112 Netwerk 2013-3

Page 1

Acute zorg in twente en oost-achterhoek Geneeskundig trainingscentrum Zuidkamp geopend op vliegveld Twente

net werk

‘Het ROAZ moet een leidende rol innemen’ Bas Leerink, voorzitter Regionaal Overleg Acute Zorgketen

Sportpolikliniek biedt zorg op maat Spoedpost onderzocht Wat is psychosociale hulpverlening?

SEPTEMBER 2013


112 journaal

Patiëntenbelang centraal Door middel van dit tijdschrift informeren wij u graag over de ontwikkelingen rondom de acute zorg in Twente en Oost-Achterhoek. De vraag is altijd: ‘Wie leest dit blad en waarin is iedereen geïnteresseerd?’ Laatst zag ik 112 Netwerk in de wachtkamer van de huisarts liggen, naast tijdschriften over wonen, tuinen en mooie auto’s. Niemand las het op dat moment. Zelf kan ik mij daar wel iets bij voorstellen, je zit daar immers met een eigen zorg(en)vraag. Verstrooiing vind je dan meer in andere tijdschriften. Ook bij de apotheek lag het blad op de leestafel, daar leek de krant kennelijk aantrekkelijker voor de wachtenden. Of het blad wel of niet door burgers gelezen wordt weet ik dus niet, wel zie ik het met gepaste trots liggen. Het symboliseert de goede samenwerking die er voor zorgt dat de burger met een acute zorgvraag snel en goed behandeld wordt.

2

Eerder is in dit magazine al eens aan artikel gepubliceerd over de wijze waarop we samenwerken in een regio­ naal overleg, waarbij we de noodzaak vaststelden om tijdig in te spelen op veranderingen in de acute zorg. Hierbij valt te denken aan centralisatie van specialismen in ziekenhuizen en bijvoorbeeld de consequenties voor de ambulancezorg. Wijzigingen in het ketenproces voorzien we samen van goede en slimme oplossingen. Samenwerking tussen de partners in de acute zorgketen is dus belangrijk en overleg c.q. afstemming op hoog niveau zorgt voor sturing en beweging. We hebben de afgelopen jaren ook geleerd dat professionals in de zorg gemotiveerd raken voor veranderingen als het patiëntenbelang centraal staat. Dan zijn oplossingen snel gevonden en is er draagvlak voor de invoering. Daarvoor moet elke betrokken instelling soms over zijn eigen schaduw heen springen en bereid zijn bureaucratische regels en financiële belemmeringen uit de weg te ruimen. Hier werken we hard aan en als u dit tijdschrift leest hopen we u inzage te geven in de drive die we als samenwerkende partijen hebben om ‘de mooiste zorgregio van Nederland’ te worden.

Gerard Leerkes Manager staf- & bedrijfsbureau Ambulance Oost

112 NETWERK | September 2013

Tweetraps traumateam activatie protocol Van februari tot en met augustus 2013 heeft Lianne Boshuizen, student Master Health Sciences aan de Universiteit Twente (UT), haar afstudeeronderzoek uitge­ voerd bij Acute Zorg Euregio. Zij onderzocht de effecten van de implementatie van een tweetraps traumateam activatie protocol over een langere periode. In april 2009 is er een tweetraps traumateam activatie protocol geïmplemen­ teerd in een level 1 traumacentrum in Nederland. Het was echter niet bekend wat de effecten van dit protocol zijn over een langere periode. Uit het onder­ zoek van Lianne is gebleken dat het totale sterftecijfer en de ver­ blijfsduur in het ziekenhuis dalen, het totale aantal personeelsleden dat geactiveerd hoeft te worden lager is en er waren geen signalen van negatieve uitkomsten voor patiënten. De resultaten zullen ge­ bruikt worden bij de evaluatie van het protocol en een groter onder­zoek naar traumateam activatie in Nederland. n Begeleidingscommissie: dr. Carine Doggen en prof. dr. Maarten IJzerman, UT, Rolf Egberink MSc, Acute Zorg Euregio/UT. Kijk voor meer informatie op www.acutezorgeuregio.nl.

Nieuwe bureau­ medewerkers Na een periode werkzaam te zijn geweest als interim manager binnen het bureau, is Cees Schenkeveld per 1 juni benoemd als manager Acute Zorg Euregio (AZE). Daarnaast wordt de functie van senior management­ assistente sinds kort door Marja Nijkrake-Munster vervuld. Zij zal, naast het assisteren van de manager AZE, ook algemene assistentie verlenen voor Acute Zorg Euregio. Tevens is Nancy ter Bogt als epidemioloog/wetenschappelijk onderzoeker aangesteld. Zij gaat het voor­komen van ziekenhuis­infecties bij traumapatiënten onderzoeken. n


Crisis Resource Management Training

In het najaar van 2013 start een na­ scholingsdag voor alle ambulance­ verpleegkundigen en -chauffeurs ten aanzien van crisis resource management. Deze cursusdag heeft betrekking op uitgangspunten tij­ dens een prehospitale hulpverlening. Naast het uitvoeren van de juiste handelingen, protocollen en procedures gaat het hier om samenwerking en communicatie. Samen met Marieke Verhoef van HATCON, een bureau met kennis van veiligheidsmethodieken in de vliegtuigindustrie en medische sector, worden resultaatgebieden en indicatoren beschreven. Vervolgens volgt een kleine groep praktijkinstruc-

teurs (allen ambulancehulpverleners) een tweedaagse cursus ‘train de trainer’ om daarna zelf de cursus te verzorgen voor alle medewerkers van Ambulance Oost en RAV IJsselland. CRM kernpunten die aan de orde zullen komen zijn: ken je werkplek, anticipeer vooruit, vraag hulp in een vroegtijdig stadium, toon leiderschap en volg­ zaamheid, verdeel de werkbelasting, communiceer effectief, gebruik alle gegevens, voorkom en hanteer tunnel­ visie, check en dubbelcheck, gebruik cognitieve hulpmiddelen, evalueer continu, maak gebruik van teamwork, concentreer je aandacht, stel prioriteiten dynamisch. n

Over- en ondertriage van traumapatiënten

Om een traumapatiënt zo optimaal mogelijk te kunnen behandelen kan in Medisch Spectrum Twente (MST) een traumateam worden opgeroepen. Het personeel van de spoedeisende hulp (SEH) beslist over de inzet van een volledig traumateam of een basis traumateam. In de ideale situatie is er geen sprake van overtriage of ondertriage van traumapatiënten. Het doel van dit onderzoek was om de overtriage- en ondertriage percentages vast te stellen en om oorzaken voor ondertriage te vinden. Mogelijke oorzaken voor onder­

triage is een onduidelijke of incomplete vooraankondiging van de patiënten of personeel dat zich om een bepaalde reden niet aan het protocol houdt. De ondertriage groep zonder inzet van een basis- of traumateam bestond voor­ namelijk uit patiënten met een hogere gemiddelde leeftijd, een hoog percentage patiënten met letsel als gevolg van een val en veel hoofdletsels. De resultaten van dit onderzoek geven aanleiding voor nadere analyse van de onder­ getrieerde patiënten en zijn reden voor verder onderzoek naar de oorzaken van over- en ondertriage. n Begeleidingscommissie: dr. Carine Doggen en prof. dr. Maarten IJzerman, UT, Rolf Egberink MSc, Acute Zorg Euregio/UT. Neem voor meer informatie contact op met Rolf Egberink: r.e.egberink@utwente.nl.

Pijnmedicatie na ontslag SEH Er zijn meerdere onderzoeken gedaan naar pijn van patiënten die op de SEH komen. Echter, informatie over pijn en pijn­ behandeling na ontslag van de SEH is veel minder voorhanden. Susan Damhuis is student Master Health Sciences aan de Universiteit Twente. Zij heeft binnen de SEH van ZGT Almelo en Hengelo een onderzoek uitgevoerd dat inzicht geeft in hoeverre patiënten de voor­ geschreven medicatie ophalen bij de apotheek en of zij deze medicatie volgens voorschrift gebruiken. Ook werd geprobeerd om de redenen hiervoor te achterhalen. Uit deze studie bleek dat veel patiënten de medicatie bij de apotheek ophaalden. Echter, de medicatie werd niet altijd volgens voorschrift gebruikt. Omdat het aantal patiënten in de studie vrij laag was en om een beter beeld te krijgen wordt dit onderzoek in ZGT verder voortgezet. n

3

Begeleidingscommissie: Jorien Pierik MSc, drs. Deborah Kuster, prof. dr. Maarten IJzerman en dr. Carine Doggen. Kijk voor meer informatie op www.acutezorgeuregio.nl.

Samen werken aan een veilig Twente In Twente werken en leven we samen. De overheid en hulpdiensten doen veel om de veiligheid in Twente te vergroten. Maar voor een veilig Twente moet iedereen zijn steentje bijdragen. Jij ook. Iedereen is tot op zekere hoogte zelf verantwoordelijk voor een veilig en gezond leven. De hulpdiensten zijn immers niet direct ter plaatse wanneer er iets gebeurt, of ze kunnen je niet helpen. Dan ben je enige tijd op jezelf aangewezen. Weet jij dan wat je moet doen? Ben jij voorbereid? Twenteveilig.nl helpt je. Zodat je weet wat je moet doen. En je anderen in je omgeving kunt helpen wanneer dat nodig is. n FlyerNutsbedrijven

.indd 1

112 NETWERK | September 2013

23-8-2013

10:44:05


Over de grens

Stand van zaken projecten grens­­ overschrijdende samenwerking ECTLI focust op samenwerking bij trauma en grootschalige ongevallen Door Rolf Egberink, Acute Zorg Euregio

4

In het eerste kwartaal van 2013 zijn twee projecten van start gegaan met als doel de grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van acute zorg in de Euregio verder te optimaliseren. In deze zogenaamde People-to-People projecten, gesubsidieerd vanuit het Interreg programma van de EUREGIO, werkt Acute Zorg Euregio intensief samen met de projectpartners aan tal van activiteiten. Een overzicht van de stand van zaken van het eerste project, ECTLI.

Activiteit

25%

50%

75%

100%

25%

50%

75%

100%

25%

50%

75%

100%

25%

50%

75%

100%

Sociale netwerkkaart Inventarisatie capaciteit en faciliteiten Toepassing in Acute Zorgkaart NL Toepassing in A-Z Euregio app 2.0 Toepassing in Trauma Handy Tabel 1. Activiteit Inventarisatie kosten multitrauma patiënt NL-D Inventarisatie kosten grootschalige inzet Inventarisatie vergoeding kosten in buurland Tabel 2. Activiteit Inventarisatie oefendoelen en doelgroepen NL-D Opzet oefening coördinerend personeel

B

ij grote ongevallen en rampen is een snelle en efficiënte zorg voor de slachtoffers van belang. Het kan daarbij nuttig zijn de logistieke en personele capaciteiten van het buurland te gebruiken. Het is echter niet altijd helder welke mogelijkheden en resources hierbij ter beschikking staan en hoe deze kunnen worden ingezet. Om de informatieuitwisseling, maar ook de samenwerking op dit gebied tussen Nederland en Duitsland te bevorderen, werd het project ‘Euregional Cooperation in Trauma en Large-scale Incidents’ (ECTLI) opgezet. Acute Zorg Euregio, GHOR Twente, de EUREGIO en Universitätsklinik Münster inventariseren daarbij de capaciteiten en ontwikkelen gemeenschappelijke strategieën ter verbetering van acute zorg in de grensregio. In de tabellen is te zien hoe ver we zijn met de verschillende activiteiten binnen ECTLI. Het project loopt nog tot november 2013.

App 2.0 Op dinsdag 5 november 2013 wordt tijdens een Euregionale middag een deel van de resultaten uit dit project gepresenteerd, waaronder de lancering van de tweede versie van de A-Z 112 NETWERK | September 2013

Tabel 3. Activiteit Inventarisatie juridische vraagstukken Inventarisatie oplossingsrichtingen Tabel 4.

Euregio app. Daarnaast wordt tijdens deze bijeenkomst voortgeborduurd op de inventarisatie van juridische vraagstukken en oplossingsrichtingen in het kader van het tweede project: ACRE (Acute Health Care Region - EUREGIO). Binnen dit project ligt de nadruk op het realiseren en optimaliseren van de grensoverschrijdende samenwerking op juridisch en financieel vlak en het instellen van een werkgroep ‘acute gezondheidsregio EUREGIO’. n Tabel 1: Het maken van een sociale netwerk­ kaart van organisaties die betrokken zijn bij acute zorg en rampenbestrijding en het in kaart brengen en beschik­ baar maken van beddencapaciteit aan weerszijden van de grens. Zowel voor acute zorg patiënten in reguliere en opgeschaalde situatie, inclusief speci­ fieke faciliteiten voor onder andere

brandwonden­ zorg en onderkoelings­ slachtoffers. Deze gegevens worden verwerkt in een update van een reeds bestaande mobiele applicatie (de A-Z Euregio app), een bestaande web­ applicatie (Acute Zorgkaart NL) en een mobiele telefoon die gebruikt wordt door Duitse Notarzten (Trauma Handy). Tabel 2: Inventariseren op welke manier kosten die gemaakt worden bij een groot­ schalige inzet in het buurland vergoed (kunnen) worden. Tabel 3: Het opzetten van oefeningen voor co­ ördinerend personeel inzake een grens­ overschrijdend incident, crisis of ramp. Tabel 4: Inventarisatie van juridische vraagstuk­ ken bij bovenstaande activiteiten.


PATIENTENZORG

Geneeskundig trainingscentrum Zuidkamp is een feit Ketenpartners GHOR oefenen met realistische ruimtes en scenario’s Door Heidi Plas, GHOR Twente GHOR Twente en Acute Zorg Euregio zijn een tijd geleden begonnen met planvorming en een business case voor een geneeskundig trainingscentrum. Op 11 juli 2013 was het zo ver, de sleutel van trainingscentrum Zuidkamp kon worden opgehaald.

H

et geneeskundig trainingscentrum Zuidkamp zit op het voormalig vliegveld Twente. Met het centrum beoogt GHOR Twente dat de keten­ partners van de GHOR kunnen oefenen binnen hun eigen veld, maar ook in samenwerking met andere partners binnen de witte (genees­kundige) kolom en daar buiten (multi­ disciplinair). Een belangrijke taak van de GHOR is dat alle hulpverleners van de GHOR goed

kunnen samen­werken tijdens een crisis of ramp. Daarnaast is het ook van belang dat ze goed samenwerken met de overige hulp­verleners (zoals politie en brandweer) in het rampgebied.

Realistisch oefenen Bij het geneeskundig trainingscentrum: • kunnen realistische scenario’s worden nagebootst; • hoeven de scenario’s niet tussendoor opnieuw opgebouwd en afgebroken te worden; • hebben overige werkzaamheden en bedrijfsvoering geen hinder van de oefeningen; • wordt de infrastructuur niet verstoord (denk bijvoorbeeld aan een snelwegongeval of instorting van gebouw/constructie). Ook wordt er een spoedeisende hulp (SEH) en een huisartsenpost gecreëerd,

De grote ruimtes bieden tal van mogelijkheden om op maat te oefenen.

waar de logistieke processen en de triage beoefend kunnen worden. De ruimtes worden zoveel mogelijk op­ gebouwd met flexwanden, zodat op aanvraag de ruimtes zo realistisch mogelijk kunnen worden ingedeeld. Er kan met elkaar geoefend worden, maar ook separaat van elkaar. Het geneeskundig trainingscentrum gaat, met behulp van de partners, zijn eigen vorm krijgen, welke voldoet aan de verwachtingen van iedereen.

De inrichting In juni zijn twee werkgroepen gestart met het invulling geven aan de concrete inrichting van het trainingscentrum; wat is nodig om de oefeningen goed en realistisch te kunnen draaien? In juli is daarvoor een rondleiding door het pand georganiseerd met afgevaardigden van huisartsen en ziekenhuizen. In juli is een andere werkgroep gestart met het opknappen van het pand, zo zijn ze begonnen met schoonmaken en verven. Het streven is om het trainingscentrum in december op hoofdlijnen te hebben ingericht. Op woensdag 18 september 2013 werd de eerste cursus gegeven in het geneeskundig trainingscentrum Zuidkamp: de Hospital MIMS (Major Incident Medical Support). In de ochtend was er een table top oefening en in de middag een Emergo Training System oefening, waarbij het slachtoffervolgsysteem werd gehanteerd. Ook is er kennisgemaakt met het net­ centrisch werken.

Vergaderen in Zuidkamp? In de volgende editie van 112 Netwerk krijgt u informatie over wanneer er getraind kan worden in het trainingscentrum. Vanaf 1 oktober is het al wel mogelijk een (vergader)ruimte te reser­ veren voor ongeveer 25 personen. n Reserveringen verlopen via het e-mail­ adres: zuidkamp@ghortwente.nl of via het telefoonnummer 088-256 8319. Het adres: Trainingscentrum Zuidkamp, Zuidkamp 6, 7524 PT in Enschede. 112 NETWERK | September 2013

5


Innovatie

Sportmedische specialisten OCON Sport: een uniek concept voor geblesseerde top- en recreatieve sporters Door afdeling communicatie, OCON

Het Orthopedisch Centrum Oost-Nederland (OCON) Sport is vanaf mei dit jaar een zelfstandig opererende sportpolikliniek. De sportkliniek biedt snelle service en zorg op maat voor geblesseerde (top)sporters én recreatieve sporters. Een unieke situatie in Oost-Nederland, want tot voor kort konden geblesseerde sporters alleen terecht bij de traditionele sportmedische centra, waar veelal slechts een sportarts aanwezig was en weinig faciliteiten beschikbaar waren.

H 6

et was al jaren de nadrukkelijke wens van een aantal orthopedisch specialisten met een snel kloppend sporthart: een eigen sportpolikliniek in Twente, in navolging van de Bergman Clinics en het medisch sportgezond­ heids­centrum in Eindhoven, vanuit de ultieme gedachte hospitalitygedachte. Met als doelstellingen een geblesseerd geraakte (top)sporter van a tot z te begeleiden: van de diagnose via een (even­tuele) operatie naar totaal herstel, en dat het liefst zonder wachttijden. Tevens hoort het geven van advies en het af­ nemen van sportkeuringen tot de doelen. Deze droom is inmiddels werkelijk­heid geworden. In organisatorische en financiële zin opereert OCON binnen Ziekenhuisgroep Twente (ZGT) al enige tijd als een zelfstandige bv. De polikliniek OCON Sport is de jongste tak van sport binnen het bedrijf. De totale inrichting, van de wachtruimte tot behandelruimte is qua inrichting warm, kleurrijk en comfortabel, met trendy meubels. De patiënt waant zich dus zeker niet in de kille sferen van een ziekenhuis.

Optimale sportzorg Die setting hoort bij de gedachte van de nieuwe sportpolikliniek. De patiënt wordt optimale zorg geboden en dat begint met het comfort dat bij een huiskamergevoel past. Patiënten moeten zich thuis voelen, dat is het uitgangspunt. De sportpolikliniek bevat vijf behandel­ kamers met de bijbehorende kleed112 NETWERK | September 2013

Knie-onderzoek door orthopeed Ivo Buchholz.

vertrekken en een eigen backoffice. Voor MRI-scans en operaties is er nauwe samenwerking met collega-specialisten van ZGT. Bij de afdeling radiologie wordt op voorhand een gemiddeld aantal MRI-scans ingepland, zodat wachtlijsten worden beperkt. Het is maar één van de voordelen die de sportpolikliniek met zich meebrengt. OCON Sport heeft alle competenties voor optimale sportzorg in huis. Zo werken er orthopedisch chirurgen en een traumachirurg, ieder met specifieke kennis op een bepaald aandachts­

gebied zoals knie, enkel, schouder, rug of lies. Daarnaast zijn zeer deskundige fysiotherapeuten in dienst, zodat het hele traject van de geblesseerde sporter kan worden begeleid. Tevens kan, wanneer de klacht daarom vraagt, snel worden geopereerd. Effectief en intensief behandelen dus.

Fascinatie voor sport Daarnaast geven de sportartsen van OCON Sport advies met betrekking tot preventie en het verbeteren van de conditie. Ook voor sportmedische


innovatie

achter één loket

7

De totale inrichting is warm, kleurrijk, comfortabel en trendy.

keuringen en inspanningsdiagnostiek kan de (recreatieve) sporter bij OCON Sport terecht, een verwijzing van de huisarts is hiervoor niet nodig. In de praktijk zijn de meeste patiënten recreatieve sporters in de leeftijds­ categorie 20 t/m 45 jaar. Maar ook topsporters weten de weg naar OCON Sport te vinden. Zo is ex-topschaatsster Moniek Kleinsman bij OCON Sport van haar hardnekkige rugproblemen verlost, zijn andere schaatsers onder behandeling en wordt veel met de motor­ sportbond samengewerkt. Sporters willen natuurlijk zo snel mogelijk

weer op hun oude niveau terugkeren, vaak sneller dan goed of gewenst is. Dat levert vaak interessante discussies op. Het meest aansprekend is ongetwijfeld de betrokkenheid met FC Twente via sportorthopeed Roy Hoogeslag, die tevens als hoofd medische staf bij FC Twente werkzaam is. De orthopeden, sportartsen en andere functionarissen van OCON zijn zelf ook uitermate gefascineerd door (top)sport. Zij kunnen zich daardoor prima in de belevings­ wereld van de te behandelen sporter verplaatsen, zonder daarbij de medische realiteitszin uit het oog te verliezen. n

Sportarts Aernout Snoek is bezig met de analyse van een inspanningstest.

De specialisten binnen OCON Sport zorgen voor een verantwoord herstel, waarbij nauwkeurig, transparant en zelfkritisch te werk wordt gegaan, want kwaliteit staat bij OCON Sport voorop. Voor nadere informatie of het maken van een afspraak kunt u de mede­ werkers van OCON Sport bereiken via telefoonnummer 074-2905876. Op www.ocon-sport.nl vindt u ook aanvullende informatie.

112 NETWERK | September 2013


COVERINTERVIEW

Resultaat belangrijker dan de norm Bas Leerink: ‘ROAZ moet leidende rol innemen’ Door Annemarie Smidt, Geen Blad voor de Mond

Medio maart 2013 is de nieuwe strategische agenda Netwerk Acute Zorg Euregio goedgekeurd. Deze agenda legt de basis voor een hernieuwde samenwerking tussen de ketenpartners in de regio. Bas Leerink is sinds 1 mei 2013 voorzitter van het 8

bestuurlijk ROAZ Euregio. Hij vertelt over zijn visie ten aanzien van het regionaal overlegorgaan voor de acute zorgketen.

T

oen Bas Leerink begin mei in dienst trad als voorzitter van de Raad van Bestuur bij Medisch Spectrum Twente (MST), verbond deze functie hem automatisch aan het ROAZ. De nieuwe strategische agenda moet het ROAZ richting en structuur bieden, maar ook Leerink heeft duidelijke ideeën over de te varen koers. ‘Zowel landelijk als regionaal komt de discussie op gang over de beschikbaarheid en bereikbaarheid van acute zorg. Waar kunnen burgers straks terecht met hun acute zorgvraag?’, vraagt Leerink hardop. ‘Gaan de huisartsenposten daadwerkelijk samenwerken met de spoed­ eisende hulpposten? Kan zorg over een aantal jaren kwalitatief gezien nog op dezelfde manier worden aangeboden zoals we gewend zijn? Allemaal zaken waarbij het belangrijk is dat wij als professionals ‘in de lead’ zijn en de ontwikkelingen niet over ons heen laten komen. Samen met onze partners zullen we keuzes moeten maken. Als 112 NETWERK | September 2013

‘We moeten de ROAZ kun je dit niet afdwingen, maar ik wil onze partners wel met elkaar in gesprek brengen.’

maatschappelijke

Samenhang en vertrouwen

nauwgezet in de

Vanaf 2013 geeft het ROAZ jaarlijks opdracht tot de uitwerking en vaststelling van een inhoudelijk programma. Ook de rol van bureau Acute Zorg Euregio verandert hiermee. Het bureau benoemt de verantwoordelijken voor de inhoudelijke thema’s en maakt inzichtelijk welke ketenpartners bij welk thema worden betrokken. Leerink heeft hierin nauw contact met Cees Schenkeveld, manager bij Acute Zorg Euregio en voorzitter van de Agenda­ commissie. ‘Voor alle bestuurders die zitting hebben in het ROAZ is het overleg een neventaak. Voor het bureau is het echter de hoofdtaak. Zij zijn dagelijks bezig om landelijke ontwikkelingen te vertalen naar de regiosituatie en bewaken de samenhang tussen de ketenpartners. Het is

ontwikkelingen gaten houden’


COVERINTERVIEW

Profiel Bas Leerink (51) is zijn carrière begonnen als klinisch chemicus in Utrecht en daarna in Curaçao en Amsterdam. Aansluitend heeft hij zeven jaar als management consultant gewerkt bij McKinsey&Company. Hij heeft daarin brede ervaring opgedaan in de gezondheidszorg in binnen- en buitenland. Vandaar is hij overgestapt naar zorgverzekeraar Menzis. Sinds 1 mei jl. is hij voorzitter van de raad van bestuur van het MST en daarmee ook voorzitter van de ROAZ.

Dat acute zorg zijn constante aandacht heeft, blijkt wel uit het feit dat de werkkamer van de voorzitter zich in een voormalige operatiekamer

belangrijk dat het bureau het vertrouwen van alle bestuurders heeft, ook dat is een continu proces dat bij hun takenpakket hoort. Het verlenen van acute zorg is in deze regio goed geregeld. Dat moet zo blijven en dus houden we nauwgezet de ontwikkelingen van de samenleving in de gaten, zodat we voorbereid zijn op de toekomst.’

van het ziekenhuis bevindt.

Patiënt centraal Naast de overheid, zorgverzekeraars en andere belanghebbenden in het zorgproces, is het belang van de patiënt de leidende factor in de te nemen stappen, daar is Leerink heel duidelijk over. ‘Centraal staat de vraag: wat is kwaliteit van zorg en welke normen passen daarbij? In Nederland moet een patiënt binnen 45 minuten in het ziekenhuis zijn. De vraag is echter of we niet veel intelligenter naar die norm moeten kijken. Het gaat ons in feite niet om die 45 minuten, we willen dat iedereen goede acute zorg krijgt. Misschien zijn andere normen daarbij wel veel belangrijker. Het is dus zaak om te kijken naar de uitkomsten van de zorg en of dat een reden is om processen te veranderen. Ook budgetten spelen hierin een rol. De zorgpremies worden steeds hoger en daar moeten we kritisch op zijn. Maar wel altijd met de zorg­ kwaliteit in het achterhoofd. Mensen met een acute zorgvraag moeten snel geholpen worden, zodat hun over­ levingskansen groter worden.’ n 112 NETWERK | September 2013

9


grootschalige zorg

Beperken en voorkomen van Procesleiders PSH coördineren hulp en advies tijdens een incident of crisis Door Ilona Reilink ism Elke van der Zanden, GGD Twente

In de serie over de vier processen van de GGD bij een crisis of incident in deze uitgave het slot: psychosociale hulpverlening (PSH). Wat is psychosociale hulp­ver­lening en wanneer wordt het ingezet? En wie doen dat dan? In gesprek met Elke van der Zanden, procesleider PSH en coördinator GROP bij GGD Twente.

D

e afgelopen jaren is Nederland geconfronteerd met enkele grote rampen, zoals bijvoorbeeld de cafébrand in Volendam en de vuurwerkramp in Enschede. Naast deze grote rampen vinden er jaarlijks vele kleinere rampen, ingrijpen­de gebeurtenissen en crisissen plaats. De zedenzaak bij het Amsterdamse kinderdagverblijf Het Hofnarretje, de schiet­ incidenten in Almelo en Enschede en de ge­ volgen voor de boeren tijdens de Q-koorts zijn voorbeelden die het (landelijke) nieuws hebben gehaald. Daarnaast zijn er vele zaken die minder (media) aandacht krijgen, maar zeker zoveel invloed hebben op de omgeving en waarvan de gevolgen ook kunnen leiden tot maatschappelijke onrust. De angst en onzekerheid van de slachtoffers kan hierdoor nog groter worden. Ver­ schillende doelgroepen hebben spe­ cifieke hulp en onder­ steuning nodig en wellicht op een andere schaal en op een ander tijdstip.

10

Samenwerking cruciaal Het proces van psychosociale hulp­ verlening wordt opgestart wanneer er coördinatie of advies nodig is in gevallen van (dreigende) maatschap­ pelijke onrust of andere vormen van sociale calamiteiten, zoals een zeden­ zaak. De inzet kan onder andere worden gevraagd door de gemeente, politie en slachtofferhulp. Elke: ‘Door middel van samenwerking en coör­ dinatie van de psychosociale hulp­ verlening bij incidenten wil je maat­ schappelijke onrust beperken of zelfs voorkomen. Daarnaast hebben inci­ denten vaak psychosociale klachten en/ 112 NETWERK | September 2013


grootschalige zorg

maatschappelijke onrust

11 Hulpverlening gaat vaak niet alleen om de directe slachtoffers, maar ook om verwanten, nabestaanden, klasgenoten of dorpsgenoten.

of gezondheidsproblemen tot gevolg. Door hulp heel gericht aan te bieden en af te stemmen kun je de juiste hulp bieden.’

Zorgen voor overzicht Binnen het proces PSH is de GGD verantwoordelijk voor deze coördinatie en regie. De psychosociale hulp zelf wordt geboden door instanties en partners zoals Slachtofferhulp, Maat­ schappelijk werk en GGZ-instellingen. Wel hebben veel incidenten een raak­ vlak met de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD omdat er regelmatig kinderen betrokken zijn. Hierbij kun je denken aan een zedenzaak in een woonomgeving of op scholen, maar ook bij het over­lijden van een kind bij een woning­ brand. Elke: ‘De inzet en betrokken partijen zijn steeds anders. Soms gaan we in gesprek met een school om te kijken hoe we de leerkrachten kunnen begeleiden, een andere keer wordt in overleg met de gemeente een stille tocht voorbereid. De GGD coördineert het proces en zorgt ervoor dat er overzicht blijft bestaan. Iemand die iets tragisch heeft meegemaakt, heeft geen behoefte

aan verschillende instanties die tege­ lijkertijd hulp bieden.’

Procesleiders Binnen GGD Twente zijn vier proces­ leiders PSH aangesteld. Deze zijn 24 uur per dag te bereiken mocht er zich een incident of crisis voordoen. Wanneer door de crisiscoördinator het proces PSH wordt opgestart, neemt de procesleider PSH de coördinatie over de psychosociale hulpverlening op zich. Voor inhoudelijke expertise en begeleiding wordt contact gezocht met functionarissen van organisaties, instellingen of andere samenwerkings­

verbanden die direct betrokken zijn bij het verlenen van psychosociale hulp rondom het incident. Bij PSH gaat het zowel om de psychosociale als sociale hulpverlening, waarbij de doelgroep heel breed kan zijn. Het gaat vaak niet alleen om de directe slachtoffers, maar ook om verwanten, nabestaanden, klasgenoten, dorpsgenoten etcetera. De hulpverlening richt zich dan ook op de getroffenen. Naast de directe hulp­ verlening spelen ook het behoud van vertrouwen in de overheid én het wegnemen van de bron van stress een belangrijke rol. Kortom: een breed en divers proces. n

Processen in beeld GGD Twente is bij een crisis of ramp verantwoordelijk voor vier processen: • Gezondheidsonderzoek bij Rampen (GOR) • Medische Milieukunde • Infectieziektenbestrijding (IZB) • Psychosociale Hulpverlening (PSH) In het GGD Rampen Opvang Plan, ofwel het GROP, staan deze processen beschreven. In voorgaande uitgaven van 112 Netwerk zijn de andere drie processen behandeld.

112 NETWERK | September 2013


ketenpartners

Optimale logistiek Almelose Computersimulatiemodel toont de voordelen van een geïntegreerde spoedpost Door Manon Bruens, Acute Zorg Euregio

De afgelopen jaren zijn in Nederland veel huisartsenposten en spoedeisende hulpafdelingen met elkaar een vorm van integratie aangegaan tot een spoedpost. Er is echter niet aangetoond hoe een spoedpost het best ingericht kan worden en wat patiënten belangrijk vinden op een geïntegreerde spoedpost. Universiteit Twente heeft hier met spoedpost Almelo onderzoek naar gedaan.

12

I

n april 2010 is de Centrale Huisartsen­ post Almelo (CHPA) geïntegreerd met de spoedeisende hulpafdeling (SEH) van Ziekenhuisgroep Twente (ZGT) Almelo tot één spoedpost. De Universiteit Twente (UT) heeft samen met de spoedpost onderzocht hoe deze optimaal ingericht kan worden, zodat een patiënt zonder onnodige vertraging met optimale inzet van personeel en middelen bij de juiste zorgverlener terechtkomt. Hierbij is rekening gehouden met de voorkeuren van patiënten en andere belanghebbenden. Door middel van enquêtes is gevraagd wat mensen belangrijk vinden bij de organisatie rondom acute zorg. Patiënten, inwoners van de regio Twente en andere betrokkenen, zoals huisartsen en SEH-verpleegkundigen, hebben een duidelijke voorkeur voor een korte wachttijd. De eventuele organisatieveranderingen die bij een optimale inrichting van de spoedpost komen kijken, zijn daarom beoordeeld op het effect dat ze hebben op de wachttijd.

Verwacht effect Door het gebruik van een computersimulatiemodel is het mogelijk om veel organisatieveranderingen te testen onder verschillende scenario’s (bijvoorbeeld forse toename patiënten, meer of minder zelfverwijzers, ander 112 NETWERK | September 2013

type patiënten), zonder dat er inbreuk gemaakt wordt op het daadwerkelijke zorgproces. Voor dit onder­zoek is een gedetailleerd computersimulatiemodel van de spoedpost Almelo ontwikkeld. De resultaten uit het model zijn een benadering van de werkelijkheid en voorspellen het verwachte effect in de praktijk. Omdat alle betrokkenen een duidelijke voorkeur hebben voor een korte wachttijd, is gekeken welke organisatieveranderingen daadwerkelijk leiden tot kortere doorlooptijden (de totale tijd dat een patiënt aanwezig is, inclusief wachttijd) en in welke mate. Een groot effect op de doorlooptijd van de huisartsenpost (HAP) is de inzet van personeel dat laagurgente patiënten op de HAP, chirurgiepatiënten op de SEH, of beter nog, beiden, kan behandelen. Bijvoorbeeld het flexibel inzetten van een Verpleegkundig Specialist op zowel HAP als SEH. Ook 24/7 aanwezigheid van een SEH-arts leidt tot kortere doorlooptijden. Het direct inzetten van diagnostiek en het regelen van een ziekenhuisbed verkort de doorlooptijd op de SEH, evenals het gebruik van eenzelfde triagesysteem door SEH en HAP (bijvoorbeeld het NTS).

Integratie wenselijk De omstandigheden voor en na de inte­ gratie zijn te veel veranderd om een

Scan de QR-code om het programma Spoedzorg van ZonMw te bekijken.

eerlijke vergelijking te kunnen maken, waardoor het effect van integratie niet op basis van historische data bepaald kan worden. Met het simulatiemodel is het mogelijk de omgeving gelijk te houden en alleen het effect van samenvoeging te onderzoeken. In het model


ketenpartners

spoedpost onderzocht

13

Het onderzoek ‘Optimale logistiek in de geïntegreerde spoedpost’ is gesubsidieerd door ZonMw. In het programma Spoedzorg van ZonMw staat het verbeteren van de samenwerking in de spoedzorgketen centraal. Naast het onderzoek in Almelo, is er in Brabant bijvoorbeeld gekeken naar de effecten van het inzetten van Verpleegkundig Specialisten op de Spoedpost.

is het functioneren van een gescheiden HAP en SEH vergeleken met een geïntegreerde spoedpost. Hieruit blijkt dat op basis van doorlooptijd en de wachttijd het wenselijk is om de HAP en SEH te integreren. Voor regio’s met veel zelfverwijzers op de SEH heeft inte-

gratie een groter positief effect op de doorlooptijd dan regio’s waar de SEH weinig zelfverwijzers heeft. De uitkomsten van dit onderzoek onderbouwen hoe personeel en middelen optimaal in een spoedpost kunnen worden ingezet, waarbij optimaal voor alle betrok-

kenen een zo kort mogelijke wachttijd inhoudt. Omdat het simulatiemodel generiek is opgezet, zijn de resultaten van dit onderzoek ook toe te passen binnen andere Nederlandse huisartsen­ posten, spoedeisende hulpafdelingen en spoedposten. n 112 NETWERK | September 2013


ACHTERGROND

Corpulente patiënten veilig Ambulance Oost en Brandweer Twente goed voorbereid met nieuwe afspraken en Door Henk Mondeel en Arrand Klein, Ambulance Oost

In het najaar van 2012 is Ambulance Oost gestart met de werkgroep VVCP (Veilig Vervoer Corpulente Patiënten). Deze werkgroep doet aanbevelingen wat betreft de mogelijkheden voor het veilig vervoeren en verplaatsen van corpulente patiënten in met name spoedeisende situaties. De werkgroep is gevormd door medewerkers van de verschillende hoofdlocaties van Ambulance Oost, aangevuld met de teammanager van de locatie Enschede.

T 14

ijdens een eerste inventarisatie is gebleken dat bij problemen veel van ad-hoc oplossingen gebruik werd gemaakt. Het bleek dat het materiaal dat Ambulance Oost normaliter gebruikt voor vervoer minder geschikt is voor patiënten met een gewicht van 150 kilogram en meer. Vaak roept de ambulancedienst ook de hulp van de brandweer in bij dergelijke problemen. Met deze informatie in handen is de werkgroep aan de hand van realistische

scenario’s gaan brainstormen hoe dit eventueel met andere materialen of andere technieken uniform beter kan. Het toeval wilde dat ook de brandweer met deze vraag bezig was en zich meldde met een conceptprocedure. De afspraak om hier samen verder aan te werken was dan ook snel gemaakt.

Pilot Half september is Ambulance Oost een pilot gestart met de Evac-Mattress: een

De Evac-Mattress is uitermate geschikt voor het vervoeren van patiënten in trappenhuizen.

evacuatiematras die niet alleen de huidige brancardmatras vervangt, maar ook geschikt is om patiënten te evacueren en te gebruiken is op bijvoorbeeld galerijen of trappenhuizen. Deze matras is vooral geschikt als de brandweer met een hoogwerker geen uitkomst kan bieden of als snelheid geboden is. De eerste evaluatieformulieren laten zien dat de matras al twintig keer is gebruikt en dat de ervaringen van zowel de patiënt als de ambulancehulpverlener zeer goed zijn. In het kader is een ervaringsverhaal van één van de ambulancechauffeurs van Ambulance Oost te lezen.

XXL-materialen In oktober hoopt Ambulance Oost met Brandweer Twente een pilot te starten waarbij de procedure ‘tilassistentie’ in gebruik wordt genomen. Deze proce­ dure is opgesteld om duidelijkheid te geven over het type assistentie dat benodigd is en de bedoeling is deze uniform voor heel Twente vast te stellen. Zes voertuigen van Brandweer Twente die verdeeld zijn over de regio worden uitgerust met materialen bedoeld voor patiënten van boven de 150 kilogram of met een boven­ gemiddelde omvang. Deze materialen zijn een XXL-wervelplank met bij­ be­ horende spin en een XXL-tilmat. Ook kan voor vervoer gebruik worden gemaakt van de reddingschuit van de brandweer en zijn er extra fixatie­ materialen aanwezig. Het vervoer van 112 NETWERK | September 2013


Het volgende

vervoerd

magazine van

speciale materialen

net werk verschijnt in januari 2014

Colofon 112 Netwerk is een uitgave van Acute Zorg Euregio, Ambulance Oost en GHOR Twente. Dit magazine verschijnt vier keer per jaar en bericht over ontwikkelingen rondom acute zorg in Twente en Oost-Achterhoek. Ook het Power-LOAD brancardsysteem beperkt de fysieke belasting van ambulancemedewerkers.

patiënten tot 220 kilogram kan met de eigen ambulances worden verzorgd.

Procedure In de procedure wordt gesproken over drie soorten tilassistentie, elk met een specifieke werkinstructie. Hierin wordt afwisselend een tankautospuit en/of hoogwerker ter assistentie gevraagd. Deze typeaanduiding wordt door de meldkamer ambulancezorg met de melding in het geïntegreerde meldkamersysteem meegestuurd. Bij de inzet van de hoogwerker is geregeld dat tijdens het aanrijden direct contact is met het aanwezige ambulanceteam. Daardoor gaat er geen kostbare tijd verloren over een opstelplaats van de hoogwerker.

Resultaat Met deze afspraken en de aanschaf van de speciale materialen is de regio Twente goed voorbereid op patiënten met een bovengemiddelde omvang en/of corpulente patiënten. Dit zal niet alleen leiden tot een betere en eenduidige aanpak van deze patiëntencategorie, maar ook tot een grotere, meer duurzame inzetbaarheid van de medewerkers. n

Een voorbeeld uit de praktijk Patrick Jansen (ambulancechauffeur): ‘We kregen ‘s avonds laat een melding van een CVA (beroerte) bij een patiënt in Enschede. Volgens protocol zijn we met spoed uitgerukt. Aan­ gekomen treffen wij iemand aan op de eerste verdieping, die niet meer mobiel en niet aanspreekbaar is. Het gaat om een kleine woning, met smalle ramen en een smalle trap met een draaiing van 180 graden. Assistentie van de brandweer gaat even duren en is, gezien de smalle ramen, niet echt een optie. We besluiten gebruik te maken van de Evac-Mattress. De patiënt wordt op de matras vastgemaakt en binnen vijf minuten ligt hij op ons Power-LOAD brancard­ systeem. Voor ons een minimale fysieke belasting en we hoefden niet op hulp te wachten.’

Jaargang 2013, editie september Redactie Kitty Muntenaar kmuntenaar@ambulanceoost.nl Marja Nijkrake m.nijkrake-munster@mst.nl Irma Huiskes info@ghortwente.nl Annemarie Smidt a.smidt@geenbladvoordemond.nl Marjolein Steinhage m.steinhage@geenbladvoordemond.nl Bladformule, vormgeving, eindredactie en drukwerk

GEEN BLAD VOORDE MOND MAKERS VAN MAGAZINES

Geen Blad voor de Mond B.V. Lasondersingel 149-151 7514 BR Enschede tel. 053 460 9002 www.geenbladvoordemond.nl

ISSN 2211-8225

112 NETWERK | September 2013

15


Bezoek ons ook online

Acute Zorg Euregio

GHOR Twente

Ambulance Oost

Postbus 50000

Postbus 1400

Postbus 784

7500 KA Enschede

7500 BK Enschede

7550 AT Hengelo

Tel. 053 487 20 97

Tel. 088 256 78 50

Tel. 074 256 22 22

info@acutezorgeuregio.nl

secretariaat@ghortwente.nl

info@ambulanceoost.nl

www.acutezorgeuregio.nl

www.ghortwente.nl

www.ambulanceoost.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.