jaarverslag
2016
Inhoudsopgave Inleiding
3
Hoofdstuk 6 FinanciĂŤn
Hoofdstuk 1 Onderwijs
5
Hoofdstuk 7 Verslag Raad van Toezicht
Hoofdstuk 2 Personeel
15
Hoofdstuk 8 Algemene gegevens
Hoofdstuk 3 Huisvesting & ICT
18
Hoofdstuk 9 Grondslagen waardering activa en passiva
Hoofdstuk 4 Kwaliteitszorg en governance
21
Hoofdstuk 10 Jaarrekening
Hoofdstuk 5 PR & communicatie 2
HET STEDELIJK LYCEUM
27
29 45 49 54 58
inleiding Samen bouwen aan morgen! Dat is de titel van het strategisch beleidsplan 20172021. Hoewel dit plan in februari 2017 is vastgesteld, zijn de fundamenten voor het plan in 2016 gelegd. Om tot het plan te komen, is een werkgroep geformeerd en zijn bijeenkomsten gehouden met leerlingen, ouders, stakeholders en medewerkers. We kijken uit naar de toekomst! Maar naast de ontwikkeling van een nieuw strategisch beleidsplan is er in 2016 nog veel meer gebeurd. Zo is de ISK stevig blijven groeien. Om alle leerlingen goed onderwijs te kunnen bieden, is begin 2016 een tweede locatie voor vijf maanden in gebruik genomen aan de Buurserstraat. Vanaf het voorjaar 2016 heeft Het Stedelijk Lyceum een permanente tweede locatie aan het Mekkelholtspad tot haar beschikking verkregen. Deze locatie is tijdens de zomervakantie in orde gemaakt om ISK leerlingen onderwijs te kunnen bieden per start schooljaar 2016-2017. Ook op andere locaties groeit het leerlingaantal. Dit jaar kregen Innova en De Stedelijk Mavo bezoek van de onderwijsinspectie. Beiden kregen het basisarrangement, waar wij natuurlijk erg blij mee zijn.
En het is in 2016 opnieuw gelukt om voor meer leerlingen, die vroeger in het VSO zouden zitten, in een adequate onderwijs- en ondersteuningsbehoefte te voorzien. Door bijzondere zorg voor leerlingen en de focus op het leveren van maatwerk is het gelukt het thuiszitten van leerlingen terug te dringen.
de onderbouw op weg naar volledige introductie in alle leerjaren.
In het najaar van 2016 heeft het IST-team een proef autorisatie gehad voor het International Baccalaureate (IB). De terugkoppeling was positief en het IST-team heeft groen licht gekregen voor de echte autorisatie in het voorjaar 2017. De verwachting is dat zij dan geautoriseerd gaat worden.
Financieel gezien was 2016 een succesvol jaar. Onze begroting 2016 ging uit van een ambitieuze doelstelling, namelijk een rendement van 1% oftewel een resultaat van € 301.347. Uiteindelijk is het jaar afgesloten met een resultaat van € 381.111, dus bijna € 80.000 beter dan begroot.
Verder is er in 2016 is een nieuwe GMR gekozen. De regeling gesprekcyclus is in 2016 aangepast en wordt nu gebaseerd op organisatiebreed benoemde competenties.
Wat betreft de financiële positie voor de langere termijn, kunnen we constateren dat de solvabiliteit zich naar wens ontwikkelt. De langere termijn doelstelling is al jaren een gewenste solvabiliteit van minimaal 20%. Bij het opmaken van de balans voor 2016 komt de solvabiliteit uit op 19%, waarmee onze meerjaren doelstelling vrijwel is bereikt.
In 2016 zijn verdere stappen gemaakt op het pad van digitalisering. De maatschappij van ‘later’ vraagt om inzet van ICT in het onderwijs van ‘nu’. Gekozen is voor het gebruik van chromebooks. Op vier locaties hebben de chromebooks de plaats van de traditionele vaste werkplekken overgenomen. Op de overgebleven locaties lopen introductieprojecten in
De huisstijl heeft in 2016 een restyling ondergaan met een nieuwe frisse look als resultaat die past bij onze slogan: Jouw later begint vandaag!
Drs. P.N.J. Nieuwstraten Voorzitter College van Bestuur
JAARVERSLAG 2016
3
4
HET STEDELIJK LYCEUM
HOOFDSTUK 1
Onderwijs PASSEND ONDERWIJS EN CENTRUM VOOR ONDERWIJS & ONDERSTEUNING (COO) In 2016 hebben we op basis van de zorgplicht volop geïnvesteerd in de aanmelding- en plaatsingsprocedure. Passend Onderwijs is inmiddels een feit en volop uitgerold. Het Stedelijk Lyceum blijft daarom investeren in goed onderwijs en de begeleiding van leerlingen. Dus ook in een goede aanmelding, toelating en plaatsingsprocedure. Een noodzaak voor schoolsucces van de leerling! Verder is het Het Stedelijk Lyceum in 2016 opnieuw gelukt om meer leerlingen, die vroeger in het VSO zouden zitten, in een adequate onderwijs- en ondersteuningsbehoefte te voorzien. Ook in 2016 is er volop geïnvesteerd in de scholing en ondersteuning van onze docenten. Met de kwaliteit van het onderwijs voorop is een start gemaakt met de vormgeving van een zogenaamde HSL Academie. Vanuit deze Academie - een samenwerking tussen het Centrum van Onderwijs & Ondersteuning (COO) en de stafdienst Personeel & Organisatie - geven wij individuele scholings trajecten en (management)teamscholingen, vorm.
van de inspectie aan het Samenwerkingsverband werd de ondersteuningsstructuur van Het Stedelijk Lyceum als een goed werkend praktijkvoorbeeld genoemd. De keuze voor een matrixorganisatie, waardoor de ondersteuningsgroep (bestaande uit een teamleiderondersteuning, een orthopedagoog, een ondersteuningsdocent en een ondersteunings-assistent) enerzijds deel uitmaakt van de locatie maar anderzijds wordt aangestuurd vanuit het Centrum voor Onderwijs en Ondersteuning, is een fundament voor een goed pedagogisch en didactisch klimaat op de scholen.
Vakschool het diekman DE WISSEL
VAKSCHOOL HET DIEKMAN
verhuizing naar J. J. van Deinselaan WERKWEEK Sicilie
162
leerlingen
LEERLINGEN VERZORGEN
onderhoudswerkzaamheden villa
MEEST TEVREDEN
LEERLINGEN derdejaars
VAKSCHOOL HET DIEKMAN We mogen stellen dat de ondersteuningsstructuur van Het Stedelijk Lyceum succesvol is. Tijdens een bezoek
Het afgelopen jaar stond in het teken van de verhuizing naar het nieuwe pand aan de J.J. van Deinselaan.
Daarnaast kreeg de school een nieuw managementteam. De samenwerking met Het Stedelijk Vakcollege is geïntensiveerd. Schooljaar 2016-2017 is de school gestart met drie teams; een onderbouwteam, een bovenbouwteam en een praktijkteam. De focus lag én zal ook de komende jaren liggen op drie belangrijke thema’s: kwaliteit onderwijs, kwaliteit van het pedagogisch klimaat en de markt. Er zijn ook een aantal teamoverstijgende bijeenkomsten geweest waarin een combinatie van professionalisering en ontwikkeling van het onderwijs onderwerp was. De teams zijn verantwoordelijk voor de uitvoering en de kwaliteit van het onderwijs. Het is de bedoeling om het gesprek in de teams over de resultaten van het onderwijs nadrukkelijk onderwerp te laten worden. De visie waarmee de school werkt, is “Onderwijs op maat, gebaseerd op mogelijkheden en talenten van de leerling en gericht op het zelfstandig functioneren van de leerling in de maatschappij”. Onderwijs op maat betekent voor ons dat we per leerjaar en per leerling bekijken wat er nodig is om de visie te verwezenlijken. Hoe ouder een leerling is, hoe meer verantwoordelijkheid we bij de leerling leggen. Dit doen we door telkens
JAARVERSLAG 2016
5
hoofdstuk 1 respectvol met elkaar in gesprek te gaan en te blijven. Om de visie mede te verwezenlijken werken wij met schakelklassen naar vmbo-b. Vanwege het succes van dit systeem, zien we de laatste jaren een groei van de schakelklassen.
Innova 176 leerlingen
mavo onderbouw havo
twente goes techno BEDRIJFSBEZOEKEN leerlingen interesseren voor werken in de
techniek
tweedejaars vmbo leerlingen
the real game MAKEN KENNIS MET werkende leven
dance4life 4.000 jongeren DANSEN
INNOVA Voor Innova is 2016 een goed jaar geweest. In september is de inspectie opnieuw op bezoek geweest. De inspecteurs hadden bijzonder oog voor het gestructureerd werken aan de kwaliteit van het onderwijs. Dat deed men aan de hand van de domeinen ‘opbrengsten’, ‘onderwijsleerproces’, ‘schoolklimaat’ en ‘kwaliteitszorg’. Na dossieronderzoek en de nodige lesbezoeken kreeg Innova het basisarrangement toegewezen. Voor een nieuwe school een bijzondere prestatie. De locatie groeide tot 176 leerlingen en voor het eerst kent Innova een examenklas. We zijn vorig jaar gestart met nieuw lesmateriaal dat is opgebouwd uit stappen en
6
HET STEDELIJK LYCEUM
thema’s naar het KED model (Kunskapsskolan Sweden), in augustus is de 2e klas hiermee verder gegaan. Er is ook gestart met een andere opzet van de dagindeling. De leerlingen starten de dag met een opstartmoment om 8.15 uur. Daarna kent de dag drie blokken van 2 lesuren, waarbij het tweede blok gereserveerd is voor instructiemomenten. De andere twee blokken zitten de leerlingen op themapleinen. Ze kiezen in overleg met de coach zelf voor een periode van 6 weken hoeveel lesblokken ze per plein nodig hebben om het gestelde doel te behalen. De derdejaars mavo leerlingen zijn gestart met een nieuw PTA en voor de havo leerlingen is de voorbereiding voor de overstap naar een andere locatie in gang gezet. De blik naar buiten was gericht op de ‘Zo.leer.ik!’ groep (scholen die zich bezighouden met de invoering van gepersonaliseerd leren), de werkgroep Flexibilisering in onderwijs en de leerlabs van de VO-raad (ontwikkelen en organiseren van andere didactische werkvormen). Er is een samenwerking aangegaan met het Saxion. Door het ontwikkelen van workshops over sociale thema’s en het onderzoeken van factoren die een rol spelen bij het stellen van doelen door leerlingen in de werkgroep “Scholen voor de toekomst”, wordt de samenwerking met het basisonderwijs verstevigd en zijn we samen op zoek naar een doorlopende leerlijn. In september is het medewerkersteam gestart met trainingen door Kunskapsskolan Nederland. De training bestaat uit drie delen: Introductie in Denken en Doelen en onderwijsplanning, KED coach - basis en Leer activiteiten en assessment. Hiermee wordt de profes sionalisering van het team verder vorm gegeven.
De bijzondere zorg voor leerlingen en de focus op het leveren van maatwerk blijkt uit het, in overleg en met steun van het Samenwerkingsverband, opstarten van een Trajectklas voor leerlingen die op basis van meervoudige problematiek dreigen uit te vallen. Het thuiszitten van leerlingen binnen heel Het Stedelijk Lyceum is hierdoor teruggedrongen. Het team groeit nog steeds en bouwt samen met ouders en leerlingen aan de school en wordt hierin gesteund door collega’s van andere locaties en de locatie ondersteuningsgroep (LOG).
ISK INTERNATIONALE SCHAKELKLASSEN
234 leerlingen
explosieve twee LOCATIES groei dotterbloemstraat
VEEL NIEUW PERSONEEL
INSPECTIE positief kwaliteit onderwijs
Mekkelholtspad
voorbeeld
ANDERE ISK’s
ISK In 2016 hebben naast de verhuizing naar de Dotterbloemstraat, twee extra verhuizingen plaatsgevonden. In de periode tussen maart en juli naar de Buurserstraat en in augustus 2016 naar het Mekkelholtspad. Zowel op de Dotterbloemstraat als op het Mekkelholtspad organiseerde de ISK een open huis voor de omwonenden en andere belangstellenden om hen kennis te laten maken met de leerlingen en het personeel. Op 1 oktober 2016 waren er 234 leerlingen
onderwijs en in de laatste maanden van 2016 is het aantal leerlingen verder gegroeid tot 280 leerlingen. De populatie op de ISK is zeker bijzonder te noemen. In totaal zijn er ongeveer 30 nationaliteiten vertegenwoordigd, waarbij de laatste jaren de groepen uit Syrië, Eritrea en Afghanistan de grootste zijn. Ongeveer de helft van de schoolbevolking bestaat uit Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen (AMV). Dit zijn jongeren die zonder ouders naar Nederland gekomen zijn. Veel van deze jongeren hebben te kampen met trauma’s uit oorlogslanden. In 2016 zijn er meer leerlingen en veel nieuwe docenten bij gekomen. Voor de ISK, die gewend is aan leerlingschommelingen, is dit een extra uitdaging door de complexiteit van de doelgroep. Het blijft belangrijk de rust in de school te behouden en daarnaast de kwaliteit van onderwijs, docenten, leerlingen, opbrengsten en communicatie op peil te houden en zo nodig te verbeteren. De ISK maakt voor leerling, ouders en docenten de route, die een leerling doorloopt in het gehele schakeltraject, inzichtelijk.Onze medewerkers zijn betrokken bij de doelgroep en hebben kennis van de doelgroep. De bijzondere sfeer van geborgenheid en veiligheid willen we koesteren, ondanks grote veranderingen en ontwikkelingen die impact hebben op het team en de leerlingen. Om nieuwe docenten goed te kunnen toerusten voor hun taak, worden zij bijgeschoold voor zowel de cognitieve als de sociaal-emotionele kant van het onderwijs aan ISK leerlingen. In 2016 is de ISK gestart met de ondersteuning volgens de ondersteuningsstructuur van Het Stedelijk
Lyceum. De ondersteuning kan plaatsvinden zowel vanuit de onderwijsbehoefte van de leerling als vanuit de ondersteuningsbehoefte van de docent. Deze is primair gericht op de pedagogisch-didactische handelingsbekwaamheid van docenten en teams. Ook zijn we in 2016 gestart met relevante projecten, zoals Peer2peer waar leerlingen aan elkaar gekoppeld worden voor extra ondersteuning.
Kottenpark ‘Future Young Entrepeneurs’
INTERNATIONAAL PROJECT
975
leerlingen HAVO ATHENEUM GYMNASIUM
30 leerlingen deden mee derde prijs
E-LEARNING PROJECT over duurzaamheid ‘ Green living & Sustainability in the community’
23 VWO leerlingen
3
halen hun CAE (Cambridge Advanced English certificate) internationaal erkend
KOTTENPARK Schooljaar 2016 was een bijzonder jaar waarin we, nog meer dan in voorafgaande jaren, onze vleugels hebben uitgeslagen. Na twee jaar intensief overleg met de Hogeschool ArtEZ hebben we een convenant gesloten voor de komende vier jaar. Samen gaan we een krachtig curriculum ontwikkelen voor het dansonderwijs dat inspeelt op de eisen van het veld en het HBO-onderwijs. Het convenant dient als basis voor een Dans en Muziek (DAMU) licentie die door het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen slechts aan acht scholen in Nederland wordt verstrekt.
Om het cultuurprofiel van Kottenpark te versterken en de aansluiting met ArtEZ en het HBO-onderwijs te verbeteren, zijn er ook afspraken gemaakt voor het gezamenlijk ontwikkelen van een Honours-traject. Doel is om hiermee te starten in het derde leerjaar van alle havoen vwo-leerlingen. Met de Universiteit Twente is een overeenkomst gesloten voor een pré-University traject. In oktober zijn we daar mee gestart. Het programma richt zich op een breed scala aan vakken voor de leerlingen van het vwo. Aan de klassen 2 tot en met 4 worden universitaire masterclasses gegeven. Getalenteerde leerlingen kunnen vanaf klas 5 deelnemen aan een honours-traject en werken aan hun profielwerkstuk. We nemen met 6 leerlingen deel en zijn daarmee hofleverancier in Twente. In het kader van het project Future Entrepreneurs (sectie Duits) hebben leerlingen uit 5 vwo presentaties gehouden waarin ze een innovatief product aan de man of vrouw moesten brengen. Alle vwo-teams werden daarbij begeleid door experts van het Goethe-Institut waar Kottenpark een samenwerkingsverband mee heeft. Het winnende team heeft Kottenpark vertegenwoordigd op een grote internationale bijeenkomst in Berlijn. Onze deelname leidde vervolgens tot een uitnodiging van de Universiteit van New Delhi in India om deel te nemen aan een internationale conferentie volgens het United Nations-model. Met acht leerlingen en twee docenten hebben we hier aan deelgenomen. Een leerzame oefening in spreken (Engels) in het
JAARVERSLAG 2016
7
hoofdstuk 1 openbaar, standpunt bepalen, netwerken en wijzigingen voorstellen. Erg intensief, maar tegelijkertijd boeiend.
samenvoegen van basis en kader leerlingen. In 2017 zullen daar uitgangspunten voor worden benoemd.
Tot slot mag niet onvermeld blijven dat Kottenpark leerlingen al jaren een podium biedt om te acteren, te musiceren en te dansen en ze hierin begeleidt. Dat leidde in 2016 tot enkele bijzondere prestaties. Lisa ten Bulte won in Amsterdam de Heineken Music Award voor getalenteerde leerlingen en Duco Akkermans mocht op uitnodiging in Carré optreden voor koningin Maxima.
De instroom van leerlingen in het eerste leerjaar Vakcollege was nieuw voor docenten. De teams van het Vakcollege werden aangevuld met collega’s die al ervaring hadden in de onderbouw. De integratie van onderbouw en bovenbouw leerlingen verliep soepel. Wel bleek dat het werken met digitaal lesmateriaal voor een aantal vakken een extra inspanning van de docenten vroeg, omdat het aanbod van VO-content te mager was. Het werken in vaste lesperiodes bevalt.
Het stedelijk vakcollege Chromebooks
5 WERKGROEPEN
onderwijsvorm
vmbo + b/k
hard gewerkt
gestart met
het vakcollege
EERSTEJAARS
10 praktijkuren + TWEE LESUREN mediawijsheid
VERGROTEN ouderparticipatie INBEDDING stagecomponent
HET STEDELIJK VAKCOLLEGE De uitgangspunten die horen bij de visie van Het Stedelijk Vakcollege lijken goed te passen bij het type leerling dat instroomt. De start met praktijklessen in het eerste leerjaar biedt het college veel kansen. Docenten worden verantwoordelijk voor de hele schoolloopbaan van leerlingen in het Vakcollege. In teams en werkgroepen is een vervolg gegeven aan het ontwikkelen van de inhoud van de vakken in het Vakcollege in de toekomst. Gezocht is naar het vinden van een goed evenwicht in het al dan niet
8
HET STEDELIJK LYCEUM
College zuid leerlingen
662 LEERLINGEN
De instroom in het Vakcollege Mens & Dienstverlenen was groter dan in het Vakcollege Techniek & Vakmanschap. In het najaar van 2016 is opnieuw geïnvesteerd in relaties buiten het Vakcollege. Dit zijn zowel maatschappelijke organisaties als vervolgopleidingen.
mavo
1039 IST incl.
havo atheneum
honoursprogramma
UNIVERSITEIT TWENTE
masterclasses 5 vwo LEERLINGEN
053-project: welkomstactie voor vluchtelingen
15 basisscholen bezocht door
3 VWO-TTO LEERLINGEN
Profiel werk stuk
UT’ers
begeleiden
LEERLINGEN BIJ
Profielwerkstuk
IST SAMENWERKING primary school VERSTEVIGT
doorlopend leerprogramma gezamenlijke website
COLLEGE ZUID College Zuid is in 2016 volop bezig geweest om de rendementen van de school te verbeteren. Het continu
analyseren van deze rendementen en het uitzetten van allerlei acties hebben ertoe geleid dat de examenresul taten in de zomer 2016 uitstekend waren. De slagingspercentages van College Zuid waren voor de havo 93% en voor het vwo 95%. Daarnaast kan het resultaat van de TTO-leerlingen niet onvermeld blijven. Alle examenleerlingen uit de tweetalige stroom hebben hun IB (International Baccalaureate) diploma behaald. Hier is zelfs het gedroomde 100% slagingspercentage behaald. Niet alleen de examenresultaten bepalen de hoogte van het succes. Ook wordt er gekeken naar bijvoorbeeld de op- en de afstroom en het zittenblijven van leerlingen. Om dit te verbeteren is in 2016 gestart met een lenteschool. De bedoeling van de lenteschool is dat leerlingen van wie we verwachten dat die blijven zitten, rond de meivakantie extra ondersteuning krijgen. Zo hebben zij betere kansen om alsnog bevorderd te kunnen worden. Hierdoor gingen in 2016 de leerlingen beter voorbereid de laatste periode van het schooljaar in. College Zuid is in 2016 begonnen met de voorbereiding op de invoering van Bring Your Own Device (met een duidelijke voorkeur voor chromebooks). Er is een kleine werkgroep gevormd die nadenkt over de ontwikkelingen op College Zuid met betrekking tot modernere en meer activerende didactiek, waar mogelijk en gewenst met gebruik van ICT. Ook bereidt deze werkgroep de invoering van de chromebooks vanaf leerjaar 1 in het schooljaar 2017-2018 voor. In 2016 zijn (vrijwel) alle docenten voorzien van een chromebook. Om in tussentijd goede en duidelijke stappen te maken, zijn er in 2016 32 extra chromebooks aangeschaft, zodat meer collega’s hier gebruik van kunnen maken in onderwijsleersituaties.
onderwijs
In het voorjaar 2016 heeft College Zuid een audit Topsport Talent School ondergaan. Het resultaat van deze audit was over het algemeen positief en er is door de auditcommissie een algemene tevredenheid over de Loot-begeleiding uitgesproken. Op College Zuid zijn altijd projecten waarin leerlingen initiatieven nemen. Zo is in 2016 ook door drie leerlingen een Enschedees project opgezet om vluchtelingen welkom te heten. Hierbij ging het niet om de discussie of vluchtelingen wel of niet naar Enschede moeten komen, maar als de vluchtelingen er eenmaal zijn, ze wel welkom te heten. Deze drie leerlingen hebben alle VO-scholen, bibliotheken, sportverenigingen, etc., benaderd. Zij hebben zelf een PR-plan opgezet en het resultaat was dat de pers hier uitgebreid aandacht aan besteed heeft. Dit is iets om echt trots op te zijn!
IST College Zuid verzorgt al meer dan 25 jaar tweetalig onderwijs Engels-Nederlands (TTO). College Zuid was
een van de eerste scholen in Nederland die daarmee startte. Het internationaliserende aspect van deze opleiding is dan ook een profilering van College Zuid en de International School Twente (IST) sluit daar op aan.
In 2016 zijn verbeteringen doorgevoerd voor de IST met betrekking tot externe communicatie, relatiebeheer, deskundigheidsbevordering en de International Baccalaureate (IB) autorisatie.
In schooljaar 2011/2012 is IST van start gegaan met 10 leerlingen. Vorig schooljaar had IST 49 leerlingen en dit schooljaar 2016/17 is gestart met 67 leerlingen. De school groeit zodoende; het streven is om de komende schooljaren door te groeien naar minimaal 100 leerlingen. Met de start van IST werd beoogd om het internationale profiel van College Zuid te verstevigen. Opzet was dat IST in een paar jaar tijd zou kunnen uitgroeien naar een levensvatbare omvang. De afgelopen jaren is dit niet eenvoudig gebleken.
De samenwerking op de werkvloer krijgt vorm via de (project)werkgroep IST, die IST Primary School en IST Secondary (van College Zuid) meer met elkaar verbindt. De gespreksonderwerpen hierbij zijn onder andere: de ontwikkeling van doorlopende leerlijnen, afstemming van betalingen, pr en werving.
Met ingang van eind 2015 en begin 2016 is daar echter een omslag in gekomen. Een toen gehouden marktonderzoek wijst uit dat er een goed potentieel voor een internationale school is. Een nauwere samenwerking met de Primary International School van Consent zal leiden en heeft deels al geleid tot een Internationale School Twente met één visie en missie en een goede samenwerking op alle niveaus van de organisaties. Een en ander kan worden waargemaakt vanwege een begin 2016 opgestart project, genaamd Doorontwikkeling International School Twente (DIST). Het project loopt via de gemeente Enschede, heeft een doorlooptijd van 4 jaar (2016 - 2019) en wordt gefinancierd door de Regio Twente en externe geldschieters (SIOT, UT, Saxion en een aantal bedrijven). De totale projectinkomsten bedragen ongeveer € 2.8 miljoen voor 4 jaar.
Het IST-team heeft in het najaar 2016 een proef autorisatie gehad voor het IB. De terugrapportage was positief en het IST-team heeft groen licht gekregen voor de echte autorisatie in het voorjaar 2017. Zij zijn inmiddels geautoriseerd, waardoor het International Baccalaureate Diploma Program (IBDP) mag worden aangeboden aan leerlingen vanaf schooljaar 2017-2018. De school kan zich dan presenteren als “IB World School”.
De stedelijke mavo
276 LEERLINGEN
ONTDEKKEN VAN JE talent
een jaar oefenen
Circus voorstellingen
VOOR
In 2016 heeft College Zuid weer de contacten aangehaald met de Universiteit Twente (UT). Dit is gebeurd in het kader van talentmaximalisatie. Leerlingen volgen allerlei masterclasses op de UT. Dit heeft ertoe geleid dat College Zuid nu officieel een partnerschool van de UT is.
JUNIORCOLLEGE
onderbouw
mavo + havo
ROOS VAN DER LINDEN
won 1 4E EDITIE
voorbereiden op
Maatschappelijke
BEDRIJFSBEZOEKEN
Enschedese
Stage awards
circusproject
'later’
lesstof
praktijk
DE STEDELIJKE MAVO 2016 is een roerig jaar geweest voor De Stedelijke
JAARVERSLAG 2016
9
10 HET STEDELIJK LYCEUM
onderwijs Mavo. De locatie kende in de eerste helft nogal wat lesuitval door ziekte en kreeg een nieuw management. Toch kreeg De Stedelijke Mavo na het inspectiebezoek in oktober het basisarrangement en startte voor het eerst een examenklas op. Daarmee is De Stedelijke Mavo nu een volwaardige mavo geworden. Het leerlingenaantal groeide naar 274. Het jaar heeft door het ontstaan van een nieuw samengesteld team zeker in het teken gestaan van het creëren van een nieuwe cultuur. Een derde en vierde klas in huis hebben betekent ook het opstellen van een PTA en meer aandacht voor prestaties. Er moeten namelijk examens afgelegd worden. De al bestaande kracht van de school (kleinschaligheid en begeleiding en nadruk op brede talentontwikkeling) worden volop meegenomen in de nieuwe toekomst van de school en zijn bepalende factoren bij het werken aan die cultuur. De inspectie, die in oktober op bezoek was, heeft gekeken naar de opbrengsten, de ondersteuning en begeleiding, het onderwijsproces en de kwaliteitszorg. Met het toewijzen van het basisarrangement heeft de inspectie het team beloond voor haar inzet. De school is op de goede weg en het blijven werken aan de kwaliteit van het onderwijs is in de tweede helft van het jaar geïntensiveerd, onder andere door het inzetten van een scholingstraject onder leiding van Martie Slooter. De Stedelijke Mavo is het nieuwe schooljaar verder gegaan met het gebruik van chromebooks in de lessen. Uiteraard bestond er door eerdere ervaringen met IPad onderwijs al enige ervaring met de inzet van een device.
VOORLICHTING EN VERSTERKING RELATIE MET BASISONDERWIJS Ook dit jaar zijn onze voorlichters weer op pad gegaan om de ouder(s) en verzorger(s) van toekomstige leerlingen zo goed mogelijk voor te lichten over de mogelijkheden en onmogelijkheden van het Enschedese voortgezet onderwijs. De organisatiestructuur en de onderwijskundige inrichting van de locaties van Het Stedelijk Lyceum zijn met ingang van 1 augustus 2015 flink gewijzigd en het blijft zaak het basisonderwijs, ouder(s) en verzorger(s) hierover goed bij te praten. Naast de algemene voorlichtingsronden, die ook in 2016 weer door het VO op de basisscholen zijn verzorgd, zijn er ook nog verschillende voorlichtingsmomenten geweest op de locaties van Het Stedelijk Lyceum. Momenten die ook zeker een wervend karakter hadden. Het betrof hier algemene locatievoorlichting, maar ook voorlichting op locaties over bijzondere afdelingen. Deze bijeenkomsten zijn over het algemeen goed bezocht! Om de relatie met het primair onderwijs (PO) te versterken, heeft Het Stedelijk Lyceum 2015 contactpersonen aangewezen die de herkenbaarheid moeten vergroten en de bereikbaarheid van het voortgezet onderwijs (VO) voor het PO moeten verbeteren. Ook in 2016 zijn scholen voor PO, veelal in het kader van de warme overdracht, bezocht door deze contactpersonen. Het Stedelijk Lyceum streeft ernaar contactpersonen langjarig aan PO-scholen te verbinden. Helaas is dit, vanwege verloop onder het personeel, niet altijd mogelijk. Desondanks zijn flink wat PO-scholen in 2016 door dezelfde collega’s uit het VO bezocht als in 2015.
DETERMINATIE Bij het goed op de plek krijgen van leerlingen in het VO is het van belang dat PO en VO samenwerken en hierbij het belang van de leerling voorop stellen. Instrumenten om tot een goede determinatie te komen, zijn onder andere: • toetsen en testen die binnen het PO door leerlingen worden gemaakt • een goed functionerend leerlingvolgsysteem • het voeren van zogenaamde driehoekgesprekken binnen het PO • een constante en periodieke uitwisseling van gegevens tussen PO en VO • een inhoudelijke ‘warme’ overdracht. Het advies op basis van het ontwikkelingsperspectief (de ‘film’) heeft de plaats ingenomen van het advies op basis van de resultaten van de CITO-toets ( de ‘foto’). Ondanks al deze instrumenten, blijft het lastig een aantal leerlingen op een plek binnen het VO te krijgen die recht doet aan hun capaciteiten, mogelijkheden en talenten. Binnen het VO komt het daarom nogal eens voor dat leerlingen van niveau moeten wisselen tijdens hun schoolloopbaan. Ook al komt het overgrote deel van de leerlingen vanuit het PO op de juiste plek terecht en stroomt op een bij hen horend niveau uit. Nu de CITO in tijd naar achteren is geschoven, is het advies voor plaatsing dat het VO ontvangt van het PO van doorslaggevende betekenis en dus bindend.
ICT IN HET ONDERWIJS Onderwijs is in ontwikkeling. De introductie van ICT heeft daar zeker aan meegeholpen. Het dwingt ons al enige tijd ons te bezinnen op de traditionele positie van
JAARVERSLAG 2016 11
hoofdstuk 1 leerboeken en werkboeken. Leermiddelenbeleid is in heel Nederland in opkomst. Het Stedelijk Lyceum is onderdeel van die ontwikkeling. We participeren actief in de discussie over een eenvoudige(r) aflevering van digitaal lesmateriaal. Hier lijkt niet zozeer de techniek de belemmerende factor, als wel markt verhoudingen. En waarschijnlijk ook de historisch gegroeide ‘rolverdeling’ die het moeilijk maakt om boven een verdeeld onderwijs en de aanleverende producenten van lesmateriaal regie te voeren. Hoe dan ook verloopt de aflevering van digitaal lesmateriaal nog altijd niet rimpelloos. Met de bestuursnotitie ‘Op weg naar 2018, ICT als voertuig’ als leidraad, zijn in 2016 verdere stappen gemaakt op het pad van verdere digitalisering van ons onderwijs. Inmiddels beschikt ruwweg 75% van onze medewerkers over een bedrijfs-’device’. Op vier locaties hebben de chromebooks de plaats van de traditionele vaste werkplekken overgenomen. Ongeveer de helft daarvan wordt door ouders en leerlingen via de beschikbare schoolregeling aangeschaft. Op de overgebleven locaties lopen introductieprojecten op weg naar volledige introductie. Het is duidelijk: de maatschappij van ‘later’ vraagt om inzet van ICT, digitaal lesmateriaal en vormen van gepersonaliseerd onderwijs. Ook onze leeromgeving - het uit zogeheten ‘open source’ met veel eigen expertise ontwikkelde StudiewijzerPLUS - zette zichzelf in de kijker. Digitaal lesmateriaal vanuit Wikiwijs, met als belangrijk onderdeel VO-Content, kan vanaf 2016 rechtstreeks in onze leeromgeving geïmporteerd worden. Al
12 HET STEDELIJK LYCEUM
langer doet zich voor directe levering van digitaal lesmateriaal de ontwikkeling voor dat deze elektronische leeromgeving een zekere standaardisering - en daarmee vereenvoudiging - afdwingt. Zowel bij producenten als bij onszelf, de afnemers. In een eerder jaarverslag noemden we die leeromgeving daarom al het ‘cement’ van onze onderwijsinrichting.
Werner von Siemens Gymnasium in Gronau (Dld), het Riesener Gymnasium in Gladbeck (Dld) en de Realschule Grunstrasse in Hattingen (Dld). Behalve de examinering door het International Baccalaureate (IB), beoogt deze samenwerking internationale bewustwording door meer contacten te organiseren met leerlingen in het buitenland.
Op het gebied van ICT scholing zijn ook vorderingen gemaakt. Geholpen door een externe partner hebben twee locaties (Het Stedelijk Vakcollege en Kottenpark) inmiddels kennis gemaakt met ‘inspiratiesessies’ om van daaruit op eigen behoefte toegesneden vormen van training en bijscholing op te zetten. Nog net in 2016 zijn de besprekingen gestart om ook op College Zuid een dergelijke start te maken.
Topsport Talentschool College Zuid heeft een licentie als Topsport Talentschool. In dat kader wordt samengewerkt met het NOC*NSF, Olympische netwerk Twente, de gemeente Enschede, voetbalacademie FC Twente, Tennis Factory en diverse sportbonden. De licentie en de samenwerking stelt College Zuid in staat haar topsportleerlingen bepaalde faciliteiten te bieden, zodat de leerlingen de mogelijkheid hebben hun schoolopleiding te combineren met hun topsportambitie.
SAMENWERKINGSVERBANDEN Hieronder worden de samenwerkingsverbanden genoemd, waarin Het Stedelijk Lyceum participeert: Het samenwerkingsverband VO 2302 In het kader van de ontwikkelingen rondom ‘Passend Onderwijs’ is het samenwerkingsverband 2302 VO opgericht. Deelnemende scholen zijn alle scholen in het voortgezet onderwijs - inclusief het voortgezet speciaal onderwijs - in de regio Twente Oost. SWV 2302 VO is verantwoordelijk voor goede voorzieningen en een dekkend onderwijs aanbod voor de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Twee Talig Onderwijs Engels (TTO) College Zuid werkt in het kader van TTO samen met het Europees Platform, de University of Cambridge, het
IST Er is een intensieve samenwerking gestart tussen de primary IST van Consent en de secondary IST van Het Stedelijk Lyceum. Op bestuurlijk niveau is eind 2016 hard gewerkt om de samenwerking ook formeel vast te leggen. Er is een convenant opgesteld, dat is gedeeld met de gemeente en een aantal andere stakeholders. Het convenant is in het voorjaar van 2017 formeel getekend door de besturen van Het Stedelijk Lyceum en Consent. Cultuurprofielschool Kottenpark is een cultuurprofielschool en werkt in dat kader samen met het conservatorium in Enschede en de muziekschool. De samenwerking is bedoeld
onderwijs om te komen tot een optimale voorbereiding ten behoeve van de doorstroming naar de hbo-fase van het dansvakonderwijs. De leerlingen van de muziekstroom ontvangen extra muzieklessen van docenten van de muziekschool en het conservatorium.
Regionale samenwerkingsverbanden In de regio zijn verschillende andere samenwerkings verbanden met scholen voor primair en voortgezet onderwijs, waarin Het Stedelijk Lyceum participeert, en diverse gemeentelijke commissies.
Universiteit Twente, Saxion Hogeschool, Artez Samenwerking vindt plaats met de UT en de Hogeschool om het wetenschapsprofiel te versterken. Bètadocenten nemen deel en dragen bij aan de DocentOntwikkelTeams van ELAN voor wiskunde D, Scheikunde en Bètavakken in samenhang. Leerlingen participeren in het project Talentmaximalisatie Twente (project UT, Saxion en Artez) en kunnen gebruik maken van faciliteiten, zoals de laboratoria van de UT en Saxion. Met Hogeschool ArtEZ hebben we een convenant gesloten voor de komende vier jaar. Samen gaan we een krachtig curriculum ontwikkelen voor het dansonderwijs dat inspeelt op de eisen van het veld en het HBOonderwijs. Het convenant dient als basis voor een Dans en Muziek (DAMU) licentie die door het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen slechts aan acht scholen in Nederland wordt verstrekt.
Goethe-instituut Kottenpark is partnerschool van het Goethe instituut. Naast het afnemen van de Goethe examens verstrekt het Goethe instituut studiebeurzen aan leerlingen van partnerscholen en organiseert het congressen voor docenten. Brede Schoolvereniging West De Stedelijke Mavo is lid van de brede schoolvereniging West. Doel hiervan is te komen tot versterking van de samenwerking en sociale cohesie in de wijk. Basisscholen, scholen voor voortgezet onderwijs en culturele instellingen in de wijk organiseren diverse activiteiten na school, zoals kunst en cultuurprojecten, trainingen in sociaal emotionele ontwikkelingen, bewegingsactiviteiten en projecten waarmee leerlingen meer bewust worden van de eigen omgeving.
Leerlingbegeleiding Om tot een goede leerlingbegeleiding te kunnen komen voor leerlingen die extra ondersteuning en begeleiding nodig hebben, werken we samen met de gemeente Enschede (leerplicht), de GGD (schoolarts), de wijkagenten, het speciaal onderwijs (’t Schip), het jongerenwerk, de jeugdhulpverlening en schoolmaatschappelijk werk. Zo kunnen snelle en sluitende trajecten worden geboden aan leerlingen die dit nodig hebben.
JAARVERSLAG 2016 13
14 HET STEDELIJK LYCEUM
HOOFDSTUK 2
personeel FUNCTIEHUIS Net als een gewoon huis heeft ook een functiehuis onderhoud nodig. Eind 2015 is een start gemaakt met dit onderhoud, wat vervolgens in de eerste helft van 2016 is afgerond. Voor een deel van de functiebeschrijvingen die al langer geleden waren vastgesteld, gold dat deze niet meer aansloten bij de huidige wensen dan wel de realiteit van Het Stedelijk Lyceum. Waar dit van toepassing was, zijn daarom functiebeschrijvingen aangepast. Volgens een formele procedure zijn eerst de medewerkers die dit betrof hiervan op de hoogte gebracht, waarna uiteindelijk een nieuw functiehuis kon worden vastgesteld. Dit functiehuis was vervolgens de basis waarop de competenties ten behoeve van de gesprekscyclus konden worden beschreven.
GESPREKSCYCLUS Voor goed personeelsbeleid, waarbij medewerkers tevreden naar hun werk gaan en uitgedaagd worden om eigenaar te zijn van hun eigen professionele ontwikkeling, kunnen we niet zonder een goed werkende gesprekscyclus. Eind 2015 is daarom een nieuwe regeling gesprekscyclus vastgesteld door het College van Bestuur, na instemming van de GMR. Deze nieuwe regeling beschrijft welke gesprekken zouden moeten plaatsvinden, met welke frequentie, en over welke competenties.
In 2016 is vervolgens het zogeheten competentieboek gevuld, samen met een werkgroep waarbij medewerkers uit verschillende geledingen binnen de organisatie betrokken waren. In het competentieboek staat voor elke functie binnen het Stedelijk Lyceum aangegeven welke competenties van toepassing zijn, en op welk niveau een medewerker binnen die functie de competentie zou moeten beheersen. Eind 2016 is de gesprekscyclus ook daadwerkelijk geïmplementeerd. Leidinggevenden zijn uitvoerig voorgelicht, en ook voor medewerkers zijn voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd.
SCHOLING Ook in 2016 is veel geïnvesteerd in de ontwikkeling van leidinggevende kwaliteiten tijdens de Management Development dagen die verspreid over het jaar plaatsvonden. Het Management Development (MD)traject voor leidinggevenden heeft in 2016 een nieuwe impuls gekregen en zal onder verantwoordelijkheid van de HSL Academie verder vorm gegeven worden. Aan het begin van schooljaar 2016/2017 is de HSL Academie in het leven geroepen; een projectorganisatie die een samenwerking tussen het COO en P&O inhoudt op het gebied van scholing. De verantwoordelijkheid voor scholing van teams dan wel scholen komt vooral bij het COO te liggen, de verantwoordelijkheid voor de
scholing van individuele medewerkers bij P&O. COO en P&O zullen hierbij afstemmen welke bredere signalen en vragen worden waargenomen op het gebied van scholing, en hoe hieraan zo goed mogelijk tegemoet gekomen kan worden. In 2016 is iets meer dan € 245.000 geïnvesteerd in externe opleidingen. De beschikbare subsidies worden daarnaast volledig ingezet. Voor 20 medewerkers werd in 2016 gebruik gemaakt van de gelden van de lerarenbeurs. Op basis van de uitkomsten van de gesprekscyclus en de registratie in AFAS kunnen we in de toekomst de scholingsbehoefte Stedelijk-breed nauwkeurig in kaart brengen. Dit zal belangrijke input geven om voor volgende schooljaren ons scholingsbeleid stevig neer te zetten.
JAARVERSLAG 2016 15
hoofdstuk 2 ZIEKTEVERZUIM
Overzicht ziekteverzuimpercentage
Helaas moeten we constateren dat in 2016 het ziekteverzuim gestegen is van 7,35% in 2015 naar 8,37% in 2016. Deze stijging is vooral te wijten aan de eerste maanden van het jaar. Er is echter ook goed nieuws. Eind 2015 is een notitie verzuim geschreven en besproken met alle leidinggevenden van Het Stedelijk Lyceum. De afdeling P&O heeft vanaf dat moment veel energie gestoken in de uitvoering van dit beleid, en is samen met leidinggevenden met veel medewerkers in gesprek geweest. Langzaam gaan we de vruchten van deze aanpak plukken, zoals ook te zien is in de verzuimcijfers. Vanaf juli 2016 is het verzuimpercentage steeds lager dan het jaar ervoor.
14,00 12,00
HSL breed 2014
10,00 8,00
HSL breed 2015
6,00 4,00
HSL breed 2016
2,00 0,00 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Figuur 1
augustus
september
oktober
november
december
Gemiddeld
4,69
3,21
6,37
6,14
8,67
8,23
6,28
6,89
5,26
4,53
7,71
8,36
11,09
11,18
7,35
7,64
4,62
3,64
4,80
6,77
9,19
9,05
8,37
januari
februari
maart
april
mei
juni
juli
HSL breed 2014
7,75
7,30
6,74
6,20
5,06
5,04
HSL breed 2015
7,78
8,21
6,03
6,17
5,04
HSL breed 2016
11,80
13,43
10,63
10,92
7,93
Figuur 2
16 HET STEDELIJK LYCEUM
personeel FUNCTIEMIX
BELEID UITKERINGEN NA ONTSLAG
De ‘functiemix’ is de verdeling van leraren (in voltijdbanen, fte’s) over de verschillende salarisschalen. De functiemix wordt ieder jaar gemonitord, zo ook in 2016. Hieruit is gebleken dat we voldoen aan de gestelde eisen. Concreet betekent dit, dat we boven de norm zitten van het aantal LC en LD docenten in onze organisatie. De functiemix van Het Stedelijk Lyceum zag er aan het begin van schooljaar 2016/2017 als volgt uit, zie figuur 3.
Het Stedelijk Lyceum handelt bij uitkeringen na ontslag binnen de rechtmatigheidskaders en volgt hierbij de algemene uitgangspunten van de CAO. Hier is het afgelopen jaar niets in veranderd. Het Stedelijk Lyceum is als onderwijsinstelling eigenrisicodrager voor WWuitkeringen en bovenwettelijke uitkeringen. Dit houdt in dat Het Stedelijk Lyceum zelf risico draagt voor de kosten die gepaard gaan met het werkloos worden van haar werknemers. Vanaf 1 januari 2007 kent het voortgezet onderwijs een systeem van normatief verevenen, waarbij 75 procent binnen de sector wordt verevend en 25 procent op organisatieniveau wordt gefinancierd.
FUNCTIEMIX Meting 2012
Meting 2013
Meting 2014
Meting 2015
Meting 2016
LB
55,5%
51,0%
48,9%
48,9%
43,5%
LC
24,2%
22,0%
21,6%
22,6%
24,0%
LD
20,4%
26,0%
29,5%
28,5%
32,4%
Figuur 3
JAARVERSLAG 2016 17
HOOFDSTUK 3
Huisvesting & iCT HUISVESTING 2016 is voor de huisvesting van Het Stedelijk Lyceum een dynamisch jaar geweest. In de laatste weken van 2015, tijdens de kerstvakantie, is de locatie ISK verhuisd naar het ingrijpend gerenoveerde en verbouwde pand Dotterbloemstraat 75. Begin 2016 is dit pand in gebruik genomen als eigen hoofdlocatie voor de ISK. Het pand, inmiddels eigendom van de school, bleek bij ingebruikname al te klein door de forse groei van het aantal ISK leerlingen. Het tijdelijk medegebruik van enkele lokalen bij een nabijgelegen basisschool is na enige tijd gestopt om, opnieuw tijdelijk, een aantal lokalen met pauzeruimte in gebruik te nemen bij het pand Buurserstraat 250, de locatie waar de ISK de afgelopen jaren gehuisvest was. Door de toenemende groei van de ISK is tegen de zomer van 2016 een besluit genomen over een permanente oplossing in de vorm van het in eigendom krijgen van nog een schoolgebouw voor de ISK: het historische en nog niet lang geleden gerenoveerde pand Mekkelholtspad 4. Dit pand is in de zomervakantie ingericht en direct bij de start van het schooljaar 20162017 volledig in gebruik genomen door de ISK als tweede locatie. Hiermee is definitief afscheid genomen van het pand Buurserstraat 250.
18 HET STEDELIJK LYCEUM
Ook rond de zomervakantie heeft de verhuizing van de praktijkschool De Wissel zijn beslag gekregen. Na meer dan tien jaar praten over nieuwe huisvesting is er een oplossing gekomen in de vorm van het voormalige pand De Mast. Dit pand is vanaf eind 2015 tot zomer 2016 ingrijpend verbouwd. Ook is op het buitenterrein een grote tuinkas en een buitengebouw met opslag en metsellokaal nieuw gebouwd. In de periode voorafgaand aan de zomer is het pand, deels nieuw en deels met inzet van bestaande inventaris, ingericht. Een prachtige plek voor de praktijkschool die het pand met ingang van schooljaar 2016 - 2017 in gebruik kon nemen met de nieuwe naam Vakschool Het Diekman. Dit project is zowel voor wat betreft de verbouwing als de inrichting binnen het beschikbare budget en binnen de planning gerealiseerd. Het oude pand van de praktijkschool De Wissel aan de Wethouder Nijhuisstraat is tegen het einde van het kalenderjaar definitief aan de gemeente overgedragen. De huisvesting aan het Volkspark, dat ook nog in gebruik was door De Wissel, was al eerder overgedragen aan de gemeente. Naast deze ingrijpende huisvestingsoperaties hebben de volgende noemenswaardige investeringen plaatsgevonden: aanpassing van een practicumlokaal bij de locatie Zuid, asbestsanering bij de locatie Kottenpark
en de aanpak van een deel van het sanitair en een kooklokaal bij Innova.
ICT Het beleid om één op één onderwijs (één computer per leerling) vorm te geven binnen Het Stedelijk Lyceum is in 2016 verder ingezet. De locaties De Stedelijke Mavo, Innova, ISK en de eerste twee klassen van Het Stedelijk Vakcollege werken nu geheel één op één, veelal met chromebooks. Iedere docent heeft hier ook een eigen chromebook. Op de andere locaties zijn pilots gestart met chromebooks. Ook daar hebben alle betrokken docenten een chromebook gekregen. In 2016 zijn opnieuw ongeveer 200 chromebooks aan docenten uitgereikt. Ook is er in 2016 weer geïnvesteerd in audiovisuele media. Op beide ISK locaties, De Stedelijke Mavo, Innova en Vakschool Het Diekman zijn alle lokalen uitgerust met een groot TV scherm met Chromecast. Deze worden bediend met een (docenten) chromebook. Op College Zuid is de grote beamer in de aula vervangen. Wat betreft de wifi is er geïnvesteerd in een aantal locaties om de kwaliteit op peil te houden. Vakschool Het Diekman, ISK locatie Mekkelholtspad en De Stedelijke
Mavo zijn uitgerust met een nieuw “high density” wifi netwerk en zijn daarmee - samen met Innova voorbereid op het gelijktijdig gebruik van grote aantallen chromebooks. Een andere voorwaarde voor een goede IT voorziening is een snel netwerk. Om dit te doen zijn de nieuwe gebouwen van Het Stedelijk Lyceum, te weten Vakschool Het Diekman aan de J.J. van Deinselaan en de ISK locatie Mekkelholtspad, opgenomen in onze glasvezelring. De ‘oude’ panden van Vakschool Het Diekman en de ISK zijn afgekoppeld. Tot slot is er ook gewerkt aan een innovatie op het gebied van security. Het nieuwe pand van Vakschool Het Diekman is uitgerust met een nieuw op IP gebaseerd camera systeem. Deze bestaat uit 7 IP camera’s en een centrale server met 1 week opslag.
JAARVERSLAG 2016 19
20 HET STEDELIJK LYCEUM
HOOFDSTUK 4
Kwaliteitszorg en governance GOVERNANCE Het Stedelijk Lyceum hanteert de code Goed Onderwijsbestuur van de VO-raad van 2015. De code Goed Onderwijsbestuur laat zien waar de VO-sector voor staat. De code geeft aan hoe de sector de kwaliteit van het onderwijs wil waarborgen en daar ook verantwoordelijkheid voor neemt. Bij de oprichting van de Stichting in 2008 was de governance gebaseerd op de al bestaande regelingen. De afgelopen jaren is een aantal regelingen geactualiseerd. Deze regelingen zijn beschikbaar via de website van het Stedelijk Lyceum. Het betreft de volgende regelingen. Algemeen: 1. Statuten Stichting Het Stedelijk Lyceum 2. Code goed onderwijsbestuur in het VO
3. 4. 5. 6.
Raad van Toezicht: Profielschets voorzitter en leden Raad van Toezicht Reglement werkwijze vacatures Raad van Toezicht Rooster van aftreden Vergoedingsregeling leden Raad van Toezicht
Publieke verantwoording: 7. Medezeggenschapsstatuut 2015 8. Reglement gemeenschappelijke medezeggenschapsraad 2015 9. Reglement medezeggenschapsraad 2015 10. Reglement deelraden 2015 11. Financiële jaarverslagen 12. Publieksjaarverslagen Rechtsbescherming: 13. Klachtenregeling 14. Privacy reglement verwerking leerlinggegevens
naast dit jaarverslag ook een publieksjaarverslag gemaakt. Dit jaar hebben we dat anders gedaan en is gekozen voor een overzichtelijke factsheet schooljaar 2015-2016. Deze is terug te vinden op de website. Een andere manier van verantwoorden vindt plaats via www.scholenopdekaart.nl. Dit is een project waarbij alle cijfermatige informatie over scholen voor voortgezet onder wijs wordt verzameld in één systeem. De informatie is afkomstig van DUO, Onderwijsinspectie en de locaties zelf.
Overig: 15. Gedrags- en integriteitscode
Met ‘scholen op de kaart’ bieden scholen inzicht in hun resultaten, op basis van twintig indicatoren. Dit maakt een goede vergelijking met landelijke cijfers en met andere scholen mogelijk.
HORIZONTALE VERANTWOORDING
EXTERN TOEZICHT
Het Stedelijk Lyceum verantwoordt zich aan externe en interne toezichthouders door middel van het jaarverslag dat terug te vinden is op onze website. Dit jaarverslag is opgesteld door het College van Bestuur en betreft een geïntegreerd jaardocument bestaande uit het bestuursverslag, het verslag Raad van Toezicht, de jaarrekening en een toelichting op de jaarrekening. Het is een uitgebreid verslag dat voldoet aan de wettelijke eisen en een kalenderjaar omvat.Tot vorig jaar werd
De belangrijkste externe toezichthouder is de Inspectie van het onderwijs. De Inspectie heeft in 2016 de volgende locaties bezocht: College Zuid, Het Stedelijk Vakcollege, De Stedelijke Mavo en Innova. Wij zijn blij dat Innova en De Stedelijke Mavo de kwalificatie basisarrangement hebben gekregen. Van de andere scholen was in het rapportagejaar nog geen vastgesteld verslag gereed.
JAARVERSLAG 2016 21
hoofdstuk 4 Verder heeft de inspectie – in het kader van het financieel continuïteitstoezicht - eind 2015 onderzoek gedaan naar de financiële positie van Het Stedelijk Lyceum. De uitkomsten van dit onderzoek zijn begin 2016 ontvangen. Opnieuw heeft de inspectie het basisarrangement toegekend.
ACCOUNTANT Ernst & Young (EY) is door de Raad van Toezicht aan gewezen als accountant en is belast met de controle van het bestuursverslag. Het bestuursverslag moet opgesteld worden in overeenstemming met de jaarverslag leggingsvereisten vanuit de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs en Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ.
Het controleprotocol is de schakel tussen wet- en regelgeving en de werkzaamheden van de accountant. Als onderdeel van de jaarrekeningcontrole wordt een interim controle uitgevoerd. Deze interim controle wordt primair gericht op de opzet, het bestaan en de werking van maatregelen van administratieve organisatie en interne beheersing. Dit voor zover van belang voor de controle van de betrouwbaarheid van de in de jaarrekening opgenomen gegevens.
OPBRENGSTEN ONDERWIJS
INTERN TOEZICHT
In de opbrengsten van het onderwijs wordt onder andere gekeken naar de resultaten uit het examenjaar. De opbrengsten van het onderwijs hebben voortdurend onze aandacht. We brengen naast de leerresultaten ook het leerproces (waaronder de kwaliteit van de lessen) op verschillende manieren in kaart. In de managementteams en de docententeams bespreken we de resultaten. Locaties maken hierop een jaarplan om tot gerichte acties te komen.
De belangrijkste interne toezichthouder is de Raad van Toezicht. Een verslag van de Raad van Toezicht is terug te vinden in dit jaarverslag (hoofdstuk 7).
Hieronder een aantal kerngegevens over leerlingaantallen, aanmeldingen en opbrengsten:
leerlingaantallen per locatie 1 oktober 2016
Leerlingaantallen totaal
De Stedelijke Mavo
Vakschool Het Diekman + Schakelklassen**
Kottenpark
College Zuid
Het Stedelijk Vakcollege
Leerjaar 1
192
191
105
95
- 3,2%
Leerjaar 2
168
177
148
3292
- 4,4%
Leerjaar 3
149
202
2015
3347
+ 1,7%
Leerjaar 4
217
242
2016
3524
+ 5,3%
Leerjaar 5
190
127
Leerjaar 6
59
36
IST
-
64
Totaal
975
1039
Datum
Aantal
Percentage t.o.v. vorig jaar
2012
3557
- 0,3%
2013
3443
2014
Figuur 4
Figuur 5
22 HET STEDELIJK LYCEUM
Innova
ISK
40
61
139
92
40
51
45
203
48
28
42
50
206
41
23
22
31
662
276
162
176
234
kwaliteitszorg en governance
VMBO Slagingspercentage 2012
Slagingspercentage 2013
Slagingspercentage 2014
Slagingspercentage 2015
Slagingspercentage 2016
SBE Vmbo-b
90% (96%)
90% (97%)
93% (97%)
90% (98%)
90% (98%)
SBE Vmbo-k
88% (93%)
81% (93%)
86% (95%)
87% (95%)
85% (96%)
SBE Vmbo-gt
80% (90%)
85% (91%)
84% (94%)
89% (94%)
83% (94%) Figuur 6
(Landelijke percentage)
HAVO Slagingspercentage 2012
Slagingspercentage 2013
Slagingspercentage 2014
Slagingspercentage 2015
Slagingspercentage 2016
Kottenpark
82% (87%)
81% (88%)
85% (88%)
81% (87%)
89% (89%)
College Zuid
79% (87%)
77% (88%)
80% (88%)
75% (92%)
93% (89%) Figuur 7
VWO Slagingspercentage 2012
Slagingspercentage 2013
Slagingspercentage 2014
Slagingspercentage 2015
Slagingspercentage 2016
Kottenpark
84% (87%)
83% (92%)
95% (90%)
84% (87%)
82% (91%)
College Zuid
74% (87%)
89% (92%)
88% (90%)
80% (92%)
94% (91%) Figuur 8
JAARVERSLAG 2016 23
hoofdstuk 4
aanmeldingen
VAVO LEERLINGEN
LWOO LEERLINGEN
Datum
Aantal*
Datum
Aantal*
Datum
Aantal
2012
692
2012
242
2012
7
2013
629
2013
421
2013
11
2014
609
2014
438
2014
6
2015
658
2015
492
2015
11
2016
654
2016
352
2016
5
*Excl. ISK en IST.
*Aantal Lwoo leerlingen wordt vanaf 2016 in vier jaar uitgefaseerd
Figuur 9
vanwege passend onderwijs.
Figuur 11
Figuur 10
TEVREDENHEIDSONDERZOEKEN Elk jaar vinden op de locaties van Het Stedelijk Lyceum tevredenheidsonderzoeken plaats onder een representatieve groep leerlingen en hun ouders. In mentorlessen vullen de leerlingen een enquête in en ouders hebben de mogelijkheid op een ouderavond aan de enquête deel te nemen of ze ontvangen een email met een uitnodiging. In schooljaar 2015-2016 zijn leerlingen vooral tevreden over de begeleiding en ondersteuning. Daarnaast zijn ze tevreden over hun mentor en de sfeer in de school. Leerlingen bij Vakschool Het Diekman zijn met name tevreden over de docenten. Blijvend onder onze aandacht is het onderwijsleerproces en op sommige plaatsen de communicatie. Leerlingen willen onderwijs
24 HET STEDELIJK LYCEUM
op maat, een docent die goed uitlegt en afwisselende lessen. Teamleiders bezoeken lessen van docenten en in de teams worden de uitkomsten van deze bezoeken besproken om met elkaar te leren wat beter kan. De resultaten zijn terug te lezen op www.scholenopdekaart.nl.
Omdat het voor de ‘klagende’ partij niet altijd duidelijk is welke mogelijkheden er zijn om een klacht in te dienen, zijn op elke locatie contactpersonen aangesteld die leerlingen, ouders of medewerkers kunnen verwijzen naar de juiste instantie. Dat kan de ombudsman zijn of de externe vertrouwenspersoon, maar ook de locatiedirecteur als de klacht daar nog niet is behandeld.
KLACHTENREGELING Het Stedelijk Lyceum voorziet in een klachtenregeling. In deze Klachtenregeling wordt ervan uitgegaan dat klachten in principe het beste kunnen worden opgelost op de plaats waar ze ontstaan. Als een klacht zover escaleert dat het bestuur een besluit moet nemen (na eventueel een advies te hebben ontvangen van de Landelijke Klachtencommissie), zal dit voor alle partijen minder bevredigend zijn.
De Ombudsman voor Het Stedelijk Lyceum is de onafhankelijk deskundige dr. R. van Asselt. Klachten kunnen rechtstreeks bij hem worden ingediend of bij het bestuur. Het bestuur kan ervoor kiezen de klacht voor advies zelf bij de Ombudsman neer te leggen. In het najaar van 2016 heeft de Ombudsman een jaarverslag opgesteld, waarin hij geanonimiseerd verslag
kwaliteitszorg en governance doet over de drie in het schooljaar 2015/2016 ingediende klachten. Daarbij heeft hij enkele aanbevelingen gedaan. Deze hebben betrekking op het pestprotocol (aanpassen of volgen) en verbetering van communicatie met ouders die een probleem willen bespreken. Het rapport van de ombudsman is intern besproken met de schoolleiders, de Raad van Toezicht en de GMR en is terug te vinden op de website. Voor sommige klachten is het niet makkelijk om in alle openheid de klachtenprocedure te volgen. Bijvoorbeeld als het gaat om klachten die te maken hebben met ongewenste intimiteiten, discriminatie, agressie of pesten. Mevrouw Schrier is door het bestuur benoemd als externe vertrouwenspersoon. Zij geeft de betrokkene advies over het al dan niet indienen van een klacht bij de locatiedirecteur, het bestuur, de Landelijke Klachtencommissie, de Ombudsman of bij de politie. In schooljaar 2015-2016 zijn in totaal vijf meldingen binnengekomen bij de externe vertrouwenspersonen. Vier van de vijf meldingen zijn meldingen van ouders(/ leerlingen). Een van de meldingen betreft een medewerker van het Stedelijk Lyceum.
MEDEZEGGENSCHAP De wettelijke basis voor medezeggenschap ligt in de Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS). Het Stedelijk Lyceum is een organisatie met meerdere scholen en heeft een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) ingesteld, waarin mensen van elke geleding (ouders, leerlingen, personeel) zijn vertegenwoordigd. Verder hebben alle locaties van Het Stedelijk Lyceum
een eigen deelraad waarin personeel, ouders en leerlingen zetels hebben. In april 2016 zijn de verkiezingen voor de medezeggenschapsraden (en dus voor de deelraden) afgerond. Op 31 oktober 2016 hebben die medezeggenschapsleden de GMR-leden gekozen. Goede medezeggenschap kan niet zonder een goed reglement en statuut. Het bestuur kijkt samen met de GMR regelmatig naar noodzakelijke aanpassingen. De laatste wijziging van zowel statuut als reglementen is in 2016 geweest. Beide zijn dus weer helemaal up-to-date. Drieënveertig van de vierenveertig deelraadzetels zijn gevuld. Alleen Kottenpark heeft nog één collega nodig om de laatste vacature te vullen. De GMR is volledig en bestaat uit acht leden. De GMR heeft zich in 2016 onder meer bezig gehouden met de volgende onderwerpen: • Begroting 2017 • Examenreglement • Gedrags- en integriteitscode • Vakantieregeling • Regeling ‘Lief & Leed’ • Protocol medisch handelen • Jaarverslag ombudsman • Interne opleiding medewerkers • Notitie ‘Passende ondersteuning, The next step’ De GMR heeft het afgelopen jaar 10x overleg gehad met de bestuurder, 3x met de voltallige deelraden, 3x met een vertegenwoordiging van de deelraden en 2x met de Raad van Toezicht.
JAARVERSLAG 2016 25
26 HET STEDELIJK LYCEUM
HOOFDSTUK 5
PR & communicatie NIEUWE ‘LOOK’ Een aantal jaren geleden hebben we een extern bureau in de hand genomen om ‘ons stedelijk DNA’ opnieuw te ontdekken. Het resultaat dat dit in beeld opleverde was het meisje met de gitaar. Zij stond symbool voor onze positionering Later … begint vandaag. Denk Stedelijk. Vorig schooljaar werd deze slogan in beeld vertaald met het jongetje die hard nadacht over zijn toekomst. De fase van ons DNA herontdekken, ons onderscheidend en herkenbaar in de markt zetten in de vorm van een positioneringscampagne zit erop. We zijn nu in de fase beland dat onze locaties ‘bewijzen’ (blijven) leveren voor onze gekozen propositie: zo doen we dat bij Het Stedelijk! En ook daar hoort voor de wervingscampagne 2016-2017 weer een herkenbaar fris beeld bij, een nieuwe look: een stoer jongetje dat lef uitstraalt. In 2016 is gewerkt aan een restyling van onze huisstijl. Elke locatie heeft een eigen variant van het ‘stedelijk brede’ logo. Er is een corporate brochure voor Het Stedelijk Lyceum ontwikkeld. Een brochure die aangeeft waar Het Stedelijk Lyceum voor staat, wie wij zijn, wat wij belangrijk vinden en welk onderwijs je op de verschillende locaties kunt volgen. Daarnaast zijn er per locatie eigen folders en flyers ontwikkeld.
De stijl die in de brochure gebruikt is, zal in al onze uitingen doorgevoerd worden, zodat we één krachtig en herkenbaar beeld neerzetten. Denk bijvoorbeeld aan de website, wervingscampagne voor nieuwe leerlingen, etc. Dit alles is bovendien vastgelegd in een huisstijlhandboek.
VOORLICHTING BASISSCHOLEN IN AANGEPASTE VORM In september en oktober vond de voorlichting op basisscholen plaats. Er is gekozen voor een nieuwe opzet: in carrousel vorm konden de aanbieders van voortgezet onderwijs in Enschede zich presenteren bij de IKC’s (integrale kindcentra waar meerdere basisscholen deel van uit maken). Onze voorlichters zijn uitgerust met een presentatie die ook in de nieuwe stijl is uitgevoerd.
PR LAB Het afgelopen jaar hebben we veel nieuwe enthousiaste collega’s mogen verwelkomen in ons PR-Lab. Dit betekent wel dat we moeten blijven investeren in onze ambassadeurs. Tijdens bijeenkomsten hebben we dan ook ervaringen met elkaar gedeeld over bijvoorbeeld de informatieavonden, wervingscampagne of we bespreken een actuele case met elkaar. Ook hebben we een workshop tekstschrijven gegeven aan geïnteresseerden.
START BOUW NIEUWE WEBSITE EN TIJDELIJKE PAGINA WWW.IKWILNAARHETSTEDELIJK.NL In 2016 zijn voorbereidingen getroffen voor de bouw van een nieuwe website. Dit proces duurde wat langer dan gepland, waardoor in verband met de werving gekozen is voor een tijdelijke website die in de nieuwe look and feel van Het Stedelijk Lyceum is uitgevoerd. Op www.ikwilnaarhetstedelijk.nl kunnen groep 8 leerlingen en ouders informatie vinden over Het Stedelijk Lyceum, de locaties, open dagen, informatie avonden, etc.
JAARVERSLAG 2016 27
28 HET STEDELIJK LYCEUM
HOOFDSTUK 6
Financiën
(meerjarenperspectief, risicoparagraaf en financiële vertaling)
6.1 VERLOOP EXPLOITATIE EN FINANCIËLE KENGETALLEN
ontwikkeling eigen vermogen
In 2016 is een vervolg gegeven aan het scherpe budgeten informatiemanagement. Het resultaat van Het Stedelijk Lyceum is daarmee opnieuw boven begroot niveau uitgekomen. Het resultaat over 2016 bedraagt € 381.000 positief, terwijl de begroting over 2016 rekening hield met een positief resultaat van € 301.000. Het gerealiseerde resultaat is hiermee € 80.000 beter dan het begrote resultaat. Met het resultaat van 2016 is de vermogenspositie van Het Stedelijk Lyceum verbeterd. De ontwikkeling van het eigen vermogen (ultimo jaar) en het jaarlijkse exploitatieresultaat staat in figuur 12 weergegeven. De bedragen zijn in duizendtallen vermeld.
-1.000
ANALYSE VAN DE FINANCIËLE KENGETALLEN
-2.000
Het Stedelijk Lyceum monitort haar financiële positie en performance aan de hand van verschillende kengetallen. Het toepassen en monitoren van financiële kengetallen en signaleringsgrenzen leidt tot een evenwichtig en transparant financieel beleid dat uiteindelijk het onderwijs ten goede komt. Met het toepassen van financiële kengetallen houdt Het Stedelijk Lyceum ook rekening met het advies van commissie Don en de gehanteerde signaleringswaarden volgens de Inspectie voor Onderwijs.
4.000 3.000
Eigen vermogen
2.000 1.000
Exploitatieresultaat
-
-3.000 -4.000 2011
2012
2013
2014
2015
2016
Bedragen in € 1.000. Figuur 12
JAARVERSLAG 2016 29
hoofdstuk 6 In de volgende alinea’s worden de belangrijkste financiële kengetallen ultimo 2016 gepresenteerd. Liquiditeit De liquiditeit geeft inzicht in de mate waarin Het Stedelijk Lyceum aan haar lopende betaalverplichtingen kan voldoen. Dit kengetal wordt gedefinieerd als
´totaal vlottende activa gedeeld door totaal kortlopende schulden´. De signaleringswaarde voor een instelling met de grootte van Het Stedelijk Lyceum bedraagt 75%. De signaleringswaarde voor de sector is overigens door de Inspectie van het Onderwijs in 2014 verhoogd van 50% (gehanteerde ondergrens volgens commissie Don) naar 75%. De liquiditeit van Het Stedelijk Lyceum
is de laatste jaren gestegen naar het gewenste niveau. De liquiditeit bedraagt ultimo 2016 111% en voldoet daarmee ruim aan de gestelde signaleringsgrenzen. In figuur 13 is de ontwikkeling van de liquiditeit over de afgelopen zes jaren in beeld gebracht.
LIQUIDITEIT 120% 100% 80% 60% 40% 20% 0% 2011 Figuur 13
30 HET STEDELIJK LYCEUM
2012
2013
2014
2015
2016
financiën
solvabiliteit 25% 20% 15% 10% 5% 0% -5% -10% -15% -20% -25% -30% 2011
2012
2013
2014
2015
2016
Figuur 14
Solvabiliteit De solvabiliteit geeft inzicht in de mate waarin Het Stedelijk Lyceum op lange termijn in staat is om aan de financiële verplichtingen te kunnen voldoen. Dit kengetal wordt gedefinieerd als `totaal eigen vermogen en voorzieningen gedeeld door het totaal passiva´. De solvabiliteit van Het Stedelijk Lyceum is de laatste jaren sterk verbeterd: ook dit jaar is een forse toename waar te nemen, namelijk van 13%
(ultimo 2015) naar 19% (ultimo 2016). De groei dit jaar is zowel te danken aan een goed resultaat (€ 381.000) als een toename van het voor zieningenniveau (€ 423.000). De signaleringswaarde voor een instelling met de grootte van Het Stedelijk Lyceum behoort volgens het advies van de commissie Don 20% te bedragen. Deze mijlpaal is dus vrijwel bereikt.
De Inspectie van het Onderwijs hanteert sinds 2014 een signaleringswaarde van 30%. In dit geval voldoet de solvabiliteit ultimo 2016 nog niet geheel aan de signaleringswaarde. De komende jaren wordt daarom verder gewerkt aan een gestage verbetering van de solvabiliteit. Hierover valt meer te lezen in de continuïteitsparagraaf (zie paragraaf 6.3). In figuur 14 is de ontwikkeling van de solvabiliteit over de afgelopen zes jaren in beeld gebracht.
JAARVERSLAG 2016 31
hoofdstuk 6 Rentabiliteit Het kengetal rentabiliteit heeft in de context van een onderwijsinstelling een andere connotatie dan in het bedrijfsleven. Met de rentabiliteit wordt derhalve niet de winstgevendheid bedoeld (Het Stedelijk Lyceum heeft geen winstoogmerk). De rentabiliteit wordt uitgedrukt om het resultaat van het budgetbeheer uit te drukken. De commissie Don adviseert voor het
budgetbeheer een structureel evenwicht waardoor de rentabiliteit structureel op minimaal 0% moet uitkomen. De Inspectie van het Onderwijs verlangt voor een instelling met de grootte van Het Stedelijk Lyceum een signaleringswaarde die gemiddeld over de laatste drie jaren minimaal 0% is. Om de solvabiliteitspositie van Het Stedelijk Lyceum verder te verbeteren wordt op een positieve rentabiliteit van 1% gekoerst. De
rentabiliteit was afgelopen jaar positief, om precies te zijn + 1,2%. De rentabiliteit over de laatste drie jaar is gemiddeld 0% per jaar geweest. Hiermee voldoen we precies aan de normering. In figuur 15 is de ontwikkeling van de rentabiliteit van de afgelopen vijf jaren in beeld gebracht. Hierbij is de paarse lijn de jaarlijkse rentabiliteit en de blauwe lijn het drie jaars gemiddelde.
rentabiliteit 10% 8% 6% 4% 2% 0% -2% -4% 2011 Figuur 15
32 HET STEDELIJK LYCEUM
2012
2013
2014
2015
2016
financiën
KAPITALISATIEFACTOR 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 2011
2012
2013
2014
2015
2016
Figuur 16
Kapitalisatiefactor Sinds enkele jaren wordt de kapitalisatiefactor als kengetal in de onderwijssector gebruikt. De kapitalisatiefactor is bedoeld om een indicatie te geven van middelen die binnen een schoolbestuur (nog) niet zijn ingezet in het onderwijsproces. Deze factor
wordt gedefinieerd als ‘totaal balanstotaal minus boekwaarde ‘gebouwen’ gedeeld door de ‘totale baten’. Voor een onderwijsinstelling met de omvang van Het Stedelijk Lyceum adviseert commissie Don
een signaleringsgrens van 35% (bovengrens). De kapitalisatiefactor van Het Stedelijk Lyceum bedraagt ultimo 2016 22% en blijft hiermee ruim onder de gestelde bovengrens van 35%. In figuur 16 is de ontwikkeling van de kapitalisatiefactor over de afgelopen vijf jaren in beeld gebracht.
JAARVERSLAG 2016 33
hoofdstuk 6 6.2 ANALYSE VAN DE FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN 2016
realisatie 2015 en de realisatie 2016 (verschil kolom A en C)
In figuur 17 volgt een analyse van het resultaat in hoofdlijnen. Voor een verklaring van het jaarresultaat is een vergelijking gemaakt tussen de realisatie 2015, de begroting 2016 en de realisatie 2016 (in € 1.000). Ook zijn in figuur 17 in beeld gebracht: de verschillen tussen de begroting 2016 en de realisatie 2016 (verschil kolom B en C) en de verschillen tussen de
In totaliteit zien we dat de realisatie in 2016 € 369.000 verbeterd is ten opzichte van 2015, en (zoals al eerder vermeld) € 80.000 beter is dan begroot voor 2016. In deze paragraaf zal eerst worden stilgestaan bij de verschillen aan de batenkant en vervolgens aan de lastenkant.
Analyse financiële ontwikkelingen 2016 Realisatie 2015 (A)
Begroting 2016 (B)
Realisatie 2016 (C)
Verschil B en C
Verschil A en C
27.366
28.678
30.504
1.826
3.138
2.130
1.017
1.592
575
-538
Totaal baten
29.496
29.695
32.096
2.401
2.600
Personele lasten
23.769
23.553
25.484
1.931
1.715
Afschrijvingen
1.438
1.456
1.492
36
54
Huisvesting
1.507
1.799
1.598
-201
91
Overige materiële lasten
2.388
2.217
2.779
562
391
382
369
362
-7
-20
29.484
29.394
31.715
2.321
2.231
12
301
381
80
369
Rijksbijdrage OC&W Overige baten
Financiële lasten Totaal lasten
Exploitatieresultaat Figuur 17
34 HET STEDELIJK LYCEUM
Bij de baten zien we dat de realisatie in 2016 € 2.600.000 verbeterd is ten opzichte van 2015, en € 2.401.000 beter is dan begroot voor 2016. Een hiermee gerelateerde ontwikkeling zien we ook bij de lasten. De realisatie in 2016 € 2.231.000 is toegenomen ten opzichte van 2015, en dat er € 2.321.000 meer is uitgegeven dan begroot voor 2016. De belangrijkste verklaringen hiervoor zijn: 1. Groei leerlingen ISK; 2. Doorontwikkeling International School Twente. Groei leerlingen ISK Door de toename van het aantal vluchtelingen is de ISK in 2016 explosief gegroeid. Dit betekent dat in 2016 allerlei acties zijn ondernomen om het leerproces voor de ISK leerlingen zo goed mogelijk doorgang te laten vinden. Immers bij een lesbezoek van de inspectie in het najaar van 2015 is de leskwaliteit van de ISK als zonder meer goed beoordeeld. En deze goede leskwaliteit heeft Het Stedelijk Lyceum zo veel mogelijk willen borgen in 2016. In 2016 zijn acties ondernomen ter versterking van het management. Daarnaast hebben we ongeveer 20 nieuwe tijdelijke docenten aangesteld, een nieuwe tweede locatie (Mekkelholtspad) geopend en gewerkt aan de zekerstelling van de (aanvullende) financiering. Deze acties hebben geleid tot extra personele en materiële kosten van € 1.501.000. Deze acties zijn mogelijk gemaakt met de aanvraag van extra bekostiging (€ 1.361.000) uit hoofde van de maatwerk financiering 2016. Doorontwikkeling International School Twente De komende jaren wordt het Internationaal onderwijs voor Stichting Consent en Stichting Het Stedelijk Lyceum
financiën Enschede doorontwikkeld tot een toonaangevende internationale school. De aantrekkingskracht van de International School Twente op gezinnen uit de internationale gemeenschap in de regio Twente, de Achterhoek en de naburige regio in Duitsland wordt hiermee aanzienlijk vergroot. Na uitgebreid onderzoek en voorbereidingen is in november en december van 2015 een projectspecificatie en ambitiedocument vastgesteld. In 2016 is daadwerkelijk gestart met
de doorontwikkeling. Doordat de vaststelling van de projectspecificatie na de vaststelling van de begroting 2016 heeft plaatsgevonden, zijn verschillen ontstaan tussen de op instellingsniveau begrote baten en lasten en de uiteindelijke realisatie. In figuur 18 volgt een verklaring van de ontstane verschillen. Het Stedelijk Lyceum treedt op als penvoerder voor dit project. De penvoerder zorgt voor de projectadmini
stratie, subsidieaanvragen, subsidiedeclaraties/ facturaties en de projectuitbetalingen. Daarnaast ligt de P&C-cyclus bij de penvoerder, bestaande uit: project begroting, tussentijdse rapportages en project(jaar) afrekening. Een deel van de inkomsten en kosten van het project hebben geen betrekking op Het Stedelijk Lyceum. Deze baten en lasten zijn weergegeven in kolom Exploitatie Overig en maken geen deel uit van de staat van baten en lasten van Het Stedelijk Lyceum.
Project Doorontwikkeling International School Twente (DIST) 2016 Project begroting
Project realisatie
Exploitatie HSL
Exploitatie overig
2.837.000
1.005.894
573.172
338.133
Gemeente Enschede
200.000
50.000
0
50.000
Cofinanciering bedrijfsleven
474.500
150.000
150.000
0
2.837.000
1.205.894
723.172
388.133
Projectleiding en organisatieontwikkeling
204.000
239.381
161.775
77.606
Aanstellen personeel
283.750
228.910
183.469
45.441
Curriculum ontwikkeling
110.000
48.117
0
48.117
Scholing van de leerkrachten
102.500
80.946
75.531
5.415
43.000
169.329
168.445
884
326.500
358.478
133.952
224.526
1.069.750
1.125.161
723.172
401.989
Regio Twente / Ontwikkelingsagenda
Totaal baten*
Communicatie Overig Totaal lasten *€ 94.589 is vooruit ontvangen. Figuur 18
JAARVERSLAG 2016 35
hoofdstuk 6 Treasury management Door ontwikkelingen in wet- en regelgeving heeft Het Stedelijk Lyceum haar treasurystatuut met ingang van 1 juli 2016 aangepast. In het nieuwe statuut zijn de toetsingskaders vernieuwd. Aanpassingen zijn doorgevoerd ten aanzien van de wettelijke taken op het gebied van beleggen, lenen en derivaten. Verder zijn de treasurytaken en -verantwoordelijkheden geactualiseerd. Bij Het Stedelijk Lyceum zijn de liquide middelen de enige beleggingen. In 2016 zijn de kaders van het treasurystatuut nageleefd. Verder is dit statuut getoetst door de accountant en voldoet het statuut aan het rechtmatigheidskader. Het Stedelijk Lyceum maakt gebruik van schatkistbankieren bij het ministerie van Financiën. Er wordt onder andere gebruikgemaakt van de leenfaciliteit inzake schatkistbankieren. Het Stedelijk Lyceum heeft drie langlopende leningen, namelijk twee bij het ministerie van financiën en één bij de gemeente Enschede. Het saldo van de drie leningen luidt ultimo 2016 € 8,0 miljoen (waarvan 0,4 miljoen kortlopend). De rentevoet van deze leningen staat vast. Het Stedelijk Lyceum loopt daarom geen renterisico over deze leningen. Naast deze faciliteiten wordt gebruikgemaakt van een rekeningcourant via het schatkistbankieren. Het saldo van deze rekeningcourant bedroeg ultimo 2016 € 4,1 miljoen. Het maximaal toelaatbare krediet bij deze rekening courant bedraagt € 2,8 miljoen. De kredietruimte ultimo 2016 bedraagt derhalve € 6,9 miljoen. De liquide middelen staan ter vrije beschikking aan Het Stedelijk Lyceum en zijn direct opeisbaar. De locaties van Het Stedelijk Lyceum beschikken over een eigen bankrekening. De bancaire diensten voor de locaties worden vanaf 2016 bij Rabobank EnschedeHaaksbergen afgenomen. Voor een nadere toelichting
36 HET STEDELIJK LYCEUM
over de liquiditeit en de langdurige leningen wordt verwezen naar staat B5 van de jaarrekening.
6.3 CONTINUÏTEITSPARAGRAAF Vanaf verslagjaar 2013 maakt de continuïteitsparagraaf (ook wel toekomstparagraaf genoemd) onderdeel uit van het jaarverslag van Het Stedelijk Lyceum. Financiële verslaglegging, control en wet- en regelgeving Zoals vermeld in de toelichtende brochure van de ‘richtlijn jaarverslag onderwijs’ is het doel van de toekomstparagraaf tweeledig: 1. structureel inzicht geven aan de verwachte ontwikkeling van activa en passiva alsmede van de baten en de lasten 2. nagaan in hoeverre de governance van de organisatie is ingericht De governance structuur van Het Stedelijk Lyceum is beschreven in hoofdstuk 4. Een aantal specifieke instrumenten is van belang voor de sturing van de bedrijfsvoering en de financiën. Onderstaand zullen de belangrijkste instrumenten worden benoemd die Het Stedelijk Lyceum in dit kader hanteert. Een belangrijk instrument – zo niet het belangrijkste – om ‘toekomstgericht/strategisch’ te sturen vormt de jaarbegroting inclusief het meerjarenperspectief. Het Stedelijk Lyceum kent een beleidsrijke begroting. In deze begroting staan relevante te verwachte ontwikkelingen en is een risicoparagraaf opgenomen. De begrotingscyclus start jaarlijks na de zomervakantie en de begroting wordt uiteindelijk in december vastgesteld door het College van Bestuur na goedkeuring door de Raad van Toezicht. Het Stedelijk Lyceum kent
naast de ‘concern’ begroting een aantal andere control instrumenten, waaronder: • Schooljaarbegroting Op grond van de aanmeldingen en de in- en uitstroom wordt medio april een leerlingprognose voor het nieuwe schooljaar opgesteld. Deze leerlingprognose wordt uitgewerkt in een schooljaarbegroting (locatiebudgetten). Doordat rekening gehouden wordt met de bekostiging van het nieuwe schooljaar wordt de formatieruimte per locatie inzichtelijk gemaakt. De formatieruimte is taakstellend voor de locatie. • Formatieplanning De formatieplanning wordt opgestart zodra de formatieruimte per locatie inzichtelijk is gemaakt. De locaties zijn verantwoordelijk voor de formatieplanning. Formatietekorten en overschotten worden organisatiebreed besproken en opgelost • Managementrapportage Het bestuursbureau rapporteert maandelijks aan bestuur en directieleden. Binnen twee weken na het verstrijken van de rapportagemaand wordt informatie verstrekt inzake: • financiën per locatie (realisatie versus schooljaarbegroting locatie); • financiën concern (realisatie versus jaarbegroting); • liquiditeit (realisatie versus liquiditeitsbegroting/ planning); • ziekteverzuim (organisatiebreed, incl. vergelijking recentere jaren); • ziekteverzuim (per locatie, incl. vergelijking recentere jaren).
financiën De informatievoorziening is overigens blijvend in ontwikkeling. Zo zijn nu ruim een jaar geleden de formatie overzichten via een dashboard beschikbaar gekomen. Informatie is daardoor voor bestuur en management realtime beschikbaar en beter toegankelijk. De volgende stap is de locaties realtime inzicht in de financiële performance te bieden en de financiële informatie ook als dashboard aan te bieden. Door het (meer) automatiseren van financiële dashboards, wil de organisatie toewerken aan een meer kwalitatieve en analytische financiële informatievoorziening. De rest van
het hoofdstuk gaat in op de verwachte ontwikkeling van activa en passiva en van de baten en de lasten. Deze is voornamelijk gebaseerd op de begroting 2017 inclusief het meerjarenperspectief en op de definitieve jaarcijfers van 2016. Baten en de lasten In de begroting 2017 is een meerjarenperspectief opgenomen over de jaren 2018 en 2019. Essentieel voor een goede meerjarenraming is een prognose van het aantal leerlingen. Op basis van relevante parameters en
risico-inschatting is een leerlingprognose opgesteld voor de schooljaren 2017/2018 en 2018/2019. De uitkomst van de berekeningen in de begroting 2017 was als volgt: • Aantal leerlingen op teldatum 1 oktober 2017: 3.650 • Aantal leerlingen op teldatum 1 oktober 2018: 3.680 • (nb: het aantal leerlingen op teldatum 1 oktober 2016 was: 3.524) Financiële positie Voorgenoemde geeft de meerjarencijfers weer in figuur 19.
meerjarencijfers Begroting 2017 Rijksbedragen OC&W
30.174.742
Raming 2018 95,0%
Raming 2019
31.227.051
98,3%
31.483.712
99,1%
598.000
1,9%
618.855
1,9%
623.941
2,0%
1.003.460
3,2%
1.038.454
3,3%
1.046.990
3,3%
Personele lasten
25.405.149
80,0%
26.339.124
82,9%
26.567.610
83,6%
Huisvestinglasten
1.862.000
5,9%
1.926.935
6,1%
1.942.773
6,1%
Overige materiële lasten
2.398.750
7,5%
2.482.404
7,8%
2.502.807
7,9%
Afschrijvingen
1.430.849
4,5%
1.411.522
4,4%
1.399.522
4,4%
351.343
1,1%
335.343
1,1%
319.343
1,0%
Overige overheidsbijdragen Overige baten
Financieringslasten
Totaal baten
31.776.202
100,0%
32.884.360
103,5%
33.154.643
104,3%
Totaal lasten
31.448.091
99,0%
32.495.328
102,3%
32.732.055
103,0%
328.111
1,0%
389.033
Resultaat
1,2%
422.588
1,3%
Figuur 19
JAARVERSLAG 2016 37
hoofdstuk 6 Ons financiële beleid is gericht op een duurzame opbouw van de solvabiliteit, te bereiken via een jaarlijks gemiddelde rentabiliteit van ongeveer plus 1,0% over een langere periode. Hogere ‘reguliere’ jaarlijkse exploitatieoverschotten (leidend tot een hogere rentabiliteit) zijn niet wenselijk. Dan komt het primaire proces oftewel het onderwijs zelf te veel onder druk te staan. Zoals af te leiden uit bovenstaande tabel wordt voor de jaarschijven 2017 – 2019 een totale rentabiliteit verwacht van 3,5% oftewel gemiddeld ruim 1,1% per jaar. Dus ruim boven de Don norm van gemiddeld 0%. Wat betreft de afzonderlijke posten uit de winst-verlies rekening, zijn de rijksinkomsten voornamelijk gebaseerd
op de (stijging) van het aantal leerlingen. Personele lasten bewegen mee met de personele lumpsum inkomsten en andere aanvullende personele inkomsten. De afschrijvingen zijn afgeleid uit het meerjaren investeringsplan. De huisvestingslasten en de overige materiële lasten zijn ingeschat op basis van onderliggende contracten en ervaringscijfers. Tot slot zijn de financiële lasten bepaald op basis van de vastliggende rentelasten van de langdurige schulden. Figuur 20 is nog een verklarende tabel rondom de ontwikkeling van de formatie voor de komende jaren. De ontwikkeling van het personeel loopt in de pas met de ontwikkeling van de rijksbijdragen alsmede de personele uitgaven.
ontwikkeling formatie Verslagjaar 2016
Raming 2017
Raming 2018
Raming 2019
3.524
3.650
3.680
3.700
7
7
7
7
Personeel primair proces
271
279
281
282
Ondersteunend personeel
52
54
54
54
Totaal
330
340
342
343
Aantal leerlingen (1 okt) Personele bezetting (fte) Bestuur/management
Figuur 20
38 HET STEDELIJK LYCEUM
Ontwikkeling van activa en passiva Tot slot is het minstens zo belangrijk om te kijken hoe de balans van Het Stedelijk Lyceum zich ontwikkelt. De gemaakte exploitatieberekening over 2018 en 2019 (en uiteraard 2017) is doorgerekend naar een balansprognose (bedragen in € 1.000), uitgewerkt in figuur 21. Zoals te zien is, neemt - met de gemiddelde rentabiliteit van 1,1% per jaar- ook de solvabiliteit verder toe en wel met gemiddeld 3 procentpunt per jaar. Hierdoor is de solvabiliteit eind dit jaar al gestegen naar het gewenste niveau, namelijk meer dan 20%. (nb: in de jaarrekening van 2015 leek het erop dat dit gewenste niveau ‘pas’ eind 2018 bereikt zou worden). Verder blijft de liquiditeit de komende jaren boven de gewenste ondernorm van 75%. Overigens is er binnen de organisatie een berekening gemaakt van de liquiditeit tot 2030. Ook op de (zeer) lange termijn blijft het banksaldo positief. Nog een korte toelichting op de afzonderlijke balansposten: de boekwaarde van de materiële vaste activa is afgeleid uit het meerjareninvesteringsplan. De toename van het eigen vermogen is gebaseerd op de meerjarenexploitatierekening. Bij de voorzieningen voorzien we mutaties in de afzonderlijke voorzieningen, maar per saldo een stabilisatie van de totale voorzieningen omvang. De aflossing van de langlopende schulden ligt voor de komende jaren vast en is doorgerekend.
financiën
balansprognose Balans Realisatie
Balans Prognose
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
10.520
10.662
10.113
10.204
10.325
10.288
10.411
10.321
2.476
3.644
3.603
4.614
4.379
4.033
3.587
3.540
Vorderingen
1.701
1.419
564
654
267
320
334
348
Liquide middelen
775
2.225
3.039
3.960
4.112
3.713
3.253
3.192
12.996
14.306
13.716
14.818
14.704
14.321
13.998
13.861
Eigen vermogen
234
1.200
835
847
1.228
1.556
1.945
2.367
Voorzieningen
381
346
751
1.071
1.494
1.482
1.470
1.411
Langlopende schulden
9.016
9.389
8.875
8.448
8.020
7.520
7.020
6.520
Kortlopende schulden
3.365
3.371
3.255
4.452
3.962
3.763
3.563
3.563
12.996
14.306
13.716
14.818
14.704
14.321
13.998
13.861
5%
11%
12%
13%
19%
21%
24%
27%
Liquiditeit
0,74
1,08
1,11
1,04
1,11
1,07
1,01
0,99
Netto-werkkapitaal
-0,26
0,08
0,11
0,04
0,10
0,07
0,01
-0,01
Jaar
ONTWIKKELING ACTIVA Materiële vaste activa Vlottende activa
Totaal
ONTWIKKELING PASSIVA
Totaal
Solvabiliteit
Bedragen in € 1.000. Figuur 21
JAARVERSLAG 2016 39
hoofdstuk 6 Risico’s en Onzekerheden Met ingang van het jaarverslag 2015 stelt de Raad voor de Jaarverslaglegging met richtlijn RJ 400 uitgebreidere eisen aan de wettelijke verplichting inzake de beschrijving van risico’s en onzekerheden. Hieronder wordt nader ingegaan op risico’s en onzekerheden, die overigens ook al voor een belangrijk deel zijn beschreven in de begroting 2017.
ervaringsnormen kan gesteld worden dat voor de ISK altijd een basis bestaat van 4 à 5 groepen (60 a 70 leerlingen). De formatie boven deze basis beschouwen we initieel als risicovol. Bij de jaarlijkse formatiebegroting en de formatieplanning houden we rekening met een toekomstige daling naar 100 leerlingen. Een groot deel van de formatie op de ISK heeft daarom geen vaste aanstelling.
maatwerkbekostiging ontwikkeld en beschikbaar gesteld. Met deze bekostiging kon de enorme groei gedurende het schooljaar 2015-2016 bekostigd worden. In het najaar van 2016 heeft OC&W bekend gemaakt dat de bekostiging voor nieuwkomers drastisch wordt gewijzigd. Hiermede worden nieuwkomers < 1 jaar uitgesloten van de basisbekostiging. De financiële gevolgen voor Het Stedelijk Lyceum zijn bijzonder negatief.
Operatonele activiteiten Bekostiging en Groei ISK Zoals besproken in hoofdstuk 1 is er sprake van een forse groei met betrekking tot ISK leerlingen. Deze groei leidt tot financiële risico’s op het gebied van personeel, huisvesting en bekostiging. Personeel Over een periode van 10 jaren gemeten (vanaf 2005) had de ISK een gemiddeld aantal leerlingen van 77. Deze trend is vanaf 2015 doorbroken met 125 leerlingen op peildatum 1 oktober 2015 en 232 leerlingen op peildatum 1 oktober 2016. Door deze stijging heeft Het Stedelijk Lyceum het afgelopen jaar intensief nieuw personeel geworven voor de bemensing van de ISK. We spreken dan niet alleen over nieuwe docenten, maar ook over een uitbreiding van het onderwijs ondersteunend personeel en het management. Omdat de omvang van de ISK op korte termijn, maar juist op middellange termijn niet te prognosticeren valt, onderkennen wij een risico ten aanzien van de flexibiliteit van de personeelsformatie en organisatieomvang van de ISK. Op basis van
40 HET STEDELIJK LYCEUM
Huisvesting De hoofdvestiging van de ISK aan de Dotterbloem is in 2016 in gebruik genomen. Al bij de renovatie en verbouwing van dit gebouw was bekend dat de Dotterbloem de forse leerlinggroei niet zou kunnen opvangen. Met het pand aan de Mekkelholtspad heeft de ISK een tweede locatie gekregen. Op het gebied van huisvesting onderkennen wij een financieel risico ten aanzien van de huisvestings- en instandhoudingskosten. Verhoudingsgewijs zijn deze kosten hoog ten opzichte van het aantal leerlingen. Daarbij bestaat het risico dat het gebouw op termijn deels leeg komt te staan. In de begroting is hierom extra budget vrijgemaakt voor de huisvesting. Verder wordt dit risico beperkt door het integraal huisvestingsplan en een periodieke afstemming met gemeente. Bekostiging Kenmerkend voor een ISK is de groei gedurende het schooljaar. Immers (politieke) instabiliteit en gezinshereniging laten zich niet vastpinnen op de 1-oktobertelling. Om de scholen bij de ongebruikelijk forse groei van leerlingen in schooljaar 2015-2016 tegemoet te komen heeft OC&W in het vorig schooljaar
Het jaarbudget 2016-2017 voor de nieuwkomers < 1 jaar zou onder de oude bekostigingsstelsel variëren tussen € 1.819.000 en € 2.105.000. Bij een ongewijzigd bekostigingsbeleid was een bekostiging van € 1.962.000 zeer reëel. Het jaarbudget 2016/2017 onder de nieuwe bekostigingsstelsel bedraagt maximaal € 1.397.000. Wij hebben deze onbillijkheid in december 2016 aangekaart bij het ministerie, maar nog geen formele reactie mogen ontvangen (april 2017). Eigen vermogen Het Stedelijk Lyceum maakt geen onderscheid tussen publieke en private middelen. Ook kent Het Stedelijk Lyceum slechts één vermogenscomponent, te weten de algemene reserve. Het jaarresultaat wordt jaarlijks toegevoegd of onttrokken aan de algemene reserve. Er zijn geen bijzondere statutaire bepalingen voor de componenten van het eigen vermogen beschreven. Leerplusarrangement Het leerplusarrangement vormt een belangrijke doel subsidie voor onze school. Het rijk geeft via deze regeling extra middelen aan scholen waarvan de leerlingen voor een belangrijk deel uit zogenaamde
financiën achterstandswijken komen. Deze achterstandswijken worden landelijk ‘bepaald’ op postcodeniveau. In de begroting wordt altijd gerekend met dezelfde postcodegebieden die voor Enschede het jaar ervoor golden. Maar als onverhoopt één of meerdere Enschedese wijken niet meer als ‘probleemwijk’ worden aangemerkt (dat weten we altijd ‘pas’ in het voorjaar), dan valt het bedrag van de beschikking substantieel lager uitvallen dan het begrote bedrag. Dit is ons in het recente verleden (2013) één keer gebeurd en dit fenomeen blijft dus jaarlijks een risico. Passend onderwijs Passend onderwijs legt een zorgplicht bij scholen. Dat betekent dat zij vanaf 1 augustus 2014 verantwoordelijk zijn om alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een goede onderwijsplek te bieden. Daarvoor werken reguliere en speciale scholen (cluster 3 en 4) samen in regionale samenwerkingsverbanden. Het voortgezet onderwijs uit gemeenten Enschede, Hengelo, Hof van Twente, Haaksbergen, Borne, Oldenzaal, Dinkelland en Losser werken samen in samenwerkingsverband VO 2302 (hierna SWV 2302). Onze voorzitter van College van Bestuur is eveneens voorzitter van het Algemeen Bestuur van het samenwerkingsverband. Het Stedelijk Lyceum heeft vanuit deze rol geen beslissende zeggenschap.Het samenwerkingsverband wordt verslaggevingstechnisch niet als een verbonden partij beschouwd. De scholen in het samenwerkingsverband maken afspraken over onder andere de begeleiding en ondersteuning die alle scholen in de regio kunnen bieden en over welke leerlingen een plek kunnen krijgen in het speciaal onderwijs. Het
streven is dat er in vier jaar tijd 320 leerlingen minder in het Voortgezet Speciaal Onderwijs te plaatsen. Vanuit het SWV 2302 is in 2016 een totale bijdrage voor Het Stedelijk Lyceum ontvangen van € 860.997. Deze post was conform begroting. Omdat hier sprake is van een relatief nieuw beleidsterrein zijn er nog weinig financiële ervaringscijfers, waardoor dit een verhoogd risico met zich mee brengt. Verdere risico’s zijn: de stabiliteit van de inkomstenstromen passend onderwijs bij het SWV en de verdeling hiervan via het SWV (afhankelijk ook van de verevening). Dit geldt des te meer omdat vanaf 2017 de LWOO geldstromen meer en meer via het samenwerkingsverband binnenkomen en via een verdeelsleutel worden (her)verdeeld. Overigens hebben we zelf voor passend onderwijs in de begroting een voorziening getroffen voor de doorverwijzingen van leerlingen. Mogelijke tegenvallers kunnen dan (deels) worden opgevangen, waardoor de risico’s verminderen. Liquiditeitsbewaking De liquiditeit geeft inzicht in de mate waarin Het Stedelijk Lyceum aan haar lopende betaalverplichtingen kan voldoen. Bewaking van de liquiditeit is voor Het Stedelijk Lyceum minder essentieel dan een aantal jaren gelden, maar nog steeds relevant. De P&C-cyclus voor de liquiditeitsbewaking is als volgt ingericht: voor de kortere termijn (kalenderjaar) wordt gewerkt met een maandrapportage inclusief
een eindejaarsprognose. Voor de langere termijn wordt gewerkt met een meerjarenliquiditeitsprognose als onderdeel van de begroting. Om de risico’s verder te beheersen moeten nog de volgende kanttekeningen worden gemaakt. Aan het eind van het kalenderjaar is de stand van de liquide middelen, door het betalingsritme van het ministerie van OCW, het laagst in het jaar. De lumpsum wordt namelijk niet gelijkmatig over 12 maanden uitgekeerd. In de eerste zeven maanden van een jaar relatief veel en in de laatste vijf maanden van een jaar relatief weinig. Gedurende het kalenderjaar is er dus geen risico op een lager banksaldo dan de eindejaarprognose. En tot slot kan worden gemeld dat er sprake is van kredietruimte bij onze rekening courant met het ministerie van financiën. Het maximaal toelaatbare krediet bedraagt € 2.8 miljoen (N.B.: tegen het gangbare rentetarief). In algemene zin is – door de verbeterde financiële situatie van de organisatie – het risicoprofiel voor een mogelijk liquiditeitstekort als laag te kwantificeren. Levensfase bewust personeelsbeleid Er is in 2014 een nieuwe CAO afgesloten, waarmee de Bapo-regeling formeel is verdwenen. In de plaats hiervan is de regeling levensfase bewust personeelsbeleid (LBP) gekomen. De LPB kent een overgangsregeling voor de Bapo. Onze medewerkers hebben voornamelijk gekozen voor de overgangsregeling. De afbouw van rechten gaat dan ook zeer geleidelijk (dat wil zeggen over een periode van vele jaren). Dit betreft de medewerkers binnen de school die 52 jaar of ouder zijn op peildatum 1 augustus 2014. De uitstroom van het LPB-bestand medewerkers 52+ (voorheen Bapo, nu te noemen LPB52+) gaat dus langzaam.
JAARVERSLAG 2016 41
hoofdstuk 6 In vergelijking met andere vo-scholen heeft Het Stedelijk Lyceum te maken met extra kosten die voortvloeien uit de “scheve” personeelsopbouw. Het Stedelijk heeft relatief veel oudere werknemers in dienst. Daardoor wordt er veelvuldig gebruik gemaakt van de LPB52+. Zie figuur 22 hieronder voor het verloop van de afgelopen jaren en de verwachting voor 2017:
LPB52+ Verhouding LPB52+ formatie/totaal formatie
2014
2015
2016
2017
6,8%
7,0%
6,9%
5,5%
Figuur 22
In de lumpsum is traditioneel ter dekking van de kosten 1,7% opgenomen oftewel een bedrag van ongeveer € 360.000. Voor 2016 bedroegen de werkgeverskosten ongeveer € 1,0 miljoen. Kortom, tot nu toe levert de omzetting van de baporegeling naar de regeling levensfase bewust personeelsbeleid de werkgever nog weinig financiële armslag. Wij verwachten dat de kosten door natuurlijk verloop vanaf 2017 zullen dalen, maar dit gaat langzaam. Want wanneer een werknemer nu 56 jaar is en heeft gekozen voor de overgangsregeling, behoudt hij in principe de rechten tot aan het pensioen. Al met al blijft LPB52+ een dure regeling. Bij de jaarlijkse formatietoewijzing naar de locaties houden we rekening met deze kosten. Consequentie van de regeling LPB+ is dan ook dat er uiteindelijk minder
42 HET STEDELIJK LYCEUM
formatie beschikbaar is voor het lesgeven om deze regeling te kunnen betalen.
alle gebouw- en installatietechnische elementen die in de panden aanwezig zijn.
Huisvesting: strategie en onderhoud gebouwen Wat betreft huisvesting wordt eventuele nieuwbouw door de gemeente bekostigd, maar Het Stedelijk Lyceum is zelf verantwoordelijk voor goed onderhoud aan de gebouwen.
Deze termijnen zijn gebaseerd op economische levensduur en daarmee zijn het theoretische termijnen. In de praktijk zal soms eerder en soms ook later dan op de genoemde termijn een investering nodig zijn. Daarom wordt het (meerjaren-) investeringsplan opgesteld aan de hand van de MJOP’s én een toetsing/ schouw van de werkelijke situatie.
Om gefundeerd inzicht te hebben in de staat van onderhoud van onze gebouwen, zijn er van elke locatie meerjarenonderhoudsplannen (MJOP) beschikbaar. Om de plannen actueel te houden, worden deze jaarlijks getoetst door externe deskundigen (bouwkundig en installatietechnisch) in nauwe samenwerking met deskundigen op het bestuursbureau. Deze MJOP’s geven per locatie inzicht in zowel de financiële risico’s almede eventuele veiligheid- of arbotechnische risico’s voor medewerkers en leerlingen. Verder zijn er onderhoudsplannen voor de bouwkundige elementen (zoals daken, schilderwerk, vloeren) van alle locaties. Deze zijn opgesteld door een gespecialiseerd bouwkundig adviesbureau. Ook zijn er MJOP’s voor de installatietechnische elementen (zoals CV ketels, pompen, luchtbehandeling). Deze zijn opgesteld door de partners die het onderhoud van de installaties verzorgen. Ook zijn er nog afzonderlijke MJOP’s voor bijvoorbeeld liftinstallaties. MJOP’s (veelal opgesteld voor een periode van 20 jaar) geven op detailniveau per jaarschijf een beeld van de onderhouds- en/ of vervangingstermijnen van
Alle MJOP’s bij elkaar leiden tot een investeringsplan Stedelijk breed voor groot onderhoud. Het gemiddelde investeringsniveau voor groot onderhoud voor de jaarschijven 2017-2021 ligt op € 822.000 per jaar dat wordt betaald uit de lopende begroting (afschrijvingen gebouwen / installaties). Dekking vindt deels plaats uit de rijksbijdrage voor de materiële lumpsum. Conclusie Risicomanagement Het Stedelijk Lyceum In deze continuiteitsparagraaf zijn de risiconiveaus benoemd op het gebied van strategie, operationele activiteiten, financiële positie, financiële verslaggeving en wet- en regelgeving. In de risicoparagraaf heeft Het Stedelijk Lyceum een uitgebreide weergave gegeven van haar risicobewustzijn en -bereidheid. De Risk Apetite van Het Stedelijk Lyceum is laag te noemen. Het Stedelijk Lyceum heeft een ruime set aan interne waarborgen, voornamelijk mitigerende maatregelen, omtrent de onderkende risiconiveaus getroffen. De maatregelen zijn hierboven samengevat en kennen uiteraard enige overlap met andere niveaus. In 2016 is Het Stedelijk Lyceum niet geconfronteerd met onverwachte risico’s. Wel werkt de organisatie continu aan verbeteringen op
het gebied van risicomanagement. Deze verbeteringen houden verband met een vergaande automatisering omtrent real time (financiĂŤle en formatieve) informatie en bieden van forecast dashboards.
JAARVERSLAG 2016 43
44 HET STEDELIJK LYCEUM
HOOFDSTUK 7
Verslag Raad van Toezicht Samenstelling De Raad van Toezicht kende in 2016 de volgende samenstelling: 1. De heer mr. A. E. Fuhri Snethlage, voorzitter Toezichthouder sinds 2010 Hoofdfunctie: Partner IMAP DB&S Corporate Finance Nevenfuncties: Lid Stichtingsbestuur FC Twente ‘65, Lid Raad van Commissarissen Twente Milieu 2. Mevrouw J.C. Berger-Roelvink RA Toezichthouder sinds 2010 Hoofdfunctie: Directeur Financiële en Economische Zaken Universiteit Twente tot oktober 2016. Vanaf 15 oktober werkzaam als Manager Financiën en Informatiezaken, Medisch Spectrum Twente. Nevenfuncties: Voorzitter van de Raad van Commissarissen van de N.V. Enschedese Zwembaden. 3. De heer drs. F. ten Oever Toezichthouder sinds 2013 Hoofdfunctie: Directeur P&O bij het VUMC in Amsterdam Nevenfuncties: geen 4. De heer dr. O. Peters Toezichthouder sinds 2013 Hoofdfuncties: Director of International Collaboration and Affairs bij de Faculteit Behavioural,
Management & Social Sciences (BMS) aan de Universiteit Twente tot 1 mei 2017. Vanaf 1 mei 2017 werkzaam als strategisch adviseur research & innovatie bij Newcom Research & Consultancy BV Nevenfuncties: geen 5. De heer dr. ir. T.W. Hobma Toezichthouder sinds 2016 Hoofdfunctie: Algemeen directeur CIT, Rijksuniversiteit Groningen (tot 1 jul 2016) Algemeen directeur Volandis, te Harderwijk (vanaf 1 juli 2016) Nevenfuncties: Lid Raad van Commissarissen Groningen Internet Exchange (GN-IX) 6. De heer R. Baveld MBA (tot september 2016) Toezichthouder sinds 2008 Hoofdfunctie: Adviseur en procesmanager voor gemeenten en samenwerkingsverbanden in het maatschappelijk domein. Nevenfuncties: geen Vergaderingen en overige bijeenkomsten In 2016 is de Raad van Toezicht vier keer in vergadering bijeengekomen. De bestuurder was bij drie vergaderingen aanwezig en één keer door ziekte verhinderd. De voorzitter van de Raad van Toezicht heeft voor iedere vergadering agendaoverleg met de
bestuurder. Doorgaans houdt de Raad van Toezicht een week voor de vergadering een vooroverleg zonder de bestuurder. Naast de reguliere vergaderingen is de Raad van Toezicht in september bij elkaar geweest voor een heimiddag. Daar werd wat langer stilgestaan bij de onderwerpen onderwijsinnovatie en het strategisch beleidsplan. Op 8 april 2016 heeft de Raad van Toezicht bezoeken afgelegd bij College Zuid en Het Stedelijk Vakcollege. De bezoeken gaven leden een goed beeld van de specifieke context van deze scholen. In september heeft de Raad van Toezicht haar jaarlijkse gesprek met de GMR gevoerd. Dit gesprek met de GMR is plezierig verlopen. Gesproken is onder meer over het strategisch beleidsplan, rolverdeling, directiewisselingen en onderwijsvernieuwing. Afgesproken is dat dit gesprek voortaan twee keer per jaar zal plaatsvinden. Op 12 oktober vond het jaarlijkse overleg tussen de wethouder en de leden van de auditcommissie plaats in het kader van de gemeentelijke lening. In december heeft de derde bijeenkomst van de Governance leergang van de Raad van Toezicht en bestuurder plaatsgevonden. Deze bijeenkomst vond
JAARVERSLAG 2016 45
hoofdstuk 7 plaats in het kader van de gezamenlijke scholing van de Raad van Toezicht en werd verzorgd door de Wagner Group. Deze is gespecialiseerd in boardroom scholing. Commissies De Raad van Toezicht heeft een auditcommissie, een remuneratiecommissie en een commissie onderwijs. De auditcommissie bestaat uit mevrouw Berger en de heer Fuhri Snethlage. Zij hebben samen met de bestuurder en de directeur bestuursbureau overleg met de accountant gevoerd over de jaarrekening 2015. Daarnaast heeft de auditcommissie de begroting 2017 besproken met de bestuurder en de directeur bestuursbureau en over bovenstaande zaken positief advies uitgebracht aan de Raad van Toezicht. De remuneratiecommissie bestond uit de heer Baveld en de heer ten Oever. De heer Baveld is in september opgevolgd door de heer Peters. De voorzitters van de remuneratie- en auditcommissie zijn in december bijeen geweest om over de vergoedingen van de Raad van Toezicht te praten. Eind 2014 heeft de Raad van Toezicht besloten een commissie onderwijs in te stellen onder voorzitterschap van de heer Peters met de bedoeling om de voorzitter van de GMR te vragen om ook deel uit te maken van deze commissie. De commissie onderwijs is in het kalenderjaar 2016 bij elkaar gekomen. Financiële situatie De financiële situatie wordt door de Raad van Toezicht getoetst aan onder meer de kengetallen van de
46 HET STEDELIJK LYCEUM
Commissie Don. In december is de begroting voor 2017 en de meerjarenbegroting vastgesteld. Ook neemt de Raad van Toezicht kennis van de tussentijdse managementrapportages. Deze worden waar nodig besproken met de bestuurder. Beleid Het Stedelijk Lyceum In 2016 is gewerkt aan het Strategisch beleidsdocument 2017-2021. Hierbij zijn onder andere stakeholders betrokken. De Raad van Toezicht was vertegenwoordigd tijdens de bijeenkomst met deze stakeholders. Governance Met de Wet ‘goed onderwijs/goed bestuur’ is onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs gewijzigd. Dat heeft na de statutenwijziging van 2011 geleid tot een versterkte positie van ouders en medezeggenschap bij de benoeming van de leden van de Raad van Toezicht. Dit is in het reglement ‘Werkwijze selectiecommissie nieuwe leden Raad van Toezicht’ uitgewerkt. Voor de kwaliteitsprofielen ‘onderwijs en innovatie’ en ‘Human Resources/organisatiekundig’ vaardigt de GMR twee leden af voor de selectiecommissie. In 2016 is een nieuw lid voor de Raad van Toezicht geworven en de procedure voor nog een nieuw lid is eind 2016 gestart. Hier is ook de GMR bij betrokken. Honorering De Raad van Toezicht heeft in 2012 een vergoeding op basis van de leidraad van de VTOI vastgesteld. Deze vergoeding is in januari 2017, met terugwerkende kracht (vanaf augustus 2016) aangepast. De aangepaste vergoedingen zijn in lijn gebracht met de toegenomen
verantwoordelijkheden en tijdsbesteding van de leden van de Raad van Toezicht. Medezeggenschap Ook dit jaar heeft de Raad van Toezicht een gesprek gevoerd met de GMR. Deze contacten worden door beide partijen zeer op prijs gesteld. Vanaf het schooljaar 2016-2017 zal dit gesprek twee maal per jaar plaatsvinden. Besluiten Raad van Toezicht De Raad van Toezicht heeft in 2016 de volgende besluiten genomen, dan wel goedkeuring gegeven aan de volgende bestuurlijke besluiten, zie hiervoor figuur 23. Rooster van aftreden Het rooster van aftreden weergegeven in figuur 24. Zelfevaluatie Raad van Toezicht en beoordeling bestuur In 2016 is de Raad van Toezicht gestart met de zelfevaluatie. Over 2016 is de beoordeling van de bestuurder begin 2017 opgemaakt. A.E. Fuhri Snethlage, voorzitter Raad van Toezicht Enschede, 14-2-2017
verslag raad van toezicht
bestuurlijke besluiten 1
Begroting 2017 en meerjarenbegroting
Goedgekeurd
2
Reglement auditcommissie
Goedgekeurd
3
Vaststellen jaarstukken 2015 (jaarverslag en jaarrekening)
Goedgekeurd (buiten de vergadering om)
4
Aangaan huurovereenkomst tot 1 juli 2016 voor een aantal ruimtes aan het pand aan de Buurserstraat ten behoeve van de ISK
Goedgekeurd (buiten de vergadering om)
5
Besluit tot voordracht van de heer T. W. Hobma aan het college van B&W ter benoeming als lid Raad van Toezicht
Goedgekeurd (buiten de vergadering om)
6
Bezoldigingsmaximum 2016 voor de bestuurder op basis van de nieuwe regeling bezoldiging topfunctionarissen OCW-sector
Goedgekeurd (buiten de vergadering om)
Figuur 23
Rooster van aftreden Naam
Benoemingsdatum
Einde 1e termijn
Einde 2e termijn
Herbenoembaar
De heer A.E. Fuhri Snethlage
20/09/2010
20/09/2014
20/09/2018
Nee
Mevrouw J.C. Berger-Roelvink
20/09/2010
20/09/2014
20/09/2018
Nee
De heer F. ten Oever
12/03/2013
12/03/2017
Nee*
De heer O. Peters
10/12/2013
10/12/2017
Ja
De heer T.W. Hobma
06/09/2016
06/09/2020
Ja
*Op eigen verzoek.
Figuur 24
JAARVERSLAG 2016 47
48 HET STEDELIJK LYCEUM
HOOFDSTUK 8
Algemene gegevens stichting Het Stedelijk Lyceum enschede
Het Stedelijk Lyceum houdt twee openbare scholen voor voortgezet onderwijs in stand: Het Stedelijk Lyceum (Brinnummer 00AH) en de school voor praktijkonderwijs Vakschool Het Diekman (Brinnummer 19NG). Beide scholen opereren als één scholengemeenschap, onder de naam ‘Het Stedelijk Lyceum’. Het onderwijsaanbod loopt van praktijkonderwijs tot en met gymnasiumonderwijs. Het Stedelijk Lyceum biedt volop kansen aan alle leerlingen door brede ontplooiingsmogelijkheden voor alle leerlingen, binnen en buiten het verplichte programma. Het Stedelijk Lyceum heeft zeven locaties, een Centrum voor Onderwijs & Ondersteuning en een bestuursbureau. Iedere locatie heeft een eigen herkenbaar profiel. Zo kunnen leerlingen kiezen welke locatie bij hen past en bij welke locatie zij zich het meest thuis voelen. Alle locaties van Het Stedelijk Lyceum zijn herkenbaar aan een gemeenschappelijk meerjarenbeleid, dat is vastgelegd in het Strategisch Beleidsplan. Hierin zijn ook onze kernwaarden opgenomen: 1. Talentontwikkeling centraal; 2. Verantwoordelijk naar elkaar en naar de wereld; 3. Open en gastvrij; 4. Positief met elkaar omgaan.
Eind 2016 is een nieuw Strategisch Beleidsplan opgesteld dat begin 2017 is vastgesteld. Het Stedelijk Lyceum ziet het als haar kernopdracht om in samenwerking met samenwerkingspartners jongeren te inspireren hun talenten te ontwikkelen om een eigen bijdrage te leveren aan een snel veranderende samenleving. Informatie over Het Stedelijk Lyceum en de verschillende locaties is te vinden op de website www.hetstedelijk.nl.
Juridische structuur Het Stedelijk Lyceum is een stichting. De stichting is opgericht op 1 juli 2008 en wordt bestuurd door één bestuurder. Het interne toezicht op het bestuur wordt vormgegeven door een Raad van Toezicht, bestaande uit vijf leden. Voorzitter van de Raad van Toezicht in 2016 was de heer A. Fuhri Snethlage. De heer drs. P.N.J. Nieuwstraten is sinds 2009 bestuurder van de stichting.
Organogram het stedelijk lyceum GMR
bestuur
Raad van Toezicht Auditcommissie
directeur HSV & VHD
directeur College Zuid
directeur Kottenpark
directeur DSM & Innova
directeur ISK
directeur COO
directeur Bestuursbureau
JAARVERSLAG 2016 49
hoofdstuk 8 De locaties van Het Stedelijk Lyceum
Kottenpark Lyceumlaan 30 7522 GK Enschede 053 - 482 1200 kottenpark@hetstedelijk.nl
College Zuid Tiemeister 20 7541 WG Enschede 053 - 482 1100 zuid@hetstedelijk.nl
De Stedelijke Mavo Jan Vermeerstraat 49 7545 BN Enschede 053 - 482 1280 stedelijkemavo@hetstedelijk.nl
Directeur: de heer B. Distel
Directeur: de heer H. Weustenraad
Directeur: de heer R. Lรถbker.
Het Kottenpark biedt onderwijs op havo, vwo en gymnasiumniveau. Kottenpark biedt versterkt Talenonderwijs Duits, theaterklassen en de opleidingen Dans en Muziek in samenwerking met het conservatorium.
College Zuid biedt onderwijs op mavo, havo en vwo niveau. College Zuid biedt tweetalig onderwijs Engels ((TTO), International School Twente, een sportstroom en heeft een licentie als topsport talentschool, zodat topsport en onderwijs gecombineerd kunnen worden.
De Stedelijke Mavo is een school voor mavo en de onderbouw havo. Na drie leerjaren kiezen de havoleerlingen voor een van de andere locaties van Het Stedelijk Lyceum.
50 HET STEDELIJK LYCEUM
algemene gegevens
Innova Hofstedeweg 185 7535 CV Enschede. 053 - 480 1260 innova@hetstedelijk.nl
Het Stedelijk Vakcollege Wethouder Beversstraat 195 7543 BK Enschede 053 - 482 1300 stedelijkvakcollege@hetstedelijk.nl
Directeur: de heer R. Lรถbker
Directeur: mevrouw P. de Jong.
Innova is een school voor eigentijds onderwijs waarbij de leerling leert zelf verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar onderwijsproces.
Vanaf het schooljaar 2016-2017 is het b- en k-onderwijs volledig ondergebracht bij Het Stedelijk Vakcollege.
Vakschool Het Diekman Weth. Nijhuisstraat 70 7545 NK Enschede M.i.v. 1 augustus 2016 J.J. van Deinselaan 32, 7541 PE Enschede 053 - 482 1501 vakschoolhetdiekman@hetstedelijk.nl Directeur: mevrouw P. de Jong. Vakschool Het Diekman verzorgt praktijkonderwijs en leidt leerlingen breed op in theorie en praktijk, gericht op een doorstroom naar de arbeidsmarkt.
JAARVERSLAG 2016 51
hoofdstuk 8
Locatie Dotterbloemstraat
Locatie Mekkelholtspad
Internationale Schakelklassen (ISK) Dotterbloemstraat 75 7531 TB Enschede 053 - 482 1380
Centrum voor Onderwijs en Ondersteuning (COO, voorheen Expertisecentrum) Hofstedeweg 185 7535 CV Enschede
Mekkelholtspad 4 7523 DC Enschede 053 - 482 1366 isk@hetstedelijk.nl
M.i.v. 1 augustus 2016 J.J. van Deinselaan 32 7541 PE Enschede 053- 482 1270 expertisecentrum@hetstedelijk.nl
Directeur: de heer M. El Filali
Directeur: de heer E. Vuurboom
De ISK geeft onderwijs aan anderstaligen, zodat zij naar een vorm van Nederlands onderwijs geschakeld kunnen worden. Het ISK heeft twee locaties.
Het COO bestaat uit een groep ondersteuners, die ervoor zorgt dat leerlingen en docenten door extra ondersteuning de juiste begeleiding krijgen op iedere locatie van Het Stedelijk Lyceum.
52 HET STEDELIJK LYCEUM
Bestuursbureau Tiemeister 20 7541 WG Enschede 053 - 480 0000 info@hetstedelijk.nl Directeur: de heer W. Suijker Het bestuursbureau biedt ondersteuning aan het bestuur en aan de zeven locaties.
algemene gegevens
isk Kottenpark innova de stedelijke mavo Het stedelijk vakcollege
vakschool het diekman enschede
College zuid
JAARVERSLAG 2016 53
HOOFDSTUK 9
Grondslagen waardering activa en passiva Algemeen De jaarrekening is opgesteld op basis van de grondslagen zoals opgenomen in boek 2, titel 9 van het Burgerlijk Wetboek en de adviezen van de Raad voor de Jaarverslaggeving, zoals vastgelegd in de Richtlijn Jaarverslaggeving onderwijsinstellingen (RJ 660). Alle bedragen zijn in euro’s uitgedrukt.
samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Voor zover niet anders is vermeld worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de stichting zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde.
De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel,
De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde
54 HET STEDELIJK LYCEUM
waarde van activa en verplichtingen en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Continuïteitsveronderstelling Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Financiële instrumenten Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële instrumenten, zoals vorderingen en schulden, als financiële derivaten verstaan. In de toelichting op de onderscheiden posten van de balans wordt de reële waarde van het betreffende instrument toegelicht als die afwijkt van de boekwaarde. Indien het financiële instrument niet in de balans is opgenomen, wordt de informatie over de reële waarde gegeven in de toelichting op de ‘Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen’. Voor de grondslagen van primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de behandeling per balanspost.
Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen aanschafwaarde verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De activeringsgrens voor investeringen en onderhoud gebouwen bedraagt € 2.500. Items met een lagere aanschafwaarde worden rechtstreeks als last in de staat van baten en lasten verantwoord. Onderhoudsuitgaven worden slechts geactiveerd indien zij de gebruiksduur van het object verlengen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Er wordt afgeschreven op moment van ingebruikname. Aangewende investeringssubsidies worden zichtbaar in mindering gebracht op de boekwaarde van de materiële vaste activa. In de jaarrekening worden de volgende afschrijvingspercentages gehanteerd, zie figuur 25.
worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen met als uitgangspunten de hoogte van het uitstaande bedrag in combinatie met de ouderdom van de vordering en de risico’s die worden gelopen. Liquide middelen De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
afschrijvingspercentages Meublilair
10% van de aanschafwaarde
Machines en gereedschap
10% van de aanschafwaarde
Overige apparatuur
20% van de aanschafwaarde
ICT, hard- en software
20% van de aanschafwaarde
ICT, hard- en software
33,3% van de aanschafwaarde
ICT, infrastructuur
10% van de aanschafwaarde
Huisvesting, dakbedekking
5% van de aanschafwaarde
Huisvesting, installaties
5% van de aanschafwaarde
Huisvesting, interne verbouwingen
5% van de aanschafwaarde
Huisvesting, buitenschilderwerk
20% van de aanschafwaarde
Huisvesting: diversen
10% van de aanschafwaarde Jaar 1: 12,5% van de aanschafwaarde
Studieboeken
Vorderingen Vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid. De voorzieningen
Eigen vermogen Onder het eigen vermogen worden de algemene reserve en de bestemmingsreserves gepresenteerd. De algemene reserve bestaat uit de reserves die ter vrije beschikking staan van het bestuur. Indien een beperktere bestedingsmogelijkheid door de organisatie is aangebracht, dan is het aldus afgezonderd deel van het eigen vermogen aangeduid als bestemmingsreserve.
Jaar 2 t/m 4: 25% van de aanschafwaarde Jaar 5: 12,5% van de aanschafwaarde
Werkboeken
100% op moment van aanschaf
Figuur 25
JAARVERSLAG 2016 55
hoofdstuk 9 Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorziening uitgestelde beloning wordt tegen contante waarde gewaardeerd. De overige voorzieningen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting. Langlopende schulden Schulden met een resterende looptijd van meer dan één jaar worden aangeduid als langlopend. Het aflossingsbedrag van het lopende jaar wordt onder de kortlopende schulden opgenomen. De langlopende schulden worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Kortlopende schulden Schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar worden aangeduid als kortlopend. Schulden worden niet gesaldeerd met activa. Kortlopende schulden worden gewaardeerd tegen de reële waarde.
56 HET STEDELIJK LYCEUM
Overlopende passiva betreffen vooruit ontvangen bedragen die aan opvolgende perioden worden toegerekend en nog te betalen bedragen, voor zover ze niet onder de andere kortlopende schulden zijn te plaatsen. Grondslagen voor de bepaling van het resultaat De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Verliezen worden genomen op het moment dat deze voorzienbaar zijn. Rijksbijdragen De ontvangen (normatieve) rijksbijdrage en de niet geoormerkte OCW-subsidies (vrij besteedbare doelsubsidies zonder verrekeningsclausule) worden in het jaar waarop de toekenningen betrekking hebben volledig verwerkt als bate in de staat van baten en lasten. Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteedbaar overschot (doelsubsidies waarbij het overschot geen verrekeningsclausule heeft) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord naar rato van de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten. Het deel van de subsidies waar nog geen activiteiten voor zijn verricht per balansdatum worden verantwoord onder de overlopende passiva. Geoormerkte OCW-subsidies (doelsubsidies met verrekeningsclausule) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord in het jaar ten laste waarvan de gesubsidieerde lasten komen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de overlopende
passiva zolang de bestedingstermijn nog niet is verlopen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn is verlopen op balansdatum. Overige exploitatiesubsidies Overige exploitatiesubsidies worden ten gunste van de staat van baten en lasten gebracht in het jaar waarin de inkomsten zijn gederfd of waarvan de gesubsidieerde lasten komen. Pensioenen Het Stedelijk Lyceum heeft voor haar werknemers de pensioenregeling ondergebracht bij pensioenfonds ABP. De pensioenregeling wordt gekwalificeerd als een zogenoemde toegezegde pensioenregeling. De hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen welke afhankelijk is van leeftijd, salaris en dienstjaren op basis van een middelloonregeling. Het Stedelijk Lyceum betaalt hiervoor jaarlijks vast te stellen premies; waarvan in 2016 70% (2015 68%) door de werkgever en 30% door de werknemer (2015 32%) is betaald. Indexering vindt plaats afhankelijk van de (beleids)dekkingsgraad. De laatste jaren voldoet het pensioenfonds niet aan de wettelijke minimumvereisten inzake de (beleids) dekkingsgraad. De dekkingsgraad was op 31 december 2016 96,7%. Het pensioenfonds voldoet niet aan de minimum beleidsdekkingsgraad van 128%. De dekkingsgraad was op 30 april 2017 100,3% (beleidsdekkingsgraad 94,7%) en ligt hiermee boven de kritische dekkingsgraad van 88%, maar ruim onder de minimum
Grondslagen beleidsdekkingsgraad. De kans op (indexatie)verlaging van pensioenen c.q. verhoging van de pensioenpremies in de nabije toekomst is reëel. Wettelijk is bepaald dat de beleidsdekkingsgraad niet langer dan 5 jaar onder 104,2% mag liggen. Omdat de financiële situatie onvoldoende is moet ABP een herstelplan indienen bij de toezichthouder De Nederlandse Bank. Het Stedelijk Lyceum heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in het geval van een tekort bij het pensioenfonds ABP, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. Het actuariële risico, inclusief het beleggersrisico, ligt niet bij Het Stedelijk Lyceum. Het Stedelijk Lyceum heeft daarom de pensioenregeling verwerkt als een zogenoemde toegezegde bijdrage regeling. Dit houdt in dat de in de staat van baten en lasten een pensioenlast is opgenomen gelijk aan de over het boekjaar verschuldigde premies. In de balans zijn de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar verantwoord. Op balansdatum bestaat geen verplichting waarvoor een voorziening noodzakelijk wordt geacht. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De aansluiting tussen de liquide middelen in de balans en de geldmiddelen in het kasstroomoverzicht is opgenomen onderin het kasstroomoverzicht. In het kasstroomoverzicht zijn alleen posten opgenomen waarbij ruil van geldmiddelen heeft plaatsgevonden.
JAARVERSLAG 2016 57
HOOFDSTUK 10
Jaarrekening B.2.
BALANS PER 31 DECEMBER 2016
Na resultaat bestemming.
1 Activa 31-12-2016 31-12-2015 Vaste activa 1.1 Immateriële vaste activa 0 0 1.2 Materiële vaste activa 10.324.658 10.203.594 1.3 Financiële vaste activa 0 0 Totaal vaste activa 10.324.658 10.203.594 Vlottende activa 1.4 Voorraden 0 0 1.5 Vorderingen 266.881 654.245 1.6 Effecten 0 0 1.7 Liquide middelen 4.112.254 3.960.411 Totaal vlottende activa 4.379.135 4.614.656
Totaal activa 14.703.793 14.818.250
2 Passiva 31-12-2016 31-12-2015 2.1 Eigen vermogen 1.228.314 2.2 Voorzieningen 1.493.558 2.3 Langlopende schulden 8.020.280 2.4 Kortlopende schulden 3.961.641
Totaal passiva 14.703.793
58 HET STEDELIJK LYCEUM
847.203 1.070.542 8.448.083 4.452.422 14.818.250
B.3.
STAAT VAN BATEN EN LASTEN
3 Baten 3.1 Rijksbijdragen OCenW 3.2 Overige overheidsbijdragen en subsidies 3.5 Overige baten
2016
Begroting 2016
2015
30.503.966 731.229 759.626
28.678.290 13.000 1.003.883
28.060.246 32.703 1.403.412
Totaal baten 31.994.821
4 Lasten 4.1 Personeelslasten 4.2 Afschrijvingen 4.3 Huisvestingslasten 4.4 Overige instellingslasten
25.382.408 1.492.034 1.597.697 2.779.470
Totaal lasten 31.251.609
Saldo baten en lasten
5 FinanciĂŤle baten en lasten 5 Resultaat
29.695.173 29.496.361
23.553.667 1.456.035 1.799.000 2.216.700
23.769.409 1.438.432 1.506.937 2.387.750
29.025.402 29.102.528
743.212
669.771 393.833
-362.101
-368.424
Totaal resultaat 381.111
301.347
-381.852 11.981
JAARVERSLAG 2016 59
hoofdstuk 10 B.4. KASSTROOMOVERZICHT
Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten
Aanpassing voor: Afschrijvingen Mutaties voorzieningen Verandering in vlottende middelen: Vorderingen Kortlopende schulden Totaal Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
31-12-2016
31-12-2015
743.212
393.833
1.492.035 423.017
1.438.432 319.265
387.364 -490.781 2.554.847
-89.950 1.197.012 3.258.592
30 52 -362.131 -381.904 -362.101 -381.852 2.192.746
2.876.740
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiĂŤle vaste activa Investeringsbijdragen in materiĂŤle vaste activa
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -1.613.099 -1.529.248
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Aflossing langlopende leningen
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -427.803 -426.514
Mutatie liquide middelen 181.843 920.977 Saldo liquide middelen per 31/12/2015 3.960.411 Saldo liquide middelen per 31/12/2016 4.112.254 Mutatie liquide middelen 2016: 151.843
60 HET STEDELIJK LYCEUM
-3.186.477 1.573.378
-427.803
-2432.167 902.919
-426.514
Jaarrekening B.5.
TOELICHTING BEHORENDE TOT DE BALANS
1 1.2
Activa MateriĂŤle vaste activa
Materiele vaste activa Aanschafprijs t/m 2015
Afschrijving cumulatief t/m 2015
Boekwaarde 31-12- 2015
Investeringen
Investeringsbijdragen
Afschrijvingen
Aanschafprijs t/m 31-12-2016
Afschrijving cumulatief 31-12-2016
Boekwaarde 31-12- 2016
1.2.1
Gebouwen en terreinen
12.079.021
4.397.877
7.681.145
2.186.650
1.573.378
632.668
12.692.293
5.030.545
7.661.749
1.2.2
Inventaris en apparatuur
5.213.322
3.307.602
1.905.721
633.347
0
526.596
5.846.669
3.834.198
2.012.472
Boeken
2.429.251
1.812.524
616.728
366.480
0
332.771
2.795.731
2.145.295
650.437
19.721.594
9.518.003
10.203.594
3.186.477
1.573.378
1.492.035
21.334.693
11.010.038
10.324.658
Totaal materiĂŤle vaste activa
In 2016 is Vakschool Het Diekman ingebruik genomen. Met de realisatie van Vakschool Het Diekman was een investering van 1.654K gemoeid (1.449K gebouw en terreinen, 205K inventaris en apparatuur). Hiernaast hebben investeringen plaatsgevonden op Kottenpark 276K, College Zuid 176K, Innova 89K en ISK 78K. Een deel van de plaatsgevonden investeringen is mede mogelijk gemaakt met gemeentelijke bijdragen (1.573K).
1.5 Vorderingen
31-12-2016
31-12-2015
1.5.1 Debiteuren 184.147 1.5.6 Overige overheden 0 1.5.7 Overige vorderingen: ESF vorderingen 58.306 91.852 Overige vorderingen 28.113 222.024 Totaal overige vorderingen 86.419 1.5.9 Af: voorzieningen wegens oninbaarheid -3.685
340.585 0
313.876 -216
Totaal vorderingen 266.881 654.245 De vorderingen hebben allen een verwachte looptijd van minder dan 1 jaar.
JAARVERSLAG 2016 61
hoofdstuk 10 1.7 Liquide middelen 31-12-2016 31-12-2015 1.7.1 Kasmiddelen 8.010 12.840 1.7.2 Tegoeden op bank- en girorekeningen: Banken centraal 4.056.115 3.867.067 Banken locaties 42.495 45.290 Totaal tegoed banken 4.098.610 3.912.357 1.7.4 Overige liquide middelen: Kruisposten/voorschotten 5.634 35.214
Totaal liquide middelen 4.112.254 3.960.411
Bij banken centraal wordt grotendeels gebruik gemaakt van een rekening courant met het Ministerie van Financiën (schatkistbankieren). Het maximaal toelaatbare krediet voor de rekening courant met het Ministerie van Financiën bedraagt € 2,8 miljoen. De kredietruimte ultimo 2016 bedraagt ruim € 6,9 miljoen. Het totaal liquide middelen ultimo 2016 staat ter vrije beschikking aan Het Stedelijk Lyceum en zijn direct opeisbaar.
2 Passiva 2.1 Eigen vermogen
eigen vermogen Saldo 31/12/2015
Resultaat
Overige mutaties
Saldo 31/12/2016
Algemene reserve
847.203
381.111
0
1.228.314
Totaal eigen vermogen
847.203
381.111
0
1.228.314
Het resultaat over boekjaar 2016 is toegevoegd aan de algemene reserve.
62 HET STEDELIJK LYCEUM
Jaarrekening 2.2 Voorzieningen
voorzieningen Saldo 31/12/2015 2.2.1
Dotaties 2016
Vrijval 2016
Onttrekking 2016
Saldo 31/12/2016
< 1 jaar
> 1 jaar
Personele voorzieningen
a
Uitgestelde beloningen
290.962
70.745
75.721
285.986
77.993
207.993
b
Uitkeringslasten ERD
138.389
541.602
87.995
591.996
134.071
457.925
c
Spaarverlof
46.726
68.958
32.334
83.350
12.934
70.416
d
Individueel keuzebudget
178.263
166.968
20.707
324.524
21.390
303.134
e
Personeel
416.202
87.408
170.623
125.285
207.702
87.408
120.294
1.070.542
935.681
170.623
342.042
1.493.558
333.796
1.159.762
Totaal voorzieningen
a De voorziening voor uitgestelde beloningen betreft een voorziening voor jubileumuitkeringen bij 25 en 40-jarig dienstverband, overeenkomstig de CAO. De voorziening is op nominatief niveau bepaald. b Het Stedelijk Lyceum is als onderwijsinstelling eigenrisicodrager voor WW-uitkeringen en bovenwettelijke uitkeringen en draagt de kosten voor WGA-instroom van haar oud werknemers. Dit houdt in dat Het Stedelijk Lyceum zelf risico draagt voor de kosten die gepaard gaan met het werkloos en ziek worden van haar werknemers. Het voortgezet onderwijs kent voor werkloosheid gerelateerde uitkeringen een systeem van normatief verevenen, waarbij 75 procent binnen de sector
wordt verevend en 25 procent op organisatieniveau wordt gefinancierd. Ultimo 2016 hadden diverse oud-werknemers recht op een WW-uitkering en/ of een bovenwettelijke uitkering of WGA-uitkering. De uitgaven met betrekking tot de toekomstige uitkeringen die voor rekening van Het Stedelijk Lyceum komen zijn in deze voorziening opgenomen. c De voorziening spaarverlof heeft betrekking op gespaarde verlofuren. De mogelijkheid om te sparen is per 1 augustus 2010 komen te vervallen. De plaatsgevonden dotatie is het gevolg van een eenmalige tariefbijstelling. De voorziening zal in de komende jaren naar nihil teruglopen. d Met ingang van 1 augustus 2014 heeft het voortgezet
onderwijs een nieuwe CAO. Het individueel keuzebudget maakt hiervan onderdeel uit. Het Stedelijk Lyceum inventariseert jaarlijks de individuele keuzes bij haar personeel. De individuele keuzes met betrekking tot sparen, bijdragen kinderopvang en verhoging pensioenaanspraken leiden tot het vormen van deze voorziening. De plaatsgevonden dotatie ligt in lijn met de verwachte groei. In 2017 zal een laatste (4e jaars) dotatie plaatsvinden. e In de voorziening personeel zijn outplacementkosten, loonkosten en financiĂŤle verplichtingen inzake ABP en UWV/Belastingdienst voor diverse personeelsleden opgenomen die hun oorsprong vinden in 2016 of eerdere jaren.
JAARVERSLAG 2016 63
hoofdstuk 10 2.3
Langlopende schulden
langlopende schulden Stand per 31-12- 2015
Toevoeging (amortisatie)
Aflossingen 2016
Stand per 31-12- 2016
looptijd > 1 jaar
looptijd > 5 jaar
Rentevoet
Lening 1 min.van financiën
2.800.000
0
400.000
2.400.000
1.600.000
800.000
3,99%
Lening 2 min.van financiën
4.000.000
0
0
4.000.000
0
4.000.000
3,88%
Lening gemeente Enschede
1.277.148
0
22.526
1.254.622
357.796
896.826
0,00%
Langlopende verplichtingen
370.934
0
5.277
365.657
69.924
295.733
nvt
8.448.082
0
427.803
8.020.279
2.027.720
5.992.559
Totaal langlopende schulden
Lening 1 In december 2008 is een lening aangetrokken via het Ministerie van Financiën (schatkistbankieren) ter hoogte van € 6.0 miljoen. De lening wordt in 15 jaren afgelost; de jaarlijkse aflossingstermijn bedraagt € 400.000,-. De eerste aflossing heeft in december 2009 plaatsgevonden. Er is sprake van een vast rentepercentage van 3,99% gedurende de looptijd van de lening. De gemeente Enschede staat garant voor deze lening. De lening is aangetrokken ter financiering van diverse aanpassingen van gebouwen in verband met onderwijskundige vernieuwingen of verplaatsingen van afdelingen en locaties. Verder zijn substantiële bijdragen geleverd aan de Scholingsboulevard Enschede en aan nieuwbouw Zwering.
64 HET STEDELIJK LYCEUM
De nominale waarde van de lening ultimo 2016 bedraagt € 2.800.000. Het kortlopende deel van deze lening bedraagt € 400.000 en is onder kortlopende schulden gepresenteerd. Lening 2 In 2010 is er een tweede lening afgesloten bij het Ministerie van Financiën. Het betreft een aflossingsvrije lening van € 4.0 miljoen die op 1 september 2025 voldaan moet worden. Het rentepercentage is 3,88% Deze lening is afgesloten ten behoeve van de liquiditeit en de verliesbijdrage aan de reeds geliquideerde Coöperatie Scholingsboulevard Enschede U.A. Ook voor deze tweede lening is een garantstelling van de gemeente Enschede verkregen.
Lening gemeente Enschede Deze lening is als gevolg van de ontbinding van de Coöperatieve Scholingsboulevard Enschede U.A. per 31 december 2012 ontstaan. De lening is gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De lening heeft een looptijd tot 2044 en wordt (sinds 2014) in 30 jaarlijkse termijnen afgelost. De jaarlijkse aflossing bedraagt € 89.449. Langlopende verplichtingen Onder de langlopende verplichtingen is een vooruitontvangen bedrag opgenomen dat bestemd is voor toekomstige onderhoudsverplichtingen. De jaarlijkse aflossing bedraagt € 17.481.
Jaarrekening 2.4 Kortlopende schulden
31-12-2016
31-12-2015
2.4.3 Crediteuren 658.516 699.671 2.4.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen 1.007.901 949.521 2.4.8 Schulden ter zake pensioenen 244.520 284.597 2.4.9 Overige kortlopende schulden 872.440 559.947 2.4.10 Overlopende passiva 1.178.265 1.958.686 Totaal kortlopende schulden 3.961.641
4.452.422
Nadere uitsplitsing 2.4.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen 2.4.7.1 Loonheffing 1.003.573 947.869 2.4.7.2 Omzetbelasting 4.328 1.652 Belastingen en premies sociale verzekeringen 1.007.901
949.521
2.4.9
Overige kortlopende schulden Aflossingsverplichting langlopende schulden 417.481 506.930 Nog te betalen overige kosten 454.959 53.017 Totaal overige kortlopende schulden 872.440
559.947
2.4.10 Overlopende passiva 2.4.10.2 Vooruitontvangen bedragen 506.418 1.317.346 2.4.10.5 Vakantiegeld en -dagen 652.063 624.400 2.4.10.6 Acountantskosten 19.784 16.940 Totaal overlopende passiva 1.178.265
1.958.686
In het saldo vooruitontvangen bedragen is een saldo van â&#x201A;Ź 94.589 opgenomen uithoofde van cofinanciering bedrijven in het kader van de doorontwikkeling van de International School Twente.
JAARVERSLAG 2016 65
hoofdstuk 10 Staat G G1 Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule.
g1
g1 gefisnummer
beschikk.nr.
datum van toewijzing
prestatie afgerond ja/nee
zij-instroom*
49.878
683391-1
22-03-15
ja
zij-instroom*
41.920
483190-1
22-10-12
ja
zij-instroom
55.707
781845-1
22-11-16
ja
subsidie voor studieverlof
52.953
741673-1
20-09-16
ja
LENZO16110
11-04-16
ja
lente school
127.863
G2/ A Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule Er zijn geen subsidies met verrekeningsclausule tot in een volgend verslagjaar. G2-B Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Er zijn geen subsidies met verrekeningsclausule tot in een volgend verslagjaar.
66 HET STEDELIJK LYCEUM
Jaarrekening B.6.
NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN
Contractuele verplichtingen De verplichting voor lopende contracten bedraagt ultimo 2016 circa â&#x201A;¬ 2,0 miljoen. Geen van de verplichtingen hebben een looptijd van meer dan 5 jaar.
Boeken en leermiddelen 710.000 Servicekosten en energie 420.000 Schoonmaakkosten 425.000 Huur- en onderhoudsverplichtingen 225.000 Verzekeringen 100.000 Vuilverwerking 70.000 Diverse kleine verplichtingen 50.000
B.8.
TOELICHTING OP DE ONDERSCHEIDEN POSTEN VAN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
3.1 Rijksbijdragen 3.1.1 3.1.2 3.1.4
2.000.000
Rijksbijdragen OCW/EL&I Overige subsidies OCW/EL&I Ontvangen doorbetalingen rijksbijdrage
Rijksbijdragen 3.1.2 Overige subsidies OCW/EL&I 3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies esf projecten 3.12.2.1 Niet-geoormerkte subsidies Totaal overige subsidies
2016
begroting 2016
2015
24.901.956 4.741.017 860.993
24.976.930 2.990.650 710.710
24.014.661 3.351.716 693.869
30.503.966
28.678.290
28.060.246
235.312 86.734 4.418.971 4.741.017
0 98.000 2.892.650 2.990.650
118.995 91.852 3.140.869 3.351.716
JAARVERSLAG 2016 67
hoofdstuk 10 3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies
2016
begroting 2016
2015
3.2.1 Gemeentelijke bijdragen en subsidies Doorontw. Internationale School Twente 723.172 0 0 Overig 8.057 13.000 32.703 Totaal gemeentelijke bijdragen 731.229 13.000 Totaal overige overheidsbijdragen - en subsidies 731.229 13.000
32.703 32.703
Onder de gemeentelijk bijdragen en subsidies zijn gelden verantwoord in het kader van het project DIST. Het Stedelijk Lyceum is penvoerder voor DIST. Uit hoofde van dit project zijn in 2016 inkomsten gerealiseerd ten hoogste van € 1.205.894. Niet al deze inkomsten zijn als bate in jaarrekening 2016 verantwoord. Allereerst is een bedrag ad € 94.589 vooruitontvangen en verantwoord als kortlopende schuld. Daarnaast wordt een bedrag ad € 338.133 als bate bij Stichitng Consent verantwoord. Tot slot maakt een bijdrage inzake ureninzet van gemeente Enschede ad € 50.000 onderdeel uit van de gerealiseerde inkomsten. Bijdragen uit hoofde van ambtelijke ureninzet kunnen niet als baten worden verantwoord.
3.5 Overige baten
2016
begroting 2016
2015
3.5.1 Verhuur onroerende zaken 45.553 30.000 62.836 3.5.2 Detachering personeel 90.204 130.000 283.095 3.5.5 Ouderbijdragen 464.497 644.498 729.045 3.5.6 Overige baten: Vrijval voorzieningen 0 12.385 5.892 UWV/ABP 0 65.000 52.619 Overige 159.367 122.000 269.920 Totaal overige baten 159.367 199.385 328.431
Totaal overige baten 759.621 1.003.883 1.403.407
De baten uithoofde van UWV/ABP zijn met ingang van 2016 in mindering gebracht op de personeelsleden.
68 HET STEDELIJK LYCEUM
Jaarrekening 4 Lasten 4.1 Personeelslasten 2016 begroting 2016 2015 4.1.1. Lonen en salarissen 22.986.863 21.923.406 21.791.909 4.1.2 Overige personele lasten 2.395.545 1.630.261 1.977.500 Personeelslasten 25.382.408 23.553.667 23.769.409 Nadere uitsplitsing 4.1.1 Personeelslasten 4.1.1.1 Lonen en salarissen 18.417.683 21.923.406 17.408.149 4.1.1.2 Sociale lasten 2.250.912 2.056.440 4.1.2.3 Pensioenpremies 2.318.268 2.327.320 Totaal lonen en salarissen 22.986.863 21.923.406 21.791.909 Toelichting FTE´s in kalenderjaar 2015: begin jaar 320, eind jaar 318, gemiddeld jaar 319 in kalenderjaar 2016: begin jaar 318, eind jaar 331, gemiddeld jaar 325 4.2 Afschrijvingen 2016 begroting 2016 2015 4.2.2 MateriÍle vaste activa: Gebouwen 632.667 622.075 542.344 Inventaris en apparatuur 526.596 508.060 512.605 Boekenfonds kap.lst. 332.771 325.900 383.483 Totaal afschrijvingen 1.492.034 1.456.035
1.438.432
4.3 Huisvestingslasten 2016 begroting 2016 2015 4.3.1 Huur 195.534 90.500 182.478 4.3.3 Onderhoud 296.164 323.500 255.926 4.3.4 Energie en water 518.609 637.000 495.081 4.3.5 Schoonmaakkosten 488.869 620.500 466.877 4.3.8 Overige lasten 98.521 127.500 106.575 Totaal huisvestingslasten 1.597.697 1.799.000
1.506.937
JAARVERSLAG 2016 69
hoofdstuk 10 4.4 Overige lasten 2016 begroting 2016 2015 4.4.1 Administratie- en beheerslasten Administratie en beheer 123.146 114.750 100.933 Reis- en verblijfskosten 16.363 9.700 18.082 Accountantskosten 48.473 25.000 39.019 Telefoon- en portokosten e.d. 88.931 96.500 86.832 Totaal 4.4.1 276.913 245.950
244.866
4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen Inventaris 377.302 344.750 375.663 Leermiddelen 604.939 392.000 537.545 Leermiddelen, reproduktiekst. 149.290 150.000 113.004 Leermiddelen werkboeken 464.197 400.000 443.512 Totaal 4.4.2 1.595.728 1.286.750
1.469.724
4.4.3
Dotatie overige voorzieningen Dotatie voorziening debiteuren 3.470 0 0 Totaal 4.4.3 3.470 0
0
4.4.4 Overige Werving/voorlichting/PR 353.580 227.500 191.969 Representatiekosten 9.920 15.000 11.734 Buitenschoolse activiteiten 308.462 272.000 301.073 Contributies 40.003 72.500 61.953 Afvalverwerking 42.721 45.000 33.104 Abonnementen 51.773 12.000 30.650 Projecten 96.900 40.000 42.677 Totaal 4.4.4 903.359 684.000
673.160
Totaal overige lasten 2.779.470 2.216.700
70 HET STEDELIJK LYCEUM
2.387.750
Jaarrekening 4.1.1. 4.4.1.1 4.4.1.2 4.4.1.3 4.4.1.4
Uitsplitsing accountantslasten 2016 2015 Honorarium onderzoek jaarrekening 39.023 39.019 Honorarium andere controle opdrachten 9.450 0 Honorarium fiscale adviezen 0 0 Honorarium andere niet-controledienst 0 0 Totaal accountantslasten 48.473 39.019
De accountantslasten worden gepresenteerd in overeenstemming met het stelsel van baten en lasten
5
Financiële baten en lasten Financiële baten en lasten
5.1 5.5
Financiële baten 30 0 52 Financiële lasten -362.131 -368.424 -381.904 Saldo financiële baten en lasten -362.101 -368.424
2016
begroting 2016
2015
-381.852
De financiële lasten hebben betrekking op de rentelasten van de langlopende leningen van het Ministerie van Financiën en de rente- en amortisatielasten van de lening van gemeente Enschede.
JAARVERSLAG 2016 71
hoofdstuk 10 D.7 VAVO Ingaande 2006 is het aantal gevallen dat een VO-school voor een bepaalde categorie leerlingen de bekostiging bij een andere school of instelling mag besteden verruimd. In onderstaand overzicht wordt weergegeven voor welke leerlingen dit in schooljaar 2016 - 2017 van toepassing is.
VO leerlingen Leerlingnummer
Afnemende school
opleiding
periode van overstap
overgedragen bekostingen
1
23447261
ROC van Twente
400.000
VWO
6.200
2
230999177
ROC van Twente
0
HAVO
6.200
3
232539492
ROC van Twente
22.526
HAVO
3.250
4
229205768
ROC van Twente
5.277
HAVO
3.250
5
228392858
ROC van Twente
427.803
VWO
3.250
Het Stedelijk Lyceum kent een aantal beleidslijnen op grond waarvan een leerling wel of niet kan worden uitbesteed naar het VAVO.
72 HET STEDELIJK LYCEUM
Jaarrekening WNT-VERANTWOORDING 2016 Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op Stichting Het Stedelijk Lyceum Enschede van toepassing zijnde regelgeving: Regeling bezoldiging topfunctionarissen OCW-sectoren. Het bezoldigingsmaximum in 2016 voor Stichting Het Stedelijk Lyceum Enschede is vastgesteld op € 152.0001. Dit bezoldigingsmaximum geldt naar rato van de duur en/ of omvang van het dienstverband. 1. Bezoldiging topfunctionarissen 1a. Leidinggevende topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen met dienstbetrekking. Tevens leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vanaf de 13e maand van de functievervulling, zie figuur 26. 1b. Leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking kalendermaand 1-12
1a 2016
2015
Functiegegevens
Voorzitter College van Bestuur
Voorzitter College van Bestuur
Naam
drs. P.N.J. Nieuwstraten
drs. P.N.J. Nieuwstraten
Aanvang en einde functievervulling
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
Omvang dienstverband (in fte)
1,0
1,0
Gewezen topfunctionaris?
nee
nee
(Fictieve) dienstbetrekking?
nee
nee
Individueel WNT-maximum
€152.000
€184.448
Beloning
€124.806
€122.333
Belastbare onkostenvergoedingen
€0
€0
Beloningen betaalbaar op termijn
€17.596
€15.543
Subtotaal
€142.402
€137.876
-/- Onverschuldigd betaald bedrag
0
0
Totaal bezoldiging
€142.402
€137.876
Verplichte motivering indien overschrijving
NVT
NVT
Figuur 26
Niet van toepassing op kalenderjaar 2016. 1c. Toezichthoudende topfunctionarissen, zie figuur 27.
1
Vaststelling volgens Regeling bezoldiging topfunctionarissen OCW-sectoren WNT-maximum voor het onderwijs, klasse E en 13 complexiteitspunten (complexiteitspunten baten: 6, leerlingen: 3 en onderwijssectoren: 4).
JAARVERSLAG 2016 73
hoofdstuk 10
1c A.E. Fuhri Snethlage
J.C. Berger - Roelvink
F. ten Oever
O. Peters
J.H.R. Baveld
T.W. Hobma
Functiegegevens
Voorzitter
Lid
Lid
Lid
Lid
Lid
Aanvang en einde functievervulling in 2016
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
1/1 – 8/9
6/9 - 31/12
Individueel WNT-maximum
€22.800
€15.200
€15.200
€15.200
€10.494
€4.872
Beloning
€4.862
€3.387
€3.387
€3.387
€3.952
€0
Belastbare onkostenvergoedingen
€0
€0
€0
€0
€0
€0
Beloningen betaalbaar op termijn
€0
€0
€0
€0
€0
€0
Subtotaal
€4.862
€3.387
€3.387
€3.387
€3.952
€0
-/- Onverschuldigd betaald bedrag
€0
€0
€0
€0
€0
€0
Totaal bezoldiging
€4.862
€3.387
€3.387
€3.387
€3.952
€0
Verplichte motivering indien overschrijding
NVT
NVT
NVT
NVT
NVT
NVT
Aanvang en einde functievervulling in 2015
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
NVT
Beloning
€4.862
€3.387
€3.387
€2.875
€3.387
NVT
Belastbare onkostenvergoedingen
€0
€0
€0
€0
€0
NVT
Beloningen betaalbaar op termijn
€0
€0
€0
€0
€0
NVT
Totaal bezoldiging 2015
€4.862
€3.387
€ 3.387
€2.875
€3.387
NVT
Gegevens 2015
Figuur 27
2. Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen met of zonder dienstbetrekking Niet van toepassing op kalenderjaar 2016
74 HET STEDELIJK LYCEUM
3. Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen met dienstbetrekking die in 2016 een bezoldiging boven het individuele WNTmaximum hebben ontvangen. Er zijn in 2016 geen
ontslaguitkeringen betaald aan overige functionarissen die op grond van de WNT dienen te worden vermeld, of die in eerdere jaren op grond van de WOPT of de WNT vermeld zijn of hadden moeten worden.
Jaarrekening B.10. KENGETALLEN Solvabiliteit 1 Solvabiliteit 2
2016 8% 19%
2015 6% 13%
Liquiditeit Rentabiliteit kapitalisatie factor
111% 1% 22%
104% 0% 24%
Toelichting bij kengetallen: solvabiliteit 1: totaal eigen vermogen / totaal passiva (zie staat A.1.1.) solvabiliteit 2: (totaal eigen vermogen + voorzieningen) / totaal passiva (definitie commissie Don) liquiditeit: vlottende activa / kortlopende schulden (zie staat A.1.1.) rentabiliteit: resultaat / totaal baten (zie staat A.1.2.) kapitalisatie factor: (balans totaal - boekwaarde gebouwen en terreinen) / totale baten (commissie Don)
JAARVERSLAG 2016 75
hoofdstuk 10 Opmaken van de jaarrekening 2016 Deze jaarrekening is opgesteld door de voorzitter van het College van Bestuur. Alle relevante informatie tot en met 13 juni 2017 betrekking hebbend op het boekjaar 2016, is verwerkt in deze jaarrekening.
Ondertekening door toezichthouders De jaarrekening is voorzien van de namen van de toezichthouders, echter zonder persoonlijke handtekening ter vermijding van fraude met handtekeningen van de toezichthouders. Het exemplaar met de originele handtekeningen wordt bewaard in het eigen archief.
Enschede, 13 juni 2017
A.E. Fuhri Snethlage voorzitter Raad van Toezicht drs. P.N.J. Nieuwstraten voorzitter College van Bestuur Overige gegevens Vaststelling en goedkeuring jaarrekening Het College van Bestuur van Stichting Het Stedelijk Lyceum Enschede heeft de jaarrekening 2016 vastgesteld in de vergadering van 13 juni 2017. De Raad van Toezicht van Stichting Het Stedelijk Lyceum Enschede heeft de jaarrekening 2016 goedgekeurd in de vergadering van 13 juni 2017. Eigen Vermogen Er zijn geen bijzondere statutaire bepalingen voor de componenten van het eigen vermogen. Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen relevante gebeurtenissen na balansdatum te rapporteren.
76 HET STEDELIJK LYCEUM
mw. J.C. Berger-Roelvink lid Raad van Toezicht
O. Peters lid Raad van Toezicht
T.W. Hobma lid Raad van Toezicht
F. ten Oever lid Raad van Toezicht
Controleverklaring De controleverklaring is opgenomen op de volgende pagina. De controleverklaring is voorzien van de naam van de accountantspraktijk en de naam van de accountant, echter zonder persoonlijke handtekening ter vermijding van fraude met handtekeningen van accountants. Het exemplaar met de originele handtekening wordt bewaard in het eigen archief.
Jaarrekening
Ernst & Young Accountants LLP Zwartewaterallee 56 8031 DX Zwolle, Netherlands Postbus 634 8000 AP Zwolle, Netherlands
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de raad van toezicht van Stichting het Stedelijk Lyceum Enschede Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2016 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2016 van Stichting Het Stedelijk Lyceum Enschede te Enschede gecontroleerd. Naar ons oordeel: • geeft de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Het Stedelijk Lyceum Enschede op 31 december 2016 en van het resultaat over 2016 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs; • zijn de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2016 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand gekomen in overeenstemming met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals opgenomen in paragraaf 2.3.1 Referentiekader van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2016.
Tel: +31 88 407 10 00 Fax: +31 88 407 94 05 ey.com
De jaarrekening bestaat uit: • de balans per 31 december 2016; • de staat van baten en lasten over 2016; en • de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. De basis voor ons oordeel Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden en het Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2016 vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’. Wij zijn onafhankelijk van Stichting Het Stedelijk Lyceum Enschede zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assuranceopdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie
voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het jaarverslag andere informatie, die bestaat uit: • het bestuursverslag; • de overige gegevens. Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie: • met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat; • alle informatie bevat die op grond van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en paragraaf 2.2.3 Bestuursverslag van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2016 is vereist. Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat.
JAARVERSLAG 2016 77
hoofdstuk 10 Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, paragraaf 2.2.3 Bestuursverslag van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2016 en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening. Het bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder het bestuursverslag en de overige gegevens in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de overige OCW wet- en regelgeving. Beschrijving van verantwoordelijkheden voor de jaarrekening Verantwoordelijkheden van het bestuur en de raad van toezicht voor de jaarrekening Het bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en getrouw weergeven van de jaarrekening in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bestuur is ook verantwoordelijk voor het rechtmatig tot stand komen van de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties, in overeenstemming met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. In dit kader is het bestuur verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude. Bij het opmaken van de jaarrekening moet het bestuur
78 HET STEDELIJK LYCEUM
afwegen of de onderwijsinstelling in staat is om haar werkzaamheden in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemd verslaggevingsstelsel moet het bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het bestuur het voornemen heeft om de vennootschap te liquideren of de bedrijfsactiviteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderwijsinstelling haar bedrijfsactiviteiten in continuïteit kan voortzetten, toelichten in de jaarrekening.
materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel. Een meer gedetailleerde beschrijving van onze verantwoordelijkheden is opgenomen in de bijlage bij onze controleverklaring.
Zwolle, 20 juni 2017
Ernst & Young Accountants LLP De raad van toezicht is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de onderwijsinstelling. Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel. Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken. Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De
wg Drs. J.M.A. Drost RA
Jaarrekening Bijlage bij de controleverklaring: Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, het Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2016, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit: • het identificeren en inschatten van de risico’s dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude, dan wel het niet rechtmatig tot stand komen van baten en lasten alsmede de balansmutaties, het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing; • het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de onderwijsinstelling; • het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving, de
gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan; • het vaststellen dat de door het bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderwijsinstelling haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controleinformatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een instelling haar continuïteit niet langer kan handhaven; • het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; en • het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen en of de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen.
controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.
Ernst & Young Accountants LLP is een limited liability partnership opgericht naar het recht van Engeland en Wales en geregistreerd bij Companies House onder registratienummer OC335594. In relatie tot Ernst & Young Accountants LLP wordt de term partner gebruikt voor een (vertegenwoordiger van een) vennoot van Ernst & Young Accountants LLP. Ernst & Young Accountants LLP is statutair gevestigd te 6 More London Place, London, SE1 2DA, Verenigd Koninkrijk, heeft haar hoofdvestiging aan Boompjes 258, 3011 XZ Rotterdam, Nederland en is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel Rotterdam onder nummer 24432944. Op onze werkzaamheden
Wij communiceren met de raad van toezicht onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de
zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin een beperking van de aansprakelijkheid is opgenomen.
JAARVERSLAG 2016 79