld zodat de ketenpartners hun eigen data op kwaliteit kunnen controleren. Deze tool bevat tevens de resultaten uit de rapportage van de LTR en maakt ook een vergelijking tussen de SEH’s binnen de Euregio mogelijk. Op verzoek kunnen de bestaande analyses eenvoudig uitgebreid worden om meer diepgang in de reeds bestaande resultaten aan te brengen. n

Wat is de LTR? De LTR is een nagenoeg landelijk dekkende kwaliteitsregistratie van klinische ongevalpatiënten; dit zijn patiënten die naar aanleiding van een ongeval in een ziekenhuis moesten worden opgenomen voor behandeling. Met de LTR is het mogelijk te bekijken hoe snel de traumapatiënt professionele hulp ontvangt, of de patiënt op de juiste plaats wordt behandeld en hoe de ziekenhuizen het qua uitkomst (mortaliteit) doen ten opzichte van de norm en ten opzichte van elkaar. Doel van de LTR is het voortdurend streven naar verbetering in de traumazorg.

112 NETWERK | OKTOBER 2014

13


ACHTERGROND

UT-studenten onderzoeken en resultaten acute zorg in 'Van U tot A(cute zorg)' analyseert U1-meldingen in Twente en Oost-Achterhoek Door Manon Bruens, Acute Zorg Euregio

Patiënten met een acute zorgvraag kunnen in Nederland buiten kantoortijden bellen met 112, de huisartsenpost of zelf naar een medische voorziening gaan. Indien de patiënt contact opneemt met de huisartsenpost en het gaat om een levensbedreigende situatie (urgentieklasse U1), moet binnen 15 minuten medische hulp aanwezig zijn. 14

D

e huisartsenpost kan besluiten om zelf een huisvisite bij de patiënt af te leggen of een ambulance naar de patiënt te sturen. Huisartsenposten in Twente en Oost-Achterhoek werken samen met regionale ambulancevoorzieningen (RAV’s) om adequate inzet van acute zorgverlening in levensbedreigende situaties te garanderen. In opdracht van Acute Zorg Euregio hebben vier studenten een onderzoek uitgevoerd om inzicht te krijgen in deze samenwerking en de resultaten voor de acute zorgverlening.

Voortgezette triage De samenwerkingsafspraken tussen de huisartsenposten in Twente (Almelo, Hengelo, Enschede en Oldenzaal) en Oost-Achterhoek (Winterswijk) en de RAV’s (Meldkamer Twente en Meldkamer Oost-Nederland) verschillen slechts op enkele punten van elkaar. Op Meldkamer Twente voert de centralist bij een doorgeschakelde U1-geïndiceerde melding een voortgezette triage uit, terwijl Meldkamer Oost-Nederland dit niet doet. Het uitvoeren van voortgezette triage wordt door het management en de triagisten van de huisartsenposten in Twente gezien als onwenselijk en tevens onnodig, omdat alle betrokken or112 NETWERK | OKTOBER 2014

ganisaties gebruik maken van dezelfde triagestandaard. Het management van alle betrokken organisaties is tevreden over de samenwerking op managementniveau.

Samenwerking De samenwerking tussen triagisten op de huisartsenposten en de centralisten van de meldkamer is voor verbetering vatbaar en ook de informatieterugkoppeling van het ambulancepersoneel naar de huisartsenpost kan worden verbeterd. Het aspect ‘informatieterugkoppeling’ wordt met een 6,0 het laagst beoordeeld door triagisten. Zij benadrukken dat terugkoppeling van groot belang is voor hun leerproces, het informeren van de eigen huisarts en de registratie op de huisartsenpost. Het aspect ‘kennis en kunde’ van centralisten wordt door triagisten het hoogst beoordeeld met een 8,1, terwijl centralisten de ‘kennis en kunde’ van triagisten beoordelen met een 5,4. De ervaring met

De UT-studenten die het onderzoek hebben uitgevoerd.

de samenwerking wordt door triagisten en centralisten in Twente gemiddeld beoordeeld met een 6,4, terwijl in OostAchterhoek een 7,5 wordt gegeven.

Patiëntvervoer Er bestaat geen verschil tussen de huis-

Dit onderzoek is uitgevoerd door Daniel van den Berg, Kaj de Graaf, Maran Noltes en Max Poorthuis, studenten van Universiteit Twente. Met dit onderzoek hebben zij hun bacheloropleiding Gezondheidswetenschappen afgerond.


samenwerking keten

Het volgende magazine van

net werk verschijnt in januari 2015

Colofon 112 Netwerk is een uitgave van Acute Zorg Euregio, Ambulance Oost en GHOR Twente. Dit magazine verschijnt vier keer per jaar en bericht over ontwikkelingen rondom acute zorg in Twente en Oost-Achterhoek. Jaargang 2014, editie oktober Redactie Kitty Muntenaar kmuntenaar@ambulanceoost.nl Marja Nijkrake m.nijkrake@acutezorgeuregio.nl Cees Schenkeveld c.schenkeveld@acutezorgeuregio.nl Irma Huiskes info@ghortwente.nl Annemarie Smidt a.smidt@geenbladvoordemond.nl Coverfotografie René Koele

artsenposten in de kenmerken van U1geïndiceerde patiënten. De populatie bestond voor 48,3% uit mannen, was gemiddeld 61 jaar oud en de meest gebruikte ICPC-code is K01: ‘pijn toegeschreven aan het hart’. De huisartsenposten schakelen 84,0% van de U1-geïndiceerde meldingen direct door naar de Meldkamer Ambulancezorg. Bij 38,5% van de afgelegde huisartsenvisites werd door de huisarts ter plaatse alsnog een ambulance ingeschakeld. Van alle naar de meldkamer doorgeschakelde meldingen resulteerde

65,6% in patiëntvervoer naar het ziekenhuis.

Respons- en rittijd Meldingen van cardiale, vasculaire en hemodynamische aard resulteren het vaakst in een ambulance-inzet en patiëntvervoer naar het ziekenhuis. Daarnaast schakelt de huisarts ter plaatse bij deze klachten het vaakst alsnog een ambulance in. De responstijd en rittijd van een ambulance is gemiddeld beduidend korter dan de responstijd en rittijd van een huisartsvisite. n

Bladformule, vormgeving, eindredactie en drukwerk

GEEN BLAD VOORDE MOND MAKERS VAN MAGAZINES

Geen Blad voor de Mond B.V. Lasondersingel 149-151 7514 BR Enschede tel. 053 460 9002 geenbladvoordemond.nl ISSN 2211-8225

112 NETWERK | OKTOBER 2014

15


Download de 112 Netwerk app! De 112 Netwerk app is beschikbaar voor tablets en smartphones met besturingssystemen van Apple iOS en Google Android. Je kunt dus met je tablet of smartphone overal waar je bent, het 112 Netwerk magazine lezen en bekijken. De app is gratis te downloaden en bevat vele extra’s zoals foto’s, video’s, rapporten en weblinks.

Android

Apple iOS

Google play

iTunes App Store

Gebruikers van een iPad of iPhone kunnen de app downloaden in de iTunes App Store. Gebruikers van een tablet of smartphone met Android kunnen de app downloaden vanuit Google play.

Postbus 50000

Postbus 1400

Postbus 784

7500 KA Enschede

7500 BK Enschede

7550 AT Hengelo

Tel. 053 487 20 97

Tel. 088 256 78 50

Tel. 074 256 22 22

info@acutezorgeuregio.nl

secretariaat@ghortwente.nl

info@ambulanceoost.nl

acutezorgeuregio.nl

ghortwente.nl

ambulanceoost.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.