EPG Netwerk - februari 2010

Page 1

01 cover:Basis stramien EPC

12-02-2010

16:08

Pagina 3

Jaargang 3 nr. 1

februari 2010

business magazine professionals over energieprestaties in de gebouwde omgeving

Milieuminister Cramer

Duurzaam bouwen afdwingen door strengere regelgeving

• • • •

Warmte-koudeopslag bewijst haar effectiviteit Hoog milieurendement dankzij ‘Trash to cradle’-principe BREEAM-NL, het keurmerk voor duurzame nieuwbouw De onmiskenbaarheid van de trend naar duurzaam vastgoed


• Advertenties:Basis stramien EPC

12-02-2010

13:29

Pagina 2

Daikin heeft een slimmere manier om radiatoren groen te maken.

Tot

efst maar li

80 º C

Bestaande cv-installaties worden eenvoudig duurzaam met het warmtepompsysteem Daikin Altherma HT.

Daikin Altherma HT is een revolutionair warmtepompsysteem dat u direct op aanwezige radiatoren en leidingen aansluit. Het rendement van 300% zorgt voor een fors lagere uitstoot van CO2 en een beter energielabel voor de woning. Zelfs bij een buitentemperatuur tot -20 °C heeft het systeem geen elektrische bijverwarming nodig om watertemperaturen tot 80 °C te garanderen. Bovendien verzorgt Daikin Altherma HT optioneel de warmtapwaterbereiding, met het hoogst mogelijke tapwatercomfort. Goed nieuws dus voor uw klanten, maar ook voor u, vanwege het ongekende installatiegemak. Bel voor meer informatie (088) 324 54 15 of kijk op www.daikin.nl/oplossingen.

Daikin maakt het u steeds comfortabeler.


03-03 HLF voorwoord:Basis stramien EPC

12-02-2010

16:55

Pagina 3

Inhoud

8

19

14

28

3

Voorwoord

19

Thema-artikel

5

22

Certificering duurzaamheid

7

CO2 journaal Productberichten

24

Dossier Woningbouw

8

Coverinterview

27

Fabrikant

13

Gastcolumn, Bas van der Griendt

28

Dossier Utiliteit

14

Asset management

31

Commentaar

17

PeGO column, Jan Terlouw

32

EPC berekenen

Kopenhagen brengt ons meer dan woorden! Op dit moment is er vijfennegentig procent zekerheid dat de mens een rol heeft in de opwarming van de aarde. Sceptici hebben dus gelijk dat er een kans is dat wetenschappers ernaast zitten (VN - klimaatpanel IPCC). Alle verhalen over planetaire bedreigingen zijn zo overweldigend dat veel mensen het gevoel krijgen dat hun individuele bijdrage toch geen verschil meer maakt. Zeker nu de klimaatconferentie duidelijk maakt dat 192 politieke leiders een non-akkoord opstellen van drie pagina’s waarin in 1342 woorden niets bindends of ambitieus staat. Het zal bij velen het gevoel van onmacht alleen maar groter maken. Maar wie kijkt naar wat er wél op de drie pagina’s staat: het maximeren van de temperatuurstijging op 2 graden, $ 100 miljard per jaar vanaf 2020 voor de zwaarst getroffen (ontwikkelings)landen en de aanpak van verdere ontbossing. Veel minder dan gehoopt, maar veel méér dan we ooit hadden! En dan is er nog de niet terug te draaien doorbraak in het collectieve bewustzijn dat klimaatveranderingen een grote uitdaging en kans zijn voor overheden, bedrijven en consumenten. Dit zal leiden tot akkoorden over ontbossing, aandelen duurzame energie, energie efficiency normen, CO2-compensatiemechanismen. Kopenhagen brengt ons dus meer dan woorden!

Hier kunnen wakkere ondernemers voor een golf van innovaties en kansen zorgen. Door met slimme, alledaagse oplossingen te komen. Kleine zaken die, op grote schaal gebruikt, enorme veranderingen teweeg kunnen brengen. De succesvolle ondernemer Ruud Koornstra met zijn ledlamp is daar een lichtend voorbeeld van. Voor steeds meer jonge ondernemers is duurzaamheid geen loze marketing kreet, maar een vanzelfsprekendheid en stemmen hun producten af op de toekomst van de aarde. Voor ontwikkeling van nieuwe energiesystemen zijn ook duurzaam denkende techneuten nodig en daarvoor zal de markt zelf initiatieven moeten nemen. Er is echter ook een aantal specifieke dingen die de overheid kan doen om de markt een handje te helpen. In dit nummer zegt milieuminister Cramer innovatievouchers aan te bieden, samenwerking te stimuleren en inpasbare totaalconcepten te ondersteunen. Daarbij maakt de bewindsvrouw graag gebruik van de vorig jaar door EPG Netwerk opgerichte Expertgroep.

Frans Visée, hoofdredacteur

epg netwerk business magazine • februari 2010

24

22

3


•Advertenties:Basis stramien EPC

12-02-2010

13:29

Pagina 4

www.dgbc.nl


05-05 journaal:Basis stramien EPC

12-02-2010

18:04

Pagina 3

CO2 Journaal

8,5 miljoen subsidie innovatieve klimaatideeĂŤn Ondernemers met vernieuwende ideeĂŤn over het aanpassen van de waterhuishouding aan de gevolgen van de klimaatverandering kunnen projectvoorstellen indienen voor de tender ‘Klimaatadaptie’. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat stelt hiervoor 8,5 miljoen euro beschikbaar. Een waterhuishouding die zich aanpast aan het veranderende klimaat houdt rekening met toekomstige ontwikkelingen en is berekend op perioden met weinig of juist veel water. Problemen als gevolg van zeespiegelstijging, bodemdaling of toenemende druk op de beschikbare ruimte, vragen om creatieve en innovatieve oplossingen.

Grijze markt versus duurzame energie Duurzame elektriciteitsproducenten hebben meer zekerheid nodig over de afzet van duurzame elektriciteit in de markt. Daarom roept het Regieorgaan EnergieTransitie kamerleden op zorg te dragen dat de ‘groene’ en de ‘grijze’ energiemarkt in evenwicht blijft. Het Regieorgaan helpt het kabinet om tot een duurzame energiehuishouding te komen. In het orgaan zitten vertegenwoordigers van onderzoeksinstellingen, de overheid, nongouvernementele organisaties en het bedrijfsleven.

Energielabels kunnen weer worden afgemeld Gecertificeerde energielabeladviseurs kunnen weer energielabels afmelden. Dit kan uitsluitend met energielabels die voldoen aan de aangepaste methodiek. Zie ook: www.energielabelgebouw.nl

Met de lancering van de vernieuwde website Energiesubsidiewijzer maakt de stichting Meer Met Minder het woningeigenaren steeds makkelijker om subsidies te vinden voor energiebesparende maatregelen in huis. Dat is nodig sinds is gebleken dat veel woningeigenaren geen gebruik maken van beschikbare energiesubsidies. De site geeft een helder overzicht van de actuele regelingen per gemeente, provincie en van de rijksoverheid.

epg netwerk business magazine • februari 2010

Overheid maakt vinden energiesubsidie gemakkelijker

5

9jXd 9ec\ehj HnhiZb $ ĂˆEaj\ EaVnÉ bZi KgVV\\ZhijjgYZ KZci^aVi^Z C^Zjl

Afvoerventilator

[

IQ Unit

%!'& 9l^chi

‘ZR’ Rooster

RH Sensor

:ZckdjY^\ iZ ^chiVaaZgZc ÆcVijjga^_`Ç ldc^c\kZci^aVi^ZhnhiZZb# >YZVVa kddg c^ZjlWdjl Zc gZcdkVi^Z# KZci^aZZgi de WVh^h kVc ajX]i`lVa^iZ^i 8D' Zc gZaVi^ZkZ kdX]i^\]Z^Y G= # BZZi ^c Y^kZghZ gj^biZh! Yjh Y^gZXi W^_ YZ Wgdc# 8dbbjc^XZZgi YgVVYaddh k^V O"lVkZ egdidXda# 9Z oZa[gZ\ZaZcYZ idZkdZggddhiZgh \VgVcYZgZc ZZc dei^bVVa Xdb[dgi# :E8"l^chi idi %!'&#

mmm$ZkYe$[k

^c[d@YjXd#Zj " =VcYZahhigVVi &. " -+(% KZjgcZ " 7Za\^jb " iZa (' *- (( %% (( " [Vm (' *- (( %% ))

C6IJG6A 8DB;DGI >CH>9:

CO2 Sensor


• Advertenties:Basis stramien EPC

12-02-2010

16:38

Pagina 6


07-07 ___ thema prodberichten:Basis stramien EPC

12-02-2010

16:41

Pagina 3

Productontwikkelingen

Reduses - Energie uit Hollandse bodem Het samenwerkingsverband Installect, VDL-steelweld, Quintess en GeoComfort heeft een gestandaardiseerd gasmotorgedreven warmtepompsysteem in combinatie met WKO ontwikkeld; Reduses. Reduses staat voor Real Dutch Soil Energy System. Het systeem is in staat om hoge temperatuur cv, lage

Rivier zorgt voor verwarmen en koelen De Zaan is een rivier die dankzij een pompgemaal continu stroomt. Het temperatuurverschil tussen de rivier en haar omgeving kan omgezet worden via warmtepompen naar bruikbare energie: warmte in de winter en koude in de zomer. Milieuvriendelijk. Genoeg warmte en koude om gebouwen langs de Zaan voor een groot deel te verwarmen en te koelen. Wat voor de Zaan geldt, geldt natuurlijk voor elk oppervlaktewater. De werking van het principe is afdoende aangetoond, echter komt men bij het gebruik van oppervlaktewater enkele bijzondere uitdagingen tegen.

Deze uitdagingen bevinden zich in de technische sfeer, regelgevingsfeer (vergunningsplicht) en ecologische sfeer (voorkomen van nadelige effecten voor de biologie van het oppervlaktewater door het systeem, voorkomen van biologische verontreiniging in het systeem). AMIC doet hier onderzoek naar, waarbij de te verwachten uitdagingen worden geïnventariseerd en ondervangen. www.amic.nl

Warmtepomp met passieve koeling NIBE Energietechniek start met de levering van nieuwe warmtepompseries, de F1145 PC en F1245 PC. Beide types zijn leverbaar in diverse vermogens tot en met 10 kW. De F1245 PC heeft een 180 liter grote ingebouwde rvs boiler en de F1145 PC is een solo warmtepomp, die kan worden gekoppeld aan een separate boiler. Beide warmtepompseries zijn voorzien van geïntegreerde passieve koeling. Hierdoor hoeven geen losse koelmodules te worden aangesloten, wat het installatiewerk vereenvoudigt. De uitneembare compressormodule maakt het transport van de warmtepompen bovendien eenvoudig. Daarnaast zijn de warmtepompseries te combineren met laagtemperatuur verwarming, warmteterugwinning, zonlichtsysteem en cv-ketel. Ze hebben een hoog rendement (COP= 5,0) en dragen bij aan een lagere EPC en een gunstiger energielabel. www.nibenl.nl

In het kader van duurzaamheid is ondergrondse energieopslag in Nederland de laatste jaren erg populair. Bij koude-/warmteopslag wordt ’s zomers koud grondwater gebruikt om gebouwen te koelen. Het opgewarmde water wordt opgeslagen in de bodem en in de

winter gebruikt voor gebouwverwarming. Het koude water wordt vervolgens weer opgeslagen in de bodem. Deze vorm van energievoorziening vermindert de energiekosten voor verwarmen en koelen tot wel 65% en levert bovendien een flinke CO2reductie op. KWA Bedrijfsadviseurs is een onafhankelijk adviesbureau met ruime expertise op het gebied van haalbaarheidstudies, vergunningen, ontwerp, realisatiebegeleiding en monitoring voor het ondergrondse deel van energieopslagsystemen. KWA is landelijk bij meer dan 250 systemen betrokken geweest. www.kwa.nl

Decentrale energieopwekking in woningen De mooiste decentrale energieopwekking voor huiseigenaren is als dit in eigen woning kan plaatsvinden met betrouwbare apparatuur. Hiertoe biedt Daikin voor individuele woningen een range lucht/ water-warmtepompen onder de naam Daikin Altherma, die de benodigde energie voor ruimteverwarming en warmtapwaterbereiding grotendeels eenvoudig uit de buitenlucht halen. Zo kan de bewoner zelf optimaal profiteren van de energiebesparing en een hoger comfort, doordat met de warmtepomp tevens gekoeld kan worden. Om aan te sluiten op een laagtemperatuur afgiftesysteem is zowel een split-opgesteldeversie als een Monoblock beschikbaar. Voor de overige

installaties is de Daikin Altherma HT inzetbaar, die watertemperaturen tot 80°C kan creëren. Daarnaast levert Daikin ook een wandconvector voor verwarmen en koelen met digitale ruimteregeling, die zonder meerkosten radiografisch kan communiceren met de Daikin Altherma warmtepomp. www.daikin.nl

Climate Green Climate Green is een initiatief van Ballast Nedam en ontwerpt, realiseert en exploiteert duurzame energievoorzieningen voor woningen en commercieel vastgoed. Climate Green werkt samen met projectontwikkelaars, woningcorporaties, gemeentes, bouwers en investeerders en bewoners en levert op projectniveau complete duurzame energiesystemen. Een

gezond en comfortabel binnenklimaat is het uitgangspunt. De nieuwbouwwijk Berckelbosch te Eindhoven is een voorbeeld van een project waar een aantal bestaande duurzame oplossingen wordt toegepast die elkaar in werking versterken. Een individuele warmtepompinstallatie in combinatie met individuele bodemwisselaar zorgt voor de verwarming en koeling van de woningen en voor de bereiding van het tapwater. Climate Green verhuurt de warmtepompinstallatie aan de bewoner en zorgt voor het onderhoud en vervanging voor 30 jaar. Ook bestaat de mogelijkheid om de warmtepompinstallatie te kopen. www.climategreen.nl

epg netwerk business magazine • februari 2010

temperatuur cv en gekoeld water te leveren. Tevens maakt het Reduses systeem warm tapwater met behoudt van rendement. Het systeem is traploos regelbaar, waardoor de energieopwekking altijd optimaal is afgestemd op de energiebehoefte. Door de turnkey energieopwekking lokaal te plaatsen, wordt de afhankelijkheid van de energieleverancier beperkt. Daarnaast is Reduses onafhankelijk van seizoensinvloeden. Reduses wordt toegepast wanneer de energieverdeling zich kenmerkt door een hoge warmtevraag, vraag naar warm tapwater en een bescheiden koelvraag. www.reduses.nl

Ondergrondse energieopslagsystemen

7


12-15 HLF coverinterview cramerA:Basis stramien EPC

12-02-2010

13:37

Pagina 2

Milieuminister Cramer (VROM) vertrouwt niet op marktwerking

‘Maatregelen niet langer vrijblijvend’ Daar waar Frans van Ekerschot (WWI) in de decemebereditie nog aangaf dat de rol van de overheid voornamelijk gericht moet zijn op het wegnemen van belemmeringen en het stimuleren van de vraagzijde, wil minister Cramer (VROM) juist strengere regels invoeren om de duurzaamheidsdoelstellingen te behalen. In dit exclusieve interview met EPG Netwerk geeft ze aan dat de milieudoelen voor 2020 niet worden gehaald met alleen vrijwillige afspraken en marktwerking.

Door Frans Visée

epg netwerk business magazine • februari 2010

8

Energiebesparing in de bestaande bouw zou veel meer moeten gaan om het aanbieden van concepten en totaaloplossingen. ‘Ik wil vorige kabinetten niet zwart maken, maar bij mijn aantreden begonnen we met een gigantische achterstand’, meldt Cramer. ‘De doelstelling om 20% energiebesparing in 2020 te hebben staan, is verhoudingsgewijs een enorme doelstelling. Dat is echter nog steeds onze ambitie. Waar ik zelf acties kan ondernemen, doe ik dat, in samenspraak met Eberhard van der Laan (minster voor Wonen, Wijken en Integratie, red.). We hebben een uitvoeringsorganisatie en daar hangen ook weer allerlei organisaties aan, zoals de marktpartijen UNETO-VNI en Bouwend Nederland.’ Aan het begin van de regeerperiode was in het kader van energiebesparing al een organisatie in oprichting aanwezig om initiatieven te nemen in de gebouwde omgeving, vertelt Cramer. ‘Zowel de nieuwbouw als bestaande bouw werden aangemerkt als dé sector waar nog heel veel te realiseren was.’ Vervolgens is de organisatie Meer Met Minder opgericht. ‘We wilden in eerste instantie dat iedereen zelf in de benen zou komen; dat men vanuit het idee ‘besparen loont’ zelf aan de slag zou gaan. De markt zou het zelf moeten doen.’ De bouwwereld was destijds zeer gemotiveerd om gezamenlijk aan de slag te gaan. ‘En dat was op zich al nieuw, want daarvoor was de bouwwereld helemaal niet bereid om iets te doen. De sector nieuwbouw had zoiets van ‘kalm aan’ en de sector bestaande bouw had geen idee hoe dat moest worden aangepakt.’

Vrijblijvende convenanten De milieudoelen voor 2020 worden met alleen vrijwillige afspraken echter niet gehaald. Critici menen dat Cramers voorkeur voor convenanten zich wreekt in haar milieubeleid. Volgens hen moeten er meer verplichtende maatregelen komen. Cramer is het daar mee eens. ‘Maar, ik wil meteen een misverstand uit de weg ruimen. Men denkt dat ik alleen maar voor vrijblijvende convenanten ben. Het tegendeel is waar.’ Cramer wil mensen wel zelf hun verantwoordelijkheid laten nemen. ‘In álle sectoren; niet alleen in de bouwsector. Je hebt

wel tijd nodig om mensen zelf zaken te laten inzien. Dat is psychologie en gedragsverandering. Je krijgt mensen niet mee door ze met een zweep een hok in te jagen.’ Als voormalig milieuactivist, hoogleraar milieukunde en adviseur duurzaam ondernemen bij grote ondernemingen is Cramer bekend met het beïnvloeden van gedrag van mensen. Volgens de minister wordt hier op dit moment voldoende op ingespeeld. ‘Je kunt bedrijven op verschillende manieren aanzetten tot vernieuwing. Ik heb daar zelf veel onderzoek naar gedaan. Om te beginnen moet je als overheid heel duidelijk zijn met wet- en regelgeving. Wat betreft nieuwbouw, hebben we de EPC-normen geleidelijk aangescherpt. Dit gebeurt in het kader van ‘innoveren’ en het meenemen van mainstream bedrijven. Dat is de kant van het sturen.’ Bij de bestaande bouw zijn ook afspraken gemaakt die sturend werken, aldus Cramer. ‘Maar die afspraken kunnen nóg


12-15 HLF coverinterview cramerA:Basis stramien EPC

12-02-2010

13:37

Pagina 3

Coverinterview

epg netwerk business magazine • februari 2010

Foto’s: Verbeeld!

9

‘sturender’ en dat gaan we ook doen.’ De andere factor die van betekenis is voor vernieuwing, is de manoeuvreerruimte van een bedrijf of sector, meent de minister. ‘Bij de bouwsector kun je vrij snel vernieuwen. Daardoor is deze sector flexibel en is de manoeuvreerruimte redelijk groot.’

Nieuwe verplichtende maatregelen Op dit moment worden verschillende verplichtende maatregelen voorbereid. Dat is geen nieuws, vindt Cramer. ‘Ik heb meteen al afgesproken dat we met z’n allen moeten bekijken hoe we de maatregelen effectiever en mogelijkerwijs dwingender kunnen maken, wanneer ze niet effectief genoeg zouden zijn.’ Cramer hoopt dat deze maatregelen in deze regeerperiode worden geëffectueerd. ‘We denken aan het voorjaar.’ Het accent wordt gelegd op duurzame energie, gebouwde omgeving en energie-efficiëntieverhoging in de

‘Je krijgt mensen niet

industrie. ‘We kunnen een enorme slag maken in de bestaande bouw. In de nieuwbouw is eveneens een plan opgezet. Ook dat begint zijn beslag te krijgen.’ Het planbureau rekent de maatregelen door op de effectiviteit voor het behalen van de doelen, aldus Cramer. ‘De maatregelen moeten zodanig worden ontwikkeld dat we zowel de bouwsector als de consument daarin meekrijgen. Je kunt als overheid sturen, maar je kunt ook een combinatie maken met marktkansen. Je ziet nu al dat de trend naar duurzaam bouwen belangrijk is geworden. Als je niet meegaat met die trend, lig je uit de markt. En wie voorop loopt, heeft zelfs kans om bij de bouwondernemingen te horen die de excellente gebieden mogen ontwikkelen.’

Indrukwekkende lijst regelingen

mee door ze met een zweep een hok in te jagen’

L

Volgens Cramer heeft gedragsverandering ook een component van ‘voordelen zien’, zoals comfort of minder energiekosten. ‘Die moet je formuleren. Het probleem waarop het vaak stuk loopt bij consumenten is dat mensen het gevoel hebben dat ze eerst investeringen moeten doen en dat ze die pas later terugverdienen. Daar hebben we echter allerlei regelingen voor opgezet. Het is een zeer indrukwekkende lijst.’ De bankwereld is daar niet zo tevreden over. Banken willen graag een rol spelen in het realiseren van een klimaatvriendelijke en duurzaam gebouwde omgeving, maar stuiten op de weinig eenduidige subsidieregelingen voor consumenten. Cramer is het daar niet mee eens. ‘Ik word daar af en toe een beetje moe van. Nu hebben we een hele rits regelingen en nog steeds is er kritiek op de overheid.’


12-15 HLF coverinterview cramerA:Basis stramien EPC

12-02-2010

13:38

Pagina 4

Cramer over de crisis: ‘We blijven de economie aanjagen’ Het ministerie van VROM/WWI is in november 2009 gestart met een Postbus 51-campagne ‘Er valt meer uit je huis te halen dan je denkt’ waarin de belevingswereld van de woonconsument centraal staat. Ondernemers zijn blij met de vraagstimulering, maar hebben een hogere verwachting van de besparingsmogelijkheden in de utiliteit. VROM/ WWI gaat nu ook de ‘markt’ voor energiebesparing in kantoren en bedrijfsgebouwen in beweging brengen, vertelt Cramer. ‘Daar zijn we al druk mee bezig. En naast de utiliteit gaan we ook aan de slag met scholen en (jeugd)zorginstellingen.’ Er is een grote campagne opgezet met extra geld van het traditionele beleidspakket in het kader van de crisis, deelt Cramer mee. ‘Hiermee wordt het binnenklimaat van de lagere scholen aangepakt, in combinatie met energiebesparing. Er zijn

L

epg netwerk business magazine • februari 2010

10

enorm veel initiatieven in het land en we zorgen er voor dat we daar zo snel mogelijk mee aan de slag gaan. Dit project zorgt ook voor werkgelegenheid voor mensen die werkloos raken nu de bouw wat in de vertraging zit.’ Volgens Cramer wordt in tijden van crisis niet bezuinigd. ‘We gaan er juist voor zorgen dat we de economie blijven aanjagen. Er is een crisispakket gemaakt waarin we 6 miljard hebben gestoken. We hebben gekeken welke projecten met een zoden aan de dijk zetten voor werkgelegenheid en in mijn geval ook nog een spin-off om te vergroenen.’ Een derde van die 6 miljard is gerelateerd aan duurzaamheid en energiebesparing, vertelt Cramer. ‘En dat komt omdat energiebesparing loont en veel handjes vergt. Duurzaamheid staat hoog op de agenda.’

Een goed voorbeeld van een regeling voor het MKB is de subsidieregeling Innovatievouchers. Cramer staat daar positief tegenover. ‘Het is een simpele procedure. Mensen kunnen snel initiatief nemen en het helpt hen echt op weg. Ik vind het goed om juist ook kleinere bedrijven met dit soort initiatieven te helpen. Dat is toch de toekomst.’ Ze geeft toe dat er problemen zijn met subsidieaanvragen. ‘Maar die hebben we al behoorlijk gestroomlijnd om het mensen niet te moeilijk te maken.’ Cramer benadrukt dat er zorgvuldig gehandeld dient te worden. ‘We hebben ook rekening te houden met verantwoording naar het parlement toe. En dat vergeten mensen wel eens. Altijd maar naar de overheid wijzen, vind ik te gemakkelijk. Daar kan ik niets mee.’ Op het gebied van duurzame energie zijn wel wat frustraties aanwezig. ‘We kunnen heel veel, maar we worden soms geblokkeerd door bestaande wet- en regelgeving, die geënt is op decentrale energieopwekking of een ander energievoorzieningsysteem. Ik heb in de crisis- en herstelwet een aantal zaken laten opnemen om tot versnelling te komen. Initiatieven op het gebied van duurzame energie die volgens de gebruikers geblokkeerd of vertraagd worden door wetgeving kunnen worden gemeld. De top-10 van punten die worden aangedragen, gaan we meteen in actie omzetten. Datzelfde geldt voor duurzame innovaties.’

Slagvaardig Het energiebeleid wordt vooral gedirigeerd door Brussel. Ook andere ministeries leggen claims op tafel. Toch kan Cramer al balancerend slagvaardig zijn als minister van VROM, verzekert ze. ‘We hebben een afspraak in het kabinet over het halen van

doelen. Ik ben meteen begonnen met het opzetten van het beleidsprogramma ‘Schoon en Zuinig’. Onderdelen zijn toebedeeld aan de verantwoordelijke ministers. Ik werk heel nauw samen met zeven ministers en moet ervoor zorgen dat iedereen voldoet aan wat we hadden afgesproken.’ Waar het volgens Cramer bij ‘Schoon en Zuinig’ om draait is een omvorming van het economische systeem. In brede zin. ‘Want het gaat echt om een transitie naar een duurzame economie en een duurzame energievoorziening. Als je dat wilt realiseren, zul je ook mensen moeten meenemen in het proces.’ Samenwerking en inpasbare totaalconcepten zijn positieve ontwikkelingen, vindt Cramer. Zelf maakt zij desgevraagd graag gebruik van de expertise van de onlangs opgerichte Expertgroep van EPG Netwerk. ‘Binnen het Innovatie Programma Energietransitie (IPE) zit een bulk geld voor de gebouwde omgeving. Een aantal mensen in de Expertgroep is daar nauw bij betrokken. Als deze groep daarover wil reflecteren, dan is dat uitstekend. Daar wil ik graag gebruik van maken.’ Bewustwording is het begin van het kunnen doorpakken naar een breder draagvlak, meent Cramer. ‘Anders krijg je het in een democratische samenleving niet voor elkaar. Men moet zich ook realiseren hoe moeilijk het is om met z’n allen bepaalde doelstellingen te halen. Op het terrein van klimaataanpak kun je niet zomaar vanuit de overheid zeggen: hier hebben we een paar silver bullets en daarmee heb je het voor elkaar. Al die sectoren zullen zelf ook moeten inzien dat het moet, dat het kan en dat het lonend is.’ I

‘Ik maak graag gebruik van de deskundigheid van de Expertgroep’


12-15 HLF coverinterview cramerA:Basis stramien EPC

12-02-2010

13:39

Pagina 5

Coverinterview

epg netwerk business magazine • februari 2010

11

Jacqueline Marian Cramer Milieuminister Cramer werd op 10 april 1951 geboren in Amsterdam. Zij behaalde cum laude haar doctoraal examen in 1976. In 1987 promoveerde zij aan dezelfde universiteit op een sociaalwetenschappelijk proefschrift Missio-orientation in ecology, the case of Dutch freshwater ecology. Jacqueline Cramer was van 1976 tot 1989 verbonden aan de Universiteit van Amsterdam als universitair docent, tot 1982 bij de afdeling Biologie en Samenleving en daarna bij de vakgroep Wetenschapsdynamica. Tot 1999 was zij senior onderzoeker bij het Studiecentrum voor Technologie en Beleid (STB-TNO). Tijdens de laatste vier jaar was zij gedetacheerd bij respectievelijk Philips en AkzoNobel. Van 1990 tot 1996 was zij ook bijzonder hoogleraar milieukunde aan de Universiteit van Amsterdam, waarna zij tot 1999 als bijzonder hoogleraar milieumanagement verbonden was aan de Katholieke Universiteit Brabant. Dr. J.M. Cramer werd op 22 februari 2007 benoemd tot minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in het vierde kabinetBalkenende. Jacqueline Cramer gaat over de klimaatdoelen en haar collega Maria van der Hoeven van Economische Zaken over het klimaatgeld.

Foto: Rogier Veldman


Advertenties:Basis stramien EPC

12-02-2010

13:12

Pagina 16

WTH, uw duurzame partner in comfort Het recept voor de ultieme duurzaamheid is als volgt. Men neme een product met een lange levensduur. Dit product heeft als bijzondere eigenschap energiebesparend te zijn. U laat dit installeren en u bent klaar. Kind kan de was doen. WTH biedt totaaloplossingen die aan al uw wensen voldoen. Een bijkomstig voordeel: voor u minder kopzorgen. En dat betekent voor u ook een langere levensduur. Klinkt dit te mooi om waar te zijn? Wij maken het graag waar! Bel: 078 65 10 640

Mijlweg 75 3316 BE Dordrecht

T: 078-6510640 I: www.wth.nl


13-13 HLF column bas vander griendt.qxd:Basis stramien EPC

12-02-2010

13:41

Pagina 3

Gastcolumn

door Bas van de Griendt

Vergeet de individuele bodemwisselaars niet!

Bas van de Griendt is als milieumanager verantwoordelijk voor de duurzaamheidsagenda van Bouwfonds Ontwikkeling, onderdeel van Rabo Vastgoedgroep. Een duurzame energievoorziening vormt één van de speerpunten van die duurzaamheidsagenda.

Bas van de Griendt was lid van de Taskforce WKO die in maart 2009 het advies ‘Groen licht voor bodemenergie’ uitbracht aan minister Cramer van VROM. Hij is voorzitter van de Commissie Milieu en Duurzaamheid van de NEPROM.

Om een WKO voor bijvoorbeeld woningbouw niet alleen energetisch maar ook financieel-economisch interessant te maken, heb je binnen een afzienbare termijn wel voldoende woningen nodig die je kunt aansluiten. Alleen dan is er een sluitende business case te maken. Het zijn op dit moment vooral de economische omstandigheden die, althans voor de woningbouw, de grootste bedreiging vormen voor de toepassing voor dit op zichzelf buitengewoon aantrekkelijke en duurzame energieconcept. Er worden immers nauwelijks nog woningen verkocht. Afgelopen jaar bijvoorbeeld is de woningbouwproductie bijna gehalveerd. En het perspectief voor dit jaar en de eerste helft van 2011 is niet heel veel beter. Projecten worden bijgevolg opgeknipt in kleinere stukken en uitgesmeerd over een langere termijn. Betrokkenen moeten daarom niet verbaasd zijn als er de komende jaren zeer beperkt voor open collectieve WKO-systemen wordt gekozen en steeds vaker voor individuele gesloten bodemwisselaars. U weet wel, die andere veel gebruikte vorm van bodemenergie. Ook voor deze systemen is het de bedoeling een verkeerslichtenbenadering te hanteren. Maar meer dan nu is het daarbij de bedoeling om niet alleen tot een verplichte melding te komen, maar - waar nodig - ook tot een meer of minder zware vergunningprocedure, afhankelijk van de omstandigheden. Gezien de huidige economische crisis zal de toepassing van deze individuele systemen moeten worden gefaciliteerd en zelfs worden aangemoedigd. Maar omdat sommige beleidsmakers en andere betrokkenen bij het Samenwerkingsprogramma WKO dit niet voorstaan, bestaat het gevaar dat projectontwikkelaars en bouwers niet voor bodemenergie en warmtepompen kiezen, maar eenvoudigweg voor traditionele op gas gestookte Hr-ketels. Wie dat wil voorkomen moet ook ruimte blijven bieden aan individuele bodemwisselaars!

epg netwerk business magazine • februari 2010

Bodemenergie leeft. De toepassing van warmte-koudeopslag (WKO) is de afgelopen jaren met meer dan 10% per jaar sterk gegroeid. Ons land telt naar schatting 1250 open systemen. Daar komen er jaarlijks 100 tot 150 bij. Maar als het aan minister Cramer van VROM ligt moeten dat er straks 1000 per jaar zijn. De jaarlijkse groei moet daarom verdrievoudigen. Op die manier is het mogelijk om te komen tot 20.000 systemen in 2020. Goed voor meer dan 40 PJ duurzame energie en 3 Mton minder CO2-emissie, aldus het rapport van de Taskforce WKO ‘Groen licht voor bodemenergie’. Een dergelijke emissiereductie komt overeen met meer dan 10% van de totale uitstoot van de gebouwde omgeving. Omgerekend in woningequivalenten is de genoemde hoeveelheid duurzame energie gelijk aan de warmtebehoefte van ruwweg 1 à 1,5 miljoen huishoudens ofwel 15 tot 20% van de totale woningvoorraad. Alle reden dus om groen licht te geven voor het gebruik van bodemenergie. Om dat mogelijk te maken is het ‘Samenwerkingsprogramma WKO’ opgesteld. De inzet van dit programma is gericht op versnelde groei door het benutten van kansen en het wegnemen van belemmeringen. Vergunningprocedures moeten uniformer, eenvoudiger en sneller. De inmiddels bekende ‘verkeerslichtenkaart’ met groene, oranje en rode gebieden speelt daarbij een belangrijke rol. Het tempo waarin overheid en bedrijfsleven thans werken aan het Samenwerkingsprogramma WKO is bewonderenswaardig en veelbelovend. De inwerkingtreding van de AMvB bodemenergie op basis van de Crisis- en Herstelwet wordt immers al voorzien vóór de zomer van dit jaar. Dat is amper een jaar nadat de Taskforce WKO haar advies uitbracht. Aldus bezien werkt iedereen en alles mee om de toepassing van WKO tot een succes te maken. Hoewel, alles?

13


14-15 COM asset management:Basis stramien EPC

12-02-2010

13:49

Pagina 2

Hans Copier over de visie van IVBN op duurzaam vastgoed

‘Echt duurzaam is het verduurzamen van de voorraad’ De IVBN wil de verduurzaming van Nederland versnellen door te investeren in de bestaande gebouwenvoorraad en de leegstand terugdringen. De Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed Nederland (IVBN) wil huurders actief betrekken bij deze opgave. Een gesprek met Hans Copier, bestuurslid en voorzitter Taskforce Duurzaamheid bij IVBN.

epg netwerk business magazine • februari 2010

14

De trend naar duurzaam vastgoed is volgens de IVBN onmiskenbaar. De samenleving, stelt de vereniging, eist het van de markt. Hans Copier: ‘Op gebouwniveau is de keuze voor een fonkelnieuw, zeer duurzaam gebouw snel gemaakt. Maar waar het werkelijk om draait is wat per saldo voor de hele markt duurzamer is. Is dat verduurzaming van de bestaande voorraad? Of het blijven toevoegen van, weliswaar zeer duurzame, nieuwbouw met stijgende leegstand en toenemende druk op schaarse ruimte als neveneffecten?’ De IVBN bepleit daarom de saldobenadering. Copier: ‘Daarin baseer je de keuze voor nieuw vastgoed op het saldo van positieve en negatieve effecten op de duurzaamheid van de gehele gebouwenvoorraad.’

Nieuwbouw is marginaal Het meenemen van effecten op leegstand met behulp van de saldobenadering, zullen volgens Copier de balans veel vaker doen doorslaan in het voordeel van verduurzaming van bestaande gebouwen. Nieuwbouw voegt per jaar slechts 1 of 2 procent toe aan de voorraad. Copier: Dat is een veel te laag tempo om de duurzame ambities van de overheid binnen een acceptabele termijn waar te maken.’ De leegstand is structureel van aard en te groot. Op een kantorenvoorraad van 45 miljoen m2 staat zo’n 6 tot 7 miljoen m2 leeg, waarvan 1 à 1,5 miljoen m2 verouderd is, becijfert IVBN. Het gaat dan vooral om kantoren in het middensegment, op wat Copier ‘uitwisselbare locaties’ noemt. ‘Ontwikkelaars bieden huurders van die panden ongeveer elke 5 jaar een nieuw kantoor aan. Het maakt deze huurders niet veel uit waar; Maarssen, Nieuwegein of Vleuten-De Meern, om maar wat voorbeelden in de regio Utrecht te noemen. Huurders zijn dus permanent aan het verhuizen, gelonkt door het perspectief van telkens een nieuw gebouw. Ondertussen blijft de leegstand groeien.’ Ook bij winkels is er volgens Copier sprake van een vervangingsmarkt.

Samenwerking IVBN wil de saldobenadering graag uitdragen in de markt, maar wel samen met andere partijen. Met de overheid bijvoorbeeld, die een belangrijke rol speelt omdat zij beslist waar en wat gebouwd mag worden. Met huurders wil IVBN duurzame mogelijkheden van het

gebouw optimaliseren door verbetering van het gebouwgebonden energie- en watergebruik. De voorzitter van de Taskforce Duurzamheid gaat verder: ‘Maar duurzaamheid is meer. Het betekent ook zorgvuldig omgaan met schaarse ruimte en locaties, nabijheid van openbaar vervoer en andere voorzieningen. En efficiënt omspringen met materialen en het minimaliseren van afvalstromen.’ Omdat huurders grotendeels de financiële vruchten plukken van investeringen in duurzaamheid, is samenwerking ook hier het devies. Huurders kunnen bijvoorbeeld mee-investeren of instemmen met een (iets) hogere huurprijs. Toch weegt besparing op energielasten niet in alle gevallen op tegen een eventuele huurverhoging. Want, wat als een investering in een duurzame maatregel pas op de lange termijn lonend is? Of energiebesparende maatregelen alleen leiden tot besparingen als de verwachte stijging van energiekosten optreedt? ‘Eigenaren en huurders zullen in die gevallen meerjarige huurafspraken willen maken. Overheden moeten dat beleidsmatig en contractueel faciliteren’, aldus Copier.

Duurzaamheidsmeetlat IVBN neemt sinds kort deel aan de Dutch Green Building Council (DGBC). DGBC ontwikkelde voor de Nederlandse markt een meetlat voor nieuw duurzaam vastgoed en koos voor de in Engeland ontwikkelde BREEAM-meetlat DGBC vertaalde deze meetlat en maakte haar geschikt voor de Nederlandse markt. In maart 2009 verschenen de hoofdlijnen van de Engelse BREEAM In-Use-meetlat voor bestaande gebouwen ‘BREEAM In-Use geeft niet alleen een asset rating van een bestaand gebouw, maar gaat ook in op het gedrag van de gebruiker’, vult Copier aan. EPG Netwerk geeft in deze editie extra aandacht aan BREEAM, zie pagina’s 22-23. IVBN verwacht dat de BREEAM meetlat voldoet aan de eisen die vastgoedbeleggers en hun huurders aan zo’n duurzaamheidsmeetlat stellen. Copier: ‘We willen binnen DGBC een belangrijke rol spelen bij de vertaling van BREEAM In-Use naar de Nederlandse situatie. Daarom steken we geld, energie en menskracht in de verdere ontwikkeling van een goede meetlat voor de bestaande bouw. Een meetlat die gebouweigenaren en huurders breed accepteren en gebruiken.’ I


14-15 COM asset management:Basis stramien EPC

12-02-2010

13:50

Pagina 3

Asset management

epg netwerk business magazine • februari 2010

‘We willen binnen DGBC een belangrijke

15

rol spelen bij de vertaling van BREEAM In-Use naar de Nederlandse situatie’

Duurzaam kantoor loont Duurzame kantoorgebouwen zijn niet alleen een maatschappelijk verantwoorde belegging, ze leveren ook een hoger beleggingsrendement op. Dat blijkt uit grootschalig onderzoek onder Amerikaanse kantoren, uitgevoerd door Maastricht University en de Universiteit van Californië in Berkeley. Piet Eichholtz, hoogleraar vastgoedfinanciering, begeleidde samen met Nils Kok het onderzoek vanuit Nederland. Duurzame kantoren leveren gemiddeld een 2% hogere huur per vierkante meter op. En ze hebben een hogere en stabielere bezettingsgraad dan vergelijkbare reguliere kantoren. Het feitelijke huurvoordeel komt daardoor op 6 tot wel 9%. Eichholtz: ‘Bij verkoop brengen duurzame kantoren maar liefst 16% meer op dan een soortgelijk niet-groen pand, omdat het risico door de stabiele bezettingsgraad kleiner is.’ Hoewel de gegevens verzameld zijn in de Verenigde Staten, zijn de resultaten volgens de onderzoekers ook relevant voor de Europese vastgoedmarkt. De energieprijzen en bouwmethoden zijn vergelijkbaar. Toch is gefundeerd onderzoek in Nederland nog niet mogelijk. Eichholtz: ‘We hebben nog te weinig ratings om zinvol statistisch onderzoek te doen. Maar als de saldobenadering van IVBN aanslaat kan dat heel snel veranderen!’ Piet Eichholtz


• Advertenties:Basis stramien EPC

12-02-2010

16:37

Pagina 16

“Neem plaats aan de Climate OK tafel.”

epc netwerk business magazine • februari 2010

16

“ Brink Climate Systems is de laatste jaren uitgegroeid tot totaalleverancier op het gebied van mechanische ventilatie, zowel centraal als decentraal, met en zonder WTW. De systemen van Brink dragen in alle typen gebouwen bij aan een gezond, energiezuinig en comfortabel binnenklimaat. Dat onze producten hierbij voldoen aan de hoogste kwaliteitseisen spreekt voor zich. Maar we willen meer. Daarom komen we met Climate OK. Climate OK is een initiatief van Brink om de kwaliteit van het binnenklimaat hoger op de agenda te plaatsen bij architecten, ontwikkelaars, installateurs en eindgebruikers. Hecht u net zoveel belang als wij aan een binnenklimaat dat gezond, energiezuinig en comfortabel, oftewel Climate OK is? Bel Brink Climate Systems (0522) 46 99 44 en neem plaats aan de Climate OK tafel.” Meer informatie over Brink Climate Systems vindt u op www.brinkclimatesystems.nl. Brink Climate Systems is gecertificeerd volgens ISO 9001 en ISO 14001.


17-17 OPG commentaar:Basis stramien EPC

12-02-2010

13:51

Pagina 3

PeGO column

Verleidelijk verplichten

!

Dr. J.C. Terlouw Voorzitter Platform energietransitie Gebouwde Omgeving

Meer info over het PeGO congres: www.pegocongres.nl Meer info over PeGO: www.creatieve-energie.nl

!

epg netwerk business magazine • februari 2010

Het tempo van energiebesparing in de gebouwde omgeving is te laag. Veel te laag om de ambitieuze doelstellingen op het gebied van energiebesparing, duurzame energie en CO2-reductie van het kabinet en van Europa te halen. De markt kan het: ze heeft er de middelen, menskracht en het innovatievermogen voor om dit te regelen. Maar dan moet de vraag er ook zijn. Die is op het moment onvoldoende. Dus moet de overheid haar verantwoordelijkheid nemen en zodanige condities scheppen dat de vraag aantrekt. Ik zie dat niet gebeuren zonder een vorm van verplichting. Verleidelijk verplichten, dat is het thema van ons jaarlijkse PeGO congres. Hoe krijgen we de markt voor energiebesparing in de bestaande gebouwde omgeving op gang? Een vorm van verplichting? Hoogstwaarschijnlijk. Maar welke verplichting dan? Voor wie en hoe snel? En hoe organiseren we het zo dat het ook aantrekkelijk is om in je woning of gebouw energiebesparing te realiseren? PeGO heeft zo haar gedachten hierover en wil deze graag delen en bediscussiĂŤren met deskundigen op het gebied van beleid en de gebouwde omgeving. Ik nodig iedereen uit om op 18 maart naar Den Haag te komen en met ons mee te denken.

17


• Advertenties:Basis stramien EPC

12-02-2010

13:30

Pagina 18

Wij helpen u op weg

Wat is duurzaamheid voor u? Een lagere energierekening. Beheersbare onderhoudskosten. Of inzet van de nieuwste technologieën bij een gebiedsontwikkeling. Welke reden u ook heeft, dit is het moment om uw energieverbruik terug te dringen. Om schonere energie te gebruiken. Duurzaamheid is niet langer een doel op zich, maar een vereiste. Wij helpen u dit te realiseren.

Wij geven heldere adviezen. Van een eenvoudige energiescan tot technische en financiële haalbaarheidstudies. En in een volgende fase nemen wij ook het ontwerp en de uitvoering van het project volledig voor onze rekening. Wij creëren met uw wensen een optimaal project.

Ballast Nedam IPM, uw partner in duurzame energie

۷ +31 (0) 345 639 250

Of het nu gaat om advisering, ontwerp, realisatie, beheer, onderhoud of exploitatie, wij bieden u complete, vakkundige oplossingen op maat. Dat is duurzaamheid voor ons.

www.bnipm.nl

epc netwerk business magazine • februari 2010

18

Ecologische (r)evolutie bij DERBIGUM® DERBIGUM: Naast bewezen duurzame producten (durability), ook duurzame levenscyclusanalyses (sustainability).

DERBIBOND NT® Milieuvriendelijke koudlijm zonder solventen

DERBIBRITE NT® de passieve koeler

DERBISOLAR®

Energie-besparingsanalyse Energie-opleveringsanalyse Milieucertificaat CO2 - emissie reductie Dakadvies met werkomschrijving Recycling oude dakbanen

duurzame energie door flexibele fotovoltaïsche zonnecellen

DERBIGUM NT® & DERBICOAT NT® Toplaag en onderlaag op basis van gerecycled materiaal o.a. uit oude dakbanen

DERBICLEAN NT® Biologisch afbreekbaar reinigingsproduct

DERBIGUM NEDERLAND B.V. Olof Palmestr. 18 – Postbus 237 – 2600 AE Delft Tel.: 015/215 40 00 – Fax: 015/215 40 11 infonl@derbigum.com – www.derbigum.nl www.derbisolar.nl – www.nen6050.nl

www.derbigum.nl/epg


19-21 COM thema-artikel:Basis stramien EPC

12-02-2010

16:05

Pagina 3

Thema-artikel

Nederlandse Vereniging voor Ondergrondse Energieopslagsystemen

‘Overheid moet consument helpen met duurzame energie’ Meer dan tweederde van kopers van nieuwbouwwoningen maakt zich zorgen over klimaat en milieu, maar de bereidheid om er extra voor te betalen is gering. Dat wijst consumentenonderzoek epg netwerk business magazine • februari 2010

van Bouwfonds uit. Volgens de ontwikkelaar helpt goede voorlichting over woonlasten om de consument over de streep te trekken. Maar Guido Bakema, voorzitter Nederlandse Vereniging voor Ondergrondse Energieopslagsystemen, denkt dat er meer voor nodig is. ‘De duurzame ambitie van Nederland is te groot om de verantwoordelijkheid hiervoor bij de consument te leggen.’

Door Karl Bijsterveld

Voorlichting helpt onvoldoende Guido Bakema is namens de Nederlandse Vereniging voor Ondergrondse Energieopslagsystemen (NVOE) vertegenwoordigd in de Stichting DE (Duurzame Energie) Koepel, die de invloed op de politiek en beleidsmakers wil vergroten ten gunste van duurzame energie. Hij gelooft niet dat alleen goede communicatie met de woonconsument over lagere woonlasten, hem motiveert om een duurdere energiezuinige woning te kopen. ‘Tot nu toe zijn de belangrijkste stappen in verduurzaming van woningen bereikt doordat de overheid via continue EPC-verlaging de bouwkolom dwong om energiezuiniger te ontwerpen en te bouwen.’

Hoe hard ontwikkelaars ook hun best doen voor groene woningen, de consument loopt er niet warm voor

Volgens Bakema moeten we de consument dan ook niet overtuigen om een duurzame woning te kopen, maar een kader ontwikkelen waarin duurzame energie de norm is. Bakema: ‘Een taak voor de overheid. Zij moet niet-duurzame energie ontmoedigen door de prijs daarvan op te krikken of door regelgeving in te voeren die de markt verder dwingt slimmer en duurzamer te ontwerpen.’ De prijs van warmte-koudeopslag (WKO) in de woningbouw is op dit moment over de levensduur van de woning (30 jaar) al aanzienlijk goedkoper dan conventionele technieken. ‘Probleem is dat de basisinvesteringen in het duurzame

19

L

Baat het niet dan gaat het niet, is de belangrijkste conclusie uit het onderzoek dat Bouwfonds Ontwikkeling hield onder consumenten naar markt- en prijsacceptatie van energiezuinige nieuwbouwwoningen in Nederland. Energiezuinigheid is een plus, maar geen pré voor kopers. Hoe hard ontwikkelaars ook hun best doen voor groene woningen, de consument loopt er niet warm voor (zie kader). De voornaamste reden om wel extra te betalen voor een energiezuinige nieuwbouwwoning is een lagere energierekening, en niet het milieubewustzijn. De geringe belangstelling, beweert Bouwfonds, komt deels door gebrekkige communicatie. Ontwikkelaars maken nog te weinig duidelijk wat consumenten kunnen besparen. Ook de overheid heeft hier een taak, zegt Bouwfonds. Te veel gaat het over regels en techniek of over energie en klimaat, en te weinig over woonlasten. Als woonconsumenten eenmaal over informatie beschikken, is de belangstelling voor innovatieve energiesystemen groot.

Guido Bakema


• Advertenties:Basis stramien EPC

12-02-2010

18:25

Pagina 20

Adviseurs grondwater met praktische aanpak energieopslag KWAlitatief advies waarborgt een betrouwbare inzet van ondergrondse energieopslag, waarmee koude- en warmtelevering op duurzame, rendabele wijze gerealiseerd kan worden. KWA is een betrouwbare en praktisch ingestelde kennis- en gesprekspartner. Wij kiezen expliciet voor het bedrijfsleven, om optimaal, integer en onafhankelijk uw bedrijfsbelang te vertegenwoordigen.

www.kwa.nl

> arbo

Ondergrondse energieopslag KWA levert voor het ondergrondse deel van een opslagsysteem: • geohydrologische haalbaarheidstudies

> bodem > energie

• ontwerp en technische werkomschrijving • benodigde vergunningaanvragen

> geluid

• begeleiding bij realisatie en beheer Dit doen we effectief (tijd en kosten) en op basis van 20 jaar ervaring met ruim 250 systemen, in zowel de utiliteit, glastuinbouw en industrie als in

> kwaliteit > lucht

de woningbouw.

> milieu KWA is actief lid van de Nederlandse Vereniging voor Ondergrondse Energieopslagsystemen (NVOE).

> veiligheid > water

KWA Bedrijfsadviseurs B.V. Regentesselaan 2, Postbus 1526, 3800 BM Amersfoort. Telefoon: 033 – 422 13 10, e-mail: water@kwa.nl.

epc netwerk business magazine • februari 2010

20

De bewezen duurzame techniek

Comfortabel energie besparen Duurzaam energiesysteem; energieopslag met warmtepomp Turnkey gestandaardiseerde levering Compleet met regel- en besturingstechniek incl. monitoring op afstand Assistentie en ondersteuning bij gebouwinpassing

GeoComfort BV Dorpsstraat 30 7234 SP Wichmond tel 0575-441186 fax 0575-431199 geocomfort@geocomfort.nl www.geocomfort.nl


19-21 COM thema-artikel:Basis stramien EPC

12-02-2010

16:06

Pagina 5

Thema-artikel

Elektriciteitsproductie in Duitsland in miljard kilowattuur (kWh) 600 500 400

Fossiele energie

300

100

Duurzame energie 2000

2010

2020

2030

Bron: BEE, BMU, Öko-Instituut en VDEW

De ontwikkeling en opmars van duurzame energie kent een stijgende lijn. Bovenstaande grafiek toont die prognose voor Duitsland, wat onder andere te danken is aan het in Duitsland ingevoerde feed-in tarief voor elektriciteit. Naast de opkomst van duurzame energie (renewable energy) toont de grafiek de verwachting dat kernenergie langzaam verdwijnt. Het is positief te constateren dat het totale energieverbruik afneemt, terwijl het de verwachting is dat het aantal Duitse huishoudens blijft stijgen.

epg netwerk business magazine • februari 2010

Kernenergie 200

21 L

systeem veel hoger zijn dan voor een conventioneel systeem.’ Bakema beklaagt zich erover dat tarieven voor duurzame energiebronnen, zowel investeringen als afname, via de nieuwe Warmtewet gelijk worden geschakeld aan die van conventionele energie. ‘Dit belemmert de introductie van duurzame energie aanzienlijk. We moeten de energieprijzen juist over de looptijd van projecten, tussen de 10 en 15 jaar, beschouwen.’

Grenzen stellen Om prijsveranderingen in energie voor elkaar te krijgen en de vraag naar duurzame energie te stimuleren, moet de overheid grenzen durven te stellen, vindt Bakema. Ze moet het probleem niet aan de markt overlaten. Bakema ziet de landelijke politiek worstelen met de vraag hoe duurzame energie te promoten en constateert dat hun kennis hierover niet volledig is. Hij denkt dat de vele belangen in de bestaande energiesector een omslag naar een duurzame energievoorziening in de weg zitten. ‘Het probleem is dat de cashstroom van de energiesector gehaald wordt uit conventionele energie, en dat duurzame energie op korte termijn geld kost.’ Bakema wees de Kamerleden op het in Duitsland ingevoerde feed-in tarief voor elektriciteit, waarbij productenten van duurzame energie over een periode van twintig jaar een gegarandeerd tarief krijgen. Het systeem wordt betaald door een heffing op elektriciteit voor alle gebruikers. Namens de DE-koepel pleit de NVOE ook voor een vergelijkbaar systeem voor duurzame warmte.

Lichtpuntjes Ondanks de moeizame weg naar een duurzamere energiesector, ziet Bakema wel lichtpuntjes. Hij vindt dat het ministerie van VROM goed aan de slag is gegaan met de uitkomsten van de Taskforce WKO, die vorig jaar aanbevelingen deed om WKO te stimuleren. Er ligt een voorstel om het vergunningstelsel voor open systemen te versoepelen. En VROM trekt geld uit om WKO beter te

promoten, verder te onderzoeken en opleidingen te verzorgen. Ondanks aarzeling bij de landelijke overheid om extra regels in te stellen, ziet Bakema dit wel op provinciaal en lokaal niveau. ‘De drie noordelijke provincies verlagen versneld EPC naar 0,5. De provincie Utrecht komt met eigen, strengere wetgeving. En steeds meer gemeenten richten een eigen duurzaam energiebedrijf op.’ Maar bovenal blijft Bakema er zich voor inzetten dat duurzame energie de norm wordt. En dat consumenten deze energie gebruiken zonder daarvoor de financiële en technische risico’s te moeten dragen. Hij besluit: ‘Werken aan de loyaliteit van consumenten is een goede stap, maar we mogen niet alleen de consumenten verantwoordelijk maken voor invoering van duurzame energie. Daar is onze duurzame ambitie te groot voor en moet ze te snel worden bereikt!’ I

Resultaten Bouwfonds-onderzoek Bouwfonds Ontwikkeling deed onderzoek onder 1.665 consumenten naar markt- en prijsacceptatie van energiezuinige nieuwbouwwoningen in Nederland: • 78% investeert liever in luxe keuken of badkamer; • Onafhankelijk van terugverdientijd is 46% bereid 5.000 euro extra te betalen voor energiezuinige nieuwbouwwoning; • Levert een energiezuinig systeem gegarandeerd een lagere energierekening op en is ook de terugverdienperiode gegarandeerd, dan is 62% bereid een meerprijs van 15.000 euro te accepteren; • Meer dan 50% van de potentiële kopers die een nieuwbouwwoning boven de 400.000 euro kopen, is bereid 30.000 euro meer te betalen, mits uiterlijk binnen 10 jaar terugverdiend; • Kopers zijn het meest enthousiast over warmtepomp met bodemwisselaar & zonnecellen, zonneboiler en de CO2-gestuurde ventilatie.


22-23 HLF Certificering duurzaamheid:Basis stramien EPC

12-02-2010

13:52

Pagina 2

DGBC lanceert duurzame certificaten voor nieuwe utiliteitsgebouwen

‘BREEAM-NL zorgt voor blijvende verduurzaming’ BREEAM-NL Nieuwbouw is het nieuwe keurmerk voor de beoordeling op duurzaamheid van nieuwe utiliteitsgebouwen. Binnenkort worden de eerste certificaten uitgereikt. Na een ontwikkelingstijd van krap twee jaar heeft het keurmerk al snel een plek gevonden in de bouwwereld. De Dutch Green Building Council is initiator van BREEAM-NL en geeft aan dat het keurmerk voor blijvende verduurzaming gaat zorgen.

epg netwerk business magazine • februari 2010

22

BREEAM-NL Nieuwbouw is het eerste operationele product van de Dutch Green Building Council (DGBC), een onafhankelijke organisatie die streeft naar blijvende verduurzaming van de bebouwde omgeving in Nederland. De DGBC ging eind 2007 van start met de overtuiging dat duurzame ontwikkeling géén hype is. Toen behoorlijk radicaal, maar inmiddels al op een positieve manier achterhaald. Duurzame ontwikkeling is duidelijk geen hype… het blijkt bittere noodzaak! De onverwachte financiële crisis van de afgelopen twee jaar speelde daarbij de rol van katalysator.

Blijvende verduurzaming Voor blijvende verduurzaming zijn vier zaken nodig. Om te beginnen moet je duurzaamheid meetbaar maken. Pas wanneer je kunt zeggen wat duurzaamheid precies is en hoe je het berekent, kun je eisen aan de duurzaamheidprestatie van bouwwerken stellen. Ten tweede moet duurzaamheid zichtbaar worden ‘in de markt’. Met andere woorden: het ‘iets extra’s doen op het gebied van duurzaamheid’ moet uiteindelijk een voordeel opleveren ten opzichte van de concurrentie. Een keurmerk als BREEAM-NL Nieuwbouw is dan een uitstekend advertentiemiddel. Deze twee facetten kunnen niet zonder de derde: kennis over duurzaamheid. Wat is duurzaamheid? Hoe breng je het in praktijk? Hoe verbeter je het? Tenslotte heb je een doel nodig, namelijk: duurzaam bouwen in Nederland gemeengoed maken.

Commercieel relevant Uit het voorgaande blijkt al wel dat de DGBC het ‘groene

vraagstuk’ op een zakelijke manier aanpakt. Om echt iets te bereiken, moet je je op de markt zelf richten. Een instelling die voortkomt uit het feit dat de DGBC een initiatief is van organisaties op het gebied van bouw en vastgoed. Onder de allereerste participanten (nog steeds trots getooid met de aanduiding ‘founding partners’) tref je ABN AMRO, vastgoedontwikkelaar Redevco, super-aannemer Dura Vermeer, het kennisinstituut voor de bouw SBR, de vastgoedafdelingen van ING en TNT en de gemeente Amsterdam. Allemaal organisaties met de overtuiging dat als duurzaamheid je aan het hart gaat, je het onderwerp op een realistische en commercieel relevante manier moet vormgeven. En deze aanpak werpt zijn vruchten af. Zo heeft het ministerie van VROM certificatie volgens BREEAM-NL Nieuwbouw (met minimaal de uitkomst ‘Good’) inmiddels opgenomen in de Milieulijst 2010. Zo’n certificatie levert nu via de MIA/Vamilregeling 15% Milieu Investeringsaftrek op.

Internationaal aspect Na een grondige voorbereiding werd de DGBC in januari 2008 officieel gepresenteerd. De belangrijkste taak startte direct: keurmerken ontwikkelen die duurzaamheid meetbaar en zichtbaar gaan maken. Na een stevig oriënterend en vergelijkend onderzoek koos de DGBC ervoor een Nederlandse versie van het Britse ‘Building Research Environmental Assessment Method’ (BREEAM) te ontwikkelen. Vooral omdat dit systeem naast zaken als energiebesparing ook ‘zachtere’ duurzame aspecten beoordeelt. Verder is de eigenaar, de

Dutch Green Building Council

Om de basis te leren of om BREEAM Expert te worden, worden trainingen aangeboden.

De Dutch Green Building Council (DGBC) is een onafhankelijke non-profit organisatie die streeft naar blijvende verduurzaming van de bebouwde omgeving in Nederland. De organisatie ontwikkelt keurmerken voor de onafhankelijke beoordeling van gebouwen (zowel nieuw als bestaand) en gebieden op hun duurzaamheidprestatie. De DGBC opereert zonder winstoogmerk en is géén (semi-)overheidsinstantie. De stichting bestaat dankzij de bijdragen van de DGBC-participanten: bedrijven en organisaties uit de branche die duurzaamheid belangrijk vinden. Er zijn inmiddels 219 participanten aangesloten. De DGBC maakt verder deel uit van een internationaal netwerk van Green Building Councils. Verschillende hiervan zijn met actieve steun van de DGBC opgericht. Meer informatie: www.dgbc.nl.


22-23 HLF Certificering duurzaamheid:Basis stramien EPC

12-02-2010

13:53

Pagina 3

Certificering

Eerste keurmerk Het eerste daadwerkelijk door de DGBC gerealiseerde keurmerk is BREEAM-NL Nieuwbouw. Dit beoordelingssysteem stelt de duurzaamheidprestatie vast van nieuw te bouwen utiliteitsgebouwen, zoals kantoren en industriële ruimten. Op 9 september 2009, de Dag van de Duurzaamheid, is BREEAM-NL Nieuwbouw officieel gelanceerd. De eerste beoordelingstrajecten lopen inmiddels op hun eind en binnenkort wordt ergens in Nederland het eerste officiële BREEAM-NL Nieuwbouw Certificaat uitgereikt.

Voortgaand proces Op 15 januari 2010 was BREEAM-NL Nieuwbouw Versie 1.1 afgerond. Hierin zijn de ervaringen van zo’n 100 feedbacks verwerkt, groot en klein en op alle deelgebieden. De inleiding is uitgebreid, verduidelijkt en verbeterd. Daarnaast neemt de DGBC het bewijsvoeringproces intensief onder de loep. Voor alle keurmerken geldt namelijk dat de ontwikkeling een voortgaand proces is. Het houdt nooit echt op. Via de website www.quickscanduurzaamheid.nl kunnen geïnteresseerden hun

duurzaamheidvraagstukken kwantificeren. De Financiële Quickscan Duurzaamheid geeft inzicht in gemaakte keuzes en hun financiële consequenties.

Onmiskenbare dimensie De DGBC werkt ondertussen rustig verder. Aan de aanpassing van BREEAM-NL Nieuwbouw voor toepassing op woningen en appartementen wordt hard gesleuteld. Het streven is om deze aanpassing per 1 maart 2010 af te ronden. De lijst met voor woningbouw relevante credits is af en ligt ter beoordeling bij de BRE. De verdere productie van BREEAM-NL Bestaande Bouw vindt plaats in samenwerking met de vorig jaar opgerichte International Sustainability Alliance (ISA). Dit geeft het DGBC-initiatief een onmiskenbare internationale dimensie. In de speciaal voor Bestaande Bouw gestarte werkgroepen is men hard aan het werk om nog voor de zomer een bètaversie en daarmee nieuwe pilots te realiseren. Ook voor BREEAM-NL Gebied worden werkgroepen opgezet. Dit systeem voor de beoordeling van gebiedsontwikkeling definieert duurzaamheid in drie lagen: Ondergrond; Infrastructuur en Occupatie. Het krijgt zes hoofdcategorieën: Management, Bronnen, Ruimtelijke Ordening, Klimaat, Welzijn en Synergie. De eerst concrete resultaten worden nog voor de zomer verwacht. I

BREEAM-NL BREEAM-NL is een beoordelingsmethode om de duurzaamheidprestatie van gebouwen te bepalen. BREEAM staat voor Building Research Establishment Environmental Assessment Method en werd oorspronkelijk ontwikkeld door het Building Research Establishment (BRE), een Engelse onderzoeksinstantie. De toevoeging NL maakt duidelijk dat het hier om de Nederlandse versie gaat: door de DGBC vertaald, aan de Nederlandse situatie aangepast en doorontwikkeld. Het eerste operationele keurmerk heet BREEAM-NL Nieuwbouw en is specifiek bedoeld voor de beoordeling van nieuw te bouwen utiliteitsgebouwen. Sinds eind 2009 worden er certificeringen mee uitgevoerd. De DGBC werkt verder aan een uitbreiding die BREEAM-NL Nieuwbouw geschikt maakt voor toepassing op woningen en appartementen; een keurmerk voor bestaande bouw en een keurmerk voor gebiedsontwikkeling. Meer informatie: www.breeam.nl.

De BREEAM score wordt bepaald aan de hand van de beoordeling van negen categorieën: energie, gezondheid, landgebruik & ecologie, materialen, management, vervuiling, transport, afval en water. Zie iconen hiernaast.

epg netwerk business magazine • februari 2010

Building Research Establishment (BRE), een gevestigde naam met meer dan twintig jaar ervaring. In die periode reikte de organisatie al tienduizenden certificaten uit. De term BREEAM wordt overal ter wereld herkend en vormt in Europa het overheersende systeem. Het internationale aspect van de hele onderneming speelde duidelijk al vanaf het begin een belangrijke rol.

23


24-25 HLF Dossier woningbouw:Basis stramien EPC

12-02-2010

13:54

Pagina 2

Hoog milieurendement door te bouwen met afval uit de directe omgeving

Trash to cradle Bouwen doe je met grondstoffen uit de buurt. 2021Architecten geeft aan deze oude kennis een nieuwe inhoud door te bouwen met afval- en restmaterialen uit de directe omgeving van de bouwlocatie. Enschede heeft de primeur. Daar is de eerste zogenaamde Superuse woning verrezen: Villa Welpeloo in de veelgeprezen wijk Roombeek. Milieuwinst, aldus Jeroen Bergsma van het Rotterdamse architectenbureau.

Door Arie Grevers

epg netwerk business magazine • februari 2010

24

‘Ja, dat hebben we uitgerekend,’ is het antwoord dat Jeroen Bergsma geeft op de vraag of hem bekend is, wat de energieen emissielast is van Villa Welpeloo. ‘Qua energieprestatie in de gebruiksfase kun je zeggen dat we voldoen aan de wettelijke normen. De woning presteert zelfs beter doordat hij veel zonnewarmte kan vangen via de grote vensters op de zuidzijde en de wintertuin. Maar het energieverbruik van de woning in de gebruiksfase is bij ons geen leidend beginsel. We nemen het mee en als we op onze manier een 0energiewoning kunnen maken, dan zullen we het niet laten. We hebben voor Villa Welpeloo bijvoorbeeld onderzocht of aan de noordzijde een warmtebuffer te realiseren is. Maar dat stuitte op praktische en kostentechnische bezwaren. Je hebt voor zo’n buffer namelijk veel massa nodig, maar de ondergrond is slap door de oude loop van een voormalige beek en vraagt dus om een lichte constructie. Wil je hier toch een warmtebuffer creëren dan heb je een heel zware en dus dure fundering nodig. Daar hebben we van afgezien.’ Bergsma kijkt dan liever naar het energie- en emissieresultaat van het Superuse-concept, dat je kort kunt samenvatten met: bouwen onder architectuur met afgedankte spullen die je vindt in een straal van hooguit enkele kilometers rond het bouwterrein. ‘De staalconstructie bijvoorbeeld. Die hebben we gemaakt van stalen balken uit een paternosterlift van een oude Twentse textielfabriek. Door het gebruik van deze tweedehandse profielen in plaats van nieuwe is de CO2-emissie voor de constructie verminderd met meer dan 90%. Dat enorme verschil zit ‘m in de energie die je nodig hebt om nieuwe

stalen balken te maken en ook voor een deel in het transport. We hoeven immers niet zo ver te reizen om van de vindplaats naar de bouwlocatie te komen. Eenzelfde rendement halen we voor de gevel. Deze is gemaakt van hout uit oude kabelhaspels gevonden bij de Twentsche Kabelfabriek. De versleten haspels gingen jaarlijks met honderden tegelijk naar de sloop. Ze zien er dan doorgaans niet zo fraai meer uit, maar de planken in de tweede laag rond de assen waren nog puntgaaf. Die hebben we verduurzaamd door ze te platoniseren. Dus verduurzaamd op een zeer milieuvriendelijke manier door het hout te koken en daarna in een oven te ‘bakken’. Hierdoor ontstaan droge en harde houtcellenstructuren die niet vergaan. Materiaal van gevelbekledingskwaliteit.’

Niet dogmatisch Het is niet gelukt om alle materialen uit restproducten te halen. Neem het glas. Jeroen Bergsma en de zijnen vonden in de buurt een glasproducent en dachten hier met snijresten de gevelopeningen te kunnen vullen. ‘Die vlieger ging niet op. Want die snijresten gaan weer in de grondstof voor nieuw glas. Ze zijn zelfs een noodzakelijke toeslagstof. De fabriek produceerde dus geen afval. In zo’n geval moet je nieuw glas gebruiken. Ook de stalen kozijnen zijn nieuw. We zijn er niettemin in geslaagd 60% van de woning van restmaterialen te maken.’ Stalen kozijnen? Kost de productie daarvan niet enorm veel energie? ‘Als je fundamentalistisch in de energieleer bent, moet je misschien houten kozijnen gebruiken. Maar, zoals

Kringloop Zuid De Rotterdamse architecten hebben de ontwerpprijsvraag voor de bouw van een grote kringloopwinkel in Maastricht – eerder een supermarkt – gewonnen, mede omdat hun Superuse-opvatting zo dicht bij de doelstellingen van de opdrachtgever staat. Bij dit project zijn ze nog een stapje verder gegaan door via een website de omgeving te betrekken bij het ‘oogsten’ van bouwmaterialen. Op die site is een tekening

te vinden met materialen en producten die het architectenbureau zoal nodig denkt te hebben. Wie wat van hun gading heeft, kan zich melden. En daar wordt inmiddels stevig gebruik van gemaakt. Afbeelding: Computerrendering: 2012Architecten


24-25 HLF Dossier woningbouw:Basis stramien EPC

12-02-2010

13:55

Pagina 3

Dossier Woningbouw

epg netwerk business magazine • februari 2010

Projectgegevens Opdrachtgever: Architect: Adres project: Start bouw: Oplevering: Aannemer casco:

Tjibbe Knol en Ingrid Blans 2012Architecten Bamshoevelaan 49, Enschede november 2005 november 2009 Jasper Kerkhofs, Hendrik Ido Ambacht Aannemer afbouw: Den Boer, Hengelo Aannemer interieur: Houtwerk-Delft, Joost van Bemmelen Adviseur constructie: Nico Plukkel, Haarlem Adviseur installaties en bouwfysica: Sanes, Almere Bruto vloeroppervlak: 250 m2 Inhoud: 1200 m3 Bouwsom: € 900.000,-

gezegd, daar gaan wij niet zo dogmatisch mee om. Dankzij de stalen kozijnen kunnen we enorme ramenoppervlaktes realiseren en toch rank ontwerpen. Dat vinden we bij dit ontwerp belangrijker.’

Superuse Hoe werkt dat Superuse-concept nou eigenlijk? ‘We beginnen doorgaans met een oogstkaart. Gewoon een kaart van de omgeving. Dan trekken we met een passer enkele cirkels met een steeds groter wordende straal om de bouwlocatie. Daarmee gaan we op pad. Dat moet je heel letterlijk nemen. Gewoon op de fiets eropuit om materialen te scouten. Wat is er zoal te vinden? Welke fabrieken staan er en wat maken ze daar? Ook doen we via internet een beroep op materialenscouts in de omgeving van het bouwproject. Dat proberen we nu voor de bouw van een ‘kringloopsupermarkt’ in Maastricht.’ (zie kader)

Wisselwerking Het ontwerp ontstaat al doende. Er is een basisgedachte en die past in de omgeving. Maar dat rudimentaire ontwerp wordt volgens Jeroen voortdurend beïnvloed door wat je vindt. ‘Bij villa Welpeloo paste een ontwerp met gestapelde doosachtige vormen. Maar de lengte van de gevonden planken bepaalt de geleding van de gevel. Een wisselwerking, dus.’ I

25

2012Architecten De mensen van 2012Architecten zijn ruim tien jaar geleden begonnen de uitwerking van het Superusegedachtegoed, dat toen nog Recyclicity genoemd werd. Aanvankelijk oogsten ze weinig bijval en werd hun denkwijze weggezet als artistieke malligheid en geitenwollensokken. Maar dat veranderde. Ze worden tegenwoordig serieus genomen en ook uitgenodigd voor ontwerpopdrachten van grotere omvang dan een woning. Verder doet het bureau veel onderzoek in opdracht van gemeenten. Niet alleen naar de recyclicity van afvalstromen, maar ook naar energiestromen. Hoe kun je stedenbouwkundige functies optimaal koppelen zodat er synergie ontstaat in de energiestromen? Door bijvoorbeeld de overtollige warmte die vrijkomt bij koeling van een kantoorgebouw of een industrieel productieproces via warmteopslag in de bodem te gebruiken voor woonwijken. Verder beschikt het bureau nog over een designafdeling. Meer info: www.2012architecten.nl


• Advertenties:Basis stramien EPC

12-02-2010

16:36

Pagina 26

Als Recticel Insulation kiest voor een label, kiest het voor een eerlijk label. el c i t c e R All ns o i t a l u s in % are 100 rk Keyma d. certifie

Recticel Insulation biedt enkel duurzame isolatieproducten van hoge kwaliteit. Maar da’s natuurlijk makkelijk gezegd. Daarom stellen we ons niet tevreden met alleen het Europese CE-conformiteitslabel.

Kortom: of u nu dak- muur- of vloerisolatie nodig hebt, met Recticel Insulation kiest u voor kwaliteit en duurzaamheid. Dat garandeert u de combinatie van deze drie officiële, (inter)nationale keurmerken.

We laten ons hele gamma jaarlijks – en geheel vrijwillig – door de uiterst strenge en onafhankelijke experts screenen. Zo worden we continu doorgelicht en moeten we aantonen dat we steeds kwaliteit afleveren. Dat doen we maar al te graag. En met succes, want we dragen al sinds 2003 het door CEN erkende Europese kwaliteitslabel Keymark. Meer nog: in Nederland hebben we ook het KOMO attest-met-productcertificaat.

Meer info? Surf naar www.recticelinsulation.nl


27-27 COM advertorial betonson:Basis stramien EPC

12-02-2010

13:56

Pagina 3

Fabrikant

Betonson biedt milieuvriendelijk concept

Groene energie opwekken uit eigen bodem Energie winnen uit privébodem via een gesloten WKO-systeem, een energiebesparend concept dat meer dan ooit de toekomst lijkt te hebben. Energiepalen gekoppeld aan klimaatvloeren voor vloeren plafondverwarming zorgen voor een behaaglijke warmte tijdens de wintermaanden en een

via deze bijzondere heipalen met warmtewisselaars.

Koel in de zomer, warm in de winter Combinaties van energiepalen en klimaatvloeren worden in een groeiend aantal projecten toegepast. Het concept is zeer milieuvriendelijk en staat voor ultiem comfort voor bewoner en gebruiker. De Betonson energiepaal is een betonnen heipaal met een kunststof element waarin water circuleert. De vloeistof wordt door de aarde opgewarmd of gekoeld. Zomerwarmte en winterkoude worden opgeslagen in de grond en later gebruikt om de woning of het bedrijfspand te verwarmen of te koelen.

Ultiem wooncomfort In een gebouw met energiepalen en klimaatvloeren is er geen verschil in temperatuur tussen de verschillende ruimten. Minder luchtstroming en stofwenteling maken de woning bovendien hypoallergeen. Dit systeem werkt continu; 24 uur per dag, is zelfregulerend en daarmee gebruiksvriendelijk. De woning is standaard over alle vertrekken warm. In de zomer ligt de binnentemperatuur

27 tussen 21 en 23 graden, met een piekje naar 25º als het buiten erg warm (> 35º) is. Door toepassing van een combinatiewarmtepomp met een piekvoorziening kan onder alle omstandigheden worden voldaan aan de warmtevraag.

Milieuvriendelijk en energiebesparend

Doe de quickscan: ontwerp met energiepalen Meer informatie en een handige quickscan voor de mogelijkheden van toepassing van energiepalen en klimaatvloeren is terug te vinden op www.betonson.com. De quickscan geeft aan de hand van kengetallen in een vroeg stadium van een ontwerp een inzicht in de dimensionering van de diverse onderdelen van het gebouwconcept, zoals bijvoorbeeld het vermogen (Kw) van de energiepalen in combinatie met de capaciteit van de warmtepomp.

epg netwerk business magazine • februari 2010

heerlijke koelte in de zomer. Het systeem haalt driekwart van de gebruikte energie uit eigen bodem

De CO2-uitstoot wordt met maar liefst 40% gereduceerd en het systeem komt bovendien méér dan tegemoet aan de overheidsmaatregelen als het gaat om het verbeteren van de EPC (energieprestatiecoëfficiënt). Een concept van energiepalen en klimaatvloeren behaalt een EPC van maar liefst 0,45 en kan nog verder naar beneden.

Duurzaam Betonson Niet alleen het onvolprezen Search gebouw in Amsterdam rust op Betonson energiepalen. In de hoofdstad staan ook Hulshoff Archiefbeheer en het nieuw te realiseren kantoorgebouw de Curve op energiepalen. Rotterdams nieuwste tramremise - Europa’s duurzaamste - staat straks ook stevig gefundeerd op Betonson energiepalen. I

Betonson is onderdeel van de Van Nieuwpoort Groep Beton Son B.V. Postbus 5, 5690 AA Son Tel +31 (0)499 - 486 486 Fax +31 (0)499 - 486 666 E-mail info@betonson.com www.betonson.com


28-29 HLF Dossier utiliteit:Basis stramien EPC

12-02-2010

13:57

Pagina 2

Indrukwekkend jongerencomplex op Kop van Zuid

Rotterdamse burcht met warmte-koudeopslag Op de Kop van Zuid in Rotterdam verrijst Cité, een imposant complex met huurwoningen voor jonge mensen, inclusief commerciële voorzieningen. Samen met de naastgelegen Hogeschool INHolland wordt er een warmte-koudeopslag gerealiseerd die de CO2-uitstoot fors moet terugdringen. Een gesprek met Jean Baptiste Benraad, directeur van woningcorporatie Stadswonen, de opdrachtgever.

Door Karl Bijsterveld Cité, het Franse woord voor burcht, is het grootste nieuwbouwproject van Stadswonen, een studentenhuisvester in Rotterdam. Het complex is niet alleen een leef- en ontmoetingsplek voor studenten, maar ook voor afgestudeerden en startende jonge ondernemers. Cité bestaat uit één-, twee- en driekamerappartementen en bedrijfsruimtes. In de plint biedt Cité onderdak aan commerciële bedrijvigheid zoals horeca. Jean Baptiste Benraad: ‘Veel studenten blijven na hun studie in hun woning zitten. Het alternatief dat wij met Cité aanbieden is eigenlijk zo goed dat ze graag willen

epg netwerk business magazine • februari 2010

28

Jean Baptiste Benraad: ‘Door deze huizen met een huur tussen de 300 en 500 euro aan te bieden, houden we afgestudeerden in Rotterdam.’

overstappen. Oud-studenten kunnen via Cité een wooncarrière maken. En door deze huizen met een huur die ligt tussen de 300 en 500 euro aan te bieden, houden we afgestudeerden in Rotterdam.’

Warmte-koudeopslag Stadswonen vond het belangrijk Cité te voorzien van een duurzaam energiesysteem. Om alle gebruikers een optimaal comfort te bieden, dacht de corporatie in eerste instantie aan koudeopslag met conventionele koelmachines. De directeur van de corporatie legt uit: ‘Dat bleek vanwege het hoge elektriciteitsverbruik verre van duurzaam. Toen hebben we DWA installatie- en energieadvies ingeschakeld voor een haalbaarheidsonderzoek naar alternatieven. Daaruit bleek dat koudeopwekking met warmtepompen en warmtekoudeopslag (WKO) in de bodem technisch haalbaar en veel energiezuiniger was.’ Toegezegde subsidies van de provincie Zuid-Holland en uit de Unieke Kansen Regeling van SenterNovem (inmiddels opgegaan in Agentschap NL), maakten die oplossing ook financieel haalbaar.

Ruimte en bekostiging ‘Er was echter één probleem. Op de eigen grond van Cité was te weinig ruimte om een WKO te realiseren. We hebben toen samenwerking gezocht met de naastgelegen Hogeschool INHolland, waar wel voldoende plek was. Het WKO-systeem is nu aangelegd in en op de grond en het gebouw van de onderwijsinstelling’, motiveert Benraad. In het systeem wordt overtollige warmte van beide complexen zomers in de grond opgeslagen en in de winter gebruikt voor verwarming. In de zomer worden de gebouwen door ondergrondse warmtewisseling juist gekoeld. De jaarlijkse besparing aan CO2-uitstoot is ten minste 225.000 kg. Maar het WKO-systeem heeft meer voordelen, weet Benraad. ‘Het systeem heeft bijvoorbeeld lage onderhoudskosten en een lange levensduur.’ Voor de piekbelasting krijgt Cité een aansluiting op het restwarmtenet van de Rotterdamse industrie, dat binnen enkele jaren moet gaan draaien. Tot die tijd komt de piek van de warmtebehoefte uit het stadsverwarmingsnet. De aanschaf van de installatie is volledig bekostigd door Stadswonen en ondergebracht in een aparte BV. Volgens berekeningen nemen Cité en Hogeschool INHolland ongeveer


28-29 HLF Dossier utiliteit:Basis stramien EPC

12-02-2010

13:58

Pagina 3

Dossier Utiliteit

Facts & Figures Cité bestaat uit twee torens van 84 en 72 meter hoog. De torens zijn verbonden met een onderbouw, die aansluit op uitbreiding van de Hogeschool INHolland. Deze onderbouw wordt als een bruggebouw tussen de twee torens en het bestaande gebouw van INHolland gebouwd.

Architect Tangram Architekten Bouwsom 34.250.000 euro Bouwtijd Mei 2008 - mei 2010

Bestemming 494 huurwoningen (variërend in oppervlakte van 30 tot 60 m2) voor huisvesting van studenten, afgestudeerden en starters. 27 bedrijfsruimtes voor jonge startende ondernemers, 1.492 m2 commerciële ruimte (o.a. horeca). 135 parkeerplaatsen in ondergrondse parkeergarage Vergader- stilte- en bijeenkomstruimtes en 2 logeerkamers.

evenveel vermogen en energie af. Overdag zijn het vooral de school en de commerciële voorzieningen die warmte of koude verbruiken, in de avond vooral de woningen. Benraad: ‘Daarom is de voorlopige afspraak gemaakt dat iedere partij de helft van de kosten betaalt. Als achteraf blijkt dat deze verdeelsleutel niet eerlijk is, vindt er een correctie plaats.’

ze zelf op de kosten van het verbruik kunnen hebben.’ Stadswonen werkt hiervoor met het speciaal ontwikkelde regelsysteem Comfort-ID. Dit systeem houdt continue het energieverbruik van huurders bij en kan bijvoorbeeld verlichting, binnenklimaat en luchtverversing aansturen op basis van aanwezigheidsdetectie. Resultaten verschijnen online op een persoonlijke webpagina voor de huurder.

Comfort-ID® Het WKO-systeem wordt aangevuld met bijzondere voorzieningen in de appartementen. ‘Sinds enkele jaren voorzien we onze woningen zoveel mogelijk van glasvezelkabel. Dit was in eerste instantie bedoeld om tegemoet te komen aan de vraag van huurders naar snelle internetverbindingen. Maar glasvezel biedt natuurlijk ook goede mogelijkheden voor domoticasystemen.’ En voor toepassing van domotica ziet Benraad een goede aanleiding. ‘Veel jongeren gaan slordig om met energie. Met behulp van domotica proberen we ze bewust te maken van het effect dat

Benraad: ‘Zo kan hij 24 uur per dag zien hoe zijn energieverbruik zich ontwikkelt en of hij te veel of te weinig vooruit betaalt. Op afstand kunnen we ook zelf het verbruik aflezen.’ Samen met het WKO-systeem en nog enkele aanvullende duurzame maatregelen, moet Comfort-ID een CO2-reductie van 311 ton per jaar gaan opleveren ten opzichte van de conventionele manier van bouwen. Begin december vorig jaar bereikte Cité het hoogste punt. In maart dit jaar start Cité een grote verhuurcampagne. De eerste huurders worden in mei 2010 verwacht. I

epg netwerk business magazine • februari 2010

Opdrachtgever Stadswonen, Kristal

29


• Advertenties:Basis stramien EPC

12-02-2010

16:35

Pagina 30


31-31 COM commentaar:Basis stramien EPC

12-02-2010

13:59

Pagina 3

Commentaar

COP15 en onderzoek aanleiding voor intensievere voorlichtingscampagnes

‘Klimaattop Kopenhagen heeft tot niets geleid’ De klimaatconferentie in Kopenhagen, the day after. Zijn de magere uitkomsten van invloed op het beleid van maatschappelijke organisaties? EPG Netwerk vraagt het aan Claudia Umlauf van Vereniging Eigen Huis.

Iedereen in Europa is het erover eens: de resultaten van de klimaattop in Kopenhagen vallen tegen. In Nederland hoeven we op grond van de COP15-uitkomsten geen extra maatregelen te nemen. De 6% reductie voor 2012 is gemakkelijk te realiseren met de bestaande maatregelen. In 2006 zaten we al op 3%. Geen verdere aanscherping van de EPC-normen, geen verhoging van de energieprijs. Er gaat geen enkele stimulerende werking uit van COP15. Je kunt zeggen: ‘mooi, dan gaan we nu weer over tot de orde van de dag.’ Maar dat is niet het signaal waar we op zitten te wachten. Dat blijkt ook uit onderzoek onder bewoners van huizen die gerenoveerd gaan worden. Enerzijds zegt bijna 70% van de ondervraagden een betere isolatie te willen en ruim 50% vindt de ventilatie onder de maat. Dat wil zeggen dat de consument zich betrokken voelt bij wat er op klimaatconferenties wordt afgesproken. Althans zo lijkt het. Anderzijds heeft het Bouwfonds een onderzoek laten verrichten waaruit weer blijkt dat velen zich weliswaar zorgen maken over het klimaat, maar dat de bereidheid ook daadwerkelijk te investeren gering is. In ieder geval uit idealistische overwegingen. Zodra de extra investering binnen tien jaar wordt terugverdiend doordat de energierekening lager uitvalt, is men er wel voor te porren. En dat biedt kansen. Want dankzij de tegenvallende resultaten van COP15 is er geen aanleiding voor hogere energiekosten. Investeringen in energiezuinige maatregelen kunnen dus sneller terugverdiend worden. Eigenlijk is er alle reden om verder te gaan met intensieve voorlichting gericht op de consument.

Te algemeen Tot eenzelfde conclusie komt Claudia Umlauf van Vereniging Eigen Huis (VEH) naar aanleiding van enkele vragen over de invloed die de resultaten van de klimaatconferentie hebben op het beleid van haar organisatie.

Wat is uw visie op de resultaten van de klimaatconferentie? ‘De insteek om de wereldwijde temperatuursstijging onder de 2ºC te houden is goed, maar zeer algemeen. Echt concrete doelen zijn helaas nog niet gesteld. Jammer, er was een sterker en stimulerender effect voor energiebesparing vanuit gegaan als de COP15 tot concrete doelen had geleid. Hopelijk volgen deze spoedig.’

Weinig stimulerend Op welke onderdelen zou u vanuit het perspectief van de VEH graag andere resultaten hebben gezien? Kunt u die formuleren en toelichten? ‘Vereniging Eigen Huis vindt energiebesparing een belangrijk maatschappelijk thema. Wij willen de eigenwoningbezitters graag helpen om te kunnen bijdragen aan CO2-reductie. Maar als de doelen op mondiaal niveau weinig concreet zijn, gaat

hier niet bepaald een voorbeeldfunctie vanuit. Duidelijke doelen hadden de achterban, tot en met de eigenwoningbezitter in Nederland, beter overtuigd van het nut van energiebesparing en daarmee tot het nemen van actie.’

Inzetten op voorlichting Hebben de resultaten van de klimaatconferentie gevolgen voor het agendapunt duurzaamheid van uw organisatie? Waarom wel? Waarom niet? ‘Vereniging Eigen Huis had energiebesparing reeds hoog op de agenda staan en ook na de klimaattop blijft dit het geval. De vereniging conformeert zich aan de landelijke doelen voor CO2-reductie, naar aanleiding van het programma Schoon en Zuinig. Over de weg naar het behalen van deze doelen is wel discussie. Het ministerie van VROM wil reeds in 2010 met verdergaande maatregelen komen om mensen aan te zetten tot energiebesparing. Vereniging Eigen Huis vindt dit veel te snel. De vereniging vindt dat er eerst nog veel beter gestimuleerd moet worden. Zo moet er meer bekendheid gegeven worden aan subsidieregelingen. De Energiespecial van Vereniging Eigen Huis, die bij 4 miljoen huishoudens is bezorgd, heeft ertoe bijgedragen dat ongeveer 15% van de eigenwoningbezitters een artikel over de subsidiemogelijkheden bij energiebesparing heeft gelezen. Door middel van dergelijke publicaties worden consumenten zich bewust van de mogelijkheden. Dit moet volgens ons veel meer gebeuren. Ook moeten volgens Vereniging Eigen Huis de stimuleringsregelingen langer van kracht blijven. Nu gelden veel regelingen maar tijdelijk (tot eind 2010). Daarnaast vinden wij het noodzakelijk dat er stimuleringsregelingen komen waarbij de investering het liefst direct, maar maximaal binnen 5 jaar, wordt terugverdiend. Uit onderzoek blijkt dat de interesse voor energiebesparende maatregelen dan enorm toeneemt. Verder zouden gemeenten hun energiesubsidiegelden veel actiever moeten inzetten. Nu blijven deze potten met geld vaak onangeroerd. Kortom, de klimaatconferentie heeft ons beleid niet veranderd. Wij blijven streven naar een optimaal ‘energiebesparingsklimaat’ voor de eigenwoningbezitter in Nederland.’ I

Claudia Umlauf van Vereniging Eigen Huis (VEH).

epg netwerk business magazine • februari 2010

Door Arie Grevers

31


32-33 COM EPC Berekenen:Basis stramien EPC

12-02-2010

14:00

Pagina 2

Moderne gasketels besparen op drie fronten

Is het einde van het tijdperk Hr-ketel nabij? De moderne gasketel lijkt nauwelijks nog te verbeteren, nu het opwekkingsrendement voor verwarming en dat voor de bereiding van warm-tapwater maximaal zijn en het electraverbruik sterk is verminderd. De forse EPCreducties zijn toepassings- en toestelafhankelijk op basis van kwaliteitsverklaringen. Gelukkig voor EPC-berekenaars zijn hiervoor universele herberekeningsprogramma’s beschikbaar waarmee handig en snel verschillende toestellen vergeleken kunnen worden. Overigens kan aardgas nóg productiever gebruikt worden: in een microwarmtekrachttoestel, een aardgaswarmtepomp of een hybride ketel. De energiebesparingen die deze technieken bieden, zijn wel aan randvoorwaarden gebonden en dat verdient meer aandacht.

Door Rik Vollebregt van 170% mogelijk. In Nederland zijn op dit moment alleen toestellen voor grotere vermogens (minimaal 20 kilowatt) op de markt en reeds in een aantal grotere projecten toegepast. De gasmotorwarmtepomp levert koude in de zomer en is daarmee een alternatief voor installaties met warmteopslag in de bodem (WKO). De gasmotorwarmtepomp geeft warmte af op 30 of 40 graden en dat wordt toegevoerd aan een laagtemparatuur verwarmingssysteem en eventueel benut als voorverwarming van het warm tapwater. De EPC-reducties zijn projectspecifiek en afhankelijk van hoe de gasmotorwarmtepomp in de installatie ingepast is.

Microwarmtekracht marktrijp Universeel herberekenen Voor EPC-berekenaars werd de wereld er door die innovaties niet eenvoudiger op. Vroeger volstond het nog om van ‘een’ Hr107-ketel uit te gaan. Maar sinds 2006 maken adviseurs iedere berekening voor een specifieke ketel omdat de verbeteringen in de energie-efficiency merk- en typeafhankelijk zijn. Tot vorig jaar moesten zij de websites van afzonderlijke fabrikanten langsgaan om daar herberekeningen te maken of herberekeningsspreadsheets te downloaden. Aan die omslachtige praktijk is een einde gekomen met de komst van universele herberekeningsprogramma’s (google: universeel herberekening EPC). Nadat de EPC-berekenaar een ketel selecteert, rekent het programma het juiste electraverbruik en het juiste tapwaterrendement uit. Adviseurs vergelijken daarmee handig en precies verschillende toestellen om hun klanten verschillende keuzealternatieven te presenteren. De evolutie van de gasketel is nog niet geëindigd. Op dit moment zijn drie ontwikkelingen te zien, die nóg efficienter met aardgas als bron van primaire energie bij het verwarmen van woningen omgaan: de gasmotorwarmtepomp, de microwarmtekrachtketel en de hybride ketel.

Gasmotorwarmtepomp is alternatief voor WKO De gasmotorwarmtepomp gebruikt aardgas en drijft daarmee een warmtepomp aan die warmte aan de buitenlucht onttrekt. Doordat ook de afgegeven warmte van de gasmotor wordt benut, is een rendement (officieel Primairy Energy Ratio)

Na veldtesten heeft microwarmtekracht het stadium van marktintroductie bereikt. Wellicht ten overvloede: in een microwarmtekrachttoestel wordt aardgas gebruikt om naast warmte ook elektriciteit te produceren. Dat bespaart elektriciteit die anders in een centrale opgewekt had moeten worden. In de komende energieprestatienorm EPG (NEN 7120) wordt een berekeningsmethode opgenomen om de

Hogere opwekkingsrendementen voor warm-tapwater 1,00

0,90

0,80

EPC

epg netwerk business magazine • februari 2010

32

Gasketels kennen een lange geschiedenis van innovatie, die niet is gestopt bij de Hr-combiketel. Met de HR107-ketel is voor ruimteverwarming het theoretische maximum praktisch bereikt. Ook de productie van warm tapwater is in de loop der jaren steeds zuiniger geworden. Dat rendement was 15 jaar geleden nog maar 60%, maar is door vele ketelfabrikanten al opgeschroefd tot waarden van 70 of 80% en hier en daar zelfs meer. En hoewel het electraverbruik van de ketel in verhouding tot het gasverbruik klein is, bleek ook daar een relevante verbetering mogelijk. Zuiniger regelingen, cvpompen, rookgasventilatoren en besturingselectronica helpen nu om de huidige scherpe EPC-eisen te halen.

0,70

0,60

0,50

60%

70%

80%

85%


32-33 COM EPC Berekenen:Basis stramien EPC

12-02-2010

14:01

Pagina 3

EPC berekenen

epg netwerk business magazine • februari 2010

EPC-reductie van microwarmtekracht te bepalen. Een belangrijk aandachtspunt is de warmtevraag: sommige toestellen zijn vooral geschikt voor bestaande woningen met een relatief hoge warmtevraag.

33

Hybride als toevoeging

EPC en werkelijk verbruik

De oplossing die we hier voor het gemak ‘hybride’ noemen, bestaat uit een relatief kleine warmtepomp die de basisbehoefte aan warmte levert, naast een gasketel die bijspringt wanneer de warmtevraag groot is. Voordelen: de kleine warmtepomp realiseert veel draaiuren en dat komt het rendement ten goede. De hybride oplossing is op de markt als compleet apparaat of als losse warmtepomp om naast een, eventueel al aanwezige, gasketel te hangen. De regeltechniek is erg belangrijk om een inefficiente bedrijfsvoering van de warmtepomp te voorkomen. De EPC-reducties vindt u door te rekenen met ‘meerdere opwekkingstoestellen’ of, voor concrete producten, met een universeel herberekeningsprogramma.

Als adviseurs moeten we ook oog hebben voor de prestaties in de praktijk. De innovatiekracht van fabrikanten is indrukwekkend, maar dat neemt niet weg dat nieuwe technieken in het algemeen, vergeleken met de gasketel, complex zijn en gevoeliger voor dimensionering, ontwerp, aanleg en inregeling. En het is nooit uit te sluiten dat er nog kinderziektes in zitten. Zeker wanneer de klant een concrete energiebesparingsdoelstelling heeft, behoort de adviseur zijn aanbevelingen op meer dan alleen een EPC-berekening te baseren. Want in de EPC-berekening en alle herberekeningen ervan zitten nu eenmaal vereenvoudigingen en aannames over gebruikstijden en gedrag van bewoners die in de praktijk best anders kunnen zijn. I

....minder electriciteitsverbruik

....en hybride technieken verlagen de EPC 1,00

0,90

0,90

EPC kantoor

1,00

EPC

0,80

0,70

0,60

0,80

0,70

0,60

0,50

0,50

Hr-ketel

elektrabesparende Hr-ketel

Hr107 ketel

opvolger 1

opvolger 2

opvolger 3


34-34 colofon:Basis stramien EPC

12-02-2010

18:01

Colofon

18

Betonson

27

EPG Netwerk Business Magazine richt zich op professionals in de gebouwde omgeving. Het magazine verschijnt 7 keer per jaar in een oplage van 11.000 exemplaren in de totale bouwkolom.

Brink Climate Systems

16

Builddesk

17

Building Holland

omslag 4

EPG Netwerk BV Postbus 652 7500 AR ENSCHEDE tel. 053 - 460 90 07 fax 053 - 460 90 09 info@epgnetwerk.nl www.epgnetwerk.nl

Daikin

omslag 2

Uitgever Gejo Flierman gejo.flierman@epgnetwerk.nl telefoon 053 - 460 90 07 mobiel 06 - 4134 98 78

epg netwerk business magazine • februari 2010

Adverteerders Ballast Nedam IPM

Redactie Arie Grevers, Frans Visée, Karl Bijsterveld, Rik Vollebregt, Leonie Bosklopper, Laurens Oude Elberink. Redactie@epgnetwerk.nl

34

Pagina 2

Derbigum

18

Duco

5

Dutch Green Building Council

4

EnergieTransitie – Creatieve Energie

omslag 3

Geocomfort

20

Intergas

6

KWA Bedrijfsadviseurs

20

NIBE Energietechniek

30

Recticel Insulation

26

WTH Vloerverwarming

12

Concept, vormgeving, eindredactie en lezersmarketing Laurens Oude Elberink, Cor Dalhoeven Lasondersingel 149-151 7514 BR Enschede telefoon 053 - 460 90 02 info@geenbladvoordemond.nl www.geenbladvoordemond.nl Abonnementsprijs Euro 63,00 per jaar (ex btw) Word lid! Ga naar epgnetwerk.nl Klantenservice klantenservice@epgnetwerk.nl

De volgende uitgave van EPG Netwerk Business Magazine verschijnt op 1 april 2010. Thema Ventilatie, zon- en daglicht Verder onder andere Hoe springt het MKB om met duurzaam bouwen? Aandacht voor duurzaam vastgoed Het ideaalbeeld van een lichtfilosoof

Drukwerkmanagement Palladio Drukwerkmanagement.nl Druk Ipskamp Drukkers BV

Sluitdatum voor advertenties: 16 maart 2010

NOTEER IN UW AGENDA: 7 oktober 2010

EPG Netwerk Bouwcongres

Hoe vermarkt je duurzaamheid? Mediaplaza, Jaarbeurs Utrecht


•Advertenties:Basis stramien EPC

12-02-2010

13:31

Pagina 35

CONGRES

18 MAART 2010 12.30 - 17.00 UUR NIEUWE KERK DEN HAAG MET O.A: Jan Terlouw PeGO Elco Brinkman Bouwend Nederland Elbert Dijkgraaf Erasmus Universiteit Wouter de Jong Provincie Utrecht Mirjam de Rijk Stichting Natuur en Milieu Johan Dunnewijk WonenBreburg

VERLEIDELIJK VERPLICHTEN NAAR EEN VERSNELLING VAN ENERGIEBESPARING IN DE GEBOUWDE OMGEVING

Het Platform energietransitie Gebouwde Omgeving (PeGO) nodigt u uit! Hoe kunnen we energiebesparing in de gebouwde omgeving versnellen? Het kabinet wil jaarlijks 300.000 woningen en gebouwen energetisch verbeteren. Maar het lijkt er niet op dat we dat tempo gaan halen. Er zijn teveel knelpunten: de vraag neemt onvoldoende toe en teveel partijen wachten af. Met alleen verleidingsinstrumenten komen we er niet. Verplichtende regels zijn nodig. Denk daarover mee tijdens het congres! Voor inschrijven én meer informatie over het programma kijkt u op www.pegocongres.nl

PLATFORM ENERGIETRANSITIE GEBOUWDE OMGEVING


• Advertenties:Basis stramien EPC

12-02-2010

16:33

Pagina 36

Hét totaalevenement voor woningbouw, utiliteitsbouw en openbare ruimte

13

ril p a 5 1 t e 0 uur tot en m 8.0

00 – 1 . 0 1 n a v ijks

2010

dagel

Visie op de toekomst van de gebouwde omgeving

Mis het niet

-MV VQM]_ \W\IITM^MVMUMV\ WX PM\ OMJQML ^IV _WVQVOJW]_ utiliteitsbouw en openbare ruimte 0u\ QVVW^I\QMXTI\NWZU UM\ NWK][ WX PM\ WV\_MZXXZWKM[ 1V\MZM[[IV\M KWVOZM[[MV [MUQVIZ[ _WZS[PWX[ MV \PMUIXTMQVMV JQMLMV volop informatie, visies en inzichten >MMT VQM]_M M`XW[IV\MV UM\ ^MZZI[[MVLM WXTW[[QVOMV

Registreer nu met deze code BH400001 voor gratis toegang.

Building Holland is opgebouwd uit drie toonaangevende deelevenementen:

Reis per trein voor ` 7,50

Het vakevenement voor architectuur, concepten en materialen voor zowel woning- als utiliteitsbouw

Registreer en bestel meteen het NS-dagretour 2e klas naar Amsterdam RAI.

Het nieuwe platform voor innovaties in gebouwsystemen en -installaties

Het vakevenement op het gebied van inrichting en beheer van openbare ruimte

Mediapartner

Ondersteund door

www.buildingholland.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.