Acute zorg in twente en oost-achterhoek Euregionale samenwerking in de acute zorg: op weg naar 2022
net werk
‘Eén communicatiesysteem voor de hele witte kolom’ In gesprek met Wim Meijerink, GHOR Twente
E-learning module MKA Verpleegkundig Specialist bij HDT-Oost GGD: Gezondsheidsonderzoek bij rampen
maart 2013
112 journaal
De nasleep op de voorgrond Een ramp kan zich al voltrekken in luttele seconden. De hulpverlening komt op gang in enkele minuten. De bestrijding van het ongeval duurt vaak uren. De acute hulpverlening eindigt meestal pas na dagen. Het onderzoek erna duurt maanden. De afwikkeling van de nasleep kost veelal jaren. De gevolgen voor slachtoffers zijn soms levenslang. Vroeger was alle aandacht bij rampen gericht op de repressie, de bestrijding. De praktijk leert dat je in die situaties altijd achter de feiten aan loopt en dat de chaotische fase een onvermijdelijk onderdeel daarvan is. Met dit inzicht verschoof de aandacht van de hulpdiensten naar de ‘voorkant’, goede voorbereiding met plannen, opleiden en oefenen, maatregelen om rampen te voorkomen door preventie en risicobeheersing.
2
Nu zie je dat er ook steeds meer nagedacht wordt over de ‘achterkant’, de nasleep die vele malen langer duurt dan de ramp zelf. De ramp is niet bestreden als het vuur gedoofd is. Revalidatie, psychosociale nazorg, herstel, schade afhandeling, juridische procedures, evaluatie en onderzoek eisen soms jarenlange aandacht op. Tot die categorie hoort ook het gezondheidsonderzoek. De langetermijneffecten van gevaarlijke stoffen, verhoogde stralingsniveaus of posttraumatische stressstoornis: het zijn thema’s die onderwerp kunnen zijn van een langdurig gezondheidsonderzoek.
In de ‘zoektocht’ van Ambulance Oost naar verbeterpunten in de samenwerking met externe partijen vallen soms ook de pluspunten op. Eén daarvan is een inzet bij de Ikea. De medewerkers van Ambulance Oost hebben de ervaring dat Ikea de zaken goed op orde heeft bij een inzet van de ambulance. Dit geldt voor de afdeling bedrijfshulpverlening van de Ikea, maar ook voor de verkeersregelaars. Bij een spoedmelding zorgen zij ervoor dat de aanrijdroute voor de ambulance vrij is, wordt de ambulance opgevangen en begeleidt naar de patiënt en bij vertrek zorgen zij voor een vrije doorgang. Vandaar een attentie voor alle medewerkers van de Ikea met dank van Ambulance Oost. n
Stroomstoring Enschede
Ik herinner me nog goed dat het gezondheidsonderzoek van de Bijlmerramp startte. Het was begin 2000, acht jaar na de ramp. Er was een parlementaire enquête voor nodig om dit onderzoek in gang te zetten. Veel te laat, want het vertrouwen van de bevolking was met dit onderzoek allang niet meer terug te winnen. Vlak daarna voltrok zich de vuurwerkramp in Enschede. De les was geleerd: toen startte het gezondheidsonderzoek al binnen een paar weken. De laatste rapportages verschenen zes jaar later. Het verschuiven van de aandacht ‘van voor naar achter’ maakt het speelveld anders. De rol van gezondheidsinstituten wordt belangrijker. GGD Twente heeft de bal in onze regio inmiddels opgepakt. Psychosociale hulpverlening en gezondheidsonderzoek zijn georganiseerd in het GGD Rampenopvangplan, zodat die processen als het nodig is van meet af aan kunnen starten. Niet na acht jaar, maar meteen. De GGD kan dat niet alleen. Partners uit de regio en landelijke instituten en kenniscentra doen mee. Dat is nodig want onderzoek naar gezondheidseffecten is complex. Ingewikkeld maar onmisbaar, want uiteindelijk gaat het allemaal om maar één ding: gezondheid en welzijn van mensen.
Ron Poot Hoofd bureau GHOR
112 NETWERK | maart 20132012 december
Een ‘pluim’ voor Ikea
Op 5 januari 2013 viel bij ruim 20.000 huishoudens in Enschede de elektriciteit uit. In verband met de omvang van het gebied en de verwachte lange duur van de stroomuitval werd het actiecentrum van GHOR Twente geoperationaliseerd. Via GHOR4all en contact met het aan het UMCG verbonden Centrum voor Thuisbeademing, heeft het actiecentrum een duidelijk beeld kunnen verkrijgen van het aantal ‘patiënten’ in het gebied. Naar aanleiding daarvan is contact opgenomen met patiënten die afhankelijk zijn van een thuisbeademingssyteem, om hen hulp te bieden. Daarnaast waren de prioriteiten van het actiecentrum: • Het informeren van en contact houden met reguliere zorgverleners (ziekenhuizen en de centrale huisartsenpost) over het verloop van het incident en het eventuele extra patiëntenaanbod. • Het informeren van en contact houden met verpleeg- en verzorgingshuizen en andere zorginstellingen (voor bijvoorbeeld begeleid wonen) om een overzicht te krijgen van (te verwachten) problemen door de stroomuitval en hen te helpen bij het vinden van oplossingen. n
Project SOS-toegang
Pijnbehandeling in acute zorgketen Op 25 januari 2013 presenteerde Geke Heurman, masterstudente Health Sciences aan de Universiteit Twente, de resultaten van haar afstudeeropdracht naar de effectiviteit van pijnbehandeling in de acute zorgketen bij patiënten met acute musculoskeletale pijn.
Zoek de 10 verschillen Ambulance Oost streeft voortdurend naar optimale dienstverlening voor haar patiënten. Bij een verbeterproject is een inventarisatie gedaan naar mogelijke belemmeringen tijdens de uitvoering van de hulpverlening. Een van de belemmeringen die daarbij opvalt is bijvoorbeeld de toegang bij een bungalowpark of camping. In het verleden hebben parkbeheerders toegangspasjes of keyprocessors verschaft aan de ambulancediensten. Helaas bleken deze in de praktijk niet bruikbaar. In samenwerking met RAV IJsselland, UMCG en met Connexxion is
om die reden gezocht naar een oplossing: project SOS-toegang. Men is gekomen tot een systeem dat op uniforme wijze toegang verschaft middels een in de ambulances aanwezige zender die compatible is met een nieuw te plaatsen ontvanger. Een systeem dat tijdswinst oplevert wanneer elke seconde telt. Deelname aan dit project kost een beheerder/eigenaar éénmalig € 300,(ex. BTW) per slagboom of toegang. n Neem voor meer informatie en/of deelname contact op met Martin Bartelink, staffunctionaris Facilitair Bureau van Ambulance Oost, tel. 074- 256 2267.
Jodiumtabletten in Twente In december 2012 heeft het algemeen bestuur van Veiligheidsregio Twente (VRT) het rampbestrijdingsplan Kernkraftwerk Emsland vastgesteld. Dit plan beschrijft de voorbereidingen van de VRT met het oog op een mogelijk kernongeval in de kerncentrale bij Lingen. VRT heeft dit plan opgesteld samen met de Veiligheidsregio’s IJsselland en Drenthe, die ook in de in vloedssfeer van de kerncentrale liggen. Een van de maatregelen is het verstrekken van jodiumtabletten voor het geval er een radioactieve wolk vrij-
Acute pijn als gevolg van een fractuur, luxatie of distorsie komt vaak voor bij patiënten op de Spoedeisende Hulp (SEH). Een effectieve pijnbehandeling is belangrijk voor een beter genezingsproces. Patiënten die zich tussen september 2011 en mei 2012 met pijn aan de extremiteiten van het steun- en bewegingsapparaat op de SEH van Medisch Spectrum Twente meldden, werd gevraagd deel te nemen aan het pijnonderzoek en om een vragenlijst in te vullen. Uit het onderzoek blijkt dat ongeveer een kwart van de patiën-
komt en over ons land trekt. Indien de tabletten op het juiste moment worden geslikt, voorkomen ze dat radioactief jodium zich ophoopt in de schildklier waardoor schildklierkanker kan ontstaan. De tabletten worden in principe verstrekt aan mensen tot en met 40 jaar. Boven 40 jaar is het advies om de tabletten niet te slikken, omdat vanaf deze leeftijd geen verhoogd risico op schildklierkanker is aangetoond. Om bij een kernongeval snel te kunnen handelen is er een ruime voorraad van 500.000 jodiumtabletten in Twente opgeslagen. De tabletten zijn opgeslagen in een verplaatsbare container, waardoor ze gemakkelijk vervoerd kunnen worden. GHOR Twente heeft een distributieplan voor verspreiding van de jodiumtabletten zodat ze tijdig voor de bevolking beschikbaar zijn. n
3
ten zelf iets aan pijnmedicatie heeft gedaan. Van patiënten die via de ambulance binnenkomen heeft ruim 40% pijnmedicatie ontvangen. Zij die via een andere zorgverlener, zoals de huisarts binnen komen, slechts 16% pijnmedicatie heeft gekregen. Er is een duidelijke afname van pijn bij patiënten die op de SEH pijnmedicatie hebben gekregen, ten opzichte van diegenen die niets kregen. Het geven van pijnmedicatie op de SEH blijkt dus belangrijk voor een afname van pijn. n Begeleidingscommissie: Jorien Pierik MSc, dr. Carine Doggen en prof. dr. Maarten IJzerman, vakgroep HTSR, Universiteit Twente. De afstudeeropdracht van Geke Heurman is onderdeel van het promotieonderzoek PROTACT. Voor vragen kunt u mailen naar: j.g.j.pierik@utwente.nl. NETWERK | maart 2013 112112 NETWERK | december 2012
over de grens
Eén grensoverschrijdend netwerk Samenwerking Nederland en Duitsland op meerdere fronten in praktijk gebracht Door Rolf Egberink en Volker Tondorf, Acute Zorg Euregio
Grensoverschrijdende acute zorg heeft zich binnen het werkgebied van de Euregio ontwikkeld tot een thema waar steeds meer organisaties aandacht aan besteden. Soms vanuit een noodzaak, zoals naar aanleiding van de kettingbotsing op de Duitse autobaan A31 in 2011, of juist vanuit een behoefte om met ketenpartners in het buurland samen te werken. Verschillende zorgorganisaties hebben daartoe in het belang van de burgerinitiatieven ontwikkeld. 4
H
et Project Rampenbestrijdingsplan Kernkraftwerk Emsland (Lingen, Duitsland) van Veiligheidsregio Twente is daar een voorbeeld van. Maar ook in de regio Nordhorn, waar de Nederlandse en Duitse meldkamers samenwerken op het gebied van communicatie en informatie-uitwisseling, wordt aan de weg getimmerd. Tijdens een Euregionale bijeenkomst in maart 2012 heeft een aantal Nederlandse en Duitse partners in de acute zorg geformuleerd wat er binnen het werkgebied van de Euregio gedaan kan/moet worden om te zorgen voor een kwalitatief hoogwaardige grensoverschrijdende samenwerking. Naast ieders lokale of regionale beleid bleek het ook wenselijk te komen tot een gezamenlijk Euregionaal beleid.
Hoogwaardige acute zorg Met het opstellen van het strategische plan ‘Euregionale samenwerking in de acute zorg in de Euregio in 2022’ is er door de samenwerkende partners een basis gelegd voor het verder ontwikkelen van samenwerkingsverbanden en projecten. Uiteindelijk moeten deze initiatieven bijdragen aan de borging van het leveren van hoogwaardige acute zorg aan de burger in de Euregio. Acute zorg die op dat moment noodzakelijk 112 NETWERK | maart 2013
is, op de plek waar die het beste geleverd kan worden, ongeacht landsgrenzen: één grensoverschrijdend netwerk van acute zorg binnen de Euregio.
Twee projecten van start in 2013 Om de prioriteiten die door de ketenpartners zijn aangegeven te kunnen realiseren is het noodzakelijk gebleken Europese financiering te zoeken. Daarom is besloten gebruik te maken van de kans om een tweetal aanvragen voor kleine People-to-People projecten bij de Euregio in te dienen. De subsidie voor het eerste project, ‘Euregional Cooperation in Trauma and Large-scale Incidents’ (ECTLI), is in november 2012 toegekend. In januari 2013 is er een kick-off bijeenkomst geweest van dit project met de betrokken partners (Universitätsklinikum Münster (TraumaNetzwerk NordWest), GHOR Twente en Acute Zorg Euregio). Binnen dit project zullen in 2013 de volgende activiteiten plaatsvinden: • Het maken van een sociale netwerkkaart van organisaties die betrokken zijn bij acute zorg en rampenbestrijding aan weerszijden van de grens. Deze gegevens zullen worden verwerkt in een bestaande webapplicatie (Acute Zorgkaart NL), een mo-
Volker Tondorf bij de Deutsche Rettungsdienst.
biele applicatie (A-Z Euregio app) en een mobiele telefoon gebruikt door Duitse Notarzten (Trauma Handy). • Het in kaart brengen en beschikbaar maken van beddencapaciteit aan weerszijden van de grens, voor acute zorg patiënten in reguliere en opgeschaalde situaties. Hierin worden ook specifieke faciliteiten voor onder andere brandwondenzorg en
OVER DE GRENS
acute zorg? Op naar 2022! • Inventarisatie van juridische vraagstukken bij bovenstaande activiteiten. In januari 2013 is een tweede subsidieaanvraag ingediend, binnenkort hopen we ook hiervoor een definitieve toekenning te krijgen vanuit de Euregio. Binnen dit tweede project ligt de focus op het realiseren en optimaliseren van de grensoverschrijdende samenwerking op juridisch en financieel vlak. Hierbij moet bijvoorbeeld gedacht worden aan afspraken met verantwoordelijke overheden en organisaties in beide landen alsmede zorgverzekeraars.
gaat het onder andere om het inventariseren van juridische en financiële vraagstukken met betrekking tot de grensoverschrijdende samenwerking, alsook het optimaliseren van communicatie tussen de Nederlandse en Duitse ketenpartners. Verder beheert Volker de nieuwe vertaal-app ‘A-Z Euregio’ en het Duitstalige gedeelte van de webpagina van Bureau Acute Zorg Euregio (www.acutezorgeuregio.nl).
Duitse expertise
onderkoelingsslachtoffers meegenomen. • Inventariseren op welke manier kosten die gemaakt worden bij een grootschalige inzet in het buurland vergoed (kunnen) worden. • Het opzetten van oefeningen voor coördinerend personeel inzake een grensoverschrijdend incident, crisis of ramp.
Om vanuit Acute Zorg Euregio verder vorm en inhoud te geven aan de totstandkoming van één grensoverschrijdend netwerk voor acute zorg is in november 2012 een Duitse medewerker aangetrokken: Volker Tondorf. Hij houdt zich sinds november 2012 als parttime projectmedewerker vooral bezig met grensoverschrijdende projecten. Als enige Duitse werknemer bij Acute Zorg Euregio, brengt hij veel kennis en ervaring vanuit de acute zorg in Duitsland mee, hij is namelijk al bijna veertien jaar werkzaam bij een Duitse ambulancedienst. Tijdens deze periode volgde hij de studie Nederlandse taal en cultuur aan de Westfälische Wilhelmsuniversität Münster. Het zwaartepunt lag hierbij op communicatiewetenschappen alsook economie, politicologie en geschiedenis. Daarnaast volgde hij de opleiding bedrijfscommunicatie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Door stages bij een kantoor voor zakelijke grensoverschrijdende contacten en bij het grensoverschrijdende politieteam kreeg hij verdere inzicht in samenwerking over de grens.
Wisselwerking Zijn werk als projectmedewerker voor acute zorgverlening in de grensregio omvat verschillende activiteiten. Het werk concentreert zich op het moment op twee People-to-People projecten in het kader van INTERREG IV. Daarbij
5
Door deze activiteiten en de contacten naar Duitsland maakt Volker bureau Acute Zorg Euregio en haar taken ook bekend in het buurland, onder andere door het informeren van de Duitse pers en tijdschriften op het gebied van acute zorg. Ook vertaalwerk behoort tot zijn taken. ‘Door de combinatie van de activiteiten bij Acute Zorg Euregio en de Duitse ambulancedienst heb ik op een directe manier inzicht of onze grensoverschrijdende activiteiten ook in Duitsland in goede aarde vallen. Bovendien zie ik waar problemen in de praktijk zijn of ontstaan, zodat we daar mee aan het werk kunnen. Tijdens mijn studie had ik nooit gedacht dat ik deze opleiding met mijn interessante werk bij de ambulancedienst kon verbinden. Maar toen was ik ook nog niet met Acute Zorg Euregio bekend…’ n 112 NETWERK | maart 2013
patientenzorg
Oostelijke RAV’s over nieuwe Afstemming ketenzorgpartners en borging (acute) patiëntenzorg staat centraal Door Annemarie Smidt, Geen Blad voor de Mond
andering waar de gezamenlijke directies ambulance-
gen door een verpleegkundig centralist nader uit te vragen. De verpleegkundig centralist dient middels triage tot een verantwoorde urgentietoedeling en zorgtoewijzing te komen (verlengde intake). In de praktijk betekent dit dat er voor de ambulancezorg een operationeel centrum moet zijn ingericht waarnaar doorgeschakeld kan worden door de multidisciplinaire centralist van de regionale meldkamer.
zorg in Oost-Nederland kansen in zien om de burger/
Substantiële verbeteringen
De minister van Veiligheid en Justitie, Ivo Opstelten, heeft eind 2012 besloten om de destijds 24 meldkamers op te schalen naar tien regionale meldkamers, gelijk aan de nieuw te vormen politieregio’s. Een ver-
patiënt nog beter van dienst te zijn, zowel in opgeschaalde als reguliere situaties binnen de zorgketen.
6
B
innen de nieuw te vormen regionale meldkamers gaan de meldkamers politie, brandweer en ambulancezorg geprotocolleerd en multidisciplinair samenwerken. De nieuwe werkwijze erop gericht, dat de burger in het eerste contact wordt geholpen door een multidisciplinaire centralist die alle inkomende 112-meldingen aanneemt. Voor een deel van de inko-
mende meldingen is deze centralist in staat om zelf tot een urgentietoedeling te komen. In dat geval kan de centralist de beller doorleiden naar de betrokken discipline(s). Voor het overige deel van de inkomende meldingen blijft specifieke monodisciplinaire expertise van belang. De Regionale ambulancevoorziening (RAV) heeft de wettelijke verantwoordelijkheid om deze meldin-
Oost-Nederland is één van de tien nieuwe meldkamerregio’s en omvat de huidige regio’s IJsselland, Twente, Noordoost Gelderland, Gelderland Midden en Gelderland Zuid. De ambulancevoorzieningen in deze regio worden geleverd door RAV IJsselland, Ambulance Oost, Connexxion ambulancezorg, Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden en Veiligheidsregio Gelderland Zuid. Deze ambulancevoorzieningen staan voor de uitdaging om, naast de regionale meldkamer binnen de landelijke meldkamerorganisatie, één of meerdere operationele centra ambulancezorg in te richten. De directies van de vijf regio’s zien deze ontwikkelingen
In het onderstaande schema is de relatie tussen landelijke meldkamer en de informatievoorziening in de opschaling zichtbaar.
112 NETWERK | maart 2013
patientenzorg
opzet meldkamerregio’s
7
als een mogelijkheid om substantiële verbeteringen door te voeren in de organisatie. De grootste kans zien zij echter in het verder optimaliseren van het (zorg)proces dichtbij, waardoor goede ketensamenwerking en patiëntgerichte zorg nog beter worden gewaarborgd.
Regionale coördinatie Om ketenzorg mogelijk te maken wordt een belangrijke rol voorzien voor een generieke zorgmeldkamer, het ‘coördinatiecentrum zorg’. De vijf regio’s pleiten ervoor om het operationeel centrum ambulancezorg (verlengde intake en de uitgifte) samen te laten vallen met het coördinatiecentrum zorg. Hierdoor ontstaat een coördinatiecentrum zorg dat verbonden is met één van de tien regionale meldkamers. De ambulancezorg kan als eerste deelnemer in het coördinatiecentrum zorgdragen voor doorontwikkeling en daarmee bijdragen betere toegankelijkheid en afstemming van (acute) zorg. Gezien het feit dat het aantal soorten zorgverleners en zorgorganisaties groot is en de zorginfra-
structuur fijnmaziger is georganiseerd, moet een dergelijk coördinatiecentrum niet op passende schaal worden georganiseerd. De vijf regio’s stellen dan ook voor om te spreken over Regionale Coördinatiecentra Zorg (RCZ). Deze RCZ’s dienen op een schaal te worden georganiseerd die garant staat voor een goede afstemming en borging van de (acute) patiëntenzorg met ketenzorgpartners. De regio Oost heeft een verzorgingsgebied met 3,3 miljoen inwoners en omvat drie traumacentra, een twintigtal ziekenhuizen (regionaal en academisch) en vele huisartsenposten. In tegenstelling tot de brandweer en politieorganisatie is de ambulancezorg in haar reguliere proces niet hiërarchisch ingericht en in belangrijke mate afhankelijk van de zorgketenpartners. Hierdoor ontstaat een zeer complex proces.
Schaalgrootte De schaal van regio Oost is waarschijnlijk te groot om de grote diversiteit aan afspraken en partners vanuit één RCZ aan te kunnen. Voor Oost-Nederland
zijn daarom meerdere RCZ’s wenselijk. De huidige vijf RAV’en onderschrijven de noodzaak van schaalvergroting. Ze zijn voornemens om, door samenvoeging van de huidige ambulancemeldkamers tot twee tot drie RCZ’s, deze centra stevig neer te zetten. Met een dergelijke schaalgrootte kan aan burgers passende zorg worden geleverd en blijft het RCZ virtueel verbonden met de landelijke meldkamerorganisatie. Er kan voldoende doelmatigheidswinst worden bereikt en tegelijkertijd voldoende worden aangesloten bij de schaal waarop de ketenpartners werkzaam zijn. Ook wordt met twee tot drie RCZ’s voorkomen dat de sociale afstand tussen centralisten en de rijdienst te groot en de geografische bekendheid met de regio te gering wordt. De voorgestane opzet voldoet aan de eisen die gesteld worden door het ministerie van V&J en het ministerie van VWS, doet tegelijkertijd recht aan de achterliggende organisatie en de ketenpartners en speelt in op de ontwikkelingen binnen de zorg in de komende jaren. n 112 NETWERK | maart 2013
COVERINTERVIEW
Netcentrisch werken in de witte kolom LCMS als basis voor communicatiesysteem tussen GHOR en geneeskundige partners Door Annemarie Smidt, Geen Blad voor de Mond
Bij een crisis vindt informatie-uitwisseling plaats tussen een groot aantal hulpverleningsteams en -functionarissen. In 2012 is één Landelijk Crisismanagement Systeem (LCMS) geïntroduceerd, waarin informatie overzichtelijk wordt verzameld en snel uitgewisseld. GHOR Twente is betrokken bij een 8
uniek project in Nederland, waarin wordt onderzocht of deze netcentrische manier van werken ook kan worden toegepast in de geneeskundige kolom.
W
im Meijerink is senior beleidsmedewerker bij GHOR Twente en nauw betrokken bij het project. ‘De huidige, hiërarchische manier van informatiedeling in de ‘witte’ kolom kost veel tijd, waardoor de informatie op het moment van besluitvorming vaak al niet meer up-to-date is. Tegelijkertijd wordt de gecontroleerde informatie meer dan eens tegengesproken door actuele, maar ongecontroleerde informatie die binnenkomt via smartphones en sociale media.’ De nieuwe LCMS-werkwijze houdt in dat meldkamers, coördinatieteams, regionaal operationele teams en beleidsteams niet via de hiërarchische lijn, maar via een online netwerk informatie delen. Deze input wordt door de GHOR samengevoegd tot een actueel geneeskundig beeld. Zo beschikken alle betrokkenen op hetzelfde moment over dezelfde informatie, en dus ook over hetzelfde beeld van het incident. Hierdoor kunnen besluiten sneller worden genomen en kan sneller tot actie 112 NETWERK | maart 2013
over worden gegaan. Dit leidt tot effectievere inzet van mensen, middelen en het sneller informeren van burgers.
‘GHOR Twente is
Veel te melden
uniek project in
Bureau Acute Zorg Euregio (Enschede) en Netwerk Acute Zorg (Zwolle) hebben het project geïnitieerd, waarbij de GHOR-regio’s Twente, Drenthe en Noord- en Oost-Gelderland zijn aangeschoven. De onderzoeks- en voorbereidingsfase zijn inmiddels afgerond, het implementatieplan ligt ter goedkeuring bij de ROAZ-regio’s (Regionaal Overleg Acute Zorgketen). Meijerink ziet veel mogelijkheden voor de implementatie in de witte kolom. ‘De betrokken geneeskundige organisaties worden door middel van dit systeem tijdig geïnformeerd en kunnen waar nodig opschalen. Bij gewondenspreiding is het bijvoorbeeld mogelijk slachtoffers met specifiek letsel direct naar de juiste ziekenhuizen te vervoeren, waarbij het systeem het overzicht bewaart. Maar
betrokken bij een Nederland’
COVERINTERVIEW
Eenduidig en gedeeld totaalbeeld Netcentrisch werken ondersteunt de veiligheidsregio’s bij het invullen van het aspect informatievoorziening. Daarbij gaat het vooral om het implementeren van een werkwijze, om bij opschalingsituaties snel te komen tot eenduidig en over de verschillende lagen gedeeld totaalbeeld van de situatie. Dit gedeelde totaalbeeld is de basis voor de te nemen besluiten en de in te zetten acties.
ook slachtoffers die zelf hulp zoeken in de geneeskundige keten kunnen worden gemonitord. Belangrijke informatie wordt ook multidisciplinair gedeeld. En door gezamenlijk af te schalen kunnen er goede werkafspraken worden gemaakt over de nazorgfase. Inmiddels bestaat er ook landelijk belangstelling voor deze nieuwe manier van informatie delen in de witte kolom.’
De implementatie Wim Meijerink: ‘Intern moeten de organisatie zich ook voorbereiden op het nieuwe systeem.’
Na goedkeuring wordt vanaf maart gestart met het implementatietraject van het nieuwe systeem, dat gefaseerd zal worden uitgerold. Hierbij worden eerst de informatiecoördinatoren van de belangrijkste geneeskundige partners opgeleid en getraind: de regionale ambulancevoorzieningen, het traumacentrum, de ziekenhuizen, de GGD en huisartsen(posten). Meijerink: ‘Intern moeten de organisaties zich ook voorbereiden op het nieuwe systeem. Wie mag bijvoorbeeld binnen een ziekenhuis informatie naar buiten brengen? Iedere partner moet deze afspraken intern communiceren en borgen in hun planvorming. Daarnaast moeten de GHORregio’s zorgen dat de ketenpartners digitaal aan kunnen sluiten op een beveiligd en stabiel netwerk.’ Deze afspraken zijn voor het LCMS op multidisciplinair niveau al gemaakt en zullen nu binnen de geneeskundige kolom moeten worden vastgelegd. ‘De echte meerwaarde is dat we binnen de hele geneeskundige keten allemaal op hetzelfde moment kunnen beschikken over de meest actuele informatie. Ten tijde van een crisis wordt cruciale informatie volledig gescreend én integraal beschikbaar gesteld voor alle betrokken ketenpartners. Samengevat zorgt dit voor een goede aanpak van de crisis, een betere samenwerking, maatwerk voor de slachtoffers bij vervoer, behandeling en herstel en als laatste een gecoördineerde afschaling en terugkeer naar de dagelijkse situatie.’ n 112 NETWERK | maart 2013
9
ketenpartners
Verpleegkundig Specialisten bij Huisartsendienst Twente-Oost Eenjarige pilot moet voordelen samenwerking in kaart brengen Door Coriene Veldkamp, HDT-Oost Sinds 1 december 2012 biedt Huisartsendienst Twente Oost plaats aan een Verpleegkundig Specialist acute zorg en een Verpleegkundig Specialist acute zorg in opleiding. Deze pilot is in samenwerking met Ambulance Oost tot stand gekomen en duurt tot december 2013. Na afloop van de pilot wordt bekeken of deze samenwerking wordt voortgezet.
10
A
mbulance Oost biedt haar ambulanceverpleegkundigen de mogelijkheid om de masteropleiding ‘Master of Advanced Nursing Practice’ te volgen. De opleiding kent vijf specialisaties, namelijk ‘preventieve zorg’, ‘acute zorg’, ‘chronische zorg’, ‘intensieve zorg’ en ‘geestelijke gezondheidszorg’. Na afronding van de opleiding mag de verpleegkundige zich Verpleegkundig Specialist noemen. Een Verpleegkundig Specialist bevindt zich qua bevoegdheden tussen een verpleegkundige en een arts. De Verpleegkundig Specialisten werkzaam op de huisartsendienst, hebben als specialisatie ‘acute zorg’.
Eigen spreekuur Geert Hengstman en Frank van der Holst zijn twee van de Verpleegkundig Specialisten die werkzaam zijn bij Huisartsendienst Twente Oost (HDT-Oost). Geert is gediplomeerd en Frank heeft zijn opleiding bijna voltooid. De Verpleegkundig Specialisten acute zorg zijn drie weekenden per maand op zaterdagen en zondagen werkzaam bij HDTOost. Zij draaien een eigen spreekuur en zien patiënten met extremiteitenletsel en wonden ten gevolge van trauma. Hierbij is te denken aan: scheur-, snij-, schaaf-, brand- en bijtwonden, (verdenking) fractuur tibia, hand, pols, voet en enkel alsook letsel aan ledematen en hoofd. Alle verrichtingen worden gefi112 NETWERK | maart 2013
Coriene Veldkamp (HDT-Oost) en Frank van der Holst (Ambulance Oost).
atteerd door een van de dienstdoende huisartsen. De patiënt wordt aan de telefoon te woord gestaan door een speciaal opgeleide doktersassistent(e) of verpleegkundige, de triagist. Als de hulpvraag past binnen het werkgebied van de Verpleegkundig Specialist, boekt de triagist een consult in de agenda van de Verpleegkundig Specialist. Na elke dienst wordt een evaluatieformulier ingevuld door de Verpleegkundig Specialist, de huisartsen en de triagisten, zodat een goed beeld ontstaat van de ervaringen van alle betrokken partijen.
Welkome aanvulling De eerste periode van tweeënhalve maand is onlangs geëvalueerd door Ambulance Oost en HDT-Oost en de bevindingen zijn zeer positief. De triagisten en de Verpleegkundig Specialisten ervaren een prettige en goede
samenwerking onderling. Huisartsen geven aan dat beide Verpleegkundig Specialisten een adequate beoordeling geven en de klachten goed behandelen, prima communiceren en goede adviezen geven. Zij zien de inzet van Verpleegkundig Specialisten als een welkome aanvulling om de werkdruk van de huisartsen te verminderen. Cijfers tonen aan dat het wisselend druk is voor de Verpleegkundig Specialisten, variërend van acht tot 22 consulten per dienst. De verwachting is dat met de lente voor de deur, het aantal consulten zal toenemen door sportblessures en klus- en tuinierongelukken. We kunnen terugkijken op een goede start met het inzetten van de Verpleegkundig Specialist op de huisartsendienst en zijn blij dat we gebruik mogen maken van twee deskundige en professionele krachten ter ondersteuning van de huisartsen. n
innovatie
‘Het gebeurt allemaal op een beeldscherm’ E-Learning module Meldkamer Ambulancezorg Door Kitty Muntenaar, Ambulance Oost ism Doczero
Scan voor een demonstratie van de module de onderstaande QR-code.
Voor de centralisten van de Meldkamer Ambulancezorg (MKA) ontwikkelden Doczero en Ambulance Oost een E-Learning module MKA. Een module gericht op het vergroten van de kennis – protocollen en richtlijnen – bij grootschalige incidenten en het bevorderen van het correct gebruik van C2000, het digitale landelijke communicatiesysteem voor hulpverleningsdiensten in Nederland.
D
e GHOR (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio) is dé organisatie die zich richt op de voorbereiding en de coördinatie bij een (grootschalig) incident. Deze organisatie bepaalt de richtlijnen en de protocollen. Kennis die voor de centralist van belang is. Ambulance Oost vroeg
Doczero een E-Learning module te ontwikkelen waarmee deze kennis op een moderne en eenvoudige manier ‘op te frissen’ is.
Theorie en simulatie De MKA-module bestaat uit twee onderdelen: theorie en simulatie. Het theoretisch gedeelte bevat naast een theoretisch kader een aantal vragen. Na het goed beantwoorden van een vastgesteld percentage vragen, vervolgt de centralist de training met de praktijkgerichte simulatie van een grootschalig incident. Tijdens deze simulatie registreert het programma alle acties en gevolgen van de centralist op een tijdslijn. Jeroen Oosterhof, meldkamercentralist Ambulance Oost, verduidelijkt: ‘Het gebeurt allemaal op een beeldscherm. De simulatie start met een telefonische melding van een ongeval, een aanrijding met meerdere auto’s. De situatie is gevaarlijk. De centralist komt in actie. Hij geeft informatie door aan ‘de auto’s’ en handelt naar aanleiding van
informatie van bijvoorbeeld huisarts en politie. Op het beeldscherm geeft hij aan, klikt hij, op wat hij aan wie doorgeeft en hoe hij opschaalt. Is de simulatie klaar, dan vergelijkt het programma de tijdslijn van de centralist met de ideale tijdslijn. Wat gaat goed en wat kan beter? Heeft de centralist de simulatie goed doorlopen, dan downloadt hij vervolgens zelf zijn certificaat via het programma.’
Aftrap Ambulance Oost deed de aftrap met de MKA-module. De centralisten zijn tevreden: de module is gebruiksvriendelijk en het kost slechts een paar uren om het programma te doorlopen. En er is nog een groot voordeel. ‘De module is ook te gebruiken door centralisten van andere meldkamers. Voorheen waren de procedures en richtlijnen vooral locatiegericht. De GHOR streeft naar eenheid en daar hebben wij gehoor aan gegeven. Met dit programma beschikken we over een landelijke scholing.’ n 112 NETWERK | maart 2013
11
GROOTSCHALIGE ZORG
Effecten ramp onderzocht met Monitoren ‘getroffenen’ kan nazorg verbeteren Door Amanda Altepping en Onne Haitsma, GGD Twente
Tijdens de acute bestrijding van een ramp richten de eerste acties zich uiteraard op de meeste urgente zaken zoals geneeskundige hulpverlening, ontruiming en evacuatie, opvang en voorlichting van de bevolking. Toch is het tijdens deze acute fase ook van groot belang om stil te staan bij het nut en de noodzaak van een gezondheidsonderzoek.
G
12
ezondheidsonderzoek bij rampen is een van de vier taken van de GGD bij rampen en crisis. Onne Haitsma is werkzaam als epidemioloog bij de GGD Twente. Het onderzoeksveld van de epidemiologie is de verspreiding van ziekten. Wanneer het gaat om gezondheidsonderzoek bij rampen zijn de epidemiologen van de GGD dan ook nauw betrokken. Onne vertelt: ‘In eerste instantie is de hele organisatie bij een ramp gericht om zo snel mogelijk slachtoffers te helpen en de gevolgen te beperken. Tegelijkertijd
vragen wij ons dan af of het zinvol is om informatie te verzamelen die kan leiden tot meer kennis en inzicht over de gevolgen van de ramp.’
Besluiten gezondheidsonderzoek Afhankelijk van de aard en oorzaak van de ramp wordt een gezondheidsonderzoek overwogen. ‘Dit besluit wordt nooit eenzijdig genomen, maar passeert eerst verschillende schijven. Bij een milieuramp wordt Medische Milieukunde bijvoorbeeld direct bij besluitvorming betrokken. In geval van een
Onne Haitsma (rechts) in overleg met GGD-collega Cristel Boom.
112 NETWERK | maart 2013
grotere ramp zal het RIVM, Centrum voor Gezondheid en Milieu, ingeschakeld worden voor advies. Uiteindelijk is het de burgemeester in het beleidsteam die besluit tot uitvoering van een onderzoek’, aldus Onne.
Tijd is bepalend Bij een gezondheidsonderzoek is tijd bepalend voor de ingezette actie. ‘Het is belangrijk om op korte termijn gegevens te verzamelen om het effect zo goed mogelijk in beeld te krijgen. Denk bijvoorbeeld aan lichaamsmateriaal, zo-
GROOTSCHALIGE ZORG
gezondheidsonderzoek (GOR)
13
Bij een gezondsonderzoek is het belangrijk om op korte termijn zoveel mogelijk gegevens te verzamelen.
als bloed, haren, wangslijm etc. Als het om een grote groep mensen gaat, dan zal er in korte tijd een ingewikkeld logistiek proces in gang moeten worden gezet om dit te verzamelen Een onderzoek met behulp van een vragenlijst naar gezondheidsproblemen is natuurlijk makkelijker, maar ook hier moet er inhoudelijk en logistiek veel werk verricht worden hoor!’
problemen. Het is belangrijk om te weten hoe de betrokkenen de belasting van de ramp ervaren, zodat de hulpverlening daarop kan anticiperen.’
Draaiboek De GGD-en in de Kring Oost Nederland Regio hebben onlangs een Draaiboek Gezondheidsonderzoek na Rampen opgesteld. Het draaiboek verdient een vertaling naar de ‘eigen’ GGD, waarin
beschreven is welke personen bij welke functie horen en hoe de logistiek intern is vastgelegd. Volgens Onne heeft dit een groot voordeel. ‘Processen zijn op deze manier vergelijkbaar, waardoor we makkelijker onderling assistentie kunnen verlenen. Wel is het van belang om te oefenen. En dan niet alleen op uitvoeringsniveau, maar juist ook in het traject van besluitvorming om tot een onderzoek te komen.’ n
Verbeteren nazorg Om de impact van een ramp beter te volgen wordt soms besloten om de ‘getroffenen’ op langere termijn te monitoren. Dit kan met eigen onderzoek van het crisisteam, maar er kan ook gebruik worden gemaakt van informatie van huisartsen. Onne Haitsma legt uit: ‘De verzamelde informatie moet uiteindelijk leiden tot verbeteren van de nazorg. Het kan natuurlijk dat er bij een chemische ramp stoffen vrijkomen die niet op korte maar op langere termijn tot gezondheidsklachten kunnen leiden. Hetzelfde geldt voor psychische
Processen in beeld GGD Twente is verantwoordelijk voor vier processen: • Gezondheidsonderzoek bij Rampen (GOR) • Medische Milieukunde • Infectieziektebestrijding (IZB) • Psychosociale hulpverlening (PSH) In het GGD rampen opvangplan, ofwel het GROP, staan deze processen beschreven. In de 112 Netwerk van december 2012 werd Medische Milieukunde belicht, in de komende twee uitgaven komen Infectieziektebestrijding en Psychosociale hulpverlening aan bod.
112 NETWERK | maart 2013
ACHTERGROND
GGD Twente traint en oefent interne Coördinerende en adviserende rol staat centraal bij trainen van medewerkers Door Annemarie Smidt, Geen Blad voor de Mond
GGD Twente heeft ten tijde van een ramp of crisis een wettelijke taak en is verantwoordelijk voor de publieke gezondheid in Twente. Het crisisteam van de GGD, onder leiding van de crisiscoördinator, coördineert de uitvoering van de vier GGD-processen. De GGD wil daarom met trainingen en oefeningen de interne processen ten tijde van een ramp oefenen en borgen.
E 14
lke van der Zanden, coördinator GGD Rampen opvangplan (GROP) bij GGD Twente en vakspecialist OTO bij GHOR Twente, is verantwoordelijke voor het organiseren van de activiteiten in het kader van OTO (Opleiden, Trainen en Oefenen) en het actueel houden van het GROP. ‘Mijn werkzaamheden voor beide organisaties hebben veel met elkaar te maken. Die overlap zie je in veel
functies bij de GGD en GHOR terug. Zo is in tijden van crisis de directeur publieke gezondheid verantwoordelijk voor beide organisaties. Daarnaast zijn begin 2013 enkele taken overgeheveld van de GHOR naar de GGD (zie krantenknipsel). De GHOR heeft bij crises een coördinerende rol en de GGD is uitvoerder van de taken op het gebied van Publieke gezondheid. Dit zijn: psychosociale hulp-
Bij een ongeval of ramp heeft de GGD vooral een coördinerende en adviserende rol.
112 NETWERK | maart 2013
verlening, infectieziektebestrijding, medische milieukunde en gezondheidsonderzoek bij rampen. We staan niet in het veld bij de ambulance of organiseren geen stille tocht, maar hebben vooral een coördinerende en adviserende rol. Wat speelt er en wat kan de GGD hierin betekenen? Naar welke instanties kunnen we mensen doorverwijzen en hoe verloopt dit proces?’
Besluitvorming Begin 2013 heeft de GGD Twente een projectvoorstel voor OTO ingediend bij het OTO-steunpunt. Na besluitvorming binnen het ROAZ (Regionaal Overleg Acute Zorgketen), gaat de organisatie aan de slag met het jaarplan voor 2013. Als eerste wordt het crisisteam van de GGD getraind. Tijdens de trainingen zal voornamelijk worden geoefend met casussen en praktijksituaties. Van der Zanden: ‘Hierbij leggen we de nadruk op besluitvormingsprocessen. We willen dat onze medewerkers zich bewust zijn van de besluiten die genomen moeten worden ten tijde van een crisis. Tegen welke dilemma’s lopen we daarbij
Het volgende
processen
magazine van
Samenwerking GHOR en GGD Op 21 januari 2013 hebben burgemeester van Enschede Peter den Oudsten (voorzitter Veiligheidsregio) en Johan Coes (voorzitter Bestuurscommissie Publieke gezondheid) een convenant ondertekend over de samenwerking tussen GHOR en GGD bij rampen en crises. Het convenant beschrijft een aantal belangrijke veranderingen. Twee taken die vroeger bij de GHOR lagen zijn overgeheveld
naar de GGD: Psychosociale hulpverlening bij ongevallen en rampen (PSHOR) en de Gezondheidskundige advisering bij gevaarlijke stoffen (GAGS). GGD Twente is dankzij een gedegen GGD Rampen opvangplan (GROP) goed in staat deze taken op te pakken en te verbinden met de reguliere werkzaamheden op het gebied van psychosociale hulp en medische milieukunde.
net werk verschijnt in juni 2013
Colofon 112 Netwerk is een uitgave van Acute Zorg Euregio, Ambulance Oost en GHOR Twente. Dit magazine verschijnt vier keer per jaar en bericht over ontwikkelingen rondom acute zorg in Twente en Oost-Achterhoek. Jaargang 2013, editie maart
aan? Naar wie koppelen we besluiten terug? Wie geeft ons opdrachten? Binnen de GGD bestaat veel inhoudelijke kennis, deze moet in de juiste processen worden geborgd.’ Daarnaast kijkt de GGD verder dan de eigen organisatie, veel werkzaamheden vinden immers plaats in overleg en samenwerking met verschillende ketenpartners. ‘Een voorbeeld van een situatie waarin je je ketenpartners nodig hebt, is de bestrijding van infectieziektes. Deze stoppen namelijk niet bij de grens. In KON-verband (Kring Oost Nederland) bespreken we met de andere Nederlandse GGD’en en de Duitse partners wat er moet gebeuren bij een infectieziekte-uitbraak. Welke informatie hebben we van elkaar nodig en wat is onze gezamenlijke aanpak? Dit zijn allemaal situaties die niet dagelijks voorkomen, maar waar we wel op voorbereid moeten zijn. En daar werken we hard aan’, zegt Van der Zanden.
onaliteitsslag wil maken. ‘Onze interne organisatie staat. Nu geven we prioriteit aan de bewustwording van onze taak in deze processen, zodat al onze medewerkers weten waar we verantwoordelijk voor zijn. De OTO-stimule-
Trots
ringsgelden helpen ons hierbij en onze medewerkers reageren enthousiast op de trainingen. Ze worden zich bewust van onze taak op het gebied van publieke gezondheid en zijn er trots op wat we als GGD kunnnen betekenen.’ n
Het doel voor 2013 is om het crisisteam van de GGD en de vier processen waar de GGD voor verantwoordelijk is te beoefenen. Van der Zanden beaamt dat de GGD het komende jaar een professi-
Redactie Kitty Muntenaar kmuntenaar@ambulanceoost.nl Lia Simon a.simon@acutezorgeuregio.nl Irma Huiskes i.huiskes@regiotwente.nl Annemarie Smidt a.smidt@geenbladvoordemond.nl Coverfoto Franc Ensink Bladformule, vormgeving, eindredactie en drukwerk
GEEN BLAD VOORDE MOND MAKERS VAN MAGAZINES
Geen Blad voor de Mond B.V.
De GGD moet voorbereid zijn op niet-dagelijkse situaties.
Lasondersingel 149-151 7514 BR Enschede tel. 053 460 9002 www.geenbladvoordemond.nl Geen Blad voor de Mond is aangesloten bij:
ISSN 2211-8225
NETWERK | maart 2013 112112 NETWERK | december 2012
15
Bezoek ons ook online
Acute Zorg Euregio
GHOR Twente
Ambulance Oost
Postbus 50000
Postbus 1400
Postbus 784
7500 KA Enschede
7500 BK Enschede
7550 AT Hengelo
Tel. 053 487 20 97
Tel. 088 256 78 50
Tel. 074 256 22 22
info@acutezorgeuregio.nl
secretariaat@ghortwente.nl
info@ambulanceoost.nl
www.acutezorgeuregio.nl
www.ghortwente.nl
www.ambulanceoost.nl