ACuTE ZORG iN TWENTE EN OOST-ACHTERHOEK Samenwerkende ambulancediensten presteren nog beter
net werk
‘In korte tijd talloze afwegingen maken’ Wies Waanders en Astrid van Tilborgh over de meldkamer
GROP als hulpmiddel Betere uitwisseling slachtofferinformatie ‘We zijn de vrijblijvendheid voorbij’
JUNI 2013
112 JOUrnaaL
Durven, delen en doen...
2
Komst nieuwe bureaumedewerker
De titel van de strategische agenda van het Netwerk Acute Zorg Euregio, ‘Durven, delen en doen’, vormt de basis voor een hernieuwde samenwerking in het Netwerk Acute Zorg Euregio. De aanleiding tot een herbezinning kwam voort uit de wisseling in de managerfunctie binnen het bureau waardoor er een natuurlijk moment ontstond om te onderzoeken op welke wijze aan een toekomstbestendig ROAZ vorm gegeven moet worden om adequaat toegerust te zijn voor haar rol in de regio in relatie tot de landelijke ontwikkelingen en de toenemende grensoverschrijdende samenwerking. Maar ook welke consequenties dat heeft voor de structuur van het bureau Acute Zorg Euregio. Benadrukt is dat alleen een intensieve samenwerking in een open cultuur van kennisdeling tussen de ketenpartners binnen de Euregio tot excellente kwaliteit van de acute zorg in zowel de reguliere als in de opgeschaalde fase leidt. 112 Netwerk en haar redactie wil graag een katalysator zijn in het elkaar informeren en zal zich de komende maanden beraden op welke wijze die taken verder verbeterd kunnen worden.
Per 1 juli is Manon Bruens aangetrokken, als onderzoeker en beleidsmedewerker bij het bureau acute zorg Euregio.
Op 19 maart werd in het ROAZ de strategische agenda geaccodeerd en is gestart met het herinrichten van de activiteiten van het bureau Acute Zorg Euregio. In deze uitgave zijn bestuurders en managers uit Streekziekenhuis Koningin Beatrix en de directeur van de Huisartsenpost Oost Achterhoek aan het woord over het belang van het ROAZ voor hun regio en de totstandkoming van de strategische agenda.
Onwetendheid over vergoeding vaccinaties
De toenemende Euregionale samenwerking vraagt om een nieuwe focus op grensoverschrijdende informatie en het delen van kennis. In deze uitgave het onderzoek van Florian Letzel, onder de titel ‘Differenzen zwischen dem Niederländischen und Deutschen System der präklinischen Notfallrettung – eine Kurzzusammenfassung‘ in het kader van zijn Management für Gesundheit und Pflege (B.A.) studie aan de Hochschüle in Rheine. Het volledige onderzoek kunt u vinden op de website www.acutezorgeuregio.nl. Infectieziektebestrijding (IZB) is een wettelijke taak van de GGD en staat beschreven in het GROP. Het GROP beschrijft de interne GGD organisatie vanaf de melding van een crisis tot en met de beslissing van afschaling en nazorg. Wat doet het team IZB van de GGD? En hoe lopen de lijnen tijdens een uitbraak? We vragen het aan Karlijn Kampman, arts IZB en Judith Keizers, sociaal verpleegkundige IZB van GGD Twente.
Voorheen was ze werkzaam bij de Ziekenhuisgroep Twente. Waar ze een tweejarig gezamenlijk onderzoek van Ziekenhuisgroep Twente, Centrale Huisartsenpost Almelo en Universiteit Twente naar optimale logistiek en patiëntenvoorkeuren in de acute zorgketen; de huisartsenpost en spoedeisende hulp in één geïntegreerde Spoedpost heeft afgerond. n
Veel Nederlanders gaan nog steeds op vakantie zonder zich te laten vaccineren. Dit kan verschillende redenen hebben zoals onwetendheid of bijvoorbeeld een beperkt budget. Maar wist u dat vaccinaties in veel gevallen gedeeltelijk of zelfs geheel vergoed worden door uw zorgverzekeraar? Vaccinaties worden vaak vergoed wanneer u aanvullend verzekerd bent bij een zorgverzekeraar. De maximumvergoedingen per persoon per jaar staan in uw polisvoorwaarden. Vaccinaties zijn dus, ook met een beperkt budget, mogelijk.
De GHOR informeert u over belangrijke stappen die het afgelopen jaar landelijk zijn gezet om te komen tot verbetering van de slachtofferregistratie. Uit vele incidentevaluaties is gebleken dat het verkrijgen van een goed slachtofferbeeld en het uitwisselen van informatie tussen instanties de nodige problemen oplevert.
Reizen brengt gezondheidsrisico’s met zich mee. Ook in landen als Turkije, Kroatië, Egypte en Tunesië loopt u risico op besmetting met Hepatitis A, B en maag-/ darminfecties. n
Cees Schenkeveld Manager Acute Zorg Euregio
Maak een afspraak met het team Reizigersadvisering voor advies en de juiste vaccinaties. Bel naar 0900 4 893 893 op werkdagen van 8.30 - 12.30 uur of ga naar www.ggdreisgezond.nl
112 NETWERK | JuNi 2013
CZO accreditatie voor verschillende opleidingen
Vanaf september kunnen ambulancediensten hun opleiding tot ambulanceverpleegkundige en meldkamercentralisten laten accrediteren door het College Zorg Opleidingen. Een nieuwe stap in de verder professionalisering van deze sectorale opleiding. Dit betekent voor Ambulance Oost en RAV IJsselland dat zij samen met de Academie voor Ambulancezorg de opleiding voor accreditatie zullen aanbie-
den. Het CZO toetst aan diverse criteria of de opleiding voor accreditatie in aanmerking komt. Belangrijke aspecten zijn daarbij; onderwijsvisie en uitgangspunten, eisen aan praktijkleerplaats zoals aanbod van ritten en ziektebeelden. Vanaf januari krijgen alle afgestudeerde ambulanceverpleegkundigen en centralisten een CZO erkend diploma met een grotere waarde op de arbeidsmarkt. n
Alarmeringstest huisartsen goed verlopen In 2012 hebben de huisartsenorganisaties in Twente hun Huisartsen Rampenopvangplan vastgesteld. Parallel aan dit traject is een samenwerkingsovereenkomst tussen huisartsen en GHOR ontwikkeld. Hierin staat o.a. hoe beide partijen elkaar kunnen bereiken tijdens een crisis. November 2012 is een alarmeringstest uitgevoerd. De GHOR heeft op verschillende tijden contact gezocht met de bereikbare dienst van de huisartsen. Deze alarmeerde vervolgens de crisiscoördinator van de huisartsen. De crisiscoör-
dinator heeft zich ter afsluiting van de test terug gemeld bij de GHOR. Uit de test blijkt dat de vastgelegde alarmeringsprocedures goed werken. GHOR en huisartsen weten elkaar te vinden en de bereikbaarheid van de huisartsen is gegarandeerd via één telefoonnummer. De dooralarmering naar de crisiscoördinator verloopt goed en snel. Gezien deze resultaten zien beide partijen hun toekomstige samenwerking tijdens rampen en crisis vol vertrouwen tegemoet! n
Pilot Medische Samenvatting en Rapportage Ambulance Oost neemt, samen met de RAV IJsselland, deel aan een pilot waarbij de technische mogelijkheden worden onderzocht voor inzage in de zogenaamde professionele samenvatting van het huisartsendossier en een digitale terugkoppeling naar de huisarts van de patiënt. Deze pilot maakt deel uit van het eSpoed-programma van Nictiz, het landelijk expertisecentrum dat ontwikkeling van ICT in de zorg faciliteert. Het wordt mogelijk om vanuit het elektronisch dossier Ambulancezorg (EDAZ), dat sinds twee jaren in de ambulance wordt gebruikt door de ambulanceverpleegkundigen, de samengevatte medische historie van de patiënt in te zien. Dit kan van belang zijn voor de behandeling en bijdragen tot betere zorg. Tegelijkertijd kan worden voldaan aan een al langer gekoesterde wens van de huisarts: het digitaal achterlaten van een bericht dat de patiënt is behandeld / vervoerd. De pilot gaat in de tweede helft van dit jaar van start en vanzelfsprekend is betrokkenheid van huisartsen en ambulanceverpleegkundigen geborgd. n
Wijziging voorzitterschap ROAZ Na 7 jaar voorzitterschap is de voorzittershamer van het Regionaal Overleg Acute Zorg door Herre Kingma overgedragen aan Bas Leerink. Sinds 1 mei is hij werkzaam als voorzitter van de Raad van Bestuur bij Medisch Spectrum Twente. Van 2004 tot en met maart 2013 is Bas Leerink werkzaam geweest bij Menzis. Eerst als directeur Zorg en vanaf 2008 als lid van de Raad van Bestuur. In de volgende editie van 112 netwerk volgt een kennismakingsinterview. n 112 NETWERK 112 NETWERK | DECEMBER | JuNi 2013 2012
3
Over de grens
Differenzen zwischen dem Nied In System der präklinischen Notfallrettung – eine Kurzzusammenfassung Durch Florian Letzel, Student im Bereich Pflegemanagement
Die bodengebundene, präklinische Notfallversorgung durch Einrichtungen des Rettungs- und Notarztdienstes stellt einen essentiellen Bestandteil der Rettungskette und somit der Versorgung von lebensbedrohlich erkrankten und/oder verletzten Bürgern dar.
A
4
ufgrund föderaler Strukturen in der Bundesrepublik Deutschland fällt die Gesetzgebung für den Rettungsdienst in den Aufgabenbereich der einzelnen Bundesländer. Hieraus resultieren 16 Landesrettungsdienstgesetze, die die Organisation und Durchführung des Rettungsdienstes regeln. Doch auch die Bundesländer regeln nicht alle Belange des Rettungsdienstes bis ins Detail. Sie werden letztlich durch einzelne Kreise oder Städte ausgestaltet. Daraus ergibt sich ein System, in welchem jeder ärztliche Leiter für seinen Bereich entscheiden kann, was den einzelnen Rettungsassistenten
erlaubt ist. Im Ergebnis besteht in Deutschland keine Gesetzesgrundlage zum Beispiel für invasiver Eingriffe oder die Gabe von Medikamenten durch nichtärztliches Personal. Diese Grundlage verweigert man den Rettungsassistenten, da die Ausbildung als nicht ausreichend angesehen wird.
Rettungsassistenten – rechtlich betrachtet: Helfer der Ärzte Der Rettungsassistent stellt die höchste, nichtärztliche Qualifikation im Rettungsdienst dar. Seine Ausbildung und Kompetenz wird im Rettungsassistentengesetz (RettAssG) aus dem Jahre
1989 geregelt. Laut Gesetz ist er ‘Helfer des Arztes’, der bis zum Eintreffen eines Mediziners lebensrettende Maßnahmen durchführen und ihn anschließend bei der weiteren Behandlung unterstützen soll. Er durchläuft eine Regelausbildungszeit von zwei Jahren (insgesamt 2.800 theoretische und praktische Ausbildungsstunden). Lediglich eine Empfehlung der Bundesärztekammer aus dem Jahre 1992 besagt, dass der Rettungsassistent im Falle einer Nichterreichbarkeit eines Notarztes oder wenn alle anderen Maßnahmen ausgeschöpft sind, eine kleine Auswahl an invasiven Eingriffen eigenständig durchführen kann. Wann diese Situation vorliegt, muss der Rettungsassistent selbst entscheiden. So muss mit einer weiterführenden Therapie im Zweifelsfall auf das Eintreffen des Notarztes gewartet werden.
Niederlande: 6 Jahre Ausbildung In den Niederlanden gibt es diese Uneinigkeiten nicht. Die Versorgung der regulären Notfallpatienten wird fast ausschließlich durch examiniertes Pflegepersonal sichergestellt, welches sich auf klare und einheitliche gesetzliche Regelungen in Form von Protokollen berufen kann. Die Ausbildung zum Ambulancepfleger (Ambulance Verpleegkundige) ist erheblich komplexer als die des Rettungsassistenten. Als Grundlage müssen Sie eine Krankenpflegeaus-bildung durchlaufen, die drei bis vier Jahre dauert. Anschließend sammeln sie ein Jahr Berufserfahrung, um sich in den Bereichen Notaufnahme, Kardiologie, Anästhesie oder Intensivpflege weiterzubilden. Diese Weiterbildung dauert zwei Jahre. Nach einem weiteren Jahr, fachbezogener Berufserfahrung, können Sie die Weiterbildung zum Ambulancepfleger besuchen. Erst nach dieser einjährigen Weiterbildung dürfen sie eigenverantwortlich Notfalleinsätze übernehmen.
Internationale Standards kompensieren die Unterschiede Auch die Weiterbildung und Rezertifizierung unterscheidet sich erheblich voneinander. Die deutschen Rettungs112 NETWERK | Juni 2013
Over de grens
erländischen und Deutschen
5
Florian Letzel
assistenten müssen jährlich 30 Fortbildungsstunden nachweisen. Dieses ist ebenfalls nicht bundeseinheitlich geregelt. Eine Rezertifizierung für den Beruf des Rettungsassistenten ist nicht notwendig. In den Niederlanden muss jeder Ambulancepfleger u.a. landesweite Fortbildungen, ein festes Maß an Berufserfahrung und einen Profcheck nachweisen, um seine Qualifikation für die Notfallrettung zu erhalten.
Trotz aller Unterschiede – die Versorgung in Ihren Grundzügen ist auf beiden Seiten der Grenze vergleichbar. Feste Handlungsabfolgen und internationale Standards wie zum Beispiel das Advanced Trauma Life Support-Schema (ABCDE) oder die ERC Guidelines machen es einfach, auch ohne gute Sprachkenntnisse zusammenzuarbeiten. Probleme treten erst im Detail auf, wenn es um die Durchführung ärztlicher Maß-
nahmen speziell auf der deutschen Seite der Grenze geht. Hier treten auch konkrete rechtliche Fragestellung in den Fokus... n Florian Letzel, Osterstraße 39, 26725 Emden, email@florianletzel.de examinierter Gesundheits- und Krankenpfleger, Sanitäter, Student im Bereich Pflegemanagement an der Mathias Hochschule in Rheine 112 NETWERK | Juni 2013
paTIËnTenZOrg
Samenwerking ambulancediensten leidt tot innovatie Datawarehouse met KPI’s laat ambulancediensten nog beter presteren Door Johan Legebeke, Ambulance oost ism Arjan Hanekamp, RAV IJsselland
6
Ambulance Oost en RAV IJsselland werken al jaren nauw samen. Die samenwerking heeft beide partijen gestimuleerd tot de ontwikkeling en implementatie van een gezamenlijk datawarehouse. Data uit de meldkamer, ritregistratie en dienstroosters zijn inmiddels geïntegreerd in één datawarehouse.
R
esultaten worden overzichtelijk gepresenteerd door middel van tabellen of dashboards. Hierop worden Kritieke Prestatie Indicatoren (KPI’s) weergegeven die voor zowel directie, managers en teamleiders alsook voor ambulancemedewerkers belangrijke stuurinformatie bevatten.
Integratie van brongegevens Om goede stuurinformatie te verkrijgen zijn Ambulance oost en RAV IJsselland samen op zoek gegaan naar een goed 112 NETWERK | JuNi 2013
pakket. In het verleden kwamen we tot deze informatie via een cockpit omgeving, maar deze werd uiteindelijk niet meer ondersteund. De bronsystemen van beide diensten komen generiek aardig overeen. We werken al jaren nauw samen en in die samenwerking hebben we ook afstemming gezocht in de aanschaf van systemen. De keuze is uiteindelijk gevallen op het samenvoegen van meerdere pakketten tot een datawarehouse met KPI’s. Dit datawarehouse is op dit moment opgebouwd uit een koppeling van de gegevens uit Ambite voor het ambulance- en meldkamersysteem en het GMS (Geïntegreerd MeldkamerSysteem). Het is de bedoeling om dit systeem in de toekomst verder uit te bouwen met ook het koppelen van bijvoorbeeld rooster- en ritgegevens. De eindgebruikers zien, afgestemd op de verschillende niveaus, ook de verschillen en overschrijdingen in zorgprestaties die wij leveren aan patiënten.
Kwaliteit en efficiency verhogen Johan Legebeke: ‘Het dashboard met de KPI’s gaat antwoord geven op vra-
gen als: welke ritten doen de ambulances? Wat voor soort ritten zijn dat? Welke handelingen moeten de ambulancemedewerkers verrichten? Komen die eigenlijk overeen met hun competentieniveau? Met deze systemen en door het betrekken van medewerkers komt er informatie uit het datawarehouse en de KPI’s en kunnen we wellicht conclusies trekken en verbanden leggen. En daarmee de zorg nog verder verbeteren.’ Arjan Hanekamp: ‘Inderdaad, de hoofdreden is goede informatie te ontsluiten uit al onze bronnen om deze aan de medewerkers te kunnen geven. Samen met al onze medewerkers willen we op basis van deze data een kwaliteitsslag maken. Wat we vooral willen, is de kwaliteit van de geboden zorg en het efficiënt inrichten van de middelen op een slimme wijze aansturen. Daar hebben we die KPI’s hard bij nodig.’ n Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Johan Legebeke, Informatie manager bij Ambulance Oost. jlegebeke@ambulanceoost.nl
InnOvaTIe
Betere uitwisseling slachtoffer informatie Samenwerking tijdens crises en rampen geborgd Door Annelies Barret en Joos Perrier, GHOR Twente Uit vele incident evaluaties is gebleken dat het verkrijgen van een goed slachtofferbeeld en het uitwisselen van informatie tussen instanties de nodige problemen oplevert. Het lukt de overheid niet om snel na een ramp een goed overzicht te presenteren van de slachtoffers.
B
ij kleine dagelijkse incidenten worden verwanten geïnformeerd door ziekenhuizen of door de politie. Bij grotere calamiteiten blijkt het problematisch te zijn om aan verwanten snel duidelijkheid te geven over de toestand en vindplaats van een bepaald slachtoffer. De slachtofferinformatie wordt dan door verscheidene partijen gegenereerd. Een snelle uitwisseling en koppeling van deze gegevens is een belangrijk knelpunt. Ook in onze eigen regio hebben we dat ondervonden bij het dakdrama bij de Grolsch Veste en het waterongeval aan de A35 in februari 2012. Afgelopen jaar zijn landelijk en regionaal binnen de Veiligheidsregio een aantal belangrijke stappen gezet ter verbetering.
Landelijke Slachtofferinformatiesystematiek (SIS) Het landelijk Veiligheidsberaad van alle Veiligheidsregio’s heeft besloten dat er een landelijk Slachtofferinformatiesysteem (SIS) komt: één front- en één backoffice voor heel Nederland. Dit betekent dat er één centraal telefoonnummer en website voor het zoeken naar informatie over familieleden wordt opgesteld. De landelijke backoffice gaat zorgdragen voor het valideren, ontdubbelen en matchen van gegevens, zodat één slachtofferlijst, één vermistenlijst en één overzicht met overleden slachtoffers wordt gemaakt. Het is de bedoeling dat de veiligheidsregio’s vanaf 2014 gebruik kunnen
maken van SIS. In Twente wordt op dit moment gewerkt aan het verbeteren van de slachtofferinformatiesystematiek op multidisciplinair niveau, voor nu en voor in de toekomst. Hierbij worden deze landelijke ontwikkelingen als uitgangspunt gebruikt.
Handreiking ziekenhuizen In samenwerking met onder andere GHOR Nederland is een landelijke handreiking voor ziekenhuizen opgesteld. Deze handreiking geeft duidelijkheid over welke slachtofferinformatie wel en niet verstrekt mag worden, rekening houdende met privacy van slachtoffers, verwanten en nabestaanden. Daar-
naast zijn modelafspraken ontwikkeld, welke in de regio omgezet kunnen worden naar samenwerkingsafspraken tussen de ziekenhuizen en de directeur publieke gezondheid. Deze modelafspraken zijn in Twente omgezet naar een samenwerkingsovereenkomst tussen de GHOR en de Twentse ziekenhuizen, welke is ondertekend op 20 maart 2013. In deze overeenkomst zijn afspraken vastgelegd over de uitwisseling van slachtofferinformatie en de middelen die hierbij gebruikt worden. Met de komst van deze overeenkomst is de samenwerking tussen ziekenhuizen en GHOR tijdens crises en rampen geborgd. n
Waar staat SIS voor: • De burger heeft een eigen verantwoordelijkheid. De systematiek gaat zoveel mogelijk uit van de zelfredzaamheid van slachtoffers en verwanten; • Slachtofferregistratie is een multidisciplinair proces en een multidisciplinaire verantwoordelijkheid; • De systematiek sluit aan op de dagelijkse werkzaamheden en de routine van hulpverleners; • De systematiek belemmert niet (onnodig) het strafrechtelijk onderzoek; • De systematiek lost niet alle knelpunten op. Communicatie over het doel, de mogelijkheden en beperkingen van slachtofferregistratie is onderdeel van de systematiek; • De systematiek is ontwikkeld voor Nederland.
112 NETWERK | JuNi 2013
7
COverInTervIeW
Meldkamer Ambulance Oost:
‘In korte tijd talloze afwegingen maken’ Door Remko Meddeler, Geen Blad voor de Mond
Het lijkt eenvoudig. Telefoon opnemen, luisteren en een ambulance sturen. Maar de verpleegkundig centralisten in de meldkamer van Ambulance Oost moeten in korte tijd talloze afwegingen maken. Hoogste spoed is lang niet altijd nodig. ‘Gelukkig maar, want ook onze middelen zijn beperkt. Dat is niet 8
per se erg, maar het legt veel verantwoordelijkheid bij onze mensen neer.’
‘V
eel 112-bellers zeggen of denken ‘hou eens op met al die vragen, stuur direct een ambulance’. Ze begrijpen niet hoe belangrijk hun antwoorden voor ons zijn om snel de juiste hulp op de juiste plek te krijgen.’ Wies Waanders is verpleegkundig centralist bij Ambulance Oost en legt graag uit hoe cruciaal de menselijke factor is bij het vergaren van de juiste informaAstrid van Tilborgh, manager ambulancezorg
tie om binnen zeer korte tijd de goede afwegingen te maken. ‘Het is niet voor niks dat ook al mijn collega’s gespecialiseerde verpleegkundigen zijn, met goede communicatieve vaardigheden, een bovengemiddelde kennis van de regionale geografie en het voortdurende besef dat de dekking in Twente te allen tijde gewaarborgd moet zijn.’ Het achterhalen van de locatie heeft de hoogste prioriteit. ‘Want anders kun je niets. Dit is een uitdaging op zich, als je te maken hebt met een mobiele beller in paniek, die ergens aan een zandpad naar een gevallen fietser kijkt.’ Het blijkt lang niet altijd nodig om prioriteit A1 (hoogste spoed) toe te kennen aan een melding. Dat gebeurt bij ‘slechts’ een derde van de 33.000 ritten die Ambulance Oost jaarlijks maakt.
Ontwikkelingen ‘Gelukkig maar, want ook onze middelen zijn beperkt’, sluit manager ambulancezorg Astrid van Tilborgh hierop aan. ‘Dat is niet per se erg, maar het legt veel verantwoordelijkheid bij 112 NETWERK | JuNi 2013
‘Het is niet voor niks dat ook mijn collega’s gespecialiseerde verpleegkundigen zijn’
COVERINTERVIEW
Nederlands Triage Systeem (NTS) NTS is een geautomatiseerde richtlijn die de toegang, selectie en behandeling van patiënten in de acute gezondheidszorg gaat verbeteren. Het helpt de meldkamer bij de vraag hoe snel een patiënt door wie moet worden gezien. Ook huisartsen en ziekenhuizen gebruiken dit systeem, waardoor straks ‘één taal wordt gesproken’. NTS is op 25 maart 2013 bij Ambulance Oost geïmplementeerd.
onze mensen neer. Altijd goed blijven nadenken, de landelijke protocollen volgen, wat er ook gebeurt en hoe hoog de druk op je schouders ook is.’ In de acutezorgketen wordt voortdurend nagedacht over kostenbesparing door schaalvergroting en betere samenwerking. ‘Natuurlijk kunnen veranderingen leiden tot verbeteringen. Maar iedere nieuwe ontwikkeling vraagt om aanpassing en gewenning bij onze mensen.’ Momenteel gaat veel aandacht uit naar het politieke plan om over te gaan naar tien regionale meldkamers, waarbinnen met behulp van het automatiseringssysteem NTS de urgentie van een melding wordt bepaald. ‘Prima, zolang de menselijke factor niet vergeten wordt’, vertelt Wies Waanders. ‘Persoonlijke kennis van het wegennetwerk, van die boerenzandpaden rondom Vroomshoop of de tijdelijke omweg die in Enschede moet worden gemaakt, is van wezenlijk belang als elke seconde telt. En NTS biedt ongetwijfeld voordelen in de samenwerking met huisartsen en ziekenhuis, maar zal voor de meldkamer nog op enkele punten verbeterd moeten worden.’
Persoonlijk Wies Waanders, verpleegkundig centralist, Ambulance Oost
Wies Waanders legt vanachter het zestal schermen van haar ‘cockpit’ uit hoe ze overzicht houdt bij al wat er op het gebied van ambulancezorg in Twente gebeurt. Haar persoonlijke betrokkenheid bij een acutehulpvraag is en blijft groot, ook als een ambulance al ter plekke is. ‘Wij staan steeds standby, houden contact met het ambulanceteam en de ziekenhuizen en gaan na afloop na of we een melding juist hebben ingeschat en afgehandeld. En natuurlijk wil ik weten hoe het met de patiënt gaat.’ Altijd beter willen worden, met permanente aandacht voor medemenselijkheid, dat kenmerkt de verpleegkundig centralist. En de toekomstbestendige meldkamer. n 112 NETWERK | juni 2013
9
ketenpartners
‘We zijn de vrijblijvendheid ROAZ waarborgt samenwerking in de acutezorgketen Door Remko Meddeler, Geen Blad voor de Mond
Iedereen die acute zorg nodig heeft moet zo snel mogelijk en op de juiste plek de juiste behandeling krijgen. Een goede samenhang van de verschillende schakels in de acutezorgketen is daarbij essentieel. Deze kerntaak van het ROAZ werd tot voor kort met wisselend succes uitgevoerd. De strategische agenda van het Netwerk Acute Zorg Euregio legt de basis voor verbetering. ‘Wij worden de mooiste zorgregio van Nederland.’ 10
H
et Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) Euregio heeft sinds medio 2007 de op wetgeving gebaseerde taak om voor Twente en het oostelijke deel van de Achterhoek ‘de spreiding en bereikbaarheid van de acute zorg te borgen’ en de acutezorgketen ‘voor te bereiden op opgeschaalde hulpverlening’ bij een regionale ramp of crisis. Het probleem was dat ‘het gevoel dat partijen min of meer verplicht bij elkaar waren gezet overheerste, waardoor een ieder vooral het eigen belang verdedigde’, legt Henri Janssen, directeur van het Streekziekenhuis Koningin Beatrix (SKB) in Winterswijk uit. ‘Dat maakte het ROAZ niet altijd even effectief.’ Jessica Schenau is directeur van de huisartsenpost naast het SKB en nam voorheen niet deel aan het overleg. ‘Ik wist van het bestaan van het ROAZ, maar niet precies wanneer en waarom we er met onze vragen naartoe moesten. Dat beeld is veranderd dankzij de strategische agenda die er nu ligt.’
Zorgatlas Kernpunt in deze strategische agenda van het Netwerk Acute Zorg Euregio is de ‘gedeelde werkelijkheid’ die door alle ROAZ-deelnemers is onderschreven. ‘Iedereen beseft dat de dynamiek 112 NETWERK | juni 2013
in de zorg verandert’, vertelt zorggroepmanager Bert Bartelink van het SKB. ‘De tijd dat je alle zorg dichtbij hebt is voorbij. Een verantwoorde spreiding van behandelingen wordt steeds belangrijker. Om tijdswinst te behalen, om kostenefficiënt te zijn, maar vooral om de kwaliteit van de zorg te verbeteren.’ Het verder ontwikkelen van een zorgatlas, ‘die inzichtelijk maakt wie waarin het best is’, is een van de punten die het ROAZ hoog op de actielijst heeft staan. ‘Nu al hebben we afspraken met het traumacentrum van het MST in Enschede op het gebied van neurochirurgie, en werken we samen met het ziekenhuis van Bocholt als patiënten met spoed gedotterd moeten worden’, sluit Henri Janssen hierop aan. Het versterken van de acutezorgketen door onderling heldere afspraken te maken, daar gaat het om, vindt Jessica Schenau. ‘Zo is het ROAZ een prima platform om op basis van aanbevelingen vanuit wetenschappelijk onderzoek af te spreken dat bij bepaalde klachten een huisarts gaat rijden in plaats van een ambulance, of juist andersom.
Noodzaak Henri Janssen garandeert dat het ROAZ veel beter gaat functioneren. ‘We zijn
Rondetafelgesprek tussen Bert Bertelink, Henri Janssen en
de vrijblijvendheid voorbij. De strakkere agendavoering en verbeterde aansturing zorgen ervoor dat alle ketenpartners structureel en actief deelnemen, en dat we het nakomen van gezamenlijk gemaakte afspraken kunnen afdwingen.’ Buiten dat is er een zo mogelijk nog belangrijker voorwaarde voor succes. ‘De noodzaak tot samenwerken wordt door iedereen gevoeld. De wil
Ketenpartners
voorbij’
11
Jessica Schenau (laatstgenoemde ontbreekt op de foto)
is er en we hebben een leuke groep mensen. Met deze strategische agenda als basis groeien we in vijf jaar tijd uit tot een landelijk voorbeeld. Geloof me, wij worden de mooiste zorgregio van Nederland.’ n Meer informatie over het ROAZ kunt u vinden op de website van Acute Zorg www.acutezorgeuregio.nl
Aan het ROAZ nemen deel… • De ziekenhuizen en huisartsen(posten) van Enschede, Almelo, Hengelo en Winterswijk. • Ambulance Oost en Connexxion Ambulancezorg. • Verloskundingen. • De GHOR van Twente en Noord-Oost Gelderland. • GGZ-organisaties Mediant, Dimence en GGNet. • GGD Twente.
112 NETWERK | juni 2013
GROOTSCHALIGE ZORG
GROP als hulpmiddel bij Papieren tijger? Door Amanda Altepping ism Karlijn Kampman, Judith Keizers (GGD Twente) en Irma Huiskes (Regio Twente)
Infectieziektebestrijding (IZB), een wettelijke taak van de GGD, staat beschreven in het GROP. Het GROP beschrijft de interne GGD organisatie vanaf crisismelding tot en met beslissing van afschaling en nazorg. Wat doet het GGDteam IZB? Hoe lopen lijnen tijdens een uitbraak? Vragen aan Karlijn Kampman, arts IZB en Judith Keizers, sociaal verpleegkundige IZB GGD Twente.
E
12
én van de taken van het team Infectieziektebestrijding is het verwerken van meldingen en vragen over infectieziekten (het meldpunt infectieziekten). Dagelijks wordt er melding gemaakt van meldingsplichte ziekten. Karlijn vertelt: ‘Er zijn 42 meldingsplichtige ziekten volgens de Wet Publieke Gezondheid. We nemen in geval van deze ziekten, maar ook bij sommige niet-meldingsplichtige ziekten, direct maatregelen om verspreiding te voorkomen. Bekende voorbeelden zijn Kinkhoest , Hepatitis
A en STEC (Shigatoxine producerende E. Coli).’
Nadruk op preventie Het melden van een infectieziekte heeft verschillende redenen. Zo is het belangrijk dat de bron van de ziekte snel wordt opgespoord en uitgeschakeld. Sommige ziekten zijn meldingsplichtige omdat er voor gevaccineerd wordt in het kader van het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). Dit is om te kijken wat het effect is van het RVP en of een vaccin nog
Judith en Karlijn demonstreren: bemonstering bij een infectieziekte-uitbraak
112 NETWERK | juni 2013
wel goed werkt. ‘Doordat we de meldingen monitoren, kunnen we ook goed inspelen op ontwikkelingen en bijvoorbeeld preventief vaccineren. Het doel van de infectieziektebestrijding is het voorkomen dat een infectieziekte zich verder verspreid. Ontzettend belangrijk hierbij zijn strikte maatregelen op het gebied van hygiëne. Soms is het nodig de nieuwe Voedsel- en Warenautoriteit (nVWA) in te schakelen, zoals bijvoorbeeld met de besmette gerookte zalm in 2012.’, vertelt Karlijn. ‘Daarnaast doen
GROOTSCHALIGE ZORG
een crisis
13
we contactonderzoek. Dit wil zeggen dat we bekijken met wie de zieke contact heeft gehad. Deze personen worden opgespoord, voorgelicht en als het nodig is kunnen we besluiten tot vaccinatie of het geven van medicatie. Ook geven we op aanvraag, of bij een uitbraak, voorlichting op locatie en verzorgen we scholing voor (toekomstige) professionals. De nadruk ligt dus altijd op preventie!’, vult Judith aan.
Papieren tijger Het team IZB van GGD Twente heeft een opschalingschema voor meldingen van mogelijke uitbraken van infectieziekten. ‘In dit schema wordt met kleuren gewerkt. Zo wordt er bij groen gewerkt binnen de normale structuren, bij oranje schalen we op in capaciteit en bij rood wordt de crisiscoördinator ingeschakeld en overwegen we om het GROP in te
schakelen. Dit moeten we op zo’n moment aanvoelen’, aldus Judith. ‘We zien het GROP als een hulpmiddel en niet per se als centraal proces. Het is een ondersteuning, een structuur waarop je de opschaling verder uit bouwt. Bij onrust of wanneer een situatie onbeheersbaar wordt voor ons als team, kunnen we opschalen naar het GGD Rampen Opvang Plan.’
Het team IZB van GGD Twente heeft het GROP nog nooit ingeschakeld. ‘En dat is maar goed ook natuurlijk!’, vervolgt Karlijn. ‘We raken hier ook niet zo snel in paniek. Het is wel fijn dat we erop terug kunnen vallen. We hebben er ook al mee geoefend. Maar hoe het werkt in de praktijk, moeten we nog ervaren. Het is nog steeds een papieren tijger!’ n
Processen in beeld GGD Twente is verantwoordelijk voor vier processen: • Gezondheidsonderzoek bij Rampen (GOR) • Medische Milieukunde • Infectieziektebestrijding (IZB) • Psychosociale hulpverlening (PSH) In het GGD Rampen Opvang Plan, ofwel het GROP, staan deze processen beschreven. In de volgende uitgave van 112 netwerk komt het proces ‘Psychosociale hulpverlening (PSH)’ aan bod.
112 NETWERK | juni 2013
ACHTERGROND
Advanced Medical Life Een verdiepingsslag Door Arjan Christenhusz ism Albert van Eldik, Ambulance Oost
Standaarden voor ambulanceverpleegkundigen die als basis dienen voor de ambulancezorg zijn het Leerboek Ambulanceverpleegkundige, het Landelijk Protocol Ambulancezorg (LPA 7.2) en het boek Handelingenschema’s. Regelmatig krijgen ambulanceverpleegkundigen regionale opleidings- en landelijke nascholingsdagen gericht op kennis, attitude en vaardigheden om hun deskundigheid op peil te houden.
A 14
mbulanceverpleegkundigen kunnen vanaf eind 2013 een nieuwe tweedaagse cursus volgen: Advanced Medical Life Support (AMLS, www. naemt.org). VenVN Ambulancezorg heeft de licentie hiervoor gekregen van de NAEMT, de Amerikaanse organisatie voor scholing van ambulancehulpverleners. De NAEMT is bekend in Nederland door de cursus Prehospital Trauma Life Support (PHTLS) voor ambulancehulpverleners. De methodiek en besluitvorming, onderzoeksvaardigheden, behandeling en klinisch redeneren rondom de acuut zieke patiënt komen ruimschoots aan bod. Qua niveau is deze cursus enkel te volgen door ambulanceverpleegkundigen en aanverwante beroepsdisciplines zoals SEH-verpleegkundigen. Deze cursus wordt gegeven op de Academie voor Ambulancezorg in Harderwijk.
‘Thinking out of the box’ De acuut zieke, niet-traumatische, patiënt staat centraal. De benadering van de acuut zieke patiënt in deze opleiding kan omschreven worden als ‘thinking out of the box’. De basis is een methodische benadering, waarin de ABCDmethodiek is geïntegreerd. De acuut zieke patiënt presenteert zich met een verhaal en met een beeld. De anamnese, de behandeling van levensbedreigende aandoeningen (ABCD-methodiek), het lichamelijk onderzoek en het klinisch redeneren komen ruimschoots aan bod. 112 NETWERK | juni 2013
De cursist wordt uitgedaagd om bij een casus en skill station de volgende aspecten te benoemen en te demonstreren: • Is er sprake van een erg zieke, acute toestand met noodzaak tot acuut handelen en/of vervoer?
• Welke (mogelijke) aandoeningen kunnen bij de patiënt diens acute verslechtering veroorzaken? • Welke vragen moeten worden beantwoord om aandoeningen uit te sluiten of te bevestigen?
Arjan Christenhusz, verpleegkundig specialist acute zorg en ambulanceverpleegkundige
Het volgende
Support
magazine van
net werk verschijnt in september 2013
Colofon 112 Netwerk is een uitgave van Acute Zorg Euregio, Ambulance Oost en GHOR Twente. Dit magazine verschijnt vier keer per jaar en bericht over ontwikkelingen rondom acute zorg in Twente en Oost-Achterhoek. Jaargang 2013, editie juni
• Lichamelijk onderzoek uitvoeren en aanvullende diagnostiek interpreteren. • Een (werk-)diagnose stellen en een daarbij horend behandelplan in de preklinische setting.
De cursus Arjan Christenhusz, verpleegkundig specialist acute zorg en ambulanceverpleegkundige bij Ambulance Oost, heeft eind 2012 zowel de zogenaamde provider course als de instructor course gevolgd in Stafford, Engeland. Hij gaat samen met andere instructeurs deze tweedaagse cursus in Harderwijk geven. De cursus is qua opzet vergelijkbaar met de PHTLS. De cursist bereidt zich voor op de cursus door het
lezen van een (Engelstalig) studieboek en hij maakt een prétoets die bij aanvang van de tweedaagse cursus wordt ingeleverd. De cursist krijgt meerdere interactieve presentaties over de AMLSmethodiek en over diverse aandoeningen: o.a. neurologisch, thoracaal, cardiaal, abdominaal, stofwisseling en infecties. Bij elk onderdeel wordt kort ingegaan op de anatomie en (patho-)fysiologie. De cursisten gaan met casuïstieken de aangeleerde methodiek en het klinisch redeneren verwoorden. Daarna worden vaardigheden en de AMLS-methodiek getraind bij diverse skills stations met LOTUSpatiënten. Aan het eind van de tweedaagse cursus maakt de cursist een theorie-examen en een praktijktoets. n
Waardevolle verdieping Deze cursus heb ik ervaren als een zeer waardevolle verdieping op mijn theoretische kennis op het gebied van anatomie, (patho-)fysiologie en het klinisch redeneren. De ABCD-methodiek is geïntegreerd in deze AMLSdoctrine. De LPA-protocollen zijn prima te integreren, maar de AMLS-cursist wordt uitgedaagd, omdat er niet altijd direct een LPA-protocol bij een acuut zieke patiënt voorhanden is.
Redactie Kitty Muntenaar kmuntenaar@ambulanceoost.nl Lia Simon a.simon@acutezorgeuregio.nl Irma Huiskes i.huiskes@regiotwente.nl Annemarie Smidt a.smidt@geenbladvoordemond.nl Marjolein Steinhage m.steinhage@geenbladvoordemond.nl Bladformule, vormgeving, eindredactie en drukwerk
GEEN BLAD VOORDE MOND MAKERS VAN MAGAZINES
Geen Blad voor de Mond B.V. Lasondersingel 149-151 7514 BR Enschede tel. 053 460 9002 www.geenbladvoordemond.nl
ISSN 2211-8225
112 NETWERK 112 NETWERK | DECEMBER | JuNi 2013 2012
15
Bezoek ons ook online
Acute Zorg Euregio
GHOR Twente
Ambulance Oost
Postbus 50000
Postbus 1400
Postbus 784
7500 KA Enschede
7500 BK Enschede
7550 AT Hengelo
Tel. 053 487 20 97
Tel. 088 256 78 50
Tel. 074 256 22 22
info@acutezorgeuregio.nl
secretariaat@ghortwente.nl
info@ambulanceoost.nl
www.acutezorgeuregio.nl
www.ghortwente.nl
www.ambulanceoost.nl