Acute zorg in twente en oost-achterhoek ProMISe legt basis voor infrastructuur klinisch onderzoek
net werk
Theo van Rijmenam, directeur publieke gezondheid:
‘GHOR als betrouwbare en herkenbare partner’ Power-LOAD in ambulances SIGMA-Team ondersteunt GHOR OTO-beleidsplan
september 2012
112 journaal
Waar je mee om gaat…
Aangenaam kennis te maken!
Zomervakantie 2012; we gaan met het gezin een week naar de Olympische Spelen in Londen. Het is ons gelukt om kaarten voor drie evenementen te reserveren (hockey, beachvolleybal en basketbal). De boot is geboekt en we logeren bij familie. Eindelijk, eindelijk zijn we er een keer bij, want dat wil je toch een keer meemaken!
2
In de aanloop naar de Spelen ga je wat aan oriëntatie doen. Uit 204 landen komen 10.500 atleten presteren op 26 sporten verdeeld over 302 onderdelen. Hiervoor zijn 7500 scheidsrechters en officials nodig en voor de organisatie beschikt men over 160.000 vrijwilligers. Gedurende zestien dagen worden gemiddeld een half miljoen bezoekers verwacht, die de sportevenementen volgen op zeventien verschillende locaties, waarvan het Olympisch park met zijn zes arena’s de grootste is. Een enorme organisatie, nog afgezien van de benodigde infrastructuur en beveiliging. Want niemand is de aanslag tijdens de Olympische Spelen van 40 jaar geleden in München vergeten, de aanslag op Londen van 2007 staat nog vers in het geheugen en diverse bedreigingen zijn al geuit. Het beveiligingsbedrijf G4S kwam zijn verplichtingen niet na, dus zijn er meer militairen ingezet. Naast de opgeschaalde politie-inzet zijn er meer dan 18.000 militairen gemobiliseerd. Als je met het uitstekend functionerende openbaar vervoer op het Olympisch park arriveert, zie je de enorm enthousiaste vrijwilligers, die de vele bezoekers met uiteenlopende nationaliteiten met een lach en een grap de weg wijzen. Moeiteloos en zonder wachtrijen ga je door de ‘security’ waarachter vele waterpunten zijn zodat je de, voor de ‘security’ geleegde, flesjes weer kunt vullen. De EHBO tenten zijn uitstekend bereikbaar en goed te vinden. Zo nu en dan zie je twee ‘bobby’s’ lopen en de militairen zitten onopvallend tussen het publiek en doen even enthousiast mee aan de ’wave’, die wel 26 keer rondgaat in de ‘Horses Guards Parade’. Er zijn veel bezoekers aanwezig, maar nergens kom je in het gedrang. Het is een geweldig feest. Wat je eigenlijk allemaal niet ziet maar wel realiseert, is de impact van een dergelijk evenement. Het vereist enorm goede afstemming en samenwerking. Een groot of kleiner evenement, dat maakt niet uit. Olympische Spelen of de Batavierenrace en de Enschedese marathon. En hoe dit telkens weer tot stand komt. Ook hier in Twente en Oost-Achterhoek. Petje af!
Germaine Vos-Deckers Manager Acute Zorg Euregio
Door de oprichting van Veiligheidsregio Twente heeft de GHOR nieuwe taken en gezichten gekregen. In een gezellige en prettige sfeer heeft GHOR Twente zichzelf 24 mei kunnen presenteren tijdens een netwerkbijeenkomst. Alle Twentse geneeskundige ketenpartners van GHOR Twente waren welkom. Tijdens deze bijeenkomst hebben zij kennis gemaakt met de nieuwe directeur Publieke Gezondheid, de portefeuillehouder GHOR en andere personen achter GHOR Twente en wat de GHOR en ketenpartners voor elkaar kunnen betekenen. Na de presentaties was er gelegenheid om onder het genot van een hapje en drankje in het spelershome van De Grolsch Veste bij te praten. De sfeer was gemoedelijk en de borrel werd druk bezocht. Mede dankzij de ketenpartners was het een geslaagde bijeenkomst. n
Geweldige opbrengst voor Kinderen en Kansen
In de eerste uitgave 112 Netwerk 2012 heeft een journaalbericht gestaan over de beklimming van de Alpe d’Huez door een groep ambulancemedewerkers in mei 2012. Het doel van deze actie: geld bij elkaar fietsen ter ondersteuning van de stichting Kinderen en Kansen. Een stichting die onderzoek doet naar het Syndroom van Sanfilippo. Op 21 juni jl. heeft de groep fietsers een bedrag van ruim € 5.500 over laten maken naar Kinderen en Kansen. Een geweldige prestatie met een geweldige opbrengst! n Meer informatie? Kijk op www.kinderenenkansen.nl
112 NETWERK | september 2012
Aanstelling Hoofden Publieke Gezondheid
De GHOR en GGD kunnen geconfronteerd worden met incidenten, crises en rampen waarbij een gecoördineerde inzet van diensten, organisaties en of verschillende disciplines is vereist. Binnen de opgeschaalde coördinatiestructuur van de GHOR/Veiligheidsregio zijn vijf Hoofden Publieke Gezondheid (PG) op hard piket aangesteld, wat betekent dat er 7x24 uur iemand bereikbaar en beschikbaar is voor de aansturing van de publieke gezondheid.
De directeur PG neemt dan plaats in het gemeentelijke of regionaal beleidsteam. Publieke Gezondheid betreft het nemen van gezondheidsbeschermende en -bevorderende maatregelen voor de samenleving, zoals het voorkomen en vroegtijdig opsporen van ziekten. De Hoofden PG vervullen ook de functie van crisiscoördinator voor het crisisteam van de GGD. Alarmering van het Hoofd PG/de crisiscoördinator verloopt via de meldkamer van Ambulance Oost. n
Welk imago heeft de ambulancesector? Welk beeld hebben Nederlanders van ambulancezorg? Wat weten ze over ons vak en wat vinden ze daar van? Matchen hun verwachtingen met wat wij in de praktijk bieden? Om hier achter te komen heeft Ambulancezorg Nederland een grootschalig, representatief onderzoek laten uitvoeren onder meer dan 1.000 mensen. De belangrijkste conclusies uit het onderzoek:
12
-20
07
Imago-o ambulannderzoek cezorg
Imago-on derzoek ambulanc Het ond ezorg • 2 erzoek • 4 Wat verwa chten Ne derlander Wat weten s? • 6 Nederlan ders ? • 7 In aanrak ing met ambulanc Conclusi ezorg • 8 es • 9 Aandachts punten • 10
xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx Nederland is heel positief: ambulancezorg heeft een sterk imago. Patiënten zijn heel tevreden over de ambulancezorg. De verwachtingen van Nederlanders zijn hoog, maar niet altijd juist. Zo verwacht 66% van de Nederlanders dat er altijd een ambulance komt als je 112 belt. Niet iedereen weet precies hoe de ambulancezorg werkt; meer dan een derde van de mensen denkt dat een
zxxxxxxxx • xxxxxx ambulance • xxxxxxx de patiënt altijd meeneemt. Op basis van de uitkomsten zal de sector zich inzetten om het publiek te blijven informeren over ambulancezorg. n Het volledige rapport is te vinden op www.ambulanceoost.nl
Vakantie? Zon, zee en… Hepatitis B! GGD Twente adviseert en vaccineert reizigers al jaren. Dit jaar probeert de GGD met een nieuwe campagne mensen bewust te maken van de gezondheidsrisico’s van reizen naar een ander land. Wat veel reizigers niet weten is dat reizen richting het Middellandse Zeegebied risico’s met zich meebrengt. Het team Reizigersadvisering van GGD Twente geeft advies op maat, rekening houdend met persoonlijke omstandigheden, de reisbestemming en de aard van de reis. Vooral ook bij last minute vakanties is vaccinatie belangrijk. Beter laat, dan helemaal niet. Voor alle vragen geldt: een gezonde reis begint bij GGD Twente! n Voor meer informatie of het maken van een afspraak, bel 0900-489 38 93 of kijk op www.ggdtwente.nl
Lancering vertaalen informatie-app ‘A-Z Euregio’ Medio september heeft de release plaats gevonden van de A-Z Euregio app van Bureau Acute Zorg Euregio. De app bestaat uit twee elementen: een woordenboek Nederlands-Duits voor professionals in de acute zorg en daarnaast contactgegevens/informatie van ziekenhuizen en ambulancediensten in het Nederlandse verzorgingsgebied en het aangrenzende Duitse gebied. De groep professionals die gebruik kan maken van de A-Z Euregio app bestaat uit medewerkers meldkamers, ambulances, spoedeisende hulp, intensive careen verpleegafdelingen in Nederland en Duitsland. De A-Z Euregio app is ontwikkeld voor zowel Android als iOS (iPhone en iPad). Voorlopig is de app gratis en te downloaden via de App store, www.acutezorgapp.nl of www.acutezorgeuregio.nl. n 112 NETWERK | september 2012
3
ketenpartners
SIGMA-team ondersteunt GHOR Handtekening voor samenwerking Nederlandse Rode Kruis en GHOR Twente Door Ron Poot, GHOR Twente ism Irma Huiskes, Regio Twente
Dit najaar nog tekenen Noodhulpvoorzitter Rineke Gieske van het Nederlandse Rode Kruis en directeur publieke gezondheid Theo van Rijmenam van GHOR Twente een samenwerkingsovereenkomst tussen beide organisaties. De handtekeningen bestendigen een al jarenlang bestaande samenwerking op het gebied van rampenhulpverlening.
H
4
et Nederlandse Rode Kruis (NRK) speelt van oudsher een rol op een rampterrein. Voor de GHOR levert het NRK een Snel Inzetbare Groep ter Medische Assistentie, het SIGMA-team. Voor de gemeenten levert het NRK ondersteuning bij de opvang en verzorging van getroffenen. Het SIGMA-team bestaat uit speciaal getrainde vrijwilligers, die het ambulancepersoneel en
het traumateam in het veld kunnen assisteren. Het team wordt gealarmeerd wanneer de reguliere (spoedeisende) medische hulpverlening voor bijvoorbeeld een ramp of groot ongeval niet toereikend is.
Breed inzetbaar De SIGMA-vrijwilligers zijn, naast het verlenen van medische assistentie, ook
Het SIGMA-team en GHOR Twente tijdens de Open dag van de Zorg in 2011.
in staat om logistieke werkzaamheden te verrichten, variërend van het opbouwen van een gewondennest tot aan het bevoorraden van een Geneeskundige Combinatie. Deze vrijwilligers zijn 24 uur per dag en 365 dagen per jaar inzetbaar. Bij een oproep moeten zij zich binnen 30 minuten verzamelen op de opkomstlocatie aan de Demmersweg 55 in Hengelo en vertrekken dan met een speciaal busje en met allerlei medisch materiaal naar het rampterrein. Gelukkig vinden er niet heel vaak rampen plaats waarbij de hulp van het NRK nodig is. Daarom is oefenen extra belangrijk om de vaardigheden op peil te houden. Recente gebeurtenissen waarbij het SIGMA-team is ingezet in Twente zijn: dreigend noodweer tijdens een kampioenswedstrijd van FC Twente (2010), de instorting van het dak van de Grolsch Veste (2011) en dronken dauwtrappers op Hemelvaartsdag (2012).
Scholing Voordat de vrijwilligers ingezet kunnen worden, volgen ze de zogenaamde ‘HOC-opleiding’. De opleiding bestaat uit diverse theorie- en praktijklessen 112 NETWERK | september 2012
Ketenpartners
met medische assistentie en wordt afgesloten met twee theorieexamens en een profcheck. Om competent te blijven volgen de vrijwilligers een bijscholingsprogramma dat is opgebouwd uit lesavonden en oefeningen. Daarnaast moet iedereen elke twee jaar opnieuw een profcheck uitvoeren. Een vast onderdeel van het SIGMAprogramma is het oefenen met de GHOR. In deze samenwerkingsoefeningen ligt de nadruk op de samenwerking met ambulancedienst en het Medisch Mobiel Team (MMT) onder leiding van een Officier van Dienst Geneeskundig. Tijdens de oefeningen leren de teamleden ook het materiaal op een goede manier in te zetten.
Aansluiting Sinds 1 januari 2010 is het NRK één landelijke ver-
eniging. Voorheen waren de lokale afdelingen aparte rechtspersonen. Om de noodhulpactiviteiten (waaronder de SIGMA’s) van het NRK beter aan te laten sluiten aan de veiligheidsregio’s, is in december 2010 besloten om ook bij het NRK te werken in 25 noodhulpregio’s, die gelijk lopen met de veiligheidsregio’s. Deze nieuwe indeling onderstreept het belang om de bestaande afspraken uit het verleden nog eens goed tegen het licht te houden. Voor de GHOR is het tekenen van de overeenkomst eveneens een actueel thema, omdat de Wet veiligheidsregio’s verlangt, dat de GHOR schriftelijke afspraken maakt met alle geneeskundige ketenpartners die een
rol hebben bij de bestrijding van crises en rampen. De ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst is een belangrijke stap in de samenwerking tussen de geneeskundige partners om ook klaar te staan in bijzondere omstandigheden zoals crises en rampen. Samen staan we sterk! n
112 NETWERK | september 2012
patientenzorg
Eerste ambulances aan de Nieuw brancardsysteem in kader van duurzame inzetbaarheid van personeel Door Johan Keijzer, Ambulance Oost
Zoals al in de vorige editie van 112 Netwerk is vermeld, heeft Ambulance Oost als eerste ambulancedienst van Nederland de Power-LOAD brancard aangeschaft. Power-LOAD is het eerste automatische in- en uitschuifsysteem voor ambulancebrancards, ontwikkeld door Stryker. Het gebruik van dit systeem sluit naadloos aan op het beleid van Ambulance Oost in het kader van ‘duurzame inzetbaarheid van haar personeel’. 6
I
n 2004 hebben werkgevers- en werknemersorganisaties een arboconvenant afgesloten. Doel van deze overeenkomst is het verminderen van de fysieke belasting van werknemers in de ambulancezorg, evenals vermindering van blootstelling aan arbeidsrisico’s en vermindering van kort- en langdurig ziekteverzuim. Als basis voor dit convenant is een enquête naar alle geregistreerde ambulancehulpverleners gestuurd met diverse vragen, bijvoorbeeld over de fysieke belasting. Hieruit bleek onder andere dat 41% van de werknemers in de ambulancezorg in de afgelopen twaalf maanden langdurig of regelmatig last Het nieuwe Power-LOAD systeem in werking.
112 NETWERK | september 2012
heeft gehad van de rug (Vonk, 2004). Mede omdat Ambulance Oost duurzame inzetbaarheid van haar personeel hoog in het vaandel heeft, gaat de regionale ambulancevoorziening in samenwerking met Stryker onderzoek doen naar de daadwerkelijke fysieke belasting van ambulancemedewerkers bij het werken met ambulancebrancards. Natuurlijk is het zo dat de brancard maar een onderdeel is van de totale fysieke belasting, maar wel één die van grote invloed is.
Het Power-LOAD systeem Het Power-LOAD systeem (een combinatie van twee elektrische armen en
patientenzorg
slag met Power-LOAD Ambulance Oost
7
De huidige methode voor het in- en uitladen van de brancard door twee ambulancemedewerkers.
brancard) zorgt ervoor dat het in- en uitladen door één druk op de knop plaatsvindt. Het systeem wordt, inclusief de patiënt, naar binnen geschoven en vergrendeld, zonder lichamelijke inspanning van de ambulancemedewerkers. Het uitladen gebeurt op een vergelijkbare manier. De brancard wordt door middel van één druk op de knop ontgrendeld. Het onderstel volgt automatisch. Zodra het onderstel de grond raakt wordt de brancard automatisch ontkoppeld van het laadsysteem en kan men wegrijden. Het systeem zal met name bijdragen aan de doelstelling om
rugproblemen te verminderen tijdens het in- en uitladen (zie ook de instructiefilm op de website van Ambulance Oost; www.ambulanceoost.nl). Om ambulancemedewerkers bekend te maken met het nieuwe systeem, heeft Stryker een aantal instructeurs opgeleid bij Ambulance Oost. Deze instructeurs hebben vervolgens via inlooptrainingen alle ambulancemedewerkers geschoold om met het systeem te kunnen werken. In deze scholing is aandacht geweest voor de elektrische brancard, de Power-LOAD, maar ook hoe te handelen wanneer het elektrische systeem onverhoopt uitvalt.
Tijdens deze trainingen kwamen voornamelijk positieve geluiden van de werkvloer.
Stationering Het brancardsysteem is ingebouwd in drie nieuwe ambulances die vanaf medio september op straat te vinden zijn. Op de drie hoofdlocaties van Ambulance Oost zal een voertuig met PowerLOAD gestationeerd worden. Of ook volgende nieuwe voertuigen uitgerust zullen gaan worden met het PowerLOAD systeem is mede afhankelijk van de uitslag van het onderzoek. n 112 NETWERK | september 2012
COVERINTERVIEW
GHOR Twente op de kaart Regierol en coördinatie staan centraal in nieuwe ontwikkelingen Door Annemarie Smidt, Geen Blad voor de Mond
Rampen en crises zoals de chemiebrand in Moerdijk en de vuurwerkramp in Enschede vragen zowel geneeskundig als bestuurlijk om een goede aanpak. Om de samenleving nog beter voor te bereiden op deze situaties en goed in te spelen op een snel 8
veranderende maatschappij, is de Wet publieke gezondheid (Wpg) per 1 januari 2012 gewijzigd.
e
én van de wijzigingen in de Wpg is het invoeren van de functie directeur publieke gezondheid (DPG). Het doel is om bestuurlijke en operationele eenheid te creëren voor de bestrijding van (infectieziekte)crises. Theo van Rijmenam is sinds 1 januari 2012 DPG in Twente en geeft in deze nieuwe functie leiding aan zowel de GHOR als de GGD in de regio. ‘In de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) is onder meer bepaald dat de verantwoordelijkheid voor de voorbereiding op en bestrijding van grootschalige infectieziekten verschuift van de GGD naar het bestuur van de veiligheidsregio. GHOR Twente werkt samen met partners binnen Veiligheidsregio Twente (VRT) en heeft hierin een coördinerende taak. Maar de GGD blijft in het geval van een infectieziekte verantwoordelijk voor het inzetten van mensen en middelen. Synergie in het beleid en de uitvoering hiervan tussen de GHOR en de GGD is dus erg belangrijk.’
Op weg naar 2016 Het benoemen van de DPG is een van de eerste stappen in het veranderings112 NETWERK | september 2012
traject rondom GHOR Twente. Maar daar houdt het volgens Van Rijmenam niet op. ‘In de Wvr is opgenomen dat de GHOR is belast met de coördinatie, aansturing en regie van de geneeskundige hulpverlening en met het adviseren van andere overheden en organisaties op dat terrein. Dit geldt zowel in de voorbereiding als in opgeschaalde situaties. GHOR Twente gaat die omslag, als onderdeel van de VRT, de komende jaren maken. We gaan dit vastleggen in het ‘Actieplan GHOR Twente 2016’. Het wordt een identiteitsdocument: waar willen we staan in 2016 en hoe gaan we daar komen? We hebben bewust gekozen voor een proces van enkele jaren. Als je een bepaalde omslag en groei wilt verwezenlijken, dan zet je een stip op de horizon en dan heb je tijd nodig om daar naar toe te werken.’
GHOR op de kaart Van Rijmenam is van mening dat GHOR Twente mee moet in de ontwikkelingslijn die landelijk is ingezet. ‘Een voorbeeld daarvan is de samenwerking tussen de GHOR en de GGD in Twente, die
‘De vernieuwde GHOR wordt een netwerkorganisatie pur sang’
COVERINTERVIEW
GHOR Twente De geneeskundige zorg tijdens een crisis wordt geleverd door verschillende geneeskundige organisaties, zoals ambulancediensten, GGD en ziekenhuizen. GHOR Twente vormt de schakel tussen deze organisaties. Zij coĂśrdineert de geneeskundige hulpverlening tijdens crises. Deze crisissituaties kunnen uiteenlopen van een grootschalige stroomuitval tot een ongeval met een groot aantal slachtoffers.
GGD Twente De gemeenschappelijke gezondheidsdienst (GGD) Twente is de gezondheidsdienst voor alle inwoners van Twente. De GGD stelt zich actief op bij het zoeken naar en signaleren van gezondheidsproblemen en (nieuwe) bedreigingen. Ze richt zich op het nemen van maatregelen om de gevolgen van deze bedreigingen te elimineren en gezondheidsproblemen terug te dringen. Daarnaast zet de GGD zich in om gezondheid te bevorderen. Onder rampomstandigheden is de GGD verantwoordelijk voor infectieziektebestrijding, medische milieukunde, psychosociale hulpverlening en gezondheidsonderzoek.
Zichtbaarheid staat de komende jaren centraal in de activiteiten van de GHOR en de DPG.
de afgelopen jaren al erg is gegroeid. In de processen waar wij verantwoordelijk voor zijn, zijn wij een belangrijke speler. Nu is het zaak om GHOR Twente nog duidelijker te profileren in de communicatie naar externe netwerkpartijen. Kijk, iedereen weet wat de functie is van de GGD. Voor de GHOR en DPG is deze beeldvorming er nog niet. Het is soms al moeilijk om aan betrokkenen uit te leggen wie je bent en wat je doet. We vinden zichtbaarheid erg belangrijk, daarom gaan we daar de komende vier jaar verdere invulling aan geven. Dat vraagt om goede communicatie. De vernieuwde GHOR wordt in eerste instantie een netwerkorganisatie pur sang, gepositioneerd als een herkenbare en betrouwbare partner. Als we gezamenlijk rampen en crises willen bestrijden, dan is het een must om elkaar te kennen zodat we met korte en heldere lijnen tot een succesvolle bestrijding komen.’ n 112 NETWERK | september 2012
9
innovatie
Prehospitale screening op een verhoogd delierrisico Onderzoek benadrukt belang van herkenning en behandeling Door Geert Hengstman, Ambulance Oost Tussen 13 februari en 30 april 2012 heeft Ambulance Oost een onderzoek laten verrichten naar het effect van prehospitale screening op een verhoogd delierrisico. Het onderzoek werd verricht door Geert Hengstman (Verpleegkundig Specialist bij Ambulance Oost) en vond plaats dankzij intensieve samenwerking met ZGT (Almelo en Hengelo), MST Enschede en Saxion Hogeschool te Enschede.
10
H
et delier is kortgezegd een bewustzijnsstoornis met verminderd vermogen om de aandacht te concentreren. Bovendien is er sprake van veranderingen in de cognitieve
functie (bijvoorbeeld geheugen, oriëntatie en waarneming). Vooral oudere, lichamelijk zieke patiënten zijn daarin kwetsbaar. In Nederland krijgen jaarlijks tussen de 100.000 en 150.000 ziekenhuispatiënten een delier; bij 20 tot 60% van deze patiënten wordt dit niet of te laat herkend. Naar schatting is 30 tot 40% van de delieren te voorkomen en is preventie de aangewezen strategie; deze is het meest effectief als risicofactoren herkend worden en proactief worden aangepakt. Het onderzoek is gestart om te bezien in hoeverre de ambulancezorg kan bijdragen aan een betere herkenning van potentiële delierpatiënten.
Overdracht Gedurende tien weken werden patiënten van 70 jaar en ouder door de ambulancezorg gescreend op een verhoogd delierrisico. Patiënten met
Geert Hengstman: ‘Preventie is de strategie om een delier te voorkomen.’
een verhoogd delierrisico (kwetsbare patiënten) werden geïncludeerd. De eerste vijf weken werden deze patiënten bewust niet als zijnde kwetsbaar overgedragen aan de ontvangende kliniek (nulmeting); de tweede vijf weken nadrukkelijk wel. Twee weken na opname in de kliniek vond retrospectief dossieronderzoek (medisch en verpleegkundig) plaats om te bezien welke preventieve interventies waren ondernomen ter voorkoming van een delier.
Effect en draagvlak In totaal werden 71 patiënten geïncludeerd voor het onderzoek. Ondanks de beperkte onderzoekspopulatie konden er (klinisch) relevante conclusies getrokken worden: • Het onderzoek toonde aan dat prehospitale delierrisicoscreening slechts een marginaal effect heeft op het initiëren van preventieve klinische interventies ter voorkoming van delieren. • Het meewerken aan onderzoek heeft nog onvoldoende draagvlak binnen het ambulancepersoneel van Ambulance Oost. • De gebruikte meetinstrumenten zijn doorgaans goed inpasbaar in de dagelijkse routine van de ambulancezorg. • Het gebruik van meetinstrumenten (VMS en DOSS) in de klinieken vindt nog maar op beperkte schaal plaats. • Het initiëren van preventieve interventies laat per afdeling (specialisme) grote verschillen zien. Op basis van de onderzoeksresultaten en de aanbevelingen is Ambulance Oost overtuigd geraakt van de noodzaak om ketenbreed samen te werken om zodoende de herkenning en behandeling van de potentiële delierpatiënt te optimaliseren. Een eerste stap hierin is gezet door de screening op kwetsbaarheid standaard in de ambulancezorgverlening op te nemen. n
112 NETWERK | september 2012
grootschalige zorg
Gezamenlijk OTO-beleidsplan voor Zwolle en Euregio Acute zorg netwerken bundelen krachten, kennis en kunde Door Joost Hofhuis, Acute Zorg Euregio In 2011 heeft Acute Zorg Euregio, in nauwe samenwerking met Netwerk Acute Zorg Zwolle, gewerkt aan het nieuwe Meerjaren OTObeleidsplan, dat het oude plan vervangt. Het plan bestrijkt de periode 2012-2015 en beschrijft de beleidslijnen die beide acute zorg netwerken de jaren willen volgen. Zowel de regio Zwolle als de Euregio heeft het meerjaren OTO-beleidsplan (Opleiden, Trainen, Oefenen) bestuurlijk goedgekeurd binnen het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ).
11
B
ijzonder is dat voor het eerst één meerjaren OTO-beleidsplan door twee (buur)regio’s gezamenlijk ontwikkeld is. Door dit beleidsplan gezamenlijk te ontwikkelen en daardoor de komende vier jaar dezelfde koers aan te houden, geven de beide netwerken invulling aan de nadrukkelijke wens van het ministerie van VWS om tot meer landelijke uniformiteit te komen binnen het OTO-stimuleringsprogramma. Door beleidsmatig gezamenlijk op te trekken kunnen kosten worden bespaard en kunnen toekomstige OTO-activiteiten efficiënter uitgevoerd worden. Een ander belangrijk voordeel is dat ketenpartners die te maken hebben met de beide acute zorg netwerken nu te maken krijgen met één in plaats van twee aanspreekpunten. Dit wordt in de praktijk ingevuld voor de zogenaamde loketfunctie, de ketenpartner kan terecht bij het daarvoor aangewezen acute zorg netwerk. Achter de schermen stemmen de twee OTO-coördinatoren namens de OTO-steunpunten het beleid af.
Risico’s Met de OTO-activiteiten wordt aansluiting gezocht op de risicoprofielen van
de veiligheidsregio’s, die onderdeel uitmaken van het regionale crisisplan. Alle regionale crisisplannen zijn verschillend uitgewerkt, maar hebben een aantal specifieke risico’s die men overal terugziet. Op basis van de risico’s die in het risicoprofiel benoemt worden, worden OTO-activiteiten gestart. De risico’s zijn: • (griep)pandemie • uitval nutsvoorzieningen • incidenten bij grootschalige evenementen • brand in dichte binnensteden • CBRN-incident
Visie Beide acute zorg netwerken hebben tot doel de voorbereiding op rampen en zware ongevallen van een zo hoog mogelijk niveau te laten zijn. Ter ondersteuning van dit doel is de volgende visie geformuleerd: • Ketenpartners vormen samen de keten van geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen. • De basis is een sterke crisisorganisatie in elke organisatie.
• Regionale samenwerking tussen ketenpartners in de zorg en veiligheidsregio’s is essentieel. • Voorbereiding door middel van OTO is onderdeel van het eigen kwaliteitsbeleid van een zorginstelling, geborgd in een kwaliteitsmanagementsysteem. • OTO moet voldoen aan bestaande en nog te ontwikkelen landelijke kwaliteitskaders: minimale eisen. • De resultaten van OTO moeten meetbaar zijn. • Samenwerking ten aanzien van zowel het beleid, als de uitvoering, op het gebied van OTO bevordert de uniformiteit. De netwerken acute zorg zullen zich de komende beleidsperiode concentreren op borging en samenwerking, met als doel een aantoonbare verbetering in de kwaliteit van voorbereiding op rampen en crises eind 2015. We willen dit onder andere bereiken door een betere profilering en zichtbaarheid van de netwerken acute zorg en ketenpartners. n 112 NETWERK | september 2012
innovatie
ProMISe geeft structuur aan klinisch onderzoek Softwareplatform ondersteunt traumacentra bij landelijke traumaregistratie Door Edwin Hofmans, Acute Zorg Euregio Nederland heeft elf ziekenhuizen die de aanwijzing traumacentrum hebben. Doel hiervan is een landelijk traumazorgnetwerk te realiseren. Een van de taken die hieruit voortvloeit, is het voeren van een traumaregistratie. De gegevens worden digitaal vastgelegd volgens een afgesproken methode. Deze minimale gegevensset is nodig om onderzoek te kunnen doen.
12
I
n de eerste jaren van de aanwijzing werden gegevens per traumacentrum op verschillende wijze vastgelegd. Sommige traumacentra registreerden op papier, anderen middels een applicatie die door de vereniging van traumatologie beschikbaar werd gesteld. De registratie had in het begin veelal een projectmatig en een regionaal karakter. Vanaf 2006 is de Landelijke Traumaregistratie (LTR) beschikbaar en met een webapplicatie konden gegevens direct online worden vastgelegd of batchgewijs worden verzonden.
Europees model Twee jaar later was er al sprake van 110.000 registraties die door traumacentra in de landelijke database waren vastgelegd. Maar de ontwikkelingen binnen de Landelijke Traumaregistratie gaan door en op advies van de Wetenschappelijk Advies Raad werd in 2010 bekeken of de LTR aansluiting kan vinden met het ‘Europees’ model, dat een uitgebreidere dataset heeft. Om de uitbreiding en andere ontwikkelingen in de toekomst blijvend te kunnen ondersteunen is er gekozen voor een andere beheersorganisatie en voor een flexibel softwareplatform met de naam ‘ProMISe’, dat vanaf augustus 2012 operationeel is. ProMISe is een 112 NETWERK | september 2012
softwareprogramma, ontwikkeld door Medische Statistiek van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), dat gebruikt wordt om de infrastructuur voor klinisch onderzoek op te bouwen. Het valt onder het begrip datamanagementsysteem en is flexibel omdat het voor een breed scala aan medische en statistische onderzoeken/registraties gebruikt kan worden. Daarnaast ondersteunt het programma ook aanpassingen qua inhoud en structuur tijdens de looptijd van een project. Eventuele wijzigingen kunnen eenvoudiger worden doorgevoerd. Ook kan elk traumacentrum met behulp van een vraagtaal, zijn of haar eigen overzichtslijsten kan genereren. Een werkgroep, met een vertegenwoordiging van leden van het overlegplatform LTR, heeft de data-entry module van ProMISe zo ingericht dat handmatige data invoer optimaal wordt ondersteund. Voor de gebruikers wijkt de lay-out van ProMISe een beetje af van het voorgaande programma, maar de basis is in grote lijnen hetzelfde gebleven en het programma heeft dezelfde functionaliteiten.
ProMISe biedt ondersteuning De LTR is nu ondergebracht binnen de afdeling Medische Statistiek en Biot-
informatica (MedStat), sectie Advance Data Management (ADM) van het LUMC. De sectie ADM draagt zorg voor het ontwerp, de implementaties, het onderhoud en voor complexe rapportages aangaande de LTR. De afdeling MedStat beschikt over veel kennis en ervaring met betrekking tot medische registratie en onderzoek. Sinds het begin van ProMISe hebben zij al voor 30 onderzoeksinstellingen in Nederland en daarbuiten meer dan 200 projecten uitgevoerd. Daarnaast beschikt de afdeling over kennis en ervaring met betrekking tot beleidsondersteunende registraties zoals sterfte audit, incident meldingen, landelijke orthopedische implantatenregistratie en de kwaliteitsvergelijkende registraties van ziekenhuizen voor het Dutch Institute for Clinical Auditing. Gezien de flexibiliteit van ProMISe en de kennis binnen de afdeling MedStat, is het dus niet vreemd dat er ten behoeve van de Landelijke Traumaregistratie voor dit softwareprogramma en voor deze beheersorganisatie is gekozen. De overgang naar een nieuw datamanagementsysteem en een andere beheersorganisatie is, zoals eerder gesteld, van belang om nieuwe ontwikkelingen binnen de LTR blijvend te ondersteunen. n
INNOVATIE
Kim Thijssen studeert af in heupfracturen Van de patiënten wacht 6% langer dan een kalenderdag op een operatie Door Rolf Egberink, Acute Zorg Euregio Van februari tot augustus 2012 heeft Kim Thijssen, masterstudent Health Sciences aan de Universiteit Twente, aan haar afstudeer project gewerkt binnen Acute Zorg Euregio. Dinsdag 28 augustus jl. heeft zij de resultaten van haar onderzoek gepresenteerd. Na affloop ontving Kim haar masterdiploma. Kim heeft onderzoek gedaan naar factoren die van invloed zijn op de duur tot operatie bij patiënten met een heupfractuur.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft in samenwerking met verschillende professionals een prestatie-indicator opgesteld. Het doel is om de kwaliteit van de geleverde zorg voor patiënten met een heupfractuur te monitoren. Hierbij gaat het om het percentage heupfracturen dat geopereerd wordt binnen een kalenderdag. Uit onderzoek blijkt dat het terugdringen van vertraging van deze operaties kan resulteren in een afname van mortaliteit en complicaties. Doel van dit onderzoek was: • Vaststellen hoe vaak chirurgische vertraging langer dan een kalenderdag na opname optreedt; • onderzoeken wat de meest voorkomende factoren zijn die de beslissing tot een vertraagde start van operatie beïnvloeden en; • bepalen welke van deze factoren mogelijk beïnvloed kunnen worden om de vertraging te reduceren.
Onderzoek Om antwoord te geven op de onderzoeksvragen is een combinatie van een prospectieve en een retrospectieve cohortstudie uitgevoerd in het ziekenhuis Medisch Spectrum Twente (MST). In
13 totaal zijn 110 patiënten geïncludeerd die in MST een chirurgische interventie hebben ondergaan in de periode van 1 januari tot 9 juli 2012. In het prospectieve cohort (57 patiënten) werd data verzameld met gegevens uit het patiëntdossier, aangevuld met een itemlijst die door de operateur is ingevuld. Voor het retrospectieve cohort (53 patiënten) werd alleen data verzameld uit het patiëntdossier.
Resultaten Chirurgische vertraging langer dan één kalenderdag na opname komt gelukkig niet vaak voor bij patiënten met een heupfractuur in MST: slechts bij zeven
van de 110 patiënten (6%). Wanneer we kijken naar factoren die een verschil in gemiddelde tijd tot operatie veroorzaken, lijken er verschillende van invloed te zijn. Gebruik van anticoagulantia door de patiënt en het niet beschikbaar zijn van operatiekamers kunnen de start van een operatie vertragen met minimaal vier uur (gebruik van anticoagulantia tot maximaal zes uur (geen operatiekamer). Ook de aanwezigheid van comorbiditeit, een volle traumalijst en voorkeur van operateur lijken een rol te spelen. Ondanks vertraging in de operaties vanwege deze factoren, vinden de meeste operaties nog steeds binnen een kalenderdag plaats. n
Het afstudeerproject van Kim Thijssen is onderdeel van onderzoeksactiviteiten vanuit Acute Zorg Euregio, ‘Focusgroep Heuptrauma’. Resultaten zullen binnen de focusgroep besproken worden en zijn mogelijk aanleiding om aanvullend onderzoek te doen in andere regioziekenhuizen. Begeleidingscommissie: Dr. Carine Doggen en Dr. Sabine Siesling, vakgroep HTSR van Universiteit Twente, Drs. Paul Bertelink (traumachirurg), Dr. Auke Renard (orthopedisch chirurg) MST en Drs. Germaine Vos-Deckers, manager Acute Zorg Euregio. Voor vragen over dit onderzoek kunt u contact opnemen met: Carine Doggen, c.j.m.doggen@utwente.nl
112 NETWERK | september 2012
ACHTERGROND
Stichting ontfermt zich over ‘Hartslag voor Nederland’ streeft naar landelijk platform voor inzet bij reanimaties Door Wim van der Worp, Ambulance Oost
Sinds 2007 wordt er door verschillende ambulancediensten gebruik gemaakt van alarmeringssystemen voor het waarschuwen van burgers bij reanimaties. Ambulance Oost heeft hiervoor met succes het project Lekenhulpverlening Twente in het leven geroepen. Wat klein begon werd steeds groter: vandaag de dag is er bijna geen ambulancedienst meer die geen gebruik maakt van het inschakelen van burgers. 14
D
oor samenwerking binnen Axira (samenwerkingsverband van zeven verschillende ambulancediensten) wordt een en ander verder geperfectioneerd en uitgewerkt. Axira heeft het initiatief genomen om twee van de bestaande en goed werkende alarmeringssystemen over te nemen. Voor dit doel is een stichting opgericht, genaamd ‘Hartslag voor Nederland’.
Onafhankelijk en efficiënt Axira heeft dit initiatief genomen vanuit de eigen visie: vernieuwing, kwaliteit, efficiency en continuïteit. Het initiatief is er op gericht om met alle deelnemende ambulancediensten (RAV Limburg Noord, RAV Limburg Zuid, RAV Ijsselland, RAV UMCG-Drenthe, Ambulance Fryslân, RAV Zuid-Holland Zuid en Ambulance Oost) en met volledige inbreng, via een model van gezamenlijke kostendeling zonder winstoogmerk en geheel leveranciersonafhankelijk het product verder door te ontwikkelen. Er is geen enkele verwevenheid met AEDleveranciers, dus er is geen sprake van koppelverkoop. Ook is er geen verbondenheid met opleidingsinstituten.
HartslagNu De stichting ‘Hartslag voor Nederland’ heeft als doelstelling het exploiteren 112 NETWERK | september 2012
en doorontwikkelen van een alarmeringssysteem waarmee vanuit meldkamers Ambulancezorg burgers kunnen worden ingezet bij reanimaties. Hartslag voor Nederland streeft naar één platform voor heel Nederland, waarbij in elke regio gelijk wordt gehandeld. Om dit doel te bereiken heeft de stichting twee van de reeds bestaande alarmeringssystemen overgenomen: AED Locator en AED-alert, die is ontwikkeld door Vivon Nederland. De twee genoemde alarmeringssystemen zullen
worden samengevoegd en verder gaan onder de naam HartslagNu. Deze samenvoeging moet op 1 oktober 2012 een feit zijn. Daarna zal het systeem verder worden doorontwikkeld, te beginnen met drie vernieuwingen: • De vrijwilliger wordt alleen gealarmeerd als hij werkelijk in de buurt van het slachtoffer is en niet langer op basis van ingeschreven adres; • bij het alarmeren wordt rekening gehouden met de infrastructuur. De vrijwilliger krijgt alleen dan een bericht als deze binnen zes minuten bij het slachtoffer kan zijn; • in het bericht zit een link naar de navigatie van de smartphone, zodat smartphonebezitters direct de juiste route naar het slachtoffer krijgen.
Samenwerking De afgelopen maanden is er aan gewerkt om zo veel mogelijk andere ambulancediensten aan te laten sluiten bij
Het volgende
AED-alarmering
magazine van
net werk verschijnt in december 2012
Colofon 112 Netwerk is een uitgave van Acute Zorg Euregio, Ambulance Oost en GHOR Twente.
de stichting Hartslag voor Nederland. Het resultaat is dat zeventien van de 24 ambulanceregio’s gebruik gaan maken van het systeem HartslagNu. Vijf regio’s zullen gebruik maken van het andere systeem Hartveilig Wonen van Connexxion Ambulancezorg. Twee regio’s alarmeren geen burgers bij reanimaties. HartslagNu is daarmee veruit het meest gebruikte alarmeringssysteem. Vanuit Hartslag voor Nederland wordt gewerkt aan samenwerkingsafspraken
met de Nederlandse Hartstichting. Omdat Hartslag voor Nederland geen enkele commerciële doelstelling heeft én omdat er gestreefd wordt naar eenheid binnen de ambulancesector, heeft de Nederlandse Hartstichting aangegeven het initiatief van harte te ondersteunen. Samen met de Nederlandse Reanimatieraad (NRR) zal door Hartslag voor Nederland vervolgens worden gewerkt aan het verder uitbouwen van de kwaliteitsbewaking van het vrijwilligersbestand. n
Dit magazine verschijnt vier keer per jaar en bericht over ontwikkelingen rondom acute zorg in Twente en Oost-Achterhoek. Jaargang 2012, editie september Redactie Kitty Muntenaar kmuntenaar@ambulanceoost.nl Lia Simon a.simon@acutezorgeuregio.nl Irma Huiskes i.huiskes@regiotwente.nl Annemarie Smidt a.smidt@geenbladvoordemond.nl Coverfoto Harry Klunder Bladformule, vormgeving, eindredactie en drukwerk
GEEN BLAD VOORDE MOND MAKERS VAN MAGAZINES
Geen Blad voor de Mond B.V. Lasondersingel 149-151 7514 BR Enschede tel. 053 460 9002 www.geenbladvoordemond.nl Geen Blad voor de Mond is aangesloten bij:
ISSN 2211-8225
112 NETWERK | september 2012
15
Bezoek ons ook online
Acute Zorg Euregio
GHOR Twente
Ambulance Oost
Postbus 50000
Postbus 1400
Postbus 784
7500 KA Enschede
7500 BK Enschede
7550 AT Hengelo
Tel. 053 487 20 97
Tel. 053 487 65 70
Tel. 074 256 22 22
info@acutezorgeuregio.nl
secretariaat@ghortwente.nl
info@ambulanceoost.nl
www.acutezorgeuregio.nl
www.ghortwente.nl
www.ambulanceoost.nl