112 Netwerk - editie 3 - 2011

Page 1

01-01 Cover:Opmaak 3 12-9-11 17:14 Pagina 3

ACUTE ZORG IN TWENTE EN OOST-ACHTERHOEK Ambulance Oost en GHOR Twente slaan handen ineen

net werk

Germaine Vos-Deckers, manager Acute Zorg Euregio

‘Focus op enkelvoudige patiënt staat centraal’

‘What-if’ scenario’s voor ambulancezorg World Conference in Canada ETS-training

SEPTEMBER 2011


02-03 Editie 3:Opmaak 3 9-9-11 11:22 Pagina 2

112 JOURNAAL

Hulpdiensten Twente in actie Toronto Emergency Medical Services De Grolsch Veste in Enschede was dit jaar het toneel van heel uiteenlopende gebeurtenissen. In mei was er feest: het landskampioenschap voor de dames, de beker en de schaal voor de heren. Het nipt missen van het landskampioenschap voor de heren mocht de pret niet drukken, heel Twente ging uit zijn dak! Uit zijn dak… Nog geen twee maanden later speelde zich op dezelfde plaats een drama af. Tijdens de bouw stortte het nieuwe stadiondak in en er vielen twee doden en vijftien gewonden. Heel Twente was verbijsterd. Hulpdiensten waren snel ter plaatse en schaalden op tot GRIP 3. Dankzij de gecoördineerde aanpak kon een complexe en gevaarlijke inzet goed worden uitgevoerd.

2

Beide gebeurtenissen, zowel het feest als het drama, hebben de nodige inzet gevraagd van hulpdiensten. Voor de geneeskundige hulpverlening is dit in beide gevallen gebeurd onder de vlag van de GHOR Twente. Bij evenementen betekent dit vooraf nadenken over mogelijke risico’s: wat kan er gebeuren bij brand, noodweer of rellen en welke maatregelen nemen we? Welke zorginstellingen hebben hierin een rol of moeten worden geïnformeerd? Bij de instorting was daar de confrontatie met een plotselinge noodtoestand en dan blijkt of de alarmering, opkomst, opschaling en hulpverlening volgens plan werken. Deze twee zeer verschillende gebeurtenissen in de Grolsch Veste hebben één ding gemeen: ze tonen aan dat samenwerking tussen hulpverlenende instanties van levensbelang is. Tussen brandweer, politie, gemeenten en geneeskundige hulpverlening. En ook binnen de ‘witte kolom’: de samenwerking tussen ambulancediensten, ziekenhuizen, Rode Kruis, GGD, GGZinstellingen, huisartsen en de GHOR. Samenwerking bestaat niet zomaar. Die ontstaat alleen als mensen bereid zijn met elkaar om de tafel te zitten, plannen te maken en met elkaar te trainen en te oefenen. Investeren in mensen en middelen. Als ik naar deze twee inzetten kijk, dan heb ik die samenwerking in de praktijk echt zien plaatsvinden en resultaten zien opleveren. Samenwerking bestaat in Twente en dat geeft een goed gevoel. Ook wanneer misschien niet alles even goed ging. Daarom worden gebeurtenissen onderzocht en geëvalueerd, dat ben je aan elkaar en aan de samenleving verplicht. Wat ging goed, wat kon beter, wat kunnen we hiervan leren? Ook deze fase van onderzoek en evaluatie stelt de samenwerking tussen hulpdiensten en zorginstellingen op de proef. Zijn we bereid eerlijk op tafel te komen met de punten die verbetering behoeven en zijn we bereid waar nodig onze organisaties en werkwijzen aan te passen en te investeren in verbeteringen? Dit blad heet 112 Netwerk. Een mooie naam, want het staat voor samenwerking als de nood het hoogst is. De actuele gebeurtenissen tonen aan dat we dat echt nodig hebben. Ik werk daar graag aan en het liefst samen met u. Ron Poot Directeur GHOR Twente

112 NETWERK | SEPTEMBER 2011

Tijdens het congres in Toronto (zie verslag op pagina 11) vond ’s avonds ook een bezoek plaats aan de meldkamer van deze stad: de Toronto Emergency Medical Services (TEMS).

Deze meldkamer bedient een gebied van circa 650 km² met 3,5 miljoen inwoners en 15 ziekenhuizen. Een samenvatting: 242 voertuigen, waaronder bussen waarin 20 patiënten vervoerd kunnen worden, drie typen ambulances, Emergency Responders, ambulancefietsen voor ‘downtown’ Toronto en ambulanceverpleegkundigen te voet in het metrosysteem. Tevens wordt gebruik gemaakt van een systeem dat voorspelt waar pieken verwacht kunnen worden. Dit systeem gaan Ambulance Oost en Connexxion ook gebruiken (Optima predict). n

Eerste Nieuwsbrief ‘Prepare’ Vrijdag 26 augustus is het eerste exemplaar van de nieuwsbrief ‘Prepare’ verschenen. In deze nieuwsbrief worden alle zaken rondom Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO) beschreven en wordt een overzicht gegeven van te verwachten oefeningen, scholingen en nog veel meer. n Wilt u een digitaal exemplaar van ‘Prepare’ ontvangen, stuur dan een e-mail naar Joost Hofhuis, j.hofhuis@acutezorgeuregio.nl


02-03 Editie 3:Opmaak 3 9-9-11 11:22 Pagina 3

Directeur Publieke Gezondheid

Begin 2010 is het lekenhulpverleningsproject van Ambulance Oost geëvalueerd middels vragenlijsten. Gedurende drie maanden werden, voor 52 patiënten met verdenking op een hartstilstand, 3227 oproepen verstuurd naar 2287 lekenhulpverleners. 1679 Lekenhulpverleners vulden vragenlijsten in, in totaal werden 2098 oproepen geëvalueerd.

In het voorjaar van 2011 is de tweede tranche van de Wet publieke gezondheid vastgesteld. Dit heeft een aantal belangrijke consequenties voor de Veiligheidsregio Twente. Deze gaan met name over de relatie tussen GGD Twente en GHOR Twente. Hoofdpunten zijn dat de Veiligheidsregio Twente een verantwoordelijkheid krijgt op het gebied van grootschalige infectieziekten en dat de GGD Twente en GHOR Twente onder eenhoofdige leiding zullen vallen. Voor Twente betekent dit dat er vanaf 1 januari 2012 een directeur Publieke Gezondheid komt, die zowel over de GGD Twente als over de GHOR Twente gaat. De directeur PG legt verantwoording af aan zowel het bestuur van de Veiligheidsregio Twente (GHOR) als aan het bestuur van Regio Twente (GGD). Beoogd directeur Publieke Gezondheid is Theo van Rijmenam, de huidige directeur GGD. Inmiddels is Theo opgeleid en geoefend voor zijn nieuwe GHOR functie en is hij sinds 1 juli al inzetbaar voor ‘warme omstandigheden’ als operationeel directeur GHOR Twente. Ron Poot, die nu de functie van directeur vervult, zal zijn werk-

Beoogd directeur Publieke Gezondheid Theo van Rijmenam

zaamheden voortzetten als hoofd bureau GHOR Twente en plaatsvervanger van Theo. Hij blijft voor crises en rampen meedraaien in het rooster als operationeel directeur GHOR Twente. n

Symposia in nieuwe meldkamer Op woensdag 14 september werden door Axira en de Meldkamer NoordNederland een tweetal symposia georganiseerd. De locatie van beide symposia was de nieuwe Meldkamer Noord-Nederland te Drachten.

Tijdens de symposia kregen alle deelnemers de kans om achter de schermen te kijken van de nieuwste Nederlandse meldkamer in Drachten. Het ochtendsymposium was gericht op collega’s van Meldkamers Ambulancezorg en collega’s uit de acute zorgsector in NoordNederland. De doelgroep voor het middagsymposium waren de directies van Nederlandse ambulancediensten. In de programma’s van beide symposia

Lekenhulpverlening geëvalueerd

was het buitenland goed vertegenwoordigd. David Lyons van de meldkamer ambulancezorg in Toronto gaf uitleg over de laatste ontwikkelingen in Toronto. Daarnaast toonde The Optima Corporation uit Nieuw Zeeland moderne simulatie software voor meldkamers. Het middagsymposium was daarnaast gewijd aan recente ontwikkelingen in de Nederlandse ambulancezorg zoals de invoering van tablet pc’s in de ambulances, het zorgambulance project van Axira en de invoering van de A3-methodiek, een nieuw hulpmiddel bij het efficiënt en effectief managen van een ambulance organisatie. In oktober 2011 wordt de nieuwe meldkamer in Drachten in gebruik genomen en zal de meldkamer niet meer voor groepen toegankelijk zijn. n Jaap Hatenboer, Manager Bedrijfsvoering, UMCG Ambulancezorg

Actie werd ondernomen na 579 oproepen. Lekenhulpverleners waren niet in buurt van een patiënt (41%) of zagen oproepen te laat (35%). Hulp werd verleend na 75 oproepen aan 47 patiënten. Lekenhulpverleners startten reanimatie en defibrillatie (49%), assisteerden ambulancepersoneel (52%) of vingen familie en omstanders op (39%). Ze arriveerden bij 21 patiënten vóór aankomst van ambulance en startten hulpverlening bij 18 patiënten. Verbeteringen door lekenhulpverleners en Ambulance Oost kunnen leiden tot een stijging van het aantal lekenhulpverleners dat hulp verleent. De volledige resultaten zijn gepubliceerd in het tijdschrift Resuscitation: A.C. Scholten, J.G. van Manen, W. van der Worp, M.J. IJzerman and C.J.M. Doggen, Early cardiopulmonary resuscitation and use of Automated External Defibrillators by laypersons in out-of-hospital cardiac arrest using an SMS alert service, Resuscitation (2011), DOI: 10.1016/j.resuscitation.2011.05.008. Voor meer informatie over lekenhulpverlening zie website: www.lekenhulpverlening.nl

Annemieke Scholten is één van de auteurs van het artikel

SEPTEMBER 2011 | 112 NETWERK

3


04-05 Editie 3:Opmaak 3 9-9-11 11:30 Pagina 2

K E T E N PA RT N E R S

Ketensamenwerking versterkt Ambulance Oost en GHOR Twente slaan handen ineen

Geneeskundige organisaties zijn iedere dag bezig om kwalitatief verantwoorde zorg aan slachtoffers en patiënten te bieden, conform de daarvoor geldende voorschriften en regels. Neem bijvoorbeeld Ambulance Oost, die 24 uur per dag mobiele zorg verleent aan slachtoffers en patiënten. Door Kitty Muntenaar ism Wim Meijerink

4

D

Ambulance Oost is in staat om adequaat te reageren op een hulpvraag onder normale omstandigheden Maar wat als de vraag (het aantal slachtoffers) de capaciteit (het aantal ambulances) overstijgt en er moet worden opgeschaald? Er ontstaat dan vaak behoefte aan afstemming met politie, brandweer en de gemeente waarbinnen de calamiteit zich afspeelt. Andere geneeskundige organisaties zoals de ziekenhuizen, raken al snel betrokken bij de hulpverlening. Reden tot samenwerking en elkaar op de hoogte te houden van de ontwikkelingen in en rond het incident. GHOR Twente werkt aan deze samenwerkingsovereenkomsten met alle geneeskundige partners die op welke wijze dan ook betrokken kunnen raken bij een incident, calamiteit of crisis. Dit noemen we de monodisciplinaire ketensamenwerking. Afspraken over de leiding en coördinatie van een calamiteit liggen vast in multidisciplinaire samenwerkingsovereenkomsten met gemeenten, politie en brandweer. Ambulance Oost en GHOR Twente kennen al jaren een dergelijke samenwerkingsovereenkomst. Hierna volgt een overzicht van de meest belangrijke functionarissen. 112 NETWERK | SEPTEMBER 2011

Functionarissen als Hoofd sectie GHOR (HS-GHOR) ten behoeve van het regionaal operationeel team (ROT), waarbinnen multidisciplinair afspraken worden gemaakt op tactisch en strategisch niveau. Ook worden beleidsvoorstellen opgesteld ten behoeve van de inzet en/of incident. Functionarissen als Officier van dienst geneeskundig (OvDG). Deze functionarissen hebben veelal een dubbelfunctie, dagelijks zijn zij beschikbaar als Rapid Responder voor Ambulance Oost om zo nodig direct beschikbaar te zijn bij opschaling voor de GHOR. Zij zijn dan operationeel de hoogst leidinggevende ter plaatse en verzorgen de afstemming met de overige diensten. Functionarissen als Coördinator gewonden vervoer (CGV). In het verlengde van hun functie binnen de meldkamer ambulancezorg, zijn zij verantwoordelijk voor de uitvoer van het ambulancebijstandsplan en het gewondenspreidingsplan. Functionarissen als Hoofd gewondennest (HGN). Dit zijn veelal ambulanceverpleegkundigen. Zij nemen de zorg

voor slachtoffers ter plaatse op zich in afwachting van vervoer met beschikbare ambulances. Functionarissen als Ambulanceteams (Ambu-team), waarbij twee ambulanceverpleegkundigen met twee ambulan-


04-05 Editie 3:Opmaak 3 9-9-11 11:30 Pagina 3

5

cechauffeurs ter plaatse hulp verlenen. Zij nemen geen deel aan het vervoer van slachtoffers naar ziekenhuizen. Functionarissen als Chauffeur geneeskundige combinatie. Zij brengen de snel inzetbare groep ter medische assistentie (Sigma) met vrijwilligers vanuit het Rode Kruis ter plaatse in het incident. Ook brengen zij een grondgebonden medisch mobiel team (MMT) en zo nodig extra benodigde geneeskundige materialen ter plaatse. Functionarissen die als eerste ter plaatse zijn met de eerste ambulance. Zij moeten in staat zijn het incident in kaart te brengen voor verdere opschaling en bijstand. Bij deze functionarissen behoren ook weer vele afspraken, over bijvoorbeeld: piket of beschikbaarheid, voertuigen, alarmeringsmiddelen, kleding, roosters en evaluaties en werkafspraken.

Monodisciplinaire afspraken In het kader van Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO) worden monodisciplinaire afspraken gemaakt met: • alle teams en sleutelfunctionarissen geneeskundig • de MMT’s; straatgebonden met voertuig en luchtgebonden met helikopters • de Sigma-leden van het Rode Kruis • overig aanwezige hulpverleners

Conclusies/aanbevelingen De samenwerking tussen Ambulance Oost en GHOR Twente heeft inmiddels een aantal conclusies/aanbevelingen opgeleverd: • Samenwerkingsovereenkomsten met al de verschillende ketenpartners zijn een ‘must’ om zo, ook onder bijzondere omstandigheden, goed te kunnen functioneren als organisatie in de geneeskundige keten. • Je wordt bij een eventuele calami-

teit/crisis tijdig geïnformeerd en er blijft gedurende de inzet contact met alle betrokken hulpverleners en organisaties. Planvorming met consequenties voor ketenpartners worden ketenbreed besproken. n

Meer informatie: Kitty Muntenaar, kmuntenaar@ambulanceoost.nl of Wim Meijerink, w.meijerink@ghortwente.nl SEPTEMBER 2011 | 112 NETWERK


06-07 Editie 3:Opmaak 3 9-9-11 11:33 Pagina 2

PAT I Ë N T E N Z O R G

Vakantie boeken? Ook GGD bezoeken! GGD Twente adviseert ook vaccinaties voor Middellandse Zee gebied

Reizen is inspirerend: andere culturen ontdekken, 6

nieuwe mensen ontmoeten. Maar, reizen naar een (sub)tropische bestemming betekent ook risico's voor de gezondheid. Bijvoorbeeld door het eten van besmet voedsel, het drinken van ongezuiverd water, andere hygiënische omstandigheden, infectieziekten of risicovol gedrag.

Door Irma Huiskes en Ilona Reilink

A

andacht voor de gezondheid kan het verschil betekenen tussen een geslaagde vakantie of een reis waarvan je niet hebt kunnen genieten. Veel vakantiegangers richting Turkije, Egypte of andere risicobestemmingen weten dat een vaccinatie is aan te bevelen, maar desondanks gaan velen onbeschermd op reis. Onder het motto ‘ik zit in een vijfsterrenresort, dat loopt zo’n vaart niet’, wordt vergeten dat ook in het vijfsterrenresort gebruik wordt gemaakt van hetzelfde kraanwater en men dezelfde gevaren loopt als alle andere toeristen. 112 NETWERK | SEPTEMBER 2011

Deskundig advies Het team Reizigersadvisering van GGD Twente geeft een advies op maat, rekening houdend met persoonlijke omstandigheden, de reisbestemming en de aard van de reis. Daarnaast geeft de GGD ook advies over wat op vakantie beter wel of niet te doen, zoals oppassen met ijsblokjes of slecht gewassen groenten om reizigersdiarree te voorkomen. Ga- je meer dan acht weken naar de (sub)tropen? Houdt er dan rekening mee dat meerdere vaccinaties nodig zijn. Zorg ervoor dat je dan minstens zes weken voor vertrek start met de eerste vaccinatie. Maar


06-07 Editie 3:Opmaak 3 9-9-11 11:33 Pagina 3

PAT I Ë N T E N Z O R G

Gezondheidsrisico’s zijn dichterbij dan u denkt Het aloude cliché ‘voorkomen is beter dan genezen’ gaat zeker op. Ook reizen richting het Middellandse zee gebied brengt risico’s met zich mee. Zo kun je tijdens een all-inclusive vakantie naar de Turkse Riviéra al besmet worden met hepatitis A. Dit is een zeer besmettelijke leverontsteking waarvan het virus wordt overgedragen via besmet voedsel of drinkwater. Ook bestaat er risico op maag-/darminfecties. Voor sommige landen binnen Europa en verschillende populaire bestemmingen, als Kroatië, Egypte en Tunesië worden vaccinaties aanbevolen. Hoeveel Nederlandse vakantiegangers jaarlijks ziek van vakantie terugkomen, is onbekend. Het RIVM (Rijksinsti-

tuut voor Volksgezondheid en Milieu) en de GGD houden wel cijfers van ziektegevallen bij, maar onbekend is hoeveel ongevaccineerde reizigers naar welke bestemming gaan, waardoor percentages simpelweg niet zijn te berekenen. Wel is er een wereldwijde risicoschatting die als leidraad dient: drie op de duizend reizigers keren ziek terug van vakantie. Een behoorlijk percentage, als je bedenkt dat er miljoenen Nederlanders jaarlijks op reis gaan. Laat je dus van te voren goed informeren en adviseren over de omstandigheden in het land waar je naar toe gaat, en de bescherming tegen gezondheidsrisico’s.

7

heb je een last-minute vakantie geboekt? Bedenk dan dat je beter wél gevaccineerd kunt zijn dan helemaal niet! Om gezondheidsrisico’s tot een minimum te beperken, is vaccineren ook voor last-minute reizigers zeker aan te bevelen. Ook als je chronische aandoeningen of een verminderde weerstand hebt, kun je bij de GGD terecht voor een deskundig advies. Voor alle vragen geldt: een gezonde reis begint bij GGD Twente! n Voor meer informatie of het maken van een afspraak www.ggdtwente.nl of bel 0900-4893 893 SEPTEMBER 2011 | 112 NETWERK


08-09 Editie 3:Opmaak 3 9-9-11 11:34 Pagina 2

COVERINTERVIEW

Professionals met hart voor de patiënt In gesprek met Germaine Vos-Deckers, manager Acute Zorg Euregio

Bureau Acute Zorg Euregio heeft als taak het bij elkaar brengen van ketenpartners die betrokken zijn bij het verlenen van acute zorg. Op die manier kunnen de partners er met elkaar voor zorgen dat elke acute patiënt zo snel mogelijk op de juiste 8

plaats de juiste behandeling krijgt. Dit geldt voor meerdere patiënten ten tijde van rampen en crises, maar ook voor de enkelvoudige patiënt.

Door Annemarie Smidt

G

ermaine Vos-Deckers is sinds begin 2010 manager bij Acute Zorg Euregio. Dit bureau zet zich in om ketenpartners bij elkaar te brengen en afspraken te laten maken. ‘Hiervoor maken we bijvoorbeeld gebruik van workshops, symposia, het Regionaal Overleg Acute Zorgketen (ROAZ) en andere overlegvormen. Eén van deze overlegvormen zijn de zogenaamde focusgroepen.’ In 2007 heeft het Ministerie van VWS de keuze gemaakt om de acute zorgketen rondom vijf aandoeningen in kaart te brengen, te weten: CVA (beroerte), acute heuptrauma, acute psychiatrie, acute obstetrie (verloskunde) en myocardinfarct (hartinfarct). Voor iedere aandoening zijn per regio focusgroepen in het leven geroepen. Deze houden zich bezig met het inventariseren van knelpunten, het definiëren van verbeterpunten en de implementatie van

112 NETWERK | SEPTEMBER 2011

deze verbeterpunten. De groepen bestaan uit medische professionals uit alle betrokken delen van het zorgproces. Vos-Deckers is erg positief over de focusgroepen die verbonden zijn aan Acute Zorg Euregio: ‘In de regio Twente en Oost-Achterhoek zijn de focusgroepen enthousiast van start gegaan, sommige groepen komen zelfs om de vier tot zes weken bij elkaar. Alle groepen zijn erg gemotiveerd om afspraken te maken, de deelnemers zien de voordelen van samenwerken. Het zijn allemaal professionals die het beste voor hun patiënt willen. Ze gaan daarom graag met elkaar in gesprek.’

Metingstraject Voor zowel een CVA, heuptrauma als myocardinfarct zijn landelijk afspraken gemaakt over de tijd waarbinnen een patiënt geholpen moet worden. Deze tij-

‘Mensen komen graag naar de bijeenkomsten en zien de voordelen van samenwerken’


08-09 Editie 3:Opmaak 3 9-9-11 11:34 Pagina 3

Cijfers Ongeveer 40.000 mensen krijgen jaarlijks een beroerte. Van de ongeveer 33.000 mensen waarbij het een infarct betreft, kunnen maximaal 6.000 personen met trombolyse (stolseloplossing) worden behandeld. Dit geneesmiddel moet binnen 4,5 uur na ontstaan van de verschijnselen worden toegediend. Naar schatting ontvangen jaarlijks 3.000 patiënten in Nederland dit middel.

Germaine VosDeckers is erg positief over de focusgroepen die verbonden zijn aan Acute Zorg Euregio.

den worden in veel gevallen gehaald, maar er is altijd ruimte voor verbetering, meent Vos-Deckers: ‘Vanuit de focusgroep CVA is eind 2008 voor deze regio naar voren gekomen dat de zogenaamde ‘door-to-needle time’ verkort kan worden: de tijd tussen aankomst van een CVA-patiënt in het ziekenhuis en de start van de trombolyse-behandeling. In samenwerking met de Universiteit Twente worden voor CVA en myocardinfarct een metingstraject opgezet. Vier weken lang worden voor alle patiënten die worden behandeld voor één van deze aandoeningen alle tijden genoteerd. Hoe snel wordt de patiënt behandeld bij de huisarts, is de ambulance ter plaatse of wordt de patiënt doorverwezen op de SEH? Veel hulpdiensten houden deze gegevens zelf bij, maar weten niet van elkaar hoe de prestaties zijn. Door dit onafhankelijke onderzoek verkrijgen we informatie over de prestaties van de afzonderlijke schakels, maar ook van de keten als geheel.’

Pre-hospitale fase Een dergelijk onderzoek kan in de toekomst wellicht ook opgezet worden om het proces rondom een acuut heuptrauma te beoordelen. Binnen ziekenhuizen is het namelijk gewenst dat een patiënt met een heupfractuur binnen één kalenderdag wordt geopereerd. ‘Alle drie de aandoeningen zijn dus meetbaar. Wat het meten lastig maakt, is het gebrek aan inzicht in de pre-hospitale fase. Wanneer belde de patiënt of de huisarts de hulpdiensten? Hier kan vertraging in zitten, doordat de patiënt zijn symptomen niet uitlegt als een acuut probleem. Niet iedere hartaanval of beroerte heeft namelijk dezelfde symptomen. Dit zijn zaken die de hulpdiensten niet altijd kunnen beïnvloeden, maar waar in de focusgroepen wel over gesproken wordt. Op die manier zijn alle partners meer bewust van het proces waar de patiënt doorheen geloodst moet worden.’ Centraal staan dus de medische professionals die samenwerken, beslissen en afspraken maken. Acute Zorg Euregio zorgt voor het smeden van de keten. Vos-Deckers ziet dat er het afgelopen jaar al enorm veel vooruitgang is geboekt. Niet alleen op het gebied van de focusgroepen, maar op vele fronten. ‘Ketenpartners vinden elkaar nu makkelijker dan voorheen. En dat is ons doel, want het gaat niet om twee schakels die samenwerken, maar om alle schakels.’ n

SEPTEMBER 2011 | 112 NETWERK

9


10-11 OPG Editie 3:Opmaak 3 9-9-11 12:04 Pagina 2

I N N O VAT I E

‘What-if’ scenario’s ambulancezorg Beter voorbereid met behulp van analyseprogramma

In juli 2011 hebben minister Edith Schippers, de zorgverzekeraars en de zorgaanbieders een akkoord gesloten over vergaande specialisatie van de Nederlandse ziekenhuizen. Dit moet bijdragen aan hogere kwaliteit en lagere kosten van de zorg. Niet langer wordt elke behandeling in elk ziekenhuis uitgevoerd, maar alleen daar waar de behandeling 'op het menu' staat.

Door Johan Legebeke

D

10

e logica hierachter lijkt overtuigend. Hoe vaker een ingreep wordt uitgevoerd, hoe meer routine bij het behandelend team ontstaat en hoe minder het mis gaat. En minder complicaties betekent natuurlijk lagere kosten. Er is echter ook kritiek op dit plan, de patiënten moeten namelijk verder reizen. Maar heeft het ook effect op beschikbaarheid van ambulancezorg? Recent vond in de regio Twente een discussie plaats over concentratie van verloskundige zorg. Dit raakt ook de ambulancezorg. Wat is het effect op de kwaliteit van ambulancezorg of de beschikbaarheid c.q. bereikbaarheid. Vragen die niet eenvoudig te beantwoorden zijn. Samen met de andere Axira partners zijn wij, Ambulance Oost op zoek gegaan naar een hulpmiddel om vragen te beantwoorden die beginnen met ‘what-if?’. De zoektocht bracht ons van Nieuw Zeeland naar Cananda, Denemarken en eindigde in ons eigen Friesland. Hier vond een pilot met Optima predict plaats.

Optima Predict Optima heeft software ontwikkeld voor hulpdiensten om door middel van simulatie en statistische analyse betere besluiten te nemen. Optima predict houdt rekening met de belangrijkste prestatie-indicatoren zoals responstijden, roosters, locaties, differentiatie/dekking en specialisaties van ziekenhuizen. De software stelt de gebruiker in staat om antwoord te krijgen op ‘what-if?’ vragen. Een aantal voorbeelden van ‘ what-if’ vragen staan in het kader hierboven. Zo biedt de software 112 NETWERK | SEPTEMBER 2011

De software van Optima simuleert, analyseert en voorspelt

Wat gebeurt er als: • een SEH-afdeling sluit? • een specialisme wordt geconcentreerd? • we meer vormen van ambulancezorg inzetten? • we meer of minder ambulances in de nacht inzetten? • we een ambulancepost verplaatsen? De vragen worden door het programma geanalyseerd. De grafische resultaten worden met elkaar vergeleken. Hiermee wordt transparant ‘wat er gebeurt als…?’ Niet alleen inzichtelijk voor Ambulance Oost, maar ook voor ketenpartners, Zorgbelang en Zorgverzekeraars.

mogelijkheden om de beschikbaarheid en bereikbaarheid van ambulancezorg hoog te houden, omdat het bewijs levert ter ondersteuning van beslissingen. Zodra alle gegevens zijn ingevoerd en het rijtijdenmodel is gekalibreerd, kunnen de ‘what if….?’ vragen worden gesteld.

Najaar 2011 In Friesland vond een proeve van bekwaamheid plaats met het programma. Dat was overtuigend voor alle leden van Axira om het programma aan te schaffen. Wij verwacht in het najaar 2011 de eerste analyses te kunnen maken. Hiermee zijn we beter voorbereid op ontwikkelingen in de zorg en kunnen we inzichtelijk maken waarom we welke beslissingen nemen. Uiteindelijk gaat het om de continuïteit van hoogwaardige ambulancezorg voor cliënten in Twente. n Meer informatie: Johan Legebeke, informatiemanagement Ambulance Oost, jlegebeke@ambulanceoost.nl


10-11 OPG Editie 3:Opmaak 3 9-9-11 12:04 Pagina 3

OVER DE GRENS

World Conference in Canada Rampenmanagement wereldwijd onder de loep

Tjidens het congres in Toronto werden onder andere materialen gedemonstreerd voor het ontdekken en ontmantelen van bommen

Op het gebied van Opleiden, Trainen en Oefenen traject (OTO), is de afgelopen twee jaar door alle ketenpartners een duidelijke toename in activiteiten ontstaan. Tijd om ons blikveld eens over de grenzen te verruimen tijdens het ‘21st World Conference on Disaster Management’ in Toronto, Canada.

Door Germaine Vos-Deckers, manager Acute Zorg Euregio

A

an de rand van Toronto ligt het Metro Toronto Convention Centre. Een enorm gebouw met faciliteiten om zo’n duizend deelnemers uit meer dan 30 landen te ontvangen. Mijn medecongresganger was Suparto Bambang Oetomo, medisch manager van de GHOR NoordOost Gelderland. Het is geen overbodige luxe om met zijn tweeën naar een dergelijk congres te gaan. Met twee plenaire sessies en vijf parallel sessies per dag, gedurende drie dagen, kom je oren te kort. Daarnaast waren er posterpresentaties en een uitgebreide tentoonstelling over onderwijs en benodigde middelen bij rampen en crises.

Het congres was uitermate boeiend. Aan de ene kant werden er zaken besproken waar we ons in Nederland en Europa ook op voorbereiden, zoals rampen met chemische, biologische of radioactieve middelen (CBRN) en crises met betrekking tot grote mensenmassa’s. Aan de andere kant was het opvallend hoeveel ‘groter’ wereldwijd wordt gedacht. Bijvoorbeeld over de gevaren van het werken met ‘cloud storage’; het maken van back-ups via internet. Als een vijand dit systeem overneemt, worden jouw gegevens ‘gekidnapt’ en mag je veel geld neerleggen om de gegevens terug te krijgen. Ander gevaren die bestaan zijn biologische oorlogvoering, een EMP-aanval (Electro Magnetic Pulse) of een cyberaanval waardoor de gehele IT-infrastructuur voor langere tijd ‘plat’ komt te liggen. Toen een toehoorder vroeg of de spreker iets kon zeggen om

hem te behoeden voor een paniekaanval bij het verlaten van de zaal, was het antwoord echter simpel: een doodleuk ‘nee!’.

Zelfredzaamheid Wat tevens zeer opvallend was, is de manier waarop de ‘human resiliency’ benaderd en gestimuleerd wordt, de zelfredzaamheid van bedrijven en burgers. De regeringen van de Verenigde Staten en Canada hebben instanties in dienst die met behulp van benchmarking bedrijven vergelijken ten aanzien van veiligheid en preventie. Op die manier worden verbeterpunten voor de bedrijven in kaart gebracht. Ook burgers worden uitgebreid voorgelicht over hoe ze gedurende maanden zonder enige hulp kunnen overleven. Menigeen die ik sprak heeft in de tuin een aggregaat met diesel staan voor zes maanden en een voorraad eten en drinken in huis voor eenzelfde tijd. Wel even iets meer dan de paar flessen water en de radio op batterijen die we hier in Nederland krijgen aangeraden. Niet alle rampscenario’s zijn te voorkomen, dat is duidelijk. Preventie en zelfredzaamheid zijn echter wel te beïnvloeden, dat hebben we in Toronto geleerd. Wordt vervolgd! n SEPTEMBER 2011 | 112 NETWERK

11


12-13 Editie 3:Opmaak 3 9-9-11 12:06 Pagina 2

G R O OT S C H A L I G E Z O R G

ETS-trainingen in Acute Zorg Euregio Opvangen externe rampen wordt geoefend en instructeurs worden opgeleid

De drie ziekenhuizen uit de Euregio, hebben vorig jaar gezamenlijk het Emergo Train System (ETS) aangeschaft. ETS is van oorsprong een Zweeds oefensysteem. Hiermee zijn personen werkzaam op de SEH, OK, IC en crisisbeleidsteams in staat in realtime de opvang van een externe ramp binnen hun organisatie te oefenen.

Door Irma Huiskes en Lia Simon, ism Robin Pater en Joost Hofhuis

12

B

ij het ETS-systeem wordt met behulp van symbolen en whiteboards de afdeling van de SEH, OK en IC tijdens een ramp gesimuleerd. Magnetische plaatjes stellen daarbij patiĂŤnten en medewerkers van de verschillende afdelingen voor. Deze plaatjes worden over de borden geschoven en in ieder deel van de keten wordt zichtbaar waar patiĂŤnten binnen komen, naar welke afdeling

IC

ANEST

VPK

ARTS

ze worden overgebracht en hoe lang ze daar verblijven. Een goede manier om medewerkers te trainen voor de opvang van een externe ramp, zonder de reguliere zorg te hinderen. Naast het simuleren van crisissituaties kan het ETS ook gebruikt worden om ETS-instructeurs op te leiden. De deelnemende ziekenhuizen hebben besloten een poule van twaalf instructeurs op te leiden. Zo zijn ze in staat elkaar systematisch te beoefenen en worden de kwaliteit en kwantiteit van oefeningen geborgd. In mei 2011 heeft er een landelijke training plaatsgevonden voor ETS Senior Instructors. De ZiROP (Ziekenhuis Rampenopvangplan) beheerders Sjaak Hulshof (Streekziekenhuis Koningin Beatrix in Winterswijk) en ondergetekende zijn tijdens deze training opgeleid. ZiROP-beheerder Robert de Boer van het Medisch Spectrum Twente is al geruime tijd ETS Senior Instructor.

Basic Instructors

Instructeur jaak Hulshof demonstreert het ETS oefenbord

112 NETWERK | SEPTEMBER 2011

Daarnaast heeft Acute zorg Euregio heeft in juni twee succesvolle trainingsdagen voor twaalf ETS Basic Instructors georganiseerd. De instructeurs die deze trainingen gaven waren Jan Atsma, Mark Hekkert en Robert de Boer. De trai-


12-13 Editie 3:Opmaak 3 9-9-11 12:06 Pagina 3

Deelnemers aan de trainingsdagen luisteren geconcentreerd naar de uitleg van de instructeur

ning bestond uit twee intensieve scholingsdagen met een goede balans tussen theorie en praktijk. Van een Basic Instructor wordt verwacht dat deze ingezet kan worden bij alle oefeningen, zowel in eigen ziekenhuis maar bij voorkeur in één van de andere ziekenhuizen. Tevens heeft er twee keer een real-time oefening plaatsgevonden, met in de rol van kersverse seniors afwisselend Sjaak Hulshof en ikzelf. De deelnemers aan deze oefening wisselden elkaar af aan de borden. Zo waren ze de ene keer instructeur en de andere keer deelnemer. Zodra de oefenklokken liepen werden alle deelnemers bloedfanatiek en serieus, de oefening werd als een echte ramp ervaren. Hierdoor kregen de deelnemers in aan de ETS oefensituatie een heel goed beeld van wat goed liep en wat fout kan gaan tijdens een echte rampsituatie.

teit zo goed werd nagebootst werden de deelnemers gedwongen om samen te werken, goed te communiceren en van hun ‘eilandje’ af te komen. De twaalf enthousiaste deelnemers waren na afloop van de oefening allemaal zeer gedreven om in de toekomst nieuwe oefeningen te organiseren. Op 3 oktober gaat de hele groep op herhaling om het geleerde weer op te frissen en afspraken te maken voor

oefeningen in de nabije toekomst. Al met al zijn de trainingsdagen erg leerzaam geweest, met een gemotiveerde groep mensen waarmee we in de regio op een effectieve en realistische manier kunnen bijdragen aan rampoefeningen. n Meer informatie: Annelies Roording, ZiROP beheerder Ziekenhuisgroep Twente.

Realistisch trainen Wat mij als ZiROP beheerder vooral opviel is dat de plannen die je hebt opgesteld voor het opvangen van een ramp ineens erg duidelijk worden. Je ziet direct waar het klopt en vooral de verbeterpunten worden scherp. Omdat de reali-

De twaalf deelnemers en drie instructeurs hebben de training als zeer leerzaam ervaren

SEPTEMBER 2011 | 112 NETWERK

13


14-15 Editie 3:Opmaak 3 9-9-11 11:39 Pagina 2

ACHTERGROND

Samenwerking huisartsen en Ambulance Oost Afspraken verbeteren acute zorgverlening

Ambulance Oost werkt al vele jaren samen met de huisartsen in haar werkgebied. Deze samenwerking is eigenlijk ook niet meer dan vanzelfsprekend, omdat de huisarts nu eenmaal alles rond zijn of haar patiënten in de gaten houdt. Door Wim van der Worp

D 14

e ambulances in Twente rijden met elkaar meer dan 33.000 keer per jaar. Veel van deze ritten worden uitgevoerd voor patiënten van de Twentse huisartsen. Het is dan ook nodig dat er over belangrijke zaken afspraken worden gemaakt. Deze afspraken gaan over momenten waarop een huisarts wordt geraadpleegd (al dan niet de

eigen huisarts van de patiënt) of over de huisartsenpost als de zorgvraag buiten de praktijkuren valt.

Urgentie U1 Met de huisartsenposten in Twente zijn afspraken gemaakt over de spoedeisende zorgvragen die zich (telefonisch) aandienen bij de huisartsenpost. De pa-

tiënt kan immers nog steeds kiezen waar hij zich meldt met een zorgvraag. In veel gevallen is het wel duidelijk, maar het komt nog regelmatig voor dat bijvoorbeeld een patiënt die pijn op de borst heeft zich meldt bij de huisartsenpost. In die gevallen is het beter dat er direct een ambulance gaat en niet eerst de huisarts. Er kan dan immers acuut een ECG worden gemaakt en als het nodig is kan de patiënt direct worden vervoerd, zonder dat tijd verloren gaat. De huisartsenposten hanteren (nu nog) de urgentieclassificatie U1 t/m U4, waarbij de 1 de hoogste urgentie heeft. Een ‘U1’ moet zo snel mogelijk worden gezien. Formeel staat in de NHG Urgentiewijzer: ‘U1 – Vitale functies zijn in gevaar. De assistente informeert meteen de huisarts. Deze onderbreekt onmiddellijk het werk en gaat naar de patiënt. Eventueel tegelijkertijd de ambulancedienst waarschuwen.’ De afspraken die tussen de huisartsenposten en Ambulance Oost zijn gemaakt gaan over de urgentie U1. Als een patiënt zich telefonisch meldt met een klacht die valt in de hoogste urgentiecategorie, wordt deze direct doorgeschakeld met de meldkamer ambulancezorg. De meldkamercentralist doet dan een triage en stuurt zo nodig een ambulance. Nadere triage kan uitwijzen dat er geen sprake is van een levensbedreigende situatie. In dat geval wordt de patiënt teruggeschakeld naar de huisartsenpost.


14-15 Editie 3:Opmaak 3 9-9-11 11:39 Pagina 3

Het volgende magazine van

net werk verschijnt in december 2011 Huisartsenvervoer De huisartsenposten en Ambulance Oost hebben eind 2005 gezamenlijk de stichting Acute Zorg Mobiel Twente opgericht. In deze stichting zijn alle activiteiten rondom het huisartsenvervoer ondergebracht. De stichting is de werkgever van 40 huisartsenchauffeurs. Deze zorgen ervoor dat de dienstdoende huisartsen iedere avond, nacht en het hele weekend veilig en op tijd de visites kunnen doen.

Nurse Practicioners in opleiding. Deze NP’ers kunnen door middel van de stage praktijkervaring opdoen op de Spoedpost in Almelo.

Voortzetten afspraken

Colofon

Nurse Practicioner

De lopende afspraken worden natuurlijk goed opgevolgd en waar nodig bijgesteld. De huisartsen en Ambulance Oost zijn partners in de keten van acute zorg. Juist in deze keten is sprake van veel dynamiek waardoor steeds weer opnieuw gekeken moet worden naar mogelijkheden om het met elkaar nog beter te doen. n

De huisartsenpost Almelo (CHPA) en Ambulance Oost hebben afspraken gemaakt over een stage van een tweetal

Meer informatie: Wim van der Worp, wworp@ambulanceoost.nl

Redactie Kitty Muntenaar kmuntenaar@ambulanceoost.nl

112 Netwerk is een uitgave van Acute Zorg Euregio, Ambulance Oost en GHOR Twente. Dit magazine verschijnt vier keer per jaar en bericht over ontwikkelingen rondom acute zorg in Twente en Oost-Achterhoek.

Lia Simon a.simon@acutezorgeuregio.nl Irma Huiskes i.huiskes@regiotwente.nl Annemarie Smidt a.smidt@geenbladvoordemond.nl Coverfoto Harry Klunder Bladformule, vormgeving, eindredactie en drukwerk

Geen Blad voor de Mond B.V. Lasondersingel 149-151 7514 BR Enschede tel. 053 460 9002 www.geenbladvoordemond.nl Geen Blad voor de Mond is aangesloten bij:

ISSN 2211-8225

SEPTEMBER 2011 | 112 NETWERK

15


16-16 Editie 3:Opmaak 3 9-9-11 11:54 Pagina 2

Bezoek ons ook online

Acute Zorg Euregio

GHOR Twente

Ambulance Oost

Postbus 50000

Postbus 1400

Postbus 784

7500 KA Enschede

7500 BK Enschede

7550 AT Hengelo

Tel. 053 487 20 97

Tel. 053 487 65 70

Tel. 074 256 22 22

info@acutezorgeuregio.nl

secretariaat@vrtwente.nl

info@ambulanceoost.nl

www.acutezorgeuregio.nl

www.ghortwente.nl

www.ambulanceoost.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.